Kinderkrant Drechtsteden februari 2023

Page 1

EEN VOEDSELKAST REGELEN

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Finn (11), Ruben (9), Fleur (9), Sanne (10), Jeffrey (11), Keano (10) en Erica (11) zitten in de kinderraad van Christelijk Kindcentrum De Tweestroom. Zij hebben met elkaar een voedselkast op het terrein van hun school aan de Jan Wissenslaan geregeld. Jeffrey: ‘Deze kast is voor mensen die hun eten niet meer kunnen betalen.’ Fleur: ‘Zij kunnen eten uit de voedselkast pakken.’ Finn: ‘Er staan ook verzorgingsproducten in.’ Sanne: ‘We zijn ongeveer 4 maanden bezig geweest met alles regelen voor de voedselkast.’ Jeffrey: ‘We hebben de voedselkast in januari officieel geopend met de wethouder van onderwijs erbij.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Een ouder van iemand op onze school kwam met het idee om een voedselkast te plaatsen. Wij als kinderraad zijn de kast gaan regelen’, zegt Keano. ‘We hebben met elkaar een moodboard gemaakt. We hebben daarvoor foto’s van kasten op een bord geplakt’, vertelt Finn.

Kunststof kast met bord

‘We wilden geen houten kast, want die kan erg nat worden. We wilden dus een kast van kunststof’, vertelt Finn. ‘We hebben contact opgenomen met

een bouwmarkt en de gemeente. We hielden ook steeds contact met de ouder van het idee voor de voedselkast’, vertelt Keano. ‘De gemeente heeft geholpen bij het maken van het bord boven de voedselkast’, zegt Finn. Zo kan iedereen zien waar de kast voor is.

De inhoud

‘De kast heeft 3 afdelingen: verzorging, eten en drinken. Alle producten staan gesorteerd. Belangrijk is dat de spullen lang houdbaar zijn. Je weet namelijk niet hoe lang een product in de kast staat’, vertelt Erica.

Het vullen van de kast

‘Mensen die iets over hebben, kunnen dat in de kast stoppen voor anderen’, zegt Finn. ‘Het is een

MOODBOARD:

goed idee om producten die het duurst zijn in de kast te plaatsen. Ik heb vandaag maandverband en soep in de kast gedaan’, vertelt Sanne.

Spullen pakken

‘De deuren kunnen open als je het dak van de kast optilt. Er zit een schuif op de deuren’, zegt Ruben. ‘Iemand kan naar de kast gaan wanneer hij of zij zelf wil’, zegt Sanne. ‘Het kan een beetje lastig voor je zijn om iets uit de kast te halen. Doordat mensen ook iets in de kast zetten, weten anderen eigenlijk niet of je iets uit de kast haalt of er iets in zet’, vertelt Finn.

Nog een kast

‘Ik vind het fijn dat we dit gedaan hebben en zo anderen kunnen helpen’, zegt Erica. ‘We willen het bestaan van de voedselkast nog bekender gaan maken. We willen flyers uitdelen in de buurt’, zegt Finn. ‘Onze school heeft 2 locaties. We gaan kijken of op de andere locatie ook een voedselkast kan komen’, vertelt Sanne.

FEBRUARI 2O23
5 6 7 8
Met je telefoon in het verkeer Tobias doet aan BMX'en Naar een dj-klas Esther en Jitze hebben diabetes Finn, Ruben, Fleur, Sanne, Jeffrey, Keano en Erica presenteren de door hen geregelde voedselkast. Sanne plaatst een zak soep in de voedselkast. Een verzameling van foto’s en afbeeldingen.

David is een puzzel aan het maken van 30 stukjes. Dan komt Nine binnen en zegt: ‘Wat een leuke puzzel. Hoe lang heb je erover gedaan?’ ‘2 jaar’, antwoordt David. ‘Is dat niet een beetje lang?’, vraagt Nine verbaasd. ‘Nee hoor, ik heb er zelfs de helft van de normale tijd over gedaan. Op de doos staat 4 tot 5 jaar!’

Nadia (12)

Jantje solliciteert bij een bedrijf naar een baan. Hij vraagt hoeveel geld hij kan verdienen. Zijn toekomstige baas zegt: ‘Nu 750 euro per maand en later meer.’ ‘Dan kom ik later wel terug’, zegt Jantje.

Saar (13)

nn y en Jim m y

Bah. Regen. Gelukkig heb ik een paraplu. Wij ook! Dan worden we niet nat.

Michiel van de Vijver

WOORD):

(1

ANTWOORD

Waarom voelt een kale man zich altijd alleen?

Linda (10)

Hoe noem je een verkouden oester?

Nienke (9)

Wat krijg je als een drol omdraait?

Aylin (10)

Een hoester. Vieze handen.

Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

ZOEK

de linialen in deze Kinderkrant Kun jij ze allemaal vinden?

Vul hier het aantal in:

De nieuwe Kinderkrant Drechtsteden verschijnt donderdag 9 maart!

Heb jij een leuke mop, een goed raadsel of een leuk idee voor een artikel? Mail deze met je voornaam en je leeftijd naar redactie@kinderkrantdrechtsteden.nl

COLOFON MEER INFORMATIE

KINDERKRANT DRECHTSTEDEN

EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis

Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

2 FEBRUARI 2O23
Prikbord
Hij mist haar. Volg de Kinderkrant op: 2023 JAARGANG 4, EDITIE 2 : 13.200 KRANTEN
GEFELICITEERD! Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht W W T F I L E B R U E D N O K L A B V I P S N A S O G G K N O N O I G P U N A N E I O N R U S P B K N I U T R E T H C A N A G G K A D N I K H R E M V R E L E P E A U T V E I E N F U L K S U E E R L B S T R A A T R M I S L A A P K A M E R E R O A V O O R T U I N N B L E T U E L S P A R T achtertuin appartement balkon berging binnenplaats brievenbus deurbel flat gang huis kast keuken lift portiek schuur slaapkamer sleutel straat trap villa voordeur voortuin woonkamer
REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZOR- GERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.
HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: KINDERRECHTEN����� DE WINNAAR IS: DEENAH (11)

Debatteren in de raadzaal

DORDRECHT – Jahhelly (12), Safi (11), Leona (11), Isha (12) en Naisy (12) bezochten 26 januari met hun klas de raadzaal in het stadhuis. Isha: ‘We zijn hier vanwege een serie lessen over burgerschap. Burgers zijn inwoners.’ Naisy: ‘Burgerschap gaat over rekening houden met anderen.’ Isha: ‘In deze zaal praten mensen over de stad; wat daar gebeurt en wat er moet veranderen.’ Naisy: ‘Deze mensen zijn raadsleden, wethouders en de burgemeester.’ Safi: ‘Ik denk dat we naar de raadzaal gaan om meer te weten te komen over de gemeenteraad en wat ze daar doen.’ Iedere gemeente heeft zijn eigen raadzaal, gemeenteraadsleden, wethouders en burgemeester. TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik wist wel dat deze plek bestond, maar ik was nog nooit binnen geweest. Het ziet er hier cool uit, maar ook een beetje ouderwets’, vertelt Naisy. ‘Ik vind het er sjiek uitzien en er hangen mooie schilderijen’, zegt Isha. ‘Ik vind het spannend en sjiek om hier te zijn. Ik heb weleens een vergadering op social gezien. En nu zit ik hier zelf. Dat is best apart’, vertelt Safi.

