TIEN JA A R
ONVERWERKT VERLEDEN STICHTING JULIUS LEEFT!
10 jaar onverwerkt verleden Stichting Julius Leeft!
Voor Alice, Joan, Mercedes en Roos
Tien ja a r
ONVERWERKT VERLEDEN Stichting Julius Leeft!
10 jaar onverwerkt verleden – Stichting Julius Leeft!
LM Publishers Parallelweg 37 1131 dm Volendam 085 - 877 23 97 info@lmpublishers.nl www.lmpublishers.nl © April 2016 – LM Publishers, Volendam Tekst Erwin Buter Redactie theaterstukken Paulette Smit Met dank aan Peter Sanches, Roos Leerdam-Bulo, Joop Daalmeijer, Maartje van Weegen, Maria Lekransy, Anna Makaloy en Ad van Helmond Eindredactie Arlette Kouwenhoven & John Leerdam Fotografie Ossa Kierkegaard foto’s pag. 6, 14, 17, 18, 21, 23, 30, 46, 65,
68, 71; Joffrey van der Vliet pag. 16, 20, 26, 30, 34, 46, 50, 61; RVD: foto pag. 7; Jean van Lingen: overige foto’s en omslagfoto Grafische vormgeving Ad van Helmond, Amsterdam Productie Hightrade bv, Zwolle isbn 978-94-6022-405-8
Deze publicatie is mede tot stand gekomen dankzij een financiële bijdrage van Maduro & Curiel’s Bank, het Prins Bernhard Cultuurfonds Caribisch Gebied, Fonds 21, AFK (Amsterdams Fonds voor de Kunst), Ference Lamp, Mirto Murray en Kenaat Tewarie.
Inhoud
Voorwoord – Mark Rutte
7
Inleiding – Noraly Beyer
11
De tranen van Den Uyl Dubbelspel / Changa!
15 19
Geblindoekte verhalen – Kain Pikul Amandla! Claus
25
29 33
Hoe duur was de suiker? Geniale Anarchie Kain Pikul ii Tikkop
53
Juliana
59
39
45 49
‘What happens to a dream deferred’ – John Leerdam
Theaterteksten
69
73
De tranen van Den Uijl 73 • Dubbelspel 87 • Changa! 111 • Geblindoekte verhalen – Kain Pikul 131 • Amandla! 151 • Claus 179 • Hoe duur was de suiker? 203 • Geniale Anarchie 225 • Kain Pikul ii 253 • Tikkop 277 • Juliana 299
Nog vele jaren!
‘We wonen in een glazen huis, met ramen van allemaal verschillende kleuren glas en verschillende gordijnen’. Dit citaat uit ‘Juliana’ – de jubileumvoorstelling van de stichting Julius Leeft – vat prachtig samen waar het werk van de stichting steeds om draait. Julius Leeft! brengt de diversiteit en de geschiedenis van het Koninkrijk der Nederlanden dichtbij. De reis van Julius Leeft!, die tien jaar geleden begon, voert bezoekers én acteurs van Nederland naar de Antillen en van Suriname naar Indonesië. Op het podium krijgen gebeurtenissen en mensen uit ons gezamenlijke verleden gezicht en een stem. Julius Leeft! brengt verhalen tot leven die soms moeilijk en emotioneel zijn, vaak ook heel mooi en steeds inspirerend. Hoe dan ook zijn het verhalen die het verdienen om verteld te worden, omdat in onze gezamenlijke geschiedenis de basis ligt van onze gezamenlijke identiteit. Zo verbinden de producties van Julius Leeft! mensen en culturen, over geografische en historische grenzen heen. Julius Leeft! is méér dan een persoon, maar wel één iemand in het bijzonder: John Leerdam. Hij is de initiator, inspirator en de drijvende kracht achter de stichting. Hij is ook een begenadigd regisseur met idealen, passie en een ontembare energie. Dat heb ik aan den lijve mogen ondervinden toen ik in 2007 deel uitmaakte van zijn team bij de voorstelling Changá! die we speelden op ‘zijn eiland’ Curaçao. Tot een carrièreswitch heeft het nooit geleid, maar het was een geweldige ervaring! Ik was niet de eerste politicus die meespeelde in een voorstelling van Julius Leeft!. En ik was ook zeker niet de laatste. Jaar in jaar uit werken politici, bekende Nederlanders en de beste acteurs mee aan de voorstellingen. ‘Nee’ zeggen tegen John Leerdam is nu eenmaal onmogelijk! Ook dát weet ik uit persoonlijke ervaring. Dit boek blikt terug op tien unieke voorstellingen die in het hele Koninkrijk der Nederlanden indruk hebben gemaakt. Daarin schuilt wat mij betreft ook een belofte voor de toekomst, want in onze geschiedenis zijn nog zoveel meer kleurrijke verhalen te vinden, die letterlijk een podium verdienen. Ik wens John Leerdam en het team van Julius Leeft! daarom nog vele jaren toe en heel veel succes voor de toekomst. Mark Rutte minister-president voorwoord • 7
8 • julius leeft!
9
10 • julius leeft!
Inleiding
Na tien jaar zit SJL in mijn genen. We zijn familie geworden. In 2006 begonnen we met een klein aantal mensen die John Leerdam bijeen had gebracht. In de jaren erna kwamen er steeds meer mensen bij. SJL lijkt op de zwaan met gouden veren. Een ieder die haar aanraakt, blijft vastzitten. Daartoe zeker aangemoedigd door de formule van een theatrale reading die hoogstens twee keer in een weekend wordt opgevoerd en waarbij je de tekst mag lezen van blad. Maar meer nog speelt, denk ik, de overtuiging dat de SJL-voorstellingen onontbeerlijk zijn voor ons welzijn in een wereld die verscheurd wordt door haat en onbegrip. Daarom maken politici, journalisten, wetenschappers, ondernemers en anderen met een drukbezet leven zich graag vrij om samen met professionele acteurs en muzikanten op het SJL-podium te staan. Ze doen dat belangeloos. Hoewel ... niemand zal ontkennen dat ze ook uit eigenbelang de SJL-boodschap uitdragen. Voor het eigen geweten is het goed om af en toe vragen te stellen over het hoe, het wat en het waarom van ons bestaan. Dwars door alle voorstellingen loopt de gedachte dat we onze geschiedenis moeten kennen omdat we anders redeloos en reddeloos in ons heden staan en daardoor gemankeerd de toekomst bekijken. SJL vertelt verhalen uit het gedeelde verleden van Nederland en de vroegere koloniën. Verhalen die herinneringen ophalen aan nare episodes in onze gezamenlijke geschiedenis. Verhalen die vaak pijnlijk zijn en daarom liever verzwegen worden. Direct al bij de eerste voorstelling in 2005, De Tranen van Den Uyl over de decembermoorden van 1982 in Suriname, was de zeggingskracht van SJL groot. Er ging ook een helende werking van uit. De voorstellingen in Paradiso, Amsterdam, en een half jaar later in Thalia, Paramaribo, maakten emoties los die al te lang onderdrukt waren. Ook bij alle andere voorstellingen waren de tranen nooit ver weg. Daags na de voorstelling Claus! openden alle kranten met het betraande gezicht van toen nog koningin Beatrix. Ze had gehuild toen haar overleden man prins Claus zo levendig verbeeld werd op het toneel. Ik geloof niet dat SJL bewust op tranenjacht gaat met haar voorstellingen. Ik weet wel dat wij, allemaal, gevoelig zijn voor heftige gebeurtenissen in ons leven, vroeger en nu. In de verhalen van SJL wordt de geschiedenis persoonlijk gemaakt. Het krijgt een menselijk gezicht. De voordrachten in tekst, zang, muziek en dans kruipen altijd onder de huid. Ze breken ons verbeeldingsvermogen open en brengen herkenning dichtbij. Het ontroert mij zeer dat SJL veel verschillende mensen in een zaal bijeen weet te krijgen om het begrip voor elkaar te vormen en te vergroten, om samen te lachen en te huilen. Ik hoop van ganser harte dat we deze familieband tot in lengte van dagen kunnen vasthouden. En dat we nooit zullen ophouden om de verhalen aan elkaar door te geven die ons sterk maken en ons leren hoe we het leven kunnen dragen. Ik wens kortom dat Julius Leeft blijft Leven. Noraly Beyer – Voorzitter Stichting Julius Leeft inleiding • 11
12 • julius leeft!
