Goden kunnen toveren

Page 1



Goden kunnen toveren

Odyssee_p001_208_HT.indd 1

13-02-22 20:47


Odyssee_p001_208_HT.indd 2

13-02-22 20:47


Kees van der Plas

Goden kunnen toveren de magische reis van koning odysseus

Met illustraties van Hayo Riemersma

Odyssee_p001_208_HT.indd 3

13-02-22 20:47


Dem Wunderbaren Instrument der liebevollen Zuneigung – der raffiniertesten Art menschlicher Kommunikation – ist es zu verdanken dass unsere Erfahrung durch die Zeit reisen und jene erreichen kann die noch nicht geboren sind, aber einmal zur Hand nehmen werden was wir uns und unsere Welt erzahlen. Olga Tokarczuk Vorlesung zur Verleihung des Nobelpreises für Literatur, 2018

Odyssee_p001_208_HT.indd 4

15-02-22 10:21


Voor Wil

Odyssee_p001_208_HT.indd 5

15-02-22 10:21


De illustraties van Hayo Riemersma Zijn feeërieke, soms eigenzinnige, maar altijd krachtige illustraties staan als een serie autonome kunstwerken naast of in de tekst. Ze versterken zo de poëtische kracht van het verhaal. Meestal zijn er zowel figuratieve als abstracte elementen in één beeld. De figuratieve elementen zijn meestal afgeleid van afbeeldingen op Griekse vazen. Hayo Riemersma verwerkte ze in een aquarel of een collage. Hayo Riemersma werd opgeleid aan de Koninklijke kunstacademie in Den Haag en studeerde tegelijker tijd kunstgeschiedenis en archeologie aan de universiteit van Amsterdam (UvA).

Odyssee_p001_208_HT.indd 6

13-02-22 20:47


Inhoud

Betoverd door het verhaal, voorwoord Magie, psychologie en mythe 11 De bewerking 12

Wat er aan vooraf was gegaan Verhalen over de oorlog 13 De godin van de tweedracht 15 Het paard van Troje 15 De terugreis 16 Penelope en de vrijers 18 Homerus 18 Het alfabet 19 Muze, laat mij zingen 20

Telemachos zoekt zijn vader Boek 1. De vergadering van de goden De vergadering van de goden 25 De zonen van Atreus 26 Odysseus zijn we vergeten 26 Onverwacht bezoek 28 Jij lijkt op je vader 29 Telemachos wordt boos 29 Boek 2. Telemachos vertrekt De vergadering op het stadsplein 31 Ik ga met je mee 33

Odyssee_p001_208_HT.indd 7

Boek 3. Bij de oude Nestor Eenentachtig stieren voor Poseidon 35 Niet verlegen zijn 35 Nestor vertelt 36 Agamemnon en Orestes 37 Een zeearend 38 Een koe met gouden hoorns 38 Boek 4. In Sparta, bij Menelaos en Helena In het paleis van Menelaos 41 Koning Menelaos huilt 41 Helena, mooiste van alle vrouwen 42 Als een leeuw 43 De zeegod Proteus en de zeehonden 43 Onsterfelijk 45 Intussen op Ithaka 45 Een hinderlaag 47

Naar huis Boek 5. Bij Kalypso 51 Hermes gaat naar Kalypso 52 Wat is dat gemeen! 52 Kalypso helpt Odysseus 55 Een stevig vlot 56 Poseidon! 57 De sluier van Leukothea 58 Scherpe rotsen 59 Een slaapplaats 59

13-02-22 20:47


Boek 6. Nausikaä De droom van Nausikaä 61 Een dagje naar het strand 62 Odysseus en Nausikaä 64 Groter en sterker 64 Boek 7. In het paleis van Alkinoös Een meisje met een waterkruik 67 Alkinoös en Arete 67 Een gewoon mens 68 Odysseus noemt zijn naam niet 69 Boek 8. Feest bij de Faiaken 71 De blinde zanger Demodokos 72 Een vijfkamp 72 In de roes van de overwinning 73 Een geweldige worp 74 Demodokos zingt over Ares en Afrodite 75 Vaarwel Nausikaä 77 Demodokos zingt over het houten paard en over de oorlog 78

