�essaLinea
Minimaal invasieve verwijdering schwannomen

Zorgpad heupfracturen
Jessa stapt in TOTeM-project
Medisch informatieblad
Jessa Ziekenhuis nr. 49 april 2025
Minimaal invasieve verwijdering schwannomen
Zorgpad heupfracturen
Jessa stapt in TOTeM-project
Medisch informatieblad
Jessa Ziekenhuis nr. 49 april 2025
Dat Jessa sinds kort is aangesloten bij de nieuwe conventie telemonitoring en therapiebegeleiding rond hartfalen is goed nieuws voor de naar schatting 200.000 tot 250.000
Belgen die aan een vorm van chronisch hartfalen lijden. Het RIZIV komt namelijk tussen in de kosten voor patiënten die voor dit soort opvolging in aanmerking komen.
Via telemonitoring meten patiënten postoperatief allerhande medische parameters, die ze via een app naar het ziekenhuis doorsturen. Dat maakt een betere opvolging en snelle interventie door het telemonitoringteam mogelijk vanop afstand. En ook de huisarts wordt in dit postoperatieve verhaal op de hoogte gebracht van de medische toestand. Hoofd cardiologie prof. dr. Paul Dendale ziet de nieuwe conventie als een belangrijke stap richting een meer gedigitaliseerde zorg. “Alles wat digitaal kan, moeten we ook zo aanbieden.”
Jessa slaat de handen in elkaar met Johnson & Johnson voor een circulaire oplossing rond het eenmalige gebruik van chirurgisch materiaal in het operatiekwartier. Als een van de eerste Belgische ziekenhuizen recycleert Jessa de medische instrumenten die worden ingezet bij open en laparoscopische operaties, waaronder staplers en energy devices. Na gebruik belanden de producten in speciale containers in het operatiekwartier. Via de bestaande logistieke stromen wordt het materiaal nadien door een gespecialiseerde verwerker gedesinfecteerd en gedemonteerd tot wel 50 verschillende onderdelen, klaar voor hergebruik in nieuwe toepassingen.
Een mooie stap richting een duurzame zorg, want Jessa springt door de recyclage van 37 naar 24 containers risicohoudend medisch afval (per week). “We zijn blij om met dit initiatief bij te dragen aan een vermindering van het afval en een duurzamere gezondheidszorg”, klinkt het tevreden vanuit het OK.
Het recent opgestarte postgraduaat
IMID Nursing aan PXL-NeXT stoomt verpleegkundigen klaar die de erkende titel van verpleegkundig specialist (VS) ambiëren en daarbij een essentiële rol spelen in de zorg en coördinatie van patiënten met Immune-Mediated Inflammatory Diseases. Deze auto-immuunaandoeningen vragen een geïntegreerde zorgaanpak en vormen het onderwerp in het postgraduaat voor verpleegkundigen in de domeinen dermatologie, reumatologie en gastro-enterologie.
Jessa-reumaverpleegkundige Thanny Bries en IBD-verpleegkundige Noortje Straetemans van az Vesalius volgen het postgraduaat en zien de opleiding als een must in het IMID-veld door de focus op diverse CanMEDS-rollen(1).
Het grootste pluspunt volgens reumatoloog dr. Jan Lenaerts? “Naast een wetenschappelijke update over de verschillende pathologieën, bouwen deelnemers een netwerk uit om zichzelf te versterken als lid van een multidisciplinair team.
En dat is natuurlijk een meerwaarde voor onze patiënten en artsspecialisten.”
(1) CanMEDS-rollen zijn de kerncompetenties die zorgprofessionals nodig hebben om hoogwaardige patiëntenzorg te bieden: naast zorgverlener zijn ze ook communicator, samenwerkingspartner, professional, gezondheidscoach, organisator en kwaliteitsverbeteraar.
Sinds 1 februari 2025 is een vaccinatie tegen de meningokokbacterie verplicht voor iedereen die op bedevaartstocht naar Mekka trekt (ook hadj genoemd). Belangrijk: het vaccin moet ten laatste tien dagen voor de aankomst in SaudiArabië zijn toegediend. Dit jaar vindt de hadj plaats van woensdag 4 juni tot en met maandag 9 juni.
Iedere arts kan het vaccinatiebewijs eenvoudig opstellen, voorzien van de volgende informatie: de naam van het vaccin, het type vaccin (geconjugeerd of niet) en de datum van toediening.
Voor het geconjugeerde vaccin (Nimenrix of Menveo) blijft het bewijs vijf jaar geldig.
Dit vaccinatiebewijs hoeft niet meer verplicht in een internationaal vaccinatiecertificaat te staan.
Meer info op www.wanda.be.
Sinds begin februari is Jessa een BRESO-gecertificeerd opleidingscentrum in de oncologische borstchirurgie. Het certificaat waarborgt een hoge standaard van borstoperaties en een rijke, multidisciplinaire leeromgeving voor instellingen in heel Europa.
Met deze erkenning vestigt Jessa zich als kwaliteitsvol trainingscentrum en zet het de deur open voor samenwerkingen en fellowships.
Jessa staat nu immers officieel vermeld op de lijst van erkende opleidingscentra op de BRESOwebsite. Door instellingen en specialisten te certificeren, wil het Breast Surgical Oncology Platform
garanderen dat patiënten toegang hebben tot de beste zorgen, ongeacht het land waarin ze zich bevinden.
Meer info op breastsurgeoncertification.com.
3.500.000
In 2024 werd de website van Jessa maar liefst 3,5 miljoen keer aangeklikt. Van een afspraak maken en een arts opzoeken tot vacatures of stages doorspitten: het hoge cijfer illustreert een populaire en
gebruiksvriendelijke website. Inclusief een tevredenheidsscore van 86 % op zorgkwaliteit.be. Daarbij bezocht 71 % de site via een smartphone, een belangrijk gegeven waar we graag op blijven inzetten. De meeste gezochte
term? Maagbreuk. Met maar liefst 44.952 vertoningen op een jaar tijd. De pagina rond bradycardie kaapt de hoofdprijs van meest bezochte pagina weg met 76.492 weergaves.
Sinds kort kunnen patiënten
binnen Inez Limburg ook in Jessa terecht voor social freezing. “Steeds meer vrouwen willen hun eicellen preventief invriezen om op latere leeftijd een kinderwens te vervullen”, vertelt gynaecologe dr. Sofie Hulsbosch. “Meestal doen ze dat om relationele of werkgerelateerde redenen, of bijvoorbeeld omdat er familiale gevallen zijn van vroegtijdige menopauze. Sinds eind vorig jaar kunnen patiënten met dergelijke wensen doorverwezen worden naar onze fertiliteitsdiensten.”
Bij social freezing worden eicellen ingevroren op het moment dat ze van goede kwaliteit zijn. Hoe vroeger, hoe beter. “Er staat geen limiet op de leeftijd van de patiënte. Bij voorkeur wel onder de 35, want vanaf dan zien we een afname van de vruchtbaarheid en eicelvoorraad. Daar zijn steeds meer vrouwen zich van bewust”, legt Sofie Hulsbosch uit.
Via social freezing kan de kinderwens beter gepland worden. Al blijft het wel een back-upplan. “Social freezing biedt geen absolute zekerheid, maar wel een vorm van gemoedsrust. We merken dat slechts een minderheid van de patiënten de ingevroren eicellen ook daadwerkelijk ooit gebruikt.”
Zelfbetalend verhaal
“Via een bloedafname en echo kijken we naar de verwachte eierstokreserve. Daarna volgt een eierstokstimulatie met hormonen.
Dat volledige proces – van stimulatie tot het weghalen en invriezen van een tiental eicellen – kost de patiënt ongeveer 2500 à 3000 euro. Idealiter worden er een twintigtal eicellen ingevroren voor een succesvolle ivf-behandeling in de toekomst, daarom raden we meerdere cycli aan. Social freezing is dus niet goedkoop.”
Gescand 2
Radiologie Het Vragenkabinet Ons zorgpark
VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: vzw Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt
EINDREDACTIE EN GRAFIEK:
dienst communicatie Jessa Ziekenhuis, Salvatorstraat 20, 3500 Hasselt tel. 011 33 53 50 in samenwerking met ZINNIG
Dit magazine is gedrukt op gerecycleerd papier.
