Kinderkrant Drechtsteden januari 2023

3 4 5 8

BUITENSPELEN IN DE WINTER

SLIEDRECHT – Daan (9), Thijs (8), Loïs (8) en Asa (7) speelden medio december samen met SOJS (Stichting Open Jeugdwerk Sliedrecht) buiten in hun wijk. SOJS kwam met een team en met allerlei buitenspeelgoed langs. Thijs: ‘Mijn moeder heeft gevraagd of zij hier spelletjes met ons kwamen doen. Ik ben hier nu met vrienden, uit de buurt en van school. We doen spelletjes die we normaal niet doen. Ook spelen we met speelgoed dat we zelf niet hebben.’

‘Voetballen is het enige wat ik buiten doe’, zegt Daan. ‘Toen ik 7 was, speelde ik bijna elke dag buiten. Nu niet meer. Ik doe weleens met vriendinnetjes wc-tikkertje of verstoppertje. Of we gaan iemand bespioneren. Nu het kouder en slecht weer is, speel ik nog minder buiten’,

vertelt Loïs. ‘Ik speel bijna elke dag buiten. Ik ga samen met een vriendje bij onze zelfgebouwde hut spelen’, zegt Thijs. ‘Ik speel niet zo vaak buiten. Ik vind het saai buiten. Ik vind filmpjes kijken leuker’, vertelt Asa.

Wc-tikkertje

‘Ik vind wc-tikkertje spelen wel leuk. Als je afgetikt bent, ga je gehurkt zitten met je hand omhoog. Iemand anders moet op je hand duwen. Dan is er doorgetrokken en mag je weer meespelen’, legt Asa uit.

Nieuwe spelletjes en speelgoed ‘Ik heb vandaag voor de 1e keer gehockeyd’, zegt Loïs. ‘Ik heb samen met Asa met een soort schepje een balspel gespeeld. Ook is er een skippybal. En ik speel eigenlijk alleen met gym tikkertje en niet bij het buitenspelen. Nu wel’, vertelt Thijs. ‘Ik zou het leuk vinden als ze vaker met speelgoed komen hier. Ik vind buitenspelen zo wel leuk’, zegt Asa. ‘Ik denk dat het voor andere kinderen ook leuk is om te vragen of ze in de buurt langskomen met de spelletjes’, zegt Thijs.

Niet koud

‘Als het koud is, blijf ik liever binnen chillen. Het is nu ook koud, maar ik heb het warm gekregen van het voetballen. Ik heb kou nodig, dus ik doe mijn jas los’, vertelt Daan. ‘Ik heb 2 jassen aangedaan, zo heb ik het niet koud’, zegt Loïs. ‘Het is niet te koud om buiten te spelen. Je krijgt het warm van het spelen’, vindt Thijs.

Jade heeft een egel

Ontbijten op school

Ryan, Sam en Gerrit flipperen

Een online serie maken

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Asa, Thijs, Loïs en Daan kunnen tijdens de middag met SOJS met verschillende soorten speelgoed spelen.

Asa, Thijs en Loïs rennen weg voor Daan, die de tikker is.

Daan is afgetikt en wacht tot hij doorgetrokken wordt.

Er staat een meisje te huilen op straat. Een man die langsloopt vraagt wat er aan de hand is. ‘Ik ben 1 euro kwijt’, snikt het meisje. De man vindt het zielig en geeft haar een euro. Dan begint het meisje nog harder te huilen en roept: ‘Eigenlijk ben ik 5 euro kwijt!’

Max (12)

Vader: ‘Jantje, laat me je rapport eens zien!’ Jantje: ‘Dat kan niet, ik heb hem aan een vriend geleend. Die wilde zijn ouders eens flink laten schrikken.’

Ouassim (11)

RYAN, SAM EN GERRIT FLIPPEREN RYAN, SAM EN GERRIT FLIPPEREN

DORDRECHT –Ryan (9), Sam (7) en Gerrit (7) flipperen. Ryan: ‘Flipperen is een spel in een kast. Je probeert met 3 ballen zoveel mogelijk punten te halen.’ Sam: ‘Je bestuurt met knoppen op de zijkant van de kast de flippers. Met de flippers probeer je de bal te raken.’ Ryan: ‘Een flipper is een soort kleine honkbalknuppel. Er zit rubber omheen. Zo is er grip om de bal gericht weg te schieten.’ Gerrit: ‘Er zijn in de flipperkast allemaal dingen om te raken waardoor je punten kunt krijgen, zoals gekke poppetjes en ijzeren baantjes. Er zitten veel lampjes en geluid in de flipperkast.’ TEKST EN

‘Ik flipper al 6 jaar’, zegt Ryan. ‘Ik sinds ik in groep 3 zit. Ik zit nu in groep 4’, zegt Gerrit. ‘Ik doe het sinds 1,5 jaar’, zegt Sam. ‘We flipperen bij ons thuis. Wij hebben veel flipperkasten’, vertelt Ryan. ‘Sam is mijn beste vriend, dus ik flipper ook bij hem thuis’, zegt Gerrit.

Bal goed schieten ‘Tijdens het flipperen moet je de bal goed in de gaten houden. Ook moeten je vingers goed op de knoppen van de flippers zitten’, vertelt Sam. ‘Het ligt eraan waar je de bal heen wil schieten, waar je hem met de flipper raakt’, zegt Ryan.

Flipperen lijkt op gamen ‘Je krijgt tijdens het spelen van de flipperkast aanwijzingen wat je moet doen. De lampen vertellen dat’, legt Ryan uit. ‘Eigenlijk lijkt

flipperen een beetje op gamen’, zegt Gerrit. ‘Het idee is hetzelfde, maar het ziet er heel anders uit’, vult Ryan aan. Elke flipperkast heeft een eigen verhaal met puzzels.

Multi-ball ‘Ik vind de multi-ball het leukst. Er komen dan meerdere ballen tegelijk in het spel. Je moet goed opletten en snel reageren’, zegt Sam. Als je niet snel genoeg de bal tegenhoudt met de flippers, dan ben je de bal namelijk kwijt.

Wedstrijd flipperen

Ryan, Sam en Gerrit hebben afgelopen najaar meegedaan aan de Dutch Pinball Open. Dat is een grote wedstrijd voor flipperen. ‘Je moest daar op 6 verschillende flipperkasten spelen’, zegt Gerrit. ‘Ik speelde in de groep 9 tot 12 jaar’, vertelt Ryan. ‘Gerrit en ik in de groep tot 9 jaar’, zegt Sam. Sam was 1e geworden en Gerrit 2e. ‘Ik weet niet hoeveelste ik ben geworden. Ik wil in ieder geval volgend jaar weer meedoen aan de wedstrijd’, zegt Ryan.

‘Ik denk dat freerun goed is voor me, ik krijg er meer energie van. Ik vind het fijn om te bewegen. Het is leuk met elkaar tijdens de les. En we helpen elkaar.’

‘Er zijn veel verschillende toestellen hier, zoals klimrekken, rekstokken, houten blokken, houten wanden, matten, trampolines, autobanden, matrassen en springplanken’, vertelt Trevor.

