Klasse Magazine 034

Page 1

DOMINIQUE VAN MALDER OVER KWETSBAARHEID

DIFFERENTIATIE: NEEMT DE TEGENWIND TOE?

p. 24

p. 52

december 2023

034 – december 2023 – Klasse.be

Bouwen aan democratie Klasse.be

Bouwen aan democratie


Advertentie


ertentie

22.

24.

38.

Leraar Birgitte over haar overstap van de verkoopsector naar het buitengewoon onderwijs.

Dominique Van Malder: “Relativeringsvermorgen en humor zijn ontzettend krachtig, ook in de klas.”

Leraar Kristel timmert met zelfontworpen speelleerboxen aan de executieve functies van haar kleuters.

05. EDITO: ’t Is aan ons!

40. REPORTAGE: Opstromen uit 1B

06. Lezers, volgers, posters

44. SOS-VRAAG: Feestjes

BRIEF:

08. Hoe liep jouw eerste oudercontact?

10.

INTERVIEW:

REPORTAGE:

met collega’s

46. REPORTAGE: “Bijleren

met elkaar én van elkaar”

DOSSIER: Bouwen aan democratie

30. BLOG: “Niet elke leerling voelt zich meteen schrijnwerker”

32. BEELDREPO: Meer rollen dan dagen op openluchtklassen

52. ANALYSE: Is differentiëren te zwaar of te doen?

58. LERARENKAART:

Nieuwe voordelen

73.

DOORLOPER: Win een stapel boeken

CADEAUTJE! Voor jou: je spiksplinternieuwe Lerarenkaart. De start van een jaar vol avontuur en inspiratie, aan mooie kortingen!


Advertentie


Klasse Magazine

Edito

’t Is aan ons!

‘Eén miljoen jongeren kunnen in 2024 voor het eerst gaan stemmen in België. Tien procent van de stempopulatie, een historisch hoog cijfer.’ Op de kick-off van de ’t Is aan u!-campagne van jeugdorganisatie De Ambrassade voel ik enthousiasme. Tientallen organisaties onderschrijven samen één doel: jongeren motiveren om een gefundeerde stem uit te brengen. Maar ik voel ook bezorgdheid, want we zien veel drempels. De informatievloed van partijpolitieke campagnes, het gevaarlijke charisma van influencers als Andrew Tate, moeilijk te doorprikken desinformatie, scherpe taal op sociale media, doembeelden van een klimaatcatastrofe of totaal verdeelde wereld: vinden jongeren wel de moed om actief aan onze democratie te participeren? De Nieuwsbarometer 2022 brengt alvast een lichtpuntje: ‘Jongeren zijn intrinsiek gemotiveerd om het nieuws te volgen.’ Het Apestaartjaren-onderzoek 2022 voegt nog positiviteit toe: ‘Steeds minder jongeren schatten de betrouwbaarheid van nieuws op hun buikgevoel in.’ En uit gesprekken met 528 jongeren afgelopen zomer – op jeugdkampen, in jeugd­voorzieningen, op straat – concludeert De Ambrassade op­gelucht dat ze wel degelijk politiek geïnteresseerd en geëngageerd zijn. Alleen ontbreekt het hen aan vertrouwen in de maatschappij, omdat ze het gevoel hebben niet gehoord te worden. ‘Oef,’ adem ik, ‘de moed is er!’ En tegelijkertijd snijdt die laatste zin. Dat moeten we toch kunnen veranderen? ’t Is toch aan ons, media, politici, jeugdwerkorganisaties, ouders en scholen, om naar hun frisse kijk op de wereld te luisteren? Om hun maatschappelijke bevlogenheid aan te blazen? Om hun vertrouwen te sterken? Om de moed niet te laten zinken? Maar hoe? Jouw wijze raad lijkt er bij je leerlingen zo terug af te glijden. En die keer dat je een woke thema in je de klas toeliet, ontplofte de boel. Duurzame democratische vorming steunt op stevige fundamenten: een open en veilig school­ klimaat dat aanzet tot wederzijds begrip, constructieve dialoog en participatie. Een werk van elke dag, ook buiten de verkiezingsperiode om. Een werk van de hele school, niet enkel van die leraar geschiedenis of burgerschap. Een geduldig werk, want inzicht neemt tijd. Maar bovenal: een werk met veel impact, want leraren doen ertoe. Tine Jellasics – redacteur Klasse tine.jellasics@klasse.be

’t Is aan u! is een project waarmee jeugdorganisatie De Ambrassade – in samenwerking met een brede waaier aan partners en een ploeg van honderd jongeren – ‘first voters’ centraal wil zetten in verkiezingsjaar 2024.

5


Klasse Magazine

Lezers, volgers, posters

Lezers, volgers, posters Tekst Simon Verbist

@VynckePieter – Hoe gaan we in de toekomst om met de gsm? Bij die vraag betrekken we iedereen op school. Boeiende oefening. Ik was vooral positief verbaasd over hoe volwassen onze leerlingenraad hierover kon reflecteren … #onderwijs

YOUTUBE - KLASSE

Rekentraining Om het wiskundeniveau van haar leerlingen op te krikken, grijpt basisschool A-HA! in Kontich terug naar methodes uit de oude doos: elke dag een uur drillen en herhalen. Na vijf weken staat de school zelf versteld van het resultaat. Leraar Ellen: “Leerlingen gaan er gemiddeld twee schooljaren op vooruit.” Bekijk op YouTube hoe ze samen met het hele team de rekentraining inzet.

6

KLASSE.BE

“De druk op het volwassenenonderwijs toont ook de noodzaak ervan” Leraren Sofie en Leen vertellen op Klasse.be hoe zij tegemoetkomen aan de complexe zorgnoden van hun diverse groep cursisten.


Klasse Magazine

WEBINAR LEZEN

Volzet! Jullie volgden massaal de webinar rond het vorige magazinedossier, ‘begrijpend lezen’.

INSTAGRAM - KLASSE

Na een hobbelig parcours vond leraar Conchita haar plek voor de klas. In de Canvas-reeks ‘Hoe was het op school’ is ze een van de leraren die het verhaal van vijftig jaar onderwijs in Vlaanderen vertellen.

Als abonnee van Klasse Magazine krijg jij als eerste de kans om deel te nemen. Zeker zijn van je plekje bij de volgende webinar over extreme uitspraken in je klas? Schrijf je in via deze QR-code en ga van conflict naar gesprek!

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE FACEBOOK - PAS VOOR DE KLAS

Hoera! Onze Facebookgroep Pas voor de klas telt sinds kort meer dan 20.000 starters. 24 uur op 24 dé plek voor vragen en antwoorden. Ruimte om je hart even te luchten én om elkaar een hart onder de riem te steken. Of zoals deze zij-instromer het mooi verwoordt: “Onlangs vertelde ik vol passie in mijn klas dat mijn job eigenlijk mijn hobby is (en omgekeerd). En dat ik me de gelukkigste persoon op aarde voel.” “Ik heb soms ook negatieve gedachten of huil bij opmerkingen van leerlingen. Maar sinds 1 september sta ik in een school die me steunt en begrip heeft voor moeilijke dagen. Waar collega’s op korte tijd vrienden werden en ik soms al dansend mijn lessen start of op de speelplaats rondloop. Het is zó belangrijk op een school te staan die begrip toont voor alle moeilijke (en makkelijke) dagen en collega’s te hebben bij wie je kan ventileren.” “PS Veel succes met de kerstperiode. Ze is pittig, maar de rust is in aantocht.”

7

1. VERLOF BUITEN DE SCHOOLVAKANTIES: MAG DAT? 2. WAT DOET EEN LEERONDERSTEUNER OP JE SCHOOL? 3. DE ONDERWIJSINSPECTIE DOORGELICHT: IS ZE TÉ ZACHT IN DE BOODSCHAP? 4. SCHEURPOSTER VOOR COMPLIMENTEN OP SCHOOL 5. ZO HELP JE LEERLINGEN DE VRAAG BETER TE LEZEN


Klasse Magazine

Hoe voelde jij je die eerste keer?

Hoe voelde jij je die eerste keer? Klasse vraagt drie leraren naar hun eerste keer. Dit nummer: hoe voelde jij je bij je eerste oudercontact?

Tekst Tine Jellasics Beeld Alexandra Bertels, Katoo Peeters & Tine Schoemaker

SNOTAAP “Eenentwintig was ik bij mijn eerste oudercontact. Toch jong om advies te geven over iemands kind? Én in een helder betoog… ‘Snotaap,’ streste ik, ‘wat ga je toch vertellen?’ Tot ik mij deze tip herinnerde: stel vooral vragen. ‘Hallo,’ begon ik, ‘blij met de resultaten van je zoon?’ De ouders vertelden honderduit. Een goed gesprek en gedeelde verantwoordelijkheden, niet de gevreesde monoloog. Oef.” Rob Langenakens, startende leraar wetenschappen, College Essen

8


Klasse Magazine

GEZELLIG “Voor mij was het minder spannend: ik was toen geen klastitularis en hoefde het gesprek nog niet te leiden. Plus, ik kende die ouders eigenlijk al. Een korte lijn met de ouders is in het buitengewoon zó belangrijk. Dus komen ze in de eerste schoolweek in de klas op bezoek. Formule: receptie + activiteit. Een opdracht die we later ook in de les doen. Gezelligheid verbindt.” Marie Heylen, leraar buitengewoon secundair, ParcivalSteinerschool Antwerpen

WHATSAPP “Ook als praktijk­ leraar wil je een nauwe band met ouders. Ik vraag hen de eerste schoolweek of ze in mijn oudergroep op WhatsApp willen. Eentje waar alleen ik in kan posten, welteverstaan, anders regent het meldingen. Zij appreciëren die extra moeite, want een dagelijkse Smartschoolcheck lukt niet voor iedereen. En mijn oudercontacten zijn een pak gemoedelijker. Win-win.” Miet Briers, leraar elektriciteit, Atlas College Genk

9



Dossier Democratie

Klasse Magazine

Dossier Democratie

Giet stevige fundamenten Israël-Palestina, scherpe verkiezingstaal: hoe vermijd je als school een toxisch wijzijklimaat? KA Antwerpen, Atlas College Genk en Sint-Angela Tildonk bouwen aan een stevig fundament van democratische waarden. Door te metselen met empathie en reflectie. En te cementeren met dialoog en participatie. Expert Maarten Van Alstein (Vlaams Vredesinstituut) evalueert hun bouwprocédé.

Tekst Robin De Vries & Tine Jellasics Illustraties Maaike Canne Beeld Alexandra Bertels

11


Klasse Magazine

Dossier Democratie

Metsel met reflectie en empathie Het Israëlisch-Palestijns conflict bespreken met Palestijnse leerlingen? De Armeense genocide met Armeense en Turkse jongeren die samen in één klas zitten? Leraar geschiedenis en aardrijkskunde Stefanie leerde: het fundament van een constructief gesprek is een open en veilig klimaat. Hoe ze dat opmetselt? Met luister­bereidheid, reflectie en empathie.

12

“Hier op het Koninklijk Atheneum in hartje Antwerpen zijn de klassen heel divers. Verrijkend, maar soms niet simpel. Lesgeven over het Israëlisch-Palestijns conflict? Geef Israël een stem in je verhaal, en je heult voor sommige leerlingen met de vijand. Achter zo’n verhit thema schuilen emoties die je les serieus kunnen ondergraven: leerlingen die mentaal afhaken of de klas op stelten zetten.” “Beladen thema’s dan maar uit de weg gaan? Daarvoor is mijn verantwoordelijkheidsgevoel te groot. Door die thema’s weg te duwen, geef je net voedingsgrond aan zwart-witdenken. En als ze dan in toegenomen vorm terug opborrelen – negen kansen op tien op de speelplaats – heb je een groter probleem.” “En trouwens, probeer ze maar eens te vermijden. Toen ik tien jaar geleden nietsvermoedend lesgaf over de Koude Oorlog, schoot een vinger gedecideerd de lucht in: ‘Mevrouw, jouw verhaal van de Amerikanen als redders klopt niet. Zij hebben de boel net verziekt.’ Een Afghaanse leerling keek er anders naar dan mijn lesvoorbereiding. Daar stond ik schoon,


Klasse Magazine

Maarten Van Alstein, onderzoeker Vlaams Vredesinstituut: “Veel leraren delen dat verantwoordelijkheidsgevoel met Stefanie. En toch gaan ook veel leraren conflicten uit de weg. Onderzoek wijst twee redenen aan: met mijn westers verhaal. Zeggen dat dat perspectief fout is en aan mijn voorbereiding vasthouden die nog dieper op die ‘redding’ zou ingaan? Dat voelde niet juist. Tegelijkertijd had ik nog niet de kans gehad om over die andere visie na te denken. En intussen voelde ik de verwachtingsvolle blik van vijfentwintig leerlingen branden.” ZELFVERTROUWEN “Die situatie maakte mij onzeker. Dus dook ik een jaar lang in de boeken: ik moest mij bewuster worden van de beperkingen van mijn westers referentiekader. Ik moest álles weten. Alleen: de stapel boeken op mijn nachtkastje werd op den duur een dagelijkse reminder aan wat ik nog níet wist. Vermoeiend.” “Bovendien merkte ik: ook kennis lost niet alles op. Tijdens een les over de bigbangtheorie schoot een tweede vinger de lucht in: ‘Mevrouw, dat beginpunt, dat is toch God?’ Ik voelde eerst de neiging om ertegenin te gaan. Maar hoe? Wetenschappelijk is er (nog) geen uitsluitsel over de aanleiding van die big bang. Wie ben ik dan om dat tegen te spreken? Al het inlezen ten spijt, stond ik opnieuw met mijn mond vol tanden. En nog steeds brandden die vijfentwintig paar ogen.” “Het moest anders. Hoe? Leren ‘dat weet ik niet’ zeggen, leren de vraag terugspelen naar de klas, leren luisteren naar wat ik hoorde in mijn klassen, niet alleen naar wat ik las in boeken. En mijn leerlingen beter leren kennen.” KLASVERTROUWEN “In mijn lessen over de big bang calculeer ik nu meer ruimte in. Met ‘ruimte’ bedoel ik tijd én een open geest. Komt die

13

• Tijd: Geef ik voorrang aan het conflict of kies ik voor de geplande – en broodnodige – herhalingsoefeningen voor de toets van morgen? En wat als het in de laatste tien minuten ontploft: riskeer ik dat de bel de discussie op een ongelukkig moment afkapt? Legitieme vragen om te stellen. • Handelingsverlegenheid: Ben ik wel voldoende opgeleid om een verhitte discussie correct te modereren? Wat als leerlingen gekwetst raken? Wat als ik de controle over mijn klas verlies? Vragen die voortkomen uit angst. Leerlingen in dialoog leren gaan, hen leren omgaan met diverse standpunten: het staat in de eindtermen rond burgerschap. Maar de praktijk is complex, wat naar die verantwoordelijkheid handelen soms ontzettend moeilijk maakt. Plus, je bent ook niet alleen verantwoordelijk. Die eindtermen zijn niet vakgebonden. Raakt een leerling gekwetst tijdens een klasdiscussie omdat je klas nooit leerde respectvol met elkaar om te gaan, dan is het aan de school als team om hen die basishouding aan te leren.”

Maarten: “Niet alleen zijn er nog fenomenen die niet wetenschappelijk te verklaren zijn, mensen zijn ook meesters in het rationaliseren van hun intuïtie. Hetzelfde mechanisme zie je bij de aanhangers van complottheorieën: hoe wetenschappelijk onderbouwd een tegenargument ook, de complotgelovers zullen het toch betwisten. Wat jij kan doen: kennis overbrengen en werken aan een houding van openheid en luisterbereidheid. Wat jij niet kan doen: iemand verplichten die kennis te aanvaarden. Vrijheid van gedachte is een recht.”


