WIM VERBOVEN
ZINKPLAAT EN PLANKEN
Het verdwijnen van de houten volkswoning in Paramaribo
COLOFON Concept Wim Verboven Ontwerp Frans Lieshout, FLi(DESiGN), Castricum Tekst Chandra van Binnendijk, Anneke Chin-A-Lin, Philip Dikland, Michiel van Kempen, Paul Morel, Ineke Teijmant, Carry-Ann Tjong-Ayong, Wim Verboven Redactie Clazien Medendorp, Katerna Tekst & Redactie, Enschede Foto’s Wim Verboven, Utrecht Uitgezonderd pag. 27, 58, 165 Stephen Fokké, pag. 115 onder, Philip Dikland Papier 140 gr Muskat Grey, 150 gr Arctic Volume White, 90 gr Cyclus, 140 gr Sirio Color Lemon, 120 gr Wibalin Productie Danny Kleijn, Epopee hetKleijnbedrijf, Meppel Lithografie Pieter Reinink, PR Design, Meppel Druk Epopee i.s.m. Zalsman, Zwolle Bindwerk Abbringh, Groningen
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt, door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
©2017 Stichting LM Publishers
De uitgever heeft geprobeerd alle rechthebbenden van foto’s en teksten te traceren. Degenen die desondanks menen dat dit naar hen toe onvoldoende is gebeurd, worden verzocht contact op te nemen met de uitgever.
www.lmpublishers.nl info@lmpublishers.nl
2
ISBN 9789460223723 NUR 648
WIM VERBOVEN
ZINKPLAAT EN PLANKEN
Het verdwijnen van de houten volkswoning in Paramaribo
INHOUD
2 Colofon
5 Voorwoord Prof. dr Michiel van Kempen, bijzonder hoogleraar West-Indische Letteren, Universiteit van Amsterdam 6 Inleiding Paul Morel, Projectleider Stadsherstel Amsterdam/Paramaribo 8 Geschiedenis van het kleine monument Drs Ineke Teijmant, stadssocioloog 13 Gedichten Michaël Slory, Den Temreman/ De timmerman Kwame Dandillo, Paramaribo Raj Mohan, Touwtje kude/Touwtje springen Celestine Raalte, Bigikoto/ Grote koto Shrinivási, Watermolenstraat, Paramaribo 1945
4
16 Honderd huizen (de oude straatnamen worden genoemd) 16/ 17 Alexander Samuelsstraat hoek Weg naar Ma Retraite 18/19 Anniestraat 7 en 18 20 Burenstraat 54 21 Commissarisstraat 3 22/23 Casterstraat 22 24/25 Cornelisstraat 3 en 58 26/27 Costerstraat 62 28/29 Cultuurtuinlaan 8 en 4 30/31 Drambrandersgracht 59, 50A en 50 32/33 Gonggrijpstraat 68 34 Grote Combéweg 22 35 Combékerk 36 Hoogestraat 111A 44 Hertogstraat 17 45 Helenastraat 36
46/47 Hofstraat 15 48/49 Hofstraat 16 en 76B 50/51 Hoogestraat 70 en 72 52 Julianastraat 56 60/61 Hoogestraat ? en 45 62/63 Julianastraat hoek Mahonylaan 64/65 Keizerstraat 193 66/67 Keizerstraat 136 en 138 68/69 Kleine Waterstraat 7 70/71 Ladesmastraat 34 72/73 Van Landsbergestraat 5 74/75 W.L. Lothlaan 19 76/77 W.L. Lothlaan 37 - 43 78/79 Mahonylaan en 17 80 Kwattaweg 26 88/89 Malebatrumstraat 20, 18 en 16 90 Kwattaweg 11 91 Molenpad 91 92 Nepveustraat 67 93 Nieuwestraat hoek Weg naar Ma Retraite 13 94/95 Oranjelaan 20 96 Mahonylaan 42A 104/105 Pontewerfstraat 89 en 36 106/107 Pontewerfstraat 26 en 24A 108/109 Pontewerfstraat 86 110/111 Pres. Da Costalaan 33 en 37 112/113 Prinsestraat 50 114/115 Prinsessestraat 43 116 Prins Hendrikstraat 46 117 Van Radersstraat 2 118/119 Rust en Vredestraat 158, 181 en 43 120/121 Swalmbergstraat hoek Dr J.F. Nassylaan 122/123 Timmermanstraat 124 Dr J.F. Nassylaan 130 Dr J.F. Nassylaan 83, 117 en 125 131 Dr J.F. Nassylaan 66, 62, 60 en Huize Emma 132/133 Tourtonnelaan 110 en 101 134/135 Verl. Hoogestraat 45 136/137 Verl. Keizerstraat 27 138/139 Verl. Keizerstraat 38, 36 en 34 140 Pontewerfstraat 20 148 Verl. Weidestraat 64
