Kinderkrant Drechtsteden mei 2022

Page 1

MEI 2O22

3 Gek op voetballen

6 Oefenen voor verkeersexamen

8 Vlottenrace in de sloot

9 Een Oorlogsmonument adopteren

SUPER CARS TOEREN DOOR DE REGIO Een deel van de super cars, die meedoen aan de tocht. ALBLASSERDAM – Mitch (12) en Megan (9) reden op 9 april mee met Kids and Cars. Mitch: ‘Kids and Cars is een evenement voor kinderen. Eigenaren van super cars rijden op deze dag met kinderen rond. Deze kinderen hebben het niet zo goed en verdienen een goede dag. Daarom mogen deze kinderen een dagje mee in de auto’s.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Een super car is een auto met heel veel kracht. Het is een snelle auto. De motoren maken een hard geluid. Ik vind dat erg goed klinken. Vaak is een super car ook duur. Ik ben hier voor de eerste keer. Ik heb nog niet eerder in een super car gereden’, vertelt Mitch. ‘Ik ben 1 keer eerder mee geweest. Dat is al een paar jaar geleden, voor corona’, zegt Megan.

van auto. ‘Ieder kind rijdt in 3 auto's mee. Ik zit 2 keer in een Mercedes en 1 keer in een Corvette. Ik zit 1 keer in een cabriolet. Dat is een auto waarvan het dak open kan’, zegt Mitch. ‘Ik zit in ieder geval in een zwarte McLaren. Ik geloof dat dat de duurste auto is die meerijdt. Hij kost € 1,1 miljoen’, vertelt Megan.

Meerijden in 3 auto's

Sondevoeding

De 65 deelnemende auto’s vertrekken vanaf Alblasserdam. De lange stoet gaat door Molenwaard, Papendrecht en Sliedrecht. Er wordt 2 keer gestopt. De kinderen wisselen dan

‘Ik rijd mee, omdat mijn broertje Vince (5) een MIC-KEY heeft. Dat is een dopje in de buik om sondevoeding te geven. Sondevoeding is een soort melk met alle voedingsstoffen in een

Mitch: ‘Dit is de Mercedes cabriolet waarin ik meerijd.’ flesje. Met een slangetje en pomp gaat de voeding via het dopje naar de buik. Mijn broertje kan niet eten, daarom heeft hij altijd sondevoeding. Ook wordt hij snel boos. We kunnen daarom erg moeilijk een dagje weggaan. Vince en ik rijden allebei mee, alleen niet in dezelfde auto’s’, legt Megan uit.

Megan zit in de McLaren en is klaar voor vertrek.

Lastige start op school

‘Ik rijd mee omdat ik een lastige start op mijn nieuwe school heb gehad. Op mijn oude school ging het niet zo goed. Ik vond het druk en onrustig. Ik ben toen naar De Atlas gegaan. Ik moest daar erg wennen. Mijn moeder heeft me daarom opgegeven voor deze dag. En ik ben gekozen om mee te rijden!’, vertelt Mitch.


Prikbord

MEI 2O22

Merula klopt op de deur. Dea zegt: ‘Wie is daar?’ Merula: ‘Ki.’ Dea: ‘Kiwi?’ Merula: ‘Nee, doe maar liever een appel.’ Dea (11) Er komt een patiënt bij de dokter. ‘Waarom eet u pleisters?’, vraagt de dokter. Zegt de patiënt: ‘Omdat ik buikpijn heb.’ Kid (11) Er staat een meisje te huilen op straat. Een man die langsloopt vraagt wat er aan de hand is. ‘Ik ben 1 euro kwijt’, snikt het meisje. De man vindt het zielig en geeft haar een euro. Dan begint het meisje nog harder te huilen en roept: ‘Eigenlijk ben ik 5 euro kwijt!’ Max (12)

ZOEK de parasols in deze Kinderkrant

J

T

H

K R

I

W A A

E M A T T

I

R D

E

G

S C H V

E

N

E

O O R

E

B

A

T

D O V

I

N V

L

O E

D

K

P

E

E

L

U

I

S

T

E

R

E

N D R

F

E

I

T

E

N

E

A S

K

E

I

I

M H

E

E W N N C

E

E

N

D

C N

T

I

E

N A

E G G B

E

R D

A K

L

P

N R

G E

V O

E

L

I

R

U

G

I

N G N

O V

E

R

T

E

T

R A

H N

BRON

LUISTEREN

DENKEN

ONDERWERP

ECHT

ERVARING FEITEN

GEVOELIG

G

R O N G

E

INVLOED

E

KRANT

E

G P

NEP

DEBAT

L

A S O V I

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht

IDEE

KLAS

KRITISCH

OORDEEL

OVERTUIGING PRATEN

SCHOOL TEGEN

THEMA VOOR

VRAGEN WAAR

ANTWOORD (3 WOORDEN):

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZORGERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL. ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: KATTENSTAART DE WINNAAR IS: MATTHIEU (9) GEFELICITEERD!

Kun jij ze allemaal vin den? Vul hier het aantal in:

Op welke schoenen loop je niet? Yassine (11)

Handschoenen.

Op welke mat veeg je je voeten niet? Dounia (11)

Een hangmat.

Twee jongens zijn in hetzelfde jaar op dezelfde dag geboren en hebben dezelfde moeder. Toch is het geen tweeling. Hoe kan dat? Jewel (11)

Het zijn twee jongens van een drie- of meerling.

2

derkrant De nieuwe Kin verschijnt Drechtsteden ni! donderdag 16 ju ������ ������������������

een goed Heb jij een leuke mop, voor een artikel? e ide raadsel of een leuk am en je leeftijd Mail deze met je voorna ntdrechtsteden.nl. naar redactie@kinderkra Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

COLOFON KINDERKRANT DRECHTSTEDEN MEI

2022,

JAARGANG

OPLAGE:

13.500

3,

EDITIE

5

KRANTEN��

MEER INFORMATIE EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

Volg de Kinderkrant op:

<logo Hendrik-Ido-Ambacht> <logo Alblasserdam> <logo Dordrecht>


Sport

MEI 2O22

Jonathan en Joel doen aan

Dit artikel is mede mogelijk

tafeltennis ZWIJNDRECHT – Jonathan (11) en Joel (11) spelen tafeltennis bij Shot ‘65. Joel: ‘Tafeltennis is een balsport. Je probeert met de bal te scoren op de tafelhelft van de tegenstander. Ik vind de techniek van het slaan leuk. Je kunt trucjes doen, zoals een spin aan de bal geven. Ik zit nu sinds 4 maanden op tafeltennis.’ Jonathan: ‘Bij een spin gaat de bal in een boog over de tafel. De verschillende technieken maken het voor je tegenstander lastiger om de bal te raken. Ik zit ruim 1 jaar op tafeltennis. Voor mij is het vanwege mijn longen fijn dat deze sport altijd binnen is.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Na de zomervakantie gaan we wedstrijden tegen andere tafeltennisverenigingen spelen. We spelen ongeveer 3 maanden wedstrijden en daarna weer 9 maanden niet’, vertelt Jonathan. ‘Een partijtje gaat tot de 11 punten. Er

wordt om de 2 punten gewisseld met de service’, zegt Joel. ‘Er moeten wel 2 punten verschil zijn om te winnen. 11-9 kan wel als eindstand, maar 11-10 niet. Je kunt daardoor over de 11 heen gaan. Maar vanaf dan gaat de service om de beurt’, legt Jonathan uit.

Serveren en smashen

Joel gooit de bal omhoog om te serveren.

‘Bij de service gooi je de bal op en je slaat het balletje eerst op je eigen helft van de tafel. Daarna gaat de bal over het net en komt op de helft van de ander’, legt Joel uit. ‘Je moet zorgen dat je wat hoger slaat, want anders komt de bal in het net’, zegt Jonathan. Smashen (spreek uit als smesjun) is de bal hard raken nadat deze gestuiterd heeft. ‘Je houdt bij het smashen je batje een beetje schuin. De bal stuitert na een smash hoog op. De bal raakt de tafel ook schuin. Hierdoor kan je tegenstander de bal niet halen’, vertelt Joel.

