002 - december 2015
www.klasse.be
MAGAZINE
Geven we eens samen les?
Advertentie
MAGAZINE 05.
Komen leren
06.
LEZERS, POSTERS, VOLGERS
08. OPINIE
“Geef elke leraar een job op zijn maat”
24.
40.
61.
“Je gedacht zeggen over je baas is niet evident”
“Onderwijs zonder autoriteit werkt niet”
“Werkt crowdfunding in onderwijs?”
26.
46.
64.
DE DIRECTEUR
REPORTAGE
“Studiekeuze is een traject”
30.
BEELDREPORTAGE
Leerlingen op antenne
10.
Deel en heers!
36.
14.
Onderwijsgoeroe John Hattie over de groeimarge van leerlingen
REPORTAGE
“Waarom op onze eilanden blijven zitten?”
REPORTAGE
De Boekenjuf krijgt iedereen aan het lezen
50.
OP STAP MET JE LERARENKAART
54.
“Altijd met school in mijn hoofd”
38.
56.
Negen wetenschappelijke tips voor leerwinst
“Plots zie ik een leerling met een machinegeweer”
IN DE KLAS
REPORTAGE
Check pagina 74!
REPORTAGE
NIEUW LESMATERIAAL
70.
DOORLOPER
Win een reischecque van 500 euro
73.
SCHEUR UIT
De plint bij de horens vatten
74.
Merci!
Als startende leraar sta je niet alleen! Je eerste jaar voor de klas is een achtbaan van emoties. Het ene moment ben je gemotiveerd tot in de puntjes van je tenen en bruis je van de energie. Daarna verdrink je in het verbeterwerk of maak je je zorgen over een opmerking van een collega of ouder. Daarom wil Klasse startende leraren een extra steuntje in de rug geven met de maandelijkse nieuwsbrief Pas voor de Klas.
Een jaar lang ontvang je bruikbaar materiaal, tips, getuigenissen van andere starters en veel meer ‌ Schrijf je nu in! Meer? Word ook lid van de Facebook-groep met meer dan 8000 leden! www.klasse.be/nieuwsbrieven www.facebook.com/pasvoordeklas
Klasse Magazine
Edito Komen leren
“En plots zat ik elke middag alleen in mijn klas mijn boterhammen op te eten.” Er klinkt een gelaten zucht. “Ik gaf les zonder handboek, testte allerlei werkvormen en werkte oefeningen uit op maat van elke leerling. Collega’s vonden dat ik overdreef. Dat hoefde toch niet? Het werkte toch goed met het handboek? Snel werd ik het buitenbeentje, de streber, de speciale. Ik hoorde er niet meer bij.” De drie andere leraren aan tafel herkennen het verhaal: “Leraren die iets nieuws proberen, worden raar bekeken, terwijl je net zou verwachten dat collega’s in de rij staan om in hun klas te komen kijken.” Ik lunch met vier leraren op een zonnig bankje op een speelplaats, tussen de opnames door van de nieuwe Klasse-videoreeks ‘Komen Leren’. Ze geven verschillende vakken, aan een verschillend publiek, in verschillende scholen. In de filmpjes gaan ze bij elkaar op bezoek. Hier geen ‘Komen Eten’-commentaren op sfeer en gezelligheid, wél op de Kunst van het Lesgeven. Kunnen vier leraren die ogenschijnlijk niets met elkaar gemeen hebben, toch wat van elkaar leren? Ontdek het zelf in de filmpjes. Internationaal onderzoek confronteert. Leraren in Vlaanderen bengelen helemaal onder aan de ranglijst voor ‘professionele samenwerking’. Niets te ‘Komen Leren’ dus. Liefst 75% geeft aan dat ze nooit lessen van andere leraren observeren: ‘Baas in eigen klas’. Toch zijn de voordelen van co- of teamteaching, hospiteren, collegiale coaching, samen brainstormen … meer dan overtuigend. Je bent je bewuster van je werk, je voelt je meer gesteund, zekerder, en je staat sterker tegenover ouders, collega’s en zelfs je directeur. Bovendien is de kans groot dat je leerlingen betere leerresultaten halen. Er zijn ook lichtpuntjes. Vlaamse leraren wisselen massaal lesmateriaal uit. Intussen 90.000 leraren doen dat op het online leerplatform KlasCement. Bovendien starten veel scholen met structurele initiatieven die het samen leren bevorderen. Die dynamiek ondersteunt Klasse graag met een dossier en de uitscheurbare tickets die je bij dit magazine vindt. Drop ze in het bakje van een collega wiens aanpak je al zo lang bewondert, of organiseer een speeddate met het team. En vaak kan het nog simpeler. Om van elkaar te leren heb je immers niet meer nodig dan een beetje verbazing en verwondering. Tijdens de lunch bijvoorbeeld: een succesverhaaltje vertellen, vragen hoe hij/zij moeilijke Tim aanpakt, of hoe je dat nu met die breuken doet ... Van elkaar leren in de lerarenkamer werkt drie keer efficiënter dan een pedagogische studiedag. Samen leren is soms niet meer dan … samen je boterhammen opeten. Wedden dat ze je ook nog eens beter smaken? Hans Vanderspikken Waarnemend hoofdredacteur hans@klasse.be
LEZ E R S , VO LG
Klasse Magazine
S ER
STERS O ,P
001 - september 2015
www.klasse.be
september 2015
MAGAZINE
Differentiëren, moet dat nu écht?
Differentiëren, moet dat nu écht?
www.klasse.be
KLASSE.BE - OPINIE
klasse_mag_001.indd 1
“De leraar die zich met hart en ziel ontfermt over leerlingen? Die bestaat ook!”
11/09/15 15:00
KLASSE MAGAZINE
DIFFERENTIËREN MET ANANASSEN Het eerste Klasse Magazine riep op om je differentiatietips door te spelen. Van online tools tot wiskunde-opdrachten en een knutselles met ananassen.
Wil je de opinie herlezen? Check klasse.be/33712
Leraar Caroline: “Ik geef les in het buitengewoon onderwijs en sta samen met een collega voor een erg heterogene groep. Met leerlingen van 6 tot 11 jaar maakten we ananassen. Ik zocht een aantal creatieve opdrachten uit en liet de leerlingen – rekening houdend met hun talenten en de vaardigheden die ze willen verwerven – zelf aan de slag gaan met stempels, naald en draad, teken- en kleurpotloden. Elk kind koos minstens een uitdaging. Het resultaat: allemaal ananassen, maar geen een dezelfde.”
Ook een mening over onderwijs? Een opinie in je pen? Mail ze naar redactie@klasse.be.
Meer ananassen en klastips op de blog van Caroline: mme-carper.blogspot.be/
Dat schrijft leraar Josfien. In een opiniestuk op de website van Klasse vraagt ze zich af waarom er altijd veralgemeend moet worden als ‘de leraar’ in het nieuws komt. Op de Facebook van Klasse werd de opinie op enkele uren tijd door meer dan 350 gebruikers gedeeld. Zo bereikt Josfien meer dan 70.000 mensen met haar positieve antwoord.
6
Lezers, volgers, posters
Klasse Magazine
KLASSE.BE - VIDEO
4%
Naturelpiet
22%
Roetpiet
2%
Regenboogpiet
72%
Zwarte Piet
“Ik ga ze niet vertellen wat ze allemaal nodig hebben” Juf Ragna maakt mindmaps met haar kleuters. Een eerste keer zwemles? De kinderen bedenken en tekenen zelf wat ze daar allemaal voor nodig hebben. En onthouden het beter. Bekijk de oneminute-tip van juf Ragna op Klasse.be.
KLASSE.BE - POLL
PIET ONTSLAAN?
OPROEP
“Ik ga mijn Zwarte Pieten niet ontslaan vanwege deze heisa”, postte een leraar op Klasse.be. Daar beantwoordden leraren en ouders welke Zwarte Piet op hun school mocht langskomen. De grote meerderheid hield vast aan de traditie en koos de klassieke Zwarte Piet. Leraar Els: “Ik heb er geen problemen mee dat Zwarte Piet niet in- en inzwart is, nog nooit probleem mee gehad. Alleen: soms kan het niet anders of de kinderen herkennen de Zwarte Piet.”
7
DAG VAN DE DIRECTEUR Welke droom heeft je directeur voor je school? Gepimpte toiletten? Een extra leraar voor elke klas? Meer kleur op de speelplaats? Stuur je idee vóór 18 januari in via klasse.be/dagvandedirecteur. Klasse werkt één creatief idee op school uit op vrijdag 29 januari. Doen!
Klasse Magazine
Opinie
“Geef elke leraar een job op zijn maat” “Mijn laatste jaren secundair duwden me richting onderwijs. Omgaan en in interactie met enthousiaste jongeren, mijn passie voor taal en de oneindige kansen om taal boeiend te maken voor leerlingen. Ik ging er ook van uit dat ik een job met veel variatie gekozen had. Maar de loopbaan als leraar bleek vlakker dan verwacht.” “Ik bruiste van de energie. Ontwierp lesonderdelen, integreerde de actualiteit in mijn lessen, zocht voortdurend nieuwe methodieken. Een nieuw handboek? Leuk. Mooie uitdaging. Maar na een aantal jaren vrat de herhaling aan mijn energie. Dezelfde leerstof aan hetzelfde jaar, de onderwijsvisie die van bovenaf opgedrongen werd en weinig kansen bood op vernieuwing. Ik pleitte voor meer variatie in de lesopdrachten, zodat ik me als leraar verder kon ontwikkelen. Maar ik botste op ‘verworven rechten’. Klassen werden toegekend aan collega’s die er al jaren lesgaven. Een schoolkeuze voor veilige routine, voor cursussen die al jaren ongewijzigd waren, voor weinig voorbereiding of vernieuwing. Dat wilde ik graag anders.” “Tijdelijk lesgeven in een ander onderwijssysteem gaf me iets nieuws. Een secundaire school in Nederland werd mijn energizer. Een nieuwe kijk op onderwijs – zolang je als leraar elke dag in een school rondloopt, blijf je die toch te veel als referentie zien –, nieuwe didactische vaardigheden leren. Het voelde aan als professionalisering, groeien als leraar. En ik kon doorgroeien en ging aan de slag als afdelingsdirecteur bovenbouw havo/vwo. Ik kreeg de kans
8
om me te ontwikkelen in personeelsbeleid, schoolvisie en management.” “Ik raakte geboeid door een aantal Nederlandse onderwijsgewoonten en zag – anders dan je misschien verwacht, want het Nederlandse schoolsysteem heeft in Vlaanderen geen geweldige reputatie – hoe leraren in die school zowel binnen als buiten hun lesopdracht gemotiveerd werden met een flexibele loopbaan en nieuwe kansen. Niets vlakke loopbaan. Een fulltime baan als leraar bestaat er uit een lestaak en een
“Ik pleitte voor meer variatie, maar botste op ‘verworven rechten’” niet-lestaak. De verhouding verschilt van leraar tot leraar. Ervaren rotten kunnen in die extra uren hun ervaringen doorgeven. Voor elke leraar wordt de juiste balans gezocht zodat hij maximaal ingezet kan worden op zijn kwaliteiten en interesses. Zo blijft de motivatie branden. Leraren kunnen ook zelf taken voorstellen in ruil voor minder les. Na een jaar evalueren directeur en leraren de taak – die is geen verworven recht – en kunnen ze die aanpassen. Concreet: een fulltime leraar kan 10 uur lesgeven en 15 uur andere taken opnemen (titularis, personeelszorg,
Mijn idee van Onderwijs
Klasse Magazine
OUDER
LERAAR
LEERLING
DIRECTEUR
Vertel hoe jij over onderwijs denkt. Wat loopt er goed? Wat kan beter? Hoe moet het onderwijs van de toekomst eruit zien? Ben je ouder, leerling, leraar of directeur? En je wil reageren als individu of in groep? Kies je tekstvorm zelf: een straffe quote, een 10-puntenplan of een opinie ... Stuur je ideeën of dromen over onderwijs naar redactie@klasse.be.
buitenlandse reisorganisatie, begeleiding jongeren, sport …). Leraren die zich willen focussen op lesgeven, kunnen dat ook.” “Wat me nog opviel: onze noorderburen hanteren verschillende loonschalen. Schooldirecteurs kunnen leraren – op basis van kwaliteit of jobinhoud – een hoger loon uitdelen. Idem voor leraren die zich nadrukkelijk inzetten voor het schoolbeleid. Vreemd voor het onderwijs in Vlaanderen? Ik vind dat correct.” “Die hyperpersoonlijke benadering van elke individuele leraar en de zorg voor alle leraren vind ik inspirerend voor het Vlaamse onderwijs. Alles samen: een onderwijsjob op maat van de leraar. Geen vlakke loopbaan vol routines, maar wisselende opties, doorgroeikansen: een jaartaak die de directeur en de leraar samen invullen.” “Afstand nemen van je job in het onderwijs (een sabbatical, vrijwilligerswerk, een andere school en onderwijssysteem) zorgt voor energie. Voor een frisse blik. Ook daarop zou de onderwijsloopbaan moeten inzetten. Geen logge organisatie, maar flexibel, hedendaags en motiverend. Voor leraren en leerlingen. Ik krijg een klaslokaal voor 20 leerlingen met allemaal hetzelfde lessenrooster, dezelfde evaluaties en leraren permanent in hetzelfde lokaal ook niet meer gekoppeld aan mijn beeld van onderwijs.” “Wat ik leerde in Nederland wilde ik graag inzetten in mijn oude school. Maar de structuren zaten muurvast. Top-down bleek
9
“Afstand nemen van je job zorgt voor energie, voor een frisse blik”
nog altijd de regel, groeikansen van leraren werden onvoldoende benut en aangemoedigd. Ik gaf opnieuw les, maar het voelde voor het eerst echt als een job. Tot dan was onderwijs een fijne bezigheid, waar ik ook nog eens geld voor kreeg. Nu voelde dat niet meer zo. In maart kreeg ik de kans die ik niet kon weigeren. Voltijds professioneel sportcoach. Een wereld waarin ik helemaal onderaan begon, maar waar de vlakke loopbaan onbestaande is.” “Ik denk dat onderwijs ook in Vlaanderen maximaal moet inzetten op een flexibele loopbaan met groeikansen en variatie. Dat het debat daarrond loopt, vind ik goed. Want alleen zo motiveer je (jonge) leraren om voor het onderwijs te kiezen en er te blijven (groeien). Daarvoor moeten scholen kritisch kijken naar hun eigen werking en beleidsmakers naar mooie initiatieven buiten de landsgrenzen.” Leraar Karel Fraeye
DELEN WE ELKE VRIJDAG EEN SUCCESVERHAAL UIT ONZE KLAS?
MAG IK BIJ JOU EEN LES VOLGEN?
WIL JIJ MIJN MENTOR ZIJN?
ZULLEN WE SAMEN EEN POWERPOINT MAKEN?
KOM JIJ MIJN LES OBSERVEREN?
WERKEN WE SAMEN EEN PROJECTDAG UIT?
SAMEN BRAINSTORMEN BIJ EEN KOFFIE?
GA JE MEE EEN ANDERE SCHOOL BEZOEKEN?
ZULLEN WE EEN WERKGROEP OPRICHTEN?
WISSELEN WE LESMATERIAAL UIT?
MAKEN WE SAMEN EEN PINTEREST-BORD?
KAN IK EEN LEERLING VAN JE HELPEN?
ZAL IK JOUW LES EENS GEVEN EN JIJ MIJN LES?
WIL JE JE MENING GEVEN OVER MIJN CURSUS?
STELLEN WE SAMEN EEN EXAMEN OP?
ZULLEN WE ONZE KLASSEN EENS SAMENVOEGEN?
Klasse Magazine
Deel en heers! Tekst Leen Leemans, Nele Beerens, Bart De Wilde, Michel Van Laere Illustraties Jasper Van Gestel Beeld Jens Mollenvanger & Thomas Sweertvaegher
Sterker worden als leraar? Dat doe je door samen te werken met je collega’s. Deel ervaringen, lesmateriaal en klaslokalen, met je collega’s op school en op internet. Deel en heers. Samen. Iedereen wint: jij, je collega’s en je leerlingen.
11
Klasse Magazine
dossier kennisdelen
“Iedereen kan iets, niemand kan alles” “Als je je terugplooit op je eigen school, zit je eenzaam op een eiland”, zegt directeur Geert. En dus komen de directeurs van de scholengemeenschap Vlaamse Ardennen maandelijks samen om lief en leed te delen. Bij hen heerst het clubgevoel. Dinsdag, iets voor 9 uur. In de raadzaal van het gemeente huis van het Oost-Vlaamse Sint-Lievens-Houtem wacht coördinerend directeur Lieve de acht directeurs van scholengemeenschap Vlaamse Ardennen op voor het maandelijkse directieplatform. DIP, noemen ze het zelf. De naam vecht met de sfeer van de ochtend. Er wordt hartelijk gekust, er zijn koffiekoeken en een spel rond leiderschap breekt de geesten open. Uit de ratrace De hele ploeg gaat rond de tafel staan waarop kaartjes met leiderschapsvaardigheden liggen. Kies er vier uit waar je al goed in bent en vier waar je nog in wil groeien, luidt de opdracht. “Mag ik er ook acht kiezen die ik al goed doe?” grapt een van de directeurs. De toon is gezet. De directeurs luisteren naar elkaar, luchten hun harten en strooien met complimenten. Een nieuwe directeur vertelt dat ze worstelt met haar team te overtuigen van haar ideeën. “Ik zal eens bij jou in de leer komen”, port ze de ervaren collega naast haar aan. “Een hospiteerdag voor directeurs, waarom niet?” Geert: “De eerste keer dat we zo’n spel speelden, voelde dat onwennig. Bedreigend en confronterend ook. Maar op die manier samen in de spiegel kijken is zinvol. Collega Els beaamt: “Een open houding en actief meewerken zijn een must. Maar het vertrouwen in de groep groeit. Samen met het besef dat niet jij alléén met issues zit.” Ervaringen delen en elkaar versterken: daar draait niet alleen het introducerende spel rond. De hele voormiddag heeft diezelfde vibe. “Iedereen kan iets, maar niemand kan alles”, vat coördinator Lieve samen. Geert: “Ondanks de drukke agenda, krijgt het DIP bij mij absolute voorrang. Het is even uit de ratrace van je school stappen. Formeel, maar ook informeel je besognes, je inzichten delen.” Dat ondervindt ook collega Sabine: “Als nieuwe directeur heb je ontelbare vragen: over administratie, pedagogische materie én people management. Hier kan ik die zonder gêne kwijt.”