juliana • 13
14 • julius leeft!
Op 4 december 2005 maakte een bijzondere voorstelling in de Amsterdamse poptempel Paradiso diepliggende emoties los. De Tranen van Den Uyl, bewerkt naar het toneelstuk van Hugo Pos (1913-2000), handelde over de decembermoorden in Suriname en de aanloop ernaartoe. Het was een hoofdstuk waar veel Surinamers in die tijd nog altijd niet over durfden te spreken, uit angst voor de nog altijd populaire Bouterse. Regisseur en initiatiefnemer van de muzikale reading was John Leerdam. Hij vond het tijd om mensen uit Nederland en Suriname bij elkaar te halen om deze donkere episode letterlijk in de spotlights te zetten en reacties uit te lokken. Dus zette hij acteurs, politici en tv-makers bij elkaar voor een eenmalige voorstelling, niet in een theater maar uitgerekend in een poptempel. PvdA-leider Wouter Bos speelde diens voorbeeld Joop den Uyl. NOS-nieuwslezer Noraly Beyer was er ook bij. Voor haar kwam het dichtbij. Ze was op Curaçao geboren uit Surinaamse ouders. Na haar studie in Nederland werd ze in Suriname redacteur bij de Surinaamse televisie. Na de decembermoorden vluchtte ze naar Nederland waar ze eerst bij de Wereldomroep in dienst trad en vervolgens nieuwslezer werd bij het NOS Journaal. Verder had ook cabaretier Jörgen Raymann een rol, en ook de man die altijd een mening heeft – Prem Radhakishun. Het stuk in 2005 werd voor de bezoekers een overrompelende ervaring. Zij voelden eenheid onder het aanwezige publiek, zoals de toenmalige wethouder Laetitia Griffith na afloop tegen het Parool zei: ‘Op dit soort dagen zijn we een’. Wie van de aanwezige Surinamers kende immers niet een van de slachtoffers of hun familie? Juist daarom werd het door de Surinaamse gemeenschap die die dag aanwezig was zo intens gevoeld. De voorstelling ging in de daaropvolgende zomer met steun van het ministerie van Buitenlandse Zaken en andere vele sponsoren naar Suriname. Voor het eerst was in dat land op een theatrale manier aandacht voor het onverwerkte verleden rondom de geschiedenis van de decembermoorden. Met opnieuw een gemengde cast van Nederlanders en Surinamers werd het stuk op 10 augustus 2016 op de planken gebracht in theater Thalia in Paramaribo. Onder de aanwezigen was niemand minder dan president Ronald Venetiaan. Kritisch als altijd – ‘ik zou het stuk harder hebben gebracht’ – wees hij op het belang van dit soort voorstellingen om de jeugd te bereiken. Venetiaan had het ondanks het zachtaardige karakter van de voorstelling ‘aangrijpend en ontroerend’ gevonden, zei hij na afloop tegen het ANP. Hij wees op het vele werk van Den Uyl om het land onafhankelijkheid te brengen, de man die nog geen tien jaar later zo moest rouwen over een aantal van zijn vriendschappelijke relaties. Eens te meer werd die zomer duidelijk dat de diepe wonden in Suriname nog altijd niet waren geheeld. De Tranen van Den Uyl had nog meer betekenis: het was het begin van een nieuwe traditie om met muzikaal theater de omgang van Nederland met haar voormalige overzeese gebiedsdelen te belichten. Hoewel de formele oprichting van later datum is, moet De Tranen van Den Uyl als de eerste voorstelling van de stichting worden beschouwd.
De tranen van Den Uyl
de tranen van den uijl • 15
Wouter Bos over De Tranen van Den Uyl: ‘Het was najaar 2005. Ik was PvdA-leider en John Leerdam zat net als ik in de Tweede Kamerfractie van de partij. Hij had me gepolst en als John je vraagt, dan kan je niet weigeren. Ik had al weleens eerder gespeeld, van schooltoneel tot cabaret. En politici moeten een beetje kunnen acteren. Ik kende het hele stuk niet, ik kende de stichting niet want die was net opgericht, juist voor deze voorstelling. Ik wist niet meer dan dat het zou gaan over Suriname en haar onafhankelijkheid. John zei dat ik Den Uyl zou spelen, een van mijn voorgangers en een van mijn voorbeelden. Dat maakte het wel heel bijzonder. Nadien heb ik SJL leren kennen als een stichting die op een fraaie wijze steeds een episode uit de Nederlandse geschiedenis en haar rijksdelen onder de aandacht wist te brengen. Dat lukt John en de anderen steeds weer op een bijzondere wijze.
Wat me bijstaat uit De Tranen van Den Uyl? Het is alweer meer dan tien jaar geleden. Ik weet nog dat we speelden in een uit verkocht Paradiso. De zaal zat boordevol Surinamers, het stuk boordevol emoties. En ik heb Manoushka Zeegelaar Breeveld toen voor het eerst horen zingen. Dat was ook heel bijzonder. De emotionele reacties uit de zaal en die van een aantal van mijn Surinaamse medespelers op het toneel staan me ook nog steeds bij. Hun reacties waren best heftig, maar het ging
n Uyl De tranen van De – Merlijn Schoonenboom De Volkskran t 5 december 2005
t even een von kje bij het kruitva vreden: ‘Ik zag gelijk al dat Bos lde spee Bos ter Wou je ider Stel . Pvd A-le gehouden hoefde worden talent had. Jörgen Ray man n: ‘Dit gisterm iddag Han de Graaf, Nevoor, dat we dit in Suri name had is geen stuk om vrol ijk van te e elfd hetz r derlands jour nalist, een van de daa Als . .’ den gespeeld worden. Ja, ik ben aangedaan twee hoofdrollen in de een magevoel in de zaal was ontstaan; er tijKen neth Herdegein voelde traDe van ng’ lezi le atra lige ‘the een revolutie zijn uitgebrohet spelen ‘een hete dikke zou s den ing enk herd als Uyl, nen van Den ken.’ lucht’ uit de zaal opstijgen: ‘Een van de 8 decembermoorden in oneid, enh gevoel van verbond Suri name. John Leerdam, regisr macht en verdriet. Alsof er maa seur en Pvd A-kamerlid, was te-
16 • julius leeft!
