Klasse Magazine 007

Page 1

007 - maart 2017

www.klasse.be

maart 2017

MAGAZINE

Ouders inbegrepen www.klasse.be

Ouders inbegrepen


Advertentie


MAGAZINE 05.

Toffe telefoon

06.

24.

38.

Directeur Ann, van de gevangenis naar school

Rutger Bregman: “Het is moeilijk om een euro aan onderwijs te verspillen”

INTERVIEW

INTERVIEW

60.

Grijp je Lerarenkaart

67.

LEZERS, VOLGERS, POSTERS

28.

10.

Teamborden voor beter onderwijs

“Onderwijs moet evenwichten bewaken”

30.

50.

Win een reischeque van 500 euro

12.

Om 6.45 uur begint de actie

Executieve functies in de kleuterklas

74.

Ouders bij de les

36.

REPORTAGE

44.

REPORTAGE

Make-over in de 1B-klas

OPINIE

INTERVIEW

DOSSIER

INTERVIEW

72.

DOORLOPER

BEELDREPORTAGE

18.

Nieuw lesmateriaal

CARTOON

SAM BLOGT

“Roepen dat die leraren kunnen”

56.

100-dagen voor leraren

Vier visuele ouderprikkels

GRATIS IN DEZE KLASSE: VIER COLLEGIALE KAARTJES Verras je graag een collega met een complimentje, een bedankje, een schouderklop? Achteraan in dit Klasse Magazine vind je vier kaartjes om uit te delen. Tip: gebruik meteen je gloednieuwe Klasse-balpen en schrijf er een persoonlijke boodschap op.

Verbeteren tot middernacht


Advertentie


Klasse Magazine

Edito

Toffe telefoon

“Als mijn gsm gaat en ik zie het nummer van de school, ben ik meteen in paniek. Of een van mijn kinderen is ziek, of er is een crisis geweest op school. Nooit een toffe telefoon.” Al pendelend in de trein luister ik een gesprek af tussen twee mama’s. “Ik kreeg vorige week anders wel een fijn mailtje van onze school”, antwoordt mama twee. “Mijn zoon had een spreekbeurt gegeven. Kreeg ik van de meester een berichtje hoe leuk het was geweest in de klas. En een uitnodiging: volgende week mogen we zelfs een namiddagje meevolgen in de klas.” Mama één kijkt verwonderd: “In de klas van mijn zoon werken ze blijkbaar al een half jaar met niveaugroepen, maar als ik zelf niet had gevraagd wat het betekent om leeuw, giraf of egel te zijn, had ik het nooit geweten.” Twintig leerlingen in je klas betekent ongeveer veertig ouders. Je hebt er die geen moer lijken te geven om school, misschien omdat ze zelf slechte ervaringen hadden met onderwijs. Van anderen krijg je het al benauwd als je ze nog maar aan het klasraam ziet verschijnen. Hoe bekijk jij ze als leraar? Zijn ouders je klanten ‘die hun geld mogen terugvragen als ze niet tevreden zijn’, of zijn het welkome en evenwaardige partners? We weten dat hun betrokkenheid bij de school belangrijk is. Kinderen met betrokken ouders voelen zich beter in hun vel en doen het ook beter op school. We zien de ouders dan ook graag op het oudercontact, nodigen ze uit op koffiemomenten en betrekken ze bij uitstapjes met de kinderen. Nederlands onderzoek leert dat de betrokkenheid van ouders thuis crucialer is dan dat ouders aanwezig zijn op school. Als mama een schooluitstap begeleidt of papa een liedje komt aanleren, voelt een kind zich fantastisch. Maar dat ouders thuis betrokken zijn, is dus minstens even belangrijk. En hoe ouders dat moeten aanpakken, weten ze vaak niet. Daar missen leraren en directeurs nog kansen. Hoe geef je de school een goede en welomlijnde plek thuis? Experten leren ons dat dat alvast niet lukt door een online streaming vanuit de klas of door ouders thuis verantwoordelijk te maken voor de leerstof waarvoor jij in de klas geen tijd had. Maak van ouders geen bijlesgevers maar bespreek bij het inschrijven of aan het begin van het schooljaar wat je van elkaar verwacht. Stimuleer ze vervolgens het hele jaar door om interesse te tonen, schouderklopjes te geven, jou te vertellen over hoe ze hun kind zien en waar het van groeit. En speel jouw ervaringen door over hoe ze hun kinderen het best begeleiden. Dat kan met een simpel heen-en-weerschriftje, briefjes in de brooddoos, een klasblog, een maandelijkse nieuwsbrief, een stempel op de hand van de kleuter. Of doe eens een toffe telefoon.

Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be


LEZ E R S , VO LG

Klasse Magazine

S ER

STERS O ,P

“Onze oudere leraren bleken co-teachers bij uitstek. Ze durven aanvullen, maar tegelijk controle uit handen geven” Directeur Hanne Bervoets (GLS De Platanen in Kapellen) vertelt op Klasse.be hoe ze oudere, ervaren leraren inzet als co-teachers.

6

REDACTIE@KLASSE.BE

Beste Stijn, Zoals je weet is het mijn droom om het onderzoek rond puberbreinen begeleiden nog veel meer uit te diepen. En ik wil ook graag die kennis delen met ouders, leraren, studenten uit de lerarenopleiding en uiteraard pubers zelf. Wij hebben intussen twee workshops georganiseerd voor ouders en die waren een groot succes! De ouders waren kei-enthousiast en kijken al uit naar de volgende workshop. Het interview in Klasse gaf mij een geweldige boost om nog grotere doelen voorop te stellen en het lef om te werken aan mijn dromen. Vandaar dat ik na lang nadenken heb beslist om zelfstandige in bijberoep te worden. Zo kan ik nascholingen geven, scholen begeleiden die graag een huiswerkklas willen inrichten, ouderavonden organiseren en ook pubers coachen. Groeten, Naïma


Lezers, volgers, posters

Klasse Magazine

@Meyerserwin - Verwondering en nieuwsgierigheid i.p.v. boeken en methodes zijn de basis van leren #elf17 De leraar faciliteert. Erwin Meyers (leraar wiskunde, WICO Campus TIO in Overpelt) legt op Klasse.be uit hoe hij klassieke les en huiswerk wisselt met flipping the classroom.

HOE OUD IS DE KLASSE-LEZER? 600 500 400 300 200 100 0 22

26

30

34

38

42

46

50

54

58

62

66

MAGAZINE - KLASSE

Als je onze abonnees met Lerarenkaart in een schema giet volgens leeftijd, oogt dat als een uitdagende Pyreneeënrit in de Tour de France. Leraren van 22 tot en met 73 namen een abonnement (dank!) en krijgen Klasse vier keer in hun brievenbus. Vind je jezelf?

FACEBOOK - KLASSE

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE

Met tatoeages voor de klas

1. PASSIEVE LEERLINGEN? MET DEZE KAARTJES GAAN ALLE VINGERS IN DE LUCHT

Juf Tilde (derde leerjaar BS De Kleine Prins in Lede): “Mijn moeder waarschuwde me: ‘Met tattoos zal je geen werk vinden in het onderwijs.’ Want bij haar op school mogen tattoos niet zichtbaar zijn. Ik kreeg gelukkig nog nooit negatieve feedback. Tijdens mijn sollicitatie was het warm en mijn hemdje stond open, tattoos zichtbaar. Onze directeur gaf onmiddellijk aan dat ze daar niks op tegen had. Ik was welkom.”

2. EEN BUITENGEWONE KLAS IN EEN GEWONE SCHOOL

3. TRAPKLASSEN: LEREN IN JE EIGEN TEMPO EN NOOIT MEER ZITTENBLIJVEN 4. SLINGERLEZEN VOOR MEER LEESPLEZIER

VIND IK LEUK 506

GEWELDIG 80

7

GEDEELD 53

5. MISVERSTANDEN OVER HOOGBEGAAFDHEID

70


De Lerarenkamer

AM K EN

ER

DE L

ER

AR

Klasse Magazine

Klasse stapt een lerarenkamer binnen en schotelt de bewoners vragen voor over hun stek op school. Redacteur Josfien drinkt koffie in OLV-College Campus Centrum in Zottegem. Maar waarom staat er een biljarttafel en wie tempert met humor de druk bij startende leraren?

LAWAAIMAKERS Tijdens de middagpauze produceren de leraren samen 102 decibels, vergelijkbaar met een bioscoopfilm.

STAPPENTELLER Adjunct-directeur Katlien huist in een ruim bureau dicht bij het secretariaat en de directeur. “Ik zet 105 stappen tot aan de lerarenkamer. Het zou beter zijn als de lerarenkamer minder ver lag. Misschien kunnen we de huidige lerarenkamer behouden als eet- en ontspanningsruimte en maken we een extra werkruimte bij het secretariaat en de directeur. Minder stappen, meer contact en kansen om samen te werken.”

HUISVADER Lien, interim-leraar voeding-verzorging: “De collega’s maken van de lerarenkamer een warme plek. En mijn directe collega Paul is een echte vaderfiguur.” Paul: “Ik ben hier de plezante in huis. Het onderwijs is zeer vatbaar voor negatieve klanken. Want de druk ligt hoog. Met humor en een luisterend oor help ik jongere collega’s om te relativeren.”

8


Klasse Magazine

LERARENKAMER 2.0

LERARENDICHTHEID

Isabelle, leraar techniek, geeft hier al 23 jaar les: “De biljarttafel is een toffe vernieuwing. Een grote zetel ontbreekt nog. En ik mis gezelligheid, al maken we die vooral zelf.” Voor Steve, leraar wiskunde en informatica, mag het dynamischer: “Misschien een paar hoge tafels zodat we meer kunnen bewegen? En een likje vrolijke verf.” Starter Lien snakt vooral naar verse lucht: “Van de binnenkoer verbonden aan de lerarenkamer zou ik een terras maken. Zalig als de zon schijnt. En zet er ook maar een moestuinbak met kruiden voor in de keukenklas.”