Klasse Magazine

Dossier Democratie

“Met een open klimaat bereik je sneller meer” Het blijven jongeren, hé. Plus: krasse uitspraken bieden de grootste leerkansen. Toen het over politiegeweld ging, zei iemand: ‘Alle agenten zijn racisten.’ Ik vroeg door: ‘Waarom zeg je dat? Zijn er leerlingen die andere ervaringen hebben?’ Na een gesprek over de oorzaken van ethnic profiling en de bescherming van de rechtstaat, concludeerde die leerling zelf dat niet alles automatisch op racisme wijst. Ook een agent kan een slechte dag hebben. ‘Ja!’, denk ik dan, ‘nuance, inlevingsvermogen!’ Als je die aanboort, bewijs je onze democratie een grote dienst.”

Wie is Stefanie Van Brussel? • geeft 17 jaar les, geschiedenis en aardrijkskunde • partner bij Parallel Histories, een nieuwe manier om de geschiedenis van conflicten te bestuderen

religieuze invulling in de les naar boven, dan zeg ik: ‘We benaderen in mijn les alles vanuit de wetenschap. Maar als jij daar God in ziet, respecteer ik dat. Zelf geloof ik dat er nog een wetenschappelijke verklaring komt. Die twee visies mogen naast elkaar bestaan.’” “En in mijn lessen over de Koude Oorlog vertel ik nu standaard over ‘de visie van een van mijn Afghaanse oud-leerlingen’. Dat helikopterperspectief trek ik door in al mijn lessen. Het toont mijn leerlingen dat ook hun verhaal ertoe doet. Én levert boeiende klasgesprekken op over wat ‘de waarheid’ dan juist is en hoe verschillende partijen die beleven.” “Als iemand iets vraagt waarop ik het antwoord niet ken, volgt: ‘Goh, zo had ik het nog niet bekeken. Ik zou vanuit mijn buik kunnen spreken, maar dat vind ik niet juist. Geef me tijd om het uit te zoeken. Ik kom erop terug.’ Ik schrijf het daarna direct in mijn agenda: ‘X opzoeken!’ Want vergeet niet om er effectief op terug te komen. Toegeven dat je iets niet weet, schaadt het vertrouwen in je klas niet. Maar een niet nagekomen belofte doet het wel afbrokkelen.” “Ook nadelig voor het vertrouwen: een provocerende uitspraak afkappen. In mijn lessen mag alles gezegd worden. Want misschien was die uitspraak niet provocerend bedoeld?

14

“Natuurlijk verlopen niet alle klasgesprekken zonder slag of stoot. En soms zijn uitspraken wél provocerend bedoeld. Ken dus je klas. Aan het begin van het schooljaar graaf ik naar dynamieken, gevoeligheden en werkpunten, onder andere met een vragenlijst. Waar heb je al gewoond? Waar haal je je nieuws? Met de antwoorden stippel ik een bouwplan uit. Veel leerlingen die enkel nieuwskoppen lezen op hun sociale media? Meer mediawijsheid. Een leerling uit een conflictgebied? Voor ik lesgeef over genocide, pols ik bij die leerling: Hoe voel jij je bij die gebeurtenis? Als ik weet wat er speelt, kan ik er rekening mee houden.” VOORTBOUWEN “Zo’n open en veilig klimaat vraagt tijd en inspanning – niet alleen van mij trouwens; het is teamwerk. Maar eens het er is, bereiken we sneller meer. Zo zei een van mijn leerlingen in coronatijd: ‘Dat mensen na de IS-aanslagen bang waren voor álle moslims, maakte mij ontzettend boos. Maar nu ben ik een beetje bang voor Aziatische mensen. Dat is eigenlijk hetzelfde.’ Zo’n inzicht delen met je klasgenoten is zó leerrijk. Maar dat durven je leerlingen alleen als ze weten dat ze er niet raar voor bekeken worden.” “Toen het Israëlisch-Palestijns conflict begin oktober terug oplaaide, hield ik mijn hart vast: ‘Hoe gaan onze leerlingen hierop reageren?’ Er kwamen effectief veel vragen en er was – begrijpelijk – veel emotie. Maar ontaardende conflicten? Nee. Wat ik wél zag: de school als veilige plek, de klas als warme thuis, ruimte voor emoties als boosheid en machteloosheid. Met constructieve gesprekken tot gevolg. Dat gaf ook mij een veilig gevoel: wat er buiten onze school ook gebeurt, een gesprek is altijd mogelijk.”


Klasse Magazine

Maarten: “Uit onderzoek blijkt dat een open klasklimaat samenhangt met burgerschapshoudingen van leerlingen, zoals kennis over politiek, vertrouwen in onze samenleving, het besef dat conflicten deel uitmaken van een democratie en de vaardigheid om die conflicten constructief te doen verlopen. Door ruimte te laten voor verschillende perspectieven, tijdens haar les en in haar lesvoorbereidingen, durven Stefanies leerlingen ook hun mening geven. Zelfs als die afwijkt van die van hun leraar of klasgenoten. Door die dialoog te stimuleren, werkt Stefanie aan burgerschap en – daaraan gekoppeld – democratie.”

Maarten: “Leren luisteren, reflecteren, dialoogtechnieken inzetten en jezelf verplaatsen in de ander zijn vaardigheden die je kan leren. Twee tips: • Focus op het proces: verwacht niet plots alles van leerlingen in het zesde middelbaar; bouw op vanaf het basisonderwijs. Leer kleuters ruzies uitpraten aan de ‘win-wintafel’ en leer lagereschoolkinderen communiceren tijdens kindgesprekken. • Focus op wat al wél lukt: veel leraren passen die vraagtechnieken al meesterlijk toe in pakweg zorggesprekken. Een andere, vaak minder beladen context, maar de onderliggende techniek is wel dezelfde.”

Maarten: “Door vraagtechnieken als de socratische dialoog in te zetten, zeg je impliciet: ik ben geïnteresseerd in jouw ervaring, bereid me daarin te verplaatsen en ze af te toetsen aan mijn eigen denkkader. Ofwel: ik vind het belangrijk om jou beter te begrijpen, want jij doet ertoe. Als leerlingen dat voelen, trek je ze sneller uit hun emotie. Zo de-escaleer je een gevoelige situatie en wordt een gesprek mogelijk.” “‘Voelen’ is daarbij wel een sleutelwoord. Een aanvallende vraag heeft een heel andere intonatie en bewoording dan een vraag uit oprechte interesse. ‘Waarom zegt gij nu zoiets?!’ tegenover ‘De manier waarop je dat zei, kan anderen kwetsen. Ik voel wel dat dit voor jou een belangrijk thema is. Waarom is dat zo?” “Of je vraagtechniek ook effect heeft, hangt natuurlijk af van leerling tot leerling. Iemand die gewoon amok wil maken, breng je vermoedelijk niet tot reflectie. Probeer, maar als je op een muur botst, stop je er beter mee. Je kan het wel na de les terug opnemen: ‘Je overschreed daarstraks een grens. Waarom?’” “Ook begrenzen: kwetsende, immorele of anti-grondwettelijke uitspraken. Een genocide ontkennen, bijvoorbeeld. Of gendergelijkheid in vraag stellen. In die situaties mag je niet de indruk wekken dat alle visies evenwaardig zijn. Verwijs naar de Grondwet of de morele waarden in je klasafspraken of de schoolvisie. Of benoem het effect van die uitspraak: ‘Als je dat zegt, doe je anderen pijn. En jij wil toch ook niet dat anderen jou kwetsen?’”

15


Klasse Magazine

Dossier Democratie

Cementeer met dialoog en participatie Hoe het Atlas College in Genk en Sint-Angela in Tildonk de fundamenten van onze democratie verstevigen? Met dialoog en participatie. Een werf voor het hele team. Want die ene leraar geschiedenis heeft te weinig draagkracht. Een werf met veiligheidsvoorschriften. Want overbelasting kan de motivatie van je team kelderen. Een werf van lange adem. Want een snelbouwformule bestaat helaas niet.

Atlas College Genk ‘Genkse scholieren bespuwen regenboogvlag.’ Met die kop haalde het Atlas College mei 2023 de pers. Wat er precies gebeurd was? Coördinator Zorg Joris: “Tijdens de IDAHOT-week voeren we al vijftien jaar LGBTQIA+-acties. Dat ging altijd goed. Tot nu. Plots begonnen onze leerlingen de vrijwilligers op de speelplaats uit te joelen. Een ontwrichtend gevoel, want we bouwen hier zó aan verdraagzaamheid. Voor niets?”

bezoeken het klaslokaal van hun kind. Bij een drankje, ongedwongen. En we nodigen leerlingen uit op hun klassenraad: in plaats van over hen bespreken we hun schoolloopbaan dan samen met hen. Dat zit nog in de experimenteerfase, maar wordt unaniem warm onthaald. We merken: met dialoog sloop je een toxisch wij-zijgevoel.”

“Achteraf kwamen heel wat leerlingen zich spontaan verontschuldigen. Ze vonden hun eigen gedrag of dat van anderen oneerbiedig en begrepen de sancties – een gedragskaart voor sommigen, herstelgesprekken voor anderen – die we oplegden. Ook uit de klasgesprekken die leraren vlak na het voorval hielden, bleek: het merendeel respecteerde de mening van de vrijwilligers en de school wél. Ook al hebben zij een andere mening over die regenboogvlag, spuwen en uitjouwen vonden ze verre van oké. Maar ze hadden zich laten meeslepen door een paar harde roepers, de kwalijke kracht van groepsdruk.”

“We krijgen daarbij hulp van de stad Genk. Zo loopt er op dit moment een project waarin moeders met een migratieachtergrond scholen op termijn zullen helpen met toezicht houden, uitstappen begeleiden … En eentje waarin leerlingen uit de derde graad opgeleid worden tot ‘Atlas-ambassadeurs’ die de school helpen bemiddelen. Niet enkel een welgekomen versterking, ook meer binding tussen de school, de leerlingen en het thuisfront.”

“Na die gesprekken konden we weer ademen: onze fundering zit dan toch goed. Gelukkig, want daar wordt hier serieus aan gewerkt. Met verbinding als uitgangspunt bouwden we het eerste oudercontact bijvoorbeeld om tot ‘klasbrug’. Ouders

16

“Stad en ouders: twee belangrijke schakels in ons bouwproces. Maar het doorslaggevende verbindingsstuk zit tussen leraar en leerlingen.” Hoe dat er in de praktijk uitziet? Leraar hout Koen liet ons een les in zijn derde jaar meevolgen.


Klasse Magazine

Wie is Koen Cuypers? • geeft 12 jaar les, praktijk hout • zij-instromer uit de houtnijverheid

Maarten: “Inherent menselijk: deel willen uitmaken van een groep. En eigen aan een gelijkgezinde groep mensen: toenemende stelligheid. De verklaring is een onbewust mechanisme. Want als anderen jouw standpunt bevestigen, formuleer je het een volgende keer waarschijnlijk scherper. Dat kan kracht geven. Maar ook polariseren, zoals hier gebeurde.”

EEN FUNCTIONELE PLOEG WERKT GOED SAMEN Als we het atelier binnenkomen, staat Koen met zijn leerlingen rond een van de werktafels. Hij is trots, want ze hebben zich schitterend gedragen op de tweedaagse vorige week. Dat benoemt hij heel concreet: “Ondanks je zere voeten, heb ik geen gezeur gehoord tijdens de wandeling, Matteo.” en “In tegenstelling tot andere klassen hebben jullie je gsm effectief thuisgelaten.” Complimenten aannemen is niet makkelijk, merken we aan het naar-beneden-gekijk. Maar hun gezichten fleuren op. Koen: “Veel van mijn leerlingen hebben een bouwvallig zelfbeeld; ze doen ‘maar beroeps’. Met complimenten probeer ik hun zelfbeeld te herstellen. En maak ik van die twaalf sjarels één hechte groep. Want wie zelfzeker is, durft medeleerlingen helpen. En wie helpt, verbindt.” “Er zit natuurlijk wel iets meer achter dan ‘een complimentje en klaar’. Ik hou het niet bij ‘mooie muts’ of ‘goed gedaan’. Enkel rake complimenten tillen hen écht omhoog. Om die te kunnen geven, moet ik hen leren kennen. De eerste weken van het schooljaar bel ik alle ouders op. Zijn er gevoeligheden waar ik rekening mee

17

“Hoe de school en de leerlingen achteraf in gesprek gegaan zijn, vind ik heel sterk. Kiezen voor dialoog is niet evident in zo’n situatie. Maar het blijven jongeren in een pedagogische context. Sanctioneer hen voor hun gedrag, maar grijp ook de leerkans aan. Die biedt perspectief.”

Maarten: “Werken aan burgerschap associëren we nog te vaak met de leraar humane vakken of talen. Maar eigenlijk kan elke leraar dat. Praktijkvakken bieden zelfs heel veel kansen, omdat leerlingen daar meestal meer met elkaar praten. Als leraar luisteren, bijvragen stellen, meepraten: allemaal manieren om aan een open en veilig klasklimaat te werken.” “Of start je les, zoals Koen, met een check-in. Om je leerlingen positief te bekrachtigen, om te weten hoe ze zich voelen of om thema’s aan te kaarten die in hun leefwereld resoneren – Israël-Palestina, LGBTQIA+ of iets wat gisteren in hun wijk gebeurd is.”


Klasse Magazine

Dossier Democratie

moet houden? Hoe loopt het thuis? Wie kan ik zelf­ standig laten werken? Bij wie moet ik de autonomie wat meer opbouwen?”

Wie is Joris Aerts? • 12 jaar coördinator Zorg van de campus Techniek & Innovatie • werkte daarvoor als opvoedingsconsulent

“Ook stel ik mij nieuwsgierig op: ‘Hoe was je weekend? Ging de voetbaltraining van woensdag vlot? Is die taak voor PAV nog in orde gekomen?’ Wat en hoe ze antwoorden, vertelt me iets over wie ze zijn. Bovendien toont mijn interesse de leerlingen dat ze er voor mij toe doen. Dat zeg ik hen trouwens ook letterlijk.” “Nog een trucje: voor de leerlingen naar buiten gaan, laat ik hen in een rij op elkaar wachten. Daar startte ik ooit mee om meer rust te brengen. Opruimen en omkleden kan voor chaos zorgen. Maar die routine zorgt ook voor meer groepsbinding. Ze leren geduld hebben met elkaar en wandelen samen naar buiten in plaats van allemaal apart.” EEN WERF LEID JE NIET ALLEEN Terwijl Koen Nora op het hart drukt dat ze “heeft bewezen alleen met de paneelzaag te kunnen werken” en Ides vraagt om nog eens luidop te herhalen hoe hij de lengte van de tafelpoten juist berekende, wandelt collega PAV Tom Spaes het atelier binnen. Tom: “Samen met Koen ben ik klasleraar van 3HoutA. De leerlingen kozen voor een praktische richting en zijn vaak meer zichzelf in Koens lessen dan in de mijne. Tijdens mijn springuren ben ik hier vaak. Ik vraag naar wat ze maken en luister naar hun weekendverhalen. Een manier om met hen te verbinden en een goudmijn voor mijn eigen lessen. ‘Herinneren jullie je die berekening in de les van meneer Cuypers nog? Dat was de regel van drie.’” Koen: “Wij overleggen heel vaak. Terwijl Tom hier rondloopt in het atelier of door te bellen na de uren. Even aftoetsen: wist jij dat Simon zijn praktijkverslagen altijd te laat inlevert? Ook bij PAV? Hoe ondersteunen we hem daarin? Kort informeren: klopt het dat er ruzie ontstond tijdens jouw les? Wat was de aanleiding? Hoe pakken we het aan? Wat er ook voorviel, hoe geladen een thema ook, we laten zo weinig mogelijk gisten. Dat geeft disproportioneel veel miserie.” “Tom en ik geven samen vierentwintig uur les aan deze klas. Als de leerlingen voelen dat we aan hetzelfde zeel trekken, heeft dat een heel krachtig effect. Zeker als we ook de ouders opbellen of mailen. En ook voor ons is die samenwerking een vangnet: we sturen elkaars denken bij en delen de verantwoordelijkheid. Plus: we zijn elkaars back-up. Want als een onderwerp je persoonlijk raakt of je een slechte dag hebt, is verbindend communiceren ontzettend moeilijk.”

