Gids Slavernijverleden Nederland
| The Netherlands Slavery Heritage Guide
De Gouden Eeuw is prominent aanwezig in het collectieve geheugen van Nederland. Deze gids laat de keerzijde zien van deze periode: honderd plaatsen verspreid over alle provincies zijn verbonden met het slavernijverleden, niet alleen steden als Amsterdam en Middelburg. In Sassenheim, een gemeente die niet zo snel met slavernij wordt geassocieerd, hebben nazaten van tot slaaf gemaakten en slavenhouders hun koloniale herkomst hervonden. In zeventiende-eeuws Vlissingen was de lokale economie voor ruim een derde gebaseerd op activiteiten die verband hielden met de slavenhandel en slavernij. Ook persoonlijke geschiedenissen treft u aan in deze gids, zoals die van Wange van Bali, die in Delft woonde en in slavernij was geboren in Nederlands-Indië. Zijn afbeelding staat op de omslag. Het wereldwijde netwerk van de VOC, de WIC en de Middelburgse Commercie Compagnie was nationaal van eminent belang. Deze gids toont de sporen van slavernij in steden en op het platteland; u zult verrast zijn en meer willen weten over wat u tegenkomt.
mappingslavery.nl
ISBN: 978 94 6022 5048
Mapping
Slavery
9 789460 225048 >
Dienke Hondius | Nancy Jouwe |
Dineke Stam | Jennifer Tosch
The collective memory of the Netherlands has long focused on the glory of the Golden Age. This guide reveals a different perspective on that era: a hundred locations connected with the legacy of enslavement in all of the Dutch provinces, not only in cities like Amsterdam and Middelburg. In Sassenheim, not a place that is often associated with slavery, descendents of the enslaved and slave-owners have rediscovered their colonial roots. In 17th-century Vlissingen more than a third of the local economy was based on activities connected with the slave trade and slavery. You will also find personal stories in this book, such as that of Wange, who was born into enslavement in Bali in the Dutch East Indies and lived in Delft. You can see his picture on the front cover. The network of the VOC, the WIC and the Middelburg Commercial Company had a national and global footprint. Use this guide to explore the cities and countryside; you’ll be surprised and intrigued by what you’ll find.
Gids Slavernijverleden
Nederland The Netherlands Slavery Heritage Guide Dienke Hondius | Nancy Jouwe | Dineke Stam | Jennifer Tosch |
Gids Slavernijverleden
Nederland The Netherlands .........
Slavery Heritage Guide
Dienke Hondius .........
Nancy Jouwe .........
Dineke Stam .........
Jennifer Tosch .........
Uitgeverij | Publisher LM Publishers, Volendam
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 1
24-02-19 14:27
Colofon | Colophon Teksten, beeldresearch en redactie | Text, image research and editing: Dienke Hondius, Nancy Jouwe, Dineke Stam, Jennifer Tosch Aanvullende teksten | Additional text: Ahmed Abbas, Yehonatan Elazar-De Mota, Karwan Fatah-Black, Margriet Fokken, Gyonne Goedhoop, Haags Historisch Museum, Barbara Henkes, Tessa Hofland, Sjoerd Jaarsma, Ellen-Rose Kambel, Laurian Kuipers, Ineke Mok, Gert Oostindie, Mark Ponte, Valika Smeulders, Gerard Snikkenburg, Eveline Sprangers, Rowan van der Stelt, Inge Zwart Beeldresearch | Image research: Inge Zwart, Sjoerd Jaarsma Fotografie | Photography: Bert Brouwenstijn, Almere Aanvullende fotografie | Additional photography: Nancy Jouwe, Anna van Kooij, Ineke Mok, Dineke Stam, Jennifer Tosch, Dienke Hondius Cartografie | Cartography: Jaap Fokkema, Bert Brouwenstijn Grafisch Ontwerp | Layout: Bert Brouwenstijn, Almere Project management boek | book: Nancy Jouwe Website www.mappingslavery.nl Sjoerd Jaarsma, Nancy Jouwe, Inge Zwart Digital maps mappingslavery.nl Sjoerd Jaarsma Tekstredactie Nederlands | Dutch copy editing: Monieke Boonstoppel Vertaling en tekstredactie Engels | English translation and copy editing: Laurence Ranson Eindredactie | Final editing: Dienke Hondius, Nancy Jouwe, Dineke Stam Subsidiegevers | Funders: Mondriaan Fonds, Prins Bernhard Cultuurfonds De auteurs zijn dankbaar voor de samenwerking met vele personen en instellingen. Voor een volledige lijst van partners en financiers, zie mappingslavery.nl/partners | The authors are grateful for the cooperation with many individuals and institutions. For a full list of partners and funders, see mappingslavery.nl/partners
LM Publishers, 2019 Parallelweg 37 1131 DM Volendam E-mail: info@lmpublishers.nl Website: www.lmpublishers.nl ISBN: 978 94 6022 504 8
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 2
24-02-19 14:27
Inhoudsopgave | Table of contents Voorwoord Wayne Modest, Van stilte naar ‘mapping’: (re)presentaties van slavernij | Foreword: Wayne Modest, From Silence to Mapping: (Re)Presenting Slavery Histories Inleiding door de auteurs | Introduction by the authors
vi viii 1 9
100 Locaties in Nederland | 100 locations in The Netherlands Groningen (stad en provincie | city and province) pp. 17-28, Friesland pp. 29-34, Enkhuizen pp. 35-40, Hoorn pp. 41-46, Amsterdam pp. 47-52, Haarlem pp. 53-58, Utrecht en | and Utrechtse Heuvelrug pp. 59-70, Gelderland pp. 85-90, Leiden pp. 91-96, Sassenheim pp. 97-102, Den Haag pp. 103-108, Delft pp. 109-114, Rotterdam pp. 115-120, Brabant pp. 121-126, Middelburg en | and Vlissingen pp. 127-138. Locaties van nationaal en internationaal belang | Locations of national and international significance p. 139.
