




proberen
proberen
PAPENDRECHT – Christiaan (9), Marit (11), Maarten (9) en Jan-Mark (11) zitten op de Augustinusschool en krijgen daar iedere donderdag schaakles. Christiaan: ‘Schaken is een denksport. Het is wel een spel, maar je zet je hersenen op volle toeren.’ Marit: ‘Het lijkt een beetje op Stratego, want als je de koning pakt, dan heb je gewonnen.’ Maarten: ‘Het is een spel voor 2 personen. Je kunt heel veel tactieken gebruiken om de koning van de ander te pakken.’ Jan-Mark: ‘Er zijn verschillende stukken bij schaken. Deze mogen allemaal op een andere manier over het bord lopen.’
FROMM ME PICTURES
Marit, Maarten en Jan-Mark schaken sinds 1,5 jaar. Christiaan schaakt sinds 1 jaar. ‘We schaken iedere donderdag op een vast moment’, zegt Christiaan. ‘En als je klaar bent met taal of rekenen, dan kun je op de Chromebook tegen elkaar schaken’, zegt Marit. ‘Dat programma heet Chessity. Je kunt daarin examens doen en zo steeds op een hoger niveau schaken’, vult JanMark aan. ‘Als je samen met iemand anders klaar bent, kun je elkaar ook een chat via Teams sturen. Dan kun je samen de klas uitgaan en op het bord schaken’, vertelt Maarten.
Leren van anderen ‘Het is het leukst om tegen iemand te schaken, die van je eigen niveau is. Dan blijft het potje spannend’, vertelt Marit. ‘Je leert van de tactieken van je tegenstanders’, zegt Jan-Mark.
TEKST: LINDA
‘Blijf tijdens een potje ook verdedigen, ga niet alleen aanvallen’, tipt Maarten. ‘Laat tijdens het spelen je tactiek niet aan de ander merken’, zegt Christiaan. ‘Laat met je gezicht niet zien wat je gaat doen. Dus glimlach niet als je een goede zet wil gaan doen’, vertelt Marit.
Schaaktoernooi met andere school ‘Op 13 februari hielden we met 23 kinderen een schaaktoernooi. Dit was tegen een school uit Streefkerk’, zegt Marit. ‘Iedere partij duurde 10 minuten’, zegt Jan-Mark. ‘Iedereen speelde 7 partijen’, vult Marit aan. ‘De winnaar van iedere poule ging naar de finale. En de beste op de 2e plaats mocht ook naar de finale. De finalepartijen waren op de klok. Dan moet je na elke zet een klok indrukken. Als jouw tijd op is, dan heb je verloren ook al sta je in het spel op winst’,
Maarten en Jan-Mark schaken sinds 1,5 jaar.
gaat Jan-Mark verder. ‘Het was leuk om tijdens het toernooi tegen kinderen te spelen waar je alleen online tegen gespeeld had’, vindt Maarten. Maarten heeft het schaaktoernooi gewonnen. ‘Ik denk dat het toernooi in 2026 weer gehouden wordt’, zegt Christiaan. ‘Ik hoop het. Dan kan ik mijn titel verdedigen’, zegt Maarten.
TACTIEK:
Een doordachte manier om een doel te bereiken.
De koning
- kan naar alle richtingen en 1 stapje per beurt.
De dame of koningin
- kan naar alle richtingen en zo ver als je wil.
- kan niet over andere stukken heen.
De loper
- gaat altijd schuin, maar kan niet over andere stukken heen.
- mag zo ver als je wil.
Het paard
- springt in een L-vorm: 2 vakjes vooruit en 1 opzij.
- mag in alle richtingen en kan over andere stukken heen.
De toren
- mag horizontaal en verticaal en vooruit en achteruit.
- kan niet over andere stukken heen, maar mag zo ver als je wil.
De pion
- gaat alleen vooruit, nooit achteruit.
- doet 1 stapje per keer, behalve bij de 1e zet. Dan mag hij 1 of 2 stapjes.
Paco vraagt aan de meester: ‘Mag ik naar de wc?’ De meester zegt: ‘Nee.’ Even later vraagt Paco: ‘Mag ik nu naar de wc?’ De meester zegt: ‘Nee.’ De meester vraagt even later: ‘Paco, waar ligt de Noordzee?’ Paco zegt: ‘Onder mijn stoel, meester!’
Jonathan (10)
Een man vraagt aan zijn baas: ‘Mag ik 2 dagen vrij?’ De baas zegt: ‘Nee.’ De man: ‘1 dag dan?’ De baas zegt: ‘Nee is het antwoord.’ Dan trekt de man een plaat uit het plafond en gaat aan het plafond hangen en wiebelen en ondertussen roept hij: ‘Ik ben een lamp!’ Dan komt de baas kijken. Hij zegt: ‘Neem jij maar een weekje vrij!’ De kamergenoot doet zijn spullen in zijn tas. Dan vraagt de baas: ‘Wat ga jij doen?’ De kamergenoot zegt: ‘Nou, in het donker kan ik niet werken.’
Floris (10)
REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN
AARDE BESPAREN BIOGAS BODEM DOUCHEN
ECOLOGIE ENERGIE ENERGIEBRON HULPBRON KLIMAAT KOSTEN MENS MEST MILIEU
ANTWOORD (1 WOORD):
DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZOR- GERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL
Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht
WINDSTROOM ZUINIG
Ik maak mijn lijstje voor mijn verjaardag, maar van mijn moeder mag ik er maar één ding opzetten.
Wat is groen en loopt door het bos?
Carmen (11)
ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.
Michiel van de Vijver nn y en Jim m
Ik kan niet kiezen! game, bordspel ...
Pfoe! Dit was zwaar.
Ik weet niet of je moeder hierin trapt. Ik kies Ik kies
HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: DIERENVERZORGER DE WINNAAR IS: SIL (10) GEFELICITEERD!
de eieren�in deze Kinderkrant.
Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:
Wat is groen en niet zwaar?
Tim (8) Een dophert. Lichtgroen.
Wat is groen en ontploft graag?
David (8) Boemcoli.
Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:
De nieuwe Kinderkrant Drechtsteden verschijnt donderdag 10 april.
<logo Hendrik-Ido-Ambacht> <logo Alblasserdam> eieren deze ‘verstoppen’
Heb jij een leuke mop, een goed raadsel of een leuk idee voor een artikel? Mail deze met je voornaam en je leeftijd naar redactie@kinderkrantdrechtsteden.nl
COLOFON MEER INFORMATIE EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl
Eindredacteur: Marielle Verwoerd Vormgever: Stan van Oss
Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.
de Kinderkrant op:
Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis
DORDRECHT – Kartbaan Strijen is elke zaterdag en zondag geopend. Jeavy (12) uit Dordrecht is er ieder weekend. Jeavy: ‘Zaterdagochtend laden wij mijn kart in de bus van mijn vader in en rijden naar Strijen. Ik meld me aan bij de organisatie van de kartclub. Ik word ingeschreven voor de training. Ik mag die dag 6 keer een kwartier over de baan rijden. De baan heet een circuit. Net zoals bij de autosport.’
TEKST: MANUELA MARTIN: FOTO’S: MANUELA MARTIN
‘Een kart is een soort skelter met een motor en 2 pedalen. Met 1 pedaal geef je gas en met het andere pedaal rem je. In de kart zit je heel laag boven het asfalt van de baan. Als je gaat karten, ga je racen met een kart over een racebaan. Die baan kan binnen zijn, maar ik ben altijd op een circuit buiten aan het karten. Om zo veilig mogelijk te karten, heb je een goede uitrusting nodig. Ik
EN
draag een racepak en handschoenen, een helm en een veiligheidsvest, dat mijn ribben beschermt. Ook draag ik raceschoenen en nekbescherming’, legt Jeavy uit.