Salto’s, klimmen en de foam pit

‘Je kan tijdens een les doen wat je wil op de toestellen en in de bak met schuimblokken. Ik vind front flips leuk om te doen. Dat is een salto voorover’, vertelt Trevor. ‘Ik vind klimmen het leukst om te doen’, zegt Lars. ‘Ik vind salto’s maken en klimmen het leukst. Elke les is anders, er zit nooit iets vervelends bij. Freerun is een soort passie voor mij’, zegt Rens.

Les in een kleine groep

Oefenen voor buiten ‘We oefenen hier binnen van alles, zodat je dat buiten beter kan doen. Je kunt vallen en dat kan pijn doen. Hier liggen matten en matrassen, dus zo kun je oefenen zonder je pijn te doen. Soms doe ik buiten weleens iets wat ik hier geleerd heb, bijvoorbeeld naar stenen springen in het park’, vertelt Rens. ‘Ik leer hier beter klimmen en dat kan ik dan buiten ook doen’, zegt Lars.

Rens, Trevor en Lars freerunnen bij Sport Fysiek in de Small Group. Deze les is speciaal voor kinderen met een beperking, of voor kinderen die dolgraag willen freerunnen, maar waarvoor de reguliere les te druk is en te veel prikkels geeft. Er zijn maximaal 10 kinderen bij een les. ‘De ene keer zijn er meer dan de andere keer. Soms komt iemand een tijdje niet en dan zien we die weer in de les’, zegt Rens.

Sam, Gerrit en Ryan laten hun prijzen van de Dutch Pinball Open zien.

FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Ryan, Gerrit en Sam zijn aan het flipperen.

Zo zien de flippers in de flipperkast eruit.

SLIEDRECHT – Rens (13), Trevor (11) en Lars (7) doen aan freerun. Rens: ‘Bij freerun ga je over obstakels heen en je doet trucjes. Het is een afwisselende sport.’ Lars: ‘Ik kom iedere week hier, samen met mijn broer Rens. Hij kan nu alleen niet meedoen. Je doet hier oefeningen waar je sterker van wordt.’ Trevor:

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Rens en Trevor zitten tussen de schuimblokken in de foam pit.

Lars springt achteruit de foam pit in.

Trevor oefent een front flip.

FOAM PIT:

Grote bak met schuimblokken.

Een vogelhuisje maken

Techniek en

Dit

Milan en Thijs zetten een vogelhuisje in elkaar. ‘Ik timmer vaker, vooral voor mijn modeltreinbaan. Ik wil later ook iets in de bouw gaan doen’, zegt Milan. ‘Ik timmer voor de 5e keer. Ik heb zelf mijn bed in elkaar gezet’, vertelt Thijs.

Timmeren, schroeven en schuren ‘De stukjes hout liggen al klaar. Ik hoef dus niets te meten. Thuis doe ik dat wel zelf’, vertelt Milan. ‘Bij het timmeren moet je vooral opletten

dat je niet met de hamer op je hand slaat. Je houdt de spijker in het begin beet. Je geeft een zacht tikje op spijker, zodat hij een stukje in het hout zit. Daarna sla je harder op de spijker, tot hij er helemaal in zit. Een scheve spijker tik je weer zachtjes recht. Haal hem er niet uit, want anders zie je een gaatje in het hout’, zegt Thijs. ‘Bij het schroeven moet er geen ruimte tussen de houtjes zitten, anders gaan ze schuiven. Je moet ook opletten dat het kopje

van de schroevendraaier goed in de schroef zit en dan pas draaien. Anders gaat de schroef er scheef in’, legt Milan uit. ‘We schuren de vogelhuisjes met schuurpapier. Zo maken we het hout glad. Er zitten dan geen splinters aan en het ziet er mooier uit’, zegt Thijs.

– Jade (11) heeft een Afrikaanse witbuikegel als huisdier. Jade: ‘Ze heet Kiwi en ze is een albino. We hebben haar nu ongeveer 1,5 jaar. Ik vind haar heel schattig en ik vind het leuk om met haar te knuffelen. Ze heeft een rozig buikje met een klein beetje vacht.’

‘Kiwi is een ander soort egel dan je hier in de tuin hebt. Omdat ze uit Afrika komt, heeft ze warmtelampen in haar hok. Die zijn nodig om haar warm te houden. Als ze het te koud krijgt, gaat ze in winterslaap. In het hok is het ongeveer 23 graden’, vertelt Jade.

Knuffelen

‘Ik zit graag met Kiwi op schoot. Ze ligt dan tussen mijn benen in een dekentje en daarin maakt ze een holletje om in te slapen. Aaien kan gewoon, want haar stekels prikken alleen als ze boos is.

Haar stekels gaan dan omhoog staan. Als ze boos is, gaat ze ook blazen. Dat is een soort hard ademen. Ze is bijvoorbeeld boos als we haar overdag wakker maken. Ze is namelijk een nachtdier. Ze slaapt in een soort hangmat’, zegt Jade.

’s Avonds actief

‘In de avond is Kiwi heel actief. Ze gaat dan rondlopen in haar hokje en bij het raam staan. Het is net of ze dan vraagt of ze eruit mag. We laten haar in huis rondlopen, maar ze mag niet op het kleed en op de bank. Ze plast en poept namelijk overal. In de zomer laten we haar ook weleens in de tuin lopen. Ze is nieuwsgierig en wil alles ontdekken’, vertelt Jade.

Levende meelwormen

Een egel is een vleeseter. ‘Kiwi eet kattenbrokjes voor kittens en ze eet levende meelwormen. Die zien er wel een beetje eng uit. Ze bewegen zo en Kiwi eet ze dan levend op. We halen de meelwormen bij de dierenwinkel waar we Kiwi ook hebben gekocht’, zegt Jade.

ALBINO:

Een mens of dier zonder pigment (kleurstof) in huid en haar.

Milan plaatst de stukken hout op de goede plek om vast te maken.

Thijs slaat een scheve spijker recht.

Thijs en Milan schuren hun vogelhuisjes.

Milan draait de schroef er met een elektrische schroevendraaier in.

Milan en Thijs hebben ieder een vogelhuisje gemaakt.

Milan plaatst de voorkant van het vogelhuisje op de juiste plek.

Thijs slaat de spijker een klein stukje in het hout.

DORDRECHT – Milan (11) en Thijs (11) waren met hun klas bij Bouwmensen in ’t Bouwhuys voor verschillende praktijklessen. Milan: ‘We zijn hier om de bouw beter te leren kennen. En dat je daarbij samenwerkt. We leren bijvoorbeeld hoe je iets in elkaar zet.’ Thijs: ‘We leren hier nieuwe dingen, die handig kunnen zijn bij het kiezen van een middelbare school straks.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

artikel is mede mogelijk gemaakt door: ZUID-HOLLAND ZUID Hardinxveld-Giessendam/Dordrecht

Kiwi zit onder haar hangmat.

Jade laat Kiwi rondlopen.

