9 minute read

Een echte job

BV's proeven van ‘Een echte job’ in Jessa

V.l.n.r.: Metejoor, Jonas Van Geel, Nora Gharib, Stefaan Degand en Frances Lefebure

Advertisement

Foto: VTM

Heel ver uit hun comfortzone moesten ze soms gaan, de vijf BV’s die begeleid door vijf van onze collega’s, in Jessa kwamen proeven van ‘Een echte job’. Van een stokje in de poep tot een meisje met anorexia aan het eten krijgen tot een lied voor één van onze teams… Er vloeiden regelmatig tranen, maar er kon ook gelachen worden. Het leven zoals het is in Jessa.

Bart Helpens, mentor van Metejoor op revalidatie

Joris is ne crème van ne gast.

Mensen met een knie- of heupprothese. Dat was wat zanger Joris ‘Metejoor’ van Rossem verwachtte op campus St.-Ursula. Het werd vooral beroertezorg en zorg voor comapatiënten. “Toch was hij meteen mee in ons campusverhaal. Het was een plezier om hem te begeleiden”, vertelt Bart Helpens.

Een halve dag, zolang duurde het voordat Bart gewoon was aan de camera. De klik met Joris (Metejoor) was er al na 5 minuten. “Dat is echt ne crème van ne gast! Het klikte met ons hele team, van verpleegkundige tot poetsvrouw. Hij pakte ook echt mee aan: van een vaccin zetten tot een stokje in de poep steken om te screenen naar de ziekenhuisbacterie. Zowel Joris als de cameraploeg toonden ook echt respect voor wat we doen. Ik vind het trouwens knap dat meedoen aan zo'n programma in Jessa kan. Zelf vond ik het een uitgelezen kans om te tonen wat een revalidatieverpleegkundige doet en onze revalidanten in de kijker te zetten. De man in de straat weet vaak heel weinig over de zichtbare én onzichtbare beperkingen na een beroerte.” Niet alleen het team was blij met stagiair Joris, ook bij de revalidanten was hij graag gezien. “Hij heeft bijvoorbeeld gewerkt met een jonge Turkse patiënt die zichzelf terug moest leren wassen. Die jongeman fleurt al op bij het vooruitzicht dat Joris opnieuw bij ons op bezoek komt. We hebben samen een streefdoel gezet: wat wil hij tegen dan bereiken in zijn herstel.” Soms vloeiden er ook tranen. “Een vriend van Joris kreeg jaren geleden een zwaar ongeval. Toen we naar een comapatiënt gingen, kwamen de emoties boven. Ook bij ons hoor.” Maar voor mentor Bart kwam het meest emotionele moment op de laatste stagedag van Joris. “We hebben een patiënt die nauwelijks kan praten, maar hij zingt wel de liedjes van Metejoor mee. Kinesiste Katrien Michielsen is blijven proberen tot het lukte. Hartverwarmend.” Maar toen moest de grootste verrassing nog komen. “Bij het afscheid zong Joris een lied dat hij speciaal geschreven heeft voor mij en ons team. Toen kreeg ik het héél kwaad. Knap dat iemand met zo’n drukke agenda daar tijd voor maakt. Een geweldig moment voor ons hele team!”

Elke Secretin, mentor van Nora Gharib op neurochirurgie

Blij dat ook het serieuze werk is uitgezonden.

Grapjes maken met de patiënten kan ook op een zware afdeling zoals neurochirurgie. Het levert meteen ook feel-good TV op en kwam dus in ‘Een echte job’ regelmatig aan bod. “Maar op neurochirurgie maken we vaak ook heftige momenten mee. Ik ben blij dat het serieuze werk toch ook de uitzending gehaald heeft.”

