Kinderkrant Drechtsteden maart 2023

Page 1

5 4 8 9

Kinderraad geeft de gemeente ideeën

Een gedichtenbundel maken

Inzamelen voor Turkije en Syrië Wat te doen bij een overstroming?

SAMEN KOKEN IN DE WIJK

DORDRECHT – Gabriel (11), Amira (11), Lana (6), Payam (10), Rodaina (8), Massa (7), Sara (5), Ala (8) en Zornitsa (8) waren 26 februari bij Wijk voor Wijk. Daar was Smaken van Crabbehof. Ala: ‘We gaan vandaag samen met andere kinderen en moeders koken.’ Zornitsa: ‘We bedenken hier samen wat we gaan koken.’ Payam: ‘Ik heb opgeschreven welke boodschappen we gaan halen.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik vind het leuk om zo samen de boodschappen voor het koken te halen. Ik heb het mandje en andere kinderen halen de spullen’, zegt Rodaina. ‘Ik doe vaker boodschappen met mama, maar nu is het anders. Ik ken deze kinderen nog niet, maar ik vind het wel leuk om zo samen boodschappen te doen’, vertelt Lana.

Verschillende culturen

Sara, Gabriel, Amira, Lana, Payam, Rodaina, Massa, Ala en Zornitsa hebben verschillende culturele achtergronden. ‘We komen uit verschillende landen. Ik kom uit Polen. Anderen hier komen uit Syrië, Afghanistan, Brazilië en Bulgarije’, zegt Ala. ‘Ik ben half Egyptisch en half Marokkaans. Ik vind het leuk om

zo samen te koken. En het is handig dat moeders meehelpen’, zegt Amira. ‘Ik ken hier niet alle mensen, dus ik kan nieuwe mensen leren kennen’, vertelt Payam.

Zelf koken

‘Ik ben voor de 2e keer hier bij het koken. Vandaag zijn er meer kinderen, dat is leuk. Ik kook best vaak thuis, vooral traditioneel Braziliaans, zoals een soort bol deeg met kip erin. Deze bol wordt gefrituurd’, vertelt Gabriel. ‘Ik ben voor het eerst hier. Ik ben gekomen omdat ik koken heel leuk vind. Ik kook ook vaak thuis’, zegt Payam. ‘Ik maak thuis cake, cupcakes of bladerdeeghapjes met aardappel of tonijn’, vertelt Amira. ‘Ik heb al eens eerder muffins gemaakt’, zegt Massa. ‘Ik vind het leuk om thuis te helpen met koken. Ik help met snijden en ik stel de kookplaat in’, vertelt Ala.

Wat is er gekookt?

- Linzensoep.

- Aardappelpartjes met ei, kaas en groente.

- Bladerdeeghapjes met halal knakworst.

- Bladerdeeghapjes met aardappel,

- Muffins.

Samen eten

‘Ik vind het leuk om zo samen te bakken en straks samen te eten’, zegt Massa. ‘Het lijkt me leuk om vaker zo samen te koken’, vindt Sara. ‘Ik heb wel trek gekregen van al dat eten maken. Ik heb af en toe wel tussendoor iets geproefd’, zegt Amira. ‘Ik heb inmiddels ook honger’, zegt Zornitsa. Als al het eten klaar is, gaan de kinderen samen met de moeders aan tafel om te eten.

MAART 2O23
Lana, Payam, Gabriel, Rodaina en Amira doen de boodschappen. Sara, Gabriel, Amira, Lana, Payam, Rodaina, Massa, Ala en Zornitsa gaan bijna aan tafel om te eten. Zornitsa en Ala breken eieren. Payam en Lana snijden aardappelen. tomaat, ui en dille.

De moeder van Pietje zet de borden met soep op tafel. ‘Maak het tafelkleed niet vies, ik heb het namelijk net gewassen’, zegt ze tegen de kinderen. ‘Per vlek verminder ik jullie zakgeld met 2 euro.’ Moeder gaat weer naar de keuken. Als ze terug komt, ziet ze Pietje met een lepel soep over het tafelkleed verspreiden. ‘Wat ben je aan het doen, Pietje?’, vraagt moeder. Pietje: ‘Ik maak van 3 vlekken 1 vlek!’

Eveline (12)

Simon komt bij de dierenwinkel en vraagt aan een medewerker: ‘Meneer, ik zoek een muis.’ De medewerker vraagt aan Simon: ‘Wil je deze met rode ogen of deze mooie zwarte?’ Simon zegt: ‘Maakt niet uit, mijn slang heeft honger en vindt alles lekker!’

Miranda (11)

nn y en Jim m y

Jenny! Mag ik ook zo’n grijper?

Tuurlijk! Fijn dat je helpt onze buurt netjes te houden, Jimmy.

Waar ga je aan de slag? De speeltuin? Het pleintje?

g e w a s c k n s n z b

u t p a l o r e l e a o

i n l i a u u s e k a n

e e a n f r i s p o d e

n l n e r g d e p k j n

o g t m u e e b a e e p

o r e e i t n b e t s e

g o n o t t k i n i e r

s e b l o e i e n r e e

t i t b e t o m a t e n

e e u w o r t e l e n n

n n k n g c o m p o s t

aardbeien

appels

bessen

bloeien

bloemen

bonen

compost

courgette

fruit

gewas groeien

Aangeboden door kinderboekhandel De Giraf in Dordrecht

groenten

koken

kruiden

kweekbak

lente

oogsten

peren planten

sla

tomaten

uien

wortelen

zaadjes

ANTWOORD (1 WOORD):

REGELS: DE WOORDEN VIND JE HORIZONTAAL, VERTICAAL EN DIAGONAAL. JE MAG LETTERS MEERDERE KEREN GEBRUIKEN. ALS JE DE OVERGEBLEVEN LETTERS IN DE JUISTE VOLGORDE ZET, KRIJG JE HET ANTWOORD. MAIL DIT WOORD SAMEN MET JE VOORNAAM, LEEFTIJD EN HET TELEFOONNUMMER VAN JE OUDERS OF VERZOR- GERS (ZODAT WE CONTACT MET JE OP KUNNEN NEMEN ALS JE HEBT GEWONNEN) NAAR ANTWOORD@KINDERKRANTDRECHTSTEDEN.NL ALLEEN WINNAARS KRIJGEN BERICHT.

Michiel van de Vijver

Het slootje. Bijna klaar.

HET ANTWOORD VAN DE WOORDZOEKER IN DE VORIGE KINDERKRANT IS: WONING����� DE WINNAAR IS: SILAS (11)

GEFELICITEERD!

ZOEK

de graspollen in deze Kinderkrant Kun jij ze allemaal vinden? Vul hier het aantal in:

Er zwemmen 100 vissen in de vijver. Eentje verdrinkt er. Hoeveel zijn er nog over?

Ilham (10)

Nog steeds 100, want vissen kunnen niet verdrinken.

Waarom lacht een smurf als hij door het gras loopt?

Miryam (10)

Het gras kietelt onder zijn oksels.

Deze Kinderkrant Drechtsteden wordt mede mogelijk gemaakt door:

De nieuwe Kinderkrant Drechtsteden verschijnt donderdag 13 april

Heb jij een leuke mop, een goed raadsel of een leuk idee voor een artikel? Mail deze met je voornaam en je leeftijd naar redactie@kinderkrantdrechtsteden.nl

COLOFON MEER INFORMATIE

EN CONTACT: www.kinderkrantdrechtsteden.nl

Kinderkrant Drechtsteden verschijnt in Alblasserdam, Dordrecht, Heerjansdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Oprichter en hoofdredacteur: Linda te Veldhuis

Eindredacteur: Mariska Buitendijk-Pijl Vormgever: Stan van Oss Op alle artikelen in Kinderkrant Drechtsteden berust copyright.

Volg de Kinderkrant op:

2 MAART 2O23 Prikbord
KINDERKRANT DRECHTSTEDEN , JAARGANG 4, EDITIE 3 : 13.200 KRANTEN

Natuur en Sport

In de natuur zijn

DORDRECHT – 1 april begint het buitenseizoen van Biesboschcentrum Dordrecht weer. Er is van alles te doen in en rond Biesboschcentrum Dordrecht. Barnabas (12), Quadyra (10), Zoë (10) en Isa (10) zijn graag in de natuur. Zij vertellen wat zij in de natuur doen en of zij weleens naar de Biesbosch gaan. TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik voel me best vrij als ik in de natuur ben. Er zijn geen echte regels, zoals ze in de stad wel zijn. Ik vind het ook druk in de stad en in de natuur niet. Ik kijk naar de plantjes en ik speel graag in de natuur. Achter mijn tuin is een bos. Daar ga ik elke dag heen. Ik bouw daar graag met vrienden een boomhut of we verzamelen takken. Ik ben een keer in de Biesbosch wezen zwemmen en op een vlot geweest. Dat kon je met een touw heen en weer trekken. Het was erg leuk daar.’