18

Maarten: “Niet alle conflicten hoef je meteen aan te pakken. Meningsverschillen horen ook bij het leven. Zolang ze respectvol verlopen, moet je niet meteen aan de noodrem trekken. Maar heftige, structurele of escalerende geschillen laat je beter niet (te lang) gisten. Tegelijkertijd zijn we allemaal mensen. Opgestaan met migraine en in je eerste lesuur staat de klas al op stelten? Niet makkelijk. Kunnen terugvallen op een vangnet – ventileren, samen over volgende stappen nadenken of voor elkaar inspringen –, neemt druk weg.” “Net daarom is samenwerking zo belangrijk. Tussen leraren onderling, tussen het beleid en het lerarenteam, tussen de school en de brede maatschappij: ouders, gemeente … Toxisch wij-zij-denken tegengaan is de verantwoordelijkheid van ons allemaal.”


Klasse Magazine

Sint-Angela Tildonk Anders dan in een stedelijke context lijken de leerlingen van Sint-Angela Tildonk homogeen. Slechts zes procent heeft een niet-Belgische achtergrond. “Maar er ís wel diversiteit, én ze neemt toe. Niet alleen de culturele, ook de sociale, seksuele …”, zegt zorgcoach Hilde. “Is onze school wel voldoende divers-sensitief? We gingen het in 2019 bij leraren, leerlingen en ouders na met een vragenlijst. Eindconclusie: ‘kleurenblind’.” “‘Super,’ dachten wij, ‘voor ons is iedereen inderdaad gelijk.’ Tot School Zonder Racisme dat idee doorprikte. Van de drie manieren waarop scholen met diversiteit kunnen omgaan – assimilatie (iedereen past zich aan de heersende cultuur aan), (kleuren)blind (diversiteit negeren om gelijkheid te benadrukken) en meerstemmig/intercultureel (diversiteit erkennen en omarmen) – leidt de derde tot de beste schoolresultaten.” “Hoe intuïtief juist die (kleuren)blinde aanpak ook voelt, volledige gelijkheid is een illusie. Blijf je in die illusie, dan erken je de rijkdom van diversiteit niet. Of loop je de kans mis om kwalijke vooroordelen te ontkrachten. En die vooroordelen zijn er sowieso, ook in onze school.” “Dat werd pijnlijk duidelijk toen een leerling vertelde hoe anderen haar tijdens de studie bestookt hadden met vliegtuigjes waar ‘Al Qaida’ opstond. Toen ze dat aan het zorgteam meldde, werd ze getroost. Maar ze voelde zich niet helemaal begrepen, wat haar vertrouwen in de school beschadigde en voor barsten in haar zelfbeeld zorgde. Ze had toen meer nodig dan troostende woorden: een gesprek met alle betrokken partijen waarin ze echt erkend werd. Grond- in plaats van pleisterwerken.” GEEN SNELBOUW Ilse: “Als beleidsteam begrepen we de vraag naar een divers-sensitiever beleid, maar we zagen ook die andere grote werven: digitalisering, onderwijsvernieuwing. Onze bezorgdheid: is de draagkracht van onze ploeg groot genoeg voor nóg een project? En zijn wij als beleid wel voldoende onderbouwd om de krijtlijnen uit te zetten? Onze eerste stap: een architectenteam onder de arm nemen. Voor ons waren dat

19

“Wie bouwt aan een diverssensitieve school, bouwt indirect aan burgerschapszin”

Wie is Hilde Hendrickx? • 7 jaar zorgcoach in SintAngela Tildonk • werkte daarvoor als docent aan de lerarenopleiding van het CVO


Klasse Magazine

Dossier Democratie

School Zonder Racisme en de lerarenopleidingen van UCLL en KU Leuven. Zij stelden ons meteen gerust: bij dit thema is een meerjarenplan sowieso beter dan snelbouw. Bewustwording vraagt tijd.” “Onze GOK-visietekst was een van de eerste bouwstenen in ons traject van (kleuren)blinde naar divers-sensitieve school. Die stelden we participatief op. De kern van die tekst: ‘We zijn betrokken bij onze leerlingen, zoeken naar verbinding en willen hen echt leren kennen. We willen dat leerlingen zichzelf kunnen zijn in onze school. Daarom staat open communicatie centraal en zijn we bereid om steeds kritisch naar onze werking te kijken.’” “Ons traject is nog steeds een werf, maar de open communicatie is al vergevorderd. We maken vaker dan vroeger de klik om participatief te werken. De nieuwe speelplaatsafspraken ontstonden bijvoorbeeld niet top-down. We bevroegen leraren en leerlingen, en filterden daar tien klare afspraken uit. Onze kledingvoorschriften doorliepen een gelijkaardig parcours met de leerlingenraad. Leerlingen betrekken verhoogt

de gedragenheid van afspraken. Want zo leren ze dat niet alles kan, dat hun wensen soms afwijken van die van leraren of directie. En dat de meest democratische oplossing een compromis is.” STEEN PER STEEN Hilde: “Zeker de werkgroep ‘Cirkelen’ droeg bij aan die open communicatie. Die ondersteunde leraren – met voorbeeldvragen en hulp in de les – om via proactieve cirkelgesprekken opener met hun leerlingen te praten. Ondertussen maken verschillende collega’s er regelmatig tijd voor in hun lessen. Niet alleen kunnen leerlingen op die momenten hun hart luchten en leraren voeling houden met wat er leeft. De gesprekken dragen bij aan een algemene cultuur van begrip voor elkaar.” “Onze bewustwording groeit. Dat merk ik aan kleine dingen. De buste van Leopold II in onze gang, bijvoorbeeld. We hebben even getwijfeld om die weg te halen. Maar waarom eigenlijk, als hem omdraaien net waardevolle gesprekken stimuleert? En ik merk het ook aan mezelf: onlangs gebruikte een leraar het n-woord om de gevoeligheid errond uit te

Wie is Ilse Spittaels? • 3 jaar adjunct-directeur van Sint-Angela Tildonk • daarvoor zorgcoach en leraar economie en recht

20


Klasse Magazine

leggen. Hoge emotie bij een leerling, want ‘zelfs met die omkadering kwetst dat woord’. Een aantal jaren geleden had ik gefocust op de goede intentie van die leraar – en misschien stiekem get over it gedacht. Nu focuste ik – zonder heimelijke bijgedachte – op de gevoelens van die leerling: ‘Kan je mij proberen uitleggen waarom dat zo hard binnenkomt, zelfs van iemand met de beste intenties?’” “Ik ben 59 en kreeg een heel ander referentiekader mee dan de jongeren van nu. Ik probeer hen te begrijpen en mijn kader open te breken. Dat vraagt veel zelfreflectie en wringt soms. Deze vraag van een genderfluïde leerling bijvoorbeeld: ‘Hoe verbuig ik in het Frans als ik me de ene dag meer man en de andere meer vrouw voel? Soms met ‘e’ en soms zonder?’ Botsing in mijn hoofd. Enerzijds: ‘Veerkracht?! De maatschappij past zich toch niet altijd aan het individu aan?’ Anderzijds: ‘Als niemand die maatschappij in vraag stelt, blijft ze zo onrechtvaardig als nu.’ VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Ilse: “Bijkomende bezorgdheid: hoe blijft het voor die leraar Frans behapbaar? Ook leraren moeten zich erkend en veilig voelen. Enkele jaren geleden had een leraar de leerlingen zogezegd ‘apen’ genoemd. Racisme volgens hen. We gingen met alle betrokken partijen in gesprek. Bleek dat die leraar gezegd had: ‘Jullie gedragen je als een bende apen.’ Maar omdat de leerlingen meteen in een emotie schoten, hadden ze die context niet geregistreerd. Zo’n onterechte beschuldiging kan heel zwaar wegen. Niet te snel meegaan in het discours van leerlingen, maar dialoog stimuleren, ook met ouders: dat is op onze werf een belangrijk veiligheidsvoorschrift.” Ilse: “Ook met coachingsgesprekken werken we proactief aan een veilig klimaat voor leraren, zoals het cirkelen dat doet voor leerlingen. Vragen als ‘Hoe ervaar je je engagement op school?’ en ‘Hoe kan het beleid jou ondersteunen?’ breken bovendien de muur tussen directie en lerarenteam af. Belangrijke voorwaarde: niet alleen luisteren, ook terugkoppelen. ‘Dit hoorden we, daarmee gaan we aan de slag, dat laten we zo om die reden.’ Wie zich gehoord voelt, is gemotiveerder om mee stenen te verleggen op je werf.”

21

Maarten: “Wat de aanpak van deze school voor mij heel open en democratisch maakt: • Ze stellen hun eigen referentiekaders in vraag en komen zo tegemoet aan ieders noden. • Ze geven alle actoren een stem in hun veranderingsproces: leraren, leerlingen en ouders. Dat heeft, zo leert onderzoek ons, veel impact. Je modelleert als school ook: leerlingen ervaren hoe een besluitvormingsproces in een democratie verloopt. • Ze reiken de hand uit naar academici die hun proces helpen funderen met wetenschappelijk onderzoek.” “De visietekst is niet alleen een mooi resultaat van die democratische aanpak, het is ook iets om op terug te vallen als een conflict opspeelt. Een felle uitspraak of gedrag dat niet door de beugel kan? Dat wil je zo snel mogelijk begrenzen. Maar als leerlingen daarop defensief reageren, is het soms moeilijk om de juiste argumenten te vinden. Grijp dan terug naar die schoolvisie: ‘In het leven in onze school staan zorgzaamheid en respect centraal.’”

Maarten: “De directie neemt in dit voorbeeld een heel open, democratische houding aan: alle betrokken partijen krijgen de kans om hun verhaal te doen. Dat geeft iedereen zicht op de verschillende perspectieven. Zo’n gesprek leert leerlingen ook een belangrijke levensles: oordeel niet te snel. Én het toont hen: dialoog versterkt wederzijds begrip en remt toxisch wij-zijdenken.”


Klasse Magazine

Brief aan mijn jongere zelf Overstappen van de sales naar het buitengewoon onderwijs? Op je veertigste aanknopen bij die oude droom? Die vragen spoken door Birgittes hoofd. In een brief geeft haar oudere versie het laatste duwtje.

Brief

Dag Birgitte Op je veertigste van de privé naar buitengewoon onderwijs? Die keuze voor de klas zat er toch al lang aan te komen. Want wat wilde je worden toen je zeventien was? L.O.-leraar. Alleen was je droom niet haalbaar: door iets te vaak op de trampoline te springen, kreeg je rug een krak. Daarom ging je Marketing studeren in Gent. Zowel met het diploma als de stad kon je alle kanten uit. Dat deed je deugd. Je deed er iets langer over dan normaal want de rebel in jou ging nooit slapen. In het Kruidvat startte je professionele carrière. Je was een gelukkige filiaalmanager omdat je collega’s kon motiveren, hen zag groeien en lachen. Je ruilde steden, landen en sales jobs. Als sociale spring-in-’t-veld had je de tijd van je leven. Nieuw hoofdstuk: als medisch afgevaardigde bezoek je medici om deals te sluiten over geneesmiddelen. Je vraagt altijd eerst hoe het met hén gaat, wat ze niet gewoon zijn. Die zorgreflex schakel je nooit uit. Veel dokters nemen je daardoor in vertrouwen. Je scoort goeie verkoopcijfers. Je beloning: grote premies en een bedrijfswagen. Maar mensen raken je veel meer dan cijfers. Het is tijd om je af te vragen hoe je ook in je job dichter bij jezelf kan blijven. ‘Kan ik deze ‘goeie boterham’ wel laten schieten als alleenstaande mama die een huis moet afbetalen?’ en ‘Lesgeven in combinatie met de lerarenopleiding, wordt dat niet te veel spartelen?’ Het is nu, niet nooit, Birgitte. Stop met twijfelen. Winkelhulp geven in een buitengewone school, laat die vacature niet schieten. Want het klikt perfect met wie je bent. Of je wel genoeg geduld zal opbrengen voor jongeren met een beperking? Ik kan je geruststellen: bij deze buitengewone pubers valt je onrust weg. Je potje geduld is veel groter dan je denkt. Wanneer het toch eens volloopt, weet dan dat er altijd een nieuwe dag volgt. Een leerling die vraagt hoe het met je gaat, een drankje met je collega’s … en jij vliegt er weer in. Dat je na acht jaar buso over het muurtje zal kijken, verrast je waarschijnlijk niet. Je zal de job van leerlingenbegeleider verkennen in het regulier onderwijs. En heel even proeven van het vak Nederlands in de derde graad. Maar al snel keer je – voor het eerst in je professionele leven – terug en kies je opnieuw voor buitengewoon onderwijs. Want buitengewoon is écht je plek. Door de collega’s die stevig aaneenhangen en inspringen voor elkaar. Door die jongens en meisjes met mooie karakters, reacties en talenten. Door hoe ze elke dag minder en minder struggelen met dingen die voor anderen zo normaal of vanzelfsprekend zijn. En je zal merken: elke dag wil je hen doen groeien, zodat ook zij hun plek in onze maatschappij vinden.

Tekst Cherline De Maeght Beeld Eva Vlonk


Wie is Birgitte Hanskens? • geeft algemene sociale vorming (ASV) in het Schoolhuis in Opwijk • wil de maatschappij klaarstomen voor buitengewone leerlingen, en omgekeerd • groeit van trots wanneer ze in een winkel oudleerlingen aan de kassa hun plan ziet trekken

23



Interview

Klasse Magazine

“Maken we op school voldoende ruimte voor kwetsbaarheid?” Tekst Seppe Goossens Beeld Thomas Sweertvaegher

Hij groeide op in kansarmoede. Werd een verwoed lezertje, maakte zes jaar Latijn-Grieks vol en waagde toen de sprong naar theater. Dominique Van Malder over schaamte, slecht in je vel zitten en de zoektocht naar jezelf: “Leraren die écht luisteren, maken een enorm verschil.”