17 17
Themapagina’s | Theme pages: Kaart: Buitenhuizen, landgoederen en koloniale verbanden | Map: Country houses, country estates and colonial ties
71 72 72
Nazaten | 74 Descendants 75 76 Nederlandse kerken, slavenhandel en slavernij | Dutch churches, the slave trade and slavery 77 Begraafplaatsen van Afrikanen en Aziaten in Nederland | Cemeteries of Africans and Asians in the Netherlands
78 79
Slavenhandel, slavernij en de wet: ontwikkelingen en rechtvaardigingen | The slave trade, slavery and the law: legal developments and justifications
80 81
Kaart: Woonplaatsen van gecompenseerde slaveneigenaren in Nederland in 1863 | Map: Residences of compensated slave owners in the Netherlands in 1863
82 82
Literatuur, verwijzingen | Bibliography, references Auteurs & redacteuren | Authors & editors
151 160
A-Z Register | Index
162
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 3
24-02-19 14:27
Bij overzichtskaart 100 locaties | Locatienr. | locations nr.
iv
1 Calmershuis 18 19 2 Guyotinstituut 3 Hotel De Doelen 20 4 Tabaksfabriek De Nijverheid 21 5 Martinikerk diaconie 22 6 Graf M.D. Teenstra 24 7 Veenborg Welgelegen 25 26 8 Borg Verhildersum 9 Borg Nienoord 27 10 Cultuurhuis De Klinker 28 30 11 Princessehof 12 Andringastate 31 32 13 Koffiehuis Herlein 14 Weeshuis Doopsgezinden 33 15 Pieter Stuyvesant 34 36 16 Snouck van Loosen Huis 17 Cornelis Valentijn, Westerkerk 37 38 18 Jacob Mossel 19 WIC Kamer en pakhuizen 39 20 Het Giethuis 40 42 21 WIC Kamer en pakhuis 22 Nanning van Foreest huis 43 44 23 Jan Pietersz Coen 24 Replica schip De Halve Maen 45 25 Jacobus Hondius 46 48 26 De Dam/Dam Square 27 Prins Hendrikkade tot Black Archives 49 50 28 De Gouden Bocht, Herengracht 29 Oude Kerk en Oudezijds Voorburgwal 51 30 Zwarte gemeenschap 17e eeuw 52 31 Worst voor bemanning WIC en VOC-schepen 54 32 Frans Hals Museum 55 56 33 Grote of St. Bavo Kerk 34 Teylers Museum 57 35 Paviljoen Welgelegen, Provinciehuis 58 36 George Beens 60 37 Eduard van Akaboa 61 38 Nicolaas Beets 62 39 Quint Ondaatje 63 40 Joan Gideon Loten en Sitie 64 41 Kasteel Lunenburg 66 42 Familie Swellengrebel 67 43 Slot Zeist 68 44 Kasteel Groeneveld 69 45 Buitenhuis Vollenhoven 70 46 Kasteel Rosendael 86 47 Kasteel Cannenburgh 87 48 De Oldenhof 88 49 Koloniaal Werfdepot 89 50 De Olde Munte 90 51 Johanna Temming 92
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 4
titel | title
paginanr. | page number
52 Familie van Vloten 53 Paul Christiaan Flu 54 Jacobus Capitein 55 Nicolaas Simon van Winter 56 De familie Charbon 57 Bord Plantage Crappahoek 58 Eduard Boode en Catharina Bourda 59 All in the Family 60 Opstand in Berbice (1763) 61 Anton de Kom 62 Elisabeth Samson 63 Cupido en Sideron 64 Cornelis van Sypesteyn 65 Groen van Prinsterer 66 Quasi en Kwame 67 Wange van Bali 68 Doop Maria-Zara Johanna Niabi 69 Piet Hein 70 Hugo de Groot 71 Economische hart, De Boompjes 72 Rotterdamse Vrouwenpetitie 73 VOC-magazijn 74 Wi Masanga 75 Slavernijmonument Rotterdam 76 Kleine Ruwenberg 77 Familie Wesselman 78 Wigbold Crommelin 79 Van Lanschot 80 Familie Bles 81 Abdijplein, Afrikanen in 1596 82 Slavernijmonument Middelburg, MCC 83 Equipagemeestershuis VOC 84 Dominee Smytegelt 85 Kapitein Credo 86 Buitenplaatsen Der Boede, Moesbosch 87 Fort Rammekens 88 Gebroeders Lampsinshuis 89 Fontein voor Betje Wolff-Bekker 90 St. Jacobskerk 91 Wereldtentoonstelling 1883 92 Vrede van Utrecht 1713 93 Nenijto 1928 94 Synode van Dordrecht 1618-1619 95 Vrede van Breda 1667 96 Dominee Picardt 97 Huize Arnichem 98 Paleis Het Loo 99 Huize Blankenberg 100 Nationaal Slavernijmonument
93 94 95 96 98 99 100 101 102 104 105 106 107 108 110 111 112 113 114 116 117 118 119 120 122 123 124 125 126 128 129 130 131 132 134 135 136 137 138 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149
24-02-19 14:27
Overzichtskaart met 100 locaties |
Overview map with 100 locations Deze kaart toont de honderd plaatsen die in dit boek worden beschreven. In alle provincies zijn nog veel meer relevante locaties te ontdekken.
This map shows the hundred places described in this book. Many more relevant locations can be discovered in all the Dutch provinces.