80 mensen eten, werken en ontspannen zich hier. De bevolkingsdichtheid is 0.53 inwoners per m². In de pauzes is het vooral drummen in de koffiehoek.

KOPPENTELLER

KILOMETERVRETER

Carine is onderhoudsmedewerker en haalt dagelijks de vuile vaat op. “Aan de computers blijven de meeste koppen achter. De directeur vraagt ons expliciet om ze te laten staan. Maar mijn vingers jeuken elke keer weer om ze toch op te ruimen. Bij een rottend klokhuis op tafel leg ik soms een papiertje met ‘foei’ op.” Vandaag ruimen we samen alle koppen op. We tellen er zes, maar de donderdag is traditioneel een rustige dag.

Isabelle en Kenneth zijn treinmaatjes. Isabelle, leraar voeding en techniek, pendelt 34 kilometer tot Ronse. “Ronse ligt niet eens ver, maar dat vinden ze hier al een beetje buitenland”, lacht Kenneth.

SPEELTIJD KAMERKENNER

Kenneth, leraar aardrijkskunde en logistiek, speelt graag een potje pool. “De directeur bracht de pooltafel zelf binnen. Een kwartier pauze is net genoeg voor een spelletje. En ook vrouwelijke collega’s spelen mee. Het is zeker niet zo dat de mannen de tafel claimen.” Marleen, leraar wiskunde: “Eerst zag ik die biljarttafel niet graag komen, want het is hier niet ruim. Maar ik zie dat de mannen content zijn. En dan zijn wij dat ook.”

Carla, leraar Engels en Duits, geeft 30 jaar les op de school. “Heel lang geleden stonden hier bureaus waar je met z’n tweeën aan zat. Je mocht toen alleen zitten waar je naam stond. Iedereen zijn vaste plek. Gelukkig is dat nu anders. De tafels staan vandaag in een U-vorm, gisteren nog in eilandjes. En daarvoor in twee rijen: een eettafel en een werktafel. We zoeken naar de beste opstelling.”

9


Klasse Magazine

Opinie

Evenwicht

“Onderwijs heeft drie kerntaken: subjectiveren, socialiseren en kwalificeren”, vertelt onderzoeker Pedro De Bruyckere. “Het is belangrijk dat alle onderwijsbetrokkenen tussen die taken het evenwicht bewaken.” Wat is de taak van onderwijs? Die vraag duikt op bij elke nieuwe uitdaging in de samenleving. En telkens opnieuw zuchten leraren dan over de vele taken die erbij komen. Want de samenleving wil dat de leraren onze kinderen gezonder leren eten, belastingformulieren leren invullen en zeker dat de school hen voorbereidt op de arbeidsmarkt. Maar wat mag je nu precies van de school verlangen? Volgens Gert Biesta, Nederlands pedagoog met internationale uitstraling, heeft onderwijs in essentie drie taken: subjectivering, socialisatie en kwalificatie. Dat lijkt abstract, maar Biesta heeft die taken uitgebreid beschreven. Te kort door de bocht samengevat: met ‘subjectivering’ bedoelt Biesta de persoonlijke ontwikkeling van de leerlingen; ‘socialisatie’ slaat op leren samenlevewn, waarbij je je als kind tradities en gewoontes van een gemeenschap eigen maakt; en kwalificatie betekent dat leerlingen kennis, vaardigheden en houdingen verwerven. Kwalificatie kan heel specifiek zijn, zoals wanneer je duidelijk maakt dat een leerling klaar is voor een beroep. Maar kwalificatie kan ook algemener: dan stoom je je leerlingen klaar om in een complexe, multiculturele samenleving te leven. Die drie taken kunnen in de schoolcarrière van een kind van gewicht verschillen. Zo is

10

in de kleuterklas de persoonlijke ontwikkeling wellicht een pak belangrijker dan kwalificatie. In het hoger onderwijs zal kwalificatie meer op de voorgrond komen. Maar ook in het basis- en secundair onderwijs is kwalificatie belangrijk. Je moet bijvoorbeeld bepalen of een leerling klaar is voor een volgende stap in zijn leerproces. Het gaat pas fout als het evenwicht tussen die drie taken zoek is. Zo is – internationaal bekeken – ‘personaliseren’ het nieuwste modewoord in onderwijs vandaag. Onderwijs op maat klinkt goed, zeker als dat leidt tot persoonlijke trajecten en zelfs gepersonaliseerde getuigschriften en diploma’s. Maar als personaliseren doorslaat naar ver doorgedreven individualisering, gaat het fout op vlak van socialisering, want dan leer je de kinderen mogelijk te weinig samenleven. Maar het kan ook misgaan op vlak van algemene kwalificatie en dus aanleren van kennis, vaardigheden en houdingen. ‘Waarom heb ik nog wiskunde nodig als ik niet van cijfers hou, of waarom nog geschiedenis?’, hoor je dan. Er zijn veel antwoorden op die vragen. ‘Omdat je anders nooit zal ontdekken hoe leuk wiskunde of geschiedenis kunnen zijn’, is er een van. Maar vooral: omdat wij het als samenleving belangrijk vinden. Als je te sterk de nadruk legt op socialisering, dreigen de verschillen tussen kinderen onzichtbaar te worden. Of vergeet je rekening te houden met de talenten of interesses van je leerlingen. Dan krijg je de karikatuur van onderwijs waartegen Ken Robinson rea-


Mijn idee van Onderwijs

Klasse Magazine

OUDER

LERAAR

LEERLING

DIRECTEUR

Vertel hoe jij over onderwijs denkt. Wat loopt er goed? Wat kan beter? Hoe moet het onderwijs van de toekomst eruit zien? Ben je ouder, leerling, leraar of directeur? En je wil reageren als individu of in groep? Kies je tekstvorm zelf: een straffe quote, een 10-puntenplan of een opinie ... Stuur je ideeën of dromen over onderwijs naar redactie@klasse.be.

geert in zijn TED-talks, dat soort onderwijs waarbij differentiatie een taboewoord is. Maar je kan ook te weinig socialiseren. Dan kijk je enkel naar de toekomst, naar hoe de wereld zou moeten zijn, en geef je het verleden en gewoontes die we als samenleving vandaag belangrijk vinden niet mee. Je socialiseert je leerlingen ook te weinig als je overdreven veel nadruk legt op kwalificatie. Zeker te veel focus op beroepsgerichte kwalificatie kan ervoor zorgen dat vakken dreigen te verdwijnen die we als samenleving belangrijk vinden. ‘Zijn die vakken wel nuttig?’, klinkt het dan. Of je krijgt vormen van teaching to the test. Daarbij staat bijvoorbeeld alles in het teken van de voorbereiding op het ingangsexamen voor geneeskunde. Iedereen die betrokken is bij onderwijs moet waken over de evenwichten tussen subjectivering, socialisatie en kwalificatie. Het zijn aandachtspunten voor wie nadenkt over de nieuwe eindtermen en voor wie werk maakt van de modernisering van ons onderwijs. Het is belangrijk voor een school die nadenkt over de visie, de vlag waar ze zich collectief wil achter scharen. Maar ook elke leraar moet blijven waken over die evenwichten. Een kleuteronderwijzer die te veel nadruk legt op de persoonlijke ontwikkeling of socialisatie zal de leerlingen leerkansen ontzeggen, de leraar in het lager of secundair onderwijs die te weinig nadruk legt op differentiatie idem. En wat met de docent die enkel bezig is met de evaluatie als hij orakelt: ‘Dit moet je kennen voor het examen’? Die zal hoogstens vakidioten kweken.

11

“Waken over de evenwichten tussen subjectivering, socialisatie en kwalificatie is een aandachtspunt voor wie nadenkt over de nieuwe eindtermen en de modernisering van ons onderwijs”

Let dus op als je jezelf de volgende keer hoort zeggen: ‘Maar het staat in het leerplan’, of ‘Ik moet mijn handboek afwerken’. Wellicht ben je uit het oog verloren dat je leerplan of handboek geen doel op zich is. Maar slechts een middel is om je doel te bereiken, namelijk je leerlingen zich persoonlijk laten ontwikkelen, socialiseren en kwalificeren. Pedro De Bruyckere Onderzoeker en pedagoog aan de Arteveldehogeschool in Gent



Dossier ouderbetrokkenheid thuis

Ouders bij de les Tekst Nele Beerens, Cherline De Maeght en Bart De Wilde Illustraties Loulou & Tummie Beelden Jens Mollenvanger

Als ouders thuis betrokken zijn bij het schoolleven van hun kind, stijgen de leerprestaties, het welbevinden en de motivatie van leerlingen. Maar hoe doe je dat, school thuis een welomlijnde plaats geven? Klasse vroeg het aan experten Hans Van Crombrugge en Evelyn Morreel. En verzamelde ouderprikkels en communicatiehacks van twee directeurs die in hun multiculturele scholen veel ouders ook thuis dicht bij de les houden. 13

