Filippides november 2012

Page 1

Speciaal voor de Amerikaanse verkiezingen: Wat ging er vooraf aan de val van Richard Nixon?

FILIPPIDES Tijdschrift van de lerarenopleiding geschiedenis Jaargang 18 ď‚ nummer 3 ď‚ november 2012

En verder: Moderne Tijd William Wilberforce en zijn strijd tegen de slavenhandel -------------------------------Nederlandse politiek De CPN en de overgang naar GroenLinks

Renaissance De invloed van Maurits van Nassau en de klassieken op de vroeg moderne oorlogsvoering


Inhoud Jaargang 18, nummer 3

Van de hoofdredacteur

4 Van de vakgroepvoorzitter

5 Het geweer van schouder veranderen

7 William Wilberforce en de abolitionisten

11 Wat ging er vooraf aan de val van Richard Nixon?

18

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

2


CPN: van rood naar groen

21 Column Tim van Eenennaam: Geschiedenis heeft geen bloedarmoede

26 De artistieke wereld van de Renaissance

28 Logos, ethos en pathos in de Nederlandse politiek in de 20e eeuw

32 Geletterde Renaissance

37 Colofon

40

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

3


Van de hoofdredacteur

Met de tijd meegaan Door Ozan Karakoc

V

oor u ligt de nieuwe editie van Filippides. Sinds

E-books en e-readers. Karl van der Linde, leraar

vorig jaar wordt ons geliefde

voortgezet onderwijs heeft hierover een leuk artikel

geschiedenistijdschrift in kleur uitgebracht wat

geschreven.

natuurlijk vooruitstrevend is. Ja, ook wij gaan met de tijd

Verder heeft onze vaste schrijver Benjamin van den

mee. Wederom hebben onze enthousiaste schrijvers een

Dobbelsteen een uitgebreid en boeiend artikel

leuke bijdrage geleverd aan deze editie. Dank hiervoor.

geschreven over William Wilberforce, een abolitionist

Het thema is Renaissance. Het gaat hier niet alleen om de overgangsperiode tussen middeleeuwen en de

die jarenlang streed tegen de slavenhandel. Wederom trakteert Tim van Eenennaam ons op een

nieuwe tijd, maar ook om andere ‘wedergeboorten’ in

erg leuk geschreven verhaal over de verschuiving in de

de geschiedenis. Denk bijvoorbeeld aan de opmars van

overtuigingsmethodes van politici in Nederland in de periode 1956-2002. Onze nieuwe vakgroepvoorzitter Jacobien van Es maakt haar debuut als schrijfster voor Filippides met een leuk artikel dat zeker de moeite waard is om te lezen. Overigens wil ik de voormalige vakgroepvoorzitter Joop de Vries bedanken voor zijn jarenlange bijdrage aan de Flip. Tot slot wil ik iedereen bedanken voor zijn of haar bijdrage en ik hoop dat we nog enthousiaste lezers tegenkomen die voor de maarteditie een leuk artikel willen schrijven. Heb je interesse? Laat het ons zo snel mogelijk weten. Stuur een mail naar o.karakoc@hotmail.com of naar nlettinck@kpnmail.nl.

Rest mij alleen nog u een goed geschiedenisjaar 2013 te wensen.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

4


Van de vakgroepvoorzitter

Modekleur Door Jacobien van Es

O

nlangs reisde ik met de trein richting Zwolle en bevond me in een vrij drukke coupe. Twee dames van een jaar of vijfentwintig zaten

naast me op een tweezitbankje met tussen ons in een gangpad. Bij gebrek aan oordopjes voor het beluisteren van muziek, werd ik getuige van een geanimeerd gesprek tussen de twee dames naast me. De één complimenteerde de ander met haar kledingkeuze. De ander- zoals vele anderen dat ook doen- antwoordde bescheiden ‘dat ze niet eens op zoek was naar nieuwe kleren en er gewoon tegenaan liep’ en ‘ze het zelf ook wel leuk vond’. Daarna zei ze iets wat me is bijgebleven: “vooral de kleur vond ik zo mooi”. Ik keek even opzij en toegegeven, het was inderdaad een mooie kleur. Ze ging verder: “deze winter hebben ze allemaal van dit soort

Schilderij van Fra Filippo Lippi, Adoration of the Christ Child, ca. 1459 (Palazzo, Medici Riccardi, Florence & Staatliche Museen, Berlin)

mooie kleuren”. Inmiddels naderde station Zwolle en ik

zijn die dit onderwerp behandelen en als in een trechter

zou daar uitstappen. Daardoor miste ik uiteindelijk de

komt de kleur steeds dichterbij. Nadat ik over alle

rest van het gesprek, waardoor vooral die laatste zin me

kleuren wel iets gelezen heb (‘De felle geeltinten van de

is bijgebleven; ‘dat ze mooie kleuren deze winter

afgelopen seizoenen lijken plaats te hebben gemaakt

hebben’. Wie zijn die ‘ze’? En zijn het dan nieuwe

voor warme en troostende honing- en karameltinten.

kleuren? Zo ja, wie bepaalt de kleur, waar komt de kleur

Deze kleuren combineer je met elkaar of (wederom) met

vandaan? Is het denken over kleur aan verandering

zwart’*. Dit verzin ik niet), blijkt de kleur die ik bedoel

onderhevig geweest in bijvoorbeeld de kunst, zoals in de

smaragdgroen te zijn. Mooi. Ik had al een vermoeden.

Renaissance of de Moderne Tijd? Ik besluit op zoek te

Een edelsteen en ook nog eens een RAL kleur. Eerst

gaan naar antwoorden.

maar even de edelsteen. De mineralen (o.a. smaragden)

Mijn bescheiden onderzoek begint op het web. Wie

kregen in de Oudheid een koninklijke functie en ze

weet heeft iemand recentelijk dezelfde vragen gesteld

dienden als sieraad, bescherming en/of verlichting. Deze

en hoef ik slechts het antwoord te lezen, hoewel ik

benadering lag niet ver af van de Aziatische betekenis. In

ergens vermoed dat dit niet het geval is. Ik wil eerst de

Azië (en meer specifiek Thailand, maar volgens de

kleur weten en begin op internet met het begrip

legende eigenlijk Zuid India) is het meest bekende

‘modekleuren’. Onmiddellijk komen er bij Google

voorbeeld van de geschiedenis van de edelsteen de

meerdere opties: modekleuren winter 2012, maar ook

Boeddha van Smaragd. Veel legendes zijn gevormd en

modekleuren winter 2013 (!), modekleuren (algemeen

onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd over deze

denk ik) en modekleuren herfst 2012.

Boeddha. En ondanks de mystieke en religieuze waarde

Laat ik beginnen bij modekleuren herfst 2012 om te

van deze Boeddha, blijkt het beeld gemaakt te zijn van

kijken over welke kleur de treindames het zouden

jade en niet van smaragd. Ook interessant! Maar nu

kunnen hebben. Er blijken voldoende internetpagina’s te

eerst terug naar het oorspronkelijk probleem: hoe krijgt

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

5


zo’n modieus truitje zo’n smaragdgroene kleur? Dus hoe krijg je een kleur van de smaragdgroene mineraal in zo’n modieus truitje? Als je het begrip smaragd vertaalt in het Engels dan krijg je de vertaling ‘Emerald’. Echter, ‘emerald’ is feitelijk geen kleur of kleurstof. Dus behouden we het probleem. De zoektocht moet dus leiden naar een kleurstof of een moment waarop de kleur te herleiden is in bijvoorbeeld de schilderkunst. Omdat ik toch al met allerlei Engelse zoektermen bezig ben, stuit ik via A History of Arts in three colours (van Dr. James Fox, heel interessant ook!) weer op het web, maar dan rond in 1840 met de introductie van de term ‘Viridian’. Het betrof een nieuw blauw-groen pigment dat gebruikt werd voor het aanbrengen van kleuren op het doek. Werd in de prehistorie door verscheidene stammen voornamelijk gebruik gemaakt van plantenextracten en

‘Emerald Boedha’ in Wat Phra Kaew (bangkok, Thailand)

aardegrond om kleur in grotschilderingen aan te

nieuwe kleuren en een nieuw wereldbeeld heeft voor

brengen, vanaf de Oudheid wordt gebruik gemaakt van

een overlevering gezorgd waarbij de ontwikkeling van de

metalen. Zo kennen we de basiskleuren blauw en rood.

kleur (en eigenlijk het beeld en de wetenschap van de

Deze ontwikkeling zette zich door tot in de

mens) duidelijk naar voren komt. In de ontwikkeling van

vroegmoderne tijd. Kleuren werden vermengd op

de kunst zie je dat dus goed terug. Een schilderij uit de

paletten en kregen een andere betekenis in de kunst.

Moderne Tijd van Eugene Delacroix, een belangrijke

Een van de grootste voorbeelden daarvan is te zien in de

inspiratiebron voor Van Gogh, is slechts één van de vele

Renaissance. De combinatie van nieuwe technieken,

voorbeelden. Dit geeft eigenlijk ook gedeeltelijk een antwoord op de oorspronkelijke vraag over het modieus gekleurd truitje en de daarbij behorende constatering van de treindame ‘deze winter hebben ze allemaal van dit soort mooie kleuren’. Want wie bepaalt die kleur? Dat smaragdgroen lijkt inderdaad wel een vrij nieuwe kleur. De betreffende kleur werd niet gebruikt in de schilderkunst tijdens de Renaissance, wel in de Moderne Tijd. De kleur smaragdgroen bestond wel, maar het verfpigment niet. In de Renaissance werd voornamelijk gebruik gemaakt van ‘kopergroen’ (dr. Margriet van Eikema Hommes ontdekt in 2005 een nieuw proces. Ook interessant!). Concluderend kan ik stellen dat de ontwikkeling van de kleur toch een aantal dingen

Schilderij van Eugène Delacroix, Christus slapend tijdens de storm, ca. 1853 (Van Gogh Museum, Amsterdam

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

verklaart. Over de Oudheid, de Renaissance, de Moderne Tijd, over wie de kleuren bepaalt en over vandaag. Nou ja, over een kleur van een truitje dan.

6


In de winter van 1594 stuurde Willem Lodewijk van Nassau een brief naar zijn neef Maurits. Hij beschreef in detail hoe de Romeinse militairen een oplossing hadden gevonden tegen het gebruik van de phalanx. De soldaten maakten gebruik van aanvalsgolven met zwaard en speer en waren uiterst doeltreffend. Als een estafetteploeg stapten de militairen uit naar de tegenstander om toe te slaan. Deze tactiek was uiterst toepasbaar voor de Nederlandse soldaten, beschreef Willem Lodewijk. Deze nieuwe tactiek, gebaseerd op Romeinse methodes, zou een ‘militaire revolutie’ ontketenen en de wijze van oorlogsvoeren drastisch veranderen.