14 = locatienummer | location number 8
NORT H S EA
6
14
/
OO RD ZE E
7
DRENTHE
Enkhuizen (16,17,18,19,20)
97
NOORDHOLLAND Haarlem (31,32,33,34,35)
Sassenheim (56,57,58,59,60)
96
FLEVOLAND
Amsterdam (26,27,28,29,30) 100
OVERIJSSEL 49
98
U T R E C H T 45 92
43
Utrecht (stad) Delft (36,37,38,39,40) 41 (66,67,68,69,70)
v
47
44
ZUIDHOLLAND
Leiden (51,52,53,54,55)
GELDERLAND
42 48
50
46
Rotterdam (71,72,73,74,75)
N
93
RM
79 80
BRABANT
/
78
GE
76
95
Middelburg (81,82,83,84,85)
Y
A
L94
ZEELAND
BELGIË
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 5
99
M
50 km
/ B EL GI U
DUI
LIMBURG
TSL
AN
D
77
Vlissingen (86,87,88,89,90)
0
10
15
12
Hoorn (21,22,23,24,25)
N
GRONINGEN
9
13
FRIESLAND
91
Den Haag (61,62,63,64,65)
Groningen (stad) (1,2,3,4,5)
11
24-02-19 14:27
Voorwoord Van stilte naar ‘mapping’: (re)presentaties van slavernij door Wayne Modest
vi
Verborgen of verzwegen, ontkend of vermeden: dit zijn veelgebruikte termen waarmee wetenschappers en een breder publiek ons gebrek aan aandacht voor en kennis van de trans-Atlantische slavernij en het koloniale verleden beschrijven. Deze begrippen zijn meer dan een simpele uiting van morele afkeuring. Ze geven handvatten om met de complexe geschiedenis van de trans-Atlantische slavernij en de erfenissen daarvan in het heden aan de slag te gaan. Denk bijvoorbeeld aan stilte, een woord met een lange en omvangrijke geschiedenis als analytisch concept. Het Slavery Route Project van UNESCO dat in de jaren negentig van start ging was bedoeld om ’de stilte te doorbreken rondom de wereldomvattende slavenhandel en slavernij, die leidden tot grote omwentelingen die onze moderne samenlevingen gevormd hebben.’ Dit project heeft wereldwijd veel invloed gehad: het bood een referentiekader voor talloze tentoonstellingen en educatieve projecten in delen van de wereld die door de transAtlantische slavernij geraakt werden. Eén werelddeel bleef echter vrijwel onbenoemd: Europa. Een groeiend aantal academici stelt nu juist die stilte aan de orde en vraagt hoe Europa zijn koloniale verleden ’vergeet’. In academische discussies over de manier waarop machtsrelaties geschiedenis vormgeven wordt vaak verwezen naar Michel Rolph Trouillots magistrale boek Silencing the Past. Trouillot herinnert ons aan de ‘vele manieren waarop de productie van historische verhalen te maken heeft met de ongelijke toegang
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 6
van groepen en individuen tot de middelen om aan die historische producties bij te dragen.’ Voor Trouillot, en hier ben ik het mee eens, is deze macht minder zichtbaar dan die van wapens of politieke kruistochten, maar even krachtig. Het project Mapping Slavery komt voort uit vragen rond dit vergeten en verzwijgen. Terwijl concepten als stilte nog steeds analytische zeggingskracht hebben, krijgt het concept mapping, het centrale concept in deze publicatie, een steeds prominentere plaats in het onderzoek naar het slavernijverleden. Hier moeten we dankbaar voor zijn. De opkomst van het begrip hangt samen met de toenemende aandacht voor plaats en ruimte in de geesteswetenschappen en de sociale wetenschappen, de zogenaamde ’spatial turn‘. Mapping legt de nadruk op de invloed van ruimte en plaats op ons begrip van het verleden en op hoe het verleden doorwerkt in het heden. Het Mapping Slavery project maakt onderdeel uit van deze ‘spatial turn’ en laat zien hoe dat in de praktijk werkt. Al bijna zes jaar houdt een team van onderzoekers en kritische erfgoedprofessionals zich bezig met een ‘archeologie van het heden’, waarin ze op zoek zijn naar fysieke sporen van het slavernijverleden in onze huidige samenleving. Met hun bevindingen bieden zij een platform om ’historische plaatsen die verbonden zijn met het slavernijverleden op de kaart van het Nederlandse koloniale rijk te zetten’. Mapping Slavery doet dat in mondiaal verband, maar het toont ook juist lokaal plekken waar ‘slavernij gebeurde’, vlakbij, om ons heen. Door zich te richten op families in Europese steden die investeerden in ‘het slavernijbedrijf’ brengt het zowel de transAtlantische als de OostIndische slavenhandel in beeld. Dit boek, de nieuwste publicatie van Mapping Slavery, richt zich op steden en gebieden in Nederland die direct en indirect bij deze handel betrokken waren. Het werk van het projectteam is vooral van belang als interventie in publieke en intellectuele debatten waarin slavernij ge-
24-02-19 14:27
presenteerd wordt als een voltooid verleden zonder consequenties voor het heden. Met het lokaliseren van deze moeilijke geschiedenis draagt het project bij aan het populariseren van het besef dat de geschiedenis van de slavernij onderdeel is van ons dagelijks leven. Natuurlijk wil elke theoretische interventie ook daadwerkelijk verandering brengen in de wijze waarop het verleden herinnerd en herdacht wordt in het heden. Bezien vanuit mijn positie in het Tropenmuseum, is het effect van het project nu al zichtbaar!
Wayne Modest is professor van MaterieĚˆle Cultuur en Kritische Erfgoedstudies aan de Vrije Universiteit Amsterdam (Faculteit Geesteswetenschappen) en directeur van het Research Center for Material Culture van het Nederlands Nationaal Museum van Wereld Culturen (NMVW).