Geïntegreerde zorg Neurochirurgie
Heupfracturen Voeding hiv
www.jessazh.be info@jessazh.be
www.facebook.com/jessaziekenhuis
www.x.com/jessaziekenhuis
& Wetenschap Nierschade
Uitgelicht: Jessa in beeld TOTeM Handige telefoonnummers
Sinds 25 mei 2018 zijn de nieuwe privacyregels van kracht. Je krijgt daarom de mogelijkheid om aan te geven dat je dit magazine enkel nog digitaal wenst te ontvangen. Vraag dit aan via de (gratis) app ‘Quick Scan’. Scan met je smartphone deze QR-code, je komt meteen op de juiste plek terecht.
Laat ons zélf het nieuwe geluid produceren.
dr. Jos Vandekerkhof
Betekent een nieuw seizoen ook een nieuwe wind? Na maanden van onstuimige onderhandelingen legde de federale regering op 3 februari 2025 eindelijk de eed af. Een opmerkelijke vaststelling is dat Frank Vandenbroucke opnieuw postvat als minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid. Hij kondigde daarbij vrij snel aan dat de hervormingen die tijdens zijn vorige ambtstermijn al in de pijplijn zaten of opgestart werden, gewoon verdergezet en uitgebreid worden.
Wat dat precies betekent voor de ziekenhuissector, en meer specifiek voor ons ziekenhuis en de bijhorende netwerkpartners? Dat is vandaag koffiedik kijken. Het is voorlopig onduidelijk hoe de minister zijn plannen concreet wil invullen. Actie is alleszins nodig.
De budgettaire situatie van de Belgische ziekenhuizen is –voorzichtig uitgedrukt –zorgwekkender dan ooit.
En met het oog op de recente geopolitieke ontwikkelingen zien ook de overheidsfinanciën er niet rooskleurig uit.
Hoewel Jessa een sluitende begroting kan voorleggen, betekenen de alarmerende Belgische cijfers dat we het
onderste uit de kan moeten halen en creatief moeten omspringen met de steeds schaarser wordende middelen. Een intense teamuitdaging, samen met onze netwerkziekenhuizen en partners in supraregionale zorg.
Leg daar de dubbele vergrijzing in Limburg nog eens bovenop, in een klimaat met schaarste in zorgpersoneel en – binnenkort –artsen in bepaalde disciplines, en er tekent zich een onzeker toekomstbeeld af. Lichtpuntje in de duisternis: Limburg kan als unitaire zorgregio het tekort aan kennis en vaardigheden opvangen met talrijke kansen en mogelijkheden, als die goed benut worden. Een sleutelrol in dit plan is weggelegd voor het Centrum Eerste Lijn Limburg (CELL).
We wachten dus niet geduldig af tot we een partituur met muzieknoten ontvangen uit federale hoek. Laat ons zélf het nieuwe geluid produceren. Het wordt ongetwijfeld een prachtige symfonie.
Dr. Jos Vandekerkhof
Een kind is geen kleine volwassene. Kinderzorg vraagt om een specifieke en holistische aanpak. Zo proberen we kwalitatieve antwoorden te bieden op de medische problemen die gezinnen vandaag ervaren. De afdeling kinder- en jeugdgeneeskunde werkt daarom al jarenlang multidisciplinair samen om jongeren en hun ouders optimaal te ondersteunen.
Bewust pionieren
“We hebben een lange traditie om problemen samen aan te pakken”, zegt dr. Philippe Alliet, pediater en diensthoofd. “We werken interdisciplinair en bouwden intussen ook een sterk team van gespecialiseerde verpleegkundigen en paramedici uit. Zo ondersteunen we niet alleen onze patiëntjes, maar het hele gezin. Onze afdeling was eigenlijk altijd al een pionier. We waren een van de eerste niet-universitaire centra met een kinderdiabetesconventie, waarin we vandaag zo’n 160 kinderen begeleiden. Onze afdeling is ook de enige in Limburg met een referentiecentrum voor onverklaarbaar overlijden bij jonge kinderen en het enige niet-universitaire ziekenhuis binnen de conventie orale aversie. Zo bouwden we heel wat expertise op. We schreven ook in op overheidsprojecten rond pijn, opvang van pedagogische en psychologische crisissen, eetstoornissen en kinderobesitas. Voor die projecten kregen we financiering, wat niet altijd evident en meestal ontoereikend is.”
Diabetes mellitus bij kinderen
Dr. Goele Smeets, kinderendocrinoloog: “Binnen de diabetesconventie behandelen we kinderen tot en met 18 jaar met diabetes type 1 of 2. Ons doel? Hen helpen om hun ziekte zelf te reguleren. Daarom volgen we hen op met een volledig team, waaronder een kinderarts-endocrinoloog, diëtist, psycholoog, diabeteseducatoren ... We zien ‘onze’ kinderen om de twee à drie maanden. Zo’n 50.000 Belgen leven vandaag met diabetes type 1, waarvan in Vlaanderen ruim 3500 kinderen. Het is een auto-immuunziekte die willekeurig kinderen treft. Ze leven gezond en kunnen er dus zelf niets aan doen. Daar zien we nog geregeld misverstanden over. Diabetes type 1 wordt op steeds jongere leeftijd vastgesteld en maakt zo’n 10 tot 15 % van alle diabetesgevallen uit.”
Leven met suikerziekte
“Met insuline proberen we de suikerwaarden stabiel te houden. Onze diabeteseducatoren – gespecialiseerde verpleegkundigen – leren onze patiëntjes de juiste priktechnieken. Ze bezoeken hen ook thuis en trekken naar scholen om leerkrachten te informeren. Leven met diabetes heeft heel wat praktische gevolgen. Je moet bijvoorbeeld constant waakzaam zijn om levensbedreigende hypo’s en schade door hypers te vermijden. Daarom zijn we 24/7 telefonisch bereikbaar voor onze patiënten en krijgen ze begeleiding van onze diëtist en psycholoog. We organiseren ook leuke activiteiten en lotgenotencontacten zoals ravotten in een trampolinepark, een kerstfeestje of een kooknamiddag.”
Gespecialiseerde hulp bij zwaarlijvigheid
Dr. Lore Therssen, kinderendocrinoloog: “Een andere belangrijke multidisciplinaire samenwerking is onze obesitaszorg. Kinderen met overgewicht hebben tot 80 % kans om ook op volwassen leeftijd te kampen met zwaarlijvigheid. Het is een chronische aandoening die langdurige opvolging vraagt. Binnen onze afdeling ondersteunen we al tien jaar kinderen die fysieke of mentale moeilijkheden ervaren door hun overgewicht.”
Obesitaszorg terugbetaald
“In 2024 evolueerden we naar een Pediatrisch Multidisciplinair Obesitascentrum, een van de
21 PMOC’s in België. Kinderen vanaf twee jaar krijgen bij ons brede ondersteuning van een kinderarts, diëtist, psycholoog, kinesitherapeut, sociaal werker en administratief assistent. Een aanzienlijk deel daarvan wordt nu ook terugbetaald. Onze zorgcoördinator regelt de doorverwijzing en terugkoppeling met de huisarts, kinderarts of CLB-arts. Wanneer komt een kind hiervoor in aanmerking?
Daarvoor kijken we naar vier domeinen: metabool (zoals cholesterol), mechanisch (bijvoorbeeld kortademig bij sport), mentaal (eetbuien of pesten) en milieu (onvoldoende ondersteuning door ouders of financiële moeilijkheden). Dit wordt samengevat in een EOSS-P-score
van twee of meer. De impact van overgewicht is niet te onderschatten. Daarom werken we bewust holistisch en betrekken we hun familie erbij.”
Een dubbele blik op nier- en blaasproblemen
Dr. Caroline Jamaer, kinderuroloog: “We volgen onder andere baby’s en kinderen op met aangeboren afwijkingen in de urinewegen of nieren en kinderen met (bed-) plasproblemen of dagincontinentie. Tijdens onze gemeenschappelijke raadpleging bekijken we de pathologie vanuit verschillende hoeken. Dat is heel verrijkend in twee richtingen: bij een aangeboren probleem krijg je een tweede blik vanuit chirurgisch standpunt. Maar het werkt ook omgekeerd: na een ingreep worden kinderen eveneens nefrologisch opgevolgd. Soms geeft het ook een nieuwe adem in een langer traject van plasproblemen. Daarnaast organiseren we elke maand een multidisciplinaire stafvergadering over moeilijke casussen.”
