In Casu december 2009

Page 1

Juridisch Magazine

In Casu - jaargang 17, nummer 2, december 2009 – In Casu is een uitgave van de Juridische Faculteitsverening Groningen – www.jfvgroningen.nl

In Casu

De juridische status van de Corporate Governance Code @ Het Verdrag van Lissabon: hot or not?

Kantoorspecial @ Poelmann van den Broek Advocaten Personae @ Dhr. Rehwinkel In Rogat @ ‘Baas, wat doet u nu?’


Talent beperkt zich zelden tot één tak van sport

Boekel De Nerée zoekt fanatieke advocaat-stagiaires en kandidaat-notarissen De ambitie om te winnen is ook in ons vak onontbeerlijk. Boekel De Nerée is daarom voortdurend op zoek naar talentvolle mensen die hun voorsprong nóg verder willen vergroten. Wil jij ook op het hoogste niveau presteren, dan zorgen wij voor de juiste faciliteiten en de beste coaches. Klaar om in te stappen? Kijk voor meer informatie op www.boekeldeneree.com Boekel De Nerée, advocaten en notarissen; hoofdsponsor van de Koninklijke Nederlandsche Roeibond Gustav Mahlerplein 2 1082 MA Amsterdam T 020 795 39 53


BSA Mag het over elk onderwerp gaan? Ja, zeiden de redacteuren van In Casu. U mag het onderwerp zelf kiezen, bijvoorbeeld het Bindend Studie Advies (BSA). Wat vindt u daarvan?

Tja, wat vind ik daarvan. Allereerst vind ik dat het woord een contradictie bevat, omdat het eigen is aan een advies om het al dan niet op te volgen. Die keuze heb je niet. De juridische wereld kent wel bindende adviezen maar in die gevallen spreken partijen van te voren af zich bij het advies neer te leggen. Zij geven dus vrijwillig hun toestemming en van die vrijwilligheid is bij het BSA geen sprake. Ik vraag me dan ook af of het BSA wel op een degelijke, wettelijke basis berust en of het niet in strijd is met het recht op onderwijs. Verder vind ik het BSA een slechte zaak en niet omdat daardoor luie en trage studenten de weg naar verdere vertraging wordt geblokkeerd. Ik ben daar tegen om een andere reden die alles te maken heeft met de onderwijspolitiek van de laatste

3

decennia. In mijn betoogje zal ik me beperken tot de rechtenstudie.

JFV In Casu - december 2009 -

Voorwoord Voorwoord

Eind jaren zestig en begin jaren zeventig werd de nauwe poort waardoor men toegang had tot de studie in de rechtsgeleerdheid opgeblazen. Die poort was de verplichte gymnasiale vooropleiding. De tijd was inderdaad rijp voor een vernieuwing maar in plaats van een wat bredere poort op te richten waarin niet langer Latijn en Grieks maar bijvoorbeeld Duits en Frans verplicht waren gesteld, stelde men geen enkele andere eis dan dat men een VWO diploma kon tonen waarvan men de inhoud in grote mate zelf kon bepalen. En zoals water loopt naar het laagste punt, zo kozen de leerlingen het makkelijkste pakket, het zogenaamde pretpakket. Het gevolg laat zich raden. Het niveau van het VWO-diploma daalde aanzienlijk en was - ik citeer nu een kop uit de Universiteitskrant van 17 september 2009 - in de jaren tachtig ‘niets waard’. Toch kon men ermee de rechtenstudie aanvangen en ook hier was het gevolg voorspelbaar. De faculteit liep vol en barstte al gauw uit haar voegen. Honderden studenten traden aan en bevolkten in het eerste jaar danszalen - zelf heb ik college gegeven in de nu afgebroken danszaal Apollo, vlak over de Herebrug - veemarkthallen - ook daar heb ik college gegeven, afdeling Kalveren kerken - bijna alle denominaties heb ik gehad, de nu afgebroken kerk aan de Kraneweg, de Philadelphiakerk, de Nieuwe kerk, de Martinikerk - hallen en bioscopen (tegenwoordig PathĂŠ). Vele studenten waren voor een academische studie ongeschikt en velen waren niet goed voorbereid. Het systeem hield zichzelf in stand doordat de financiering gekoppeld was aan het aantal eerstejaars. Gevolg? Het niveau van de opleiding dreigde te dalen en die daling trachtte men op te vangen door het geven van intensief onderwijs. Bestond mijn studietijd nog in het zelfstandig bestuderen van de soms in het Duits, Engels en ook Frans geschreven literatuur (werkgroepen waren er niet en op het hoorcollege werden geen leerboeken uitgelegd) nu werden de studenten bij de hand genomen en volgestouwd met onderwijs in werkgroepen, repeteercolleges, recidivegroepen, seminars, tutorials, practica, capita selecta, etc. Al dat extra onderwijs gaf en geeft natuurlijk bestaansrecht aan een grote groep docenten die belang heeft bij het in stand houden ervan. De trend naar intensiever onderwijs zet zich als ik het wel zie nog steeds voort met name in de eis om deelname aan al dat onderwijs verplicht te stellen. Daardoor is de huidige student onzelfstandiger dan ooit.

@


4 JFV In Casu - december 2009 -

Ondertussen kwam in de jaren negentig een tegengestelde beweging op

al die ingewikkelde studieregeltjes en aanwezigheidsplichten zijn zij

gang die er in bestond de grote stroom studenten in te dammen. Men

al spoedig in verzuim zonder dat daaruit mag worden afgeleid dat zij

had natuurlijk wel in de gaten dat velen voor de studie niet geschikt

voor de studie ongeschikt zijn. Het bindend studieadvies, dat geen

waren. De rendementen werden niet langer aan het aantal eerstejaars

advies maar een vonnis is, is te rigoureus en brengt naast financieel en

maar aan dat der afgestudeerden gekoppeld, het collegegeld werd

psychisch leed ook sociaal leed met zich mee. Het studiegeld is weg,

drastisch verhoogd, de pretpakketten werden aangepakt en aangepast.

de student moet zijn mislukking verwerken en opnieuw zijn levensstijl

Tevens werd en wordt steeds meer nadruk gelegd op selectie, negatieve

aanpassen, de trots van de ouders - “ons kind studeert aan de universi-

en positieve. Aan begaafde studenten werden extra studiemogelijk-

teit” - krijgt een gevoelige knak.

heden geboden (onderzoeksmasters, excellentie programma’s, honours tracks) en die ontwikkeling is nog niet afgelopen. Voorlopig hoogtepunt

Alles goed en wel, zult U zeggen, maar hoe moet het dan wel? Daar heb

is de instelling van een nieuwe leerstoel waarop de benoemde onder-

ik wel een idee over maar voor de verwerkelijking ervan moet de onder-

wijs gaat geven in Ontwikkeling en Differentiatie Academisch Onderwijs,

wijspolitiek zich drastisch wijzigen en dat zie ik niet zo één-twee-drie

i.h.b. excellentietrajecten. Al deze pogingen hebben ten doel de studen-

gebeuren. De selectie dient m.i. belichaamd te zijn in het VWO-diploma.

tenmassa terug te brengen tot een kleine kudde van leerlingen met de

De remedie moet men zoeken bij het niveau van het middelbaar (en

beste prestaties. Of dat ook de studenten zijn aan wie een universitaire

lager) onderwijs. Dat niveau dient in ieder geval zo hoog te zijn dat het

vorming het meest besteed is, waag ik te betwijfelen. Daar is meer voor

diploma de garantie geeft dat de geslaagde een universitaire studie

nodig dan het behalen van hoge cijfers.

kan voltooien. Zou het ooit zo ver komen? Ik weet het niet, maar hoorde juist deze week op de radio een blijde boodschap. In alle eindexamens

De negatieve selectie vindt plaats in het eerste jaar en daarvan is het

zal een toets rekenen worden ingelast. Daarmee toetst de middelbare

bindend studieadvies het voorlopig hoogte- dan wel dieptepunt. Naar

school een verworvenheid van de vroegere lagere school en dat is een

mijn inzicht is het eerste jaar een slecht jaar om negatieve selectie toe

bemoedigend begin. Nu nog een toets spelling en wie weet dan nog

te passen. De overgang van middelbare school naar universiteit valt niet

een vreemde taal naast het Engels. Ik zal het niet meer meemaken maar

mee, niet voor studenten die zich niet bij een vereniging aansluiten -

volgens mij gaan we een stralende toekomst tegemoet.

zij komen vaak zonder opvang in een vreemde omgeving terecht - en niet voor studenten die zich wel aansluiten - zij storten zich dikwijls

Prof. mr. J.H.A. Lokin

met hart en ziel in het verenigingsleven ten koste van de studie. Velen

hoogleraar Rechtsgeschiedenis

van hen hebben tijd nodig om aan de studiediscipline te wennen. Door


Geachte Lezer, “In de herfst krijgt de twijfel gelijk. De wereld vergaat een beetje, om het eens te proberen.” Een citaat van Simon Carmiggelt, vallende bladeren en slecht weer; de herfst heeft een imagoprobleem; de naderende winter doet het al niet veel beter. Toch blijken de dingen niet zo negatief als ze soms schijnen. Minder zon betekent meer gelegenheid tot studeren en bovendien heb je op dit moment de nieuwste In Casu in handen. Tijd voor koffie en jezelf! In deze In Casu vind je enkele zeer informatieve bijdragen; onderbroken onderhandelingen en het positief contractsbelang, de nieuwe kantonrechterformule, gezondheidsrecht en een artikel over jeugdzorg. Diverse onderwerpen dus en allen behalve interessant ook educatief. Een ander actueel onderwerp is corporate governance en meer in het bijzonder de juridische status van de de Nederlanse Corporate Governance Code; the City’, ‘de kantoorspecial’ en ‘herbesproken’ opgenomen. In ‘Personae’ een portret van dhr. Rehwinkel,

5

geprivatiseerde wetgeving, pseudo-wetgeving of softlaw? Uiteraard zijn de vaste rubrieken zoals ‘Student and burgemeester van onze prachtige stad. Verder in ‘juridisch actueel’ het verdrag van Lissabon, Vaclov Klaus

JFV In Casu - december 2009 -

VanVoorwoord de redactie

heeft zijn verzet opgegeven, wat zijn de gevolgen? Tot slot een onderwerp dat stof tot nadenken geeft; seksuele intimidatie en in het bijzonder ‘billenknijpen’. Onlangs heeft de Hoge Raad zijn licht op dit onderwerp laten schijnen. Hoe deze –in het algemeen als verwerpelijk beschouwde- activiteit juridisch gezien beoordeeld moet worden staat daarmee min of meer vast. Maar wat is de psychische kant verhaal? Al met al genoeg om enkele donkere dagen door te komen. Ik wens je veel leesplezier. Vriendelijke groet, Luuk Wieringh Eindredacteur In Casu

Anneloes Schouten Eveline van Rhijn Fieke Jonkman

Frederieke Gulje

Joriën Piël

Jorrit de Haan

Leonie Ettema

Luuk Wieringh

Martha Bulthuis

Marthe Riewald

Michaël Dol

Paula Kemp

Pieter Kruijt

Saskia Fikkers

Stijn de Jong

Tetske Welling

Wiert Jan Berghuis


Colofon en adverteerdersindex Juridisch magazine ‘In Casu’ Jaargang 17, nummer 2, december 2009

Voorwoorden

Hoofdredactie Marthe Riewald Eindredactie Jorien Piël Luuk Wieringh

3

@ Van de redactie

5

@ Vergoeding van het positieve contractsbelang

10

Het afbreken van onderhandelingen kan verregaande financiële consequenties hebben voor partijen. In dergelijke situaties is het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen alsmede vergoeding van het positief contractsbelang mogelijk van belang. Middels een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam en enkele uitspraken van de Hoge Raad is in de onderhavige bijdrage op summiere wijze enige duidelijkheid verschaft omtrent het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen en vergoeding van het positief contractsbelang. @ De XYZ-formule

14

Vier van de vijf gerechtshoven hebben op 7 juli 2009 beslist dat een schadevergoeding bij een door een werkgever gegeven kennelijk onredelijk ontslag anders moet worden berekend dan een ontbinding

ISSN 3388-8803 Copyright In Casu Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Oplage 3250

van de arbeidsovereenkomst door de kantonrechter. In het laatste geval hanteert de kantonrechter de kantonrechtersformule en in het eerste geval wordt sinds 7 juli 2009 de XYZ-formule gehanteerd. @ De juridische status van de corporate governance code

18

De Code-Tabaksblat is binnen de juridische wereld al enige jaren een veelbesproken onderwerp. De complexe juridische toepassing van het document in de dagelijkse praktijk van het ondernemen noopt tot

Uitgever Juridische Faculteitsvereniging Groningen Bezoekadres: Turftorenstraat 17 Postadres: Oude Kijk in ‘t Jatstraat 26 9712 EK Groningen Tel: 050-3635783 Fax: 050-3636947 E-mail: jfv@jfvgroningen.nl Websites: www.jfvgroningen.nl www.jfvcarriereboard.nl

een nadere beschouwing aangaande de juridische status van dit document. @ Gesloten jeugdzorg: voldoende rechtswaarborgen?

22

Gesloten jeugdzorg: een ingrijpende wijze om ‘probleemkinderen’ aan te pakken. Daarom is het van belang dat de wet voldoende wettelijke waarborgen biedt. De wijziging in de Wet op de Jeugdzorg kritisch bekeken.

Vormgeving en druk OCC crossmedia www.occ-crossmedia.nl

@ De actoren binnen het gezondheidsrecht

26

Recentelijk kopten kranten over diverse misstanden binnen de gezondheidszorg. Vader en moeder

Foto omslag iStock

Ramgoelam zagen hun dochter overlijden als gevolg van een medische misser. En wat te denken van bariatrisch chirurg Reijnen van het Scheper ziekenhuis: ten minste vijf mensen overleden als gevolg van

Abonnementen Abonnementsprijs inclusief portokosten per jaar: € 25,Mail voor meer informatie jfv@jfvgroningen.nl

medisch miskleunen. Een veelheid aan autoriteiten en colleges constateerden naderhand dat de incidenten nooit hadden mogen gebeuren. Een scherpe constatering. Belemmert het ontstane gefragmenteerde stelsel van autoriteiten en rechtscolleges de adequate uitoefening van de toegekende taken? 2 8 13 17 21 25 29 31 52 57 61 65 69 70 75 76

Advertenties Tarieven zijn schriftelijk en/of telefonisch aan te vragen bij Lonni Westland. Tel: 050-3635783 Fax: 050-3636947 E-mail: vicevoorzitter@jfvgroningen.nl Standpunten zoals weergegeven in juridisch magazine In Casu zijn uitingen van de auteurs, en daarbij niet eveneens standpunten van de Juridische Faculteitsvereniging Groningen.

@ Prof. mr. J.H.A. Lokin, hoogleraar Rechtsgeschiedenis

Redactioneel

Redactie Wiert Jan Berghuis Martha Bulthuis Michaël Dol Leonie Ettema Saskia Fikkers Frederieke Gulje Jorrit de Haan Stijn de Jong Fieke Jonkman Paula Kemp Pieter Kruijt Eveline van Rhijn Anneloes Schouten Tetske Welling

Adverteerdersindex Boekel De Nerée Bird & Bird De Brauw Blackstone Westbroek Dirkzwager advocaten & notarissen DLA Piper Van Doorne Nysingh advocaten-notarissen Simmons & Simmons JFV CarrièreBoard Allen & Overy Ekelmans & Meijer JFV Studiewinkel Stibbe OCC dehoog PlasBossinade Linklaters

Inhoudsopgave

Column @ Videocolleges

30

Student and the city @ Echte burenliefde

32

Personae @ Peter Rehwinkel

33

Herbesproken @ Wiet als medicijn: thuis telen of niet? Chronisch zieken kunnen baat hebben bij het gebruik van wiet. Echter, niet alle legaal verkrijgbare soorten werken voor iedereen en daarbij is deze manier erg prijzig. Mag de patiënt daarom overgaan tot het thuis telen van wiet? De Hoge Raad velde zijn oordeel.

34


In Casu Rogat @ ‘Baas, wat doet u nu?’

36

Billenknijpen Ieder heeft zo zijn eigen mening erover, maar één ding is zeker: je accepteert van een selecte groep personen dat deze in je billen knijpt. Maar wat als je daardoor ontslag neemt/krijgt? Wiens schuld is dat? Achter de deur van @ Philosophiae Doctor; de internationale promovendus.

38

Nederland als buitenland; hoe is het om te promoveren in Nederland? Relaas van een PhD-student. Juridisch actueel @ Het Verdrag van Lissabon: hot or not?

40

De Europese Unie en haar perikelen blijven hot news. Met het Verdrag van Lissabon dat in aantocht is, probeert men de Europese Unie doelmatiger en democratischer te maken. In dit artikel zullen de totstandkoming en de hoofdpunten van het Verdrag besproken worden.

44

@ Fotopagina

45

JFV CarrièreBoard Katern @ Voorwoord commissaris JFV CarrièreBoard

48

@ Recruitmentagenda

49

@ Crisis in juristenland!

50

Hoe zit het met de sollicitatiemogelijkheden tijdens de crisis. Is het lastiger om een een leuke baan te krijgen nu het economisch niet zo best gaat? Of valt het allemaal wel mee? De commissie JFV CarrièreBoard zocht het voor je uit! Inhoudelijke bijdragen @ Allen & Overy

54

@ Ekelmans & Meijer

58

@ Linklaters

62

@ Stibbe

66

Kantoorspecials @ Poelmann van den Broek Advocaten

72

JFV In Casu - december 2009 -

@ Voorwoord voorzitter JFV Groningen

7

JFV Katern


Hoogvliegers gezocht! www.werkenbijbirdenbird.nl

‘ Werken bij Bird & Bird betekent werken op topniveau, met z’n allen iets moois opbouwen en tegelijkertijd samen een hebben! leuke tijd hebben!’ Linda Brouwer | advocaat Intellectuele Eigendom

Bird & Bird is een snelgroeiend internationaal advocaten-

Werken bij Bird & Bird doe je in teamverband, zowel

kantoor dat verschillende disciplines – variërend van

binnen kantoor als internationaal. Vaak is het aanpakken,

fiscaal tot intellectueel eigendomsrecht – verenigt onder

maar we hechten veel waarde aan een goede onderlinge

één dak. Wij zijn actief in hightech en gereguleerde

sfeer waarin ook tijd is voor ontspanning. In de praktijk

markten als: telecom, IT, life sciences, media, energy,

betekent dit een unieke werk- en leeromgeving, die je

internet en electronics.

loopbaan een vliegende start kan geven. Zo’n begin is het

Net als onze cliënten ontwikkelen we ons voortdurend en

halve werk. De rest is aan jou.

is onze blik altijd op de toekomst gericht. Daarom zijn we

Meer weten? Ga dan naar www.werkenbijbirdenbird.nl of

op zoek naar talenten (m/v) die hogerop willen en voor

neem contact op met onze recruiter, tel. 070 35 38 800

wie zelfs the sky geen limit is.

of per e-mail: recruitment@twobirds.com.

International law firm

Birdlife-MRadvert-v05.indd 1

26-08-2008 14:22:49


Overzicht

Redactioneel Redactioneel Vergoeding van het positieve contractsbelang @ @ De XYZ-formule De juridische status van de corporate governance code @ @ Gesloten jeugdzorg: voldoende rechtswaarborgen? De actoren binnen het gezondheidsrecht @

9

Column @ Videocollege’s @ JFV In Casu - december 2009 -

Student and the city @ Echte burenliefde Personae @ Peter Rehwinkel Herbesproken @ Wiet als medicijn: thuis telen of niet? In Rogat @ ‘Baas, wat doet u nu?’ Achter de deur van… @ Philosophiae Doctor; de internationale promovendus Juridisch Actueel @ Het Verdrag van Lissabon: hot or not?

@


Redactioneel Door Paula Kemp

Vergoeding van het positieve contractsbelang Het afbreken van onderhandelingen kan verregaande financiële consequenties hebben voor partijen. In dergelijke situaties is het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen alsmede vergoeding van het positief contractsbelang mogelijk van belang. Middels een recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam en enkele uitspraken van de Hoge Raad is in de onderhavige bijdrage op summiere wijze enige duidelijkheid verschaft omtrent het leerstuk van de afgebroken onderhandelingen en vergoeding van het positief contractsbelang.

Inleiding Het kan voorkomen dat een partij - wegens haar

gevolgen. In de tweede fase is er sprake van gevorderde

moverende redenen - in de eindfase de onderhandelingen

onderhandelingen, maar nog geen concrete verwachting

afbreekt. Indien de andere partij van mening is dat

omtrent een overeenkomst. In deze fase is het mogelijk

partijen reeds in hoofdlijnen overeenstemming hebben

om vergoeding van het negatief contractsbelang te

bereikt, is een vordering met betrekking tot het negatief

vorderen. Het afbreken van de onderhandelingen in

contractsbelang (de kosten van de onderhandelingen),

de laatste fase kan in strijd zijn met de redelijkheid en

vergoeding van het positief contractsbelang (vergoeding

billijkheid. Men heeft reeds een concrete verwachting

van de schade ter zake van het feit dat tussen partijen

omtrent de te sluiten overeenkomst en derhalve kan

geen overeenkomst tot stand is gekomen,1 waartoe

men vergoeding vorderen van het negatief en het positief

de gederfde winst gerekend kan worden) alsmede

contractsbelang.9

vergoeding op grond van onrechtmatig handelen in de precontractuele fase optioneel.2

(pre)contractuele fase Alvorens in te gaan op het leerstuk van de afgebroken

De onderhandeling, beter bekend als de precontractuele

onderhandelingen en over mogelijke vergoeding van het

fase in het recht, wordt beheerst door de eisen van

positief contractsbelang is het van belang om – in het

redelijkheid en billijkheid, wat inhoudt dat partijen

geval er sprake is van een conceptovereenkomst – vast te

over en weer rekening hebben te houden met elkaars

stellen of er reeds definitieve overeenstemming is bereikt

gerechtvaardigde belangen.3 In het geval een der partijen

tussen partijen. In een uitspraak van de Rechtbank

de onderhandelingen tegen de zin van de wederpartij

Amsterdam van 23 maart 2009 komt een situatie aan de

afbreekt, dan kan onder omstandigheden de wederpartij

orde waarbij partijen reeds een conceptovereenkomst

aanspraak maken op schadevergoeding of kan op de

hebben opgesteld en daar meerdere malen over hebben

afbrekende partij de verplichting tot dooronderhandelen

gecorrespondeerd.10 In casu heeft gedaagde april 2005

rusten.4 Voorwaarde is wel dat het afbreken onrechtmatig

per e-mail aangegeven op welke punten zij aanpassing

is. Of hier sprake van is, zal afhangen van de mate

verlangde van de conceptovereenkomst maart 2005.

waarin de onderhandelingen gevorderd waren ten tijde

Die aanpassingen zijn grotendeels door eiseres

van het afbreken,5 het bij de wederpartij opgewekte

doorgevoerd in de conceptovereenkomst van september

gerechtvaardigde vertrouwen (dat een overeenkomst tot

2005, doch nadien is daar ten nadele van gedaagde op

stand zou komen) en de overige omstandigheden van het

wezenlijke punten weer vanaf geweken, hoewel eiseres

geval.6 Door sommigen wordt verdedigd dat de rechter

zich op het standpunt stelt dat er reeds in september

de afbrekende partij, onder omstandigheden, zelfs

2005 overeenstemming was bereikt. De rechtbank

kan verplichten de beoogde overeenkomst te sluiten.7

geeft aan dat de aanpassingen niet noodzakelijk

Op grond van de rechtspraak, naar aanleiding van het

waren geweest indien er reeds sprake was definitieve

in 1982 gewezen arrest Plas/Valburg,8 wordt binnen

overeenstemming. Voorts geeft de rechtbank aan dat de

de onderhandeling een drietal fasen onderscheiden.

onderhandelingen vergevorderd waren, op onderdelen

De eerste fase betreft de oriëntatie fase waar de

zelfs overeenstemming bestond, maar dat er door

onderhandelingen kunnen worden afgebroken zonder

wezenlijke verschillen niet kan worden gesproken van


“Als uitgangspunt geldt dat partijen verplicht zijn hun gedrag mede te doen bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen”

het tot stand komen van een overeenkomst. Vorenstaande houdt in

teneinde de commerciële mogelijkheden zoveel mogelijk te kunnen

dat – bij vaststellen of er sprake is van definitieve overeenstemming-

benutten. In zoverre was volgens de rechtbank gedaagde gerechtigd

het van belang is om te bepalen of er sprake is van wijziging van de

om – toen de commerciële haalbaarheid van het beeldmerk in het

conceptovereenkomst op ondergeschikte of wezenlijke punten. In

gedrang kwam – de onderhandelingen af te breken. Verder stelt de

geval er geen sprake is van definitieve overeenstemming dient te

rechtbank dat gedaagde tot op zeker moment het vertrouwen heeft

worden vastgesteld of het onderbreken van de onderhandelingen

gewekt dat er een overeenkomst tot de reële mogelijkheid behoorde,

gerechtvaardigd was.

doch nu de onderhandelingen zolang hebben geduurd en uiteindelijk nog geen volledige overeenstemming bestond, mocht gedaagde in

Leerstuk van de afgebroken onderhandelingen

beginsel de onderhandelingen afbreken.

Het positief contractsbelang

partijen te allen tijde vrijstaat onderhandelingen af te breken, tenzij dit

Met schadevergoeding ten belope van het positief contractsbelang

op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van één van de partijen

wordt bedoeld dat de afbrekende partij de wederpartij in de situ-

in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met andere

atie dient te brengen alsof het contract waarover partijen onder-

omstandigheden van het geval niet gerechtvaardigd – d.w.z. onaan-

handelden wel tot stand was gekomen. Omstandigheden van het

vaardbaar – zou zijn.11 Hoewel

geval, met name het verloop van

er inmiddels veel jurisprudentie

de

over dit onderwerp bestaat, is het

meebrengen dat die niet kunnen

leerstuk nog steeds niet volledig

worden afgebroken zonder schade

uitgekristalliseerd. Duidelijk is

te vergoeden. De Hoge Raad heeft

wel dat onder bepaalde omstan-

in het arrest Plas/Valburg naast

digheden onderhandelingen niet

de mogelijkheid van een verplich-

langer eenzijdig kunnen worden

ting tot vergoeding van het posi-

afgebroken. Gebeurt dit toch, dan

tieve contractsbelang ook de

kan de partij die de onderhan-

mogelijkheid genoemd van een

delingen heeft afgebroken, zelfs

verplichting tot vergoeding van

veroordeeld worden tot vergoe-

(slechts) de door de wederpartij

ding van het positief contracts-

in het kader van de onderhande-

belang. Ook kan de afbrekende

onderhandelingen,

JFV In Casu - december 2009 -

te doen bepalen door elkaars gerechtvaardigde belangen en dat het

11

Als uitgangspunt geldt dat partijen verplicht zijn hun gedrag mede

kunnen

lingen gemaakte kosten. Laatstge-

partij gedwongen worden om de onderhandelingen voort te zetten.

noemde vergoedingsplicht zou zelfs kunnen bestaan “als de onder-

Op enkele punten is het leerstuk echter nog volop in beweging. Ten

handelingen nog niet in een zodanig stadium zouden zijn geraakt dat

eerste is het nog steeds niet helder wanneer nu precies het moment

de gemeente te goeder trouw die onderhandelingen niet meer had

intreedt waarop onderhandelingen niet meer mogen worden afge-

mogen afbreken, maar reeds wel in een stadium dat zulk afbreken

broken. Volgens de Hoge Raad dient in dit verband een “strenge en

haar in de gegeven omstandigheden niet meer zou hebben vrijgestaan

tot terughoudendheid nopende maatstaf te worden aangelegd”, maar

zonder de door Plas gemaakte kosten geheel of gedeeltelijk voor haar

de jurisprudentie laat zien dat er in de rechtspraak grote verschillen

rekening te nemen.”14

zijn bij de toepassing van deze maatstaf. Ten tweede is het onduidelijk wanneer bij gelegitimeerd afgebroken onderhandelingen recht

In geval er geen geldige reden voor het afbreken van onderhandelingen

bestaat op vergoeding van in het kader van de onderhandelingen

is en er op wezenlijke punten overeenstemming is bereikt, is er een

gemaakte kosten.12 De Rechtbank Amsterdam heeft in haar uitspraak

mogelijkheid voor vergoeding van het positief contractbelang.15

van 23 maart 2009 aangegeven dat – gelet op de omstandigheden van

Verder is voor toewijzing van een vordering gebaseerd op het positief

het geval – het onderbreken van de onderhandelingen gerechtvaar-

contractbelang van belang dat het aannemelijk is dat bij voortzetting

digd was. In casu is met name door toedoen van eiseres vertraging

van de onderhandelingen een dergelijke overeenkomst tot stand

ontstaan in de voortgang van de onderhandelingen. Verder merkt de

gekomen zou zijn.16 In voormelde uitspraak van de Rechtbank

rechtbank op dat gedaagde aangedrongen heeft op voortgang van de

Amsterdam van 23 maart 2009 heeft gedaagde gedurende de gehele

onderhandeling wegens verlies aan commerciële mogelijkheden van

onderhandelingsperiode eiseres nimmer (duidelijk) gewaarschuwd

het beeldmerk.13 Gelet op vorenstaande komt de rechtbank tot de

voor het risico dat de onderhandelingen, met het oog op de lange

conclusie dat eiseres niet of onvoldoende rekening heeft gehouden

duur, uiteindelijk op niets zouden uitdraaien. Mitsdien bepaalde de

met de gerechtvaardigde belangen van gedaagde. Eiseres wist dat

rechtbank dat de directe kosten aan de zijde van eiseres, verband

gedaagde zo snel mogelijk met het beeldmerk de markt op wilde

houdende met de onderhandelingen door gedaagde dienen te

@


waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in

“In het geval een

de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden

der partijen de

de loop van de onderhandelingen onvoorziene omstandigheden

onderhandelingen tegen

gewijzigde omstandigheden over een lange tijd worden voortgezet,

de zin van de wederpartij afbreekt, dan kan

hebben voorgedaan. Hierbij kan ook van belang zijn of zich in hebben voorgedaan, terwijl, in het geval onderhandelingen ondanks wat betreft dit vertrouwen doorslaggevend is hoe daaromtrent ten slotte op het moment van afbreken van de onderhandelingen moet worden geoordeeld tegen de achtergrond van het gehele verloop van de onderhandelingen.21 @

onder omstandigheden de wederpartij aanspraak maken op JFV In Casu - december 2009 -

12

schadevergoeding.”

1

HR 23 oktober 1987, r.o. 3.1, NJ 1988, 1017 (VSH/Shell).