Expositie Heden van het Slavernijverleden in het Tropenmuseum, beeld Brian Elstak | Afterlives of Slavery exhibition in the Tropenmuseum. Image: Brian Elstak
vii
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 7
24-02-19 14:27
Foreword From Silence to Mapping: (Re)Presenting Slavery Histories by Wayne Modest
viii
Hidden or silenced, elided or disavowed: these are common terms used by theorists and practitioners of history, and even by the general public, to describe our attentiveness (or inattentiveness) to transatlantic slavery, and more broadly the colonial past. More than simple grounds for moral disapproval, these concepts have provided important practical and analytical tools to grapple with the complex history that the transatlantic slavery past and its afterlives represent for us in the present. Think, for example, about silence, which, as an analytical category, has had a long and robust career. One only has to remember UNESCO’s Slavery Route Project launched in 1990s, which was intended to ’break the silence surrounding the slave trade and slavery that have concerned all continents and caused the great upheavals that have shaped our modern soccieties.’ This project has had a global impact, providing a framework for numerous exhibitions as well as educational projects in many regions across the world affected by transatlantic slavery. It, however, left one region of the world virtually unmentioned: Europe. There is now a growing number of academics who have been addressing how Europe ’forgets’ its colonial past. For those within academic circles, Michel Rolph Trouillot’s magisterial book, Silencing the Past, is a well-referenced work on how power works in the writing of histories. Trouillot reminds us of the ’many ways in
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 8
which the production of historical narratives involves the uneven contribution of competing groups and individuals who have unequal access to the means for such production.’ For Trouillot, and here I agree, this power has a force, less visible than gunfire and political crusades, but no less powerful. It is in response to these processes of forgetting, of silencing around the colonial past, that this project, Mapping Slavery, takes its cue. While analytical concepts such as silence still retain much analytical purchase, and remain current in much theoretical literature, mapping, the concept around which this publication is based, joins the fleet of terms which we can now use to explore the slavery past. And for this we should be thankful. Coming in the wake of what has been described as the so-called ’spatial turn’ in the humanities and social sciences, mapping describes a commitment to foregrounding space and place as central to our understanding of the past, and how history lives on in the present. The Mapping Slavery project, as part of this turn, makes clear how this concept works in practice. For almost six years now, the team of scholars and critical heritage practitioners have been performing a form of archaeology of the present, tracing the physical remains of the slavery past today. With their findings they provide a platform for the portrayal of ’historical places relating to slavery on the map of the Dutch colonial empire’. Mapping Slavery is a global project that aims to place the slavery past onto the map of Dutch imperial history. It is, however, also a local project that identifies those spaces where ’slavery happened’ around us. It addresses both the transatlantic and the East Indian slave trade, starting from families in European cities who invested in the ’slavery business’. This specific book, the latest output of Mapping Slavery, foregrounds cities and areas in the Netherlands that were directly and indirectly involved. The work done by the project team is especially important within the popular and
24-02-19 14:27
intellectual landscape that has sought to present slavery as a bygone past with no contemporary effects. Spatializing this difficult history, the project contributes to a vernacularization of this history as part of our everyday reality. Of course the wish of any theoretical frame is to make significant shifts in the way in which such pasts are remembered in the present. From where I sit, within the Tropenmuseum, the project is already having its effects!
Wayne Modest is Professor of Material Culture and Critical Heritage Studies at Vrije Universiteit Amsterdam (Faculty of Humanities) and Director of the Research Center for Material Culture of the Netherlands National Museum of World Cultures (NMVW).
ix
Interactive van Mapping Slavery. GeiĚˆnstalleerd in expositie Afterlives of Slavery, 30 september 2018 | Interactive of Mapping Slavery. Installed in exhibit Afterlives of Slavery, 30 September 2018
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 9
24-02-19 14:27
1 Calmershuis Oude Boteringestraat 24
Groningen-Stad
18
In 1727 verkocht WIC-bewindhebber Onno Tamminga van Alberda dit middeleeuwse Calmershuis aan Thomas van Seeratt (1676-1736). De in Zweden geboren Van Seeratt was ruim twintig jaar in dienst van de WIC. Op zijn laatste zeereis in 1715 was hij kapitein van het schip De Nieuwe Post, dat naar het Loango-kustgebied voer om mensen te halen. Die mensen werden op Curaçao verkocht om in slavernij gratis arbeid te verrichten. De trans-Atlantische overtocht met meer dan vijfhonderd gevangen
Afrikanen duurde ruim zes maanden. Negentien van hen stierven van ziekte en ellende in het benauwde ruim. Onderweg kaapte Van Seeratt het Zeeuwse schip Vlissingens Welvaren, waarop bijna tweehonderd mensen gevangen zaten. Dit smokkelschip – of lorrendraaier – vervoerde en verhandelde tot slaaf gemaakten buiten de WIC om. Van Seeratt is in Groningen een bekende naam. Nadat hij zich aan wal had gevestigd werkte hij voor de provincie bij het waterbeheer en verbeterde hij dijken.
Hier woonde een slavenhandelaar | A slave trader lived here
In 1727 WIC director Onno Tamminga van Alberda sold the medieval Calmershuis to Thomas van Seeratt (16761736). Van Seeratt, who was born in Sweden, was in the service of the WIC for over twenty years. On his last sea voyage, in 1715, he was the captain of the ship ’De Nieuwe Post’, which sailed to the Loango coastal area to capture people who were sold into slavery in Curaçao. The transatlantic crossing, with more than five hundred captive Africans, lasted over six months. Nineteen of them died from disease and the harsh conditions in the
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 18
Fragment van de dodenlijst van de tot slaaf gemaakten aan boord van de Nieuwe Post in 1719 | Fragment of the list of the enslaved who died on board the ship De Nieuwe Post in 1719
cramped space. During the voyage Van Seeratt captured the Zeeland ship the ’Vlissingens Welvaren’, on which almost two hundred people were held captive. This smugglers’ ship transported and traded in enslaved Africans
Registratie aan- en verkoop Calmershuis 1722 en 1742. (Staten archieven nr. 818, apr. 1886) | Registration of purchase and sale, Calmershuis, in 1722 and 1742
beyond the authority of the WIC. Van Seeratt is a wellknown name in Groningen. After he settled on land he worked for the province in water management and strengthened the dykes.