De raadzaal

De raadzaal is een grote zaal met veel tafels en stoelen. ‘De mensen zitten in een kring in deze zaal. Er zijn microfoons, camera’s en een groot scherm’, vertelt Isha. ‘Als je je microfoon aanzet, kom je in beeld op het scherm’, zegt Safi. Zo kan iedereen zien wie er praat.

Gemeenteraadslid zijn

‘Er zijn verschillende partijen met verschillende meningen. Gemeenteraadsleden horen bij een partij. De gemeenteraadsleden delen verschillende meningen met elkaar tijdens een vergadering in de raadzaal. Zij voeren dan een debat’, vertelt

Naisy. ‘Raadsleden kunnen jong en oud zijn’, zegt Isha. ‘Het is een bijbaan. De vergaderingen zijn in de avond’, vertelt Leona. ‘Gemeenteraadsleden worden gekozen door de inwoners van een gemeente. Vanaf 18 jaar mag je stemmen wie volgens jou gemeenteraadslid moet worden’, zegt Jahhelly. Iedere inwoner van 18 jaar of ouder kan raadslid worden.

Wat is debatteren?

‘Een debat is een soort discussie. 2 partijen praten bijvoorbeeld over een probleem. De 1 reageert dan op wat de ander vindt’, legt Naisy uit. ‘Het kan gaan over plekken om huizen te bouwen’, zegt Leona. ‘Of waar een speeltuin kan komen. Er wordt naast gedebatteerd ook gestemd in de raadzaal. Er wordt dan voor of tegen een idee gestemd. Als de meerderheid voor een idee is, gaat het idee door’, zegt Jahhelly.

Zelf debatteren

Jahhelly, Safi, Leona, Isha en Naisy debatteren samen met hun klasgenoten over 3 stellingen. ‘Ik vind het heel cool dat ik nu zo hardop mijn mening over verschillende onderwerpen kan geven op deze plek. Je moest wel wachten tot de voorzitter zegt dat je mag praten. Dus soms kom je niet aan de beurt’, zegt Leona. ‘Ja, dat is wel lastig. Je moet dan goed onthouden wat je wil zeggen, tot je de beurt krijgt’, vertelt Safi.

Dordtse Leerprogramma

‘De lessen zijn van DLP. Dit zijn extra vakken na schooltijd. De lessen zijn op maandag en op donderdag. Het kan gaan over burgerschap, maar ook over koken of judo. Deze lessen burgerschap worden gegeven door Wij voor de Jeugd. En bij elk thema hoort een uitje, zoals het bezoek aan de raadzaal’, legt Naisy uit. DLP is de afkorting voor het Dordtse Leerprogramma, waar 12 Dordtse scholen aan meedoen.

FEBRUARI 2O23 Sociaal 3
Jahhelly is aan het woord, dus zij is ook op het beeldscherm te zien. De leerlingen zitten in de raadzaal van het stadhuis. Hier vinden ook de raadsvergaderingen plaats. Leona en Safi luisteren naar de standpunten van anderen. Naisy en Isha doen mee aan het debat. Het stadhuis van Dordrecht staat in de binnenstad.

Natuur en Sociaal

Een Kroningsboom herplanten

HEERJANSDAM – Noor (10), Sven (10), June (9) en Rens (9) hielpen op 31 januari bij het herplanten van een Kroningsboom. June: ‘Dat is een speciale boom. Het is een herinneringsboom.’ Noor: ‘Deze boom is voor koning WillemAlexander. Hij is geplaatst op 30 april 2013. Die dag werd prins WillemAlexander koning.’ Rens: ‘De Kroningsboom is een Hollandse linde.’ Noor: ‘De boom stond op een andere plek. Hij moest weg omdat daar nieuwbouw komt. De boom staat dus vanaf vandaag op een nieuwe plek.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘De boom wordt op 31 januari verplaatst, omdat prinses Beatrix dan jarig is. Prinses Beatrix is de moeder van koning Willem-Alexander’, weet Noor. Noor, Sven, June en Rens helpen samen met andere leerlingen van de Koningin Julianaschool en Christelijk Kindcentrum De Rank bij het scheppen van aarde rondom de Kroningsboom. Wethouder Robert Kreukniet en wethouder Jacqueline van Dongen helpen ook mee.

Dijkje om de boom

‘We scheppen aarde rondom de boomstam’, zegt Sven. ‘We maken zo een soort dijkje om de boom’, zegt Noor. ‘Zo komt het water voor de boom op de goede plek en stroomt het niet weg’, vertelt Rens. ‘De wortels zijn afgebroken door het verplaatsen,’, zegt Noor. ‘De wortels moeten weer aangroeien. De boom heeft daar water voor nodig’, vult Rens aan.

Bomen zijn belangrijk

‘Er zit een soort band om de boom heen om hem te beschermen tijdens het verplaatsen. Het is een goed idee dat deze speciale boom verplaatst is’, zegt June. ‘Bomen geven zuurstof’, weet Sven. ‘Er kunnen vogels in een boom leven’, zegt Rens. ‘Ja, en insecten. Pissebedden leven bijvoorbeeld onder de bast van een boom’, vertelt Sven.

Biologieles buiten

Het verplaatsen van de boom is onder schooltijd. ‘Ik mis nu de les biologie. Maar eigenlijk heb ik nu ook een les biologie, maar dan buiten’, vertelt Noor. ‘Het is leuk om hier te helpen. Ik vind scheppen leuk om te doen. We hebben zelf een moestuin, waar ik dat ook doe’, zegt Sven.

Wethouder komt voorlezen

DORDRECHT – Wethouder Peter Heijkoop kwam tijdens de Nationale Voorleesdagen voorlezen in de klas van Sem (10), Aurelia (12), Daan (11), Sascha (11) en Olivia (12) op IKC De Repelaer (locatie Standhasenstraat). Sem: ‘Tijdens de Nationale Voorleesdagen wordt er volgens mij meer aandacht besteed aan voorlezen. Zo leren kinderen beter lezen en lezen ze meer dan normaal.’ Aurelia: ‘Bij voorlezen hoef ik alleen maar te luisteren naar wat een ander zegt. Toen ik kleiner was, las mijn vader iedere avond voor. Nu word ik thuis niet meer voorgelezen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Olivia had weleens van wethouder Peter Heijkoop gehoord: ‘Ik heb hem eens in de krant zien staan.’ ‘Ik vind het leuk dat de wethouder bij ons kwam voorlezen. Ik weet nu ook wat meer over de wethouders en

burgemeester. Hij vertelde daarover. Een wethouder regelt verschillende dingen voor de stad. Deze wethouder is bezig met veiligheid, armoede en onderwijs’, vertelt Sascha.

Goed voorlezen

‘Ik vond de wethouder goed voorlezen. Hij sprak wat harder en daarna weer zachter. Hij varieerde dus met zijn stem en dat maakte het verhaal spannender’, vertelt Olivia. ‘Hij las zo voor dat ik echt in het verhaal zat’, zegt Sem. ‘Ja, hij las ook goed verstaanbaar en keek goed de klas in’, vindt Aurelia. ‘Ik zag dat minder, maar ik zit achter in de klas’, zegt Daan.