3

gemaakt door:

Ook eens proberen? Jonathan en Joel zitten op tafeltennis.

Tafeltennis is een binnensport

‘Ik heb astma. Ik krijg daarom door temperatuurverschillen in de ochtend en avond last van mijn longen. En dat is niet fijn. Ik was dus op zoek naar een binnensport. De temperatuur is dan niet zo anders en er is geen wind. Tennis leek me leuk, maar dat is ook vaak buiten. Ik googelde toen op binnensport dicht bij huis. En zo ben ik hier terechtgekomen’, vertelt Jonathan.

Joel en Jonathan spelen een potje.

‘Lijkt tafeltennis jou ook leuk? Kom dan proeflessen bij ons doen’, zegt Joel. ‘Je kunt 3 lessen meedoen. Je kunt een batje lenen, dus die heb je niet gelijk van jezelf nodig’, vertelt Jonathan. De training is op maandag van 18.00 uur tot 19.30 uur in de Walburghal in Zwijndrecht. Kijk op www.shot65.nl voor meer informatie en aanmelden.

Jonathan staat klaar om te smashen.

Gek op voetballen

ZWIJNDRECHT – Fleur (12) zit op voetbal bij VVGZ. Fleur: ‘Ik speelde eerst hockey, omdat mijn broer dat ook speelde. Maar ik wilde liever op voetbal. Ik heb mijn ouders toen gevraagd of ik daarop mocht. En inmiddels speel ik al 6 jaar voetbal. Ik speel linkshalf/linksvoor. Ik ben dus een aanvaller. Ik vind scoren leuker dan tegenhouden. Het geeft me een fijn gevoel als ik gescoord heb. En ik vind verdedigen lastiger. Ik doe het nu ook wel, maar veel minder dan een verdediger.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Ik wil serieus voetballen. En wil het steeds beter kunnen. Ik zat eerst op meidenvoetbal, maar ik speel nu bij een jongensclub. Ik kan zo beter worden in voetballen. Jongens zijn vaak sterker en sneller dan meiden. Bij meidenvoetbal wordt er minder hard tegen de bal getrapt. En ik wil graag snel spelen. Er zitten trouwens meer meiden in mijn team: 3 in totaal. Ik train 3 keer per week en ik speel ook elke week 1 wedstrijd’, vertelt Fleur.

1e elftal en KNVB

‘Ik speel in de selectie, dus in het 1e elftal. 2 jaar geleden ben ik bij VVGZ gaan voetballen. Ik speel sinds vorig jaar in het 1e. En sinds oktober speel ik ook bij de KNVB in Noord-Brabant. De KNVB kijkt bij wedstrijden wie zij goed vinden spelen. En die spelers worden uitgenodigd om bij de KNVB te trainen. Het is een soort selectieprocedure. Je traint steeds een paar keer en dan hoor je of je nog verder mag blijven trainen. Ze kijken daarbij of je je ontwikkelt in het voetballen’, legt Fleur uit.

KNVB: Koninklijke Nederlandse Voetbalbond.

Fleur speelt voetbal.

SELECTIEPROCEDURE: Een manier om te kijken wie geschikt is.

Fleur passt de bal. Passen is de bal naar een ander spelen.

Voor de lol

‘Ik vind het gaaf dat ik uitgenodigd ben om te trainen bij de KNVB, maar dat was niet mijn droom. Ik wil geen profvoetballer worden. Voetballen vind ik gewoon heel leuk om te doen, het is mijn hobby. Maar ik vind het wel heel leuk als ik het goed kan. En bij de trainingen van de KNVB kan ik veel leren’, vertelt Fleur.


4

Techniek

MEI 2O22

EEN RACE MET MUIZENVALAUTO’S SLIEDRECHT – De leerlingen uit groep 8 van CBS Oranje-Nassau bouwden in kleine groepjes muizenvalauto's. Zij zouden samen met leerlingen van 18 andere basisscholen meedoen aan de Techniekspelen. Helaas konden deze niet doorgaan. Nina: ‘Dat vond ik erg jammer. We hadden 5 weken aan de auto gewerkt.’ Daarom hield de klas een onderlinge wedstrijd. Jael: ‘Leuk dat we dat in ieder geval konden doen.’ De wedstrijd vond 22 maart op school plaats. Wie bouwden de snelste muizenvalauto? TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Een muizenvalauto is een wagentje met aan de achterkant grote wielen. Een muizenval is het motortje’, vertelt Joy. ‘Er zit een touwtje vast aan de as van de achterwielen. Dat touwtje zit aan de bovenkant van een stokje. Het stokje zit vast aan de klem van de muizenval’, legt Jael uit. Als de muizenval afgaat, gaat het stokje met het touwtje naar voren. Het touwtje trekt daardoor aan de wielen en die gaan draaien. Zo kan de muizenvalauto rijden.

Testen en verbeteren

De muizenvalauto gaat rijden door de muizenval aan te raken. ‘We hebben veel geoefend met rijden. We verbeterden de auto ook steeds. Bij ons bewogen de wielen om de as. En dan gaat het wagentje niet rijden. Dus we moesten de wielen beter vastzetten’, zegt Jael. ‘Je moet ook opletten dat de wielen niet scheef zitten of dat het stokje buigt. Dat remt allemaal af’, vertelt Britt. ‘En het stokje moet de grond niet raken, want dan stopt het wagentje. We hebben toen iets onder het stokje geplakt, zodat hij de grond niet raakte’, legt Jael uit.

Winnaar

De auto van Nina en Britt kwam het verst. ‘Onze auto reed 4 meter en 20 centimeter ver’, zegt Nina. De auto van Joy, Julia en Jael kwam 4 meter en 9 centimeter ver. ‘Ik vind het leuk dat wij allemaal meiden zijn en deze technische wedstrijd hebben gewonnen’, vertelt Joy. De bovenste auto is van Nina en Britt, de onderste auto van Joy, Julia en Jael.

Auto zelf maken

De muizenval staat gespannen.

‘We hebben de auto gemaakt tijdens de Technieklessen. De auto was best lastig te maken’, zegt Julia. ‘We maakten eerst een eigen ontwerp’, zegt Nina. ‘De auto mocht niet te zwaar worden. Een zware auto komt minder ver’, vertelt Jael. De auto is gemaakt van hout. ‘Niet alles lukte ons zelf. Gelukkig hielpen onze techniekmeester en onze eigen meester’, zegt Nina. ‘Ook kwamen er mensen van het Griendencollege helpen’, noemt Joy.

EEN MUUR METSELEN DORDRECHT – Felicia (10) en Charissa (10) bezochten dit voorjaar Bouwmensen, samen met hun klasgenoten van basisschool De Keerkring. Ze deden hier verschillende opdrachten die te maken hebben met de bouw. Felicia en Charissa bouwden tijdens de les een muurtje. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS De bouw is de bedrijfstak die woningen en andere gebouwen maakt. Felicia en Charissa gebruiken voor het bouwen van het muurtje een soort houten bakstenen. Deze zijn lichter dan gewone bakstenen.

Joy, Julia, Jael, Nina en Britt zijn de winnaars.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

ZUID-HOLLAND ZUID Hardinxveld-Giessendam/Dordrecht

Op elkaar letten

De meiden maken voor het eerst een muurtje. ‘Het is fijn dat de steen 2 verschillende kleuren heeft, zo kan ik zien welke kant aan de voorkant moet. Ik vind het leuk om de stenen samen op de goede manier te stapelen’, vertelt Felicia. ‘Ik vind het leuk om iets te bouwen. Je moet goed kijken en op elkaar letten. Als je een steen niet op de goed plek legt, past deze namelijk niet. De stenen liggen bij ons niet allemaal goed. We bouwden elk 1 kant van de muur. Maar we de legden de stenen niet op dezelfde plekken op onze eigen kant. En dat was wel de bedoeling’, zegt Charissa.

Stenen verspringen

Bakstenen kunnen niet recht op elkaar gelegd worden. Een muurtje wordt zo niet stevig en valt om. De stenen moeten verspringen. Felicia en Charissa leggen de bakstenen in halfsteensverband. Iedere steen ligt dan voor de helft op de steen eronder. Zo leunen de bakstenen op elkaar en wordt de muur wel stevig.