24-02-19 14:27
Doveninstituut Groningen | Dutch Institute for the deaf, Groningen
2 Guyotplein 4 Rudolf uit Suriname | Rudolf from Suriname
The Groningen preacher Henri Daniel Guyot (1753-1828) was the founder of the first Dutch institute for the deaf, which was located on this square from 1818 to 1985. The sixteen-year-old deaf boy Rudolf came here from Suriname in 1827 to be trained as a carpenter. Rudolf was originally from the ’the coast of Africa’ and was ’in the condition of enslavement’. Before he could travel he first had to be granted his freedom, and the widow Nering Bögel-van der Hoop took the initiative. Rudolf was given the name Van Bögel. On his voyage to Groningen he was accompanied by Unico Wilkens, the widow’s son-in-law and the owner of four plantations. After four years of training
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 19
Portret van Henri Daniel Guyot (17531828) (RHC Groninger Archieven) | Portrait of Henri Daniel Guyot (17531828)
19
Groningen-Stad
Guyotinstituut
De Groningse predikant Henri Daniel Guyot (1753-1828) was de oprichter van het eerste Nederlandse doveninstituut, dat van 1818 tot 1985 op dit plein was gevestigd. De 16-jarige dove Rudolf uit Suriname kwam hier in 1827 aan voor een opleiding tot timmerman. Rudolf was afkomstig van ’de kust van Africa’ en
verkeerde ’in den staat der slavernij’. Voordat hij mocht reizen moest hij vrijverklaard worden. De weduwe Nering Bögel-Van der Hoop nam hiertoe het initiatief. Rudolf kreeg de naam Van Bögel. Op zijn reis naar Groningen werd hij begeleid door Unico Wilkens, schoonzoon van de weduwe en eigenaar van vier plantages. Na vier jaar opleiding wilde de weduwe dat Rudolf terugkwam. De directie van het doveninstituut schreef dat de opleiding doorgaans zeven jaar duurde en twijfelde of Rudolf zover was om ’geheel op zich zelven te staan of behoorlijk voor zich zelven te zorgen’. Unico Wilkens bracht Rudolf desondanks terug naar Suriname.
Gedenkteken ter ere van Henri Daniel Guyot, onthuld in 1829 | Memorial in honor of Henry Daniel Guyot, revealed in 1829
the widow wanted Rudolf to return. The directors of the institution for the deaf wrote that the training usually lasted seven years, and doubted
that Rudolf had progressed enough ’to be fully independent or to properly care for himself’. Despite this Unico Wilkens brought Rudolf back to Suriname.
24-02-19 14:27
3 Hotel De Doelen Grote Markt 36 Groningen-Stad
20
Bijeenkomst voor afschaffing slavernij | Abolitionist meeting
In 1841 the British abolitionist John Scoble (1799-1879) made a plea for the abolition of enslavement in Hotel de Doelen. After enslavement was abolished in the British empire in 1834 Scoble and others founded the British and Foreign Anti-Slavery Society. This organization still continues the struggle against modern enslavement under the name Anti-Slavery International. The two hundred page Third Annual Report (1842) describes Scoble’s tour. At the invitation of the anti-slavery committee of Rotterdam Scoble also gave lectures in The Hague, Leiden, Amsterdam and Utrecht, where he met a
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 20
In Hotel de Doelen hield de Britse abolitionist John Scoble (1799-1879) in 1841 een pleidooi voor de afschaffing van slavernij. Nadat het Britse wereldrijk de slavernij in 1834 had afgeschaft, richtten Scoble en anderen de British and Foreign Anti-Slavery Society op. Deze organisatie voert onder de naam Anti-Slavery International nog altijd strijd tegen moderne slavernij. Het tweehonderd pagina’s tellende Third Annual Report (1842) beschrijft Scobles tour. Op uitnodiging van het antislavernijcomité van Rotterdam gaf Scoble ook publieke lezingen in Den Haag, Leiden, Amsterdam en Utrecht – alwaar
group of ladies at the home of Dutch writer Belle van Zuijlen. The meeting in De Doelen was chaired by Baron W.F.L. Rengers, governor of the province. The minutes list the names of nineteen gentlemen, professors, a na-
hij een damesgezelschap bij Belle van Zuijlen ontmoette. Voorzitter van de bijeenkomst in De Doelen was baron W.F.L. Rengers, gouverneur van de provincie. Het verslag noemt de namen van negentien aanwezige heren, hoogleraren, een Marine-kapitein, een rechter, een advocaat, een taalleraar en de rector van het gymnasium. ’There can be no doubt that Groningen will be second to no city in Holland, in its efforts for the abolition of slavery.’ John Scoble (voorgrond midden zittend) tijdens de Anti-Slavery Society Convention in Londen, 1840 | John Scoble (foreground, center, seated) during the Anti-Slavery Society Convention in London, 1840
val captain, a judge, a lawyer, a language teacher and the rector of the grammar school who attended. ’There can be no doubt that Groningen will be second to no city in Holland in its efforts for the abolition of slavery.’
24-02-19 14:27
4 Tabaksfabriek De Nijverheid | De Nijverheid Tobacco Factory
Op het binnenterrein achter de winkel in koloniale waren en tabak aan de Gelkingestraat lag de tabaksfabriek met pakhuis de Nijverheid van de firma H. Lieftinck. Het gebouw is te zien vanuit de Bentelaarsgang naast de Oosterstraat 25. Op de stenen banden onder de ramen van de bovenste en middelste verdieping staat ’de Nijverheid’. De tabaksnijverheid dankte haar bestaan aan grondstoffen die grotendeels werden gekweekt en geoogst door tot
slaaf gemaakten. Dit geldt ook voor andere koloniale ’genotsmiddelen’ als koffie en thee, cacao en suiker. Voortbouwend op de transAtlantische connecties kon de tabaksnijverheid zich, ook na de formele afschaffing van de slavernij, in de tweede helft van de negentiende eeuw ontwikkelen tot een bloeiende tak van bedrijvigheid in de stad Groningen. Blanke Baai was een lichtgekleurde pijptabak uit Virginia.
Oosterstraat 25, Bentelaersgang Koloniale waren | Colonial goods
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 21
Opdruk tabakszakje en een tabaksblikje van de winkel aan de Gelkingestraat | Print of tobacco pouch and tobacco tin from the shop on the Gelkingestraat
fee and tea, cocoa and sugar. Building on transatlantic connections, in the second half of the 19th century the tobacco industry was able to develop into a thriving branch of the economic
Groningen-Stad
In the courtyard behind a shop selling colonial goods and tobacco on the Gelkingestraat stood the tobacco factory and warehouse de Nijverheid. The building can still be seen from the Bentelaarsgang next to Oosterstraat 24. The name de Nijverheid (’Industry’) is written on the stone strips under the windows of the top and middle stories. The tobacco industry owed its existence to raw materials that were mainly grown and harvested by the enslaved. This also applied to other colonial luxuries such as cof-
21
activities in Groningen city, even after the formal abolition of enslavement. ’Blanke Baai’ was a light-colored pipe tobacco from Virginia.