12
Uit de comfortzone Een paar keer per jaar organiseert codi Lieve ook intervisiemomenten: “Elke directie die wil meedoen, dient vooraf een case in. We coachen hem of haar met de hele groep.” Geert: “Niet via pasklare oplossingen, wel met vragen en herformuleringen. Zo ontdek je zelf hoe je je kwaliteiten kan inzetten om een probleem aan te pakken.” Els merkt op dat nog niet iedereen in de groep zich comfortabel genoeg voelt om mee te doen. “Zoiets moet groeien, net zoals niet elke leraar in je school meteen staat te springen om een collega in zijn klas binnen te laten.” Sabine gooit in elk geval al haar overtuigingskracht in de strijd: “Ik vertel aan de collega’s die nog niet komen hoe zo’n intervisie mij hielp. Zo krijgen ze het gevoel: ik heb iets gemist. Misschien wordt de groepsdruk op termijn groot genoeg?” Coördinator Lieve investeert veel in het verbinden van ‘haar’ directeurs. En dat loont. “Om de twee jaar gaan we bij het begin van het schooljaar op seminarie met de hele groep. Om de neuzen in dezelfde richting te zetten, prioriteiten vast te leggen en het groepsgevoel te versterken. Er komen dan ook geen externe sprekers aan te pas, we vullen de tweedaagse helemaal zelf in. Zowel het inhoudelijke als het informele gedeelte.” Een dankbaar netwerk Of ze elkaar ook naast de DIP’s en de intervisies ontmoeten? Geert: “Weinig, maar we bellen wel geregeld met elkaar. Doordat je elkaar zo goed kent, weet je ook bij wie je waarvoor het best terechtkan. Een dankbaar netwerk.” Lieve vult aan: “Ze bellen ook vaak naar mij met hun vragen. Ik communiceer dan het antwoord ook naar de rest van de groep, zodat iedereen mee is. Behalve als het persoonlijke dingen zijn, natuurlijk.” Els onderstreept het belang van een profiel als dat van Lieve: “Wij hadden al vóór de scholengemeenschappen een ‘directiekring’. Maar pas in 2006 kregen we een halftijdse codi, en dat heeft onze samenwerking een pak kwaliteitsvoller gemaakt. Wij hebben zelf de tijd niet om die netwerkmomenten onderling te regelen en te stofferen.” En die meerwaarde van onderling kennis te delen, laten de directeurs ook doordringen bij hun team op school. Els: “Mijn leraren weten dat ik hier kom om ervaringen uit te wisselen met collega-directeurs. Alleen op die manier kan ik ook hún geesten stimuleren om zelf voortdurend bij te leren van hun collega’s.”
Klasse Magazine
Wie zijn de delende directeurs? • Geert Monsaert, sinds 2012 directeur van GBS Denderleeuw • Sabine Baeyens, sinds 2014 directeur van GBS ‘De Zonnevlier’ Sint-Lievens-Houtem • Lieve Janssens, sinds 2006 halftijds coördinerend directeur van scholengemeenschap Vlaamse Ardennen • Els De Durpel, sinds 2010 waarnemend directeur van GBS ‘De Kersentuin’ Herzele
13
Klasse Magazine
dossier kennisdelen
1
“Waarom allemaal op ons eilandje blijven zitten?” Van kleuter- tot volwassenenonderwijs. Twaalf leraren vertellen hoe zij samenwerken.
2
3
1. KAAT, MIDDENSCHOOL DE MOERBEI, MOERBEKE-WAAS “Ik deed mee aan ‘Komen Leren’, een nieuwe videoreeks van Klasse. Ik werk vaak met hoekenwerk. Mijn startende collega kwam een les bijwonen omdat ze van haar klassieke manier van lesgeven wilde afstappen.” 2. JEFFREY, GBS DE VLINDERDREEF, MOERBEKE-WAAS “Met mijn twee parallelcollega’s zit ik elke dinsdag samen om lesmateriaal te delen. Na een kijk-uurtje bij collega’s werk ik intussen ook met kapiteins in de klassen, die me in hun sterkste vak assisteren tijdens de les.”
4 3. COEN, HEILIGE FAMILIE, SINT-NIKLAAS “We maken met de vakgroep wiskunde samen examens. Dat maakt onze examens sterker en is het eerlijkst voor onze leerlingen.” 4. STEFANIE, GVB DE FONTEIN, SINT-NIKLAAS “Mijn ervaren duocollega komt tweewekelijks in mijn klas bijspringen voor wiskunde. Ik kan hem op voorhand vragen welke leerstof ik hem graag eens zie geven.”
14
Klasse Magazine
5 5. ELS, CVO CRESCENDO, MECHELEN “Heel vroeg in de opleiding krijgen studenten een sessie KlasCement. Zelf ben ik intussen ook al twee jaar actief apps en eigen lesmateriaal aan het delen. Het is fijn om met elkaar te delen en feedback te krijgen. Waarom zouden we allemaal op ons eilandje blijven zitten?”
6. VALÉRIE & MARIT, ACADEMIE, MECHELEN “Cross-overs tussen kunsten zijn doodnormaal in kunstonderwijs. Studenten starten met een illustratie en stappen dan bij een andere leraar binnen om die te fotoshoppen of animeren.”
7
6
7. WIM, BUBAO HET ANKER, MECHELEN “Samen oudergesprekken voeren. Het effect: ouders merken dat problemen niet aan een individuele leraar liggen en dat leraren die samen willen aanpakken.”
8 8. TOM, VAKHOOFD VAN DE VAKGROEP ENGELS, SINT-RITACOLLEGE, KONTICH “De directie zet in op samenwerking door vakoverleg in te roosteren, leraren lesvrij te maken zodat ze samen voor de klas kunnen staan als ze over de vakgroepen heen een project ontwikkelen en door lesopdrachten zo te verdelen dat bijna iedereen een parallelcollega heeft.” “Binnen de vakgroep vergaderen we een keer per week om lesmateriaal te ontwikkelen, zodat alle leerlingen dezelfde zorgvuldig uitgewerkte lessen krijgen.”
15
Klasse Magazine
dossier kennisdelen
“Altijd twee paar ogen die kijken” 52 kinderen en twee juffen in één gigantisch klaslokaal. Dat is sinds dit schooljaar de uitdaging van kleuterjuffen Ilse en Carla. Zij doen aan co-teaching. Niet enkele keren per maand of per week, maar permanent. “Je moet het idee van ‘mijn eigen klasje’ loslaten. Maar in ruil daarvoor kan je zo veel leren van elkaar en kan je de kleuters veel meer aanbieden.” ‘Welkom bij juf Ilse en juf Carla’ staat er in grote letters op het raam van de instap- en eerste kleuterklas. In het dubbele, splinternieuwe klaslokaal – met in het midden een blok met toiletten en wastafels – valt het grote aantal kleuters nauwelijks op. Een groepje knutselt met juf Ilse, een ander groepje schildert met juf Carla. De andere kleuters
16
spelen zelfstandig in de zandbak, de kookhoek of buiten op het terras. Hun grote bewegingsruimte creëert duidelijk rust. “Nochtans stonden er op het plan van de architect twee lokalen”, zegt juf Ilse. “Maar onze directeur, die samenwerken en leren van elkaar heel erg promoot, greep de verbouwing aan om dat ook praktisch mogelijk te maken.” Of de muur tussen hun twee nieuwe klassen er nu moest komen of niet, vroeg hij aan de twee voorgangsters van juf Ilse en juf Carla. Nee, was hun antwoord. Waarmee zij meteen het startschot gaven voor co-teaching. Samenwerken is elkaar vrijheid geven Eind vorig schooljaar vroeg de directeur wie de co- teachingsklas wilde overnemen. Juf Carla reageerde positief.
Klasse Magazine
Wie is Ilse Goovaerts? (links) • 24 jaar leraar in basisschool De Ark in Kessel-Lo • leraar in de peuter-eerste kleuterklas • eerste jaar les in co-teachingsklas
Wie is Carla Gallon? (rechts) • 33 jaar leraar in basisschool De Ark in Kessel-Lo • leraar in de peuter-eerste kleuterklas • eerste jaar les in co-teachingsklas
“Het idee moest eerst wel wat rijpen in mijn hoofd. Ik wou heel graag meer samenwerken, maar dan wel met iemand met wie ik het heel goed kon vinden”, zegt ze. Daarom overtuigde ze ook juf Ilse. “Na tien jaar in dezelfde klas was ik toe aan iets nieuws. En we werkten al intensief samen, dus had ik er wel vertrouwen in.” Toch had ze wat drempelvrees. “Ik had vooral schrik dat ik mijn eigen plek zou missen”. Daarom richtten de twee juffen tijdens de zomervakantie samen hun klas in. “We hebben er een thuisgevoel gecreëerd door een stukje van onze ‘eigen’ klas mee te nemen.” “De kleuters beginnen en eindigen hun dag bij een vaste juf: een onthaal in de kring ’s ochtends en een verhaal als afsluiter van de dag. Die twee vaste groepjes zijn een mix van peuters en eersteklassertjes”, vertelt juf Carla. Alle andere activiteiten zijn gemeenschappelijk. De juffen hebben daarvoor op dinsdag na school een vaste afspraak: eerst om te brainstormen over het weekthema, daarna om de activiteiten in te plannen. “In het begin moet je wat zoeken om je eigenheid te behouden”, vindt juf Carla. “Daarom geven we elkaar veel vrijheid.” De samenwerking groeit nog steeds beetje bij beetje. “We maken een eigen agenda en nieuwsbrief voor onze oudergroep. Maar omdat we merken dat die grotendeels overlappen, gaan we die nu ook laten samensmelten”, zegt juf Ilse. Meer variatie voor leerlingen De kleuters varen wel bij twee leraren in hun klas. “Vroeger vond ik dat kleine kinderen een knusse ruimte nodig hebben en geen groot lokaal. Maar dat ‘nest’ creëren we in de ontvangsthoeken. Door die grote ruimte kunnen we ze meer variatie aanbieden, want we hebben maar één zandbak, kookhoek … nodig”, zegt juf Ilse. “Bovendien kunnen de
17
“We leren van elkaar door te vragen: ‘Hoe zou jij dat doen?” juf Ilse
kinderen terecht bij de juf met wie het het beste klikt en leren ze meer kinderen kennen. Daardoor voelen ze zich sneller thuis, ook op de speelplaats.” “Lesgeven met twee heeft ook veel voordelen voor onszelf. Er zijn altijd twee paar ogen die kijken”, zegt juf Carla. “Niet alleen voor het toezicht, maar ook als je een probleem vermoedt bij een kind. ‘Ik zie dat, merk jij dat ook?’”. Ook differentiëren gaat makkelijker. Terwijl de ene juf taalspelletjes speelt met een groepje anderstalige kinderen, is de andere juf bezig met de andere kinderen. Of een juf speelt een gezelschapsspel, terwijl de andere juf het overzicht in de klas houdt. “We leren ook van elkaar door advies te vragen en elkaar te observeren”, zegt juf Ilse. Bovendien motiveren we elkaar. “Naar het park met mijn kleuters? In mijn eentje zou ik daar tegenop zien. Maar met z’n tweeën moet ik geen ogen meer op mijn rug hebben. Daardoor heb ik minder stress en ben ik ’s avonds ook minder moe”, zegt juf Ilse. Met twee tot aan pensioen Of ze nog anders zouden willen? “Ik wil zo best blijven werken tot aan mijn pensioen”, besluit juf Carla. “We voelen elkaar goed aan en hebben dezelfde stijl. Dat is echt wel een basisvoorwaarde om er een succes van te maken.”
Klasse Magazine
dossier kennisdelen
“Samenwerken is leren van elkaar” In het Internationale TALIS-onderzoek (2013) bengelden Vlaamse leraren nog helemaal onder aan de ranglijst voor ‘professionele samenwerking’. Lesgeven blijkt vooral een individuele opdracht. Of halen Vlaamse leraren de achterstand in? Experten Geert Devos, Melissa Tuytens en Ruben Vanderlinde (UGent) duiden de obstakels en de kansen van samenwerken met collega-leraren. Waarom slaan Vlaamse leraren de handen zo weinig in elkaar? Geert Devos: “Mijn interpretatie: Vlamingen zijn misschien wat geslotener. Daardoor stellen Vlaamse leraren zich minder makkelijk open voor samenwerking. En zetten ze op school ook minder vaak de klasdeuren open voor collega’s.” Melissa Tuytens: “Dat we minder sterk scoren, heeft ook te maken met hoe we ons onderwijs vormgeven. We verdelen leerlingen nog altijd netjes in aparte klassen, bij een juf of meester. Gewoon uit traditie. Terwijl jaarklassen wettelijk helemaal niet verplicht zijn. Door die vaste klasgroepen in aparte lokalen missen we kansen. Stilaan zie je wel nieuwe schoolarchitectuur die kansen biedt voor structurele samenwerking. Grote ruimtes met tussenwanden die kunnen wegschuiven en vergaderruimtes bijvoorbeeld. Voorlopig zijn dat uitzonderingen. Maar we moeten de structuur van ons onderwijs echt herbekijken om leraren bij elkaar in de klas te krijgen. In Angelsaksische landen lukt het wel om vaker teacher’s assistants in te zetten. Maar het is zeker niet zo dat leraren in het buitenland massaal aan team teaching doen.” Geert Devos: “Vlaamse leraren doen ook minder aan professionalisering. Dat zie je ook in andere sectoren. Het heeft dus een stukje met de Vlaamse cultuur te maken. Wij staan sceptisch tegenover nascholing. We zien het snel als een beetje zeveren en weinig doen.” Moet professionalisering verder gaan dan studiedagen? Ruben Vanderlinde: “Ja. Met klassieke studiedagen bereik je vooral een kortetermijneffect. Leraren zitten er in groep passief informatie te ontvangen. Dat nodigt niet uit tot
18
Prof. dr. Geert Devos • leidt de BELLON-onderzoeksgroep aan de vakgroep Onderwijskunde (UGent). • onderzoekt schoolleiderschap, schoolontwikkeling, personeelsbeleid in scholen en actuele ontwikkelingen in schoolgemeenschappen en -besturen. Dr. Melissa Tuytens • verbonden aan de BELLONonderzoeksgroep, Vakgroep Onderwijskunde (UGent). • onderzoekt personeelsbeleid in scholen en hoe feedback aan leraren hun professioneel leren kan versterken. Prof. dr. Ruben Vanderlinde • verbonden aan de vakgroep Onderwijskunde (UGent). • onderzoekt de professionele ontwikkeling van leraren en de lerarenopleiding en de rol van onderwijsonderzoek in vernieuwingsprojecten.
echte samenwerking. In andere landen zoals Nederland en Scandinavië werken leraren intensief samen om zich te professionaliseren op langere termijn. Ze vormen kleine teacher design teams. Daar ontwerpen ze samen nieuw lesmateriaal. De leraar als co-creator, die met collega’s kennis ontwikkelt, implementeert en deelt.” Halen Vlaamse leraren de achterstand stilaan in? Geert Devos: “Er komen meer initiatieven, maar er zijn nog heel grote cultuurverschillen. De Vlaamse scholen kan je ruwweg indelen in drie niveaus. Scholen met een laag niveau van professionele samenwerking: iedereen werkt er op zichzelf. Een middenniveau waar leraren onder druk samenwerken. Dat levert wat resultaten op, maar niet
Klasse Magazine
CIJFERS UIT HET TALIS-ONDERZOEK 2013 Een vergelijkend onderzoek over onderwijs in 34 landen.
75%
65%
31%
96%
van de Vlaamse leraren geeft aan dat ze nooit lessen van andere leraren observeren om vervolgens feedback te geven.
van de leraren uit de eerste graad secundair geeft nooit samen les met een collega. Leraren lager onderwijs scoren sterker met 31% die nooit samen voor de klas staan.
van de leraren basisonderwijs doet nooit aan samen leren in hun school. 45% van de leraren in de eerste graad van het secundair geeft aan dat ze dit nooit doen.
van de leraren basisonderwijs en 97% van de leraren eerste graad secundair wisselt wel lesmateriaal uit. Dat loopt ongeveer gelijk met internationale collega’s.
Internationaal? 49% in basisonderwijs en 45% in de eerste graad van het secundair onderwijs.
Internationaal? 20% in basisonderwijs en 42% in de eerste graad van het secundair onderwijs
Internationaal? 17% in basisonderwijs en 16% in de eerste graad van het secundair onderwijs
Internationaal? 96% in basisonderwijs en 93% in de eerste graad van het secundair onderwijs
diepgaand en blijvend. En scholen met een structurele professionele leergemeenschap. Daar is samenwerken veel meer dan ventileren bij collega’s, samen naar de bib gaan of een les uitwisselen. Methodescholen zijn daar opvallend sterk in. Net omdat ze vaak een explicietere onderwijsvisie hebben die directeur en leraren samen ontwikkelen en delen.” Welke vormen kan zo’n effectieve samenwerking aannemen? Ruben Vanderlinde: “Team teaching, teacher design teams, collegiale coaching en hospiteren, een les meevolgen bij een collega. Maar leraren kunnen ook via kleine praktijkonderzoeken samen bekijken hoe ze een gedeeld probleem in hun klaspraktijk kunnen aanpakken. En daarnaast kunnen leraren ook informeel meer samenwerken dan nu het geval is.” Geert Devos: “Elke onderwijsvernieuwing is effectiever via samenwerking. In scholen waar onderwijsvernieuwing sterker van de grond komt, slaagt de directeur erin om
19
leraren achter één visie te krijgen en een interne structuur neer te zetten die alles opvolgt. Een erkend coördinatieteam, gedragen en au sérieux genomen door de leraren, begeleidt en ondersteunt het proces.” Melissa Tuytens: “De directeur speelt inderdaad een sleutelrol. Hij beslist hoe hij zijn leraren inzet in lesopdrachten. Leraren meer laten samenwerken – bijvoorbeeld als parallelleraren – is een bewuste schoolkeuze. Parallelleraren kunnen lesmateriaal delen en samen examens opstellen. Die samenwerking kan een kwaliteitslabel zijn naar leerlingen en ouders. Andere directies kiezen niet voor parallelklassen. Dat kan voor de leraren soms aangenamer zijn, maar ze hebben geen klankbord en minder kansen om echt samen te werken.” Welke obstakels remmen leraren af om vaker samen te werken? Ruben Vanderlinde: “Sommige leraren voelen een psychologische drempel. Om professioneel samen te werken,
Klasse Magazine
dossier kennisdelen
“Een collega in je klas voelt nog vaak als een beoordeling” Melissa Tuytens
team teaching bijvoorbeeld, moet je jezelf als leraar openstellen. Dat vraagt wel wat. Samenwerken is rekening houden met de mening van iemand anders. Niet honderd procent de dingen doen zoals jij ze zou doen, maar bereid zijn tot een compromis.” Melissa Tuytens: “Een collega binnenlaten in je klas voelt voor veel leraren als een beoordeling. Terwijl beide leraren ervan leren als ze elkaar constructieve feedback geven. Studenten krijgen die gewoonte mee in de leraren opleiding. Maar zodra ze in school starten, botsen ze soms op collega’s die bang zijn van het onbekende en de deur liever dicht houden.” Geert Devos: “Je moet bereid zijn om samen te werken. Soms trekken leraren muren op. ‘Ik heb zelf ook moeite moeten doen om alles uit te zoeken en materiaal te maken. Nu moet mijn nieuwe collega dat ook maar zelf doen. Ik ga dat niet zomaar weggeven.’ Dat hoor je vaker. Die leraren overtuig je niet in een-twee-drie om samen te werken. Zeker op een school met een heel conflict-geladen, dikwijls wat ouder lerarenteam, draai je als directeur de hele cultuur niet in een maand tijd om tot een bloeiend voorbeeld van kennisen informatie-uitwisseling.” Welke eerste stappen kan een directeur dan zetten? Geert Devos: “Zeker geen checklist opstellen met maatregelen en nieuwe, verplichte vergaderingen. Zo’n formele structuur zal niet werken. De directeur kan het best veel aandacht hebben voor zijn mensen, vaak op dezelfde
20
nagel kloppen in gesprekken en de leraren die al initiatieven nemen blijven bevestigen. Samenwerken lukt alleen als iedereen naar hetzelfde doel werkt, als er overleg is en iedereen mede-eigenaar is.” Melissa Tuytens: “De directeur moet niet vaker willen vergaderen, maar een aantal kansen dubbel benutten. Gebruik het jaarlijkse functioneringsgesprek niet alleen om individuele feedback te geven, maar ook om de puzzel van je team te maken. Vraag je af hoe je met alle info het hele team kan versterken en je beleid kan opbouwen. Zo zijn de gesprekken een win-win voor de individuele leraar en de hele school.” Kan een directeur ook vaker professioneel samenwerken? Geert Devos: “In sommige scholengemeenschappen beginnen directeurs ervaringen uit te wisselen en afspraken te maken over expertise. Een directeur specialiseert zich dan in zorgbeleid en zijn collega’s spreken hem aan als ze problemen hebben. Niet dat zij niet meer aan zorg doen, maar ze weten dat een collega binnen de scholengemeenschap de finesses beheerst. Een andere directeur neemt dan ICT voor zijn rekening. De laatste tijd zie je steeds meer aanzetten tot professionele samenwerking tussen directeurs. Alles wordt complexer. Een directeur kan niet meer alle expertise hebben. Verstandige directeurs weten dat ze niet alles weten. En ze vinden dat niet erg. Dat inzicht gebruiken ze om collega’s of leraren aan te spreken. Samen weten ze meer.”