2 HR 18 juni 1982, NJ 1983, 723 (Plas/Valburg). 3 HR 15 november 1957, NJ 1958, 67 (Baris/Riezenkamp). 4 HR 15 mei 1981, NJ 1982, 85 (Stuyvers Beheer/ Eugster) en HR 11 maart 1983, NJ 1983, 585 (Huurdersvereniging Koot/Handelsonderneming A.F.M. Koot).

worden vergoed. De rechtbank geeft aan dat de door redelijkheid en

5 HR 18 juni 1982, NJ 1983, 723 (Plas/Valburg).

billijkheid beheerste precontractuele fase in casu een zelfstandige

6 HR 23 oktober 1987, NJ 1988, 1017 (VSH/Shell).

bron tot schadevergoeding vormt.17 De Hoge Raad geeft in een arrest

Uitzondering hierop is HR 14 juni 1996, NJ 1997, 481

van 29 februari 2008 aan dat alleen als een partij in een vergevorderd

(MBO/De Ruiterij).

stadium van onderhandelingen abrupt stopt, een beperkte vergoeding

7 Asser-Hartkamp II, nr. 161; B. Wessels (WPNR

van de direct gemaakte kosten dient te worden betaald.18 De Hoge Raad

1996), p. 164. Anders M.W. Hesselink, ‘De

stelt dat ‘voor vergoeding van het positief contractsbelang geen plaats

schadevergoedingsplicht bij afgebroken

is wanneer de wederpartij van degene die de onderhandelingen afbrak

onderhandelingen in het licht van het Europees

niet erop mocht vertrouwen dat in ieder geval enigerlei contract uit

privaatrecht (II)’, WPNR 1996, p. 908; Mak (2002), p.

de onderhandelingen zou resulteren’.19 In casu hadden partijen reeds

113.

overeenstemming bereikt over alle onderdelen van de overeenkomst,

8 HR 18 juni 1982, NJ 1983, 723.

met uitzondering van de koopprijs. In deze koopprijs waren partijen

9 S.H. Bol en A.R. Lodder, ‘Het beëindigen van

slechts € 200.000,00 van elkaar verwijderd (de vraagprijs was €

mediation door een der partijen: een afgebroken

19,2 mln.). Vervolgens beëindigt de verkopende partij opeens de

onderhandeling?’, WPNR, 136(6620):374-381, 2005.

onderhandelingen. De Hoge Raad beschouwt dit echter niet als een situatie waarin de kopende partij er op had mogen vertrouwen dat een contract uit de onderhandelingen zou resulteren.20

10 Rb. Amsterdam 23 maart 2009, r.o. 5.2 en 5.3, LJN BI2006. 11 HR 23 oktober 1987, r.o. 3.1, NJ 1988, 1017 (VSH/Shell). 12 M. Ruygvoorn, Afgebroken onderhandelingen en de

Conclusie Er kan worden gesteld dat – gelet op drie stadia in de onderhandeling die de Hoge Raad in Plas/Valburg heeft onderscheiden - er op het eerste gezicht meer mogelijkheden waren voor een vordering tot

juridische kwalificatie van voorbehouden (Utrecht), 3 juni 2009. 13 Rb. Amsterdam 23 maart 2009, r.o. 5.6 en 5.7, LJN BI2006.

schadevergoeding. Echter, op 12 augustus 2005 heeft de Hoge

14 HR 12 augustus 2005, NJ 2005, 467.

Raad bepaald dat de maatstaf uit Plas/Valburg een ‘strenge en tot

15 Rb. Amsterdam 23 maart 2009, r.o. 5.8, LJN BI2006.

terughoudendheid nopende’ maatstaf is. Als uitgangspunt voor

16 HR 23 oktober 1987, r.o. 3.2, NJ 1988, 1017 (VSH/

de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij afgebroken

Shell).

onderhandelingen heeft thans te gelden dat ieder van de

17 Rb. Amsterdam 23 maart 2009, r.o. 5.9, LJN BI2006.

onderhandelende partijen - die verplicht zijn hun gedrag mede

18 HR 29 februari 2008, LJN BC1855.

door elkaars gerechtvaardigde belangen te laten bepalen - vrij

19 HR 29 februari 2008, LJN BC1855.

is de onderhandelingen af te breken, tenzij dit op grond van

20 J. van de Zand, ‘Afbreken van onderhandelingen mag’,

het gerechtvaardigd vertrouwen van de wederpartij in het tot stand komen van de overeenkomst of in verband met de andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn. Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de wijze

Nieuwsbrief (Kennedy van der Laan), maart 2008. 21 HR 12 augustus 2005, r.o. 3,6, NJ 2005, 467.


Het diepe in. Je kunt wachten tot je geduwd wordt, je kunt ook zelf een duik nemen. Door een studentstage bij De Brauw ervaar je de praktijk als volwaardig lid van het team. En je komt boven als een betere jurist. Studenten in het derde of vierde jaar kijken op werkenbijdebrauw.nl/studentstage.

BRAINS IN BUSINESS


Redactioneel Door Anneloes Schouten

De XYZ-formule Op 7 juli 2009 hebben de gerechtshoven Arnhem, Amsterdam, ’s Hertogenbosch en Leeuwarden, als nevenzittingsplaats van Arnhem, uitspraak gedaan over de manier waarop de schadevergoeding in geval van een kennelijk onredelijke opzegging moet worden berekend. De wijze waarop de schadevergoeding voorheen werd berekend verschilde sterk per rechtbank. Sommige rechters berekenden schadevergoeding aan de hand van de kantonrechtersformule en andere bepaalden een schadevergoeding naar billijkheid. Thans bestaat er bij vier van de vijf gerechtshoven eenduidigheid over de manier van berekening van een vergoeding in een kennelijk onredelijk ontslagprocedure.

Nederland kent een duaal ontslagstelsel1 Een werkgever kan in Nederland op twee manieren

1 januari 2009 golden de volgende wegingsfactoren:

de arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd beëin-

tot 40 jaar telt ieder vol jaar voor een (1), tussen de 40

digen. Hij kan kiezen tussen het indienen van een

en 50 voor anderhalf (1,5), en vanaf 50 jaar voor twee

verzoek bij het UWV Werkbedrijf op grond van artikel

(2).5 Sinds 1 januari 2009 hanteren rechters nieuwe

6 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945

wegingsfactoren. Tot 35 jaar telt ieder vol jaar voor een

(hierna: BBA) tot het verlenen van toestemming om

half (0.5), tussen de 35 en 45 voor één (1), van 45 tot 55

de arbeidsovereenkomst op te zeggen of hij kan een

voor anderhalf (1,5), en vanaf 55 jaar voor twee (2).

verzoek bij de kantonrechter indienen om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wegens gewichtige rede-

De factor B staat voor de structurele beloningscompo-

nen aan de hand van artikel 7:685 Burgerlijk Wetboek

nenten per maand. Het omvat in het merendeel van de

(hierna: BW).2 Allereerst bespreek ik in dit artikel de

gevallen het laatstverdiende brutomaandsalaris.6 De

ontbindingsprocedure bij de kantonrechter en daarna

laatste factor is factor C. Factor C betreft de correctie-

de kennelijk onredelijk ontslagprocedure.

factor, welke in beginsel op één (1) wordt gesteld. De C-factor kan hoger of lager worden gesteld door de kan-

De ontbindingsprocedure bij de kantonrechter

tonrechter. Treft de werkgever een verwijt, dan zal de

Een werkgever kan zich tot de kantonrechter wenden

Is het de werknemer die een verwijt treft, dan kan de

met het verzoek de arbeidsovereenkomst voor onbe-

C-factor minder zijn dan 1 en desnoods 0 bij een ern-

paalde tijd wegens gewichtige redenen te ontbinden.

stig verwijt.7

C-factor in het merendeel van de gevallen hoger zijn.

Indien de rechter het verzoek inwilligt wegens veranartikel 7:685 lid 8 BW een vergoeding toekennen aan

Kennelijk onredelijk ontslagprocedure bij de kantonrechter

de ene partij ten laste van de andere partij als hij de

Indien de rechter niet kiest voor de ontbindingsproce-

arbeidsovereenkomst ontbindt.3 Het dient een vergoe-

dure bij de kantonrechter, is de resterende mogelijk-

ding te zijn die ‘met het oog op de omstandigheden

heid van de werkgever het indienen van het verzoek bij

van het geval billijk voorkomt’.4 De billijkheidsvergoe-

het UWV Werkbedrijf (hierna: UWV). Wanneer het UWV

ding die sinds 1 januari 1997 het uitgangspunt vormt,

een ontslagvergunning verleent, wordt echter geen

is de kantonrechtersformule die luidt: A x B x C. Daar-

ontslagvergoeding toegekend, althans niet door het

bij staat de factor A voor het aantal gewogen dienstja-

UWV. De rechter kan op basis van artikel 7:681 BW wel

ren. Hierbij gaat de rechter uit van het aantal dienst-

een schadevergoeding toekennen aan de wederpartij

jaren van de betrokken werknemer. De wegingsfactor

indien een van de partijen de arbeidsovereenkomst,

heeft betrekking op de leeftijd van de werknemer. Tot

al of niet met inachtneming van de voor de opzegging

deringen van omstandigheden kan, hij op basis van


geldende bepalingen, kennelijk onredelijk opzegt. Dit betekent dat

voorzieningen en financiële compensatie’ wordt de reeds aan-

men dus keurig volgens de regels van opzegging kan hebben gehan-

geboden vergoeding of de vooraf individueel overeengekomen

deld, maar dat er een reden voor ontslag is die als kennelijk onrede-

afvloeiingsregeling in ogenschouw genomen.

lijk moet worden beschouwd.8 Als voorbeeld kan worden genoemd dat de werknemer van mening is dat de gevolgen van opzegging voor

Wanneer aangenomen is dat de opzegging onder de gegeven

hem te ernstig zijn in vergelijking met het belang van de werkgever

omstandigheden aan te merken is als kennelijk onredelijk, dient de

bij opzegging. De ‘kennelijk onredelijk ontslag’ procedure wordt der-

hoogte van de schadevergoeding te worden bepaald. In de vijf uit-

halve gestart door de werknemer. De ontslagvergoeding die bij een

spraken van de gerechtshoven van 7 juli wordt een nieuwe manier

kennelijk onredelijk ontslagprocedure werd gehanteerd, verschilde

van berekening geïntroduceerd. De rechters hebben geoordeeld

voor 7 juli van dit jaar sterk per rechtbank. De ene rechter berekende

dat de schadevergoeding bepaald moet worden aan de hand van

schadevergoeding aan de hand van de hierboven genoemde kan-

de zogeheten XYZ-formule. De factoren worden als volgt uitgelegd

tonrechtersformule en de andere aan de hand van een vergoeding

in de uitspraken: De X-factor geeft het aantal gewogen dienstjaren weer. In de uit-

onredelijk ontslagprocedure. Om eenduidig beleid te creëren, heb-

spraken wordt aangegeven op welke wijze de dienstjaren gewo-

ben vier van de vijf gerechtshoven, te weten Leeuwarden, Arnhem,

gen dienen te worden: dienstjaren voor het 40e levensjaar tellen

Amsterdam en ’s Hertogenbosch het initiatief voor een eenduidig

voor een (1), van het 40e tot het 50e levensjaar voor elk anderhalf

beleid genomen door een nieuwe formule voor vergoeding bij ken-

(1,5) en elk dienstjaar vanaf het 50e levensjaar telt voor twee (2).

nelijk onredelijk ontslag in het leven te roepen: de XYZ-formule.9

Hierbij geldt dat een periode van meer dan zes maanden naar

JFV In Casu - december 2009 -

van een vergoeding door de rechter in het kader van de kennelijk

15

naar billijkheid. Er was dus geen eenduidig beleid in het toekennen

boven wordt afgerond.11 De Y-factor doelt op het laatstverdiende

De XYZ-formule

salaris. Bij berekening van de Y wordt uitgegaan van het bruto-

Zoals hierboven is vermeld, wordt er pas schadevergoeding toege-

maandsalaris, in ieder geval vermeerderd met vaste en overeen-

kend als er sprake is van een kennelijk onredelijk ontslag. In de uit-

gekomen looncomponenten, zoals vakantietoeslag, een vaste

spraken van de gerechtshoven is overwogen dat bij de vraag of het

dertiende maand, een structurele overwerkvergoeding en een

ontslag aan te merken is als kennelijk onredelijk, gekeken dient te

vaste ploegentoeslag.12 Aangegeven wordt dat behoudens uitzon-

worden naar alle omstandigheden van het geval ten tijde van het

derlijke gevallen niet tot Y wordt gerekend: het werkgeversdeel

ontslag.10 De omstandigheden zijn in een viertal categorieën onder

pensioenpremie, de auto van de zaak, onkostenvergoedingen,

te verdelen. De eerste categorie wordt ‘dienstverband en de opzeg-

het werkgeversdeel in de ziektekostenverzekering en niet struc-

ging’ genoemd. Daarbij kan onder andere gedacht worden aan de

turele looncomponenten. De Z-factor is de zogenaamde correctie-

noodzaak

voor

de

factor. Hier worden alle

werkgever het dienst-

omstandigheden

verband te beëindi-

het geval ten tijde van

gen, de duur van het

het ontslag gewogen.

dienstverband en in

Als uitgangspunt wordt

wiens risicosfeer de

gehanteerd Z= 0.5. Bij

opzeggingsgrond van

dit uitgangspunt moet

de

arbeidsovereen-

worden opgemerkt dat

komst ligt, in die van

deze factor in begin-

de werkgever of de

sel beoogt een maxi-

werknemer. De tweede

male vergoeding bij

categorie

kennelijk

betreft

van

onredelijke

‘ander passend werk’.

opzegging vast te leg-

De inspanningen van

gen. Slechts in bij-

de werkgever en de

zondere gevallen kan

werknemer om binnen

afgeweken worden van

de onderneming van

de factor Z= 0.5. Wat

de werkgever ander

onder de bijzondere

passend werk te vin-

gevallen dient te wor-

den en de flexibiliteit van de werkgever en werknemer spelen hier-

den verstaan, wordt niet duidelijk aan de hand van de tot nu toe

bij een rol. De financiële gevolgen van het ontslag voor de werkne-

gepubliceerde rechtspraak omtrent de XYZ-formule.

mer vormen de derde categorie en bij de laatste categorie ‘getroffen

@


“Doordat er op dit moment twee verschillende rekenmethodes worden gehanteerd, is er nog steeds geen eenduidig beleid.”

Naast de definities van de verschillende factoren wordt aangege-

op het moment van het opzeggen van de arbeidsovereenkomst

ven dat de schadevergoeding wordt afgerond naar boven en dat

geldende kantonrechtersformule of de kantonrechtersformule

het gaat om een brutobedrag. De schadevergoeding zal net als bij

die gold voor 1 januari 2009, is er nog steeds geen eenduidig

de kantonrechtersformule niet hoger zijn dan de verwachte inkom-

beleid voor wat betreft de vergoeding bij de kennelijk onredelijk

stenderving tot aan de pensioensgerechtigde leeftijd.

ontslagprocedure. Het is afwachten wat de Hoge Raad van de vindt. Tot die tijd moeten advocaten de belangen van hun cliënten

16

formule. In geen van de uitspraken wordt echter deze vergelijking

behartigen door slim te procederen en een procedure aanhangig

JFV In Casu - december 2009 -

nieuwe rekenmethodes van de verschillende gerechtshoven De XYZ-formule lijkt veel weg te hebben van de kantonrechtersgemaakt. Er zijn twee verschillen waar te nemen tussen beide

maken bij het gerechtshof dat in het geval hun cliënte de hoogste

berekeningen. Ten eerste wordt in de XYZ-formule in beginsel een

ontslagvergoeding toekent. Of dat nu de ABC-formule,de XYZformule of de ABC-formule maal 70% is. @

maximum aangegeven voor de Z-factor. Het heeft er mijns inziens ten minste de schijn van dat de Gerechtshoven bij de XYZ-formule een korting toepassen van 50% op de kantonrechtersformule. Maar dat is mijns inziens. Verder valt op te merken dat de berekening van de gewogen dienstjaren afwijkt van de nieuwe kantonrechtersformule. In de berekening wordt aangehangen bij de oude kantonrechtersformule, die gold voor 1 januari 2009. De uitspraken hebben echter allemaal betrekking op arbeidsovereenkomsten die zijn opgezegd voor de invoering van de nieuwe kantonrechtersformule en waarbij eveneens voor de invoering van de nieuwe kantonrechtersformule een procedure uit kennelijk onredelijk ontslag is gestart. Hier zou de conclusie uit kunnen worden getrokken dat dit de reden is dat de rechters hebben

1

C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 384.

2 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 385. 3 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 415.

aangehaakt bij de oude kantonrechtersformule. Als dit inderdaad

4 Idem.

het geval is, dan zou men verwachten dat dit in de uitspraken naar

5 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke

voren zou komen. Er wordt immers beoogd een nieuwe berekening weer te geven. In de uitspraken zijn echter geen verwijzingen naar de oude dan wel de nieuwe kantonrechtersformule waar te nemen. Er wordt ook niet gemotiveerd waarom voor de berekening is gekozen. Er wordt alleen gesteld dat de hoogte van de schadevergoeding als volgt wordt begroot: ‘Schadevergoeding = X x Y x Z’.

themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 416. 6 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 417. 7 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008,

Tot slot merk ik op dat het Hof Den Haag een andere methode hanteert dan de XYZ-formule bij de kennelijk onredelijk ontslagprocedure. Het Hof Den Haag heeft sinds vorig jaar namelijk een eigen formule geïntroduceerd, te weten 70 % van de kantonrechtersformule (ABC x 70 %). Deze uitspraak ligt momenteel bij de Hoge Raad en het is nog

p. 419. 8 C.J. Loonstra & W.A. Zondag, Arbeidsrechtelijke themata, Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2008, p. 385. 9 Hof Amsterdam 7 juli 2009, LJN BJ1644, LJN BJ1648,

afwachten of de Hoge Raad deze uitspraak van het Hof Den Haag in

Hof ’s Hertogenbosch 7 juli 2009, LJN BJ1710, LJN

stand zal laten.

BJ1713, LJN BJ1716, Hof Leeuwarden 7 juli 2009, LJN BJ1688.

Conclusie

10 Idem.

Doordat er op dit moment twee verschillende rekenmethodes, te

11 Idem.

weten de XYZ-formule en de ABC x 70 %-formule, worden gehanteerd,

12 Idem.

waarbij bovendien niet duidelijk is of bij de weging van het aantal gewogen dienstjaren in de XYZ-formule aangesloten wordt bij de


“dirkzwager weet dat kleine lettertjes voor mij grote gevolgen kunnen hebben.” jij ook? Dirkzwager is een veelzijdig, landelijk top-20 kantoor met een klinkende reputatie, een uitstekende opleiding, mooie cliënten en uitdagende (ook internationale) projecten. Ons kantoor heeft vestigingen in Arnhem en Nijmegen en telt ruim 260 medewerkers die zich thuis voelen in een professionele, nuchtere en collegiale werkomgeving. Dirkzwager werkt op hoog juridisch niveau voor grote en middelgrote bedrijven, overheden, instellingen en particulieren, met een fijngevoelige antenne voor de persoonlijke aspecten van een zaak; voor de mens achter de cliënt. Jouw professionaliteit, ambitie, sociale intelligentie én gevoel voor kwaliteit vinden bij ons dan ook een vruchtbare voedingsbodem.

Kijk voor meer informatie over ons kantoor of actuele vacatures en/of studentstages op www.dirkzwager.nl

www.dirkzwager.nl

Dirkzwager advocaten & notarissen


Redactioneel

De juridische status van de corporate governance code

Door Wiert Jan Berghuis

De eerste Nederlandse coporate governance code, ook wel de CodeTabaksblat (de Code), is op 9 december 2003 gepubliceerd. Een directe aanleiding voor het opstellen van de Code was onder meer gelegen in de boekhoudschandalen bij Nederlandse en buitenlandse bedrijven als Ahold, Enron en Parmalat. Met de Code werd beoogd het vertrouwen in het ondernemingsbestuur en het toezicht daarop te herstellen, door de nadruk te leggen op het verbeteren van de checks and balances binnen de vennootschap.1 We schrijven 10 december 2008 wanneer de Monitoring Commissie Corporate Governance Code (Comissie-Frijns) de aangepaste Nederlandse corporate governance code publiceert.

Strekking Ondanks dat de eerdere versie van de Commissie-

dienen alle Nederlandse beursvennootschappen aan

Tabaksblat, welke stamt uit 2003, is aangepast aan

de Code te voldoen. Wanneer dit niet het geval is dient

de laatste actualiteit en is verbeterd in bruikbaarheid

te worden uitgelegd waarom daarvan wordt afgeweken;

blijft de juridische status van de Code tot op heden een

de bekende ‘pas toe of leg uit’-regel. In deze bijdrage

veelbesproken onderwerp. De wettelijke verankering

zal ten aanzien van de juridische afdwingbaarheid een

in art. 2:391 lid 5 Burgerlijk Wetboek (BW) doet hier

onderscheid worden gemaakt in directe en indirecte

niet veel aan af. In deze bijdrage wordt gepoogd een

afdwingbaarheid.

antwoord te geven op de vraag in hoeverre de Code juridisch afdwingbaar geacht moet worden in de huidige

Karakterbeschrijving

(rechts)praktijk.

Een karakterbeschrijving van de Code is moeilijk te geven. Ter illustratie een aantal van de zienswijzen welke Visée

Essentialia

in zijn bijdrage in het boek “Markten onder toezicht”

De Nederlandse Corporate Governance Code, ook wel

opsomt.3 Willems bijvoorbeeld, noemt de Code recht

Code-Frijns genoemd, is geen wet in formele of materiële

van een merkwaardig soort, namelijk geprivatiseerde

zin. Zij bevat gedragsregels welke zijn onderverdeeld

wetgeving.4 Bartman deed de Code af als een juridisch

in zogenoemde principes en best practice-bepalingen

lichtgewicht.5 Slagter sprak van pseudowetgeving6 en

die Nederlandse beursvennootschappen, genoteerd

Den Boogert karakteriseerde de Code als ‘soft law’.7 Zoals

aan een onder overheidstoezicht staande beurs en met

eerder reeds besproken, vormt de Code geen wet in formele

uitzondering van de beleggingsmaatschappijen met

of materiële zin. De parlementaire beraadslagingen over

veranderlijk kapitaal, in beginsel zouden moeten volgen.

art. 2:391 lid 58 BW en ook de Code zelf spreken over een

“Deze gedragsregels hebben onder meer betrekking op

product van zelfregulering.9 Deze Code(-Tabaksblat) is,

door de beursvennootschap te verstrekken informatie

ex art. 2:391 lid 5 BW, door een Algemene Maatregel van

op de samenstelling, taken en bevoegdheden van het

Bestuur (hierna: AMvB) aangewezen als de toepasselijke

bestuur en de Raad van Commissarissen (hierna: RvC),

Code. “Het gevolg van deze systematiek is dat eventuele

op de positie van aandeelhouders en certificaathouders

verwijzingen in de Code Tabaksblat niet zonder meer

en op de bevoegdheden en het functioneren van de

doorwerken naar de Code over de naleving waarvan

aandeelhoudersvergadering.”2 Hierbij gaat men uit van

Nederlandse beursondernemingen conform de AMvB

bestaande wetgeving en wordt de onderneming gezien

dienen te rapporteren.”10 Hierdoor is er geen sprake van

als een lange termijn samenwerkingsverband, waarbij

een dynamische, maar van een statische verwijzing: er

goed ondernemerschap essentieel is voor het vertrouwen

hoeft immers alleen gerapporteerd te worden over de

in bestuur en toezicht. Met ingang van 1 januari 2004

naleving van de Code Tabaksblat. Een verwijzing naar de


Code-Frijns dient dan ook weer afzonderlijk geregeld te worden. Hoewel

bepalingen.13 Een plicht tot het naleven van de best practice-bepalingen

er uitvoeriger kan worden ingegaan op dit punt, beperkt deze bijdrage

is er dus niet, mits men van een mogelijke afwijking maar gemotiveerd

zich voor het overige slechts tot het onderwerp van de juridische

opgave doet in het jaarverslag. Met Nowak en Van Solinge ben ik van

afdwingbaarheid van de Code.

oordeel dat ook van de principes uit de Code kan worden afgeweken.14 Dit valt impliciet ook op te maken uit de woorden van toenmalig Minister van Justitie, Donner, tijdens de plenaire behandeling in de Eerste Kamer: “zelfregulering houdt in dat geen wettelijk verbindende regels

“De Code is geen wet in formele of materiële zin”

opgelegd kunnen worden, of men het nu principes of best practices noemt. Sommige principes zijn alleen een weergave van wat er in de wet staat. In dat geval zal er niet van een principe kunnen worden afgeweken.”15 Wanneer men zich echter conformeert aan een bepaling van de Code met een gemotiveerde mededeling in het jaarverslag, leidt dat

Directe afdwingbaarheid

tot gebondenheid aan de inhoud van deze mededeling. Deze gebon-

Deze juridische afdwingbaarheid valt op te delen in de mogelijkheid

denheid is gebaseerd op bijvoorbeeld art. 2:139 BW, welke hoofdelijke

van een directe en een indirecte afdwingbaarheid. Allereerst de directe

aansprakelijkheid voor bestuurders vestigt op grond van de inhoud van

afdwingbaarheid, die uiteenvalt in drie afzonderlijke aspecten welke

de gedane mededeling. Daarnaast kan het niet naleven van een mede-

elk afzonderlijk kunnen leiden tot een mogelijke directe afdwingbaar-

deling worden voorgelegd aan de rechter, waarbij het handelen in strijd

heid. We onderscheiden achtereenvolgens:

met gedane toezeggingen over de naleving van de Code wanbeleid kan opleveren in de zin van het enquêterecht. Een vordering tot vernietiging

Wetgevende bevoegdheid

van besluiten is dan niet denkbeeldig.16

Ten aanzien van een rechtstreekse afdwingbaarheid dient allereerst gekeken te worden naar een mogelijke, rechtscheppende autoriteit van de Commissie-Frijns. Op geen enkele wijze is zij door een overheids-

19

orgaan of openbaar lichaam voorzien van regelgevende bevoegdheid.

JFV In Casu - december 2009 -

Daaraan doet niet af dat zij, zoals blijkt uit de preambule onder nr. 1, is ingesteld op uitnodiging van de Ministers van Financiën en Economische Zaken. De Commissie dient gezien te worden als een particulier initiatief van een aantal belangenverenigingen.11 Problematisch is dat geen van allen de publiekrechtelijke bevoegdheid bezit om dwingende regels op te stellen voor, in dit geval, beursgenoteerde vennootschappen. Daarnaast is er geen sprake van een overeenkomst welke is gesloten in

Indirecte afdwingbaarheid

bedrijf of beroep zoals vervat in art. 6:214 BW, nu niet is voldaan aan de

We komen nu toe aan het punt van de indirecte afdwingbaarheid. Dit

vereisten als gesteld in lid 2 van het onderhavige artikel.

kan onder omstandigheden wel mogelijk zijn. Het Nederlandse recht valt namelijk onder te verdelen in geschreven en ongeschreven recht.

Contractuele gebondenheid

Ook op deze ongeschreven rechtsregels en -beginselen kan in cassatie

Naast een mogelijke rechtscheppende autoriteit van de Commissie-

een beroep worden gedaan.17 Dit ongeschreven recht vindt ook zijn

Frijns dient ten tweede te worden gekeken naar de mogelijkheid van

weerslag in de vennootschaps- en ondernemingsrechtwetgeving door

contractuele gebondenheid aan de Code. Wat daarbij opvalt, is dat

het gebruik van open normen, vage bepalingen die de rechter voor-

de beursvennootschappen geen afzonderlijke overeenkomst hebben

zien van een ruime afwegingsbevoegdheid. In het Erdal-arrest uit 1976

gesloten met de genoemde organisaties waaruit het particuliere

overwoog de Hoge Raad (hierna: HR) al dat het bij gebrek aan een

initiatief volgde, noch met de Commissie zelf.12 Daarnaast blijkt dat

wettelijke regeling op een bepaald punt, mogelijk is dat het bestaan

de Code geen deel uitmaakt van de noteringsovereenkomst die deze

van een duidelijke rechtsopvatting dienaangaande (...) het aannemen

beursvennootschappen aan Euronext Amsterdam bindt.

van een niet in de wet verankerde gedragsregel (...) zou kunnen rechtvaardigen.18 Daarnaast volgde meer recent uit de HGB-beschikking,

Wettelijke verankering

dat de HR stelt dat een rechtsregel gebaseerd kan zijn op in Nederland

Tot slot dient gekeken te worden naar de mogelijkheid van een directe

aanvaarde inzichten omtrent corporate governance.19 De rechter, met

afdwingbaarheid middels de wettelijke verankering van art. 2:391 lid

de HR als laatste instantie, heeft hierover het laatste woord door te

5 BW. Dit lid vormt namelijk de grondslag voor het feit dat bij AMvB

bepalen of bij enig principe of best practice zoals opgenomen in de

nadere voorschriften aan de inhoud van het jaarverslag kunnen

Code, sprake is van een aanvaard inzicht omtrent corporate gover-

worden gesteld. Deze voorschriften kunnen in het bijzonder betrek-

nance.20 Winter gaat verder en stelt dat de HR niet uitsluit dat de wijze

king hebben op een aan te wijzen gedragscode. De Code-Frijns is

waarop een vennootschap zelf beginselen van corporate governance

aangewezen als een dergelijke gedragscode.

begrijpt en onderschrijft, kan leiden tot concrete verplichtingen voor

Beursvennootschappen dienen in hun jaarverslag melding te maken

de vennootschap ten opzichte van haar aandeelhouders, wat kan

over de naleving van de principes en best practice-bepalingen die in

worden gebaseerd op art. 2:8 BW.21 De rechter zal in ieder geval bij

de Code zijn opgenomen. Ten aanzien van het niet naleven, of niet

een nadere, juridische duiding van de Code, de regels van boek 2 BW

voornemens zijn de bepalingen na te leven geldt de regel ‘pas toe of

en de statuten voorrang dienen te geven als het gaat om de bevoegd-

leg uit’. Met ingang van de boekjaren vanaf 2004 dient in het jaarver-

heidstoedeling en -afbakening tussen de verschillende organen van

slag een gemotiveerde mededeling te worden opgenomen in hoeverre

de vennootschap. De beginselen en best practice-bepalingen van de

de Code wordt nageleefd en waarom er mogelijk wordt afgeweken.

Code kunnen daarop hooguit een aanvullende werking uitoefenen, via

Winter stelt dat deze nieuwe vorm van recht in het vennootschapsrecht

de band van art. 2:8 BW of de elementaire beginselen van behoorlijk

niet leidt tot juridische gebondenheid aan de principes en best practice

ondernemerschap in het enquêterecht.22

@


Conclusie Aansluitend bij de visies van Winter en Bartman concludeer ik dat

omtrent corporate governance. Het is evenwel aan de rechter om te

de Code-Tabaksblat uit zichzelf niet zonder meer verbindend is voor

oordelen of er bij enig in de code opgenomen bepaling of best prac-

de beursgenoteerde vennootschappen.23 Dit laat zich ten eerste

tice sprake is van een aanvaard inzicht omtrent corporate governance.

kennen uit het ontbreken van een directe of gedelegeerde regel-

Terughoudendheid van de rechter is geboden wanneer die bepalingen

gevende

bevoegdheid

bij

de

de structuur van de vennootschap

Commissie-Frijns. Daarnaast is er

raken dan wel wanneer de Alge-

geen sprake van een contractuele binding tussen de beursgeno-

“Met de Code werd beoogd

mene Vergadering van Aandeel-

het vertrouwen in het

heeft ingestemd met een afwij-

teerde vennootschappen en de genoemde initiatiefnemers of de commissie. De wettelijke verankering in art. 2:291 lid 5 BW zorgt voor

ondernemingsbestuur en het toezicht daarop te herstellen”

20

kende hantering van de bepalingen uit de Code door bestuur of RvC. De rechtszekerheid lijkt in

meer onduidelijkheid en discussie

ieder geval gebaat bij het feit dat

nu daaruit volgt dat afwijken van

de rechter bij een nadere duiding

de bepalingen uit de Code mag,

JFV In Casu - december 2009 -

houders op een eerder tijdstip

van de Code de regels van boek 2

echter pas na gemotiveerde vermelding in het jaarverslag. Wanneer de

BW en de statuten voorrang dient te geven als het gaat om bevoegd-

beursvennootschap evenwel publiekelijk mededeling doet omtrent de

heidstoedeling en -afbakening tussen de verschillende organen van

bepalingen van de Code kunnen deze mededelingen in rechte worden

de vennootschap. De principes en best practice-bepalingen van de

afgedwongen bij de rechter.

Code kunnen in beginsel via art. 2:8 BW of de elementaire beginselen

De indirecte afdwingbaarheid zorgt voor problemen, aangezien de

van behoorlijk ondernemerschap in het enquêterecht een aanvullende werking hebben op de bepalingen van boek 2 BW en de statuten. @

rechtszekerheid onder omstandigheden onder druk kan komen te staan. Uit de HGB-beschikking volgt namelijk dat de HR stelt dat een rechtsregel gebaseerd kan zijn op in Nederland aanvaarde inzichten

1

W.B. Kuijpers & M. Meinema, ‘De nieuwe Nederlandse corporate governance code 2008’, Ars Aequi maart 2009, p. 178.