Door Daan van Leeuwen

De invloed van Maurits van Nassau en de klassieken op de vroeg moderne oorlogsvoering

Het geweer van schouder veranderen Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

7


I

n 1988 bracht de militair historicus Geoffrey Parker zijn baanbrekende werk ‘The Military Revolution’ uit. Het zou een goed startpunt blijken rondom het

debat over de opkomst van het Westen in werelddominantie in de premoderne tijd. Parker hing zijn ‘militaire revolutie’ op aan drie belangrijke ontwikkelingen die in de late middeleeuwen en aan het begin van de vroeg moderne tijd zich voordeden. Een nieuw gebruik van vuurkracht, de introductie van een nieuw type van fortificatie en de schaalvergroting in de legergroottes. Deze ontwikkelingen werden vrij langzaam ingevoerd, maar hadden een dusdanige invloed op de manier van oorlogsvoeren dat ze ‘revolutionair’ genoemd konden worden. De eerste twee pijlers van deze militaire revolutie ontlenen hun bestaansrecht aan de introductie van het buskruit, dat sinds de veertiende eeuw steeds meer gebruikt werd in de Europese oorlogsvoering. Het kanon

Het herladen van het geweer duurde gemiddeld drie tot vier minuten, waar een ervaren schutter het lukte in twee minuten deze tijd kon de tegenstander vele meters overbruggen en overgaan naar een man-tot-man gevecht. Door deze lange laadtijd bleef het gebruik van musketten besteed aan scherpschutters, ondanks het feit dat het gebruik van vuurwapens zeer schadelijk kon uitwerken. Nederlandse troepen stonden bekend om hun goede scherpschutters, vooral tijdens de Nederlandse opstand. Zo merkte een Engelse soldaat in 1633 op tijdens het beleg van Rijnburg: ’Let but the topp of an old hatt apeare above the parapet and you shall presently have three or four bulletts shot into it’. Het waren dan ook de Nederlandse legeraanvoerders die een schaalvergroting van vuurwapens en een aangepaste tactiek wilden voor

deed in deze tijd zijn intrede en later kwamen ook vuurwapens steeds vaker voor in veldslagen in Europa. Hoewel het even duurde

Als een echte renaissance man beperkte Willem Lodewijk zich niet om in meerdere talen Maurits te wijzen op strategieën die gebezigd werden door Romeinse militairen

voordat men doorhad wat de kracht van deze wapens was, zag men in dat ze een belangrijke rol gingen spelen binnen de militaire strategieën in de vroeg moderne tijd. Het zou ook het begin van de Europese dominantie op mondiaal niveau betekenen en de handel van de zestiende en zeventiende eeuw sterk beïnvloeden. Een belangrijk aandeel in de hervormde militaire strategieën was weggelegd voor de Nederlandse graven Willem Lodewijk en Maurits van Nassau met de (her-)uitvinding van het ‘salvovuur’.

Het nieuwe gebruik van musketten Geoffrey Parker noemde in zijn boek de term ‘volley fire’ dat ik vrij vertaald heb met het ‘salvovuur’ en dat wijst op een nieuw gebruik van musketiers. Goed gebruik van haakbussen en later musketten was een complexe aangelegenheid in de zestiende eeuw. Het herladen van het geweer duurde gemiddeld drie tot vier minuten, waar een ervaren schutter het lukte in twee minuten. In

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

8


het gebruik van musketten.

op adem komen en sloot achteraan in de gelederen aan.

Er werd voor het eerst notie gemaakt van het de

Willem Lodewijk beschreef in zijn brief aan zijn neef

strategie ‘salvovuur’ in een briefwisseling tussen de

Maurits hoe deze techniek ook toepasbaar waren voor

Nederlandse graven Willem Lodewijk, de gouverneur van

musketiers. De eerste musketier vuurde op zijn

Friesland en zijn neef Maurits, de generaal van de

tegenstander en trok zich daarna terug om de tweede

Nederlandse troepen in de jaren 1590. Het is vrij

musketier te laten vuren. De eerste schutter kon zijn

makkelijk om de eerste keer dat de strategie werd

geweer laden en zich opmaken om een nieuwe ronde te

genoemd te dateren omdat het in een brief tussen de

vuren. Deze nieuwe techniek zorgde voor een

familieleden werd genoemd. Op 8 december 1594

snelopvolgend salvo in de richting van de tegenstanders

stuurde Willem Lodewijk een uitgebreide brief met

en gaf de mogelijkheid op een frontale aanval op de

daarin een diagram waarin de strategie visueel werd

infanterie en de cavalerie van de tegenpartij.

uitgelegd. Als een echte renaissance man beperkte hij zich niet om in meerdere talen Maurits te wijzen op

Het lezen van klassieken

strategieën die gebezigd werden door Romeinse

Op de laatste pagina van zijn brief beschreef Willem

militairen. Ze waren nauwkeurig beschreven in de

Lodewijk het gebruik van Aelianus’ methode. De graaf

Tactica en waren toepasbaar voor zestiende-eeuwse

beschreef hoe hij zijn mannen getraind had om

musketiers. De Tactica was een traktaat dat was

vuurwapens te dragen en de techniek van de klassieke

geschreven door Aelianus (circa 100 A.D.) en beschreef

schrijver te gebruiken. Hij had ze gedrild om zo effectief

hoe Romeinse gelederen gebruik maakten van

mogelijk te schieten en dit te doen in de juiste volgorde.

aanvalsgolven. De frontsoldaat viel met speer (pilum) en zwaard (gladius) uit naar zijn tegenstander en trok zich

De briefschrijver was in aanraking gekomen met de klassieke schrijver door de humanistische geleerde

daarna terug. De militair in de tweede rang nam zijn plek over en bracht dezelfde slagen toe aan zijn tegenstander. De eerste militair kon

Lipsius beschreef dat de infanterie de doorslaggevende factor kan worden in veldslagen, net zoals dat gebeurde in de Romeinse veldslagen Justus Lipsius, die in 1589 een zesdelig boek over de politiek in het Latijn had gepubliceerd. Het werk bevat een passage waarin Lipsius beschrijft hoe vorsten konden leren van oorlogen die beschreven waren door klassieke auteurs. Lipsius beschreef dat de infanterie de doorslaggevende factor kon worden in veldslagen, net zoals dat gebeurde in de Romeinse veldslagen. Hij beargumenteerde hoe kleinere eenheden (zoals de Romeinse manipels) beter konden functioneren en wendbaarder konden marcheren. De historicus zag in dat vaardigheden en discipline uiteindelijk de winst zullen opleveren en niet de aantallen of de rauwe baldadigheid en moed.

Justus Liptus

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

9


Vanaf het moment dat in de slag om Nieuwpoort de tactiek voor het eerst werd toegepast, gingen vele legers zich de nieuwe techniek toe-eigenen en veranderde het beeld van oorlogsvoering drastisch Lipsius schreef een aantal jaar later ook de Militia Romana, waarin hij nieuwe theorieën introduceerde en een passage bijsloot met citaten van Griekse en Romeinse auteurs. Een drukker in Antwerpen publiceerde in de zomer van 1595 ongeveer 1500 kopieën van het werk en de Leidse classicus en liet ook een kopie sturen naar Maurits van Nassau. Maurits verdiepte zich in de werken van Lipsius en de klassieke schrijvers en liet zijn troepen regelmatig de oefeningen met het ‘salvovuur’ repeteren. Dit deden ze voornamelijk als ze hun kamp hadden opgeslagen en in afwachting waren van wat de Spaanse vijanden zouden

doelwit te zijn voor het vuur van de tegenstander. De

ondernemen. Een goede uitvoering van de nieuwe

veldslagen van de middeleeuwen werden vaak binnen

tactiek deed Maurtits besluiten om in 1599 de wijze van

een vierkante kilometer uitgevochten in gesloten,

schieten in te voeren in de infanterie. De nieuwe

compacte formaties. Na de introductie van het

rekruten moesten in twee tot drie weken leren hoe ze

‘salvovuur’ bleek dit pure zelfmoord. Het betekende dat

zich moesten opstellen, stappen, laden en marcheren.

man-tot-man-gevechten zeldzamer werden en degenen

In dat jaar werden er ook meer haakbussen en

met de beste schutters de overhand kregen.

musketten aangeschaft om de nieuwe tactiek zo goed mogelijk in te passen in de

De veldslagen van de middeleeuwen werden vaak binnen een vierkante kilometer uitgevochten in gesloten, compacte formaties

bestaande oorlogstactieken. Het aantal vuurwapens per elke eenheid nam toe. Elke

Na de eeuwwisseling begon het hof van Maurits aan

compagnie bestond voortaan uit 135 man, waarvan er

verhandelingen waarin de nieuwe methoden van

dertien officieren en twee pages waren. Van dit aantal

oefening en training werden beschreven en afgebeeld.

droegen 45 mannen een lans, 44 mannen droegen een

Deze verhandelingen en tekeningen werden onder

haakbus en dertig mannen droegen een musket. Deze

toezicht van graaf Jan van Nassau gepubliceerd. De

combinatie moest zorgen voor de juiste balans van

bekendste zal Wapenhandelingen van roers, musquetten

aanval en verdediging en de winst tegen de Spaanse

ende spiesen van Jacob de Gheyn (Amsterdam 1607) zijn.

overheerser.

Het boek zou vele herdrukken kennen en vertaald worden in het Deens, Duits, Frans en Engels. Vanaf het

Invloed op de oorlogsvoering

moment dat in de slag om Nieuwpoort de tactiek voor

De introductie van het ‘salvovuur’ betekende dat de

het eerst werd toegepast, gingen vele legers zich de

medestanders en de tegenstanders vele aanpassingen

nieuwe techniek toe-eigenen en veranderde het beeld

moesten doen. De tegenstander werd genoodzaakt om

van oorlogsvoering drastisch. Mede dankzij de klassieken

zich te verspreiden tijdens de veldslag om het effect van

van weleer.

het eigen vuur te vergroten en om geen makkelijk

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

10


William Wilberforce en de abolitionisten

Beroemde abolitionist streed meer dan twintig jaar voor de afschaffing van slavenhandel Door Benjamin van den Dobbelsteen Westminster, Londen. Een frisse vroege herfstdag in het mistige Groot-Brittannië van september 1780. Een jongeman in nette kleding, met een kenmerkende pruik en herkenbare grote neus staat op het punt voor het eerst het Britse Lagerhuis te betreden als een van de jongste parlementsleden. Nog steeds studerend voor zijn Bachelor of Arts titel in Cambridge, start William Wilberforce zijn turbulente politieke leven vol goede moed, nadat hij genoeg stemmen had gekocht om zijn toelating tot het Huis te garanderen. Hij kon nog niet weten dat zijn naam de geschiedenisboeken in zou gaan, en dat deze onlosmakelijk verbonden zou worden met de afschaffing van slavenhandel. Wilberforce zou vrijwel alleen een strijdtoneel betreden waar 300 parlementsleden hem een vijandig hart toedroegen, en hij zou een doorn in de zwerende vinger van deze hoge heren worden, die stuk voor stuk belangen hadden in de slavenhandel. Wilberforce’s strijd tegen deze handel in mensen leverde hem haat en spot op, en het zou zelfs zo ver komen dat hij de stempel van rebel en revolutionair opgedrukt kreeg in een tijd waarin deze hun leven niet veilig waren. Maar geen ontbering was Wilberforce te groot, die onvermoeibaar bleef strijden voor zijn christelijke idealen en als een terriër zou blijven jagen op de schandelijke rat die slavernij heette.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

11


W

illiam Wilberforce (1759-1833) leefde in een tijd van onvoorstelbare turbulentie en verandering. Hij was getuige van

grootse momenten die stuk voor stuk op de pagina’s van onze geschiedenisboeken prijken. De Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd, de Franse Revolutie en de opkomst en ondergang van Napoleon zijn hier slechts voorbeelden van. Hij deelde de tijd met grootse namen als Lord Horatio Nelson, Napoleon Bonaparte, Robespierre en William Pitt de jongere. Vandaag de dag bekijken wij als historici deze gebeurtenissen en personen en beoordelen hen op hun waarde voor het verloop van de geschiedenis, maar William Wilberforce zelf is een naam die in bekendheid, zeker in het hedendaagse Engeland, niet onderdoet voor elk van de eerdergenoemde.

Regelmatig hield Wilberforce zich bezig met staatszaken, maar hij was ook minstens zo vaak te vinden in de heren- en kaartclubs in en rondom Londen Maar hoe komt het dat Engeland vol staat met

voor een leven tussen de Britse adel. Toen zijn vader

standbeelden van deze man, en dat hij voor de meeste

overleed in 1768, -Wilberforce was slechts negen jaar

mensen nog steeds gezien wordt als hét gezicht achter

oud- , stuurde zijn moeder hem naar familie in Londen.

de afschaffing van slavernij?