Met de klas verder voorlezen

‘Het boek Oorlogsgeheimen gaat over een jongen en meisje in de Tweede Wereldoorlog. In het begin van het boek moeten ze schuilen in een schuilkelder. De jongen was daar al, maar het meisje nog niet’, vertelt Sascha. De wethouder leest alleen het 1e hoofdstuk voor. ‘Ik wil graag dat het boek verder voorgelezen wordt’, zegt Daan. De leerlingen bedenken dat het leuk is als klasgenoten het boek verder voorlezen. ‘Ik wil dan ook een stuk doen’, zegt Daan. ‘Ik niet, ik heb plankenkoorts’, zegt Sascha. ‘Als degenen die gaan lezen, maar hard genoeg praten, want anders hoor je het achter in de klas niet’, vindt Sem.

FEBRUARI 2O23
4
De wethouder leest in de klas voor.
'Luchtalarm.' Zo begon wethouder Peter Heijkoop met voorlezen uit het boek Oorlogsgeheimen. Sem, Aurelia, Daan, Sascha en Olivia zijn benieuwd hoe het boek Oorlogsgeheimen verder gaat. Noor, Sven, June en Rens staan met de scheppen voor de Kroningsboom. De hele groep kinderen en wethouders die hielpen bij het herplanten. Rens, June, Noor en Sven zijn aan het scheppen.

Kunst & Cultuur

B l o k f l u i t s p e l e n

DORDRECHT – Sara (7) en Leonie (7) spelen blokfluit. Ze krijgen iedere week na schooltijd op hun eigen school les van Spotlight Muziekschool. Sara en Leonie zitten op de Julianaschool. Sara: ‘Ik vind het leuk om een liedje te maken. Ik kom 1 keer per week naar de les hier. Ik oefen thuis zo’n 5 keer per week.’ Leonie: ‘Ik vind muziek maken leuk. We oefenen nu een liedje voor een concert.’ Dit concert is op 12 februari in Kunstmin en heet De Rattenvanger van Hamelen. TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES

‘Je houdt een blokfluit tijdens het spelen rechtop. Zo kun je de gaatjes op de blokfluit goed dichtmaken met je vingers’, vertelt Leonie. ‘Als je de gaatjes niet goed dichthoudt, hoor je een piepje als je blaast. En dat hoort

niet,’ zegt Sara. ‘We leren tijdens de lessen muzieknoten lezen’, zegt Leonie. ‘Bij sommige muzieknoten moet je 1 hand onderaan de blokfluit houden. Deze hand gebruik je voor die noten niet’, vertelt Sara.

Blokfluit

Een blokfluit is vaak het 1e instrument waarop kinderen proberen te spelen. Heb jij weleens op een blokfluit gespeeld?

O Ja, namelijk …

O Nee, want …

Optreden met een orkest

‘We treden straks samen met een orkest op. Een orkest is een groep mensen met veel verschillende instrumenten. We spelen 1 liedje tijdens het optreden. Ik vind het spannend om op te treden. Er kijken dan veel mensen naar me. Ik heb al eerder opgetreden, dus het is niet de 1e keer’, vertelt Leonie. ‘Ik vind het ook spannend, omdat er veel mensen komen’, zegt Sara.

Naar een dJ-klas

DORDRECHT – Olivier (11) en Tymen (8) willen leren dj-en (spreek uit als diedjee-un). Zij gaan daarom naar de DJ Klas bij ToBe cultureelcentrum in het Energiehuis. Tymen: ‘Een dj is iemand die muziek draait op een podium, bijvoorbeeld op een festival.’ Olivier: ‘We hebben vandaag (redactie: 1 februari) onze 1e les. De les is iedere week 1 keer.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Mijn vader is vroeger dj geweest. Ik wil het daarom ook eens proberen’, zegt Olivier. ‘Ik heb op de vakantiebso een keer een dj-les gehad. Ik

vind het leuk om muziek te draaien en ik vind het heel leuk om aan alle knopjes op de dj-set te zitten. Ik wil dus leren hoe een dj-set werkt’, vertelt Tymen. ‘Een dj-set heet ook wel een draaitafel’, vult Olivier aan.

2 liedjes door elkaar

‘Als dj speel je 2 liedjes tegelijk, waarna de liedjes wisselen’, zegt Olivier. ‘Je moet heel snel wisselen. Je draait het geluid van het ene liedje snel weg en tegelijk zet je het geluid van het andere liedje aan’, legt Tymen uit. ‘Je moet wel liedjes hebben die bij elkaar passen en geen 2 verschillende soorten muziek nemen. Dus geen heavy metal met heel rustige muziek’, vertelt Olivier.

Beats per minuut

‘Je kunt de muziek goed met elkaar mixen, als het tempo hetzelfde is. Je telt daarom het ritme en het tempo van de muziek’, zegt Olivier. Dit heet beats per minute. De afkorting daarvoor is bpm. Je telt een tijdje mee met de muziek en dan wissel

je de muziek op 1 tel. Zo loopt de muziek mooi in elkaar over.

Effecten in de muziek

Als dj kun je verschillende effecten geven aan de muziek. De muziek klinkt dan net een beetje anders. ‘Ik wil leren welke effecten goed klinken en welke slecht’, zegt Tymen. ‘De effecten meng je met de muziek. Een effect is bijvoorbeeld het tempo van de muziek rustiger of sneller maken’, vertelt Olivier. Andere effecten zijn bijvoorbeeld alleen de hoge of lage tonen laten horen. ‘En als je op de grote schijf drukt, dan stopt de muziek even’, zegt Tymen.

Tweestemmig spelen

‘Ik speel thuis samen met mijn moeder blokfluit. We spelen dan tweestemmig. Er zijn steeds 2 regels met muziek in plaats van 1. De ene speelt de ene regel met muziek en de ander de andere regel. Je speelt allebei iets anders, maar de muziek hoort wel bij elkaar’, legt Leonie uit.

FEBRUARI 2O23 5
Leonie plaatst haar vingers goed op de gaatjes. Anders klinkt er een piepje. Leonie en Sara oefenen voor een optreden in Kunstmin. Leonie en Sara spelen het lied van De Rattenvanger van Hamelen. Tymen en Olivier zijn de beats in de muziek aan het tellen. Tymen drukt op het juiste moment op de knop om het nieuwe liedje aan te zetten. Olivier en Tymen proberen verschillende effecten uit. Olivier stelt het aantal beats van de muziek in.

MET JE TELEFOON IN HET VERKEER

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

DE VERKEERSQUIZ

1. WAAR KUN JE JE TELEFOON LATEN ALS JE ONDERWEG BENT?

A. In je tas of zak.

B. In je handen.

C. In je mond.

2. WAARDOOR WERD HET MEISJE IN HET FILMPJE AANGEREDEN?

A. Auto.

B. Paard.

C. Vrachtwagen.

3. WAT KUN JE KRIJGEN ALS JE JE TELEFOON ONDERWEG GEBRUIKT?

A. Uitslag.

B. Een trillende stem.

C. Een hoge boete.

DORDRECHT – Jenna (11) en Feras (12) hebben allebei een telefoon en fietsen vaak. Jenna: ‘Ik fiets elke dag naar school. Ook ga ik op maandag met de fiets naar voetbaltraining. Soms fietsen we met de klas ergens heen, bijvoorbeeld naar het Insula College op het Leerpark.’ Feras: ‘Ik fiets tijdens het buitenspelen, maar ook naar de voetbal, het zwembad, de stad of de bioscoop.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Op je telefoon kijken op de fiets. Er kan iemand oversteken.