149 Waaldijkstraat 91 en 128 150/151 Waaldijkstraat 87 152 Wanicastraat 141 en 143 153 Wanicastraat 147 154/155 Wanicastraat 67 en 69 156 Weidestraat D68, 88 en 8 157 Weidestraat 39 158/159 Weidestraat 37 160/161 Wichersstraat hoek Van Sommelsdijckstraat 162/163 Mgr Wulfinghstraat 6 164/165 Zwartenhovenbrugstraat 116 166 Gedichten Johanna Schouten-Elsenhout, Uma/ Vrouw Josef Slagveer, Sibibusi/Slagregen S. Sombra, Boskopu gi Astrid/Boodschap voor Astrid Carry-Ann Tjong-Ayong, Vliegertijd Vene, Er is één grote verrader 170 Het kleine stadshuis Philip Dikland, KDV Architects, Paramaribo 173 Boedelproblematiek Mr Anneke Chin-A-Lin, notaris te Paramaribo 176 Straatnamen Herkomst van oude en nieuwe straatnamen
178
De dichters
180 Dankwoord Binnenzijde omslag voor en achter Edgar Cairo, De negerhaan (fragment)
Michiel van Kempen
VOORWOORD
De toeristenblik zoekt altijd eerst het pittoreske. En dat is begrijpelijk. Het pittoreske doet niet pijn aan de ogen en het ordent de wereld. De kleurrijke gevels van Curaçao, de groene huisjes van Volendam, de houten huizen van Paramaribo: we herkennen ze, ze maken de wereld vertrouwd, evenzeer als iconische constructies als de Eiffeltoren, het Vrijheidsbeeld of de Golden Gate Brug. Voor Surinamers is de houten architectuur van de stad een bron van nostalgie: dit is waar we vandaan komen, het mooie Suriname, switi Sranan. Maar zoals alle nostalgie is het ook een gevaarlijke nostalgie: dat deel van ons herinneringsvermogen dat ‘nostalgie’ heet, filtert alles uit de herinnering wat minder plezierig is, fixeert de wereld op een bepaald punt in de geschiedenis en laat in de geest liever niet toe wat er daarna aan veranderingen heeft plaatsgevonden. Daarom leest nostalgie meestal maar op één niveau. En dat mag. Maar de wereld is gelaagd, en alles wat er te zien is, heeft méér lagen.
5
In al hun staten van verval en glorie laten de houten huizen van Suriname huiselijkheid zien en armoede, ambitie en uitzichtloosheid, vreugde en pijn. Ze geven de menselijke maat van de dingen, en vormen zo ook het contrastbeeld met de betonnen kolossen die links en rechts in het stadsbeeld van Paramaribo opduiken. Maar ook die menselijke maat is complex: het hout zet je aan tot nadenken over de donkere schaduw van de koloniale geschiedenis, over eigen karakter, eigenheid – en de prijs die betaald wordt voor moderniteit. In het leven kunnen we het niet stellen zonder esthetiek, schoonheid troost ons. Maar het mag ook de troost van het nadenken zijn.
Paul Morel
6
INLEIDING
Door je oogharen kijkend naar de vele houten huizen in Paramaribo voel je vooral leven wat ooit was, wat er nog is en wat er nog mogelijk is. Natuurlijk is er veel verval, vaak verborgen achter galvaan en allerlei haastig opgetrokken schuttingen. Maar deze camouflage onttrekt de ambachtelijke schoonheid en het leven dat erin schuilgaat niet aan het oog van de passant. Eenmaal binnen ontwaart de oplettende beschouwer in elk houten huis hetzelfde ritme van stijlen en schoren waarbinnen de raam- en deuropeningen zijn opgenomen. De buitenkant afgewerkt met planken, rabat dan wel gepotdekseld, in talloze schakeringen wit of gewoon helemaal niet geschilderd. Veel van deze houten huizen zijn in het begin van de twintigste eeuw door Surinaamse timmerlieden en metselaars gebouwd en behoren tot de architectuur en identiteit van Suriname. De huizen tonen nog steeds het ambachtelijke vakmanschap van de bouwers van toen. Al het bouwmateriaal is lokaal betrokken, behalve de bakstenen, waarmee de
stoep is vervaardigd. Die kwamen mee in de schepen uit Nederland. Al werden ze ook soms gebakken in steenfabrieken in de omgeving. Gebouwd door de mensen zelf, zijn deze huizen veel meer dan een verzameling hout en stenen. Ze vertegenwoordigen het leven en de verhalen van de mensen die er woonden en nog wonen en vormen daarmee het kloppend hart van Paramaribo. Maar dit hart klopt nu zwak en moet dringend aan het infuus. Het Surinaamse woonhuis dat tot voor kort het straatbeeld bepaalde, is in rap tempo aan het verdwijnen. Het gros van de huisjes geniet geen wettelijke bescherming vanwege de Monumentenwet uit 2002. In de jaren vijftig en zestig lagen Amsterdam en andere steden in Nederland er precies zo bij. In de arme tijd direct na de Tweede Wereldoorlog trokken de mensen weg uit de binnenstad en vooral het kleinere woonhuis in de straatjes tussen de grachten moest het ontgelden, raakte leeg en in veel gevallen bleef alleen nog de begane grond en eerste verdieping staan.
7
De verdiepingen daarboven hielden nog net, met veel lekkages, stand of werden alvast afgebroken. Wie Amsterdam nu ziet kan zich nauwelijks meer voorstellen hoe de stad er na de oorlog tot diep in de jaren tachtig bij stond. In die tijd maakte Stadsherstel Amsterdam kennis met Paramaribo. Stadsherstel was immers in 1956 opgericht als private instelling (NV) om het tij te keren, door het kopen, restaureren, verhuren én onderhouden van het kleinere woonhuis in de binnenstad van Amsterdam. En precies aan zoiets bestaat behoefte in Paramaribo. En zodoende zochten de Stichting Gebouwd Erfgoed Suriname en andere lieden die het houten monument van Paramaribo een warm hart toedragen een kleine tien jaar geleden contact met Stadsherstel Amsterdam. Ook in Paramaribo zijn er instellingen en particulieren die hun houten huis restaureren en daarmee van nieuw leven voorzien. Inmiddels draagt Stadsherstel Suriname NV hier ook aan bij. Het zijn nog geen grote aantallen huizen
die worden aangepakt, maar het begin is er, ‘step by step’. Op die manier werd ook een begin in Amsterdam gemaakt en zie nu! Met zijn scherpe oog en bijzondere oplettendheid heeft Wim Verboven de schoonheid van wat er nog is vastgelegd en daarmee hart en ziel van de stad getroffen. En er is nog zoveel, en alles wat er nog is, is van waarde. Het leven spat ervan af, het leven dat er was en dat weer mogelijk is als er gerestaureerd wordt. Geschiedenis en verhalen komen opnieuw tot leven en daarmee de gemeenschappelijke herinneringen van Suriname en haar bezoekers. Voor wie dit land en haar bewoners liefheeft, is dit boek van Wim Verboven een ‘must’. Opdat nog heel veel zinken platen zullen worden vervangen door houten planken!
16
2009
Dit pand heeft jaren leeg gestaan. De overbuurvrouw vertelt, dat zij de bewoners goed kende en het huis ook. Het erf werd verkocht en het huis gesloopt. Ook het buurerf werd verkocht. Daardoor kwam er veel ruimte vrij en nu staat er een groothandel van King dranken. Zelf woonde zij in net zo’n groot houten huis, dat nu is vervangen door een stenen woning. Het houten huis werd op rollen geplaatst en een stuk verder het erf op versleept. Daar woonde zij met haar gezin, tot het stenen huis klaar was. Daarna werd het houten huis gedemonteerd
en in Saramacca weer opgebouwd. Het was van prima hardhout, en de constructie was prachtig, zonder spijkers, met pen-en-gat verbindingen.
17
2014
2010
18
2012
De Anniestraat is de laatste zijstraat van de Gravenstraat voordat deze overgaat in de Kwattaweg. In deze straat vindt men nog een grote verscheidenheid aan houten woningen, gebouwd over een periode van meer dan een eeuw. Het aangebouwde winkeltje grenst aan de Sommelsdijcksekreek die hier de Anniestraat kruist. Het is de oudste afwateringskreek van Paramaribo. De kreek begint in de wijk Munderbuiten en had oorspronkelijk een natuurlijk stroomverloop
19
en stond na zo’n vier kilometer in open verbinding met de Surinamerivier. Onder het bestuur van gouverneur Van Sommelsdijck is de kreek uitgegraven en grotendeels gekanaliseerd. In de loop der tijd werden sluizen en bruggen gebouwd. De bekendste brug was de Willemsbrug aan de Grote Combéweg, een van de eerste bakstenen bruggen. Er werd beweerd dat hier bakru’s huisden, dwergachtige verschijningen uit het geestenrijk.
De Burenstraat werd aangelegd bij de stadsuitbreiding van ca 1760. Een woon-straat met kleine en middelgrote woningen en aan weerszijden flamboyantbomen. Dit is ĂŠĂŠn van de grotere panden gelegen aan de kruising met de Hofstraat.
20
De hoge stoep beslaat de volle breedte van het huis en is aan twee zijden toegankelijk. Helaas ontbreekt het smeedijzeren hek op het verhoogde middendeel. Een steile driehoekige uitbouw aan een flauw hellend dak benadrukt de strenge symmetrie van de gevel.
2012
De Commissarisstraat is een korte verbindingsstraat tussen de Zwartenhovenbrugstraat en de Waaldijkstraat. Veel houten woningen zijn hier inmiddels verdwenen en vervangen door stenen huizen of bedrijfspanden. Voorin de straat staan nog enkele houten woningen die nog in goede of redelijke staat verkeren. Zoals dit hoge diepe pand met een bovenverdieping en zolder. De voordeur met bovenlicht beslaat de volle hoogte van de benedenverdieping.
2010
21
22
2007
Vaak werden oorspronkelijk kleine smalle woningen door behoefte aan meer ruimte uitgebreid. Deze aanpassingen waren in hout eenvoudig uit te voeren zoals bij dit huis uit het begin van de vorige eeuw.
23
Deze huizen staan in het Land van Dijk, een arme volkswijk. De woonomstandigheden zijn slecht, grote gezinnen wonen in kleine huizen met slechte voorzieningen. Bij het herstel van woningen worden vaak de planken van hetzelfde huis gebruikt. Zo wordt bijvoorbeeld een bovenverdieping, of een deel daarvan, gesloopt om het benedenhuis op te knappen. In de architectuur noemt men dit kannibalisme.
24
2010
25
2014
Het pand Costerstraat 62 is in 2013 aangekocht door de Stichting Stadsherstel Suriname. Het pand was nog in oorspronkelijke staat. Na volledige restauratie is het pand in 2015 weer in nieuwstaat opgeleverd. De bovenetage is woonruimte.
26
2015
27
2009
28
Dit markante pand aan het begin van de Cultuurtuinlaan is gerenoveerd. De woning kreeg een schilderbeurt en op de eerste verdieping is een airco-installatie aangebracht. Daarom zijn de louvre-ramen vervangen door isolerend spiegelglas. Duidelijk is dat niet de vorm van het huis maar de uitstraling sterk is veranderd.
2009
Na een aantal jaren van leegstand is deze woning gesloopt. 2014
29
2010
30
De Drambrandersgracht was de zuidelijke grens van de stadsuitbreiding van 1772. De gracht is in 1972 gedempt. De bebouwing van deze lange weg, die loopt van de Kleine Saramaccastraat tot aan de Van Idsingastraat, geeft een onsamenhangend beeld. Je vindt er bedrijven, een school en oude en nieuwe woningen. Mensen ontmoeten elkaar op straat en kinderen spelen buiten. Dit is niet zonder gevaar want er is steeds meer autoverkeer op de sinds kort geasfalteerde Drambrandersgracht.
2010
31
De meest eenvoudige vorm van een traditionele woning. Twee kamers op een vloeroppervlak van 5,65x 3,12m. Een zolder onder het zinken dak en aan de achterzijde een kookraam.
32
2011
33
Rond 1900 werd als versiering een geciseleerde dakrand aangebracht vervaardigd uit zink- of staalplaat. Dit gaf aan de gevel een verfijnde detaillering die in hout niet uitvoerbaar was. Het enige ornament in hout was de console tussen de kolommen en de onderbalk van het balkon.
De wijk Combé ontstond als voorstad van Zeelandia en werd de eerste buitenwijk van Paramaribo. De kadasterkaart van landmeter A.H. Hiemcke in 1796 toont een logisch rechthoekig stratenplan. Later werd ook het gebied tussen deze wijk en de rivier verkaveld en aangeduid als de Kleine Combé. Hier vestigde zich de elite. De Grote Combé die Hiemcke in kaart had gebracht was meer een middenstandswijk.
2009
Nicolaes Combe werd in 1667 uit Berbice naar Suriname gehaald en werd secretaris van commandeur Abraham Crijnssen. Hij bekleedde daarna nog verschillende hoge ambtelijke functies. Hij werd de eerste diaken en kerkmeester van de Hervormde kerk. Uit archieven blijkt dat hij zelf nooit zijn naam schreef met een accent op de e. Na ruim driehonderd jaar leeft zijn naam, met accent, nog voort in deze wijk.
2014
34
In 1735 kwamen de eerste Duitse zendelingen van de Moravische broederschap of Hernhutters in Suriname. Hun belangrijkste missie was het bekeren van slaven. Hiervoor kregen zij pas in 1760 officieel toestemming van gouverneur Crommelin. Er werd gezorgd voor onderwijs en onderricht in ambachten. Door deze sociale betrokkenheid werd de EBG (Evangelische Broedergemeente) de belangrijkste kerk voor de Creoolse bevolking. De eerste kerk werd gebouwd in 1778 aan de Steenbakkerijstraat waar nu de Grote Stadskerk staat. De bouwwijze van de kerken van de Evangelische Broedergemeente was als van de houten woonhuizen. Een rechthoekige grondvorm. De hoofdtoegang bevond zich aan de kopse kant, als bij de CombĂŠkerk, of aan de brede kant zoals bij de Rust en Vredekerk en de Grote Stadskerk. Kenmerkend zijn het sobere witte interieur, de symmetrische voorgevel en de halfronde bovenramen. Dit boograam komt later terug onder de dakkapel van de woonhuizen.
35
2009
36
HooGESTRAAT 111A Elfride Grant is geboren in 1946, in het dorpje Makakreek aan de Boven-Saramacca. Daar had ze een huis en ook een kostgrondje, maar verder was er geen werk en ze moest toch haar kinderen verzorgen. Daarom verhuisde ze naar Paramaribo. Via een tante kwam ze aan deze erfwoning aan de Hoogestraat 111A. De huishuur is laag, maar als er iets kapot is moet je dat zelf repareren.
37
De huisbaas doet niets aan onderhoud. Elfride kent hem niet eens, hij woont in Nederland. Elke derde van de maand komt er iemand namens hem langs om de huur ontvangen, van alle zes huizen op het erf. Elfride vindt het wel een goede regeling, ze is er tevreden mee. In december heeft ze nog de woonkamer van binnen laten schilderen – helemaal roze, haar lievelingskleur. Ze kwam hier 21 jaar geleden wonen. Hoe lang het huis toen al bestond weet ze niet. Er stonden in die tijd wel meer huizen op het perceel dan nu. Maar dat aantal neemt steeds af door de aanpak van de eigenaar: wanneer er een huurder vertrekt of overlijdt, dan wordt de woning niet opnieuw verhuurd maar breekt hij het pand af. Zo zijn in de loop der tijd steeds meer lege plekken op het perceel ontstaan. Met de meeste bewoners van de zes huizen die er nu nog staan, kan Elfride het goed vinden. Op een vervelende, nieuwsgierige buurman na die zich met niemand bemoeit. Maar verder gaat het prima. ‘We zijn allemaal goed met elkaar. Ik heb geen last van niemand. Geen opruru. We leven rustig met elkaar op dit erf.’ Toen ze hier haar intrek nam, was dat met haar twee dochters en vier zonen. Mera, de oudste dochter is jong overleden, de drie kinderen die ze achterliet zijn bij hun oma blijven wonen. De andere dochter, Peggy, woont sinds kort niet meer op het erf maar komt wel regelmatig langs bij moeder Elfride. Peggy heeft elf kinderen die hier zijn grootgebracht, een aantal woont nog bij oma. Peggy heeft twee banen: overdag als schoonmaakster bij de overheid en ’s avonds bij een beveiligingsbedrijf. Haar oudste zoon let op de kinderen wanneer zij er niet is, hij is 19. Een paar maanden geleden verhuisde Peggy naar een huurhuis te Texas, Charlesburg. Maar zojuist heeft ze gehoord dat ze daar niet langer kan blijven – de huisbaas vindt dat haar kinderen te veel lawaai maken en de boel vernielen wanneer hun moeder niet thuis is. Ze weet nog niet of ze weer teruggaat naar het erf aan de Hoogestraat. Mocht ze dat willen, dan is hier altijd plek voor haar met haar kinderen, zegt moeder Elfride.
38
Het huis telt drie kamers boven. Een daarvan wordt bewoond door Elfride’s enige zoon die nog thuis woont. Hij hoort niet zo goed en gaat soms naar het bos om er te werken. Beneden is de woonkamer, met daarachter een wasruimte en nog een klein kamertje. Sinds kort slaapt Elfride beneden omdat ze de trap niet meer op kan. Ze heeft last van haar rug. Slijtage, zo blijkt uit de foto. Voorlopig zal ze dus niet kunnen werken voor het cateringbedrijf waar ze al 28 jaar aan verbonden is als kokkin. Ze ziet wel hoe dat verder gaat en ze spant haar hoofd niet. Want alle kinderen komen langs nu zij niet voort kan, en vooral de ene zoon die hier woont is geweldig lief. Een andere zoon heeft
een vrouw die spullen verkoopt op de Brunswijkmarkt. Hij komt dan altijd ook even langs, en op vrije dagen komt hij vaak een dagje bij zijn moeder. Een andere zoon komt elk weekend. Hij woont met zijn gezin op Ephraimszegen en komt in de weekenden met zijn kinderen aan de Hoogestraat. De huishoudelijke taken verdelen ze onderling: iedereen kan koken, en ook de kinderen helpen altijd een handje mee. Elfride houdt ervan om haar eigen plek te hebben. Inwonen bij andere mensen is niets voor haar. Vanaf 1980 heeft ze gelopen bij de stichting Volkshuisvesting om aan een huis te komen. Tevergeefs. Zij houdt er niet van om een huis te kraken. Dus dit huurhuis in de binnenstad is prima. Maar haar prettigste herinneringen zijn verbonden aan een andere woonplaats, haar geboortedorp Makakreek, waar ze als kind heeft gewoond met haar zeven broers en zusters. Elke vakantie gaat de hele familie er naar toe. Het is daar mooi en gezond. Ze houden van Makakreek, ze houden het schoon. De kinderen lopen vrij rond, ze kunnen er ook zwemmen. Als je daar bent in de droge tijd, wil je niet naar de stad terugkomen. Elfride vertelde haar verhaal in 2015.