HENDRIK-IDO-AMBACHT

TEKST

EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Jade zit bij het hok van haar egel Kiwi.

Een online serie maken

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Eleanor (11), Cas (8), Niels (9) en D’Jahvina (9) zijn de hoofdrolspelers van de online serie De Schat van Sol. Dit is een gezamenlijke serie van alle SOL-locaties. Eleanor, Cas, Niels en D’Jahvina zitten elk op een andere locatie. D’Jahvina: ‘In de serie zijn 2 iets gemenere en 2 aardigere personen. Ze gaan samenwerken en op zoek naar een afgelegen plek. Niels en ik zijn de gemenere kinderen, Eleanor en Cas de aardigere.’ Cas: ‘We weten zelf het hele verhaal nog niet. Ik ben dus ook aan het nadenken hoe het verder gaat.’ Eleanor: ‘Het worden in totaal 3 afleveringen.’ De serie wordt in ieder geval in iedere groep 3 t/m 8 op alle SOL-locaties bekeken. Niels: ‘Ik vind het leuk als veel mensen de serie gaan kijken.’ Cas: ‘Wel jammer dat de serie niet op Netflix of Videoland komt.’

‘Ik wil altijd al acteur worden. Toen ik hoorde dat je auditie kon doen, heb ik dat gedaan’, vertelt Niels. ‘Ik ook. Ik heb een filmpje gemaakt en foto’s van mezelf gestuurd’, zegt D’Jahvina. ‘We kregen te horen welke rollen er zijn. Je kon dan auditie voor een bepaalde rol doen’, vertelt Eleanor. ‘Meester Roald schreef het script, filmt en monteert. Hij is een leerkracht van SOL Admiraal’, zegt Niels.

Het acteren

‘We lezen voor de opnames het script door. Zo weet je wat je moet zeggen. Ook krijgen we tips. Je moet hard genoeg praten, passend bij de rol die je speelt’, zegt D’Jahvina. ‘Je zegt de tekst tijdens het filmen. Maar je zegt daarna de tekst ook nog een keer direct in de microfoon. Zo klinkt het geluid beter. Deze duidelijke tekst wordt dan onder de filmbeelden gemonteerd’, legt Eleanor uit.

‘We kijken bij sommige scènes naar elkaars oor of schouder in plaats van ogen. Dat voorkomt dat we gaan lachen. En als we lachen, moet de scène weer opnieuw’, vertelt Cas.

Personages

‘Ik vind het niet heel moeilijk om mijn rol te spelen. Ik ben zelf soms ook verlegen’, zegt Cas. ‘Ik ben zelf niet zoals Hannah. Ik speel dus een ander type. Maar ik voel heel goed wat Hannah voelt en doet. Dus ik word tijdens het acteren eigenlijk Hannah’, vertelt Eleanor.

Opnamedagen

‘We hebben inmiddels een aantal opnamedagen gehad’, zegt D’Jahvina. ‘We doen een aantal scènes per keer. De opnames zijn niet in dezelfde volgorde als het filmen. We moeten opletten, dat je er steeds hetzelfde uitziet met je kleding en haar’, vertelt Niels.

1e aflevering staat op YouTube

Benieuwd naar de serie waarin D’Jahvina, Niels, Cas en Eleanor spelen? De 1e aflevering staat inmiddels online. Neem de link over https:// youtu.be/J9zcmJgJYO8 of scan de QR-code.

Improviseren bij theaterles

DORDRECHT – Julia (11), Meagan (11), Mara (11), Noa (10) en Renate (9) zitten op theaterles bij Theater Tortilla. Tijdens de laatste les van 2022 gingen zij improviseren. Noa: ‘Bij improvisatie spreek je van tevoren niet af wat je gaat doen op het toneel. Je kijkt dan wat er gebeurt of ontstaat.’ Renate: ‘Ik vind het leuk dat ik zelf kan kiezen hoe ik mensen of dingen uit ga beelden. Meagan: ‘Ik vind het heel leuk om te acteren. Ik heb weleens gedaan alsof ik ziek was.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE

‘We leren bij theaterles vooral veel uitbeelden. Je kunt iets spelen wat waar is, maar ook iets wat je verzint. Meestal hebben we tekst, maar niet altijd. Je moet niet stilzitten,

VELDHUIS

maar altijd je handen en lijf gebruiken’, zegt Mara. ‘Theaterles is afwisselend. We doen ook spelletjes, door bijvoorbeeld allemaal dramatisch neer te vallen’, vertelt Meagan.

Onzintaal

Julia, Meagan, Mara, Noa en Renate gaan in de les aan de slag met jabbertalk. Dat is een verzonnen taal. Je maakt door de manier waarop je praat duidelijk wat je bedoelt. Ze verzinnen ter plekke allemaal een zinnetje in een onzintaal. ‘Het is leuk om gewoon te zeggen wat je maar wil’, zegt Mara. ‘Het is grappig om te doen. Niemand weet wat je precies bedoelt. Je doet niks verkeerd. Je kunt je handen gebruiken om dingen duidelijker te

DRAMATISCH:

Heel ernstig of verschrikkelijk.

maken. Zo kan de ander je toch een soort van verstaan’, vertelt Julia.

Interviewer, vertaler en inwoner Daarna start een volgend spel met improvisatie. Een interviewer gaat vragen stellen aan een inwoner van een verzonnen land. Maar ze spreken elkaars taal niet. Er is dus ook een vertaler. Renate stelt bijvoorbeeld een vraag. Julia stelt deze vraag in jabbertalk aan Mara. En Mara geeft in jabbertalk antwoord. En Julia ‘vertaalt’ dat antwoord dan weer in het Nederlands aan Renate. ‘Je leert hierbij goed uitbeelden wat je bedoelt’, zegt Renate. ‘Je gebruikt hierbij veel je lichaam’, vult Noa aan.

Een scène wordt uit meerdere hoeken gefilmd, zodat er verschillende shots in beeld komen.

Cas wordt gefilmd.

Eleanor speelt Hannah, Cas speelt Hugo, Niels speelt Hayden en D’Jahvina speelt Haley.

TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES

Renate is interviewer, Julia vertaler en Mara inwoner.

Noa is vertaler en Meagan inwoner.

STEEDS MEER VERSCHILLENDE VOERTUIGEN

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt

‘Ik ga meestal lopend naar school en soms fietsend’, zegt Mees. ‘Ik ook. Alleen als het echt stormt, dan word ik gebracht met de auto. Ik zet een muts op als het regent. Dat is lekker warm en ik kijk niet in mijn capuchon als ik omkijk op de fiets’, vertelt Rosalie. ‘Ik ga met de fiets of met de auto. Mijn moeder werkt op mijn school. Als het haar werkdag is, rijd ik mee in de auto’, zegt Jip. ‘Ik ga meestal op de fiets, sowieso op de dagen dat we gym hebben. We fietsen namelijk met elkaar naar de gymzaal’, vertelt Troy.