2 3

5

2004, 6563, p. 66 en R. Nowak, ‘Eerste Kamer stemt op 5

ondernemingsrecht, Deventer: Kluwer 2007, p. 80.

en 6 juli over wetsvoorstel aanpassing structuurregeling

F.B. Falkena, M.E. Koppenol-Laforce & A.T. Ottow (red.), Verslag van een debat in De Rode Hoed in Amsterdam op

antwoord van minister Donner op een vraag uit de Eerste Kamer tijdens de plenaire behandeling op 6 juli 2004, EK

2003.

38-2141 en 38-2135.

S.M. Bartman, ‘De Code-Tabaksblat; een juridisch W.J. Slagter, ‘De invloed van de voorstellen van de Commissie-Tabaksblat op de rechtspleging’, NJB 2004, p.

7

(28179)’ Ondernemingsrecht 2004, p. 346. 15 Kamerstukken I 2003/04, 28 179, D (NmvA), p. 2., Het

16 december 2003, Het Financieele Dagblad, 18 december

lichtgewicht’, Ondernemingsrecht 2004-4, p. 123-126. 6

Deventer: Kluwer 2006, p. 26. 14 G. Van Solinge en R. Nowak, ‘Een krabbend anker’, WPNR

M.J. Kroeze, L. Timmerman & J.B. Wezeman, De kern van het

Markten onder toezicht, Deventer: Kluwer 2004, p. 281. 4

13 P. van Schilfgaarde & J. Winter, Van de BV en de NV,

16 R. Abma, ‘De commissie-Tabaksblat en haar Code’, Ondernemingsrecht 2005-1, p. 9. 17 J.A. Pontier, Rechtsvinding, Nijmegen: Ars Aequi Libri 1998, p. 17 e.v.

976-981.

18 HR 24 september 1976, NJ 1978, 135, m.nt. B.W. (Erdal).

M.W. de Boogert, ‘Corporate governance in een

19 HR 21 februari 2003, JOR 2003/57.

stroomversnelling’, Ondernemingsrecht 2003, p. 406.

20 R. Abma, ‘De commissie-Tabaksblat en haar Code’,

8

Kamerstukken II 2003/04, 28 179, p. 89-5147.

9

Preambule bij de Nederlandse corporate governance code, onder nr. 5.

10 L. Timmerman, ‘Besluit van 23 december 2004 over de naleving van de Code Tabaksblat’, TOR 2005/2 actualiteit 1. 11 S.M. Bartman, ‘De Code-Tabaksblat; een juridisch lichtgewicht’, Ondernemingsrecht 2004-4, p. 123. 12 S.M. Bartman, ‘De Code-Tabaksblat; een juridisch lichtgewicht’, Ondernemingsrecht 2004-4, p. 123.

Ondernemingsrecht 2005-1, p. 9. 21 P. van Schilfgaarde & J. Winter, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2006, p. 26. 22 S.M. Bartman, ‘De Code-Tabaksblat; een juridisch lichtgewicht’, Ondernemingsrecht 2004-4, p. 125. 23 P. van Schilfgaarde & J. Winter, Van de BV en de NV, Deventer: Kluwer 2006, p. 26. en S.M. Bartman, ‘De CodeTabaksblat; een juridisch lichtgewicht’, Ondernemingsrecht 2004-4, p. 126.

B B


BE BE LOCAL LOCAL--GO GO GLOBAL GLOBAL

DLA DLAPiper Piperisiseen eeninternationaal internationaalfull fullservice servicekantoor kantoorgevestigd gevestigdinin Amsterdam. Amsterdam.BijBijDLA DLAPiper Piperwerken werkenininNederland Nederland250 250mensen, mensen, onder onderwie wieruim ruim130 130advocaten, advocaten,(kandidaat-)notarissen (kandidaat-)notarissenenen belastingadviseurs. belastingadviseurs.DLA DLAPiper Pipermaakt maaktwereldwijd wereldwijdeen eensterke sterkegroei groei door doorenenisiséén éénvan vandedegrootste grootsteenenmeest meesttoonaangevende toonaangevendekantoren. kantoren.

Interesse? Interesse? Kijk Kijkvoor voormeer meerinformatie informatieopop www.werkenbijdlapiper.nl www.werkenbijdlapiper.nl ofofneem neemcontact contactopopmet met Eveline EvelineSchrijber Schrijber(recruiter): (recruiter): 020-5419820 020-5419820 eveline.schrijber@dlapiper.com. eveline.schrijber@dlapiper.com.

Ben Benjijjij(bijna) (bijna)afgestudeerd afgestudeerdenenwil wiljejewerken werkeninineen eeninternationale internationale werkomgeving? werkomgeving?Ben Benjejeambitieus, ambitieus,flexibel flexibeleneneen eenechte echteteamplayer? teamplayer? Start Startdan danjejecarrière carrièrebijbijDLA DLAPiper! Piper!Wij Wijzijn zijnconstant constantopopzoek zoeknaar naar enthousiaste enthousiasteenengedreven gedrevenmensen mensendie diezich zichwillen willenblijven blijven ontwikkelen. ontwikkelen.BijBijDLA DLAPiper Piperbieden biedenwe wejou jouuitstekende uitstekende (internationale) (internationale)opleidingsmogelijkheden. opleidingsmogelijkheden.

DLA DLAPiper PiperNederland NederlandN.V. N.V.is is onderdeel onderdeelvan vanDLA DLAPiper, Piper,een een wereldwijd wereldwijdopererende opererendejuridische juridische dienstverlener dienstverlenermet metruim ruim3700 3700juristen, juristen, werkzaam werkzaamin in2929landen. landen.DLA DLAPiper Piperis is gevestigd gevestigdin in6767belangrijke belangrijkesteden stedenin in Europa, Europa,Azië, Azië,het hetMidden-Oosten Midden-Oostenenen dedeVerenigde VerenigdeStaten Staten

www.dlapiper.com www.dlapiper.com

EVERYTHING EVERYTHINGMATTERS MATTERS


Redactioneel Door Martha Bulthuis

Gesloten jeugdzorg: voldoende rechtswaarborgen? Bij gesloten jeugdzorg is er sprake van vrijheidsbeneming. Uitgangspunt in ons land is dat een ieder recht heeft op persoonlijke vrijheid. Dit recht is zowel in artikel 15 van de Grondwet als in internationale mensenrechtelijke verdragen gewaarborgd.1 Wil men hiervan afwijken dan is een voldoende juridische grondslag vereist. Willekeur of onwettige vrijheidsberoving is niet toegestaan. Gezien de ingrijpendheid van een vrijheidsbeneming is het van belang dat deze terughoudend wordt toegepast. Als er minder vergaande alternatieven voorhanden zijn, dienen deze te worden aangewend. Omdat vrijheidsbeneming zo ingrijpend is zal ik de wijziging in de Wet op de Jeugdzorg (hierna: Wjz) onder de loep nemen en met een kritische blik naar de rechtswaarborgen kijken die deze wet jeugdigen biedt.2 Wijziging in de wet Voor sommige jongeren met ernstige gedragspro-

alsnog voorkomen dat jongeren met een machtiging

blemen is verblijf in een gesloten instelling wense-

in de gesloten jeugdzorg worden geplaatst.

lijk. Tot 1 januari 2008 werden deze jongeren met een machtiging van de kinderrechter geplaatst in

Grond voor plaatsing

een justitiële jeugdinrichting. Zij werden geplaatst

In artikel 29b lid 3 Wjz staat dat de kinderrechter

tussen jeugdigen die veroordeeld waren voor het

een machtiging slechts verleent indien er sprake is

begaan van een strafbaar feit. Op deze manier

van ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die

konden vrijheidsbeperkende maatregelen worden

de ontwikkeling van het kind naar volwassenheid

toegepast die nodig werden geacht om deze doel-

ernstig belemmeren. Bovendien moet opneming

groep de juiste zorg te bieden. De jeugdzorg kende

noodzakelijk zijn om te voorkomen dat de jeugdige

deze mogelijkheid namelijk niet. Het plaatsen

zich aan de zorg die hij nodig heeft zal onttrekken

van kinderen in een jeugdgevangenis zonder dat

of daaraan door anderen zal worden onttrokken.

zij een strafbaar feit hebben begaan leidde tot

Voor de wijzigingswet gold als grond voor plaatsing

toenemende kritiek in de politiek en maatschappij.

‘ernstige gedragsproblemen’.3 De huidige grond is

Hierop is besloten de wetgeving aan te passen.

veel ruimer. Daar staat tegenover dat, anders dan

De wijziging van de Wjz brengt een scheiding aan

in de oude wetgeving, sprake moet zijn van nood-

in behandeling van jeugdigen die op strafrech-

zakelijkheid.

telijke titel in een gesloten instelling verblijven

Uit de memorie van toelichting blijkt dat het gaat om

en jeugdigen die op civielrechtelijke titel in een

jeugdigen die zich onttrekken aan de noodzakelijke

gesloten instelling verblijven. Deze laatste groep

hulpverlening óf die bescherming nodig hebben

zal voortaan in een instelling voor gesloten jeugd-

tegen invloeden van buitenaf.4 Bij dit laatste kan

zorg worden geplaatst. Omdat de mogelijkheid tot

bijvoorbeeld gedacht worden aan meisjes die in

gesloten jeugdzorg voor de wetswijziging nog niet

handen van loverboys dreigen te vallen en niet

bestond moesten er nieuwe plaatsen gecreëerd

willen meewerken aan vrijwillige hulpverlening.

worden. Om de capaciteit in de gesloten jeugdzorg stap voor stap te vergroten, wordt gewerkt met een

Ingevolge artikel 29b lid 4 Wjz is een besluit van

overgangsperiode. De overgangsperiode loopt van 1

Bureau Jeugdzorg vereist waarin wordt verklaard

januari 2008 tot 1 januari 2010. Tot die tijd kan het

dat aan de bovengenoemde rechtsgrond is voldaan.


Bovendien moet een gedragswetenschapper die de jongere heeft

jongere zijn om de gedwongen gesloten behandeling voort te zetten

onderzocht instemmen met deze verklaring. 5

aangezien de behandeling vaak nog niet is afgerond op het moment

Het onderzoek door de gedragswetenschapper dient kort tevoren

dat een jongere achttien jaar wordt. Veel van deze jongeren bleken

plaats te hebben gevonden.

in het verleden namelijk niet bereid de hulpverlening vrijwillig voort

Deze extra wettelijke waarborg is ingevoerd omdat het om een vrij-

te zetten.11

heidsbenemende maatregel gaat. Nadere wettelijke eisen zijn er niet.

Mijns inziens is deze mogelijkheid strijdig met artikel 5 lid 1 onder d

Zo is er nergens geregeld of het om een onafhankelijke gedragsweten-

Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens (hierna: EVRM).

schapper moet gaan en hoe lang het gesprek met de jeugdige moet

Dit artikel laat vrijheidsbeneming toe in het belang van de opvoe-

duren. Dit terwijl de verklaring van doorslaggevend belang is voor de

ding. Het moet dan echter wel gaan om minderjarigen. Wat onder

beslissing van de rechter. Uit de jurisprudentie blijkt dat op bepaalde

een minderjarige moet worden verstaan wordt in het EVRM niet nader

punten hoge zorgvuldigheidseisen worden gesteld. Zo moet een

uiteengezet.

deskundigenoordeel deugdelijk en controleerbaar gemotiveerd zijn.7

Wie minderjarig is wordt derhalve bepaald in de nationale wetgeving.

Over de onafhankelijkheid is bepaald dat de gedragswetenschapper

In Nederland ben je meerderjarig vanaf je achttiende levensjaar.12 Dit

niet betrokken mag zijn geweest bij de opstelling van het verzoek en

is in overeenstemming met artikel 1 van het Verdrag inzake de Rechten

het indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg en dat een zekere distantie

van het Kind (hierna: IVRK). Hierin staat dat mensen jonger dan acht-

ten opzichte van de eventuele behandeling vereist is.8 Hieruit zou

tien minderjarig zijn. Het is toegestaan de leeftijdsgrens bij nationale

opgemaakt kunnen worden dat een verklaring van een gedragswe-

wetgeving te verlagen, maar de leeftijdsgrens verhogen is niet mogelijk.

werk-

In het arrest Koniarska

zaam bij een justitiële

van het Europese Hof

jeugdinrichting

of

voor de Rechten van de

gesloten jeugdzorgin-

Mens (hierna: EHRM) is

stelling niet toege-

bepaald dat vrijheids-

staan zou zijn. Er kan

beneming

dan namelijk sprake

meerderjarige wegens

zijn van belangenver-

overwegend

strengeling aangezien

kundige gronden niet

de jeugdige later in

in overeenstemming is

diezelfde instelling of

met artikel 5 lid 1 onder

inrichting kan worden

d EVRM.13 In het arrest

opgenomen. Het Hof

Eriksen

’s-Her togenbosch

dat in zeer specifieke

oordeelde echter dat

omstandigheden

een

van

het mogelijk kan zijn

onafhankelijke

het verblijf van een

een

verklaring

deskundige

van

is

een

opvoed-

23

tenschapper

JFV In Casu - december 2009 -

6

bepaald

meerderjarige in een

geen

vereiste is.9 Het is maar de vraag in hoeverre er in zo’n situatie een

gesloten jeugdzorginstelling te verlengen.14 Hier gaat het bijvoorbeeld

objectief oordeel tot stand komt. Ditzelfde geldt, ondanks enkele juris-

om een korte overbruggingsperiode in afwachting van een plaats bij

prudentiële waarborgen, voor een deskundige van Bureau Jeugdzorg.

de open opvang, “waarbij concreet zicht op korte termijn bestaat.” De Raad van State heeft zich om bovenstaande redenen in zijn

Meerderjarigen en strijdigheid met het EVRM

wetgevingsadvies kritisch uitgelaten over de opname van het desbe-

Een belangrijke wijziging in de Wjz is dat gesloten jeugdzorg ook

treffende artikellid in de Wjz.15 Dit is dan ook de reden dat de Recht-

kan worden toegepast op meerderjarigen. Het gaat om jongeren die

bank Amsterdam op 23 januari 2009 artikel 29a Wjz onverbindend

voor hun achttiende levensjaar al in een gesloten jeugdzorginstelling

verklaarde.16 Ruim een maand later heeft de Rechtbank Utrecht hier

verbleven. Zodra de jongere meerderjarig wordt kan het verblijf telkens

een nuancering op aangebracht door te bepalen dat de verklaring niet

met een jaar worden verlengd tot zijn eenentwintigste levensjaar. Hier-

onverbindend is, doch slechts toepassing vindt wanneer er sprake is van een aansluitende periode van vrijheidsbeneming die bedoeld is als overbruggingsfase. Er werd in deze uitspraak verwezen naar het advies van de Raad van State en het arrest Eriksen.17 In navolgende

“Het Hof ’s Hertogenbosch oordeelde echter dat een verklaring van een onafhankelijke deskundige geen vereiste is.”

rechtspraak lijkt deze lijn te worden gevolgd.18 Behalve dat er sprake is van strijdigheid met internationaal recht wijzen Bruning en Liefaard in het Tijdschrift voor Familie- en jeugdrecht op de praktische bezwaren.19

Vrijheidsbenemende en vrijheidsbeperkende maatregelen Door de wetswijziging worden jongeren die op civielrechtelijke titel in een gesloten inrichting verblijven niet meer ondergebracht in een justitiële inrichting. In beide gevallen bestaat er de mogelijkheid tot het opleggen van vrijheidsbeperkende en vrijheidsbenemende maatregelen. Hierbij kan gedacht worden aan fouilleren, visitering, plaatsing in een isoleercel

voor is steeds een rechterlijke machtiging vereist.10 De regering acht

of toepassen van dwangmedicatie. Vrij ingrijpende maatregelen dus!

deze mogelijkheid in het belang van de samenleving, die geconfron-

Voor jeugdigen in een justitiële jeugdinrichting biedt de Beginselenwet

teerd wordt met de gevolgen van de handelingen van jongeren met

justitiële jeugdinrichtingen (hierna: Bjj) bij het toepassen van maatre-

ernstige gedragsproblemen. Daarnaast kan het in het belang van de

gelen strikte regels en meer rechtsbescherming dan de Wjz biedt.

@


Zo geeft de Bjj een opsomming van de beperkende maatregelen die

instelling speelt de verklaring van de gedragswetenschapper een

mogelijk zijn en is aangegeven hoe lang een maatregel mag duren.

belangrijke rol. Echter zijn er vrijwel geen wettelijke vereisten waaraan

De Wjz kent die begrenzing niet. Het enige vereiste is dat de maat-

het onderzoek van de gedragswetenschapper aan moet voldoen. Dit

regelen vooraf worden opgenomen in het hulpverleningsplan met

wordt deels ondervangen door de jurisprudentie, maar dit is mijns

vermelding van wanneer deze toegepast mogen worden.20 Zolang het

inziens niet voldoende. Zo is bijvoorbeeld onafhankelijkheid van de

wordt opgenomen in het hulpverleningsplan zijn alle denkbare beper-

gedragswetenschapper geen vereiste.

kende maatregelen mogelijk. Wel moet sprake zijn van verantwoorde zorg. Hieronder wordt verstaan “zorg van goed niveau, die in ieder

Sinds de wetswijziging is het mogelijk om meerderjarigen onder

geval doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die

dwang in een gesloten instelling te laten verblijven. Dit is in strijd

is afgestemd op de reële behoefte van de cliënt.”21 De regering acht

met het EVRM. Rechters zijn dan ook terecht zeer terughoudend in het

deze kwaliteitsnorm een voldoende beperking aan de toepassing van

toepassen van deze wettelijke mogelijkheid.

vrijheidsbeperkende maatregelen.22 Ik ben het daarmee oneens. Door deze open norm wordt de zorgaanbieder teveel vrijheid gegeven om

Wat betreft de rechtspositie van jeugdigen na plaatsing is de situatie

vrijheidsbeperkende maatregelen zelf te regelen.

al helemaal zorgwekkend. De hulpverlening is vrijwel helemaal vrij in het opleggen van vrijheidsbeperkende maatregelen. De jeugdige heeft de mogelijkheid om te klagen, maar het klachtrecht biedt een stuk minder waarborgen dan het Bjj. Omdat de wet de hulpverlener zoveel beleidsvrijheid laat, zal de klachtencommissie slechts marginaal toetsen. Om een menswaardige behandeling te garanderen is aanpassing van de wetgeving noodzakelijk. @

“Door deze open norm wordt de zorgaanbieder

JFV In Casu - december 2009 -

24

teveel vrijheid gegeven.”

1

Zie bijvoorbeeld artikel 5 lid 1 EVRM, artikel 9 lid 1 IVBPR en artikel 37 aanhef, onder b IVRK.

2 Wet van 20 december 2007, Stb. 2007, 578 (i.w.tr. 1 januari 2008, Stb. 2007, 579; hierna: Wjz). 3 Artikel 1:261 lid 5 (oud) BW. 4 Kamerstukken II 2005–2006, 30 644, nr. 3, p. 10. 5 Artikel 29b lid 5 Wjz. 6 Kamerstukken II 2005–2006, 30 644, nr. 3, p. 20 en 21 (MvT).

Indien de jeugdige een klacht heeft over de maatregel dan kan hij een klacht indienen bij een speciale klachtencommissie.23 Ook wat betreft het klachtrecht biedt de Wjz minder waarborgen dan de Bjj. Omdat

7 Zie o.a. Hof ‘s-Gravenhage 6 augustus 2008, LJN BE9979, Hof Leeuwarden 15 september 2008, LJN BF3929 en Rb. Zwolle 11 september 2008, LJN BF8671.

de jeugdige totaal is overgeleverd aan de hulpverlening is een goede

8 Rb. Zwolle 8 december 2008, LJN BG8871.

rechtsbescherming middels klachtrecht van fundamenteel belang.

9 Hof ‘s-Hertogenbosch 2 oktober 2008, LJN BG2115.

Het Bjj voorziet in de mogelijkheid tot klagen bij een onafhankelijke

10 Artikel 29a lid 1 Wjz.

commissie van buitenstaanders die bindende uitspaken doet. Tegen

11 MvT Kamerstukken II 2005/06, 30 633, nr. 3, p. 7 en

deze uitspraken staat beroep open bij een commissie die ook weer

19.

een bindende uitspraak kan doen. In de gesloten jeugdzorg gelden

12 Artikel 1:233 BW.

deze waarborgen slechts voor bepaalde soort klachten. Het gaat

13 EHRM 12 oktober 2000, nr. 33.670/96 (Koniarska t.

om klachten met betrekking tot een aantal maatregelen die de vrijheid aantasten zoals neergelegd in de artikelen. 29o tot en met 29t Wjz.24 Voor andere klachten geldt dat de klachtencommissie geen

Verenigd Koninkrijk). 14 Eriksen v. Norway Recueil/Reports, 1997-III d.d. 27 mei 1997.

bindende uitspraak kan doen en dat er geen beroep open staat. Dit

15 Kamerstukken II 2005/06, 30 644, nr. 4, p. 5 (MvT).

betekent een achteruitgang in de rechtspositie voor jeugdigen. De Bjj

16 Rb. Amsterdam 23 januari 2009, LJN BH0778.

maakt immers geen onderscheid in typen klachten en biedt voor elke

17 Rb. Utrecht 27 februari 2009, LJN BH4693.

klacht een mogelijkheid tot een bindende uitspraak en een bindende

18 Zie bijvoorbeeld Rb. Arnhem 6 maart 2009, LJN

beroepsuitspraak.

BH5163, Rb. Leeuwarden 22 juni 2009 en LJN BI9649, Rb. Amsterdam 11 augustus 2009, LJN BJ9004.

Daar komt bij dat de klachtencommissie in het kader van de Bjj

19 M.R. Bruining, T. Liefaard, ‘Ontwikkelingen en

gebonden is aan een wettelijk toetsingskader waardoor een klacht

knelpunten in de gesloten jeugdzorg’, Tijdschrift voor

intensief wordt getoetst. De Wjz kent zo´n toetsingskader niet.

Familie- en jeugdrecht 2009-4, p. 99 – 105.

Gevreesd wordt dat een klacht over vrijheidsbeperkende maatre-

20 Artikel 24 lid 2 Wjz.

gelen marginaal getoetst wordt, omdat de wet de zorgaanbieder veel

21 Artikel 24 lid 1 Wjz.

beleidsruimte laat. Aan een inhoudelijke beoordeling komt men dan

22 Kamerstukken II 2005/06, 30 644, nr. 3, p. 15 (MvT).

niet toe.25

23 Artikel 68 Wjz. 24 Artikel 29w Wjz.

Conclusie

25 M.E.J.C. Diepstraten, ‘Klachtrecht voor jongeren die

Al met al kan geconcludeerd worden dat het met de rechtswaarborgen

van hun vrijheid zijn beroofd’, Tijdschrift voor Familie-

van jeugdigen in het kader van gesloten jeugdzorg slecht gesteld is.

en jeugdrecht 2008-3, p. 4-8.

Bij de beslissing door de rechter over de plaatsing in een gesloten


De wet van Van Doorne:

Zonder ambitie ben je kansloos

Bij Van Doorne weten we hoe het hoort. We weten wat er van ons wordt verwacht, en ook hoe we die verwachtingen kunnen overtreffen. Kom je bij ons werken, dan gaan we ervan uit dat je ambitieus genoeg bent om je eigen kansen te grijpen. Dat je niet braaf blijft afwachten, maar dat je op eigen gezag en intuïtie het voortouw neemt. Onze praktijk leert dat je zonder lef geen leven hebt. Kijk op www.werkenbijvandoorne.nl hoe je je talent op scherp kunt zetten. Maak kennis met je nieuwe collega’s, neem een kijkje op je nieuwe werkplek en kies de toekomst die je wilt. Heb je vragen of wil je solliciteren, neem dan contact op met onze recruiter Wendy Verhoeff, 020 6789 342, humanresources@van-doorne.com

Van Doorne houdt je scherp

Van Doorne N.V. Afdeling Human Resources Postbus 75265 1070 AG Amsterdam


Redactioneel Door MichaĂŤl Dol

De actoren binnen het gezondheidsrecht Recentelijk kopten kranten over diverse misstanden binnen de gezondheidszorg. Vader en moeder Ramgoelam zagen hun dochter overlijden als gevolg van een medische misser. En wat te denken van bariatrisch chirurg Reijnen van het Scheper ziekenhuis: ten minste vijf mensen overleden als gevolg van medisch miskleunen. Een veelheid aan autoriteiten en colleges constateerden naderhand dat de incidenten nooit hadden mogen gebeuren. Een scherpe constatering. Belemmert het ontstane gefragmenteerde stelsel van autoriteiten en rechtscolleges de adequate uitoefening van de toegekende taken?

Versnippering en verkokering Het gezondheidsrecht is thans niet meer weg

op de veelomvattendheid, complexiteit en diver-

te denken uit het juridisch spectrum. Kantoren

siteit binnen het gezondheidsrecht teneinde een

concentreren in toenemende mate op dit deels

bepaalde kwaliteit van oordelen en toezicht te

nog braakliggende en veelomvattende juridische

garanderen en te waarborgen.

terrein. Procederen over voorgenomen fusies, toelatingsovereenkomsten, schenden van rechten

Autoriteiten en rechtscolleges

en plichten van zorgverleners en het kielhalen van

Het gezondheidsrecht wordt aangeduid als een

miskleunende artsen zijn slechts enkele aspecten

horizontaal specialisme. Illustratief is het sancti-

van de alledaagse praktijk van een gezondheids-

oneren van de beruchte tandarts K., welke gaatjes

rechtadvocaat.

bij zijn cliĂŤnten verzon teneinde de omzet wat te stimuleren. De tandarts werd tuchtrechtelijk door-

Medio de tweede helft van deze eeuw heeft het

gehaald in het BIG-register, en werd strafrechte-

gezondheidsrecht een hoge vlucht genomen. Terug-

lijk vervolgd op grond van mishandeling.2 Tevens

kijkend wordt in de literatuur

volgde er een bestuurlijke

gesproken over een codifi-

boete en volgden civiel-

catiegolf.1 Wellicht door de

rechtelijke claims van bena-

zo vluchtige totstandkoming

deelde verzekeraars. Tal

van een nieuwe juridische

van colleges en autoriteiten

discipline heeft zich binnen

laten in een zodanig geval

het gezondheidsrecht een

hun licht schijnen over het

diffuus stelsel aan colleges

gebeuren,

en

invalshoek van het rechts-

autoriteiten

ontwik-

indachtig

de

keld ter waarborging van de kwaliteit van zorg.

college of de autoriteit welke zij vertegenwoordigen.

Deze bijdrage behandelt de wenselijkheid van

In het navolgende worden vooreerst de belang-

het ontstane verkokerde en versnipperde stelsel.

rijkste rechtscolleges, autoriteiten en haar taak-

Wellicht is enige fragmentatie gewenst nu het

omschrijvingen besproken alvorens de vraag naar

gezondheidsrecht zich op een kruispunt begeeft

de wenselijkheid van de onderscheiden colleges te

alwaar vele juridische disciplines samenvallen. De

beantwoorden.

gezondheidsrechtadvocaat is in de eerste plaats een generalist die, onder meer, van doen krijgt met

De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ)

het bestuursrecht, civielrecht, strafrecht, medisch

De inspectie voor de gezondheidszorg neemt het

tuchtrecht en het mededingingsrecht. Of sterker,

overheidstoezicht op de volksgezondheid voor

misschien is de fragmentatie noodzakelijk gelet

een belangrijk deel voor haar rekening. Evenals de


Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: VWA) maakt zij deel uit van het

sche tuchtcolleges. Doorgaans bestaan de colleges uit twee juristen

Staatstoezicht op de volksgezondheid. De inspectie houdt toezicht op

en drie afgezanten met hetzelfde beroep als de beklaagde. Naast een

de kwaliteit, veiligheid en toegankelijkheid van de gezondheidszorg

vijftal regionale tuchtcolleges in Amsterdam, Den Haag, Eindhoven,

en bewaakt de rechten van patiënten. Deze rechten zijn hoofdzakelijk

Groningen en Zwolle is hoger beroep mogelijk bij het Centraal Tucht-

vervat in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst

college dat is gevestigd in Den Haag. Het arsenaal aan maatregelen is

(WGBO). Aldus doende bevordert de inspectie veilige, effectieve en

vervat in artikel 48 Wet BIG, maatregelen variëren van een waarschu-

patiëntgerichte zorg. De inspectie handelt vanuit het perspectief van

wing tot doorhaling in het BIG-register. Laatstgenoemde maatregel doet overigens erger vermoeden dan de

geen klachten, maar neemt meldingen in behandeling. De inspectie

concrete gevolgen in de praktijk. Aan de BIG-registratie is weliswaar

adviseert bewindspersonen en maakt ten opzichte van de zorgaanbie-

het recht verbonden een titel te voeren en voorbehouden handelingen

ders gebruik van advies, stimulans, drang en dwang als bijdrage aan

te verrichten, met het verlaten van de Wet Uitoefening Geneeskunst

verantwoorde zorg. De inspectie onderzoekt en oordeelt onpartijdig,

(hierna: WUG) en de introductie van de Wet BIG zijn de gevolgen te

deskundig, zorgvuldig en onafhankelijk van politieke kleur of heer-

overzien. Onder de WUG gold een algemeen verbod op de uitoefening

JFV In Casu - december 2009 -

zelf niet kan beoordelen of beïnvloeden. De inspectie behandelt zelf

27

de burger en richt zich op problemen die de betrokken burger vaak

van de geneeskunst, onder de Wet BIG geldt dit verbod niet langer. De arts kan na doorhaling in het register zijn cliënten blijven behandelen, zij het als homeopaat.

“Een veelheid aan

College van Medisch Toezicht Evenzo ingesteld bij de Wet BIG, is het College van Medisch Toezicht.5

autoriteiten en colleges

Ook dit college beoordeelt het individueel handelen van zorgverle-

constateerden naderhand

beroep het Centraal Tuchtcollege bevoegd is recht te spreken. Waarin

ners. Verwarrender nog wordt het met de constatering dat in hoger onderscheidt het College van Medisch Toezicht zich van de regionale tuchtcolleges? Dit eveneens in de wet BIG geregelde college kan ook

dat de incidenten nooit hadden mogen

zonder dat er sprake is van een individuele klacht voorzieningen treffen tegen beroepsbeoefenaren in de individuele gezondheidszorg, zij het slechts wegens ongeschiktheid voor het beroep op grond van bijvoorbeeld ziekte of verslaving aan drank of verdovende middelen.6 Mijns inziens is het overbodig voor zodanige misdragingen een apart

gebeuren. Een scherpe constatering.”

college in het leven te roepen. Scheidsgerecht gezondheidszorg Partijen dienen de bevoegdheid van het Scheidsgerecht tot geschillenbehandeling te zijn overeengekomen. In het algemeen geschiedt dit bij toelatings- of arbeidsovereenkomst. Ook bij CAO kan zijn verwezen naar het Scheidsgerecht. Verder kunnen partijen tot de bevoegd-

send zorgstelsel.3

heid van het Scheidsgerecht besluiten bij aparte overeenkomst. Het scheidsgerecht noemt zelf als belangrijk argument voor een onder-

Medische tuchtcolleges

scheiden college de deskundigheid van de arbiters op hun vakge-

De medische tuchtcolleges spiegelen het handelen van (aan tuchtrecht

bied.7 Het Scheidsgerecht is geheel thuis in de regelingen, gebruiken

onderworpen4) zorgverleners aan de tuchtnormen als vervat in de

en het jargon in de zorgsector. Overheidsrechtspraak is doorgaans

Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (hierna: Wet

openbaar.8 Bij arbitrage is de zitting doorgaans alleen toegankelijk

BIG). De normen zijn opgetekend in artikel 47 van genoemde wet. De

voor partijen en informanten van partijen.

normen zijn, anders dan strafrechtelijke delictsomschrijvingen, ruim geformuleerd. De beoordeling is dan ook minder technisch-juridisch,

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

meer waarde wordt gehecht aan het handelen conform de professi-

Met de introductie van marktwerking in de zorg medio 2006, is de

onele standaard. Deze op rechtspraak gefundeerde constatering is

behoefte ontstaan om een autoriteit in het leven te roepen teneinde

mede te verklaren aan de hand van de samenstelling van de medi-

de introductie van marktwerking te faciliteren. Met de Wet Marktor-

@


dening Gezondheidszorg (WMG) is de wetgever in de vorm van een

en de Hoge Raad een niet te verwaarlozen rol, met name bij civielrech-

zorgautoriteit aan die behoefte tegemoet gekomen. Zij vormt sinds 1

telijke en strafrechtelijke sanctionering.