Mijn 1e eigen kart
‘Toen ik 6 jaar oud was, ging ik naar een verjaardag van een vriendje. Hij kreeg toen een kart cadeau. Die wilde ik ook wel hebben. Ik kreeg toen heel snel van mijn ouders mijn 1e kart. Ik ging oefenen op een parkeerplaats. Maar ik ging zo hard, dat mijn vader het te gevaarlijk vond. Een week later reed ik op de kartbaan in Strijen’, vertelt Jeavy. Rem, stuur, gas
‘Het leukste aan karten vind ik dat je heel snel over de racebaan kunt gaan. Als ik op een recht stuk rijd, duw ik met mijn voet het pedaal helemaal in en ik ga dan sneller dan 100 kilometer per uur. Voordat je bij een bocht bent, moet je natuurlijk afremmen. Mijn vader zegt altijd tegen mij “Rem, stuur, gas”: Je komt
bij een bocht, je remt, je stuurt en daarna geef je direct weer gas. Zo blijf je op snelheid’, legt Jeavy uit. Meedoen met wedstrijden ‘Ik doe 10 keer per jaar mee met wedstrijden in Nederland, België en Duitsland. Bij mijn eigen club in Strijen won ik op 1 september 2024 het Zuid-Holland Kampioenschap. Mijn droom is dat ik op mijn 16e meedoe aan het Formule 3 Kampioenschap in de autosport’, zegt Jeavy enthousiast.
Een goede uitrusting is belangrijk voor het karten.
SLIEDRECHT – Amani (10) en Inaya (9) volgen snorkellessen bij de sportorganisatie Optisport. In Bronbad De Lockhorst in Sliedrecht krijgen ze les. ‘Als je de zwemdiploma’s A en B hebt gehaald, kun je beginnen met snorkellessen. We lessen 1 keer per week. De les duurt 3 kwartier. Na 7 lessen ben je klaar voor het snorkeldiploma. Als je tijdens de 8e les je diploma haalt, krijg je het certificaat “Snorkel 1”, legt Amani uit. TEKST: MANUELA MARTIN FOTO'S: MANUELA MARTIN EN SAÏDA EL-ACHHEB
‘We beginnen de les met 4 of 6 baantjes zwemmen. We duiken het water in en zwemmen in borstcrawl naar de overkant. Terug zwemmen we als een zeemeermin. Als we klaar zijn met baantjeszwemmen, gaan we om de beurt snorkelen. De badmeester staat langs de kant van het bad met een lange, ronde pijp in zijn hand. Je moet dan een klein stukje zwemmen en als je bij de badmeester bent, duik je in een rechte hoek naar beneden. Dit heet een hoekduik. Je pakt het uiteinde van de pijp vast en die houd je bij je oor. De badmeester praat door de pijp en noemt 2 kleuren op. De pittenzakjes met die kleuren duik je van de bodem van het bad op’, vertelt Amani.
De uitrusting
‘Voor het snorkelen heb je flippers nodig. Die doe je aan je voeten. Verder gebruik je een duikbril
Voor het snorkelen heb je flippers, een duikbril en een snorkel nodig.
met daaraan een snorkel om te kunnen ademen. De eerste keer dat ik met een snorkel het zwembad indook, was ik bang dat ik ging zinken. Want het is best zwaar op je hoofd. Maar je blijft gewoon drijven. Je moet trappelen met je benen zoals bij borstcrawl en je hoofd naar beneden houden en in het water kijken. Het allerleukste is om met flippers en snorkel van de startblokken af te duiken en daarna een stuk te zwemmen. Ik voel me dan net een soort dolfijn’, vertelt Inaya. ‘Soms krijg je water in je snorkel. Maar dan moet je gewoon heel hard blazen. Net als bij een walvis spuit het water er dan uit’, zegt Amani.
Amani en Inaya laten zien dat je tijdens het
je arm strekt.
Snorkelen in Egypte ‘Mijn droom is om te gaan snorkelen in Egypte. Mijn oudste zus van 18 heeft toen ze 8 jaar oud was gesnorkeld in Egypte. Zij heeft toen veel mooie vissen gezien. Ik hoop dat ik dan tijdens het snorkelen een “Nemo-vis”, een clownvis, zie’, vertelt Inaya enthousiast. ‘Ja, ik wil ook naar Egypte en hoop daar clownvissen, roggen en goudvissen te zien’, zegt Amani.
DORDRECHT – Sylvijn (11) vindt techniek interessant en heeft daarom samen met Vrienden van de Binnenvaart een bezoek gebracht aan het bedrijf Dolderman. Sylvijn: ‘Dit bedrijf installeert motoren en generatoren aan boord van binnenvaartschepen. Een generator is een machine om stroom te maken om op het schip te gebruiken. Ik vind het gaaf om hier rond te kijken. Ik heb zoiets nog niet eerder gezien. Ik ben wel een keer op een museumschip geweest, maar niet op een schip dat nog gebruikt gaat worden.’
‘Er werken op deze plek ook heel veel andere bedrijven aan de schepen. Deze bedrijven werken allemaal samen om een schip te maken. Eigenlijk is het 1 groot bouwpakket. Het casco komt uit China. Een casco is een schip, waar nog niets op zit. Het is alleen nog maar staal. Er komen meerdere casco’s tegelijk uit China. Deze liggen boven op elkaar op een groot soort schip. Ik had eigenlijk gedacht dat casco’s met touwen aan elkaar in het water dreven om vanuit China naar Nederland te komen. Maar dat is dus niet zo’, vertelt Sylvijn.
Sylvijn bekijkt de tekening van de woning van het schip.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
Er worden meerdere binnenvaarttankers tegelijk afgebouwd. Daarom zijn er zoveel leidingen te zien.
gezien. Deze zijn voor alle apparatuur daar, zoals lampen, de radar en waarmee je straks stuurt’, zegt Sylvijn. Als de stuurhut klaar is, kun je deze kabels niet meer zien.
Motoren en leidingen ‘Ik dacht dat de motoren groter zouden zijn. Maar ik denk dat ik aan een motor van een zeeschip dacht. En dit is een binnenvaartschip’, zegt Sylvijn. Een binnenvaartschip vaart vooral op de Rijn. ‘Er zijn ook heel veel leidingen aan boord van dit schip. Daar gaat bijvoorbeeld gasolie door’, gaat Sylvijn verder. Het schip waarop Sylvijn heeft gekeken is een binnenvaarttanker en die kan bijvoorbeeld gasolie vervoeren.
Heel veel kabels
Aan boord van een schip liggen kilometers aan elektriciteitskabels. ‘Ik heb er heel veel in de stuurhut
DORDRECHT – Bobbi (10) mocht deze winter een kijkje nemen bij de scheepswerf van Kooiman Marine Group in Dordrecht. Bobbi: ‘Ik was nog nooit eerder op een scheepswerf geweest. Het is hier heel anders dan ik dacht. Ik dacht dat alles veel kleiner zou zijn, de schepen en het terrein.’ Bobbi kreeg uitleg over hoe schepen uit het water gehaald worden voor onderhoud en reparatie. En hoe de schepen daarna weer terug het water in gaan. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
‘Schepen moeten uit het water om onderdelen van een schip te repareren. Het gaat dan om dingen die onder het schip zitten, zoals een schroef of een roer. Ze zijn hier op de werf op veel plekken bezig. Ze zijn onder het schip aan het werk, maar ook voor het schip. Ze snijden bijvoorbeeld een heel erg geroest stuk staal uit het schip en zetten er een nieuw stuk staal in. En er worden in een hal onderdelen gemaakt’, vertelt Bobbi.
op de
Onder een schip staan
De helling is de plek waar schepen uit het water gaan en waar ze daarna geplaatst worden. ‘Er liggen meestal 3 schepen tegelijk op de helling. Je kan daar onder een schip staan. Het voelt gek om zo onder een schip te staan. Het schip leunt op grote steunen. Die heten stoelen. Ik denk dat er 24 stoelen onder dit schip staan’, zegt Bobbi.