Odysseus vertelt Boek 9. Kikonen, Lotofagen en de Cycloop Oorlog is erg 83 Bij de Kikonen 83 Zeus stuurt een storm op ons af 85 De Lotofagen 85 De cyclopen 85 Op het geiteneiland 86 Naar de grot van Polyfemos 87 Met Zeus heb ik niks te maken 87 Nog eens twee. En daarna weer twee 88 Mijn naam is Niemand 89 Een slim plan 90

Odyssee_p001_208_HT.indd 8

Boek 10. Langs drie eilanden Het eiland van Aiolos 95 Een zak met wind 95 De Laistrygonen 96 Een ramp 97 Het eiland van Kirke 97 Veranderd in varkens 98 Odysseus gaat er zelf naar toe 99 Ik wist dat je een keer weg zou gaan 103 Boek 11. Het schimmenrijk Elpenor 105 De voorspelling van Teresias 106 Antikleia 107 Moeders van beroemde zonen 107 Agamemnon 109 Achilles 110 De onverzoenlijke Aias 111 Minos en de eeuwig gestraften 112 Orion 112 Tityos 112 Tantalos 112 Sisyphos 113 Terug naar Kirke 113 De waarschuwing van Kirke 114 Boek 12. Sirenen, Skylla en de heilige runderen Naar de Sirenen 117 Skylla en Charybdis 118 De koeien van de zonnegod 119 De straf van Zeus 120 Charybdis 121 Dit was mijn verhaal 121

13-02-22 20:47


Ithaka Boek 13. Met de Faiaken naar Ithaka 125 Odysseus slaapt 126 Aangeraakt door Poseidon 126 Intussen op het strand 127 Ik ben een vluchteling 128 Jij gelooft niemand 128 Ik zal je beschermen 129 Een bedelaar 130 Boek 14. Bij Eumaios Gastvrijheid 131 Ik kom uit Kreta 133 Eumaios gelooft het niet 134 Een warme jas 135 Boek 15. Athena bij Telemachos Niet piekeren 137 Eerst nog afscheid nemen 138 Eumaios vertelt 140 Telemachos gaat lopend verder 140 Boek 16. Daar is Telemachos! 143 Ik zal u zeggen hoe dat zit, meneer 144 Ik ben je vader 144 Met zijn tweeën? 145 Boeven, tuig! 146 Boek 17. Naar het paleis Ik ken de vogeltekens 149 Argos 151 Een voetenbankje 151 Penelope wil de bedelaar spreken 152

Boek 19. Penelope spreekt met Odysseus 161 Odysseus verzint weer een verhaal 162 Het litteken 163 De droom van Penelope 165 Boek 20. Athena bij Odysseus Athena verschijnt aan Odysseus 167 Een teken van Zeus 168 Een vogel van links 169 Een ‘vrolijke’ maaltijd 170 Boek 21. De boog Grijp je kans 173 Ik ben Odysseus, kijk maar! 174 Pinggg … 177 Boek 22. De afrekening Antinoös 179 Eurymachos 179 Amfinomos 180 Melanthios 180 Athena helpt 181 Femios en Medoön 183 Zwavel, vuur en zoete tranen 184 Boek 23. Het weerzien Eurykleia en Penelope 185 Penelope ontmoet Odysseus 186 Hoe nu verder 187 Het bed 188 Hij is het echt 189 Een laatste beproeving 189 Odysseus gaat naar zijn vader 190

Boek 18. De bokswedstrijd 155 Penelope laat zich zien 156 Waarom heb je niet ingegrepen? 157 Waarom werk jij niet? 158

Odyssee_p001_208_HT.indd 9

13-02-22 20:47


Boek 24. Vrede Agamemnon en Achilles 191 De vrijer Amfimedoön vertelt zijn verhaal 192 Odysseus en Laërtes 193 Wraak! 195 Oorlog of vrede 195 Het laatste gevecht 196 De stem van de godin 196 Namenregister 199 Literatuur 203 Mijn dank 205

Odyssee_p001_208_HT.indd 10

13-02-22 20:47


Betoverd door het verhaal voorwoord

De Odyssee is een oud Grieks verhaal, een heldendicht (epos) over de magische thuisreis van koning Odysseus na de Trojaanse oorlog (1200 v. Chr.). Het verhaal is waarschijnlijk samengesteld uit oude mondeling overgeleverde volksverhalen door een bard, een rondreizende zanger en verhalenverteller, die men ”Homerus” is gaan noemen. Wanneer hij precies leefde weten we niet. Meestal wordt gedacht dat Homerus leefde en werkte in de periode waarin het Griekse alfabet in Griekenland zijn intrede deed.