‘Als ik in de natuur ben, voel ik me vrij. En ik weet dat ik heel vies ga worden. Ik ga namelijk in bomen klimmen, rondrennen, kleien met modder en over stenen springen. Ik mag ook vies worden, daar hebben we een wasmachine en bad voor. Ik ga meestal naar De Elzen. Dit is dicht bij mijn huis. Er zijn daar in een hoek ook hertjes. Ik heb een keer een hert in het wild gezien. Daar werd ik heel blij van. Ik vind het ook leuk om bloemen in het gras te plukken. Dat geeft me het gevoel dat ik leef.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

‘Ik word ook blij van in de natuur zijn. Ik zoek graag diertjes, zoals lieveheersbeestjes, pissebedden en slakken. Maar ik houd niet van spinnen. Ik pak de diertjes, doe ze in een speciale bak en ga voor ze zorgen. Ik heb daar een loep, een pincet en een insectenboek bij. Zo kan ik de diertjes onderzoeken en in het boek informatie over ze opzoeken. Ik zoek de beestjes vooral in onze tuin of op school. Vroeger ging ik weleens naar de Biesbosch, maar nu eigenlijk niet meer. Ik vind in de tuin zijn ook leuk.’

‘Ik krijg een blij gevoel van in de natuur zijn. Ik speel vaak buiten met een vriendin. We verzinnen dan rare dingen zoals achteruit van de glijbaan gaan of van een heuvel afrollen. Ik klim in de buurt van mijn huis ook vaak in bomen. Mijn vader werkt in de Biesbosch. Hij zaagt bomen om en klimt ook in hoge bomen. Ik ga weleens mee als hij aan het werk is. Ik vind het ook leuk om in de Biesbosch te wandelen. We varen weleens met een bootje in de Biesbosch. Ik mag dan ook sturen.’

Veel te doen tijdens de seizoensopening

op 1 en 2 april bij Biesboschcentrum Dordrecht

- Ga varen of ga met de boswachter op pad.

- Doe een wandelfotozoektocht met je familie waarbij je onderweg wat te drinken en lekkers krijgt.

- Haal een stempelkaart om een natuurschilderijtje te maken, geschminkt te worden, een bloembommetje met zaden te maken en op waterbeestjesexpeditie te gaan.

- Loop het Biesbosch Lichtspoor. Dit is een betoverende avondwandeling waarbij je op zoek gaat naar verlichte dieren en een puzzel kunt oplossen.

- Ga op expeditie naar beversporen. Kijk op www.biesboschcentrumdordrecht.nl voor het programma en aanmelden.

Voetballen in een -team

DORDRECHT – Joshua (13) zit op voetbal bij vv Dubbeldam. Joshua: ‘Ik voetbal sinds 2 jaar. Eerst zat ik bij sv Oranje Wit. Sinds 1 jaar speel ik in het G-team van vv Dubbeldam. In het G-team zitten kinderen die in het gewone voetbal niet mee kunnen komen. Zij vinden het moeilijk om mee te doen aan de wedstrijden, omdat die bijvoorbeeld onoverzichtelijk zijn. We zijn met 12 spelers in ons team.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘In het normale voetbal zijn er te veel prikkels. Ik word dan snel afgeleid door de mensen aan de kant van het veld. Het voetballen in het G-team is overzichtelijk. Ik kan hier lekker voetballen. De spelers in mijn team hebben verschillende leeftijden, ik geloof tussen de 8 en 17 jaar. Ze komen van verschillende clubs vandaan. Samen zijn we nu het G-team’, vertelt Joshua.

Samenwerken en op elkaar letten

‘Samenwerken is belangrijk bij voetballen, je speelt de bal veel over. Winnen lukt niet alleen. Het is belangrijk om goed contact met elkaar te maken. Als je iemand de bal speelt, maar diegene weet dat niet, dan kan een ander de bal afpakken. We moeten dus goed op elkaar letten’, zegt Joshua.

Passen oefenen

‘We oefenen tijdens de trainingen vooral passen. Het is belangrijk om goed naar elkaar te kijken en vrij te gaan staan. Je moet altijd 1 stapje

vooruit denken. Je moet kijken of degene waar je de bal naar passt ook vrij staat om de bal weer verder te spelen. We passen weleens tegelijk over met 2 ballen. Dat vind ik uitdagend, want de ballen komen snel tegen elkaar’, legt Joshua uit. Wedstrijden spelen

‘We spelen nog geen wedstrijden. Er zijn wel meer G-teams in de buurt. We kijken nu eerst wat iedereen in ons team kan en op welke positie iedereen kan gaan spelen. Ik heb zin om wedstrijden te gaan spelen. Als je met je team wint, dan ben je met zijn allen blij’, zegt Joshua.

MAART 2O23
3
Quadyra Isa
Barnabas Zoë Joshua speelt in het G-team bij vv Dubbeldam. Joshua trapt de bal naar het doel. Joshua rent tijdens de training.

Kinderraad geeft de gemeente ideeën

Hoe kom je in de kinderraad?

‘Van iedere basisschool in Sliedrecht zitten 2 kinderen in de kinderraad, 1 uit groep 7 en 1 uit groep 8. Als je in de kinderraad wilt, pitch je daarvoor in je klas. Daarna stemmen de kinderen in de klas op wie zij in de kinderraad willen’, vertelt Milan.

teksten op’, vertelt Jaydon. ‘We verbeelden ons dus hoe de toekomst eruitziet’, zegt Stan.

Standpunten gebruikt door gemeenteraad ‘De Kindertrendrede gaat naar de gemeenteraad van Sliedrecht’, zegt Jaydon. ‘Ik denk dat de gemeente het fijn vindt om te weten hoe wij als kinderen de toekomst zien. De burgemeester en wethouders krijgen onze ideeën te zien’, zegt Tess. ‘Het is goed dat er een Kinderraad is, want kinderen hebben vaak meer creativiteit. Zo krijgt de gemeenteraad ideeën waar ze zelf niet op kwam’, vindt Eva. ‘We denken echt mee met de gemeente. Vorig jaar hadden we het over ongelijkheid in de Kinderraad. Wij hebben ervoor gezorgd, dat er een dj booth voor jongeren gaat komen’, vertelt Joan.

Nieuwe mensen leren kennen

SLIEDRECHT – Jaydon (12), Stan (11), Joan (12), Eva (12), Lars (10), Amy (12), Elise (10), Tess (13), Isis (11), Veerle (10), Kwintijn (12), Levi (11), Milan (11) en Emme (10) zitten dit schooljaar in de kinderraad van gemeente Sliedrecht. Milan: ‘De kinderraad beslist met de gemeenteraad mee over nieuwe plannen voor Sliedrecht.’ Amy: ‘Dan weten ze daarin hoe wij als kinderen denken. Zo kan er naar ons geluisterd worden.’ Emme: ‘We komen 6 keer bij elkaar voor een vergadering en in mei sluiten we af met een presentatie.’ Levi: ‘Dat is op woensdagmiddag in het Oude Raadhuis.’

‘Ik houd van vergaderen. Vergaderen is een soort discussiëren over onderwerpen. Uiteindelijk komt er een soort antwoord, je bent het bijvoorbeeld met elkaar eens geworden. Bij vergaderen gaat het om je mening geven en anderen overtuigen’, vertelt Levi. ‘Ik vind het leuk om te debatteren’, zegt Lars.

‘Ik houd van politiek en meebeslissen. Politiek betekent dat je mensen die op jou stemmen vertegenwoordigt en plannen voor hen bedenkt’, zegt Kwintijn.

Kindertrendrede over toekomst

‘We stellen met elkaar de Kindertrendrede op’, zegt Isis.

‘De Kindertrendrede heeft 10 standpunten’, zegt Jaydon. ‘Het onderwerp is de toekomst van Sliedrecht. Hoe zien Sliedrecht en de wereld er in de toekomst uit? Het is belangrijk om daarover na te denken.