Plekken voor de bemanning ‘Er werken hier straks 4 bemanningsleden en 1 kapitein. De slaaphutten moeten nog gemaakt worden. Wel hangen er allemaal slangen voor de ventilatie met lucht. Ik vind het leuk dat ik op een schip ben geweest, dat nog niet afgebouwd is. Ik wil later niet gaan varen, maar misschien ga ik wel schepen bouwen of ontwerpen’, zegt Sylvijn.
Ook een schip bezoeken?
Wil jij met je klas of vereniging een binnenvaartschip of maritiem bedrijf bezoeken? Neem dan contact op met Vrienden van de Binnenvaart via info@vriendenvandebinnenvaart.com. Zij kunnen deze bezoeken regelen. Sylvijn staat in de stuurhut, waar ontzettend veel elektriciteitskabels liggen.
Bobbi kijkt hoe het schip het water ingaat. De sleepboot ligt al klaar om het schip op zijn plek te houden als het gaat drijven.
Het water in Maar hoe gaat een schip dan weer het water in? ‘Dat gaat met karretjes die vast zitten aan hele sterke stalen draden. De karretjes worden onder het schip gezet. Het schip komt dan op die karretjes te liggen. En de karretjes brengen het schip het water in. Als het schip
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
gaat drijven, dan houdt een klein bootje het schip op de goede plek. Ik vond het speciaal om te zien hoe dat gebeurt. De karretjes worden bediend met een knop. Ik heb de karretjes met die knop weer op de helling gezet. Ik vond het heel leuk dat ik dat mocht doen’, vertelt Bobbi.
Werken op een scheepswerf iets voor jou?
Heb je interesse in schepen of metaal? Lijkt het je gaaf om samen met anderen iets moois en groots te maken? Misschien is het Kooiman Praktijk Centrum wel iets voor jou straks! Kijk op www.werkenbijkooiman.nl voor meer informatie.
DORDRECHT – In veel klassen worden regelmatig technieklessen gegeven. En ook gaan veel klassen weleens op excursie naar een werkplaats of een technisch bedrijf. Aylin (11), Asli (11), Muhammed (12) en Charlie (12) van OBS De Bever vertellen wat zij van deze technieklessen en bezoeken vinden. Muhammed: ‘Je leert dingen die je nog niet weet en niet tijdens normale lessen op school doet.’ Asli: ‘Soms snap ik er in het begin niks van en aan het einde wel. Dat is leuk.’
‘De ene keer komt er iemand naar school om techniekles te geven en de andere keer dan gaan wij ergens heen voor een techniekles’, vertelt Aylin. ‘Soms hebben we 2 of 3 keer per maand een techniekles en dan weer een maand niet’, zegt Charlie. ‘We krijgen de lessen altijd van juffen en meesters van andere scholen, niet van onze eigen juffen en meesters’, vertelt Muhammed.
‘Een tijdje terug zijn we naar Skillz op het Leerpark geweest. We bezochten daar met een VR-bril het huis van Anne Frank, maakten een foto voor een green screen en lieten een lampje branden met elektriciteit’, gaat Charlie verder.
Waarom krijgen jullie technieklessen?
‘Door technieklessen leer je andere dingen dan bij taal en rekenen’, zegt Asli. ‘Deze lessen zijn ook om ons een beetje te vermaken. Steeds taal en rekenen doen is saai’, denkt Charlie. ‘We leren door deze lessen meer over techniek en hoeveel techniek er wel niet is overal’, zegt Aylin.
Wat vond je een leuke techniekles? ‘De les met de green screen. Je kunt jezelf door te editen overal neerzetten, bijvoorbeeld op een ballon. En je kreeg de foto mee’, vertelt Asli. ‘De les met een VR-bril. Ik had zoiets nog nooit eerder gedaan’, zegt Muhammed. ‘Laatst hadden we op school een les met een hologram. We maakten een figuurtje van plastic en dat zette je op je chromebook. Je moest in het donker gaan zitten en een filmpje starten. Je zag dan echt een bliksemstraal uit je chromebook komen’, vertelt Charlie. ‘Je denkt eerst dat dat niet kan met een stukje plastic, maar het kan dus wel! Ook vond ik het tekenen met een 3D-pen leuk om te doen’, zegt Aylin.
Hoe vind jij het om technieklessen te volgen?
DORDRECHT – Met drones vliegen, slijm maken, programmeren, een brug bouwen, metselen of aan de slag met elektriciteit en metaal; dit en meer kun je doen op het Techniekfestival op 5 juni 2025 op het Leerpark. Onderstaande foto’s van eerdere edities geven een idee van wat je kunt verwachten als je met je klas naar het Techniekfestival komt!
Test een warmtecamera.
Programmeer robots of voetbal met robots.
Robin (12): ‘Het is hier leerzaam en leuker dan alleen maar in de klas zitten.’
Wil jij naar het Techniekfestival?
❍ Ja, omdat …
Vraag je meester of juf om jullie klas aan te melden.
❍ Nee, want …
Hugo (12): ‘Dit is een mooie manier om meer over techniek te leren.’
Zet een stopcontact in elkaar.
Diede (11): ‘Het voelt als een dagje uit.’
Wek stroom op door UVlicht.
Probeer te lassen met een VR-bril.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
Het Techniekfestival is op 5 juni 2025 op het Leerpark in Dordrecht. Wil je hier ook samen met je klas bij zijn en een dag vol techniek beleven? Vraag je meester of juf een mail te sturen naar sterktechniekonderwijs@h3o.nl Hij of zij krijgt dan meer informatie over het Techniekfestival.
DORDRECHT – Buitenspelen is naast leuk ook belangrijk. Je spieren worden er beter van en je gaat je makkelijker bewegen. Je krijgt een betere weerstand en wordt dus bijvoorbeeld minder vaak verkouden. Je ontmoet andere kinderen. Je krijgt meer zelfvertrouwen, omdat bijvoorbeeld iets lukt wat je eerst nog niet kon. En je leert meer over de natuur. Vaak speel je buiten op plekken waar ook verkeer is. Hoe kun je daar toch veilig buitenspelen? Djaydon (11), Joris (10), Toony (10), Hiyab (9), Nevra (9), Naomi (8) en Xandrina (8) delen hun ervaringen. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
‘Ik ga meestal naar de speeltuin in mijn buurt. Daar ga ik schommelen. Ik ga daar ook weleens fietsen’, zegt Joris. ‘Ik speel niet meer buiten, maar heb dat wel veel gedaan. Ik ging dan vooral schommelen en voetballen’, vertelt Djaydon. ‘Ik speel heel vaak buiten. Ik ga naar de speeltuin of naar de voetbalkooi als daar al iemand is om mee te voetballen. Het is een afgesloten ruimte, dus de bal kan niet op straat komen’, zegt Toony.