Magie, psychologie en mythe De Odyssee is één van de grote verhalen van onze westerse cultuur. Het gedicht heeft altijd een mysterieuze aantrekkingskracht gehad, waarschijnlijk door de combinatie van magische, psychologische en mythische thema’s die zeer professioneel zijn samengevoegd tot één spannend verhaal, raadselachtig als het leven zelf. Odysseus, de slimme koning van het kleine eiland Ithaka, wil na de oorlog zo snel mogelijk naar huis, maar de goden laten hem jarenlang zwerven over zee, naar verre landen en vreemde volken, langs monsters en gevaarlijke reuzen. Hij ontmoet waarzeggers en tovenaars. Hij bezoekt het schimmenrijk en spreekt daar met zijn overleden moeder en met gesneuvelde oorlogskameraden. Hij logeert langdurig bij nimfen die het bed met hem delen, maar hem ook helpen om weer thuis te komen. In zijn eigen land zijn valse troonpretendenten (de vrijers) bezig met een machtsovername. Zij willen zijn zoon vermoorden en zijn vrouw dwingen om te trouwen met een nieuwe machthebber. De vrijers hebben Odysseus’ paleis bezet en weigeren weer weg te gaan onder het mom van het recht op gastvrijheid, de belangrijkste gedragsregel van oppergod Zeus. Ze spotten zo openlijk met de goddelijke regels van Zeus en dat is onacceptabel. Odysseus zal de orde moeten herstellen.

11

Odyssee_p001_208_HT.indd 11

13-02-22 20:47


Vanaf de berg Olympus kijken de goden toe. Ze spelen hun wrede spel met de mensen en het lot. Athena, de godin van kennis en verstand komt Odysseus regelmatig helpen. Athena kan toveren. Zij is gespecialiseerd in gedaanteverwisselingen. De vrijers worden aan het eind van het verhaal zeer wreed gestraft. Het spectaculaire geweld van de goden in het eindgevecht wordt door Homerus niet verheerlijkt, het wordt meedogenloos neutraal beschreven.

De bewerking Deze geïllustreerde beknopte bewerking in proza onderscheidt zich vooral door de toegankelijke tekst en de aandacht voor de achtergronden. Het is daardoor een boek geworden voor iedereen, ongeacht opleiding of leeftijd. Iedereen ondergaat de betovering van de Odyssee op zijn eigen manier. Door de talrijke opeenvolgende korte spannende verhaalfragmenten is het bijvoorbeeld ook geschikt voor kinderen. Het taalgebruik is betrekkelijk sober. De aandacht is meer gericht op de inhoud en de structuur van het verhaal dan op de vorm. Bloemrijke taal wordt vermeden1, behalve bij de Homerische vergelijkingen2. Ook de unieke poëtische verhaalstructuur met de vaak complexe raamvertellingen blijft volledig intact.3 Kees van der Plas

1 Epitheta, vaste toevoegingen aan een persoonsnaam (voorbeeld: de snelvoetige Achilles) worden beperkt gebruikt, alleen ze voor het verhaal functioneel zijn. Oorspronkelijk dienden ze vooral als geheugensteun bij het ritmisch reciteren. 2 De karakteristieke uitgebreide vergelijkingen kunnen het best worden omschreven als literaire illustraties. Ze worden typografisch benadrukt en krijgen zo steeds de ereplaats die zie verdienen. 3 De raamvertellingen hebben vaak meer lagen en dwingen de lezer regelmatig tot reflexie (echt of droom?) en verandering van positie in het verhaal: de lezer kijkt af en toe mee vanuit de positie van de verteller en weet dan vaak meer dan de persoon in het verhaal met wie hij meeleeft (lector in fabula), een narratieve ingreep die in de Odyssee een poëtisch effect heeft.