Wat is handiger om te doen?

‘Je moet even stoppen als je een appje wilt sturen’, zegt Feras. En niet alleen stoppen, maar ook op een veilige plek gaan staan. ‘Houd je telefoon niet in je hand, maar

Bekijk hier het filmpje waar Jenna en Feras naar verwijzen. Neem deze link https://youtu. be/ErzU_8iTvyo over of scan de QR code.

Filmpje aanrijding met vrachtwagen

Op je telefoon kijken tijdens het lopen op de stoep.

‘Ik doe tijdens het fietsen mijn telefoon in een buideltasje. Ik heb mijn telefoon weleens in mijn hand gehad tijdens het fietsen. Ik was aan het facetimen zonder oortjes. Maar ik lette wel gewoon op het verkeer’, zegt Jenna. ‘Ik doe mijn telefoon in mijn zak. Ik ben bang dat hij op de grond valt als ik hem beethoud tijdens het fietsen. Je kunt trouwens een hoge boete krijgen als je je telefoon tijdens het fietsen gebruikt’, vertelt Feras.

Wat doen mensen onderweg zoal met hun telefoon?

Jenna en Feras kunnen verschillende dingen bedenken, die mensen onderweg met hun telefoon kunnen doen, behalve opbergen. En dat opbergen is nu juist de bedoeling. ‘Je zou kunnen bellen en Google Maps gebruiken. Of een spelletje spelen of een YouTube filmpje kijken. Muziek luisteren kan ook. Gebruik dan 1 oortje, want anders hoor je het andere verkeer niet goed’, somt Feras op. ‘Facetimen en appen wordt ook onderweg gedaan. Ik denk dat mensen echt verslaafd aan hun telefoon kunnen zijn en onderweg ook per se willen bellen of opnemen’, vult Jenna aan.

Je telefoon onderweg in je zak doen.

stop hem in je zak en stop als je gebeld wordt’, vertelt Jenna. ‘Beter is eigenlijk om je telefoon op stil te zetten en pas te kijken als je niet meer onderweg bent. Op trillen kan ook, maar dan kun je toch merken dat je een berichtje krijgt, ook al trilt je fiets ook’, zegt Feras.

Antwoorden:

fietsen.

Op je telefoon kijken tijdens het oversteken.

‘Onze meester liet in de klas een filmpje zien waarin een meisje aangereden wordt door een vrachtwagen. Het meisje was bezig op haar telefoon en lette niet op het verkeer. Ik schrok van de vrachtwagen. Het is zo gefilmd dat de vrachtwagen op je afkomt’, vertelt Feras. ‘Ik vind het een spannend en interessant filmpje. Je ziet wat ze allemaal mee zou maken in haar leven als ze niet doodgereden zou zijn’, zegt Jenna. ‘We maakten na het kijken in de klas allemaal een bucket list. Daarop zet je wat je graag wil doen in je leven. Ik wil graag Messi, Ronaldo en Sergio Ramos ontmoeten’, vertelt Feras. ‘Ik heb opgeschreven dat ik profvoetballer bij Feyenoord wil worden, betere cijfers wil halen en verschillende Feyenoordspelers wil ontmoeten’, zegt Jenna.

Allebei op je telefoon kijken tijdens het oversteken en tegen elkaar aan botsen.

VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN:

Gebruik jij je telefoon in het verkeer?

FEBRUARI 2O23
Verkeer 6
2.
1. A
C 3. C
Zet je telefoon onderweg op stil of op vliegtuigstand Jenna en Feras vinden dat je je telefoon onderweg niet moet gebruiken. Je telefoon in je rugzak opbergen als je gaat
HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! HANDIG ! WEL NIET NIET HANDIG ! NIET WEL HANDIG ! WEL www.schoolopseef.nl

Esther en Jitze hebben diabetes

ALBLASSERDAM – Esther (10) en Jitze (9) hebben diabetes. Dit wordt ook wel suikerziekte genoemd. Esther: ‘Als je diabetes hebt, werkt je alvleesklier niet goed of helemaal niet. De alvleesklier zorgt ervoor dat je suiker in je bloed de goede waarde heeft. Als deze waarde niet goed is, ga je je heel naar voelen.’ Jitze: ‘Je hebt insuline nodig om de suikerwaarde te verlagen. Insuline moet je aan jezelf geven met een insulinepomp of insulinepen als je diabetes hebt. Esther en ik hebben diabetes type 1. Deze vorm heb je voor je hele leven. Mensen met diabetes type 2 zijn te dik. En als die afvallen, dan kan de diabetes overgaan.’ Esther: ‘Het is voor ons dus een chronische ziekte.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik was 2,5 jaar toen ze erachter kwamen dat ik diabetes heb. Ik dronk de hele dag, ik had heel veel dorst. Ik liep met een drinkfles onder mijn shirt’, vertelt Jitze. ‘Ik weet sinds ¾ jaar dat ik diabetes heb. Ik had veel dorst en moest vaak naar de wc. Ik was ook heel moe. Ik was al uitgeput na de trap oplopen. Ik heb toen bloed laten prikken en urine weggebracht voor onderzoek. Ik kreeg de uitslag in het ziekenhuis. Ik schrok ervan’, zegt Esther.

Koolhydraten tellen

‘Er veranderde toen veel voor mij. Ik moet door de diabetes steeds opletten of mijn suikerwaarde niet te laag of te hoog is. Je voelt je anders heel naar en je kunt flauwvallen. Bij een te lage suikerwaarde kun je ook in coma raken. Koolhydraten zitten in eten en zijn een soort suikers. Ik houd dus heel de dag bij hoeveel koolhydraten ik eet of drink. Ik kijk daarvoor op het etiket van de verpakking van eten en drinken’, legt Esther uit.

Insuline via een pomp ‘Als je suikerwaarde te hoog is, moet je insuline inspuiten. Insuline maakt de suikerwaarde lager. Ik krijg via een pomp insuline. De pomp zit in een heuptasje. De pomp gaat via een naald naar mijn bil. Zo komt de insuline in mijn lijf. Dit is niet te zien voor anderen. Soms vragen kinderen wat dat tasje met apparaatje is en dan heb ik geen zin om het uit te leggen. Ik zeg dan dat het een telefoon is’, vertelt Jitze.

Suikerwaarde meten

‘Ik heb een sensor op mijn rechterarm. Die zit in mijn arm geprikt. Ik kan met een apparaatje de sensor scannen en de suikerwaarde aflezen. Zo weet ik of ik insuline moet spuiten of niet’, vertelt Esther. ‘Ik heb ook zo’n sensor. Die geeft de waardes door aan mijn insulinepomp. Ik moet ook elke dag in mijn vinger prikken en een druppeltje bloed op een apparaatje doen. Ik kan dan mijn suikerwaarde controleren’, zegt Jitze.