Verschillende regels ‘De verkeersregels zijn niet voor alle voertuigen hetzelfde. Een motor mag bijvoorbeeld niet op het fietspad. Een motor mag alleen op de weg rijden’, weet Troy. ‘Je wordt een voetganger als

je van je fiets afgestapt bent’, vertelt Mees. ‘En als je stept, ben je een voetganger en geen fietser’, zegt Rosalie. ‘Op een elektrische step ben je weer geen voetganger’, vult Jip aan. ‘Veel e-steps zijn eigenlijk verboden in Nederland, maar je ziet ze wel veel’, zegt Troy. ‘Ik denk dat de regels daarvoor een beetje vaag zijn. Ik snap dan eigenlijk wel dat je op een e-step gaat rijden’, vindt Rosalie.

Niet horen aankomen

‘Een e-scooter hoor je minder dan een normale scooter. Je hoort hem minder goed aankomen. Ik ben een keer aangereden door een e-scooter. Ik stak op de fiets mijn hand uit om over te steken, maar er bleek een e-scooter achter me te zitten. Hij reed me aan en ik viel. Ik had een bloedneus

DE VERKEERSQUIZ

1. WAT ZIJN VOERTUIGEN?

A. Een door de mens gemaakt voorwerp om mensen of goederen te verplaatsen

B. Een door de mens gemaakt apparaat om dieren te voeren.

C. Een door de mens gemaakte machine om anderen te overtuigen.

2. ZIJN E-STEPS IN NEDERLAND VERBODEN OP DE OPENBARE WEG?

A. Nee.

B. Ja.

C. De meeste e-steps wel.

3. WAT VINDT JIP FIJNER?

A. Een elektrische scooter.

B. Een normale scooter.

C. Een crossmotor.

en de ketting was van mijn fiets’, vertelt Troy. ‘Ik vind een normale scooter fijner, omdat je die hoort aankomen’, zegt Jip. ‘En eigenlijk vind ik de geur van gewone scooters best lekker’, zegt Mees.

Waarop gereden?

‘Ik heb een keer op vakantie in Kroatië op een e-step gereden. Ik vond het heel gaaf. Ik moest wel opletten bij drempels. Daar moet je niet te hard overheen rijden, anders maak je een salto. Ik heb op een kinderfeestje een keer op een crossmotor gereden. Ik ben toen wel gevallen en had een schaafwond’, zegt Jip. ‘Ik heb een keer voorop een scooter een rondje door de wijk gereden’, vertelt Mees. ‘Ik heb vroeger een keer bij mijn vader op schoot de auto bestuurd. Mijn vader gaf gas en remde. En hij hielp mij bij het sturen’, zegt Troy. Weet wel, dat dit wettelijk niet mag.

Waarop willen rijden?

‘Ik wil een keer op een kleine elektrische fiets rijden. Het geeft een kick in je buik als je hard gaat en iedereen kan inhalen’, zegt Jip. ‘Ik wil een keer op een hoverboard, quad of e-step rijden. De e-step lijkt me leuk omdat je dan gewoon staat en niks anders hoeft te doen dan sturen’, vertelt Rosalie. ‘Mij lijkt een crossmotor leuk. En ik wil een elektrische step eens ervaren’, zegt Mees.

Veel soorten

‘Ik vind het leuk dat er zoveel verschillende voertuigen zijn. Wie weet wat er allemaal nog meer komt. Misschien vliegen we straks wel echt rond in vliegende auto’s’, zegt Troy. ‘Iedereen kan kiezen wat hij of zij leuk vindt. Veel voertuigen zijn ook grappig’, vindt Jip. ‘Leuk dat er zoveel keuze is. Maar ik zou het wel fijn vinden als de regels duidelijk zijn, zoals voor een e-step’, zegt Rosalie. ‘Ik denk dat voertuigen steeds beter worden, omdat er zoveel verschillende zijn. Ik vind het fijn als ze veiliger en beter voor het milieu worden’, vertelt Mees.

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Troy (11), Rosalie (9), Jip (10) en Mees (9) komen veel verschillende

Veel voertuigen hebben 2 wielen, sommige 4 en een enkele 3. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Goede voornemens

Liam:

‘Ik wil iets meer leren eten. Ik lust bijna niets. Ik eet thuis vaak andere dingen dan mijn ouders. Ik vind het niet zo gezellig dat ik anders eet dan de rest. Ik denk dat ik dit kan veranderen door meer te proeven. Dan kan ik aan het eten wennen.’

Déjà:

‘Ik wil beter worden in rekenen en pianospelen. Rekenen is niet mijn sterkste vak. Ik wil het meer gaan oefenen. Ik zit op pianoles. Het pianospelen wil ik ook meer gaan oefenen. Ik denk dat ik eind volgend jaar dan terugkijk of het gelukt is om beter te kunnen rekenen en pianospelen.’

Sophia:

‘Ik zit niet op sport nu. Ik praat met mijn ouders over welke sport ik wil gaan doen. Ik wil ook wat meer leren voor een toets. Ik begin pas met leren als de toets over 2 dagen is. Ik denk dat het maken van de toets beter gaat, als ik eerder begin met leren. En ik wil wat beter op mijn spullen letten. Mijn vader heeft weleens wat van me weggegooid. Ik kan beter mijn spullen opruimen in mijn kamer.’

Kyano:

‘Ik wil beter worden in voetbal. Ik ben al best goed, maar ik wil aan mijn verdediging werken. Ik moet beter mijn rust bewaren. Ik wil goed gaan luisteren naar de coaching van mijn trainers. Ik denk dat ik heel blij ben als het me gelukt is.’

Vouw op de lange zijde van het overtrekpapier een rand van 1 cm dubbel en plak deze vast. Leg het overtrekpapier op het vel met kerstplaatjes. Trek zoveel mogelijk plaatjes over en kleur deze in. Verspreid de plaatjes over het hele overtrekpapier.

Als alle lijnen geknipt zijn, draai je het vel om. Vouw de lange lijn de andere kant op, zodat je geen potloodstrepen op je lampion ziet. Houd de lange kanten tegen elkaar en niet deze met de nietmachine vast.

Nick:

‘Ik wil wel beter worden in freerun. Ik wil graag de back flip tegen de muur kunnen. Dat is een salto achterover vanaf de muur. Deze beweging heet de wall flip. Ik wil vaak aan mijn meester vragen of hij me kan helpen bij het maken ervan.’

Heb jij goede voornemens? ❍ Ja, namelijk... ❍ Daar heb ik nog niet over nagedacht.

Praat jij met iemand over goede voornemens? ❍ Ja, met... ❍ Nee, maar dat ga ik nog wel doen. ❍ Nee, dat vind ik niet nodig. Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Trek aan de lange zijde 1,5 cm van de rand met potlood een lijn. Trek ook een lijn in het midden van het vel. Trek tussen deze 2 lange lijnen om de 1 cm horizontale lijnen.

Smeer lijm op 1 rand aan de korte zijde. Pak de andere kant van het overtrekpapier en leg deze op de rand met lijm. Druk net zo lang aan met je vingers tot het papier blijft plakken.