Hier raakte hij bekend met de evangelische kerk en tot

Om dit te begrijpen, moeten we zijn leven en vooral

groot ongenoegen van zijn moeder, werd hij actief lid

zijn politieke loopbaan onder de loep leggen. Geboren

van de Church of England, omdat hij de invloed van de

als de zoon van een rijke handelaar in het Britse plaatsje

evangelisten bewonderde. Om deze reden werd hij al

Hull op 24 augustus 1759, was William in de wieg gelegd

gauw weer teruggehaald naar Hull, waar hij tot zijn zeventiende jaar bleef wonen. Op zeventien jarige leeftijd verhuisde de jonge Wilberforce weer naar Londen en betrad hij het St. John’s College in Cambridge, waar hij goede vrienden werd met de latere premier William Pitt de jongere (1759-1806), tot op de dag van vandaag de jongste premier die Groot-Brittannië heeft gehad. Samen hingen ze regelmatig rond op het toeschouwerbalkon van het Lagerhuis en droomden ze van een politieke carrière. Pitt (zie afbeelding hiernaast) spoorde zijn vriend aan om samen met hem de politiek in te gaan en Wilberforce kocht, zoals gebruikelijk was in die tijd, de nodige stemmen om op de leeftijd van eenentwintig een zetel te winnen in het Huis. Ook William Pitt wist een positie in het Lagerhuis voor zich te veroveren.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

12


Hoewel altijd al een excentriekeling, begon hij zich nu nog vreemder te gedragen en alleen Wilberforce zelf wist hoezeer hij in tweestrijd stond. Hij bekeerde zich tot de evangelische kerk en toonde een afkeer van zijn vroegere leven. Hierdoor gaf hij bijvoorbeeld zijn lidmaatschap bij de kaartclubs op. Terwijl de twijfels hoogtij vierden zocht Wilberforce advies bij John Newton (1725-1807), een vooraanstaande, evangelische monnik (onder andere auteur van het wereldberoemde lied Amazing Grace), die in zijn vroegere leven kapitein was geweest van een slavenschip. Zowel Newton als Pitt moedigden Wilberforce aan om zijn politieke leven voort te zetten

William Pitt

en voortaan het werk voor God en het werk van een

Als parlementslid schaarde Wilberforce zich afwisselend achter de Whigs of de Tories,

politieke activist te combineren. Het waren vanaf dat moment de christelijke normen

overeenstemmend met de wisselvalligheid van zijn

en waarden die de toon bepaalden bij Wilberforce en

geweten aangaande kwesties die beide partijen tegen

zijn politieke aandachtspunten; zijn eens zo wisselvallige

elkaar opzette. Regelmatig hield Wilberforce zich bezig

overtuiging verschoof gaandeweg naar het

met staatszaken, maar hij was ook minstens zo vaak te

conservatisme.

vinden in de heren- en kaartclubs in en rondom Londen. Begaafd met een melodieuze stem wist hij hier de heftig converserende politici, officieren en adel regelmatig

Later zou Wilberforce in zijn memoires beschrijven dat hij besloot de taak op zich te nemen die God kennelijk voor hem had weggelegd en die hem uiteindelijk beroemd zou maken

tot doodse stilte te roeren.

Wilberforce en het christendom William Pitt werd op vierentwintig jarige leeftijd de jongste Britse premier, en hij gaf zijn goede vriend Wilberforce te kennen dat hij hem nodig had in zijn regering. Wilberforce had echter in de eerste helft van de Jaren ’80 van de achttiende eeuw een innerlijke verandering ondergaan. Zijn butler en naaste vrienden merkten op hoe hij vroeger opstond om de Bijbel te lezen en te bidden, en hoe hij een sterke toename vertoonde in zelfkritiek. Naar buiten toe bleef hij niettemin de opgewekte, vrolijke jonge filantroop die hij altijd geweest was. De politieke carrière van Wilberforce zat op de schopstoel en hij overwoog zich uit het publieke leven terug te trekken om een leven in afzondering te leiden.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

13


De abolitionisten Groot-Brittannie domineerde in deze tijd de wereldhandel, die te danken was aan de onoverwinnelijke zeemacht met schepen als de Victory (het schip waarmee Nelson de slag bij Trafalgar won). Het rijk deed actief mee aan de slavenhandel en de Transatlantische Driehoekshandel. Ongeveer elf miljoen mannen, vrouwen en kinderen werden vanuit Afrika naar West-Indië en de Amerikaanse kolonies gevoerd. Ruim 1.4 miljoen van deze mensen stierf onderweg. De omstandigheden waren onmenselijk, en het Britse rijk was voor een groot deel over de rug van slaven uitgegroeid tot wereldmacht. Tachtig procent van het Britse inkomen kwam direct of indirect uit deze handel voort. Slechts weinigen keurden de handel in slaven af en nog minder spraken zich er tegen uit. In de laten Jaren ’80 van de achttiende eeuw raakte Wilberforce via premier Pitt in contact met een groep mensen die zich wel durfden uit te spreken tegen de slavenhandel. Onder hen vinden we bekende namen als Thomas Clarkson (1760-1846) en Olaudah Equiano (1745-1797). Deze groep wist de juiste snaar bij Wilberforce te raken en zorgde ervoor dat hij, gesteund door zijn nieuwe geloof, zich begon te verdiepen in de slavenhandel en de humanitaire reformatie van het Britse rijk. Clarkson had een prijswinnende essay geschreven over de afschaffing van slavenhandel en overhandigde Wilberforce deze bij hun eerste ontmoeting. Dit was het begin van een samenwerking die meer dan vijftien jaar zou duren. In de jaren die

Het standbeeld van William Wilberforce in zijn geboorteplaats Hull volgden zou Clarkson tastbare bewijzen verzamelen tegen de slavenhandel en deze aan Wilberforce voorleggen, die ze zou gebruiken in zijn latere aanvallen op de slavenhandel in het Lagerhuis. Vooralsnog was Wilberforce echter een twijfelaar. Het werd hem duidelijk dat de abolitionisten hem als woordvoerder in het parlement wilden aannemen, maar hij wist niet of de taak wel aan hem was besteed. In 1787 overlegde hij met William Pitt, en deze, zelf een groot tegenstander van de slavenhandel, maar niet bij machte dit standpunt openbaar kracht bij te zetten vanwege zijn ambt, daagde Wilberforce uit de kwestie bespreekbaar te maken in het Lagerhuis. Later zou Wilberforce in zijn memoires beschrijven dat hij op dit moment, terwijl hij met zijn vriend onder een boom de zaak besprak, besloot de taak op zich te nemen die God kennelijk voor hem had weggelegd en die hem uiteindelijk beroemd zou maken.

Tijd voor actie Met Wilberforce nu als woordvoerder in het parlement, en deze weer op zijn beurt in de schaduwen van de anonimiteit gesteund door de premier, begonnen de abolitionisten zich te roeren in Groot-Brittannië. Thomas Clarkson reed te paard heel Engeland door om bewijzen te verzamelen en campagne te voeren. Het is voor deze

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

14


Londen de stemming om. Wilberforce’s preken in het Lagerhuis werden in een ander daglicht gesteld. Het feit dat Thomas Clarkson een groot voorstander was van de revolutie in Frankrijk hielp hem niet. De overtuiging dat alle mensen, van welk ras dan ook, door God als gelijken geschapen waren, was de spreekwoordelijke stok achter de deur voor Wilberforce, zijn motivatie. Nu echter werd hij als revolutionair bestempeld door de gelijkheid die de Franse revolutionairen eisten voor alle mensen. Plotseling was Wilberforce volgens velen een rebel, die zich de ondergang van het Britse koningshuis als doel voor ogen had gesteld. Toen de nieuwe Franse republiek, ontstaan nadat koning Lodewijk XVI was afgezet, de oorlog dreigde te verklaren aan GrootBrittannië, moest zelfs William Pitt als premier

Olaudah Equiano campagne dat Josiah Wedgwood het alom bekende symbool maakte van de knielende slaaf met de tekst ‘Am I not a man and a brother?’ eronder. Olaudah Equiano, zelf een voormalige slaaf, schreef een autobiografie die als bestseller over de toonbank ging. In het Lagerhuis

brengen over de kwestie die voor de

Lagerhuis ‘ongepast’ waren, in ieder geval in deze rumoerige tijd. Hoewel hij zelf nog steeds achter de afschaffing stond, wees hij Wilberforce erop dat de abolitionisten als opruiers bestempeld konden worden. Er ontstond een breuk in de vriendschap.

begon Wilberforce zijn 300 tegenstanders in verlegenheid te

gedwongen inzien dat de preken van Wilberforce in het

Olaudah Equiano, zelf een voormalige slaaf, schreef een autobiografie die als bestseller over de toonbank ging

meeste van hen de bron van inkomsten was. De eerste keer dat

Terwijl Wilberforce jaarlijks zijn wetsvoorstellen

Wilberforce een wetsvoorstel indiende voor de

bleef aanbieden, ondanks de spot en valse

afschaffing van slavernij, werd deze makkelijk verslagen

beschuldigingen aan zijn adres, was Groot-Brittannië in

met 163 stemmen tegen.

staat van oorlog en ging alle aandacht hier naar uit. De

Wilberforce’s christelijke ideaal dat alle mensen door

abolitionisten gingen een zware tijd tegemoet. Clarkson,

God als gelijken geschapen waren gaat hand in hand met

vanwege zijn pro-Franse sympathieën, moest zich

het gelijkheidsideaal van de Verlichting. Dit samengaan

afzonderen uit het publieke leven. Olaudah Equiano (zie

zou echter snel een wrange bijsmaak krijgen. In 1789

afbeelding) stierf. Wilberforce zelf kampte met

brak ‘aan de andere kant van het kanaal’ de Franse

chronische gezondheidsproblemen en werd gedwongen

Revolutie uit. Onder het motto van ‘Vrijheid, Gelijkheid

rust te nemen. Hij was genoodzaakt voor de rest van zijn

en Broederschap’ klonk in de straten van Parijs de

leven laudanum in te nemen tegen de pijn.

schreeuw om gekloofde kronen. Rondom dezelfde tijd

De afschaffing van de slavenhandel zou op zich laten

begon Wilberforce met het indienen van zijn

wachten.

wetsvoorstellen voor afschaffing van de slavenhandel. Met de

In het Lagerhuis begon Wilberforce zijn 300 tegenstanders in verlegenheid te brengen over de kwestie die voor de meeste van hen de bron van inkomsten was

groeiende onrust op het Europese vasteland sloeg in

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

15


William Pitt overleed aan de gevolgen van een hevige maagzweer. In de laatste jaren van zijn leven zocht de premier, niet langer bedolven onder oorlogspolitiek, weer toenadering tot Wilberforce en de abolitionisten. Het feit dat hij de afschaffing ervan niet heeft mogen meemaken, wordt tot op de dag van vandaag gezien als de grootste teleurstelling van zijn politieke carrière. Desalniettemin liet Wilberforce zich door dit verlies niet stoppen. Hij diende opnieuw een wetsvoorstel in in 1807, en de nieuwe premier, Lord Grenville, besloot het voorstel eerst het Hogerhuis te laten passeren. Toen het voorstel hier met groot verschil doorgelaten werd, zag de tegenstand in het Lagerhuis in dat ze niet langer de storm konden weren. Met een gezicht vol tranen kon De laatste fase Elk jaar opnieuw stond Wilberforce trouw en hoopvol klaar met zijn wetsvoorstel, maar het was pas in de vroege negentiende eeuw, toen de oorlog met Frankrijk enigszins bekoeld was, dat er weer aandacht kwam voor de afschaffing. Clarkson werd door Wilberforce weer in

William Wilberforce op 23 februari 1807 een grote meerderheid van 283 stemmen achter zijn wetsvoorstel scharen. Daarnaast mocht de emotionele Wilberforce een groot applaus in ontvangst nemen. Na bijna twintig jaar van strijd tegen een overweldigende meerderheid, had hij de missie die God hem had gegeven volbracht.

