De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 1
02-09-20 12:36
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 2
02-09-20 12:36
De geest overwint 75 jaar 15 augustus
Op 15 augustus herdenken we alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-IndiĂŤ Als teken van respect, betrokkenheid en medeleven dragen wij de Melati, de Indische jasmijn
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 3
02-09-20 12:36
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 4
02-09-20 12:36
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 5
02-09-20 12:37
Inhoud 75 jaar 15 augustus
8
15 augustus als kantelpunt
10
De oorlog in beeld
16
Bijdragen aan de herdenkingen
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 6
Mark Rutte
48
Aarnout Loudon
50
Maddy Batelaan
52
Ellen Deckwitz
54
Jésaja Gunawan
58
Captives Hymn
61
Geert Mak
62
Andrée van Es
65
Frans Leijdelmeijer
68
Eric en Beau Schneider
72
Sanne Menken
76
Gerdie Verbeet
78
Arnout Jan de Beaufort
83
Diederik van Vleuten
84
Willem Plink
88
Frédérique Spigt
92
Tonny Staal
94
't Zonnetje gaat van ons scheiden
96
Theodor Holman
98
Nicolaas Orie
101
Boudewijn de Groot
102
Marion Bloem
105
Hilly Hogesteijn-Vrijburg
108
02-09-20 12:37
Anne Maagdenburg
112
Kick Stockhuyzen
114
Jet Bussemaker
117
Chantal Maschke
119
Willem Nijholt
124
Marguerite Hamer-Monod de Froideville
126
Alexandra Tan
134
Pieter Lootsma
136
Adriaan van Dis
138
Govert Huyser
142
Carel ter Linden
144
Bernard Bot
147
Yvonne Keuls
151
Indisch Onze Vader
155
Herman Diederik Tjeenk Willink
156
Gilius Gruterink
163
Winnie Sorgdrager
164
Boudewijn de Groot
168
Mischa de Vreede
171
Willem Nijholt
172
Philippe Bär
175
Dane Beerling
179
Govert Huyser
180
Helmien Rambaldo
184 186 189
Marion Bloem Eric Schneider
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 7
Herdenken in de Tweede Kamer
192
Erevelden in Azië en Australië
200
02-09-20 12:37
Boudewyn van Oort en Pieter ten Cate in kamp Tjideng, eind augustus 1945
8
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 8
02-09-20 12:37
75 jaar 15 augustus Na 75 jaar vrijheid zou de oorlog kunnen lijken op een zwart-wit foto waarop onbekende mensen staan in een tijd die al ver achter ons ligt. Dat doet geen recht aan de oorlogsgeneratie die vanuit een gitzwarte oorlogservaring haar leven weer kleur heeft trachten te geven en die daarmee een grote bijdrage heeft geleverd aan de wederopbouw van Nederland. Nederlanders die zich ongelofelijk veerkrachtig en weerbaar hebben opgesteld in de afgelopen 75 jaar. Soms geknakt, getraumatiseerd en zwijgend. Veelal opgeveerd en zich herpakt. Menigeen is de confrontatie met de zwarte beelden uit het verleden aangegaan en heeft de herinneringen een plaats gegeven. Als een denkbeeldige Poesaka. Deze verhalen verdienen het om verteld te worden, om overgedragen te worden. In de loop der jaren zijn er tijdens de Nationale Herdenking vele indrukwekkende voordrachten gehouden en liederen gezongen, die alle op eigen wijze de herinnering aan de oorlog vertolken. Sommige voordrachten zijn heel persoonlijk, vol emotie, andere meer beschouwend. Zij houden de slachtoffers in herinnering die niet terugkeerden en eren ook de naoorlogse generaties met hun verborgen leed en wederopbouwkracht. Daarmee dragen ze bij aan de collectieve herinnering van alle Nederlanders. Dat is ook van belang in een periode dat het maatschappelijke debat rond het koloniale verleden polariseert. De verhalen van onze grootouders, ouders en van onszelf voegen de kleuren van het persoonlijke verhaal en nuance toe. Een ander beeld dat meer kleur heeft dan velen denken, is de rijke schakering aan culturele achtergronden van de diaspora uit NederlandsIndië. Deze oorlogsgeneratie heeft een belangrijke sociale en culturele bijdrage geleverd aan de huidige Nederlandse samenleving.