Schuif de koker van overtrekpapier met de tekeningen in de koker van karton. Duw op de koker met karton. Niet met een nietmachine de randen hiervan vast aan de randen van het overtrekpapier.

Vouw het vel doormidden met de lijnen aan de buitenkant. Knip vanaf de vouwrand over de korte lijnen. Let op dat je niet voorbij de lange lijn knipt.

Pak 2 stukken ijzerdraad van 20 centimeter. Leg deze op elkaar en maak een lusje in het midden. Door dit lusje komt het stokje. Maak gaatjes in de bovenste rand van de lampion. Steek door elke gaatje een ijzerdraadje en maak vast. Hang het lampje aan een draadje van ongeveer 10 centimeter. Maak het draadje vast aan het ijzerdraad. Doe het lampje aan. Je lampion is klaar!

De lampion van Anna.

ZWIJNDRECHT – Veel mensen beginnen een nieuw jaar met goede voornemens. Liam (9), Sophia (9), Nick (8), Déjà (9) en Kyano (9) vertellen of zij goede voornemens hebben en hoe zij ervoor zorgen dat het lukt deze uit te voeren. Liam: ‘Goede voornemens zijn dingen die je in een volgend jaar wilt halen, bijvoorbeeld meer sporten.’ Kyano: ‘Een goed voornemen hebben betekent dat je voor jezelf iets wilt veranderen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

DORDRECHT – Anna (9) maakte op 21 december in Buurtkamer Vrieseweg een lampion voor de Lichtjestocht op Kerstavond in het centrum van Dordrecht. Ze laat in stapjes zien hoe je deze lampion kunt maken. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Recht op onderwijs

SLIEDRECHT – Openbare basisschool Roald Dahl haalde tijdens de kerstperiode geld op voor Unicef. Lars (8): ‘Unicef koopt rugzakjes met schoolspullen van het opgehaalde geld en deelt deze uit onder kinderen in andere landen. Kinderen moeten naar school kunnen en hebben daar spullen voor nodig.’ Rayven (9): ‘We maken van alles en dat verkopen we. Ik heb bijvoorbeeld een sneeuwpop van een sok en rijst gemaakt.’ Nova (11): ‘Ik heb een kerstster gemaakt. We zamelen ook op andere manieren geld in, bijvoorbeeld door statiegeldflessen in te leveren.’ Lars: ‘Ik geef extra geld van mijn zakgeld.’ Damian (10): ‘Ik vind het een goed idee dat we geld inzamelen. We helpen zo andere kinderen. Het hoort bij kerst om elkaar te helpen. Ik denk dat we zo’n 800 euro ophalen met de hele school.’ Tijdens het kerstdiner op 21 december werd bekendgemaakt dat er in totaal € 580,- is opgehaald.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Kinderen hebben het recht om naar school te gaan. Want als je niet naar school gaat, kun je niet voor een beroep leren. Je verdient zonder beroep geen geld en dan leef je in armoede’, vertelt Lars. ‘Het is voor

je

Slim worden van school ‘Als je niet naar school kunt gaan, word je minder slim. En dan kun

je geen goede beslissingen nemen’, zegt Rayven. ‘Je wordt niet alleen slim van school. Je kunt ook slim worden van andere mensen doordat je hen iets ziet doen of ze raden je iets aan’, vindt Nova. ‘Bij elk beroep heb je wel iets nodig wat je geleerd hebt op school, bijvoorbeeld iets uitrekenen of begrijpend lezen. Als ik opeens niet meer naar school zou kunnen, ga ik denk ik een beetje rondhangen en gamen. Dat is in het begin leuk, maar dat word ik ook zat’, vertelt Damian.

Jongens en meisjes naar school ‘Vroeger moesten kinderen werken. Maar het is beter voor je om naar school te gaan. Daarom is er recht op onderwijs gekomen’, weet Lars. ‘In Nederland kan iedereen naar school. Vroeger waren er wel scholen voor jongens en scholen voor meisjes’, zegt Damian. ‘En nog langer geleden

ONTBIJTEN OP SCHOOL

mochten meisjes niet naar school. Dat vonden ze niet nodig, want meisjes werkten in de keuken’, vertelt Nova. ‘Dat is erg. Meisjes moeten ook gewoon slim kunnen worden en kunnen gaan werken. Ze moeten dus gewoon naar school kunnen’, vindt Rayven. ‘Ja, als jongens naar school mogen, moeten meisjes dat ook gewoon mogen. Er is geen verschil’, zegt Lars. Er zijn nog steeds landen waar niet alle kinderen naar school gaan.

Vrienden maken

‘In een klas leer je elkaar kennen. Dan kun je makkelijker vrienden maken dan met kinderen die je nog niet kent. Je kunt dan bang zijn om afgewezen te worden’, zegt Nova. ‘Ja, het is dan spannend om te vragen of iemand wil spelen’, vult Rayven aan. ‘Naar school gaan helpt om vrienden te maken’, zegt Lars.

ALBLASSERDAM –

Ontbijten zorgt ervoor dat je je goed kunt concentreren op school of werk. Levi (9), Sterre (6) en Sam (10) komen uit 1 gezin en ontbijten sinds een paar weken op hun school IKC ’t Nokkenwiel. De school heeft hier subsidie voor gekregen en zorgt voor de boodschappen. Het ontbijten op school is vooral voor kinderen waar thuis te weinig geld is om genoeg eten te kopen. Daarnaast is het ook gewoon gezellig om met andere kinderen te ontbijten. Er komen gemiddeld 5 kinderen per dag. Sam: ‘We komen hier iedere dag ontbijten. Zo hoeven wij thuis minder brood te kopen.’ Levi: ‘En op maandag en vrijdag is het ook handig om hier te ontbijten. Want dan moet onze vader werken.’

Levi, Sterre en Sam zitten in een ruimte op school. ‘We eten voordat school begint. Als de bel gaat, nemen we brood dat nog niet op is mee naar buiten. Dat eten we dan nog op het schoolplein op’, vertelt Sterre. ‘Ik vind het leuk om zo op school te ontbijten’, zegt Levi. ‘Ja, het is gezellig en je kunt zoveel eten als je wil’, vult Sam aan.

Zelf kiezen Er zijn verschillende soorten beleg. ‘Ik kan kiezen wat ik op mijn brood wil. Maar pindakaas met hagelslag vind ik het lekkerst’, zegt Levi. ‘Dat eten is een traditie in ons gezin. De juf smeert ons brood’, zegt Sam.

Eventueel lunch maken ‘We eten lunch op school. Soms nemen we lunch van huis mee. Maar als er thuis niks is, dan krijgen we hier brood voor de lunch’, vertelt Sam. ‘Ja, gisteren had ik bijvoorbeeld geen lunch mee. Het is fijn dat mijn lunch dan op school gemaakt kan worden’, zegt Sterre.

Niet lekker voelen ‘Het is belangrijk om iedere dag te eten en drinken’, zegt Sam. ‘Je kunt 4 dagen zonder eten en drinken’, weet Levi. ‘Ja, dat wel, maar als je te weinig eet en drinkt, dan ga je je niet goed voelen. Je krijgt buikpijn. Je voelt je gewoon niet lekker dan’, vertelt Sam.