‘Omdat er aan de weg gewerkt wordt, rijden er veel meer auto’s in mijn buurt. Mijn broertje is
‘Ik speel vaak met vriendinnen in de buurt. We wandelen naar een andere straat en kijken wat daar gebeurt. Heel soms gaan we een beetje stoeien of voetballen. Ook gaan we in de buurt fietsen’, vertelt Nevra. ‘Ik speel vaak met anderen superbal. Dat is een soort trefbal. Verder ga ik skeeleren, wandelen en fietsen. Ik speel tikkertje en ga ook weleens met vriendinnen buiten picknicken’, zegt Hiyab.
‘Er is in de buurt van mijn huis en de speeltuin veel verkeer. Maar ertussen is een stuk waar geen auto’s kunnen komen, dus daar kun je skeeleren,
Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:
al bijna een keer aangereden. Ik trok hem snel naar me toe toen. Ik speel ook weleens politie en boefje. Je schuilt dan achter auto’s en 1 keer toeterde er 1. Ik schrok daar zo van, dat ik gelijk gepakt was’, vertelt Joris. ‘Het valt me op dat oude mensen vaak niet stoppen bij een zebrapad’, zegt Toony. ‘Je moet altijd goed opletten of mensen je zien. Maak dus oogcontact’, tipt Joris. ‘Als je met elkaar gaat fietsen, ga dan niet breed naast elkaar fietsen, maar achter elkaar’, zegt Toony. ‘En kijk niet steeds naar achteren wat daar gebeurt’, zegt Djaydon.
VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN: Kun je in jouw buurt veilig buitenspelen?
1. WAAROM KAN DE BAL BIJ TOONY NIET DE WEG OP?
A. De bal rolt automatisch terug.
B. De voetbalkooi is helemaal afgesloten.
C. De bal loopt leeg als hij te ver weg gaat.
2. WANNEER GEBEUREN ER VOLGENS NEVRA ONGELUKKEN?
A. Als je graast.
B. Als je gaat stoeien.
C. Als je je haast.
‘Ik speel vaak bij de hut in onze straat’, zegt Naomi. ‘Ik ook. Het is een zelfgemaakte hut van takken, zwerfafval, blaadjes, gaas en stenen’, vertelt Xandrina. ‘Soms ga ik ook een beetje met een vriendin rondlopen’, zegt Naomi. ‘En we hebben een poppetje bedacht en daarmee doen we een fantasiespelletje’, gaat Xandrina verder.
steppen en fietsen’, gaat Hiyab verder. ‘Skeeleren is fijner op asfalt, maar daar rijden weer meer auto’s. Bij mij in de buurt kan het heel druk zijn in de straat, maar dat ligt aan de dag en de tijd. Ik heb met buitenspelen geen last van het verkeer, maar wel als ik naar school ga’, vertelt Nevra. ‘Ik ben een keer vlakbij school aangereden terwijl ik liep. Iemand had haast om een kind op te halen’, zegt Hiyab. ‘Je moet je niet haasten, want dan gebeuren er juist ongelukken’, zegt Nevra. ‘We moesten een keer een bal van de weg pakken, gelukkig stopten de mensen en konden we de bal pakken’, vertelt Hiyab.
‘We hebben bij ons geen last van verkeer tijdens het buitenspelen. Maar je moet wel goed opletten dat er geen auto aan komt’, zegt Xandrina. ‘De auto’s rijden daar heel langzaam’, zegt Naomi. ‘Er is wel een hoek waar je lastig kunt zien of er een auto komt, dus daar moet je extra opletten’, vertelt Xandrina. ‘Mensen moeten wat meer op ons letten in het verkeer, bijvoorbeeld niet hard doorrijden als we willen oversteken’, vindt Naomi. ‘Ja, ik vind het best spannend als ze niet op me letten als ik aan het spelen ben’, zegt Xandrina.
ZWIJNDRECHT – Het is mogelijk om met een beperking te sporten. Denk bijvoorbeeld aan sporten als rolstoeltennis of framerunnen (hardlopen met een soort driewieler). Rishayno (7) en Divainely (7) hebben rolstoelbasketbal geprobeerd. Zij hebben dit gedaan tijdens een les van Sportpunt waar ook Ivar uit Zwijndrecht bij was. Ivar is voor die les gehuldigd voor zijn sportprestaties in 2024. Ivar speelt rolstoeltennis en is daarin wereldkampioen bij de junioren geworden. Rishayno: ‘Ivar heeft voor het rolstoeltennis aan rolstoelbasketbal gedaan. Ik wist niet dat je kunt sporten in een rolstoel. Ik vind het goed dat mensen die niet kunnen lopen zo toch kunnen sporten.’
‘Ik vind het heel leuk om een keer rolstoelbasketbal te doen. Het vangen en gooien gaat eigenlijk hetzelfde als wanneer ik sta. Bij het vangen ga ik alleen wel een beetje meer naar beneden en dan kan de bal tegen je hoofd komen. En het is wel lastig om de bal te pakken als deze valt’, vertelt Rishayno. ‘Vooral het rijden met de rolstoel is leuk om te doen. Ik zou eigenlijk wel een rolstoel willen hebben om er mee te kunnen spelen´, vindt Divainely.
Sturen in de rolstoel
‘Het is de 1e keer dat ik in een rolstoel rijd. Je kunt makkelijk rollen en door te sturen kun je alle kanten op’, vertelt Divainely. ‘Je houdt je handen op de randen van de wielen. Als je met allebei je handen tegelijk gaat, dan ga je rechtdoor. Door het wiel met 1 hand naar voren of achter te draaien, kun je een bochtje maken. En als je het wiel aan 1 kant snel draait, dan kun je snel een rondje draaien’, legt Rishayno uit.
Alle deelnemers oefenen eerst het rijden met een rolstoel.
Rijdend gooien en vangen ‘Overgooien vanuit de rolstoel is leuk, maar ook moeilijk. Vooral rijdend gooien en vangen is lastig. Je moet je rolstoel indraaien om de bal te vangen. En je moet snel zijn, want je hebt je handen nodig om te sturen maar ook om te vangen’, zegt Rishayno. ‘Ik vind het gooien niet zo leuk. Iedereen botst tegen me aan en dan laat ik de bal los. Maar ik wil nog wel een keer zo in een rolstoel rijden’, vertelt Divainely.
Ken jij iemand met een beperking die aan sport doet?
❍ Ja, namelijk ….
❍ Nee, want …
PAPENDRECHT – Levi (11), Sven (9) en Nora (7) zijn doof geboren. Ze hebben toen ze 1,5 jaar oud waren implantaten gekregen, waardoor ze toch kunnen horen. Ze zijn daardoor tweetalig: ze kunnen spreken en kennen gebarentaal. Hun ouders zijn allebei doof. Sven: ‘Als ik met mijn ouders contact heb, dan gebruik ik gebarentaal. Spreek ik met horende vriendjes, dan praat ik.’ Nora: ‘Gebarentaal doe je vooral met je vingers.’ Sven: ‘Je gebruikt ook je handen en je mond.’ Levi: ‘Je gebruikt ook je hoofd voor bijvoorbeeld ja en nee. En je doet veel met je mimiek. Dat is de spieren in je gezicht gebruiken. Een voorbeeld is blij of geschrokken kijken.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
‘Ik heb gebarentaal van mijn vader en moeder geleerd. En ik leer het ook op school. Ik zit op een dovenschool’, zegt Nora. ‘Ik zat daar ook op school, maar sinds kort
zit ik op een horende school hier in Papendrecht. Ik kan horen en praten, dus ik kan daar meer leren dan op een dovenschool’, vertelt Sven. ‘Ik ook. Ik zit inmiddels op een horende middelbare school’, zegt Levi.