natuurlijk ook om een belangrijke stap in de Surinaamse geschiedenis: de onafhankelijkheid van het land. Ze zagen ook wel dat ik door de heftigheid van de reacties verbaasd was en ik denk dat het Jörgen Raymann was die me uitlegde: “Weet je wat het zo heftig maakte toen? Surinamers die op Surinamers schoten, dat mag gewoon niet.” Het was Joop den Uyl die in de jaren zeventig het land zijn onafhankelijkheid heeft gegeven. Critici vroegen zich destijds al af of die stap niet te vroeg kwam: ‘Dat kan niet goed gaan’, hoorde je vaak. Misschien hebben ze gelijk gekregen. Er is nadien natuurlijk nogal het een en ander gebeurd, met de decembermoorden
als een dieptepunt. Maar ten principale was het natuurlijk juist. Kortom, in de ware zin was dit een historisch besluit van de premier. Dat maakt het verdriet of de tranen van Den Uyl in de voorstelling zo tastbaar. Hij is vrienden verloren: ze zijn verdwenen of ze hebben voor een andere toekomst voor het land gekozen dan hij misschien had gehoopt. Het pad na de onafhankelijkheid is in een aantal opzichten zeker anders gegaan dan hij zich had voorgesteld. Ook zijn ideaal was kapotgegaan, hij had het zo graag anders gezien.ʼ
juliana • 17
18 • julius leeft!
Een uitverkochte première en toch dreigt de voorstelling niet door te gaan. Het overkwam SJL in de zomer van 2007 met Changá!. Vlak voor de première op Curaçao kruisten advocaten in de rechtszaal de degens over de vraag of de voorstelling wel door mocht gaan. Wat was het geval? In december 2006 had SJL haar tweede voorstelling, Dubbelspel, in Amsterdam op de planken gebracht. Dit stuk over het dagelijkse leven in de West was gebaseerd op het gelijknamige boek van Frank Martinus Arion. Onder meer Helen Kamperveen, Paulette Smit, Jörgen Raymann, Raad van State-lid Gilbert Wawoe en de toenmalige oppositieleider Mark Rutte werkten mee. Hun boodschap was duidelijk: achter een façade van tropische gemoedelijkheid gaat op de eilanden vaak veel ellende schuil. De armoede, het geweld, het is vaak onzichtbaar maar voor veel mensen dagelijkse kost. Daarna ontstond het plan om de hele voorstelling naar Curaçao en Aruba te brengen. Theater Luna Blou op Curaçao werd geboekt voor de première, cast en crew werden samengesteld en toen voldoende sponsoren waren aangetrokken leek niets nog een succes in de weg te staan. Tot Arion bezwaar maakte. De auteur was het niet eens met een aantal keuzes van regisseur Leerdam en hij was ook nog eens verbolgen geraakt over kritische uitspraken van de VVD’er Rutte over de Antillen. SJL mocht Dubbelspel niet meer brengen. Maar SJL liet zich niet uit het veld slaan en wilde de reis doorzetten. Met een klein team van tekstschrijvers werd in enkele weken een nieuw scenario geschreven onder een nieuwe titel. De voorbereidingen voor de reis gingen intussen gewoon door. Vliegtickets werden geboekt, mensen namen vakantie op om mee te kunnen doen, de eerste repetities in Nederland werden gehouden. Arion was het met de nieuwe verhaallijn echter opnieuw niet eens en stapte naar de rechter. Hij vond dat het nieuwe stuk te veel leek op zijn roman. De advocaat van SJL voerde aan dat het nieuwe stuk mede was geschreven door bewoners van de Antillen en dat er nu eenmaal veel herkenbare situaties op de Antillen in beide verhalen voorkwamen. De rechter voelde het geschil goed aan. In zijn salomonsoordeel bepaalde hij enkele dagen voor de première dat tussen de twee partijen zou worden bemiddeld: Arion en Leerdam moesten hier samen uitkomen. Ze waren beide bekende eilanders, een rechterlijke uitspraak zou de eilanden en henzelf alleen maar schade brengen. Tot diep in de nacht schaafde Leerdam onder toeziend oog van Arion aan het scenario. De uitkomst kwam een dag voordat de eerste voorstelling zou plaatsvinden: Arion en Leerdam waren het eens geworden over de aanpassingen. Het stuk kon doorgaan. Voor de mensen die de dagen tijdens de rechtszaak gewoon waren blijven repeteren een hele opluchting. Dat waren niet de minsten: opnieuw Rutte, de toekomstige premier, Denise Jannah, Raymi Sambo en Manoushka Zeegelaar Breeveld. Ook de sponsoren waren opgelucht: er was immers al heel veel geld aan reis- en verblijfkosten opgegaan. Een dag later klonk na afloop van het stuk groot applaus in een volle zaal van Theater Luna Blou. Het had weinig gescheeld of dat applaus had in de zomer van 2007 voor SJL nooit geklonken.
Dubbelspel/Changá!
dubbelspel/changa! • 19
Manoushka Zeegelaar Breeveld, actrice, schrijver en zangeres, is net als Paulette Smit een van de stille krachten achter John Leerdam. Ze blikt terug op tien jaar SJL en Dubbelspel in het bijzonder. ‘De voorstelling Dubbelspel verhaalt voor mij over de enorme kracht en inventiviteit van Caribische vrouwen om te overleven binnen de sociaal-politieke chaos die er heerst op de eilanden. Die chaos komt regelrecht voort uit de koloniale overheersing en de manier waarop Nederland met haar (ex-)koloniën omgaat, ook vandaag de dag. Ik zie het ook in Suriname, waar ik vandaan kom en waar ik nog regelmatig ben. Wat Dubbelspel duidelijk wilde maken is dat vrouwen de spil zijn van de samenleving. Zij zorgen voor het huis, voor de kinderen, voor de mannen. In werkelijkheid nemen zij de belangrijke beslissingen. Maar uiteindelijk hebben de mannen het voor het zeggen. Wat betreft de emancipatie van vrouwen moet er nog veel gebeuren.
Met Dubbelspel wilden we ook laten zien dat Nederland niet goed voor de overzeese gebiedsdelen heeft gezorgd. De moeilijke sociaal-politieke situatie daar heeft een reden. Mensen moeten er het wiel opnieuw uitvinden en Nederland helpt hen er niet erg bij. Het heeft geprofiteerd van de goede dingen en is daarna vertrokken.
Dubbelspel/Changa! kan zijn gelegen heidscast van bekende- Ned erla nde rs-m et-w ein igtijd niet eindeloos laten repeteren en daarom kiest hij voor de vorm van de geënsceneerde reading: spelen met het tekstboek in de hand. ‘Daardoor kan ik men ijl terw sen vragen mee te doen, ze geen acteur zijn’, zegt hij. Een tweede voordeel vindt het Pvd Akamerlid dat de nadruk ligt bij de tekst van het stuk in plaats van
trouw 12-02-20 06 – Leerdam
bij de acteerprestaties.
20 • julius leeft!