Te hoog of te laag

‘Een goede suikerwaarde zit tussen de 4 en 7. Is hij hoger, dan heb je insuline nodig. Is hij lager, dan heb je suiker nodig’, zegt Esther. ‘Ik neem als de suikerwaarde te laag is een Dextro of AA Drink. Er zit veel suiker in deze producten’, vertelt Jitze.

COMA: Lange bewusteloosheid.

Insuline via een insulinepen ‘Ik gebruik een insulinepen. Ik heb in mijn been een i-port. Dat is een soort dopje waar ik de naald van de insulinepen in doe om mezelf insuline te geven’, zegt Esther. Door de i-port hoeft Esther niet iedere keer in haar been te prikken. ‘Dat hoeft nu maar 1 keer per week, als ik een nieuwe i-port plaats’, legt Esther uit.

Lastig

‘Ik vind het wel lastig om diabetes te hebben. Bij een feestje kan ik niet zomaar wat eten. Mijn moeder belt dan op wat we gaan eten op het feestje. Zo weet ik waar ik aan toe ben’, zegt Esther. ‘Dat heb ik ook. Maar soms vind ik het hebben van diabetes wel leuk. Ik mag als het nodig is in de klas wat eten en de anderen niet’, vertelt Jitze.

FEBRUARI 2O23 Gezondheid 7
Jitze en Esther moeten elke dag hun insuline in de gaten houden. Jitze draagt de insulinepomp dag en nacht. Jitze prikt in zijn vinger om de suikerwaarde te kunnen meten. Esther haalt de reader langs de sensor op haar arm. Links is de sensor van Jitze, rechts is de sensor van Esther. Links zijn de spullen van Jitze en rechts van Esther. Ze hebben deze spullen altijd bij zich. De i-port en insulinepen van Esther.

Gezondheid en Sport

Buitenspelen als het koud is

ALBLASSERDAM – Jade (10), Lotte (10), Naomi (10), Isabel (10), Jodie (10) en Quinty (11) spelen ook in de winter buiten. Zij vertellen wat zij zoal doen. Misschien herken je iets of doe je nieuwe ideeën op. Ook hebben zij tips bij het buitenspelen in de kou. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik ga op onze trampoline springen als daar sneeuw op ligt. Of ik speel De Ballen Zijn Lava. Dan liggen er ballen op de trampoline, die je niet mag aanraken. Er is in de buurt van mijn huis een heuvel en daar ga ik bij sneeuw vanaf sleeën. Op het strandje bij het Lammetjeswiel maak ik graag sneeuwengelen. Ook ga ik graag kanoën. Blijf bewegen als je buiten bent. Anders krijg je het koud, zeker als je niet goed aangekleed bent.’

‘Ik laat gezellig met vriendinnen de hondjes in de buurt uit. We kletsen dan veel samen. Ik ga ook vaak skaten met vriendinnen. Ik woon aan de Alblas. Als er ijs ligt, dan komt familie langs om bij ons te schaatsen. Als er sneeuw ligt, vind ik het leuk om een sneeuwpop te maken. Draag boterhamzakjes om je sokken, als je geen natte voeten in je schoenen wil krijgen.’

‘Ook al is het koud, je kunt toch lekker naar buiten gaan. Je krijgt het lekker warm van bewegen. Ik slinger graag over een sloot bij een boom met lange takken. Ik haal dan de blaadjes van de takken, anders glijden mijn handen van de takken af. Ik vind het ook leuk om belletje te lellen en dan hard weg te rennen. Als er ijs op de sloten komt, dan probeer ik daar op te staan. Ik ga schaatsen als het kan. Maar we gaan ook weleens naar de kunstijsbaan.’

‘Ik woon tegenover een skatebaan, dus daar ga ik skeeleren. Ook ga ik naar speeltuintjes in de buurt. Ik schaats als er ijs ligt. Ik kleed me dan goed warm aan en draag een muts, handschoenen en sjaal. Ik doe ook dikke sokken aan. Als er sneeuw ligt, kun je buiten mooie foto’s maken. Als je een natte voet of broek hebt door een grote plas water, ga dan naar huis om om te kleden. Je kunt het anders erg koud krijgen.’

‘Met Lotte ben ik eens in de winter in het Lammetjeswiel gesprongen, nadat we uit de jacuzzi kwamen. Ik speel met vriendinnen en mijn zus vaak Jachtseizoen. We gebruiken dan walkietalkies. Ook als het regent, dat maakt niet uit. Als er sneeuw ligt, is het handig om snowboots en een skibroek aan te doen.’

‘Op het ijs maak ik sneeuwengelen en ik schrijf mijn naam op het ijs. Ik vind alleen naar buiten niet leuk, wel met vriendinnen. Dan gaan we naar de speeltuin of wandelen en kletsen. Als er genoeg sneeuw ligt, doe ik graag een sneeuwballengevecht of maak ik een sneeuwpop. Je kunt buiten veel plezier maken. Als het koud is, kleed je dan wel warm aan.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

LAMMETJESWIEL: Een zwemplas in Alblasserdam.

Tobias doeT aan bmx'en

BARENDRECHT – Tobias (11) zit op BMX bij Fiets Cross Club Barendrecht. ‘BMX is een sport op de fiets. Je rijdt over een baan met allemaal hobbels. Je start op een heuvel en rijdt dan hard naar beneden. Het is de bedoeling om zo snel mogelijk bij de finish te komen. Ik rijd zo’n 20 tot 30 kilometer per uur. Het is best een zware sport. Je moet sterke armen en benen hebben. En je kunt vaak en hard vallen. Ik heb een keer een erg dikke en blauwe knie gehad.’ TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES

‘Ik ben 2 jaar geleden begonnen met deze sport. Ik wilde iets spannends en uitdagends doen. Ik dacht eerst aan motorcross, maar die sport is

wel erg duur. Ik koos toen voor BMX. Ik vind het leuk om snel over de hobbels te gaan. Je kunt springen met je fiets en op je achterwielen rijden, dat vind ik allebei erg leuk om te doen. Ik doe ook mee aan wedstrijden. Die zijn op verschillende plekken door heel Nederland. Ik train 2 keer per week op de baan in Barendrecht’, vertelt Tobias.

De BMX-fiets

‘Ik heb deze BMX-fiets net nieuw. Mijn vorige was te klein geworden. Een BMX-fiets is kleiner en lichter dan een gewone fiets. Eigenlijk sta je de hele tijd op je trappers. De fiets heeft dus maar een heel klein zadel’, zegt Tobias.

Pompen en achterwielen

‘Het is de bedoeling om zo lang mogelijk zonder trappen over de baan te gaan. Daarom ga ik pompen en achterwielen. Zo maak je extra snelheid. Pompen is met je armen en benen duwen op je fiets. Bij

achterwielen trek je je stuur omhoog en rijd je op je achterwiel. In de bochten trap je wel. Je neemt de bocht eerst bovenin en daarna rijd je in de bocht naar beneden. Zo krijg je ook weer meer snelheid. Bij hobbels kun je met je fiets springen. Tijdens de trainingen leer ik al deze technieken’, legt Tobias uit.