TEKST EN FOTO: LINDA TE VELDHUIS

Levi, Sterre en Sam zitten aan de ontbijttafel op school.

toekomst belangrijk om onderwijs te hebben’, zegt Nova.

Rayven

Nova

Lars

Damian

Met andere meiden knutselen

DORDRECHT – Aicha (10) en Dounia (6) waren de maandagmiddag vlak voor de kerstvakantie bij de Meidenactiviteit van Het Vogelnest in buurthuiskamer Bij Bosshardt. Aicha: ‘Ik woon hier vlakbij. Ik kom hier ongeveer 3 keer per week naar activiteiten, zoals koken en knutselen. Ik kom lopend.’ Dounia: ‘Ik woon ook vlakbij. Ik ga hier elke maandag en woensdag heen. Ik kan hier dingen doen die ik thuis niet doe.’ TEKST

‘Ik vind het leuk om hierheen te gaan. Ik heb vaak thuis niet echt iets om te doen. En dan ga ik al snel op mijn telefoon. Hier kan ik activiteiten doen en ben ik met vriendinnen. Het

is gezellig hier. Er zijn soms ook jongens, maar die komen niet op maandag. Op maandag is het alleen voor meiden, we gaan dan knutselen. De ene keer zijn we met een klein groepje en de andere keer met veel. Dat ligt volgens mij aan het weer. In de winter blijven mensen sneller thuis dan in de zomer’, vertelt Aicha. ‘Ik vind het gezellig om hier te komen. Ik heb de kinderen die hier komen leren kennen’, zegt Dounia.

Bakken en spelletjes doen ‘Een tijdje terug hebben we cupcakes gemaakt en versierd. Dat vond ik erg leuk om te doen. Ik had alleen iets te veel meel in het beslag gedaan. De cupcakes waren gelukkig

Dounia plakt een oor vast.

nog steeds lekker’, zegt Aicha. ‘Ik kan hier ook spelletjes doen. Mijn favoriet is Halli Galli Extreme. Je moet dan zo snel mogelijk op de bel drukken als je de juiste kaarten ziet’, vertelt Dounia.

Rendier van een papieren bord Vandaag maken Aicha en Dounia een rendier van een papieren bord. Eerst

Naar een kidsclub bij jou in de buurt?

initiatieven voor kinderen tussen de 7 en 12 jaar bij buurthuizen, speeltuinen etc. Waarschijnlijk is er wel een plek bij jou in de buurt.

Sporten en muziek maken tegelijk

ALBLASSERDAM – Job (10) en Joas (11) drumden tijdens de kerstvakantie op een grote bal tijdens een Drumtastic-workshop bij het ABC team in Landvast. Joas: ‘We drummen met houten stokjes op een fitnessbal. We maken op verschillende liedjes allemaal bewegingen en slaan op verschillende manieren op de bal.’ Job: ‘Het is muziek maken en sporten gelijk. Ik krijg het er heet van.’ Joas: ‘Ja, het is wel echt sporten.’

Job en Joas drummen voor het eerst op een bal. ‘Ik drum weleens met mijn handen op tafel. En ik heb een keer op een echt drumstel gedrumd’, zegt Joas. ‘Het drummen op de bal klinkt als dribbelen met een basketbal’, vindt Job.

Veel bewegen

‘Er zijn twee begeleiders. Zij vertellen en laten zien wat we moeten doen. We maken allemaal

bewegingen rondom de ballen. We stappen naar links en rechts om op de bal ernaast te slaan. We gaan door onze hurken, draaien rondjes en bukken. We doen onze armen vaak naar boven’, vertelt Joas. ‘We joggen en springen ook tijdens het drummen’, vult Job aan.

Tellen tijdens het slaan ‘We tellen tijdens het slaan. We slaan eerst 8 keer achter elkaar op

dezelfde plek, dan 4 keer, daarna 2 keer en dan 1 keer. Het 1 keer slaan gaat heel snel. Dat is best lastig om bij te houden. Mijn armen voelen helemaal slap door het slaan met de stokjes’, vertelt Job. ‘We slaan de ene keer zacht of normaal en soms ook keihard’, zegt Joas.

Grijze bal Job en Joas slaan tijdens de workshop op hun eigen en op de bal van degene naast hen. Er zijn blauwe en grijze ballen. ‘Omdat ik op een hoek sta, heb ik een grijze bal naast me. Hier staat niemand achter. Ik gebruik deze bal als ik naar rechts ga om te drummen’, legt Joas uit.

verven zij het bord. Ze knippen uit verschillende kleuren karton de oren, het gewei, de ogen en de neus. Deze plakken ze op het bord, nadat de verf droog is.

Tips van Joas en Job

Ga jij ook een Drumtasticworkshop doen? Joas en Job hebben een paar tips voor je:

- ‘Drum thuis vast met je handen op tafel. Dan weet je alvast hoe je kunt drummen.’

- ‘Het drummen kan heel snel gaan en dan houd je het misschien niet bij. Blijf rustig en raak niet in paniek.’

- Let op dat je niet op het ventiel van de bal slaat. Dan schiet die erin en loopt de bal leeg. Draai de bal dus af en toe zodat het ventiel onderop is.’

Aicha knipt een oor voor het rendier uit. Dounia verft een papieren bordje.

EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Job kruist zijn stokjes op het juiste moment op de muziek.

Joas en Job sporten en drummen met een hele groep tegelijk.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Job en Joas zijn bij Landvast voor de activiteiten van het ABC team.

De Vraag en Puzzel

Wat gebeurt er tijdens een studiedag?

DORDRECHT – Veel basisscholen hebben 7 studiedagen per jaar. De leerlingen zijn dan vrij, maar de juffen en meesters niet. Wat doen zij eigenlijk tijdens een studiedag? En wat doe jij tijdens een studiedag? Levi (11), Nora (11), Mayar (9) en Mehdi (9) geven antwoord op deze vragen. TEKST EN

‘Ik denk dat wij 3 studiedagen per maand hebben. De juffen en meesters overleggen dan over school en maken betere plannen. Ik vind een studiedag fijn. Je hebt dan soms een extra dag om huiswerk te maken en je kunt leuke dingen doen. Bij mijn vader slaap ik uit en daarna halen we bijvoorbeeld kindervuurwerk. Dat steken we ’s avonds in het donker af, nadat we 2 films hebben gekeken. Bij mijn moeder ga ik eerst 2 uurtjes naar de BSO en daarna naar huis. Dan ga ik vaak naar de winkel om iets van mijn zakgeld te kopen.’

‘Ik denk dat de juffen en meesters serieuze dingen doen, bijvoorbeeld overleggen wie welke groep les gaat geven. Daarom zijn studiedagen belangrijk. Ik vind school leuk, ik ga liever elke dag naar school. Ik vind een studiedag dus niet leuk. Als het koud is, kan ik niet buiten gaan spelen. Ik verveel me dan soms thuis. Soms ga ik logeren of film kijken met mijn gezin.’