Ik sta er niet vaak bij stil, maar het gaat wel over onze toekomst’, vertelt Kwintijn. ‘We hebben het bijvoorbeeld over het klimaat en vieze lucht’, zegt Emme. ‘Ik wil graag een schonere natuur. Door in de kinderraad te zitten, kan ik helpen daarvoor te zorgen’, zegt Veerle.

‘We maken tekeningen en schrijven

‘Ik vind het leuk dat ik hier kinderen van andere scholen leer kennen’, zegt Elise. ‘Je leert hier goed je mening geven’, zegt Stan. ‘Ik vind het leuk om met andere kinderen van mijn leeftijd te praten over verschillende onderwerpen’, vertelt Tess. ‘Ik heb hier nieuwe vriendinnen gemaakt’, zegt Isis.

Persoonlijke ontwikkeling

‘Het is goed voor je persoonlijke ontwikkeling om in de Kinderraad te zitten. In het begin was ik een beetje

verlegen. In het begin ken je de anderen niet, maar aan het eind van het jaar wel’, vertelt Eva. ‘Ik was ook wat verlegen in het begin. Alles was nieuw voor me. Ik heb het nu goed naar mijn zin in de Kinderraad’, zegt Levi. ‘Ik leer over ontwikkelingen in Sliedrecht en in heel Nederland. Ik denk dat ik minder over deze onderwerpen zou weten als ik niet in de Kinderraad zou zitten’, zegt Tess. ‘Ik leer hier hoe de volwassen wereld is. Ik vind dit een soort voorbereiding op het volwassen leven’, zegt Amy. ‘In de Kinderraad zitten is wel anders dan ik had verwacht. Het is veel leuker!’, vindt Lars.

MAART 2O23 Sociaal 4
De leden van de kinderraad zijn in gesprek met elkaar tijdens een opdracht. Bijna de hele kinderraad was aanwezig: Jaydon, Stan, Joan, Eva, Lars, Amy, Elise, Tess, Isis, Veerle, Kwintijn, Levi, Milan en Emme (van links naar rechts, startend vanaf boven). TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S: FROMM ME PICTURES Amy, Isis, Emme en Tess denken na over de toekomst. Levi, Kwintijn en Milan schrijven op hoe Sliedrecht er in de toekomst uit zal zien.

Kunst & Cultuur

Een gedichtenbundel maken

ALBLASSERDAM – Sergaysha (10), Liam (11) en Jailey (11) hebben samen met hun klasgenoten op ’t Nokkenwiel, locatie Boerenpad, een gedichtenbundel gemaakt. Sergaysha: ‘Er kwam iemand langs om een workshop te geven. We fietsten eerst naar een stuk industrie.’ Liam: ‘Daarna maakte iedereen een eigen gedicht over de bezochte plek.’ Jailey: ‘Een tijdje later kregen we allemaal een eigen exemplaar van het boekje met alle gedichten van onze klas.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Onze meester kwam met het idee voor de gedichtenbundel, omdat veel klasgenoten het niet leuk vinden om een boek te lezen. Ik vind deze gedichten wel leuk om te lezen Het is leuk dat je de makers van de gedichten kent. Je leest over hun gevoelens en wat ze denken’, vertelt Jailey.

Oude loods

‘De plek waar we naartoe gingen was eigenlijk verboden terrein’, vertelt Sergaysha. ‘Wij hadden toestemming om daar te komen’, vult Liam aan. ‘De plek was een oude scheepsbouwloods. Er hingen scheepsbouwtekeningen aan de muur’, zegt Jailey.‘We keken daar goed om ons heen en schreven woorden op’, zegt Sergaysha.

Gedicht maken

‘We gingen daarna op school een gedicht schrijven’, zegt Liam. ‘Je koos 5 woorden uit je eigen lijst en die gebruikte je in je gedicht’, vertelt Jailey. ‘Een gedicht is een tekst met rijmwoorden. Vaak rijmen de laatste woorden. Ook herhaal je stukjes tekst in een gedicht’, zegt Liam. ‘Een gedicht heeft vaak stukjes tekst van 3 of 4 zinnen. Onderaan staat wie het gedicht geschreven heeft. Ik vond het leuk maar ook lastig om het gedicht te schrijven’, vertelt Jailey.

Gedichten lezen

‘Ik vind gedichten leuker om te lezen dan een boek. In de klas hebben we een boek met gedichten over grappige sprookjes’, vertelt Sergaysha. ‘Ik lees wel eens een gedichtenboek

DORDRECHT – Zanna (10) zingt in het schoolkoor van IKC Het Kristal. Zanna: ‘Het schoolkoor bestaat sinds ongeveer 2 maanden. In het koor zitten 25 kinderen. Ze komen uit alle groepen, van 1 t/m 8. Er zitten veel kinderen in die tijdens de Kerstvoorstelling zongen. Ik heb daar zelf ook aan meegedaan. We oefenen met het koor voor een optreden voor alle kinderen van school en hun ouders en familie.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik zing als sinds ik een peuter was. Ik ben christelijk opgevoed en heb zo veel liedjes geleerd. Ik zit bij een kerk in Amsterdam en daar heb ik een paar keer opgetreden. Eigenlijk ga ik steeds meer zingen.

Als ik een nare dag had, omdat er iets vervelend was of er was ruzie, dan gaan mijn gevoelens eruit door te zingen. Na het zingen voel ik me beter en rustiger. Zingen is een manier om me te ontspannen. Als ik

thuis of op school’, zegt Liam. ‘Iedereen in de klas heeft zijn gedicht voorgelezen op een podium met allemaal ouders erbij’, vertelt Jailey. ‘Dat was best spannend, maar ik werd goed aangemoedigd om het te doen. Dit boekje is een leuke herinnering aan mijn klasgenoten zo. Ik vind het leuk bedacht en gemaakt. Wij hebben het boekje gekregen, maar het is ook te koop in de bibliotheek’, zegt Liam.

Tips bij het maken van een gedicht:

Sergaysha: ‘Schrijf je gedicht eerst met potlood op. Als het klaar is, pas met pen.’

Jailey: ‘Verzamel mooie woorden en luister naar je hart bij het schrijven.’

Liam: ‘Gebruik tegenstellingen in de tekst, bijvoorbeeld schoon en vies.’

Sergaysha: ‘Gebruik dezelfde woorden nog een keer maar dan omgedraaid en maak alinea’s.’

een vrolijk liedje zing, word ik ook vrolijk. Ik neem het gevoel van het liedje over. Je kunt beter zingen met een goed humeur. Als je boos bent en gaat zingen, dan klinkt het minder mooi. Ik zing zelfgeschreven en bestaande liedjes’, vertelt Zanna.

Tomatensalade tijdens

opwarmen ‘De juf van het schoolkoor heeft altijd muziek bij het zingen. De juf heeft vandaag een gitaar mee. Er is ook weleens een keyboard of we klappen met onze handen. Voor we gaan zingen, doen we een warming up. We laten allemaal verschillende klanken horen en zeggen bepaalde woorden, waarbij je je mond veel moet bewegen, zoals tomatensalade. Zo maak je je stem warm’, legt Zanna uit.

Goed articuleren en rechtop staan ‘Het is belangrijk om tijdens het zingen goed te articuleren. Dat is heel duidelijk zingen, waarbij je je mond heel overdreven beweegt. Als je mompelend zingt, dan kan niemand je verstaan. Tijdens het zingen, ga je goed rechtop staan. Als je zit, is het veel lastiger om te zingen’, zegt Zanna.

Samen zingen

‘Ik vind het leuk om zo met de kinderen van school gelijk na schooltijd te zingen. We zingen hele vrolijke liedjes, maar ook trieste liedjes. We zingen liedjes om bij te dansen of om stil te blijven staan. We oefenen de liedjes ook thuis. Ik zing elk dag al thuis, dus dat is prima. Ik zing ook een klein stukje solo. Dat betekent dat je alleen zingt’, vertelt Zanna.

MAART 2O23 5
Sergaysha, Liam en Jailey hebben samen met hun klasgenoten een gedichtenbundel gemaakt. Zanna zingt in een schoolkoor. Het schoolkoor oefent iedere week.