Goede drink- en plasgewoonten “Plasproblemen vragen om een goede coördinatie tussen blaas en bekkenbodem. Onze gespecialiseerde kinesisten leren kinderen – en hun ouders – gezonde gewoontes aan. Hoe zit je correct op het toilet en hoe plas je je blaas leeg? Ze leren de kinderen hoe ze hun bekkenbodem correct gebruiken via onder andere biofeedbacktraining. Bovendien houden ze onze patiëntjes gemotiveerd, want het kan soms enkele maanden duren om het beoogde resultaat te halen en daarna ook vol te houden. In Jessa zijn er twee gespecialiseerde kinesisten, maar intussen leggen we ook contact met externe therapeuten. In de toekomst willen we ook groepssessies organiseren over urotherapie en educatie geven aan scholen.”
Met een beetje lachgas
Dr. Claudia Coolen, pediater: “Bij sommige complexe plasproblemen kan een functioneel onderzoek goede inzichten geven. Via een video-urodynamisch onderzoek kijken we naar de werking van de blaas. We meten onder andere de druk op de sluitspier wanneer de blaas zich vult en tijdens het plassen, en de reactie van de bekkenbodem hierop. We moeten daarvoor wel een blaassonde plaatsen, wat voor kinderen soms erg beangstigend is. Maar onze gespecialiseerde verpleegkundigen begeleiden hen op kindermaat.
We gebruiken ook een beetje lachgas om te ontspannen. Met zo’n onderzoek zien we bijvoorbeeld of een botoxbehandeling zinvol kan zijn bij een overactieve blaas. We zijn trouwens het enige nietuniversitaire centrum in België dat dit doet.”
Zelfs voor de geboorte
“We proberen problemen al zo vroeg mogelijk op te pikken. Gynaecologen kunnen op de echo’s steeds vroeger afwijkingen aan de blaas of nieren detecteren. We bekijken dan samen wat er precies aan de hand is. Zo krijgen we de kans om al rustig met de ouders te overleggen, wat de vertrouwensrelatie achteraf versterkt. We vertellen hen wat de afwijking inhoudt en welke opvolging er in de toekomst nodig zal zijn. Dat verzacht de impact, want die eerste maanden na de geboorte kunnen behoorlijk pittig zijn. We begeleiden het gezin dan verder via onze gemeenschappelijke raadpleging.”
Robotchirurgie bij kinderen
“Daarom is het vanuit menselijk oogpunt fijn dat we binnen Jessa ook kinderen kunnen opereren met de robot. Het gaat dan vooral over pyeloplastie of ureter-reïmplantatie. Dat kan al bij kinderen vanaf tien kilogram. Robotchirurgie is bij volwassenen al ingeburgerd, maar voor kinderen zijn er nog maar enkele centra in België. We opereren nu al zo’n tweeënhalf jaar met de
robot. Ongeveer 90 % van de kinderen kan de volgende dag al naar huis. Dat is meteen het grote voordeel van robotchirurgie.”
Investeren in maatschappelijk relevante ziektebeelden “Ouders ervaren vandaag soms complexe problemen bij hun kinderen. Het zijn vaak ziektebeelden die we het best multidisciplinair aanpakken en waarvoor er nog niet altijd een programma bestaat. Daarom blijven we investeren in maatschappelijk belangrijke projecten. We begeleiden kinderen en adolescenten met allergie en astma (PeAACH). Ook rond slaapstoornissen, huilbaby’s, chronische pijn, plasproblemen en eetstoornissen buiten anorexia nervosa (ARFID) hebben we intussen multidisciplinaire raadplegingen. We doen dit vanuit de intrinsieke motivatie om een supraregionale zorgverlening binnen het Andreaznetwerk uit te bouwen, samen met huisartsen. Gelukkig mogen we rekenen op de steun van onze directie. Zo kunnen we steeds meer kinderen met complexe pathologieën in Limburg behandelen. Maar daarvoor is ook ondersteuning van de overheid nodig. Elk kind moet op een gelijk(w)aardige manier behandeld kunnen worden, ongeacht de financiële situatie van het gezin. Investeren in kinderzorg is dan ook investeren in een betere gezondheid van toekomstige volwassenen”, besluit dr. Philippe Alliet.
We staan klaar voor advies We denken graag mee. Contacteer ons via de artsenlijn of via het secretariaat pediatrie: 011 29 43 15
Info of doorverwijzen? Diabetes: www.vdka.be secretariaat kinderendocrinologie via 011 33 88 80 of onze noodlijn voor huisartsen via 0479 95 07 89 (24/7)
Obesitas: www.eetexpert.be, www.jessazh.be/web/obesitaskinderen/doorverwijzers of secretariaat PMOC via 011 33 88 80
Plasproblemen: Kinderartsenpraktijk Huis 5 via 011 29 43 15 of secretariaat urologie via 011 33 76 70
Dr. Laura Lannoo begon haar pad naar de neurologie met een bachelor en master Geneeskunde aan de KU Leuven. Ze trok in die periode twee keer naar Afrika: voor een stage bij Groote Schuur Hospital in Kaapstad en een maand vrijwilligerswerk in Zambia. Haar assistentschap – voornamelijk aan UZ Leuven, maar ook in MS-kliniek Melsbroek, AZ Diest en Jessa –verankerde haar passie voor neurologie. Ze slaagde vervolgens op het UEMS EBN-examen in 2022. Tijdens haar opleiding in UZ Leuven kwam ze weinig in contact met neuro-oncologie, waardoor Laura Lannoo de meerwaarde zag van een fellowship in neuro-oncologie en multiple sclerose aan het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven. Ze heeft een brede interesse in alle domeinen van neurologie, met naast neuro-oncologie ook speciale aandacht voor neuro-inflammatoire aandoeningen.
Dr. Laura Lannoo trad op 1 februari 2025 toe tot het team van neurologen.
Dr. Bruno
Stragier
Orthopedisch chirurg
Dr. Bruno Stragier volgde zijn opleiding tot orthopedisch chirurg aan de KU Leuven en breidde zijn kennis uit met internationale ervaring. Zo heeft hij zijn expertise verder verfijnd aan de Fortius Clinic in Londen en in het FIFA Medical Centre of Excellence van Aspetar in Doha (Qatar). Hij voltooide ook het Sports Knee Fellowship in Derby (VK).
Laagdrempelige communicatie en multidisciplinaire samenwerking vormen voor Bruno Stragier de basis voor optimale patiëntenzorg. Zijn bijzondere focus ligt op het kniegewricht, met aandacht voor zowel sportletsels als prothesechirurgie. Als voormalig polsstokspringer is zijn passie voor sport de belangrijkste drijfveer geweest om voor orthopedie te kiezen.
Dr. Bruno Stragier versterkt de diensten orthopedie en traumatologie sinds 1 april 2025.
Prof. dr. Sander
Bruyne
Klinisch bioloog
Prof. dr. Sander De Bruyne studeerde Geneeskunde aan de UGent en behaalde in 2020 zijn doctoraat in de Gezondheidswetenschappen. In 2022 voltooide hij zijn opleiding als arts-specialist in de klinische biologie. Hij is een gepassioneerde wetenschapper met een sterke interesse in het ontwikkelen en implementeren van innovatieve diagnostische tests. Sander De Bruyne was actief als staflid Hematologie aan UZ Gent en AZ Sint-Blasius, is gastprofessor klinische biologie aan de UGent en is actief lid van meerdere (inter-) nationale werkgroepen in het domein van de hematologie en artificiële intelligentie.
Prof. dr. Sander De Bruyne is sinds 1 april 2025 aan de slag bij Jessa en zal zich voornamelijk toeleggen op de moleculaire hemato-oncologie.
Dr. Siel Olbrecht maakt sinds 1 januari 2025 deel uit van de dienst gynaecologie van Jessa. Haar traject als arts wordt gekenmerkt door een sterke interesse in gynaecologische oncologie en een diepgaande wetenschappelijke benadering.