24-02-19 14:27
5 Martinikerk diaconie | Martini Church deaconry Groningen-Stad
22
Hoe ook liefdadige werken vervlochten waren met slavernij blijkt uit een verhaal over de diaconie van de Martinikerk. In 1662 ontving de diaconie een obligatie van 750 gulden van Jan Albers van Waerendorp. Hij was kuiper aan boord van een schip van de Kamer Stad en Lande van de WIC. Op de overtocht vanuit Nederlands-Brazilië naar Groningen verdiende hij veel geld. Terug in Groningen schonk hij een bedrag van 6.600 euro (huidige waarde) aan de armenzorg in de stad. In de kerk liggen enkele
Penning van de bewindhebbers van de West-Indische Compagnie | Badge of the directors of the Dutch West India Company
Martinikerkhof 3
De verdwenen grafsteen van William Butler in de Martinikerk voor de renovatie van 1970 (Groninger Archieven) | The now lost gravestone of William Butler in the Martinikerk before the renovation in 1970. (Groningen Archives)
Giften en graven van WIC-employees | Gifts and graves of WIC employees
The way in which charitable works were also interwoven with enslavement is illustrated by a story concerning deaconry of the Martini church. In 1662 the deaconry received a unsecured loan of 750 guilders from Jan Albers van Waerendorp. He was a cooper on board a ship of the ’Stad en Lande’ Chamber of the WIC. He earned a lot of money on the voyage from Dutch Brazil to Groningen. On his return to Groningen he made a donation with a present-day value of 6,600 Euros for the care of the
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 22
Groningers begraven die actief waren in de WIC en de slavenhandel. Onder anderen Hendrik Woortman, overleden in 1779. Hij vestigde zich na zijn verblijf aan de West-Afrikaanse Goudkust in 1778 aan de Vismarkt in Groningen, samen met zijn twee dochters van de Ghanese Aphodewa Plange en een Ghanese bediende. De bediende wordt vermeld in het gerechtelijk archief als ’swarte knegt’. Omstanders molesteerden hem toen hij achter op de koets van Woortman reed.
poor in the city. A number of Groningen citizens who were active in the WIC and the slave trade are buried in the church, such as Hendrik Woortman, who died in 1779. After his stay on the Gold Coast in West Africa, in 1778 he settled in the Vismarkt in Groningen, together with his two daughters of the Ghanaian Aphodewa Plange and a Ghanaian servant. In the legal archive the servant is described as a ’black footman’. Bystanders harassed him when he rode on the back of Woortman’s carriage.
24-02-19 14:27
P
NI NGEN G RO
Detail uit de schelpengrot in Nienoord | Detail of the ’shell grotto’ in Nienoord
CI N I PROV
E
6
8
9 7
10
23 10 km
Onder de bewoners van de Groninger borgen bevonden zich slavenhouders en -handelaren en gemanumitteerde, vrijgelaten, slaven. Ook zijn er in de provincie sporen van verzet te vinden: het graf van abolitionist Teenstra en een monument voor Tula, de leider van de opstand van tot slaaf gemaakten op Curaçao in 1795.
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 23
Among the residents of Groningen’s fortified farms, or borgen, were slave owners, slave traders and enslaved people who had been manumitted (freed). Traces of resistance can also be found in the province: the grave of abolitionist Marten Douwes Teenstra and a monument to Tula, the leader of the uprising of the enslaved in Curaçao in 1795.
Groningen
0
25-02-19 13:20
Grafmonument Marten Douwes Teenstra in Ulrum | Monument at the grave of Marten Douwes Teenstra in Ulrum (Wikimedia)
6
Groningen
24
Graf van Marten Douwes Teenstra | Grave of Marten Douwes Teenstra Begraafplaats Snakkeburen | Snakkeburen cemetery Actieve abolitionist | Active abolitionist
The Groningen farmer Marten Douwes Teenstra (1795-1864) had already written of the horrors of enslavement in 1828. He was the son of a wealthy farmer, and left for the Dutch East Indies because of the agricultural
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 24
De Groningse boer Marten Douwes Teenstra (1795-1864) schreef al in 1828 over de gruwelen van slavernij. Hij was een zoon van een welvarende boer en vertrok vanwege de landbouwcrisis naar Nederlands-Indië. Op Kaap de Goede Hoop liep hij het gevangenhuis binnen. Daar werd hem ’het hart benaauwd op het hooren schreeuwen van eene meid, die men aan den geeselpaal vastgebonden had en op verzoek van haren eigenaar een pak van 39 slagen gaf. Op verzoek van den eigenaar, zonder eenig geregtelijk onderzoek’. Teenstra werd een voortrekker van het Nederlandse abolitionisme, de strijd voor afschaffing van de slavernij. Na een verblijf in Nederlands-
crisis. At the Cape of Good Hope he visited the prison. There ’it broke my heart to hear the screams of a girl who had been bound to the whipping post and been given 39 lashes, at the request of her owner, without any legal investigation’. Teenstra was a pioneer of Dutch abolitionism; the campaign for the abolition of enslavement. After a stay in the Dutch East Indies as an overseer of bridges he became an agricultural advisor and inspector of bridges, streets, highways and waterworks in Suriname. There he wrote of the malpractices on
Indië als opzichter van bruggen werd hij landbouwadviseur en inspecteur van bruggen, straten, wegen en waterwerken in Suriname. Daar schreef hij over de misstanden op plantages en in het koloniale bestuur. Terug in 1834 vestigde Teenstra zich met zijn gezin in Ulrum. Hij stuurde petities naar de Tweede Kamer en schreef boeken en pamfletten tegen de slavernij.
Portret van Marten Douwes Teenstra (RHC Groninger Archieven) | Portrait of Marten Douwes Teenstra (RHC Groninger Archives)
plantations and in the colonial regime. On his return in 1834 Teenstra settled in Ulrum with his family. He sent petitions to the Lower House of Parliament and wrote anti-slavery books and pamphlets.