Tolk in de klas
‘Aan mijn implantaat zit een hulpstukje. Dat is een soort microfoon voor de juf en dan hoor ik haar via het implantaat in mijn hoofd. Ik kan dus horen. Maar als er veel lawaai is in de klas, dan kan ik de juf niet horen. Ik kan de les dan niet goed volgen. Daarom komt er 2 keer in de week een gebarentolk bij mij in de klas’, legt Sven uit. ‘Bij mij komt er een schrijftolk op school. Die zit achterin in de klas en schrijft op wat er gezegd wordt. Ik kan dat dan op de tablet lezen’, vertelt Levi.
Wat gebaren Levi, Nora en Sven?
Levi:
Nora:
Sven:
Verschillende talen en naamgebaren
‘In ieder gebaar zit beweging. Bij olifant doe je bijvoorbeeld met je hand de slurf na’, zegt Sven. ‘Gebarentaal is niet over op de wereld hetzelfde. Sommige landen hebben wel een eigen gebarentaal en andere weer niet. In Nederland zijn er 5 verschillende gebarentalen’, vertelt Levi. ‘Iedereen heeft zelf ook een gebaar. Dat is een naamgebaar. Die gaat vaak over iets wat bij jou past. Mijn naamgebaar gaat over mijn krullen. Maar een naamgebaar kan ook met een letter beginnen’, vertelt Nora.
IMPLANTAAT: Een medisch apparaat of voorwerp in het lichaam.
ALBLASSERDAM – In aardig wat drinken zit veel suiker. Als je vaak drankjes met suiker drinkt, krijg je ongemerkt iedere dag veel suiker binnen. Jayda (9) en Fenna (9) denken na over hoeveel suiker er in verschillende pakjes drinken zit. Jayda: ‘Je hebt elke dag wat suiker nodig.’ Fenna: ‘Suiker geeft je energie. Maar te veel suiker is niet gezond. Je wordt er te druk en onrustig van.’ Jayda: ‘Of misselijk.’ Te veel suiker kan ook ziektes, overgewicht en gaatjes in je gebit veroorzaken. In veel eten en drinken zit suiker, dus je kunt al snel te veel suiker binnenkrijgen. Hoeveel suiker zit er eigenlijk in een pakje drinken? TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Jayda en Fenna drinken allebei zo’n 2 keer per week een pakje drinken. ‘Ik drink thuis of als we ergens heen gaan soms een pakje Wicky, Caprisun of Fristi’, vertelt Jayda. ‘Ik drink dan Taksi, Wicky, Caprisun of Fristi. Dat is bijvoorbeeld op school of als ik op visite ben’, zegt Fenna. ‘Er zit veel suiker in pakjes, dus ik ben ze minder gaan drinken dan eerst’, zegt Jayda. ‘Ik ook. Ik ben meer Icetea Green gaan drinken, daar zit een stuk minder suiker in’, vertelt Fenna.
Hoeveelheid suiker
‘Je kunt op de verpakking zien hoeveel suiker in het drankje zit’, weet Fenna. Fenna en Jayda hebben zonder verpakking geraden hoeveel suiker er in verschillende drankjes zit. Ze weten goed in te schatten welk drankje de meeste en welke de minste suiker bevat. ‘Maar ik had niet gedacht dat in een pakje appelsap 5 suikerklontjes zitten. Dat voelt gezonder omdat het van appels is gemaakt’, zegt Jayda. Je kunt appelsap met water verlengen, zodat er minder suiker in 1 glas zit.
Hoeveel suikerklontjes zitten er in 1 pakje?
• Icetea Green 1
• Caprisun 2
• Melk 2,5
• Fristi 4
• Appelsap 5
• Volle chocolademelk 6
1 suikerklontje weegt 4 gram.
DORDRECHT – Ieder kind in Nederland heeft recht op het krijgen van vaccinaties. Maar wat zijn vaccinaties eigenlijk? En hoe gaat dat vaccineren? Ivy (9), Lotte (10) en Bauke (9) hebben medio februari een vaccinatie gehaald in de hal van DeetosSnel. Ivy: ‘Een vaccinatie is een soort prikje om ziektes tegen te houden.’ Bauke: ‘Het spul in dat prikje traint je lichaam. Je lichaam leert zo hoe je een ziekte uit je lichaam haalt.’ Lotte: ‘Een vaccinatie is een prik, die helpt om geen enge ziektes te krijgen.’ De vaccinatie die zij deze keer hebben gekregen is tegen HPV. Ivy: ‘Deze prik beschermt tegen baarmoederhalskanker.’ Bauke: ‘En ook nog tegen andere vormen van kanker.’ TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES EN JONG JGZ
Ivy: ‘Je krijgt een brief om de vaccinatie te komen halen. Daarop staat op welke dag en hoe laat je waar moet zijn. Ik vind de prik spannend, want prikken zijn niet leuk. Je voelt het prikken en daarna voelt je arm zwaar en een beetje lam. Het beste is om je te ontspannen tijdens het prikken. Mijn moeder hield tijdens het prikken een zoekkaart beet, waarop ik rode tulpen zocht. Het is handig om een t-shirt aan te doen. Je moet namelijk je trui uitdoen en dan heb je toch nog iets aan.’
Lotte: ‘Vorig jaar heb ik de 9-jaarsprik gehad. Dus de vorige prik was nog niet zo lang geleden. Ze zetten de prik in je arm net onder je schouder. Je kunt de dag na het prikken nog een zere arm hebben. Denk tijdens het prikken aan iets leuks. En adem in als het gebeurt en uit als de prik erin zit. Dan vind ik het eigenlijk wel meevallen. Ook had ik een squishy mee om in te knijpen. Deze hield ik in mijn hand van de arm waar geen prik in kwam.’
Bauke: ‘Ik vind dat het prikken er een beetje eng uitziet. Het mag er wel wat vrolijker uitzien, bijvoorbeeld gekleurde stof om in te spuiten en een gekleurde naald. Dan ben je meer ontspannen. Het prikken doet een beetje zeer als de naald in je arm gaat. Ook voel je de stof ingespoten worden. Dat voelt een beetje raar. Belangrijk is om rustig te blijven tijdens het prikken. Ze lieten een kaart zien, waarop ik kikkers kon zoeken. Zo ben je afgeleid. Na het prikken is het goed om je arm rond te draaien. Zo wordt je arm minder stijf.’
Sem (9) drinkt op 1 dag de volgende pakjes:
- Kleine pauze: appelsap
- Grote pauze: Fristi
- Tijdens spelen na school: Caprisun
- Thuis: volle chocolademelk
Hoeveel suiker heeft Sem al binnengekregen met alleen maar pakjes drinken?
is dus heel erg veel.
Jeruëlle: Wat een goede tips zijn dit! Een vaccinatie helpt je lichaam om op tijd een ziekmakend virus of bacterie te herkennen waardoor je er niet (heel erg) ziek van wordt. Wij gebruiken liever het woord vaccinatie, omdat je bij het woord prik gelijk aan pijn denkt. Ik in ieder geval wel! Eigenlijk voelen veel kinderen niets of alleen wat warmte of kriebels als ze gevaccineerd worden.
Tips bij het halen van een vaccinatie:
- Doe een shirt met korte mouwen aan.
- Vraag je ouder(s) kalm en rustig te blijven.
- Houd je arm ontspannend en stil.
- Laat je afleiden of gebruik je verbeelding/fantasie.
- Gebruik ademhalingstechnieken: 3 tellen inademen via de neus naar je buik en 3 tellen uitademen via de mond. Een denkbeeldige kaars uitblazen werkt ook.