Klasse Magazine
“Samenwerken betekent vooral niet dat alles samen moet” Geert Devos
Waarom lukt kennisdelen of samenwerken vaker in het lager onderwijs? Ruben Vanderlinde: “Lagere scholen zijn vaak kleinschaliger. Het lerarenteam is kleiner. Dat maakt samenwerken makkelijker. Zeker in basisscholen waar de ruimte daartoe uitnodigt. Klas 3A zit dan bijvoorbeeld rechts en de parellelklas links in dezelfde gang. Gewoon oversteken en je kan al samenwerken of snel informatie uitwisselen.” Geert Devos: “Hoe hogerop in het onderwijs, hoe minder samenwerking. In het lager werken leraren inderdaad vaker samen dan in het secundair. Net zoals leraren secundair in de eerste graad meer samenwerken dan leraren in de derde graad. Leraren secundair zijn vakexperten die – zeker bij specifieke vakken die beperkt in het curriculum zitten – soms geen directe collega hebben.” Is het niet makkelijker om binnen te stappen bij een collega die een ander vak geeft? Melissa Tuytens “Soms wel. Een L.O.-leraar die zijn leerlingen in een les wiskunde ziet, krijgt veel nieuwe indrukken. Hij ziet ze in een nieuwe context. Leraren vinden het vaak heel verrijkend om over de muren van het vak te kijken. De keuze bij wie je hospiteert, hangt af van wat je wil leren. Hospiteren is niet even binnenkijken voor je plezier. De leervraag is essentieel. Wil jij bijleren binnen je vak? Stap dan naar een directe collega. Heb je problemen met klasmanagement? Dan kan je ook de klas in bij een andere collega. Of omgekeerd: nodig eens een collega uit om een probleem te observeren.”
21
Winnen zowel leraren als leerlingen bij kennisdelen? Ruben Vanderlinde: “Door samen te werken voeg je een extra dimensie toe aan je professionalisering. Je bent bewuster bezig met wie je bent als leraar, met hoe je lesgeeft. Met gerichte, langdurige samenwerkingsprojecten voel je je bovendien beter in je vel, sta je sterker tegenover ouders, inspectie en zelfs de directeur en voel je je gesteund door collega’s. Door dat alles heb je ook meer kans om bij je leerlingen betere leerresultaten te bereiken. Maar het is natuurlijk geen kookboek.” Geert Devos: “Samenwerken betekent vooral niet dat alles samen moet. Ik wil zeker geen hoera-verhaal verkopen voor absolute samenwerking. Het is net essentieel dat leraren hun autonomie en eigen inbreng behouden. Dat is geen contradictie. Een leraar moet zelf kunnen vaststellen wat voor hem/haar werkt en wat niet. Ook startende leraren moeten ruimte krijgen om hun eigen weg te zoeken en niet per definitie alles overnemen van ervaren leraren. En om goed samen te werken moet het ook klikken. Niets ergers dan verplicht samenwerken met iemand die je totaal niet ligt.” Melissa Tuytens: “Leraren en directeurs mogen ook niet denken dat samenwerking automatisch leidt tot tijdwinst. Langdurige samenwerking is een intensief proces. Daar kruipt meer tijd in dan dat je alles alleen doet. Maar je steekt er veel van op.”
Teken jouw professionele netwerk 1
2
3
IK
1
2
Welke drie collega’s op school contacteer je het vaakst? Schrijf hun namen in de witte bollen. Noteer ook waarvoor je een beroep doet op hem of haar, welke vragen je aan elkaar stelt, welke talenten je benut. 22
Schrijf in de gele bollen op welke drie collega’s je nog zou willen rekenen en voor welke extra expertise, talenten, klas- en schoolcompetenties.
3 Ga de komende weken actief aan de slag om ze ‘in te lijven’. Welke talenten win je zo? Zijn er tussenpersonen op school: collega’s die je in contact kunnen brengen met anderen? Speel je zelf voor tussenpersoon?
Klasse Magazine
Leren van 200.000 leraren
“Leren van elkaar kan overal” © Maastricht University – School of Business and Economics
“Sociaal leren is drie keer efficiënter dan ‘formeel’ leren.” Dat stelt Simon Beausaert, professor Onderwijskunde aan de Université Catholique de Louvain en de Universiteit van Maastricht. Hij deed samen met collega’s onderzoek bij meer dan duizend werknemers (profit/non-profit), waaronder ook leraren. “Sociaal leren is informatie, feedback en hulp zoeken én geven op de werkplek. Dat onderneem je zelf, met collega’s. Je benut elkaars talenten door bijvoorbeeld feedback te geven op elkaars examen, door te helpen bij de begeleiding van een leerling met dyslexie, of door bij collega’s te informeren naar een goede les over breuken. Uit het onderzoek blijkt dat het effect bij sociaal leren drie keer zo groot is als bij formeel leren, zoals op pedagogische studiedagen, trainingen of seminaries.”
Leren van elkaar doe je niet enkel in je eigen school. Waarom jouw idee voor een knap knutselwerkje niet delen met een andere kleuterjuf of raad vragen aan collega’s over een probleem in je klas? Deze sites verzamelen de Vlaamse leraren online. KLASCEMENT KlasCement is een gratis platform waar leraren elkaar inspireren door materiaal te delen. Tienduizenden leermiddelen kan je gemakkelijk doorzoeken op onderwerp, vak of onderwijsniveau. Je krijgt een virtueel startkapitaal om het materiaal te gebruiken. Met een reactie, score of eigen leermateriaal vul je dat kapitaal aan. • www.klascement.net
FACEBOOK-GROEP ‘PAS VOOR DE KLAS‘ Als startende leraar komt er heel wat op je af. Klasmanagement, oudergesprekken, pestgedrag bij leerlingen …Hoe pak je dat het beste aan? En hoe doen andere starters dat? De Facebook-groep ‘Pas voor de Klas’ is een platform voor en door starters. • zoek op Facebook: Pas voor de Klas
PINTEREST KLASTIPS VAN KLASSE Een schatkamer vol lesideeën, hulpmiddeltjes en inspiratie, dat is Pinterest. Je logt in (met je Facebook- of Pinterestaccount) en je kan meteen zoeken op lesthema, werkvorm, leerprobleem ... Dankzij themamappen, of Pinterest-borden, hou je alles overzichtelijk bij. Uiteraard kan je ook je eigen werkbladen delen, zo help jij je collega’s. Volg ook Klasse op Pinterest. • www.pinterest.com/klasse_be
“Leraren die informeel leren van elkaar, blijven hun kennis updaten en zijn meer flexibel inzetbaar. Ze zien sneller hoe ze hun opdracht kunnen aanpassen aan een steeds veranderende werkcontext. Dat wil niet zeggen dat we formeel leren moeten afschaffen. Via die weg doen werknemers kennis op die ze niet bij hun collega’s vinden. Zo is een pedagogische studiedag de ideale manier om als lerarenteam kennis te maken met iets nieuws.”
69
In samenwerking met Simon Beausaert voert Odisee Hogeschool Aalst onderzoek naar hoe (het maken van) een Talentenkaart het leren van elkaar aanzwengelt en startende leraren helpt. De talenten van alle collega’s in kaart brengen? Win een gratis training op p. 69. 23
CULTUURKUUR In Vlaanderen en Brussel bestaan er duizend-en-één cultuureducatieve activiteiten. Cultuurkuur.be verzamelt ze en werkt volgens de principes van TripAdvisor. Wil je met je klas een dansworkshop volgen, dan kan je eerst checken of collega’s hem aanraden. Kreeg je zelf een toffe museumrondleiding, dan kan je collega’s er warm voor maken met een recensie. De mooiste samenwerkingen tussen scholen en cultuurpartners vind je op de dynamo3-pagina. • www.cultuurkuur.be
KLAS TIP
Klasse Magazine
De directeur
Wie is Miek Van Eyndhoven? • sinds 2014 directeur van GBS De V errekijker in Weelde en GBS Klimop in Ravels • van 2005 tot 2014 leraar in het eerste leerjaar in dezelfde school • volgt de directeursopleiding van OVSG
24
Klasse Magazine
De directeur
“Je gedacht zeggen over je baas is niet evident” Bevestigend en tegelijk verrassend. Zo vat directeur Miek de resultaten samen van de bottom-upevaluatie die ze haar leraren eind juni 2015 liet invullen. “Na één schooljaar als directeur wilde ik weten wat mijn teamleden van mijn aanpak vonden.” De antwoorden deden Miek nadenken over zichzelf. “Je laat ons meedenken, maar het voelt soms alsof je je beslissing al genomen hebt.’ Dat kwam hard binnen. Vooral omdat het helemaal inging tegen wat ik wil bereiken. Ik vroeg me af waarom ik ‘pusherig’ overkwam. En vond een verklaring: ook als leraar uitte ik graag mijn mening, maar ik besefte niet dat je woorden als directeur plots veel meer gewicht krijgen en dat je je dus in discussies anders moet opstellen. Zonder die evaluatie had ik dat niet beseft.” “Soms las ik heel persoonlijke indrukken van bepaalde leraren over mijn houding tegenover hen. Dingen die blijkbaar al eventjes aan het borrelen waren en waar ik me niet bewust van was. Met die collega’s ben ik gaan praten om de situatie uit te klaren, voor ze zou escaleren. Het werkt dus ook preventief, zo’n bottom-up. Maar toegegeven, het is best confronterend. Ik heb bewust de antwoorden pas gelezen in de zomervakantie, en niet tijdens het vermoeiende – en dus emotionele – einde van het schooljaar.” “Reacties waar ik me vragen bij stelde of waar ik het niet mee eens was, toetste ik af bij mijn beleidsondersteuner, maar ook bij de persoon in kwestie. Al ben ik niet op elk detail ingegaan. Ik focus liever op de grote lijnen. Gelukkig compenseerden de positieve antwoorden ruimschoots de werkpunten. Collega’s vinden vooral dat ik open en duidelijk communiceer. Fijn om te lezen dat je gewaardeerd wordt voor de aspecten die je zelf heel belangrijk vindt.”
“Voor sommige leraren was het niet evident hun mening te geven over hun leidinggevende. Je moet zo’n bottom-up evaluatie goed kaderen en vooraf duidelijk maken wat je met hun feedback van plan bent. Je kan het ook niet verplichten én je moet de kans geven om het anoniem in te vullen.” “Ook op andere momenten bevraag ik mijn team over mijn handelen. In september en oktober van dit schooljaar voerde ik ‘Wel in je vel’-gesprekken met collega’s die van klas zijn veranderd, en met nieuwe leraren. Ook daar is de insteek: wat kan ík als directeur doen om het voor jou beter te maken? En ook in functioneringsgesprekken krijgen leraren de kans om mij ook op werkpunten te wijzen.” “Door mezelf kwetsbaar op te stellen wil ik een cultuur creëren waarin het ook voor anderen minder moeite kost om over zichzelf na te denken. Om fouten of onwetendheid toe te geven. Daarom wil ik bij een volgende bottom-upevaluatie de resultaten terugkoppelen naar mijn team. Dat is er deze keer niet van gekomen. Het plan is ook om jaarlijks één aspect van het beleid te bevragen. Dat gaat tegelijk over mijn functioneren, want die twee zijn onlosmakelijk verbonden.”
Tekst Nele Beerens Beeld Jens Mollenvanger
BEN JIJ EEN DIRECTEUR EN OP ZOEK NAAR INFORMATIE OP MAAT? MAAK EEN PROFIEL AAN OP KLASSE.BE EN DUID JE ROL ALS DIRECTIE AAN.
25
Klasse Magazine
“Kiezen is moeilijk” Laatstejaars Charles helpt leerlingen van het GO! Atheneum Etterbeek met hun studiekeuze. Tekst Bart De Wilde Beeld Jens Mollenvanger
Wat hij na het secundair zal studeren, weet Charles nog niet. Maar dat hij perfect op zijn plek zit in Toerisme, weet hij wel. Dat maakt hem de ideale ambassadeur van zijn richting. ‘Goed kiezen in het secundair is belangrijk. Daarom help ik jongere leerlingen met hun studiekeuze.” Om de overstap naar een nieuwe graad zo bewust mogelijk te maken, organiseert de school mini-SID-in’s. “Vergelijk het met de echte SID-in voor laatstejaars. Leerlingen spreken ambassadeurs aan om informatie te vangen over een studierichting die hen interesseert. Alleen zijn die ambassadeurs leerlingen uit de derde graad en vinden de SID-in’s gewoon plaats op school.” Charles is ambassadeur van Toerisme. Eerlijke en heldere informatie “Goed kiezen tijdens het secundair is de eerste stap in het hele studiekeuzeproces. Daar wil ik, als ambassadeur van mijn richting, andere leerlingen bij helpen. Met eerlijke en heldere informatie. Toen ik in het tweede jaar moest kiezen, was er van mini-SID-in’s op school nog geen sprake. Ik twijfelde, maar werd heel goed begeleid. Leraren gaven me prima advies. Zij vonden Toerisme de beste richting voor mij. Ze hadden gelijk. Ik ga graag naar school en merk bij andere jongeren dat dat niet zo vanzelfsprekend is. Zij kwamen niet terecht in de richting die perfect bij hen past.” Dode richting? ‘Leraren spelen een belangrijke rol in de studiekeuze van een jonge gast. Ik wilde me verdiepen in geschiedenis en taal en met mensen werken. Dat vind ik allemaal terug in Toerisme. En daarin wil ik verder, ook al is Toerisme misschien een
26
beetje een dode sector. Veel jobs worden geautomatiseerd en nieuwe privé-initiatieven halen de hotel- en reissector onderuit. Toch verdedig ik de richting op de mini-SID-in’s nog altijd. Ik vind ze heel waardevol. Het is een praktische richting voor leerlingen die hard werken, graag mensen aanspreken en kritisch met informatie omspringen. Vier jaar Toerisme heeft me op al die vlakken sterker gemaakt. Met die bagage heb ik kansen genoeg in het hoger onderwijs.” Geen bocht van 180 graden “Volgend jaar Marketing, Recreatiemanagement of toch iets in de evenementensector? Kiezen is best moeilijk. Net als veel vrienden twijfel ik nog. Maar slapeloze nachten heb ik nog niet. Ik moet geen bocht van 180 graden maken. Het zijn alle drie logische vervolgverhalen op Toerisme. De beslissing zal pas in de laatste zes maanden van het schooljaar vallen. Gelukkig begeleiden leraren ons ook de volgende maanden intensief. Via werkplekleren, de echte SID-in, TED-talks – korte inspirerende presentaties – van ouders en oud-leerlingen zoek ik welke richting het wordt.” Advies van ouders en leraren “Ik zal vooral met mijn ouders en leraren praten. Waar zien zij me werken? Dat wil ik graag weten. Hun advies is voor mij heel belangrijk. Ze kennen me door en door. Wat wel al vaststaat: als het kan, studeer ik in het buitenland en combineer ik mijn studies met topsport hockey. Parijs is daarvoor ideaal. Maar een stad in Spanje kan ook. Mijn nieuwsgierigheid naar de wereld is groot, net als mijn talenhonger. Studeren in een andere taal trekt me aan. Als ik daarvoor een jaartje langer moet studeren, vind ik dat oké. ‘Als je alleen bent, leer
Klasse Magazine
Wie is Charles Choveaux? • leerling in 6 Toerisme • ambassadeur Toerisme • GO! Atheneum Etterbeek • topsporter hockey • twijfelt tussen Marketing, Recreatiemanagement en de evenementensector
je het meest’, zeggen mijn ouders. Ik wil ontdekken of ze gelijk hebben.” Jobs zien met eigen ogen “Ik wil later werken met mensen. Dat is mijn talent. Als jobstudent verkoop ik in drie talen hockeysticks en krijg ik veel complimenten van mijn baas. Maar het is voor een leerling secundair niet altijd makkelijk in te schatten wat je exact moet doen in een bepaalde job. Als ik via de school nog een dagje kan meelopen op de luchthaven – toch een beetje een jongensdroom –, of als verkoper in een groot bedrijf, dan doe ik dat direct. Ook daarop zet de school in, door ouders aan te spreken. Terecht, want pas als je meedraait op de werkvloer en mensen spreekt, weet je het echt. Ik hoor positieve en negatieve dingen over die sectoren, maar ik wil het gewoon met mijn eigen ogen zien.”
“Leraren spelen een belangrijke rol in de studiekeuze van een jonge gast”
27
Klasse Magazine
“Studiekeuze loopt zes jaar lang” Sofie begeleidt de werkgroep studiekeuze. “Op de mini-SID-in’s helpen ambassadeurs uit de derde graad jongere leerlingen bij hun studiekeuze. Zij kennen de richting het best en jongere leerlingen vinden hun informatie betrouwbaar. Charles is de perfecte ambassadeur voor Toerisme. Hij doet zijn richting doodgraag, dat straalt hij uit.” Warm water uitvinden “Die mini-SID-in’s op school zijn een van de pijlers van onze werkgroep OLB (onderwijsloopbaanbegeleiding). We pakken studiekeuze aan als een traject dat al begint in het eerste jaar secundair. Met de werkgroep verzamelen we alle individuele initiatieven rond studiekeuze en bespreken we wat goed loopt en waar leraren nog tegenaan botsen. Zo stemmen we alles op elkaar af en delen we die informatie ook met andere leraren. Niet iedereen moet het warm water uitvinden. Losse initiatieven zijn minder sterk dan een echt traject. Als kwaliteitscoördinator begeleid ik samen met leraren alle werkgroepen op school. Ik bewaak mee de doelstellingen, stuur bij als dat nodig is, overleg met hen wat de volgende stappen zijn. En ik verzamel feedback van de leerlingen. Hun input is het krachtigste wapen om leraren in gang te zetten. Want alle leraren willen uiteindelijk het allerbeste voor de leerlingen.” Vrienden volgen “Leerlingen begeleiden in hun studiekeuze, daar steek ik graag energie in. Toen ik achttien was, koos ik verkeerd. Ik raakte helemaal de kluts kwijt in de richting Burgerlijk Ingenieur Architectuur, ook al was dat een logische keuze na Wetenschappen-Wiskunde. Ik hoop dat leerlingen wel direct een goede keuze maken. Dat kan alleen door ze op school van het eerste tot zesde secundair te begeleiden. Ze moeten zichzelf leren kennen, het studieaanbod ontdekken en de ideale match vinden. Studiekeuze is moeilijk. Vaak volgen jongeren hun vrienden. Pas als ze een studierichting echt kennen en er enthousiast van worden, kiezen ze in het secundair bewust voor hun ideale studietraject. Idem voor hogere studies. We willen dat leerlingen de jobs zo goed mogelijk leren kennen. Ze laten ontdekken wat een job echt inhoudt. Want wat weet je als tiener eigenlijk over een job?”
28
Wie is Sofie Robberechts? • kwaliteitscoördinator in GO! Atheneum Etterbeek • trekker en medewerker in werkgroep studiekeuze
VIJF INITIATIEVEN VAN GO! ATHENEUM ETTERBEEK Leraren in de werkgroep studiekeuze of OLB (onderwijsloopbaanbegeleiding) verzamelen, structureren en verspreiden alle initiatieven. De werkgroep volgt ook wetenschappelijk onderzoek over studiekeuze, bevraagt leerlingen en werkt nieuwe ambities uit.
1
Rodeloperdagen: leerlingen uit het lager onderwijs volgen een halve dag les om kennis te maken met het secundair.
3
Op mini-SID-in’s krijgen de leerlingen bij de overstap naar een nieuwe graad peer-to-peer-informatie over de studierichtingen van ambassadeurs uit de tweede en derde graad.
5
Oud-leerlingen beurs en TED-talks van of speeddaten met ouders. Zij komen, op vraag van leerlingen, hun beroep toelichten.
2
De studiebegeleider begeleidt leerlingen tijdens een snuffelstage en contacteert andere scholen uit de scholengemeenschap als een leerling zijn keuze niet vindt op onze school. Hij/ zij mag dan een paar dagen meedraaien op een andere school.
4
Jaartaak Nederlands focust op studie- en beroepskeuze. Leerlingen kunnen een beroep testen. De school spreekt ook de ouders aan om leerlingen een dagje te laten meelopen. Leerlingen delen hun ervaringen in de klas.
Klasse Magazine
Kiezen is (niet) verliezen Van speelhoekjes kiezen in het kleuteronderwijs tot studieen beroepskeuze na het secundair ... Kiezen is moeilijk. Stel leerlingen voor keuzes, begeleid ze daarin en geef feedback.
IEDEREEN COACH Gebruik je netwerk om jongeren een helder beeld te geven over jobs. Even meekijken bij een van de andere ouders of een interview met een werknemer die een van je collega’s kent? Alle concrete info van op de werkvloer helpt leerlingen.
KEN JE TALENTEN Leerlingen willen weten wat hun talenten zijn en hoe ze die kunnen benoemen. Zet daar hun hele studieloopbaan sterk op in.
OVER HET MUURTJE Leerlingen en ouders kennen het volledige studieaanbod vaak niet. Beperk het aanbod niet tot de eigen schoolrichtingen. Oriënteer leerlingen naar de juiste richting, ook als die daarvoor naar een andere school moet.
SPEUR DOOR HET AANBOD Verschillende organisaties werkten al sterk materiaal rond studiekeuze uit. Bekijk alle initiatieven met collega’s en selecteer de acties en opdrachten die bij jouw leerlingen passen.
KINDEREN BAAS Schrijf met je leerlingen uit het basisonderwijs een paar lokale bedrijven aan en laat leerlingen een dag alle functies ontdekken.
ROADIES.BE Laat je leerlingen zelf een job testen. Hoe ze dat het beste aanpakken lees je op roadies.be. Je vindt er filmpjes en informatie over veertig jobs, lesmateriaal en een stappenplan.
29
KLAS TIP
Klasse Magazine
Nieuwe radio in Vlaanderen
Radio Romeo, leerlingen op antenne Leerlingen van meester Sander maken schoolradio. Tekst Jef Lemmens Beeld Jeroen Mylle
“Meester, hoe werkt een radio?” Een simpele vraag van een van de leerlingen tijdens een les techniek. Leraar Sander zag er muziek in. Vijf jaar later is de schoolradio Romeo een begrip binnen de schoolmuren van freinetschool De Klimpaal in Molenbeek. Elke vrijdag knallen jonge radiomakers nieuws en dansplaten door de boxen.
30
Mengpaneel op rommelmarkt “We zijn heel klein begonnen met een mengpaneel dat ik op de kop tikte op een lokale rommelmarkt. Enthousiaste ouders bezorgden me dan weer een oude microfoon die nog ergens op zolder lag en zo ging de bal aan het rollen. Ook voor mij was het een ontdekkingstocht. Ik heb immers geen technische achtergrond of ervaring met radio of journalistiek. Samen met de leerlingen zocht ik alles stap voor stap uit. Ondertussen beschikken we over heel wat materiaal. En een eigen plek op school. De kinderen staan niet langer plaatjes te draaien op de speelplaats. Ze hebben een ‘radiostudio’ op de overloop tussen twee verdiepingen en kunnen hun publiek tijdens de uitzending overschouwen. Net echt.”
31
Klasse Magazine
Radio voor en door kinderen “Zes radiomakers van de tweede graad bereiden tijdens hun speeltijden de show voor. Iedereen doet wat hij of zij het liefst doet. Een handige leerling staat aan de knoppen om de installatie te bedienen, terwijl een spraakwaterval zich uitleeft achter de microfoon als presentator. Zo kan elk kind zijn talenten aanspreken om van het radioprogramma een hit te maken. Ik probeer zelf zo weinig mogelijk tussen te komen. Als er een technisch probleem is, kunnen de leerlingen natuurlijk bij mij terecht.�
32
Klasse Magazine
33
Klasse Magazine
Mix van culturen “Tijdens de uitzending brengen de leerlingen een nieuws- en weerbericht en een interview met een leerling of leraar. Tussendoor draaien ze de favoriete nummers van alle klassen. Elke week vragen ze andere leerlingen welke liedjes ze op vrijdag willen horen. Soms organiseert hetradio team ook een prijsvraag of danswedstrijd. Zo ontstaan er op de speelplaats soms heuse dance battles. De radiomakers mogen hun creativiteit botvieren en hun programma zelf invullen. Door de mix van culturen binnen onze school zitten de radio-uitzendingen vol muziek in veel talen.”
34
Klasse Magazine
Maak plaats, Studio Brussel “Ondertussen zijn we zo ver dat we al eens een opname van een show op onze website plaatsen. Zo kunnen ook de ouders meegenieten van de radio. Maar onze ambitie gaat nog veel verder. We willen een antenne aankopen, dan kunnen we echt uitzenden tot buiten de schoolmuren. Het zou fantastisch zijn dat ook de mensen uit de buurt op vrijdagmiddag even Studio Brussel vergeten en afstemmen op Radio Romeo.�
35
Klasse Magazine
Lesgeven zoals in een videogame Wat kunnen we leren van opiniemakers en topspecialisten en hun ervaringen met onderwijs? In deze aflevering: de Nieuw-Zeelandse professor John Hattie. Hij wil dat leraren de groeimarge van hun leerlingen benutten. Tekst Leen Leemans Beeld Tim Sels & Nintendo
‘Ken je impact’. Met die mantra trekt onderwijsgoeroe John Hattie de wereld rond. Zijn onderwijsvisie ‘leren zichtbaar maken’ kent steeds meer aanhangers, ook in Vlaamse scholen. Maar af en toe trapt hij er ook mee op gevoelige tenen. Want dat je als leraar geen baas in eigen klas bent en dat kleinere klassen niet voor beter onderwijs zorgen, dat hoort bijna niemand graag. Je was zelf ooit leraar, je weet dus waarover je spreekt? “Dat is wat overdreven, want ik gaf maar driekwart van een schooljaar les. Wiskunde en muziek in het hoger onderwijs. Ik groeide op in een stadje in Nieuw-Zeeland zonder veel toekomstperspectieven. Mijn leercontract schilderen en behangen was geen succes. Het enige alternatief – ook om
36
weg te geraken uit de stad – was voor leraar studeren. Daar kreeg ik in die tijd geld voor. Toch genoot ik echt wel van lesgeven. Maar toen ik mocht doctoreren, waagde ik mijn kans. Ondertussen weet ik dat onderzoeker zijn gemakkelijker is, lesgeven is hard werken.” Wie was jouw favoriete leraar? “Mijn leraar wiskunde van het laatste jaar secundair, Mr. Thomanson. Een veteraan van de Tweede Wereldoorlog. Hij was het schoolvoorbeeld van streng maar rechtvaardig. Hij behandelde iedereen gelijk en zorgde ervoor dat iedereen begreep wat hij uitlegde. Hij zag iets in mij wat ik zelf niet zag en pushte me om door te zetten. Door hem koos ik voor wiskunde in mijn lerarenopleiding.”
Klasse Magazine
En matcht hij met jouw theorie over ‘een goede leraar’? “Goede leraren hebben veel ‘impact’ op leerlingen. Ze zijn altijd kritisch over hun eigen prestaties en proberen die voortdurend te verbeteren. Met als enige doel: het verschil maken bij een leerling. En daar bestaat niet één toverrecept voor, je kan verschillende methodes gebruiken. Zolang het maar zichtbaar is wat leerlingen leren.” Hoe doe je dat? Hoe maak je leren ‘zichtbaar’? “‘Zichtbaar’ betekent vooral dat je als leraar ziet hoe een leerling leert en hoe hij duidelijke leerwinst maakt. Daarvoor moet je soms eens door de ogen van je leerlingen kijken. Alleen dan begrijp je je impact op je leerlingen. Vragen of ze het begrepen hebben, waarom niet en hoe je het anders zou kunnen aanpakken. ‘Zichtbaar’ betekent ook dat leerlingen, door inzicht te krijgen in hun eigen leerproces, zichzelf iets kunnen leren. Dat is de kern van levenslang leren. ‘Leren’ slaat op kennis verwerven en begrijpen. En die kennis kunnen toepassen.” Je weet toch of je leerlingen iets bijbrengt? Je ziet hun cijfers. “Ik vraag dan aan leraren: ‘Wat zeggen die cijfers over jezelf?’. Waarschijnlijk antwoorden ze dan ‘Niets, het zegt iets over de leerling’. Dan ben je niet goed bezig. Je moet niet zeggen: ‘Dat kind is slecht in wiskunde’, wel ‘Ik heb geen succes behaald met dit kind, ik moet mijn strategie veranderen’. Wat ga je morgen anders doen op basis van die cijfers? Aan wie gaf je goed les over wat? Dat zijn de vragen die je jezelf moet stellen.”
“Als je een leerling niet laat groeien, breng je hem schade toe” John Hattie
Kan je wel met elk kind succes boeken? “Als je succes beschouwt als goede punten, dan kan dat inderdaad niet. Maar goede eindresultaten zijn geen maatstaf voor succes, de vooruitgang die leerlingen boeken wel. Er zijn scholen met veel kansarme leerlingen, die hun leerlingen sterk laten groeien. Dat zijn de goede scholen, ook al halen ze niet de beste eindresultaten. Scholen met hoog-presterende leerlingen die hen niet laten groeien,
37
“Goede scholen boeken met hun leerlingen niet zozeer uitstekende eindresultaten, maar wel de meeste vooruitgang” John Hattie
zijn vreselijke scholen. Ze benutten de groeimarge van hun leerlingen niet. Toch is iedereen blij: de leraren, de ouders en de leerlingen. Behalve ik. Ik vind dat ze schade toebrengen aan de leerlingen. Leraren worden aangeworven om ‘waarde’ toe te voegen, om leerlingen te laten groeien. Elk kind dat door de schoolpoort komt, heeft daar recht op.” ‘Geef me een kleine, homogene klas en ik maak er werk van’, zouden veel leraren antwoorden. “Het zou inderdaad fijn zijn als alle klassen klein en alle ouders rijk waren, maar dat is niet zo. Die factoren beïnvloeden ook hoe kinderen leren, maar je hebt er geen vat op. Je kan armoede niet oplossen. Maar je kan wel een omgeving creëren waar kinderen met een moeilijke thuissituatie zich veilig voelen om te leren. En kleinere klassen? Helpen niet, integendeel. Leraren spreken er meer zelf, geven minder groepswerk en kinderen werken er minder zelfstandig. Welke kinderen wil je dan trouwens weg uit je klas? Degenen die zich slecht gedragen, de arme kinderen, of doet dat er niet toe? Er zijn schitterende leraren die veel bereiken met hun leerlingen, ook in een grote, diverse klas.” Wat is de rol van de directeur in ‘leren zichtbaar maken’? “Hij bepaalt welke discussie er op school wordt gevoerd. Gaat die over de grootte van de klassen, het beste lessenrooster en de kwaliteit van het middageten of over welke impact volwassenen hebben op het leren van kinderen? Goede directeurs creëren die discussie op een veilige, niet-bedreigende manier. Leraren zijn al vaak kop-van-jut, ze worden verantwoordelijk gesteld voor alles wat misloopt in de maatschappij. Je moet eerst de tijd nemen om vertrouwen op te bouwen en duidelijk maken dat het je job als directeur is om ze hun impact te helpen begrijpen. Directeurs zouden bovendien ook veel gerichter moeten aanwerven – deelt deze kandidaat de visie van onze school? – en ervoor zorgen dat
Wat écht werkt in de klas “Het onderwijs is de enige sector die blijft vertrouwen op buikgevoel en niet op wetenschappelijk bewijs”, stelt de Nieuw-Zeelandse professor en specialist inclusief onderwijs David Mitchell. Net als John Hattie verzamelt hij onderwijs methodes waarvan wetenschappelijk bewezen is dat ze leerwinst opleveren. Negen logische tips? Zeker. Maar pas je de sterkst werkende onderwijsmethodes in jouw klas ook consequent toe?
KLAS TIP
GEREGELD FEEDBACK GEVEN
LEREN IN GROEPJES
OEFENEN EN HERHALEN
Stel hulpgroepen (leerlingen doen hetzelfde en helpen elkaar) of puzzelgroepen (ieder heeft een unieke taak en ze puzzelen de resultaten bij elkaar) samen. Begeleid het proces – ‘laat even iemand anders aan het woord’ –, leer vaardigheden aan om in groep te werken en los problemen in groepjes op.
Geef leerlingen de kans om op verschillende korte momenten met dezelfde leerstof bezig te zijn. Oefen wat je geleerd hebt ook eens in een andere context in (meet bv. de speelplaats op), geef huiswerk om leerstof extra in te oefenen, niet om nieuwe leerstof aan te bieden.
Check voortdurend of je leerlingen mee zijn en de leerstof begrepen hebben. Pas eventueel je onderwijsmethode aan. Geef zo snel mogelijk feedback en geef die zo duidelijk mogelijk (‘de formule is juist, je berekening niet’).
OUDERS BETREKKEN EN ONDERSTEUNEN
GEHEUGENSTRATEGIEËN
PEER TUTORING
Geef ouders inspraak als je een individueel onderwijsprogramma samenstelt. Hou er rekening mee dat niet alle ouders de handicap van hun kind als een probleem zien.
Leer technieken aan om makkelijker te onthouden, zoals memotechniek (bv. kleuren van de regenboog = roggbiv), benadruk wat belangrijk is, stel leerstof visueel voor met tekeningen en diagrammen.
Laat klasgenoten elkaar lesgeven om gekende leerstof in te oefenen. Twintig minuten per sessie is lang genoeg. Stel na tien weken andere koppels samen. Leer de tutor vragen stellen, complimentjes geven …
POSITIEVE KLASSFEER
LEREN LEREN
COMFORTABELE KLAS
Help leerlingen haalbare doelen te stellen, creëer een motiverende leeromgeving en stel duidelijk regels en grenzen.
Leer leerlingen niet alleen wat, maar ook hoe ze moeten leren. Leer ze visualiseren, plannen, voorspellen, denken over hun denken.
Zorg ervoor dat je klaslokaal goed verlucht en verlicht is. Ook in een lokaal met een goede akoestiek en een aangename temperatuur leren leerlingen beter.
38
Klasse Magazine
“Maak je feedback niet te moeilijk, niet te makkelijk, maar wel verslavend” John Hattie
leraren de visie van de school aannemen. Leraren willen met rust gelaten worden en baas zijn in eigen klas, dus een directeur zal zeker met weerstand te maken krijgen. Maar de essentie van lesgeven is niet les mogen geven zoals je wil. Wel nagaan hoe je samen de leerwinst kan vergroten.” Samen? “Inderdaad. Samen lesgeven staat erg hoog in de lijst van ingrepen die kinderen meer leerwinst bezorgen. Deel de passie. Leraren een uur laten samenzitten om hun impact te bekijken, is erg efficiënt. Jammer genoeg kost dat geld, want iemand anders moet ondertussen op de kinderen letten. Als een directeur zich bezig wil houden met een visie op lesgeven, kan hij niet met iets anders bezig zijn. Het kost geld om leraren te laten netwerken. Maar het is de beste manier om geld in te zetten.” Is er ook een ‘goedkopere’ manier om leerlingen te laten groeien? “Ja. Train je leraren in feedback geven aan leerlingen over hun leerresultaten. Dat is niet hetzelfde als complimentjes – ‘knap gedaan’ – geven. Een schouderklopje is belangrijk, als drijfveer om voort te doen. Maar een compliment vermoordt feedback. Feedback doet je focussen op je taak: wat heb je goed gedaan, wat kan je nog niet? Hoe
John Hattie ‘Leren zichtbaar maken’ en ‘Leren zichtbaar maken in kaart’ Uitgeverij Abimo
John Hattie stelde zijn theorie van ‘Visible Learning’ voor tijdens het congres ‘Leren zichtbaar maken’ in Amsterdam, georganiseerd door onder andere Onderwijs Service en Abimo.
39
ga je dit volgende keer aanpakken? Wat is je volgende stap? Eigenlijk richt je je klas in als een videogame. Leerlingen werken in kleine stappen en krijgen telkens feedback. Niet te moeilijk, niet te gemakkelijk, maar wel verslavend. Ze worden uitgedaagd om een hoger ‘level’ te bereiken. Als je een complimentje krijgt, ben je ‘weg’. Met een ‘goed zo’ is je taak afgehandeld en kijk je niet meer naar wat er nog volgt.” Dat vraagt veel inspanning? “Ik wil vooral dat kinderen leren werken. Volgens volwassenen zijn kinderen die zonder veel moeite de beste punten halen de slimmeriken. Maar dat is net het tegenovergestelde van ‘goed leren’. Leren is hard werken en kost veel tijd. Waarom willen kinderen enorm veel tijd besteden aan videospelletjes of sport? Waarom hebben ze niet geleerd dezelfde energie en tijd te investeren in hun schoolwerk? Kinderen moeten ondervinden dat leren hard werken is, op een waardevolle manier. Niet als een straf of door hen dingen te laten doen waarvan ze het nut niet inzien. Het mag wel leuk zijn. Maar als ze later werken, zullen ze soms ook dingen moeten doen, omdat het moet.” Met de invoering van het M-decreet, vrezen veel leraren net dat ze hun leerlingen niet genoeg meer zullen kunnen bijleren. “Als je start met inclusief onderwijs, moet je leraren eerst leren samenwerken. Je mag ze niet aan hun lot overlaten, ze moeten tegen iemand kunnen zeggen dat ze het niet redden. Ze willen hun job goed doen, maar slagen daar niet in, omdat het heel anders werken is. En dat tast hun zelfvertrouwen aan. Dus hoe installeer je een samenwerking in je school, hoe zorg je ervoor dat iemand hen kan helpen? Als je dat niet doet, wordt het een ramp. En zullen er heel goede leraren het onderwijs verlaten. Landen die van hun integratie een succes maakten, hebben mankracht ingezet om de leraren – en niet de kinderen – te helpen. Kinderen met speciale noden hebben immers de beste leraren nodig.”
David Mitchell ‘Wat écht werkt: 27 evidence based strategieën voor het onderwijs’ Uitgeverij Pica
69
Check het trainingsprogramma, meer info p. 69
Mitchell stelde in Vlaanderen zijn boek voor tijdens een lezing van vzw TOPunt Gent in samenwerking met de Stuurgroep HGW/HGD in het kader van het TEACHproject (www.teachproject.eu).
40
Klasse Magazine
“Onderwijs zonder autoriteit werkt niet” Professor Verhaeghe vraagt dat ouders en leraren samen autoriteit opbouwen.
Tekst Bart De Wilde Beeld Thomas Sweertvaegher
Ouders en leraren vragen om autoriteit. En zelfs leerlingen. Toch lijkt het met die autoriteit moeilijk te lukken in opvoeding en onderwijs. In zijn nieuwe boek ‘Autoriteit’ ziet Paul Verhaeghe een oplossing in het collectief. “Autoriteit vanuit een top-downpositie werkt niet langer. Ouders en leraren moeten die horizontaal uitbouwen.” Zelf geeft professor Verhaeghe nog met veel plezier les. “Leraren hebben in elk geval dit voordeel: de job houdt je jong. Door de nieuwe, jonge collega’s die je met nieuwe inzichten blijven uitdagen. Maar ook door de jongeren aan wie je lesgeeft.”
41
Hoe hij zijn studenten bij de les houdt? “In het eerste college maak ik duidelijk dat ze niet verplicht zijn om te komen. Als ze liever wat kletsen, kunnen ze dat in de cafetaria doen. Dan verpesten ze de les niet voor wie wel wil volgen. Zo om de drie jaar moet ik echt ingrijpen en zet ik een groepje buiten. Dat levert me dan voor een paar jaar weer de reputatie van strenge prof op.” LERAREN EN AUTORITEIT Wat is het verschil tussen autoriteit, gezag en macht? “Het belangrijkste verschil tussen autoriteit en macht ligt in de verschillende grond. Macht berust op fysieke (vandaag meestal financiële) overmacht – het ‘recht’ van de sterkste (de rijkste). Bij macht worden de verhoudingen tussen mensen geregeld op grond van gedwongen onderwerping. Daardoor is macht altijd uitgesteld geweld.”
Klasse Magazine
“Leerlingen luisteren niet meer omdat je leraar bent en ook ouders stellen de traditionele autoriteit steeds vaker in vraag”
“Autoriteit regelt de verhoudingen tussen volwassen mensen op grond van vrijwillige onderwerping en berust op de gemeenschappelijke erkenning van iets wat buiten ons ligt. Dat is eeuwenlang het patriarchaat en zijn tradities geweest, met een vergoddelijkte vader aan de top van de piramide. Die piramide wijst gezagsdragers aan: mensen die het gezag mogen dragen of het voor het zeggen hebben omdat dat bij hun functie hoort.” “Gezag is de praktische uitvoering van autoriteit. Het is logisch dat directeurs en leraren ‘gezag’ gebruiken als synoniem voor autoriteit. Een leraar krijgt van ouders en leerlingen het gezag om kennis en waarden mee te geven, omdat leraar, ouders en leerlingen samen geloven in de grond van dat gezag. Let wel: autoriteit bevat ook macht, maar dat gaat over legitieme macht, die slechts bij uitzondering toegepast wordt. Het doel blijft vrijwillige onderwerping aan de gemeenschappelijke normen en waarden. Opvoeding en onderwijs dragen daartoe bij.” Kan onderwijs zonder autoriteit? “Nee, zonder autoriteit komen kinderen niet tot gewenst gedrag, ook niet tot leren. Jonge kinderen beginnen niet vanzelf rekensommen op te lossen. Daarvoor moet een leraar zijn gezag gebruiken. Vroeger kreeg een leraar automatisch een bijna absolute autoriteit omdat die vasthing aan zijn functie. Net als bij andere maatschappelijke functies, vaak ingevuld door mannen: agent, dokter en burgemeester. Maar een terugkeer naar de oude, traditionele top-downinvulling van autoriteit lukt niet meer omdat het geloof in de patriarchale piramide verdwenen is. Een poging om dat toch te doen, verschuift naar pure macht.” Hoe moet het vandaag dan met autoriteit in onderwijs, als de oude vorm niet meer werkt? “Vandaag hoor je vaak: ‘Die leraar heeft geen autoriteit’. Maar autoriteit is niet iets wat je als individu ‘hebt’ (of niet hebt), autoriteit is iets wat aan een individu verleend wordt.
42
En dat gebeurt vandaag steeds minder. Leerlingen luisteren niet meer omdat je leraar bent en ook ouders stellen de traditionele autoriteit steeds vaker in vraag. Dat maakt het voor een leraar niet makkelijk. We moeten dus naar een nieuwe grond voor autoriteit, ook voor die van de leraar.” “Als alternatief zie ik een maatschappelijke evolutie naar een nieuwe vorm waarbij de autoriteit gedragen wordt door horizontaal georganiseerde collectieven, met maximaal 150 mensen die achter dezelfde waarden staan. Zie het als een netwerk waar wisselende mensen wisselende knooppunten innemen omdat ze verschillende expertises hebben. In het onderwijs zullen leraren hun autoriteit ook uit teams moeten halen, het liefst in samenwerking met de ouders. Inspraak van leerlingen kan, maar absolute gelijkheid is een illusie. Kinderen zijn letterlijk en figuurlijk minderjarig. Ouders zijn wettelijk verantwoordelijk voor hun kinderen tot ze meerderjarig zijn.”
“Zonder autoriteit groeien kinderen op tot angstige, onzekere adolescenten” Tast je je autoriteit aan door (Facebook-)vriendschappen met je leerlingen? “Ik ben ervan overtuigd dat je je beter niet laat aanspreken met je voornaam en het best geen vriendjes bent met je leerlingen. Online niet en offline niet. Leerlingen vragen verschil en gezag. Als een nieuwe leraar daar niet in slaagt, doorprikken ze hem onmiddellijk. Van leerlingen hoor je vaak twee kritieken: ‘Die leraar is niet consequent, hij dreigt maar doet niks’ of ‘Die leraar wil te veel vriendjes zijn met
Klasse Magazine
Wie is Paul Verhaeghe? • klinisch psycholoog en psychoanalyticus • hoogleraar UGent • auteur van ‘Identiteit’ (2012) • auteur van ‘Autoriteit’ (2015)
ons’. Daar haken zij op af. Je bent niet een van hen, er is een duidelijk verschil.“ “Maar dat betekent niet dat je na je les moet vluchten naar de lerarenkamer om leerlingen te ontwijken. Je moet bij je leerlingen zijn, zonder vriendjes te willen zijn. Hou dus op de speelplaats toezicht en spreek leerlingen aan. Leerlingen mijden of een oogje dichtknijpen bij fout gedrag om conflicten uit de weg te gaan, is geen goed signaal. Net door nabij te zijn kan je een hoop problemen voorkomen.” Blijft een leraar ook buiten de schoolmuren in zijn autoriteitsrol? “Daar botst je functie met je privéleven. Dat geldt voor alle publieke functies. Wat een leraar privé doet, heeft in principe niets te maken met zijn job. Toch straalt het erop af. Zeker als je lesgeeft in het dorp waar je woont, kom je voortdurend je leerlingen tegen. Een paar pinten te veel op een feestje waar leerlingen aanwezig zijn, kan je autoriteit schaden. Met internet en Facebook nu nog veel meer dan vroeger.”
43
DIRECTEURS EN AUTORITEIT Is de directeur een overblijfsel van de conservatieve top-downinvulling van autoriteit? Hoe kan hij in de nieuwe structuur passen? “Absolute autoriteit (top-down) behoort ook in de school tot het verleden. De directeur als boeman staat ook al een tijdje onder druk. Ik denk niet dat nog veel leerlingen secundair bang zijn om door een leraar naar de directeur gestuurd te worden. Een directeur moet tussen zijn leraren staan en met hen overleggen. We gaan vandaag naar horizontaal en gedeeld leiderschap dat kan verschuiven over verschillende personen afhankelijk van de expertise en competentie binnen een bepaald domein. De directeur zal daarbij vooral een coachende rol innemen.” Kan de directeur met duidelijke schoolregels de autoriteit van zijn team versterken? “Regels zijn nodig om leerlingen duidelijkheid te geven. Dus moeten regels heel helder zijn. Maar hoe meer autoriteit er is, hoe minder regels er nodig zijn. En omgekeerd. Vandaag zie je een evolutie naar langere schoolreglementen.
Klasse Magazine
44
Klasse Magazine
“Kleine kinderen moet je niet te veel belasten met keuzes, het zijn de ouders die moeten beslissen wanneer ze naar hun bed moeten”
Voor elk mogelijk probleem wil de school zich indekken met een nieuwe regel en voor elke uitzondering daarop zijn er weer extra regels nodig. Dat betekent eigenlijk dat de autoriteit zoek is.” Moeten directeurs en leraren elkaar helpen om autoriteit op te bouwen? “Directeurs en leraren moeten zich, in onderling overleg, achter het pedagogisch project van de school scharen en consequent achter de beslissingen van de groep staan. Je kan het oneens zijn en discussiëren over standpunten, maar als die democratisch gestemd zijn, moet je de beslissing voor de volle honderd procent verdedigen naar je leerlingen. En niet binnen je klas alternatieve regeltjes opstellen. Dan krijg je vodden en breng je de autoriteit in gevaar. Kinderen opvoeden met verschillende visies en regels, helpt het kind niet. Ze hebben nood aan dezelfde boodschappen. Een gedeelde visie versterkt de sociale druk om de autoriteit te volgen.” OUDERS EN AUTORITEIT Verschuift autoriteit ook in de gezinnen? “Ja. Mijn kleinkind Luce (2) is één dag per week bij ons, een tweede dag bij de andere grootouders, drie dagen in de crèche, en twee dagen bij haar ouders. Wie voedt haar dan op? De groep. En dat zal alleen maar toenemen als ze later naar school, jeugdbeweging of sportclub gaat. De klassieke autoriteit die vroeger binnen het gezin bij de vader lag, is verschoven naar een gedeelde opdracht van een groep. Ouders blijven wel de belangrijkste figuren in die groep, maar ze staan er niet alleen voor. Onze kinderen worden vandaag opgevoed door een wisselend collectief, en ook daar is onderling overleg nodig, net zoals op school.” Terwijl ouders en leraren vandaag vaak naar elkaar wijzen om kinderen gezag bij te brengen. “Naar elkaar verwijzen is een goed idee, de hete aardappel doorschuiven niet. Vroeger koos een ouder volgzaam de kant van de leraar, ook als dat niet terecht was. Nu slaat de slinger naar de andere kant door en kiezen ze vaak automatisch de kant van hun kinderen. Dat ondermijnt de autoriteit van de ouders en van de leraar. Als ze op een verstandige manier naar elkaar verwijzen, krijg je een eigentijdse, gedeelde autoriteit.
45
Daarom staan ouders het best helemaal achter het pedagogisch project van de school en moeten ze heel bewust een schoolkeuze maken. Want als ouders en leraren tegenover elkaar staan, verliezen ze allebei een stuk autoriteit over het kind.” Wat als de ouders, samen met de groep, er niet in slagen om hun kind op te voeden met autoriteit? “Zonder autoriteit groeien kinderen op tot angstige, onzekere adolescenten die zich vaak agressief uiten. Opvoeden is immers een traject van begrenzing en veiligheid naar autonomie en vrijheid. Zonder autoriteit missen kinderen die veilige basis. Die stap naar vrijheid moet geleidelijk gaan. Zeker kleine kinderen moet je niet te veel belasten met keuzes, het zijn de ouders die moeten beslissen wanneer ze naar hun bed moeten en naar welk tv-programma ze kunnen kijken.” In die groei naar vrijheid horen ook straffen? “Democratie met vijfjarigen werkt niet. Dus moet je ingrijpen als een kind niet volgt. Mijn kleindochter rebelleert soms tegen wat we vragen. Je kan haar uitleggen waarom je een bepaalde regel stelt, maar onderhandelen heeft geen zin. En straffen om een kind terecht te wijzen is een deel van het leerproces naar meer vrijheid. Sommige ouders vinden dat lastig. Ze kiezen voor een zachte aanpak omdat ze steeds vaker uit huis zijn voor hun carrière. De tijd die ze met hun kinderen doorbrengen, willen ze geen ruzies. Maar dat werkt niet. Ouders zijn het bot waar kinderen hun tanden aan scherpen. En volledige vrijheid is vaak een eufemisme voor verwaarlozing.” Vanaf wanneer geef je kinderen dan wel vrijheid en inspraak? “Rond de scharnierleeftijd van 14-16 jaar. Maar elk kind is anders, het hangt ook van de maturiteit van je kind af. In veel gezinnen loopt dat net op die leeftijd moeilijk. We komen uit een periode waar ouders hun kleuter veel vrijheid gaven, die ze dan proberen terug te schroeven als hun kind pubert en net meer inspraak moet krijgen. Dat is de wereld op zijn kop. Ook in het onderwijs werkt echte leerlingenparticipatie pas vanaf het secundair. In het basisonderwijs moet je leerlingen vooral die veilige context geven. Het is geen toeval dat leerlingen daar één leraar hebben.”
Klasse Magazine
“Kinderen moeten tussen boeken zitten� Boekenjuf Elf krijgt iedereen aan het lezen. Tekst Stijn Govaerts Beeld Jens Mollenvanger
46
Klasse Magazine
Wie is Elf Albrecht? • beste Boekenjuf in 2015 • leraar buitengewoon, type 3 • Freinetschool De Sassepoort in Gent • vroeger ergotherapeut • verslaafd aan boeken
Leerlingen aan het lezen krijgen? ‘Boekenjuf van het jaar’ Elf werkt in het buitengewoon basisonderwijs (type 3) met kinderen voor wie lezen een grote inspanning is. Toch duiken de leerlingen in de boeken. Lezen helpt ze om hun eigen gevoelens en problemen te kaderen. “Er is een boek voor elk kind”, vertelt juf Elf. “Aan mij om dat boek te vinden. Of het samen met mijn leerlingen in mijn atelier te maken.” Op haar knutseltafel liggen spelborden zonder doos. Ze lijken weggelopen uit de jaren 70. “Die borden haal ik op de rommelmarkt. Dat is goed gerief om boekomslagen mee te maken.” Juf Elf ademt, verzamelt, rangschikt, repareert boeken. Ze bindt ze in, raadt ze aan en deelt ze uit. Die passie voor boeken neemt ze mee naar school. “Mijn leerlingen
47
gebruiken die zelfgemaakte boeken om nieuwe woorden te leren, om verslagen van klasvergaderingen in te noteren of te tekenen. Sommige kinderen gaan aan de slag met het kopieerapparaat en tijdschriften en stellen prachtige knip- en plakkunstwerkjes samen.” Kan je alle leerlingen met boeken raken? “Ja. Leerlingen moeten niet eens technisch juist kunnen lezen. Maar technisch correct leren lezen is wel belangrijk. Als kinderen dat kunnen, beginnen ze vaak ook graag te lezen. Aan kinderen die nog niet vlot lezen geef ik boeken waarin ze kunnen ontdekken. Een doe-boek dat begint met een rode stip in het midden van een pagina. Als je erop drukt dan is hij op de volgende pagina groter. En als je met het boek schudt, dan verspreidt de bol zich over verschil-
Klasse Magazine
lende pagina’s. Kinderen die niet graag boeken lezen, maar gefascineerd zijn door alle onderdelen van een auto, geef ik een automagazine om in te bladeren. Als je iets in handen krijg dat je echt interesseert, dan leer je makkelijker lezen. Aan mij dus om voortdurend nieuwe ingangen te vinden om kinderen aan het lezen te zetten. Er is altijd wel een boek dat bij iemand past.” Moet je zelf een boekenwurm zijn om elk kind een passend boek aan te raden? “Het helpt wel. Ik lees zeven uur per week. Ik heb mezelf leren lezen als kleuter. Mijn ouders waren geen grote lezers. Een verhaaltje voor het slapen gaan, dat kreeg ik wel. Na dat voorleesmoment las ik stiekem met de zaklamp verder. En na school kampeerde ik in de bibliotheek. Maar je kan nooit alles gelezen hebben. Dan vraag je raad aan bibliothecarissen, boekhandelaars of collega’s op school.” Hoe kon je je passie voor boeken op school overbrengen? “Ik heb het geluk dat ze me lieten doen met mijn boeken. In mijn atelier bouwde ik een boekenhoek. En op strategische plaatsen in de gangen ontstonden leeshoekjes. Ook in
48
de refter hebben we een muur ingepalmd met honderden boeken. De boeken staan bewust op drukke punten. Leerlingen moeten boeken zien, tussen de boeken lopen. Alleen dan renderen ze. Ze wegstoppen in een apart bibliotheeklokaal heeft weinig zin.”
“Als een leerling een boek zou stelen, vind ik dat niet eens zo erg” “Kinderen mogen de boeken ook meenemen naar huis. Geen probleem als er eentje stukgaat. Dan vertellen ze dat en repareren we samen het boek. Ik geef de leerlingen alle vertrouwen en ik krijg dat vertrouwen ook terug. Er is nog bijna nooit een boek zoekgeraakt of moedwillig vernield. En als ze toch eentje zouden stelen, dan vind ik dat niet eens zo erg. Als ze maar lezen.”
Klasse Magazine
BOEKEN MOETEN ZIJN WAAR KINDEREN ZIJN • Zoek je boeken tweedehands. Laat aan iedereen weten dat je boeken zoekt. Zo verzamel je heel wat tips en giften van mensen die opruimingen doen. • Bouw een goeie relatie met de uitbaters van boekenwinkels in je buurt. Ze helpen je met je selectie, helpen je de nieuwe releases op te volgen en geven af en toe promotiemateriaal door dat je in de klas kan gebruiken. • Boeken moeten zijn waar de kinderen zijn. Sluit ze niet op in de klasbibliotheek maar leg ze in de gangen, leen boeken uit in de eetzaal. • Moeilijke lezers? Geloof dat er voor ieder kind minstens één boek bestaat dat niet saai is. Er zijn doe-boeken genoeg, niet?
Een school boordevol boeken kost geld. Hoe pak je dat financieel aan? “We bouwen onze verzameling met giften en met mijn vondsten in de kringloopwinkels en op rommelmarkten. Die boeken betaal ik dan zelf. Ik heb ook een goede band met de boekhandelaar in de buurt. Zij spelen me mooi promotiemateriaal door en laten me als eerste weten wanneer er een nieuwe uitgave op markt is.” De kinderen lezen niet alleen. Ze maken ook zelf boeken? “Ik bouw veel lessen op met teksten van mijn leerlingen. Zij schrijven verhalen bij beelden of uitstappen en duiken in andere boeken op zoek naar meer informatie. Zo komen ze tot verhalen. Die teksten lamineren we en binden we in tot boeken die ze aan elkaar voorlezen. Die boeken mogen ze ook bijhouden. Een van mijn leerlingen maakte een stripje over de dood van haar mama. Ze bladert daar geregeld in terug. Ik gaf haar ook een boek mee met een gelijkaardig verhaal. Ik hoop dan dat ze zichzelf daarin herkent en troost vindt, en dat ze verdriet en verlies kan leren plaatsen.”
49
En wat als het echt niet klikt tussen leerlingen en boeken? “Dan blijf ik zoeken naar dat ene boek. Ik vertrek daarbij altijd vanuit de noden, interesses en het leesniveau van het kind. Maar ik verplicht niets, kinderen maken zelf hun leeslijst. Onlangs stapte een kind in paniek naar mij omdat ze dacht dat IS in Brussel oorlog voerde. Wat bleek? Ze had in de krant een flard van de Israëlische vlag gespot met de letters I en S en een helikopter. Hun nationale ploeg speelde de dag daarvoor tegen onze Rode Duivels. Om haar het beeld te laten begrijpen, liet ik haar een stukje over die gebeurtenis lezen in de Wablieft-krant, waar nieuws zo eenvoudig mogelijk verteld wordt. Die tekst stelde haar gerust. Het is mijn ambitie om kinderen met emotionele problemen via boeken en teksten te laten ontdekken hoe andere mensen met die problemen omgaan. Daarbij toon ik voortdurend mijn eigen passie voor boeken. Dat werkt. Kinderen pikken die passie op.”
KLAS TIP
Klasse Magazine
R LE
A RT ENKA R A
OP STAP M
ET
JE
Samenstelling Anne Siccard
INTERACTIEF AVONTURENPARK MAGIE IN BRUSSEL
3D WORLD, MAGIC & FUN WINTEREDITIE In deze interactieve tentoonstelling met grote geschilderde decors is de bezoeker de ontbrekende schakel. Speel een (hoofd)rol in grappige scènes. Maak een selfie met een gorilla of vlucht voor een luipaard. Maar je kan ook Darth Vader uitdagen of Marilyn Monroe ontmoeten. Of samen aan de voetbaltafel spelen met Zidane, Pele én Maradona. Jij bent de held en geniet nog lang na van leuke foto’s. Op de locatie kan je ook diverse parels uit het Belgische erfgoed bezoeken. Koninklijke Sint-Hubertusgalerijen Brussel – van 19 december 2015 tot 3 april 2016 – www.3DWorldBelgium.be – 30 procent korting met de Lerarenkaart (7 i.p.v. 10 euro), maximaal 4 personen per kaart WIN: 25 x 2 vrijkaarten – deelnemen voor 3 januari via klasse.be/win
50
HET PASS Op een uur rijden van Brussel vind je het Pass, een avonturenpark dat op een oude, beschermde steenkoolmijn ligt. Wetenschap, technologie en samenleving ontmoeten er elkaar. Het park van 28 ha omvat verschillende observatoria. In het observatorium van de terril (slakkenberg) verneem je meer over zijn ecosysteem en geschiedenis. Het observatorium van de tandwielen geeft je een andere kijk op natuurkunde. Bezoek ook het beeldenpaleis en bekijk de film ‘H2O’ op vijf reuzenkubusvlakken. Het Pass Frameries – www.pass.be – gratis met de Lerarenkaart Extra voordeel: lerarendag op zondag 28 februari 2016 – van 13.00 tot 18.00 uur – gratis voor leraren, collega/partner en maximaal 4 kinderen – inschrijven via www.lerarenkaart.be/inschrijven
Klasse Magazine
NIEUW! MUSEUM
TRAIN WORLD In Train World ontmoet je heden, verleden en de toekomst van de Belgische spoorwegen. Je ontdekt hoe de trein een hoofdrol kon spelen doorheen de tijd. En je kan er ook de Pays de Waes bezichtigen, de oudste stoomlocomotief in Europa, maar ook diesel- en elektrische locomotieven. Laat je onderdompelen in de wereld van de reiziger. Stap binnen in het authentieke baanwachtershuisje, waar je terechtkomt in de tijd van Expo 58. Train World Schaarbeek – www.trainworld.be – gratis met de Lerarenkaart
© Levin den Boer
Extra voordeel: lerarendag op zaterdag 20 en zondag 21 februari 2016 van 10.00 tot 16.30 uur – gratis voor leraren lager en secundair onderwijs en kinderen tot 6 jaar – andere prijzen, programma en inschrijven: www.lerarenkaart.be/inschrijven
THEMATENTOONSTELLING MUSICAL
HET GROTE sEKSPERIMENT
ASSEPOESTER Er was eens … Assepoester, een bloedmooi meisje dat uitgebuit werd door een gemene stiefmoeder. Duik opnieuw in je kindertijd met de musical ‘Assepoester’, voor jong en oud, vol humor. Blijf na de voorstelling nog even hangen en ontmoet in de foyer enkele sprookjesfiguren. Op vrijdag 1 en zaterdag 2 april (15.30 en 19.30 uur) en zondag 3 april (13.30 en 17.00 uur) 2016 in Cultuurcentrum Evergem en op vrijdag 8 april (15.30 en 19.30 uur) en zaterdag 9 april 2016 (13.30 en 17.00 uur) in Schouwburg NTGent – www.event-team.be WIN: 75 leraren winnen een gratis ticket (t.w.v. €15 - €20) voor een voorstelling naar keuze. Familieleden krijgen korting. Neem deel via www.event-team.be/klasse
51
Hebben jongens en meisjes andere talenten? Wie heeft meer ruimtelijk inzicht, wie is een kei in multitasken of techniek? Ontdek met je leerlingen op een interactieve manier hoe verschillend (of gelijk) we zijn. Zie je aan een skelet of het mannelijk of vrouwelijk is? En waarom vinden we verpleegster een job voor vrouwen, maar denken we bij elektricien aan een man? Doe bij aankomst op de thematentoonstelling ‘Het Grote sEKSPERIMENT’ je elektronische armbandje om. Zo start je de opstellingen en hou je je resultaten bij. Aan het einde kan je jouw score vergelijken met die van de anderen. Technopolis® Mechelen – www.technopolis.be – gratis met de Lerarenkaart
Klasse Magazine
FILM
GRATIS VERTONINGEN
HE NAMED ME MALALA De vijftienjarige Malala Yousafzai werd in het hoofd geraakt toen de Taliban op haar schoolbus schoot. Ze was het doelwit omdat ze openlijk pleitte voor onderwijs voor meisjes in Pakistan. Ook na de aanslag blijft ze strijden voor educatie en voor de rechten van kinderen over de hele wereld. In december 2014 werd Malala de jongste Nobelprijswinnaar ooit. De documentaire ‘He named me Malala’ brengt haar verhaal in beeld.
52
Woon gratis met een extra persoon een vertoning bij op zondag 17 januari 2016 om 10.30 uur in Kinepolis Gent, Kinepolis Leuven, Kinepolis Hasselt of Kinepolis Brugge. Schrijf je in op www.lerarenkaart.be/inschrijven. Je weet meteen of je een ticket wint. De mail die je ontvangt, geldt samen met je Lerarenkaart als toegangsbewijs. De documentaire ‘He named me Malala’ is een liefdadigheidsproject: 20th Century Fox doneert de opbrengst aan het Malala Fund. Vanaf 15 januari 2016 is een lesmap beschikbaar voor leraren.
Op stap met je Lerarenkaart
Klasse Magazine
NIEUW!
TENTOONSTELLING
DE ZESDAAGSE MUSEUM
ADAM – ART & DESIGN ATOMIUM MUSEUM Vlakbij het Atomium ligt het Art & Design Atomium Museum. Daar ontdek je duizenden voorwerpen in plastic uit de jaren 1960-2000, variërend van dagelijkse gebruiksvoorwerpen tot kunstwerken. Deze permanente collectie, ‘Plasticarium’, is uniek in de wereld. Pedagogische workshops en activiteiten voor kinderen en schoolgroepen worden georganiseerd in samenwerking met het departement Atomium Expo en la Fondation pour l’Architecture. ADAM Brussel – www.adamuseum.be – korting met de Lerarenkaart (8 i.p.v. 10 euro) © afbeelding: Art & Design Atomium Museum, ADAM, Brussel
53
Herbeleef de hoogdagen van de Belgische zesdaagse in het Huis van Alijn. Je ontdekt de rijke historiek en het wielererfgoed van baanwielrennen. Het ronken van derny’s, de geur van Algipan, het krakende ovaal en de schreeuw van de winnaar: ’t is koers! Voor leerlingen uit het secundair onderwijs is er een rondleiding op maat. Via opdrachten kijken en reflecteren zij. Hoe lang bestaat de fiets al? Waarom fietsten vrouwen en mannen vroeger apart? Wie kreeg ooit het gekke idee om zes dagen te fietsen in een piste? De leerlingen horen, voelen, ruiken, doen en dromen. Het Huis van Alijn Gent – tot 10 april 2016 – www.huisvanalijn.be – korting met Lerarenkaart (4,50 i.p.v. 6 euro) Extra voordeel: lerarendag op woensdag 27 januari 2016 van 14.30 tot 16.00 uur – gratis met de Lerarenkaart – reserveren is noodzakelijk: 09 269 23 50 of info@huisvanalijn.be
Klasse Magazine
De startende leraar
Wie is Anne Fraeys? • volgde Latijn-moderne talen • lerarenopleiding lager onderwijs • uit onderwijsfamilie, moeder in buitengewoon onderwijs • sinds 1 september leraar in een Daltonschool in Zolder
54
Klasse Magazine
Volg Juf Anne op annestart@ instagram.com
De startende leraar
“Waar is mijn tijd naartoe?” Avondjes uit met vriendinnen of samen met je lief een film meepikken in de bioscoop? En tussendoor studeren? Met die combinatie had Anne tijdens haar studentenjaren geen enkele moeite. Maar sinds september moet ze de feestjes steeds vaker schrappen. “Vadertje tijd, is het al december? Ik volg niet. Waar is al die tijd gebleven?” Over haar ervaringen tijdens haar startersjaar schrijft ze vier keer in Klasse Magazine. “De allereerste dagen, weken en maanden als ‘echte’ leraar waren overrompelend. Hier kan geen enkel pas afgestudeerd groentje op voorbereid zijn. Een maand voor de klas leert je meer over hoe je met kinderen moet omgaan dan drie jaar opleiding. Opeens moet je ook alles zelf aanpakken: brieven naar de ouders opstellen, toetsen verbeteren, spreken met CLB-medewerkers en ouders, overleggen met therapeuten. En als dat allemaal gelukt is, wil je de volgende dagen niet onvoorbereid je klas in en dus maak je ’s avonds eigen lessen. Want die moeten goed zijn.” “En natuurlijk wil ik mijn lessen geven in een leuk lokaal waar kinderen zich goed voelen. Nog een to do dus – eentje waar ik niet bij stilgestaan had: een leraar onderhoudt zijn eigen klaslokaal. Ook daar kruipt tijd in. De frisse groene planten verwelken jammer genoeg door mijn gebrek aan aandacht. (RIP plantjes – volgend semester probeer ik het opnieuw – en welkom spulletjes van IKEA. Lekker handig, die geven kleur aan de klas en hebben geen water nodig).” “Sinds 1 september stop ik dus al mijn tijd in de klas, bij ‘mijn kindjes’. Het valt me op dat ik ‘mijn kindjes’ zeg. Zo voelt het allemaal wel een beetje. Mijn schatjes, mijn deugnieten, mijn helden. Wondermooi, toch? Elke dag maak ik graag veel tijd voor ze. Ook na drie maanden van stapels werk, van lange dagen die redelijk dodelijk zijn voor mijn sociale leven, verkondig ik aan vrienden nog altijd met veel trots dat ik het mooiste beroep ter wereld heb. Kinderen laten groeien, dat wil ik elke dag doen. Al moet ik wellicht niemand
55
uitleggen dat ik wel blij was met een weekje herfstvakantie. Even wat rustiger ademhalen en mijn sociaal leven verwelkomen.” “Lesgeven is immers geen job van 9 tot 16 uur. Als nuchtere meid had ik die uren aan mijn bureau wel ingecalculeerd. Maar soms is het lastig om, als ik om half zes thuiskom, aan de aantrekkingskracht van mijn luie zetel of een avondje uit te weerstaan. De berg verbeterwerk verdwijnt helaas niet vanzelf. Waardoor ik weer eens geen tijd heb voor vrienden of familie, een etentje moet afzeggen of mijn vriend niet de aandacht kan geven die hij verdient. Altijd zit het werk van morgen in mijn hoofd. Want de job laat me niet los. Ik hou enorm van mijn werk en vind de school top. Elke minuut die ik investeer in mijn leerlingen loont. Hun blije gezichtjes herinneren me daar elke dag aan.” “Die drukke agenda heeft me wel leren plannen. En daar ga ik de volgende maanden alleen maar sterker in worden. Het doel: evenwicht vinden tussen werk en privé en dubbel zo hard genieten van de momenten waarop ik kan ontspannen. Die ideale mix wil ik vinden. Gelukkig zijn mijn vrienden en familie geweldige supporters. Ze steunen me en begrijpen me – ook als ik even geen tijd voor ze maak.” Tekst Anne Fraeys Beeld Jeroen Mylle
MAAK JIJ GENOEG TIJD VOOR JEZELF? DOE DE TEST OP KLASSE.BE EN SPEEL DE ZELFZORGBINGO KLASSE.BE/8199
Test
Test
ZELFZORGBINGO Vink AAN waar jij de afgelopen twee weken géén tijd voor hebt gehad. Drie vakjes aangevinkt? BINGO! HOOG tijd voor zelfzorg.
ZELFZORGBINGO Vink AAN waar jij de afgelopen twee weken géén tijd voor hebt gehad. Drie vakjes aangevinkt? BINGO! HOOG tijd voor zelfzorg.
Klasse Magazine
“Plots zie ik een leerling met een machinegeweer” Leraar Muhammad Kabbani vluchtte naar België.
Tekst Michel Van Laere Beeld Jens Mollenvanger
4,5 jaar lang verschroeit de oorlog alle scholen in Syrië. Muhammad Kabbani ziet hoe zijn school een schild wordt voor de rebellen. Hij vlucht naar België. “Zonder onderwijs dreigt een generatie van kinderen en jongeren verloren te gaan, terwijl zij het land opnieuw zullen moeten opbouwen.” Mission Hopeless?
Muhammad woont in Aleppo, de tweede hoofdstad van Syrië en door zijn ligging naast Turkije economisch belangrijk. Een toeristische trekpleister ook met het oude stadscentrum. In 2012 studeert Muhammad er af als fysicus aan de faculteit Wetenschappen van de universiteit. “De oorlog is dan nog ver weg in het land en we denken dat de Arabische lente, zoals in Tunesië, ook bij ons snel voorbij zal zijn. Maar je voelt de crisis al wel. Labs en wetenschappelijke instellingen sluiten. Ik besluit om les te geven en een centje bij te verdienen in het restaurant van mijn vader. Tegelijk probeer ik te doctoreren aan de universiteit.” “Lesgeven is verwondering creëren” “Fysica is een supervak, het is de moeder van de natuurwetenschappen. Je kan er elk fenomeen mee verklaren. En daar ben ik gek op. Lesgeven is niet de hoofden vullen, is niet uit de boeken doceren. Lesgeven is verwondering creëren,
56
Klasse Magazine
Wie is Muhammad Kabbani? • leraar fysica uit Aleppo • gevlucht uit Syrië op 28 augustus 2015 • op 11 september 2015 onder dak in het opvangcentrum van het Rode Kruis in Sijsele • stichtend lid van ‘Peace Project Sijsele’ • wil graag doctoreren
“Scholen zouden eilandjes van vrede moeten zijn” ‘opening minds and mouths’ en met die verwondering aan de slag gaan. Vertel leerlingen dat mensen zich tientallen jaren geleden afvroegen hoe ze een telefoon konden maken zonder draad. Nu heeft iedereen zijn mobiele telefoon. Welke vragen worden vandaag gesteld en welke oplossingen vinden we? Dat is goed onderwijs.” Zwarte vlag op school In 2012 start Muhammad als leraar in een basisschool voor 6- 14-jarigen. Omdat er door de oorlog dan al te weinig schoolgebouwen beschikbaar zijn, geeft hij les in shiften. De ene groep leerlingen komt ’s ochtends, de andere groep zit in de namiddagshift. “Niemand denkt op dat moment dat de oorlog zal escaleren. Tot plots vrachtwagens de buurt binnenrijden. Heel snel bezetten rebellen de school recht tegenover het restaurant van mijn vader. Ze hijsen er de zwarte vlag en installeren mitrailleurs op het dak. De school
57
wordt hun schild. Enkele dagen later zie ik leerlingen van 13 met een machinegeweer.” “Na een maand is de buurt ‘doomed’. Elke regelmaat is kapotgeschoten en de stad wordt verdeeld tussen het regeringsleger, de rebellen en IS. Ze beschieten en bombarderen elkaar voortdurend. Ons restaurant moeten we sluiten en we trekken naar de andere kant van de stad waar het regerings leger orde probeert te houden. Ook daar is het nooit veilig. Tijdens een practicumles aan hogeschoolstudenten in Aleppo loopt het fout. Ik hoor de harde en doffe geluiden van inslaande bommen en moet de les stoppen. Ik vraag iedereen om onder de tafel te schuilen. De angst vergeet ik niet. Gelukkig loopt het goed af. Maar iets in mij breekt.” Scholen gaan ondergronds “Een oorlog maakt veel kapot, maar het laatste wat mag stoppen in zo’n bezette stad is onderwijs. Ik zie hoe leraren er alles aan doen om de kinderen die er nog zijn les te geven. Ouders zijn bang om hun kinderen naar de school te sturen en tegelijk bang voor de ‘lost generation’. Zij zijn het die de stad en het land terug moeten opbouwen. Scholen zouden eilandjes van vrede moeten zijn, maar in het rebellengebied moeten ze ondergronds gaan: in kelders, vaak met generatoren, geen speeltijd, binnen blijven. Veel lesmateriaal is er niet. Leraren doen hun werk vrijwillig of worden door
Klasse Magazine
Wat weten we van Syrië? • telde tot voor de oorlog 23 miljoen inwoners • 11 miljoen Syriërs zijn op de vlucht, 5 miljoen naar het buitenland • 3,5 miljoen kinderen gaan niet meer naar school • voor de oorlog ging 93% van de kinderen naar de lagere school, in het secundair was dat 67% • 90% van de bevolking is geletterd, dat is boven het gemiddelde van de regio en vergelijkbaar met Turkije • in rebellengebied zou nog amper 6% van de kinderen naar school gaan
hulporganisaties als Unicef betaald. Mijn vrouw is ingenieur en geeft nog steeds les: aan de regeringskant van de stad. Ook daar worden schoolgebouwen ingezet, als schuilplaats voor burgers die door de bombardementen hun huis verloren zijn. In de weinige scholen die nog open zijn, tellen de klassen meer dan zestig leerlingen. Mijn vrouw geeft nu les aan groepjes kinderen bij ouders thuis. Zij betalen haar.” Legerdienst 4,5 jaar woedt de oorlog in alle hevigheid. “Het is gek hoe kinderen de situatie gewoon worden. Ze kijken naar de vliegtuigen en zien de bommen vallen en ze lachen. Alsof het in een film is. Twee, drie uur na een bombardement komt iedereen weer buiten en struikelt het leven verder. Veel inwoners vluchten. Ik probeer verder te studeren en mijn doctoraat te halen. Stilaan zie ik in dat dat niet zal lukken. De oorlog doorkruist mijn plannen. Omdat ik verder studeer, heb ik mijn legerdienst altijd kunnen uitstellen. Maar dat uitstel is nu opgebruikt en het regeringsleger kan mij elke minuut oproepen. Dat wil ik niet. Ik wil niet doden of gedood worden. Dus groeit mijn plan om te vertrekken. Ik hoorde al over België, over Brussel. Ik weet dat er goede universiteiten zijn en ik heb er een vriend. Mijn vader steunt mijn plannen. Zonder zijn centen zou ik er niet geraken.”