Felicia en Charissa zitten voor hun zelfgemaakte muur.

Voegen tussen de stenen

Charissa en Felicia leggen de stenen op de goede plek.

De stenen worden aan elkaar vastgemaakt met specie (spreek uit als spesie). Dat is een mengsel van cement, zand en water. Specie is eigenlijk een soort lijm. Tussen de stenen zie je nog wat specie zitten. Dat heten de voegen. De voegen moeten er netjes uitzien. Dan ziet de muur er samen met de verspringende stenen mooi strak uit.

Het muurtje wordt met houten bakstenen gemaakt.


Kunst & Cultuur

MEI 2O22

5

Een kerk bekijken

De kerk ook bezoeken?

ZWIJNDRECHT – Lenneke (10) bezocht begin mei de Kijfhoekkerk. Deze kerk staat in het buurtschap Kijfhoek dat hoort bij de gemeente Zwijndrecht. Lenneke: ‘Ik ben tijdens het wandelen al vaak langs deze kerk gelopen. Ik ben 1 keer eerder binnen geweest. Ik wil eigenlijk altijd in een kerk kijken. Ik ben nieuwsgierig naar hoe de kerk er vanbinnen uitziet. Ik vind vooral glas-inlood erg mooi om te zien.’ Tijdens Lennekes bezoek deze keer hoorde ze van vrijwilliger Joop Wiekeraadt veel over de geschiedenis van de Kijfhoekkerk.

Dat kan! De kerk is elke dag open voor bezoekers. De kerk is ook op Open Monumentendag open. Die is dit jaar op 10 september. Het thema is deze keer duurzaamheid. Je kunt de Kijfhoekkerk ook met je klas bezoeken en een rondleiding krijgen, zoals Lenneke. Je hoort dan veel over de geschiedenis van de kerk en de mensen die hier naar de kerkdiensten gingen. Je leerkracht kan via www.kijfhoekkerk.nl contact opnemen om een bezoek te plannen.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik wist niet dat de plek van deze kerk bij Zwijndrecht hoort. Deze kerk is zo’n 700 jaar oud. Ik vind het een schattige kerk, omdat hij zo klein is’, vertelt Lenneke. ‘Er komen al 7 eeuwen lang mensen in de Kijfhoekkerk. Mensen gaan naar een kerk om samen te zijn, te zingen en te bidden. Er zijn veel verschillende kerken, bijvoorbeeld rooms-katholiek of protestant. Iedere kerk heeft zijn eigen manier van denken en spreken. Ook zingen de bezoekers andere liederen of dragen andere kleding. De Kijfhoekkerk is begonnen als een roomse kerk. Nu is het een protestantse kerk’, zegt Joop.

Lenneke bezoekt de Kijfhoekkerk.

Kerk in de polder

‘In het begin woonden er bijna geen mensen in de buurt van de Kijfhoekkerk. Ook nu wonen er nog niet veel mensen, zo'n 16 gezinnen. In het begin was er toch elke zondag een dienst. Deze werd bezocht door een paar boeren en vissers. Er liepen ook rovers en zwervers in de buurt van de kerk. Die mochten de kerk alleen niet in’, vertelt Joop.

Spreekgestoelte of spreekstoel

‘Ik vind in deze kerk het spreekgestoelte het mooist. Dat is de houten verhoging waar vroeger de pastoor sprak’, vertelt Lenneke. Het spreekgestoelte is minder oud dan de kerk, namelijk zo’n 400 jaar oud. Het spreekgestoelte staat voorin de kerk. Nu spreekt de dominee daar.

Rijke stinkerd

‘Vroeger werden er mensen in de kerk begraven. Dat vind ik wel opvallend. Ik heb vandaag gehoord waar de uitdrukking rijke stinkerd vandaan komt. Alleen rijke mensen konden in de kerk begraven worden. Na een tijdje gaan dode lichamen stinken. Dus vandaar de uitdrukking dat rijke mensen stinken’, legt Lenneke uit.

Lenneke staat op het spreekgestoelte voor in de kerk.

1 van de verklaringen voor de uitdrukking rijke stinkerd komt van graven in een kerk.

Jack is voorleeskampioen HENDRIK-IDO-AMBACHT – Jack (11) vindt het fantastisch om voor te lezen: ‘Ik vind griezelverhalen het leukst om voor te lezen. Zo’n verhaal kun je spannend maken door stemmetjes te doen.’ Jack is de regionale winnaar van de Nationale Voorleeswedstrijd: ‘Mijn regio is Hendrik-Ido-Ambacht, Zwijndrecht, Heerjansdam en Alblasserdam. Ik heb voor mijn regio meegedaan aan de wedstrijd voor de beste voorlezer in Zuid-Holland. Hiervoor waren 73 deelnemers. De winnaar van Zuid-Holland gaat door naar de landelijke finale’, zegt Jack. TEKST: LINDA TE VELDHUIS ‘Ik vind iets voordragen aan andere kinderen superleuk. Ik ben een beetje een entertainer. Ik vind het leuk als anderen voor mij gaan klappen. Ik doe sinds groep 4 ieder jaar mee aan de Voorleeswedstrijd’, vertelt Jack.

Meeslepen in verhaal

‘Tijdens het voorlezen kijk ik hoe iedereen reageert. Ik kijk dan links en rechts de klas in. Ik probeer het publiek het verhaal in te slepen, zodat zij het verhaal voor zich zien. Ik doe daarom bij elk figuur een eigen stemmetje. Ik maak een verhaal ook extra spannend, door bijvoorbeeld de letter S lang uit te spreken’, zegt Jack.

grappig en griezelig zijn en ik moet verschillende stemmetjes kunnen doen. De tekst moet blijven hangen. Het moet ook een los stuk tekst in het verhaal zijn. Zo snapt iedereen waar het over gaat. Ik leer de tekst uit mijn hoofd. En ik heb het voorlezen vaak geoefend voor mijn ouders’, vertelt Jack.

Kiezen en oefenen

‘Ik begin met het zoeken naar een leuk fragment. Het moet een beetje FRAGMENT: Een stuk uit een groter geheel.

Jack met de boeken waaruit hij voorleest. FOTO: LINDA TE VELDHUIS

Jack leest voor tijdens de 1e ronde.

De wedstrijden

‘Ik begon de Voorleeswedstrijd in mijn klas. Ik heb daar een stuk uit het boek Grumor in groep 8 van Paul van Loon voorgelezen. Daarna heb ik meegedaan aan de Voorleeswedstrijd van mijn school. Toen won ik weer en ging ik door naar de regionale Voorleeswedstrijd. Ook deze ronde heb ik gewonnen. Ik las steeds hetzelfde fragment voor. Daarna kwam de provinciale Voorleeswedstrijd. Ik moest daarvoor uit een ander boek voorlezen. Ik heb toen gekozen voor De Griezelbus deel 1, ook van Paul van Loon. Ik ben nu aan het wachten op de uitslag van deze ronde. Ik doe voor de lol mee, maar ik vind het leuk dat ik zo ver gekomen ben’, vertelt Jack. Helaas is Jack niet door naar de landelijke finale.

FOTO: PRIVÉ

ENTERTAINER: Iemand die publiek vermaakt.

Tips van Jack om goed voor te lezen - Leuk fragment uitzoeken. - Stemmetjes bij figuren doen. Wel opletten dat je steeds dezelfde stem bij dezelfde figuur doet. - Je publiek aankijken. - Goed hard praten. - Je vinger bij de tekst houden. Zo weet je altijd waar je gebleven bent. - Uitbeelden wat er in de tekst staat. Dan steek je bijvoorbeeld je vinger in de lucht als er “met opgeheven vinger” staat. - Niet nerveus zijn. Al maak je een foutje, ga gewoon door.


6

Verkeer

MEI 2O22

OEFENEN VOOR HET

VERKEERSEXAMEN VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN:

Heb jij ook een verkeersexamen op de fiets gedaan?

DE VERKEERSQUIZ 1. BIJ WELKE BOCHT HEB JE VOORRANG? A. De kleine bocht. B. De grote bocht. C. De diepe bocht.