BMX: Afkorting voor Bicycle Moto Cross.

FEBRUARI 2O23
8
Tobias gaat over de BMX-baan. Tobias draagt een bodyprotector onder zijn sportkleding. Tobias vertrekt bijna vanaf de startheuvel in Barendrecht. Deze is 6 meter hoog. Naomi Lotte Isabel Jade Jodie Quinty

Nationale Voorleesdagen 9

Lees jij weleens voor?

SLIEDRECHT – Van 25 januari tot en met 4 februari waren de Nationale Voorleesdagen. Asli (11), Thijs (12), Ela (11) en Jula (10) vertelden tijdens deze week of zij weleens voorlezen. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik lees weleens voor aan mijn nichtje van 3 jaar. Ik lees dan boekjes van Nijntje. Ook heb ik meegedaan aan de Voorleeswedstrijd op mijn school tijdens de Kinderboekenweek. Ik ben niet zo’n fan van lezen, maar het ging goed genoeg en ik heb de finale op school gehaald. Ik heb toen Broodje Rat voorgelezen. Ik voel bij voorlezen in het begin een beetje spanning. Ik twijfel dan of het wel goed zal gaan. Maar eenmaal bezig, valt het mee. Ik sla een verhaal beter op tijdens voorlezen. Ik zit dan meer in het verhaal.’

‘Ik heb meegedaan aan de Voorleeswedstrijd op school. Ik las toen Het Geheim van de Voetbalgame. Maar ik lees eigenlijk nooit voor. Ik vind in mezelf lezen fijner. Ik ben dan geconcentreerder. Als ik hardop lees, raak ik soms de regel kwijt waar ik gebleven was. Ik lees weleens iets informatiefs hardop voor. Ik stel dan bijvoorbeeld een vraag over een voetballer. Ik lees vooral de Kidsweek en tijdschriften, zoals Panna! en Donald Duck.’

‘Ik lees voor aan mijn zusje, neefje en nichtje. Mijn zusje is 7, mijn neefje 5 en mijn nichtje is 3. Mijn neefje en nichtje lees ik voor als ze bij mij zijn. Ik lees mijn zusje ongeveer 3 keer per week voor. Zij mag meestal het boekje uitkiezen. Soms lees ik haar een boek voor wat ik zelf aan het lezen ben. Ik vind het leuk om te zien dat de ander het voorlezen leuk vindt. Ik vind lezen leuk als het boek bij me past. Ik heb meegedaan aan de Voorleeswedstrijd op school. Ik las toen Weervolvenbos.’ Asli

‘Ik lees thuis voor aan mijn moeder en soms aan mijn oma. Ik lees dan fantasieverhalen, zoals De Waanzinnige Boomhut. Ik lees bijna elke dag voor, dus ik lees het hele boek voor. Ik vind voor mezelf lezen fijner dan voorlezen. Als ik alleen lees, dan vergeet ik alles om me heen. Voor mezelf lezen gaat ook makkelijker dan voorlezen. Ik moet wel zin in lezen hebben, anders vind ik het niet leuk om te doen.’

Lees jij weleens voor?

O Ja, aan …

O Nee, want …

The Masked Reader op school

HEERJANSDAM – Anna (10), Chiara (10), Florence (10), Marlon (11), Jens (11) en Tiemo (10) van de Koningin Julianaschool spelen tijdens de Nationale Voorleesdagen The Masked Reader. Chiara: ‘Dat lijkt op het tv-programma The Masked Singer.’ Marlon: ‘Maar dan is het met voorlezen in plaats van zingen.’ Florence: ‘We krijgen elke dag 2 filmpjes te zien en schrijven op wie wie is volgens ons.’ Tiemo: ‘Ik denk dat onze klas kans maakt om te winnen. We hebben best veel dezelfde antwoorden.’ De winnende klas wint een boek en chips. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Alle juffen en de meester die meedoen lezen verkleed voor uit een boek. Het is wel makkelijker raden als je een juf in de klas hebt gehad’, zegt Anna. ‘Ik vind The Masked Reader leuker dan The Masked Singer op tv. De mensen die nu meedoen ken ik en op tv niet’, zegt Jens.

Waar let je op bij het uiterlijk?

De leerlingen bekijken de filmpjes in hun klas. ‘Soms zie je een herkenbaar stukje haar of een stukje kleding’, zegt Anna. ‘Of je herkent de ogen door een bril heen’, zegt Florence. ‘Ik kijk ook naar de breedte en grootte van de persoon’, vertelt Marlon. ‘Ik kijk of ik sieraden herken’, zegt Chiara. ‘De vermomming kan ook een hint zijn. We denken dat onze juf Shrek is. We kijken in de klas namelijk de film Shrek’, zegt Florence.

Waar let je op bij de stem?

De leerlingen schrijven de namen bij The Masked Readers op lijsten.

‘De stemmen worden voor de bovenbouw vervormd. Bij de onderbouw horen ze de gewone stemmen. De jongere kinderen kennen nog niet alle juffen en de meester’, vertelt Anna. ‘We zien het filmpje 2 keer. De tweede keer is de stem een klein stukje niet vervormd’, zegt Jens. ‘Sommige stemmen zijn wel erg hoog door de vervormer. Ze zijn dan moeilijk te verstaan’, vindt Jens. ‘Ja, het is beter om de stemmen iets minder te vervormen’, vindt Chiara. ‘Sommige juffen lezen op een bepaalde manier. Ik herken dan het gebruik van de stem’, zegt Florence.

O Ja. Misschien kun je het spel voorstellen aan de leerlingenraad of je juf of meester?

O Nee

(11)
Ela (11) Thijs (12) Jula (10)
2O23
FEBRUARI
Anna, Chiara, Florence, Marlon, Jens en Tiemo vragen zich af welke juf of meester welke Masked Reader is.
........... .................................................................. ............................................................................. ............................................................................. ........................................................ ........................................................ ........................................................ ........................................................ ......................................................... ........................................................ ........................................................ ........................................................
jou het ook leuk om The Masked Reader op school te spelen?
Lijkt

Besparen jullie thuis energie?

DORDRECHT – In veel huishoudens wordt tegenwoordig energie bespaard. Linde (10), Caydence (10), Jeamely (9), Elin (10), Anne (10) en Mick (11) vertellen of zij ook thuis energie besparen. Caydence: ‘Energie is duurder geworden. Nederland moet ergens anders gas kopen door de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en omdat er in Groningen geen gas gehaald kan worden. En dat andere gas is duurder.’ Anne: ‘Energie is ook duurder omdat het steeds meer geld kost om grondstoffen uit de grond te halen.’ Mick: ‘Energie besparen scheelt geld, maar het is ook beter voor het milieu. Door minder elektriciteit te gebruiken, komen daar minder fabrieken voor. En dat helpt om de zeespiegel minder te laten stijgen.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

De Vraag en Puzzel

‘Ik douche nu 1 keer per dag in plaats van 2 keer. Ook staat de thermostaat niet heel hoog. We zetten in de woonkamer een elektrische kachel aan. We hebben de lampen minder fel staan. We doen ook minder lichten aan en houden de gordijnen open. Ik vind het prima om op mijn energiegebruik te letten. Ik wil niet dat we in geldproblemen komen.’