Elke is verpleegkundige én volgde een opleiding tot leerkracht. “Een BV als mentor begeleiden, dat heb ik dus wel in de vingers. Maar die 4-koppige cameraploeg die je volgt? Dat gaf wel stress”, blikt ze terug. “Als je medicatiekar niet klopt en je krijgt de ene telefoon na de andere, dan is het wel stresserend dat er een cameraploeg op je staat te wachten. We hadden ook niet zoveel patiënten die gefilmd wilden worden. Soms kwam de cameraploeg kijken of ik al klaar was met de andere patiënten. Dat stoorde me wel wat. In de praktijk bleek het dus niet zo gemakkelijk om ‘gewoon mijn werk te doen’ met een cameraploeg op mijn hielen.” Gelukkig was stagiaire Nora Gharib super enthousiast. “Ze is heel vlot, lacht en babbelt

gemakkelijk en was er ook snel mee weg als ik iets uitlegde. Al heeft ze ook moeilijke momenten gehad. Tijdens haar tweede dag kwamen we bij een jonge patiënt die al een tijdje bij ons lag en onverwacht héél sterk achteruit ging. We zijn bijna een uur heel intensief met hem bezig geweest. Nora stond er aangeslagen bij. Ze kon niet veel doen, maar heeft de hele tijd de hand van de patiënt vastgehouden. Toen die jongeman een week later van intensieve zorgen terug naar onze afdeling kwam, vroegen we of hij wist wie zij was. Hij kon niet praten, maar wees naar de plek waar zij had gestaan met zijn hand in de hare. Dat ze een BV was, had hij niet door, maar ze had wel een indruk nagelaten. Dat besef bracht achteraf traantjes bij haar naar boven. Ik ben trouwens blij dat dit serieuze moment ook de uitzending heeft gehaald. Het geeft een correcter beeld van hoe we op neurochirurgie werken.”

Jolien Wolfs, mentor van Frances Lefebure op oncologie

De eerste dag was heftig voor Frances.

“Oei, da’s zwaar!” Dat is de eerste reactie die Jolien krijgt als mensen horen dat ze op oncologie werkt. “Maar werken op oncologie is ook leuk. We gebruiken in ons team veel humor, ook bij onze patiënten, en krijgen veel dankbaarheid terug.” Die zware én leuke momenten: stagiaire Frances Lefebure kan er intussen van meespreken.

De eerste dag met BV Frances Lefebure was Jolien nerveus door de camera. “Maar daarna lette ik er niet meer zo op. Voor Frances was die eerste dag heel heftig. Door de zorgzwaarte van de patiënten en wellicht ook doordat ze het zelf van nabij heeft meegemaakt. Haar mama kreeg kanker toen Frances veertien was. De tranen zaten de hele dag hoog. ’s Avonds heb ik dan even rustig met haar gebabbeld, dat deed haar wel deugd. Vanaf dag 2 ging het veel beter. Soms had ze even een duwtje nodig, maar dan pakte ze wel gewoon alles aan wat ik haar vroeg. Ze is wel heel perfectionistisch en kon echt stressen als iets niet perfect liep. Maar het klikte heel goed tussen ons. Frances paste eigenlijk wel goed bij het hele team. Ze was ook altijd heel respectvol, zowel naar de collega’s als naar de patiënten. Af en toe voelde het in het team wat onwennig, maar dat is omdat er continu een cameraploeg op staat te filmen.”

Naast de zware momenten kreeg Frances ook de leukere kanten van de job te zien. “Zo hebben we bij een patiënte die al heel lang in behandeling is en haar laatste chemo kreeg, een dansje gedaan op de kamer. Muziek aan, feesthoedjes op en Frances erbij. Die fijne momenten kennen we hier ook. Patiënten appreciëren het vaak ook dat we de humor erin houden. We vrolijken hen zo wat op, want ze hebben het al zo zwaar. Ik vind het vooral belangrijk dat we dat totaalbeeld hebben kunnen tonen. De manier waarop we met onze patiënten omgaan en voor hen zorgen, het is mooi in beeld gebracht. Daarvoor deed ik het. Of ik het nog opnieuw zou doen? Ja, als we opnieuw zo’n leuke BV krijgen (lacht). Frances is een super lieve meid! En de reacties in ons ziekenhuis na de uitzendingen zijn echt leuk. Hartverwarmend!”

Hannelore Bertels, mentor van Stefaan Degand op kinderafdeling

Alleen ‘feel-good’ gedeelte van pediatrie in beeld. Jammer!

Op de vraag wie op pediatrie mentor wou zijn voor een BV, werd Hannelore door haar collega’s naar voor geschoven. “Dan kan je toch niet weigeren”, lacht ze. “Ik ben intussen een fijne en unieke ervaring rijker. Maar pediatrie is wel veel meer dan de getoonde babybadjes en knuffels!”