JFV In Casu - december 2009 -

28

oktober 2006 de marktmeester voor de zorg. Zij heeft de opdracht goed werkende zorgmarkten te bevorderen en te bewaken. De belangen

Conclusie

van de consumenten staan centraal, doelstelling is dan ook toeganke-

Welnu, in hoeverre bieden de complexiteit, diversiteit en veelomvat-

lijke, betaalbare en goede zorg voor consumenten. De introductie van

tendheid van het gezondheidsrecht voldoende grondslag om het thans

marktwerking heeft voor zorgaanbieders en zorgverzekeraars meer

gefragmenteerde geheel aan autoriteiten en rechtscolleges te recht-

vrijheid en eigen verantwoordelijkheid gebracht. Regelgeving en vaste

vaardigen? Weliswaar is het gezondheidsrecht versnipperd; verkokerd

tarieven worden meer en meer losgelaten. Dat betekent echter niet dat

lijkt zij mij niet. Althans, niet in die zin dat de ouders Ramgoelam

er helemaal geen regels meer zijn en in het geheel geen verantwoor-

en de patiënten van Reijnen zouden zijn geholpen door een andere

ding meer hoeft te worden afgelegd. Als de belangen van de consu-

opzet. Taakomschrijvingen zijn blijkens de wet nauwkeurig afgestemd

ment in het gedrang komen, grijpt de Nederlandse Zorgautoriteit in.

en men lijkt zich bewust van de omkadering van bevoegdheden. Het separaat bestaan van verscheidene colleges en autoriteiten is

College voor zorgverzekeringen (CVZ)

noodzakelijk gelet op eerdergenoemde gronden. Rechtscolleges en

Het College voor zorgverzekeringen maakt het mogelijk dat iedereen

autoriteiten lijken zich parallel met de medici zelf te hebben geëvolu-

toegang heeft tot een betaalbaar basispakket dat voorziet in de

eerd en gespecialiseerd, overigens met eenzelfde doel: het optimaal

gezondheidszorg die noodzakelijk is. Daarmee waarborgt het college

bedienen van de clientèle, de klagers respectievelijk de patiënten. Een

dat iedereen van zorg is verzekerd. De problematiek omtrent zorgfi-

kleine nuance lijkt mij nodig ten aanzien van het College van Medisch

nanciering van illegalen komt daarmee ook voor haar rekening. Het

Toezicht. In haar drift tot reguleren en beheersen is de wetgever hier

college neemt een onafhankelijke positie in tussen het ministerie, de

doorgeschoten. Niettemin blijft de teneur dat fragmentatie in dezen geoorloofd is en een gerechtvaardigd doel dient. @

zorgverzekeraars, zorgaanbieders en patiënten(verenigingen).9 College sanering zorginstellingen (CSZ) Het College Sanering Zorginstellingen is een zelfstandig bestuursor-

1

H.J.J. Leenen & J.K.M. Gevers & J. Legemaate,

gaan op het terrein van de volksgezondheid. Het voert taken uit in

Handboek gezondheidsrecht. Deel 1. Rechten van

het kader van de Wet Toelating Zorginstellingen en de Wet Ambulance

mensen in de gezondheidszorg, Houten: Bohn Stafleu van Loghum 2007, p.20.

vervoer. Taken omvatten het begeleiden van de sluiting van zorginstellingen en het verstrekken van eventuele subsidies teneinde de

2 Artikel 48 lid 1 sub f Wet BIG jo. 300 Wetboek van Strafrecht (Sr.).

sluiting in goede banen te leiden. Daarnaast ziet het college toe op mutaties in onroerende zaken van zorginstellingen, zoals de verhuur,

3

<http://www.igz.nl/organisatie/missie>.

verkoop of het vestigen van een beperkt recht. Van het voornemen een

4 Blijkens 47 lid 1 sub b Wet BIG zijn aan

onroerende zaak te bezwaren of te vervreemden zijn zorginstellingen

tuchtrechtspraak onderworpen: de arts, tandarts,

gehouden melding te maken bij het college. Tevens kan de minister

apotheker, gezondheidszorgpsycholoog,

van het college verlangen dat zij bijzondere werkzaamheden verricht

psychotherapeut, fysiotherapeut, verloskundige en

of de regie neemt in specifieke zorggerelateerde processen.10

verpleegkundige. 5 Artikel 79 lid 1 Wet BIG.

Relevante commune colleges

6 Artikel 79 lid 2 Wet BIG.

Zoals gezegd is het gezondheidsrecht ruimer dan uitsluitend specifieke

7 <http://www.scheidsgerechtgezondheidszorg.nl/sg/

gezondheidsrechtelijke wetgeving. Het reilen en zeilen van zowel zorgverleners alsook zorginstellingen is tevens aan meer commune regelingen onderworpen. Derhalve spreken ook meer commune colleges zich uit over minder specifiek gezondheidsrechtelijk handelen. Zo dient de arts zich te conformeren aan zijn geheimhoudings- en dossierplicht waarop wordt toegezien door onder meer het college bescherming persoonsgegevens. Evenzo hebben zorginstellingen te

index.php?id=9>. 8 Artikel 27 Wetboek van burgerlijke rechtsvordering (Rv). 9 F.M. Noordam, Sociale zekerheidsrecht, Deventer: Kluwer 2006, p. 290. 10 B. Sluijters e.a., Tekst en commentaar, Gezondheidsrecht, Deventer: Kluwer 2008, p. 47.

maken met de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) die toeziet op eerlijke mededinging. Tot slot spelen ook de rechtbanken, hoven

NY


Dit zou wel eens je allerbeste investering kunnen worden.

De start van je carrière. Nysingh weet er meer van. We willen je vragen om een afspraak te maken met onze

ment uit je talent haalt. Dat zijn zaken die we niet in een

recruiter Loesje Frankfort: bel (055) 527 13 42. Dat kost je

advertentie duidelijk kunnen maken. Dus vragen we een

een paar belminuten en een uurtje van je tijd. Wat het je

kleine investering van je. Dat is misschien ongebruikelijk,

oplevert is een goed gesprek over je carrière. Een gesprek

maar het is wel geloofwaardiger dan advertentiekreten.

over hoe jouw talent past bij de kansen die wij bieden. Hoe

Daardoor kunnen we uiteindelijk vérder gaan dan wilde

we die kansen zó kunnen vormgeven dat je optimaal rende-

beloftes over je carrière. Daardoor weten we er meer van.

Nr. 1 in de Management Team 100! www.werkenbijnysingh.nl

NYS_76183_A4-Adv_Arbocom.indd 2

01-12-2008 15:23:46


Column Door Jorrit de Haan

Videocolleges In 2005 ben ik begonnen met mijn rechtenstudie in Groningen. Toentertijd waren er, voor zover ik me kan herinneren, geen videocolleges beschikbaar. Er is sindsdien veel veranderd.

Voor een aantal vakken die ik momenteel volg,

Verdwijnt het hoorcollege zoals we het kennen? In

worden videocolleges aangeboden en ik ken

een maatschappij waarin de meeste afwegingen zijn

niemand die er niet enthousiast over is. Als ik

gebaseerd op een kosten/baten analyse is het niet

iemand vertel dat ik over videocolleges mijn

ondenkbaar. Universiteiten hebben een beperkt

column wil gaan schrijven, is de eerste reactie

budget en het afschaffen van grote collegezalen

standaard: ‘Toch wel positief mag ik hopen?’. Nu

kan een hoop geld schelen. Hopelijk komt het niet

heb ik niet de illusie dat een negatieve column

zo ver, ik ga nu verder met Verbintenissenrecht kijken… @

van mij iets kan uitmaken qua beleidsvorming op faculteitsniveau maar het geeft aan dat studenten er snel aan zijn gewend en niet meer zonder willen. Ook ik wil niet meer zonder. Videocolleges zorgen ervoor dat je het college kunt volgen wanneer je maar wilt. Je hoeft niet door de regen naar Zernike, je hoeft bij een blokkade niet meer te kiezen tussen twee verschillende vakken en als je voor een tentamen studeert kun je dat ene onderdeel nog even bekijken dat je nog niet begrijpt. Momenteel studeer ik voor Verbintenissenrecht CS en voor het eerst maak ik hierbij gebruik van videocolleges. Hierdoor kan ik me op een heel andere manier voorbereiden op het tentamen. De colleges die ik ook in persoon heb gevolgd, speel ik af op snelheid anderhalf en de colleges die ik nog niet heb gezien, bekijk ik aandachtig. Omdat je de video op pauze kunt zetten, kun je veel netter en uitvoeriger collegeaantekeningen maken. Ook kun je rustig arresten opzoeken op internet of in de klapper lezen terwijl de video pauzeert. Als je een aandachtsdip hebt, ga je lekker iets anders doen en als je liever ’s avonds of juist vroeg in de ochtend studeert, behoort dat nu ook tot de mogelijkheden. Iedereen blij toch? Toch knaagt er iets aan me. Terwijl ik het niet goed kan uitleggen, schrijf ik hier dat studeren een stukje van haar charme verliest. Op deze manier wordt studeren ons weer een beetje makkelijker gemaakt. Kunnen we over vijf jaar samenvattingen downloaden van de hoorcolleges? En worden hoorcolleges over tien jaar in de kamer van de docent opgenomen? Kijken we over vijftig jaar nog steeds de hoorcolleges Rechtsgeschiedenis door professor Lokin?


In de advocatuur moet je weten waar je voor staat. En dat moet je zo kort en bondig mogelijk kunnen vertellen. Bij Simmons & Simmons hebben we daar een tool voor ontwikkeld. De EĂŠn Woord Sollicitatie. Hiermee dwing je jezelf tot een zo kort mogelijke omschrijving van je talent. Als je durft, dan mag je zelfs met dat ene woord bij ons komen solliciteren.

Innovatief

Emotioneel

Chaotisch

Initiatiefrijk

Smaakvol

Stressbestendig

Competitief

Sociaal

Intellectueel

Correct

Toegewijd

Geleerd

Fantastisch

Open

Creatief

Opvliegend

Leuk

IJdel

Sportief

Handig

Intens

Onhandig

Snel

Brutaal

Actief

Gestoord

Diplomatiek

Evenwichtig

Flexibel

Bedrijvig

Geordend

Vroom

Netjes

Onderhoudend

Waardevol

Ga snel naar werkenbijsimmons.nl

Ondernemend

Onafhankelijk

Wantrouwend

Sportief

Gedreven

Fanatiek

Pienter

Spiritueel

Opgewekt

Somber

Extravert

Eigenaardig

Introvert

Smetteloos

Perfectionistisch

Braaf

Vastberaden

Besluiteloos

Adequaat

Integer

Kalm

Apart

Optimistisch

Pessimistisch

Competent

Energiek

Sluw

Grondig

Streng

Volwassen

Innemend

Vreemd

Chaotisch

Gepassioneerd

Gevoelig

Hard

www.werkenbijsimmons.nl


Student and the city Door Tetske Welling

Echte burenliefde Één op de acht inwoners van Groningen is student. De

lijke campagne veranderd. In 2009 is de campagne

andere zeven inwoners zijn dus – inderdaad – stadjers.

‘Leven in Stad’ van start gegaan. Hierbij ligt de nadruk

In onze kring van bekenden komen er maar weinig voor

meer op de informatiefunctie, het laat zien hoe student

maar we weten allemaal dat ze er zijn. Dat merk je in

en stadjer samen leven in Groningen. Door simpele

de Herestraat, op de markt, bij thuiswedstrijden van FC

vragen als “Hoeveel studenten wonen er eigenlijk in

Groningen en op de sporadische zaterdagnacht die je

de stad?” en “Hoeveel studentenpanden zijn er in

in de Rumba doorbrengt. Toch is Groningen een echte

Groningen?” onder de aandacht te brengen hoopt de

studentenstad, zo erkent ook de gemeente Groningen.

gemeente Groningen voor wat meer begrip tussen de

Al diverse acties heeft ze gevoerd om de stadjers en

twee verschillende leefgroepen.

studenten dichter bij elkaar te brengen, burenliefde op te wekken. Ook dit jaar is er weer een campagne

Wist je dat…

gestart: ‘Leven in stad’.

… een aantal jaar geleden de norm voor een maximum aantal studentenhuizen per wijk weer is aangenomen? Sinds 2008 staat hij op vijftien procent per straat. Dit uitgezonderd de binnenstad vanwege het bijzondere karakter.3

Als je bedenkt dat er van de 50.000 studenten die Groningen rijk is ongeveer 25.000 in de stad wonen, tegen een kleine 40.000 stadjers, dan snap je waarom Groningen een studentenstad genoemd wordt.1 Vele studentensteden kennen een campus bij de universiteit, maar hier in Groningen leven student en stadjer gewoon naast elkaar. Dit kan heel gezellig zijn, maar vaker zorgt het juist voor problemen en overlast. Harde muziek, veel vrienden over de vloer, lawaai tot in de vroege uurtjes; het wordt allemaal natuurlijk niet toegejuicht door de buurman die weer vroeg op moet. Daar staat tegenover dat wij als studenten ook met een scheef oog naar de stadjers kijken. Want zo erg zijn we toch helemaal niet?

… stadjers zich minder lijken in te (willen) zetten voor beter contact met studenten dan studenten met buurtbewoners? In cijfers: 69 procent ‘niet’ tegen 39 procent ‘niet’. Studenten zeggen vaker zich op dit moment al in te zetten voor beter contact dan de stadjers (ca. 3 procent tegen 5 procent). Adviezen aan de gemeente zijn: meer fietsenrekken bij de huizen, studenten meer over de stad verspreiden (tip van de stadjers) en studenten niet te snel de schuld geven van allerlei overlast: ook niet-studenten veroorzaken overlast (tip van de studenten).4

Campagne voeren

… de gemeente via verschillende ludieke acties de

Om de verhoudingen en het begrip tussen de stadjers

inwoners van Groningen dichter bij elkaar probeert

en studenten te verbeteren is de gemeente Groningen

te brengen? Zo is in september in de Bloemsingel een

in 2005 gestart met het voeren van campagne. Voor

barbecue voor alle buurtbewoners georganiseerd.5

die tijd bestond de regel dat slechts negen procent

Hoewel sommige stadjers daar van mening waren dat

van de woningen in een wijk bestemd mocht zijn voor

de vele studenten in de wijk de identiteit van de buurt

kamerverhuur. Deze norm is vanwege de toenemende

aantasten, was het toch erg leuk om elkaar even te ontmoeten. Da’s pas echte burenliefde. @

vraag naar kamers geschrapt. Om toch de leefbaarheid van de wijken te waarborgen, is de gemeente begonnen met de campagne ‘Normaal doen, Ja!’.2 Deze campagne zou inwoners van Groningen meer bewust maken van elkaars verschillende levensstijlen met het doel om stadjers en studenten aan te sporen rekening met elkaar te houden. Daarnaast maakte de gemeente

1 Leven in Stad <www.leveninstad.nl/nl/ hoofdmenu/leven-in-stad>. 2 Leven in Stad, de campagne <www.

hiermee de rechten en plichten van student en wonin-

leveninstad.nl/hoofdmenu/de-campagne/

geigenaar duidelijk en werd veilig wonen gepromoot.

geschiedenis>.

Naast de naam van de campagne waren vooral de

3 Leven in Stad, straten op slot <www.

actieposters reden voor veel kritiek. De campagne

leveninstad.nl/nl/hoofdmenu/leven-in-

was aanvankelijk vooral gericht op de Groningse

stad/straten-op-slot>.

studenten: typisch studentengedrag werd uitvergoot in

4 Leven in Stad, opiniepeiling ‘Overlast’,

de campagnebeelden. Dit had een onbedoeld negatief

<www.leveninstad.nl/nl/hoofdmenu/

effect: studenten en stadjers werden tegenover elkaar gezet juist omdat de campagne de vooroordelen rond studenten versterkte. Studentenorganisaties waren

pagina>. 5 RTV Noord, Student en Stadjer samen bij de barbecue, 12-09-09, <www.rtvnoord.nl/

niet blij met het negatieve beeld dat de campagne

nieuws/indexwm.asp?actie=totaalbericht&

over studenten schiep en mede door de kritiek die zij

pid=84878>.

leverden, is de naam en de insteek van de gemeente-


Sinds 18 september jongstleden heeft Groningen

hij de 186.000 inwoners van Groningen op zich meer

Peter Rehwinkel als nieuwe burgemeester gekregen.

betrokken te gaan voelen bij de gemeenschap. De

Rehwinkel werd bekend in de nationale politiek

aandacht voor het algemene belang moet worden

als onder meer Eerste en Tweede Kamerlid en als

vergroot zodat mensen weer verder kijken dan alleen

oud-burgemeester van Naarden. Hij heeft rechten

hun eigen belangen.4 Een citaat uit de toespraak:

gestudeerd in Groningen en studeerde af in de richting Juridische bestuurswetenschappen in 1986. Hij bleef aan de faculteit verbonden en promoveerde in 1991.1

“Ik wil, voor zover dat in mijn macht ligt, maatschappelijke onvrede in deze stad voorkomen. Hopelijk zal dat in politiek opzicht – en dus ook bij verkiezingen in de komende jaren – zichtbaar zijn. Gezamenlijk staan we voor de taak om deze stad niet naar de

“Gezamenlijk staan we voor de taak om deze stad niet naar

knoppen te laten helpen door politici die alleen maar maatschappelijke onvrede willen exploiteren! Juist in een tijd van economische crisis verwacht ik dit gevoel van verantwoordelijkheid.”5 Het is mij niet volkomen duidelijk op wie de term

de knoppen te

’politici die alleen maar onvrede willen exploiteren’

33

Door Jorrit de Haan

Peter Rehwinkel

duidt. Als het naar de landelijke politiek verwijst, zou

laten helpen”

het een sneer naar Geert Wilders kunnen zijn, maar ik

JFV In Casu - december 2009 -

Personae

ken geen plannen van Wilders die Groningen naar de knoppen willen helpen. Als het op lokale politici duidt, lijken mij dit grote woorden voor iemand die pas net als burgemeester is geïnstalleerd.

De naam Peter Rehwinkel levert verschillende titels

Na het lezen van de speech wordt wel duidelijk dat een

op als je hierop zoekt in de catalogus van de RUG.

begane en bevlogen Groninger is teruggekeerd naar zijn

De titel van zijn proefschrift is ‘De minister-president

stad. De komende jaren zullen uitmaken of hij het net zo lang volhoudt als zijn voorganger. @

eerste onder gelijken of gelijke onder eersten?’. Verder heeft hij een bijdrage geschreven voor Publikaties van de Staatsrechtkring met als titel: ‘De positie van de minister-president’ en in 2004 kwam een boek uit over de echtgenotes van onze premiers: ‘Getrouwd met de premier: de first lady’s van Nederland in veertien portretten’. De meeste van zijn publicaties hebben betrekking op onze minister-president. Als we er vanuit mogen gaan dat de onderwerpen van deze titels een grote interesse of zelfs ambitie van onze burgemeester illustreren, kunnen we van Rehwinkel nog veel verwachten. Zoals al eerder aangegeven, behandelt Rehwinkels proefschrift de staatsrechtelijke positie van de ministerpresident, aan welke pas in 1983 grondwettelijke basis

1

werd verschaft.2 Hij concludeert onder meer dat er weinig

2 J.P. Rehwinkel, ‘De minister-president

<nl.wikipedia.org/wiki/Peter_Rehwinkel>.

kans bestaat dat in Nederland de minister-president

eerste onder gelijken of gelijke onder

of de kabinetsformateur ooit rechtstreeks zal worden

eersten?’, Zwolle: W.E.J. Tjeenk Willink

verkozen. Als belangrijkste reden draagt hij daarvoor

1994, p. 245.

aan dat onze politiek wordt gekenmerkt door stevig

3 Idem, p. 249.

gefundeerde politieke partijen die worden geleid door

4 <gemeente.groningen.nl/algemeen-

een daarbinnen gevormde elite.3

nieuws/2009-09/toespraak-peterrehwinkel-bij-zijn-installatie-als-

Op 18 september is Rehwinkel in een bijzondere vergadering van de gemeenteraad geïnstalleerd als burgemeester van onze stad. In zijn toespraak roept

burgemeester-groningen>. 5 Idem.


Herbesproken

Wiet als medicijn: thuis telen of niet?

Door Leonie Ettema

Al jaren lijdt Wim Moorlag aan Multiple Sclerose. Dit is een aandoening in het centrale zenuwstelsel, waarbij ook lichaamseigen weefsel wordt aangevallen. Bij de ziekte kan een verscheidenheid aan klachten optreden. Om enkele van die verschijnselen, zoals oververmoeidheid en spasmen draaglijker te maken, is Moorlag thuis wiet gaan kweken. Vervolgens worden hij en zijn vrouw vervolgd ter zake van artikel 3 Opiumwet. Hoe oordeelt de rechter hier over? Is hier sprake van een uitzonderingsgeval en mag Moorlag daarom zijn eigen wiet telen? Of moet er een veroordeling volgen en is hij aangewezen op de legale weg voor verkrijging ervan? De veroordeling in eerste aanleg Tijdens de gehele procedure wordt zowel Moorlag als

juncto artikel 8 lid 1 onder a van de Opiumwet al een

zijn vrouw vervolgd ter zake van artikel 3 Opiumwet:

mogelijkheid is geschapen om onder het verbod van

het telen, bereiden, bewerken of verwerken van

artikel 3 Opiumwet uit te komen. Vanwege het feit

cannabis dan wel het aanwezig hebben daarvan.

dat verdachte van deze mogelijkheid geen gebruik

Op grond van artikel 6 juncto artikel 8 lid 1 onder

heeft proberen te maken, is de gegeven redenering

a van de Opiumwet kan van dit verbod ontheffing

onvoldoende om aan te nemen dat het hier om een

worden verleend.

uitzonderlijk geval gaat.

De twee afzonderlijke vervolgingen worden tijdens de procedure praktisch niet van elkaar onderscheiden. Hier zal alleen de zaak Moorlag worden aangehaald omdat deze voldoende illustratief is. In eerste aanleg is een beroep gedaan op een tweetal strafuitsluitingsgronden. Primair op het ontbreken van de materiële wederrechtelijkheid en subsidiair op overmacht in de zin van noodtoestand. Wil het eerste beroep slagen, dan zal moeten worden aangetoond dat door het overtreden van de strafrechtelijke norm de doelstelling ervan beter wordt nageleefd dan door het houden aan die norm. Om tot dit bewijs te komen wordt aangevoerd dat de overtreding, bezien vanuit het standpunt van de maatschappij of de rechtsorde zo een tastbaar voordeel oplevert dat dit opweegt tegen het

“Er wordt dus met behulp van overmachtnoodtoestand een uitzondering op de wettelijke uitzondering gemaakt.”

nadeel van strijd met de Opiumwet.1 Aangezien zijn handelen een voordeel voor de rechtsorde oplevert, gaat het hier, aldus verdachte, om een uitzonderlijk geval dat de wetgever vermoedelijk niet heeft voorzien maar waarvoor de wetgever, had

Het tweede verweer, het beroep op overmacht-

hij het wel voorzien, een uitzonderingsbepaling zou

noodtoestand, komt hierna uitgebreid aan de

hebben gemaakt of had behoren te maken.2

orde, omdat daarop ook in appel een beroep wordt

De rechter verwerpt dit beroep omdat er in artikel 6

gedaan. Hier kan worden volstaan met de vermelding


“De Hoge Raad vermeldde echter wel dat het hier om een hoge uitzondering gaat. Wat is dan de grote winst van het arrest?”

van het feit dat de Rechtbank ook deze strafuitsluitingsgrond heeft

verleend. Op dezelfde gronden als het hof, die volgen uit de

verworpen. Daar ook het ten laste gelegde bewezen en gekwalificeerd

deskundigenverklaringen, neemt de Hoge Raad de uitzonderlijke

kan worden, komt de rechter aldus tot een veroordeling. In de ogen

omstandigheden aan die nodig zijn om deze mogelijkheid opzij te

van de Rechtbank mag Moorlag dus niet thuis zijn eigen wiet kweken.

zetten. Er wordt dus met behulp van overmacht-noodtoestand een uitzondering op de wettelijke uitzondering gemaakt.

To be continued.. Nu eenmaal een beroep op overmacht-noodtoestand ter zake van artikel 3 van de Opiumwet is gehonoreerd, ondanks de ontheffingsmogelijkheid van artikel 6 juncto artikel 8 van diezelfde wet, zet dit de deur op een kier voor soortgelijke gevallen. De Hoge

gaat. Wat is nu dan de grote winst van het arrest? Naar aanleiding ervan heeft D66 in samenwerking met de advocaat in hoger beroep en in cassatie, mr. W. Anker, een initiatiefvoorstel van wet opgesteld. In september 2009 is dit bij de Tweede Kamer ingediend.5 Het voorstel moet er allereerst voor zorgen dat er meer cannabissoorten op legale wijze kunnen worden verkregen, omdat per patiënt verschilt welke soort het meest effect heeft. Daarnaast wordt beoogd dat het gebruik

Overmacht-noodtoestand

van medicinale cannabis in grotere mate dan wel geheel door de

Zoals reeds vermeld, wordt zowel in eerste aanleg als in appel een

verzekeraar wordt vergoed, zodat het voor meer mensen een haalbaar

beroep gedaan op de strafuitsluitingsgrond overmacht in de zin van

middel wordt.

noodtoestand. Aangevoerd wordt dat er sprake is van een conflict van plichten. Enerzijds de plicht om de strafwet, in casu de Opiumwet, niet

Conclusie

te overtreden. Anderzijds het recht op een dragelijk en menswaardig

In de onderhavige casus werd Wim Moorlag ontslagen van alle

bestaan en de daaruit vloeiende plicht om alles in het werk te stellen

rechtsvervolging ter zake van artikel 3 van de Opiumwet. De Hoge Raad

om onnodig lijden te voorkomen en de kwaliteit van het leven zo goed

oordeelde dat zijn geval in zo’n hoge mate uitzonderlijk was dat een

mogelijk te laten zijn.3

beroep op overmacht in de zin van noodtoestand gehonoreerd moest worden, zodat zijn overtreding van de Opiumwet gerechtvaardigd was.

Om een goed oordeel te kunnen vellen, hoort het Hof Leeuwarden

Hiermee creëerde de Hoge Raad dus een uitzondering op de wettelijke

een aantal deskundigen. Uit die verklaringen blijkt dat de verdachte

uitzondering zoals neergelegd in artikel 6 juncto artikel 8 van de

precies die cannabissoort heeft geteeld welke een positieve uitwerking

genoemde wet. Ondanks dat deze regel slechts bij hoge uitzondering

heeft op zijn ziekte en er, mede daarom, geen redelijk alternatief

wordt toegepast, heeft het arrest wel tot een initiatiefvoorstel van

voor hem is. Op die gronden oordeelt het Hof dat er sprake is van

wet geleid. Terwijl de toekomst dus ook betere tijden voor andere

bijzondere omstandigheden die de gemaakte keuze om de Opiumwet

chronisch zieken in het verschiet heeft, mag Moorlag gewoon thuis zijn eigen wiet blijven telen. @

te overtreden, rechtvaardigen. Derhalve ontslaat het Hof de verdachte van alle rechtsvervolging. In cassatie blijft het oordeel van het hof in stand. Het uitgangspunt van de Hoge Raad is dat uitzonderlijke omstandigheden in een

1

individueel geval kunnen meebrengen dat een beroep op overmacht-

2 Rb. Assen 5 mei 2005, LJN AT5002.

Rb. Assen 5 mei 2005, LJN AT5002.

noodtoestand een overtreding van artikel 3 Opiumwet rechtvaardigt.

3 Hof Leeuwarden 17 oktober 2006, LJN AZ0253.

Bij een wettelijke mogelijkheid om onder dat verbod uit te komen, is

4 HR 16 september 2008, LJN BC7923.

een beroep op deze strafuitsluitingsgrond mogelijk, maar dit wordt

5 <www.msresearch.nl> link naar ‘nieuws’, dan naar

slechts bij hoge uitzondering aanvaard.4

‘persberichten’, ‘D66 presenteert initiatiefnota medicinale canabis’.

In casu is sprake van zo een wettelijke mogelijkheid vanwege de eerder genoemde ontheffing die door de minister kan worden

JFV In Casu - december 2009 -

gaat, zodat er slechts in beperkte mate een algemene werking van uit

35

Raad vermeldde echter wel dat het hier om een hoge uitzondering


In Casu Rogat Door Pieter Kruijt

‘Baas, wat doet u nu?’ Ieder heeft zo zijn eigen mening erover, maar één ding is zeker: je accepteert van een selecte groep personen dat deze in je billen knijpt. Ieder normaal denkend mens weet dat voor iemand die daar niet van gediend is, billenknijpen intimiderend is. Maar is het gewoon een feitelijke handeling of is het ook seksueel getint? Dit kan natuurlijk bekeken worden vanuit de interpretatie van het slachtoffer. Echter heeft de hoogste rechter besloten dat dit ligt aan de intentie van de knijper.

Wat gebeurde er? Op een kerstborrel van de

de gedraging volgens de dader als grap bedoeld

Leprastichting in 2002 kneep de directeur bij

was. Tot op het moment van de uitspraak was er

het binnenkomen van de recreatiezaal een

een grijs gebied tussen de gewenste en ongewenste

mannelijke werknemer in zijn billen. Daarbij sprak

handeling. Hierdoor kon enkel de maatstaf gelegd

hij eveneens het woord ‘darkroom’ uit. De ruimte

worden bij de individuele interpretatie. Dus niet hoe

was slecht verlicht en het slachtoffer voelde zich

de aandacht was bedoeld.

geschonden in zijn integriteit. Door deze actie was de werkverhouding dusdanig verstoord dat

Gezien het feit dat mensen een casus als

verdere samenwerking niet meer mogelijk was. Op

bovenstaand makkelijker interpreteren als seksuele

verzoek van het slachtoffer heeft de kantonrechter

intimidatie en de rechter juist de zaak aanschouwt

te Amsterdam bij beschikking van 24 december

vanuit de intentie van de dader, zal deze uitspraak

2003

niet voor een ieder aanvaardbaar zijn.

de

arbeidsovereenkomst

tussen

de

Leprastichting en het slachtoffer ontbonden met ingang van 1 februari 2004. Daarbij werd tevens een

Nu leek het mij interessant om naar het inzien

ontbindingsvergoeding van € 100.000 bruto aan de

van een persoon die niet werkzaam is op juridisch

eiser toegekend.

vakgebied, zijn mening te geven over de volgende stelling: ‘Billenknijpen op de werkborrel is geen

In de beschikking werd hij in de gelegenheid

seksuele intimidatie.’ De keuze viel op professor

gesteld om zijn ontbindingsverzoek in te trekken,

dr. P.J. de Jong, hoogleraar klinische psychologie

waarvan hij alsnog gebruik van heeft gemaakt.

aan de Rijksuniversiteit Groningen. Na telefonisch

Uiteindelijk is op verzoek van de Leprastichting de

contact met de heer De Jong bleek al snel dat hij

werkverhouding door de kantonrechter ontbonden.

het niet eens was met de uitspraak. De visie van de

Dit alles liep uit tot een lange slepende procedure

rechter hoeft niet altijd de juiste te zijn en het betreft

waarbij de vraag beantwoord moest worden of

hier dan ook een moeilijk onderwerp die vanuit

er sprake was van seksuele intimidatie die de

verschillende maatschappelijk verantwoorde visies

verstoorde werkverhouding heeft veroorzaakt.

beantwoord kan worden.