12

Odyssee_p001_208_HT.indd 12

13-02-22 20:47


Achtergronden

Verhalen over de oorlog Met een grote oorlogsvloot waren de Grieken naar de overkant van de zee gevaren, naar de stad Troje. Ze gingen Helena terughalen, de vrouw van Menelaos, de blonde koning van Sparta. Helena was de mooiste vrouw van de wereld, ze was een dochter van oppergod Zeus. Ze was gewoon meegenomen door prins Paris van Troje toen hij bij Menelaos op bezoek was. Helena had zich niet verzet, ze was blijkbaar vrijwillig meegegaan. Menelaos ging haar nu terughalen en alle andere Griekse koningen gingen mee. Agamemnon, de broer van Menelaos voerde het leger aan. Agamemnon was koning van Mycene. Hij deed mee met honderd schepen.4 Odysseus, de schrandere koning van het kleine Ithaka, had eigenlijk niet mee willen doen. Hij was liever thuis gebleven bij zijn vrouw Penelope en zijn pasgeboren zoontje Telemachos. Daarom had hij gedaan alsof hij plotseling krankzinnig was geworden. Odysseus was als een gek zijn akkers gaan ploegen en tegelijk met zout gaan strooien. Daardoor kon er niets meer groeien. Iemand die zo iets deed, had zijn verstand verloren. Die kon je niet gebruiken in een oorlog. Menelaos en zijn legerchef Palamedes hadden Odysseus ontmaskerd met een wrede soldatengrap. Ze hadden zijn pasgeboren zoontje voor zijn ploeg gelegd. Als hij echt gek was, zou hij zijn doorgegaan met ploegen en zou hij zijn eigen zoontje hebben vermorzeld. Maar Odysseus was onmiddellijk gestopt met ploegen. Hij was dus niet gek, hij had maar gedaan alsof.

4 De Griekse koningen waren geen koningen zoals wij die kennen. Ze leken meer op ridders, vechtersbazen, echte krijgsheren, die altijd zelf meevochten. In hun eigen gebied hadden zij de hoogste macht, daarom noemen we ze koningen. Hun personeel, de dienaren en dienaressen, bestond meestal uit slaven en slavinnen, gekocht of buit gemaakt in oorlogen.

13

Odyssee_p001_208_HT.indd 13

13-02-22 20:47


14

Odyssee_p001_208_HT.indd 14

13-02-22 20:47


Toen kon ook Odysseus niet meer weigeren. Hij deed mee met twaalf schepen, zwarte oorlogsschepen met een bloedrood geschilderde boeg.

De godin van de tweedracht De ruzie tussen de Grieken en de Trojanen zou zijn uitgelokt door Eris, de godin van de tweedracht. Zij was beledigd omdat zij als enige van alle goden niet was uitgenodigd voor een groot bruiloftsfeest. Eris besloot wraak te nemen. Toen het feest in volle gang was, kwam ze binnenlopen en gooide ze een appel op de feesttafel, een gouden appel met een feestelijk lintje om de steel. Daarop had Eris drie woorden geschreven: ”Voor de mooiste”. Drie godinnen vonden dat zij recht hadden op de appel, want alle drie vonden zij zichzelf de mooiste: Hera, de vrouw van oppergod Zeus, Afrodite de godin van de verliefdheid en Athena, de slimme godin van kennis en verstand. Ze kwamen er zelf niet uit. Daarom besloten de drie godinnen om aan de mooie Trojaanse prins Paris te vragen wie de gouden appel mocht krijgen. Alle drie beloofden ze Paris een geschenk als zij gekozen zouden worden. Hera beloofde macht en Athena beloofde wijsheid en overwinningen in de oorlog, maar Afrodite beloofde hem geluk in de liefde. Als je mij aanwijst als mooiste van de godinnen, zei Afrodite, zal ik zorgen dat jij mag trouwen met Helena. Daar hoefde Paris niet lang over na de denken. Hij gaf de gouden appel aan Afrodite en de godin zorgde ervoor dat Helena zonder zich te verzetten met hem meeging naar Troje. Want goden konden toveren, dat wist iedereen. Elke god had zijn eigen specialiteit. Eris kon ruzies veroorzaken en Afrodite kon mensen verliefd laten worden. Afrodite had ervoor gezorgd dat Helena nu in Troje was. Daarom koos zij ook in de oorlog de kant van de Trojanen. Maar Athena was jaloers, ze voelde zich gepasseerd, zij ging daarom de Grieken helpen om Helena weer terug te halen. Ondanks de Griekse overmacht zou de oorlog tien jaar gaan duren, want het lukte de Grieken maar niet om de stad in te komen, ze kwamen niet verder dan het strand en een wat groter gebied rondom de stad. De Trojanen kwamen af en toe naar buiten met hun snelle strijdwagens, getrokken door vurige paarden, maar verder hielden ze de poort van de stad gesloten. Uiteindelijk werd de wrede oorlog toch nog gewonnen door de Grieken, met een list die Odysseus had bedacht: de list met het paard.