Al te gemakkelijk kun nen zijn lezende-toneelspelers zich er echter niet van afmaken. ‘Ze moeten niet komen om een beetje leuk te doen op het toneel’, vindt Leer enspel dam. Zijn ervaring is dat de politici goed zijn te kneden in een rol. ‘Het zijn natuurlijk ama zijn het r maa teurs als acteur, . professionals in hun houding De politici die ik inzet, beg rijpen meestal goed wat ik wil. Als ze een maal op toneel staan moeten ze toch één zijn met de andere
spelers. Mark Rutte? Hij had een professionele houding, was bij de repetities altijd op tijd.’ Heeft hij alle pijnpunten uit de s Nederlandse geschiedenis som erKam Het t? op zijn lijstje geze lid, zelf van gemengd Suri naamsAnt iliaanse afkomst: ‘De stuk ken gaan allemaal over de vraag hoe Nederland omgaat met zijn koloniale verleden. Daar wil ik het debat over losmaken.’
De tranen van Den Uyl
Naar een idee van John Leerdam
Verteller: Paulette Smit, Helen Kamperveen (in Suriname)
Regie: John Leerdam
Rollen: Josef Slagveer: Kenneth Herdigein Han de Graaf: Wouter Bos, Bert Koenders (in Suriname) Rechter: Rudy Polanen, Carl Breeveld (in Suriname) Verdachte: Prem Radhakishun, Carlo Jadnanansing (in Suriname) Mr. Hoost: Jörgen Raymann, Constan Landvreugd (in Suriname) Nieuwslezer: Noraly Beyer Stem: Wilson Boldewijn
Teksten: Hugo Pos Composities: Harto Soemodihardjo / Roy Bhagwandin / Andro Biswane Productie: Djoere de Jong, Kayan Tang Publiciteit: Moncef Beekhof Licht: Henk van der Geest Techniek: Frits Janszen Video/toneelbeeld en kostuums: Joffrey van der Vliet en Ossa Kierkegaard
Voordracht liederen en gedichten: Powl Ameerali / Ingrid Ameerali-Gever / Ferranto Cadogan / Kathleen Ferrier / Helen Kamperveen / Jetty Mathurin / Cynthia McLeod / Laurens Mungra / Liesbeth Peroti / Herman Snijders Muziek en zang: Audrey Bakrude / Aroen Bo / Gerda Havertong / Denise Jannah / Sonny Koeblal / Laco / Jeannine La Rose / Stanley Manorath Kamlish / Ivor Mitchell / Bryan Muntslag / Walther Muringen / Trees Raliem / Kries Ramkelawan / Jim Westfa / Aïda Zeefuik / Manoushka Zeegelaar Breeveld
de tranen van den uijl • 73
EERSTE AKTE Josef Slagveer en Han de Graaf (Vertrekhal luchthaven Lissabon. Aankondigingen in het Portugees en andere talen. Een blanke man (De Graaf) zit in zijn eentje een krant te lezen. Hij heeft een aktentas en een KLM tas bij zich. Na een poosje komt een donker gekleurde man (Slagveer) in zijn buurt zitten (Slagveer met een SLM tas). Hij spant zich in om te zien wat de ander aan het lezen is. Dan spreekt hij hem aarzelend aan.)
Slagveer: Maar dan zijn we collega’s. Jozef Slagveer, van het Persbureau Informa. Waar werkt u voor, als ik vragen mag? De Graaf: Voor de Provinciale Pers. En zo af en toe voor de Wereldomroep. Slagveer: (Ineens achterdochtig) U behoort toch niet tot die mensen die alleen maar vuil over ons land spuien.? De Graaf: Hoe komt u daarbij?
SLAGVEER: Neemt u mij niet kwalijk. Een Nederlandse krant, mag ik die, als u hem uit hebt, even inkijken? De Graaf: Ja, natuurlijk. De Alkmaarse Courant met het laatste nieuws uit de top van Noord-Holland. Slagveer: (Alsof hem een licht opgaat) Alkmaar, de kaasmarkt. De Graaf: Ja, iedere vrijdag. Als u van plan bent daarheen te gaan, kan ik u een paar nuttige tips geven. Slagveer: Heel aardig van u. Maar ik heb wel wat anders aan mijn hoofd. De Graaf: Ik dacht al dat u geen gewone toerist was. Slagveer: Hoezo? Zie ik er zo verfomfaaid uit? Dank je de koekoek. Ik ben al 48 uur onderweg. (Staat op en begint onrustig heen en weer te lopen) Eerst 24 uur vertraging bij vertrek en nu nog op de koop toe een motorstoring.
Slagveer: Nou, ik hoef de Wereldomroep alleen maar aan te zetten of een stroom rottigheid komt op me af. De moeilijkheden tussen Arron en Lachmon worden breed uitgemeten. Het lijkt wel of jullie in Holland je verkneukelen van plezier dat ze het maar niet eens kunnen worden. De Graaf: U loopt verdacht achter, meneer Slagveer. Voor Holland is Suriname’s onafhankelijkheid al een uitgemaakte zaak. Niemand die jullie een strobreed meer in de weg legt. Het is jammer dat u gisteren niet in de Kamer was. De opheffing van de Statuut…. Slagveer: Dat is het hem juist. Daar had ik bij willen zijn. Maar door die vervloekte motorstoring zit ik hier nu op mijn nagels te bijten. En kranten… van niks. Alleen maar De Telegraaf van twee dagen oud. De Graaf: Kijkt u toch niet zo ongelukkig. Ik ben warempel de brenger van de blijde boodschap. De kogel is door de kerk.
De Graaf: U bent op weg naar Amsterdam, neem ik aan?
Slagveer: (Kijkt hem vragend aan)
Slagveer: Ja, en u?
De Graaf: Ja, de band met Nederland is doorgeknipt. Dat moet wel een hele opluchting voor u zijn.
De Graaf: Naar Suriname. Slagveer: Een snoepreisje? De Graaf: Ik wou dat het waar was. Nee, voor mijn werk. Kijken hoe de stemming daar is.
Slagveer: (Haalt de schouders op) Opluchting. Ik wacht daar al jaren op. De Graaf: (Verandert van toon) U misschien wel. Maar het gros van uw landgenoten. Ik heb ze wel anders horen piepen.
Slagveer: U bent toch niet van de B.V.D.? De Graaf: Hoe komt u daarbij? Zie ik er zo onnozel uit? Han de Graaf, journalist. 74 • julius leeft!
Slagveer: Ik heb het gevoel dat u teveel naar de oppositie luistert.
De Graaf: Ik doe mijn werk als journalist. In de Kamer heeft Lachmon gisteren het woord gevoerd. Slagveer: Lachmon, Lachmon, waarom toch altijd die nadruk op Lachmon? U Weet toch hoe ze hem in Suriname noemen, Lachmon van Oranje. De Graaf: Maar vindt u het dan niet van belang hoe de Hindoestanen tegen de onafhankelijkheid aankijken? Vindt u het zo gek als ze bang zijn om door de Creolen te worden overheerst? Slagveer: Och wat, je kunt die stelling evengoed omdraaien. Wat schieten we daarmee op? Het is een nasleep van jullie verdeel-en-heers politiek, anders niet. Als we eenmaal één volk zijn, één natie, dan zal dat raciale gedoe vanzelf verdwijnen. De Graaf: Ik help het u hopen. Wij in Nederland zien dat duizenden Hindoestanen naar Nederland komen. Ze willen hun Nederlandse nationaliteit niet kwijt, dat weet u toch. De KLM moet extra vluchten inzetten. Slagveer: Wij kunnen ze niet tegenhouden. De Graaf: Wij ook niet. Eerst de Creolen, nu de Hindoestanen, straks de Javanen, een leeg land blijft er over. Slagveer: Aha, nu komt de aap uit de mouw. Tegen de apartheid, maar ho maar als er teveel gekleurde rakkers zich bij jullie komen nestelen. Daar moet dan zo gauw mogelijk een dam tegen worden opgeworpen. De Graaf: Waar haalt u die onzin vandaan? Slagveer: Van uw eigen premier, Joop den Uyl. In navolging van Biesheuvel en Van Agt. Ze zeggen het wel niet met zoveel woorden, maar dat is wel wat er achter zit.