2. WAARDOOR VIEL RUTH IN DE BOSJES?

SLIEDRECHT – Salome (11), Annelieke (11), Ruth (11), Rhodé (10), GertJan (10) en Julian (11) deden begin april tijdens een verkeersles verschillende fietsoefeningen rondom de Johannes Calvijnschool. Deze les was om te oefenen voor het verkeersexamen, dat in groep 7 wordt afgenomen. Ruth: ‘We doen vaker fietsoefeningen, maar dan op het schoolplein. Nu doen we de oefeningen op de weg. Ik vind dat leuker dan op het plein.’ Julian: ‘Ik vind dat je op papier minder leert dan met oefenen op de weg.’ Salome: ‘Daarom is het goed dat we deze oefeningen op de weg doen.’ Annelieke: ‘We maken ook opdrachten in een boek en een examen op de computer.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Salome, Annelieke, Ruth, Rhodé, Gert-Jan en Julian doen 3 fietsoefeningen tijdens de verkeersles op school. Ze oefenen dat rechtdoor op dezelfde weg voorrang heeft. Ze oefenen dat de kleine bocht voor de grote bocht gaat. En ze geven fietsend een stokje aan elkaar door. ‘We oefenen vooral het geven en krijgen van voorrang’, zegt Julian. Rechtdoor op dezelfde weg heeft voorrang De leerlingen fietsen op een weg met een zijstraat. Als jij wilt afslaan, maar er wil iemand op dezelfde weg rechtdoor, dan moet je deze voor laten gaan. ‘Als je af wil slaan, steek je je hand uit. Zo weten anderen dat je de bocht omgaat,’ zegt Ruth. ‘Je kijkt ook over je schouder of er niets achter je aankomt’, vertelt Gert-Jan.

3. WAAROM GAVEN SALOME, ANNELIEKE, RUTH, RHODÉ, GERT-JAN EN JULIAN EEN STOKJE DOOR? A. Om behendig te leren fietsen. B. Om te leren jongleren. C. Om een estafette te fietsen.

Kleine bocht gaat voor de grote bocht Een kleine bocht is dat je afslaat, maar daarbij geen weghelft oversteekt. Bij een grote bocht doe je dat wel. ‘Degene die een kleine bocht gaat nemen, heeft voorrang op degene die een grote bocht gaat maken’, vertelt Annelieke. Op de plek van de oefening is ook een uitrit. ‘Als je vanuit de uitrit komt, moet je de anderen voorrang geven’, zegt Gert-Jan. 141 keer een stokje doorgeven De leerlingen geven fietsend zo snel mogelijk een stokje aan elkaar over. ‘Hierbij moet je je goed concentreren’, zegt Ruth. ‘Je leert zo behendig rijden. Het sturen gaat na een tijdje makkelijker. Je gaat eigenlijk automatisch reageren’, vertelt Rhodé. ‘Onze groep heeft het stokje 141 keer overgegeven. We waren de beste van de klas’, vertelt Salome trots.

Annelieke geeft het stokje door aan Gert-Jan.

Rechts heeft hier voorrang. Rhodé moet stoppen en Annelieke voor laten gaan.

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

Fiets controleren ‘We kijken tijdens het verkeersexamen ook of onze fietsen in orde zijn: zit er een bel op, doen je remmen en je

Gert-Jan maakt de korte bocht, Annelieke de lange. Gert-Jan mag daarom voor.

licht het, zijn je banden hard’, weet Rhodé. ‘Ook kijken we of er profiel op de banden zit, of er reflectie op de fiets zit en of het zadel en het stuur vastzitten’, vult Gert-Jan aan. ‘Een keer zaten de handvatten van mijn stuur los. En het regende. Toen trok ik de handvatten er per ongeluk af. Salome fietste naast me. We zijn toen samen in de bosjes gevallen’, vertelt Ruth. ‘Het is dus ook belangrijk dat je handvatten vast zitten’, lacht Salome. Antwoorden: 1. A 2. C 3. A

Salome, Annelieke, Ruth, Rhodé, Gert-Jan en Julian oefenen voor hun verkeersexamen.

A. Door losse veters. B. Door los haar. C. Door losse handvatten.

Rhodé en Ruth steken hun hand uit, omdat ze gaan afslaan.


Gezondhied en Natuur DORDRECHT – Aiden (10) en Dunja (9) zitten op Christelijk Kindcentrum De Regenboog op de Staart. Zij hebben sinds ongeveer 3 weken een nieuw plein. Aiden: ‘Ik vind het nieuwe plein beter dan ons oude plein.’ Dunja: ‘Ons vorige schoolplein vonden sommigen niet heel leuk. Er was een klimrek en een paal met een soort korf om een bal in te gooien. Er was een stuk kunstgras. Ik turnde daarop met vriendinnen.’ Het nieuwe plein is een speelplek voor de leerlingen van IKC De Regenboog, maar na school kunnen kinderen uit de buurt ook op het plein spelen. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Het klimrek op het oude plein was niet zo stevig meer. Het wiebelde’, zegt Aiden. ‘Klopt, een vriendin schudde een keer aan een paal en toen ging het hele klimrek heen en weer’, vult Dunja aan. Het klimrek is dus ook weggehaald. ‘De pingpongtafel is gebleven. Hij is wel verplaatst. Nieuw is de klimmuur. Deze vind ik erg leuk’, zegt Dunja.

MEI 2O22

7

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Meer groen

Leerlingen van IKC De Regenboog hebben meegedacht met het ontwerp van het nieuwe plein. ‘Een paar jaar geleden heb ik samen met anderen een ontwerp met stokjes gemaakt’, zegt Aiden. Het nieuwe plein heeft minder tegels en verschillende plekken met planten, boomstronken en houtsnippers. ‘Er

Aiden: ‘Dit is mijn favoriete verstopplek, onder het podium.’ staan ook houten palen. Hier groeien klimplanten. Over 2 jaar zijn de palen helemaal begroeid’, vertelt Dunja.

Parcours lopen

‘Op het nieuwe plein kunnen we een parcours lopen. Dat doen we door op boomstronken te stappen en over boomstronken te springen. We hebben ook veel plek om te rennen en we kunnen hutten bouwen’, zegt Aiden.

Veel verstopplekken

‘Het plein heeft een podium in het midden. Dat is een mooie plek om te dansen. Maar ook om 10 tellen in de rimboe te spelen. We beginnen dit spel op het podium’, zegt Dunja. ‘Er is een hele goede verstopplek onder het podium. Er zijn op het nieuwe plein sowieso veel meer verstopplekken. Dat vind ik het leukste aan ons nieuwe plein’, vertelt Aiden.

Een groenblauw schoolplein, wat is dát dan?

Dunja: ‘Mijn favoriete plek is de klimmuur.’

Aiden is blij met de vele verstopplekken op hun nieuwe plein.

Waterproeven doen DORDRECHT – Bendegúz (12), Nikodem (11), Cameron (11), Jordan (12) en Shefana (12) bezochten 10 mei Duurzaamheidscentrum Weizigt voor de Waterproefles. Shefana: ‘We kijken in deze les of de kwaliteit van water goed is.’ Ze onderzochten op verschillende plekken het water: in een vijver, in een poel en in een moeras. Ook keken ze naar de kwaliteit van grondwater. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Als water heel vies is, dan kunnen er geen beestjes in leven’, zegt Bendegúz. ‘We kijken op verschillende manieren hoe vies of schoon het water is’, vertelt Nikodem. ‘We meten bijvoorbeeld de

helderheid van het water met een soort schijf’, zegt Cameron. ‘En we testen de pH-waarde van het water’, vult Jordan aan.