‘We douchen minder warm en korter. Ik heb een keer koud gedoucht om te voelen hoe dat is. Maar ik vond het echt niks. Ik moet verder deuren en ramen dicht doen. Soms is het wel erg koud op mijn kamer. Bij de achterdeur hebben we een mand en een kleed gelegd, want anders komt er tocht onder de deur door. Het is thuis veranderd door het energie besparen, maar ik vind het niet erg om op te letten.’

‘Bij mijn vader hebben we lijstjes hangen. Hier staat op wat en hoe we kunnen besparen. Naast een lichtknop hangt bijvoorbeeld een lijstje over het licht uit doen. We hebben er ook 1 hangen dat de kachel op 18 graden moet. We denken ook na over een timer op de douche. Dan stopt het water na een bepaalde tijd vanzelf. Ik ben wel een beetje bang dat alles te duur voor ons wordt en dat we dan naar de voedselbank moeten.’

‘Wij doen thuis minder vaak de kachel aan. We doen dan de open haard aan. Ik douche niet thuis. Maar dat deed ik sowieso al niet. Ik ga 3 keer per week naar ijshockey en ik douche daar na het sporten. We hebben thuis kruiken. Die leggen we in bed en dan is je bed lekker warm als je erin gaat. Ik vind het wel goed dat we thuis op het gebruik van energie letten.’

‘We hebben thuis minder vaak de kachel aan en hij staat ook minder hoog. We pakken een dekentje als we op de bank een film kijken. Ik vind het niet erg dat de kachel minder aan staat. Met een dekentje op de bank vind ik eigenlijk wel lekker. Ik ben de enige bij ons thuis die kouder doucht. Ik heb het snel warm, dus ik zet de douche liever kouder.’

‘Wij besparen thuis ook energie. We houden alle deuren dicht en doen de lampen uit als het buiten licht is. Als we gaan slapen of weg zijn, doen we ook alle lichten uit. Ik vind het niet erg om op te letten. Ik snap wel dat het nodig is. Ik vergeet alleen soms weleens iets.’

Bespaar jij thuis energie?

Hoe noem je een verzameling van foto´s en afbeeldingen?

PAGINA 1

Wat bezoeken de leerlingen op 26 januari?

PAGINA 3

Wat komt er op de plek waar de Kroningsboom eerst stond?

PAGINA 4

Jenna vindt het filmpje … en interessant.

PAGINA 6

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

in Zwijndrecht bij:

Het antwoord van de puzzel van januari is: DENNENBOS De winnaar is ELIANO (9) GEFELICITEERD!

Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

Wat haalt Isabel van de takken?

PAGINA 8

In welke plaats sport Tobias?

PAGINA 8

Wat maakt Matthijs na het meten?

PAGINA 11

Van wie is oma de superheld?

PAGINA 12

Hoe heet het spel om bij faalangst te spelen?

PAGINA 12

10 FEBRUARI 2O23
K
i n d e r K r a n t P U Z Z e L
Mick Linde Jeamely Elin Anne Caydence

MIJN VADER IS:

CONSTRUCTIEWERKER

ALBLASSERDAM – De vader van Jacob (10) is constructiewerker. Jacob:

‘Mijn vader heeft een eigen bedrijf, Steelinteriors. Hij bouwt stalen deuren.’ Matthijs, de vader van Jacob: ‘Dat klopt. Ik zorg ervoor dat de deuren verkocht, gemeten, ontworpen, getekend, gebouwd en geplaatst worden. Ik koop materiaal in, zoals staal en glas om de deuren mee te maken. Wij verkopen deuren in Nederland, maar ook in Duitsland, België, Luxemburg en Portugal. Ik doe veel verschillende werkzaamheden binnen mijn bedrijf. Ik ben een echte duizendpoot. Concentreren op mijn werk is daarom erg belangrijk.’

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Mijn vader meet de deuren in het huis waar de deuren moeten komen. Hij bekijkt dan hoe groot de deuren precies moeten worden. Na het meten, maakt hij een tekening van de deuren. Als de tekening goed is, dan

worden de deuren in de werkplaats gemaakt’, vertelt Jacob. ‘Ik ontwerp ook deuren’, vult Matthijs aan. ‘Ja, dan verzint hij hoe de deuren eruit gaan zien’, zegt Jacob.

WAT DOET EEN INSTELLINGSKOK ?

Jacob en zijn vader staan bij de zaagbank.

Contact met klanten ‘Mijn vader belt veel voor zijn werk’, vindt Jacob. ‘Ik bel met mogelijke klanten en met mensen die al deuren besteld hebben. Ik ben ook veel onderweg. Ik ga dan naar de klanten toe om te meten. Klanten komen ook vaak in de werkplaats. Ze kunnen dan zien hoe wij werken. We zijn een klein bedrijf. We zijn met 3 mensen in totaal’, vertelt Matthijs.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

De werkplaats

‘Er worden verschillende apparaten gebruikt om de deuren te maken. Er is een zaagbank om het staal in de juiste maat te zagen. Er zijn lasapparaten om het staal aan elkaar vast te maken. Een slijptol wordt gebruikt om een klein stukje van het staal af te halen. Kit wordt gebruikt om het glas in de deuren vast te zetten. Mij lijkt het werk van mijn vader ook leuk om te doen. Het lijkt me namelijk leuk om iets te maken wat je nog nooit gemaakt hebt. Ik heb een keer gelast op de werkplaats van mijn vader. Ik vond het leuk om te zien hoe lassen werkt’, vertelt Jacob.

Welke opleiding doe je voor deze baan?

‘Een constructiewerker werkt altijd met staal. Je kunt de opleiding constructiewerker na de middelbare school doen’, vertelt Matthijs. Dit is een mbo-opleiding. Deze kun je doen na een vmbo-opleiding. Je kunt kiezen om vooral naar school te gaan of je kiest voor een combinatie van werken en leren tegelijk. De opleiding constructiewerker kun je in de Drechtsteden volgen.

DORDRECHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk gelijk duidelijk voor je, bijvoorbeeld meester of verpleegkundige. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Fenne (11), Renan (11), Floor (9), Irem (9) en Sem (9) vertellen over het beroep instellingskok. Dit is een baan in de zorg. Wat denken zij dat die baan inhoudt? TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik heb nog nooit van het beroep instellingskok gehoord. Ik denk dat een instellingskok eten verzint en maakt. Ik vind het geen logische naam. Als je kok bent in een verzorgingshuis, dan ben je toch een verzorgingshuiskok? Ik denk niet dat deze baan iets voor mij is. Het lijkt me leuk om dokter te worden, dan kan ik mensen helpen.’

‘Ik ken het woord instelling. Dat is bijvoorbeeld dat je wilt winnen. Een kok bereidt eten. De vader van iemand uit mijn klas is kok. Maar ik heb nog nooit van een instellingskok gehoord. Een kok in een ziekenhuis zou ik ziekenhuiskok noemen. Ik denk niet dat dit beroep iets voor mij is. Ik ben niet zo goed in koken. Ik denk dat ik iets met marketing wil doen. Ik wil in ieder geval iets gaan doen wat goed verdient.’