De Graaf: Hij heeft gewezen op het grote sociale en economische verschil tussen Nederland en Suriname, hij heeft het verwijt dat Nederland schuldig is aan het aanzwellen van de emigratiestroom van tafel geveegd. Slagveer: Is dat alles wat de grote staatsman te zeggen had? De Graaf: Hij had het ook over de waarborging van de menselijke rechten en vrijheden. Daar gaat het toch om. De vrees wegnemen die er bestaat. (Zoekt in zijn tas, haalt er een stel papieren uit) Men kan de verwezenlijking van de fundamentele rechten en vrijheden niet van buitenaf beïnvloeden. Als deze zaak niet in het land zelf leeft, zal telkens blijken dat instrumenten, middelen en druk van buitenaf afschampen. Waar komt het dan wel op aan, meneer de voorzitter. Het komt in de eerste plaats aan op besef van lotsverbondenheid. Vrees wekt vrees. Wantrouwen is besmettelijk. De angst voor overheersing kweekt agressie. Onderdrukking versterkt agressie. Zo sluit de fatale cirkel zich. Vanmiddag heb ik getracht om aan te duiden wat wenselijk is. De aanvaarding, de virulentie van een democratische traditie en de bereidheid om naar elkaar te luisteren. Als Nederland iets wezenlijks van de parlementaire democratie in Suriname heeft weten over te brengen en te doen gedijen, is dat de reden op dit ogenblik niet zonder hoop naar de toekomst te zien. Slagveer: De parlementaire democratie. Het is nog maar de vraag of we daar veel mee opschieten. Weet u, meneer de Graaf, ik ben al sedert jaar en dag in de weer voor de onafhankelijkheid. Maar als ik zie wie het straks voor het zeggen zullen krijgen, houd ik mijn hart vast. De problemen gaan mee met precies dezelfde mensen die allang hebben bewezen niets te kunnen oplossen. Het Statuut heeft een stagnerende werking op ons uitgeoefend.
De Graaf: Kom nou, meneer Slagveer, hoe heb ik het nou met u? Eerst van de daken roepen dat u de onafhankelijkheid wil, en als Den Uyl daarop ingaat, beschuldigt u hem van kwade trouw. Ik ben geen bewonderaar door dik en dun van Den Uyl, maar eerlijk is eerlijk, wat hij gisteren in de Kamer gezegd heeft…
De Graaf: (Kijkt hem verbaasd aan)
Slagveer: Nou?
Slagveer: Ach wat, een LOM-school bedoelt u. Hoe
Slagveer: Uit de koker van Pronk: ‘De wet van de remmende voorsprong’. De Graaf: Het Statuut was als leerschool bedoeld.
de tranen van den uijl • 75
halen we op deze manier ooit onze achterstand in? Laat ons maar af en toe op onze bek vallen, we zullen een andere weg uitstippelen. In Cuba… De Graaf: Fidel; wilt u die kant op? Slagveer: Dat laat ik in het midden. Maar misschien was het beter geweest als er eerst een heuse revolutie was uitgebroken en we op de barricaden hadden gestaan. Dan waren daar natuurlijke leiders uit voortgekomen, martelaren desnoods. De Graaf: Het begon er anders aardig op te lijken. Brandstichtingen, bedreigingen over en weer. Nog net geen bloedbad. Dat is niet Surinaams, zeggen jullie, de Nederlandse journalisten blazen de zaak op. Het zal niet de eerste keer in de geschiedenis zijn om wat men graag zou willen alvast als zekerheid te poneren. ‘De wet van de pasklare wensdroom.’ (Lachend) Uit de koker van Han de Graaf. Maar alle gekheid op een stokje, waarom wilde Arron niets weten van een referendum? Dan had iedereen toch kunnen weten hoe de mensen over de onafhankelijkheid dachten.
GEDICHTEN (Een drum klinkt op de achtergrond) Wan bon Eén boom Someni wiwiri zoveel bladeren Wan bon één boom Wan liba Eén rivier Someni kriki zoveel gedachten Ala ‘e go na wan se allemaal stromen ze naar één zee Wan ede Eén hoofd Someni prakseri zoveel gedachten Prakseri pe wan boen moe de rondom één ding dat goed moet zijn
Slagveer: U schijnt het maar niet te kunnen begrijpen. Al die nadruk op de tegenstellingen die ons volk verdeeld houden. Die zogenaamde verdeeldheid is de touwladder waarlangs onze politici omhoog klauteren. Ik zal u wat zeggen, niet onze politici maar onze dichters hebben ons de onafhankelijkheid gebracht.
Wan gado Eén God Someni fasi foe anbegi zoveel soorten aanbidding Ma wan Papa maar één Vader
De Graaf: Hoor ik het goed, de dichters?
Wan Sranan Eén Suriname Someni wiwiri zoveel soorten haar Someni skin zoveel soorten kleur Someni tongo zoveel talen Wan pipel Eén volk
Slagveer: Ja, de dichters. De bevrijding van binnenuit, dat was het pijnlijke groeiproces waar we doorheen moesten, onze eigen kracht ontdekken, laat ik dat maar heel christelijk voor u met zoiets als de ziel vertalen. Toen dat stadium eenmaal was bereikt, het gevoel van eenheid, van alles te kunnen, toen was de onafhankelijkheid geen punt meer. (Begint met zijn vingers op de tafel te trommelen)
– Dobru
Ik kan er niet meer tegen, Apinti drums, Tegen ’t dansen in ’t verborgen Om de moed er in te houden 76 • julius leeft!
Ik doe er niet meer aan mee. Mi wan’ opodron Lek friman borgoe Kondre Dat’ ede M’e dorfoe tide.
Hier wil ik sterven Met erebogen Van cocospalmen Dit is mijn land Mijn eigen land Niemand die me Dit ontnemen kan
Ik wil in ’t volle daglicht staan Als een vrije burger
– Jozef Slagveer
Hoor je ’t mensen Daarom Durf ik mijzelf te zijn
De Graaf: Van wie is dat?