De hoogste rechter moest zich uiteindelijk uitlaten intimidatie. De werknemer meende dat het niet van

In de billen knijpen tijdens een werkborrel is zonder twijfel een vorm van seksuele intimidatie

belang was of het incident al dan niet een seksuele

Billen behoren net als borsten, binnenkant van

lading had, het ging erom hoe hij de handeling

de dijen en geslachtsorganen tot de zogenaamde

had opgevat. In de uitspraak van de Hoge Raad1

primaire erotogene zones. Zones die in de context

werd bepaald dat ervaring van het slachtoffer niet

van een intieme relatie door aanraking of streling

doorslaggevend is.

leiden tot (vergroting van) seksuele opwinding. In

over de vraag of er hier sprake was van seksuele

het alledaags contact wordt aanraking van dergelijke Het hangt volledig van de omstandigheden van het

zones als regel strikt vermeden. Het onbedoeld

geval af. In deze zaak staat de bedoeling van de

aanraken van dergelijk gebieden geeft bij de meeste

dader centraal. Het is wel degelijk van belang dat

mensen dan ook aanleiding tot gevoelens van gene


en niet zelden ook tot vertonen van een blos. Signalen die laten zien

de ernst van het gedrag primair te beoordelen vanuit het perspectief

dat je je realiseert een sociale norm te hebben overtreden en dat je je

van de vrouw onafhankelijk van de door de ‘dader’ verwoorde

37

daarvoor schaamt.

motieven. Gezien de grote lijdensdruk bij de slachtoffers en de grote

JFV In Casu - december 2009 -

maatschappelijke kosten zouden professionele organisaties er alles Binnen een consensuele seksuele relatie heeft aanraking van die

aan moeten doen de (mannelijke) medewerkers er van te doordringen

gebieden een functie in het creëren van intimiteit, een doorgaans

dat seksuele toespelingen, grappen en aanrakingen not done zijn en

bepalende factor in een bevredigende seksuele relatie. In zo’n

voortvloeien uit geborneerde opvattingen rond sekseverschillen. Een

context is er altijd sprake van betrokkenheid op de ander, instemming

werkborrelcontext waarin al veel seksueel getinte grappen en avances

door de ander en gelijkwaardigheid tussen betrokkenen. Wanneer

zijn gemaakt kan dan ook moeilijk als verzachtende omstandigheid

dergelijke aanrakingen plaatsvinden in de werkcontext zijn er heel

worden aangemerkt voor het ongevraagd en ongewenst aanraken

andere motieven aan het werk en is er doorgaans geen sprake van

van/knijpen in lichaamsdelen van (vrouwelijke) collega’s. Sterker

actieve instemming noch van gelijkwaardigheid. In de werkcontext

wanneer dergelijke grappen en een dergelijke vrouw-onvriendelijke

wordt dit type gedrag vrijwel uitsluitend door mannen vertoond en

sfeer kennelijk door de leidinggevenden wordt gesanctioneerd draagt

jegens personen (doorgaans vrouwen) die zich in een afhankelijke of

de organisatie bij aan het creëren van een sfeer die de drempel voor

hierarchisch ondergeschikte positie bevinden. Het gedrag is dan ook

seksuele intimidatie verlaagt.

niet ingegeven om intimiteit te creëren en gaat niet uit van een positieve betrokkenheid maar veel eerder om macht te laten gelden of te verkrijgen. Het vermoeden of de wetenschap dat de ander de aanraking niet zal wensen is dan ook eerder een stimulans dan een factor die de persoon er van zal weerhouden iemand in de billen te knijpen.

“onbenullige incidenten”

Onderzoek heeft laten zien dat “daders” van dit soort gedrag als regel relatief autoritaire mannen zijn met een sterke wens tot mannelijke dominantie. Het ongevraagd en ongewenst knijpen in billen lijkt dan ook vooral ingegeven om vrouwen duidelijk te maken waar hun plaats is. In overeenstemming hiermee blijken juist relatief jonge vrouwen

Kortom mensen (rechters) en organisaties die het knijpen in de billen

en vrouwen die zich niet wensen te conformeren aan traditioneel

van collega’s afdoen als onbenullige incidenten miskennen de impact

stereotyp submissief vrouwenrolgedrag een groot risico te lopen

van dergelijk gedrag op de individuele slachtoffers en miskennen

ongewenst te worden geknepen door (mannelijke) collega’s. Wat

het feit dat dergelijk gedrag voortvloeit uit en bijdraagt aan een

derhalve als een paal boven water staat is dat wanneer dit type gedrag

uiterst onwenselijke vrouwvijandige werksfeer. Zolang het kennelijk

wordt gebagatelliseerd het bijdraagt aan een werksfeer die seksuele

voor sommigen nog een vraag is of het knijpen in billen tijdens een

intimidatie in de hand werkt en de gelijkwaardige ontplooingskansen

werkborrel wel kan/moet worden gezien als seksuele intimidatie, is er nog een wereld te winnen. @

van vrouwen bruuskeert. Of een incidentele kneep in de billen aanleiding zou moeten kunnen zijn voor vervolging is iets wat van geval tot geval zal moeten worden bekeken. Mannen vinden als regel dat de ernst van dit type gedrag erg wordt overdreven. Vrouwen daarentegen rapporteren juist dat de ernst wordt onderschat. Onderzoek maakt aldus duidelijk dat mannen en vrouwen hier heel anders over denken. Zeker wanneer het ‘slachtoffer’ een vrouw is, lijkt het dan ook van belang

1

Hoge Raad 10 juni 2009, LJN BI4209.


Achter de deur van Door Luuk Wieringh

Philosophiae Doctor; de internationale promovendus Werd in voorgaande edities van de rubriek ‘achter de deur van’ voornamelijk aandacht besteed aan Nederlandse promovendi en het onderzoek dat aan de rechtenfaculteit wordt verricht; dit maal gooien we het over een andere boeg; de PhD-student en de faculteit gedrags- en maatschappijwetenschappen. Het doel van de PhDstudent is het behalen van de titel PhD, dit door te promoveren aan een universiteit. Indien de student hierin slaagt, mag de titel Doctor of Philosophy gevoerd worden, afgekort PhD (Philosophiae Doctor). Deze titel is niets meer of minder dan de Anglo-Amerikaanse variant op de Nederlandse titel doctor.

Nederland als buitenland Hoe is het om te promoveren in het buitenland? Ik vroeg het Catalina Lomos, inmiddels halverwege het promotietraject. Ze vertelt ons over de initiële cultuurschok die ze ondervond, het onderzoek dat ze verricht en haar ervaringen met Nederland in het algemeen.

Even voorstellen My name is Catalina Lomos, I am 30 years old and I am from Romania. I am currently a PhD student at RUG. I realized this is how I introduce myself

“You are mainly looking for

lately.... I came to Groningen for the first time in February 2003 with an Erasmus scholarship. I stayed for only three months and I loved it. It was a very interes-

effects and effectiveness,

ting experience, considering it was also my first trip outside Romania, to Western Europe. I know this sounds strange for Dutch people, but it was normal at that time, for a fresh ex-communist country. After 2003, I kept coming back to Groningen, in 2004 with a Nuffic research scholarship and in 2005 for a two-year research master program. I know I have mentioned “scholarship” a few times, but this is still the only way for Romanian students to study in Western Europe. Therefore, I finished the Research Master in 2007 and started my PhD. I will continue studying in Groningen until September 2011, when I will finish the four-year PhD program.

with the goal of improving students’ achievement.”


39 JFV In Casu - december 2009 -

Het onderzoek I still did not mention my field of research. My professional educa-

we will succeed. This means time behind the computer and a lot of

tion is in Human Behavior in Social Contexts and my research topic

love and understanding for quantitative research methods! Neverthe-

is Education. I am part of GION, the research institute in education,

less, you can also go out there and talk with the teachers, hear what

here in Groningen. Nevertheless, maybe you are wondering what it

they think, and add some qualitative investigation to your project. The

means to do a PhD in education. You are mainly looking for effects

main challenge begins when you have to publish your work in good

and effectiveness, with the goal of improving students’ achievement.

educational journals, to make sure your results are read and made use

Based on your readings and your scientific creativity, you can inves-

of! I do believe in evidence-based education, which implies that all the

tigate something old or new and discover how you can develop it to

changes in education should be supported by empirical evidence. This

increase school and students’ performance. In plain English, my topic

belief gives me the certainty that my work is very important!

is about teachers in secondary education (VMBO and HAVO/ VWO) and a particular type of teacher collaboration, named professional

De toekomst

community. My supervisors and I hypothesized, based on previous

To go back to my initial cultural shock, I believe Groningen is a very

empirical evidence, that teachers working together in professional

interesting and alive young city. I like Dutch people for their relaxed

communities in their schools would help students perform better. By

attitude and for their understanding of human nature, if you know

now, we have measured the frequency of their work together and we

what I mean... However, I do have to say that I am dreaming of the

are trying to establish if it improves student achievement. Considering

days when you can stop by unannounced and live a free life without agendas and appointments! But I guess this is just my dream! @

that we prefer to use quantitative methods of research to test our hypotheses, we are counting on large datasets of teachers and students and hoping that, applying the most sophisticated research methods,


Juridisch Actueel Door Eveline van Rhijn

Het Verdrag van Lissabon: hot or not? Wie de afgelopen jaren het nieuws een beetje gevolgd heeft, weet één ding zeker: de Europese Unie en haar perikelen blijven hot news. Zeker nu we in een tijd leven waarin samenwerking tussen relatief kleine staten van cruciaal belang is om serieus te worden genomen door grootmachten als de Verenigde Staten en China.1 Met het Verdrag van Lissabon wordt onder andere getracht dit Calimerocomplex verder tegen te gaan en de Europese Unie doelmatiger en democratischer te maken. In dit artikel zullen de totstandkoming en de hoofdpunten van het Verdrag besproken worden.

Het Verdrag van Lissabon dankt zijn naam aan de

februari 2003 deed men, met de inwerkingtreding

stad waar de regeringsleiders van de 27 EU-lidstaten

van het Verdrag van Nice, wederom een poging

op 13 december 2007 overeenstemming bereikten

om het EU-bestuur te hervormen.3 Dit in verband

over de hervorming van het EU-bestuur. Het

met de toetreding van twaalf nieuwe lidstaten. De

‘Hervormingsverdrag’, zoals het ook wel genoemd

omvang van de Europese Unie was nu bijna verdub-

wordt, voorziet in een herziening van de verdeling

beld en dat vroeg in nog grotere mate om een

van bevoegdheden, de stemverhoudingen en de

grondige herziening van de Europese Unie. Echter

werkwijze van de Europese Unie.2 Het Verdrag van

ook deze keer liep dat stuk op onenigheid tussen

Lissabon is de opvolger van de in 2005 afgewezen

de lidstaten. Daarom besloot men om, in oktober

Europese Grondwet. De afgelopen jaren hebben

2004, een Grondwet voor Europa voor te stellen

regeringen van de lidstaten onderling en met de

aan de lidstaten. Het Verdrag tot vaststelling van

kiezers behoorlijk overhoop gelegen. Men was het

een Grondwet voor Europa werd echter door zowel

er over het algemeen over eens dat er een nieuw

Frankrijk in mei 2005, als Nederland in juni 2005,

verdrag moest komen dat ervoor moet zorgen dat

per referendum verworpen.4 Er volgde een reflec-

de Europese Unie doelmatiger en democratischer

tieperiode van ruim twee jaar, waarna gehoor werd

wordt. De manier waarop dit moet gebeuren, bleek

gegeven aan verschillende kritiekpunten van niet

echter een heikel punt van discussie.

alleen Frankrijk en Nederland, maar ook Polen, Tsjechië en het Verenigd Koninkrijk. De ‘grondwet’ werd

Het pad der verdragen

bij de vaststelling van het Verdrag van Lissabon in

De moeizame weg van de Europese Unie naar een

2007 ontdaan van haar eurostatelijke symboliek. De

efficiënt bestuur begon zo’n twintig jaar geleden

naam, vlag en hymne kwamen te vervallen. Boven-

met de val van de Berlijnse muur op 9 november

dien werd men terughoudender met de overdracht

1989. Daarna, in november 1993, trad het Verdrag

van bevoegdheden van de lidstaten naar de Euro-

van Maastricht in werking. Hierin werd de Economi-

pese Unie. Dit laatste houdt onder andere in dat

sche en Monetaire Unie (EMU) opgericht en gingen

nationale parlementen meer mogelijkheden hebben

Europese staten politiek gezien nauwer samen-

om Europese wetgeving tegen te houden. Ierland is

werken. In het Verdrag van Maastricht werd echter

het enige land dat over het Verdrag van Lissabon een

nog geen rekening gehouden met de belangstelling

referendum heeft gehouden. Nadat de Ieren in juni

uit Midden- en Oost-Europa voor betere samenwer-

2008 tegen het Verdrag hadden gestemd, hebben er

king tussen Europese staten. In het Verdrag van

wederom enkele wijzigingen plaatsgevonden in het

Amsterdam, dat in mei 1999 in werking trad, lukte

Verdrag, waaronder de afspraak dat de Europese

het maar gedeeltelijk om de Europese Unie klaar te

Commissie niet wordt verkleind, zodat elke lidstaat

stomen voor toetreding van landen in Midden- en

het recht houdt een lid voor te dragen.5 Bovendien

Oost-Europa. Wegens onenigheid werd de bijbe-

is opnieuw bevestigd dat Ierland zelf kan beslissen

horende institutionele hervorming uitgesteld. In

over belastingen, abortus en defensie.6 Uiteindelijk


heeft de Ierse bevolking in oktober 2009 toch het jawoord gegeven

De voorzitter zal door de lidstaten gekozen worden. Bovendien

aan een Europees huwelijk met de 26 andere lidstaten.

worden de huidige Hoge Vertegenwoordiger en de eurocommissaris van buitenlandse zaken vervangen door een Hoge Vertegenwoordiger

Het Verdrag van Lissabon treedt in werking als alle 27 EU-lidstaten

van de Europese Raad voor het buitenlands en veiligheidsbeleid.

het hebben geratificeerd. De laatste twee landen die dit nog moesten

Deze mag de Europese Unie alleen vertegenwoordigen als het onder-

doen, waren Polen en Tsjechië onder leiding van hun eurosceptische

werpen betreft waar de lidstaten het allemaal over eens zijn.13 De Hoge

presidenten. In beide landen had het parlement al met het Verdrag

Vertegenwoordiger van de Europese Raad voor het buitenlands en

ingestemd maar weigerde de presi-

veiligheidsbeleid wordt tevens

dent het Verdrag te ondertekenen.

vicevoorzitter van de Europese

In oktober 2009 heeft de Poolse

Commissie. Het takenpakket

toch

zijn

Kaczynski

uiteindelijk

handtekening

gezet.

“Nieuw in het Verdrag

van de vaste voorzitter van de

is het recht op

andere het goed laten functio-

burgerinitiatief.”

vertegenwoordigen van Europa

Ten tijde van het schrijven van dit artikel heeft de Tsjechische president Klaus nog altijd niet getekend. Nadat zeventien Tsjechische sena-

Europese Raad omvat onder neren van het EU-bestuur en het op het internationale toneel.

toren op 29 september 2009 een

De rol van de voorzitter om de

klacht hebben ingediend over het

Europese Unie naar buiten toe

Verdrag van Lissabon bij het consti-

te vertegenwoordigen is echter

tutionele Hof in Praag, is de ratificatie van het verdrag waarschijnlijk

niet precies omschreven in het Verdrag.14 Dat zal na verloop van tijd

weer met een aantal maanden uitgesteld. De senatoren willen dat het

duidelijk moeten worden. In de volksmond zullen de vaste voorzitter

Hof onderzoekt of het Verdrag van Lissabon in strijd is met de Tsje-

van de Europese Raad en de Hoge Vertegenwoordiger van de Europese

chische grondwet. De Tsjechische president Klaus wil alle procedures

Raad voor het buitenlands en veiligheidsbeleid eerder EU-president

afwachten voordat hij het Verdrag tekent.8 De verwachting is dat Klaus

en EU-minister van Buitenlandse Zaken worden genoemd.15

41

president

JFV In Casu - december 2009 -

7

het Verdrag wel zal ondertekenen. De vraag is alleen wanneer. Meer democratische controle

Hoofdpunten van het Verdrag

De nationale parlementen krijgen meer invloed, door de ‘gele kaart’-

Het Verdrag van Lissabon brengt veel veranderingen teweeg. Hier volgt

procedure. Dat houdt in dat de Europese Commissie haar voorstel

een beknopte uiteenzetting van de belangrijkste hervormingen.

heroverweegt, als tenminste één derde van de nationale parlementen het voorstel van de Commissie niet ziet zitten, omdat zij achten dat

Efficiëntere besluitvormingsprocedures

de kwestie beter op nationaal dan op Europees niveau kan worden

Het Verdrag van Lissabon moet de Europese Unie besluitvaardiger

geregeld. De Europese commissie kan dan echter alsnog besluiten het

maken. Het moet makkelijker worden om bepaalde besluiten te nemen

voorstel door te zetten, weliswaar onder deugdelijke motivering.

die bindend zijn voor alle lidstaten. Wat hier op aansluit is dat de regeringen van de lidstaten hun vetorecht op sommige beleidsterreinen kwijtraken. Het gaat hierbij vooral om het immigratie- en asielbeleid, criminaliteitsbestrijding en delen van de justitiële samenwerking.9 Besluiten zullen daardoor vaker met een gekwalificeerde meerderheid genomen worden. Dit zal bijvoorbeeld de besluitvaardigheid op het gebied van energie- en klimaatbeleid positief beïnvloeden.10 Het vetorecht blijft echter wel gehandhaafd als het gaat om buitenlands beleid, defensie, belastingen en het vaststellen van de begroting. Bestuurlijke hervorming Volgens het Verdrag van Lissabon zou de Europese commissie verkleind worden naar een aantal leden van tweederde van het aantal lidstaten. Bij het huidige aantal lidstaten zouden er dus achttien eurocommissarissen zijn. Echter, dit idee is na het protest van de Ieren van tafel geschoven. De Europese commissie wordt dus niet verkleind en ieder land behoudt het recht op een eurocommissaris.11

Krantenkoppen genoeg over het Verdrag van Lissabon.

Er zal uiteindelijk een nieuwe stemmingweging komen die meer

Op aandringen van Nederland is er ook een ‘oranje kaart’-procedure.

rekening houdt met de omvang van de bevolking per lidstaat.12 Het

Als meer dan de helft van de nationale parlementen tegen het voorstel

aantal lidstaten wordt naar verwachting steeds groter en het verschil

van de Commissie is, moet de Commissie het besluit heroverwegen.

in zeggenschap tussen de grote en kleine lidstaten moet kleiner

Zet de Commissie dan toch door, dan kan de Raad van Ministers met

worden.

55% van de stemmen of een meerderheid in het Europees Parlement, het hele voorstel schrappen.

Er komt volgens het Verdrag een vaste voorzitter van de Europese Raad voor 2,5 jaar in plaats van voor de huidige termijn van zes maanden.

Ten slotte kan een lidstaat naar het Europees Hof van Justitie stappen

@


als die nog steeds van mening is dat de kwestie in het voorstel beter

twintig jaar hervorming en onderhandeling eindelijk een doorbraak

op nationaal dan op Europees niveau geregeld kan worden.

die ervoor moet zorgen dat de Europese Unie niet alleen doelmatiger en democratischer wordt, maar ook het Calimerocomplex tegengaat.

Ook het Europees Parlement krijgt meer zeggenschap. Op het gebied

Dit zijn ambitieuze doelen, maar een verdrag dat bijdraagt aan de

van landbouw en visserij, structuurfondsen, handelsbeleid en deels

verwezenlijking daarvan is zeker een welkome hervorming van de

voor justitie, migratie en politiezaken heeft het Europees Parlement

huidige Europese Unie. Of het Verdrag van Lissabon voldoet aan de verwachtingen zal de toekomst uitwijzen. @

medebeslissingsbevoegdheid gekregen. Dat houdt onder meer in dat het op die gebieden net zoveel te zeggen krijgt als de Raad van Ministers en dus ook voorstellen kan blokkeren.16

Europa 2020: de nieuwe Lissabon-strategie,

42

1

één miljoen burgers, uit verschillende lidstaten, kunnen met hun

JFV In Casu - december 2009 -

Nieuw in het verdrag is ook het recht op burgerinitiatief. Ten minste handtekening de Commissie verzoeken een wetsvoorstel over een

Buitenlandse Zaken, adviesnummer: 2009/04: 19 juni

bepaald onderwerp te maken.17

2009, p. 17 en 34.

een advies van de SER aan het ministerie van

2 NRC Handelsblad 3 en 4 oktober 2009. 3 NRC Handelsblad 3 en 4 oktober 2009. 4 M. Everson & J. Eisner, The Making of a European

“Hervorming is onvermijdbaar.”

Constitution, Abingdon: Routledge-Cavendish 2007, p. 4. 5 NRC Handelsblad 3 en 4 oktober 2009. 6 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’. 7 J. van der Kris, ‘Met Ierland is de EU er nog niet’, NRC

Het Handvest van de Grondrechten De Europese Unie erkent het Handvest van de Grondrechten, maar de tekst van het Handvest wordt niet in het Verdrag van Lissabon opgenomen. Het Handvest krijgt dezelfde juridische status als het Verdrag van Lissabon, maar met het voorbehoud dat de Europese Unie geen nieuwe bevoegdheden krijgt op basis van het Handvest. Als het Verdrag van Lissabon van kracht is, wordt het Handvest juridisch bindend.18 Groot-Brittannië en Polen hebben ervoor gekozen om niet deel te nemen aan het Handvest.19

Next 5 oktober 2009. 8 AP, Reuters, ‘Senatoren Tsjechië klagen over ‘Lissabon’’, NRC Next 30 september 2009. 9 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’. 10 <europa.groenlinks.nl/files/20090326hervormingsverdrag.pdf>. 11 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’. 12 <www.europa-nu.nl> link naar ‘Hot issues’, dan naar

De toelating van nieuwe lidstaten De toelatingseisen voor nieuwe lidstaten, de zogeheten ‘Kopenhagen criteria’, zijn niet in de tekst van het Verdrag van Lissabon zelf opgenomen, maar er wordt wel naar verwezen in een voetnoot. Deze harde, meer objectieve criteria die de lidstaten zelf zijn overeengekomen,

‘Verdrag van Lissabon’. 13 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’. 14 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’.

worden wel meegewogen in het besluit of een staat lid mag worden

15 F. van Straaten, NRC Next 2 oktober 2009.

van de Europese Unie. Het Verdrag biedt de lidstaten bovendien voor

16 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar

het eerst de mogelijkheid om hun lidmaatschap van de Europese Unie

‘Verdrag van Lissabon’.

op te zeggen.20

17 F. van Straaten, NCR Next 2 oktober 2009.

Conclusie

18 AP, NRC Next 9 oktober 2009.

Na een pad van hoogte- en dieptepunten lijkt het er nu toch echt op

19 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar

dat er een grondige hervorming van het EU-bestuur plaats gaat vinden met de komst van het Verdrag van Lissabon. Onder andere door het toegenomen aantal lidstaten en de wetenschap dat er in de toekomst nog meer lidstaten bij zullen komen, is een hervorming onvermijdbaar. De overeenstemming over het Verdrag van Lissabon is na ruim

‘Verdrag van Lissabon’. 20 <www.europa-nu.nl>, link naar ‘Hot issues’, dan naar ‘Verdrag van Lissabon’.


Overzicht

JFV Katern @ Voorwoord voorzitter JFV Groningen @ Fotopagina

JFV In Casu - december 2009 -

43

Juridische Faculteitsvereniging Groningen

@


JFV Katern

Wintertijd… Tijd voor warme truien, jassen, sjaals en handschoenen. In deze periode zijn wij Nederlanders nog meer gehaast dan dat we normaal al zijn. Haast hebben we om snel weer binnen te zijn om naast de verwarming te gaan zitten en haast omdat december ervoor zorgt dat je het gewoon druk hebt. Natuurlijk is het ook een van de mooiste maanden van het jaar omdat december het jaar met glans afsluit. Al realiseer ik me ook dat je als rechtenstudent goed moet kunnen plannen wil je genieten van deze periode. Gelukkig staat de verwarming in de kantine van de UB aan! Vaak wordt in december ook de balans opgemaakt. Daarom maak ik nu een sprongetje in de tijd.

Aan het einde van de zomer begon het allemaal echt. En

November had nog veel meer in petto. Bij de Algemene

goed, met het Rechten Introductiekamp. Het weekend in

Ledenvergadering van 16 november werden traditiege-

Appelscha was zeer geslaagd!

trouw in de Troonzaal van De Keyzer tot in de late uurtjes

Vervolgens was het tijd voor het Openingsfeest met

de halfjaarlijkse stukken behandeld. Last but not least

het thema Ibiza Beach Party. Rijendik stonden vele

stond de Sollicitatietrainingendag op het programma.

studenten voor de Twister te wachten. De temperatuur

Over deze dag staat meer vermeld in het JFV Carrière-

steeg binnen tot de hoeveelheid graden die je normaal

Board Katern.

op Ibiza ervaart, kortom het was een groot feest. Hiermee houdt het natuurlijk niet op want de eerstvolBegin oktober vertrokken dertig studenten in de vroege

gende activiteit staat al weer voor de deur. Niet zomaar

ochtenduren richting Brussel en Leuven. Daar werd

een activiteit, maar het EBF/JFV Kerstgala. Dit gala met

een bezoek gebracht aan onder andere het Paleis van

het thema ‘Luxuria Extra Vaganza... een lust voor het

Justitie, het Europees Parlement en het equivalent van

oog’ mag je als rechtenstudent zeker niet missen!

de JFV Groningen in Leuven. Ook benieuwd naar zo’n excursie? In april organiseert de excursiecommissie een

Na de kerstvakantie, de tentamens en de boekenmarkten

reis naar Den Haag, waarover je te zijner tijd meer infor-

eind januari staan je weer een aantal activiteiten te

matie kunt vinden op www.jfvgroningen.nl.

wachten waarvan het Juridisch Café op 1 februari de eerste is. Ook in het nieuwe jaar ben je natuurlijk weer

Inmiddels is het thema en de locatie van het Internati-

van harte welkom op alle activiteiten!

onaal Studieproject al weer enige tijd bekend. Tijdens de algemene ledenborrel in november maakte de

Ben je dit jaar lid geworden bij de JFV? Dan wil ik je er graag

commissie Internationaal Studieproject dit aan de hand

nog even op wijzen dat de lidmaatschapspasjes klaar

van een filmpje wereldkundig. Ongetwijfeld gaat het een

liggen op de JFV Studiewinkel om afgehaald te worden.

hele mooie reis worden. Een paar dagen later vond de Debatdag plaats. Sprekers

Tot slot wens ik je een goede jaarwisseling toe en succes

gingen tijdens het plenaire gedeelte in op het thema

met de tentamens die al weer staan te wachten in het

‘De financiële kant van de rechtsbijstand’ en daarna

nieuwe jaar.

leerden de deelnemers gedurende de workshops de fijne kneepjes van het debatteren. Na een borrel en een

Namens het bestuur,

goed verzorgd diner was het hoogtepunt van de avond het einddebat waar de beste debater de wisselbokaal in

Marieke van der Veen

de wacht wist te slepen.

Voorzitter


45 Rechten Introductiekamp 2009

Rechten Introductiekamp 2009

Rechten Introductiekamp 2009

Schierweekend 2009

Brussel/Leuven-reis

Schierweekend 2009

@

JFV In Casu - december 2009 -

Rechten Introductiekamp 2009

@


Brussel/Leuven-reis

Rechten Introductiekamp 2009 Halfjaarlijkse ALV

Rechten Introductiekamp 2009

JFV In Casu - december 2009 -

46

Brussel/Leuven-reis

Halfjaarlijkse Rechten Introductiekamp ALV 2009


Brussel/Leuven-reis

Overzicht

JFV CarrièreBoard Katern @ Voorwoord commissaris JFV CarrièreBoard @ Redactioneel

Brussel/Leuven-reis

JFV In Casu - december 2009 -

47

@ Recruitmentagenda

Rechten Introductiekamp 2009 @


JFV CarrièreBoard Katern

Tentamenstress De tentamens komen er aan, energiedrank en koffie worden met sloten tegelijk genuttigd in studerend Groningen. De meeste studenten zitten op dit moment in de UB de laatste wetsartikelen en jurisprudentie in het hoofd te stampen om straks een goed resultaat neer te zetten. Dat studeren tegenwoordig meer is dan een lui leventje waarin je tussen het drinken door op een nuchter moment eens een college volgt, is voor de meeste studenten niets nieuws meer. Met allerlei blokkaderegelingen en de commotie rond een naderend bindend studieadvies in Groningenkomt er steeds meer druk op de student te staan om te presteren. Natuurlijk blijft het ook voor studenten erg

op de arbeidsmarkt voor beginnende juristen. Lees

belangrijk om dingen naast je studie te doen. Veel

hier alles over in het stuk van Wouter Helthuis op de

studenten doen daarom commissiewerk en zijn

volgende pagina’s.

actief bij een studie-, sport- of studentenverenging. Deze activiteiten, waarbij studenten veel nieuwe

Er liggen natuurlijk ook weer veel nieuwe activiteiten

vaardigheden kunnen leren, spelen een belangrijke

in het verschiet. Zo zal binnenkort de inschrijving

rol bij de ontwikkeling van de student. Deze twee

van de Bedrijven- en Instellingendag weer van start

aspecten leven steeds meer op gespannen voet

gaan. Het thema zal zijn “Carrièrekompas, koers

met elkaar en voor studenten blijft er steeds minder

af op je toekomst!”. Ook dit jaar komen circa 40

speelruimte over; er moeten steeds vaker keuzes

kantoren uit het gehele land naar Martiniplaza om

gemaakt worden! De Sollicitatietrainingendag die

workshops te verzorgen, individuele gesprekken te

is gehouden op 26 november, ging dit jaar daarom

voeren en op de banenmarkt antwoord te geven op

over dit belangrijke dilemma; goede cijferlijsten en

je vragen. Er wordt weer gepoogd een zeer gevarieerd

een goed studietempo aan de ene kant en aan de

aanbod van kantoren, bedrijven en instellingen aan

andere kant je persoonlijke ontwikkeling met veel

te bieden zodat er hopelijk ook voor jou interessante

sociale en organisatorische vaardigheden en in

werkgevers bij zullen zitten.

hoeverre is tegenwoordig een combinatie hiervan

De dag zal worden geopend door verschillende

nog mogelijk. Kortom, waar moet jij straks mee

sprekers die over hun eigen carrière zullen vertellen.

aankomen bij je potentiële werkgever?

Dit jaar zullen Huub Willems, Frank de Grave, Jan Hein Kuijpers en Hanneke Festen iets over

Ondanks de drang om snel af te studeren kiezen

hun ervaringen en carrière vertellen. Wil jij meer

studenten er in de huidige crisis steeds vaker voor

informatie over deze interessante sprekers of ben je

om door te studeren en pas te gaan solliciteren als

benieuwd welke kantoren dit jaar mee zullen doen?

de arbeidsmarkt er beter voor staat. Soms wordt

Surf dan naar www.jfvgroningen.nl/bid en schrijf je

er voor een tweede master gekozen, of gaat men

snel in voor deze geheel verzorgde dag!

toch nog voor een halfjaar de grens over naar een buitenlandse universiteit. Kijk ook vooral eens op

Ik wil je graag veel succes toewensen met de

de website van JFV CarrièreBoard om te zien welke

komende tentamens en hopelijk kunnen we elkaar

mogelijkheden je allemaal hebt om je studententijd

begroeten op de verschillende JFV CarrièreBoard

nog een beetje te rekken.

activiteiten!