het publieke leven getrokken en begon opnieuw zijn campagne. Wilberforce, fysiek weer aangesterkt door de rust die hij had moeten nemen, wilde opnieuw beginnen en had het plan opgevat om de afschaffing via een omweg er alsnog door te krijgen. Handelsschepen voeren in deze tijd onder de bescherming van de neutrale Amerikaanse vlag, omdat een schip onder neutrale vlag volgens de maritieme wetten niet geënterd mocht worden. Zo ook de Franse en Britse handelsschepen. Wilberforce stelde voor om entering van deze schepen volgens de wet toe te staan, om zo de Franse handel over zee plat te leggen. Zonder de bescherming van neutrale vlaggen zou echter ook de Britse handel een deuk oplopen en omdat tachtig procent van de handel direct of indirect met de slavenhandel in contact stond, zou deze niet langer lucratief blijken. Op deze manier wilde Wilberforce het

Nalatenschap

Lagerhuis in een toegeeflijke staat brengen en de bron

De reden waarom William Wilberforce vandaag de dag

van inkomsten verleggen naar andere marktgebieden.

herinnerd wordt als dé persoon achter de afschaffing

De wet werd aangenomen.

van slavernij is duidelijk. Het was niet het behalen van

In 1806 kreeg Wilberforce een zware klap te

dit doel, dat evenwel roemwaardig is, maar de weg er

verduren. Zijn goede vriend en steun en toeverlaat

naartoe. Wilberforce offerde het grootste deel van zijn

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

16


leven op aan de strijd tegen de slavenhandel. Dat hij in Engeland foutief gezien wordt als de persoon die een einde maakte aan slavernij, zal hem vergeven worden. Het was de handel in slaven die hij beëindigde, niet slavernij zelf. Deze onjuist aan hem toebedeelde nalatenschap verklaart meteen waarom hij in Engeland nog altijd bij de groten in de geschiedenis hoort en waarom hij bijvoorbeeld zijn medestander Clarkson moeiteloos voorbijstreeft. Toch heeft Wilberforce zijn strepen verdiend. Hoewel hij de afschaffing van slavernij niet eigenhandig gerealiseerd heeft, bleef hij hier wel voor strijden tot zijn

Hoewel hij de afschaffing van slavernij niet eigenhandig gerealiseerd heeft, bleef hij hier wel voor strijden tot zijn dood in 1833 dood in 1833. Hij stierf twee dagen nadat hij vernam dat het voorstel tot volledige afschaffing van slavernij niet meer tegengehouden kon worden. Een maand later vond de Slavery Abolition Act goedkeuring en eindigde slavernij in het hele Britse rijk. Wilberforce liet zijn vrouw en vijf kinderen na. Ondanks zijn eigen verzoek begraven te worden bij zijn dochter, kreeg hij een staatsbegrafenis en vond hij zijn laatste rustplaats in Westminster Abby,

Na bijna twintig jaar van strijd tegen de overweldigende meerderheid, had hij de missie van God hem had gegeven volbracht

naast zijn goede vriend William Pitt. Nog steeds trekt zijn grafmonument en zijn geboortehuis dagelijks vele bezoekers.

Meer lezen? William Hague – William Wilberforce; The life of the great anti-slave trade campaigner – (uitgeverij HarperCollins Publishers 2008). John Piper – Amazing grace in the life of William Wilberforce – (uitgeverij Intervarsity Pr 2007). De film Amazing Grace (2006) gaat over William Wilberforce en de afschaffing van de slavernij

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

17


Wat ging er vooraf aan de val van Richard Nixon? All the president’s Men ontrafelt het mysterie op spectaculaire wijze Door Ozan Karakoc

Hollywood vs. History:

All the president’s Men Het is alweer ruim 40 jaar geleden dat er in de nacht van 17 juni 1972 in het Watergate-gebouw, het hoofdkwartier van de Democratische Partij, werd ingebroken. Dit leidde tot het aftreden van de Republikeinse president Richard Nixon in 1974. Dit schandaal wordt ook wel de Watergate-affaire genoemd, een zwarte bladzijde uit de politieke geschiedenis van de Verenigde Staten. Niet veel later kwam er een film uit over deze beruchte zaak: All the president’s Men met Dustin Hoffman en Robert Redford in de hoofdrol, geregisseerd door Alan J. Pakula. Wat ging er vooraf aan de val van Nixon? De film volgt twee jonge journalisten van de Washington Post, Bob Woodward en Carl Bernstein die er alles aan doen om de waarheid boven tafel te krijgen. Speciaal voor de Amerikaanse verkiezingen van dit jaar: een kijkje achter het duistere complot in All the president’s Men.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

18


E

en bewaker van het Watergate-gebouw in

Bovendien kreeg Woodward veel informatie van

Washington ontdekt op 17 juni 1972 dat het

Deep Throat, een geheime bron die zijn identiteit niet

automatische slot van een deur in het

wilde bekendmaken. Voorlopig althans. Vanaf dat

trappenhuis met tape is afgeplakt. Vijf mannen worden

moment lopen gissingen naar de identiteit van Deep

op heterdaad betrapt door de politie en door een

Throat uiteen van medewerkers van het Witte Huis tot

rechter veroordeeld. Reporter Bob Woodward (Robert

de CIA. Slechts drie mensen wisten wie Deep Throat echt

Redford) vermoedt dat er meer aan de hand is. Dankzij

was: Woodward, Bernstein en Ben Bradlee, ex-

het doorzettingsvermogen van Woodward en zijn collega

hoofdredacteur van de Washington Post. Na dertig jaar

Carl Bernstein (Dustin Hoffman) zal dit netwerk van list

kwam de aap uit de mouw.

en bedrog spoedig worden ontrafeld. Zij publiceren het ene artikel na het andere omtrent de inbraak. Dat doen ze door steeds maar weer vragen te stellen aan dezelfde personen die iets te maken zouden kunnen hebben met de zaak. Ze komen gauw te weten dat de inbrekers banden hebben met grote Amerikaanse instanties als de CIA en het Comité voor de Herverkiezing van de President. Om een afzettingsprocedure in de Senaat te voorkomen, ook wel impeachment genoemd, besluit Nixon op 9 augustus 1974 af te treden als de 37

e

president van de Verenigde Staten. Later blijkt dat de Amerikaanse overheid ongeoorloofde methoden heeft gebruikt tijdens de campagne van de presidentsverkiezingen van 1972.

Klokkenluider W.M. Felt Hoover Het heeft een tijdje geduurd, maar op 31 mei 2005 maakte de toen 91-jarige William Mark Felt bekend dat hij de klokkenluider was van het Watergate-schandaal. De Washington Post bevestigde zijn bekendmaking. Felt was onderdirecteur van de FBI en hielp Woodward om de affaire boven water te krijgen. Felt kwam in januari 1942 bij de FBI, een maand na de verrassingsaanval van Japan op Pearl Harbor. Tijdens de Tweede Wereldoorlog jaagde hij op spionnen als lid van de uiterst geheime spionage-eenheid van de FBI. Na de oorlog kwam hij aan de top en werd onderdirecteur van het beruchte Amerikaans onderzoeksbureau.

Deep Throat Tijdens het onderzoek kwamen Woodward en Bernstein

Zijn grote idool was niemand minder dan J. Edgar Hoover die de grote baas was van de FBI tussen 1935 en

regelmatig in contact met goed geïnformeerde en geheime bronnen, onder wie een boekhouder en penningmeester van het Comité. Met behulp van deze bronnen slaagden beide heren er geleidelijk in de namen

Tijdens de Tweede Wereldoorlog jaagde Felt op spionnen als lid van de uiterst geheime spionage-eenheid van de FBI

boven water te krijgen die deel uitmaakten van de mysterieuze inbraak.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

19


1972. Felt was een aanhanger en beschermeling van de conservatieve directeur. Hoover wist hoe hij informatie moest lekken en mensen moest chanteren. Daar heeft Felt later dankbaar gebruik van gemaakt. Daarom is het niet zo gek om te zeggen dat de invloed van Hoover op het Watergate-schandaal heel groot is geweest. Hoewel er veel vragen zijn beantwoord, blijft er nog een vraag over. Wat bracht een topfunctionaris bij justitie ertoe alles te riskeren om de waarheid te onthullen? In dit geval had het waarschijnlijk te maken met het feit dat Felt niet gekozen werd om Hoover op te volgen als FBI directeur. Een persoonlijke teleurstelling die hij wilde verwerken door wraak te nemen op alles wat met bureaucratie te maken had.

De verslaggeving van beide heren was een hoogtepunt in de onderzoeksjournalistiek grootste kranten van de VS, The Washington Post en The New York Times proberen de concurrent te slim af te zijn door grotere artikelen te publiceren over de affaire. Het schandaal is immers wereldnieuws en een beetje journalist wil als eerste de lezer verse informatie voorschotelen. Woodward en Bernstein hebben met hun artikelen een groot stempel gedrukt op de schrijvende pers. Daarnaast hebben zij de journalistiek in de Verenigde Staten op een hoger niveau getild. Hun werk is sindsdien nooit meer geëvenaard. All the preseident’s Men is een boeiend verhaal dat nog steeds actueel is. Op geen enkel moment wordt de film saai. Hoffman en Redford leveren goede acteerprestaties, met dank aan het vlot geschreven script van William Goldman die hiervoor een Oscar in de wacht sleepte. Voor geschiedenisstudenten en historici is deze film een uitstekend middel om een kijkje te nemen in de ontrafeling van een duister complot dat de relatie tussen pers en politiek voorgoed heeft veranderd.

Bob Woodward (links), Carl Bernstein en Ben Bradlee (rechts) Wereldnieuws Het boek van Bob Woodward en Carl Bernstein, All the president’s Men waarop de film is gebaseerd, veranderde de koers van de Amerikaanse politieke geschiedenis. Het werk van de journalisten, dat toentertijd voor een hele generatie jongeren een inspiratiebron was, laat op boeiende wijze zien hoe twee jonge reporters een gecompliceerd schandaal aan het licht brengen. De verslaggeving van beide heren was een hoogtepunt in de onderzoeksjournalistiek. Daarnaast is de film een eerbetoon aan de

The New York Times, 9 augustus 1974: Nixon treedt af na het Watergate-schandaal

krantenwereld. Regisseur Pakula laat zien hoe de twee

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

20


CPN: van rood naar groen Hoe een Rode Partij langzaam maar zeker Groen kleurde

Nederland kleurde aan het begin van de twintigste eeuw steeds roder. Socialistische partijen schoten als paddenstoelen uit de grond en de arbeider was het nieuwe redmiddel van de samenleving. In Rusland was een Communistische Revolutie aan de gang die overwaaide naar de andere landen van Europa. Het gevolg was de ontwikkeling van een Communistische Partij in Nederland. Toch is Nederland nooit een Communistische Heilsstaat geworden. De partij die in dit artikel wordt besproken zag het licht in 1935 en bleef bestaan tot 1991. Maar heeft de CPN gezorgd voor een blijvende invloed binnen de Nederlandse politiek in de periode 1945 - 1991 en was het verstandig om op te gaan in de partij GroenLinks? Laten we de ontwikkelingen in de turbulente twintigste eeuw maar eens beter onder de loep nemen.