– Johanna Schouten Elsenhout (tante Johanna)
De Graaf: Tsjonge, tsjonge (Fluistert geheimzinnig). Ik verklap u geen staatsgeheim. Den Uyl heeft gedichten op zijn nachtkastje liggen, Slauerhoff, Achterberg, Hoornik…
Bedankt Bedankt voor al je kerken Je whisky en je penicilline Je scholen en je sulfapreparaat Ten koste van mijn vrijheid! Je wettig huwelijk en je eetgerei Jij met je echtscheiding en tractoren Ten koste van mijn geluk Bedankt voor je dierenbescherming En je snelvurend geweer Jij met je hoogconjunctuur Ten koste van mijn volk
Slagveer: Van ondergetekende
Slagveer: (Schamper) Op zijn nachtkastje. Zeker om erbij in slaap te vallen. (Agressief) Dat is nou precies het grote verschil. Jullie zijn arrivé’s. Onze dichters moeten het volk wakker schudden, prikkelen, opstandig maken, tegen de schenen schoppen. De Graaf: Niet bepaald zachtzinnig. Nu pas snap ik waarom Plato de dichters uit zijn ideale republiek wilde verbannen. Slagveer: Zijn ideale republiek, niet de onze. De Graaf: Als ik u hoor praten…
Bedankt voor je rechtspraak Die geen onzer begrijpt Je dividend en je obligaties Jij wordt bedankt voor alles Ten koste van niets kreeg jij alles Maar laat in Godsnaam mij vrij! – Kwame Dandilo
Totness Hier ben ik geboren Tussen de erebogen Van de cocospalmen Uit de schoot van een negerin
Slagveer: En als ik u hoor praten. De smalle marges van de democratie. Dat is toch de bekende uitspraak van Den Uyl. Overgewaaid naar de oevers van de Caraïbische Zee. Weet u wat Da Costa Gomez, de doktoor uit Curaçao, uitgeroepen heeft toen de heren over het Statuut aan het kissebissen waren? ‘Als Van Schaik spreekt, waait er een ijskoude wind over de Caraïbische Zee.ʼ De Graaf: Dat zal men Den Uyl niet kunnen nahouden. Die is voor mijn gevoel eerder teveel begaan met het lot van de Derde Wereld. Slagveer: Liefdadigheid. (Maakt een afkeurend geluid met zijn lippen) de tranen van den uijl • 77
De Graaf: Nee, rechtvaardigheid Slagveer: Des te beter. Dat zal jullie dan heel wat geld gaan kosten. De Graaf: Een paar miljard en kwijtschelding van de oude schuld. Is toch niet niks. Slagveer: Dat gezeur over oude schuld maakt me kotsmisselijk. Als wij jullie de rekening zouden presenteren. De Graaf: (Heeft kennelijk door waar hij naar toe wil, fronst het voorhoofd, maar zegt niets)
Slagveer: Daar hebben we geen last van. Er moet van alles gebeuren. De openlegging van het binnenland, technische scholing, een leger... De Graaf: Waarom een leger? U wilt toch geen oorlog gaan voeren. Ik meen dat De Gaay Fortman jullie minister Hoost heeft aangeraden om er hoogstens een klein ontwikkelingsleger op na te houden. Slagveer: Daar heb je het al. Nauwelijks mogen we de baas zijn in eigen huis, of jullie komen ons vertellen wat het beste voor ons is. Het is maar goed dat Hoost daar niet in is getrapt.
Slagveer: Voor 300 jaar kolonialisme en 200 jaar slavernij.
De Graaf: Meneer Slagveer, u bent net als ik journalist. U weet wat er in de jonge landen om ons heen gebeurt. Macht heeft een magneetwerking, vooral op de militairen.
De Graaf: Het oude liedje. Luister eens, mijn waarde vriend, de geschiedenis kan niet ongedaan worden gemaakt, niet door er te blijven en niet door er weg te gaan. Lieve hemel, het lijkt wel of ik de papegaai van Den Uyl geworden ben. We beginnen zo meteen aan een nieuw hoofdstuk.
Slagveer: Daarom houden wij het maar op één kolonel. Eentje maar. En de man die we op het oog hebben is een tamme. Hij stamt uit het Koninklijk NederlandsIndisch Leger. (Scandeert de woorden)
Slagveer: En de rest zeker ongelezen laten. Geen Stedman, geen Voltaire, geen Wolbers, geen De Kom.
De Graaf: Die kan waarschijnlijk geen kwaad. Maar je zult toch ook rekening moeten houden met het lagere kader. Ontevredenheid, idealisme en warhoofdigheid gaan soms hand in hand.
De Graaf: Voltaire. U sleept er ook van alles bij. Slagveer: Geen sprake van. Zijn Candide is het heerlijkste boek dat er bestaat. Die episode als Candide en zijn leermeester in Suriname terechtkomen ken ik bijna uit mijn hoofd. De eerste persoon die ze daar ontmoeten is er een negerslaaf zonder linkerbeen en zonder rechterarm. Hij is eigendom van een meneer Vanderdendur. Nee, dat bedenk ik niet, het is authentiek Voltaire. Heeft meneer Vanderdendur je zo toegetakeld, vraagt Candide. Ja meneer. Als in de suikerfabriek de molensteen een van onze vingers te pakken krijgt, snijden ze onze hand af. Ontvluchten we, dan zetten ze ons een been af. Dat is zo het gebruik. (Pauzeert even) Kostelijk, nietwaar? De Graaf: Wat wilt u daarmee zeggen? Dat het bedrag dan hoger had moeten zijn? De andere ontwikkelingslanden kijken vol jaloezie toe.
78 • julius leeft!
Slagveer: Maakt u zich niet ongerust, daar is voor gezorgd. Onze sergeanten zijn in Holland gedrild. In Hilversum als het goed heb. Eerbied voor de democratie, dat leren ze je daar. Wat wilt u nog meer. De Graaf: Vooruit dan maar. Op de grote dag van 25 november zal ik present zijn. Zullen we daar op drinken? Wat zal het zijn? Ik heb me laten vertellen dat Jopie Pengelen, jullie vader des vaderlands, een geduchte liefhebber was van Dimple Whisky. Slagveer: Nee, dank u. Ik heb geen dorst. De Graaf: Heb ik misschien iets gezegd dat u gekwetst heeft. Het zou me spijten als... Slagveer: ... als we niet als vrienden uit elkaar zouden gaan. Nee, meneer de Graaf, dat is het niet. Denk u even in. Twee Nederlanders (Haalt zijn paspoort uit zijn zak en zwaait ermee) – een witte en zwarte – ontmoeten
elkaar op een vreemde luchthaven en raken in gesprek. Niet over eten, vrouwen of US dollars, nee, over niets meer of minder dan over de politiek. De een staat aan de vooravond van een nieuwe toekomst, de ander is al klaar om afscheid te nemen. Alle mooie woorden en preambules kunnen niet verhullen, dat het mooi genoeg is geweest. (Er wordt omgeroepen: SLM, flightnumber 341 is now ready for departure. Passengers for Amsterdam are requested te proceed to gate number 12).
moeten we in hokjes blijven leven moeten we altijd aan rassen kleven moeten we vechten tegen elkaar ai? Surinamers bloeden maar wie is er bang voor de sranan-man – Thea Doelwijt
T w eede akte Slagveer: Dag meneer De Graaf. Gaat u maar snuffelen in uw oude kolonie. De Graaf: Dag meneer Slagveer, tot ziens straks in het land van uw dichters. Op hoop van zegen.
(Een rechtszaal. De rechter zit achter een tafel met een groen laken. Op de tafel voor hem ziet men een dik wetboek, een dik dossier, een hamer en een glas water. Links en rechts van hem de raadsman en de officier van justitie (de auditeur-militair is een pop). De verdachte zit op een bankje, staat op als de rechter tot hem praat).