Toch blijkt dat zelfs in deze crisis nog genoeg

Joost van Sloten

mogelijkheden zijn om aan de bak te komen bij een

Commissaris JFV CarrièreBoard

(advocaten)kantoor. JFV CarrièreBoard heeft voor jou uitgezocht wat de huidige mogelijkheden zijn


Recruitmentagenda Instantie / Activiteit

Datum

Deadline inschrijven

Meer informatie

25 januari 2010

Zie website

www.werkenbijakd.nl

28 januari 2010

Zie website

www.werkenbijnautadutilh.nl

4 februari 2010

voor 4 januari 2010

www.werkenbijakd.nl

5 maart 2010

voor 25 januari 2010

www.werkenbijfreshfields.nl

19 februari 2010

voor 14 februari 2010

www.jfvgroningen.nl/bid

8 maart 2010

Zie website

www.werkenbijallenovery.nl

12 maart 2010

Zie website

www.triplaw.nl

25 maart 2010

Zie website

www.werkenbijnautadutilh.nl

21 en 22 april 2010

Zie website

www.minfin.nl

april en mei 2010

Zie website

www.jfvgroningen.nl

4 tot en met 7 mei 2010

voor 1 april 2010

www.ontdekcliffordchance.nl

6 en 7 mei 2010

voor 26 april 2010

www.werkenbijfreshfields.nl

27 mei 2010

zie website

www.werkenbijnautadutilh.nl

2010 / 2011

voor 7 juni 2010

www.werkenbijfreshfields.nl

Januari AKD Prinsen Van Wijmen Business Course Europees en mededingingsrecht NautaDutilh NautaDutilh Experience Februari AKD Prinsen Van Wijmen Business Excellence Class Overheid & Onderneming Freshfields Bruckhaus Deringer The Dutch prize

Maart Allen & Overy Global Apollo Experience Trip Advocaten & Notarissen Trip Talentendag NautaDutilh NautaDutilh Experience April Ministerie van FinanciĂŤn Fiscale Masterclass JFV Groningen Legal English Course i.s.m. Linklaters Mei Clifford Chance Select Class 2010 Freshfields Bruckhaus Deringer Corporate Law Course NautaDutilh NautaDutilh Experience Juni Freshfields Bruckhaus Deringer Freshfields Connect

JFV In Casu - december 2009 -

Bedrijven- en Instellingendag

49

JFV Groningen


JFV CarrièreBoard Katern

Crisis in juristenland!

Door Wouter Helthuis

Vliegen de advocaat-stagiaires er bij de grote kantoren met tientallen tegelijk uit? Zijn overal vacaturestops ingesteld? Valt er geen droog brood meer te verdienen? Of valt het allemaal nog wel mee? Misschien biedt de crisis juist wel allerlei nieuwe mogelijkheden. Er bestaan veel onduidelijkheden over de gevolgen van de financiële crisis voor de kansen op de arbeidsmarkt voor net afgestudeerde juristen. Voor het JFV CarrièreBoard katern van dit nummer benaderden we verschillende juridische dienstverleners met het doel eens uit te zoeken hoe het nu echt zit!

Deprimerende cijfers Je kon het afgelopen jaar geen tv of radio aanzetten,

twee nieuwe advocaat-stagiaires, nu wordt met één

geen krant openslaan en geen gesprek meer voeren

genoegen genomen. Dit gebeurt niet alleen vanwege

zonder dat je ermee werd geconfronteerd: de crisis!

het feit dat er nog altijd pas afgestudeerden nodig

De voorspellingen van het Centraal Planbureau zijn

zijn, ook worden er gewoon weer nieuwe mensen

dan ook weinig hoopgevend. Zo krimpt de economie

aangenomen om te voorkomen dat in de toekomst

naar verwachting met een kleine vijf procent, loopt

een gat ontstaat in de leeftijdsopbouw van het

het tekort op de rijksbegroting op naar vier procent

kantoor, een gevolg dat koste wat kost voorkomen

en worden er rond de 615.000 werklozen verwacht,

moet worden. Verder ziet het kantoor een verschui-

ongeveer acht procent van de totale beroepsbevol-

ving van werkzaamheden; waar vroeger meer de

king. Sinds de Tweede Wereldoorlog zijn dergelijke

nadruk lag op fusies en overnames, is er momen-

cijfers niet meer vertoond.

teel veel vraag naar reorganisatiebegeleiding. Waar medewerkers overgeplaatst kunnen worden naar

Een dienstverlenend beroep als dat van advocaat

secties met meer werk, gebeurt dat dan ook.

wordt ook door de crisis geraakt. Mensen schrikken in tijden van recessie terug voor lange en vooral dure juridische procedures en bedrijven stellen voorgenomen fusies of overnames liever uit tot zonniger tijden. Desalniettemin leiden de ontslagprocedures van weggestuurde werknemers en de ontmanteling van failliet verklaarde bedrijven ook weer tot een verhoogde vraag naar juristen.

De kantoren Uit gegevens van een groot advocatenkantoor, gelegen in Amsterdam Zuid en gespecialiseerd in dienstverlening aan grote bedrijven, blijkt dat de crisis wel degelijk wordt gevoeld. Zo zijn er een aantal arbeidplaatsen geschrapt en worden de lonen bevroren. Er blijkt geen sprake te zijn van een vacaturestop; er zijn nog altijd nieuwe mensen nodig. Wel is het zo dat er bij sollicitanten strenger wordt geselecteerd dan voorheen het geval was. Was er in de voorgaande jaren bijvoorbeeld behoefte aan

“Ga gewoon solliciteren, er is nog steeds vraag naar goede advocaatstagiaires.”


“Waar vroeger meer de nadruk lag op fusies en overnames, is er momenteel veel vraag naar

Dit beeld wordt bevestigd door een middelgroot Gronings advocaten-

kleine toename van werk te zien. Dit valt te verklaren door het feit

kantoor. Ook hier wordt geschoven tussen secties waar minder werk is

dat bedrijven de juridische vraagstukken in tijden dat er op de klein-

51

en secties waar de vraag naar specialisten juist toeneemt. Verder wordt

tjes gelet moet worden eerder door hun eigen bedrijfsjuristen laten

er door de ontstane economische situatie nog kritischer dan anders

oplossen, dan een (vaak duurder) advocatenkantoor in te schakelen.

naar de uitgaven gekeken; een verschijnsel dat bij veel bedrijven in

Verder ziet het bedrijf dat er dankzij de steeds verdere juridisering

lastige economische tijden waarneembaar is. Over het algemeen is

van de samenleving; de uit de Verenigde Staten overgewaaide trend

het kantoor echter zeer beperkt geraakt door de recessie. Dit komt

dat mensen hun problemen steeds meer door middel van juridische

ook tot uiting in het sollicitatiebeleid. Er worden niet minder advocaat-

procedures proberen op te lossen, nog altijd een stijgende vraag naar

stagiaires aangenomen ten opzichte van voorgaande jaren. Daarnaast

bedrijfsjuristen te zien is.

JFV In Casu - december 2009 -

reorganisatiebegeleiding.”

zijn ook selectiecriteria voor nieuwe medewerkers niet veranderd; er wordt nog altijd gezocht naar mensen die passen binnen het kantoor

Conclusie

en die voldoen aan het competentieprofiel.

Hoewel uit de rondgang langs verschillende juridische bedrijven blijkt dat er wel degelijk gevolgen merkbaar zijn van de economi-

Een ander geluid is te horen bij de Raio-opleiding, waar toekomstige

sche crisis, is het zeker niet zo dat er geen baan meer te vinden is

magistraten worden opgeleid. Daar

voor

wordt aangegeven dat de komende

Het advies van de bedrijven

pas

afgestudeerden.

tijd juist meer rechters worden

is wat betreft de toekomst

aangenomen, om onder andere het

dan ook vrij eenduidig: ga

toegenomen aantal faillisements-

gewoon solliciteren, er is

en ontslagprocedures te kunnen

nog steeds vraag naar goede

opvangen. Om dit doel te bereiken

advocaat-stagiaires.

zal men vooral gebruik maken van

loont het om je vroeg in je

zij-instromers;

Verder

profes-

studie te oriënteren op de

sionals met meer dan zes jaar

mogelijkheden. Ook wordt

relevante werkervaring die worden

aangeraden

omgeschoold tot rechter. Verder zal

de negatieve economische

het aantal Raio’s (rechterlijk ambte-

omstandigheden selectief te

naren in opleiding) gelijk blijven aan

blijven in de bedrijven waar

voorgaande jaren: zestig personen

je gaat solliciteren, ga niet

verdeeld over twee groepen, die

ineens met iedereen in zee,

in respectievelijk oktober en april

uit vorige crises blijkt dat daar

juridische

beginnen. De selectiecriteria voor

om

ondanks

later vrijwel altijd spijt van

deze rechters en officieren in de dop worden ook niet aangepast, men

ontstaat. Als er vervolgens opnieuw moet worden gesolliciteerd komt

blijft er naar streven om op professionele en eigentijdse wijze te selec-

dat rommelig over voor mogelijke nieuwe werkgevers. Tot slot is verder

teren.

studeren nog altijd een mogelijkheid. Houd er echter wel rekening mee dat volgende zomer weer een nieuwe lichting afgestudeerden op

Ook een Nederlandse multinational met een grote juridische afdeling geeft desgevraagd aan weinig negatieve gevolgen van de crisis te ondervinden. Er wordt niet bezuinigd op juristen; er is juist een

de arbeidsmarkt komt en dat het ideaalbeeld dat de banen tegen die tijd weer voor het oprapen liggen, een utopie zal blijken te zijn. @


Tijdens je studie kom je er stap voor stap achter waar je interesses liggen. JFV CarrièreBoard is voor de Groningse rechtenstudent een handige service die je op de hoogte houdt van alle toekomstgerichte activiteiten. Op de website www.jfvcarriereboard.nl kan je alles te weten komen over kantoren, bedrijven en instellingen en de activiteiten die er voor studenten worden georganiseerd. Daarnaast vind je hier o.a. studietips, stagemogelijkheden, sollicitatietips en informatie over studeren in het buitenland. Bovendien organiseert de commissie JFV CarrièreBoard regelmatig dagen waarop je kennis kan maken met verschillende kantoren en verzorgt ze de Legal English Course. Kijk daarom regelmatig op de website en loop op je carrière vooruit!

Naamloos-1 1

9-11-2009 18:16:48


6:48

Overzicht

Inhoudelijke bijdragen @ Allen & Overy @ Ekelmans & Meijer @ Linklaters

JFV In Casu - december 2009 -

53

@ Stibbe

@


Inhoudelijke bijdrage Door mr. H.J. Van der Baan, advocaat bij Allen & Overy LLP

Gronden tot vernietiging van een arbitraal vonnis (HR 27 maart 2009, C07/167HR, LJN: BG4003) De partij die zich geconfronteerd ziet met een tegenvallend arbitraal vonnis kan dit slechts op beperkte, limitatief in de wet genoemde vernietigingsgronden door de burgerlijk rechter laten vernietigen. Volgens art. 1064 lid 5 Rv moeten alle gronden tot vernietiging van een arbitraal vonnis in de inleidende dagvaarding worden voorgedragen. In zijn uitspraak van 27 maart 2009 bepaalt de Hoge Raad (i) hoe het in deze context gebruikte begrip “gronden tot vernietiging” moet worden gedefinieerd en (ii) in hoeverre het toelaatbaar is dat partijen deze vernietigingsgronden in de loop van de procedure bij de burgerlijk rechter nader feitelijk of juridisch onderbouwen. Daarnaast bespreekt de Hoge Raad hoe de burgerlijk rechter moet toetsen of een arbiter zich aan zijn opdracht heeft gehouden.

Casus [X] B.V. (voorheen handelend onder de naam “[partij

Gronden tot vernietiging van een arbitraal vonnis

A]”) en [partij B] (hierna: verweerder) sluiten in 1997

In de inleidende dagvaarding van de vernietigingspro-

en 1998 op briefpapier op naam van “[partij A]” een

cedure heeft eiseres als grond voor vernietiging onder

zogenaamde ‘gentlemen’s agreement’ en een ‘exclusi-

andere aangevoerd dat een geldige overeenkomst tot

vity agreement’ (de Exclusivity Agreement). Deze over-

arbitrage zou ontbreken (art. 1065 lid 1, aanhef en onder

eenkomsten zien op de vertegenwoordiging van [X] B.V.

a Rv). In eerste aanleg neemt zij wederom het standpunt

door verweerder ten aanzien van door [X] B.V. geleverde

in dat zij geen partij zou zijn geweest bij de Exclusivity

producten in (onder andere) Libië. Verweerder ontvangt

Agreement. Deze stelling was in de arbitrageprocedure

een commissie voor zijn werkzaamheden uit hoofde van

al afgewezen.

deze overeenkomsten. Nadat deze stelling echter door de rechtbank wordt Eerst na het sluiten van de Exclusivity Agreement tussen

verworpen, beroept eiseres zich er in hoger beroep

[X] B.V. en verweerder wordt [partij A] (hierna: eiseres)

op dat een geldige overeenkomst tot arbitrage zou

op 24 september 1998 daadwerkelijk opgericht. Door de

ontbreken omdat de contracten waarover verweerder

bestuurder van eiseres, tevens bestuurder van [X] B.V.,

de commissie had berekend niet onder de Exclusivity

wordt met Libië onderhandeld over te leveren producten.

Agreement zouden vallen. Dit was een nieuwe stel-

Tussen eiseres en verweerder ontstaat vervolgens een

ling. Het is dan ook de vraag of eiseres haar beroep op

geschil over de verschuldigdheid van de commissie die

het ontbreken van een arbitrage overeenkomst, in dit

verweerder, uit hoofde van de Exclusivity Agreement,

stadium van het geding, nog nader mocht onderbouwen

aan eiseres in rekening heeft gebracht.1

met nieuwe stellingen.

Verweerder maakt eerst een gerechtelijke en daarna

Het hof oordeelt hierover dat eiseres alle gronden tot

een arbitrale procedure aanhangig. Na wat procedurele

vernietiging in de inleidende dagvaarding had moeten

verwikkelingen wordt tussen partijen een arbitraal vonnis

voordragen en daarom geen recht had om in hoger

gewezen waarin, kort samengevat, (i) voor recht wordt

beroep alsnog een nieuwe ‘grond voor vernietiging’

verklaard dat de rechten en plichten van [X] B.V. uit de

aan te voeren. De nieuwe stellingen van eiseres worden

Exclusivity Agreement zijn overgegaan op eiseres en (ii)

daarom door het hof buiten beschouwing gelaten.

eiseres wordt veroordeeld tot betaling van € 712.185,78 aan verweerder. Eiseres vordert vernietiging van dit arbi-

In cassatie stelt eiseres dat het hof hiermee heeft

trale vonnis.

miskend dat het begrip “gronden” in art. 1064 lid 5 Rv


bepalingen die voorschrijven wanneer een bepaalde vernietigings-

betekenis kan hebben dan het begrip “gronden” in art. 1065 lid 1 Rv

grond (voor het eerst) moet worden ingeroepen. Voor een beroep

(“vernietiging kan slechts plaatsvinden op een of meer van de navol-

op het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage, zoals

gende gronden”). Omdat eiseres zich tijdig op een in art. 1065 lid 1

dat hier aan de orde was, geldt bijvoorbeeld dat een in het arbitrale

Rv genoemde grond tot vernietiging had beroepen (het ontbreken van

geding verschenen partij voor alle weren een beroep op deze grond

een geldige overeenkomst tot arbitrage), stond het haar daarom vrij

moet doen (art. 1052 lid 2 Rv). Hierdoor kan het scheidsgerecht al in

om in een later stadium van de procedure nieuwe stellingen aan te

een zo vroeg mogelijk stadium beslissen over zijn eigen bevoegdheid,

voeren ter onderbouwing van dit beroep.

zodat onnodige proceshandelingen kunnen worden voorkomen.

Het begrip ‘gronden tot vernietiging’

De Hoge Raad concludeert daarom dat steeds in een concreet geval

Zoals gezegd vereist art. 1064 lid 5 Rv dat alle “gronden tot vernieti-

zal moeten worden beoordeeld in hoeverre het nog toelaatbaar is dat

ging” in de inleidende dagvaarding worden vermeld. Tot dusver was

een partij, die in het arbitraal geding voor alle weren een beroep heeft

niet duidelijk of dit alleen betekent dat moet worden aangegeven op

gedaan op het ontbreken van en geldige arbitrageovereenkomst, dit

welke van de in art. 1065 lid 1 Rv genoemde vernietigingsgronden een

beroep in de daaropvolgende vernietigingsprocedure onderbouwt met

beroep wordt gedaan, of dat ook alle stellingen waarop het beroep

nieuwe feitelijke of juridische stellingen.3 Daarbij zal onder andere

55

Ten tweede wordt deze mogelijkheid ook beperkt door specifieke

recht daartoe in de dagvaarding worden voorgedragen”) geen andere

op deze vernietigingsgronden is gebaseerd al moeten worden weer-

een rol kunnen spelen in welke mate de nieuwe stellingen aansluiten

gegeven.2

bij de eerdere (in het arbitraal geding) ingenomen stellingen, wat de

JFV In Casu - december 2009 -

(“alle gronden tot vernietiging moeten, op straffe van verval van het

reden is voor het niet eerder aanvoeren van de nieuwe stellingen, en of In zijn uitspraak maakt de Hoge Raad allereerst een einde aan deze

de desbetreffende partij in het arbitraal geding al dan niet werd bijge-

onduidelijkheid. Met de in art. 1064 lid 5 Rv gebruikte woorden

staan door een advocaat.

“gronden tot vernietiging” wordt volgens de Hoge Raad inderdaad gedoeld op de vernietigingsgronden van art. 1065 lid 1 Rv, bijvoor-

Schending opdracht arbiter

beeld dat een geldige arbitrageovereenkomst ontbreekt of de arbiter

Naast het ontbreken van een geldige overeenkomst tot arbitrage

zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden. Het zijn dus (uitsluitend)

beroept eiseres zich ook op de vernietigingsgrond dat het scheids-

deze gronden waarop al in de inleidende dagvaarding een beroep

gerecht zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden (art. 1065 lid 1,

moet worden gedaan.

aanhef en onder c Rv).

Mogelijkheid tot aanvulling of nadere onderbouwing van gronden

Volgens eiseres had de arbiter op grond van art. 1054 lid 2 Rv moeten

Daarmee is echter nog geen antwoord gegeven op de vraag, welke

beslissen naar de door partijen aangewezen regelen van (Nederlands)

ruimte een eiser vervolgens heeft om een in de inleidende dagvaar-

recht. In het arbitraal vonnis heeft de arbiter hierover onder meer

ding opgenomen vernietigingsgrond in de loop van de procedure

vermeld: “Partijen zijn het er over eens dat de rechten en verplich-

nader feitelijk of juridisch te onderbouwen.

tingen van partijen, voortvloeiende uit de ‘Exclusivity Agreement’ dienen te worden beoordeeld naar Nederlands recht. Arbiter verenigt

De Hoge Raad overweegt hierover dat het vereiste, dat alle “gronden

zich met die opvatting”. Boven het dictum staat vervolgens echter

tot vernietiging” in de inleidende dagvaarding worden vermeld,

vermeld “rechtdoende als een goede man naar billijkheid”. Eiseres

is bedoeld om te voorkomen dat in verschillende procedures (op

stelt daarom dat de arbiter zijn opdracht heeft geschonden door ten

verschillende gronden) over de rechtsgeldigheid van een arbitraal

onrechte te oordelen als een goede man naar billijkheid.

vonnis wordt gedebatteerd. Om dat doel te bereiken, is het niet noodzakelijk dat ook wordt tegengegaan dat een tijdig aangevoerde vernie-

Het verschil tussen deze twee beoordelingsmaatstaven is soms lastig

tigingsgrond in de loop van de procedure met nieuwe stellingen wordt

te definiëren. Een arbiter die oordeelt als een goede man naar billijk-

onderbouwd. In zoverre verzet art. 1064 lid 5 Rv zich volgens de Hoge

heid is in beginsel niet gebonden aan het recht. Hij zal echter niet snel

Raad dus niet tegen een dergelijke aanvulling. De eisende partij kan

geneigd zijn het recht (helemaal) niet in acht te nemen, ook omdat een

zijn betoog hiermee bijvoorbeeld afstemmen op het verweer van de

in strijd met dwingend recht gewezen vonnis strijdig zou kunnen zijn

wederpartij, het verdere verloop van het geding of een beslissing van

met de openbare orde of de goede zeden (en dus vernietigbaar). In de

de rechter in eerste aanleg.

praktijk bestaat daarom eerder een vloeiende overgang tussen beide beoordelingsmaatstaven dan een strikte scheiding.

Deze mogelijkheid tot aanvulling van de vernietigingsgronden is echter niet onbeperkt. Ten eerste wordt deze beperkt door de alge-

Het hof constateert dat de arbiter zich uitdrukkelijk heeft verenigd

mene regels geldend voor hoger beroep. Daarbij moet bijvoorbeeld

met de opvatting dat het geschil naar Nederlands recht moet worden

worden gedacht aan art. 130 Rv, dat het recht op verandering of wijzi-

beoordeeld en in zijn vonnis ook verwijst naar de toepasselijkheid van

ging van eis beperkt als dat in strijd zou zijn met de eisen van een

verschillende Nederlandse rechtsbepalingen. De enkele vermelding

goede procesorde.

“rechtdoende als een goede man naar billijkheid” boven het dictum


levert daarom naar het oordeel van het hof onvoldoende grond op om

een nadere feitelijke of juridische onderbouwing voorzien. Dit geeft

aan te nemen dat de arbiter een onjuiste beoordelingsmaatstaf heeft

partijen dus meer ruimte om, in de loop van het geding, hun betoog

gehanteerd.

aan te passen aan door de wederpartij ingenomen stellingen of door een (lagere) rechter genomen beslissingen.

De Hoge Raad houdt echter een andere toetsingsmaatstaf aan. Het hof diende weliswaar te toetsen of de arbiter de juiste beoordelingsmaat-

Deze mogelijkheid wordt echter wel beperkt door zowel de algemene

staf heeft gehanteerd, maar mocht daarbij niet beoordelen hoe, of met

eisen van een goede procesorde, als door specifieke bepalingen die

welk resultaat, de arbiter dat heeft gedaan. Dat zou immers een inhou-

voorschrijven wanneer een bepaalde vernietigingsgrond (voor het

delijke beoordeling van het arbitrale vonnis (en dus een verkapt hoger

eerst) moet worden ingeroepen. Concreet komt dit er op neer dat

beroep) inhouden, wat onverenigbaar is met de terughoudendheid

steeds op basis van de omstandigheden van het specifieke geval zal

die in een vernietigingsprocedure moet worden betracht. Nu de arbiter

moeten worden beoordeeld in hoeverre een nadere onderbouwing of

in zijn vonnis als aanhef van het dictum uitdrukkelijk had gesteld dat

invulling van de in de dagvaarding genoemde gronden tot vernietiging

hij oordeelde als een goede man naar billijkheid, had het hof daar in

toelaatbaar is. Het blijft dus, zowel gezien het risico dat het (te) laat in

beginsel van uit moeten gaan.

het geding nog aanvoeren van nadere stellingen deze toets niet door-

56

de gronden waarop vernietiging wordt gevorderd zoveel mogelijk tijdig

JFV In Casu - december 2009 -

staat als met het oog op een efficiënte procesvoering, verstandig om Dit zou alleen anders kunnen zijn als uit de motivering van het vonnis zo duidelijk zou blijken dat de arbiter naar de regelen des rechts had

feitelijk en juridisch te onderbouwen.

geoordeeld, dat de vermelding boven het dictum als een kennelijke misslag zou moeten worden aangemerkt. Dat is echter naar het oordeel

Voor wat betreft de inhoudelijke beoordeling van de aangevoerde

van de Hoge Raad in deze zaak niet het geval. Het enkele feit dat de

gronden tot vernietiging houdt de Hoge Raad een strakke beoorde-

arbiter heeft overwogen dat de uit de Exclusivity Agreement voortvloei-

lingsmaatstaf aan. Een zelfstandige (her)beoordeling van het arbitrale

ende rechten en plichten van partijen moeten worden beoordeeld

vonnis door de burgerlijk rechter is naar het oordeel van de Hoge Raad

naar Nederlands recht, wat het hof in dit kader van belang acht, over-

onverenigbaar met de strekking van de vernietigingprocedure. De

tuigt de Hoge Raad niet. Ook voor een arbiter die moet oordelen als

eisende partij zal hiermee rekening moeten houden in haar betoog,

een goede man naar billijkheid is immers van belang welk recht op de

en zo concreet mogelijk de feiten moeten

rechtsverhouding tussen partijen van toepassing is, zeker in een situ-

aandragen die aan haar vordering tot vernieti-

atie als deze waarbij (gezien de reikwijdte van de Exclusivity Agree-

ging ten grondslag liggen.

ment) meerdere jurisdicties betrokken kunnen zijn. Uit het enkele feit dat de arbiter heeft vastgesteld welk recht dat is, vloeit dus niet zonder meer voort dat hij vervolgens ook heeft geoordeeld naar de regelen des rechts en niet als een goede man naar billijkheid. mr. H.J. Van der Baan

Alleen een inhoudelijke beoordeling van het arbitrale vonnis zou dus kunnen uitwijzen of de arbiter een verkeerde beoordelingsmaatstaf heeft aangehouden. Een dergelijke inhoudelijke beoordeling strookt

1

Deze gang van zaken roept uiteraard de vraag op

echter naar het oordeel van de Hoge Raad niet met de strekking van

in hoeverre eiseres partij is (geworden) bij, althans

de vernietigingsprocedure. Omdat verder ook geen feiten zijn gesteld

gebonden is aan, de tussen [A] B.V. en verweerder

of gebleken die tot het oordeel zouden kunnen leiden dat de arbiter

gesloten overeenkomsten. Hoewel eiseres zich in

niet heeft geoordeeld als een goede man naar billijkheid maar naar de

eerste instantie inderdaad op het standpunt stelt

regelen des rechts, moet er volgens de Hoge Raad dan ook van worden

dat dit niet het geval is, laat zij deze stelling in

uitgegaan dat de arbiter zich niet aan zijn opdracht heeft gehouden.

hoger beroep varen en doet deze bij de behandeling door de Hoge Raad inhoudelijk niet meer ter zake.

Conclusie

Ik zal daarom in deze bijdrage niet nader op deze

De Hoge Raad heeft in deze uitspraak een einde gemaakt aan de

problematiek ingaan.

bestaande onduidelijkheid over de invulling van het begrip “gronden tot vernietiging” zoals gebruikt in art. 1064 lid 5 Rv: hiermee wordt

2 Vergelijk Meijer 2008, (T&C Rv), art. 1064 Rv, aant. 3(h). In haar conclusie bij deze uitspraak gaat mr.

gedoeld op de in art. 1065 lid 1 Rv limitatief genoemde vernietigings-

E.M. Wessling-Van Gent nader in op de verschillende

gronden. Het zijn dus uitsluitend deze vernietigingsgronden die, op

opvattingen hierover in de literatuur (§§ 2.6-2.16).

straffe van verval van het recht daartoe, in de inleidende dagvaarding

3 Zie hierover ook een andere uitspraak van de Hoge

van een vernietigingsprocedure moeten worden opgenomen.

Raad van dezelfde datum: HR 27 maart 2009 ([X] c.s./ Ruwa Bulbs B.V.), C07/190HR, LJN: BG6443.

De Hoge Raad geeft de eisende partij vervolgens de mogelijkheid om deze vernietigingsgronden in een later stadium van het geding van

CS


Global Apollo Experience 2010 Bij Allen & Overy organiseren we trajecten die je net iets verder brengen. Zoals de Global Apollo Experience. Een business course waarbij je écht kennis maakt met onze werkzaamheden, sfeer en mensen. Een business course waarbij je écht kunt laten zien wat jij in huis hebt! Wanneer? De Global Apollo Experience start op 8 maart 2010 en eindigt op 29 juli 2010. De kick-off van 3 dagen vindt plaats bij ons op kantoor in Amsterdam en een Europese vestiging van Allen & Overy. De intensieve en spetterende afsluiting is in juli in Rome. Waar? Allen & Overy Amsterdam, Milaan, Madrid, Frankfurt, Parijs, Praag, Londen, Hamburg en Rome. Wat? Een programma ter aanvulling op je studie en ter voorbereiding op de commerciële advocatuur. Je kunt deelname aan de Global Apollo Experience vergelijken met het volgen van een extra vak.

Eens in de 2 weken volg je op maandagmiddag college van een partner waardoor je kennis maakt met alle praktijkgroepen. Eens in de maand krijg je een vaardigheidstraining op vrijdagmiddag om je op persoonlijk vlak verder te ontwikkelen. In totaal 10 colleges en 5 vaardigheidstrainingen in de loop van 5 maanden. Naast deze colleges en trainingen werk je samen met jouw groepje aan diverse groepsopdrachten in het kader van een internationale overname en in competitie tegen de andere groepjes. Tevens maak je in je eigen tijd een aantal individuele opdrachten zodat je kunt laten zien wat jij kan! Wie? De Global Apollo Experience is bedoeld voor 3e en 4e jaars studenten Nederlands recht, fiscaal recht of notarieel recht. Interesse en inschrijven Kijk voor uitgebreide informatie over de Global Apollo Experience op www.werkenbijallenovery.nl of neem contact op met Paula ter Beek, 020-674 1708. Stuur je gemotiveerde inschrijving met cv, cijferlijst en digitale pasfoto naar paula.terbeek@allenovery.com. Je kunt je inschrijven t/m 1 februari 2010.

Allen & Overy Amsterdam is een juridisch dienstverlener die 450 medewerkers telt deel uitmaakt van een internationaal kantoor met wereldwijd 31 vestigingen ruim 5.000 collega’s.

© Allen & Overy LLP 2008 I CS909101

CS909101 - A4 Portrait.indd 1

28/9/09 14:41:42


Inhoudelijke bijdrage door mr. drs. I.M. Dijkmans advocaat bij Ekelmans & Meijer

Advocaat in loondienst: onafhankelijkheid gewaarborgd? Als rechtenstudent maak je al snel kennis met de arbeidsmarkt: vooral advocatenkantoren laten geen banenmarkt of in house dag voorbijgaan ter promotie van het kantoor. Rond de afstudeerfase vragen studenten – die zich richten op de advocatuur – zich geregeld af of zij bij een groot of klein kantoor willen werken. Of toch er tussenin. Hoewel advocaten vroeger nagenoeg alleen op een advocatenkantoor hun werkzaamheden konden verrichten, bestaat sinds 1996 een extra mogelijkheid: namelijk om als advocaat te werken bij een ‘gewone’ werkgever. Is het echter wel wenselijk om als advocaat – van wie onafhankelijkheid een van de kernwaarden is – te werken in dienstbetrekking bij een werkgever, niet zijnde een advocatenkantoor? In deze bijdrage wordt onderzocht of er een spanningsveld bestaat tussen een advocaat in loondienst die als onafhankelijk advocaat dient te functioneren en tegelijkertijd onder het gezag van zijn werkgever staat. Advocaat in loondienst Van de ruim 15.000 advocaten die Nederland telt,

zijn deskundigheid – van zijn cliënt door een zekere mate

werken momenteel 414 advocaten in loondienst bij hun

van onbevangenheid en objectiviteit ten aanzien van de

werkgever, niet zijnde een advocatenkantoor.1 Hierbij

zaak en de hierbij behorende belangen.3

valt onder meer te denken aan bedrijven, non-profit organisaties en rechtsbijstandverzekeraars. Deze kleine

Het vereiste van objectiviteit en onafhankelijkheid kan

groep advocaten heeft een aparte status: deze groep

op gespannen voet staan met de gezagsrelatie die

werkt weliswaar in een gezagsrelatie bij de werkgever, en

tussen de advocaat in loondienst als werknemer en zijn

dient op grond daarvan de instructies van de werkgever

werkgever bestaat. Getracht wordt dat te ondervangen

op te volgen, maar moet tegelijkertijd als advocaat een

door een Professioneel Statuut, waarop verderop in dit

onafhankelijke positie innemen. Onafhankelijkheid

artikel nader zal worden ingegaan.

betreft een van de kernwaarden van een advocaat: zoals beschreven in het rapport van de Commissie Advocatuur

Dat het zojuist omschreven spanningsveld in de

2006 dient de advocaat in de uitoefening van zijn

praktijk tot een conflict heeft geleid, bleek vorig jaar

beroep onafhankelijk te zijn en zich onafhankelijk op te

uit een uitspraak van de kantonrechter ’s-Gravenhage.4

stellen.2

Deze oordeelde kort samengevat dat een werkgever onvoldoende begrip had voor de positie van zijn

Voornoemde

onafhankelijkheid

behelst

de

werkneemster, die advocate in loondienst was.

onafhankelijkheid van de overheid en van de rechterlijke macht,

alsmede

onafhankelijkheid.

zijn De

economische

en

laatstgenoemde

juridische vorm

Naar aanleiding van deze uitspraak doet zich de vraag

van

voor in hoeverre de advocaat in loondienst onafhankelijk

onafhankelijkheid wordt ook wel beoordelingsvrijheid

is en welke rol het Professioneel Statuut voor de

genoemd. Beoordelingsvrijheid bestaat eruit dat een

advocaat in dienstbetrekking (hierna: Professioneel

advocaat zelf moet kunnen bepalen hoe hij een zaak

Statuut), dat een bijlage vormt bij de Verordening op de

zal behandelen. Uiteraard moeten de belangen en

praktijkuitoefening in dienstbetrekking, hierin speelt.

doelstellingen van de cliënt voor ogen worden gehouden,

Aan de hand van voornoemde uitspraak zal getracht

maar hij moet ervoor waken zich met zijn cliënt te

worden deze vraag te beantwoorden, waarbij nader zal

vereenzelvigen. De advocaat onderscheidt zich – naast

worden ingegaan op de zojuist genoemde regelgeving.5


advocaat-stagiair(e) dan maken wij een echte advocaat

Heb jij het in je om advocaat pur sang te

van je. Iemand die het verschil kan maken tussen gelijk

worden? Ga dan naar www.ekelmansenmeijer.nl

hebben en gelijk krijgen. We zijn een Haags advocaten-

of stuur je brief en CV naar Mr A.P.J. Lantzendorffer.

kantoor

met

ongeveer

40

advocaten

verdeeld

Pleiten zit ons in het bloed.