15

Odyssee_p001_208_HT.indd 15

13-02-22 20:47


16

Odyssee_p001_208_HT.indd 16

13-02-22 20:47


Het paard van Troje Odysseus had een houten paard laten bouwen, een groot paard op wielen. Hij verstopte zich samen met een klein groepje strijders in de buik van het paard. De rest van de Grieken deed net of zij de oorlog hadden verloren. Ze verbrandden al hun spullen en ze voeren weg. De Trojanen trokken het grote zware paard juichend de stad in. Daarna gingen ze feest vieren, want zij dachten dat ze de oorlog al gewonnen hadden. Maar midden in de nacht kropen de Grieken uit het houten paard en overmeesterden de schildwachten bij de poort van de stad. Daarna konden de Grieken, die in het donker terug waren komen varen, heel gemakkelijk de stad binnenkomen en de stad verwoesten. Ze doodden al hun tegenstanders, de vrouwen die het hadden overleefd namen ze mee als oorlogsbuit. Ze vonden Helena en ze namen ook haar mee. Ze plunderden de stad en staken alle huizen in brand. Zo wonnen de Grieken uiteindelijk de wrede oorlog aan de overkant van de zee, de oorlog met Troje, het land waar ze de beste en de snelste paarden hadden. Ze wonnen de oorlog precies zoals Odysseus het had bedacht, niet met speren en zwaarden, niet met snelle paarden, maar met een houten paard op wielen.

De terugreis Na de oorlog waren de Grieken weer naar huis gegaan, blij dat ze het hadden overleefd. Als laatste was uiteindelijk ook koning Menelaos thuis gekomen, met Helena aan boord. Zij hadden geen ruzie meer. Maar de twaalf schepen van Odysseus waren er nog steeds niet. De goden hadden Odysseus veel tegenslag bezorgd. Hij had jarenlang moeten rondzwerven op zee. Al drie jaar na zijn vertrek uit Troje leek hij reddeloos verloren. Het enige schip dat hij nog had werd midden op zee door de bliksem van Zeus getroffen. Want Odysseus’ mannen hadden de heilige runderen van zonnegod Helios geslacht en opgegeten. De zonnegod was woedend geweest. Hij had van Zeus geëist dat de daders zwaar zouden worden gestraft, anders zou hij ophouden met schijnen. Zeus had niet geaarzeld: hij vernietigde het schip van Odysseus met zijn bliksem.5 Alleen Odysseus overleefde de schipbreuk. Hij kon de lange kielbalk van zijn door de bliksem vernietigde schip beetpakken en daar een primitief vlot van maken. Na negen dagen spoelde hij aan op het eilandje Ogygia, midden in zee. Daar woonde Kalypso, verder woonde er niemand.

5 Oppergod Zeus, die meestal rustig en redelijk was, kon heel driftig worden. Dan gooide hij grote rotsblokken vanaf de berg naar beneden. Die hoorde je met donderend geweld van de helling afrollen, ze kwamen pas tot stilstand in het dal. Daarna volgde zijn verzengende bliksem.

17

Odyssee_p001_208_HT.indd 17

13-02-22 20:47


Kalypso was een nimf, een godin die op aarde woont en de taal van de mensen spreekt. Zij was de dochter van Atlas, de god die met zijn sterke armen dag en nacht de hemel omhoog houdt. Zij had Odysseus opgevangen toen hij op haar eiland aanspoelde en was verliefd op hem geworden, ze wilde hem als man. Odysseus was daar nu al zeven jaar en al die tijd had ze geprobeerd hem te verleiden, door hem te verwennen, door muziek voor hem te maken en hem van alles te beloven. Ze beloofde hem zelfs dat ze hem onsterfelijk zou maken, net als de goden. Maar Odysseus wilde naar huis, hij verlangde naar zijn eigen vrouw, Penelope en naar Telemachos, zijn zoon.