Na haar master Geneeskunde aan de KU Leuven specialiseerde Siel Olbrecht zich in gynaecologie en verloskunde. Haar assistentschap bracht haar onder andere naar Jessa, het Imeldaziekenhuis in Bonheiden en UZ Leuven. Tijdens haar specialisatie verdiepte ze zich in gynaecologische oncologie en startte ze een doctoraat over eierstokkanker. Dit onderzoek focuste op single-cell sequencing. “Immuuntherapie is populair en toch lijkt het bij eierstokkanker niet altijd effectief. Door elke afzonderlijke cel van eierstokkanker te ontleden, vond ik dat bepaalde cellen van ons immuunsysteem amper aanwezig zijn in eierstokkanker. Stimuleren wat er niet is, blijkt dan ook niet zinvol. We onderzochten daarom nieuwe benaderingen om immuuncellen tot bij de kanker te brengen.”
Ook expertise in borstchirurgie
Naast haar specialisatie in gynaecologische oncologie is Siel Olbrecht ook actief binnen de senologie. Jessa is recent BRESO-gecertificeerd (zie p. 4) en de EUSOMA-erkenning werd verlengd. “Deze erkenningen garanderen dat we hoogwaardige zorg bieden binnen de borstchirurgie en
dat we een opleidingscentrum zijn voor fellows en assistenten. We werken bijvoorbeeld nauw samen met UZ Leuven en streven naar voortdurende kwaliteitsverbetering.”
Aanspreekpunt voor huisartsen
Siel Olbrecht is gedreven. “Ik wil de zorg binnen de gynaecologische oncologie – zowel praktisch als wetenschappelijk – op een hoog niveau houden en verder uitbouwen. In het multi-disciplinair oncologisch team van Jessa staan voortdurende kennisdeling en gezamenlijke groei centraal om dag in, dag uit de kwaliteit van de zorg op het hoogste niveau te houden.” Voor huisartsen betekent haar komst extra expertise in gynaecologische oncologie, borstchirurgie en HPV-screening.
“Een goede samenwerking met de eerste lijn is cruciaal. Ik wil een vlot bereikbaar aanspreekpunt zijn voor huisartsen en geef met plezier lezingen over deze topics. Vragen of overleg? Contacteer me gerust. Mijn man is ook huisarts. Ik ken de uitdagingen van de eerste lijn dus goed.” Hoewel
Siel Olbrecht in Bertem woont, voelt de keuze voor Jessa als een natuurlijke stap. “Jessa is een warme en ambitieuze werkomgeving.”
Met haar wetenschappelijke achtergrond, ervaring in oncologie en gedrevenheid om kwaliteitszorg te leveren, is Siel Olbrecht een waardevolle aanwinst voor Jessa.
Een verpleegkundige die patiënten thuis én in het ziekenhuis begeleidt, een psychiater die in het woonzorgcentrum op consultatie komt, telemonitoring … De geïntegreerde zorg van morgen heeft veel gezichten en bouwt op een sterke samenwerking. Waar staan we vandaag? We vroegen het aan Nadja Vananroye, algemeen directeur
Wit-Gele Kruis Limburg, en dr. Gert Ghijsebrechts, CRA bij Hogevijf.
“We bekijken zorg zo breed en geïntegreerd mogelijk”, vertelt Nadja Vananroye. “Via transmurale klinische paden, sterke samenwerkingen en innovatieprojecten, maar ook vanuit onze dagelijkse praktijk. We zijn 24/7 bereikbaar om thuisverpleging op te starten. Daarom voorzien we essentieel materiaal zoals een ziekenhuisbed zelf via het Zorgdepot. Via mijnWGK kunnen ziekenhuis en huisarts onze digitale verpleegdossiers al bekijken. We werken intussen met nexuzhealth aan één centraal patiëntendossier, dat toegankelijk is voor huisarts, ziekenhuis, verpleegkundige, patiënt én mantelzorger.”
Korte overleglijnen
Jessa en het Wit-Gele Kruis delen maandelijks zo’n 110 patiënten. “Doorheen de jaren evolueerden we naar kortere overlegstructuren. Hoe? Onze 1850 verpleegkundigen werken in wijkteams van zo’n vijf tot zeven personen, met elk hun wijkteamcoach die de patiënten kent. Onze coaches kunnen dagelijks met de verschillende ziekenhuisafdelingen contact opnemen. Dat werkt goed. Daarnaast is er overleg op organisatieniveau.”
Limburgs kader thuishospitalisatie
“Limburgse thuisverpleegkundigen zijn verenigd in het Consortium Thuisverpleging Limburg (CTL). Dat ontstond tijdens de coronapandemie en faciliteert vandaag een actieve samenwerking. Na het wettelijke kader voor
thuishospitalisatie, spraken we als Consortium bijvoorbeeld uniforme richtlijnen af voor thuisverpleegkundigen en alle Limburgse ziekenhuizen. Limburg is daarin trouwens een voorloper. Intussen volgen we lange antibioticakuren al thuis op. Dat valt in de smaak bij onze patiënten. Een aantal thuisverpleegkundigen kreeg daarvoor een opleiding in het ziekenhuis. We bekijken nu de opties om ook chemo thuis toe te dienen.”
Grenzen vervagen
We zijn absoluut voorstander om telemonitoring uniform te organiseren.
Ogen en oren van de arts
“Patiënten worden sneller ontslagen. Daardoor verschuift een deel van de zorg naar de eerste lijn. Thuisverpleegkundigen worden steeds meer de ogen en oren van de arts.
We volgen de patiënten dagelijks, motiveren hen en pikken problemen snel op. Technologie kan dat mee opvangen, zeker nu de terugbetaling wettelijk geregeld wordt.
We zijn absoluut voorstander om telemonitoring uniform te organiseren.”
“Uit het transmurale zorgpad COPD ontstond een ambitieus proefproject: een gedeelde verpleegkundig specialist die zowel thuis als in het ziekenhuis – Jessa en ZOL – een bepaalde groep patiënten bijstaat. De grens tussen ziekenhuis en thuis vervaagt. Zo stromen info, kennis en ervaring makkelijker heen en weer. Dat is voor ons een belangrijke stap”, besluit Nadja Vananroye. “Dat geldt ook voor woonzorgcentra”, zegt Gert Ghijsebrechts, CRA bij Hogevijf in Hasselt. “Denk daarbij aan het nieuwe overheidsproject waarbij een psychiater of geriater op vraag van woonzorgcentra ter plaatse advies verleent.
We werken ondertussen al zo’n 15 jaar samen met Jessa. Dat startte vanuit de afdelingen infectieziekten en ziekenhuishygiëne. Samen schreven we een beleid uit om infecties in het woonzorgcentrum te verminderen. Die wisselwerking groeide spontaan, met voordelen voor beide zijden. Intussen wordt het door de overheid gestimuleerd. Vandaag werken we samen op het gebied van psychiatrie, wondzorg, palliatieve zorg, infectiebeleid én geriatrie. Zo versterken we elkaar.”
“Dankzij
Schwannomen in de borstholte: deze neurogene tumoren zijn zeldzaam, maar bevinden zich wel in een bijzonder anatomisch gebied. Dankzij de unieke samenwerking tussen neurochirurgie, thoracovasculaire heelkunde en anesthesie kunnen ze nu ook minimaal invasief verwijderd worden. “We hebben intussen drie patiënten succesvol behandeld en willen met die gestandaardiseerde aanpak een referentiecentrum worden in Limburg.”
Dr. Sven Bamps, neurochirurg: “Schwannomen worden vaak toevallig ontdekt bij andere klachten. Borstkaspijn, okselpijn of een afhangend ooglid kunnen betekenen dat een zenuw geïmpacteerd is. Het zijn quasi volledig goedaardige letsels, maar ze kunnen door hun vorm en anatomische plaats wel klachten geven.”
Minimaal invasief door samenwerking “Het gaat om neurogene tumoren die in de dorsale wervelzuil ontstaan, maar zich eerder in de borstholte ontwikkelen. Traditioneel maken we dan een grote snede in de rug en moeten we heel wat rugspieren losmaken om aan het letsel te geraken. Een tweede optie is via de borstkas, maar ook daar hebben we een grote toegang nodig. Door de unieke samenwerking tussen neuro- en thoraxchirurgie kunnen we een schwannoom in de borstholte nu Uni-VATS video-thoracoscopisch verwijderen. Met een kijkoperatie, eigenlijk. Zo worden de incisies drastisch verkleind tot zo’n drie cm. Minder last voor de patiënt en een lagere complicatieratio.”