Klasse Magazine


Klasse Magazine

Dossier ouderbetrokkenheid thuis

“Thuisbetrokkenheid is cruciaal” “Moet ik naast mijn dochter zitten tijdens het huiswerk en haar fouten verbeteren? Of laat ik ze beter staan zodat de juf kan inschatten wat ze kan? En hoe praat ik met mijn zoon over school?” Als je daarop als leraar kan antwoorden, betrek je ouders thuis bij het onderwijs van hun kind. Nederlands onderzoek (zie kader) wees uit dat dat meer impact heeft op de schoolprestaties dan aanschuiven op oudercontacten of pasta eten op het schoolfeest. Meer nog: ook hun zelfbeeld, welbevinden en motivatie profiteren ervan. Hoe je ouders thuis kan betrekken, en of je ouders dan ook meer op school moet krijgen, dat verklappen pedagoog Hans Van Crombrugge en onderzoeker Evelyn Morreel van het Hoger Instituut voor Gezinswetenschappen, kenniscentrum Odisee. Hans Van Crombrugge: “Je ziet dat scholen vaak eerst inzetten op formele en informele aanwezigheid of participatie op school. Ze proberen – terecht – veel ouders op het oudercontact te krijgen of op koffiemomenten en uitstapjes met kinderen. Maar hoe ze ouders thuis extra kunnen betrekken bij onderwijs, dat vinden ze moeilijker. Terwijl dat alles elkaar versterkt. Extra aandacht daarvoor is dus best belangrijk. Veel ouders vragen trouwens naar tips en adviezen over hoe ze thuis hun kind kunnen begeleiden.” Wat is thuisbetrokkenheid? En hoe kunnen leraren ouders daarin stimuleren? Hans Van Crombrugge: “We denken snel aan huiswerkbegeleiding. Maar daar zou ik niet op focussen. Je mag ouders niet verantwoordelijk maken voor leerstof waarvoor je in de klas geen tijd had of om rekensommen te remediëren of te herhalen. Dan nemen ze de taak misschien over van hun kind en beloon je niet je leerling, maar zijn ouders. Onbewust versterk je ook het verschil tussen ouders die de ‘schoolcode’ goed beheersen en ouders die ze minder goed of niet kennen. Daarom ben ik tegen huistaken. Tenzij het taken zijn waar je ouders en kinderen samen iets laat doen of onderzoeken én je dat met de ouders eerst bespreekt.” “Leraren mogen verwachten dat ouders thuis meewerken, maar volgens hun draagkracht. Vraag dus niet om na de lessen een toneelstuk te bezoeken dat de leerling moet

14

recenseren. Sommige gezinnen kennen en doen dat niet. Dan is de leerling de dupe van zijn thuissituatie. Daarom gaat betrokkenheid thuis veel minder over tips om huiswerk te begeleiden, maar wel over gezinnen ondersteunen om school een goede én welomlijnde plek te geven thuis. Dat doe je door ouderavonden te organiseren over onderwijsthema’s. Dat doe je ook door ouders te stimuleren om met hun kinderen over school te praten, door ze te motiveren, interesse te tonen in wat ze op school doen. Het zit soms in kleine gewoontes. Als ouder tegen je kind zeggen: ‘Je doet het echt goed hé, ik zie dat’ is veel warmer dan ‘Zie dat je ’t goed doet hé’. Die methodieken kan je als leraar meegeven.” Evelyn Morreel: “Scholen verwachten vaak veel, zonder daarover duidelijk te communiceren of te controleren of ouders alles snappen. Het blijft soms steken bij impliciete verwachtingen en eisen: dat ouders hun kinderen straffen als er een opmerking in de agenda staat, dat ze meegeven dat studeren belangrijk is, dat ze boekentassen en agenda controleren. Een ouder die dezelfde klasse en cultuur deelt met de leraren, weet intuïtief ongeveer wat verwacht wordt. Ouders met een migratieachtergrond, uit landen met een ander onderwijssysteem, veel minder.” Hoe geef je als school aan wat je thuis verwacht? Hans Van Crombrugge: “Ik zou het inschrijvingsmoment heel expliciet benutten. Als je je kind hier inschrijft, teken je voor een bepaald pakket en dat is wat we van jou verwachten. Ook thuis. Ouders kunnen dan meteen aangeven wat zij verwachten en wat voor hen lukt. Ouders moet je vanaf dag één bij de school proberen te betrekken. Ook al kost dat tijd en hebben leraren en directies al veel te doen: lessen geven, zorg en administratie.” “In sommige scholen gaan leraren opnieuw op huisbezoek. Je kan dat betuttelend vinden, maar je ziet wel hoe het thuis gaat én je stapt naar de ouders toe. Je bezoek stimuleert de dialoog met ouders die niet altijd makkelijk de stap naar school zetten, omdat ze de taal niet goed spreken, omdat ze zelf slechte of beperkte onderwijservaringen hebben … En oké, sommige ouders zullen zich tijdens een huisbezoek wat anders voordoen. Maar wat doen scholen op een opendeurdag? Het punt is dat je een goede basis legt om vaker met elkaar te overleggen.”


Klasse Magazine

Leraren en ouders geven het best samen aan wat ze van elkaar verwachten? Hans Van Crombrugge: “Ja. In ouderbetrokkenheid en -participatie moeten we streven naar wederkerigheid. Nu zijn ouders – enigszins onvermijdelijk – min of meer klanten van de school. Daar moet je van af, want zo betrek je ouders niet op een goede manier bij onderwijs en breng je ouders en leraren niet dichter bij elkaar. Vandaag bepaalt één partij, de school, nog te vaak de spelregels. Oudercontacten bijvoorbeeld: amper tien minuten op één specifieke avond, terwijl je ook samen met ouders kan afspreken hoe vaak je wil samenzitten tijdens het jaar. Met de ene ouder misschien vaker dan met de andere.” Evelyn Morreel: “In enkele scholen van het Deeltijds Beroepssecundair Onderwijs zitten ouders en leraar nooit alleen aan tafel voor een gesprek. Doordat er ook andere mensen aanwezig zijn (bv. de trajectbegeleider), loopt het gesprek nooit vast op één visie op de leerling. Het kind staat er centraal, met zijn problemen en talenten. Daar gaat het toch om: dat het kind zich goed kan voelen op school en het goed kan doen. Daarom vind ik het beter om ook leerlingen uit te nodigen op die oudercontacten.”

“Vandaag bepaalt één partij, de school, nog te vaak de spelregels van ouderparticipatie” Hans Van Crombrugge, pedagoog

15

Hans Van Crombrugge: “Scholen moeten die dialoog met ouders structureel inbouwen. Tonen dat ouders welkome partners binnen onderwijs zijn. Ga als directeur of leraar dus aan de schoolpoort staan. Ouders kunnen je aanspreken en omgekeerd. Je kan ook ouders uitnodigen om de speelplaats over te stappen als ze hun kind naar de klas brengen. Je dwingt ouders om op het terrein te komen. Dat soort creatieve ingrepen, daar verwacht ik heel veel van om ouders op school en thuis beter te betrekken. Net zoals de creativiteit om niet alleen de talenten van een bepaalde groep ouders te benutten. Maar ook de expertise van kwetsbare ouders.”


Klasse Magazine

Dossier ouderbetrokkenheid thuis

Onderschatten we de thuisbetrokkenheid van kwetsbare ouders? Wie niet op school komt, zal thuis ook niet betrokken zijn? Evelyn Morreel: “Ja. Het hangt ervan af hoe je betrokkenheid definieert. We spreken soms snel over gezinnen met een ‘zwakke’ of ‘onbestaande’ betrokkenheid of onderwijscultuur. In Brussel lijken ouders die de Nederlandse taal niet machtig zijn vaak niet-betrokken. Leraren zien ze nauwelijks op school. Maar als je met ouders praat, merk je dat ze hun kinderen heel bewust naar Nederlandstalige scholen sturen zodat ze later meer (job)kansen hebben. Eigenlijk toont die keuze dat ze onderwijs wél belangrijk vinden. Dat ze niet naar school komen heeft dus met andere drempels te maken.” Hans Van Crombrugge: “Bij sommige ouders en leraren leven mythes over elkaar. Die kan je alleen ontkrachten door meer samen te werken en te praten. In een school met probleemklassen werden ouders uitgenodigd om mee in de klas te komen zitten. Ik kan me voorstellen dat sommige leraren dat niet evident vonden. Want eigenlijk zeggen ze: ‘We staan machteloos’. Maar achteraf was iedereen tevreden. De aanwezige ouders – je bereikt niet meteen iedereen – ervaren zelf wat er in de klas gebeurt. Onmiddellijk start een vorm van ont-schuldigen. Ze zien: het is niet de leraar die niet bekwaam is, of een paar rotte appels (leerlingen) die de boel verzieken. Die gedurfde actie bracht leraren en ouders dichter bij elkaar. Samen dachten ze na over oplossingen.” Evelyn Morreel: “In onderzoeken geven ouders aan: ‘Wij lezen wel over school, maar wat gebeurt er echt?’ Als je zelf op de school van je kinderen zat, kan je de meeste onderwijskeuzes en -vernieuwingen wellicht volgen, maar

16

voor ouders die nauwelijks vertrouwd zijn met het Vlaamse onderwijs is dat bijzonder moeilijk. Om ze thuis betrokken te maken, moeten ze wel wat van onderwijs kennen. Een dagje mee in de les is daarom zeker een goed idee.” Kunnen ouders thuis ook te betrokken zijn? Moet je ze daarop aanspreken? Hans Van Crombrugge: “Ouders kunnen taken zelf oplossen of te veel druk leggen op hun kinderen. Daar mag je ze op aanspreken. Maar scholen geven soms verwarrende signalen. Een leraar die tegen de ouders beweert dat hun kind elke dag tot negen uur moet werken, zelfs op vrijdag, omdat het er anders niet zal geraken? Ik kan me voorstellen dat sommige ouders daar helemaal in meegaan en minutieus timen: ‘Voor negen uur verlaat je je bureau niet’. Dat moet een ramp zijn voor dat kind. De boodschap moet zijn: ‘Nee hé, vrijdagavond mag je kind niet werken voor school.’” “Idem tijdens examens. Vandaag zetten ouders examenstress over op hun kinderen en vragen ze verlof. Eigenlijk moet de school de boodschap geven: ‘Ouders moeten niet té hard met examens bezig zijn. Zorg voor gezond eten, vraag na het examen hoe het ging. En als je kind antwoordt ‘goed’, blijf dan niet doorvragen’. Tijdens examens is er natuurlijk druk. Pook die bij ouders vooral niet op. Maar maak die periode aangenamer door tips te geven. Minder stress bij ouders verhoogt het comfort van leerlingen.” Hoe reageer je op ouders die botsen met een leraar of bepaalde leerstof verwerpen omdat ze niet past binnen gezinswaarden? Hans Van Crombrugge: “Je kan anticiperen: in het begin van het schooljaar duidelijk maken of je bijvoorbeeld leert