Door Nick de Reiger

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

21


D

e Communistische Partij Nederland kreeg vorm in het jaar 1935 en zou de geschiedenis ingaan als één van de meest belangrijke links-

georiënteerde partijen uit de twintigste eeuw. De partij verdween even uit het officiële beeld tijdens de Tweede Wereldoorlog, aangezien de partij, net als alle andere partijen, werd verboden onder het naziregime. De CPN koos echter voor een andere koers en dook de illegaliteit in. Hiermee werd zij tevens de eerste verzetsgroep van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog die streed tegen het antisemitisme van de nazi's. Na de Tweede Wereldoorlog zijn echter veel van de

Bestorming van het Felix Merits

ledenbestanden vernietigd en partijleden vervolgd,

Russische vijand, aangezien Nederland pro-Amerika was,

waardoor er bijna geen gegevens meer zijn over deze

binnen de poorten stond.

periode. Wat we wel weten is dat de populariteit van de

De gedachte dat de CPN een Sovjet verlengstuk was,

CPN na de oorlog steeg, aangezien zij na de verkiezingen

was voor die tijd geen rare gedachte aangezien de CPN

ruim 10,6% van de stemmen kreeg en het ledenaantal

inderdaad een voorstander was van de politiek die de

steeg van 2.000 in 1942, de laatste officiële bekende

Russen voerden. De CPN stemde onvoorwaardelijk in

telling, naar 50.000 in 1946, de eerste telling na de

met de communistische aaneenschakeling die plaats

Tweede Wereldoorlog.

vond in Oost-Europa ten tijde van de Koude Oorlog. Het

De CPN had dit hoogst waarschijnlijk te danken aan

was absoluut niet gunstig dat ze kozen voor het prestige

haar inzet tijdens de Tweede Wereldoorlog en de

in plaats van voor eensgezindheid, aangezien de CPN

spanningen die er heersten met de Sovjet-Unie. Deze

zichzelf in een isolement duwde en in iets meer dan tien

succeservaring was dan ook van korte duur, aangezien

jaar terugliep naar nog ongeveer 2,4% van de stemmen

het in 1947 met het aanbreken en doordringen van de

in 1959.

Koude Oorlog in Europa de visie van de CPN onder druk kwam te staan. De CPN werd steeds meer gezien als een

De CPN werd de eerste verzetsgroep van Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog die streed tegen het antisemitisme van de nazi’s

Nederlandse colonne van de SovjetUnie, of zelfs het Moskou van Nederland, waardoor de

Openbare kritiek Niet alleen in de percentages zagen we terug dat de CPN het zwaar te voorduren kreeg, maar zelfs in openbare protesten, zoals de aanval op het Amsterdamse Felix Meritis. Dit grachtenpand huisvestte de redactie van de Waarheid, de communistische krant van Nederland. Na de Russische inval in Hongarije op 4 november 1956, die politiek werd gesteund door de CPN, werd dit gebouw bestormd door een woedende, anticommunistische menigte die klaar was met de houding van de CPN. De jaren '60 waren een keerpunt voor de CPN, aangezien zij zich steeds afstandelijker ging opstellen

Partijcongres van de CPN, Amsterdam 26 november 1982

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

tegenover de Sovjet-Unie, wat een gevolg was van de oprichting van de verzorgingsstaat en een grotere sociale

22


Als we kijken naar het verkiezingsprogramma in de jaren ’60 zien we dat voornamelijk sociale punten als het voorkomen van massaontslagen, bevordering van democratie en promotie van onderwijs hoogtij vierden

ontwikkelingen in Nederland. De toch al redelijk linksradicale insteek van de partij sprak vele jongeren aan, die toch wilden breken met het ouderlijk gezag. Door het toenemen van de studentenprotesten, die in heel Europa toch al aanwakkerden, begon er binnen de CPN een frisse wind te waaien, waardoor nieuwe ideeën konden worden gerealiseerd. Dit was echter niet genoeg om de stijgende lijn

invloed binnen de partij. Deze maatregelen zorgden

binnen het CPN vast te houden. Veel van de oude garde,

namelijk voor een hechtere verbintenis tussen de

waaronder de oude getrouwe Paul de Groot het veld

verschillende aspecten in de Nederlandse politiek,

moest ruimen. Paul de Groot was een oud gediende

waardoor het eensgezinder werd. Als we kijken naar het

binnen de partij en een openlijke aanhanger van het

verkiezingsprogramma in de jaren '60 zien we dat

regime in Moskou. Hij was het levende voorbeeld van de

voornamelijk sociale punten als het voorkomen van

marxistische geest van de CPN. De Groot en de oude

massaontslagen, bevordering van democratie en

garde konden echter niet op tegen de jongeren, wat bij

promotie van onderwijs hoogtij vierden. Punten als het

de verkiezingen van 1977 duidelijk zou blijken.

steunen van Vietnam en het ontkrachten van de steun

Het resultaat van een niet goed geoliede machine

van Amerika in het voeren van koloniale oorlogen

binnen het CPN zorgde ervoor dat de CPN bij de

stonden nog wel op de agenda, maar hadden een

verkiezingen in 1977 slechts 1,7% van de stemmen

minder aanwezige positie ingenomen.

kreeg. Een bedroevend laag percentage, waarop de Groot, zonder resultaat, opriep tot een teruggang naar

Marcus Bakker

het oude partijideaal, een marxistisch-leninistische partij

In de jaren '70 zette de trend door, aangezien het ledenaantal eindelijk weer een stijgende lijn

De CPN stemde onvoorwaardelijk in met de communistische aaneenschakeling die plaats vond in Oost-Europa ten tijde van de Koude Oorlog

liet zien. In 1973 waren er 10.147 geregistreerde leden, waarvan een groot aandeel bestond uit linkse studenten, wat vooral kwam door de studentenprotesten waarbij het optreden van de lijsttrekker Marcus Bakker ook een rol speelde. De studentenprotesten waren gericht tegen de hervormingen voor universiteiten, waaronder verhoging van het collegegeld, die de regering voor ogen had. Het gevolg was dat studenten, om de daad bij het woord te zetten verscheidende universiteiten over het hele land begonnen te bezetten. Een goed voorbeeld dat sterk beïnvloed is door de CPN is de bezetting van het Academiegebouw van de Rijksuniversiteit Groningen, waar anarchistische, sociaaldemocratische en communistische studenten het gebouw rood kleurden. We zien hierin duidelijk dat de CPN een slimme zet maakte. Het ging mee met zijn tijd en speelde in op de

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

Marcus Bakker

23


afgescheept met de laagstbetaalde banen maar moeten ook beschikking krijgen over een eigen inkomen. Als we dit zo lezen is dit een vrij radicale verandering binnen de partijpolitiek. Men streeft nu meer naar gelijkheid tussen mannen en vrouwen en wil de ongelijkheid tussen deze sekses op het gebied van werk compleet uitbannen. Men streeft daarnaast naar een betere economische positie voor jongeren, waarin we de nieuwe wind uit de vorige stukken duidelijk herkennen. Dit was niet alleen het werk van Marcus Bakker en zijn jongere achterban, maar ook van een nieuwe vrouw aan het front. Haar naam was Ina Brouwer en zij was de lijsttrekker tijdens het verkiezingsjaar 1982, waaruit de hernieuwde punten naar voren kwamen. Zij volgde in Verkiezingsaffiche CPN 1977

De toch als redelijk links-radicale insteek van de partij sprak vele jongeren aan, die toch wilden breken met het ouderlijke gezag met een straks georganiseerde partijstructuur. De Groot was zoals we net lazen echter al behoorlijk

hetzelfde jaar Marcus Bakker nog op als partijvoorzitter. Het gevolg was dat de partij in 1984 een nieuw

in achting gedaald en telde eigenlijk niet zo veel meer

beginselprogramma aannam, waarin deze punten

mee. Marcus Bakker had laten zien dat hij zowel kon

werden opgenomen en de partij langzaam maar zeker

omgaan met de veranderende politieke structuur van

afstand begon te doen van het marxisme-leninisme waar

Nederland en de nieuwe instroom van politieke geesten,

Paul de Groot destijds zo hard voor had gestreden.

namelijk de jongeren. Het was dan ook Bakker die het

Gezien het politieke klimaat was het geen verkeerde

machtsvacuüm opving toen de Groot, de oude

stap, aangezien het ervoor zorgde dat de partij opnieuw

Moskougenoot, wegviel uit het communistische plaatje.

een beetje uit het slop werd getrokken. De nieuwe koers

Dit was op zich een strategische zet, aangezien de partij

schoot veel oudgedienden echter in het verkeerde

nu niet langer bleef steken in de conservatieve manier van politiek voeren maar meer meeging met zijn tijd.

Nieuwe koers Tegen de jaren '80 zien we dat de CPN echt een nieuwe koers begint te varen. In het partijprogramma worden punten als een perspectief voor jongeren opgenomen, waarbij ze aangeven dat ze streven naar een betere inkomenspositie voor jongeren en koppeling van studiebeurzen aan een sociaal minimum. Hierin zien we de invloed van de jongeren dus duidelijk terug, het wordt een speerpunt van de politiek. Een ander opvallend punt is het opkomende feminisme in het partijprogramma. Vrouwen moeten niet langer worden

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

CPN-demonstratie op 1 mei 1977

24


keelgat, waarop zij de partij verlieten en het Verbond

zetelwinst. Tegen de jaren '80 maakte de CPN, onder

van Communisten in Nederland oprichtten, een soort

invloed van de opvolger van Bakker, Ina Brouwer, zich

van splinterpartij. De ledenaantallen bleven dalen van

hard voor vrouwenrechten en een betere positie voor

11.594 in 1984 tot slechts 5.700 in 1989. Was de visie

jongeren in de politiek. Voor de achterban was dit echter

van de partij dan toch niet dat gene wat de achterban

onverkoopbaar. Dit was niet waar het CPN naar streefde

voor ogen had?

in hun ogen. Het partijbestuur kreeg dit gelukkig op tijd

Ja, dat was het want zowel het VCN als de CPN haalde in

in de gaten en maakte zich hard voor de fusie tussen de

1986 geen enkele zetel. De CPN verdween zelfs uit de

PSP, de PPR en de EVP. Ze gingen samen op in

kamer, wat een enorme tegenslag was voor de partij. Ze

GroenLinks en probeerden de partijidealen te

begon toenadering te zoeken tot andere kleine partijen,

combineren, waarbij het communistische standpunt

zoals de Pacifistisch Socialistische Partij, de Politieke

meer socialistisch van insteek werd. Bij de verkiezing in

Partij Radikalen en de Evangelische Volks Partij. Dit zou

1989 verdubbelden ze het aantal zetels dat de CPN had

leiden tot een gezamenlijke deelname aan de

gehaald in 1986.

verkiezingen onder de naam GroenLinks, in 1989. De nieuwe fusiepartij zou in 1989 formeel worden opgericht, waarbij de

Marcus Bakker had laten zien dat hij zowel kon omgaan met de veranderende politieke structuur van Nederland en de nieuwe instroom van politieke geesten, namelijk de jongeren

CPN in 1991, tijdens een partijcongres werd opgeheven. We zien dat de CPN zich in de jaren na de Tweede

GroenLinks maakte in de loop van de jaren naam als linkse oppositie partij met oog voor zowel de

Wereldoorlog heeft geprofileerd als een partij die

socialistische idealen als een oog voor milieu en bestaat

halsstarrig vasthield aan het marxisme-leninisme van de

nog steeds. GroenLinks streeft al sinds jaar en dag naar

Sovjets maar toch een poging deed om zich zo goed

een betere positie voor de student, het onderwijs en de

mogelijk binnen de Nederlandse politiek te profileren.

lage inkomens; hierin zien we nog een deel van het oude

De partij werd gezien als een verlengstuk van de Sovjet-

CPN terug. We kunnen dus concluderen dat het een

Unie, wat leidde tot veel publieke haat. De CPN zag zelf

goede stap was om op te gaan in deze fusiepartij,

ook in dat dit niet de weg was waarop ze verder

GroenLinks, ook al is er weinig communistisch in terug te

moesten gaan, waardoor ze in de jaren '60 lichtelijk

vinden.

afstapten van hun idealen en zich gingen richten op de zaken die er om deden. De CPN maakte zich hard voor onderwijs en de jeugd en steunde de vele studentenprotesten die oplaaiden in Europa en Nederland. De achterban werd minder grijs en veel oudgedienden konden niet langer meekomen met de steeds harder vernieuwende partijpolitiek.