OBSTAKELS IN HET VERKEER

ZWIJNDRECHT – Dilan (12), Jaïden (11), Ilja (11), Anneliene (8), Phileine (8) en Noa (10) zitten op de Ds. Abraham Hellenbroekschool en vertellen over obstakels die je in het verkeer tegen kunt komen. Dilan, Jaïden, Anneliene en Noa fietsen vaak. Dilan: ‘Ik woon in Hendrik-Ido-Ambacht en ik word soms naar school gebracht en soms ga ik op de fiets. Ik ga ook op de fiets naar het winkelcentrum of naar vrienden.’ Jaïden: ‘Ik fiets naar school, vrienden en voetbal.’ Anneliene: ‘Ik fiets naar school, de winkels, de bibliotheek en harples.’ Noa: ‘Ik fiets elke dag naar school en naar vriendinnen.’ Ilja fietst soms: ‘Ik loop naar school. Ik fiets weleens naar de bibliotheek of sport.’ Phileine fietst bijna nooit: ‘Ik heb nu ook even geen fiets. Ik heb een nieuwe nodig.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

VRAAG OM AAN IEMAND TE STELLEN: Welke obstakels kom jij onderweg tegen?

HAND NIET UITSTEKEN

Dilan: ‘Ik vind het heel onhandig als iemand niet achteromkijkt of zijn hand niet uitsteekt bij het oversteken.’

GROTE WEG

Ilja: ‘Voor school is er een grote weg. Je denkt bij het oversteken vaak dat het verkeer stopt of langzamer gaat rijden. Maar ze rijden eigenlijk altijd gewoon door.’

HOBBELS IN DE WEG

Anneliene: ‘Ik zie soms zo’n grote hobbel dat ik soms weleens twijfel of ik er overheen kan.’

Ilja: ‘Op een vakantiepark waar ik kom, rijden nooit auto’s. Maar er zijn wel veel drempels. Als je daar met de fiets overheen rijdt, vlieg je zo 30 centimeter in de lucht.’

Noa: ‘Bij basisschool De Wegwijzer is een fietspad met veel extreme hobbels. Het wegdek is daar kapot door boomwortels.’

Phileine: ‘Soms ligt er een flinke kuil na aan afritje van de stoep. Dan ga je opeens heel hard.’

Jaïden: ‘Bij onze tijdelijke school was een grote drempel in de weg. Als we terugkwamen van de gym, sprong iedereen met zijn fiets daar.’

DONKERE KLEDING

DE STADSBRUG NEMEN

Noa: ‘Ik ga weleens met de fiets over de brug naar Dordrecht. Ik fiets dan omhoog. Ik heb een mountainbike met veel versnellingen, dus dat fietst niet zo zwaar. Ik ga naar beneden met de trap. Bij de trap moet je je handrem goed ingedrukt houden. Anders gaat je fiets harder dan jijzelf.’

DOOR EEN TUNNEL

Jaïden: ‘Ik woon vlak bij de brandweer in Zwijndrecht en ik fiets altijd de Pietermantunnel onderdoor als ik naar school ga. Er fietsen vaak mensen aan de verkeerde kant daar. Of er wordt graffiti schoongemaakt. Dan kun je er niet langs door busjes die onder de tunnel staan. Er liggen ook vaak tegels los onder de Pietermantunnel. Ik moet opletten dat ik niet met mijn wiel tussen die tegels kom.’

Noa: ‘Bij deze tunnel moet je niet te hard gaan. Een beetje hard kan wel leuk zijn.’

Dilan: ‘Bij de skatebaan in het Baxpark is een bruggetje met een tunneltje, waar je goed moet letten op spelende kinderen of tegenliggers. Er worden weleens dingen van het bruggetje gegooid. Als je door het tunneltje fietst, moet je opletten dat je niets op je krijgt. En er staat ook weleens een put in het fietspad open onder het tunneltje.’

GEVAARLIJKE ROTONDE

Jaïden: ‘Vlak bij mijn voetbalvereniging is een gevaarlijke rotonde. Auto’s geven soms geen richting aan. Ik denk dan dat ik kan oversteken, maar dan rijden ze toch opeens mijn kant op. En ze rijden daar hard.’

Dilan: ‘Op een rotonde bij mij in de buurt snijden fietsers de rotonde af en rijden de rotonde niet helemaal rond. Dan komen ze opeens van de andere kant aan.’

SPOORBAAN OVERSTEKEN

Phileine: ‘Als je lopend een spoorbaan oversteekt, moet je opletten waar je je voeten neerzet. Ze kunnen zo half in de rails terechtkomen.’

Ilja: ‘Als ik een spoorbaan met stoplichten oversteek, kijk ik zelf ook altijd nog of er niets aankomt.’

Dilan: ‘Ik stak een keer een spoorbaan over, maar toen gingen de slagbomen dicht. Ik ging snel naar de overkant. Ik was op tijd, maar ik voelde de vlaag wind van de langskomende trein goed.’

DE VERKEERSQUIZ

1. WAT STAAT WELEENS OPEN ONDER HET TUNNELTJE BIJ HET BAXPARK?

A. Het wegdek.

B. De brug.

C. Een putdeksel.

2. WAARDOOR IS HET FIETSPAD BIJ DE WEGWIJZER KAPOT?

A. Door boomwortels.

B. Door auto’s.

C. Door de tijdelijke school.

3. WAT GEBEURT ER BIJ EEN ROTONDE BIJ DILAN IN DE BUURT?

A. Daar worden straatraces gehouden.

B. Daar kun je onder grond gaan.

C. Daar snijden fietsers de rotonde af.

Phileine: ‘In de auto zie ik vaak mensen in donkere kleding op de fiets. Die mensen zie je dan niet goed als het donker is of regent.’

GROTE KRUISPUNTEN

Noa: ‘Bij grote kruispunten moet je goed opletten wie wanneer voorrang heeft, want een ongeluk is zo gebeurd. Er is vlak bij onze school ook zo’n groot kruispunt.’

OP HET PONTJE

Jaïden: ‘Ik ga weleens met de pont naar mijn oom in Dordrecht. Je rijdt je fiets makkelijk de pont op.’

Noa: ‘Er is een loopplank om met je fiets de pont op te gaan.’

Deze rubriek is mede mogelijk gemaakt door:

MAART 2O23 Verkeer 6
1. C 2. A 3. C
Antwoorden:
Dilan, Jaïden, Ilja, Anneliene, Phileine en Noa staan bij de fietsenstalling op hun schoolplein.

Carnaval vieren

ZWIJNDRECHT – Juliet (11), Emilie (10), Elisa (11), Kyara (11), Megan (11), Sven (11), Mick (11), Liam (11) en Jay (11) van De Toermalijn vierden 17 februari met hun schoolgenoten carnaval. Juliet: ‘We doen dat ieder jaar.’ Megan: ‘We feesten, dansen en drinken en eten wat.’ Liam: ‘De optocht door de wijk doen we voor de 1e keer. Ik vind dit erg gezellig zo met de muziek erbij.’ Megan lacht: ‘Ik vind de optocht heel leuk, maar het gaat ook wel chaotisch.’ TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

‘Carnaval is een feest dat 40 dagen voor Pasen is’, zegt Sven. ‘Na carnaval is het vasten tot aan Pasen. Dat is tenminste de oorsprong van carnaval, ik ga niet vasten’,

vertelt Mick. ‘Vasten betekent dat je overdag niet eet. Je eet alleen als de zon onder is’, weet Kyara. ‘Waarom je je verkleedt tijdens carnaval weet ik eigenlijk niet. Misschien om wintergeesten te verjagen, omdat het voorjaar eraan komt? Het is in ieder geval heel leuk dat iedereen verkleed is en je soms je vrienden niet herkent’, zegt Emily.

Praalwagens maken

‘Voor de praalwagens zijn we naar de Albert Heijn gegaan. We hebben gevraagd of we een winkelwagen mochten lenen’, zegt Jay. ‘We hebben in de klas in 3 groepjes praalwagens gemaakt. Wij hebben Dombo gemaakt, anderen een pipowagen en weer anderen De Notenkraker’, vertelt Elisa. ‘We deelden in het groepje ideeën voor de praalwagen en het beste idee kozen we samen’, zegt Juliet. ‘We hebben de praalwagens in 1,5 week gemaakt’, vertelt Liam.