Klasse Magazine

koken met varkensvlees – wat voor veel moslims moeilijk ligt – of niet. Dan weten de ouders wat er komt. Informeren sluit overigens een overleg met de ouders niet uit. Bij onvrede met of over een leraar probeer je alle partijen te laten praten met elkaar. Maak die onvrede concreet en stel je bemiddelend op. Maar je kan en mag niet tolereren dat ouders tijdens het schooljaar normen en waarden in vraag gaan stellen, zoals geen turnleraar voor meisjes.” Moet je school en thuis ook soms loskoppelen? Hans Van Crombrugge: “Ja. Maar dat is een moeilijke evenwichtsoefening. Het is goed dat je als leraar de familiale achtergrond kent en daarop wil inspelen. Maar soms moet een kind zijn thuissituatie in je klas even achter zich kunnen laten en echt leerling zijn. En thuis geen leerling, maar kind. Soms kan je als school zo veel eisen dat het kind thuis achter de leerling verdwijnt. Geef ouders voldoende vrije tijd samen met hun kinderen. Al snap ik het natuurlijk wel. Er is een toenemende maatschappelijke druk: onderwijs moet elk probleem oplossen. Die druk willen scholen wat afleiden. Maar als je afleidt naar ouders, geef je de boodschap: amuseren thuis mag niet meer, ouders moeten kinderen dan in de eerste plaats voorbereiden op school. Dat is geen gezonde logica.” Evelyn Morreel: “Ik onderzoek ook de ouderbetrokkenheid in jeugdwerk. Sommige werkingen kiezen ervoor ouders net niet té veel te betrekken. Het gaat er dan vooral om ouders duidelijk aan te geven waar de grenzen liggen. Dat geldt ook voor scholen: maak duidelijk waarvoor je staat en wat je wil bereiken. Maar ook wat je grenzen zijn. En vraag hetzelfde van ouders.”

“Kunstonderwijs en sport zetten het kind echt centraal en maken geen onderscheid in sociale achtergrond” Hans Van Crombrugge, pedagoog

Je doet ook onderzoek naar ouderbetrokkenheid in sport? Wat kunnen we leren uit die hoek? Hans Van Crombrugge: “Sportclubs betrekken ouders wellicht beter. Omdat het kind echt centraal staat. Ook in kunstonderwijs trouwens. Dat legt de lat hoog én slaagt erin sterk te individualiseren. Kunstonderwijs en sport vertrekken vanuit een talent dat ouders en leraren erkennen en maken geen onderscheid in sociale achtergrond of opleidings­ niveau. Toch vragen ze een duidelijk engagement: kledij wassen na elke training, kinderen rondrijden, supporteren.” “Ik heb een oudere voetbaltrainer gekend die zonder specifieke sportopleiding gasten van 14-15 jaar trainde. Voor de competitiestart wilde hij uitgebreid met elke speler en ouder spreken. Zijn spelers, hun ouders en de thuissituatie leren kennen. ‘Ik heb dat geleerd op school’, vertelde hij. ‘Daar doe ik dat ook. Want aan het begin van het schooljaar wil ik ook weten wie er in mijn klas zit’. Dat is gezond verstand. Leraren hebben dat zeker, maar laten zich soms tegenhouden omdat het niet kan, niet gehonoreerd wordt.”

Van controleren tot vertrouwen tonen Onderwijsonderzoeker Eddie Denessen en zijn team (Radboud Universiteit Nijmegen) verzamelden meer dan honderd onderzoeken voor ze met de conclusie kwamen dat ouders thuis betrekken cruciaal is voor de leer­ resultaten, het welbevinden, zelfbeeld en de motivatie van kinderen. Crucialer nog dan aanwezigheid op school, al versterken die twee elkaar wel. Ouders helpen hun kinderen thuis door ze

17

sociaal-emotioneel te ondersteunen en te controleren. Denessen ziet wel een verschuiving als kinderen ouder worden. De klemtoon thuis gaat dan van praten over school, voorlezen, controleren (bij kinderen in het basisonderwijs) naar monitoren, meepraten, vertrouwen tonen (in het secundair). Maar dat ouders thuis betrokken zijn, blijft wel op alle leeftijden belangrijk voor de schoolloopbaan van leerlingen.

Leraren stimuleren die betrokkenheid door van bij het begin van het schooljaar helder te communiceren over hoe taken en verantwoordelijkheden tussen school en thuis verdeeld worden en ouders uitgebreid te informeren over het onderwijs en de vorderingen van hun kind. En door positief en open te staan naar alle ouders, ook die uit lagere sociaal-economische milieus en ouders met een andere thuiscultuur.


Klasse Magazine

Dossier ouderbetrokkenheid thuis

Wie is Annelore Wijnants? • voor het eerst juf bij de jongste kleuters • 21 jaar ervaring als juf (5 jaar eerste leerjaar, 10 jaar GOK, 5 jaar eerste kleuterklas …) • pendelt elke dag van Bredene naar Sint-Jans-Molenbeek

“Stoefzakken en rode stippen brengen de school thuis” De Gemeentelijke Basisschool De Knipoog in Sint-Jans-Molenbeek investeert elke dag in betrokken ouders, op school maar ook thuis. Met ouderprikkels brengen leraren school­ thema’s in de woonkamers.

Waarom vinden jullie ouderbetrokkenheid belangrijk, ook thuis? Kristien: “Wanneer een ouder interesse toont in onderwijs, kan dat zeker het welbevinden op school bevorderen. Hoe sterker thuis en school op elkaar aansluiten, hoe beter een kind zich voelt en hoe vlotter het leert, merken we. Daarom proberen we van school en thuis één wereld te maken. Als mama een schooluitstap begeleidt of papa een liedje komt aanleren, voelt een kind zich fantastisch. Maar dat ouders thuis betrokken zijn, is minstens even belangrijk.” Jullie stimuleren ouderbetrokkenheid thuis met ouderprikkels. Wat zijn dat? Annelore: “Een ouderprikkel is een hulpmiddel om thuis over school te praten. Als ouder ben je door het drukke huishouden of je werk niet altijd bezig met school. Of misschien weet je niet meteen wat je na school aan je kind kan vragen, waarover het kan vertellen. Een prikkel helpt ouders om hun kind over school te bevragen of te bevestigen (zie kader). We horen van onze ouders dat ze de laagdrempelige prikkels gebruiken. Ze brengen school en thuis dichter bij elkaar, goed voor ouders, kinderen én leraren.” Proberen jullie die ouders ook op school te krijgen? Kristien: “Ja. Het schooljaar start met een infomoment. Tijdens het jaar organiseren we nieuwe infomomenten voor ouders van instappertjes. We nemen praktische afspraken voor school en thuis door. Daarna leiden we ze rond in de

18


Klasse Magazine

klas, de opvang, het slaapklasje ... Op zo’n startmoment vragen we ook altijd wat de ouders zelf verwachten. Door interesse te tonen in de ouders, creëer je goesting in school. Plus: hoe meer je van elkaar weet, hoe groter de betrokkenheid is om samen school te maken.” “Voor de oudercontacten streven we naar honderd procent aanwezigheid. Ouders schrijven zich online in. Wie hulp nodig heeft, krijgt die. En ouders die wegblijven, contacteren we. Op babbelcafés bespreken we schoolafspraken en onderwijsthema’s en stemmen we onze verwachtingen op elkaar af, met thee en koekjes. We willen vaak met ouders praten en niet wachten tot er problemen zijn.”

van ouderbetrokkenheid. Komen ouders naar het oudercontact? Zien we ze aan de schoolpoort? Hoe meer contact, hoe meer informatie we delen. Soms met een mondje Frans. Als dat helpt om onze boodschap te begrijpen, waarom niet? Maar we stimuleren ook het Nederlands van de ouders: via themabrieven en taalmapjes naar huis ontdekken de ouders welke nieuwe woorden hun kleuter leert. Dankzij die brieven, mapjes én hun kind gaat niet alleen hun betrokkenheid thuis, maar ook hun Nederlands erop vooruit.”

Hoe betrek je als leraar ouders bij de lessen? Annelore: “Ouders mogen hun kind tot aan de onthaalklas brengen en ophalen. Zo krijgen we elke dag de kans om elkaar te spreken en beter te leren kennen. Met de ouders die ik niet zie, communiceer ik met een heen-en-weerschriftje dat dagelijks in alle boekentassen zit. Wanneer het schriftje nooit terugkeert, stop ik mijn boodschap in de brooddoos of vraag ik aan mijn collega’s van de opvang om te polsen waarom ik geen reactie krijg. Of aan de directeur. Zonder het vingertje, want heel vaak is er een goede reden. De taal bijvoorbeeld. Dan stap ik naar de zorgcoördinator om me te helpen met laagdrempelige boodschappen, pictogrammen en vertalingen.”

Wie is Kristien Pille? • 7 jaar ervaring als directeur • 2 jaar ervaring als diversiteitsmedewerker • 15 jaar voor de klas in GOK en het vierde leerjaar • GBS De Knipoog, tot vorig jaar Tijl Uilenspiegel, kreeg er dit jaar 179 leerlingen en 10 leraren bij

“Ik vind het fijn om ouders te betrekken bij mijn lessen. Door met hen te spreken, begrijp ik mijn kleuters ook beter. Ik kan me niet voorstellen dat ik op straat de ouders van mijn kleuters niet herken. Die kinderen zitten elke dag in mijn klas!” Kan je alle ouders bereiken? Kristien: “Door onze Brusselse context en de vele thuistalen is het niet altijd gemakkelijk, maar wel des te belangrijker om alle ouders te betrekken en hun kinderen alle kansen te geven op school. Daarom registreren we elke vorm

Vier visuele ouderprikkels 01 STEMPELS EN MEDAILLES “Als een kind iets deed om thuis te vertellen, stempelen we een knipoog op zijn hand. Of we geven een medaille mee als het kind zijn jas zelf dicht doet. Dat maakt ouders nieuwsgierig en kinderen fier.”