Penelope en de vrijers Op Ithaka dacht iedereen dat koning Odysseus al lang dood was. Hij was bijna twintig jaar geleden vertrokken en niemand had meer iets van hem gehoord. In zijn paleis bivakkeerde nu een groep rijke jonge mannen. Ze werden “vrijers” genoemd, want ze wilden allemaal vrijen en trouwen met koningin Penelope. Dan waren ze in één keer machtig en nog rijker dan ze al waren. Ze lieten zich schaamteloos trakteren op lekker eten en drinken en ze bleven de koningin maar lastig vallen met hun opdringerige gedrag. Ze maakten daarmee de gastvrijheidsregel van oppergod Zeus belachelijk. Telemachos ergerde zich eraan, maar hij kon niets doen, hij moest gastvrij zijn. Het was de wil van Zeus: een vreemdeling moest je altijd binnen laten, ook al kwam hij uit een onbekend land en zag hij er heel anders uit dan jij, ook al zag hij eruit als een bedelaar. In het oude Griekenland gaven ze zo iemand altijd eerst te eten en te drinken. En pas als hij genoeg had gegeten en gedronken, vroegen ze waar hij vandaan kwam en wat hij kwam doen. Een vreemdeling voor de deur laten staan en niet binnen laten, dat deden ze nooit. Koningin Penelope wilde niets met de opdringerige vrijers te maken hebben. Daarom was ze een kleed gaan weven, een doodskleed voor haar schoonvader Laërtes. Ze zei tegen de vrijers dat ze moesten wachten tot het kleed af was. Pas daarna zou ze zeggen wie met haar mocht trouwen. Iedere dag weefde ze aan het kleed, maar in de nacht haalde ze alles weer uit. Het kleed kwam dus nooit af. Intussen werden de vrijers steeds ongeduldiger en brutaler.

‘Homerus’ In Griekenland vertelde men elkaar nog heel lang verhalen over de oorlog in Troje. De mooiste verhalen werden doorverteld door barden, rondtrekkende zangers en verhalenvertellers. Bij het zingen speelden ze meestal op een lier, een kleine harp. De zangers kenden de verhalen grotendeels uit het hoofd. Ze vertelden de verhalen aan elkaar door.

18

Odyssee_p001_208_HT.indd 18

13-02-22 20:47


Homerus was zo’n verhalenverteller. Hij zou geleefd hebben rond 775 v.C. Maar daarover kunnen we niets met zekerheid zeggen. Het kan ook 1000 vor Chr. zijn. Misschien was Homerus wel een verzamelnaam voor een groep verhalenvertellers. Homerus heeft vanuit de losse verhalen over de Trojaanse oorlog twee keer een groot heldendicht gemaakt. Eerst maakte hij de Ilias, een lang heldendicht over de oorlog, daarna maakte hij de Odyssee, een heel ander gedicht, over de thuisreis van Odysseus na afloop van de oorlog, een magische reis met gevaarlijke monsters, reuzen die mensen eten, waarzeggers en nimfen. Een groot deel van dat verhaal wordt door Odysseus zelf verteld in een lange toespraak, als hij twee dagen te gast is bij de Faiaken op het eiland Scheria. De Faiaken waren diep onder de indruk van Odysseus’ verhaal, ze hingen als betoverd aan zijn lippen en brachten hem de volgende dag, beladen met goud en andere kostbaarheden naar huis, naar Ithaka. Maar was het allemaal echt gebeurd, of had Odysseus het hele verhaal verzonnen? Dat wist je bij hem nooit. Want hi was niet alleen een oorlogsheld, hij was ook een charmante fantast, een bedrieger, hij was niet voor niets de man die de list met het paard had verzonnen.

Het alfabet In de tijd van Homerus waren de Grieken geleidelijk ook een nieuw schrift gaan gebruiken, met de letters van het alfabet. Daardoor konden ze vooral gedachten en gevoelens steeds nauwkeuriger beschrijven. We weten niet zeker of Homerus het nieuwe schrift zelf ook heeft gebruikt. Degenen die later zijn verhalen volledig hebben opgeschreven, gebruikten het in ieder geval wel. Het moet bijna onmogelijk zijn geweest om een complex en lang verhaal als de Odyssee (12.000 versregels) samen te stellen zonder het schriftelijk vast te leggen. Daarvoor was het primitieve schrift, dat de Grieken gebruikten, het lineair-B, niet geschikt.6 Een schrift met letters gebaseerd op de klank van de gesproken taal was daartoe veel beter in staat. Men raakt er steeds meer van overtuigd dat de barden al veel langer een alfabet kenden, misschien wel al vanaf 1100 v. Chr. In dat geval zou ook Homerus eerder hebben geleefd. De Grieken hadden veel handelscontacten met andere volken rondom het oostelijk deel van de Middellandse Zee, die wel al een alfabetisch schrift gebruikten, vooral met de Feniciërs, die afkomstig waren uit het huidige Libanon. Waarschijnlijk hebben de Grieken zo al vroeg kennis gemaakt met een alfabetisch schrift. Maar harde bewijzen daarvoor, stukken tekst, zijn nooit 6 Het lineair-B werd vooral voor administratieve doeleinden gebruikt. Bijvoorbeeld in de handel. Het bestond uit symbolen voor woorden en getallen, aangevuld met aanduidingen voor lettergrepen (Artz e.a., 2019).