Verkleden

‘Je mag zelf kiezen hoe je je verkleedt. Verkleden is niet verplicht, maar het is wel leuk als je het doet. Onze juf had nog wel wat spullen voor als iemand niets had’, zegt Megan. ‘Ik vind het leuk om iedereen in een leuke en grappige outfit te zien. De schooldag is zo echt helemaal anders dan een normale dag’, vertelt Jay. ‘Ik ben als boef, we hadden dit kostuum thuis liggen’, zegt Mick. ‘Ik heb mijn pyjama aangedaan’, zegt Elisa. ‘Ik draag kleren van mijn moeder’, vertelt Megan. ‘En ik ben als Wednesday. Ik heb kleren van mijn

Voorgelezen worden

DORDRECHT – Nina (9), Leon (9), Devani (8) en Judith (6) waren 21 februari bij De Voorleesclub in Sterrenburg. Nina: ‘Dit is een club waar je wordt voorgelezen en activiteiten kunt doen. Ik vind het heel leuk hier. Ik kan lekker naar het verhaal luisteren. En daarna bijvoorbeeld knutselen. Ik ben voor de 2e keer bij De Voorleesclub. Volgens mij kun je hier 1 keer per maand heen.’ Devani: ‘Voorlezen is goed voor je. Je leert nieuwe woorden en je leert je concentreren door naar het verhaal te luisteren.’ TEKST: LINDA TE VELDHUIS FOTO’S:

‘Het onderwerp van De Voorleesclub vandaag is vriendschap’, zegt Leon. ‘In het begin werd een gedichtje voorgelezen. Ik lees zelf niet 1, 2, 3 gedichten. Ik vond het leuk om een keer een gedicht te horen’, vertelt Devani. Na het gedicht werden een paar hoofdstukken voorgelezen uit het boek 'Rosie en Moussa’ van Michael De Cock. ‘Het is een spannend en leuk verhaal’, zegt Devani. ‘Ik wil wel weten hoe het verhaal verder gaat. Ik kan het boek kopen of bij de bibliotheek lenen om het verder te laten voorlezen’, vertelt Judith.

Boeiend voorlezen

‘Ik vind het leuk om voorgelezen te worden, dan hoef ik zelf niet te lezen. Ik vind zelf lezen niet zo

leuk. Ik vind het leuker om naar een verhaal te luisteren. De mevrouw kon goed voorlezen. Ik kon het goed verstaan en ze ging niet te snel of te langzaam. Ik deed dingen uit het verhaal na, bijvoorbeeld naar boven kijken’, vertelt Nina. ‘De mevrouw kon spannend voorlezen. Ze praatte harder en zachter en sneller en langzamer’, zegt Devani. ‘Het was leuk dat ze de plaatjes in het boek liet zien tijdens het voorlezen’, vindt Judith.

moeder aangedaan en een handschoen opgeblazen. Dat is Thing’, zegt Emilie.

Muziek en hard zingen

‘De juf had voor iedere praalwagen muziek geregeld,’, vertelt Elisa. ‘Ik vond Van Links Naar Rechts van de Snollebollekes het leukst om te horen’, zegt Kyara. Onderweg zingen de leerlingen ook hard. ‘Ik heb veel door de microfoon van onze praalwagen gezongen’, zegt Emilie. ‘Ik met die van ons. Ik riep daar steeds heel hard door: Daar Boven Op Die Berg!’, vertelt Megan.

Zelf lezen of voorgelezen worden ‘Ik hou van voorgelezen worden en in mijn hoofd lezen’, zegt Devani. ‘Ik lees liever zelf een boek dan dat ik voorgelezen word. Ik kan dan beter fantaseren en ik zit beter in het verhaal. Lezen is belangrijk voor je. Als je vaak leest, kun je steeds sneller lezen en dat is handig’, zegt Leon. ‘Ik vind zelf lezen niet zo leuk, dus ik word liever voorgelezen’, zegt Nina. ‘Als ik voorgelezen word, zie ik het verhaal voor me’, vertelt Judith.

MAART 2O23 7
Kunst & Cultuur
Devani maakt een tekening over vriendschap. Nina luistert naar het verhaal. Devani, Judith, Nina en Leon zijn bij De Voorleesclub van Stichting Voorlezen in Het Tuinhuis in Sterrenburg.
FROMM ME PICTURES
Groep 8 staat met hun praalwagens klaar voor de optocht door de wijk. Megan roept: ‘Daar boven op die berg.’

ALBLASSERDAM – 2 keer per jaar verzetten we de klok. Dit is elk voorjaar op de laatste zondag van maart en elk najaar op de laatste zondag van oktober. De klok wordt in het voorjaar 1 uur vooruit gezet en in het najaar 1 uur achteruit. Luuk (9), Sarah-Lot (10), Sil (10) en Noortje (9) vertellen of zij iets merken van het verzetten van de klok bij het slapen. Sarah-Lot: ‘Als de klok verzet wordt, dan wordt het eerder licht’. Luuk: ‘Of juist donker. Het ligt eraan wanneer de klok verzet wordt.’ 25 maart is de eerstvolgende keer dat de klok verzet wordt.

‘Ik merk niet veel van het verzetten van de klok. Ik merk alleen dat het licht anders is bij het naar bed gaan en bij het opstaan. Je slaapt om je te kunnen concentreren. Ik slaap rond de 9 uur per nacht. Als ik een keer te weinig of slecht slaap, voel ik me de volgende dag moe en slaperig. Ik doe in bed mijn ogen dicht en ga gewoon slapen. Vroeger duurde het wel langer voor ik sliep. Ook was ik toen altijd om 6 uur al wakker, gelukkig is dat nu vaak om 7 uur. Ik word uit mezelf wakker.’

‘Ik merk het aan het licht. Nu al eigenlijk, want eerst was het donker in de ochtend als ik naar school ga en nu is het al veel lichter. Ik heb een klok in mijn kamer, maar die werkt niet. Ik heb geen wekker. Ik word wakker gemaakt, ik kom echt zelf mijn bed niet uit. Ik ben eerst nog slaperig, maar als ik aangekleed ben niet meer. As je te weinig slaapt, heb je geen energie en kun je chagrijnig worden. Ik had pas een slaapfeestje en de volgende dag was ik door het korte nachtje chagrijnig.’

Merk jij het verzetten van de klok?

❍ Ja, want...

❍ Nee, want....

‘Eigenlijk heb ik het helemaal niet door als de klok verzet wordt. We hebben wel veel klokken thuis, die verzet moeten worden: in de woonkamer, keuken en slaapkamers. Ik verzet de klokken niet, ik weet niet hoe dat gaat. Ik ga doordeweeks om 20 uur naar bed en in het weekend iets later. Ik val altijd makkelijk in slaap. Als je niet genoeg slaapt, krijg je wallen onder je ogen en je spieren rusten niet uit. Je voelt je dan ook moe. Ik word in de ochtend wakker gemaakt. Ik lig vaak nog in een lekkere houding en dan wil ik blijven liggen. Ik ben dan nog moe en wil verder slapen.’

Tips voor het slapen bij het verzetten van de klok (1 uur vooruit):

- Merkte je vorig jaar, dat je best last had met in slaap vallen? Begin een paar dagen voor het verzetten van de klok al met een kwartiertje eerder naar bed gaan.

- Als het langer licht is in de avond, kan een verduisteringsgordijn schelen. Dan komt het licht van buiten minder in je kamer.

- Verander de tijd op je wekker voor je gaat slapen. Zo voorkom je, dat je je verslaapt.

- De tijd op je smartphone verandert automatisch. Die hoef je dus niet zelf te verzetten. Soms is dit toch nodig, als de automatische optie uit staat.

Sarah-Lot

Wat te doen bij een overstroming?

DORDRECHT – Berkay (10), Kyano O. (9), Lily-Kate (9), Kyano G. (9), Mason (10) en Esila (9) waren medio februari met hun klas van IKC De Fontein bij project Stormstad in De Biesboschwerf. 70 jaar geleden vond in Nederland een watersnoodramp plaats. Er was toen een grote overstroming. Berkay: ‘We zijn hier vandaag om over deze watersnoodramp te leren.’ LilyKate: ‘We komen erachter wat er bij een overstroming kan gebeuren.’ Mason: ‘En wat we het beste kunnen doen bij een overstroming.’ Verder ontwierpen de leerlingen in groepjes een storm- en waterbestendig huis. TEKST EN FOTO’S:

LINDA TE VELDHUIS

‘Er kan een overstroming komen als het springvloed is en er lange tijd veel regen gevallen is. Er is zo op veel plekken veel water tegelijk. Bij springvloed staat de zee hoger dan normaal’, vertelt Lily-Kate.