De ‘groene’ fusie De nieuwe partijpolitiek in de jaren '70 zorgde voor een vernieuwde aanhang van de jongeren die op zoek waren naar een afzetting tegen het burgerlijke. Marcus Bakker gaf deze behoefte een gezicht in 'zijn' CPN en koerste met zijn partijprogramma's af op een behoorlijke

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

25


Column Tim van Eenennaam

Geschiedenis heeft geen bloedarmoede O

p een kille middag in het jaar 2011 stond ik

inquisitie omging met ketters en toen ik terstond

mijn best te doen voor een vmbo klas uit het

vermeldde dat ik foto’s had van verschillende

eerste jaar. Het thema ‘Veiligheid’, in het

martelwerktuigen ging het dak eraf. En eerlijk waar, de

kader van het vak Mens & Maatschappij, was niet eenvoudig betekenisvol te maken. Om er toch een

dames waren misschien wel het meest enthousiast. Is de geschiedenisles voor leerlingen pas echt

historische, doch laagdrempelige draai aan te geven ging

boeiend als er moord en doodslag in voorkomt? Of

mijn les over ‘veiligheid door de eeuwen heen’. De

moeten we het in een breder perspectief zien en

leerlingen liepen niet echt warm en mijn geacteerde

erkennen dat in onze beschaafde samenleving

enthousiasme kwam nog minder overtuigend over dan

beeldmateriaal met geweld een norm is geworden? Het

de felicitatie van PvdA leider Samson aan Mark Rutte in

is wel begrijpelijk, hoe kun je immers als docent ‘de

de afgelopen verkiezingen …

Holocaust’ behandelen zonder beeldmateriaal?

“In de middeleeuwen werden misdadigers gemarteld om andere criminelen af te schrikken. Ik heb nog

Het is naïef om te denken dat geweld in Nederland nog steeds onder de oppervlakte blijft als we in armoede vervallen

wat afbeeldingen van martelwerktuigen opgeslagen”. Bij het horen van de

Als we de geschiedenis eens doorlichten moeten we

laatste zin gebeurde er iets. Er begon iets te glimmen in

bekennen dat vrijwel elk verhaal, elke gebeurtenis en

de ogen. Enkele leerlingen ging rechtop zitten en een

elke persoon te maken heeft met geweld. In de Bijbel

jongen in de hoek die buiten mijn weten om op twee

begint in Genesis het gedonder al met de broedermoord

poten had gezeten, klapte weer op vier poten om het

tussen Kaïn en Abel. En zo loopt de letterlijke rode lijn

beter te kunnen zien.

door. Van oorlog naar opstand, van opstand naar

Toen ik het huidige stagejaar dit stukje bij een

genocide. Van genocide naar een revolutie. De leiders

alleraardigste Atheneum 2 klas herhaalde, was dit niet

van de revolutie worden weer vermoord. Zelfs een

anders. De klas had al ademloos geluisterd naar hoe de

vredestichter als Ghandi ontvangt de kogel. De

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

26


geschiedenis bestaat grotendeels uit geweld en de reacties op dat geweld. Probeer maar eens een onderwerp op te zoeken waarin geweld

De mens heeft geen enkele moeite (indirect) geweld te gebruiken, ook niet als hij of zij het niet gewend is

geen rol speelt. Sommige mensen beweren dat geweld niet zozeer

Suggereren dat de mens van nature gewelddadig is,

voortkomt uit de mens, maar uit bepaalde ideologieën

is nogal een krasse uitspraak. Uiteraard worden er op

en religies. Dit zou de bron van het kwaad zijn en als we

veel plekken in de wereld nog oorlogen en revoluties

de ideologieën en religies de wereld uithelpen wacht ons

uitgevochten maar, zo wordt gesteld, hier in onze

een fantastische maatschappij waarin alle

westerse beschaving is geweld niet meer de norm. Is het

kosmopolieten zich verblijden in een innige vrededans!

dan de luxe die ons hier in Nederland in bedwang houdt?

Maar dit valt maar moeilijk te rijmen. Ideologieën en

Is het de decadentie die ervoor zorgt dat Europa nog

religies lijken meer op een soort bakvormen, waar de

relatief veilig is?

mens zijn geweld in giet. En er zijn genoeg bakvormen.

Het is inderdaad maar de vraag of op het moment

De geschiedenis laat ons zien dat de mens geweld

dat onze welvaart verdwijnt, wij nog steeds in een

gebruikt om wat voor reden dan ook.

relatief geweldloze maatschappij kunnen vertoeven? Het is in ieder geval naïef om te denken dat geweld in Nederland nog steeds onder de oppervlakte verscholen blijft als we in armoede vervallen. In de grootste armoede ontstaat immers radicalisme. Of overlevingsdrang. De mens heeft geen enkele moeite (indirect) geweld te gebruiken, ook niet als hij of zij het niet gewend is. Meerdere experimenten tonen dat aan. En in kleine dingen zien we het in onze samenleving, die drang naar geweld. Geweld zien we al honderden jaren in de geschiedenis. Blijkbaar is dat de mens ‘eigen’. Als Europa zich nog eens diep in een crisis stort, dan kunnen we onze borst dus weer nat maken. We zijn al gewend geraakt aan beeldmateriaal van geweld. Strijden we niet voor eigen belang, dan vechten we wel voor vrede. Of voeren we oorlog voor een betere wereld. Een mooiere paradox is er niet. Intussen kunnen we alleen maar beamen en ridderlijk toegeven: wij willen bloed zien!

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

27


De artistieke wereld van de Renaissance

Kunst in vogelvlucht

Door Ozan Karakoc

Sommige kunstwerken lijken geen introductie te behoeven. Ze zijn het bewijs dat de westerse beschaving een eerbaar verleden heeft. Deze kunstwerken en zijn geestelijke vaders gaan gepaard met een stukje geschiedenis vol wisselende trouw, blamage, avonturen, teleurstellingen en tegenslagen. Voor de een is het een artistiek wonder, voor de ander een handelsmerk. Soms een object van verlangen, soms een geinige afbeelding. Denk aan Leonardo da Vinci, denk aan Rafaël, Albrecht Dürer, Michelangelo en vele anderen. Deze veelzijdige personen uit de kunstgeschiedenis hebben een ding gemeen: ze komen uit een periode die bekend staat als de tijd die de ‘donkere’ middeleeuwen voorgoed achter zich laat: de Renaissance. Deze periode is een mijlpaal in de Europese geschiedenis geweest, met name in de schilderkunst. Hieronder wordt de ontwikkeling van de artistieke wereld van de Renaissance verder toegelicht.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

28


D

e Renaissance is een culturele periode in de geschiedenis van de mensheid die zich halverwege de vijftiende en de zestiende

eeuw ontwikkelde. Het is een overgangsperiode tussen de middeleeuwen en de moderne tijd die zich onderscheidde door een nieuwe manier van denken die de mens en de natuur als middelpunt had. Daarnaast bloeiden de kunsten en letteren, geïnspireerd door de klassieke oudheid. Deze overgang vond allereerst in Italië plaats, omdat hier de politieke en economische omstandigheden heel gunstig waren. Bovendien bleef de klassieke traditie hier vrijwel intact waardoor in de steden nog altijd resten van beelden en gebouwen aanwezig waren. De kunstenaars hadden daar optimaal profijt van en gebruikten deze beelden als inspiratiebron. Een van de eersten die zich ervan bewust waren dat

Giorgio Vasari

zich een sterke verandering in de kunst had voorgedaan die hen losmaakte van de middeleeuwse tradities en zich aangetrokken voelden tot de klassieke kunst, was biograaf en kunsthistoricus Giorgio Vasari (1511-1574). Hij gebruikte de term ‘rinascità’ in zijn boek Vite (Levens, 1500) om een dergelijke overgang aan te duiden. In Vite worden kunstenaars als Michelangelo de hemel in geprezen omdat zij de kunst uit de periode van de Renaissance belichamen. Wel moet gezegd worden dat

Vasari een duidelijke voorkeur had voor kunstenaars uit Florence. Kunstenaars uit andere gebieden als Venetië worden in zijn boek genegeerd. Dat had waarschijnlijk te maken met het feit dat de Renaissance zijn oorsprong vond in Florence, een stad die met handel en nijverheid zeer welvarend was geworden. In de negentiende eeuw gebruikte historicus Jacob Burckhardt in zijn Die Kultur der Renaissance in Italien (De Renaissancecultuur in Italië, 1860) de term Renaissance om aan te geven dat er sprake was van een absolute breuk met de middeleeuwen. Tegenwoordig zijn bijna alle historici het erover eens dat het hier ging om een geleidelijke verandering waarin de middeleeuwse tradities werden losgelaten om nieuwe, klassieke denkbeelden te ontwikkelen.

Quattrocento De kunstgeschiedenis van de Renaissance bestaat uit de periode die wordt aangeduid als Quattrocento en Cinquecento. Deze termen worden gebruikt om een bepaalde periode aan te geven die eigen kenmerken, visies en belangrijkste figuren heeft wat betreft de (schilder)kunst. Geboorte van Vasari (ca. 1489) van Alessandro Botticelli in Galleria degli Uffizi in Florence

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

De periode in de kunst van de vroegrenaissance (vijftiende eeuw) is Quattrocento. Het is een Italiaanse

29


afkorting voor mille quattrocento wat veertienhonderd betekent. In deze eeuw werden belangrijke wetenschappelijke en humanistische onderzoeken gedaan rondom kunst. De laatmiddeleeuwse stijlen als de internationale gotiek behoorden geleidelijk tot het verleden waarbij men steeds meer de behoefte kreeg om de werkelijkheid ongestileerd uit te beelden. De levende wezens kwamen in de schilderkunst in een natuurlijke omgeving terecht waarbij er sprake was van een schoonheidsideaal. De belangrijkste kunstenaars uit deze tijd waren beeldhouwer Donatello en schilder Alessandro Botticelli (1445-1510). Als zoon van een eenvoudige ambachtelijke edelsmid zou Botticelli een van de invloedrijkste kunstenaars van Florence worden die onder andere voor de Medici werkte. De humanistische idealen van het Quattrocento – het belangrijkste kenmerk daarvan is de heidense mythologie – komen in zijn werk heel

Het Laatste Oordeel van Michelangelo in Vaticaanstad in Rome

nadrukkelijk naar voren. Hoewel hij in de hoge kringen van Florence veel

De kunstgeschiedenis zou heden ten dage wezenlijk anders zijn zonder de invloed van meesters als Michelangelo, Rafaël en talloze andere kunstenaars

waardering kreeg over zijn werk, moest hij noodgedwongen de kunstwerken uit zijn atelier op de

Cinquecento

brandstapel gooien. Daar heeft Girolamo Savonarola een

In de zestiende eeuw vonden op het gebied van

grote rol in gespeeld. Hij stond bekend om zijn felle

economie en politiek in Italië grote veranderingen plaats.

orthodoxe boetepreken en boek- en

De Italiaanse stadstaten maakten plaats voor een

kunstwerkverbrandingen, bekend als vreugdevuur van

centralistische macht. Bovendien ontwikkelde de kunst

de ijdelheden. De eerste brandstapel werd

zich razendsnel. De meeste kunstenaars konden al heel

georganiseerd op 7 februari 1497 en was bedoeld om de

goed overweg met de tekentechniek. Deze techniek

nieuwe denkbeelden in de Renaissance tegen te gaan.

maakte in de zestiende eeuw plaats voor de kleur. De olieverftechniek was in deze periode populairder dan ooit. Het Cinquecento was begonnen. De kunstenaars in deze periode wilden nog nauwkeuriger het naturalisme weergeven door de menselijke expressie te bestuderen onder invloed van de Germaanse kunst. Bekende kunstenaars uit deze tijd waren voornamelijk Rafaël, Leonardo da Vinci en Michelangelo.