39
KINDERSPELEN OP HET ERF Djoel is een spel dat alle kinderen graag spelen, vooral als je met veel kinderen bent. Je kiest twee partijen met elk een leider. De ene leider gaat op de hoofdlijn staan en rent van links naar rechts en van voor naar achteren. De helpers bezetten de evenwijdige lijnen en de achterlijn. De andere partij moet oversteken zonder getikt te worden en terugkeren. Het gaat om snelheid en behendigheid. Als je door bent roep je: djoel! Bonsbak is een populair knikkerspel bij
een stevige houten paal. Je hebt een ijzeren boegroe (kogel) nodig en gewone knikkers. De eerste speler gooit de boegroe tegen de paal aan. De volgende moet met zijn boegroe via de paal de eerste boegroe raken of een anda (spanwijdte) maken, en wordt dan uitbetaald. Je kunt nog bommen (raken), skeer of slijp zijn (bij los zand), wat een bepaalde positie aangeeft en winst oplevert. Alles fait doet alles teniet. Touwtjespringen
La marché: de meisjes bukken en houden bij elke regel het touw strak boven het hoofd. Bij de laatste regel snel draaien! La marché hallee halloo Zie de vlugge Marie Van je een twee drie Do re mi fa sol la Sol een sol twee sol drie
40
Anneke Tanneke Toverheks
Drie cirkels: hemel en hel en een huisje. In het huisje woont een moeder met haar kinderen die bloemennamen dragen. De toverheks komt bij moeder aan de deur. Heks; Moeder; Ko ko ko Wie is daar? Anneke Tanneke Toverheks Wat moet je van me? Een beetje vuur Er is geen vuur Een beetje as Er is geen as Maar ik zie de schoorsteen roken Dat is van mijn buurman Mag ik binnen komen Nee Met mijn schoenen Nee Met mijn zilveren schoenen Neen Met mijn gouden schoenen Neen Het mijn hemelse schoenen Ja Oh, wat is de vloer toch vuil Neem je tong en lik het af Oh, wat heb je mooie kinderen, mag ik er eentje hebben? Als je de naam maar kent
Dan begint de heks verschillende bloemennamen te noemen. Hoort een van de kinderen haar naam, dan moet ze vlug naar de ‘hemel’ rennen. De heks moet namelijk proberen haar te pakken en naar de ‘hel’ te brengen. Als het kind in een van de cirkels staat, gaat de heks door met het noemen van bloemennamen totdat alle kinderen uit het huisje zijn.1)
1) http://robscholtemuseum.nl/cor-hendriks-anneke-tanneke-toverheks-in-suriname/
41
Bij veel erfwoningen is de was- en badruimte buiten het huis, soms aangebouwd en van binnenuit bereikbaar zoals in dit geval, of als los houten of stenen gebouwtje.
42
Het is wasdag in de Hoogestraat. Oma past op de kinderen van haar dochter en zorgt dat ze er prachtig uitzien. De oudere kinderen zijn naar school of werk. Het erf is een kleine gemeenschap met veel sociale controle. De kinderen kunnen hier veilig spelen.
2014
43