Onder de zeespiegel

Veel gebieden in Nederland liggen onder de zeespiegel. ‘Je kunt met NAP zien hoe hoog het water op land staat vergeleken met de zeespiegel. NAP betekent Normaal

Amsterdams Peil’, legt Lily-Kate uit. ‘Als dijken en duinen doorbreken, dan stroomt er veel water Nederland in. Huizen komen dan onder water te staan’, vertelt Esila. ‘Er kunnen dan veel mensen verdrinken’, zegt LilyKate.

‘Ik mag later naar bed als de klok verzet is. Ik ga normaal om 20 uur naar bed, maar dan dus om 21 uur. Verder merk ik er niks van. Ik slaap zo’n 11 uur per nacht. Ik heb geen klok in mijn kamer, dus ik weet daar niet hoe laat het is. Ik word ’s ochtends wakker gemaakt. Als ik slecht heb geslapen, dan voel ik me heel moe en wil mijn bed niet uit om verder te slapen. Op de dag zelf voel ik me dan ook meer moe.’

Noortje

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

SPRINGVLOED: Een veel hogere waterstand in oceanen en zeeën, die 2 keer per maand voorkomt.

Hogere plek zoeken en wachten

‘Als er een overstroming komt, dan moeten mensen een hogere plek opzoeken. Of in een bootje stappen, als ze die hebben’, zegt Kyano G. ‘Je kunt bijvoorbeeld naar het dak van je huis gaan. Neem dan ook eten mee en iets om je warm te houden, bijvoorbeeld een deken. Je hebt de spullen nodig tijdens het wachten tot je gered wordt’, zegt Esila. ‘Je kan niet meer bellen als er een overstroming is. Er is geen bereik en je kunt je telefoon ook niet meer opladen’, vertelt Mason.

Huis ontwerpen

‘We verzinnen huizen die tegen een overstroming kunnen. Mijn groepje maakt een heel hoog huis. Er kan zo geen water binnenkomen’, zegt Mason. ‘Ik maak met mijn groepje een soort hele hoge flat om met vrienden in te wonen. Het is zo hoog, zodat het bij een overstroming droog blijft’, vertelt Kyano O. ‘Heel stevige of drijvende huizen zijn misschien handig bij een overstroming’, zegt Berkay. ‘Het gebouw van mijn groepje is heel stevig door dikke muren en het staat op palen’, vertelt Esila.

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS
Sil
Luuk Kyano G. en Lily-Kate zetten hun waterbestendige huis in elkaar. Berkay, Kyano O., Lily-Kate, Kyano G., Mason en Esila zijn bij project Stormstad. Esila versiert haar huis op palen.
MAART 2O23 Gezondheid 8

Koken en Sociaal 9

Recept om zelf pizza te maken

- Gebruik 1 pak pizzabodem origineel van Dr Oetker en doe de inhoud in een kom.

- Voeg 250 milliliter water en 2 eetlepels olijfolie toe.

- Mix alles met deeghaken tot een soepel deeg.

ZWIJNDRECHT - Thijs (11) en Teijn (9) maakten in februari zelf pizza bij de Kidsclub in buurtcentrum Het Badhuis. Teijn: ‘Er is hier iedere week op woensdagmiddag Kidsclub. We doen daar allerlei spelletjes en we maken soms eten, zoals vandaag. Ik vind het leuk hier. Mijn vriend Thijs komt ook hierheen.’ Thijs: ‘Ik ben hier nu voor de 4e keer. Ik hoorde van kinderen uit mijn klas over de Kidsclub. Ik vind knutselen leuk en dat kan hier goed. Er zijn veel verschillende knutselspullen en ik doe hier ideeën op. Het kost 1 euro per keer om hier te komen. Vandaag bakken we zelf pizza.’ TEKST EN FOTO’S:

Op tafel staan bakjes met geraspte kaas en gesneden ham, kipfilet, salami, ananas en ui. Verder is er tomatensaus om op de pizza te doen. De kinderen krijgen ieder een eigen bol deeg om de pizza mee te maken.

Bodem maken

‘Ik doe eerst een beetje bloem op de tafel’, zegt Teijn. ‘Zo blijft het deeg niet aan de tafel plakken. Ik maak van de bol deeg een rondje. Ik weet hoe dat gaat, want ik heb het een keer gezien in Italië. Ik leg het rondje op de tafel, draai het rond en maak het met mijn hand steeds groter’, vertelt Thijs. ‘Ik heb met mijn handen in het deeg geslagen en er aan getrokken en zo een rondje gemaakt’, zegt Teijn.

Dikte van de pizza

‘Mijn pizzadeeg is nu ongeveer 1,5 centimeter dik, dus ik ga hem beleggen. Ik vind een dunnere pizza minder lekker, die wordt te droog en valt uit elkaar’, zegt Thijs. ‘Mijn pizza is 1 centimeter dik. Dikker vind ik te zacht en dunner te hard’, vertelt Teijn.

- Kneed het deeg daarna nog even met je handen.

- Maak bolletjes deeg.

- Maak rondjes van het deeg en beleg deze met bijvoorbeeld tomatensaus, kaas, salami en ui.

- Leg de pizza’s op bakpapier in de oven.

- Bak de pizza’s in 15 minuten op 220 graden gaar.

Thijs’ pizza is klaar om op te eten.

Pizza beleggen en opeten ‘Ik doe tomatensaus, kaas, ham en kipfilet op mijn pizza. Ik houd eigenlijk helemaal niet van pizza. Maar ik ga hem zo wel proeven’, zegt Teijn. ‘Ik doe tomatensaus, ui, salami en kaas op mijn pizza’, zegt Thijs. Als de pizza’s in de oven zitten, gaat iedereen buiten spelletjes doen. Als de pizza’s klaar zijn, eten de kinderen hun zelfgemaakte pizza's.

Geld inzamelen voor Turkije en Syrië

DORDRECHT – Jennie (9), Bensu (10), Giovanny (11), Bryan (11), Adam (10) en Joud (11) zamelden in februari lege flessen en kleding in voor de slachtoffers van de aardbeving in Turkije en Syrië. Bryan: ‘Er zijn daar nu erg slechte omstandigheden. We wilden helpen, iets doen, omdat het zo erg is daar.’ Joud: ‘We hebben samen met onze juf bedacht om geld in te zamelen. Onze juf maakt het geld over naar Giro 555.’ Jennie: ‘De ingezamelde kleding wordt via de moskee naar Turkije en Syrië gebracht.’ Bensu: ‘Het is daar koud in deze tijd. De mensen hebben misschien alleen nog een pyjama, omdat hun eigen kleren weg of heel erg vies zijn.’ Het totale opgehaalde bedrag van groep 6/7 van IKC De Wereldwijzer was € 660,-. Naast de leerlingen uit deze klas, voerden ook heel veel kinderen op andere scholen in de Drechtsteden actie en zamelden zo geld en kleding in. TEKST EN FOTO'S: LINDA TE VELDHUIS

‘We hebben in onze klas veel Turkse en Syrische kinderen. Zij hebben familie wonen in het gebied van de aardbeving. Dat vind ik heel erg voor hen’, zegt Giovanny. ‘Bijna de hele familie van mijn moeder woont in Syrië. De aardbeving was gelukkig niet zo sterk waar zij wonen. De aarde ging bewegen en er was bijna een kast op mijn opa en oma gevallen’, vertelt Joud. ‘Wij hebben een huis in Turkije en daarvan zijn de ramen kapot. Mijn opa, oma en tantes gingen snel naar buiten en zijn naar andere familie in Turkije gegaan’, zegt Bensu. Het nieuws over de aardbeving

‘Het was nacht toen de aardbeving was. Toen ik wakker was, werd mijn moeder gebeld door mijn oma en tante en zij vertelden wat er gebeurd was. We hebben toen het Arabische nieuws gekeken en ik zag hoe mensen uit de grond kwamen. Ik vond het heel erg en ik wilde gelijk gaan doneren’, vertelt Joud. ‘Ik lag te slapen toen mijn tante uit België mijn moeder belde over de aardbeving.

Mijn tante moest erg huilen, ze woont in Turkije, maar was hier met vakantie. Ik schrok ook en wilde weten hoe het met mijn neefje was. Maar we hebben hem aan de telefoon gehad en gelukkig was er niks aan de hand’, vertelt Bensu. ‘Mijn vader en moeder keken naar het NOS-journaal en toen hoorde ik erover. Ik schrok ervan en wilde gaan doneren’, zegt Adam.