19

Odyssee_p001_208_HT.indd 19

13-02-22 20:47


gevonden. De verklaring daarvoor zou zijn dat Griekenland vruchtbaar was en bosrijk. Het lag daarom voor de hand dat men op hout schreef of op papyrus, vergankelijk materiaal waarvan we niets kunnen terugvinden.

Muze, laat mij zingen We weten dus nog steeds niet of Homerus, als hij moest optreden een papyrusrol met aantekeningen bij zich had. Voor alle zekerheid riep hij toch, net als iedereen, de hulp in van een muze. Daarmee begint de Odyssee ook nu nog. Muzen waren godinnen, dochters van Zeus. Zij hielpen de mensen bij het maken van mooie dingen, een mooie vaasschildering, of een gezongen verhaal bijvoorbeeld. De muze fluisterde het de zanger in het oor, dachten de mensen. De zangers stonden dus in contact met de goden en hun verhalen kregen daarmee een goddelijke status. De eerste regels van de Odyssee zijn beroemd. Ze staan op de volgende bladzijde. De zanger verklapt daar meteen al hoe het afloopt: Odysseus zal thuiskomen, maar zijn bemanning niet. De zanger vraagt ook aan de muze waar ze hem wil laten beginnen. Daarom beginnen we straks niet aan het begin van het verhaal, maar bijna aan het eind, tien jaar na het eind van de oorlog, als Odysseus al zeven jaar bij de nimf Kalypso zit en Telemachos op reis gaat om zijn vader te zoeken. Wat er daarvóór allemaal was gebeurd, zullen we later horen.

20

Odyssee_p001_208_HT.indd 20

13-02-22 20:47


De eerste regels in het Grieks:

En in het Nederlands:

ἄνδρα μοι ἔννεπε μοῦσα, πολύτροπον, ὃς μάλα πολλὰ πλάγχθη, ἐπεὶ Τροίης ἱερὸν πτολίεθρον ἔπερσεν· πολλῶν δ᾽ ἀνθρώπων ἴδεν ἄστεα καὶ νόον ἔγνω,

Laat mij zingen over die man, Muze, die slimme, vindingrijke man, die lang moest rondzwerven nadat hij de machtige stad Troje had verwoest. Hij bezocht vreemde volken en steden en hij leerde de mensen kennen die daar wonen. Hij beleefde veel ellendige avonturen op zee en hij moest vaak vechten voor zijn leven, want hij wilde heelhuids thuiskomen, samen met zijn makkers. Maar zijn makkers kon hij niet redden, zij gingen ten onder aan hun eigen roekeloosheid, die dwazen aten van de runderen van zonnegod Helios en zouden daardoor de dag van hun thuiskomst niet meemaken. Laat mij daarover zingen, godin, dochter van Zeus, en zeg maar waar ik beginnen zal.

πολλὰ δ᾽ ὅ γ᾽ ἐν πόντῳ πάθεν ἄλγεα ὃν κατὰ θυμόν, ἀρνύμενος ἥν τε ψυχὴν καὶ νόστον ἑταίρων. ἀλλ᾽ οὐδ᾽ ὣς ἑτάρους ἐρρύσατο, ἱέμενός περ· αὐτῶν γὰρ σφετέρῃσιν ἀτασθαλίῃσιν ὄλοντο, νήπιοι, οἳ κατὰ βοῦς Ὑπερίονος Ἠελίοιο ἤσθιον· αὐτὰρ ὁ τοῖσιν ἀφείλετο νόστιμον ἦμαρ. τῶν ἁμόθεν γε, θεά, θύγατερ Διός, εἰπὲ καὶ ἡμῖν.

21

Odyssee_p001_208_HT.indd 21

13-02-22 20:47


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.