Toch vond Hannelore het leuk. “Stefaan is een aangename man. Zijn overleden vrouw was verpleegkundige en hij wou

graag eens ervaren hoe de job voor haar moet geweest zijn. Hij is ook heel authentiek: hetzelfde met of zonder camera. Respectvol ook naar ons toe en echt bezig met zijn tijdelijke job. Zo ging hij elk vrij ogenblik een kindje knuffelen waar de ouders niet zoveel bij konden zijn. En bij een anorexiapatiëntje slaagde hij er in om haar – ondanks haar innerlijke tweestrijd – toch haar drankje te laten opdrinken. Mooi was dat! De technische handelingen, die zag hij niet zitten. Omdat hij zichzelf klungelig vindt en ook niet graag zou hebben dat een BV dat bij zijn kind zou doen. Maar soms heb ik hem toch over de schreef kunnen trekken (lacht).”

Vermoeiend was dat filmen wél. “Op pediatrie doen we alles op het tempo van het kind. Dat betekent soms vijf keer teruggaan: koorts meten, eten geven, een infuus prikken, …. Slaapt het kindje, dan gaan we later terug. We moeten dus bij ieder kind onthouden wat er straks nog moet gebeuren. Daarbij kwam nu telkens: mogen we filmen op deze kamer, alleen de mama in beeld brengen of alleen het kind, … En achteraf de zoektocht om de toestemmingsformulieren van de mama’s te linken aan het juiste kindje. Of de onrust bij onze mentaal kwetsbare anorexiapatiëntjes over wat nu precies zou uitgezonden worden,…”

Viel dat eindresultaat mee? “Vooral het softe van pediatrie is in beeld geweest. Terwijl we soms een uur bezig zijn om bij een kindje een infuus te prikken en achteraf toch nog een maagsonde moeten steken. Ook dat is pediatrie, maar voor de kijkers zijn die ‘feel-good’ beelden natuurlijk leuker om naar te kijken.”

Martijn Housen, mentor van Jonas Van Geel op geriatrie

Blij dat ik kon laten zien wat geriatrische verpleegkunde inhoudt.

Niet wenen voor de camera. Dat had Jonas Van Geel zich voorgenomen. Bij het eerste overlijden – een palliatieve sedatie – lukte dat nog. Maar tijdens een telefoontje naar de familie van een andere overleden patiënt, kwamen de tranen toch.

Martijn werkt 5,5 jaar op geriatrie en is er stagementor. Waarom dus ook niet mentor zijn voor BV Jonas Van Geel? “Afdelingen zoals spoedgevallendienst staan vaker in de kijker en dat is heel goed! Maar nu kregen wij de kans om eens te laten zien wat geriatrie is. Dat vond ik belangrijk. En daar zijn we wel in geslaagd, vind ik: zowel wat ziektebeelden betreft als de ‘verhalen’ die hiermee gepaard gaan. We werken op geriatrie samen aan het herstel van de patiënt en proberen die patiënt ook terug gelukkig te maken. Maar ook een overlijden of de grote eenzaamheid bij sommige patiënten hoort erbij op onze afdeling. Wel jammer dat je de hoge werkdruk in zo’n programma niet kan tonen.”

En de samenwerking met Jonas Van Geel? “In het begin van de stage was hij heel terughoudend. Hij had een heuse waslijst van dingen die hij zeker niet wou doen,” lacht Martijn. “Later kwam hij wat meer los, daar was ik wel blij om. Jonas wou vooral niet wenend op tv komen. Hij schermde zijn emoties heel erg af. Tot we naar de familie van een overleden patiënt belden. Toen kwamen de tranen toch.”

Hoe kijkt Martijn terug op dit avontuur? “Ik was tot mijn eigen verbazing helemaal niet nerveus, met die camera die meekeek over mijn schouder. Ik was dan ook niet degene die uit zijn comfortzone werd gehaald, dat was Jonas. Maar het is wel vermoeiend. Je moet soms veel geduld hebben, terwijl er nog zoveel werk op je ligt te wachten. Die 8 draaidagen voelden een beetje als een marathon, maar nu ben ik heel blij dat ik het meegemaakt heb. De reacties van verpleegkundigen en artsen uit Jessa en van familieleden die in andere ziekenhuizen werken, waren ook super positief. Dat geeft me een fijn gevoel: ik heb ons beroep op een positieve manier in de kijker kunnen zetten.”

This article is from: