planten en struiken er niet bepaald vanzelf groeien. Dat heeft alles te maken met het gebrek aan regenwater, de soms harde wind en de striemende zonnestralen. De columns die Jeannette van Ditzhuijzen schreef over haar ervaringen in haar eigen tropentuin zijn opnieuw gebundeld en aangevuld met nieuwe verhalen en prachtige foto’s. Verspreid over het boek staat een dertigtal praktische tips voor succesvol tuinieren op de Benedenwindse Eilanden. Na het lezen krijg je zin om meteen aan de slag te gaan. Want het kan wel, weelderig groen op de droge eilanden. Jeannette van Ditzhuijzen tuiniert al haar hele leven. Haar eerste tropischetuinervaring deed ze in Suriname op. Toen ze van 1990 tot 1994 op Curaçao woonde, schreef ze tweewekelijks een tuincolumn voor de zaterdagbijlage foto: Lenneke Lingmont
van de Amigoe, de Nãpa. Van Ditzhuijzen schreef diverse
boeken over Curaçao: Geschiedenis in Steen (over monumenten zorg), De Willemstad (over het dagelijks leven in 19e-eeuws Punda) en samen met Marjan Brouwers de roman Ren, Janina, ren!, over de Curaçaose Janina de Marchena-Katz die als tienjarige voor de nazi’s moest vluchten. ISBN 978-94-6022-487-4
Jeannette van Ditzhuijzen Tuinieren in de tropen
Wie op een van de ABC-eilanden een tuin heeft, weet dat de
Jeannette van Ditzhuijzen
Tuinieren in de tropen aruba • bonaire • curaçao
Tuinieren in de tropen Aruba Bonaire Curaรงao
Tuinieren_p001_128_HT.indd 1
12-08-18 13:12
jeannette van ditzhuijzen
Tuinieren in de tropen aruba • bonaire • curaçao
Tuinieren_p001_128_HT.indd 3
12-08-18 13:12
Tuinieren in de Tropen Aruba Bonaire Curaçao
LM Publishers Parallelweg 37 1131 dm Volendam 0031 (0)85-8772397 info@lmpublishers.nl www.lmpublishers.nl
© September 2018 – LM Publishers
tekst Jeannette van Ditzhuijzen redactie Frans de Graaff grafische vormgeving Ad van Helmond productie Hightrade bv
isbn 978-94-6022-487-4
Tuinieren_p001_128_HT.indd 4
12-08-18 13:12
Inh Inhoud
Voorwoord bij de eerste druk
7
Voorwoord bij de geheel herziene en uitgebreide uitgave 9 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Het eerste begin 11 Dronken Jan voor luie tuinier 15 Hopeloze strijd 19 De hoogte in 23 De nachtvlinders van de tuin 27 Een steuntje in de rug 31 Mesten: niet leuk, wel nuttig 35 Louis de Bougainville 39 Onkruid bestaat niet 43 Zaadmengsels voor besluitelozen 47 Van hagen en heggen 51 Schaduw creÍren 55 Van Liesjes en Petunia’s 59 Compost maken 63
15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29
Blauw, blauwer, blauwst 67 Blauw, blauwer, blauwst (2) 71 Mulch voor de magere jaren 75 Vertuinen 79 Vertuinen (2) 83 In potten en bakken 87 Ontwenningskuur voor planten 91 Spelen met kleur 95 Spitsuur in de tuin 99 Zaaiperikelen 103 Van zekere hoedanigheid 107 Onbekend maakt onbemind 111 Geurende kruiden 115 Basilicum voor de pesto 119 Bloembollen in de tropenzon 123
Fotoverantwoording Index 127
126
Datura fastuosa
Tuinieren_p001_128_HT.indd 5
12-08-18 13:12
Tuinieren_p001_128_HT.indd 6
12-08-18 13:12
Voorwoord bij de eerste druk
Plumeria obtusa
Tuinieren in de tropen. Tuinliefhebbers uit killere klimaten associëren het begrip direct met weelderige, groene tuinen, waarin alles vanzelf lijkt te groeien. Wie op een van de abc-eilanden een tuin in stand tracht te houden, weet wel beter. Zo is de noordoostpassaat met zijn voor ons vaak zo verkoelende werking voor sommige planten desastreus. Ook de waterhuishouding kan knap verstoord raken. Regenwater dat aan de verdampende kracht van de zon is ontsnapt en in de aarde wil doordringen, wordt daar door de eeuwig blazende wind resoluut vanaf gehouden. Meedogenloos laat onze veel geroemde passaat ook de laatste watermolecuul nog verdampen. Desalniettemin behoort een weelderige tuin tot de benedenwindse mogelijkheden, al gaat het hier alleen in de regentijd vanzelf. En zelfs dan kun je niet lui achterover in je hangmatje gaan liggen. Tuinieren kost gewoon energie. De beloning is er gelukkig wel naar, zeker in de regentijd wanneer alles wat maar bloeien kan, openbarst en zijn schoonheid prijsgeeft.
Aruba en de Antillen kennen veel noeste tuiniers die dagelijks de kracht van de zonnestralen trotseren en het gebrek aan regen met liters kraanwater compenseren. Voor hen schreef ik van januari 1992 tot en met juni 1993 in de Ñapa, de zaterdagbijlage van de Amigoe, een tweewekelijkse tuinrubriek, Tuinieren in de Tropen geheten. Dit boek is een bewerkte en aangepaste versie daarvan. Door de achterin opgenomen index is het boek goed als naslagwerk te gebruiken. Daarbij dient de lezer zich wel te realiseren dat ook ik slechts een ‘noeste tuinier’ ben, die niet pretendeert de wetenschap in pacht te hebben. Almelo, april 1997 Jeannette van Ditzhuijzen
7
Tuinieren_p001_128_HT.indd 7
12-08-18 13:12
8
Tuinieren_p001_128_HT.indd 8
12-08-18 13:12
Voorwoord bij de geheel herziene en uitgebreide uitgave
Het is alweer heel wat jaren geleden dat Tuinieren in de Tropen het licht zag. Het boek is inmiddels al lang uitverkocht, maar nog steeds krijg ik reacties van lezers en wil men weten of het misschien niet toch nog te koop is. Aangezien tuinieren van alle tijden is, heb ik – in overleg met LM Publishers – besloten het boek opnieuw uit te geven. Maar wel in een zeer uitgebreide en vernieuwde versie. Ik heb zeven columns toegevoegd, deels uit de Ñapa, deels uit Domisilio, een makelaarskrant waarvoor ik destijds ook een tuinrubriek verzorgde. Verder heb ik het boek uitgebreid met een dertigtal praktische tips en was er ruimte voor veel meer foto’s.
In de teksten verwijs ik regelmatig naar boeken over tropisch tuinieren. Boeken die destijds nog hier en daar te koop waren, maar nu in een antiquariaat gezocht moeten worden. De boeken die nu achterin staan vermeld, zijn waarschijnlijk alleen nog tweedehands verkrijgbaar. Wel heb ik enkele nuttige websites toegevoegd en adressen van zaadleveranciers die over de hele wereld verzenden of – zoals Vreeken’s Zaden in Nederland – in elk geval aan de abc-eilanden. Almelo, april 2018 Jeannette van Ditzhuijzen
9
Tuinieren_p001_128_HT.indd 9
12-08-18 13:12
10
Tuinieren_p001_128_HT.indd 10
12-08-18 13:12
1 Het eerste begin
Plumeria obtusa
aar sta je dan in je nieuwe huis. De verhuizing is achter de rug; alles is geregeld en gedaan. Nu kun je je eens met de inrichting van de tuin gaan bezighouden. Je ziet het al helemaal voor je. Een weelderig begroeide porch, daarachter een groen grasveld omzoomd door rijk bloeiende struiken en planten; suikerdiefjes en kolibries vliegen af en aan en snoepen van de nectar in de bloemen. Een regenbuitje op z’n tijd doet de rest. Dat moet toch te verwezenlijken zijn, zou je denken; we wonen immers in de tropen? Klopt, maar daar is dan ook alles mee gezegd. De tropen van de ABC-eilanden hebben zo hun nadelen, waar een tuinier in spe terdege rekening mee dient te houden. Dat het op dit eiland weinig regent, zal niemand zijn ontgaan. Ook de verdampende kracht van de vooral door toeristen veelgeroemde zon mag als bekend worden verondersteld. Maar dat de noordoostpassaat ook al een funeste uitwerking heeft op het plantenleven, is minder bekend. Met ferme kracht blaast de
wind het laatste druppeltje regenwater weg, dat zich net had weten te onttrekken aan de felle zonnestralen. Het probeert nog in de aarde door te dringen en de wortels van de planten te bereiken, maar helaas: de wind maakt er korte metten mee en blaast het water weg, zodat de planten droog staan. Soms zou je wensen dat de zon verstek liet gaan en de wind zijn heil elders zocht. Want oh, wat hebben de planten daar soms onder te lijden. Bovendien zijn een heleboel planten helemaal niet gebouwd op al die wind. Ooit geprobeerd om een amor fuerte (lxora) op een winderige plaats te laten groeien? Of een kayena (Hibiscus)? Beide planten zijn absoluut niet gediend van die voortdurende luchtstroom en dat laten ze merken ook: ze groeien niet of krijgen bruine bladeren. Betekent dat nu dat het gevecht tegen de elementen op Curaçao bij voorbaat kansloos is? Gezien de vele mooie tuinen die er op het eiland te zien zijn, is dat kennelijk niet het geval. Er bestaan talloze methoden om bovengenoemde
11
Tuinieren_p001_128_HT.indd 11
12-08-18 13:12
Kaapse trompet (Tecomaria capensis)
De Bonairiaanse oleander (Plumeria obtusa) heeft mooie witte bloemen
storende factoren te slim af te zijn. Wie net begint met de aanleg van een tuin, kan er maar beter aan wennen dat je niet om de zon, de wind en het gebrek aan regen heen kan. Om maar met het laatste te beginnen, gebrek aan regen kan weliswaar ondervangen worden door regelmatig met een gietertje ontzilt leidingwater langs de planten te gaan, maar om de een of andere duistere reden stelt het tuingroen meer prijs op echt regenwater en dat is helaas niet altijd voorhanden. Het opvangen van hemelwater via een dakgoot in aan elkaar gelaste drums is dan ook een zinvolle maatregel.
Maar in echt droge weken of maanden helpt ook deze truc niet. Het is daarom nodig om anderszins rekening te houden met ons droge klimaat. Dat kan op verschillende manieren. Wie echt de pest heeft aan water geven, neemt een dripsysteem (zie p. 99) of zoekt planten die ook met weinig water tevreden zijn. Dat betekent uiteraard niet dat deze planten direct al op rantsoen kunnen worden gezet. Net aangeschafte en gepote planten hebben in het begin altijd veel water nodig. Pas als ze goed zijn aangeslagen, kan langzaam overgegaan worden tot minder vaak water geven. De meeste grote bomen en palmen nemen gelukkig genoegen met slechts eens per week of nog minder vaak een flinke plens water. Maar het duurt wel een flinke tijd voordat ze hun wortels zo diep de aarde in gestuurd hebben dat ze ook in een droge periode kunnen overleven. Gelukkig zijn er meer van zulke ‘makkies’, planten en struiken die niet meteen moeilijk doen als de regen verstek laat gaan. Het is geen uitgebreid assortiment, maar voldoende voor de gemakzuchtige tuinier, die toch wat kleur in de tuin wil. Het voordeel van deze planten en struiken is bovendien dat ze allemaal vrij goed tegen de felle zon kunnen en geen of nauwelijks last hebben van de wind. Met de paar hieronder genoemde soorten (er zijn er uiteraard veel meer) kan al een aardige tuin samengesteld worden. Zet een stel Franse bloemen tegen het hek, zodat de planten een haag gaan vormen. Op die manier wordt ook de wind wat in toom gehouden. Eén of twee Bonairiaanse
12
Tuinieren_p001_128_HT.indd 12
12-08-18 13:12
Voorbeelden van struiken en planten die niet moeilijk doen over de hoeveelheden water die over hen heenkomen • Franse bloem (Nerium oleander) • Bonairiaanse oleander (Plumeria obtusa, ook wel Plumeria pudica genoemd) • Kèlki hel (Tecoma stans) • Tuturutu (Caesalpinia pulcherrima) • Mata di suerte (Vitex agnus-castus) • Magdaleentje (Catharantus roseus) • Isabella katólika (Plumbago capensis) • Barleria cristata • Turnera subulata • Janchi burachi (Portulaca grandiflora) • Leli (Hymenocallis caribbaea) • Trinitatria (Bougainvillea glabra) De Franse bloem (Nerium oleander) is een gemakkelijke struik in de kleuren wit en roze die het overal doet
De blauw bloeiende mata di suerte (Vitex agnus-castus) doet niet moeilijk over wat zout in de grond. Vlinders zijn er dol op
oleanders geven direct al wat volume aan de tuin. Plant ze op circa twee meter afstand van elkaar, want het worden flinke struiken. Kleine perkjes kunnen gevuld worden met afwisselend de beide dames Magdaleentje en Isabella katólika. Een oranje trinitaria samen met de kèlki hel en de gele Turnera geeft ook een mooi effect. Mogelijkheden genoeg om te experimenteren. Bedenk echter wel dat die schattige kleintjes groot worden. Laat voldoende ruimte tussen de planten en vul die in het begin eventueel op met Magdaleentjes, die heel makkelijk uit zaad op te kweken zijn. Het wordt dan misschien wel niet die tropische droomtuin, maar met deze planten zullen in elk geval de suikerdiefjes en de kolibries regelmatig op bezoek komen.
TIP 1 – Laat twee oliedrums aan elkaar lassen en vang hierin het regenwater op. Zorg wel voor een kraantje onderin en zet de drums op stenen, zodat er een emmer of gieter onder de kraan past. Vergeet niet om de bovenkant met muskietengaas te bespannen, anders komen de muskieten in groten getale hun eitjes in dat verse regenwater leggen.
13
Tuinieren_p001_128_HT.indd 13
12-08-18 13:12
14
Tuinieren_p001_128_HT.indd 14
12-08-18 13:12
2 Dronken Jan voor luie tuinier
Tecoma stans
Janchi burachi
oen wij in ons eerste huis op Curaçao kwamen wonen, was de bijbehorende tuin vrijwel leeg. Achterin stonden een paar struiken met samengestelde bladeren, zo te zien zaailingen van de prachtige kèlki hel (Tecoma stans) die ons vanuit het lege buurerf met hun gele bloemtrossen toelachten. Hoewel ik ze nooit water heb gegeven, waren de zaailingen
na een jaar al uitgegroeid tot forse struiken. Ook de ‘buurbomen’ die nooit water kregen en het alleen van de regen moesten hebben, zagen er altijd even mooi uit. Vreemd genoeg beweert een Amerikaans plantenboek (Sunset New Western Garden Book) dat de kèlki hel behoefte heeft aan hitte, water, diepe grond en tamelijk zware voeding. Het enige wat ze bij mij krijgen, is veel warmte en zon. Ondanks het gemis aan de andere genoemde elementen doen ze het uitstekend. Wel haal ik altijd de uitgebloeide zaadpeulen weg. Voor de lui aangelegde tuinier is het goed te weten dat er nog meer planten en struiken zijn, die weinig eisen stellen aan grond en watervoorziening. De makkelijkste plant is waarschijnlijk wel de Portulaca grandiflora, op Curaçao ook Janchi burachi genoemd (dronken Jan) omdat hij overal maar heen kruipt. Want dat doet-ie. De plant heeft vlezige stengels en prachtige bloemen in alle denkbare kleuren. Helaas gaan de knoppen alleen ‘s ochtends open. Maar – er is altijd een ‘maar’ bij zulke makkelijke groeiers – de hagedissen zijn dol op de portulacabloemen. Als die eenmaal doorhebben
15
Tuinieren_p001_128_HT.indd 15
12-08-18 13:12
dat dronken Jan in de buurt is, zijn ze er ‘s ochtends vroeg direct bij om de bloemen op te eten. Het enige wat de schade minder ernstig maakt, is een heleboel planten neerzetten (hoewel een hagedisseninvasie niet uit te sluiten is) of ze in potten en bakken kweken. Niet dat de hagedissen daar niet komen, maar je maakt het ze toch ietsje moeilijker. Gelukkig is het geen enkel probleem om veel portulaca’s te planten: koop van elke kleur een plant en verdeel die direct in zo veel stekken als gewenst. Zet al die kleine takjes in potten met vochtige aarde en voor je het weet zijn de vlezige stengels al aan de groei. En de verzorging is reuze simpel: volle zon en droge grond zijn de enige eisen die de portulaca stelt. Makkelijker kan het niet. Nou ja, af en toe een slok water wordt uiteraard op prijs gesteld. Ik geef ze eens per week water, als ik er aan denk. Alhoewel, helemaal verwaarlozen gaat wel wat ver. Probeer er dus enige regelmaat in te brengen. Per keer hebben ze niet extreem veel water nodig, omdat ze slechts oppervlakkig wortelen.
Janchi burachi (Portulaca grandiflora) is in veel kleuren verkrijgbaar en laat zich heel eenvoudig stekken
Behalve de kèlki hel stond er nog een plant in onze verder kale tuin: de Hymenocallis caribaea. Deze lelie, die op de Benedenwinden gewoon leli heet, is uitstekend bestand tegen droogte. De uit tropisch Amerika afkomstige plant heeft forse bladeren die soms wel tachtig centimeter lang worden. Ze bloeit regelmatig met sprieterige, witte bloemen – vandaar de Engelse naam Spider Lily – die ook nog licht geuren. De lelie zaait zichzelf uit, 16
Tuinieren_p001_128_HT.indd 16
12-08-18 13:12
te maken, maar ik heb daar eerlijk gezegd toch problemen mee. Ze doen zo hun best; en dus krijgen ook deze planten af en toe een aai over de bol. Maar nu zijn ze zich van de weeromstuit gaan uitzaaien. Overal verschijnen ongewenste, jonge lelieplantjes. Die haal ik rigoureus weg, want tegen die jonkies durf ik wel. En ik hoef niet alles te accepteren! TIP 2 – Haal uitgebloeide bloemen altijd weg, tenzij u nieuwe planten wilt zaaien. Dode bloemen aan plant of struik staan niet alleen slordig, het weghalen ervan bevordert de nieuwe knopvorming, doordat alle energie van de plant naar het maken van nieuwe scheuten en knoppen gaat in plaats van naar de zaadvorming. Geiten lusten de leli (Hymenocallis caribaea) niet. Deze gemakkelijke plant wil ook zonder veel water wel bloeien
Zaden (boven) en bloemen (rechts) van de kèlki hel (Tecoma stans). Deze struik doet het altijd en overal
maar voor vermeerdering is het het beste om de bollen die uit de zijkant van de hoofdbol spruiten weg te halen en uit te planten. Eerlijk gezegd was ik van plan deze lelies uit mijn tuin te halen, omdat ik ze – als ze niet bloeien – niet zo spectaculair vond. Ik wilde ze aan de buitenkant van het hek zetten, zodat dat deel er ook leuk uit zou zien. De hymenocallis heeft namelijk de prettige eigenschap dat de geiten haar niet lusten. Maar de wortels van deze lelie zitten kennelijk zo diep, dat het mij niet gelukt is haar uit te spitten. Een plant die nooit water krijgt, moet ook wel een diep en wijdvertakt wortelstelsel hebben om overal vocht vandaan te kunnen halen. Nu staan de lelies dus een beetje op een rare plaats, als erfenis van de vorige bewoners. Misschien durf ik het ooit aan ze een kopje kleiner
TIP 3 – Stek de Janchi burachi door een stuk stengel van een centimeter of 10 af te breken. Haal het blad weg bij de onderste helft van de stek en steek deze in vochtige aarde. Geef af en toe water en al snel zal de plant zelfstandig verder groeien.
17
Tuinieren_p001_128_HT.indd 17
12-08-18 13:12
18
Tuinieren_p001_128_HT.indd 18
12-08-18 13:13
3 Hopeloze strijd
De trompetten van de datura kunnen wel 25 centimeter lang worden
< Yerba stinki (Datura metel)
ommige planten wil ik gewoon hebben, ook al weet ik heel goed dat Curaçao niet bepaald voldoet aan de eisen die zij stellen. Meestal moet ik na een paar maanden vechten tegen een onwillige plant de hopeloze strijd opgeven; maar soms, heel soms heb ik geluk en doet een plant het hier. Zo’n plant is de Datura candida, familie van de nachtschaden waartoe ook de aardappel behoort.
Het is een plant die in de Nederlandse tuinen flink opgang heeft gemaakt als zomerse kuipplant en in het Caribisch gebied tot een forse struik van wel vier meter hoog kan uitgroeien. Ze is getooid met behoorlijk spectaculaire, trompetachtige bloemen, vandaar de Engelse naam Angel’s Trumpet. Maar dan wel trompetten van zo’n 25 centimeter lang die als kerkklokken aan de takken hangen. Het mooiste vind ik de witte vorm, de candida. Daarnaast bestaan er datura’s in lichtgeel, lichtroze en zalmroze. ‘s Avonds geuren ze heerlijk. Toen ik de datura eenmaal in volle bloei en glorie had gezien, moest en zou ik haar ook hebben. Nou is de datura vrij gemakkelijk te zaaien, dus dat was het probleem niet. De zaden kwamen goed op en voor ik het wist had ik flinke planten. Toen begon de ellende. In mijn Jamaicaanse boek (Caribbean Gardening van Aimee Webster) stond de onaangename mededeling dat de datura geen hogere temperaturen tolereert dan 27 tot 28 graden. Kom daar op Curaçao eens om. Alsof het hier niet vrijwel voortdurend warmer is dan 28 graden. Tot overmaat van ramp wist het Amerikaanse Sunset New Western Garden Book (dat de datura als Brugmansia classificeert, de twee namen worden
19
Tuinieren_p001_128_HT.indd 19
12-08-18 13:13
> Als de datura maar beschutting heeft tegen de wind, wil ze het wel doen op de ABC-eilanden
De datura komt ook in andere kleuren voor
vaak door elkaar gebruikt, maar er schijnt verschil te zijn) te melden dat de struik niet al te veel wind kan hebben. Daar zat ik dan met een stuk of vijf planten op heet en winderig Curaçao. Bovendien sprak het Sunset-boek ook nog eens van “ruim water tijdens de groei en de bloei”. Allemaal vereisten die op de Benedenwinden nu eenmaal niet of slechts gedurende een heel korte periode beschikbaar zijn. Het is natuurlijk ook niet voor niets dat ik op Curaçao nog nergens een datura heb gezien. Dat ding hoort hier gewoon niet thuis. Op andere Caribische eilanden heb ik haar ook vrijwel altijd in de bergen gezien, waar het – vooral ‘s nachts – nu eenmaal niet zo heet is als hier. Ik besloot te experimenteren. Eén plant in een pot tegen een muur die de ergste wind tegenhoudt, en met alleen in de ochtenduren zon. Een andere plant kreeg een plaatsje in de volle grond met behoorlijk veel wind en weer een andere in de volle middagzon, maar geheel uit de wind. Van