25


Klasse Magazine

Interview

“Meester Luc was gene gewone. En net daarom precies wat ik nodig had” Dominique Van Malder: “‘Sorry’: mijn eerste woord toen ik als jongetje van twaalf de Latijnse binnenstapte. En nog steeds het eerste wat ik zei toen ik na zes jaar Latijn-Grieks aan het RITCS begon. Ik kwam uit een arbeidersgezin, thuis hadden we niet veel. Schaamte is tijdverspilling, weet ik nu. Maar het duurde een eeuwigheid voor ik ophield me te verantwoorden voor waar ik vandaan kwam.” “Mijn beide ouders werkten veel te hard voor veel te weinig geld. Mijn broer had talent voor wiskunde, besloot om nooit voor een hongerloon te werken en stapte in de financiële wereld. Ik hield van talen, peperde mezelf in dat ik nooit tegen mijn zin de kost zou verdienen en trok naar het theater.” Welke leraar zag een acteur in jou? Dominique Van Malder: “Op school zei niemand tegen me: ‘Van Malder, het theater: dat is iets voor u.’ Ik werd wel gestimuleerd om te lezen. En door die fascinatie voor verhalen wilde ik ze zelf kunnen vertellen. Mijn liefde voor boeken werd gek genoeg gezaaid door de strenge meester van het vijfde leerjaar. Hij verplichtte ons voortdurend om boeken te lezen. En vroeg in de klas telkens iemand om erover te vertellen. Of jij aan de beurt kwam, wist je nooit vooraf. Dus dekte ik me in, bladerde ik door het zoveelste boek en prentte ik de achterflap in mijn hoofd. Tot ik op een verhaal botste – ik herinner me zelfs de titel niet meer – dat me triggerde. Ik begon te lezen en hield er nooit meer mee op.” “Boeken hebben me gered. Thuis hadden we geen geld om op reis te gaan. Een dagje naar Melipark of de kust, verder kwam ik niet. Maar in de verhalen die ik las, bevoer ik de zeven zeeën en ontdekte ik de hele wereld. Zo ontsnapte ik dankzij boeken aan de realiteit. Net zoals theater later de geknipte manier bleek om mezelf te ontlopen: telkens weer een andere rol om niet mezelf te moeten zijn.” In welke rol kroop je op school? Dominique Van Malder: “In de klas speelde ik het vrolijke dikkerdje. Nog voor iemand de mop kon bedenken, had ik ze zelf al gemaakt. Ik had veel vrienden, was best populair. Maar wel ten koste van mezelf. Eten was een verdoving die ervoor zorgde dat de wereld minder hard binnenkwam: een olifantenvel om mijn kwetsbaarheid te verbergen. Sommige leraren

26

maakten zich daar vrolijk over. Onzekere figuren die de klas niet onder controle hadden en op mijn kap konden scoren. Ik liet het nooit merken, verhief elke mop tot de tweede macht. Maar het deed verdomd pijn.” “Ik speelde ontelbare rolletjes voor ik mezelf werd. Stilaan leerde ik me kwetsbaar opstellen. En niet meer te hervallen in die ‘sorry’ van vroeger. Vrienden merken op dat ik sinds mijn maagverkleining meer op de achtergrond blijf. Ik hoef me minder te bewijzen en geloof vaker dat ik goed genoeg ben. Ook zonder steeds weer die grapjes.” “Als acteur moet je die aandacht wel opzoeken. En toch vinden de meeste van mijn collega’s het lastig om zichzelf op het scherm te zien. Hoe is dat dan voor tieners, die bij elke Snap en op elke Reel de confrontatie met zichzelf moeten aangaan? Ik wil smartphones en social media niet verketteren: ik zie ook hoe de digitale evolutie de wereld van mijn kinderen groter maakt. Maar dat eetstoornissen hand over hand toenemen, verbaast me niet.” Moeten we op school meer tijd maken om te luisteren? Dominique Van Malder: “Mensen spreken me nog vaak aan over Radio Gaga, het programma waarin Joris Hessels en ik voorbijgangers plaatjes lieten kiezen, met altijd de gemeende vraag: hoe is ’t? Die vraag is in veel gesprekken uitgehold tot een vriendelijk bedoelde gewoonte. Ça va? Ça va. Maar als we het antwoord op de vraag al denken te kennen of geen tijd willen nemen om ernaar te luisteren, waarom stellen we ze dan?” “Voor mij is luisteren: naast iemand gaan staan. Niet erboven, niet op een afstand. Zonder oordeel of oplossing in de aanslag. Leraren die dát kunnen, hebben een enorme impact. Want opgroeien is niet makkelijk. En niet elk kind kan bij iemand terecht. Ik liet op school nooit toe dat iemand me oprecht vroeg hoe het was. Ik stak me weg achter mijn grapjes.” Omdat je je niet kwetsbaar durfde op te stellen? Dominique Van Malder: “Net na mijn opleiding aan het RITCS kreeg ik de vraag om een theaterstuk te maken met patiënten van een psychiatrische instelling. Ik stelde één voorwaarde: dat iedereen kon meedoen. Ook de vrouw aan de koffiebar, ook het verplegend personeel. ‘Die Don Quichot heeft ze duidelijk niet op een rijtje’, zei iemand me na de voorstelling. Grappig als net het afdelingshoofd die rol blijkt te spelen. Wie denkt dat je met het blote oog het verschil ziet tussen patiënt en personeel, heeft het mis.”


Klasse Magazine

Wie is Dominique Van Malder? • regisseerde en acteerde bij Theater Antigone, Studio Orka en meer • groeide op in kansarmoede • documenteerde in ‘Patiënt Dompi’ zijn gevecht met de kilo’s

“Sterke leraren geven uitdagend les, zijn zot van hun vak en hebben oog voor hun leerlingen” “Dat kunst de wereld kan redden, dat je niet kan leven zonder theater? Ik schuw de grote woorden. Maar toen, voor die mensen, was kunst echt een levenslijn: zonder onderscheid tussen verzorger en patiënt een stuk op de planken brengen, kwetsbaarheid tonen en samen het applaus in ontvangst nemen.” “Maken we op school wel genoeg plaats voor kwetsbaarheid, voor menselijkheid? Voortdurend opletten, de regels volgen, presteren op toetsen en examens: we vragen zoveel van jonge mensen, net op een leeftijd waarop ze worstelen met zichzelf. Als ze dan enkel een leraar te zien krijgen die onverstoorbaar kennis doorgeeft, slaat de twijfel toe. Want wie denkt niet mee te kunnen, voelt zich anders, en alleen. Dan kan het zoveel betekenen als je af en toe uit die rol van leraar stapt en toont: ‘Wij zijn allebei mensen, wat jij voelt is niet vreemd. Sterker nog: ik voel dat ook.’” Lukt dat in de drukte van een schooldag? Dominique Van Malder: “Elke klas waar je binnenwandelt, is een stortvloed aan indrukken. Wie zit klaar om mee te werken? Wie is vanochtend met ruzie thuis vertrokken? Wie snapt de leerstof niet? Je kan onmogelijk meteen tijd vrijmaken voor elk individu. Een leerling die geen interesse toont, de les stoort, de flauwe plezante uithangt of zich net apathisch opstelt: begrijpelijk dat je negatief gedrag interpreteert als onwil of desinteresse. Vaak is er niets aan de hand. Maar vertellen je voelsprieten iets anders, detecteren ze een probleem? Negeer dat dan niet.” “Ik liep bij klasgenootjes de deur plat, maar niemand keek ooit binnen in mijn kamer. Bij dure excursies was ik toevallig net ziek. Kinderen die in armoede opgroeien, kunnen dat meesterlijk verbergen. Maar als je het in je eentje moeten redden, stijgt de kans dat je uit de boot valt. Alerte leraren kunnen de afloop van dat verhaal keren.” Wie was de leraar die voor jou het verschil maakte? Dominique Van Malder: “In het tweede en derde leerjaar zat ik bij meester Luc. Een droom van een leraar die onmogelijk in een vakje te passen viel. Zijn

27


Klasse Magazine

Interview

tamme kauw vloog door de klas. Thuis had hij een halve dierentuin waar we altijd welkom waren. En ik zie nog voor me hoe hij de kerstboom na de vakantie zonder omwegen door het venster naar buiten zwierde. Meester Luc was gene gewone. En net daarom precies wat ik als kind nodig had om me op school thuis te voelen.” “Mijn zoon is dit schooljaar plots enthousiast over aardrijkskunde. Oorzaak? De connectie met zijn leraar: hoe die met de klas omgaat, hoe hij vertelt. Dat ik zelf vrij vlot zes jaar Latijn-Grieks binnenlepelde, ligt aan mijn fantastische leraar Grieks. De band met de leraar motiveert leerlingen vaak meer dan de vakinhoud. De leraren die mij bijblijven, hadden het hele pakketje: ze hadden oog voor me, waren zot van hun vak en brachten het op een uitdagende manier tot leven.”

Niet elke leerling ligt wakker van je vak. Hoe komt je leerstof wél aan? Dominique Van Malder: “Via verhalen. Enkele jaren geleden nam Rudi Vranckx me mee naar Mosul, in Irak. Ik ontmoette een vader en zijn kind, allebei getekend door de oorlog. Het besef kwam hard binnen: dat ik zoals die vader was, en mijn zoon zoals dat kind. Gek genoeg verhindert iets ons om in te zien dat de ellende in de wereld ook over ons gaat. Afweergeschut dat de realiteit op een afstand houdt. Pas door dat verhaal van mens tot mens besef je dat ten volle.” “Uit het theater weet ik dat je een verhaal nodig hebt om een boodschap bij je publiek te laten doordringen. In de klas is dat net hetzelfde, denk ik. Goede leraren zijn verhalenvertellers. Van vraagstukken bij fysica tot de geschiedenisles: leerstof blijft abstract. Tot je leerlingen toont dat het over hen gaat. Tot ze zien hoe je les ingrijpt op hun leefwereld. En ze zelf de vragen beginnen te stellen die jij voor hen in gedachten had.”

“We vragen veel van jonge mensen, net op een leeftijd waarop ze worstelen met zichzelf” 28


Advertentie


Klasse Magazine

Blog

Het schooljaar van Sven

“Net op tijd is eigenlijk te laat” Tekst Seppe Goossens Beeld Debby Termonia

“‘Ons ma bellen: moest dat nu echt? Ik ben 19, meneer.’ Een leerling duaal kwam op zijn eerste stagedag iets te laat aan. De volgende dag was dat al bijna een uur. Sinds dat telefoontje en een stevig gesprek – ‘Net op tijd is eigenlijk te laat’, zeg ik vaak. – zit hij elke ochtend tien minuten te vroeg in zijn auto klaar. Iedereen blij. Bedrijven zien onze gasten duaal graag komen. Ze zijn bereid te investeren omdat ze beseffen dat onze leerlingen die praktijkervaring nodig hebben om de stiel in de vingers te krijgen. Maar niet op tijd, te weinig respect, geen werklust? Daar trekken ze de lijn.” “De geluiden uit duaal onderwijs klinken niet overal positief. Sommige jongeren starten met de verkeerde attitude, na een hobbelige schoolcarrière of met een beperkte vooropleiding. Wij hebben het geluk dat we onze leerlingen vaak al vanaf het derde jaar onder onze hoede hebben. Hier en daar zit er één die zich op zijn vijftiende al schrijnwerker voelt, omdat hij thuis de trots voor zijn vak met de paplepel meekreeg. Na enkele jaren bijschaven zien ze zich stuk voor stuk als ‘die van Hout’, zijn ze allemaal klaar voor de sprong naar het werkveld. En kan duaal in dat zevende jaar wél een succesverhaal worden.” “Op maandag luister ik in de klas naar hun verhalen: wat ze leren van hun mentor, het hoge werktempo op de werf. Of onschuldige fratsen: zoals die ene leerling die met een nagelpistool het dak op werd gestuurd om dan weer naar beneden te moeten klauteren omdat iemand ‘toevallig’ zijn perslucht losgekoppeld had.” “‘Kom je niet bij ons werken, Sven?’ Als ik op stagebezoek ga, krijg ik die vraag wel eens. Afgebakende uren en minder administratie, soms klinkt het aanlokkelijk. Maar als ik dan zie hoe gemotiveerd mijn leerlingen duaal erin vliegen, zeg ik tegen mezelf: ‘Blijf jij maar in het onderwijs. Daar maak je het grootste verschil.’”

30


Wie is Sven Arys? • leraar hout in Óscar Romerocollege in Dendermonde • verkozen tot Leraar van het Jaar 2023 • opent in Klasse Magazine vier keer zijn dagboek



Beeldrepo

Klasse Magazine

Openluchtklassen Beeld Tine Schoemaker Locatie Sport Vlaanderen Woumen

Leraar. Maar ook spelleider, troostbrenger, organisator, gids en kelner. Een meerdaagse uitstap duwt je in een pak rollen. Leraren Carolien en Babette van GBS De Regenboog in Elewijt: “Intens, maar zó waardevol. Wij versterken de band met onze leerlingen en zij smelten samen tot één groep.”

33


Klasse Magazine

Beeldrepo

34


Klasse Magazine


Klasse Magazine

Beeldrepo


Klasse Magazine

37


Klasse Magazine

Reportage

“Kleuters ontdekken speelleerboxen” Tekst Laura De Kimpe Beeld Jens Mollenvanger

Leraar Kristel maakt twaalf keer per jaar tijd voor zelfgemaakte speelleerboxen. Kleuters kennen het systeem: ze doorlopen een reeks oefeningen en werken aan hun executieve functies. Donderdagmiddag. Vijfentwintig kleuters zitten rond een grote, lege doos. De gevulde tafels in de klas geven het thema van de speelleerbox al prijs: de Sint. Benen wiebelen en ogen stralen. Ze weten wat ze moeten doen. Leraar Kristel duidt de taken per tafel en overloopt de iconen op een grote stempelkaart. Elke kleuter krijgt een kleine versie en loopt beslist de klas in. De acht keuzetafels zijn snel gevuld.

maar een boodschappenlijstje. Niet klaar na tien minuten? Geen probleem. Speellerend werken ze aan hun executieve functies, zoals plannen en focus houden.” BIJENKOLONIE Dan klinkt er muziek: “Aan de kant, Sinterklaas is in het land.” Tijd om te verhuizen. De kleuters reageren snel. Een jongen schuift zijn stoel onder tafel. Een meisje volgt de instructie van de juf en vouwt haar tekening op. Als een bijenkolonie zwerven ze uit naar een volgende opdracht. Eén kind verdwaalt toch even. Nog voor de juf kan reageren, polst een klasgenoot: “Deed je de letters al?” Hij knikt. Een meisje wuift: “Juf, hier is nog plaats.”

“De eerste box in september vraagt wat meer uitleg, maar daarna groeit de routine. Het concept is telkens hetzelfde: in rondes van tien minuten voeren ze opdrachten uit. Wat er altijd in de box zit: oefeningen op schrijfpatronen, fijne motoriek, programmeren, letters en wiskunde. Vandaag vormen ze woorden met letterkoekjes en inventariseren ze pakjes.”

“Mijn kleuters leren nadenken voor ze iets doen en samenwerken. Wat zijn de regels bij deze opdracht? En in welke richting voeren we dat spel uit? Ze focussen daarna tien minuten lang en leren dat tijdsblokje steeds beter inschatten. Sneller klaar? Dan herhaal ik onze afspraak: ‘Neem een andere opdrachtkaart. De tien minuten maken we vol.’”

KEUZEVRIJHEID De kinderen nemen alle hoekjes van de klas in. Een kleuter trekt een letterkoekje uit een zak en legt het op de kaart. Sommige kinderen werken met drukletters, andere met herkenbaardere koekjesletters. Een groepje legt wat verder het traject van de Bee-Bot af. Hilariteit wanneer de bij net niet van de tafel knalt. Het hoofd van Kristel verschijnt snel boven de kast. “Ga eerst even met je vinger over de lijnen”, stuurt ze bij.

“Ook de executieve functies ‘impulscontrole’ en ‘emotieregulatie’ worden getriggerd. Sommige kleuters haasten zich om hun plekje aan een volgende tafel te verzekeren. Maar ze mogen niet vertrekken voor de vorige opgeruimd is. Andere kleuters willen verderwerken omdat de taak niet helemaal af is. Die stel ik gerust: ‘Knap hoor. De box blijft in de klas staan. Je mag later nog eens proberen.’”

“Het basisprincipe van de speelleerbox is dat alle kleuters van elk onderdeel proeven. Daarom stempelen ze hun kaart nog vóór ze de taak starten. De kaart is geen controle-instrument,

ROL VAN DE LERAAR De stempelkaarten raken vol. Het ontbrekende plekje vinden wordt moeilijker. Een jongen vergat een stempel

38


Klasse Magazine

Wie is Kristel Vandebroek? • leraar derde kleuterklas De Kleurdoos in Zonhoven • 30 jaar ervaring met kleuters • studiereizen naar Ierland en Estland gaven haar lessen een nieuwe boost

“De speelleerboxen zijn een eerste zaadje richting sterke executieve functies” te zetten en merkt op dat er iets niet klopt. “Oh, je ontdekte wat er fout liep met je stempels. Goed zo!”, prijst Kristel die het tempo erin houdt. De laatste tien minuten gaan in. Wanneer loopt een kind vast? Welke zelfstandige opdracht lukt goed? Daagt een kind zichzelf extra uit of speelt het lang op veilig? En hoe helpen ze elkaar? “Ik krijg ontzettend veel info over mijn kleuters, maar maak mezelf zeker niet overbodig. Als een opdracht stokt, kom ik even tussen.” Kristel opent twaalf speelleerboxen per schooljaar. “Die korte prikjes doorbreken mijn gewone klaswerking en focussen op executieve functies. Mijn kleuters groeien

39

gaandeweg. Ik plant nu een eerste zaadje. In het lager en secundair onderwijs groeit het hopelijk verder uit als ze taken maken, plannen en studeren.” SNEEUWBAL “Tijdens een pedagogische studiedag introduceerde ik de speelleerboxen bij mijn collega’s. Wat later boekten scholen uit de buurt een inspiratiebezoek. Vaak schrikken leraren: ‘Hoe vlot en zelfstandig pakken je kleuters de boxen aan!’ Het systeem drijft op routine en visuele ondersteuning. Dat helpt iedereen, ook de leerlingen met taalachterstand.” De muziek weerklinkt een laatste keer. Een kleuter instrueert een klasgenoot: “Weet je hoe je die tekening in je kastje steekt? Je vouwt haar zo op.” Een andere kleuter loopt met bekers door de klas. Hij zoekt zelf een plekje, want juf Kristel is druk bezig met opruimen. Een paar kleuters zijn even het noorden kwijt. “Vier keer tien minuten gefocust doorwerken, vraagt best veel”, lacht Kristel. “Maar als ik over een paar weken een nieuwe speelleerbox bovenhaal, vliegen ze er weer in. Als bezige bijtjes: even enthousiast, maar wel een stapje sterker in hun executieve functies.”