Mayar

‘Studiedagen zijn belangrijk. De meesters en juffen vergaderen met elkaar, bijvoorbeeld over wat ze met een leeg lokaal kunnen doen of over de lessen bewegend leren. Ook halen ze werk in. Anders moeten ze dat in het weekend doen. Ze kijken dingen na, zonder dat er allemaal kinderen bij zijn. Ik denk dat ze wel gezellig met elkaar lunchen in school. Ik kijk op een studiedag soms film of ga knutselen. Ik vind de naam goed voor de leraren, maar voor de kinderen niet. Zij leren tijdens een studiedag niet.’

Wat doe jij tijdens een studiedag?

‘Ik denk we 1 studiedag in de 2 à 3 maanden hebben. Er zit hier een luik in de vloer van het lokaal. Ik denk dat de meesters en juffen het luik openmaken en onder de vloer een feestje vieren. Ik speel buiten, ga naar vrienden of ik blijf slapen in bed tot de volgende dag tijdens een studiedag. Ik vind het stom dat een studiedag meestal op woensdag of donderdag is. Dan moet je na de studiedag nog naar school en heb je geen lang weekend.’ De

de

het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl

FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Nora

Levi

Mehdi

MIJN VADER IS: PRODUCTMANAGER ICT

eruit zien als een buis.

kan van

Deze tankcontainers kunnen op een vrachtwagen

worden.’ Gijsbert, de vader van Jonas: ‘Klopt. En er kunnen ook chemische stoffen in de tankcontainers zitten. Met de computerprogramma’s weten onze klanten waar de tankcontainers zijn en of ze heel of kapot en schoon of vies zijn.’ TEKST EN

‘Mijn vader verzint de computerprogramma’s samen met collega’s en klanten. Mijn vader bouwt de programma’s niet, dat doen anderen’, vertelt Jonas. ‘Heel soms maak ik wel een prototype van een programma. Dat is een testversie. Zo kun je een idee voor een programma

eerst klein proberen, voordat je het hele programma echt gaat maken’, zegt Gijsbert.

Veel overleggen ‘Mijn vader werkt op kantoor, maar ook vanuit huis. Hij gaat ook vaak bij bedrijven langs. Ik weet dat hij veel

belt om te overleggen’, zegt Jonas. ‘Inderdaad, ik verzamel zo veel informatie’, vertelt Gijsbert. ‘Mijn vader is af en toe ook een week weg’, zegt Jonas. ‘Ik ga tijdens zo’n week naar een beurs of bedrijven in het buitenland, bijvoorbeeld in Amerika’, vult Gijsbert aan.

Schoon en niet ontploffen ‘Mijn vaders werk is belangrijk, want zo is bekend of containers goed schoon zijn’, zegt Jonas. Je wilt tenslotte niet dat een nieuwe lading van de container vervuild wordt door de oude lading. ‘Sommige producten kunnen ontploffen en mogen daarom niet bij elkaar in de buurt staan. Het programma weet waar alle containers

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

staan’, gaat Jonas verder. Het computerprogramma bedacht door Gijsbert voorkomt dus problemen.

Van niets iets maken

‘Met programmeren kun je van niets iets maken. Je maakt instructies in codetaal. Je geeft aan dat als dít gebeurt, dat dát moet gebeuren. Ik vind het leuk om voor een probleem een oplossing te vinden en daar een computerprogramma voor te bedenken’, zegt Gijsbert. ‘Het lijkt mij mooi werk om computerprogramma’s te verzinnen. Ik denk wel dat het lastig is om uit te zoeken waarom er iets misgaat in een programma en dat dan op te lossen’, vertelt Jonas.

Welke opleiding doe je voor deze baan?

Productmanager ICT is een specialisatie. Dat betekent dat je eerst in een andere functie start. Dit kan bijvoorbeeld ontwikkelaar ICT zijn. Hiervoor zijn mbo- en hbo-opleidingen. Deze kun je na de middelbare school doen. Maar op vmbo-kader kun je bijvoorbeeld ook al aan de slag gaan met programmeren. Er zijn diverse ICT-opleidingen te volgen in de Drechtsteden.

WAT DOET EEN LOGISTIEK MEDEWERKER?

‘Geen idee. Nu ik weet wat het is, lijkt het me belangrijk werk. Je zorgt ervoor dat mensen hun spullen krijgen. Ik denk niet dat het iets voor mij is. Ik wil iets met dieren doen. Ik ben weleens in een magazijn geweest, bij Opnieuw & Co. En ik moet aan het grote magazijn in Ikea denken. Daar pak

‘Ik heb weleens gehoord van het woord logistiek. Mijn vader is monteur en bestelt spullen. Misschien is de persoon die voor deze spullen zorgt wel een logistiek medewerker. Het werk past niet bij mij. Ik wil archeoloog worden.’

Daan

Later word ik...

ZWIJNDRECHT – Denk jij weleens na over wat je later voor werk gaat doen? Dat gebeurt vaak in de bovenbouw van de basisschool. Je denkt dan na over naar welke middelbare school je kunt gaan. Jenna (10) vertelt wat zij later wil worden. TEKST: LINDA TE VELDHUIS, FOTO: PRIVÉ

‘Ik heb nog nooit gehoord van logistiek medewerker. Ik ben weleens in een groot magazijn bij een meubelbedrijf geweest. Mijn moeder werkte daar. Er stonden hoge kasten vol spullen. Daar zal wel een logistiek medewerker werken. Dit werk zal niet bij mij passen. Ik wil met mijn handen werken en iets maken.’

Nyla

Wat is een logistiek medewerker?

Als logistiek medewerker ga je altijd efficiënt te werk en ben je onmisbaar. De juiste spullen komen dankzij jou op de juiste plek terecht. Je ontvangt en controleert binnenkomende goederen, slaat ze op in het magazijn en voert ze in het systeem in. Ook verzamel je orders, maak je deze verzendklaar en help je bij het inladen.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

‘Ik weet niet wat logistiek is, maar wel wat transport is. Bij transport breng je iets van de ene naar de andere plek. En een magazijn is een plek waar je spullen opslaat. Misschien is deze baan wel iets voor mij. De baan doet mij denken aan mijn vader. Hij sorteert groente en fruit. Dat lijkt misschien een beetje op het werk van een logistiek medewerker. Daardoor past de baan misschien wel bij mij.’

Cast member Disneyland Parijs

‘Ik droom al jaren over een baan als cast member van Disneyland Parijs. Het lijkt mij een mooie plek om te werken. Geen dag is hetzelfde, behalve de blije gezichten van de mensen en vooral kinderen. Ik hoop dat ik een personage kan spelen, het liefst Doornroosje. Ik ben best lang en Doornroosje ook. Ik ben hard bezig met Engels leren. Daarna ga ik Frans leren. Als ik in Disneyland ga werken, dan ga ik in een speciaal dorp voor medewerkers wonen.’ Jenna

je alleen zelf de spullen.’