De herdenking is daarmee met recht van ons allemaal. In dit boek vindt u een selectie van voordrachten, gedichten en liederen die jaarlijks op de herdenkingen op 14 en 15 augustus zijn uitgesproken en gezongen. Het zijn de verhalen van hen die de oorlog in Indië uit eigen ervaring hebben meegemaakt of die er als tweede en derde generatie door zijn geraakt. Het zijn verhalen die niet mogen vervagen of worden vergeten. In dit boek geven we ook letterlijk het verleden kleur. We hebben een aantal zwart-wit foto’s tot leven willen brengen door ze in te kleuren. Daarmee willen we de werkelijkheid geen geweld aandoen, maar juist benadrukken. De realiteit wàs niet kleurloos, maar net zo bont als onze huidige tijd. Wij hopen dat het helpt te beseffen dat de oorlog dichter bij ons eigen leven staat dan we soms wel eens denken. De overdrachtelijk bedoelde 75 jaar oude foto is dus minder zwart-wit dan het lijkt. De personen die we zien, staan minder ver van ons af dan we op het eerste gezicht denken. Het jongetje op de denkbeeldige foto is misschien wel onze eigen grootvader, onze vader, ons kind. Dit zwart-witte venster naar 75 jaar geleden verdient de kleur van nuance, aandacht en waardering. 75 jaar na 15 augustus 1945, omdat het van ons allemaal is. Erry Stoové, voorzitter John Sijmonsbergen, vicevoorzitter Nanette van Beukering, secretaris Wiete Mesman, penningmeester Hélène Oppatja, programmering Frank Marcus, coördinator Indisch Monument Bestuur Stichting Nationale Herdenking 15 Augustus 1945
9
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 9
02-09-20 12:37
15 augustus als kantelpunt Voor veel Nederlanders geldt 5 mei als de Bevrijdingsdag omdat op die dag in 1945 de Duitsers in Nederland capituleerden. Maar in Azië duurde de oorlog nog maanden langer tot de Japanse bezetter van Nederlands-Indië zich op 15 augustus overgaf. Die datum geldt dan ook als het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog in het Koninkrijk der Nederlanden. Miljoenen inwoners van Nederlands-Indië hebben in deze laatste maanden van de oorlog nog zwaar geleden als gevolg van honger, dwangarbeid, geweld, vernedering en terreur. Daarvan waren honderdduizend Europese kinderen en volwassen burgers geïnterneerd in concentratiekampen, honderdduizenden Indo-Europeanen en Chinese Indonesiërs probeerden buiten de kampen onder zeer moeilijke omstandigheden te overleven. Tienduizenden jonge vrouwen werden als ‘troostmeisjes’ misbruikt. Vele honderdduizenden verrichtten mensonwaardige dwangarbeid, onder hen krijgsgevangen militairen en Indonesische romoesja’s. De oorlog trof alle bevolkingsgroepen van de koloniale samenleving zwaar. Op erevelden in Indonesië en daarbuiten liggen 25.000 Nederlandse doden. Het merendeel van de oorlogsslachtoffers heeft echter geen speciale begraafplaats gekregen. Jaarlijks staan we op 15 augustus bij het Indisch Monument in Den Haag stil bij het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog en het leed dat een groot en divers deel van onze samenleving en van Indonesië diep heeft getroffen en dat nog altijd doorwerkt tot op de dag van vandaag. We herdenken op die dag allen die door de oorlog tegen Japan en de Japanse bezetting van Nederlands-Indië zijn getroffen. Het is een erkenning van hun plaats in de geschiedenis van Nederland en benadrukt de verbondenheid van
ons allen met dit gedeeld verleden. De Melati, de Indische jasmijn, wordt dan gedragen als nationaal symbool van respect, betrokkenheid en medeleven. Op 15 augustus eindigde de oorlog, maar het einde van de oorlog bracht geen vrede. De Japanse bezetter had tijdens de bezetting de antiwesterse gevoelens, die ook al voor de oorlog bestonden, onder grote delen van de bevolking gestimuleerd. Eerst ten dienste van de Japanse overheersing, later gericht tegen een terugkeer van het Nederlandse gezag. Twee dagen na de capitulatie van Japan riep de nationalist Soekarno de onafhankelijkheid uit. Soekarno was al voor de oorlog een voorman van het Indonesisch Nationalisme en had in de oorlog samengewerkt met de Japanse bezetter. In het machtsvacuüm direct na de oorlog was er veel geweld en willekeur tegen iedereen die ervan verdacht werd Hollandsgezind te zijn. De daaropvolgende koloniale oorlog veroorzaakte veel nieuwe slachtoffers en een volksverhuizing naar Nederland. De oorlogservaringen, ontheemding en de kille ontvangst van ongeveer 350.000 mensen in Nederland werken door bij een zeer grote en diverse groep Nederlanders, tot op de dag van vandaag. Naast verdriet en boosheid van deze oorlogsgeneratie en hun nazaten, heeft de aanwezigheid van zovelen uit Nederlands-Indië de samenleving in zowel sociaal als cultureel opzicht ook verrijkt. Inmiddels betreft het twee miljoen Nederlanders. Eén op de tien Nederlanders heeft een familiegeschiedenis in Nederlands-Indië. Zonder de oorlog waren zij niet in Nederland geweest.