Klasse Magazine

Reportage

“Opstromen na 1B? Opstropen die mouwen!” Tekst Bart De Wilde Illustratie Katoo Peeters

Niet alle leerlingen zitten op hun plek in de B-stroom. In de secundaire school Panorama proberen tieners na 1B of OKAN via de opstroomoptie door te stoten naar de dubbele finaliteit. “Kippenvel als de oversteek lukt. En geen verloren tijd als iemand niet slaagt, maar met een betere attitude in het derde start.” Liza: “Tieners met oversized hoodies rond hun stoere schouders die geloven dat ze op school wel iets kunnen bereiken en de mouwen opstropen. Die beelden zag ik voor me toen onze school vier jaar geleden met een opstroomklas startte. Een unieke kans om leerlingen die om allerlei redenen verkeerd georiënteerd werden op te vissen. Toen de directeur bij mij aanklopte, wist ik het wel. ‘Ja, ik wil Nederlands geven aan de opstroomklas.’” Joyce: “Die klas richt zich in eerste instantie op sterke 1B- en ex-OKAN-leerlingen die in 3 secundair de dubbele finaliteit mogen ambiëren. Via de klassieke 2B-opties geraken ze daar alleen na een toelatingsklassenraad. De opstroom­klas is dus hun meest kansrijke spoorwissel. Ook 1A-leerlingen die geclausuleerd zijn voor 2A, kunnen er terechtkomen. Ze krijgen wat tijd om te groeien in een kleinere klas.”

40

PROFIELFOTO Joyce: “Vijftien stoelen telt onze opstroomklas. Die waren al in het eerste jaar snel bezet. Eigen leerlingen kregen eerst de kans om een plek in te nemen, daarna vulden leerlingen uit andere scholen aan. De eerste groep confronteerde ons meteen met de realiteit. Lang niet iedereen hoorde er thuis. Niet simpel om leerlingen in te schatten. En het gebeurt zelden dat we ons luidop afvragen: ‘Hoe kon die leerling nu het advies 1B krijgen? Dat is zo duidelijk iemand voor de A-stroom.’ Leraren uit het basisonderwijs oriënteren meestal goed. Ze laten echt niet veel steken vallen.” “Collega’s uit 1B probeerden een goede inschatting te maken en stuurden hun ‘goudklompjes’. Een stille leerling die met zijn geïnteresseerde blik klaar leek voor meer uitdaging. De klasgenoot met de mooiste rapportcijfers die het wel zou waarmaken. Maar dat viel soms tegen. Als tieners in 1B uitblinken, betekent dat nog niet dat ze de opstroomoptie aankunnen. Daar krijgen ze plots vijf uur Nederlands en wiskunde, vier uur Frans. Het dubbele van wat ze in 1B gewoon zijn.” Liza: “Een toegangsklassenraad mogen we niet inrichten. Leerlingen weigeren – zolang we niet aan vijftien zitten – ook niet. Daarom stelden we een profielschets op, samen met de pedagogische begeleidingsdienst en de andere school van het Stedelijk Onderwijs die hetzelfde schakeltraject inricht. Welke basiskennis verwachten we voor Frans, Nederlands en wiskunde? Welke werkijver en leerattitude?”


Klasse Magazine

41


Klasse Magazine

Reportage

LEERPLAN Joyce: “Die schets helpt onze collega’s uit 1B om leerlingen te porren: ‘Denk eens na over de opstroomoptie.’ Net als de opstaptoetsen die we voor Nederlands, Frans en wiskunde opstelden. Die sluiten de toegangspoort niet, maar scheppen wel klare verwachtingen. Want ons leerplan zit bomvol. Logisch als je leerlingen wil laten opstromen. Voor wiskunde moet ik bijna alle leerstof van de eerste graad in tien maanden proppen. Het is elk jaar zoeken: hoe diep ga ik op elk onderdeel in, hoeveel oefeningen hebben ze nodig, hoe snel pikken ze de theorie op?”

Maar ze is pienter en heeft een waanzinnige leerattitude. We geloven in haar. In onze kleinere klas kunnen we differentiëren om de tempoverschillen op te vangen en leerlingen in eerste instantie een extra tutorial aanbieden. Dat gaat van een schoolwoordenlijst tot een instructievideo die je mag terugspoelen.”

Liza: “Ook hun Nederlands moet al een stevige basis hebben. Een ex-OKAN-leerling die dit jaar in de opstroomoptie zit, spreekt nog vrij wankel Nederlands. Gelukkig net goed genoeg om de opdrachten te snappen.

VERWACHTINGEN Liza: “Dat je kind niet vastzit in 1B, klinkt als muziek in de oren van veel ouders. Sommige snappen dat de dubbele finaliteit het logische streefdoel is. Maar andere zien een traject dat start in de opstroomklas en eindigt in een job als advocaat of arts. We leggen tijdens het intakegesprek uit dat dat parcours realiteitszin mist. En dat het ontzettend mooi kan zijn dat een leerling liever voor de B-stroom kiest om uit te groeien tot een goede stielman. ‘Da’s helemaal waar’, knikken die ouders. ‘Maar niet voor mijn kind.’”

“Iedereen verdient nieuwe kansen, maar valse hoop brengt niemand verder” Joyce Houtmeyers

Wie is Joyce Houtmeyers? • leraar wiskunde en klastitularis van de opstroomklas, Panoramaschool Antwerpen • staat 18 jaar voor de klas

42


Klasse Magazine

Wie is Liza Geysels? • leraar Nederlands in de opstroomklas en in de A-stroom, Panorama-school Antwerpen • staat 22 jaar voor de klas

Joyce: “Iedereen verdient nieuwe kansen, maar valse hoop brengt niemand verder. We spreken met ouders en leerlingen, motiveren ze. Maar we anticiperen ook op het eindrapport als cijfers en inzet tijdens het jaar onvoldoende zijn. Niet slagen kan aanvoelen als de zoveelste mislukking. Die klap willen we voorkomen, door samen te zoeken in welke richting hun talent wél tot zijn recht komt. En toch rollen er ook tranen.” Liza: “Wat meespeelt: ons klasje huist op de doorstroomcampus. Een praktische keuze voor onze uurroosters, maar ook een slimme zet om onze leerlingen vertrouwd te maken met de leef- en leermentaliteit van de A-stroom. En al zijn we een eilandje, toch voelen onze leerlingen zich goed op onze kleine, gezellige campus. Ze willen graag blijven tot in het zesde.” “Die zeldzame keer dat een leerling succesvol oversteekt naar onze A-stroom, komt het kippenvel tot in je nek. Zoals het meisje dat extreem stil was na een traumatisch voorval. Wellicht kreeg ze daardoor een verkeerd advies in het basisonderwijs. In 1B zagen onze collega’s haar potentieel. Ze greep bij ons haar kans en bloeide helemaal open. Vandaag haalt ze topcijfers in 3 doorstroom. Dan weet je: in onze klas ging haar toekomst open. Al verdient ze vooral zelf de credits voor haar harde werk.” ARGUSOGEN Joyce: “Collega’s uit het derde jaar trekken soms aan onze mouw: ‘Streng genoeg delibereren.’ Want voor wie een A-attest behaalt, open je het poortje naar zowel de dubbele finaliteit als de doorstroom. Daarom namen we onze werking onder de loep. Een effectmeting wees uit dat ons niveau goed zit. We halen de doelen voor de basisvorming van de A-stroom.” “Vanaf dit jaar zetten we nog een extra stap: we vervangen PAV door geschiedenis en aardrijkskunde. Vakken waarin onze leerlingen nóg nadrukkelijker moeten bewijzen dat ze inzichten kunnen verwerven, kennis reproduceren en toepassen. We trokken tegelijkertijd het aantal examenvakken op van drie naar vijf. Dat biedt een correcter beeld van hoe het eraan toegaat in de dubbele finaliteit.” Liza: “De profielschets, de opstaptoetsen en de effectmeting hebben resultaat. Het is leuk lesgeven in ons klasje dit schooljaar. We kunnen focussen op de leerstof. De wilskracht om te leren druipt bijna van de muren. Alleen tijdens het laatste lesuur of vrijdagmiddag wat minder, het blijven tieners. Maar er speelt zeker ook wat toeval. ‘Volgend jaar verwachten we minder kandidaten’, horen we nu al. Dat betekent meer onbekende leerlingen vanuit andere scholen. En ook al stuurden we profielschetsen naar scholen in de buurt, toch hebben we minder controle of de nieuwkomers echt in de opstroom thuishoren.”

43

“Telkens als we een leerling op het juiste spoor zetten, bewijst de opstroomklas haar waarde” Liza Geysels

CIJFERTJES Joyce: “De voorbije drie jaar passeerden vijfenveertig leerlingen. Sommige schoven door naar onze andere campus, andere verhuisden naar andere scholen en netten. Een helder beeld van waar onze leerlingen terechtkomen, hebben we nog niet. Maar misschien heeft een eerste effectmeting pas echt zin over twee jaar, als de eerste lichting in het zesde secundair afstudeert? Onze school wil die data graag analyseren. Weten hoeveel en welke leerlingen in de dubbele finaliteit eindigen, zal onze aanpak versterken.” Liza: “Telkens als een leerling op het juiste spoor zit, bewijst de opstroomklas haar waarde. Maar ook achter de beslissing ‘3 arbeidsmarkt’ kan een succesverhaal zitten. Als de leerlingen gegroeid zijn, als hun leerhouding een pak beter zit. Ze beseffen dan dat ze iets met hun leven moeten doen en stropen in 3 Mechanica of Restaurant-Keuken de mouwen meteen op.”



Klasse Magazine

Lezersvraag

Lerarentekortjes

Voor sfeer en gezelligheid LEZERSVRAAG:

Liefste Astrid,

Volgend weekend heb ik enkele collega’s uitgenodigd voor een etentje. Een gezellige avond met toffe mensen en mijn signature dish: aubergine­ parmigiana. Toch krimpt mijn maag als ik denk aan de gesprekken aan tafel straks. Want doordrammen over onderwijs: we kunnen er wat van. Vooral mijn – voor de rest fantastische – collega PieterJan. Die. Houdt. Nooit. Op.

Aubergineparmigiana? Wij begrijpen elkaar. Paneer je aubergineschijfjes. Minder gezond, nóg lekkerder. En die gesprekken? In mijn lerarenkamer ging het net zo. Soms een zijsprong naar het voorbije weekend, maar verder: schoolpraat. En ik was medeplichtig. Over de onnoemelijke luiheid van 5C, de vuile toiletten, de jaarlijkse excursie naar de plantentuin van Meise of hoeveel chance je dit jaar hebt met je uurrooster. Wij leraren hebben het voortdurend over onze job. Van maandagochtend in de lerarenkamer tot vrijdagavond op café. Maar niet iedereen is even schuldig. De ene collega buigt het onderwerp al wat vaker terug naar school dan de andere. Zoals jouw PieterJan. Iemand die onverschrokken elk gesprek kaapt, het roer omgooit en koers zet naar het betere onderwijsgesprek. Die moeiteloos de brug maakt van De Ideale Wereld naar taalbeleid, van horoscopen naar rapportcommentaar en van aambeien naar oudercontact.

— Astrid

Sorry, jouw vraag ging over een etentje, en ik begin over aambeien. Nu moet je weten: een goed gesprek is een beetje zoals die parmigiana van jou. Nette laagjes in de ovenschotel, maar eens hij op je bord belandt, schuift alles over elkaar. Minder overzichtelijk, maar niet minder lekker. Omarm die vrije associaties, zou ik zeggen. En maak die kaper van het vrije gesprek het roer weer afhandig. Met de enterhaken die hij zelf zo graag bovenhaalt: bruuske overgangen. ‘Wist je dat kolibries achteruit kunnen vliegen?’ of ‘Wie heeft thuis nog Crocs in de kast staan?’ Of haal tarotkaarten boven, geef ongevraagd handlezingen, lees de gespecialiseerde pers en strooi BV-roddels.

Tekst Seppe Goossens Illustratie Julie Poignie

OPROEP Leraar zijn, het is een zoektocht. Beantwoord ik een vraag over mijn privé­ leven? Hoe hou ik het voor mezelf interessant? Maar ook: een computer die voor de derde keer niet opstart of een leerling die je achtervolgt tot in je dromen.Voor al die issues: één adres. redactie@klasse.be

Sta je voortaan geboekstaafd als het leeghoofd dat het liefdesleven van Metejoor interessanter vindt dan de nieuwe PISA-resultaten? Laat ze maar lachen. En schenk Pieter-Jan op tijd een glaasje bij. Voor je het weet, deelt hij zijn diepste zielenroerselen en staat hij op tafel te dansen. Of brult hij in je oor dat je voor sfeer en gezelligheid een dikke tien verdient. Een onschadelijke knipoog naar zijn puntenboekje, het is hem vergeven. En weet je wat? Daar wordt iedereen gelukkiger van. Ook Pieter-Jan. Zo gaat het straks op je etentje niet meer over de lerarenkamer. Maar hebben ze het in de lerarenkamer nog jaren over jouw legendarische etentje.

45


Klasse Magazine

Reportage

De directeur

“Professionaliseren om de hoek” Tekst Bart De Wilde Beeld Kevin Faingnaert

‘Wat heb jij nodig om tot leren te komen?’ Een klassieker naar leerlingen. Maar scholengroep Ankerwijs stelt de vraag ook aan haar zeven schoolteams en aan elke collega. Daarna tekent ze een professionaliseringsaanbod uit in een eigen Academie. Pedagogisch directeur Katharina Piskora: “Leren doen we samen: in een van onze scholen, meteen na 16 uur en nooit op woensdagnamiddag.”

46



Klasse Magazine

Reportage

“Leren van elkaar is ontzettend krachtig. En waarderend: plots merk je hoeveel sterke mensen je aan boord hebt” “Je bent nooit volleerd, vinden we in onze scholengroep. Dat geldt voor iedereen in onze zeven basisscholen: van kinderbegeleiders tot directeurs. Tijd en aanbod koelen de leerdrang van collega’s soms een beetje af. Met de trein naar Brussel of een volledige schooldag zonder je klas, niet iedereen loopt daarvoor warm. Maar professionalisering is de motor van goed onderwijs, die mag niet stilvallen. Door ze via onze Ankerwijs Academie deels in eigen handen te nemen, vegen we een aantal praktische obstakels weg. Onze vormingen vinden plaats om de hoek, meteen na school en nooit op woensdagnamiddag. We weten dat leraren die met lesvoorbereidingen of gezinsactiviteiten vullen. Hun hoofden en agenda’s zitten dan al vol.” “Bijkomend voordeel: we spelen snel én gericht in op wat er leeft in onze scholen. Zeven basisscholen op een steenworp van elkaar in randje Antwerpen: natuurlijk komen een aantal thema’s terug. Denk maar aan het leersteundecreet of de aanvangsbegeleiding. Daar kunnen we met onze Academie een antwoord op formuleren of in intervisiegroepen over nadenken. Samen leren, aansluiten bij concrete hulpvragen en daarna begeleiding tot in de klas: zo tikken we een aantal vinkjes van effectief professionaliseren. Dat alles in een warme, verbindende sfeer. We zijn geen militair trainingskamp.” “De kiem voor onze Academie plantte onze algemeen directeur tien jaar geleden. Toen benoemde hij een ASV-leraar tot leerbegeleider en een leraar uit onze buitengewone basisschool tot ICT-coördinator. Zijn taak: digitale vaardigheden van de leerlingen én de collega’s upgraden. Later groeide uit die ICT-insteek een breed pedagogisch programma. Intussen organiseren we per schooljaar vijfentwintig vormingen over diverse onderwijsthema’s.” NIET OP HET MATJE “Ons aanbod mixt vorming op vraag en gestuurde sessies. De Digisprong dwong iedere school tot maatregelen. Daarom liep mediawijsheid drie jaar lang als een verplicht nummer door ons aanbod. Iedereen moest drie cursusmomenten volgen. Liever snel of verspreid over drie jaar, dat kiezen collega’s zelf. Ons richtcijfer is dat elke leraar minstens twee keer per schooljaar intekent. De directeurs volgen dat op. Soms nodigen ze ons uit om het jaarprogramma toe te lichten. Dat komt helemaal anders binnen dan een infobundel die in de lerarenkamer op tafel ligt of in je mailbox valt.”