De plundering van Rome door Maarten van Heemskerck (1527)

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

30


Intellectuele kunst 1527 was een belangrijk jaar voor de Italiaanse renaissance, zowel politiek, religieus als cultureel. In dit jaar vond de plundering van Rome plaats waarbij tienduizenden Spaanse en Duitse soldaten de stad probeerden aan te vallen. Keizer Karel V was van mening dat Italië tot de Heilige Roomse Rijk behoorde. Paus Clemens VII wilde hier niets van weten. De plundering volgde niet veel later met als gevolg dat de verwoeste stad in grote economische problemen verkeerde en het optimisme bij de meeste christenen verdween. Vanaf dat moment wilden vooraanstaande kunstenaars zich richten op de massa. Het meesterwerk

Pietà van Michelangelo (1499), gemaakt van marmer

van Michelangelo, Het Laatste Oordeel (1536-1540), is

mensen in deze tijd. Bovendien wilden kunstenaars als

daar een goed voorbeeld van. De verwrongen lichamen

Michelangelo complexe thema’s – denk aan de

in dit werk weerspiegelen de onzekerheid van de

Reformatie – in hun werk weergeven die alleen geschiedschrijvers konden begrijpen. Het aantal bewonderaars rondom Michelangelo nam hierdoor toe en steeds meer mensen wilden Het Laatste Oordeel zien. Dit fresco is te bewonderen in de Sixtijnse Kapel bij de Vaticaanse musea in Vaticaanstad in Rome. De kunstgeschiedenis zou heden ten dage wezenlijk anders zijn zonder de invloed van meesters als Michelangelo, Rafaël en talloze andere kunstenaars. De vereniging van de christelijke met de klassieke cultuur is elders nooit zo goed weergegeven als in de renaissancistische schilderkunst. Wie ooit in Florence, Venetië en Rome is geweest, begrijpt waarom.

De school van Athene (1509-1510) van Rafaël in Vaticaanstad

Meer lezen? Ross King – De hemel van de paus: Michelangelo en de Sixtijnse kapel – (Amsterdam) 2005

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

31


Logos, ethos en pathos in de Nederlandse politiek in de 20e eeuw Door Tim van Eenennaam

Welke verschuiving zien we in de overtuigingsmethodes van politici in Nederland van 1956 tot 2002?

Onderuit gezakt, met zijn hoofd op zijn schouder rustend, luistert hij naar de persoon die tegenover hem zit aan de tafel. Geen strijdlust, hij hoort het aan. Het is duidelijk dat hij baalt. In tegenstelling tot zijn opponent, die doorgaat met zijn offensief, kan hij niet wachten dit debat te verlaten. ‘Meneer Melkert, is het debat u bevallen?’ ‘Het hoort erbij’, dat is de reactie van de geplaagde Melkert na het debat van Pim Fortuyn in 2002. Pim Fortuyn wordt vaak aangehaald als de man die de politiek in Nederland deed veranderen. ‘Er gebeurde iets’, zo wordt het ook omschreven. Een nieuwe manier van debatteren, een nieuwe vorm van politiek; dat wordt toegeschreven aan Fortuyn. Scherpe debatten, persoonlijke aanvallen en een enthousiaste houding. Het sprak mensen aan. Toch gaf Hans Dijkstal in hetzelfde debat aan dat hij het ‘liever wat concreter zag’. Het is dan de vraag of Fortuyn inderdaad niet concreet was. In ieder geval kan vastgesteld worden dat Fortuyn een andere manier had van overtuigen dan de overigen aan de debattafel.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

32


V

olgens Aristoteles zijn er drie overtuigingsmethodes die je kan gebruiken in een betoog. Dit valt onder retorica, dat is de

kunst van de welsprekendheid. Deze drie methodes zijn logos, ethos en pathos. De uitleg hiervan schreef hij in een verhandeling, de Ars Rhetorica. Vandaar dat we deze kennis nog beschikbaar hebben. Laten we deze eerst kort uiteenzetten. Logos is afgeleid van het woord logica. Personen die deze stijl van overreden hanteren, proberen de omstanders voor hun zaak te winnen door het gebruik van feiten en betrouwbare redeneringen. Inhoudelijk sterke argumenten en voldoende brongebruik geeft aan dat de spreker weet waar hij het over heeft en zo worden mensen die waarde hechten aan het logisch verstand, de ratio, voor de zaak gewonnen. Ethos, daarentegen, is een stijl van overtuigen die een andere werkwijze heeft. De spreker dient tijdens zijn argumentatie aan te geven waarom hij verstand heeft van de zaak. Hij gebruikt hierbij ervaringen die hij heeft gehad, zijn scholing, zijn kennis of zijn capaciteiten. De spreker heeft simpelweg “recht van spreken”. Ook ziet men aan de spreker dat hij of zij echt betrokken is bij de zaak. Hierdoor zullen toehoorders die waarde hechten aan gezag, autoriteit en leiderschap zich aangesproken voelen door de spreker en zijn punten. Pathos tenslotte, is een methode van overtuigen die gebruik maakt van de emotie. De spreker laat in zijn betoog duidelijk merken zijn dat iets zeer fout of zeer

Willem Drees goed is. Dit doet hij door zelf zijn emoties sterk aanwezig te laten zijn. Boosheid of blijdschap over een bepaald onderwerp zorgen ervoor dat de toehoorders meedelen in de emotie. Hierdoor krijgen zij sympathie voor de spreker en tevens voor zijn standpunten. Wanneer deze drie punten perfect in balans zijn, betekent het dat de spreker een zeer groot deel van het publiek voor zich weet te winnen. Een voorbeeld hiervan zien we in niemand minder dan Adolf Hitler. Maar in de Nederlandse politiek is het ook interessant de aan- of afwezigheid van deze stijlen te bekijken door de twintigste eeuw heen. En ook is het relevant na te gaan welk effect het sorteerde in de verkiezingen. Als beginpunt nemen we hiervoor Nederland na de Tweede Wereldoorlog. Als eindpunt nemen we de verkiezingen in 2002. We zullen verschillende bekende tijdsgebonden politici bekijken, namelijk Willem Drees, Joop den Uyl, Dries van Agt, Wim Kok en Pim Fortuyn. De belangrijkste vraag hierbij luidt: Welke verschuiving zien we in de overtuigingsmethodes van politici in Nederland van 1956 tot 2002? Om deze vraag meer elan te geven is het interessant om eens te bekijken welke invloed de betreffende stijl had op de samenleving op de mensen. Hoe eindigden de verkiezingen? Of: kwam er een tweede kabinet? Hoe

Eerste zitting nieuwe kabinet Drees, 12 oktober 1956

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

waren de omstandigheden?

33


veel politici vonden dat zij verstand van de zaak hadden, simpelweg omdat zij politici waren en ervoor gestudeerd hadden. Het lijkt erop dat respect voor elkaar een grote rol speelde. Elke politicus had tevens een gedegen opleiding genoten. Hier zien we ethos (autoriteit) in terug. Deze methode had in die tijd succes. Na het kabinet Drees I in 1948 volgende nog een Drees II, Drees III en een Drees IV. Al valt het dus moeilijk te beargumenteren of de mensen overtuigd werden door de overredingsstijl van Drees of doordat ze simpelweg stemden op zijn achtergrond, betreffende de zuil.

Nieuwe tijd Joop den Uyl

Van 1973 tot 1977 drukte Joop den Uyl als minister-

In 1956 bestaat het kabinet uit PvdA, KVP, ARP en de

president zijn stempel op de Nederlandse politiek. In

CHU. Onder leiding van Willem Drees. Allereerst moet

deze tijd was het al meer gebruikelijk dat politici via

gezegd worden dat de politici niet de gewoonte hadden

diverse media het volk toespraken. In 1973 sprak Den

tot het volk te spreken. Debatten en toespraken die

Uyl het Nederlandse volk toe over de oliecrisis en zette

verspreid werden via de televisie en de radio kwamen

de argumentatie nauwkeurig uiteen in een rustig en

pas later. Dit betekent dat moeilijk te bepalen is of de

inhoudelijk betoog. Het is een verhaal waar Den Uyl zijn

verkiezingsuitslag werd beïnvloed door de stijl van

emotie achterwege laat. In deze tijd werd langzaam

overtuigen. Daarbij is het in deze tijd nog zo dat men

duidelijk dat een samenleving die uit zuilen bestond het

sterk werd beïnvloed door ideologische achtergronden,

niet lang zou volhouden, de tijden veranderden. Den Uyl

een kenmerk van de verzuiling. Zo zien we dat Drees van

merkte het ook. Hij merkt tijdens zijn toespraak op ‘dat

de middenklasse en de arbeidersklasse stemmen krijgt.

de tijd van voor de oliecrisis niet zou terugkeren’. Deze

Van de katholieke kant ontbreekt enige steun. De politici

zakelijke houding verraadt dat Den Uyl gebruik maakt

richtten hun betoog dan ook

van logos. Met puur logische argumenten probeerde hij

vooral op hun collega’s. In deze betogen ging men zeer netjes

Partijen gaan zich conformeren naar de wensen van het volk terwijl het vroeger de gewoonte was dat partijen stonden voor een bepaalde ideologie

met elkaar om. Willem Drees meldde zelf: ‘Het is me wel opgevallen dat een al te grote welsprekendheid, die in een massavergadering groot effect zou hebben, in de Kamer eer negatief kan werken wat betreft de aandacht voor door de spreker aangevoerde argumenten’ Hieruit blijkt dat er voornamelijk een zakelijk en koel klimaat heerste in de Kamer. Drees is duidelijk geen voorstander van emotionele toespraken. Althans, niet in de Kamer. We zien dat er door politici in deze tijd weinig gebruik wordt gemaakt van pathos (emotie). In de gedragsregels in de Kamer zien we terug dat politici van mening waren dat er gepast moet worden betoogd. Het lijkt erop dat

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

Wim Kok, toenmalig FNV voorman en coarchitect van het poldermodel, bij demonstratie op de Dam, maart 1980

34


de kiezer te winnen voor zijn standpunten of keuzes. Voor veel mensen zal deze duidelijke taal gewaardeerd worden in de tijd dat het motto ‘doe maar normaal, dan doe je al gek genoeg’ heerst. Toch kreeg Den Uyl geen tweede kabinet; feit is wel dat het daaropvolgende kabinet het op financieel gebied niet beter deed. Viel de zakelijk stijl van Van Uyl de kiezers tegen? Of was de boodschap van Den Uyl gewoon te negatief? Na 1977 wordt CDA’er Dries van Agt ministerpresident. Hij was én is een bevlogen spreker. Hij wist volle zalen zowel te imponeren als tegen zich in het

via de media. Tijdens de verkiezingencampagnes werd er dan ook scheutig gebruik gemaakt van talkshows,

harnas te jagen. Gejuich en applaus klonken er vaak,

televisiedebatten of andere mediaoptredens. Vooral Kok

maar in een bijeenkomst in Nijmegen kreeg hij ‘je bent

deed hier in 1994 veelvuldig aan mee. Wim Kok wist

een schijnheilige lul’ naar zijn hoofd geslingerd, waarna

pathos en logos te combineren. Hij sprak altijd rustig,

eveneens applaus volgde. Hij wist dus vriend en vijand te

maar had het over de problemen van het volk, hij kwam

beroeren. Als overredingsstijl gebruikte hij logos, maar

immers uit de vakbondswereld. In feite zien we hier al

ook veel pathos. Dit wekte bij sommige mensen ergernis

een verandering. Partijen gaan zich conformeren naar de

op (schijnheilig), bij andere sympathie. Het CDA haalde

wensen van het volk terwijl het vroeger de gewoonte

uiteindelijk 48 zetels, vier minder dan de PvdA.

was dat partijen stonden voor een bepaalde ideologie. Het leverde Kok veel krediet op, bij de verkiezingen in

‘Kwartje van Kok’