02 VOORSMAAKJES “We laten thema’s zo snel mogelijk ook thuis leven door kleine voortaken of thuisopdrachten. Voor ‘cultuur’ bv. vragen we kleuters om samen met hun ouders thuis iets te fotograferen wat ze uniek vinden.”

19

03 STOEFZAKKEN “Voor elke vakantie geven we kinderen hun ‘stoefzak’ vol knutselwerkjes mee. En de tip thuis te vertellen hoe ze alles gemaakt hebben.”

04 STIPPEN OP HET GEZICHT “Sommige thema’s lenen zich perfect voor visuele prikkels. Bij het thema ‘ziek’ bv. sturen we kleuters met rode stippen op hun gezicht naar huis. Automatisch vragen ouders wat er gebeurd is.”


Klasse Magazine

Dossier ouderbetrokkenheid thuis

“Dicht op de huid, kort op de bal” Twintig leraren en één leerling met zijn ouders. Dat was het trieste aanwezigheidslijstje op de infoavond in het Gentse KTA MoBI zes jaar geleden. Dit jaar klokten ze af op 124 deelnemers. “Als je ouders de school beter leert kennen, tonen ze ook thuis meer interesse”, ondervindt directeur Mania Van der Cam. Waarom koos je ouderbetrokkenheid als beleidsthema? Mania: “Je hoort steeds vaker dat ouders de opvoeding in handen van de school leggen. Maar ouders die zeggen: ‘Trek er je plan mee’, uit onmacht of uit onwil, daar leggen wij ons niet bij neer. We willen samen met ouders de leerling motiveren en oplossingen zoeken als er problemen zijn. De engagementsverklaring is bij ons meer dan een verplicht papiertje. Daar overtuig je ouders alleen van door elkaar beter te leren kennen.” Dat doe je door hen naar school te halen? Mania: “Hoe beter ouders het reilen en zeilen van de school zélf ervaren, hoe meer betrokken ze zich voelen en hoe belangrijker ze school vinden. Zo organiseerden we aan het einde van onze themaweek rond respect een toonmoment. We nodigden alle ouders uit, maar voorspelden dat ze niet zouden opdagen. We belden ze de dag zelf allemaal op: ‘Je bent het toch niet vergeten?’ Ze waren er. En de leerlingen groeiden een halve meter. Er is ook een infoavond voor ouders van nieuwe leerlingen. De eerste keer was er amper opkomst, maar sinds we het concept wijzigden naar een korte uiteenzetting en workshops, gaat het in stijgende lijn.” Welk effect hebben jullie initiatieven op de leerlingen? Mania: “Een leerling zal niet per se betere punten halen, maar voelt wel dat hij van dichterbij én van twee kanten opgevolgd wordt als zijn ouders naar school moeten komen voor het rapport, als er meteen een telefoontje naar huis volgt bij spijbelgedrag ... Maar sommige ouders hebben zelf een negatieve schoolloopbaan achter de rug. Als de school hen opbelt met een probleem, is dat opnieuw een slechte ervaring. Net daarom is het belangrijk om de ouders leuke momenten te laten beleven op school. Zo krijgt school een positieve connotatie voor ouders, waardoor thuis over school praten een pak fijner wordt.”

20

Verwachten jullie dat ouders hun kind thuis helpen bij huiswerk en studeren? Mania: “We merken dat wij dat van de meeste van onze ouders niet kunnen verwachten, zelfs niet als we daar advies over zouden geven. Onze school neemt die taak dus over. Zo trekken leerlingen op woensdagnamiddag naar het open leercentrum, waar een leraar hen helpt met huiswerk, studeren, structuur aanbrengen … We werken ook samen met De Katrol, een huiswerkbegeleidingsproject waarbij studenten de leerlingen thuis helpen.” Vormen taal en cultuur een barrière in de communicatie? Mania: “Via de Stad Gent kunnen we tolken inschakelen bij infoavonden en individuele gesprekken. Maar we hebben ook mensen ‘in huis’ die de kloof verkleinen en de communicatie vergemakkelijken. Zo is onze CLB-medewerker van Turkse origine; zij kan tolken in het Albanees en Turks. En ze kent de Turkse cultuur. Ook in het lerarenteam zijn er collega’s van allochtone origine. Ouders stappen makkelijker op hen af als ze willen praten.” Vinden al je leraren ouderbetrokkenheid belangrijk? Mania: “Lesgeven draait om de leerlingen, maar ouders horen daar onlosmakelijk bij. Steeds meer heeft mijn team zelf de reflex om de ‘ouderklik’ te maken. We volgen daar met z’n allen ook vorming rond. Leerlingen aan boord houden tot ze dat diploma op zak hebben, daar gaat het om. Dan zijn ze ‘vertrokken’, want ze studeren vaak voor een knelpuntberoep. Maar als je ouders niet achter jou en je school staan, ben je een vogel voor de kat.”

Wie is Mania Van der Cam? • sinds 2005 directeur van KTA MoBI, een tso-bso-school in hartje Gent • haar school telt 500 leerlingen (7 meisjes) van 26 verschillende nationaliteiten • via het proefproject ‘Brugfiguren secundair onderwijs’ ondersteunen brugfiguren het team met communicatie naar ouders om hen beter te betrekken bij de school


Klasse Magazine

Vier communicatiehacks voor beter betrokken ouders

GROEN OP DE KOELKAST

KOFFIE EN EEN ZETEL

“Elke brief voor de ouders is op groen papier gedrukt. Als ze die zien zitten in de boekentas, weten ze: die is voor mij. Zo verkleint het risico dat informatie hen niet bereikt. We plakken ook een groene sticker in de agenda als we hen aan iets willen herinneren. Onze brugfiguur geeft bij begin van schooljaar een groen koelkastbriefje mee met alle belangrijke data. We ontwierpen ook kaftpapier met onze schoolafspraken in eenvoudige taal en met pictogrammen.”

“Bij een oudercontact zijn ouders vaak wat te vroeg. Vroeger stonden ze op de stoep te wachten, nu vragen we hen alvast binnen voor een kop koffie en een babbel. Er staat ook een salon in mijn bureau, geërfd van mijn voorganger. Ik wilde het eerst wegdoen, maar ik merk dat ouders er veel meer op hun gemak zitten dan aan mijn bureau, zeker bij moeilijke gesprekken.”

TOFFE TELEFOONTJES

TROP IS NIET TE VEEL

“Het is een valkuil om alleen telefonisch contact op te nemen met ouders als er een probleem is. Wij investeren ook tijd in bellen met positief nieuws. In het begin vinden ouders het vreemd om de boodschap ‘je zoon is zeer goed bezig’ te horen, maar het heeft een fijn effect, ook op de leerling die ’s avonds thuiskomt van school.”

“We zetten vele kanalen tegelijk in om onze boodschap tot bij de ouders te krijgen. Voor een infoavond krijgen ze een persoonlijke uitnodiging (met pictogrammen), eentje via onze Facebook-pagina en via de schoolwebsite. Bovendien contacteren we een dag vooraf alle ouders ook nog tele­ fonisch. Kort op de bal spelen is de boodschap.”

21


Klasse Magazine

Dossier ouderbetrokkenheid thuis

De klas tot in de keuken. Goed idee? Pedagoog Hans Van Crombrugge en onderzoeker Evelyn Morreel verwachten veel van creatieve initiatieven om ouders bij school te betrekken (p. 14-17). Wat denken ze van deze drie initiatieven. Doen of dumpen?

01. EEN DAGELIJKSE LIVESTREAM UIT DE KLEUTERKLAS Hans Van Crombrugge: “Ik vind dat een verkeerd idee van betrokkenheid. Of is het in dialoog met ouders ontstaan? Weten kinderen dat hun ouders kijken? Stel je voor dat we dat doortrekken naar het secundair. Welke druk leg je dan op de leraar en de leerlingen. Ouders die meegluren tijdens toetsen, hoe voelt een kind zich daarbij?” Evelyn Morreel: “Er loert een gevaar dat je ouders verdeelt tussen kijkers en niet-kijkers. En de tweede groep niet betrokken vindt. Plus: een beetje Big Brother, toch?”

22

02. DE KLASPOP OP WEEKENDBEZOEK Evelyn Morreel: “De klaspop kan pijnpunten in het gezin blootleggen. Ouders die uitstappen maken en andere ouders die dat niet doen. Kinderen kunnen daarover heel hard zijn tegen elkaar. Die foto’s van een weekendje met de klaspop kunnen pestgedrag en schaamte uitlokken.” Hans Van Crombrugge: “En je kan ouders niet verwijten dat ze elkaar bijna beconcurreren en mooie uitstappen regelen met de klaspop. Ze willen de populariteit van hun kinderen niet ondergraven. En net ouders die het minder breed hebben, zullen daar ver in gaan. Je moet weerbaar zijn om dat niet te doen. Goed bedoeld, maar het houdt te weinig rekening met de effecten op verschillende soorten ouders.”


Klasse Magazine

GRATIS!

“JUF, HOE GAAT DAT IN HET EERSTE LEERJAAR?” Met deze kalender (juli 2017 - augustus 2018) gids je kleuters uit de derde kleuterklas en hun ouders samen door al hun vragen, verwachtingen en dromen over het eerste leerjaar. In deze gratis kalender vind je o.a.: • stickers voor je gezinsplanning • voorbereiding voor het oudercontact • startinfo voor september (schoolmateriaal, toelage) • gespreksstof: thuis praten over schooldagen Bestel de kalender via www.klasse.be/bestelkalender. Geef hem eind juni mee aan de kleuters uit de derde kleuterklas.