Poel, moeras, vijver en grondwater

Een poel is stilstaand, ondiep water. ‘Een moeras heeft heel ondiep water en er groeien veel planten in. Een vijver is een afgesloten water zonder

Het nieuwe plein van IKC De Regenboog De Staart is een groenblauw schoolplein. Dat is een plein met meer planten en andere natuurlijke materialen en met minder tegels. Zo’n plein blijft koeler op warme dagen, zorgt ervoor dat regen de grond in zakt en biedt leefruimte voor beestjes. Ook is het beter om in een natuurlijke omgeving te spelen. Je wordt daar bijvoorbeeld creatiever door. Steeds meer schoolpleinen worden de komende jaren veranderd in groenblauwe schoolpleinen.

stroming. Het water is er dieper dan in een moeras of een poel’, zegt Cameron. Grondwater is water dat in de grond zit. Het is water dat soms al duizenden jaren geleden de grond in is gezakt.

pH-waarde

De pH-waarde geeft aan hoe zuur of zout water is. Het meten gaat met een speciaal staafje. ‘Als water bijvoorbeeld te zuur is, dan is dat niet goed voor de diertjes. Ze gaan dan dood’, zegt Shefana. ‘Onze metingen laten zien dat de waterkwaliteit hier niet heel goed, maar ook niet slecht is’, zegt Jordan.

Beestjes vangen

‘Ik vind allemaal beestjes in het water. Ik wist niet dat die in het water zitten. Dat vind ik interessant.

Shefana bekijkt welke beestjes in de poel leven. Bij de poel is het water goed doorzichtig. Ik zie daar veel planten, slakken, larven en watervlooien’, vertelt Shefana. ‘Mijn groepje heeft ook veel kikkervisjes gevangen’, zegt Bendegúz. Als er veel verschillende beestjes in water leven, dan is de waterkwaliteit goed.

Ook leren over water?

Bendegúz, Nikodem, Cameron en Jordan kijken welke planten in het moeras groeien.

Het staafje moet 60 seconden in het water.

De jongens zoeken op wat de pH-waarde van het water is.

Bezoek het Aquarama en de Prof. Dr. Freek Vonkpoel bij Duurzaamheidscentrum Weizigt. Samen met de waterschappen en (drink)waterbedrijven werkt Weizigt aan Watereducatie Drechtsteden. Kijk voor meer informatie op www.weizigt.nl.


8

Op School

MEI 2O22

Vlottenrace in de sloot ALBLASSERDAM – Rucháma (11), Teuntje (12), Maarten (11), Mette (11), Arjen (11) en Rens (10) deden 22 april mee aan de vlottenrace van hun school, de Ds. Joannes Beukelmanschool aan de Rembrandtlaan. Mette: ‘De vlottenrace is ieder jaar voor groep 7 en 8 op spelletjesdag. We hebben van tevoren afgesproken wat we gaan maken. Ook hebben we alle spullen verzameld.’ Arjen: ‘We hebben vandaag in 2,5 uur het vlot met elkaar gemaakt.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS De vlottenrace is in de sloot naast het schoolgebouw. Er is een lint over het water gespannen, daar is de start. De vlotten moeten naar de brug varen. ‘Er wordt gekeken naar de snelheid, maar ook naar de creativiteit en de samenwerking’, zegt Rucháma.

Het vlot ontwerpen

‘We hebben bedacht wat het thema werd en wat we nodig hadden voor een vlot. Ik was pas bij een McDonald’s geweest en zo kwamen we op het idee voor het thema van het vlot’, vertelt Teuntje. ‘We hebben een schets gemaakt hoe het vlot eruit moest gaan zien’, zegt Mette.

piepschuim tussen de pallets gedaan. We hebben ons vlot sterker gemaakt met touw en kit’, zegt Maarten.

Spannende race

‘Ik vond het heel leuk om te roeien, maar ook spannend. Je kunt toch in het water vallen. Ik heb maar niet gevoeld hoe koud het water was, want anders wilde ik misschien niet meer’, zegt Teuntje. ‘Ik had eerst geen zin om te roeien. Maar niemand durfde, dus toen ben ik toch maar gegaan’, vertelt Arjen. ‘Ik vond de

De ballonnen zijn door de brug losgegaan. Er staan bakjes met friet op het vlot. race zo spannend. Ik stond te trillen op mijn benen. Gelukkig is ons vlot niet gezonken’, zegt Mette.

Spullen verzamelen

Arjen en Teuntje zijn onderweg naar de finish.

‘We hadden veel piepschuim nodig, want dat blijft goed drijven. We hadden ook pallets en ballonnen nodig’, zegt Rucháma. ‘We zijn bij de bouw om spullen gaan vragen. We hebben daar het piepschuim vandaan’, zegt Rens. ‘De pallets hebben we van mijn vader. We hadden ook graffiti-spuitbussen, duct-tape, schroeven en een boormachine nodig’, vertelt Mette.

Het vlot bouwen KIT: Een dikke vloeistof om iets te lijmen of waterdicht te maken.

‘We hebben het vlot met elkaar gebouwd’, vertelt Rens. ‘De één deed dit en de ander deed dat. En dan kwamen de verschillende stukken weer samen. Ik heb met Arjen het

Rucháma, Teuntje, Maarten, Mette, Arjen en Rens hebben een McDonald’s-vlot gemaakt.

Basisschool bezet door Duitsers in WOII ZWIJNDRECHT – De school van Jackie Ann (11), Amber (10), Ben (11) en Davian (10), Christelijk Kindcentrum Juliana, bestaat 100 jaar. De school viert dit met verschillende activiteiten, zoals een disco, tentoonstelling, sponsorloop en een historisch ontbijt. Ook komt oud-directeur Max van de Pol (66) vertellen wat er in de Tweede Wereldoorlog in en rond de school is gebeurd. Amber: ‘Ik vind het best gek dat op de plek waar ik zo vaak kom iets gebeurd is wat echt geschiedenis is.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS Het gebouw waar Jackie Ann, Amber, Ben en Davian naar school gaan is gebouwd in 1922. Max vertelt dat in de Tweede Wereldoorlog Duitsers het gebouw overnamen: ‘De Duitsers sliepen in het rechterdeel van de school en de paarden stonden in het linkerdeel. In het lokaal op de 1e verdieping aten de Duitsers.’

helpen. Zijn naam was Gerrit Post. Hij zorgde ervoor dat 2 mannen zich in het schoolgebouw verstopten en 1 in het gemeentehuis. ’s Avonds slopen ze met elkaar naar de plek waar de voedselbonnen lagen. Deze werd bewaakt door 2 agenten. Maar 1 agent hielp mee. Ze stalen de voedselbonnen. En dankzij deze

WOII: Tweede Wereldoorlog. diefstal konden alle onderduikers in Nederland een jaar lang eten’, vertelt Max.

Granaten en kogelgaten

‘De school is in de jaren 80 flink verbouwd. Er zijn toen achter een muur in een lokaal 5 granaten gevonden. Deze granaten waren verstopt door de Duitsers’, zegt Max. ‘Ik vind het bizar dat die granaten gevonden zijn. Ik had die Jackie Ann, Amber, Ben en Davian staan voor de ingang van hun 100 jaar oude school.

Eten met bonnen halen

‘De Duitsers zochten naar verschillende groepen mensen, zoals Joden. Zij mochten niet vrij leven. Veel Joden doken daarom onder. Ze verstopten zich bij andere mensen thuis. Daarom bedachten de Duitsers voedselbonnen. Alleen met een voedselbon kon je eten kopen. Zo werd het onderduikers onmogelijk gemaakt om eten te halen’, vertelt Max.

granaten best zelf willen vinden’, zegt Davian. ‘Ik vind het bijzonder dat die granaten zo lang in school hebben gelegen’, vindt Amber. ‘Er zitten trouwens ook kogelgaten in de buitenmuren van de school’, zegt Ben.

Vreemd idee

Diefstal van voedselbonnen

‘De Duitsers hadden het gemeentehuis in Zwijndrecht uitgekozen om 8 miljoen voedselbonnen op te slaan. 1 persoon wist dat en hij wilde onderduikers

Oud-directeur Max van de Pol vertelt de leerlingen uit groep 7 en 8 over de diefstal van de voedselbonnen.

‘Ik vind het een vreemd idee dat dit allemaal hier is gebeurd. Ik vind het bijzonder dat ze deze school hebben gekozen als plek om de voedselbonnen te gaan stelen’, vertelt Jackie Ann.