48

“Geen breekpunt als niet alle leraren intekenen op twee vormingen aan de Ankerwijs Academie. We roepen directeurs niet op het matje als een schoolteam wat minder vertegenwoordigd is. Onwil om te leren zit er bijna nooit achter. Er is altijd wel een goede reden. Misschien zitten leraren even op hun tandvlees omdat een collega ziek uitgevallen is. Of misschien oordeel je als directeur dat je starters best focussen op klas­management met hun mentor. Dan krijgt dat prioriteit.” “Onze directeurs moeten we niet overtuigen van de waarde van onze leergemeenschap. Ze schuiven wat van hun budget opzij en bepalen mee de agenda. Redenen genoeg om hun leraren te stimuleren en sessies aan te prijzen. ‘Weet je nog dat we het over Bookwidgets hadden? Dat heb ik doorgespeeld en daar komt nu een startsessie over.’” NEUS VOOR TALENT “Voor sommige vormingen schakelen we externe experten in: onderzoekers aan de hogeschool, inspecteurs en pedagogisch begeleiders. Behoorlijk kostelijk voor een school, financieel haalbaar voor een kleine scholengroep. Maar we benutten voor onze vormingen ook het talent bij onze leraren en paramedici. Directeurs kennen hun team, wij ook. We eten onze boterhammen in de lerarenkamers, reserveren lokalen voor intervisie beurtelings in onze scholen of in het Ankerwijshuis. En we lopen vaak gewoon even binnen. Zo zie je veel vakmanschap.” “Een kinesist uit onze buitengewone school werkt al jaren met één-taak-dozen. In simpele curverboxen stopt ze telkens één kleine, afgebakende opdracht op maat van de leerlingen. Daarmee creëert ze een prikkelarm en leerrijk rustmoment. Een meisje met ASS dat in de flow raakt door rekenen, wordt met sommen uitgedaagd. Terwijl een ander kind in diezelfde tijdspanne een rustige motorische opdracht uitvoert. Dit jaar demonstreert ze haar aanpak aan collega’s. Geen gedoe met materiaal en mooie voorbeelden rondsleuren: wie benieuwd is, komt in haar klaslokaal zitten. Collega’s uit onze gewone scholen zien kansen voor hun eigen lessen. Gevolg: alle dertig zitjes zijn in een mum van tijd ingenomen.”


Klasse Magazine

“De klasdeur gesloten houden, kan niet in onze scholen”

49

Wie is Katharina Piskora? • eerste jaar als pedagogisch directeur in scholengroep Ankerwijs • 20 jaar ervaring als CLB-medewerker • leidde tot vorig schooljaar De Merode Antwerpen (bubao)


Klasse Magazine

Reportage

DE SCHAT VAN DE SIDEKICK “Twee andere leraren verdiepen zich al jaren in ASS. De school investeert in externe vormingen, maar vraagt dat ze hun inzichten en ervaringen verspreiden. Dat doen ze eerst in hun eigen team. Ook directeurs en leraren uit onze andere scholen pikken die positieve geluiden op en willen meer weten. Dus organiseren we een sessie waarin de twee leraren theorie en praktijktips delen. Daarna volgt er eentje voor de begeleiders van de buitenschoolse opvang: ook zij nemen die kinderen onder hun vleugels. Leren van elkaar is ontzettend krachtig. En waarderend: plots merk je hoeveel sterke mensen je aan boord hebt.” “Niet elke leraar neemt graag het woord voor een klas vol collega’s. Dan dokteren we subtiele tussen­ oplossingen uit. Recent presenteerde de ICT-coördinator een vorming over podcasts. Een leraar die ze vrij intensief in de klas gebruikt, zit op een schat aan concrete expertise. De sessie zelf geven, daar paste hij liever voor. Maar hij reikte met plezier als sidekick vanuit het publiek voorbeelden aan.” HANDEN EN VOETEN “Naast de klassieke vormingen, organiseren we ook intervisies voor directeurs, zorgco’s, L.O.- en ICT-leraren, vrijwilligers ... Haalbare, kleine aantallen die we tijdens de schooluren samen krijgen en op data die ruim op voorhand vastliggen. Daar delen we successen, maar lassen we ook altijd een leermoment in. Leraren geven de kennis die ze in een externe opleiding sprokkelden handen en voeten. Ze vertalen inzichten naar onze scholen of testen samen met collega’s een nieuwe werkvorm uit. Feedback is welkom: zit het al goed?” “Wat iedereen aan die intervisiemomenten waardeert: je voelt dat je het niet allemaal alleen moet doen. Je merkt dat je directe collega’s in de andere scholen soms ook vastlopen en graag samen nadenken over uit­wegen. Daarvoor moet je je nek kunnen uitsteken, zonder dat je kop rolt. Hier kan dat.” GEEN EENHEIDSWORST “Als iedereen hetzelfde professionaliseringsaanbod krijgt, levert dat dan zeven identieke scholen op? Helemaal niet. We hoeden ons voor eenheidsworst. Binnen bepaalde grenzen, zoals het algemeen beleidsplan van de scholengroep en de principes van waarderend coachen, mogen – of beter: moeten – onze scholen verschillende accenten leggen en prioriteiten stellen. Die vrijheid is cruciaal: directeurs tekenen samen met hun team de school uit. En er is budget over om nog extern te professionaliseren.”

50

“Prima dus als een school alleen de zorgcoördinator afvaardigt naar een vorming over executieve functies en een andere school een groep leraren stuurt om tempo te maken. Prima als een school beslist: dat doen we later, want wij hebben nu specifiek nood aan vorming rond gedragsmanagement. We kijken mee: welke kennis helpt dat team, welke stappen willen leraren zetten? En kan ik jullie mee begeleiden via de PDCA-cirkel: plan, do, check en act? Of zoeken we een externe specialist om ons te ondersteunen? We willen absoluut vermijden dat alles op de schouders van de zorgcoördinator of directeur valt.”

“Externen boeken? Behoorlijk kostelijk voor een school, financieel haalbaar voor een scholengroep”


Klasse Magazine

“Directeurs schuiven wat budget opzij en bepalen mee ons vormingsaanbod”

BINNEN- EN BUITENDEUREN “We zien dat de formele vormingen tientallen binnendeuren openen naar informele leermomenten. Het accent op leren (van elkaar) zit verankerd in al onze scholen. De deur gesloten houden, kan niet in onze scholen. Dan bouw je voor jezelf een heel kleine wereld en werk je je in de nesten. Onze leraren lopen bij elkaar binnen, stellen hulpvragen aan elkaar en co-teachen zich een weg naar antwoorden. Maar de officiële vormingen van de Ankerwijs Academie openen ook buitendeuren: collega’s van verschillende scholen raken aan de praat tijdens de pauze. Ze wisselen nummers en ideeën uit. Geregeld start daar een collegiale visitatie of mailverkeer met sjablonen en methodieken.”

INCLUSIEVE CAMPUS “Met wat slimme keuzes, zoals een jaarlijkse Ankerwijsdag en gemeenschappelijke infomomenten voor ouders, lopen onze leraren elkaar geregeld tegen het lijf. De start voor informele leermomenten. Op hetzelfde principe steunt onze inclusiecampus. Daar delen leraren uit gewoon en buitengewoon onderwijs koffie in de lerarenkamer. Maar ook straffere dingen: tips, ervaringen, pedagogische en type-specifieke inzichten. Die campus is de eerste van minstens drie scholen waar we via het leersteundecreet de mix willen maken. Zo slopen we muren tussen schooltypes, leerlingen en leraren. Leerzaam voor iedereen en we vangen mee de capaciteitsdruk in buitengewoon onderwijs op.”

“Ook de vensters gooien we open. Om extra zuurstof binnen te laten, om nog verder naar buiten te kijken. Een scholengroep uit de buurt mag intekenen op onze vormingen. Die leraren krijgen ons programma midden september, een weekje na onze eigen teams. Ook die contacten monden uit in bezoekjes bij elkaar. Een zorgcoördinator hoort over de speelplaatswerking en nodigt zichzelf uit. Om de band nog te versterken houden we met die dichte buur op gezette tijden praatcafés voor directeurs. Die stellen er iets voor waar ze trots op zijn. Daarmee oogsten ze erkenning en zaaien ze ideeën.”

“Wat de toekomst nog brengt? Ons digitale leerplatform mag zijn kinderschoenen ontgroeien. Je vindt er korte video’s over basisvaardigheden ICT of praktische info zoals: hoe lever je ziektebriefjes in? Aan die vraag hoeven aanvangsbegeleiders geen tijd te besteden. Die infoclips vullen we de volgende jaren aan met didactische video’s. En we willen de banden met andere onderwijs­partners sterker aanhalen. Om te leren van én met elkaar. Scholen, CLB’s en ondersteuningsnetwerken: we zitten met gedeelde leervragen en bezitten complementaire kennis. Alleen vinden we elkaar nog te weinig.”

51


Klasse Magazine

Analyse

Wie is Mari Scotillo? • switchte na 15 jaar basisonderwijs naar leraar Nederlands in het secundair en volwassenenonderwijs • gaf praktijkgerichte colleges over differentiëren aan de UCLL Diest en Leuven

Zit differentiëren in zwaar weer? 52


Klasse Magazine

Weerbericht. Had differentiatie lange tijd de wind in de zeilen, dan draait die de laatste jaren. Van flinke bries door de vergelijking met ‘hogere krijgskunst’ tot felle tegenwind na recente peilingen. Te veel differentiëren zou onze onderwijskwaliteit meer kwaad dan goed doen. Op school hoor je ook twijfels: is differentiatie niet het zompige, zware spoor tussen klassikaal lesgeven en digitale leerlijnen op maat? En mag ik me niet gewoon bezighouden met de inhoud van mijn vak? Windstil is het allerminst. En toch, spoiler alert: geen enkele expert wil differentiatie schrappen. Hoe zit het nu? GEEN TEGENPOLEN Geen weerbericht zonder duidelijke kaart en grenzen om het gebied af te bakenen. Dat geldt ook voor differentiatie. In dit artikel focussen we op wat er ín de klas gebeurt, niet op hoe we scholen organiseren in onderwijsniveaus, studierichtingen en zorgklassen. Katrien Struyven doet al lang onderzoek naar differentiatie binnen de klas. Voelt zij de tegenwind opzetten? “Deels. Differentiatie kreeg de voorbije decennia veel aandacht, in publicaties en lezingen. Leraren waren benieuwd naar inzichten en gingen ermee aan de slag. Vandaag staan andere onderwijsconcepten in de zon. Maar klassikale directe instructie en goede vakdidactiek staan niet haaks op differentiatie. Kampen met rabiate voor- en tegenstanders zie je niet.” “Iedereen erkent dat diversiteit toeneemt in de samenleving én in de klaslokalen. En geregeld hoor je echo’s als: ‘Ik kan mijn leerlingen moeilijk bereiken en motiveren.’ Daar ligt – afhankelijk van wie je spreekt – een noodzaak of kans(je) voor differentiatie. Hoe je die uitwerkt en hoe ver je gaat, daarin verschillen de meningen.” RODE LIJNEN In de kritiek lopen drie rode lijnen. Ten eerste: differentiatie knijpt in een zorgreflex onbewust een oogje dicht voor leerlingen die het moeilijk hebben. Lees: de lat daalt omdat we ons uitsluitend richten op een groep die moeite heeft met de minimumdoelen. Andere leerlingen dreigen daardoor in de kou te staan. Ten tweede: differentiatie slaat over in gepersonaliseerd onderwijs met aparte leerlijnen voor iedere leerling. Dat ondermijnt de kracht van de klasgroep en stretcht leraren wel heel ver qua werkdruk, zelfs als artificiële intelligentie oefeningen genereert. Ten derde: differentiëren lijkt soms een doel, in plaats van een middel. Terwijl het een van de interventies is die je inzet om leren te maximaliseren. Tekst Bart De Wilde Beeld Laïs Van Gestel

Kan je goed lesgeven zonder te differentiëren? Of staat het haaks op goede vakdidactiek en ondermijnt het de kracht van een klasgroep? Onderzoekers Dries D’haese en Katrien Struyven zoeken het samen met leraar Mari Scotillo uit.

53

“Die zorgen deel ik alle drie”, stelt Katrien Struyven. “Maar de kritieken zijn vaak gebaseerd op misvattingen over differentiatie. Om te beginnen: via doordachte differentiatie werk je aan gelijke onderwijskansen, onderzoek bewijst dat. Je tilt de groep die het moeilijk heeft naar boven zonder verwachtingen of leerdoelen te schrappen. De lat verlagen, dat wil én doet goed uitgevoerde differentiatie niet. Het mikt net op leervooruitgang bij álle leerlingen, door in te spelen op interesse, leerstatus, of -profiel. De Amerikaanse differentiatiepionier en -expert Carol Ann Tomlinson schreef ettelijke wetenschappelijke werken over primussen uitdagen.”


Klasse Magazine

Analyse

TALENTVERSPILLING Toen de Commissie Beter Onderwijs in 2020 experten en leraren zocht, veroverde Mari Scotillo haar zitje aan tafel. Ze ruilde vijftien jaar geleden haar oude job in voor een basisschool en wist snel dat ze van differentiatie een speerpunt wilde maken. De reden? “Tijdens een klasbezoek zag ik rekenwondertjes die na vijf minuten klaar waren met hun oefeningen. Ze kregen nog een reeks gelijkaardige sommen en mochten daarna in stilte punniken. Als twintiger was me dat misschien niet opgevallen, maar als zij-instromer deed dat pijn aan mijn moederhart: zo verspillen we talent.” “Daarom werkte ik een driesporenbeleid uit. Een aanpak waarbij ik niemand naar de zorgleraar móet sturen, maar de hele klas bij mij kan houden. Mijn drie sporen zijn geen vaste groepen die een heel semester vastliggen. Want wie top is in cijferen, kan ploeteren met meetkunde. Bovendien riskeer je daarmee de cognitief zwakkere leerlingen te

stigmatiseren. Je wil de kloof verkleinen, maar diept die ongewild uit.” “Hoe ik die sporen dan wel opzet? Retrieval practice is het vertrekpunt. Met wisbordjes, een Kahoot-quiz of andere methodieken halen mijn leerlingen de kennis van vorige lessen naar boven. Dat helpt ze om voor een nieuwe oefenreeks in te schatten bij welke groep ze best aansluiten: verlengde, korte of geen instructie. De groepen werken rond dezelfde basisdoelen. Voor wie al heel ver staat, liggen extra uitdagende oefeningen klaar. Stappen ze op het verkeerde spoor? Wie zich overschat, laat ik heel even kopje ondergaan maar niet verdrinken: ‘Misschien volg je rond dit onderwerp de volgende keer beter korte instructie?’ Bij leerlingen die altijd de veiligheid van verlengde instructie opzoeken, pols ik: ‘Waarom dacht je dat je nog niet klaar was voor de oefeningen?’ Mijn ervaring

“Als starter focus je op voorbereiding, klasmanagement en didactiek. Differentiëren is de volgende stap” Dries D’haese

Wie is Dries D’haese? • werkt aan het Expertisecentrum Onderwijs en Leren, Thomas More • bouwde als wetenschappelijke onderzoeker mee aan de evaluatietool PROEV • gaf 8 jaar Frans en MAVO in de tweede en derde graad secundair

54


Klasse Magazine

Wie is Katrien Struyven? • professor didactiek en pedagogiek aan UHasselt • opleidingscoördinator van de educatieve masteropleidingen • onderzoekshoofd van U-RISE (UHasselt Research on Innovative and Society-engaged Education)

“Het is niet omdat je werkboek vier sporen aanbiedt, dat je je klas moet vierendelen” Katrien Struyven

“Leraren secundair zeggen dat ze minder vaak differentiëren in de klas. Maar wie ervoor kiest, lijkt volgens onderzoek extra overtuigd van de meerwaarde en zet het doordachter in dan collega’s in het lager. Ze gebruiken formatieve oefeningen en toetsdata om daarna doelgericht in te spelen op leerstatus via verlengde instructies of plusoefeningen. Ze motiveren hun leerlingen op interesse of leerprofiel door keuzes en hulpmiddelen aan te bieden. Ook leraren van eenuursvakken kunnen perfect differentiëren. Want tieners laten kiezen om de industriële revolutie die je in de klas besprak te duiden vanuit het perspectief van een spinster, boer, kind of ondernemer, daarvoor moet je ze toch niet persoonlijk kennen?”