10
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 10
02-09-20 12:37
Rots in de branding Het heeft na de oorlog decennia geduurd voordat er officieel erkenning kwam voor de ervaringen van deze grote groep Nederlanders. Bijvoorbeeld door de invoering van diverse wetten voor oorlogsgetroffenen. Een andere mijlpaal was de onthulling in 1988 van het Indisch Monument in Den Haag door Koningin Beatrix. Dat bleek geenszins een eindpunt van een lange weg naar erkenning van het Indisch oorlogsleed. Het bleek eerder het begin van een nieuwe reeks ontwikkelingen tot op de dag van vandaag. Een veelbewogen jaar was 1991, waar de Japanse premier Tsoshika Kaifu onder begeleiding van premier Ruud Lubbers in juli een krans legde bij het Indisch monument en daarbij spijt betuigde over het Japanse optreden in Indië. Na afloop van de plechtigheid werd de krans door onbekenden in het water gegooid. Hoewel het stichtingsbestuur en andere Indische organisaties zich van deze actie distantieerden, betreurden ze het feit dat de spijtbetuiging niet in het openbaar was gemaakt. De regering veroorzaakte opschudding door bij de Japanse premier Kaifu verder niet aan te dringen op betaling van de Japanse ereschulden waarmee zij de indruk gaf de Indische zaak als afgehandeld te beschouwen. Toen premier Lubbers vervolgens op 15 augustus namens het Nederlandse volk een krans legde bij het Indisch Monument, bekogelde een getraumatiseerde man hem met een ei. Voor hem was ‘de oorlog onvoltooid verleden tijd’. Tijdens de plechtigheid draaiden ook enkele tientallen van de ruim tweeduizend aanwezigen de premier de rug toe als stil protest. Het gevolg van deze ontwikkelingen was de oprichting van het Indisch Platform waarna stappen zijn gezet om onvoltooide zaken aan te pakken. Er werd een begin gemaakt met een gedegen Indische geschiedschrijving over de oorlog in Azië en de nasleep daarvan. Inmiddels hebben diverse wetenschappers uitgebreid
historisch onderzoek verricht naar zowel de geschiedenis van de Indische en Molukse Nederlanders als naar de kille en bureaucratische ontvangst van de Indische Nederlanders in het naoorlogse Nederland. De overheid maakte een ‘gebaar’ naar de Indische gemeenschap in de vorm van individuele uitkeringen en collectieve projecten. De hiermee gemoeide werkzaamheden werden uitgevoerd door de Stichting ‘Het Gebaar’. Er werd ook historisch onderzoek verricht naar twee onopgeloste en steeds terugkerende pijnlijke kwesties uit de oorlogstijd: de 'backpay,' de niet-uitbetaalde soldij en salarissen van militairen en ambtenaren tijdens de oorlogstijd, en het Indisch rechtsherstel. Ook kwam er een Indisch Herinneringscentrum met structurele financiële ondersteuning van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Hetzelfde ministerie bracht ook een omvangrijk subsidieprogramma tot stand genaamd Erfgoed van de Oorlog, waarmee tot 2010 vele projecten van derden mogelijk zijn gemaakt. De conclusies van de twee onderzoeken zijn uiteindelijk gevolgd door een 'backpay' compensatieregeling. Voor de nog in leven zijnde betrokkenen is een financiële tegemoetkoming gekomen. Voor velen kwam die helaas te laat. Ook werd in 2017 een aanvullende regeling getroffen. Deze Collectieve Erkenning voorziet in meerjarige financiële ondersteuning voor ideeën en initiatieven vanuit de gemeenschap en tegelijkertijd versterkt het bestaande instellingen. Door deze zogeheten Collectieve Erkenning is bijvoorbeeld mogelijk gemaakt dat er een pleisterplaats voor de Molukse en Indische gemeenschap is gekomen, Museum Sophiahof in Den Haag. Ook de Nationale Herdenking op 15 augustus is eindelijk verzekerd van structurele overheidssteun.