- Beweeg na de vaccinatie je arm vooral veel, dus lekker gaan sporten of je ouders helpen met tafeldekken. ��
Voor meer tips en een filmpje hoe pijn werkt in je brein kun je op onze website kijken: www.jongjgz.nl/vaccinaties
Jeruëlle Kuiper - Schiltkamp Stafarts, Jeugdarts bij Jong JGZ
Heb jij een vraag?
Heb jij een vraag? Of zit je ergens mee? Vraag het aan de jeugdarts, jeugdverpleegkundige of pedagogisch adviseur van Jong JGZ bij jou op school. Mail naar contact@jongjgz.nl of bel 088 56 64 549.
ZWIJNDRECHT – De natuur ingaan is in elk jaargetijde leuk en gezond, maar zeker in de lente is dat het geval. Ook start in de lente het recreatieseizoen bij Biesboschcentrum Dordrecht. Op 5 april 2025 vindt de feestelijke opening plaats (zie kader). Brandon (8), Mylène (9), Maliyah (9) en Johnnie (9) gaan graag naar de natuur als het lekker weer is. Mylène: ‘Je kunt in de natuur genieten van mooie bloemen en bomen en van het zonnetje.’ Johnnie: ‘Ik klim graag in bomen als het lekker weer is.’
FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Johnnie: ‘Ik vind het leuk om naar het bos te gaan, want je kunt er leuke dingen doen. Je kunt in bomen klimmen en voetballen. En ik ren en fiets ook graag in het bos. Je kunt buiten een lekkere frisse neus halen. Je krijgt dan een fris gevoel.’
MyLène: ‘Als het lekker weer is, ga ik met vriendinnen picknicken. Ik ben pas nog met een vriendin naar het bos geweest. We hebben daar gewandeld en gekletst. Je ziet in de natuur mooie bloemen, je hoort vogels en ziet diertjes. Ik ga graag op een hoog punt zitten en dan van de mooie dingen en de zon genieten. Het is fijn om in de natuur te zijn.’
Brandon: ‘Als we met mooi weer in het bos zijn, dan bouw ik met mijn broer een hut. Ik vind het best wel leuk om in de natuur te zijn, alleen als het warm is niet. Er komen dan wespen en bijen. Ik ben een keer gestoken. Ik wil wegrennen als ik een wesp zie, maar dan komt hij achter me aan. Ik moet eigenlijk stil blijven staan. Als ik in de natuur loop en met iemand aan het praten ben, dan vergeet ik de wespen en bijen wel.’
Maliyah: Ik ga graag naar buiten. Ik haal bijvoorbeeld een vriendin op en dan gaan we naar het bloemenpark. We maken dan een boomhut en spelen in de natuur. We zoeken beestjes, bijvoorbeeld een lieveheersbeestje. Deze bekijken we en laten we daarna weer vrij. Het is lekker om in de zon te liggen en daarvan te genieten. In de natuur voel ik me lekker vrij en ontspannen.’
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
Wil je op avontuur, de natuur ontdekken of met heel het gezin lekker naar buiten? Kom dan naar de feestelijke seizoensopening op zaterdag 5 april 2025 bij Biesboschcentrum Dordrecht. Het recreatieseizoen gaat van start en daarom zijn er deze dag heel veel leuke activiteiten in de natuur.
- Ga varen met de boswachter op zoek naar de visarend.
- Kom vogels spotten.
- Vaar gratis met de Zonnepont naar het Griendmuseumpad.
- Bezoek de mini-natuurmarkt. Hier kun je van alles vinden voor jouw avonturen in de Biesbosch.
- Ga met de enige echte Biesbosch Bever op de foto. Verzin de leukste naam voor de bever en lever deze in op 5 april. Wie weet wordt jouw naam gekozen!
- Krijg een stempelkaart en doe mee aan leuke natuurlijke opdrachten zoals o.a.:
• Blotevoetenpad
• Schminken
• Speurtocht door het bos
Heb je een volle stempelkaart?
Laat hem zien bij de balie van het Biesboschcentrum en ontvang een leuk cadeautje.
Kom de Biesbosch feestelijk ontdekken en boek jouw activiteit op www.biesboschcentrumdordrecht.nl.
ZWIJNDRECHT – Geld kan helpen je dromen waar te maken. Maar hoe kom je aan dat geld? Shurwensly (11), Mexz (13), Sofia (11), Joey (11) en Femke (11) vertellen wat hun dromen zijn en hoe zij denken daar genoeg geld voor te hebben. Van 24 tot en met 28 maart 2025 is de Week van het geld. Je gelddromen waarmaken is het thema van dit jaar.
Wensen
‘Ik wil profvoetballer worden. Ik zou dan geld aan mijn familie geven en een groot huis willen hebben. En ik wil graag een keer 4 weken naar Japan’, vertelt Shurwensly. ‘Ik wil graag een hele dikke Porsche hebben. Ik vind dat een mooie, snelle auto. Ook zou ik willen reizen naar Amerika, Brazilië en Thailand’, zegt Mexz. ‘Mijn droom is dat mijn familie gezond blijft en dat ik met hen in een groot huis met een grote auto kan wonen. Ik wil ook graag 1 keer per jaar naar mooie plekken gaan, zoals Dubai of Italië. Ik kom uit Armenië en ik wil daar ook graag
Shurwensly Profvoetballer zijn en geld voor familie.
een huis. Dan kan ik makkelijk naar mijn familie daar’, vertelt Sofia.
‘Ik wil acteur worden. Ik heb geld nodig voor acteerles. Ook zou ik een boot en een huis willen kopen in Spanje’, zegt Joey. ‘Ik wil een hele beroemde zanger worden. Daarvoor heb ik zangles en een studio nodig. Ook droom ik van een eigen vrachtwagen, een villa met zwembad en reizen naar Dubai en de Malediven’, vertelt Femke.
Aan geld komen
‘Ik wil veel gaan werken om de acteerlessen te betalen. Ik kan dan al als acteur werken,
Mexz Porsche en reizen.
Sofia Een groot huis, een goede auto en een 2e huis in Armenië.
Heb jij dromen waarvoor geld nodig is?
❍ Nee
maar bijvoorbeeld ook meehelpen bij een autodealer’, zegt Joey. ‘Ik wil vrachtwagenchauffeur worden en daar geld mee verdienen’, vertelt Femke. ‘Je kunt investeren om aan geld te komen, Je geeft dan geld aan een nieuw bedrijf en als dat veel verdient, krijg jij ook meer geld. Je kunt ook geld op de bank zetten en zo geld sparen’, vertelt Mexz. ‘En geef niet alles gelijk uit. Begin al jong met werken,
Joey Acteur worden en een boot en een huis in Spanje.
❍ Ja, namelijk …
Hoe kun je aan voldoende geld komen hiervoor?
dan kun je al sparen’, vult Sofia aan. ‘Je kunt ook een webshop met merchandising beginnen’, noemt Shurwensly. ‘Of je koopt iets heel goedkoop en verkoopt dat voor veel meer geld’, zegt Mexz.
Femke Beroemde zanger worden, vrachtwagen en een villa.
PAPENDRECHT – De meeste kinderen in Nederland spreken op school en thuis Nederlands. Er zijn echter ook kinderen die thuis een andere taal spreken dan op school. Zij spreken bijvoorbeeld als ze thuis zijn de moedertaal van hun vader en/of moeder. Hemali (10), Ali (12), Abdul (13), Stas (9), Ismaiel (12) en Masha (9) groeien meertalig op. Zij vertellen hoe dat voor hen is.