Kleding en flessen inzamelen ‘Ik heb de helft uit mijn kledingkast gedoneerd’, zegt Joud. ‘Ik heb thuis nog een zak met kleding klaarliggen. Ik heb er ook sokken en handdoeken

bijgedaan. De mensen hebben daar niks meer’, vertelt Adam. ‘Dekens zijn ook nodig, tegen de kou. Ik heb ook kleding en een zak vol schoenen naar de moskee gebracht. Ik hoorde dat iemand een bikini en naaldhakken had gedoneerd. Ik snap dat niet, wat hebben de mensen daar nou aan?’, weet Bensu. ‘Ze hebben warme en schone kleding nodig, die heel is’, zegt Bryan. ‘We hebben ook statiegeldflessen verzameld’, zegt Jennie. ‘We leveren de flessen in en het statiegeld doneren we dan. Ik ben superblij dat Nederlanders zich zo betrokken voelen en spullen en geld doneren’, vertelt Bensu.

Teijns pizza is klaar om de oven in te gaan. Teijn belegt zijn pizza. LINDA TE VELDHUIS
Eet smakelijk!
Jennie, Bensu, Giovanny, Bryan, Adam en Joud staan voor de enorme stapel lege flessen in hun klas.
Zelf pizza maken 9 MAART 2O23

De Vraag en Puzzel

Welke afspraken hebben jullie op school?

HENDRIK-IDO-AMBACHT – In veel scholen zijn er afspraken en regels over hoe je met elkaar omgaat of hoe je je in het gebouw gedraagt. Tessa (11), Chad (11) en Luke (10) vertellen over hun afspraken op IKC De Meander. Tessa: ‘Ik vind het goed dat er afspraken zijn, anders doet iedereen maar wat hij of zij wil. Je went er ook aan dat er regels zijn.’ Luke: ‘Zonder regels kunnen dingen misgaan. We mogen niet rennen in de gang. Stel dat dat wel gewoon mag, dan worden de kinderen uit groep 1 en 2 zo omver gelopen.’ Chad: ‘Zonder regels zou het chaos zijn op school. Je weet door regels waar je aan toe bent. Het is soms wel vervelend dat de meester de regels vaak moet herhalen, omdat niet iedereen zich eraan houdt.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘We mogen met de klas geen groepsapp aanmaken en niet vechten. Deze 2 vind ik de belangrijkste. In een groepsapp wordt er snel uitgescholden. En in een groepsapp wordt iemand brutaler dan in de klas. Vechten is niet handig, want daar komen alleen maar meer ruzies van. Andere regels zijn niet door de klas roepen, stil zijn tijdens een toets en op de gang, niet te veel ongezond eten meenemen, niet voetballen op het plein, niet rennen op de gang en niet spelen met je eten, want dat kan een rommeltje worden. Bijvoorbeeld op donderdag, want dan hebben we noodle-dag en mag iedereen noodles meenemen.’

STALKEN:

Iemand bewust lastigvallen, waardoor die persoon zich niet meer veilig voelt.

‘We hadden vorig jaar een groepsapp en dat ging helemaal mis. Het uitschelden in de app merkten we ook in de klas. We hebben toen met de juf overlegd. Ik vind het goed dat de groepsapp nu niet meer mag. Respect hebben voor elkaar vind ik ook een belangrijke regel. Andere regels zijn niet vloeken, niet pesten, beleefd zijn tegen juffen en meesters, dat wij als groep 8 de gymzaal opruimen, de school netjes houden, dus opruimen en afval in de prullenbak en niet de meester of juf stalken als je weet waar die woont.’

‘Geen groepsapp met de klas, dat vind ik een belangrijke afspraak. Daar komen alleen maar problemen van. Ik vind het ook belangrijk dat als er iets is gebeurd, dat je dat met elkaar uitpraat en niet gaat vechten. Andere regels zijn het geven van een goed voorbeeld aan jongere kinderen, in de rij staan na het buitenspelen, in een rij fietsen, stoppen met lummelen als een ouder het schoolplein opkomt en de bal een dag later ophalen als hij over het dak is gegaan. Sinds een paar weken hebben we ook een nieuwe afspraak: de plasticman of plasticvrouw. Die verzamelt met een emmer plastic een week lang afval in de klas en gooit dat in de bak.’

Welke afspraken hebben jullie op school?

K i n d e r K r a n t

P U Z Z e L

Op welke sport zit

Joshua?

PAGINA 3

Waar werkt de vader van Isa?

PAGINA 3

Wat vindt Lars leuk om te doen?

PAGINA 4

Waarin zingt Zanna?

PAGINA 5

Wie fietst bijna nooit?

PAGINA 6

Hoe is Emilie verkleed?

In het voorjaar … je de klok vooruit.

PAGINA 8

Waar staat het huis van Bensu?

PAGINA 9

Wat doet Priscilla met het bed van een kraamvrouw?

PAGINA 11

Wat heeft Koen in zijn haar gedaan?

PAGINA 12

De letters in de gele balk vormen het antwoord. Mail dit antwoord, samen met je voornaam, leeftijd en het telefoonnummer van je ouder(s) of verzorger(s), naar antwoord@kinderkrantdrechtsteden.nl

We verloten de prijs onder de goede inzendingen. Alleen de winnaar krijgt bericht.

in Zwijndrecht bij:

Het antwoord van de puzzel van november is: MANDARIJN De winnaar is FIENE (8) GEFELICITEERD!

Wil je nog meer puzzelen? Kijk dan eens op PUZZELCORNER.NL voor meer leuke puzzels!

PAGINA 7

Chad Luke Tessa
10 MAART 2O23

MIJN MOEDER IS:

KRAAMVERZORGENDE

ZWIJNDRECHT – De moeder van Jason (8) is kraamverzorgende. Jason: ‘Mijn moeder gaat bij iemand werken waar net een baby geboren is. De moeder kan het druk hebben en pijn van de bevalling hebben. Mijn moeder leert mensen voor hun baby zorgen.’ Priscilla, de moeder van Jason: ‘Klopt, als kraamverzorgende zorg je voor de moeder en baby, zodat de moeder de 1e 8 dagen op een roze wolk kan zitten. Ik wil een moeder graag een goede start met het leven met een baby geven.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Nederland is het enige land ter wereld dat kraamzorg heeft en waar dus kraamverzorgenden zijn. In andere landen helpt familie na de geboorte’, vertelt Priscilla. ‘Mijn

moeder komt bij veel verschillende mensen thuis. Soms werkt ze in de buurt en soms best ver weg, bijvoorbeeld in Den Haag’, vertelt Jason.

WAT DOET EEN... WATERBOUWER ?

DORDRECHT – Sommige beroepen zijn waarschijnlijk meteen duidelijk voor je, bijvoorbeeld meester of verpleegkundige. Maar er zijn ook heel veel beroepen waarvan je eigenlijk niet weet wat het werk inhoudt. Eva (10), Julia (10) en Timur (10) vertellen over het beroep waterbouwer. Wat denken zij dat die baan inhoudt?

TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Nog nooit van gehoord. Misschien is het iemand die waterleidingen aanlegt bij je thuis of ander werk wat met water te maken heeft? Nu me verteld is wat het beroep is, vind ik het op zich wel een goede naam voor dit beroep. Het beroep lijkt me niks voor mij. Het lijkt me niet fijn om elke dag in de blubber en met water te moeten werken. Ik weet nog niet wat ik later wel wil gaan doen.’

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Welke opleiding doe je voor deze baan?

‘Toen ik jong was, wilde ik eigenlijk al dit werk doen. Maar ik heb eerst andere banen gehad. Ik heb op latere leeftijd de opleiding Kraamverzorgende gedaan. Ik heb een verkorte opleiding gedaan, maar normaal is het een 3-jarige mbo-opleiding op niveau 3. Deze opleiding doe je na de middelbare school en kun je in de Drechtsteden volgen.

Veel helpen

‘Mijn moeder gaat altijd vroeg in de ochtend weg voor haar werk. Ze laat baby’s niet geboren worden, maar ze kan wel helpen bij een geboorte. Ze verzorgt de baby en maakt ontbijt en lunch voor de kraamvrouw. Een kraamvrouw is een vrouw die net een baby heeft gekregen. Mijn moeder wast de baby en verschoont het bed. En ze helpt bij het geven van borstvoeding’, zegt Jason. ‘Ik leer de moeder ook de baby in bad te doen en ik leg uit hoe alles veilig voor de baby gedaan kan worden. Ik help de kraamvrouw ook bij het opstaan uit bed en douchen. En ik kijk of het goed gaat met haar’, vertelt Priscilla.