“Ik snap dat sommige mensen bang zijn van vluchtelingen” Aleppo-Brussel: 4000 euro Op 28 augustus vertrekt Muhammad uit Aleppo met de bus naar Beiroet in Libanon. Van daaruit vliegt hij met een tussenstop in Adana naar Izmir. Daar wil hij de oversteek maken naar het Griekse eiland Chios. “Ik betaal 1200 euro aan mensensmokkelaars. We zitten met 46 volwassenen en 11 kinderen in een boot. De overtocht ’s nachts duurt 4,5 uur. Ook in zulke situaties blijf ik fysicus. Ik vraag hoe lang de boot is:
58
8,18 meter en 2 meter breed. Ik bereken al vlug dat we zonder bagage al 4,5 tot 5 ton wegen. Dat kan zo’n bootje amper aan. Het wordt een moeilijke overtocht. In Griekenland lopen we uren in de hitte langs een spoorweg. In Macedonië worden we op de trein gezet naar Servië en vandaar gaat het deels te voet verder of in kleine vrachtwagentjes van Belgrado naar Wenen. Daar neem ik de trein naar Brussel. De vlucht uit Aleppo kost me aan vervoer en mensensmokkelaars 4000 euro.” “Ik ben bang geweest” “Tijdens de tocht speel ik een spelletje met mezelf, om te overleven: ik beeld me in dat ik geen vluchteling ben maar een toerist, op reis naar een nieuwe bestemming. ‘Hey, hier ben ik nog nooit geweest, wat valt hier te zien?’ Ik probeer niet te veel na te denken. ‘Have fun, you are a tourist’, zelfs als ik op straat of in een park moet slapen. Gek, maar dat idee houdt me overeind.” “Toch ben ik ook echt bang. Als er midden in onze overtocht op zee, een schermutseling uitbreekt op de boot: sommige mensen willen rechtsomkeer maken. Wat zien en voelen die elf kinderen dan? Ik begrijp hun ouders wel, maar tegelijk is het wreed dat je hen meeneemt op zo’n tocht. Schrik heb ik ook in de Hongaarse bossen, om opgepakt te worden. Ook op de trein naar Brussel ben ik echt bang voor de Duitse politiecontrole. Ik wil koste wat kost in België geraken.” Peace Project Sijsele Op 10 september komt Muhammad in Brussel aan. Hij slaapt in het Maximilaanpark. Snel krijgt hij onderdak in het opvangcentrum van het Rode Kruis in Sijsele. “Ik ben heel dankbaar voor wat België voor ons doet. Ik snap dat sommige mensen bang zijn voor vluchtelingen. Om dat imago weg te vegen, zijn we gestart met het Peace Project Sijsele. Met enkele vluchtelingen willen we iets terugdoen voor de gemeenschap. We onderhouden tuinen, doen herstellingen, serveren broodjes in een instelling voor mensen met een handicap. Groot is mijn plezier als ik in de Sint-Pieterschool in Oostkamp simpele fysicaproefjes mag doen: samen een regenboog maken of een lavalamp. Je ziet de interesse van de kinderen en ik voel mijn passie terug. Ik maak in die school ook vrienden. Ik mag daar nu zelfs de lessen mee volgen. Goed voor mijn Nederlands.” “Terug naar Aleppo” Muhammads wereld en leven zitten nu in zijn smart phone. Alle foto’s van zijn vlucht staan er netjes gerangschikt, alsof het vakantiekiekjes zijn, naast het album ‘thuis’. ’s Avonds volgt hij online colleges of leest hij fysicacursussen die hij nog in Aleppo heeft geüpload. “Ik leef opnieuw, maar voel ook de pijn op 4000 km van mijn land. Ik mis mijn vrouw, mijn familie, mijn vrienden, mijn collega’s en ook de klas. Gelukkig is er Facebook en free wifi. Ik mis Aleppo, ‘the city that never dies’. Ik wil graag hier mijn doctoraat in de fysica afwerken. Daarna ga ik terug, als de oorlog voorbij is. Het komt ooit wel weer goed met Syrië en Aleppo. Jullie hebben toch ook een grote oorlog meegemaakt en zie eens waar jullie nu staan.”
Klasse Magazine
59
Advertentie
Klasse Magazine
Werkt crowdfunding in onderwijs?
Getest op Vlaamse Scholen
Expert Ilja De Coster waarschuwt voor te hoge verwachtingen. Tekst Nele Beerens & Bart De Wilde Beeld Jens Mollenvanger
“Crowdfunding is eigenlijk gewoon klassieke fondsenwerving met moderne technologie”, vertelt expert fondsenwerving Ilja De Coster. “Maar terwijl iedereen beseft dat van deur tot deur gaan met een collectebus tijd en energie vraagt, verwachten initiatiefnemers van een online crowdfunding dat alles vanzelf loopt. ‘Snel een website lanceren en het loopt wel los met die schenkingen’. Zo werkt het niet. Alleen als je de basisprincipes voor crowdfunding respecteert, maakt je project een kans.” Welke basisprincipes zijn essentieel? “Pak het zelf in handen. Crowdfunding is hard werken. Zonder een paar zotten of geëngageerde zielen – leraren, ouders en/of directeurs – die ermee gaan slapen en opstaan, lukt het nooit. Met hun passie, uitstraling en morele autoriteit winnen ze anderen voor het project.” “Start vanuit een stevig netwerk. Overtuig mensen in en rond de school om als ambassadeurs je project te verspreiden. Scholen waar een fondsenwerving lukt, hebben een sterk sociaal weefsel, een actieve ouder- en leerlingenparticipatie. In veel scholen zijn oudercomités al heel actieve fondsenwervers. Met een klassieke mosselsouper of wafelenbak brengen ze centen in het laatje. Als scholen nieuwe digitale initiatieven uittesten, moeten ze hen daarbij betrekken. Anders schofferen ze een belangrijke, actieve oudergroep.”
61
“Zorg voor een goed verhaal. Geld geven is een emotionele beslissing. Stop dus emotie in je project. Een student die een crowdfunding start om zijn opleiding te betalen? Kan. Maar ook scholen die een nieuw gebouw of speelgoed willen crowdfunden kunnen emotie in hun verhaal stoppen. Zeker als de school een sterk, expliciet pedagogisch project heeft.” Werkt een beloningssysteem? “Een fysiek beloningssysteem werkt niet. Goede fondsenwerving spreekt mensen aan op hun intrinsieke motivatie om te geven. Ze schrijven geld over omdat ze in het project geloven, niet omdat ze iets in return krijgen.” Zetten scholen in andere landen vaker in op crowdfunding? “In Nederland bijvoorbeeld wel. Daar gaan scholen sneller zelf op zoek naar oplossingen en wachten ze niet tot de overheid alles voor hen oplost. Bovendien zet de Nederlandse overheid al vijf jaar stevig in op goede doelen. Ook binnen onderwijs. Zo kan een (groot)ouder of buurtbewoner die een gift doet voor een onderwijsproject dat fiscaal inbrengen. In ons land is de fiscale regelgeving rond giften niet afgestemd op onderwijs. Dat is federale materie, onderwijs gemeenschapsmaterie.”
Klasse Magazine
weinig succes
“Meer gekost dan opgebracht” Oud-leerlingen en ouders geld vragen voor de renovatie van twee kapellen. Dat bleek toch niet zo’n sexy idee, ondervond algemeen directeur Geert Timperman van het Guldensporencollege in Kortrijk. “We waren al een hele tijd op zoek naar alternatieve financieringsbronnen. Een expert marketing in onze Raad van Bestuur stelde crowdfunding voor. Dat zou volgens hem pas succes hebben als mensen een deel van hun schenking konden recupereren via de fiscus. Dat kon omdat de kapellen erfgoed zijn, federale materie dus.” “Als ‘return’ bedachten we drie formules, afhankelijk van het bedrag dat mensen stortten: ofwel schreven we hun naam in ons ‘Gulden Schenkersboek’, ofwel kwam hun anekdote in ons ‘Verhalenboek’, ofwel vernoemden we een lokaal naar de schenker. Daar zouden ze toch met honderden op afkomen? Al snel kwam de desillusie. We kregen honderd giften, en amper vijf bijdragen voor het verhalenboek.” “We pakten het nochtans professioneel aan. We richtten een werkgroep op met leraren, oud-leerlingen, directie en leden van het schoolbestuur. Onze marketingexpert nam heel veel werk op zijn schouders: copywriting, de website. Allemaal gratis. Alleen als hij zijn communicatiebureau moest
62
inschakelen, bijvoorbeeld voor een fotoshoot, kostte dat geld. We maakten een krant op een paar 10.000 exemplaren, stuurden een mailing uit, deden een bus-tot-bus-actie in de regio, hielden een persmoment, een infoavond voor de ouders. We trokken echt alle registers open.” “Toch werd het geen succesverhaal. Bij (oud)-leraren was het antwoord vaak: ‘We doen al genoeg voor de school’. Bij ouders: ‘Scholen krijgen al zoveel geld’. En er waren maar weinig oud-leerlingen die nog een band met de school voelden. Gelukkig hadden we de werken begroot zonder de crowdfunding. We wisten dat we sowieso geld te kort zouden hebben. Al wat de crowdfunding opbracht, zou de put minder diep maken. Maar het project heeft ons uiteindelijk meer gekost dan het heeft opgeleverd.” “Waar het is fout gelopen? Onvoldoende ingeschat dat de focus op kapellen een aantal mensen heeft ‘afgestoten’ misschien? Ondanks het feit dat we er polyvalente ruimtes wilden van maken, bleek die idee niet aan te slaan. Dat we een secundaire school zijn in een stad, heeft ook niet in ons voordeel gespeeld: de band met ouders en met de buurt is niet zo hecht. Toch hou ik aan het avontuur geen wrang gevoel over. Het was het proberen waard. Intussen zijn we volop bezig met de werken. Die nieuwe kapellen, die komen er. Sowieso.”
Klasse Magazine
succes!
“Klassen ingericht met geboortekaartjes” Gina Simelyn, directeur van GO!-basisschool Vierhuizen in Buggenhout, werd op 1 september van dit jaar fiere meter van twee splinternieuwe klasjes. Om de inrichting daarvan te bekostigen, opende het oudercomité een ‘pamperrekening’.
de leraren hielpen daarbij. Heel wat ouders en mensen uit de buurt stortten een bedrag tussen de 15 en de 50 euro. Vooral de ouders van de kinderen die in de nieuwe containerklasjes les zouden volgen. Hun emotionele betrokkenheid had een positieve invloed.”
“Onze school barstte vorig schooljaar zowat uit haar voegen. Daarom kregen we twee containerklasjes. De scholengroep financierde de bouwwerken, maar kwam niet tussen in de aankleding. Stoelen, banken en smartboard moesten we zelf betalen. Dus gingen we nadenken over een extra inkomstenbron. De obligate koekenverkopen en spaghettifeesten leveren immers niet zo gek veel op.” “Na toestemming van de algemeen directeur, stelde ik een crowdfunding voor aan het oudercomité. Niet dat ik heel hoge verwachtingen had. Veel tijd hadden we niet en we zouden alweer in dezelfde vijver vissen. Maar het oudercomité vond het een leuk idee en ging brainstormen. Zo kwam ze op het idee van de geboortekaartjes.”
“We dachten ook aan een kleine ‘return on investment’. Iets symbolisch. De leerlingen kregen allemaal een tekening van een huisje mee. Wie sponsorde, mocht dat huisje inkleuren. Al die tekeningen verzamelden we in een grote kader en die prijkt nu in de nieuwe klas. De ouders mochten naar de openingsceremonie komen op 1 september en kregen daar … suikerbonen.” “Met die crowdfunding verlieten we de klassieke paden van geldinzameling. Een creatieve poging om dat eens anders aan te pakken. De totale opbrengst was niet zo fantastisch: 1700 euro. Ik had zowat het dubbele gehoopt. Een volgende keer zullen we er meer tijd en energie in moeten investeren. Het doordachter aanpakken, door bijvoorbeeld ook naar bedrijven te stappen. Maar goed, met dat bedrag konden we toch een smartboard en wat kastjes van Ikea aanschaffen. Met nog wat kleine beetjes van overal en de nodige creativiteit zijn we er geraakt. De klasjes zien er piekfijn uit!”
“We lanceerden onze crowdfunding in mei, zo ver mogelijk van onze andere acties. We deelden de geboortekaartjes uit onder de leerlingen en bij lokale handelaars, postten ze op Facebook en lieten een ‘annonce’ in de krant zetten. Ook
63
Klasse Magazine
IA ER T MA
AL
NIEU W
LE S
Samenstelling Patrick De Busscher
ALGEMEEN
DAGEN ZONDER VLEES Van 10 februari tot 26 maart (tijdens de traditionele vastenperiode) loopt opnieuw de ‘Dagen Zonder Vlees’actie. De uitdaging is simpel: 40 dagen minder vlees en vis eten. De actie vraagt dit jaar extra aandacht voor voedselverspilling en lokaal en verpakkingsloos eten om zo onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Voor scholen is er een uitgebreid lessenpakket, met tips voor uitgewerkte lessen tot en met een vakoverschrijdende themaweek. • www.dagenzondervlees.be
ALGEMEEN
KLEUTERONDERWIJS
POËZIE IN DE KLAS
ROEFEL DOEFEL
Van 28 januari tot 3 februari is er de jaarlijkse ‘Poëzieweek’, met lezingen, voordrachten en poëziebijeenkomsten. Op de campagnesite vind je gratis lestips om de liefde voor poëzie over te brengen op je leerlingen.
Smaken, geuren, kleuren, geluiden … Roefel Doefel is een speels kereltje dat allerlei avonturen beleeft. Bij elk verhaal krijg je opdrachten en doe-activiteiten waardoor kleuters bewust leren omgaan met zintuigen. Samen clapsap of een poezensprei maken, tussen de wolken zweven of een grasgrabbelaar nadoen, ‘Roefel Doefel’ (Ann Ceurvels & Huguette Vanden Weghe) maakt de wereld van kleuters kleuriger, geuriger en tastbaarder.
• www.poezieweek.com/school
ALGEMEEN
DIKKETRUIENDAG Kom op maandag 15 februari allemaal met een dikke trui naar de klas, zet de verwarming een paar graden lager en maak zo een symbolisch statement. Ook kleine acties kunnen bijdragen aan oplossingen voor de opwarming van de aarde. Met het educatief materiaal kan je de actie in je klas omkaderen. • www.dikketruiendag.be
64
‘Radio Oorwoud’ is de oplossing. ‘Radio Oorwoud 2 – ’t Is altijd wat in mijn habitat’ is een liedboekje en cd met 13 nieuwe liedjes, met de stemmen van Bart Peeters, Lady Linn, Slongs Dievanongs, Urbanus en vele anderen. Op de website vind je teksten en partituren, achtergrondinformatie en lessuggesties. Op 17 januari stelt Het Radio Oorwoud Showbalorkest de nummers voor in de AB in Brussel. www.radio-oorwoud.be – leraren basisonderwijs kunnen een gratis exemplaar bestellen via www.wwf.be/school – tickets voor 17 januari via www.abconcerts.be
• www.abimo.net WIN! 3 x ‘Roefel Doefel’. Deelnemen via klasse.be/win.
BASISONDERWIJS
RADIO OORWOUD Hoe breng je je leerlingen aan het dansen op thema’s als klimaatverandering, habitatverlies en vervuiling?
BASISONDERWIJS
G-SPORT Een jaar voor de Paralympische Spelen in Rio is er nu een (compleet vernieuwde) website van het Belgian Paralympic Committee met 22 gratis activiteitenfiches. Daarmee breng je je leerlingen (vooral derde graad)
Klasse Magazine
in contact met G-sport. De downloadbare fiches zijn gegroepeerd in 4 thema’s: sensibilisering, informatie, sporten en communicatie. • www.paralympicschoolproject.be
BASISONDERWIJS
DROMEN DOVEN DOOF? ‘Elena droomt doof’ (Kathleen Heylen) vertelt over een meisje dat naar een speciale school gaat voor dove en slechthorende kinderen. De leraren kennen doventaal, maar toch voelt Elena dat ze in twee werelden leeft: die van de doven en die van de niet-doven. Een boekje over anders zijn, voor leerlingen vanaf de derde klas lager onderwijs. Met extra’s: een doe-gedeelte met oefeningen en spelletjes, een gratis lespakket, een filmpje met het volledige boekje vertaald in gebarentaal. • www.averbode.be/leeskriebel WIN! 10 x ‘Elena droomt doof’. Deelnemen via klasse.be/win.