‘Ik ben geboren in Thailand, maar ik heb 7 jaar in Maleisië gewoond. Daarna gingen we naar Qatar. Ik ging daar naar een Engelse school. Ik spreek thuis met mijn zusje en ouders Engels en Thais. Engels vind ik de leukste taal. Ik lees nu een Engels boek dat gaat over kinderen die verliefd worden. Op school leer ik Nederlands. Ik vind het leuk om meer talen te spreken, want als ik over de wereld reis kan ik met mensen uit verschillende landen praten.’
‘Ik ben in Syrië geboren, maar toen ik 2 was verhuisden we naar Turkije. Nu woon ik sinds 2023 in Nederland en leer ik Nederlands op school. Thuis spreek ik 4 talen: Nederlands met mijn ouders, Turks met mijn oudere zus, Arabisch met mijn broers en Nederlands of Arabisch met mijn kleine zus. Ik lees nu een heel leuk boek in het Arabisch over kinderen die gekke dingen doen. Ik wil ook nog Spaans leren, want dat vind ik een mooie taal.’
‘Ik ben in Oekraïne met 2 talen opgegroeid: met Oekraïens en Russisch. Ik leer nu Nederlands op school. Ik kan nu al best goed Nederlands lezen. Met mijn vader en moeder spreek ik Oekraïens. Ik kan ook Russisch praten, maar ik kan het niet lezen. We hebben ook een half jaar in Duitsland gewoond en toen sprak ik daar Duits. Maar nu niet meer. Want als je de taal niet meer spreekt, vergeet je het gewoon.’
‘Sinds een paar jaar woon ik in Nederland. Ik kom uit Afghanistan en spreek de Afghaanse talen Pashto en Dari. Thuis spreken we Pashto. Maar als we Afghaans bezoek krijgen dat geen Pashto spreekt, dan praten we Dari met elkaar. Op school mag ik alleen Nederlands spreken, omdat ik de taal goed moet leren. Maar op het schoolplein mag ik met mijn Afghaanse vrienden in onze eigen taal praten. Ik kan ook al Nederlandse boeken lezen. Maar ik vind het lezen in Dari het makkelijkst.’
‘Ik spreek Engels, Nederlands, Russisch, een beetje Spaans en een beetje Duits. Ik ben in Spanje geboren. Thuis spreken we Russisch met elkaar, want mijn ouders zijn Russisch. Omdat ik veel buiten speel met Nederlandse vriendinnen, spreek ik graag Nederlands. Ik lees ook Nederlandse boeken. Deze zomer gaan we naar Spanje en dan vind ik het leuk om met de kinderen daar Spaans te praten. Ik vind het leuk om veel talen te spreken, want dan kun je ook in andere landen makkelijk vrienden maken.’
‘Ik ben in Syrië geboren, maar heb 9 jaar in Turkije gewoond. Thuis spreek ik met mijn ouders en zussen Turks of Arabisch. Het is wel fijn om meer talen te spreken, want als ik het niet weet hoe ik het in het Arabisch moet zeggen, dan zeg ik het in het Turks. En nu leer ik Nederlands. Als ik dat goed kan, wil ik Engels gaan leren. Als ik dan bijvoorbeeld in Amerika op vakantie ben, kan ik daar met de mensen praten.’
K i n d e r K r a n t P U Z Z e L
De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl
We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.
Wat is een andere naam voor de koningin?
PAGINA 1
Hoe zwemmen Amani en Inaya na het duiken naar de overkant?
PAGINA 3
Wat moeten er nog voor de bemanning gemaakt worden?
PAGINA 4
Waarop is Skillz?
PAGINA 5
Op wat voor school zit Nora?
PAGINA 7
In welke maand hebben Ivy, Lotte en Bauke een vaccinatie gehaald?
PAGINA 8
Wie droomt er van een boot en een huis in Spanje?
PAGINA 9
Wat is de moeder van Gijs?
PAGINA 11
Het antwoord van de puzzel van april is: APPELTAART
Aangeboden door:
De winnaar is JINTE (12) GEFELICITEERD!
Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!
Wat is Hiyab een keer vlakbij school?
PAGINA 6
Waar waren er in de Middeleeuwen veel van in Dordrecht?
PAGINA 12
ALBLASSERDAM – De moeder van Gijs (11) heet Ingrid en zij is logopedist bij Logopediepraktijk Alblasserdam. Gijs: ‘Een logopedist lost bij iemand spraakproblemen op. Mijn moeder doet met kinderen oefeningen met verschillende woorden en klanken. Zo leert iemand deze goed uitspreken.’ Ingrid: ‘Dat doe ik inderdaad. Een logopedist kan ook volwassenen met slikproblemen of taalproblemen na een hersenbloeding helpen. Of iemand leren zijn stem beter te gebruiken of beter adem te halen. Maar zelf werk ik altijd met kinderen met spraakproblemen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
‘Mijn moeder begint om half 9 met werken. Ze neemt documenten door, schrijft dingen op en bekijkt mailtjes. En steeds komen er kinderen die een soort les krijgen om hun spraak te verbeteren’, vertelt Gijs. ‘Ik werk veel 1 op 1. Dat betekent dat ik 1 kind tegelijk behandel. Soms heb ik een groepje van maximaal 3 kinderen. Kinderen komen vaak zonder ouders, dus ik maak filmpjes van de behandeling. Die stuur ik naar de ouders. Dan kunnen ze daar naar kijken en thuis ook oefenen’, legt Ingrid uit.
Communicatie is heel belangrijk ‘Het werk van mijn moeder is belangrijk. Want als je een spraakgebrek hebt, kun je minder goed communiceren. En zonder communicatie kun je niet leven’, vindt Gijs. ‘Als je niet goed kunt praten, kun je elkaar inderdaad ook niet goed begrijpen’, zegt Ingrid.
Kinderen met problemen vooruit helpen ‘Het mooiste vind ik om kinderen, die al langer een probleem hebben, vooruit te helpen bij hun spraak.
SLIEDRECHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk gelijk duidelijk voor je, bijvoorbeeld dj of boer. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Naomi (10), Fiene (10), Lana (12) en Isa (12) vertellen over het beroep pijpfitter. Wat denken zij dat die baan inhoudt? En lijkt het hen leuk werk?
TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS EN FREEPIK
‘Ik heb nog nooit van een pijpfitter gehoord. Ik denk dat dit iemand is die pijpen repareert, bijvoorbeeld door een gat dicht te maken. Ik denk dan aan een regenpijp. In het plafond en onder de mat thuis heb ik ook weleens een soort pijpen en leidingen gezien. Ik ken niemand die dit werk doet. Ik denk dat je veel binnen werkt met deze baan. Ik wil ook graag een beetje buiten werken, zodat je ook frisse lucht hebt. Ik wil fotograaf of kleuterjuf worden.’
‘Ik ken dit beroep niet. Ik denk dat het iemand is die pijpen schoonmaakt, die bijvoorbeeld aan een kraan zitten. Ook moet ik aan de buisjes van vloerverwarming denken. Ik ken niemand met deze baan. Het is ook niks voor mij. Ik ben niet handig met bouwen en het lijkt me een beetje vies, omdat je spinnen en insecten tegen kan komen. Ik wil etaleur of interieurstylist worden. Je richt dan winkels of huizen zo mooi mogelijk in.’
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
Ingrid en Gijs hebben het doosje met van alles met de letter M voor zich. De spulletjes uit dit doosje worden gebruikt om de uitspraak van de M te oefenen.