GRATIS!

03. OUDERBUDDY’S: EEN PETER-/ METERSCHAP TUSSEN TWEE OUDERS Hans Van Crombrugge: “Daar valt wel iets voor te zeggen. Ik geloof wel in buddy’s omdat de school sociale klassen en drempels bij haar ouders kan doorbreken. Zeker als je ervoor kan zorgen dat beide ouders – om verschillende redenen – bij elkaar kunnen aankloppen. Zodat niet altijd de zwakkere ouder bij de sterkere advies moet vragen.” Evelyn Morreel: “Het verbindt ouders met elkaar. Als je ouders bij onderwijs wil betrekken, heb je vaak meer succes als ze ook elkaar leren kennen.”

23

STRAFFE VERHALEN UIT HET SECUNDAIR Indianenverhalen genoeg, maar wat staat je zesdejaars in het secundair echt te wachten? Met deze kalender (juli 2017 augustus 2018) stappen ze voorbereid over naar het secundair. In deze gratis kalender vind je o.a.: • stickers voor tiener- en gezinsactiviteiten • wat een leerlingenbegeleider, klastitularis ... doet • examen- en studietips • tips voor speelplaats en sociale media Bestel de kalender via www.klasse.be/bestelkalender. Geef hem eind juni mee aan de leerlingen uit het zesde leerjaar.


24


Klasse Magazine

“Een gevangenis en een school verschillen niet zo veel” Tekst Leen Leemans Beeld Kevin Faignaert

Tot vijf maanden geleden was Ann Daelemans directeur van de gevangenis in Mechelen. Nu is ze directeur in het Sint-Theresiacollege (STK) in Kapelle-op-den-Bos. Voer voor grapjes? Natuurlijk. Een verrassende carrièreswitch? Absoluut niet. “Goede cipiers zien wie het moeilijk heeft en welk gedrag ze moeten sturen. Goede leraren en directeurs ook.”

25

Je bent pas sinds oktober vorig jaar schooldirecteur, dus nog een groentje in het onderwijs? “Niet helemaal. Meteen na mijn studies ben ik beginnen lesgeven in een concentratieschool in Borgerhout. Allemaal meisjes van 17-18 jaar die het mij in het begin zeker niet gemakkelijk maakten. Maar na een paar maanden begon dat ineens vlot te gaan. En dan ben je meer dan de leraar. Ze namen me in vertrouwen. Toen ik na twee jaar wegging, kreeg ik bloemen. Ik gaf enorm graag les, maar omdat ik niet het geschikte diploma had, had ik weinig perspectief in het onderwijs. Zo kwam ik bij Justitie terecht. Eerst heb ik drie jaar slachtofferonthaal gedaan, daarna werkte ik een beleid rond herstelgerichte detentie uit en uiteindelijk werd ik directeur van de gevangenis van Mechelen. Ik bekommerde me er om financiën, logistiek en regime … Maar in zo’n kleine instelling moet je alles doen. Ik onthaalde ook gedetineerden en volgde tuchtprocedures op.”


Klasse Magazine

Waarom keerde je toch terug naar het onderwijs? “Vorig jaar was er heel wat te doen rond de pensioenleeftijd. Dan besef je: ik moet nog twintig jaar werken, ga ik dit blijven doen? Toen kwamen er de besparingen en de cipiersstakingen bij. In Mechelen viel dat heel erg mee, maar in andere gevangenissen konden gedetineerden een maand lang hun familie niet zien. Terwijl dat net zo belangrijk is. Dat ik in een organisatie werkte die dat toeliet, begon steeds meer te botsen met mijn waarden en mijn respect voor de gedetineerden.” “Iemand tipte mij de vacature van ‘directeur schoolorganisatie op het STK’. Ik

26

solliciteerde en zo ben ik in de job gerold. Misschien is mijn gebrek aan ervaring in onderwijs wel een voordeel: ik breng andere ideeën en een andere visie binnen. Ik mis mijn werk in de gevangenis wel: een aantal collega’s, maar ook de ervaring. Als het in de gevangenis over besparingen ging, had ik daar een gefundeerde mening over. Over besparingen in onderwijs niet. Nog niet. Maar ik ben hier nog maar vijf maanden. Mijn collega’s zeggen dan: ‘Heb wat geduld met jezelf’.” Wat zijn je ambities hier op school? “Op korte termijn wil ik veel organisatorische zaken regelen: richtlijnen over het personeelsbeleid, de vernieuwing van de gebouwen, preventie en welzijn. Vanaf volgend schooljaar wil ik meer met inhoud bezig zijn en me meer integreren in het schoolleven. Activiteiten met leerlingen, meedenken over de toekomst van onze STEM-richting. Ik heb nu niet


Klasse Magazine

Wie is Ann Daelemans? • studeerde maatschappelijk werk en criminologie • volgde de lerarenopleiding en gaf twee jaar les in het bso • was directeur van de gevangenis in Mechelen • sinds oktober 2016 directeur schoolorganisatie van het Sint-Theresiacollege (STK) in Kapelle-op-den-Bos

“Als school moet je durven investeren in wie uit de boot valt”

Net zoals in de gevangenis? “Er zijn best veel gelijkenissen tussen een gevangenis en een school. Ik zie ze allebei als een organisatie die diensten biedt aan een bepaalde doelgroep. Of je nu in een gevangenis werkt of in een school, het vraagt engagement. Je kan als cipier de hele dag enkel de deur open en toe doen, maar daar haal je weinig voldoening uit. Goede cipiers zien wie het moeilijk heeft, welk gedrag ze moeten bijsturen … Dat is voor een leraar net hetzelfde: je kan de hele dag lesgeven en om vier uur de deur achter je dichttrekken. Maar als je een dienst verleent aan de maatschappij doe je meer dan wat er van jou op papier wordt verwacht. Goede leraren weten waarmee hun leerlingen bezig zijn en wat er met hen aan de hand is.”

zo veel contact met de leerlingen en dat mis ik wel. In de gevangenis had ik dat meer met de gedetineerden. Daar wil ik in investeren.” Dat je van een gevangenis komt, levert ongetwijfeld grapjes op? “Sinds mijn start zijn er hier op het college twee inbraken en een geval van vandalisme geweest. Dan hoor ik het wel: ‘Dat gebeurt pas sinds jij hier bent. Je hebt zeker je vriendjes meegebracht’. En er is een sexting-incident geweest waarbij daders én slachtoffers op onze school zaten. Ik ben blij dat die leerlingen niet buitenvliegen. We werken aan herstelgericht overleg met CLB of parket. We houden die leerlingen een spiegel voor en ontrafelen het probleem samen met hun ouders. Ze mogen zich herpakken. Want er zit veel meer achter. Het heeft geen zin leerlingen van school te sturen zonder dat je het probleem aanpakt.”

27

Victor Hugo wist het al: ‘Ouvrir une école, c’est fermer une prison’. “Dat klopt helemaal. Minder dan twintig procent van de gedetineerden heeft een diploma secundair onderwijs. Een school kan voorkomen dat jongeren in de gevangenis terechtkomen door te proberen hen aan boord te houden. Natuurlijk zijn er veel meer andere factoren in het spel, maar de school kan wel een rol spelen.” “Soms halen gedetineerden in de gevangenis voor het eerst in hun leven een diploma. In de gevangenis moet je investeren in talenten ontdekken en competenties ontwikkelen zodat mensen in hun verdere leven de juiste keuzes kunnen maken. Zodat ze sterk genoeg zijn om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Op school kan je dat ook. Door leerlingen niet alleen onderwijs aan te bieden, maar ook conflicten te leren oplossen, te leren samenleven in diversiteit en respectvol om te gaan met anderen. Als school moet je durven investeren in wie uit de boot dreigt te vallen. Zodat je iedereen het gevoel geeft ‘je bent goed bezig, dit zijn jouw talenten’.”


Klasse Magazine

Teamborden voor beter onderwijs Tekst Bart De Wilde Beeld Jens Mollenvanger

In het Stedelijk Lyceum Hardenvoort in Antwerpen vergaderen leraren elke donderdagochtend aan een teambord over evalueren, differentiëren, talenten of zorg. Leraren tekenen er mee de schoolvisie uit en vertalen die tegelijkertijd naar praktische acties in de klas. Hun motto: elke dag samen een beetje beter. Het bord mag dan een beetje geïmproviseerd lijken, het vergaderconcept is heel doordacht. ‘Hoe voel je je nu?’ Die vraag is het startschot van elke nieuwe sessie teamborden onder een kernteam van (meestal zes) leraren die (bijna) fulltime op school werken. Ze staan voor een bord vol post-its in de gang van het gloednieuwe schoolgebouw. Op het antwoord gaan de leraren niet dieper in. Wel op de vorderingen die iedere leraar maakte na de vorige sessie. Actie afgerond? Post-its schuiven van to do naar doing en done. Deelnemers brengen nieuwe doelen aan en er verschijnen verse post-its met nieuwe acties en deadlines. Iedereen neemt taken op en het team benoemt zijn successen. Daarna zijn ze klaar met vergaderen, nog voor het eerste belsignaal de leerlingen naar hun klaslokalen jaagt. FOCUS OP DIDACTIEK “Teamborden stimuleert leraren, over alle vakken heen, heel sterk tot samenwerken”, vertelt coördinator en leraar Nederlands Wendy. “Vorig jaar experimenteerden we er voor het eerst mee. Dit schooljaar gaan we daarmee verder. We willen nog meer inzetten op differentiëren, op samenwerken met de basisschool en op evalueren. Daarin kunnen we als team nog groeien.” Door wekelijks te teamborden benutten leraren elkaars expertise en maken ze snelheid. De leraren merkten bijvoorbeeld dat leerlingen hun examenvragen niet goed genoeg lazen voor