Anna van Saksenlaan 30, 2593 HT Den Haag, (070) 37 46 300, www.ekelmansenmeijer.nl

Casus In de zojuist aangehaalde uitspraak ging het om een kwestie waarin

van kwaliteit en onafhankelijkheid konden bieden.9 In artikel 2 van de

de werkgever tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met zijn

Verordening werd opgenomen:

werkneemster had verzocht. Er was sprake van een verstoorde relatie tussen werkgever en werkneemster, die bedrijfsjuriste en tevens

‘Het is de advocaat niet toegestaan de praktijk uit te oefenen in

advocate in dienstbetrekking was. De achtergrond van het conflict

dienstbetrekking, indien daardoor de vrijheid en onafhankelijkheid in

betrof een kwestie waarbij voor de werkgever een schadeclaim van

de uitoefening van zijn beroep, met inbegrip van de behartiging van

circa € 60.000,= dreigde. De werkgever was het niet eens met de

het partijbelang en de daarmee samenhangende vertrouwensrelatie

conceptstukken die zijn werkneemster in het kader van deze kwestie

tussen de advocaat en zijn cliënt, in gevaar kunnen worden gebracht.’

had opgesteld. Vervolgens heeft de directeur (en grootaandeelhouder) zelf een stuk opgesteld, en van werkneemster geëist dat zij het

Bij de invoering van de Verordening vroeg men zich af of de

betreffende stuk zou ondertekenen. Werkneemster kon zich hiermee

beoordelingsvrijheid

echter in het kader van een door haar te voeren procedure niet

gegarandeerd. Ook bij werknemers die advocaat in loondienst werden,

verenigen.

bestonden twijfels of naleving van de gedragsregels, met name de

advocaten

wel

kon

worden

59

deze

JFV In Casu - december 2009 -

van

onafhankelijkheid binnen de organisatie/instelling wel voldoende De directeur gaf hierop aan dat hij zelf zou bepalen wat er gebeurde.

kon worden gewaarborgd.10

Hij gaf aan de kwestie zelf af te handelen en bij een eventuele procedure een externe advocaat in te schakelen. De verhoudingen

Professioneel Statuut

tussen de directeur en zijn werkneemster waren hiermee zodanig

Om te bewerkstelligen dat de werkgever de onafhankelijkheid van

verstoord, dat beide partijen de kantonrechter hebben verzocht om

de advocaat schriftelijk zou kunnen garanderen, stelde de werkgroep

ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelde

Cohen voor om aan te sluiten bij de oplossing die artsen in dit verband

dat de werkgever hiermee onvoldoende oog had voor de positie

hebben gevonden:

van de werkneemster als advocate in dienstbetrekking. Volgens de kantonrechter stond het de werkneemster, gelet op het Professioneel

“Voor wat betreft een onafhankelijke en vrije beroepsuitoefening

Statuut dat door partijen was ondertekend, niet alleen vrij om haar

signaleert de werkgroep dat de belangen van de werkgever in

eigen keuzes te maken, maar was zij hiertoe als advocate van haar

wiens dienst de advocaat werkzaam is enerzijds, en die van de

cliënt/werkgever ook verplicht.

cliënt anderzijds, niet (altijd) parallel behoeven te lopen. (…) Ten aanzien van deze (non-)parallelliteit zou een oplossing gevonden

De kantonrechter meende dat het juist dit soort conflicten

kunnen worden door de invloed van de werkgever te beperken

betreft met het oog waarop het Professioneel Statuut wordt

overeenkomstig de situatie in de gezondheidszorg. Daar treft men

overeengekomen en waarvoor het Professioneel Statuut beoogt

reeds lang artsen in dienstverband aan. Door de Landelijke Vereniging

regels te stellen. De werkneemster kreeg, nu ook zij tot ontbinding

van Artsen in Dienstverband (…) wordt gestreefd naar handhaving

van de arbeidsovereenkomst wenste over te gaan, een relatief hoge

van het onafhankelijke karakter van de uitoefening van het medisch

ontbindingsvergoeding toegekend (op basis van correctiefactor 2 van

beroep in dienstverband. Dit vindt plaats door de opstelling van een

de kantonrechtersformule).

professioneel statuut”.11

Verordening

Om de beoordelingsvrijheid van deze advocaten veilig te stellen, is –

Op 27 november 1996 heeft de Nederlandse Orde van Advocaten de

met de toelating van deze ‘nieuwe advocaten’ per 1 mei 1997 (ook wel

‘Verordening op de Praktijkuitoefening in dienstbetrekking’ (hierna: de

‘Cohenadvocaten’ genoemd) – derhalve het Professioneel Statuut in

Verordening) aangenomen.6 Dit betrof een verruiming van de destijds

het leven geroepen. Op grond van artikel 3 lid 3 van de Verordening

vigerende Verordening op de advocaat in dienstbetrekking die het

dienen zowel de werkgever als de werknemer dit Professioneel Statuut

vanwege de strenge eisen voor juristen in dienstbetrekking vrijwel

te ondertekenen, waarmee de werkgever zich jegens zijn werknemer

onmogelijk maakte om te worden toegelaten tot de Balie.7

tevens advocaat verbindt zijn onafhankelijke praktijkuitoefening te eerbiedigen. In het Professioneel Statuut is als artikel 2 de volgende

De nieuwe Verordening uit 1996 maakte het voor advocaten mogelijk

bepaling opgenomen:

om als advocaat in dienst te treden bij een werkgever anders dan een advocatenkantoor. Het rapport van de Commissie-Cohen,8 waarin de

‘De werkgever zal de vrije en onafhankelijke beroepsuitoefening van

grondslag voor deze Verordening werd gelegd, concludeerde dat er niet

de werknemer eerbiedigen. Als werkgever onthoudt hij zich van al

zo veel tegen, maar wel veel voor was om juristen in dienstbetrekking

datgene dat invloed kan uitoefenen op het beroepsmatige handelen

bij niet-advocaten tot de Balie toe te laten, mits zij een zekere mate

van de werknemer en de beroepsmatige vaststelling van een in een

@


zaak te volgen beleidslijn (…). De werkgever draagt er zorg voor dat

de verplichting om de vrije en onafhankelijke beroepsuitoefening van

de werknemer terzake van het bovenstaande geen nadeel ondervindt

de werknemer te eerbiedigen, en dat hiervan derhalve – zoals beoogd

waar het zijn positie als werknemer betreft.’

– een preventieve werking uitgaat.

In de toelichting bij dit artikel wordt opgemerkt dat die vrijheid inhoudt

Uit het gebrek aan overige jurisprudentie op dit punt kan echter niet

dat (…) er binnen het bedrijf geen repercussies kunnen ontstaan indien

worden afgeleid of de onafhankelijkheid van advocaten in loondienst

het beroepsmatig handelen van de advocaat afwijkt van de inzichten

daadwerkelijk door hun werkgevers wordt gerespecteerd of dat zij

van de werkgever.12

veelal de neiging hebben zich – in voorkomend geval – te schikken naar de wens van hun werkgever om in overleg de grenzen van het

Beleidsmatig verschil van inzicht tussen de werknemer en de

geschil te bepalen.

werkgever waar het de behandeling van de advocaat toevertrouwde zaken betreft, mag – zo blijkt uit artikel 8 van het Professioneel Statuut – geen aanleiding vormen tot ontslag of maatregelen die

JFV In Casu - december 2009 -

60

daartoe kunnen leiden.13 In geval van dergelijke conflicten, kunnen partijen op grond van mr. drs. I.M. Dijkmans

het Professioneel Statuut geschillen voorleggen aan de Raad van Toezicht in het arrondissement waar de werknemer als advocaat staat ingeschreven (artikel 10 Professioneel Statuut). De andere partij dient hieraan haar volle medewerking te verlenen. 1

Deze gegevens komen uit het databestand van de

In de reeds besproken uitspraak d.d. 31 maart 2008 betreurt de

Landelijke Orde van Advocaten.

kantonrechter het dat de werkgever het voorstel van zijn werkneemster

2 Rapport Commissie Van Wijmen: ‘Een maatschappelijke orde’, april 2006, p. 20.

– om het ontstane conflict op grond van artikel 10 van het Professioneel Statuut voor bemiddeling en advies voor te leggen aan de Raad van

3 Interdepartementale Werkgroep Domeinmonopolie Advocatuur, 27 juni 1995, pp. 26-27, waarbinnen ook

Toezicht – heeft geweigerd. Partijen doen er dus – alvorens naar de rechter te stappen – verstandig aan dergelijke conflictueuze situaties

verwezen wordt naar: H. Collot d’Escury: ‘De vrijheid

aan de Raad van Toezicht voor te leggen.

en onafhankelijkheid van de advocaat (1975)’. 4

Samenvatting en conclusie Zoals uit het voorgaande is gebleken, kunnen advocaten sinds 1996

Kantonrechter ’s-Gravenhage 31 maart 2008, JAR 2008, 134.

5 In dit artikel is geenszins gepretendeerd een

ook werken bij een werkgever die geen advocatenkantoor is. Hoewel

uitputtende beschrijving van jurisprudentie en

zij beschermd worden door het Professioneel Statuut, wordt uit het

statistieken te bieden.

besproken vonnis van de kantonrechter ’s-Gravenhage duidelijk dat

6

het geschetste spanningsveld – waarbij de advocaat in loondienst

7 Interdepartementale Werkgroep Domeinmonopolie

bij een te voeren procedure enerzijds zelf de grenzen van het geschil bepaalt en anderzijds in een gezagsrelatie tot haar werkgever staat

Advocatuur, 27 juni 1995, p. 37. 8 Interdepartementale Werkgroep Domeinmonopolie

die zich niet kan verenigen met de door zijn werkneemster tevens advocate gekozen strategie – zich in de praktijk blijkt voor te doen.

Verordening van 27 november 1996, Stcrt. 1996, 239.

Advocatuur, 27 juni 1995. 9

S.A. ten Have: ‘Supply push versus demand pull; wat brengen de ‘nieuwe toetreders tot de Orde’ eigenlijk

Hoewel deze uitspraak bevestigt dat de positie van de advocaat in dienstbetrekking daadwerkelijk kan leiden tot situaties waarin het belang van de werkgever en de beoordelingsvrijheid van de advocaat

met zich mee naar binnen?’ Advocatenblad nr. 15 (1996). 10 J.P. Gunst en F. Bruinsma: ‘Advocaten en advocatuur

in loondienst met elkaar in conflict komen, bevestigt deze uitspraak

in loondienst, Een evaluatieonderzoek naar

tegelijkertijd dat deze werknemers – weliswaar achteraf – via het

de Verordening op de praktijkuitoefening in

Professioneel Statuut worden beschermd. In de aangehaalde uitspraak

dienstbetrekking’, 2002, pp. 21-22.

gebeurde dit in de vorm van een relatief hoge ontslagvergoeding.

11 Interdepartementale Werkgroep Domeinmonopolie

Niet ondenkbaar is echter – aangezien voor zover mij bekend één

12 Vademecum Advocatuur 2009, Wet- en Regelgeving, p.

Advocatuur, 27 juni 1995, p. 38. uitspraak over deze materie is gepubliceerd – dat werkgevers die advocaten in loondienst hebben zich bewust zijn van de verplichting die artikel 2 van het Professioneel Statuut met zich meebrengt, namelijk

230. 13 Idem, p. 231.


Een goed pleidooi maakt het verschil tussen gelijk hebben en gelijk krijgen.

We zoeken niet zomaar juristen. We zoeken pleiters.

over 5 secties: Arbeids- en Medezeggenschapsrecht,

Mensen die kunnen overtuigen. Of het nu in de

Verzekering en Aansprakelijkheid, Ondernemingsrecht,

rechtszaal is of daarbuiten. Word je bij ons

Onroerend Goed-, Bouw- en Bestuursrecht en Cassatie.

advocaat-stagiair(e) dan maken wij een echte advocaat

Heb jij het in je om advocaat pur sang te

van je. Iemand die het verschil kan maken tussen gelijk

worden? Ga dan naar www.ekelmansenmeijer.nl

hebben en gelijk krijgen. We zijn een Haags advocaten-

of stuur je brief en CV naar Mr A.P.J. Lantzendorffer.

kantoor

met

ongeveer

40

advocaten

verdeeld

Pleiten zit ons in het bloed.

Anna van Saksenlaan 30, 2593 HT Den Haag, (070) 37 46 300, www.ekelmansenmeijer.nl


Inhoudelijke bijdrage Door mr. J.W.J. Dantuma advocaat bij Linklaters

Kapitaalmarkttransacties, voer voor advocaten Sinds november 2007 ben ik werkzaam als advocaatstagiair bij Linklaters LLP in Amsterdam. Linklaters LLP is een internationaal advocatenkantoor met vestigingen in de grote financiële centra van de wereld en legt zich toe op de advisering van leidende bedrijven en financiële instellingen. De eerste helft van mijn advocaatstage heb ik op de sectie Corporate gewerkt waar ik mij met ondernemingsrecht, en fusies en overnames in het bijzonder, heb beziggehouden. Sinds juli werk ik op onze Capital Markets sectie waar ik mij toeleg op kapitaalmarkttransacties. Omdat ik weinig wist van dit vakgebied voordat ik begon met werken, en ik aanneem dat dit voor de meeste studenten geldt, zal ik in dit artikel de belangrijkste begrippen uitleggen over de financiering van een onderneming en de juridische aspecten van kapitaalmarkttransacties.

Aandelenkapitaal en schuld Ondernemingen kunnen zich op twee manieren finan-

nieuwe activiteiten weer een beroep op de aandeelhou-

cieren; door aandelenkapitaal (equity) of door schuld

ders moeten doen of een lening aan moeten trekken. Dat

(debt). Aandelenkapitaal wordt als eigen vermogen

is niet altijd even efficiënt, en daarom houdt een onder-

van de onderneming aangeduid en is een permanente

neming veelal een deel van de winst in.

manier van financiering. Wanneer het eenmaal door de aandeelhouder aan de onderneming verstrekt is, is het

Beursgang

in beginsel voor altijd aan de onderneming verbonden.

Een onderneming kan om verschillende reden naar de

Voor het verstrekken van kapitaal zal de aandeelhouder

beurs gaan. De meest gangbare zijn dat de oprichters of

een vergoeding verlangen, deze vergoeding zal over het

een private investeerder (een deel van) hun aandelen

algemeen in de vorm van dividend uitgekeerd worden.

willen verzilveren door ze op de beurs te verkopen, de

Schuld wordt als vreemd vermogen aangeduid, vormen

onderneming extra kapitaal nodig heeft of een combi-

van schuld zijn leverancierskrediet (verkregen goederen

natie van deze. Veelal wordt het hebben van een note-

later betalen) en geldleningen. Geldleningen kunnen

ring aan een effectenbeurs zoals Euronext Amsterdam by

ruwweg weer opgedeeld worden in bankleningen en

NYSE Euronext gezien als prestigieus. Het belangrijkste

schuldpapier.

argument is echter dat door middel van een notering ondernemingen toegang krijgen tot de (internationale)

Aandelenkapitaal

kapitaalmarkt als financieringsbron.

De door een onderneming gemaakte winst kan geheel of gedeeltelijk uitgekeerd worden aan de aandeelhouders

De beursgang van een onderneming (ook wel initial

in de vorm van dividend. Dividend kan alleen worden

public offering (IPO)) genoemd, is een langdurig en

uitgekeerd aan de aandeelhouders indien de onderne-

complex proces. Een onderneming die voorheen in

ming voldoende (winst)reserves heeft opgebouwd die

privé-handen was wordt publiek bezit, wat allerlei veran-

niet op grond van wet of statuten door de onderneming

deringen met zich mee brengt. In de pre-IPO fase moet

in stand moeten worden gehouden. Winst die niet wordt

de onderneming eerst beursklaar worden gemaakt. Als

uitgekeerd aan de aandeelhouders blijft in de onderne-

de onderneming in de vorm van een BV werd gedreven

ming en kan als financieringsbron voor de onderneming

zal er een NV moeten komen i.v.m. de benodigde vrije

worden ingezet. Als alle winst uitgekeerd zou worden,

overdraagbaarheid van de aandelen. De BV zou kunnen

dan zou de onderneming voor de financiering van

worden omgezet in een NV. Een andere mogelijkheid is


Juridische aspecten om een NV op te richten en die als enig aandeelhouder boven de BV

Zowel aandelen als obligaties kwalificeren als effecten in de zin van

te plaatsen. Hiernaast zal er een herstructurering doorgevoerd worden

de Wet op het financieel toezicht (Wft) en zijn dus onderworpen aan

waarbij de statuten wellicht gewijzigd moeten worden en de corpo-

het regime van de Wft. Dit houdt onder andere in dat een onder-

rate governance structuur van de onderneming (geheel of gedeeltelijk)

neming alleen als het aan bepaalde vereisten voldoet aandelen

aangepast moet worden aan de aanbevelingen van de (Nederlandse)

of obligaties aan het publiek mag aanbieden. De Wft bevat verder

Corporate Governance Code.

allerlei bepalingen om een zo transparante en efficiënte werking

belang in een beursgenoteerde onderneming dit te melden bij de

in bankleningen en schuldpapier. Ik zal hier alleen op schuldpapier

AFM, de verplichting voor beursgenoteerde ondernemingen om

ingaan omdat bankleningen niet geschikt zijn om te verhandelen op

belangrijk nieuws dat effect kan hebben op de prijs van zijn geno-

de geld- en kapitaalmarkten vanwege de grote verschillen van lening

teerde effecten onverwijld openbaar te maken en het verbod om te

tot lening. Leningen kunnen ook worden aangetrokken tegen uitgifte

handelen met voorkennis.

JFV In Casu - december 2009 -

denken aan de verplichting voor aandeelhouders met een bepaald

Geldleningen kunnen zoals besproken ruwweg worden opgedeeld

63

van de kapitaalmarkten te bewerkstelligen. Men moet hier vooral

Schuld

van obligaties (notes of bonds) of commercial paper wat een speciale variant op de obligatie is. Obligaties en commercial paper zijn in feite

Prospectus en due diligence

in stukjes opgeknipte geldleningen waarbij elk stukje een afzonder-

Het bekendste vereiste waaraan een onderneming moet voldoen

lijk verhandelbaar schuldpapier is. Schuldpapier kan weer opge-

voordat het effecten aan het publiek mag aanbieden is dat een

deeld worden in commercial paper wat een hoge coupure (meestal

door de Autoriteit Financiële Markten (AFM), of andere competente

>€500.000) en een korte looptijd heeft (meestal tot twee jaar). Over het

autoriteit van een EU lidstaat, goedgekeurd prospectus algemeen

algemeen wordt commercial paper geplaatst bij institutionele beleg-

verkrijgbaar gesteld moet worden. In zo’n prospectus moet bepaalde

gers en andere professionele marktpartijen en niet genoteerd aan een

voorgeschreven informatie opgenomen worden zodat potentiële

effectenbeurs. Commercial paper is bedoeld om in kortlopende finan-

beleggers na bestudering van het prospectus een geïnformeerde

cieringsbehoefte te voorzien en wordt tot de geldmarktinstrumenten

keuze kunnen maken of zij wel of niet willen beleggen in de effecten

gerekend. Obligaties hebben over het algemeen een looptijd van meer

van de betreffende onderneming. Het prospectus wordt meestal

dan twee jaar en worden daarmee tot de kapitaalmarktinstrumenten

opgesteld door de advocaten van de onderneming die de effecten

gerekend. Om een financiering van een groter publiek aan te kunnen

wil uitgeven samen met de advocaten van de banken die de uitgifte

trekken hebben obligaties een lagere coupure (meestal vanaf €1.000)

van de effecten onderschrijven (underwriting, waarover later meer).

en worden ze vaak genoteerd aan een effectenbeurs om de verhandel-

Voorafgaand aan het opstellen van het prospectus wordt door de

baarheid te vergroten. In de praktijk is het alleen mogelijk voor grote

begeleidende banken een due diligence onderzoek uitgevoerd. Dit

ondernemingen die een zekere naamsbekendheid hebben om hun

boekenonderzoek dient er toe om belangrijke feiten over de uitge-

obligaties aan een effectenbeurs te noteren.

vende onderneming en de effecten die in het prospectus opgenomen

Bij een banklening worden alle voorwaarden in de leningsovereen-

moeten worden boven water te krijgen. Het juridische gedeelte van

komst opgenomen. Bij een obligatie werkt dit echter niet omdat de

de due diligence wordt door de advocaten van de begeleidende

obligatiehouders een onbekende en constant veranderende groep van

banken uitgevoerd. Men moet hier vooral denken aan het beoor-

beleggers is. De leningsvoorwaarden worden bij een obligatie opge-

delen van contracten met belangrijke afnemers en leveranciers, de

nomen in het prospectus (waarover later meer) zodat potentiële beleg-

arbeidsovereenkomsten met de (belangrijkste) werknemers en het

gers hiervan kennis kunnen nemen. De belangrijkste voorwaarden zijn

nagaan of intellectuele eigendomsrechten wel correct zijn geregi-

de valuta en coupure van de obligatie, het (vaste of variabele) rente-

streerd. Verder worden vaak de notulen van de directie- en commis-

percentage en data waarop de rente betaald wordt. Verder worden er

sarissenvergaderingen doorgenomen omdat belangrijke kwesties

vaak voor de onderneming restricties opgenomen die de houders van

waarschijnlijk in die organen besproken zijn. Hierna wordt mede op

de obligaties moeten beschermen tegen niet-nakoming van de beta-

basis van de het due diligence onderzoek een prospectus opgesteld.

lingsverplichtingen van de onderneming. Voorbeelden hiervan zijn de

Voordat een prospectus ‘af’ is wordt deze vaak nog één of meer-

zogenaamde negative-pledge die de onderneming verbiedt andere

dere malen aan de AFM ter beoordeling voorgelegd waarna aan de

obligatiehouders zekerheid te verstrekken zonder de oorspronke-

hand van het commentaar het prospectus nog aangevuld danwel

lijke obligatiehouders op gelijke voet te stellen en events of default

verduidelijkt moet worden. Als de AFM uiteindelijk het prospectus

waarbij door het intreden van een bepaalde omstandigheid de lening

goedkeurt kan het gedrukt worden en in hard- en softcopy algemeen

vervroegd opeisbaar wordt.

verkrijgbaar gesteld worden.

@


Underwriting Omdat het uitgeven van effecten een belangrijke manier is voor onder-

verkoop of uitgifte van een (groot) pakket aandelen na een beursgang

nemingen om hun bedrijfsactiviteiten te financieren willen zij zo veel

of emissie een ongewenst koersdrukkend effect kan hebben. Dit komt

mogelijk zekerheid dat het geld wat zij nodig hebben daadwerkelijk

door het vergrote aanbod van de aandelen. Hiernaast kan de verkoop

opgehaald wordt. Banken zijn bereid het risico dat (een gedeelte)

of uitgifte van een groot pakket aandelen (zeker wanneer dit slecht

van de door een onderneming uit te geven of te noteren effecten niet

gecommuniceerd wordt) de indruk aan de markt geven dat de verko-

bij beleggers geplaatst kan worden over te nemen van de onderne-

pende aandeelhouder geen vertrouwen meer in de onderneming heeft

ming en verbinden zich hier dan ook meestal hoofdelijk (jointly and

of dat de onderneming plotseling veel geld nodig heeft, dit heeft dan

severally) toe. Dit proces wordt underwriting genoemd voor aande-

ook een koersdaling tot gevolg.

en andere schuldinstrumenten. Omdat underwriting en subscription

Conclusie

zeer vergelijkbaar zijn spreek ik hierna alleen van underwriting. In de

De (internationale) kapitaalmarkten bieden voor grote onderne-

64

underwriting agreement leggen de (advocaten van de) bank(en) en de

mingen een bron van financiering. Omdat kapitaalmarkttransacties

JFV In Casu - december 2009 -

lenuitgifte of verkoop en subscription bij de uitgifte van obligaties

onderneming of de verkopende aandeelhouder vast onder welke voor-

beheerst worden door gedetailleerde effectenwetgeving hebben

waarden en tegen welke prijs de bank(en) verplicht zijn om de effecten

ondernemingen en de banken die de transactie begeleiden juridische

over te nemen en de opbrengst (die de banken dan nog niet gerea-

bijstand nodig van advocaten en (bedrijfs)juristen. Zeker voor juristen

liseerd hebben) alvast aan de onderneming of verkopende aandeel-

met een sterk interesse voor de economie en het bedrijfsleven kan

houder te betalen. Als je denkt aan de enorme aandelenemissies die

een carrière binnen het vakgebied van het effectenrecht dan ook zeer

tijdens de huidige financiële crisis door banken zijn gedaan (soms wel

aantrekkelijk zijn!

tot £12 miljard) dan is het goed voor te stellen dat de underwriters (zelf ook banken in meer of minder ernstige financiële problemen) het risico dat zij £12 miljard moeten uitbetalen om vervolgens met een enorm pakket aandelen te blijven zitten zo klein mogelijk willen houden. Een belangrijke bepaling in deze is dan ook de zogenaamde material adverse change of “MAC” die de underwriters het recht geeft om zich terug te trekken als er zich bepaalde omstandigheden voordoen die een zeer negatief effect hebben op de onderneming of de economie als geheel. Voorbeelden van gebeurtenissen die tot het

mr. J.W.J. Dantuma

inroepen van de MAC kunnen leiden zijn bijvoorbeeld de aanslagen op 11 september 2001 en het faillissement van Lehman Brothers en de gevolgen hiervan voor de kapitaalmarkten. De vergoeding die banken in rekening brengen voor het overnemen van dit risico heet de underwriting fee en deze kan wel oplopen tot 7% van de opbrengst van de emissie. Een typische bepaling in underwriting agreements is de zogenaamde ´green shoe’ die de underwriters de optie geeft om meer aandelen van de onderneming of verkopende aandeelhouders te vragen dan aanvankelijk overeengekomen. Oorspronkelijk was deze bepaling er voor de banken om bij een grote vraag naar de effecten er meer te kunnen plaatsen, tegenwoordig wordt deze optie steeds meer gebruikt om de koers van de aandelen te stabiliseren in de periode kort na de beursgang of emissie.

Lock-up Vaak wordt bij de beursgang van een onderneming of een aandelenemissie met de (bestaande) aandeelhouders afgesproken dat zij een bepaalde periode (meestal 180 of 360 dagen) na de beursgang of emissie geen aandelen zullen verkopen of, in het geval van de onderneming, uit zullen geven. Deze bepaling wordt ook wel lock-up genoemd en wordt opgenomen in de underwriting agreement of in een aparte lock-up agreement. Deze bepaling is belangrijk omdat de

5340


Geopend

JFV Studiewinkel

maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.0 0 uur

De JFV biedt je de mogelijkheid om bij de JFV Studiewinkel gedurende het hele jaar met 10% korting studieboeken te kopen. Daarnaast kun je hier terecht voor de aanschaf van uittreksels en collegeaantekeningen. Op de JFV Studiewinkel kan je je ook inschrijven als je nog geen lid bent van de JFV. Je ontvangt dan direct de ledenkorting. Daarnaast is er nuttige informatie te vinden met betrekking tot jouw verdere loopbaan in de JFV CarrièreBank.

JFV Studiewinkel

Uurwerkersgang 8a - Geopend: maandag t/m vrijdag van 12.00 tot 14.00 uur Telefoon 050-3635783 - Fax: 050-3636947 - E-mail: jfv@jfvgroningen.nl - www.jfvgroningen.nl

53404-1_Adv_Studiewinkel.indd 1

19-11-2007 16:00:34


Inhoudelijke bijdrage Door mr. F. Ten Have, advocaat bij Stibbe

Internationale sancties en de M&A praktijk; niets met elkaar te maken…, of toch? Deze bijdrage gaat in op een zich snel ontwikkelend rechtsgebied dat tot op heden slechts een beperkte bekendheid lijkt te genieten in de commerciële rechtspraktijk: de wondere wereld van het (EU) sanctierecht. Na kort het sanctierecht in context te hebben geplaatst, zal aan de hand van een voorbeeld uit de praktijk worden aangetoond dat ook een advocaat actief in de transactiepraktijk zich langzaam aan bewust dient te worden van dit rechtsgebied bij het adviseren in M&A deals. Het sanctierecht in de EU en in Nederland Dat 9/11 het startpunt is geweest van de opkomst van

Sanctieregelingen zijn politieke instrumenten in het

allerlei nieuwe juridische verschijnselen (waaronder een

buitenlands en veiligheidsbeleid van de VN en de EU.

aantal ware gedrochten; denk aan Quantanamo-Bay) zal

Het kan daarbij gaan om regelingen die worden ingezet

niemand zijn ontgaan. Onder met mom van terrorisme-

in de ‘strijd tegen het terrorisme’ maar ook om sancties

preventie en bestrijding zijn – vaak onder politieke druk

die dienen als reactie op schendingen van internationaal

van de Bush administration - in verschillende jurisdicties

recht door bepaalde regimes.

en op internationale fora (zoals de VN en EU) rechtsinstrumenten gecreëerd die tot doel hebben om bepaalde

Communautaire grondslag voor internationale sancties

naties, individuen en entiteiten het functioneren onmo-

Sanctieregelingen vinden vaak hun oorsprong in reso-

gelijk te maken. In veel gevallen probeert men dit te

luties van de VN-veiligheidsraad die vervolgens moeten

bereiken door de betrokkenen in de portemonnee te

worden omgezet in secundair Gemeenschapsrecht.

raken.

Daarnaast bestaan sanctieregelingen die een autonome communautaire grondslag hebben. De omzetting van de

In dit verband kan worden verwezen naar de zoge-

regelingen in de eerste categorie vindt plaats in ofwel

naamde sanctions lists. Kort gezegd maken de voor-

een gemeenschappelijk standpunt3 ofwel in een veror-

noemde rechtsinstrumenten (samen te vatten onder

dening.4 Met een gemeenschappelijk standpunt kan

de term ‘sanctieregelingen’) het onder meer mogelijk

worden volstaan indien de verplichtingen die geëffec-

om bepaalde individuen of entiteiten die geassocieerd

tueerd moeten worden slechts zien op lidstaten (zoals

worden met terroristische activiteiten of die gelieerd

visumrestricties). Een verordening als communautaire

zijn aan ‘schurkenstaten’ op een ‘lijst’ te plaatsen. Eén

grondslag is vereist zodra de regeling verplichtingen

van de mogelijke rechtsgevolgen van plaatsing op een

voor particulieren in het leven beoogt te roepen. Veelal

dergelijke lijst is dat de tegoeden van de betrokkenen

zal een combinatie van wetgevingsinstrumenten nodig

dienen te worden bevroren en dat het verboden is met

zijn om de omzetting effectief te laten plaatsvinden.5

deze partijen (financiële) transacties aan te gaan. Er bestaan ook sanctieregelingen die niet gebaseerd In de context van de Europese Unie wordt de geconsoli-

zijn op instrumenten die hun bestaanrecht ontlenen

deerde lijst die alle personen en entiteiten bevat die aan

aan terrorismepreventie maar die worden ingezet als

financiële sancties onderhevig zijn informeel wel de EU

reactie op schendingen van het internationale recht of

freeze list genoemd.1 Dat de procedure die plaatsing op (en

van mensenrechten door regimes waar rechtstatelijke

verwijdering van) deze lijsten regelt op zijn zachtst gezegd

principes onvoldoende worden gerespecteerd. Dan kan

niet altijd in overeenstemming is met wat in een rechtstaat

gedacht worden aan sancties die betrekking hebben op

als acceptabel wordt beschouwd, is ondertussen meer-

exotische bestemmingen zoals de Democratische Repu-

dere malen in de Europese rechtspraak vastgesteld.2

bliek Congo, Ivoorkust, Iran, Birma, en andere oorden.6 De aard van die sancties loopt uiteen van wapenem-

Hieronder wordt aan de hand van een casus ontleend

bargo’s en handelsbeperkingen, tot visumrestricties

uit de praktijk gedemonstreerd welke impact het (EU)

en, wederom, financiële beperkingen van individuen en

sanctierecht kan hebben op een overnameproces. Eerst

entiteiten die gelieerd zijn aan de betrokken regimes.

wordt in wat meer detail ingegaan op het relevante formele kader in de EU en in Nederland.