24-02-19 14:27
Veenborg Welgelegen | Welgelegen country house Vosholen 60, Sappemeer Koetsier Alons uit Curaçao | Coachman Alons from Curaçao
One of the inhabitants of country house Welgelegen was Louis Alons (17551831). Babbetje, an enslaved woman, was his grandmother and her daughter Sambo, who was born into slavery, his mother. Louis worked as a so-called houseslave (futuboi) for the Dutchman Cornelis Star Lichtenvoort and his wife Maria Kock on their plantation Rozentak on Curacao. In 1766 Louis accompanied the couple, together with his mother and sister Anna, on their travels to Groningen. Once arrived in Sappemeer, he worked as a servant and later on as a coachman. His mother and sister returned because they could not stand the cold well, according to Cornelis Star Lichenvoort in a letter. Both women were granted their freedom before they
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 25
koetsier. Zijn moeder en zus keerden terug omdat zij, aldus Cornelis Star Lichenvoort in een brief, de kou niet goed konden verdragen. Sambo en Anna kregen de vrijheid voordat ze terugkeerden. Hun reiskosten van 150 gulden werden door Lichtervoort betaald. Louis bleef achter en trouwde in 1779 met de Groningse Hindrikje Luitjens. De bruidegom, tevens vader van hun eerder geboren kind, wordt in de doop- en trouwregisters aangeduid als ‘een neger uit Curaçao’.
25
Overlijdensacte van Louis Alons, 76 jaar oud, geboren te Curaçao, 8 mei 1831 Sappemeer | Death certificate of Louis Alons, 76 years old, born in Curaçao, 8 May 1831
returned. Their travel costs of 150 guilders were paid by Lichtenvoort. Louis stayed behind and married in 1779 with Hindrikje Luitjens from Groningen. The groom, and
Groningen
7
Eén van de bewoners van de borg Welgelegen was Louis Alons (1755-1831). De tot slaafgemaakte Babbetje was zijn grootmoeder, haar dochter Sambo, die in slavernij was geboren, zijn moeder. Louis werkte als zogenaamde huisslaaf (futuboi) voor de Nederlandse Cornelis Star Lichtenvoort en zijn vrouw Maria Kock op hun plantage Rozentak op Curacao. In 1766 vergezelde Louis, samen met zijn moeder en zijn zus Anna, het echtpaar Star Lichtenvoort op hun reis naar Groningen. Eenmaal gearriveerd in Sappemeer werkte hij als bediende en later als
Wicher Alons (1863-1936), achterkleinzoon van Louis Alons door F.H. Bach in 1904 (Collectie Groninger Museum) | Wicher Alons, great grandson of Louis Alons, by F.H. Bach in 1904 (Groninger Museum collection)
father of their child, is described in the church register as ‘a negro from Curacao’.
24-02-19 14:27
De borg Verhildersum (Foto door Hardscarf, via Wikimedia Commons) | Borg Verhildersum (credit: Hardscarf, via Wikimedia Commons)
8 Borg Verhildersum Wierde 40, Winsum Bewindhebber WIC | WIC director
Groningen
26
Lambert Tjarda van Starkenborgh van Leens, Wehe en Zuurdijk (1592-1646) owned the prominent Verhildersum fortified farmhouse when he was elected as director of the ’Stad en Lande’ Chamber of the WIC around 1631. In 1643 he invested 6,000 guilders in the Groningen Chamber, and he held shares in the Amsterdam Chamber. After Lambert’s death his son Allard inherited the estate, and some years later he followed in his footsteps as a director of the ’Stad en Lande’ Chamber of the WIC. Allard also acquired a managerial position with the Admiralty of Amsterdam. He was probably responsible for the naming of the Amsterdam Admiralty warship ’Ver-
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 26
Lambert Tjarda van Starkenborgh van Leens, Wehe en Zuurdijk (1592-1646) bezat de belangrijke borg Verhildersum toen hij rond 1631 gekozen werd tot bewindhebber van de Kamer Stad en Lande van de WIC. In 1643 investeerde hij 6.000 gulden in de Groningse Kamer en hij bezat aandelen in de Amsterdamse Kamer. Toen Lambert overleed erfde zijn zoon Allard de borg. Enkele jaren later stapte Allard in zijn voetstappen als bewindhebber van de Kamer Stad en Lande van de WIC. Ook kreeg hij een bestuursfunctie bij de Admiraliteit van Amster-
dam. Waarschijnlijk op zijn initiatief werd een oorlogsschip van de Admiraliteit in Amsterdam in 1655 de Verhildersum genoemd. Het schip nam deel aan oorlogen tegen de Portugezen en de Engelsen om de positie van de WIC te versterken. In 1667 ging het schip ten onder bij de Tocht naar Chatham, de Nederlandse aanval onder leiding van Michiel de Ruyter die een einde maakte aan de Tweede Engelse Zeeoorlog.
’s Lands schip Verhildersum door Willem van de Velde de Oude, ca. 1655 | The ship Verhildersum by Willem van de Velde de Oude, ca. 1655
hildersum’ in 1655. The ship took part in wars against the Portuguese and the British to strengthen the position of the WIC. In 1667 the ship
was sunk in the Raid on the Medway, the Dutch attack led by Michiel de Ruyter that ended the Second AngloDutch War.
24-02-19 14:27
9 Nienoord 1, Leek Afrikanen afgebeeld | Images of Africans
Two objects reveal the presence of people of African origin at the Nienoord manor house, now the National Carriage Museum. The first is a painting of Anna van Ewsum (1640-1714) from around 1665, in which a young black boy is depicted next to her, offering her flowers. Nothing more is known about him. Anna inherited the Nienoord estate and 10,000 guilders worth of shares in the Groningen Chamber of the WIC. She was a wealthy woman when she married. The portrait was painted by Jan de Baen in honor of her second marriage, to Georg Wilhelm van In-en Kniphuisen van Upleward, a cousin of her deceased husband. The two ’moor’s heads’ with the name
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 27
27
Groningen
Borg Nienoord
Twee voorwerpen verwijzen naar de aanwezigheid van mensen van Afrikaanse oorsprong op de borg Nienoord, nu het Nationaal Rijtuigmuseum. Het eerste is een schilderij van Anna van Ewsum (1640-1714) rond 1665, waarop een klein geschilderde zwarte persoon naast haar is afgebeeld. Hij biedt haar bloemen aan. Over hem is verder niets bekend. Anna erfde de borg Nienoord en
voor 10.000 gulden aandelen in de WIC, Kamer Groningen. Zij was een rijke vrouw toen ze trouwde. Het portret is gemaakt door Jan de Baen ter ere van haar tweede huwelijk, met Georg Wilhelm van Inen Kniphuisen van Upleward, een neef van haar overleden man. De twee ’morenhoofden’ met de naam Adriaan aan de zijmuur van de schelpengrot van Nienoord vormen de tweede verwijzing naar zwarte mensen. Die ’grot’ uit 1700, van buiten een strak vierkant gebouwtje, is van binnen versierd met 56 verschillende soorten schelpen, marmer en koraalsoorten uit de hele wereld.