Knuffelen en in bad doen ‘Het werk van mijn moeder is belangrijk. Iedereen die net een baby krijgt, wil dat er een kraamverzorgende komt. En er worden steeds weer baby’s geboren’, zegt Jason. ‘Het leukst in mijn werk vind ik het knuffelen en in bad doen van de baby. En het helpen bij het geven van borstvoeding. Het minst leuk vind ik de wc schoonmaken. Maar dat hoort er wel bij, want het is voor de gezondheid van de kraamvrouw heel belangrijk dat deze schoon is’, vertelt Priscilla.

hangende weegschaal met een doek.

OP EEN ROZE WOLK ZITTEN: Een gevoel van blijheid, geluk of verliefdheid hebben.

‘Het lijkt me in ieder geval een beroep dat met water te maken heeft, maar ik heb er nog nooit van gehoord. Ik denk dat een waterbouwer waterleidingen bij huizen maakt. Het heeft dus ook te maken met land maken, zoals op de Maasvlakte, begrijp ik. Dan zou landbouwer ook een goede naam zijn. Waterbouwer zijn lijkt me niet leuk, ik wil niet elke dag vies worden. Ik wil profvoetballer worden. En als dat niet lukt dan acteur.’

Timur

‘Ik heb nog nooit van een waterbouwer gehoord. Als ik het woord hoor, denk ik aan iemand die sloten of grachten maakt of repareert. Of iemand die waterleidingen maakt. Nu ik het weet, klinkt de naam waterbouwer eigenlijk best logisch. Ik houd niet zo van water en op het land werken. Ik wil advocaat worden. En dan niet voor boeven, maar voor schepen, die een ongeluk hebben gehad.’

Wat is een waterbouwer?

Als waterbouwer ben je direct betrokken bij het werk aan onze waterwerken. Timur: ‘Waterwerken zijn bijvoorbeeld grachten en dammen.’ Je werkt bijvoorbeeld aan het aanleggen van aan- en afvoerwegen, omleidingen voor waterstromen en opslag- en losplaatsen voor materialen en machines. Denk ook aan baggeren of het aanleggen van havens.

Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door:

Priscilla en Jason zitten aan tafel met voor hen babykleertjes. Priscilla en Jason, Jason laat een weeghaak zien. Dat is een soort
Eva
Julia
MAART 2O23 Toekomst 11

Met gekke haren naar school

ZWIJNDRECHT – Roanne (11), Fleur (10), Benjamin (11), Naomi (10), Jade (10), Koen (11), Finn (11), Saar (11), Tessa (12) en Eveline (10) vierden 24 februari op basisschool De Wegwijzer Gekke Harendag. TEKST EN FOTO’S:

Eveline: ‘Volgens mij komt deze dag uit Amerika. Daar heet het Crazy Hair Day.’ Koen: ‘We vieren dit 1 keer per jaar.’

Roanne: ‘Je kunt op deze dag laten zien wat je allemaal met je haar kunt doen.’ Fleur: ‘Het is een traditie op onze school.’ Finn: ‘Deze dag is er voor de gezelligheid en het is grappig.’ Jade: ‘Wij zijn op deze dag eigenlijk allemaal hetzelfde, omdat we allemaal ons haar gek hebben gedaan.’

Koekiemonster, palmbomen en kuikentjes

‘Ik ben als Koekiemonster. Ik heb gel in mijn haar gedaan en mijn haar blauw gespoten. Ik ben wel bang dat het weghalen van de ogen pijn doet. Ze zitten vast met duct tape’, vertelt Koen. ‘Mijn moeder wou eerst iets met knijpertjes in mijn haar doen,

maar dat werd een rommeltje. Toen bedacht ik om palmbomen in mijn haar te doen’, zegt Finn. ‘Ik heb pijpenragers gekruld om een pen en die samen met clipjes met kuikentjes onder mijn elastiekje gedaan’, vertelt Tessa.

Octopus, een bord en plukjes ‘Ik heb een knot met een donut erin en daaromheen 8 vlechtjes. Het is een octopus zo. De vlechtjes heb ik geverfd’, zegt Eveline. ‘Ik heb een versierd papieren bordje om mijn knot gedaan en ogen op mijn knot geplakt’, vertelt Saar. ‘Ik had vorig jaar stekels van gel, maar ik wilde mijn haar dit jaar zacht houden. Dus ik heb nu plukjes gemaakt met loombandjes’, zegt Benjamin.

Barbie, meisje met baard, verfkwasten en planeten ‘Mijn moeder heeft een Barbie in mijn staart gedaan en daarna mijn haar eromheen gevlochten. Er zitten kleurtjes op de vlecht’, zegt Roanne. ‘Ik heb een baard met mijn eigen haar en een snor opgeplakt. Mijn snor zit wel irritant, hij komt in mijn neus’, vertelt Fleur. ‘Ik heb een donut in mijn haar. We hebben mijn haar geverfd en ik heb verfkwasten in mijn knot gestoken’, zegt Naomi. ‘Ik heb met piepschuimballen planeten gemaakt. Mijn moeder en zus hebben ze met ijzerdraad vastgemaakt’, vertelt Jade.

Naar TikTok-les

Naar TikTok-les Naar TikTok-les

HENDRIK-IDO-AMBACHT – Mila (10), Kyenna (11), Deniz (11), Nina (11) en Fabienne (10) volgen op Kindcentrum De Wijngaard het atelier TikTok. Fabienne: ‘De TikTokles is iedere maandag na schooltijd.’ Nina: ‘Het is gezellig om hier samen met vriendinnen TikToks te maken.’ Fabienne: ‘We leren hoe je dingen het best kan oppakken, bijvoorbeeld als je account is geblokkeerd. En de juf weet leuke dansjes. We doen vandaag de Bad Hair Day Challenge.’ TEKST EN FOTO’S: LINDA TE VELDHUIS

‘Ik zit veel op TikTok, bijna elke dag. Ik post dansjes, ga playbacken en kijk video’s’, zegt Fabienne. ‘Ik kijk vooral en playback’, zegt Nina. ‘Ik zit elke dag heel lang op TikTok. Ik scroll vooral veel, ik plaats zelf amper video’s’, vertelt Kyenna. ‘Als ik niks te doen heb, zit ik veel op

TikTok. Ik kijk alleen, ik maak niks zelf. Ik kijk naar Roblox video’s en nieuwe dansjes’, zegt Deniz. ‘Ik kijk ook elke dag veel. Ik maak wel concepten, maar die verwijder ik weer. Ik kijk het liefst naar knappe jongens met sixpacks en romantische series’, vertelt Mila.

Dansjes leren en tips krijgen

‘Ik ben hier om nieuwe dansjes te leren’, zegt Mila. ‘Ik ook, en dan geen cringe dansjes’, zegt Deniz. ‘Als ik een dansje niet ken, doe ik het gewoon na. De juf geeft ook tips’, zegt Nina. ‘Bijvoorbeeld hoe je je TikTok het beste kunt bewerken en hoe je een TikTok populair maakt, zodat hij veel gezien wordt’, vult Fabienne aan. ‘En tips over het toevoegen van filters en emoji’s’, zegt Kyenna.

Opletten op TikTok

‘TikTok is eigenlijk pas vanaf 13 jaar’, zegt Fabienne. ‘Er zijn ook dansjes met rare teksten in de muziek en bewegingen in de dansjes. Het is handig om even na te denken wat die dingen betekenen’, zegt Mila. ‘Vraag bijvoorbeeld een vertaling aan je ouders, want de liedjes kunnen niet voor jouw leeftijd bedoeld zijn. Als je iets te zien krijgt, wat je niet wilt zien, dan kun je dat met een knop melden’, vertelt Kyenna. ‘Bekijk niks op rare accounts, want dan krijg je alleen maar meer raars te zien’, zegt Mila.

Koen, Finn, Saar, Tessa en Eveline vieren ook Gekke Harendag. Roanne, Fleur, Benjamin, Naomi en Jade vieren Gekke Harendag.
TE VELDHUIS
LINDA
Nina en Fabienne doen de Bad Hair Day Challenge. Mila, Kyenna en Deniz laten hun TikTok zien. Fabienne en Nina zijn aan het filmen. SIXPACK: Een zichtbaar gespierde buik.
MAART 2O23 Op School 12

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.