Grondslag voor internationale sancties onder Nederlands recht

hebben die staat opgenomen op een sanctielijst, en wel op de lijst

Centraal in de totstandkoming van Nederlandse regelgeving die in de

in de annex behorende bij de Verordening inzake bepaalde beper-

uitvoering van internationale sanctieregelingen moet voorzien, staat

kende maatregelen tegen Ivoorkust.13 In de tweede plaats blijkt dat

de Sanctiewet 1977. Indien de sanctieregeling gebaseerd is op een EG

een andere dochter van het target uit Ivoorkust zelf staat opgenomen

verordening dan zal feitelijke implementatie in de Nederlandse rechts-

op deze sanctielijst. Tot slot wordt duidelijk dat een dochter van het

orde niet nodig zijn (gelet op de rechtstreekse werking van EG veror-

target actief in Zimbabwe sinds 2001 een distributieovereenkomst

deningen); in die gevallen voldoet het om een bepaling in het leven

heeft met een lokale onderneming waarvan de grootaandeelhouder

te roepen die overtreding van de verordening naar Nederlands recht

op de lijst staat opgenomen in de annex bij Verordening 314/2004 (die

strafbaar stelt.8 In gevallen waarin de sanctieregelingen niet zijn neer-

betrekking heeft op Zimbabwe en vergelijkbaar is met de bovenbe-

gelegd in EG verordeningen zal volledige implementatie in nationale

schreven verordening van toepassing op Ivoorkust).14

7

sanctieregels noodzakelijk zijn. Tot slot kan Nederland overigens ook 9

zelfstandig (rechts)personen aanwijzen waarvoor een gebod tot het

De advocaten van de Duitse onderneming op overnamepad realiseren

bevriezen van tegoeden of een verbod (of restrictie) op het verlenen

zich tijdig dat deze omstandigheden een impact kunnen hebben

van financiële diensten geldt. Een voorbeeld hiervan is de Sanctiere-

op de positie van hun cliënt (in ieder geval) zodra het target zou

geling terrorisme 2007.10

worden ingelijfd en dat nadere analyse van de rechtsgevolgen van de genoemde omstandigheden vereist is. De specialisten die te hulp

Naast het bieden van een rechtsgrondslag en een kader voor de imple-

worden geroepen, komen met de volgende analyse. De toepasselijke sanctieregelen in dit verband zijn de sancties tegen

gebaseerde regelingen voorts een groot aantal Nederlandse instan-

Zimbabwe en Ivoorkust zoals vastgelegd in de voornoemde EG veror-

ties en toezichthouders een rol toebedeeld in het toezicht op, en de

deningen. Uit deze verordeningen volgt dat de tegoeden of economi-

handhaving van, de verschillende sanctieregelingen die in de Neder-

sche middelen van (kort gezegd) alle (rechts)personen opgenomen op

landse rechtsorde van kracht zijn.11 Daarnaast roept de Sanctiewet

de lijsten in de annex bij de verordeningen, bevroren moeten worden.

een verzwaard regime van toezicht in het leven voor, kort gezegd,

Daarnaast wordt voorgeschreven dat geen tegoeden of economische

die instellingen die krachtens financiële toezichtswetgeving reeds

middelen ter beschikking mogen worden gesteld aan (kort gezegd)

onderhevig zijn aan toezicht door de Nederlandse Bank, de Autori-

alle (rechts)personen opgenomen op de lijst.15 Dit heeft de volgende

teit Financiële Markten of de Pensioen- en Verzekeringskamer. Uit de

gevolgen.

JFV In Casu - december 2009 -

op grond van de Sanctiewet (bijvoorbeeld artikel 10 lid 1) en daarop

67

mentatie van internationale sanctieregelingen in Nederland, wordt

Regeling Toezicht Sanctiewet 1977 vloeit voort dat deze instellingen verplicht zijn intern de naleving van alle op de Sanctiewet gebaseerde

In de eerste plaats heeft men dus te maken met een minderheiddeel-

regelingen en besluiten te controleren en maatregelen te treffen ter

neming in een dochteronderneming van het target waarvan de houder

naleving van de genoemde regels. Daarnaast voorziet deze regeling

op de lijst staat van de verordening die betrekking heeft op Ivoorkust.

in een meldingsverplichting voor deze instellingen indien de identiteit

Het begrip ‘tegoeden’ zoals genoemd in de verordening strekt zich

van een relatie (in de meeste gevallen een klant) overeenkomt met

ook uit tot aandelen en daarmee brengt het besproken gebod om alle

een (rechts)persoon of entiteit als omschreven in een van de op de

tegoeden te bevriezen mee dat de moederonderneming van de enti-

Sanctiewet gebaseerde regelingen.

teit waarin deze listed individual aandelen houdt, verplicht is om te verhinderen dat (i) de overdracht van deze aandelen plaatsvindt, (ii)

Opzettelijke schendingen van de Sanctiewet en daarop gebaseerde

de stemrechten gekoppeld aan de aandelen worden uitgeoefend en

regelingen kunnen op grond van de Wet Economische Delicten (art. 6

(iii) dat eventuele dividenden die voortvloeien uit het houden van de

lid 1 sub 1 ) als misdrijf worden bestraft met een maximale gevangenis-

aandelen worden uitbetaald. Na een overname zouden deze verplich-

straf van 6 jaar of een geldboete van de vijfde categorie.

tingen dus komen te rusten op de Duitse onderneming.

Een voorbeeld uit de M&A praktijk

Met betrekking tot de dochteronderneming van het target dat zelf

De volgende casus, gebaseerd op een geval uit de praktijk, laat zien

genoemd staat op lijst behorende bij de verordening betreffende de

dat het sanctierecht en de commerciële rechtspraktijk (en meer in het

sancties gericht op Ivoorkust wordt vastgesteld dat deze plaatsing

bijzonder die van M&A transacties) elkaar wel degelijk tegen kunnen

gebaseerd is op niet (meer) correcte informatie. De plaatsing blijkt

komen.12

samen te hangen met het feit dat de entiteit in kwestie een aantal jaren eerder een grootaandeelhouder had die zelf was opgenomen op

Een Duitse onderneming wereldwijd actief op het gebied van exploi-

de sanctielijst. Twee jaar na plaatsing op de lijst had deze grootaan-

tatie van bossen en de fabricage van houtproducten is voornemens

deelhouder zijn aandelen echter vervreemd en was de zeggenschap

een onderneming over te nemen die (middels dochterondernemingen)

(via andere ondernemingen) uiteindelijk bij de dochteronderneming

vergelijkbare activiteiten ontplooit in verschillende Afrikaanse landen

van het target terechtgekomen. Deze vaststelling bevrijdt de huidige

waaronder Ivoorkust, Zimbabwe en de Democratische Republiek

moederonderneming van de entiteit in kwestie echter niet van de

Congo. Tijdens de due diligence die de Duitse onderneming bij het

werking van de verordening; uit artikel 11 van verordening 560/2005

target uitvoert, blijkt van de volgende omstandigheden.

volgt dat wijzigingen in de sanctielijst (waaronder dus het verwijderen van (rechts)personen daarvan) alleen kunnen plaatsvinden op grond

In de eerste plaats blijkt één van de dochterondernemingen van het

van een gemeenschappelijk standpunt dat door de Raad moet worden

target een natuurlijke persoon als minderheidsaandeelhouder te

aangenomen. Totdat een dergelijke wijziging heeft plaatsgevonden,

@


zijn de beperkingen van de verordening onverminderd van kracht. Dit

Toegegeven: een transactie waarbij dergelijk exotische bestemmingen

impliceert dat deze dochteronderneming, voor duur van haar plaat-

met dubieuze regimes gemoeid zijn, is geen dagelijkse praktijk en de

sing op de lijst, geen enkele commerciële transactie mag aangaan;

betrokkenheid van zulke landen zal de zinnen meestal wel op scherp

daarmee is deze entiteit de facto waardeloos.

zetten. Tegelijkertijd moet de opkomst en uitdijing van de sanctieregelingen internationaal niet worden onderschat; ook in minder voor

Tot slot speelt de kwestie van de distributieovereenkomst die een

de hand liggende landen kunnen (rechts)personen gevestigd zijn die

Zimbabwaanse dochter van het target heeft afgesloten met een andere

ergens terugkomen op een annex bij een sanctieregeling. Bovendien

onderneming uit Zimbabwe die op de lijst in de annex bij Verordening

is het lang niet altijd eenvoudig de precieze aandeelhouders van een

314/2004 is geplaatst. In beginsel kwalificeren alle betalingen ter

entiteit te achterhalen.

vergoeding voor de distributiediensten die worden geleverd als terbeschikkingstelling van economische middelen aan een listed entity en

Gelet op de significante verplichtingen en mogelijke sancties is het

zijn dus verboden. In het onderhavige geval geldt echter de uitzonde-

(EU) sanctierecht in elk geval een rechtsgebied om in het achterhoofd

ring in artikel 7 lid 2 onder b van Verordening 314/2004 waaruit volgt

te houden, ook in de commerciële rechtspraktijk.

dat betalingen die verschuldigd zijn op grond van overeenkomsten afgesloten vóór inwerkingtreding van de verordening geoorloofd zijn, mits deze betalingen geschieden op een rekening die bevroren is. Ook hier geldt dus de facto een verplichting voor de eigenaar van het target om handelingen te verrichten die verenigbaarheid met de sanctieregeling garanderen.

Afsluiting Het behoeft geen uitleg dat ontdekkingen in het kader van een due

mr. F. Ten Have

diligence zoals die hierboven beschreven een (grote) impact kunnen

JFV In Casu - december 2009 -

68

hebben op de onderhandelingen tussen de betrokken ondernemingen om tot een overname over te gaan. Naast een effect op de prijs die men bereid is voor een target te betalen als er dergelijke ‘lijken in de kast’ blijken te zitten, kunnen de actieve verplichtingen die uit sanctieregelingen voorvloeien (en die zouden rusten op een nieuwe moederonderneming) ook leiden tot het afketsen van een transactie.

1

Te vinden via http://ec.europa.eu/external_relations/cfsp/ sanctions/list/consol-list.htm. Deze lijst bevat dus de namen van alle personen die op grond van EU regelgeving aan financiële sancties onderhevig zijn; de grondslagen voor plaatsing variëren van verdenking van terroristische activiteiten tot betrokkenheid bij een buitenlands regime dat mensenrechten schendt.

2 Een eclatant voorbeeld is in ieder geval de zaak People’s Mojahedin Organization of Iran. Verwezen wordt naar de uitspraken van het Gerecht van Eerste Aanleg in zaak T-256/07 van 23 oktober 2008 en in zaak T-284/08 van 4 december 2008. Voor een analyse van de achtergronden zie

communautair recht middels enerzijds gemeenschappelijk standpunt 2001/931 en anderzijds Verordening 2580/2001/ EC.

6 Voor een volledige lijst van landen die onderhevig zijn aan EU sancties zijn, zie <http://ec.europa.eu/external_ relations/cfsp/sanctions/measures.htm>. 7 Wet van 15 februari 1980 tot het treffen van sancties tegen bepaalde staten of gebieden, Stb. 1980, 93; laatstelijk gewijzigd bij wet van 18 juli 2009, Stb. 2009, 327 (“Sanctiewet”). 8 Zie bijvoorbeeld artikel 1 van de Sanctieregeling Zimbabwe 2004, Stcrt. 20 september 2004, nr. 180, pagina 14.

E. Spaventa in Common Market Law Review 45: 1239-1263,

9 Zie ook artikel 2 van de Sanctiewet 1977.

2009.

10 Stcrt. 2007, 39.

3 Artikel 15 EU verdrag. 4 Artikel 249 EG verdrag. 5 Ter illustratie kan worden gewezen op de implementatie van VN resolutie 1373(2001) die kort na de aanslagen van 9/11

11 Zie de Regeling toezichthoudende ambtenaren Sanctiewet 1977, Stcrt. 1994, 221; laatstelijk gewijzigd op 12 februari 2006, Stcrt. 2006, 30 en de regeling Aanwijzing rechtspersonen Sanctiewet 1977, Stcrt. 2002, 106;

werd aangenomen (op 28 september 2001). Op grond van

laatstelijk gewijzigd op 27 augustus 2002, Stcrt. 2002, 165.

deze resolutie committeerden de VN-lidstaten zich om alle

12 De volgende casus is gebaseerd op een daadwerkelijk geval

tegoeden van persons who commit, or attempt to commit, terrorist acts or participate in or facilitate the commission of terrorist acts; of entities owned or controlled directly or indirectly by such persons; and of persons and entities acting on behalf of, or at the direction of such persons and entities te bevriezen, geen wapens of militaire bijstand aan de voornoemden te leveren en om visumrestricties in te implementeren. In de EU werd deze resolutie omgezet in

uit de M&A adviespraktijk; de feiten zijn echter aangepast. 13 Verordening van de Raad van 12 april 2005 (EC) No 560/2005, OJ 2005, L95/1. 14 Verordening van de Raad van 19 februari 2004 (EC) No 314/2004, OJ 2004, L55/1. 15 Zie artikel 6 lid 1 en lid 2 van Vo. No 314/2004 en artikel 2 lid 1 en lid 2 van Vo. No 560/2005.


Juridische advisering aan ondernemingen vereist een combinatie van juridische kennis, advies-

STBB2INSD

vaardigheden en relevante bedrijfseconomische kennis. Ons uitgebreide interne opleidings-

programma en de ‘training on the job’ zorgen voor juridische kennis en adviesvaardigheden. Bedrijfseconomische kennis doe je op aan één van de meest gerenommeerde business schools ter wereld: INSEAD in Fontainebleau. Het met INSEAD ontwikkelde ‘tailor-made’ opleidingsprogramma behandelt de voor jou als Stibbe advocaat of kandidaat-notaris essentiële onderdelen van een MBA. www.werkenbijstibbe.nl


We doen er nóg een schepje bovenop! Voor communicatieve oplossingen met meerwaarde halen wij alles uit de kast. U kent ons dan ook als een full-service grafimedia productiebureau. Vertrouwd met concept, design en communicatieadvies, maar ook toegerust met de kennis en het vakmanschap die nodig zijn voor de productie van hoogwaardige, creatieve communicatiemiddelen. Mét de juiste mix van nieuwe en traditionele media. Naast drukken, nieuwe media en studio onderscheiden wij ons door het toepassen van ketenintegratie, automatisering, beheer, logistiek, personalisatie en fullfilment. Uiteindelijk doen wij maar één ding: u voorzien van de juiste communicatieve oplossing. En om die reden hoeft u ook maar één ding te onthouden: OCC dehoog www.occ-dehoog.nl

Printing

New Media

Postbus 128, 4900 AC Oosterhout • De Wetering 30, 4906 CT Oosterhout T. 0162 476 500 • F. 0162 47 65 25 • info@occ-dehoog.nl • www.occ-dehoog.nl

Studio


Overzicht

Kantoorspecials

JFV In Casu - december 2009 -

71

@ Poelmann van den Broek Advocaten

@


Kantoorspecial

Poelmann van den Broek, een toonaangevend advocatenkantoor in Nijmegen Op een herfstachtige maandagochtend reisde ik af naar een idyllische plek aan de Waal. Met inachtneming van het niet bedoelde academisch kwartiertje kwam ik helaas door een miscommunicatie met de buschauffeur vijftien minuten te laat. Gelukkig deed dit niets af aan de vriendelijke ontvangst. Onder het genot van een kopje koffie vertelde Heleen Kruijsen me meer over haar werkzaamheden als senior medewerker bij Poelmann van den Broek in de sectie Huur- en onroerend goedrecht. Door Martha Bulthuis en Pieter Kruijt

Heleen Kruijsen begon met de studie Nederlands recht in 1995 aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Na het afronden van haar kandidaatsexamen was op dat ogenblik net de Nijmegen Law School opgericht, waar zij als deelnemer aan de eerste lichting het spits afbeet. In deze laatste fase van haar studie lag de focus van de opleiding op financieringstrajecten. Het voordeel van haar keuze was dat haar vierde studiejaar zeer praktijkgericht was. Na een buitenlandse stage in London en een binnenlandse stage bij Van Doorne in Rotterdam begon de carrière van Heleen na het afronden van haar studie in 2000 ook bij het laatstgenoemde kantoor. Ze vertrok naar de vestiging in Amsterdam, omdat daar een afzonderlijke finance sectie werd opgezet. Heleen hield zich hier onder andere bezig met het maken van contracten voor zogenaamde venture capital deals. Na anderhalf jaar stapte ze van de finance sectie over naar de sectie bestuursrecht. Toen er plek kwam bij de sectie huurrecht, is zij daar min of meer bij toeval ingerold. Bij Van Doorne heeft Heleen de nodige beroepsvaardigheden ontwikkeld, waaronder strijden voor jezelf en je cliënt. Toch voelde zij zich niet helemaal vertrouwd met de bedrijfscultuur die in de grote Amsterdamse advocatenkantoren heerste. In 2003 maakte ze daarom de keuze om haar carrière voort te zetten bij een ander kantoor en haar oog viel op Poelmann van den Broek, het grootste advocatenkantoor in Nijmegen. De keuze was al snel gemaakt door de diversiteit van specialisaties en de werkinhoudelijke aanpak van het kantoor. Ze kreeg hier de kans om zich meer bezig te houden met het daadwerkelijke procederen in plaats van het louter adviseren van cliënten. Daarnaast sprak de bedrijfscultuur van het kantoor haar zeer aan. De werknemers van Poelmann van den Broek zijn erg ambitieus en hard werkend. Daarnaast hechten zij waarde aan een balans tussen werk en privéleven. Heleen wilde naast haar carrière ook graag kinderen. Bij Poelmann van den Broek is deze combinatie goed mogelijk.

Heleen Kruijsen


onze expertise laten ervaren hoe dat is. Daarom orga een 2-daagse Masterclass Bouwarbitrage, waarin j gaat pleiten in een echte arbitragezaak en kunt hor carrière in het Bouwrecht bij ons kantoor. Wil je je c starten, surf dan nu naar www.poelmannvandenbro deze masterclass.

St. Canisiussingel 19f 6511 TE Ni info@poelmannvandenbroek.nl

PB904_184_Masterclass_adv_A4_DR.1 1

Werkdag Heleen Kruijsens werkdag start om half negen. Eén keer per week

twee of drie teams werkzaam. Een team bestaat uit één of twee

begint de dag met een sectieoverleg en één keer per week met een

advocaat-aandeelhouders en/of senior medewerkers, meerdere

teamoverleg. In een teamoverleg wordt de aanpak en progressie

advocaat-medewerkers en advocaat-stagiaires. Het team wordt geleid

besproken en in het sectieoverleg ligt de nadruk op kwaliteit

door een advocaat-aandeelhouder of senior medewerker. Naast

en kennis. In het sectieoverleg wordt iedere keer de nieuwste

teams en secties werkt Poelmann van den Broek in clusters. Een

jurisprudentie en relevante literatuur binnen de sectie besproken.

cluster is een samenwerkingsverband tussen een aantal secties. Zo

en mededingingsrecht en Huur- en onroerend goedrecht. Deze

verplichting tot permanente opleiding. Die houdt kort gezegd in

rechtsgebieden hebben in de praktijk veel met elkaar te maken. Als

dat een advocaat minimaal zestien opleidingspunten per jaar moet

bijvoorbeeld een ontwikkelaar een stuk grond koopt om dat wat erop

behalen. Je bent zodoende nooit uitgestudeerd. Bij Poelmann van

staat te slopen en er iets nieuws op te bouwen, heb je expertise uit

den Broek kunnen deze opleidingspunten (geheel of deels) worden

meerdere rechtsgebieden nodig. Bij Poelmann van den Broek krijg je

behaald door deelname aan de sectieoverleggen. Het kantoor is

niet slechts één vraagstuk beantwoord, maar kun je in het hele traject

namelijk een door de Nederlandse Orde van Advocaten erkende

van begin tot eind begeleid worden.

JFV In Casu - december 2009 -

Bouwrecht, Overheid en ruimtelijke ontwikkeling, Aanbestedings-

Één van de voorwaarden die de Orde aan haar leden stelt is een

73

bestaat het cluster Vastgoed uit een samenwerking tussen de secties Als advocaat ben je lid van de Nederlandse Orde van Advocaten.

opleidingsinstelling. De sectieoverleggen zijn zodanig opgezet dat elke bespreking één studiepunt oplevert. Binnen een team begin je met eenvoudige zaken en naarmate je meer ervaring opdoet krijg je grotere en ingewikkeldere zaken. Je

“Centraal binnen

wordt altijd begeleid door iemand die daar ervaren in is. Hoe de dag voor de rest verloopt is vooraf simpelweg niet altijd te schetsen.

het kantoor staat

Heleen volgt het traject van een zaak van A tot Z, waardoor ze veel gevarieerde werkzaamheden uitvoert. Wanneer er een cliënt aanklopt met een probleem of verzoek, zoekt ze alles uit en is ze

de persoonlijke

betrokken vanaf het intakegesprek tot de zitting en de eventuele werkzaamheden daarna. De dag is qua afspraken niet altijd exact

ontwikkeling”

voorspelbaar en ook werkinhoudelijk bekeken kan elke dag je voor verrassingen plaatsen. Je weet van tevoren wanneer je zittingen hebt, tenzij het natuurlijk om een kort geding gaat. Overdag behandelt Heleen de dossiergerichte zaken. Haar werkdag eindigt om 17.40 uur, omdat ze dan haar zoon van de crèche gaat halen. ’s Avonds bereidt ze zich thuis voor op de volgende dag en neemt ze de

Functies

literatuur en nieuwe jurisprudentie gericht op haar vakgebied door.

Centraal binnen het kantoor staat de persoonlijke ontwikkeling. Als advocaat-stagiair krijg je de ruimte om jezelf te ontplooien en om je

Het kantoor

ideeën over zaken te geven. Er wordt altijd gericht gekeken of er ruimte

bestaat uit 58 advocaten. Om de dienstverlening op het hoogste

is binnen een team voor een advocaat-stagiair met de bedoeling dat

niveau te houden, werken de advocaten samen in secties en teams.

die stagiair na succesvolle afronding van zijn advocatenstage wordt

Het voordeel van in teams werken is dat je in kleinere groepen dingen

aangenomen als medewerker. Zowel het team als de afdeling HR stopt

makkelijker bespreekt en de verdeling van werk overzichtelijker is. De

er dan ook veel energie in om de stage voorspoedig en succesvol te

medewerkers houden elkaar scherp en vullen elkaar aan. Daarbij is de

laten verlopen. Er is een heel plan voor de stagiair opgesteld; deze

omgang laagdrempelig en mag je van je fouten leren.

weet van tevoren wat er van hem wordt verwacht en aan welke kwaliteitsnormen hij moet voldoen.

Poelmann van den Broek verleent diensten vanuit de secties Arbeids- en ambtenarenrecht, Overheid en ruimtelijke ontwikkeling,

Na drie jaar is het dan zover; na een succesvolle stage wordt de

Bouwrecht,

Insolventierecht,

advocaat-stagiair in principe aangenomen als medewerker. Als je

Ondernemingsrecht, Huur- en onroerend goed recht, Gezondheidszorg

enkele jaren als advocaat-medewerker hebt gewerkt en je werk zich

en Aanbestedings- en mededingingsrecht. In elke sectie zijn één,

onderscheidt van dat van anderen, kun je doorgroeien naar senior

Intellectuele

eigendom

en

ICT,

@


Naast stages organiseert Poelmann van den Broek ook masterclasses, zoals de Masterclass Bouwarbitrage in november van dit jaar. Tijdens deze masterclass werd onder andere met medewerking van een oud-arbiter een zitting van de Raad van Arbitrage voorbereid en nagespeeld. Voor masterstudenten en afgestudeerden in het civiel recht was dit een unieke kans om eens van binnenuit het bouwrecht te ervaren. Mocht je geïnteresseerd zijn in een stage, of een functie bij Poelmann van den Broek, dan kun je solliciteren met behulp van het sollicitatieformulier op de website: www.poelmannvandenbroek.nl. Voor meer informatie kun je ook bellen of mailen naar HR manager Diana Geeraedts. Zij is bereikbaar op 024 – 381 07 43 of op medewerker. Zo dien je bepaalde vaardigheden goed te hebben

d.geeraedts@poelmannvandenbroek.nl.

ontwikkeld, zoals het onderhouden van externe contacten of het acquireren. Als senior medewerker schrijf je een beleidsplan voor je team en werk je aan ideeën over hoe je jezelf wilt ontwikkelen binnen

74

aanbestedingsrecht. Destijds bestond daar nog geen gespecialiseerd

JFV In Casu - december 2009 -

het kantoor. Zo was er een medewerker die gespecialiseerd was in team voor. Deze medewerker heeft toen een beleidsplan geschreven en in overleg met de directie een nieuw team opgezet en ontwikkeld. Initiatief wordt dus toegejuicht en je bepaalt voor een deel zelf in welke richting je wilt groeien. De basis van het ‘goed’ worden binnen het vakgebied wordt bij de persoon zelf gelegd en gesteund door het kantoor. Na senior medewerker bestaat de mogelijkheid door te groeien naar aandeelhouder.

“Bij Poelmann van den Broek krijg je niet slechts één vraagstuk beantwoord, maar worden cliënten in het hele traject van begin tot eind begeleid.”

Stages Poelmann van den Broek biedt een zeer gevarieerd stageaanbod. De lengte van een stage kan uiteenlopen van twee dagen tot acht weken. Tijdens een korte stage van enkele dagen krijg je een indruk van het reilen en zeilen van het kantoor, maar om echt iets te leren wordt aangeraden minimaal zes weken stage te lopen. Je wordt geplaatst binnen een team en krijgt een mentor aangewezen, net zoals dat

Aan studenten wil Heleen Kruijsen meegeven dat het van belang is

bij advocaat-stagiaires gebeurt. Je begeleider maakt je dan wegwijs

een kantoor te zoeken dat goed bij je past. Kijk verder dan naar de

binnen het team. Door de goede begeleiding kun je heel veel uit de

grote kantoren in de Randstad. Ook daarbuiten zijn er veel kantoren

stage halen en als je wilt zie je alle ins en outs binnen het kantoor. Er

die vergaand gespecialiseerd zijn en waar je je als medewerker kunt

heerst een sfeer waarin leerpunten goed bespreekbaar zijn.Als iemand

verdiepen in een bepaald rechtsgebied. Bij veel grote kantoren moet

er even niet uitkomt of twijfelt, kan hij overleggen en brainstormen

je toch meer mee in een bepaald stramien dat van tevoren vaststaat.

met collega’s. De toegankelijke sfeer maakt dit mogelijk. Dit komt de

Je moet dan maar net in dat concept passen. Als een kantoor niet bij je

kwaliteit van het werk ten goede.

past kan je niet optimaal functioneren.

Voor een studentenstage gelden minder strikte eisen dan voor de

Poelmann van den Broek biedt je de ruimte om jezelf op je eigen

functie van advocaat-stagiaire. In de sollicitatieprocedure voor

manier vergaand te ontwikkelen en daardoor kan het kantoor ook

advocaten weegt je cijferlijst natuurlijk wel mee, maar cijfers zijn

groeien. Poelmann van den Broek is een groot en gespecialiseerd kantoor, waar tegelijkertijd een open en collegiale sfeer heerst. @

zeker niet het belangrijkste. Het gaat vooral om je persoonlijkheid. Je moet iemand zijn die ergens voor kan staan en een scherp en kritischanalytisch denkvermogen heeft. Als je alleen maar zessen hebt

Poelmann van den Broek Advocaten

behaald, maar je jezelf tijdens je studententijd op andere manieren

‘Canisiushof’

hebt ontplooid en ontwikkeld, maak je absoluut kans op een functie

St. Canisiussingel 19f

als advocaat. Waar veel waarde aan gehecht wordt is het assessment

6511 TE Nijmegen

dat deel uitmaakt van de sollicitatieprocedure. Gedurende een hele

T: 024 381 08 10

dag word je getest op je capaciteiten en vaardigheden. Een rollenspel

F: 024 381 08 20

maakt daarvan onderdeel uit. Alleen als je het assessment goed

E: info@poelmannvandenbroek.nl

afrondt word je aangenomen. Deze test is dus van doorslaggevend belang.

U


Bij BijPlasBossinade PlasBossinadeword wordjejemeteen meteen ‘gecontroleerd ‘gecontroleerdininhet hetdiepe diepegegooid’. gegooid’. IkIkstond stondnananegen negenweken wekenalaltetepleiten pleiten inindederechtbank. rechtbank.Dat Datkun kunjejebijbijdede meeste meestegrote grotekantoren kantorenwel welvergeten. vergeten.

Meet Meet jezelf jezelf met met 15 15 maten maten mr. mr.Martin MartinSchiphorst Schiphorst|advocatuur| |advocatuur|

Een Eengoede goedejurist juristisisniet nietautomatisch automatischeen eengoede goedeadvocaat. advocaat. Daarom Daaromword wordjejebij bijPlasBossinade PlasBossinadeop opalle allemogelijke mogelijkemanieren manieren de demaat maatgenomen: genomen:creativiteit, creativiteit,doorzettingsvermogen, doorzettingsvermogen,discretie, discretie,

Untitled-2 Untitled-21 1

Paterswoldseweg Paterswoldseweg802 802

overtuigingskracht, overtuigingskracht,sociale socialevaardigheid, vaardigheid,enz. enz.Ben Benjejedaar daartegen tegen

Postbus Postbus1100, 1100,9701 9701BC BCGroningen Groningen

opgewassen, opgewassen,dan dankun kunjejesnel snelmeedraaien meedraaienen enmeegroeien. meegroeien.Mail Mailvoor voor

t et lel efef oon oon+ + 3 13(10) ( 0) 5 05 05 21 5 214 4 3 33 3 3

een eenvrijblijvende vrijblijvendekennismaking kennismakingnaar naarwerken@plasbossinade.nl. werken@plasbossinade.nl.

wwwww.w.p pl al sa bs bo os s isni na d a de .en. nl l

Wie Wieweet weetzit zitjejesnel snelbij bijéén éénvan vanonze onzevijftien vijftienmaten matenaan aantafel. tafel.

30-09-2009 30-09-200913:01:58 13:01:58


Become complete.

Become one of the best legal minds.

By advising the world’s most important clients on their most complex and high-profile deals, we are becoming the leading premium global law firm. In Amsterdam, we are thriving in a dynamic office with the backing of impressive global resources. You will work closely with some of the most outstanding legal minds in the Netherlands on deals for a variety of prominent Dutch and global clients.

We will give you real responsibility early in your career as you work on innovative, cross-jurisdictional transactions. Alongside a commitment to world-class training that supports and develops you throughout your career, we can provide you with the global experience that will help fulfil your ambitions to become a complete lawyer. To find out more about designing your own internship or working as an advocaat – stagiair, visit our website.

www.linklaters.com/nlgraduates


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.