11
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 11
02-09-20 12:37
Nationale Herdenking De herdenking op 15 augustus is de laatste twintig jaar ook zelf sterk in ontwikkeling. Er is steeds meer erkenning gekomen van overheidswege. Vanaf 1998 wordt jaarlijks op 15 augustus op alle rijksgebouwen gevlagd. Sinds 1999 wordt jaarlijks bovendien op 14 augustus een herdenkingsbijeenkomst gehouden in samenwerking met de Staten-Generaal in de hal van de Tweede Kamer. Ook de bestempeling van de herdenking als ‘Nationale Herdenking’ is een bewijs van toenemende erkenning. De staatssecretaris van VWS heeft dit meermalen aan de Tweede Kamer en de stichting bevestigd. Erkend is daarmee dat de oorlogservaringen in Indië van belang zijn voor alle Nederlanders.
Krachten bundelen Het bestuur van de Stichting Nationale Herdenking 15 Augustus 1945 organiseert de herdenking, maar doet dat niet alleen. Jarenlang is nauw samengewerkt met het Indisch Herinneringscentrum om door het hele jaar heen inhoudelijke en culturele programma’s te ontwikkelen. Ook de introductie van de Melati in 2015 als herdenkingssymbool voor 15 augustus is daar een resultaat van. Het Nationaal Comité 4 en 5 Mei is al jaren een vaste en gewaardeerde partner in de ondersteuning van de organisatie van de herdenking. Ook de NOS, het Zeekadettenkorps Nederland, het Ministerie van Defensie, de Gemeente Den Haag, het Vrijzinnig Christelijk Lyceum en talloze vrijwilligers zijn onmisbare partners op 15 augustus. Het Ministerie van VWS, het Nationaal Fonds voor Vrede, Vrijheid en Veteranenzorg (vfonds) en vele donateurs maken dit alles financieel mogelijk. De stichting wordt gesteund door ongeveer vijftig aangesloten organisaties. De laatste jaren is daarnaast het contact en het overleg met de vele andere Indische herdenkingen in het land opgepakt. Het delen van ervaringen en onderlinge samenwerking laten zien dat herdenken leeft en vele burgers aangaat in vrijwel alle gemeenten van Nederland.
12
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 12
02-09-20 12:37
Verbreding Inhoudelijk is de herdenking ook in beweging. Voorheen lag bij de herdenking de nadruk op de volwassenen van de eerste generatie en dan met name de kampervaringen van burgers en krijgsgevangenen. Steeds meer verschillende oorlogservaringen werden sindsdien voor het voetlicht gebracht, zoals die van Troostmeisjes, Buitenkampers, Chinese IndonesiÍrs, JoodsIndische Nederlanders, Molukkers, Romoesja’s, slachtoffers van Hell ships, oorlogswezen en andere kinderen in oorlogstijd. Door deze verbreding voelen steeds meer mensen zich aangesproken. Het bereik van deze verhalen is de laatste jaren dan ook spectaculair toegenomen. Dat zien we niet alleen aan de diversiteit van de deelnemers aan de herdenking in Den Haag, maar ook aan de vele honderdduizenden volgers van de live uitzendingen van de NOS, via de pers en sociale media. Velen van de nieuwe deelnemers aan de Nationale Herdenking op 15 augustus zijn verrast door de warmte, saamhorigheid en (h)erkenning op deze bijzondere dag. Het voelt aan alsof je onderdeel bent van een grote familie. Dat is het gevolg van een optelsom van vergelijkbare familiegeschiedenissen, maar ook van kleine dingen zoals het uitdelen van een stukje spekkoek bij aankomst. En door het programma na de herdenking, waar bezoekers samen eten en napraten, kennismaken en verwerken. De laatste jaren programmeren we bij het monument en in het middagprogramma een mix van eigentijdse en cultureel diverse artiesten en het is daarmee steeds meer een herdenking geworden van ons allemaal. In het lustrumjaar 2020 kreeg de herdenking de nodige tegenslagen te verwerken. Niet alleen de respectloze bekladding van het monument, maar vooral de strenge coronamaatregelen. Hierdoor konden slechts 75 van onze donateurs aan de herdenking bij het monument deelnemen, waar we meer dan 4000 deelnemers hadden willen toelaten.