“Soms kies ik voor heterogene groepen, en laat ik leerlingen elkaar als tutors begeleiden. Wie het moeilijker heeft, leert dan van een klasgenoot die uitblinkt op dat leerstofonderdeel, bijvoorbeeld bij lezen of wereldoriëntatie. Maar dat lukt niet altijd. Sterke leerlingen leiden hun klasgenoten soms wel naar de oplossing van wiskundige problemen, maar kunnen de achterliggende logica niet altijd helder verwoorden. Zo leren ze elkaar trucjes aan, maar geen dieper inzicht.”

TOPSPORT Blijven de vragen: differentiëren, is dat moeilijk? En is het lange avonden zwoegen op voorbereidingen? Onderzoeker Dries D’haese hoort die twijfels geregeld. “Zie het niet meteen te groot”, antwoordt hij dan. “Ik snap de vergelijking met hogere krijgskunst. Als starter gaat je aandacht vooral naar voorbereiding, klasmanagement, didactiek. Differentiëren is de volgende stap. Maar eigenlijk kan het ook met een gele gordel. Als je in PAV aanleert hoe je oppervlakte meet, kunnen leerlingen na wat begeleide oefeningen zelfstandig de vierkante meters van een voetbalveld of concertzaal berekenen. Achteraf vergelijk je samen: in het voetbalveld passen zoveel concertzalen. Zo toon je interesse in hun leefwereld en vind je het evenwicht tussen individuele leerling en klas, zonder grote voorbereidingswerken.”

PENNENZAKKEN Klinken sporen in basisonderwijs even vertrouwd als turnpantoffels en pennenzakken, dan vind je ze minder vaak terug in het secundair. “De klassen zijn er heterogeen”, zegt Katrien. “Leerlingen kiezen nog niet voor een studierichting. Daarom voelen leraren in het basisonderwijs meer urgentie om te differentiëren. Het valt ook wat makkelijker te organiseren: de leerlingen zitten de hele dag in je klas, je kan schuiven met lessen.”

“Sporenonderwijs, daar kwam ik die eerste jaren als leraar Frans niet toe. Wat later lukte het wel. Na een directe instructie over het lijdend (COD) en meewerkend voorwerp (COI) bracht ik formatief in kaart hoe goed mijn leerlingen de leerstof beheersen. Daarna vormde ik drie groepen volgens leerstatus: de eerste kreeg verlengde instructie en begeleide oefening, de tweede maakte basisoefeningen, de derde zwoegde op uitbreidingsoefeningen. Leerlingen uit die laatste groep konden zich met groene kaartjes opgeven als tutor bij de middengroep.”

is dat faalangstige leerlingen en kinderen uit kansengroepen zichzelf eerst onderschatten. Die gesprekken met leerlingen zijn cruciaal. Jezelf stap voor stap goed leren inschatten, helpt je tijdens je hele schoolloopbaan verder.”

55


Klasse Magazine

Analyse

“Die gedifferentieerde aanpak vraagt wat vertrouwen en kneepjes klasmanagement. Voorbereiding ook, maar die zoektocht naar goede oefeningen betaalt zich terug. En je les moet er zich ook toe lenen. Een paar lesuren lang geen sporen uitgezet omdat doceren of klassikale oefeningen beter bij de leerstof passen? Prima toch!” Katrien volgt de krijgskunstmetafoor niet helemaal. “Ervaring, collega’s, talent, klasgrootte en -lokaal: het speelt allemaal mee als je goed wil differentiëren. Maar het is echt niet de bedoeling om vier sporen te leggen in al je lessen en daarnaast nog vijf individuele trajecten op te stellen met aangepaste oefeningen en materialen. Die immense inspanning mag je van geen enkele individuele leraar vragen. Met kleine, doelgerichte interventies versterk je motivatie en leervooruitgang.” “Bovendien: leerlingen vormen een klasgroep. Ze leren graag en goed met elkaar. Leraren die differentiatie goed inzetten, spelen de motiverende kracht van de klasgroep als sociale

entiteit uit. Ze engageren leerlingen binnen hun les door actief in te spelen op interesse, leerstatus en leerprofiel. Leerstatus domineert vaak, maar is zeker niet de enige weg. Mijn dochter mocht bijvoorbeeld naar spoor A voor rekenen, maar zag het niet zitten om individueel in de gang te werken. Ze verkoos spoor B (leerprofiel): samen met klasgenoten én de kans om vragen te stellen. Thuis ploegt ze wel door individuele uitbreidingsoefeningen (leerstatus).” DOEL-MIDDEL-DRAAI Laatste verwijt: differentiatie verspringt soms van middel naar doel. Dat stelt een aantal onderzoekers na recente taal- en wiskundepeilingen. “Zelf ging ik als leraar ook wel eens de mist in”, bekent Dries. “Mijn leerlingen moesten twee anekdotes presenteren: een verzonnen en een waargebeurd verhaal. Ik liet ze vrij om hun vorm te kiezen. Iedereen kwam met een

“Mijn drie sporen zijn geen vaste groepen. Want wie top is in cijferen, kan ploeteren met meetkunde” Mari Scotillo

56


PowerPoint. Differentiëren bracht tijdens die taak geen meerwaarde. Sterker nog: misschien had ik door de vorm vast te leggen en een duidelijker leerdoel te selecteren scherpere eisen kunnen stellen aan hun PowerPoint.” “Methodes stimuleren soms die verdraaiing van middel naar doel”, stelt Katrien. “Ze bieden vier of zelfs meer sporen aan op leerstatus. Mooie poging, maar die sporen zijn geen garantie op goed onderwijs en sterke resultaten. Want het is niet omdat je werkboek vier sporen aanbiedt dat je je klas moet vierendelen. Sterker nog: als je geen signalen krijgt dat de klas op verschillende niveaus zit, hou je leerlingen beter samen. Volg dus nooit slaafs je werkboek, maar vertrouw altijd op je vakkennis en de signalen van je leerlingen. Is iedereen betrokken, dreigen bepaalde leerlingen af te haken?” OPKLARINGEN Terug naar het weerbericht. Hoe klaart de hemel op rond differentiëren? In het rapport Beter Onderwijs valt dit advies op: ‘Kies niet voor divergente maar voor convergente differentiatie.’ Maar wat is het verschil? Leraar Mari legt uit: “Bij convergente differentiatie schotel je alle leerlingen dezelfde doelen voor, maar je varieert in begeleiding of tijd. Denk aan preteaching waarbij je leerlingen vooraf apart neemt als ze de woordenschat missen om een verhaal te snappen. Of je geeft een groepje wat extra hulpmiddelen. Divergente differentiatie serveert leerlingen verschillende leerdoelen, soms zelfs verschillende leerinhouden en eindproducten.” Convergente differentiatie is een sleutel naar gelijke onderwijskansen. Divergente differentiatie helt snel over naar hyperpersoonlijk onderwijs. Katriens conclusie? “Wat doorslaat, vangt terecht tegenwind. Vijfentwintig leerlijnen of aparte inhouden voor bepaalde leerlingen, daar vraagt niemand om. In de praktijk valt de windkracht mee. Loop klassen binnen en je zal vaststellen: iedere leraar differentieert. Leerlingen mogen pro of contra zijn in een debat en sommige kinderen krijgen ondersteuning bij hun eerste draai aan de rekstok, andere niet.” “Differentiëren is vooral een krachtige mindset: je gelooft dat al je leerlingen de basisdoelen kunnen binnenrijven en je bekijkt wat ze daarvoor nodig hebben. ‘Waarom moeten we dat kennen?’ is een knipperlicht naar gebrekkige interesse. Een toets waarop de scores ver uit elkaar liggen, is een knipperlicht naar leerstatus. Zoek je daarna doelbewust uit welke effectieve, haalbare differentiatie-ingrepen je kan aanbieden? Dan wint elke leerling zonder dat de groep verliest.”

57

Advertentie



Lerarenkaart

Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

Nieuwe voordelen Op Lerarenkaart.be wijst een handige zoektool je de weg tussen 900 exclusieve voordelen. In Klasse Magazine hoef je zelf niet op zoek, maar krijg je telkens de nieuwste voordelen op een rijtje. Haal je kaart al maar boven!

Design Museum Brussels

Brussel

2 euro korting

Atomium

Brussel

5 euro korting

Kunsthal Extra City

Antwerpen

2 euro korting

Uitgeverij Borgerhoff & Lamberigts

webshop

20 procent korting

Museum of Illusions

Brussel

50 procent korting

Stoomtrein Dendermonde-Puurs

Dendermonde

35 procent korting

Fourneau Saint-Michel Saint-Hubert

gratis

Sparkx

Hasselt

10 procent korting

Ridley Bikes

webshop

25 procent korting

Azaleashop

webshop

10 procent korting

Cozy Deco

webshop

10 procent korting

Schoonheidssalon Butterfly Beauty

De Klinge

10 tot 15 procent korting

Multi-Care bij Kelly

Lommel

10 tot 30 procent korting

New to You

webshop

10 procent korting

59


Klasse Magazine

Lerarenkaart

Uitgelicht Boeiende expo’s, acties en voordelen die je niet wil missen. Wil je meer weten? Zoek je een rondleiding of workshop op maat van je klas? Scan de QR-code. Nog meer voordelen vind je via Lerarenkaart.be of onze nieuwsbrief.

LERARENDAG

LIBERATION GARDEN

EXPO

GIANTS

Leopoldsburg 12 februari 2024

Het nieuwe museum Liberation Garden brengt het beklijvende verleden van de Oosthoek tot leven. Stap in de schoenen van bezetters, verzetsmensen en bevrijders uit WO II. Met de verhalen van getuigen, het Geheime Kerkhof, een schuilkelder en filmfragmenten beleef je de geschiedenis vanop de eerste rij. Gratis met je Lerarenkaart voor jezelf, 1 extra volwassene en max. 3 kinderen. Reserveer via klasse.be/lerarendagen.

60

Museum voor Natuurwetenschappen, Brussel Tot 25 augustus 2024

Ga met je leerlingen op bezoek bij uitgestorven reuzendieren. Een Aziatische aap, zo groot als 3 orang-oetans en andere 3D-voorstellingen en skeletten bieden jullie de reuzenkans om je piepklein te voelen tussen deze giganten uit een ver verleden. 8 euro korting met je Lerarenkaart (5 euro i.p.v. 13 euro)


© La Minute Sauvage

Klasse Magazine

EXPO

DE OUDHEID IN KLEUR Gallo-Romeins Museum, Tongeren Tot 2 juni 2024

Authentieke stukken en reconstructies bewijzen dat Griekse en Romeinse beelden helemaal niet wit waren, maar van kop tot teen beschilderd. Zou de beroemde Nike een rood kleedje gedragen hebben? Met je leerlingen speur je naar verfresten en leer je hoe de beelden werden gemaakt en waarom de verf vandaag is verdwenen. 3 euro korting met je Lerarenkaart (5 euro i.p.v. 8 euro)

61

EXPO

RATTUS Riolenmuseum, Brussel Tot 16 juni 2024

Dringend gezocht: rattenvanger! Het Riolenmuseum kampt met een rattenplaag. In alle ruimtes van het museum vind je ze terug. Ongewenste knager of nuttig stadsdier? Tijdens je bezoek leer je via speelse en interactieve opstellingen alles over de evolutie, plaats en rol van de rat in Brussel. Gratis met je Lerarenkaart (i.p.v. 10 euro)


Klasse Magazine

Lerarenkaart

BUITEN

ARBORETUM

MUSEUM

ABDIJMUSEUM TEN DUINEN

Kalmthout

Wandel langs stoere bomen en kleurrijke borders. Het Arboretum herbergt meer dan 7.000 verschillende plantensoorten, waaronder meer dan 150 jaar oude bomen. Tijdens de kerstvakantie neemt de gekke kat Hobbel je kinderen mee op een winterspeurtocht. Vanaf 5 januari leidt de Hamamelisroute je langs de wondermooi bloeiende toverhazelaars. 6 euro korting met je Lerarenkaart (3 euro i.p.v. 9 euro)

62

Koksijde

Kruip in de huid van een archeoloog en reis met je leerlingen naar de middeleeuwen. Toen pronkte hier een gigantische abdij. Nu dwaal je door ruïnes en ontdek je de Merovingers, vroege kustbewoners, via archeologische vondsten en prachtige bouwwerken uit LEGO®-bouwstenen. Gratis met je Lerarenkaart (i.p.v. 7 euro)


Klasse Magazine

Haal jij in 2024 je Lerarenkaart boven? Doen! Ze verruimt je horizon en inspireert je tot lessen van wereldformaat. Zoek en vind ze op waarismijnlerarenkaart.be.