Detail uit de schelpengrot Nienoord | Detail in the ’shell grotto’ at Nienoord
Adriaan on the side wall of Nienoord’s ’shell grotto’ form the second reference to black people. The ’grotto’, dating from 1700, a straight-sided
Onbekende man en Anne van Ewsum geschilderd door Jan de Baen, ca. 1665 | Unknown man and Anne van Ewsum, painted by Jan de Baen, ca. 1665
building from the outside, is decorated inside with 56 different types of shells, marble and corals from all around the world.
24-02-19 14:27
Standbeeld van Tula door Toos Hagenaars | Statue of Tula by Toos Hagenaars
10 Cultuurhuis De Klinker Mr. D.U. Stikkerlaan 251 Winschoten Verzetsstrijder Tula | Resistance fighter Tula
’Toela, Held van Curaçao, Slavenopstand 1795’ staat op de sokkel van dit bronzen beeld. Kunstenares Toos van MierloHagenaars (Venlo 1932) bracht hiermee een ode aan de belangrijke verzetsstrijder Tula. Pater Schink, die in 1795 namens de Nederlandse koloniale overheid met de opstandelingen onderhandelde, schreef precies op wat Tula zei: ’Zij hebben ons erg slecht behandeld. Wij willen niemand kwaad doen maar wij willen vrijheid. Is niet iedereen op aarde een afstammeling van Adam en Eva? Ai, vader, zelfs een dier krijgt een betere behandeling.’ De opstand was goed voorbereid.
Er deden duizend mensen mee. Na drie weken werden twintig verzetsstrijders doodgeschoten. Tula en zijn kameraden waren verraden en werden tot de marteldood veroordeeld. Ieder jaar op 17 augustus wordt op Curaçao de opstand herdacht. Het beeld van Toos viel niet in de smaak bij de eilandbewoners. Daarom nam zij het mee naar Winschoten, waar het nu te zien is in Cultuurhuis De Klinker.
Groningen
28
’Toela, Hero of Curaçao, Slave Uprising 1795’ is written on the pedestal of this bronze sculpture. The female artist Toos van Mierlo-Hagenaars (Venlo, 1932) created this tribute to the prominent resistance fighter Tula. Pater Schink, who negotiated with the rebels on behalf of the Dutch colonial government in 1795, wrote down exactly what Tula said: “They have treated us very badly. We do not want to harm anyone, but we want freedom. Is not everyone on Earth a descendant of Adam and Eve? Oh, father, even an animal is treated better.” The uprising had been well prepared.
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 28
Monument op Curaçao, de drie leiders van de opstand in 1795 tegen slavernij: Diana Tula Karpatha. Beeld door Nel Simon, 1997 | Monument in Curacao with three leaders of the 1795 uprising: Diana, Tula and Karpatha. Nel Simon, 1997
Thousands of people took part. After three weeks twenty resistance fighters had been shot dead. Tula and his comrades were betrayed, and sentenced to death. The uprising is commemorated on 17 August every year in
Met dit beeld genaamd ’Zoon van Tula’, won Toos Hagenaars de publieksprijs 1980 Groningen Monumentaal. Het staat voor het gemeentehuis in Winschoten | With this statue entitled ’Son of Tula’ Toos Hagenaars won the 1980 Groningen Monument audience award.
Curaçao. Toos’s sculpture was not popular with the people of the island, and so she took it with her to Winschoten, where it can now be seen in Cultuurhuis De Klinker.
24-02-19 14:27
L
A N D
Schilderij in het voormalige Stadhouderlijk hof, nu Fletcher hotel, te Leeuwarden | Painting in the former Palace of the Stadtholder, now the Fletcher Hotel, in Leeuwarden
E I R F
S
11 13
14
12 20 km
Friesland is op verschillende manieren met het slavernijverleden verbonden. Friese families investeerden in de WIC en de VOC, in plantages in Suriname, in Noord-Amerika en op de Antillen. In 1863 ontvingen Friese slaveneigenaren uit onder meer Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en Workum financiĂŤle compensatie. Hun huizen staan er nog. Het Fries Museum, Tresoar en de Ottema Kingma Stichting verzamelt nalatenschappen van Friese families; hierin bevonden zich schilderijen en goederen die verwijzen naar de koloniale geschiedenis. Bijvoorbeeld klederdracht vervaardigd van Indiase katoen, met voorstellingen van West-Indische schepen langs de Afrikaanse kust. Binnenkort verschijnt een gids over het Friese slavernijverleden.
Friesland is connected with slavery in many different ways. Friesian families invested in the WIC and VOC, and in plantations in Suriname, North America and the Antilles. In 1863 the Friesian slave owners from towns including Leeuwarden, Sneek, Heerenveen and Workum were given financial compensation. Their houses are still standing there. The Fries Museum, Tresoar and the Ottema Kingma Foundation have collections of the inheritances of Friesian families, including paintings and other goods with a connection with colonial history, such as costumes made of Indian cotton showing West Indies Company ships off the African coast. A guide to the legacy of enslavement in Friesland will soon be published.
29
Friesland
0
15
Beeld van Peter Stuyvesant in Wolvega door Jentsje Popma, 1955 | Statue of Peter Stuyvesant in Wolvega by Jentsje Popma, 1955
SLAVERNIJVERLEDEN NL_p001_176_HT.indd 29
25-02-19 13:21