13
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 13
02-09-20 12:37
Daardoor kwam de aandacht meer dan ooit te liggen bij het herdenken thuis, met een krantenbijlage, veel activiteiten op sociale media, een kookprogramma en de mogelijkheid om digitaal bloemen te leggen. En daar werd massaal aan deelgenomen. Ook het programma bij het monument was een brede mix van media en verhalen. De herdenking van 2020 was daardoor inclusiever én intiemer dan ooit tevoren. ‘Het was de mooiste herdenking ooit’ was een vaak gehoorde reactie.
Verjongen De ontwikkeling van de herdenking zal ook de komende jaren doorgaan. Daardoor zal herdenken relevant kunnen blijven en betekenis houden. Relevantie is van belang, want na 75 jaar staat de oorlog letterlijk en figuurlijk ver van ons af. De jongste generaties weten niet beter dan in vrijheid te leven. Vrijheid lijkt voor hen een vanzelfsprekendheid. Wij willen met de Nationale Herdenking blijvend bijdragen aan een vrijheidsbewuste samenleving. Dat begint bij meer kennis en bewustwording. Nog steeds is in het Nederlandse onderwijs de oorlog in Azië onderbelicht. Gelukkig ontdekken steeds meer Nederlandse jongeren hun afkomst en herkennen daarin de bijdragen van hun ouders en grootouders aan de Nederlandse samenleving. Inmiddels betreft het meer dan 2 miljoen Nederlanders. Deze groep is zo divers als de koloniale samenleving waar zij uit voortkomt. Het betreft Nederlanders met ChineesIndonesische, Molukse, Indo-Europese en Indonesische achtergronden. En nog veel meer. Ze komen er in toenemende mate achter dat ze meer delen dan dat ze verschillen: hun herkomst, de impact van de oorlog en de grootschalige ontheemding, de kille ontvangst in Nederland. Ervaringen die vaak nog doorwerken in volgende generaties. Verspreid over heel het land, vormen deze Nederlanders het cultureel diverse hart van onze samenleving.
Het rapport ‘Denkend aan Nederland’ van het Sociaal Cultureel Planbureau, dat eind 2019 is verschenen, onderschrijft dat herdenken de invulling van identiteit versterkt. We zien dat vooral onder jongeren van de derde en vierde generatie de belangstelling voor de eigen identiteit toeneemt en de behoefte hier iets mee te willen doen. Er is rond de herdenking dan ook een duidelijke toename van online reacties en eigen bijdragen op sociale media. Maar ook onder de tweede generatie is een toenemende bewustwording dat de herdenking ook over henzelf gaat en niet alleen over de eerste generatie. Op de Nationale Herdenking in 2018 zei Geert Mak treffend als lid van de tweede generatie dat in zijn ouderlijk huis ‘de oorlog altijd aan tafel zat’. Ook Adriaan van Dis heeft zich op de herdenking hierover uitgelaten. Ellen Deckwitz sprak in 2019 over de ervaring dat de oorlog generaties lang kan doorwerken, ook bij haar als kleinkind. In 2020 sprak de 16-jarige Maddy Batelaan: ʻWij zijn de derde en vierde generatie. Wij willen weten hoe het was. Vertrouw ons met uw verhaal, wij dragen het verder.ʼ De herdenking blijft betekenis houden. Het geeft vertrouwen dat de volgende generaties de herdenking zullen dragen, als deelnemer, donateur, bestuurder, politicus, ambassadeur en vrijwilliger.
14
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 14
02-09-20 12:37
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 15
02-09-20 12:37
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 16
02-09-20 12:37
De oorlog in beeld In dit boek hebben we een poging gedaan een aantal historische zwart-wit foto's tot leven te brengen door ze digitaal in te kleuren. Daarmee willen we de werkelijkheid geen geweld aandoen, maar juist benadrukken. De realiteit wรกs niet kleurloos, maar net zo bont als in de huidige tijd. Wij hopen dat het helpt te beseffen dat de oorlog dichter bij ons eigen leven staat dan we soms wel eens denken.