Dr. Karel Smeyers, thoraxchirurg: “We behandelen opvallend grote letsels – denk aan de grootte van een kiwi – via een opvallend kleine toegang. Neurogene tumoren in de borstkas zitten anatomisch gezien in een overgangsgebied waar niemand de exclusieve expertise heeft. We bevinden ons immers op het kruispunt van het zenuwstelsel en de borstholte. Onze samenwerking in deze grensregio is dan ook bijzonder. Sinds 2024 hebben we op deze manier al drie patiënten succesvol behandeld. Dit voorjaar stellen we onze ervaringen voor op het BSN-congres Neurochirurgie en worden ze ook wetenschappelijk gepubliceerd. In het najaar trekken we naar de Europese congressen.”
Minder last voor de patiënt en een lagere complicatieratio.
Gecombineerde expertise in grensgebied
Dr. Kristof Nijs, neuro-anesthesist: “We opereren de patiënt nu echt multidisciplinair, als een anesthesiologisch en chirurgisch team. Tijdens het chirurgische deel schakelen we de beademing over op één long. Zo kunnen we rustig werken aan het letsel omdat we de anatomische werkregio vergroten. Dit vraagt wel een goede voorbereiding.”
De afdeling neurochirurgie leidt al enkele jaren assistenten op. Sinds 2023 loopt er ook een spine-fellowshipprogramma als vervolgopleiding voor net afgestudeerde chirurgen. Dr. Maarten Wissels, neurochirurg: “Jonge collega’s doen bij ons bijkomende ervaring op binnen het volledige gamma van wervelzuilchirurgie: van minimaal invasieve tot complexe oncologische of traumatische ingrepen. We begeleiden onze fellows echt een-op-een. Ze lopen met ons mee, volgen patiënten van a tot z op en assisteren bij operaties. Doorheen het traject geven we hen steeds meer verantwoordelijkheid. Zo kunnen ze in veilige omstandigheden een stevige bagage opbouwen voor hun verdere carrière.”
Dr. Sven Bamps: “De afdeling neurochirurgie beheert en bekostigt dit programma, met de steun van onze industriepartners. Het fellowship wordt gewaardeerd bij collega’s en patiënten, maar ook in het buitenland. Dit voorjaar start onze vierde fellow, een ambitieuze collega uit Griekenland.”
JESSA, CENTRUM VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK!
Wat kun je zelf doen om je behandeling te verbeteren?
Jezelf mentaal en fysiek voorbereiden krijgt vaak te weinig aandacht. Al leert de literatuur dat prehabilitatie kan zorgen voor minder complicaties en kortere ziekenhuisverblijven. In samenwerking met de UHasselt onderzoekt Jessa welk type patiënt baat heeft bij een goede voorbereiding en wat zo’n prehabilitatie dan het best inhoudt.
Dr. Bert Houben, abdominaal chirurg: “Patiënten met colorectale kanker of pancreaskanker verkeren vaak in slechtere conditie. Vandaag geven we al leefstijladvies, maar dat doen we eerder intuïtief. We zijn ervan overtuigd dat zo’n voorbereiding effect heeft. Dit onderzoek – geïnitieerd door de UHasselt – helpt ons om het te objectiveren. We bekeken al welk type patiënt er baat bij heeft op basis van leeftijd, functionele capaciteiten, levensstijl, spierkracht ... In de vervolgstudie onderzoeken we de inhoud van zo’n voorbereiding: welke oefeningen, hoe intensief, welk voedingsadvies … Dit prehabilitatietraject duurt vier weken, zo stellen we de behandeling niet onnodig uit.”
Fysieke en psychosociale voorbereiding
Britt van de Haterd, doctoraatsonderzoeker: “Tijdens het
een gepersonaliseerd prehabilitatieprogramma van vier weken. Drie keer per week komen ze bij ons trainen op kracht en uithouding. Onze diëtist bekijkt of ze voldoende proteïnen innemen. We bereiden hen ook psychosociaal voor en vragen om vier weken te stoppen met roken. We meten de evolutie via de toestand van de spieren: met biopsieën en spierkrachttesten op vaste momenten, zowel voor als na de ingreep. En we bekijken of deze doelgerichte voorbereiding ook effectief leidt tot kortere ziekenhuisverblijven en minder complicaties.”
Helpen ketonen het hart te herstellen na intensief sporten?
En speelt erfelijkheid een rol bij hartproblemen? Twee ambitieuze projecten van de UHasselt onderzoeken de invloed van duursport op het hart. “Via een tijdelijke mobiele MRI deden we afgelopen winter 135 cardiale onderzoeken in samenwerking met de UHasselt, de KU Leuven, Canon Medical Systems en Jessa.”
Versnellen ketonen het herstel van hartschade?
Dr. Olivier Ghekiere, radioloog: “In 2021 onderzochten we amateurwielrenners na een Tour de Francerit in Nice. Bij de meeste renners stelden we tijdelijke hartschade vast via bloednames en een MRI van het hart voor en na de rit. In een doctoraatsstudie van de UHasselt onderzoeken we deze onverwachte
bevindingen en de recovery-tijd van de hartspier nu verder met ketonen- en placebo-inname. De bloedparameters en hartfunctie van 30 goedgetrainde fietsers –waarvan de helft vrouwen – worden geëvalueerd via MRI en echografie voor en na een intensieve duurinspanning. We monteren daarvoor een fiets op de MRI om zo hun hartfunctie in rust en bij toenemende inspanning te bepalen. Afgelopen winter hebben we twaalf fietsers getest, in oktober herhalen we dit nog eens bij twintig wielrenners.”
Welke rol speelt erfelijkheid bij hartritmestoornissen?
Prof. dr. Guido Claessen, sportcardioloog: “Pro@Heart onderzoekt waarom sommige sporters hartritmestoornissen ontwikkelen en anderen niet. Om de
langetermijneffecten van intensieve duursporten te bekijken, volgen we (semi)professionele wielrenners tot meer dan twintig jaar lang. We zagen al dat één op de zes duursportatleten een verminderde pompfunctie van het hart in rust heeft. Een erfelijke aanleg in combinatie met intensief sporten zou kunnen leiden tot hartveranderingen. We onderzoeken of dit op lange termijn hartproblemen veroorzaakt.”
Deelnemen aan de ketonenstudie? Contacteer ons via benjamin.peters@jessazh.be.
Wat als je een behandeling nodig hebt omdat je nierfunctie te sterk vermindert? Welke opties zijn er dan? Tijdens een wekelijkse raadpleging nemen de nefroloog, nierzorgverpleegkundige en sociale dienst samen de tijd om patiënten goed te informeren en optimaal voor te bereiden.
Dr. Samira Hijjit, nefroloog: “Mensen weten vaak niet goed wat hen te wachten staat wanneer hun nierfunctie onder 20 % zakt. Daarom overlopen we uitgebreid alle opties. Dat doen we op tijd én samen met de familie. Zo krijgen patiënten de kans om rustig en bewust een behandeling te kiezen. Samen met de sociale dienst en nierzorgverpleegkundige vullen we ook de praktische kant in.”
Thuisdialyse vaak mogelijk
“Nu kiest ongeveer 10 % van de patiënten voor thuisdialyse, maar we willen dat aantal verhogen naar zo’n 25 %”, zegt dr. Tom Cornelis, nefroloog. “Thuisdialyse heeft een aantal voordelen: je hoeft niet zo vaak naar het
ziekenhuis, je hebt een flexibeler dialyseschema en je bent actiever betrokken bij je behandeling. Patiënten ervaren wel vaak drempels, al krijgen we die bijna altijd opgelost. Hoe beginnen we eraan? Eerst leiden we patiënten goed op. Dan doen ze hun eerste thuisdialyse samen met een gespecialiseerde thuisdialyseverpleegkundige. Ze kunnen ook 24/7 bij ons terecht via telefoon. En als thuis dialyseren even niet lukt – bijvoorbeeld door aanprikproblemen of een zieke partner – dan kan het altijd weer tijdelijk bij ons.”
Zelfdialyse in het ziekenhuis
“Deze zomer starten we ook met selfcare-dialyse, waarbij patiënten in het ziekenhuis hun eigen behandeling uitvoeren na een grondige opleiding. En we bekijken de opties om hemodialyse in woonzorgcentra aan te bieden. Wanneer we patiënten goed begeleiden en hen vertrouwen geven, is er veel mogelijk.”