MUSEUM ERFGOED

DOMEIN VAN HET SLAGVELD BIJ WATERLOO 1815

EPERON D’OR Izegem

Waterloo

In een prachtig industrieel gebouw vind je nu een museum over de geschiedenis van de schoenmakerij sinds de negentiende eeuw, met een apart luik over de borstelindustrie. Borstelbaron Eduard weet echt alles over borstels. Zijn dochter Josefina is gek op schoenen. Stap in hun voetsporen op het familieparcours vol verrassende opdrachten. 2 euro korting met je Lerarenkaart (6 euro i.p.v. 8 euro)

63

Met uniformen, interactieve kaarten, multimedia-animaties en een 3D-film herbeleef je hier de beroemde veldslag van Waterloo. In de Hoeve van Hougoumont ben je getuige van de bloedige gevechten rond deze boerderij. Hoog op de heuvel, aan de voeten van de beroemde Leeuw, kan je het slagveld overschouwen. Maar dan moet je wel eerst de 226 treden overwinnen. 3,50 euro korting met je Lerarenkaart



Moet je weten

Klasse Magazine

Samenstelling Anne Siccard

Interessant lesmateriaal DOSSIER DEMOCRATIE: EDUBOX IDEOLOGIE

SIGMAPLAN lager en secundair onderwijs

tweede en derde graad secundair

Botst het soms tussen je leerlingen? Waarom botst het? Welke ideeën leiden tot spanningen? Hoe gaan ze daarmee om? Zien zij ook de parallel met de brede maatschappij? De EDUbox Ideologie van Mediawijs en VRT leert ze nadenken over hun waarden én die van hun klasgenoten. edubox.vrtnws.be/ideologie/index.html?page=ideologie

CIRCULAIRE ECONOMIE

Het Sigmaplan beschermt Vlaanderen beter tegen overstromingen van de Schelde en haar zijrivieren. Met de educatieve pakketten kan je vooral in het lager, maar ook in het secundair, aan de slag. Ga je graag ter plekke? Dan kan je met een gids het overstromingsgebied ontdekken. Bekijk het aanbod online. sigmaplan.be/nl/scholen

AIFOON VOOR LERAREN

tweede en derde graad secundair

Wat betekenen lineaire en circulaire economie? Via het spel ecoCEO maken leerlingen kennis met de impact van lineaire en circulaire strategieën op een bedrijf. Zo ontdekken ze hoe circulair gebruik van producten en grondstoffen kan bijdragen aan een winstgevend, veerkrachtig en duurzaam bedrijfsmodel. ecoceo.vito.be/nl

lager en secundair onderwijs

Daag je leerlingen creatief uit met originele audiofragmenten en luistervragen dankzij de toolbox ‘Start to listen’ van kunstorganisatie aifoon. Wat dacht je van ‘Geluiden tekenen of boetseren’, ‘Geluidenatlas’, ‘Geluidsmassage’ en ‘Sound Walk’? De lespakketten, inspiratiebundels, educatieve fiches en video’s vind je online. aifoon.org/aifoon-voor-leerkrachten#tekenen

REIS DOOR DE RUIMTE

ED TV

basisonderwijs

secundair onderwijs

Zijn je leerlingen klaar voor een ruimteavontuur? In dit zoekboek vinden ze niet enkel interessante ruimteweetjes, ze brengen ook zoek- en vindopdrachten tot een goed einde. Enkel échte astronauten slagen in hun missie. standaarduitgeverij.be/product/reis-door-de-ruimte-een-zoekboek9789002277252

Zoek je manieren om te werken rond digitale identiteit, rouwen, eenzaamheid, sexting, LGBTQIA+ in de sport of verslavingen? Op ED TV, een gratis educatief audiovisueel platform, vind je kant-en-klaar lesmateriaal om gevoelige thema’s te bespreken. Gebruiken in je les of voor een themaweek: het kan allebei. edtv.be

WIN! 5 x ‘Reis door de ruimte’. Waag je kans via klasse.be/win

65


Advertentie


Moet je weten

KANGOEROE 2024

Klasse Magazine

BRUGGEN TUSSEN GENERATIES

lager en secundair onderwijs

Op 21 maart 2024 kunnen leerlingen hun reken-, denk- en puzzelkunsten tonen in de Kangoeroewedstrijd. Voor het eerst zijn er ook edities voor leerlingen tweede en derde graad arbeidsmarktfinaliteit en dubbele finaliteit. Doe je mee op 21 maart of tijdens de uitwijkperiode? Schrijf je leerlingen uiterlijk 31 januari in. kangoeroe.org

secundair onderwijs

Denken je leerlingen ook ‘fout’ over ‘oud’? Met het lespakket ‘Levenswijs’ van Vief vzw, een ouderenvereniging, beluisteren ze in de gelijknamige podcast de levensverhalen van de oudere generatie. Ze staan stil bij begrippen als ‘generatiekloof’ en ‘ageïsme’, maken hun eigen generatietijdlijn en ontdekken de gelijkenissen tussen verschillende generaties. levenswijs.be/lespakket

DE HOUTBRIGADE

GROOMIX

vanaf derde graad lager onderwijs

Hoe sterk is hout en hoe recycleer je het? Uit welke houtsoort maak je een tafel, stoel of palet? Ga op missie met Robin Wood en maak van je leerlingen houtbrigadiers. Via proefjes en experimenten ontdekken ze alles over hout en houtbewerking. Het digitaal pakket bevat 10 interactieve, digitale leerpaden, een lerarenkompas en een overzicht van de beoogde eindtermen.

derde graad lager en secundair onderwijs

Met het educatief spel van Child Focus (vanaf 10 jaar) maak je jongeren al spelend bewust van het fenomeen ‘grooming’ en de risico’s van online chatten met onbekenden. Maar het wijst hen ook op de voordelen van online vriendschappen en relaties. Child Focus stelt het spel gratis ter beschikking. Je betaalt enkel de verzendingskosten. childfocus.be/nl-be/Pers/Publicaties/Educatief-materiaal/ Post/11967/GrooMix

houtbrigade.be

GENDERGELIJKHEID

GENDER QUEER

derde graad lager en secundair onderwijs

Wil je met leerlingen (10-18 jaar) werken rond gender­ gelijkheid, genderstereotypen, gendergerelateerd geweld en seksuele intimidatie? Met het lesmateriaal en de activiteiten van Plan International maak je hen bewust van hun eigen rechten en die van alle kinderen wereldwijd. planinternational.be/nl-be/school

secundair onderwijs

Maak genderidentiteit bespreekbaar en inzichtelijk voor je leerlingen met de autobiografische graphic novel van Maia Kobabe. Daarin vertelt ze over de verwarring en vernederingen van puberale verliefdheden, het vinden van échte vrienden, de strijd van haar coming-out en LGBTQIA+-fanfictie als uitlaatklep. standaarduitgeverij.be/product/gender-queer-9789002277986/

WIN! 5 x ‘Gender Queer’. Waag je kans via klasse.be/win

67


Advertentie


Moet je weten

Klasse Magazine

Levenslang leren

ONLINE LEERMODULE

ALGEMEEN

DOSSIER DEMOCRATIE: KLASDISCUSSIES

INCLUSIEF ONDERWIJS

LGBTQIA+, Israël-Palestina: Zetten gevoelige thema’s of brute uitspraken je klas soms op stelten? In de online modules van het project DemoKlap van Atlas leer je hoe je met je leerlingen tot constructieve gesprekken komt. Je vindt er ook kant-en-klaar gratis lesmateriaal.

Redelijke aanpassingen zorgen dat ook leerlingen met een leerstoornis zich kunnen ontplooien op school. Met de STICORDI/REDICODIS-aanpak van Eureka Leuven geef je inclusief onderwijs door te STImuleren, COmpenseren, Remediëren, DIfferentiëren en Dispenseren.

atlas-antwerpen.be/demoklap

eurekaleuven.be/redelijke-aanpassingen

WEBSITE

NASCHOLINGSAANBOD

KENNISCENTRUM LEERPUNT

ISTEM

Het nieuwe onafhankelijke kenniscentrum Leerpunt, gefinancierd door de Vlaamse Overheid, verzamelt o.l.v. pedagoog Pedro De Bruyckere, onderwijsonderzoek in een toolkit. Je vindt er ook praktische leidraden om evidence informed en effectief les te geven.

iSTEM, expertisecentrum voor STEM-onderwijs in Vlaanderen, vertaalt onderzoek en praktijkervaringen naar bruikbaar materiaal voor je lessen. Laat je inspireren tijdens workshops en (online) vormingen. istem.be/agenda

leerpunt.be

BOEK WETENSCHAPSCAFÉ

TRAUMASENSITIEF ONDERWIJS

SCHOOLMOEHEID Heb jij leerlingen die met tegenzin naar school komen en dreigen af te haken? Vraag je je af hoe je hen aan boord houdt? Luister naar en ga in gesprek met experten Griet Denys en Elisa Vandenbussche tijdens het wetenschapscafé op 12 maart in Gent. wetenschapscafe.be/nl/gent/gent-cat/samen-tegenschoolmoeheid.htm

Het gedrag van getraumatiseerde kinderen bezorgt leraren soms gevoelens van machteloosheid en frustratie. Met dit praktische handboek doorbreek je de negatieve spiraal en ontwikkelen ook getraumatiseerde leerlingen zich optimaal. Werk aan een schoolbreed traumasensitief onderwijsklimaat dat goed is voor alle leerlingen én leraren. swpbook.com/boeken/21/onderwijs/1794/lesgeven-aangetraumatiseerde-kinderen

WIN! 5 x ‘Lesgeven aan getraumatiseerde kinderen’. Waag je kans via klasse.be/win

69


Advertentie


Klasse Magazine

Moet je weten

Tips voor je leerlingen

OEFEN.BE

BK SCHOOLQUIZ

algemeen

tweede en derde graad secundair onderwijs

Op de vernieuwde website vind je interactieve oefeningen en educatieve video’s van KlasCement, op het niveau van je leerlingen. Zo krijgen ze de leerstof onder de knie en leren ze zelfstandig werken. Aanmelden is niet nodig, je leerlingen kunnen gratis en onbeperkt oefenen en herhalen. oefen.be

Schrijf je als school in en laat een team van 4 leerlingen (15-19 jaar) deelnemen aan het Belgische Kampioenschap quizzen voor schoolploegen op 24 februari 2024. Als begeleider kan je individueel deelnemen aan dezelfde quiz. Geef dat aan bij je inschrijving. bk-schoolquiz.be

DE SCHAAL VAN M

ONDERWIJSAMBASSADEUR OP BEZOEK

derde graad lager onderwijs

Van 19 tot en met 28 februari dagen Mediawijs en Ketnet het onderwijs opnieuw uit. Tijdens 5 speldagen met 4 opdrachten testen je leerlingen in de klas of thuis hun mediawijsheid. Schrijf hen nu in. deschaalvanm.be

secundair onderwijs

Evi Geysels, de onderwijsambassadeur, gaat in Vlaamse scholen op zoek naar toekomstige leraren. Mag zij een half uur in jouw klas de leerlingen komen inspireren? Vraag via mail een bezoek aan. onderwijsambassadeur@vlaanderen.be

NEDERLANDS ONLINE OEFENEN algemeen

SID-IN 2024 derde graad secundair onderwijs

NT2-leerlingen kunnen zowel via de NedBox-website als -app op een leuke manier Nederlands oefenen. De oefeningen sluiten aan bij herkenbare situaties uit het dagelijks leven. Nederlands lezen, schrijven én oefenen doen ze op Nedbox Alfa.

Ga je met je laatstejaars naar de studie-informatiedagen? Maak ze erop attent dat ze op zaterdag ook alleen, met ouders of vrienden de SID-ins vrij kunnen bezoeken. onderwijs.vlaanderen.be/nl/sid-in/sid-in-2024-locatie-data-enopeningsuren

nedbox.be

71


Advertentie


Klasse Magazine

01

02

03

04

05

06

07

08

09

10

11

12

13

02

Doorloper Ons kruiswoord­ raadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen. Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.

03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13

HORIZONTAAL

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een boekenpakket. Surf vóór 19 februari 2024 naar klasse.be/ win en waag je kans.

01. Het woord dat je zoekt (13) 02. Meisjesnaam (4) / leerling (Frans, 5) / emmer (4) 03. Ex-president Venezuela (6) / kous (3) / muzieknoot (2) / jij (Frans, 2) 04. Jongensnaam (5) / Japanse stad (5) / mij (Frans, 3) 05. Jouw (Frans, 2) / vraag (3) / tiendelig (8) 06. Balpen (5) / gelijkwaardigheid (8) 07. Online les (7) / (Noord-)Ierse provincie (6) 08. Hij (Frans, 2) / jongensnaam (5) / Afrikaanse jongensnaam (6) 09. Egyptisch beeld (5) / wilde haver (3) / Amerikaanse militair (afk., 2) / meisjesnaam (3) 10. Ja (Spaans, 2) / Aalsterse priester (5) / beet (3) / voor (3) 11. Limburgse gemeente (4) / plant (9) 12. Karig (Engels, 4) / Franse stad (4) / onder andere (afk., 2) / jongensnaam (3) 13. Slenteren (Engels, 6) / hertenkind (7)

73

VERTICAAL

01. Nieuwe chefs aan het roer (13) 02. In (Frans, 2) / afschuw (4) / hij (Spaans, 2) / stuk vlees (5) 03. Bijbelse reus (4) / kruising van 2 soorten (7) / slee (2) 04. Pasta (7) / binnen (2) / in het jaar (Latijn, 4) 05. Treuzelaar (4) / tijdperk (3) / natural experience (afk., 2) / daar (2) / chloor (2) 06. Dus (4) / overdwars (9) 07. Je werk in een tabel (13) 08. Jongensnaam (3) / batterij (Frans, 4) / Griekse stad (6) 09. Zot (3) / kouwelijk (6) / plant (4) 10. Onrein (Arabisch, 5) / ons (Engels, 2) / Indische jongensnaam (6) 11. Oost-Vlaamse gemeente (3) / paal (4) / antilope (6) 12. Een beetje (3) / sf-serie op Netflix (2) / elk (5) / pret (3) 13. Regenachtige (10) / onfris (3)


Klasse Magazine

COLOFON Klasse Magazine 034 – december 2023 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Koning Albert IIlaan 15, Postbus 134, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredactie Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Tim Sels Cover: Maaike Canne Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Alexander Callewaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Rebecca De Clerc, Laura De Kimpe, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Seppe Goossens, Tine Jellasics, Lotte Kerremans, Mieke Keymis, Laura Maes, Ann Nevens, Julie Poignie, Mieke Santermans, Anne – geniet van je pensioen – Siccard, Klara Tesseur, Bram Truyens, Toon Van de Putte, Femke Van De Pontseele, Michel Van Laere, Linde Van Wonterghem, Simon Verbist, Vera Verdoodt en Berber Verpoest. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijs­ professionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes.

OVER JE ABONNEMENT Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij. Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro.

Klasse.be facebook.com/klasse

Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee.

x.com/klasse_be instagram.com/klasse_be

Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be.

Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be.

Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers.

Een adreswijziging doorgeven? Of een vraag over je abonnement of Lerarenkaart? Mail secretariaat@klasse.be of bel 02 553 67 82.

Wat als een nummer verloren gaat? - Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@klasse.be of via je profiel op Klasse.be.

Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be.

Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaarthouders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd.

Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd.

Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokaal afhaalpunt tot en met 10 juli. Waar dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart.

Verantwoordelijke uitgever: Ann Verhaegen, Departement Onderwijs en Vorming

Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring. Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnements­voorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.

is onderwijs en vorming

74


Advertentie


Klasse Magazine – driemaandelijks tijdschrift december/januari/februari 2023-2024 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse – Koning Albert II-laan 15 – Postbus 134 – 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X – P-004699

PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE

Buitenblad Niet alles haalt het magazine. Zoals deze inzichten tijdens een nagesprek of uitspraken die een beetje off topic zijn. Te mooi om te laten liggen, want ze tonen hoeveel wattages onderwijsmensen dagelijks trappen.

Leraar Stefanie (p. 12): “Ik wil van mijn leerlingen gezonde twijfelaars maken. Twijfelaars die zich niet laten verleiden door de simpele verhaaltjes van kamp A of B.. Met nuance maak je je niet populair, maar de wereld zou schoner zijn als we allemaal wat meer twijfelen voor we onze mond opendoen.”

Leraar Sven (p. 30): “‘Mag ik efkes ne foto maken voor thuis, meneer?’ Een van mijn zesdes Hout wilde graag thuis tonen waar hij in ons atelier aan werkt. Als een leerling zelf die trots uitdraagt, weet je: die is vertrokken.”

Leraar Koen (p. 16): “Uitspraken die anderen kwetsen? Daar spreek ik mijn leerlingen op aan. Want ik probeer niet alleen goeie schrijnwerkers te maken. Ik probeer goeie mensen te vormen.”

Leraar Kristel (p. 38): “Een studiereis naar Ierland deed mijn brein bijna ontploffen van de ideeën. Hoe straf de kleuterleraren daar met taal en beeld bezig zijn! Een paar weken later stond mijn eerste speelleerbox al klaar.”

Leraar Birgitte (p. 22): “Veel van mijn leerlingen uit buitengewoon groeien op in kansarmoede en moeilijke thuissituaties. Dat blokkeert hun leren soms meer dan hun beperking en raakt me erg. Voor hen wil ik elke dag mijn uiterste best doen. Dat verdienen ze.”

Leraar Liza (p. 40): “Onderwijs is emotie. Fijne lessen en dankjewel-briefjes op Valentijn ontroeren. Een opstroom-droom doorprikken doet pijn. En horen dat een ex-leerling door het plaatstekort nog geen school vond, frustreert.”


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.