Oorlog en Vrijheid

MEI 2O22

9

Het dagboek van Anne Frank lezen HEERJANSDAM – Lize (9) en Norah (10) hebben op school het dagboek van Anne Frank gekregen. Lize en Norah zitten op Christelijk Kindcentrum De Rank. Norah: ‘We werken op school met de Noordwijkse methode. We hebben daarin steeds een thema. We kregen dit boek als aandenken aan het thema invloedrijke personen.’ Lize: ‘We zouden eigenlijk ergens heen gaan, maar dat kon niet door corona. Daarom kreeg onze hele bovenbouw het boek over Anne Frank. Er was een actie: Geef een boek cadeau. Daardoor was het boek goedkoper dan normaal.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS ‘Een invloedrijk persoon is iemand die geschiedenis heeft geschreven. Het is een bekend persoon. Vaak weten deze mensen zelf niet dat ze bekend zijn geworden. Dat bekend worden is dan pas na hun dood gebeurd. Anne Frank heeft zelf niet geweten dat ze zo bekend is’, vertelt Norah. ‘Een invloedrijk persoon kan ook iemand zijn die rijk en machtig is’, zegt Lize.

Het dagboek

‘Anne kreeg voor haar 13e verjaardag van haar ouders een dagboek. Ze noemde haar dagboek Kitty. Ze schreef in het dagboek wat zij meemaakte tijdens de Tweede Wereldoorlog. Anne Frank is door haar dagboek bekend in de hele wereld’, zegt Norah. ‘Anne stopte met schrijven toen ze 15 jaar was. Omdat ze Jood was, is ze door de Duitsers naar een concentratiekamp gebracht. Daar is ze overleden. Haar dagboek is gevonden en is later aan de vader van Anne Frank gegeven. Hij had de oorlog overleefd. Hij heeft er een boek van gemaakt’, vertelt Lize.

Het achterhuis Dit is de kamer van Anne Frank in het achterhuis.

Anne Frank woonde in Amsterdam. ‘Ze woonde met haar zus, ouders en een paar andere mensen in een deel van een huis, verstopt achter

Dit is een maquette van het huis waar Anne Frank ondergedoken is. Lize en Norah wijzen de boekenkast aan. Hierachter zit Anne met haar familie verstopt. een boekenkast. Ze hadden plastic zakken voor de ramen, zodat anderen niet naar binnen konden kijken. Ze moesten altijd heel stil zijn’, weet Norah. Deze woonplek werd het Achterhuis genoemd. ‘Je kunt het Achterhuis bezoeken. Mijn vader heeft beloofd dat we er een keer heen gaan’, zegt Lize.

dat we erbij stilstaan wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd. Dit kan door het dagboek van Anne Frank te lezen’, zegt Norah.

Het dagboek lezen

‘Ik vind het best spannend om het dagboek te lezen, zeker als het over bombardementen gaat. Als ik stop met lezen, dan denk ik weleens: Anne was gewoon een meisje, iets ouder dan ik, dat een dagboek bijhield. Ik denk dan ook, dat zoiets ons ook zomaar zou kunnen overkomen’, vertelt Lize. ‘Ik vind het belangrijk

Lize en Norah met het boek over Anne Frank.

Een oorlogsmonument adopteren ZWIJNDRECHT – Emin (12), Sedna (12), Fenne (12), Lux (11), Emanuël (13) en Jayden (12) zitten in groep 8a en 8b van basisschool Develhoek. Hun klassen hebben dit jaar het Oorlogsmonument in Zwijndrecht geadopteerd. Lux: ‘Dit betekent dat wij een krans en bloemen bij het Oorlogsmonument leggen tijdens de Dodenherdenking op 4 mei.’ Sedna: ‘Het monument is een soort beeld.’ Emanuël: ‘Het staat voor het gemeentehuis.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

Cor Vogelaar is een veteraan. ‘Een veteraan is iemand die naar een oorlog is uitgezonden’, zegt Emanuël. ‘Een oorlog is een gevecht tussen 2 of meerdere landen, bijvoorbeeld om een stuk land te veroveren of om meer macht te krijgen’, vertelt Emin. ‘Ik vind oorlog onnodig. Je kunt een probleem toch uitpraten?’, vindt Jayden. ‘Ja, een oorlog is respectloos, zeker als er onnodig mensen worden gedood’, zegt Fenne. ‘Oorlog is vreselijk. Ik vind het

eigenlijk ook kinderachtig’, vertelt Emanuël.

Verschillende oorlogen

Veteraan Cor Vogelaar vertelt in een gastles over de verschillende oorlogen waarin hij gediend heeft, bijvoorbeeld in het voormalige land Joegoslavië. Emin, Sedna, Fenne, Lux, Emanuël en Jayden kennen nog meer oorlogen. Jayden: ‘De oorlog van nu tussen Rusland en Oekraïne.’ Emin: ‘De oorlogen tussen Noord- en

Het oorlogsmonument in Zwijndrecht. Zuid-Vietnam en tussen Noorden Zuid-Korea.’ Lux: ‘De Koude Oorlog.’ Emanuël: ‘De oorlogen in Syrië, Irak, Iran en Afghanistan.’ Fenne: ‘Oorlog in Indonesië. En het is ook vaak onrustig in Afrika.’

Waarom een Oorlogsmonument?

Emin, Sedna, Cor Vogelaar, Fenne, Lux, Emanuël en Jayden. Veteraan Cor Vogelaar vertelde de leerlingen over zijn ervaringen in het leger.

‘Het beeld is er om de slachtoffers van de Eerste en Tweede Wereldoorlog te herdenken. En ook welke goede daden mensen hebben gedaan in die tijd’, zegt Jayden. ‘Het monument is er ook voor andere oorlogen. Zo worden alle omgekomen mensen niet vergeten’, vult Sedna aan. ‘Door ieder jaar te herdenken wordt doorgegeven wat er gebeurd is’, zegt Fenne. ‘Zo blijven de

mensen in de toekomst ook stilstaan bij wat er in oorlogen is gebeurd’, vertelt Lux.

De Dodenherdenking

‘Iedereen die uit onze klassen wil en kan, gaat naar de Dodenherdenking’, zegt Fenne. ‘Een paar kinderen leggen een grote bloemenkrans neer, de anderen een bloem’, vertelt Emanuël. ‘Tijdens de Dodenherdenking houdt de burgemeester van Zwijndrecht een toespraak bij het Oorlogsmonument’, zegt Lux. ‘Er klinken daarna bellen en het is 2 minuten stil’, zegt Jayden. ‘Ik vind het bijzonder dat ik de Dodenherdenking op deze manier mee mag maken’, vertelt Emanuël.


10

De Vraag en Puzzel

MEI 2O22

Wat doe je liever: bellen of appen?

‘Ik bel liever, maar dan wel videobellen. Zo zie ik of ik echt degene die ik bel spreek. Een ruzie goed maken gaat ook niet via de app. Ik bel weleens gewoon, bijvoorbeeld naar mijn ouders. Videobellen gaat namelijk gelijk op de speaker.’

SLIEDRECHT – Floor (12), Youri (12), Cheyenne (12), Ava (11), Luna (11) en Isis (10) hebben elk een eigen telefoon. Wat doen zij liever om contact met iemand op te nemen: bellen of appen? TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

Isis

‘Ik vind appen fijner dan bellen. Appen kun je even snel tussendoor doen. Bellen duurt vaak langer. Ik bel wel als er iets ernstigs is. Als ik bel, dan doe ik dat liever via videobellen. Zonder gezicht te zien, kun je iemand verkeerd begrijpen.’

‘Ik app liever. Dat kun je even snel doen. Als ik iemand vraag om naar buiten te komen, dan bel ik. Een telefoon blijft bij bellen overgaan. Als je belt, kun je elkaar wel echt begrijpen. Appen in een groep is handig om een vraag over huiswerk te stellen.’

‘Ik app in de ochtend. Ik ga niet videobellen als ik net wakker ben. Normaal bellen vind ik stom. Ik kan de ander dan geen dingen laten zien. Spraakberichten stuur ik soms. Als ik met iemand wil afspreken, stuur ik een appje of een spraakbericht. Als ik veel onderwerpen wil bespreken, dan bel ik met video.’