Raadpleging: elke dinsdagvoormiddag
Een tumor verhitten of bevriezen onder begeleiding van medische beeldvorming, dat is percutane ablatie. De afgelopen vijf jaar behandelden de interventieradiologen van Jessa al meer dan 120 patiënten. De nieuwe RIZIV-conventie regelt nu de terugbetaling en bewaakt de kwaliteit van de therapie bij de betrokken ziekenhuizen..
Dr. Jan Vanrusselt, interventieradioloog: “In 2020 begonnen we op de afdeling radiologie met percutane ablatie bij nier-, lever-, bot- en longtumoren. Onder CT-scanbegeleiding – en soms met extra hulp van echografie – prikken we de tumor percutaan heel precies aan met fijne naalden. Vervolgens verhitten we het letsel tot 100 graden of bevriezen we het tot -140 graden. De ligging, de grootte en het orgaan bepalen of we bevriezen of verhitten. Een interventieradioloog voert de ingreep uit. Radiologen doen steeds vaker meer dan beeldvorming en diagnostiek, maar deze aanpak is per definitie multidisciplinair. De oncoloog, de chirurg van het orgaan, de radiotherapeut ... zijn nauw betrokken.”
Vanaf nu terugbetaald
“We behandelen ook kleine en moeilijk gelegen tumoren en gezwellen die al bestraald en/of geopereerd werden. Percutane ablatie was vroeger een ‘laatste redmiddel’, maar intussen bestaan er heel wat gegevens die het nut ervan onderbouwen. Daarom betaalt het RIZIV de therapie nu terug. Deze methode is dikwijls ook kostenefficiënt in vergelijking met andere opties, onder meer omdat een dagopname vaak volstaat.”
Alle zorg op dezelfde plaats
“De conventie bewaakt de kwaliteit en bundelt de kennis in centra die ook mogelijke complicaties in huis kunnen opvangen. Zo blijft de patiënt in hetzelfde ziekenhuis voor het preoperatieve luik, de ablatie zelf en de onmiddellijke nazorg. Na drie jaar herbekijkt het RIZIV het aantal centra dat de behandeling kan uitvoeren.”
In elke editie van JessaLinea stelt een huisarts(enpraktijk) vragen. Deze keer is huisartsenpraktijk ’t Hof uit Beringen aan de beurt. Dr. Leen Bouwen en haar collega’s willen graag meer weten over schouderpeesscheuren bij vijftigplussers. Daarnaast vragen de artsen zich af wat de rol van de huisarts is bij een hartfalentraject.
We zien regelmatig peesscheuren ter hoogte van de schouder bij vijftigplussers. Wat is het beleid hierrond? Wanneer is het nuttig om door te verwijzen?
Prof. dr. Carl Dierickx, orthopedist
“Peesscheuren in de schouder komen regelmatig voor bij vijftigplussers en zijn vaak het gevolg van degeneratieve veranderingen in de rotator cuff. Op 70-jarige leeftijd maakt 31 % kans op een asymptomatische scheur van de rotator cuff, vanaf 80 jaar loopt dit percentage op tot zelfs 50 %. Deze scheuren, en vooral de ontsteking die ze uitlokken, leiden mogelijk tot pijn, krachtverlies en andere functionele beperkingen.
Bij kleine, degeneratieve scheuren zonder ernstige functionele beperkingen kiezen we vaak voor een niet-operatieve aanpak of een conservatieve behandeling. Met fysiotherapie om de omliggende schouderspieren die de schouderkop stabiliseren te versterken, medicatie (NSAID’s) en corticosteroïdeninjecties. Deze laatste kunnen meerdere maanden verlichting bieden bij ontstekingen, zeker bij nachtelijke pijn. Dat kan via de laterale subacromiale weg bij een brede scheur, of echogeleid intra-articulair bij een partiële scheur aan de articulaire zijde. Je geeft daarbij het best niet meer dan drie corticosteroïdeninjecties per jaar.
Het succes van een artroscopische behandeling hangt af van verschillende factoren, zoals de grootte van de scheur, de retractie van de betrokken pees, de conditie of atrofie van de betrokken spier, de kwaliteit van het peesweefsel en de algemene gezondheid van de patiënt. In de praktijk
stellen we vooral een artroscopisch herstel voor bij patiënten onder de 60 jaar met recente traumatische scheuren. Bij ouderen met degeneratieve scheuren zonder trauma vragen we een artro-NMR aan om de retractie, de atrofie en de peeskwaliteit juist in te schatten.
Als de patiënt bij brede, niet-herstelbare scheuren — ondanks enkele corticosteroïdeninjecties — klachten blijft ondervinden, is er wellicht al een Cuff Tear Arthropathy (CTA) ontstaan met craniale migratie van de kop. Hier stellen we een omgekeerde schouderprothese voor. Bij de bicepspees (caput longum) ter hoogte van de schouder zijn we conservatiever. Als die proximale bicepspees scheurt, zal de patiënt een esthetische schade zien in de vorm van een ‘Popeye-spier’. Daarbij verlies je maximaal 10 % van de supinatiekracht.
Als huisarts is het raadzaam om patiënten door te verwijzen naar een orthopedisch chirurg of schouderspecialist. Bijvoorbeeld bij aanhoudende pijn of functionele beperkingen, ondanks een adequate periode van conservatieve behandeling. Ook bij acute traumatische scheuren is een snelle evaluatie door een specialist wenselijk. Na een goed klinisch onderzoek zijn een RX én echografie de eerste keuze in onderzoeken voor een huisarts. Bij bevestiging van een scheur kan de eerste lijn alvast een artro-NMR inplannen, met de vraag naar een preoperatieve beoordeling van de kwaliteit en eventuele atrofie van de rotator cuff.
Een tijdige en gerichte verwijzing en een heldere uitleg over de revalidatie, draagt bij aan een optimaal herstel en kan verdere complicaties voorkomen. De leeftijd is op zich geen absolute contra-indicatie, maar staat uiteraard wel in verband met de peeskwaliteit en de algemene toestand van de patiënt.”
Er is een uitgebreid zorgpad voor patiënten met hartfalen. Welke rol heeft de huisarts hierin?
Dr. Philippe jr. Timmermans, cardioloog “De huisarts is een onmisbare schakel in dit zorgpad en dat al vanaf het begin, met de opvolging van de klinische status van de patiënt tijdens een raadpleging. De huisarts controleert gewicht, bloeddruk en hartritme en adviseert de patiënt om deze metingen ook thuis regelmatig te doen en... bij te houden in een hartfalendagboek of via een telemonitoringsysteem. Daarnaast checkt de huisarts ook op de aanwezigheid van vochtretentie, zoals een snel oplopend gewicht of oedemen van de onderbenen. Bij een plotse verandering in een van deze parameters, pleegt de huisarts meteen overleg met de behandelende arts en/of de hartfalenverpleegkundige om de volgende stappen te bepalen.
De huisarts staat ook in voor een correcte titratie van de therapie, in nauw overleg met de behandelende cardioloog. Naast het klinische onderzoek, gebeurt daarvoor ook een bloedafname. Met die informatie begeleidt de huisarts een eventuele aanpassing van de therapie. Aan de hand van verdere bloedafnames, zeker bij nieuwe klinische symptomen, volgt de huisarts de situatie verder op of verwijst de huisarts naar een specifieke optitratieraadpleging in de hartfalenkliniek.
Zodra de intensiteit van de ziekte en de therapie zijn bepaald, zorgt de huisarts ervoor dat de patiënt het behandelplan zo grondig mogelijk opvolgt. Daarbij informeert de huisarts de patiënt over de ziekte en de prognose. De arts geeft daarbij levensstijladvies en moedigt de patiënt aan om de eigen parameters nauwkeurig op te volgen. Ook psychosociale ondersteuning is belangrijk, en waar nodig een doorverwijzing richting bijkomende hulp(middelen).”
Meer details lees je via Belgian Working Group on Heart: https://heartfailurepathway.com/nl/ multidisciplinaire-opvolging/rol-van-huisarts.
De gloednieuwe Salvator Plus Site brengt de drie zorgcampussen van Jessa samen in één nieuwbouwproject. Als prioriteit op de bouwagenda? De afzonderlijke HUB met cleanroom.