Dit zijn bijvoorbeeld kinderen met aan aangeboren afwijking, zoals een schisis’, vertelt Ingrid. ‘Een schisis is een afwijking aan de bovenkant van je mond. Er kan dan een gat in je gehemelte en lip zitten’, legt Gijs uit. ‘Er zit een opening tussen de mond en neus. Daar gaat lucht doorheen en daardoor word je onverstaanbaar bij het praten. Ik leer de kinderen hoe ze beter kunnen
Welke opleiding doe je voor deze baan?
COMMUNICEREN: Het uitwisselen van gevoelens, gedachten en informatie.
‘Om logopedist te worden volg je de hbo-opleiding logopedie. Deze opleiding kun je na de havo of het vwo doen. En je kunt deze opleiding starten met een mbo-diploma op niveau 4’, vertelt Ingrid.
Wat denk jij dat een pijpfitter is?
‘Ik weet niet wat een pijpfitter is. Misschien iemand die pijpen repareert als ze kapot zijn, bijvoorbeeld de pijpen van het riool of de dunne pijpen onder de vloer? Ik ken niemand die dit werk doet. Ik denk niet dat dit iets voor mij is. Ik houd niet van dingen installeren of klussen. Ik wil iets met kinderen gaan doen.’
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:
‘Bij dit beroep doe je in ieder geval iets met pijpen, want dat zit in de naam. Maar verder heb ik geen idee. Misschien heeft het met verwarming te maken? Ik ken niemand die pijpfitter is. Ik denk wel dat het werk op zich leuk is. Het is een soort puzzelen, maar dan op een andere manier.’
Een pijpfitter werkt meestal met grote buizen. De pijpfitter maakt deze buizen op maat en aan elkaar vast door ze bijvoorbeeld aan elkaar te lassen. Hij of zij gebruikt hier werktekeningen voor. Een pijpfitter kan ook kapotte buizen repareren. De buizen worden vaak gebruikt om gassen of vloeistoffen doorheen te laten stromen. Denk bijvoorbeeld aan de leidingen aan boord van een schip of de buizen om het water van een groot zwembad door een groot filter te laten gaan.
DORDRECHT – Groep 6a van De Meridiaan bezocht in februari het Hof van Nederland. Dit is een museum in het centrum van Dordrecht. Het bezoek was onderdeel van het Cultuurpaspoort. Janneke: ‘Het is de 1e keer dat ik hier ben. Onze juf had ons opgegeven om hierheen te gaan.’ Tijmen: ‘In dit gebouw leren we van alles over de middeleeuwen. We horen verhalen en kunnen spullen zien.’ Leon: ‘We zijn hier met de stadsbus naartoe gegaan.’ Zara: ‘In de bus ben ik opgestaan voor een ouder iemand, zodat die kon gaan zitten.’
‘We krijgen een rondleiding en doen een spel tijdens ons bezoek. Het spel gaat over een stad bouwen in de middeleeuwen’, zegt Leon. ‘Ik vind de rondleiding leuk. Zo kon ik nieuwe dingen leren. Beneden staat een hele grote kast met allemaal belangrijke documenten. 1 kon je zien. Er zat zo’n rode stempel op om brieven mee dicht te maken. Ook keken we door een soort glazen platen naar buiten. Je kon zo zien wat er veranderd was. Op de plaat werden bijvoorbeeld buiten dieren verkocht, maar nu is dat niet meer’, vertelt Janneke.
Een stad bouwen ‘Bij het spel kon je met gewonnen muntjes een stad uit de middeleeuwen gaan bouwen. Er konden verschillende gebouwen in komen. Een voorbeeld is het gildehuis. Als de man aan de pest overleden was, dan konden de vrouw en kinderen daarheen’, zegt Leon. ‘De pest was een hele erge ziekte die door ratten meegenomen werd. De pest was zelfs dodelijk’, legt Janneke uit. ‘Je moet in de stad ook dijken aanleggen als bescherming
tegen overstromingen’, zegt Tijmen. ‘En stenen huizen zijn gunstiger dan houten huizen. Houten huizen
gaan makkelijker in brand’, vult Leon aan. Tijdens het spel gebeuren er verschillende rampen, die de stad bedreigen, zoals de pest of een overstroming.
Dordrecht
De leerlingen hebben ook van alles over Dordrecht geleerd. ‘Dordrecht werd een soort van eiland door overstromingen’, zegt Tijmen. ‘Er waren in Dordrecht veel monniken.
Die wonen in een klooster. Monniken droegen zwarte kleren en hielpen mensen beter maken’, vertelt Zara. ‘Een stad kon verschillende rechten hebben. Dordrecht had stapelrecht. Als mensen spullen met de boot kwamen brengen om te verkopen, dan moesten die hier ook weer spullen kopen’, vertelt Leon. Dordrecht is zo heel rijk geworden in de middeleeuwen.
MONNIK: Een geestelijke binnen bijvoorbeeld het Katholieke geloof.
HENDRIK-IDO-AMBACHT – Op woensdag 29 januari is Fedde (10) benoemd tot eerste Kinderburgemeester van DuzaDorp. Fedde werd beëdigd door de Ambachtse wethouder van Duurzaamheid Ralph Lafleur. Fedde: ‘In 2023 heb ik de Kinderklimaattop in Hendrik-IdoAmbacht gewonnen. Verschillende scholen uit Hendrik-Ido-Ambacht deden hieraan mee. Deze Kinderklimaattop wordt elk jaar georganiseerd door Duzadorp, een organisatie die kinderen wil leren om goed voor de aarde te zorgen.’ TEKST: MANUELA MARTIN FOTO'S: MANUELA MARTIN EN DUZADORP
‘Nadat ik de Kinderklimaattop had gewonnen, ging ik naar 2 juffen van school. Ik vroeg of er misschien meer bomen, bosjes en gras op het schoolplein konden komen. En nu ben ik Kinderburgemeester van DuzaDorp geworden. Voor de Kinderklimaattop had ik een plan gemaakt voor meer laadpalen voor auto’s in Hendrik-IdoAmbacht. Ik vind het beter voor het milieu als er minder auto’s op brandstof rijden. Ik had een boek gemaakt met een brede kartonnen rug. Als je het boek opendeed, zag je de plaatsen waar de laadpalen moesten komen. Deze laadpalen had ik met 3D pennen gemaakt. Ik noemde ze Leo Laadpaal, dat is een figuur uit DuzaDorp. Ik vind het echt leuk dat ik nu Kinderburgemeester van DuzaDorp ben, want ik ben veel buiten, ik houd van voetballen en klim graag in bomen. Dus ik vind het wel iets voor mij’, vertelt Fedde.
Mensen moeten meer gaan bewegen ‘5 keer per jaar ga ik vergaderen met de wethouder van Duurzaamheid en met Marc Rotmans, de oprichter van DuzaDorp. Dan bespreken we hoe we beter voor de wereld kunnen zorgen, want we
hebben maar 1 wereld. Als Kinderburgemeester van DuzaDorp wil ik gaan zorgen voor meer laadpalen. Ook wil ik dat mensen meer gaan bewegen, meer fietsen en minder autorijden, want dat is beter voor de natuur. Verder vind ik het belangrijk dat er minder afval op straat wordt gegooid. Ik zie vaak dat jongeren gewoon troep op straat gooien, terwijl er toch overal prullenbakken staan. Als er geen prullenbak is, stop ik mijn afval vaak in de jaszak van 1 van mijn ouders’, legt Fedde uit.
Denk jij weleens na over duurzaamheid?
BEËDIGEN: Iemand aanstellen in een officiële functie.