‘Ik vind appen fijner. Ik vind het leuk om emoji’s te gebruiken. Gewoon bellen vind ik niet zo leuk, omdat je elkaar dan niet kunt zien. Ik stuur graag spraakberichtjes. Bij spraakberichtjes en appjes kan ik even nadenken wat ik wil zeggen of typen. Als iets dringend is, dan bel ik wel.’

Youri

Luna

‘Ik bel liever dan dat ik app, want dan kun je gewoon praten. Als ik even kort iets wil doorgeven, dan doe ik dat met een spraakbericht, bijvoorbeeld: Ik kom eraan. Als ik weet dat een antwoord krijgen lang kan duren, dan bel ik.’

Floor

Cheyenne

Wat doe je liever: bellen of appen?

Ava

K i n d e r K r a n t P U Z Z E L

In welk automerk rijdt

Wat zijn er door de

Mitch 2 keer mee?

Duitsers achtergelaten

PAGINA 1

op school? PAGINA 8

Is tafeltennis een binnen- of een

Wat heeft

buitensport?

groep 8 met het

PAGINA 3

Oorlogsmonument gedaan?

Waarmee maken Felicia

PAGINA 9

en Charissa een muur? PAGINA 4

Wat vindt Luna fijner? PAGINA 10

Waar begon Jack met de Voorleeswedstrijd?

Wat wil Lisa worden?

PAGINA 5

PAGINA 11

Waarvoor oefenen

Waar kijkt Jayden

Salome, Annelieke,

onderweg vaak naar?

Ruth, Rhodé, Gert-Jan

PAGINA 12

en Julian? De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

Het antwoord van de puzzel van april is: KUIKENTJES De winnaar is BENJAMIN (11). GEFELICITEERD! Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

PAGINA 6

Wat heeft het groepje van Bendegúz veel gevangen? PAGINA 7


Toekomst

11

MEI 2O22

MIJN VADER IS:

AMBULANCECHAUFFEUR

ZWIJNDRECHT – De vader van Melle (9) en Benthe (7) is ambulancechauffeur. Melle: ‘Mijn vader bestuurt een ambulance. Ook helpt hij de verpleegkundige op de ambulance.’ Benthe: ‘Hij helpt zo mensen, die een ambulance nodig hebben. Ook maakt hij de ambulance schoon. En hij is veel op de bank aan het wachten.’ Vader Ferdi: ‘Haha, dat klopt. Ik kijk bijvoorbeeld Netflix als we wachten op een oproep. Dat kan soms lang duren. Ik studeer ook tijdens het wachten. En we praten met elkaar na een rit, hoe deze is gegaan bijvoorbeeld.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS ‘Het werk van mijn vader is belangrijk. Als een ambulance niet kan komen, kunnen mensen doodgaan’, zegt Benthe. ‘Er zijn in Zwijndrecht 2 ambulances en een chef van dienst’, vertelt Melle.

Er is ook een piketauto. ‘Dat is een auto om mee naar een andere ambulancepost te gaan. Soms werk ik namelijk op de ambulance in een andere plaats’, zegt Ferdi.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Benthe en Melle horen van hun vader welke spullen er zoal in een ambulance zijn. Ze zitten in de wachtruimte van de ambulancedienst.

Hard rijden en zwaailichten

‘Ik volg tijdens het rijden de normale verkeersregels. Ik mag anderen niet in gevaar brengen. Ik houd goed afstand. Als we naar een spoedgeval moeten, mag ik de zwaailichten en de sirene aanzetten. Dan mag ik door rood rijden, met maximaal 20 kilometer per uur. Ook mag ik dan 40 kilometer harder rijden dan de toegestane snelheid. Een ambulance heeft 3 kleuren zwaailichten: blauw, groen en oranje’, vertelt Ferdi. ‘De oranje is als jullie een weg afzetten’, zegt Melle. ‘De groene gebruiken we bij grote incidenten en de blauwe is voor een spoedrit’, vult Ferdi aan.

Goed parkeren

‘Mijn vader moet de ambulance op de goede plek zetten, zodat er ruimte over blijft’, weet Melle. ‘Ja, inderdaad, voor bijvoorbeeld de brandweer of nog meer ambulances. Ook moet ik altijd genoeg ruimte hebben om weg te rijden’, vult Ferdi aan.

Melle, Benthe en hun vader staan bij de piketauto van de ambulancedienst. Allebei de ambulances waren uitgerukt toen de foto gemaakt werd.

Later word ik... Juffrouw

Rosa

Er zitten 2 mensen op een ambulance; een verpleegkundige en een chauffeur. ‘Mijn vader helpt de verpleegkundige. Hij trekt bijvoorbeeld spuiten met medicatie op, zoals een pijnstiller. Die liggen dan klaar voor gebruik’, vertelt Melle. ‘Ik houd ook de voorraad van benodigde spullen bij. Zo is elke keer alles in de ambulance aanwezig’, zegt Ferdi.

Welke opleiding doe je voor deze baan? ‘Ik doe sinds 1 jaar dit werk. Ik was eerst badmeester. Het was mijn droom dit werk te gaan doen. Het werk is erg afwisselend en onvoorspelbaar. Ik kom op veel verschillende plekken. Dat spreekt me erg aan. Ik weet nooit hoe een werkdag eruit gaat zien. Je hebt minimaal mbo-niveau 3 nodig voor deze baan. Je hebt een speciaal rijbewijs nodig. Je volgt ook 9 maanden een speciale opleiding. Het is ook belangrijk om al wat ouder te zijn voor deze baan. Je hebt dan meer levenservaring. Dat helpt je in het werk’, vertelt Ferdi.

Kinderverpleegkundige of actrice

ZWIJNDRECHT – Denk jij weleens na over wat je later voor werk gaat doen? Dat gebeurt vaak in de bovenbouw van de basisschool. Je denkt dan na over naar welke middelbare school je kunt gaan. Rosa (12), Lisa (12), Amena (12), Iris (12), Deveney (11), Livy (12), Sophie (12) en Sophie (12) vertellen wat zij later willen worden. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Er zijn niet genoeg juffen en meesters. Ik vind het leuk om kinderen iets te leren, dus ik wil graag juffrouw worden. Ik wil juf in de bovenbouw worden. Ik wil straks naar Develstein gaan. Hoe ik daarna juf kan worden, weet ik nog niet precies.’

Verpleegkundige helpen

‘Ik ben geboren met mijn grote bloedvaten op de verkeerde plek. Ik ben toen snel geopereerd. Mijn leven is daardoor gered. Daarom wil ik kinderverpleegkundige worden. Ook wil ik actrice in Amerika worden. Dan kan ik samen met mijn idolen in films spelen.’

Musicalster of actrice

‘Ik kijk al mijn hele leven naar musicals. En ik zit op theaterles sinds ik 4 jaar ben. Het liefst word ik musicalster. Als musicalster niet lukt, wil ik actrice worden. Ik ga straks naar een theaterschool in Rotterdam.’

Livy

Kinderverpleegkundige

‘Ik had vroeger een longontsteking. Een kinderverpleegkundige heeft mij toen geholpen. Zij zorgde er ook voor dat ik me comfortabeler voelde. Ik vind kinderverpleegkundige daarom een mooi beroep. Ik wil naar het vwo gaan en dan vakken kiezen die ik nodig heb om in het ziekenhuis te werken.’

Sophie

Iris

Dierenarts

‘Ik wil heel graag bij dieren zijn. Ik wil zieke dieren helpen en beter maken. Daarom wil ik dierenarts worden. Dat wordt nog wel moeilijk, want ik ga naar vmbo-kader en daardoor duurt het langer. Na het vmbo kan ik dierenartsassistent worden en daarna doorleren voor dierenarts.’

Lisa

Oogarts

‘Ik vind het bijzonder hoe een oog in elkaar zit. En ik wil mensen helpen. Daarom wil ik oogarts worden. Ik heb een keer een dag met een oogarts meegelopen. Ik hoop dat ik vwo kan doen en daarna door kan leren om oogarts te worden.’

Amena

Kinderverpleegkundige of fysiotherapeut

‘Ik wil later anderen helpen om beter te worden. Verpleegkundige wil ik alleen voor kinderen worden. Fysiotherapeut voor iedereen. Een fysiotherapeut helpt je om je lijf goed te gebruiken.’