Om de ruimtelijke voetafdruk van het nieuwe ziekenhuis zo klein mogelijk te houden, komt er een Parktoren (in de vorm van een opstaand open boek) voor patiënten die na een kort verblijf weer huiswaarts keren. Rond de toren strekt de Parkvleugel zich uit voor patiënten die langer of frequenter in het ziekenhuis moeten zijn – naast de raadplegingen en ambulante zorg.
Het groene park rond de gebouwen wordt een plek om op adem te komen. Niet alleen voor de patiënten en zorgverleners, want de vrije toegankelijkheid van het zorgpark biedt ook de Hasselaren een nieuwe
groene stek. Ons zorgpark zet daarbij stevig in op duurzame mobiliteit voor een aangename (werk-) omgeving.
bouw
Een eerste belangrijke mijlpaal voor ons zorgpark is de bouw van de HUB met bijhorende cleanroom, apotheek, labo, leverplaats voor goederen en technische dienst. Een gebouw van vijf verdiepingen dat via een brug en tunnel met het (nog te bouwen) nieuwe ziekenhuis verbonden wordt.
De bouwplannen komen nu in een stroomversnelling, omdat de huidige infrastructuur van de Jessa-apotheek aan vernieuwing toe is. En omdat de
HUB een patiënt- en bezoekersvrije zone is, die bovendien losstaat van de rest van het ziekenhuis, kan het bouwplan probleemloos naar voren geschoven worden. De definitieve plannen landen weldra. De inhuizing in de HUB is voorzien voor 2029.
Voor de tussenfase – van 2026 tot 2029 – krijgt de huidige cleanroom op campus Virga Jesse een kleine upgrade en start het ziekenhuis een intensere samenwerking met het Sint-Franciscusziekenhuis en az Vesalius.
De behandeling van hiv is een complex en multidisciplinair proces. Verschillende zorgverleners werken samen om de patiënt op alle vlakken te ondersteunen. Ook voedingsadvies speelt daarbij een cruciale rol. “De juiste voeding kan helpen om de bijwerkingen van medicatie te beheersen, maar ook om het immuunsysteem te ondersteunen én cardiovasculaire risico’s te beperken”, vertelt diëtiste Anouk Mertens, die sinds kort betrokken is bij de hiv-raadpleging binnen Jessa.
Hiv wordt standaard behandeld via een gecombineerde antiretrovirale therapie (cART). Dat is een effectieve manier om de virale lading in het bloed zo laag mogelijk te houden. Het voorkomt verdere schade aan het immuunsysteem en verkleint de kans op de ontwikkeling van aids. Naast de onderdrukking van het virus, kan cART het immuunsysteem versterken. Dat is cruciaal om opportunistische infecties te vermijden, die vaak voorkomen in latere stadia van hiv. “Gezonde voeding is van groot belang voor mensen met hiv”, legt Anouk Mertens uit.
“We adviseren een evenwichtig dieet. Niet alleen omdat het de algemene gezondheid ondersteunt, maar ook omdat het helpt om de bijwerkingen van de behandeling te
beperken. Veel antiretrovirale middelen kunnen namelijk gewichtstoename veroorzaken, wat kan leiden tot obesitas en een verhoogd risico op diabetes.”
Voeding voor patiënten met hiv
“De combinatie van de hiv-behandeling en het virus zelf heeft vaak een invloed op de cholesterol, bloeddruk en bloedsuikerspiegel. Mensen met hiv hebben bijgevolg een verhoogd cardiovasculair risico. Daarom geven we gericht voedingsadvies om de kans op overgewicht en diabetes te beperken én de cholesterol onder controle te houden. Concreet adviseren we een dieet dat rijk is aan gezonde vetten (zoals omega 3-vetzuren), vezels en antioxidanten.”
Voeding voor patiënten in het aidsstadium
“Patiënten in het aidsstadium hebben vooral behoefte aan energie- en eiwitrijke voeding, met extra aandacht voor hoogrisicovoeding omwille van hun verminderde immuunsysteem. In dit stadium zien we namelijk een verminderde
afweer en verhoogde metabolische behoefte, wat net kan leiden tot gewichtsverlies, spierverlies en een tekort aan essentiële voedingsstoffen. De juiste voeding helpt om de spiermassa te behouden en het immuunsysteem te versterken.”
Advies op maat
“Ieder voedingsadvies gebeurt op maat van de patiënt en sluit volledig aan bij hun medische behandeling en persoonlijke situatie”, gaat Anouk Mertens verder. “Een gezond gewichtsbeheer, cardiovasculair risicomanagement en energie- en eiwitrijke voeding zijn daarbij wel altijd onze focuspunten. Op die manieren zorgen we, samen met andere zorgverleners, voor het algemeen welzijn van de hiv-patiënten en het succes van hun behandeling.”
Meer info: www.jessazh.be/web/infectieziekten-enimmuniteit/hiv-centrum.
Zaterdag 24 mei 2025
Trixxo Arena Hasselt
Exclusief netwerkmoment voor Jessa-artsen en de huisartsen die aangesloten zijn bij Herkenrode Huisartsenkring.
Inschrijven verplicht voor 1 mei: hilde@herkenrodehuisartsen.be
Zorgpad heupfracturen geactualiseerd
Van het eerste contact op de spoedafdeling tot de postoperatieve opvolging door het geriatrisch team: de brede visie op de patiënt maakt dit klinisch pad sterk. “Door die samenwerking kunnen we de mortaliteit na een heupfractuur verminderen. Want een gebroken heup is vaak een signaal van ziekte.”
“Zo’n tien jaar geleden waren we een van de eerste ziekenhuizen met een klinisch pad heupfracturen”, zegt dr. Wilfried Schollen, orthopedist bij Jessa. “Met dit pad bekijken we de totale zorg van een heupfractuur: de patiënt arriveert op spoed, krijgt zo snel mogelijk een operatie en wordt daarna opgevolgd door het geriatrisch team. We zien dat de kwaliteit en tevredenheid van de zorg daardoor stijgt. Maar we nemen onze werkwijzen geregeld onder de loep om verbeterpunten te bekijken en
evoluties te integreren, zowel internistisch als chirurgisch. De meest opvallende evolutie is het aangepaste pijnbeleid. In Jessa hebben we de luxe van een uitgebreide anesthesieafdeling. Zij hebben expertise en tijd om verschillende gespecialiseerde technieken toe te passen.”
Lokale verdoving, minder bijwerkingen
Dr. Hassanin Jalil, anesthesist: “Een gebroken heup is erg pijnlijk. De spoedarts zorgt daarom voor de eerste pijnstilling via gewone pijnmedicatie. Daarna bekijken we hoe snel we kunnen opereren. Duurt dat langer dan pakweg zes uur, omdat er bijvoorbeeld nog onderzoeken nodig zijn of de patiënt specifieke bloedverdunners neemt? Dan prikken we nu standaard een zenuwblock via een katheter in de heupregio. Die verzacht de pijn lokaal en geeft minder bijwerkingen. Bij klassieke opiaten kunnen
mensen soms last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of constipatie. Dat willen we zoveel mogelijk vermijden, zeker bij onze oudere patiënten. Deze aanpak vraagt specifieke expertise en voldoende personeel. Daarom gebeurt het enkel in grotere ziekenhuizen. Tijdens de operatie gebruiken we de zenuwblockkatheter opnieuw om adequaat te verdoven, in combinatie met spinale of algemene narcose. Zo beperken we de pijn ook na de ingreep.”
Spieren sparen, sneller herstellen
Wilfried Schollen: “We gebruiken al zo’n tien jaar spiersparende toegangswegen bij heupoperaties. Onze geriaters zien daardoor een opvallend sneller herstel. Tegenwoordig kunnen we mensen al de dag na hun ingreep laten steunen op hun been, binnen hun pijngrenzen. Vroeger bleef je daarvoor zo’n zes weken in bed. Die evolutie is zeker voor oudere patiënten belangrijk: ze hebben minder kans op complicaties en mogen sneller naar huis.”
Mortaliteit verlagen
Dit zorgpad bouwt dus op de samenwerking tussen spoedarts, orthopedist, anesthesist en geriatrisch team. “Dat is belangrijk omdat we vooral 70-plussers zien. De dag na de operatie neemt de geriater de zorg al over. Zo behandelen we niet enkel de breuk, maar bekijken we het bredere verhaal. Want een gebroken heup is
bijna altijd een symptoom. Mensen die vallen zijn vaak zwakker of ziek. En die oorzaak kan heel divers zijn: evenwichtsproblemen, hartritmestoornissen, een longontsteking ... De gebroken heup zorgt dan vaak voor het eerste contact met zorgverleners. Dankzij dit volledige plaatje kunnen we de mortaliteit bij heupfracturen opvallend lager houden. Net dat is de kracht van een goed zorgpad.”