LIED Rechter: Uw naam, leeftijd en beroep. moeten kreolen alleen aan de macht moeten kreolen koelies haten moeten de bakra’s Suriname verlaten en wat wordt er van de boeroes verwacht wie is bang voor de blakaman moeten hindoestanen een eigen partij praten over Suriname en wij moeten ze hindi blijven leren en Suriname invloeden weren
Verdachte: Soerindre Rambocus, oud 23 jaar, officier, nu zonder beroep. Rechter: u hebt in februari met wijlen Professor Oemrawsing politieke gesprekken gevoerd? Verdachte: Ja, meneer de president Rechter: Waarover gingen die gesprekken?
wie is er bang voor de koelie-man
Verdachte: De gesprekken gingen over de toenmalige en de huidige situatie. De onderdrukking van de mensenrechten en andere slechte omstandigheden.
mogen hindoestanen hier niet meer werken moeten ze terug in India’s schoot krijgen wij alleen maar christelijke kerken zetten we de snési’s ook op de boot
Rechter: Zijn jullie overeengekomen om hieraan iets te doen?
wie is er bang van de snési-man, jampanees-man portogisi-man, libanees-man, djoeka-man, ingiman, moksimoksi-man moeten javanen sauto eten moeten de djoeka’s kassave vreten moeten de indianen zwijgen als de anderen alles krijgen
Verdachte: Wij zijn toen overeengekomen om pogingen te ondernemen om in elk geval de democratie en het respecteren van de grond- en de mensenrechten te doen herstellen. Rechter: Wat waren, hielden die afspraken in? Verdachte: Die afspraken hielden in om de democratie te herstellen door die instanties, die de democratie vernietigd hebben uit te schakelen.
wie is er bang voor de sranan-man de tranen van den uijl • 79
Rechter: Uit te schakelen. Hoe dachten jullie die instanties uit te schakelen? Verdachte: Nou, de belangrijke instantie die op dit moment het volk onderdrukt, dat is de legerleiding. En wij dachten door de legerleiding gevangen te nemen en de militaire objecten te bezetten er in elk geval een situatie zou ontstaan waarbinnen het volk in vrijheid zou kunnen handelen. Dan zouden verkiezingen kunnen worden gehouden en de grondwet weer in werking worden gesteld. Rechter: Hoe hadden jullie gedacht de legerleiding gevangen te nemen? Verdachte: Gewoon, gevangen. Rechter: Maar je kunt iemand..., hoe neem je iemand gewoon gevangen? U ging er vanuit dat uw organisatie zo perfect in elkaar zat dat er geen mogelijkheid was voor verzet? Verdachte: Wanneer ik op korte afstand van iemand sta en ik houd hem een wapen voor, dan, tenminste als hij verstandig is, verzet hij zich niet. En we nemen aan dat de legerleiding verstandig is. Rechter: Ik kom nu terug op de gesprekken die u met professor Oemrawsing hebt gevoerd. Kunt u nader ingaan op de inhoud van de gesprekken? Verdachte: Wij bespraken de politieke situatie, hij gaf aan op welke wijze de democratie verkracht werd en ik van mijn kant beaamde dat er een onaanvaardbare situatie in het land bestond. Een situatie waarbij er geen uitzicht op verbetering was, omdat er geen enkele instantie was aan wie het militair gezag verantwoording verschuldigd was. Ik heb toen een vergelijking gemaakt, dat is ook een van de redenen waarom ik mij geschaard heb achter professor Oemrawsing. Ik heb hem voorgehouden dat de argumenten die momenteel worden gebruikt door de machthebbers om de democratie te bestrijden, in grote lijnen dezelfde argumenten zijn, die in de jaren vòòr 1863 gebruikt werden om de afschaffing van de slavernij te voorkomen. En dat het volk in deze situatie met deze argumenten van zijn vrijheid beroofd was.
80 • julius leeft!
Rechter: Bent u ervan overtuigd dat uw actie het enige middel was om tot realisering van uw doelstelling te komen? Verdachte: Op grond van kritiek op de situatie ben ik uit het leger gezet en aangehouden geweest. Mijn opmerkingen werden gekwalificeerd als negatieve uitlatingen. In de regeringsverklaring van 1 mei 1980 was beloofd dat er in ’82 verkiezingen zouden worden gehouden. Gaandeweg werd duidelijk dat er op geen enkele manier werd gewerkt aan het realiseren van deze belofte. Integendeel, door het militair gezag zijn er uitlatingen gedaan dat er voorlopig geen verkiezingen komen. Er werd gewerkt aan een junta-model. Dat betekende voor mij dat men werkte in de richting van een dictatuur, voorzover die nog niet aanwezig was. Oprechte Surinamers die zich inzetten voor herstel van de democratie werden aangehouden, opgesloten en mishandeld. Dat was dan ook de reden dat op een bepaald moment geen andere uitweg overbleef dan tot actie over te gaan. Rechter: Ik heb verder niets te vragen. Het woord is nu aan mr. Hoost voor het voordragen van verdediging. Hoost: Meneer de president, mijne heren leden van de krijgsraad, het is in dit proces van het allergrootste belang om na te gaan, welk gezag wij op 11 maart 1982 in Suriname hadden. Was er toen sprake van een gezag, dat gebaseerd was op de wet of hadden we toen een situatie waarbij enkele militairen de staatsmacht naar zich toe hadden getrokken en de macht met uitsluiting van anderen uitoefenden. In het Wetboek van Strafrecht staat duidelijk aangegeven wat moet worden verstaan onder wettige regeringsvorm of het in Suriname gevestigd gezag. Het hoeft geen betoog dat de wetgever een democratische rechtsstaat voor ogen heeft gestaan. Het behoeft evenmin betoog dat we momenteel niet kunnen spreken van een rechtsstaat. Op 25 februari 1980 werden de verkiezingen, die een maand later zouden worden gehouden, afgelast, de regering werd naar huis gestuurd, het parlement uiteengejaagd. Op 13 augustus daaropvolgend werd de toenmalige president ontslagen en de grondwet opgeschort. De staat, die bedoeld wordt in het Wetboek van Strafrecht, hield op te bestaan. De cruciale vraag is of men het misdrijf van samenspannen tot omverwerpen van het in Suriname gevestigd gezag pleegt, indien men handelt tegen de
veiligheid van een militaire dictatuur. Het is ook niet zo dat de militaire machthebber kan aantonen dat hij zoveel maatschappelijke support geniet en dat hij krachtens mandaat van het volk zijn macht uitoefent. Integendeel, de pseudorevolutie, die momenteel wordt gepropageerd, slaat niet aan. Wanneer de regeermacht uitsluitend door het militair gezag wordt uitgeoefend en alle macht bij dat gezag berust, dan spreken wij van een militaire junta. Het is ondenkbaar dat de krijgsraad een militaire junta zal beschouwen als een legitieme regeringsvorm van Suriname. Een dergelijke beslissing zou in strijd zijn met wat in de rechtsovertuiging van ons volk leeft, zoals gebleken is bij de recente massale openbare samenkomsten en eisen dat het militair leiderschap moet worden losgekoppeld van het politiek leiderschap. Het streven van de verdachte om de democratische rechtsstaat te herstellen was enkel gericht op het voorbereiden van staatkundige veranderingen in algemene zin. Tenslotte doe ik een beroep op noodweer. Rambocus en de zijnen hebben gehandeld ter bescherming van de rechtsstaat die momenteel aangerand is en waarvan de aanranding nog steeds voortduurt. Wie is er vermoord, wie is er doodgeslagen? Het antwoord hierop kan ik u wel geven, maar de schuldigen staan zeker niet hier. Meneer de president, mijne heren leden van de krijgsraad, ik concludeer dat de ten laste gelegde handelingen niet strafbaar zijn gesteld in het Wetboek van Strafrecht en dat mijn cliĂŤnt daarom van alle rechtsvervolging moet worden ontslagen. Rechter: Het laatste woord is aan de verdachte. Verdachte: Ik richt mij niet alleen tot u, meneer de president, leden van de krijgsraad, omdat deze berechtingsprocedure niet alleen mij treft, maar allen in dit land zal raken die vrijheid en democratie wensen. Ik doe dit omdat elk van ons de plicht heeft de toorts van de vrijheid te dragen totdat ons ideaal, de vrijheid van dit volk en deze natie, bereikt zal zijn. Desnoods met opoffering van onszelf. Een eenmaal verworven vrijheid zal nooit ontvreemd mogen worden, noch door buitenlandse mogendheden, noch door eigen machten en krachten. Uit recente geschiedenis is ons allen bekend hoe de parlementaire democratie hier heeft gefunctioneerd. Waarbij wij een misverstand uit de wereld willen
helpen, dat niet de systemen onjuist zijn geweest, maar de mensen die er inhoud aan moesten geven. Democratie veronderstelt het bestaan van rechtsregels, voor iedereen in gelijke mate na te leven, zij geeft wel veel vrijheden, behalve die om de democratie omver te werpen. Niemand kan gedwongen worden tot samenwerking die tot zijn eigen ondergang of slavernij leidt. (Geroezemoes) Rechter: (Slaat met de hamer op de tafel) Stilte, stilte. Anders ben ik genoodzaakt de zaal te doen ontruimen. (Tot verdachte) Gaat u door, verdachte. Verdachte: Ik heb niets meer te zeggen.