‘Dialectloket’, een nieuwe website rond taalvariatie in het Nederlands. Je vindt er informatieve teksten, geluidsfragmenten, filmpjes en lessuggesties.
BASISONDERWIJS
EERLIJK DUURT HET LANGST Sarah, 10 jaar, Destelbergen, kritisch over de producten die ze eet. Ezra, 12 jaar, Kivu-streek, Congo, zoon van een koffieboer. Zij zijn de hoofdpersonages van ‘Eerlijk duurt het langst’, een nieuw lessenpakket over (on)eerlijke wereldhandel. Oxfam-Wereldwinkels zet je leerlingen in vijf online kant-en-klare lessen aan het denken over wereldhandel en de gevolgen voor producenten en consumenten. Geschikt voor leerlingen derde graad, met lerarenhandleiding en achtergrondinformatie. • www.oxfamwereldwinkels.be/ eerlijkduurthetlangst
SECUNDAIR
STEMRECHT VANAF 16? Is stemrecht vanaf 16 jaar een goed idee? De Vlaamse Jeugdraad wil jongeren aansporen om daarover na te denken en te discussiëren. Daarom zoekt de Jeugdraad leraren tweede en derde graad secundair onderwijs die aan de slag willen met een nieuw lespakket rond stemrecht vanaf 16 jaar, met achtergrondinformatie, een filmpje en een debatoefening. • www.vlaamsejeugdraad.be/ stemrecht16
65
• www.dialectloket.be
SECUNDAIR ONDERWIJS
WORK ACTION HEROES Onzeker, ambigu en complex, zo omschrijft Fons Leroy (VDAB) de arbeidsmarkt. Daarom heeft de arbeidsmarkt ‘helden’ nodig om de ongekwalificeerde jongere, de 50-plusser met bore- of burn-out, de timide sollicitant … te helpen om hun mannetje/vrouwtje te staan. In ‘Work Action Heroes’ presenteert Leroy in Marvel-stijl met levensechte verhalen zes helden, aangevuld met praktische tips van experts, CEO’s en HR-professionals. • www.uitgeverijacco.be WIN! 5 x ‘Work Action Heroes’. Deelnemen via klasse.be/win.
SECUNDAIR ONDERWIJS
DIALECTLOKET Biezebijs, bijzewagen, bimbam, jutekako. Vier Vlaamse dialectwoorden voor één mooi Nederlands woord: schommel. De vakgroep Nederlandse Taalkunde (UGent) lanceerde onlangs
SECUNDAIR ONDERWIJS
BEN X Ben is een jongen met autisme. Hij is anders en de wereld begrijpt hem niet. Op school wordt hij gepest, tijdens het gamen vindt hij rust. Tot de pesters hem ook online achtervolgen en het tijd wordt voor actie. Eerst waren er de film en het boek van Nic Balthazar, nu is er ook de graphic novel door nDurlie (Veerle Colle). • www.lannoo.be/ben-x-0 – dit boek is genomineerd voor de ‘Jonge Jury 2016’, stemmen kan op www.jongejury.nl WIN! 3 x ‘Ben X’ (graphic novel). Deelnemen via klasse.be/win.
Advertentie
Klasse Magazine
Samenstelling Patrick De Busscher
OP STA PM ET
J
E
INGEN L R E LE
ALGEMEEN
PIMP JE SPEELPLAATS Kinderen en jongeren die kunnen ontspannen op een groene speelplaats zijn gelukkiger. Ze zijn minder gestresseerd, beter geconcentreerd, hun creativiteit wordt geprikkeld en pestgedrag neemt af. Begin nu alvast te dromen en samen met leraren, ouders en leerlingen plannen te maken om je speelplaats avontuurlijk en natuurrijk te maken. Op www.pimpjespeelplaats.be vind je daarvoor inspiratie en handvatten. Vanaf 1 februari 2016 vind je op deze site het inschrijfformulier en lees je welke ondersteuning je kan verwachten. • www.pimpjespeelplaats.be
BASISONDERWIJS
MINISQUASH Enkele basistechnieken aanleren en je krijgt je leerlingen spelenderwijs aan het sporten! De Vlaamse Squash Federatie (VSF) verhuurt opblaasbare (mini-) squashcourts voor scholen. Ideaal voor leerlingen van 5 tot 12 jaar. • www.vsf.be WIN! Een opblaasbaar minisquashcourt een volledige dag
eens ruzie. ‘Moeder is een noodzakelijk kwaad’ (Route33) is een grappige, broze, herkenbare voorstelling, gespeeld door twee mannen. • www.route33.be
gratis op school. Deelnemen via www.klasse.be/win.
BUITENGEWOON ONDERWIJS
AMMOR Met ‘Ammor’ brengt vzw Het Huispaleis theater voor een publiek met een verstandelijke of meervoudige beperking. Het is het verhaal van een cowboy en zijn paard, die samen op zoek gaan naar de liefde en tijdens een zoektocht vol beelden, geluiden en geuren in allerlei wonderlijke werelden belanden. Het Huispaleis speelt voorstellingen in de daarvoor compleet verbouwde kapel van DVC Sint-Jozef in Kalmthout. • www.hethuispaleis.be
SECUNDAIR ONDERWIJS
THE CALL OF THE ROCKIES Missionaris Pieter Jan De
67
Smet was pleitbezorger van de Amerikaanse indianen, advocaat van de vrede en bemiddelaar met de Amerikaanse regering. In zijn vele brieven beschrijft hij de schitterende 19de-eeuwse indiaanse kledingstukken en wapenrusting van de indianen. De gratis tentoonstelling ‘The Call of The Rockies’ (5 februari tot 1 mei 2016) toont daarnaast ook het verhaal van de missionarissen die, tot vandaag, in zijn voetsporen traden. • www.caermersklooster.be
SECUNDAIR ONDERWIJS
MOEDER IS EEN NOODZAKELIJK KWAAD Een moeder en haar tienerzoon. Zijn ontluikende seksualiteit. Haar overbezorgdheid. Zijn groeien naar volwassenheid. Haar angst. Zijn onzekerheid. Ze praten, lachen, maken ruzie, leggen het bij, lachen en maken nog
Gratis promovoorstelling op donderdag 25 februari 2016 om 20.00 uur in GC ’t Gasthuis in Wijnegem. Reserveer je plaats via www.klasse.be/win.
SECUNDAIR ONDERWIJS
PLAY AGAIN Wat als je je leven kon overdoen? Stef zit wegens zinloos geweld in de gevangenis. Hij krijgt een nieuwe kans: via virtual reality kan hij zijn leven overdoen. Zal het Stef lukken om, met hulp van jouw leerlingen, betere keuzes te maken? Het resultaat is telkens te zien via videoprojecties. ‘Play Again’ (Theater van A tot Z en Educatief Theater Antwerpen) is bedoeld voor leerlingen vanaf 14 jaar, vooral jongeren uit bso en tso en anderstalige nieuwkomers. Aan een schoolvoorstelling kan je een nabespreking koppelen met ex-gedetineerden en inhoudelijke workshops. • www.theaterAZ.be
WAAR IS MIJN LERARENKAART? check het op www.klasse.be/lerarenkaart
Zat je Lerarenkaart bij dit magazine? Dan ben je klaar voor een nieuw jaar vol kortingen! Nog geen Lerarenkaart gezien? Dan ligt je Lerarenkaart klaar in je lokale bibliotheek of heb je geen recht op een Lerarenkaart. Check het op www.klasse.be/lerarenkaart
Klasse Magazine
B
LINGEN O H C IJS
NAVORMIN
GE
N
&
Samenstelling Patrick De Busscher
ALGEMEEN ALGEMEEN
PEOPLE SKILLS Hoe voorkom je dat een gesprek met een puber uitloopt op een welles-nietesdiscussie? Hoe kan je je directeur kritiek geven? ‘People Skills’ van Robert Bolton beschrijft hoe heldere en efficiënte communicatie het verschil kan maken en toont hoe je overtuigend kan zijn, beter leert luisteren en ruzies kan oplossen. • www.mavenpublishing.nl WIN! 3 x ‘People Skills’. Deelnemen via klasse.be/win.
ALGEMEEN
CREATIEVE SCHOLEN Hoe kom je tot een succesvol schoolsysteem? Onderwijsvernieuwer Ken Robinson introduceert in ‘Creatieve Scholen’ een persoonlijke en organische aanpak om alle jongeren te betrekken bij de uitdagingen van de 21ste eeuw. Het is een boek vol anekdotes, praktijkvoorbeelden en onderzoeksresultaten, bedoeld om iedereen binnen onderwijs te inspireren. • www.unieboekspectrum.nl WIN! 3 x ‘Creatieve Scholen’. Deelnemen via klasse.be/win.
TRAINING TALENTENKAART
ALGEMEEN
3000 JAAR DENKERS OVER ONDERWIJS Heeft onderwijs zin en betekenis? Honderden filosofen, pedagogen, leraren en onderwijskundigen van over de hele wereld dachten/ denken alvast van wel. In ‘3000 jaar denkers over onderwijs’ verzamelt Henk Sissing uitspraken in zes thema’s: onderwijs, leraren, leerlingen, leidinggevenden, ouders en leren. Een boek ter inspiratie, overpeinzing en ‘lering ende vermaak’. • www.boomfilosofie.nl WIN! 5 x ‘3000 jaar denkers over onderwijs’. Deelnemen via klasse.be/win.
ALGEMEEN
MAAK LEREN ‘ZICHTBAAR’ In de voetsporen van Hattie (zie p.36) leren ook ‘zichtbaar’ maken op jouw school? Vlaamse scholen
kunnen een trainingsprogramma volgen om actief aan de slag te gaan met de onderwijsvisie van de Nieuw-Zeelandse autoriteit. • www.lerenzichtbaarmaken.be www.onderwijsservice.be
BASISONDERWIJS
VERTELLEN MET BEELDEN EN POPPEN In de workshop ‘Beeldend vertellen voor en met kinderen’ (18 januari) oefen je technieken om de verhalende creativiteit van je leerlingen te stimuleren. Je leert hoe je hen kan helpen om zelf tot een mooi gestructureerd verhaal te komen. De workshop ‘Poppenspel in de klas’ (19 januari) is een praktische oefening om een pop (of een ander voorwerp) geloofwaardig tot leven te brengen. Verteller/poppenspeler/docent Tom Van Mieghem (Vertelacademie) reist met zijn eigen Theater Hutsepot door Vlaanderen en Nederland. • www.theaterhutsepot.be
69
Odisee Hogeschool Aalst onderzoekt hoe (het maken van) een Talentenkaart het leren van elkaar aanzwengelt en welke invloed dat kan hebben op de startende leraren. Een Talentenkaart brengt de talenten van elke collega in beeld. 50 extra scholen kunnen gratis inschrijven voor een train-the-trainers op 20 of 27 januari 2016 (9.30-15.00 uur, Aalst). Bouw daarna in een eerste workshop (2 uur) de Talentenkaart op met het team. Een maand later sta je in een tweede workshop (1 uur) stil bij hoe de Talentenkaart is ingezet en hoe het team nog beter van elkaar kan leren. Plan de workshops tussen februari en april 2016 als teambuilding of pedagogische studiedag. • www.talentenkaart.be WIN! 50 x train-the-trainers of een gratis workshop voor één basis- en één secundaire school. Mail vóór 15 januari naar sanne. devos@odisee.be
23
Odisee Hogeschool Aalst voert samen met Simon Beausaert onderzoek naar de kracht van een Talentenkaart. Lees meer op p. 23.
Klasse Magazine
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
2 3
Door loper Wars van alle obstakels hebben we alle zwarte vakjes eruitgegooid. Een doorloper noemen kenners dat. Veel succes!
De oplossing van de puzzel is nog steeds je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 1 februari naar klasse.be/win en waag je kans.
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HORIZONTAAL
VERTICAAL
1. voederbak voor beesten én kinderbedje (4) / 1 januari (9) 2. jammer, helaas (6) / wintersport (5) / partij, voorloper van N-VA (2) 3. rock-’n-… (4) / dik, zwaar (3) / voorschriften, regels 4. spotten, minachten (6) / stimulerende stof in koffie (7) 5. lijst, overzicht (5) / hartenbreker (8) 6. dwaas, idioot (Engels, 4) / rechtuit, brutaal (5) / fruit (4) 7. boom (3) / poetst de postkoets (8) / langspeelplaat (afkortingx2) 8. binnenkort (3) / indien (3) / vermaak (4) / plaaggeest (3) 9. soort papegaai (3) / laatstleden (afkorting, 2) / voorzetsel (2) / vriendschap (Frans, 6) 10. gevangeniskamer (3) / (familie) gebeuren rond 25 december (10) 11. Romeinse koning in Judea rond het jaar 0 (7) / grote platvis (6) 12. golfterm (3) / voor of na de kip? (2) / nikkel (symbool, 2) / voorzetsel (2) / baken (4) 13. oude lengtemaat (2) / naar en smal (3) / voorspoedig (8)
1. “Vrede op aarde aan alle mensen van goede wil” (13) 2. Braziliaanse stad (3) / Chinese leider (3) / onwerkelijk (7) 3. hij (Frans, 2) / muzieknoot (2) / glazen pot, beker (6) / klein hert (3) 4. hangen in de kerstboom (6) / ligt op de kerstdis (7) 5. in je buik (5) / compleet, totaal (8) 6. bestaat (2) / inkt (Frans, 5) / … maar rechtvaardig (6) 7. inwoner van Estland (3) / online (geschreven) gesprek (10) 8. jong kind (2) / ongegronde mening (4) / moddervlek (4) / speelgoed (3) 9. vragend voornaamwoord (3) / Frank (afkorting, 2) / plantbeginsel, oorsprong (4) / muzieknoot (2) / mythisch continent (2) 10. persoonlijk voornaamwoord (2) / kruisridder (9) / Belgisch Kampioenschap (afkorting, 2) 11. tegen (4) / winnaar (6) / mannetje van een geit (3) 12. sjieke straat (6) / Vlaamse folkgroep (4) / uitroep (3) 13. Germaans letterteken (4) / Rolls-Royce (afkorting, 2) / leuk, plezant (7)
70
Leerlingen hebben zichzelf levensgroot geschilderd voor het oudercontact. Gegarandeerd leuke reacties. Bewaard op Dialoog school – ouder
Zo zou de speelplaats er al snel beter uitzien! Bewaard op Inrichting klas & speelplaats
Jouw idee hier? Klasse zoekt enthousiaste leraren die samen leuke ideeën willen pinnen of uitwerken. Ben jij zot van Pinterest? Wil jij bij de Pinterest-ploeg van Klasse? Schrijf je dan snel in op: www.pinterest.com/klasse_be
Kleine kinderen kunnen nog niet goed verwoorden hoe ze zich voelen. Laat je kind via deze gevoelskaartjes tonen hoe het zich voelt. Bewaard op Opvoeding – printables
Door elkaar praten?!! Geef zonder iets te zeggen een kaartje. Bewaard op Klasmanagement
COLOFON Klasse Magazine 002 – december 2015 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Waarnemend hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Peter Mulders, Tim Sels Illustratie cover: Jasper Van Gestel – illustraties rubrieken: Joris Thys Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Ann Declercq, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Jef Lemmens, Ann Lips, Ann Nevens, Tim Paternoster, Mieke Santermans, Anne Siccard, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sonja Vandroogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Meer op Klasse.be.
Leer en voz alta Así se elige un buen libro.
1 Todo sirve: cómics, revistas, canciones, libros. 2 Cuenta historias que también te gusten a ti. 3 Elige libros con personajes llamativos e ilustraciones bonitas. 4 Consulta a los niños: ¿sobre qué les gustaría escuchar una historia? 5 Consulta la oferta de libros en la biblioteca y pide consejo.
Wil je reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie.leraren@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, mits je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Micheline Scheys, Departement Onderwijs en Vorming.
is onderwijs en vorming
Abonnement nemen? Je kan abonneren via www.klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van BTW) en loopt gedurende vier opeenvolgende nummers van Klasse. Bpost bezorgt elk nummer bij jouw thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn, je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Wanneer start een abonnement? Een abonnement start pas wanneer de betaling ontvangen is en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor vier opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat? Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dit nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met één nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan abonnementen@klasse.be, met vermelding van je naam, e-mail van inschrijving of abonneenummer, oude én nieuwe adres. Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer één abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor één abonnement.
KLEURIGE BLADWIJZERS VOL VOORLEESTIPS Download ze in het Nederlands en negen verschillende talen op klasse.be/vertalingen. Want voorlezen stimuleert de taalontwikkeling van kinderen. Voorlezen in een vreemde taal is zo ook goed voor hun Nederlands.
72
De Lerarenkaart Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart krijgen deze samen met het decembernummer van Klasse Magazine thuisbezorgd. Lerarenkaart houders die geen abonnee zijn, kunnen vanaf 19 december 2015 hun lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek. Wanneer meer dan een lerarenkaarthouder op hetzelfde adres woont en slechts één van hen is abonnee, kan de abonnee dit melden bij de inschrijving op het abonnement. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar één abonneeadres is een gunst aan abonnees. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde lerarenkaarthouders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt.
de plint bij de horens vatten
Echt merci, we menen het! Aan iedereen die een abonnement nam op Klasse Magazine zeggen we bijna 16.000 keer: dank je wel voor zo veel belangstelling en vertrouwen. Daarom krijg je van ons dit kaartje. Geef het aan iemand die ook iets bijzonders voor jou deed. Iemand op wie jij kan vertrouwen. Of gewoon, zomaar.
Nog geen abonnee? Het is nog niet te laat. Je kan op elk moment van het jaar een abonnement nemen. Dat is geldig voor de 4 volgende nummers van Klasse en kost 10 euro. Alle info op www.klasse.be/abonnementen
Advertentie
Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift december/januari/februari 2015/2016 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699
Exclusief voor Klasseabonnees 100 gratis duotickets & 10 vakantiecheques t.w.v. 125 euro!
Gratis Gladiatoren! Klasse en het Gallo-Romeins Museum in Tongeren verwennen de abonnees van Klasse Magazine
We brengen de abonnees van Klasse Magazine graag in contact met de helden van het Colosseum. 100 abonnees mogen gratis met twee naar de tentoonstelling Gladiatoren in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren.
Tien abonnees krijgen bovendien een vakantiecheque. Zij kunnen een arrangement boeken bij Toerisme Limburg ter waarde van 125 euro.
www.galloromeinsmuseum.be
www.toerismelimburg.be
Doe mee v贸贸r 15 januari via www.klasse.be/win Deze actie is enkel voor de abonnees die betaalden v贸贸r 16 december 2015. Ook abonnee worden? Dat kan op www.klasse.be/abonnementen. Je komt niet meer in aanmerking voor deze actie, maar wel voor alle volgende acties.