Sophie

Verpleegkundige

‘We kregen vorig jaar thuis allemaal corona. Mijn moeder moest toen voor 5 dagen in het ziekenhuis aan de beademing. Ze was toen zwanger. Mijn zusje is 2 maanden te vroeg geboren. Ik wil zelf andere mensen helpen en verpleegkundige worden.’

Deveney

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:


12

Op School

MEI 2O22

Een sponsorloop lopen

DORDRECHT – Djenna (11), Adinda (10), Jaiven (9), Matthijs (9) en Jorn (7) liepen tijdens de Koningsspelen een sponsorloop. Hun school, CBS Johan Friso, hield deze loop op sportpark Reeweg. De leerlingen deden naast de sponsorloop ook allemaal sportieve spellen. Jorn: ‘We zamelen met de sponsorloop geld in voor een goed doel.’ Adinda: ‘Dat doel is Stichting Het Gehandicapte Kind. Zij helpen kinderen die gehandicapt zijn mee te doen aan het normale leven. Ze bieden iemand zonder benen bijvoorbeeld kunstbenen.’ Djenna: ‘Of andere materialen, zoals loopstoelen voor kinderen die moeilijk lopen.’ TEKST EN

Heb jij dit schooljaar aan een sponsorloop meegedaan? . . . .ik . . . .liep . . . . . . voor . . . . . . . .het . . . . . .volgende . . . . . . . . . . . . . . goede . . . . . . . . . .doel: ......................... O Ja, ............................................................................. ............................................................................. .............................................................................

Opgehaald bedrag

O Nee .............................................................................

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .De . . . . .leerlingen . . . . . . . . . . . . . . . van . . . . . . .CBS . . . . . . . .Johan . . . . . . . . . .Friso ... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .hebben . . . . . . . . . . .door . . . . . . . .de . . . . .sponsorloop . . . . . . . . . . . . . . . . . .met ...... elkaar € 4.665,- opgehaald voor .............................................................................

Stichting Het Gehandicapte Kind.

FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Jaiven: ‘We kregen van school een keycord met een kaart met een QRcode erop. Deze konden familie en vrienden scannen met hun telefoon. Zo konden ze geld doneren aan Stichting Het Gehandicapte Kind. Ik ga straks rondjes rennen. Ik weet nog niet hoeveel geld ik ophaal. Ik denk € 10,of zo.’

Adinda: ‘Ik ben langsgegaan bij buren en kennissen die in de buurt wonen. Ik vond het niet lastig om hen te vragen mij te sponsoren. Ik ken de mensen aan wie ik het gevraagd heb. En ik vind het een belangrijk goed doel. Het is namelijk voor mensen die anders zijn en niet altijd met gezelschappen mee kunnen doen. En door de stichting kunnen ze wel meer meedoen.’

Jorn: ‘Ik heb geld ingezameld bij mijn papa en mama, mijn broer en bij vrienden. Ik ga straks rondjes rennen op de atletiekbaan. Ik denk dat ik 5 rondjes ga halen. Ik heb dan € 32,50 ingezameld. Het zusje van een meester op onze school is trouwens gehandicapt.’

Djenna: ‘Gehandicapten

. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .moeten . . . . . . . . .ook . . . . gelukkig ........ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .kunnen . . . . . . . . zijn . . . . . en . . . .om . . . .kunnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .gaan . . . . . .met . . . . .mensen . . . . . . . . .die . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .niet . . . . .gehandicapt . . . . . . . . . . . . . .zijn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .Iedereen . . . . . . . . . .is . . .gelijk. . . . . . . . Ik ben bij mij in de buurt langs ........................................................ de deuren gegaan om geld . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .te . . .verzamelen. . . . . . . . . . . . . . .Ik . . .kan goed . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .rennen, . . . . . . . . .dus . . . . ik . . . ga . . . .zoveel Ik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .mogelijk . . . . . . . . . .rondjes . . . . . . . . .rennen. . Matthijs: . . . . . . . . . .‘Vroeger . . . . . . . . . . zat . . . . . . . . . . . . . . . .heb . . . . geen . . . . . . idee . . . . . .wat . . . . we met er. .in . . .mijn . . . . . klas . . . . . .iemand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .elkaar . . . . . . . ophalen. . . . . . . . . . . Ik . . . hoop veel. Het bedrag wordt die gehandicapt was. Die ........................................................

vanmiddag bekendgemaakt.’ had het Downsyndroom en is naar een speciale school gegaan. Iedereen is gelijk. Iedereen hoort hetzelfde te kunnen doen en deze stichting helpt gehandicapte mensen daarbij. Je krijgt bij elk rondje . . . . . . .een . . . . stempel. . . . . . . . . . . .Ik. . ga ................................. proberen de stempelkaart ......................................................... aan 2 kanten vol te ........................................................ krijgen. Ik heb alleen mijn . . . . . . .gevraagd . . . . . . . . . . .om . . . .mij . . . .te .............................. ouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .............................. sponsoren.’

Een Project over Kunst

........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................

ZWIJNDRECHT – Quinty (10), Elias (10), Jayden (10), Wouter (10), Jady (10) en Megan (11) hebben samen met de andere leerlingen van Christelijk Kindcentrum Het Akkoord een project over kunst gedaan. Quinty: ‘Bij het maken van kunst gebruik je je fantasie. Je kunt bijvoorbeeld schilderen wat jij wilt.’ Jady: ‘Kunst is het maken van je eigen creatie.’ Megan: ‘Niet iedereen hoeft kunst mooi te vinden. Het kan van alles zijn, bijvoorbeeld maar 3 strepen of kleurvlakken en dat mensen denken wat is dat nou? Of kunst is iets heel duidelijks zoals De Nachtwacht.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS Quinty, Elias, Jayden, Wouter, Jady en Megan kijken naar en maken zelf kunst tijdens het project. ‘We zijn naar het depot (spreek uit als deepoo) van een museum in Rotterdam geweest. Dat is een opslag waar kunst bewaard wordt’, vertelt Wouter. ‘Op het Akkoord hebben we veel opdrachten gedaan’, zegt Jady. ‘Ik vind het leuk om te tekenen en te knutselen. Je kunt je fantasie erop los laten gaan. Het is ook fijn als je verdrietig bent, als je iets aan het maken bent, dan voel je geen stress’, vertelt Jayden.

Eigen creaties

‘1 opdracht is iets maken met materialen die je zelf wilt. Ik heb een schaal van klei gemaakt met dieren van chenilledraad (spreek uit als sjuniljudraat). Ik vind dat draad fijn spul. Het is stevig, maar ook zacht’, zegt Wouter. ‘Ik vind het soms wel moeilijk om te tekenen. Ik vind het dan zelf niet zo mooi, maar anderen bijvoorbeeld wel’, vindt Quinty.

Moderne versie

Een lapbook maken

‘We hebben een lapbook (spreek uit als lepboek) over een kunstenaar gemaakt. Een lapbook is een soort map met allemaal vakjes met informatie. Ik heb de schilder Piet Mondriaan gekozen’, vertelt Megan. ‘Ik vind dit de leukste opdracht. Je zoekt informatie op. Ook het samenwerken vind ik gezellig’, zegt Jady.

Wouter, Jady en Megan zitten met hun kunstwerken voor het schilderij van de hele school. Jady laat haar lapbook zien. Deze gaat over de schilder Suzanne Valadon.

De Mona Lisa en Het Meisje met de Parel zijn bekende schilderijen. ‘We maken moderne versies van deze schilderijen. Het hoofd is hetzelfde, maar alles eromheen verzin je zelf’, vertelt Megan.

Naar kunst kijken Quinty, Elias en Jayden met hun kunstwerken.

Alle kunstwerken worden tentoongesteld in het gebouw tijdens de afsluiting van het project. ‘Ik

kijk onderweg vaak naar beelden. Ze staan op sokkels langs het water’, vertelt Jayden. ‘Als ik een ijsje ga halen, kijk ik naar de beelden langs de rivier. Ik vraag me dan af hoe ze gemaakt zijn en hoe ze kunnen blijven staan’, vertelt Quinty. CHENILLEDRAAD: IJzerdraad met stof eromheen.

..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... ..... .....


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.