D erde akte ( Jozef Slagveer zit op een bank tegenover het Fort Zeelandia. De bank staat in een klein parkje. Slagveer is kennelijk op de bank in slaap gevallen. Tijdstip: het aanbreken van de dag). Mi sa singi Ik zal zingen a son om de zon opo kon te laten opkomen te den stari wasi komoto wanneer de sterren weggewassen zijn na loktoe uit de lucht Mi sa singi Ik zal zingen alanja workoe in de wolken van oranje penipeni pangi foe rediblaw, bespikkelde lendendoeken van roodblauw blaka, di no man ori ensrefi zwart, dat zich niet langer kan staande houden te mi son e kon wanneer mijn zon aankomt wan geri boskopoe een gele boodschap foe ala di didon ete na ini den kampoe voor allen die nog in hun kampen liggen
de tranen van den uijl • 81
foe ala di scribi breni.... voor allen die blind zijn van slaap... Mi sa singi Ik zal zingen a son om de zon opo kon te laten opkomen foe ondro a watra vanuit het water di bradi sote dat zo eindeloos breed is te oen opo kon na doro totdat jullie naar buiten komen foe arki om te luisteren a njoenso di mi ati naar het bericht dat vanuit mijn hart e loesoe naar buiten breekt wanwan dropoe foe mamanten son enkele druppels van morgenzon – Michael Slory, Orfeu Negro Stem: Wordt wakker Jozef Slagveer, wordt wakker dit is het mooiste uur van de dag. Slagveer: (Wrijft zijn ogen uit) Ben jij het, Michael Slory, kom even naast me zitten. Stem: Daar heb ik geen tijd voor, Jozef Slagveer. Ik moet mijn bundels op de markt gaan verkopen. Slagveer: Poëzie, Michael Slory, wie taalt dezer dagen nog naar poëzie? Stem: Ik herken je niet meer, Jozef Slagveer. Slagveer: Ik herken mezelf niet meer. Vreemd, ik ben vannacht na dat lange gesprek met Cyrill Daal op een bank gaan zitten om wat bij te komen en toen moet ik in slaap zijn gevallen. Ik heb gedroomd... Stem: (Niet die van Slory) I had a dream, a beautiful dream. Slagveer: (Pakt een steen op en gooit die in de richting waar het geluid vandaan komt) Leba, voddengeest, 82 • julius leeft!
wil je daar in vredesnaam mee ophouden. Nee, een afschuwelijke droom. Het heeft allemaal te maken met de zaak Rambocus. De zittingen van de Krijgsraad, ik heb ze van a tot z bijgewoond. Niet alleen bijgewoond, ik heb ze ondergaan. Ik heb Rambocus horen praten, Ik heb de raadslieden Hoost, Riedewald en Baboeram horen pleiten, ik heb het requisitoir van de auditeur-militair aangehoord. Een journalist zit maar te schrijven, was het maar zo. Ik ben ziek naar huis gegaan, mijn ingewanden deden pijn, ik had mijn onderbroek bevuild, ik had moeite met ademhalen, mijn handen trilden. Het leek wel of niet Rambocus voor zijn rechters stond, maar ik, Jozef Slagveer, de woordvoerder van de revolutie, de basja, de spreekbuis van het militair gezag. Ik hoorde een van de advocaten in zijn pleidooi mijn naam noemen, ik sloot mijn ogen en ik dacht, nu komt het. Het ging weer voorbij, hij haalde alleen maar iets aan uit mijn boek De nacht van de Revolutie. Daar waar de Nationale Militaire Raad plechtig verklaart de democratische grondbeginselen van de rechtsstaat en alle fundamentele rechten van de mens te zullen respecteren. Ja, dat boek. De coup van Bouterse en zijn mannen was nog geen paar uren oud en ik stond al met mijn pen aan de poorten van de kazerne om mijn diensten aan te bieden. Ik verwoordde de toekomst, ik gaf richting aan hun onzekerheid hoe het verder moest gaan. Mijn afkeer van de gevestigde orde, die van Lachmon en Arron, bracht ik over op mijn juichende landgenoten. ‘Onze jongens’, die een nieuw begin zouden maken aan onze stagnerende maatschappij, ‘onze jongens’, die de rotte takken van corruptie en bevoorrechting zouden wegkappen. Verdachte ambtenaren en handelaars werden meteen opgepakt en hardhandig verhoord, ordeverstoorders en kruimeldiefjes werden met de bullezweep afgeranseld. Het volk mocht er op de tv getuige van zijn. Een nieuwe rechtsorde was geboren, het tijdperk van de compradores was voorbij, de grondwet werd achter slot en grendel gezet tot hij formeel zou worden opgeheven, de Staten mochten nog twee keer bijeenkomen om hun eigen lijkzang aan te heffen. Bouterse en Horb waren mijn helden. Zo had ik de revolutie gedroomd, de vrijheid zelf veroveren zoals de Marrons het hadden gedaan: Bouterse – Boni, Boni – Bouterse, het lijkt op elkaar, de namen vloeien in elkaar over. Ik moet vaak nog denken aan Han de Graaf van de Wereldomroep die middag in Lissabon. Zou hij weten dat de kritische journalist Slagveer een soort voorlichtingsambtenaar