28

ze antwoorden neerschreven. Dat kwam op een teambordsessie. “Op het bord koppelen we acties aan dat probleem”, zegt STEM-leraar Stefanie. “Wat kunnen we doen om leerlingen te helpen? Wie werkt individueel ideeën uit, verzamelt een denkgroep en geeft volgende sessie feedback of een plan van aanpak. Wat de examenvragen betreft: we beslisten dat alle leerlingen de eerste tien minuten van de toets de instructiewoorden moeten aanduiden. En we werkten maatregelen op maat uit. Sommige leerlingen zetten we alleen om minder prikkels te krijgen, andere leggen toetsen vanaf nu af met hun gezicht naar de muur. Iedere leraar past dat vandaag toe, zo bouw je samen aan een sterk evaluatiebeleid.” “We focussen aan het bord op didactiek, op zaken die ons sterker maken als leraar”, knikt coördinator Wendy. “Maar we hebben ook een luikje praktische zaken zoals studiereizen. Die post-its hangen onderaan het bord. Niet toevallig. Vroeger bleven we in gezapige vakgroepvergaderingen rondjes draaien bij die praktische zaken. Tijdens het teamborden trappen we niet meer in die val.” SAMEN ZOEKEN, TESTEN EN BIJSTUREN Zorgt het teamborden niet voor extra werkdruk? STEM-leraar Stefanie vindt van niet. “We zijn gevormd in dat systeem en zien dat het werkt. Alle deelnemers nemen acties op waar ze zin in hebben. Plus: je moet niet in je eentje oplossingen zoeken. Het hele team zoekt mee, dat maakt het net zo sterk. Samen willen we op die manier het beste onderwijs uittekenen voor onze leerlingen.” “Omdat het nog nieuw is, kan veel”, besluit coördinator Wendy. “We krijgen veel vrijheid om te testen. Merken we dat iets niet realistisch is, dan sturen we bij. Vorig jaar hadden we, als startende school met alleen een eerste jaar, slechts twintig leerlingen. We beslisten op de bordsessies om leerlingen binnen te laten in de klassenraden. Of dat volgend jaar met meer dan honderd leerlingen nog te organiseren


Klasse Magazine

valt? Dat zullen we het proberen. Ook het bord zelf zit trouwens nog in testfase. Het kernteam ontwierp het zelf, maar de post-its blijven niet plakken. We moeten met punaises de briefjes op hun plek prikken. Daarom vragen we volgend jaar een nieuw bord (lacht).” GEEN TEAMBORD ZONDER KADER Dat nieuwe bord komt er wel. Directeur Frieda staat helemaal achter teamborden. “De tijd dat de directeur top-down alles beslist en de leraren uitvoeren ligt achter ons. Gesprekken met Flanders Synergy versterken mijn opvatting. Mensen werken met goesting als ze kunnen samenwerken, autonomie krijgen en als hun competenties (h)erkend worden. Daarom zijn mijn leraren samen verantwoordelijk voor zorg, differentiatie of taalbeleid. Want als je met een expert werkt, straalt de kennis niet door tot de klaslokalen. Maar als iedereen vanuit zijn klas werkpunten aanbrengt, meedenkt over acties en achter de oplossingen kan staan, wel. Lesvrije uren investeer ik niet langer in een individuele taal- of zorgexpert, maar wel in de leraren en een coach die hen kan aansturen aan het bord.” Het teamborden leerde ze kennen via de Nederlandse Stichting Leerkracht (‘bordsessies’, ook gebruikt als vergadertechniek bij vakgroepen). “De methodiek past perfect binnen onze schoolvisie van samenwerken, eigenaarschap en transparantie, van mensen verantwoordelijk maken”, besluit ze. “Mijn rol is coachend, aan het teamborden neem ik niet actief deel. Het bord hangt in de gang. Ik kan passeren wanneer ik dat wil.”

29

De spelregels

Een vergadering aan het teambord duurt maximaal vijftig minuten. Liefst minder.

Feedback hoe ver je staat met de acties die je tijdens de vorige sessie opnam. Wat zijn je bevindingen, suggesties?

Start met de vraag hoe iedereen zich voelt. Maar ga er niet diep op in.

Formuleer nieuwe doelen (waar wil je dat het team aan werkt?). Koppel daaraan acties en leraren die verantwoordelijk zijn voor die acties.

Vergader rechtopstaand. Dat verhoogt de concentratie.

Een verslag moet niet. Een foto van het bord vertelt alles.


Klasse Magazine

De schooldag begint niet bij het eerste belsignaal Tekst Bart De Wilde Beeld Jeroen Mylle

De lessen beginnen om kwart voor negen in de Gemeentelijke Basisschool De Bosrank in Zingem. De schooldag veel vroeger. Fotograaf Jeroen Mylle stond op een donkere donderdag al om kwart voor zeven aan de schoolpoort. En mocht meteen binnen om de drukte tot het eerste belsignaal in beeld te brengen.

30


Klasse Magazine

in beeld

31


Klasse Magazine

Bijna vijfhonderd leerlingen telt de school. En dat de deuren al rond zeven uur open staan, blijkt voor ouders soms een extra troef om hun kinderen naar De Bosrank te sturen. “Ideaal voor mama’s en papa’s die naar de stad pendelen of in de buurt een ochtendshift doen”, vertelt opvangmama Marina. Een reorganisatie bij een badstoffenfabrikant bracht haar vijf jaar geleden op deze basisschool. “Om kwart voor zeven open ik de deuren, samen met een collega. Een paar tikken voor zeven uur staan de eerste kinderen hier. Tussendoor zet ik drie grote kannen koffie voor de leraren – koffie is heel belangrijk! – en werk ik in de keuken. Een mooie job. Heel af en toe moet ik eens tussenkomen als de kinderen ruzie hebben. Dat was aanpassen, want dat moest ik bij de handdoeken nooit doen (lacht).”

32


Klasse Magazine

Opvangmama Shauni doet het licht aan in de kleuteropvang. In haar armen haar eigen zoontje Levin: “De kleinste kinderen houden we ‘s ochtends apart. Een paar kleuters staan hier bijna elke dag om zeven uur en eten samen hun boterhammetjes met choco. Slapers in hun ogen? Zij in elk geval niet (lacht). Ze zijn dat gewoon.”

Rond acht uur wordt de kleuteropvang stilaan te klein en verhuizen de kinderen naar de speelplaats buiten. Maar door de strakke wind valt de keuze vandaag op de indoor sporthal. Ouders en grootouders lopen met kleuters af en aan in de schoolgangen. Ze knuffelen hun kinderen voor die met zigzaggende fietsjes en botsende ballen de drukte in de sporthal verder doen aanzwellen.

33


Klasse Magazine

Leraar Wim loopt door de donkere gang van de eerste verdieping en draait de deur van zijn klas open: hoge ergonomische tafels, een warme gele kleur aan de muren, een whiteboard vooraan. Het enige klaslokaal waar licht brandt, ruim een uur voor de eerste les start. “Ik ben bijna altijd de eerste. En stap dan rechtstreeks naar mijn lokaal voor wat praktische zaken: mijn agenda, weekplanning en voorbereidingen nog eens doornemen of wat kopieën nemen. Daarna stap ik de lerarenkamer binnen. Voor de collega’s, niet voor de koffie. Daar blijf ik af.”

Juf Sophie rolt haar trolley naar de overkant van de speelplaats: “Twintig à kwart voor acht op school, daar mik ik elke dag op. En als ik in de auto op weg naar school merk dat ik dat niet haal, word ik daar wat lastig van. Dat uurtje voor de lessen, lees ik mijn mails, zet ik de klas klaar, verbeter ik toetsen of taken. Alles wat ik op school kan doen, moet ik thuis niet meer doen. Daar wacht een baby die veel aandacht vraagt.”

34


Klasse Magazine

Opvallend hoeveel leerlingen ‘s ochtends hun leraren een handje helpen. Bij juf Shana stoppen twee vrijwilligers uit het vierde leerjaar blaadjes in de mappen van haar eerstejaars. “Ik loop gewoon de opvang binnen en vraag wie me wil helpen. Altijd kandidaten genoeg.” Wat verder springen twee meisjes meester André bij die flesjes drank in iconische Inex-bakken plaatst. Honderden dorstlessers voor de ochtendpauze.

Kwart voor negen rinkelt de schoolbel en maakt fotograaf Jeroen zijn laatste beelden. Drie minuten later sprint een mama samen met haar kinderen naar de schooldeur. Om het begin van de schooldag te halen. Maar die begon eigenlijk al twee uur vroeger, toen twee opvangmama’s voor dag en dauw de schooldeur openden.