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 17
02-09-20 15:26
18
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 18
02-09-20 12:37
De onstuitbare opmars Na de aanval op Pearl Harbor op 7 december 1941 verklaart ook Nederland de oorlog aan Japan, dat bondgenoot is van Nazi-Duitsland en zich al jaren richt op expansie in Zuidoost-AziĂŤ. Tegelijkertijd wordt de algehele mobilisatie afgekondigd. De verdediging van Zuidoost-AziĂŤ komt in handen van het geallieerde American-British-Dutch-Australian Command (ABDACOM). In januari 1941 wordt het hoofdkwartier gevestigd in Lembang bij Bandoeng. De Nederlandse troepenmacht bestaat uit het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) en de Koninklijke Marine. Op 11 januari 1942 begint de Japanse inval in NoordCelebes en Oost- en Zuid-Borneo. Deze is gericht op het veroveren van de oliewingebieden en vliegvelden. Op het allerlaatste moment vernietigen de KNILVernielingscorpsen deze strategische objecten terwijl de rest van het KNIL-leger een felle strijd levert om de Japanse troepen zo lang mogelijk tegen te houden. Er worden grote verliezen geleden. De Japanse troepen rukken op totdat Java langzaam maar zeker wordt ingesloten. Half februari, na de aanval op de oliewingebieden en vliegvelden in Zuid-Sumatra, trekken KNIL-militairen zich terug op Java. Wanneer blijkt dat er onvoldoende geallieerde versterkingen naar Java kunnen worden aangevoerd, wordt het ABDACOM ontbonden en verlaat het Java. Er blijven Amerikaanse en Britse militairen achter. Het merendeel zonder wapens. De achtergebleven 3.000 Australische militairen zijn wel bewapend. Na de ondergang van de geallieerde vloot in de slag in de Javazee (26-27 februari 1942 ) ligt Java open voor de Japanse invasiemacht. Het KNIL staat voor een laatste zware taak: de verdediging van Java.
19
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 19
02-09-20 12:37
De dunne glans van de overwinning De glansrijke overwinning van Japan, dat staat te lezen op het billboard. Java, het belangrijkste bolwerk is gevallen en Japan maakt duidelijk hoe de strijd is verlopen. Azië voor de Aziaten wordt de slogan, met Japan als leider. De propagandamachine draait op volle toeren. De militairen worden krijgsgevangen gemaakt en de witte Nederlandse burgers worden geïnterneerd in kampen. Indo-Europeanen worden deels geïnterneerd. Aan de buitenkampers wordt opgedragen hun Aziatische achtergrond te laten spreken. Voor de Indonesische bevolking vinden er vooralsnog veranderingen ten goede plaats. Zo kunnen Indonesiërs maatschappelijke en economische posities innemen die voorheen niet voor hen zijn weggelegd. Maar al in 1942 komt er een kentering in de Japanse strijd tegen het Westen. Bij de slag bij het eiland Midway (4-7 juni) in de Stille Oceaan komt het tot een treffen tussen de Japanse vloot en de Amerikaanse marine. Japan verliest. Het blijkt een beslissend moment. Naast overwinningen volgen er nu steeds vaker nederlagen. De rijkdommen van Indonesië en hun bewoners worden in snel tempo ingezet ten behoeve van de oorlogsindustrie. Dit gebeurt onder grote dwang maar ook met propaganda. Opnieuw werkt de propagandamachine op volle toeren. Echter de glans van de overwinning is eraf.
?
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 20
02-09-20 12:37
Buigen of gebroken worden De bevolking is dankbaar en dienstbaar aan de nieuwe heersers. Dat is het beeld dat de Japanners willen uitstralen. Op deze foto is het moment van respect vastgelegd: de buiging voor de Japanse militair. Het lijkt vrijwillig, maar dat is het niet. Op het niet buigen voor een Japanse militair of voor de Japanse vlag staat als straf een flinke afranseling. Voor de Indische buitenkampers en anderen die loyaal zijn aan Nederland is dit verplicht buigen hĂŠt symbool van onderdrukking en vernedering. Hun dagelijks leven staat in het teken van onzekerheid, armoede, honger en angst. Angst omdat de smet van loyaliteit aan Nederland aan hen kleeft. Spionnen zijn er legio. Wie kun je vertrouwen? Verraad of zelfs maar een verdenking op verzet leidt tot marteling, gevangenschap of executie. Voor veel gezinnen is er geen inkomen meer en velen raken hun huis kwijt. Men leeft buiten het interneringskamp, maar zit gevangen binnen de onzichtbare muren van een vijandige samenleving.