1994 en 1998 kreeg de PvdA de meeste zetels. En

In de jaren 1990 zien we een ander belangrijk personage

tweemaal kon het een kabinet vormen met Kok aan het

in de Nederlandse politiek: Wim Kok. Welbekend van het ‘kwartje van Kok’. Hij was de minister-president van een

roer. Dat krediet leek Kok te verspelen toen hij in 2002 Pim Fortuyn bekritiseerde.

paars kabinet van 1994 tot 2002. Bestaande uit de wonderlijke combinatie van PvdA, VVD en

Uiteindelijk is het moeilijk te zeggen of een verkiezingsuitslag direct bepaald wordt door de overredingsstijl die de politici gebruiken

D66. Wim Kok was een echte PvdA’er. Hij was vóór zijn politieke loopbaan betrokken bij de arbeidersvakbonden. Kok

‘At your service’ Het boek van Pim Fortuyn, De puinhopen van acht

wilde ‘premier van alle Nederlanders zijn’. In deze tijd

jaar paars, hielp niet bepaald mee aan het imago van

hadden kiezers en politici behoefte aan communiceren

Wim Kok. Maar hoe kwam het toch dat de Lijst Pim Fortuyn in 2002 maar liefst 26 zetels kreeg? Negen dagen na zijn moord was Fortuyn nog steeds immens populair. In de jaren erna was het snel afgelopen met de populariteit voor deze partij. Fortuyn bezat een ongebruikelijke manier van debatteren en communiceren. Vooral pathos komt sterk terug. Dit zien we in zijn theatrale manier van debatteren. De

Dries van Agt

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

35


periode na de Tweede Wereldoorlog voornamelijk één stijl werd gebuikt: ethos. Dit creëerde rust, stabiliteit en ook voorspelbaarheid. Dan zien we dat verschillende overredingsstijlen gebruikt worden. Dit kunnen we vooral toedichten aan de televisie en de radio. Hierdoor moesten de politici zich tot het volk gaan richten in plaats van tegen hun collega’s. Het aanspreken van het volk vereiste een andere methode. Door Wim Kok en Van Agt zien we deze “gemixte stijl” al terug. Het is afsluitende groet, ‘at your service’, sprak veel mensen aan. Zoals Aristoteles het benoemt deed Pim het ook: het kweken van onrechtvaardigheidgevoel bij zijn hoorders. Er was iets goed fout in Nederland, dat moest duidelijk gemaakt worden. Ook de duidelijke tekst in De Volkskrant liet niets te wensen over, en was sterk emotioneel: ‘Als ik het juridisch rond zou kunnen krijgen

uiteindelijk Pim Fortuyn die duidelijk probeert alle drie de stijlen te combineren. Dit levert hem aanvankelijk succes op, maar het heeft ook een schaduwzijde; die is bekend. Uiteindelijk is het moeilijk te zeggen of een verkiezingsuitslag direct bepaald wordt door de overredingsstijl die de politici gebruiken. Er zijn immers veel externe factoren die dit beïnvloeden.

zou ik zeggen: d’r komt geen islamiet meer in… De islam is achterlijk, ik zeg maar, het is

We zien dat er door politici in deze tijd weinig gebruik wordt gemaakt van pathos (emotie)

gewoon een achterlijke cultuur.’ Aan het woordje ‘gewoon’ zien we dat de logos ontbreekt. ‘Gewoon’ is geen argument. Tóch kwam bij Fortuyn in de debatten sterk de logos naar voren. Het was een sterke manier van zijn mening beargumenteren. Op veel vragen kwam hij naar voren met duidelijk punten waarin we toch nog de logos terugzien. Maar ook ethos zien we bij Fortuyn terug. Vooral in de manier waarin hij persoonlijk zichzelf beter leek te voelen dan zijn collega Melkert en hem behoorlijk aanviel op zijn persoonlijkheid. Fortuyn liet hier zien dat hij meer

Ook nu zien we bij politici de verschillende stijlen gebruikt worden. Het is puur tijdsgebonden of deze stijl succes heeft, dat maakt het vaak een gok. Word je afgerekend op je autoritaire houding of hebben je aanvallen succes? Weet je de toehoorders te raken met je emotie of merken zij de schone schijn die je ophoudt? Imponeer je met je feiten of kom je over als een zakelijke, kille politicus. Dit zijn nu nog steeds de kwesties die ertoe doen, wil je succes hebben in het uitdagende spel dat de politiek genoemd wordt.

autoriteit dacht te hebben, en dat hij van mening was hij het volk vertegenwoordigde. Het bracht hem 26 zetels…En de dood. Blijkbaar was de samenleving niet geheel klaar voor deze manier van overtuigen. Hij wekte extreem veel ergernis op, maar ook extreem veel waardering. De vraag is natuurlijk wel of deze zege niet behaald werden doordat Pim Fortuyn na zijn dood werd neergezet als een ‘martelaar voor democratie.’ Dat mensen die alle drie de overredingsstijlen gebruiken zowel veel ergernis als waardering oosten is cynisch zichtbaar in de geschiedenis. De verschuiving die

Pim Fortuyn

we in ieder geval kunnen waarnemen is dat in de

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

36


Geletterde Renaissance Door Karl van der Linde

V

andaag de dag zitten wij, voor de meesten ongemerkt, midden in een renaissance, de geletterde Renaissance of E-Renaissance

1971 op een klein kamertje in de Amerikaanse staat

Terwijl iedereen er toen nog op rekende dat slechts een beperkte groep mensen internet zou gebruiken, bleek dit in 1996 toch anders uit te pakken

Illinois zit Micheal Hart verwonderd te kijken naar de eerste stap van wat nu bekend staat als de geletterde

Vanaf 1971 tot 1987 heeft Hart hard gewerkt om ruim

renaissance, een over getypte

313 boeken over te typen. Zogenaamde vrije werken

onafhankelijkheidsverklaring van de Verenigde Staten.

zoals de Bijbel en werken van Shakespeare. Deze

Wat hij toen nog niet kon weten is dat hij sinds

verzamelde hij onder de naam ‘Project Gutenberg’. In

Gutenberg de grootste uitvinding had gedaan op boeken

1987 kwamen de eerste vrijwilligers hem helpen bij dit

gebied. Namelijk het eerste E-book ter wereld.

project. De uitgevers vonden dit project verre van interessant en zagen er al helemaal geen concurrentie in. Vooral omdat internet in die tijd slechts door overheden en onderwijsinstellingen mocht worden gebruikt.

De ommezwaai Pas in 1996 kwam er verandering in de houding van de uitgevers. In 1993 werd het internet vrij gegeven. Terwijl iedereen er toen nog op rekende dat slechts een beperkte groep mensen internet zou gebruiken, bleek dit in 1996 toch anders uit te pakken. Internet was overal. Opeens was ‘Project Gutenberg’ voor iedereen toegankelijk. Michael Hart

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

37


Zij begonnen met reclamespotjes op tv met de boodschap dat men een papieren boek moest kopen. Daarnaast lieten ze verschillende onderzoeken doen over de schade van E-books en suggereerden zij dat het slechte leerprestaties bij studenten gaf. In 2009 zagen de cijfers mede dankzij deze reclames er beter uit voor de uitgevers; de E-books waren teruggebracht tot slechts 7% van de totale verkoop. Maar wat ze toen nog niet wisten was dat de grootste De uitgevers vreesden het ergste, mede omdat veel universiteiten studenten aanmoedigden de werken te

klap nog moest komen. Het papieren boek kreeg nog een concurrent: de tablet.

lezen via het door Hart opgezette project.

De Renaissance

De uitgevers

In 2010 kwam Apple met de Ipad

ondernamen geen actie

op de markt. Deze bood opeens

tot in 1998 de eerste e-

nog meer mogelijkheden en men

reader voor de consument

kocht deze gadget massaal. Ook

kwam op de markt. Dit

bleek in de eerste maand dat het

was de eerste echte

uitermate geschikt was voor de E-

concurrentie voor de

books. De verkoop van boeken in

uitgevers want mensen

2010 was opeens voor 25% in

konden het E-book nu ook

handen van de E-books. De

meenemen. Ondanks

uitgevers konden haast niet meer

verschillende rechtszaken

om de E-book heen. Toen Random

om deze e-readers te

House in 2010 ook begon om E-

verbieden slaagden de uitgevers daar niet in. Vanaf dat moment maakte het Ebook vooral in Amerika een grote opmars.

De opmars In 2008 was het E-book snel populair geworden. In Amerika bestond ruim 15% van de verkopen in boeken uit E-books. De uitgevers zagen de zaken ook slecht

books te verspreiden bleek dit een schot in de roos. De meeste mensen lazen in 1950 gemiddeld 8 boeken per jaar in de VS. In 2000 was dit gezakt naar slechts 2 boeken. Dit was mede te wijten door TV en internet. Maar doordat de E-books opeens op een mooie gadget konden worden gelezen vanaf 2010 steeg het

gaan. Op wat kleine uitgevers na was nog geen enkele uitgever overgegaan op E-books. De uitgevers zagen niet alleen hun omzetten dalen, maar ook een veldslag in hun vakgebied. Steeds meer uitgevers en drukkers gingen failliet. Ook de boekwinkels sloten steeds vaker de deuren omdat ze steeds minder boeken verkochten. Daarop besloten de twee grootste Amerikaanse uitgevers Random House en HarperCollins de strijd met de E-books aan te gaan.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

38


gemiddelde naar een recordhoogte. Men las in 2011 gemiddeld 13 boeken per jaar waarvan er 9 een E-book waren. Men verwacht in het lezen een stijgende lijn. De meeste mensen lezen meer en vaker. Mede omdat ze de tablet computer steeds vaker bij zich hebben. Het boek keert dus terug in een nieuw jasje ondanks tegenstand van de drukkers en boekwinkels. De uitgevers maakt het niet meer uit waar het geld vandaan komt als het maar komt. Men verwacht dat wij midden in deze mini renaissance zitten. Hierdoor komt het lezen weer tot

Anti E-book strip

bloei dankzij 1 man die in 1971 met goede moet aan zijn project begon.

De meeste mensen lazen in 1950 gemiddeld 8 boeken per jaar in de VS. In 2000 was dit gezakt naar slechts 2 boeken

Jammer genoeg heeft Micheal Hart niet meer alles mee mogen maken van zijn uitvinding. Op 6 september 2011 is Hart tijdens het schrijven van zijn laatste werk voor ‘project Gutenberg’ overleden. Hij had 1 dag van te voren aangekondigd met pensioen te gaan in Hawaï. Zijn geestelijke erfenis, het E-book, leeft voort in jullie apparatuur. En 1 uitvinding of gedachte zorgt voor een Renaissance in dit geval. Nee niet elke Renaissance is groot. Maar het is verwonderlijk dat we vandaag nog de wedergeboorte van het lezen mee mogen maken. Johannes Gutenberg

Meer informatie over project Gutenberg: http://www.gutenberg.org met meer dan 500 gratis Nederlandstalige boeken.

Meer informatie over Hart en zijn werk: http://tinyurl.com/ebookhart

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

39


Colofon Filippides

Tijdschrift van de lerarenopleiding geschiedenis Windesheim

Eindredactie

Nico Lettinck

Hoofdredactie

Ozan Karakoc

Algemene redactie

Benjamin van den Dobbelsteen Nigel Nieuwenkamp Suzanne Mateboer

Ingezonden stukken

Karl van der Linde Daan van Leeuwen Tim van Eenennaam Jacobien van Es Nick de Reiger

Lay-out

Ozan Karakoc

Druk

Repro Hogeschool Windesheim

Contact

o.karakoc@hotmail.com

Twitter

LVOGZwolle

Samenwerkingsverband

Historisch Centrum Overijssel (HCO) te Zwolle Varias Vias

De redactie stelt zich niet aansprakelijk voor eventuele fouten die zijn opgetreden in deze uitgave. Alle jaargangen zijn ter raadpleging beschikbaar in het Historisch Centrum Overijssel te Zwolle.

Filippides, jaargang 18 – nummer 3 – november 2012

40


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.