de overige twee weet ik het al niet meer. Het moet een ongunstige standplaats zijn geweest, want ze gaven het vrij snel op. De potplant deed en doet het het beste. De plant in de middagzon hing elke dag slap. Een scheut water hielp haar er wel weer bovenop, maar op den duur was dat toch een onhoudbare situatie. Toen ik dat zo een paar maanden en een regentijd lang had aangezien, heb ik haar uit de grond gehaald, in een pot gestopt en in de ochtendzon gezet. Dat was kennelijk een goed idee, want sindsdien doet ze het een stuk beter. De
derde, die in de wind stond, zag dat helemaal niet zitten. Ze groeide dan ook amper. Ten langen leste heb ik tot euthanasie moeten besluiten: ik kon het niet langer aanzien en overplanten leek nauwelijks nog zinvol. De plant die van meet af aan in een pot stond, heeft inmiddels al verscheidene malen gebloeid. Na elke forse regenbui maakt ze nieuwe knoppen; een deel daarvan valt af, maar de rest ontwikkelt zich tot grote trompetten die ‘s avonds heerlijk geuren. Een typische plant dus om in de regentijd van te genieten, want dan is ze op haar best. Haar wildere zusje trouwens ook. Vrijwel iedereen kent wel de Datura metel, beter bekend als yerba stinki. De grote witte trompetvormige bloemen hangen niet naar beneden, maar staan rechtop en gaan pas ‘s avonds open. Na de bloei komen er grote, ronde, stekelige vruchten aan de
20
Tuinieren_p001_128_HT.indd 20
12-08-18 13:13
Na de regens kan er opeens een yerba stinki (Datura metel) in je tuin staan. De trompetten staan rechtop
> De stekelige vrucht van de yerba stinki
Yerba stinki (Datura metel) is ook als zaad te bestellen in diverse kleuren en vormen
plant, die circa 75 centimeter hoog wordt. Vreemd genoeg wordt deze plant in het boek Tropica als subtropisch geclassificeerd, terwijl de Angel’s Trumpet tropisch wordt genoemd. De naam yerba stinki (stinkkruid) is geheel terecht: het blad geeft een onaangename, pindakaasachtige lucht af. Maar in de regentijd is het een prachtig gezicht wanneer een leeg veldje - ze groeien bij voorkeur op pas kaalgeslagen grond - plotseling vol met deze datura’s staat, waarvan de bloemen fel oplichten in de donkere nacht. Over nacht gesproken: een paar bladeren onder je hoofdkussen zouden een goede nachtrust garanderen, maar wel met pindakaasluchten dus. In de tuin zijn deze yerba stinki echter geen succes. Dat wil zeggen: na de regentijd worden
ze slordig en rommelig, ook als je ze water geeft. Datzelfde geldt dus voor de Datura candida, al geeft het natuurlijk wel bevrediging wanneer zo’n ‘moeilijke’ struik toch tot bloei komt in een omgeving waar hij kennelijk niet thuishoort. Tropisch of niet. TIP 4 – Diverse zaadleveranciers (p. 127) hebben zaad van de Datura metel in fraaie kleuren en vormen. Of die ook wegkwijnen na de regentijd, weet ik niet, het is wel het proberen waard.
21
Tuinieren_p001_128_HT.indd 21
12-08-18 13:13
22
Tuinieren_p001_128_HT.indd 22
12-08-18 13:13