Leja

Abby

ZWIJNDRECHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk gelijk duidelijk voor je, bijvoorbeeld meester of verpleegkundige. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Nyla (12), Daan (11), Abby (10) en Leja (10) vertellen over het beroep logistiek medewerker. Dit is een baan in de Transport & Logistiek. Wat denken zij dat die baan inhoudt? En lijkt de baan hen belangrijk? TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

HENDRIK-IDO-AMBACHT – De vader van Jonas (10) is productmanager ICT bij de afdeling DEPOT Software van de Lucrasoft ICT Groep. Jonas: ‘Mijn vader verzint computerprogramma’s voor tankcontainers. Dit zijn containers die

Er

alles in zitten, karamel of chocolade.

gezet

FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

Gijsbert laat Jonas in 3D zien wat een door hem verzonnen computerprogramma doet.

Jonas en zijn vader met voor zich een aantal miniaturen van tankcontainers.

Op School en Sport

Naar de open dag van een middelbare school

7 december

Jessica: ‘Ik ben hier om te kijken of ik naar deze school ga na de zomervakantie. Ik kijk naar de lwoo-afdeling op het vmbo. Hier zitten minder kinderen in een klas. Dat lijkt me fijn.’ Bij lwoo zijn de klassen kleiner, zodat leerlingen extra begeleiding kunnen krijgen. Mats: ‘Ik zit in groep 7. Ik wil me nu al voorbereiden om straks een keuze voor een middelbare school te maken. Als ik een te snelle keuze moet maken, raak ik overprikkeld. Dus ik neem de tijd voor het kiezen van een middelbare school. Ik denk dat ik naar de mavo ga.’ TEKST EN FOTO’S:

‘Ik wil naar een school waar ik dingen kan doen. Ik kijk vanavond of dit een school is waar dat kan’, zegt Mats. ‘Ik krijg volgende week mijn advies voor een middelbare school. Als ik die heb, dan kan ik echt kiezen naar welke school ik ga’, vertelt Jessica.

Proefje met vuur ‘We hebben bij scheikunde een proefje met vuur gedaan. Je deed je hand in water met sop waarin bubbels met gas zaten. Dit schepte je op met je hand. De docent hield er een vuurtje bij en daardoor kreeg je een grote vlam op je hand. Ik voelde de vlammen niet’, legt Mats uit.

Heftruck rijden en houtbewerking

‘Ik heb in een simulator op een heftruck gereden. Ik schudde heen en weer als ik hard remde’, vertelt Mats. ‘Ik vind vooral de lokalen met de machines om met hout te werken leuk’, zegt Jessica.

Proeflessen volgen en open dag ‘Ik denk dat ik mezelf wel hier op school zie zitten. Ik hoorde dat je proeflessen kunt doen. Dat wil ik wel, dus ik ga kijken of dat lukt’, zegt Mats. ‘Ik wil ook proeflessen om wat van hout te maken volgen. En ik wil nog naar de andere open dagen gaan’, vertelt Jessica.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Open Dagen

Ben je benieuwd hoe CSG De Lage Waard er vanbinnen uitziet en wie de docenten zijn? Wil je weten welke vakken er zijn en welke brugklas het beste bij jou past? De komende tijd zijn er Open Dagen voor leerlingen uit groep 7 en 8. Zet de volgende data in de agenda:

• 27 januari 2023 • 1 februari 2023

Kijk voor meer informatie en aanmelden op www.delagewaard.nl

Nuttig en goede indruk

‘Ik vind het nuttig dat ik naar deze open dag ben geweest. Dit helpt bij het kiezen straks’, zegt Mats. ‘Ik zie me hier misschien wel naar school gaan. Ik heb een goede indruk gekregen vanavond. De school is groot, maar binnen voelt het klein. Dat is fijn’, vertelt Jessica.

Mats rijdt op de heftrucksimulator.

Lorena was bij het WK in Qatar

DORDRECHT – Lorena (7) bezocht samen met haar vader, oom en broertje Xavi (3) het Wereldkampioenschap (WK) voetbal in Qatar. ‘Ik ben daar in het stadion naar de wedstrijd van het Nederlands elftal tegen Qatar geweest. Ik had nog nooit zoiets meegemaakt. Mijn papa had hiervoor voor mij vrij gevraagd op school. Ik was 5 dagen in Qatar en heb daardoor 3 dagen school gemist. Het was 6 uur vliegen’, vertelt Lorena enthousiast. Het is de 21e keer dat Lorena naar een voetbalwedstrijd van het Nederlands elftal is geweest, maar de 1e keer bij het

‘Ik kon de wedstrijd supergoed zien. We zaten op 1 van de 1e rijen, in het Nederlandse vak. We zaten vlakbij de trommels. Het was erg gezellig zo met het Oranje Legioen’, zegt Lorena.

Verkleed

‘Ik was ook verkleed. Mijn vader gaat al jaren als Fred Flintstone naar de wedstrijden van het Nederlands Elftal. Ik was daarom verkleed als Pebbles en mijn broertje als BammBamm’, vertelt Lorena. Dit zijn allemaal figuren uit de tekenfilmserie The Flintstones.

De Oranjemars

‘Voor de wedstrijd was de Oranjemars. Toen liepen we met een groep Nederlanders achter een bus aan. We zongen allemaal Nederlandse liedjes en gingen dansen. We deden bijvoorbeeld van links naar rechts’, zegt Lorena.

In het stadion

‘Het stadion leek net een grote tent. Voor de wedstrijd begon was het supermooi in het stadion. Er waren allemaal lichtjes. Er kwam ook veel

vuurwerk. Ik heb zitten genieten. Als mijn vader liedjes voor Nederland ging zingen, ging ik ook zingen’, zegt Lorena. Lorena en haar broertje trekken vaak de aandacht van de pers. ‘Er zijn wel duizenden foto’s van mij en mijn broertje gemaakt. Ik vind dat fantastisch’, glundert Lorena. Ook is ze met haar broertje meerdere keren op tv geweest, bijvoorbeeld bij Hart van Nederland maar ook bij een programma in Qatar.

Geen kampioen ‘Nederland won de wedstrijd waar ik bij was. Het is jammer dat Nederland geen wereldkampioen is geworden. Misschien de volgende keer. Ik wil

De pers fotografeert Lorena en haar broertje.

dan heel graag weer gaan kijken in het stadion. Dat is dan in Amerika, Mexico en Canada’, vertelt Lorena.

ORANJE LEGIOEN:

Een groep supporters van de nationale voetbalploeg en Formule 1-coureur Max Verstappen.

Lorena is samen met haar broertje Xavi, haar oom en haar vader op de tribune.

Deze grote zaagmachine voor hout vindt Jessica tof.

PAPENDRECHT – Jessica (12) uit Hendrik-Ido-Ambacht en Mats (11) uit Zwijndrecht bezochten

de Open Dag op CSG De Lage Waard, locatie vmbo/mavo.

LINDA TE VELDHUIS

Jessica doet een proefje met vuur bij scheikunde.

WK. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS EN PRIVÉ

Lorena zit samen met de WKmascotte La’eeb thuis op de bank na haar bezoek aan Qatar.