21
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 21
02-09-20 15:25
Slavinnen Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden tienduizenden vrouwen gedwongen om als seksslavin ‘troost’ te bieden aan ‘eenzame’ Japanse militairen. Dat gebeurde in speciale bordelen waar de jonge vrouwen doorlopend werden misbruikt. In 1942 waren er al 400 militaire bordelen in Azië. Het ging om meer dan tienduizend jonge vrouwen. Ze werden in bezette gebieden uit kampen gehaald, op straat geronseld of opgepakt. Het maakte niet uit welke etnische achtergrond de vrouw had. Er was één voorwaarde: ze moest ‘mooi’ zijn. Zo ook de Nederlandse Jan Ruff-O’Herne. Zij werd net na haar 21ste verjaardag uit kamp Ambarawa gehaald. Vijftig jaar na de oorlog doorbrak zij haar zwijgen. De meeste voormalige troostmeisjes durfden dat niet. Zij schaamden zich, zwegen en namen hun geheim mee hun graf in. Slachtoffers waren bang om niet geloofd te worden en om zelf als schuldige te worden aangewezen. In stilte betaalden zij de hoge prijs van dit ongewilde misbruik: angst voor seks, gynaecologische problemen, huwelijksproblemen, trauma’s. Hun klachten ontkennend of voor de buitenwereld afschuivend op andere oorzaken.
22
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 22
02-09-20 12:37
Kampkinderen Anneke Pols was 3 jaar toen ze met haar moeder geïnterneerd werd in het Japanse kamp Tjideng. Haar meest pregnante herinnering was de honger, altijd honger. Op het menu stonden slakken en kikkers. Ze was getuige van vechtpartijen, zieke mensen en strenge straffen en werd door de Japanse bewakers geslagen als ze niet boog. Op de foto zit Anneke voor haar moeder in het kamp. Anneke is nu 81. Ongeveer 34.000 kinderen zijn geïnterneerd in Japanse vrouwenkampen. Het is geen vanzelfsprekendheid dat Anneke het kamp overleefd heeft. Na 1943 verslechteren de leefomstandigheden zienderogen. De voeding is eenzijdig en minimaal, evenals de medische zorg. De overvolle kampen leiden tot slechte hygiënische omstandigheden. Infectieziektes als dysenterie zijn schering en inslag en vooral de jongste kinderen sterven hieraan én aan ondervoeding. De nu nog levende ex-kampkinderen waren over het algemeen heel erg jong tijdens de internering. Velen van hen hebben geen bewuste herinneringen. Hun leed werd in het begin minder serieus genomen: ‘wat niet weet, wat niet deert’ was het spreekwoord. Maar onderzoek wees uit dat het opgroeien in zo’n onveilige kampsituatie wel degelijk psychische schade kan toebrengen. Wat niet weet, kan zeker wel deren.
23
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 23
02-09-20 12:37
24
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 24
02-09-20 12:37
Mannen van 10 jaar en ouder Een man mag niet huilen. Maar wat als je pas 10 jaar oud bent en als man beschouwd wordt? Dat overkomt een groot aantal jongens bij het afscheid van hun moeders uit de Japanse vrouwenkampen. Bij de internering van vrouwen en hun kinderen worden alle jongens in eerste instantie bij hun moeders geplaatst. Zij moeten de zwaardere werkzaamheden in het vrouwenkamp verrichten, zoals land bewerken, het sjouwen van tonnen afval en het laden en lossen van goederen. Tot april 1944 worden de jongens ouder dan zestien jaar door de Japanners uit de vrouwenkampen gehaald en overgebracht naar mannenkampen. In april 1944 verandert het Japanse beleid ten aanzien van de jongens. Alle jongens van tien jaar en ouder worden vanaf die datum als man aangemerkt en overgebracht naar speciaal voor hen opgerichte jongenskampen of naar mannenkampen. Het gedwongen afscheid heeft grote impact op zowel de jongens als hun moeders. Sommige jongens hebben geluk als ze bij hun vader of broer(s) terechtkomen. In andere gevallen moeten ze geheel zelfstandig als volwassenen zien te overleven. De oorlog heeft een hele generatie haar jeugd ontnomen.
25
De-geest-overwint_p001_208_HT.indd 25
02-09-20 12:37