‘Ik denk dat een instellingskok een soort inspecteur is; een kok die kijkt of het eten goed is. Ik vind het ook klinken alsof het iemand is die het fornuis goed instelt. Ik denk dat een instellingskok ook kijkt wat iemand na een operatie kan eten. Ik vind het best leuk om te koken en wil mensen helpen. Misschien is dit beroep wel iets voor mij. Maar ik vind geschiedenis ook leuk. En als geschiedenisleraar kan ik anderen helpen én iets leren.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Sem Floor

‘De enige instellingen die ik ken, zijn de instellingen op mijn telefoon. Ik vind het niet handig dat er hele unieke namen voor beroepen zijn. Dat maakt niet duidelijker wat een beroep is. Ik lust veel dingen niet en ik ben allergisch voor melkproducten. Ik denk dat het lastig voor mij is om eten te maken. Ik wil logopedist worden. Ik ging daar zelf heen en ik werd daar blij van. Als logopedist kan ik kinderen blij maken.’

‘Misschien is een instellingskok iemand die kijkt hoe anderen koken? Nu ik weet wat het is, herinner ik me dat ik er weleens 1 gezien heb in het Albert Schweitzerziekenhuis. Misschien is dit beroep wel iets voor mij. Ik hou van mensen helpen, maar ook dieren. Ik wil dus ook dierenarts worden.’

Dit doet een instellingskok:

Als kok kun je in een restaurant werken, maar ook in de zorg. Bij alle instellingen met een eigen keuken worden namelijk grote hoeveelheden eten bereid. Een instelling is een organisatie met een bepaalde taak, bijvoorbeeld een ziekenhuis, verzorgingstehuis of gevangenis. Als instellingskok zorg je dus voor het eten voor de mensen die daar verblijven. Je houdt daarbij ook rekening met wat mensen mogen eten. Je bent dan een dieetkok.

FEBRUARI 2O23 Toekomst 11
Tussen Jacob en zijn vader in staat het lasapparaat. Irem Fenne Renan

Op School

Een spel spelen tegen faalangst

spelen spel

ZWIJNDRECHT – Jasper (10), Senna (10), Eva (11) en Lakeesha (11) denken weleens last van faalangst te hebben. Sinds kort is er bij hen op het Christelijk Kindcentrum Impuls een speciaal spel over faalangst te spelen. Het heet Win Win. Het spel is ook beschikbaar op andere scholen van PIT kinderopvang & onderwijs. Jasper, Senna, Eva en Lakeesha vertellen over faalangst en laten zien hoe het spel gaat. TEKST

EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Faalangst is de angst om te falen. Je bent bijvoorbeeld bang om een toets niet te halen of om te blijven zitten’, zegt Senna. ‘Falen is iets niet halen. Ik denk dat ik wel faalangst heb, bijvoorbeeld bij iets moeilijks zoals werkstukken of een spreekbeurt. Ik vind dat het perfect moet gaan, maar dat lukt niet’, zegt Lakeesha.

Wat doe je bij faalangst?

‘Ik weet dat ik even moet opgeven en het dan later weer moet oppikken. Ik word ook weleens boos en kan gaan huilen als ik er last van heb’, zegt Senna. ‘Ik probeert eerst rustig te ademen. Ik geef daarna vaak op en dan word ik verdrietig dat ik opgegeven heb’, zegt Lakeesha. ‘Ik geef eerst op en ga daarna verder. Als het niet lukt, vraag ik hulp. Soms word ik chagrijnig en wil ik niet verder. Thuis ga ik dan op mijn kussen slaan’, zegt Jasper. ‘Ik heb het bij cito’s. Ik probeer op zo’n moment rustig te blijven’, zegt Eva.

de dobbelsteen. Het plaatje op de dobbelsteen toont van welk thema een kaartje gepakt wordt. Je leest de kaart en geeft antwoord op de vraag of opdracht. Bij het spelen let je steeds op de speler rechts van je. Aan het eind van het spel vertel je die speler iets over de door hem of haar uitgevoerde opdrachten.

Leukste vragen en opdrachten

Ervaringen faalangst

‘Ik leer eigenlijk te veel voor een toets. Ik ga deze heel lang van tevoren al voorbereiden’, zegt Senna. ‘Ik ben bij sport weleens bang dat ik niet goed genoeg ben en naar een ander team moet’, zegt Lakeesha. ‘Ik heb denk ik last van faalangst bij Nieuwsbegrip. Voor Nieuwsbegrip haal ik altijd een 5 of zo. Ik wil dat ik daar ook betere cijfers haal, want misschien moet ik door dat lagere cijfer naar een andere middelbare school dan ik wil’, zegt Jasper. ‘Ik heb er ook weleens last van bij Nieuwsbegrip. Ik heb tot mijn 6e jaar in Dubai

Het spel Win Win

‘Er kwam iemand bij ons op school, Romy. Een paar kinderen met faalangst hielpen haar met het maken van een spel over faalangst. Zij hebben gesprekken met haar gehad en tekeningen gemaakt’, vertelt Eva. ‘Het zwaard dat ik heb getekend staat op de dobbelsteen’, zegt Senna.

Spelregels

‘Je kunt elkaar en jezelf beter leren kennen door dit spel’, zegt Jasper. Het spel bestaat uit vragen en opdrachten met 3 thema’s: zelfvertrouwen, uitdagingen en gedachten. De spelers gooien

‘Ik vond de vraag wat voor superkracht wil je hebben en waarom leuk. Ik wil dan graag teleporteren. Dan hoef ik niet te fietsen als het regent’, vertelt Senna. ‘Ik vond welke superheld zou je willen zijn en waarom leuk. Mijn oma is mijn superheld. Ze kan goed koken, ze is zorgzaam en ze heeft haar operatie tegen kanker goed doorstaan’, zegt Jasper. ‘Ik vond het noemen van positieve eigenschappen van jezelf een goede, maar ook lastige vraag’, vertelt Eva. ‘Wat is het laatste compliment dat je vandaag hebt gehad was ook een leuke vraag’, vindt Lakeesha.

gewoond. Thuis spraken we daar Nederlands, maar op school en met mijn vrienden Engels’, zegt Eva. ‘Ik haal goede cijfers, maar ik wil het altijd beter doen. Ik baal als ik een slecht cijfer heb, tenzij veel anderen dat ook hebben’, zegt Senna. Last van faalangst

‘Als ik faalangst heb, is dat een irritant gevoel. Mijn moeder helpt me in zo’n geval wel, maar de faalangst en het gevoel blijven toch’, zegt Lakeesha. ‘Ik voel me een beetje boos als ik het beter wil doen, maar het niet kan’, zegt Senna. ‘Ik voel me geïrriteerd als ik last van faalangst heb’, zegt Jasper. ‘Ik ga staren naar een blaadje aan de muur bijvoorbeeld’, zegt Eva.

MEDITEREN: Een techniek gebruiken, die je helpt om te ontspannen.

FEBRUARI 2O23
12
Dit symbool op de dobbelsteen heeft Senna getekend. Lakeesha leest een opdracht voor. 1 van de vragen uit het spel: Welke kleine dingen maken je blij? De spelers houden hun score bij op een kaart. Jasper pakt een kaart van de stapel in het midden. Jasper, Senna, Eva en Lakeesha kunnen op school het spel Win Win spelen.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.