Geriatrie: dr. Stefan Wynants, Peter Moors en Sofie Lynen; Spoed: dr. Xandrine Vanderspikken en Joke Houbrechts; Orthopedie: dr. Wilfried Schollen; Anesthesie: dr. Hassanin Jalil; Dienst kwaliteit: Katrien Huygen; Dagziekenhuis orthogeriatrie: dr. Wesley Appermans en dr. Charlotte De Clercq.
24/12 - Jessa vlamt tegen eenzaamheid. Iedereen die dat wilde kon begin december een digitale kerstroos kopen. In de Warmste Week werden ze verdeeld onder onze oudere patiënten.
11/03 - Hospitalisatieafdelingen kunnen in eigen beheer een waakmand aanbieden aan mensen die waken aan het sterfbed van hun geliefde. De mand bevat items die het waken wat verzachten en die men achteraf kan koesteren: een fleece dekentje, vriendschapsbandje, dromenvanger, enz.
03/02 - Maak kennis met onze nieuwe raad van bestuur.
Vooraan: Ingrid Lieten, dr. Jos Vandekerkhof, Tom Cox (ondervoorzitter), Karin Genoe (voorzitter), Brigitte Smets, Anne Caelen.
Achteraan: prof. dr. em. Guy Bogaert Guy Bogaert, Rudy Van Ballaer, dr. Sonja Vaneygen, Hugo Philtjens, dr. Yves Breysem, Geert Gemis.
Niet op de foto: Hubert Lenssen, Johan Decuyper.
13/03 - Wereldnierdag
Op het Molenpoortplein in Hasselt nodigen medewerkers van het Niercentrum passanten uit om zelf een smoothie te ‘trappen’ op de sappentrapper. Ondertussen krijgen ze informatie over hoe ze hun nieren gezond kunnen houden.
11/3 Care for Limburg – Op Circuit Zolder verzamelen 1000 leerlingen uit het vierde en vijfde middelbaar. Ze komen kennismaken met de schoonheid van verschillende zorgberoepen. Ook het operatiekwartier van Jessa en de spoeddienst zijn present! De dag start met een spectaculaire (maar geënsceneerde) redding van een rallypiloot.
15/3 - Teddybear HospitalKinderen van 4 tot 6 jaar ontdekken samen met hun knuffel hoe een ziekenhuis werkt. De ouders krijgen ondertussen een boeiende EHBO-infosessie.
Op 1 maart stapte Jesse mee in het TOTeM-project, een innovatieproject binnen de postoperatieve zorg. TOTeM staat voor ‘Transmurale Opvolging door TeleMonitoring’ en biedt een veilig alternatief om na een ingreep thuis te revalideren met behulp van digitale tools.
Minimaal invasieve chirurgische technieken zijn goed ingeburgerd binnen Jessa. Dankzij kijk- en robotchirurgie kan de patiënt het ziekenhuis soms al binnen de 24 uur verlaten, om in het eigen thuiscomfort te revalideren. Een belangrijke voorwaarde van deze thuisrevalidatie is een veilig verloop. En daar helpt het TOTeM-project bij.
Geïntegreerde zorg via telemonitoring
De twee sleutelbegrippen van TOTeM? Telemonitoring en persoonlijke bijstand door een thuisverpleegkundige. Patiënten worden dus zeker niet aan hun lot overgelaten. Voor de operatie gaat een verpleegkundige thuis langs om de mynexuzhealth-app te installeren en te overlopen hoe de thuismonitoring precies werkt. Na de ingreep registreert de verpleegkundige de vitale parameters in de app, van hartslag tot bloeddruk en gewicht.
Bij eventuele afwijkingen in de ingevoerde data, alarmeert de zorgcentrale de behandelende chirurg. Alle gegevens stromen door
naar het elektronisch patiëntendossier, waar ook de huisarts mee opvolgt. Geïntegreerde zorg volgens het boekje, dus!
Verminderd risico op complicaties
Voorlopig is TOTeM enkel beschikbaar voor patiënten na een colorectale ingreep binnen de abdominale heelkunde, zoals een ingreep aan de pancreas of aambeien. Kim Vanbrabant, hoofdverpleegkundige van de afdeling, vindt het project alvast veelbelovend. “Via telemonitoring korten we niet alleen het ziekenhuisverblijf van de patiënt in, we verkleinen ook thuis de kans op complicaties in de postoperatieve periode.”
Average Rob test Excalibur
Mediafiguur Average Rob kwam op 10 februari langs in het ReGo voor een volledige fysieke doorlichting. De aanleiding? Zijn deelname midden april aan de Marathon des Sables, een meerdaagse ultraloop van ongeveer 250 kilometer in de woestijn van Zuid-Marokko. Average Rob fietste de longen uit zijn lijf op de Excalibur, een meettoestel met hoog wattage, specifiek bedoeld voor het uitvoeren van uithoudingstesten bij (top)sporters zoals profwielrenners.
Callcenter medische beeldvorming 011 33 55 66
Callcenter (voor afspraken) 011 33 55 77
Abdominale heelkunde 011 33 75 00
Cardiologie 011 37 35 65
VKF adviescentrum 011 33 70 57 en 011 33 70 59
Cardiothoracale en vasculaire
heelkunde 011 33 71 00
Endocrinologie
011 33 72 80
Fysische geneeskunde 011 33 88 00
Gastro-enterologie 011 33 76 00
Geriatrie 011 33 78 00
Scan de QR-code en bekijk het filmpje.
Gynaecologie 011 22 82 19
Infectiologie 011 33 76 50
Klinisch laboratorium en ambulante bloedafname
Campus Virga Jesse: 011 33 82 00
Campus Salvator: 011 33 83 00
Materniteit/Kraamkliniek Balie verpleegafdeling: 011 33 93 20
Medische oncologie, hematologie en radiotherapie 011 33 79 79 (algemeen) 011 33 79 66 (enkel artsen, elke weekdag van 8u-17u)
Nefrologie 011 33 87 00
Neurochirurgie 011 33 75 70
Neurologie 011 33 78 74
Nucleaire geneeskunde 011 33 81 90
ORL 011 33 74 20
Orthopedie 011 33 77 40
Pneumologie 011 24 11 81 (privépraktijk)
Psychogeriatrie (enkel op maandag tussen 12 en 13 u.)
011 33 78 16
Slikcentrum 011 33 76 00 en 011 33 74 20 slikcentrum@jessazh.be
Travel Clinic 011 33 83 38 (tussen 9 en 16 u.)
Urologie 011 33 76 70
Specialismen die niet in deze lijst opgenomen zijn, bereik je via het secretariaat raadplegingen: 011 33 55 70
SYMPOSIUM ‘BORSTZORG ZUID-WEST LIMBURG ANNO 2025’
DATUM: zaterdag 24 mei 2025
LOCATIE - UHasselt, Oude Gevangenis
MEER INFO EN INSCHRIJVEN: https://www.jessazh.be/symposium-borstzorg-2025
SYMPOSIUM ‘HUIDIGE INZICHTEN IN DE VAATHEELKUNDE’
DATUM: zaterdag 25 oktober 2025
LOCATIE - Alden Biesen, Kasteelstraat 6, 3740 Bilzen
MEER INFO: volgt later
SYMPOSIUM ‘PERCUTANE, BEELDVORMINGSGELEIDE ABLATIE VAN TUMOREN’
DATUM: dinsdag 4 november 2025
LOCATIE - UHasselt, Oude Gevangenis
MEER INFO: volgt later
SYMPOSIUM ‘EERSTE HULP BIJ PALLIATIEVE ZORG’
DATUM: zaterdag 22 november 2025
LOCATIE - Nog te bepalen
MEER INFO: volgt later
SYMPOSIUM ‘INFECTIEPREVENTIE 2025’
DATUM: zaterdag 29 november 2025
LOCATIE - UHasselt, campus Diepenbeek
MEER INFO: volgt later
Een overzicht van de geplande symposia is steeds ook te vinden via de website: www.jessazh.be/symposia-events