35


Klasse Magazine

Blog

Wie is Sam De Graeve? • vader van Gust (11), Bente (16) en Lotte (18) • creatief directeur bij Woestijnvis

36


Klasse Magazine

Sam blogt

“Leraren, die kunnen nogal roepen!” Gust (11), zoon van Sam De Graeve, keert terug naar de basisschool. Om studieadvies te geven over het eerste jaar secundair. En hoewel Gust uren vol kan praten over hoe graag hij naar zijn nieuwe school gaat, komt hij niet verder dan een spontane, verkeerd getimede tienerkreet. We gebruiken als samenleving te veel superlatieven en uitroeptekens. Waarschijnlijk omdat we allemaal erg bijzondere en uitzonderlijke levens willen leiden. Zelf zijn wij een normale familie met drie kinderen en – hou het stil – eigenlijk ook gelukkig. En toch, af en toe gebeurt ook in ons gezin iets waarvan je denkt, waarvan je weet, dat het anders dan gebruikelijk is. Toen onze speelse zoon Gust in het vijfde leerjaar in de klas kwam bij juf Lut, waren alle andere gezinsleden, de zussen én de ouders, een beetje jaloers. Omdat superlatieven en uitroeptekens plots helemaal op hun plaats waren. Een kleine, vrolijke vrouw met grootse ideeën, hardwerkend, sprankelend van creativiteit en originaliteit, met een open blik op de wereld, en altijd in de weer met prikkelende projecten. Toen Het Lam Gods gerestaureerd werd, schilderde de klas haar eigen versie, en gingen de leerlingen helemaal op in de Vlaamse Primitieven. Toen ze over de oertijd leerden, deden ze een onvergetelijke modeshow met de materialen van toen. Twee heerlijke jaren zat Gust bij haar in de klas, inmiddels zit hij in de secundaire school. De zoektocht daarnaar hield ons als ouders heel erg bezig. We bezochten er verschillende, lazen tal van rapporten, en schoven uiteindelijk in het holst van de nacht aan in de rij voor de school van onze keuze. Het was een complex proces, waar we maanden mee bezig waren, waarbij we de woorden dronken van ouders met ervaring op dat vlak. Vorige week kwam de vraag van

37

de lagere school of Gust nog een keer wilde langskomen. Ze organiseerden een avond waarbij prille scholieren tekst en uitleg over hun respectievelijke ‘middelbare avonturen’ zouden komen geven. Aan de jongens en meisjes van het zesde leerjaar, maar ook aan hun ouders. Apetrots was Gust dat hij, die vertrouwen getankt had bij juffrouw Lut, nu ook eens iets kon terugdoen. Met een twintigtal zaten ze naast elkaar voor een volle zaal van weifelende ouders en twijfelende kinderen. De leerlingen uit het eerste jaar secundair waren mooi per school verdeeld, voor het eerst rolmodellen. De moderator had er een hele klus aan om ze allemaal aan het woord te laten, want allemaal voelden ze zich erg wereldwijs. Ze gebruikten superlatieven over hun scholen om te benadrukken dat ze de juiste keuze gemaakt hadden en toonden zich blij te kunnen helpen. Tot Gust het woord kreeg. U moet weten dat hij en wij erg blij zijn met zijn nieuwe school, erg blij ook dat er een leven na juf Lut bestaat. Maar gevraagd naar zijn nieuwe school nam de opkomende puber in hem, die met de lichte baard in de keel, het woord en sprak: ‘Goh, dat is daar echt niet zo leuk als hier, hoor. Er zijn daar leraren en man, die kunnen roepen!’. Meteen zag je de angst in de ogen van de luisterende kinderen, meteen zag je ouders al een streep trekken in een schriftje. Onze blonde puber was hoogst verontwaardigd dat hij maar één keer aan het woord gelaten werd. Gust is een erg normale jongen, maar hij plaatst al eens een uitroepteken op het verkeerde moment.

Beeld Jeroen Mylle


Klasse Magazine

38


Klasse Magazine

“Onderwijs mag veel geld kosten” Tekst Wouter Bulckaert Beeld Thomas Sweertvaegher

39

“Onderwijs is een sector die steeds arbeidsintensiever wordt”, zegt historicus en journalist Rutger Bregman. “Daarom moet je er meer en meer geld in pompen. Want als je kwaliteit wil, moet je steeds minder efficiënt gaan werken.”


Klasse Magazine

Jouw eigen onderwijscarrière startte ook niet erg efficiënt. In de basisschool zat je je vaak te vervelen. Rutger Bregman: “In de basisschool moesten we eindeloos staartdelingen maken. Ik had dat na een tijdje wel in de vingers. Alleen moest ik die maar blijven maken, omdat sommige klasgenoten er nog mee bezig waren. Ik kan me vooral de verveling herinneren – en ja, dan word je natuurlijk irritant in de klas. Opdat de juf geen last meer van me zou hebben, stopte ze me een Donald Duck-tijdschrift in de handen. Het kwam blijkbaar niet in haar op om me een boek te geven, of te differentiëren. Maar stel dat mijn juf toen had gezegd: ‘Schrijf jij ondertussen een boek over de Eerste Wereldoorlog. Wij geven dat uit in onze bibliotheek, met een officieel stempel van de Prinses Margrietschool.’ Dan had ik waarschijnlijk een heleboel onzin overgeschreven uit andere boeken, maar was ik wel apetrots naar huis gegaan: ‘Het eerste boek van Rutger Bregman is verschenen!’ Zo ingewikkeld hoeft goed onderwijs toch ook niet te zijn?” Ook in het secundair liep het niet zo vlot. Rutger Bregman: “Ik had er een erg gelukkige tijd. Maar mijn vrienden en ik probeerden zo laag mogelijke cijfers te halen. Een 5,5 was voor ons het allerbeste. Dan hadden we maximaal gechild, maar haalden we wel voldoende om door te gaan. Ik heb vanaf mijn zestiende ook veel gespijbeld. Tot ik de leerplichtambtenaar op mijn dak dreigde te krijgen. Gelukkig had ik een enorm inspirerende geschiedenisleraar. Dus dacht ik: ik ga geschiedenis studeren, dan word ik later ook geschiedenisleraar en zie ik wel wat ik met de rest van mijn leven doe. Ik was helemaal niet ambitieus, noch nieuwsgierig. Dat kwam allemaal pas in mijn studententijd.” “Dat is volgens mij een belangrijke les: honger naar kennis kan ook later ontstaan. Dat hoeft niet tussen 12 en 18 jaar. Nu selecteren we zo vroeg in dat secundair: die heeft talent, die niet, die is geïnteresseerd, die niet, of erger: in die gaan we investeren, in die niet. Als je met mij als achttienjarige had gepraat, zat hier iemand totaal anders. Ik vergeet nooit de ogen waarmee een hoogleraar in het eerste jaar me aankeek tijdens de nabespreking van een examen dat ik had verprutst. Zijn blik sprak boekdelen: ‘Weet je zeker dat dit een goed idee voor je is?’” Aanmodderen in het secundair kan dus geen kwaad? Rutger Bregman: “Ik geloof heel erg in de kracht van de context. Karakters en persoonlijkheden liggen helemaal niet vast in je jeugd. Die kunnen enorm veranderen in een andere omgeving. In het secundair haalden mijn vrienden weinig nieuwsgierigheid in mij naar boven. Terwijl ik in mijn studentenvereniging oudere studenten om me heen kreeg naar wie ik enorm opkeek. Ineens was het cool om Wittgenstein te kunnen citeren, pagina’s na elkaar – niet dat ik dat ooit heb gekund. Ik ben dus helemaal niet deterministisch.

40

“Buitenstaanders die vanaf de zijlijn toeteren en oreren wat er allemaal anders moet in onderwijs, daar heb ik het moeilijk mee” Ik heb te vaak gezien dat mensen op latere leeftijd grote veranderingen doormaken en andere paden inslaan.” “Misschien verwachten we te veel van onze kinderen, leggen we ze te veel druk op. Misschien maakt het ook niet zoveel uit wat je precies leert in het secundair. Écht leren is voor mij pas na het secundair onderwijs begonnen. Uiteindelijk moet leren uit jezelf komen, uit je intrinsieke motivatie. En die kan je niet zomaar opdringen. Maar laten we in ieder geval wel werken met wat er al is aan motivatie, en die niet negeren of afstompen.” Wat moeten leerlingen in het secundair leren om voorbereid te zijn op de maatschappij van 2030? Rutger Bregman: “Dat is de foute vraag. Op onderwijscongressen vertellen trendwatchers zelfverzekerd hoe de wereld er straks zal uitzien. Ze presenteren hun visies als onoverkomelijk, door de almacht van de technologie en de


Klasse Magazine

“Onderwijs gaat over wat deze generatie wil overbrengen op en meegeven aan de volgende generatie. Over die waarden moeten we in gesprek”

globalisering. En leraren zouden hun leerlingen moeten voorbereiden op die tijd, hen helpen zich daaraan aan te passen, creatief en flexibel te zijn. Onderwijs is dan het glijmiddel om het leven mee door te glibberen. Maar waar is dan het oude, vormende ideaal gebleven? Het idee dat je zelf je leven in handen kan nemen, zelf sturen, zelf beslissingen kan nemen?” “We hebben tegenwoordig een erg magere visie op de toekomst. En volledig onjuist. Technologie en globalisering zijn helemaal geen natuurkrachten. We kiezen zelf waarin we investeren, hoe we omgaan met technologie. Als we beweren dat kunstgeschiedenis een pretstudie is, omdat er geen banen voor de afgestudeerden zijn, moeten we ons de vraag stellen: waarom is daar geen vraag naar? Is dat een natuurfenomeen, of heeft een onzichtbare hand dat bepaald? Natuurlijk niet. Er zitten geldstromen, macht, politieke keuzes achter. Als er geen banen meer zijn voor masters in de kunstgeschiedenis, heeft de overheid wellicht beslist om fors te bezuinigen op de musea. Is het dan gek dat die afgestudeerden ineens geen werk meer vinden?” Welke vraag moeten we dan wel stellen? Rutger Bregman: “De vraag is: welke wereld wíllen we hebben? Wat vinden wij belangrijk in de wereld van de toekomst? Wat wíllen we dat onze leerlingen in de toekomst kennen? In Nederland heb je nu het meest kans op een baan als je fiscalist bent. Nederland is net als Vlaanderen een heel belangrijk belastingparadijs. Dat is een politieke keuze. Nederland heeft eind jaren tachtig besloten: we willen aan de schurken van de wereld ons geld verdienen. Is het dan gek dat er nu veel vraag is naar fiscalisten? Laat ons op onderwijscongressen liever nadenken over wat we willen dat onze kinderen gaan doen in plaats van te leuteren over dat je adaptief en flexibel moet zijn. En dat je dus ook maar het best voor fiscalist gaat studeren.” “Onderwijs gaat over wat deze generatie wil overbrengen op en meegeven aan de volgende generatie. Over die waarden moeten we in gesprek. Dat is zo evident, maar het zegt iets over deze tijd dat we dat zijn vergeten. We praten enkel over wat je kan kwantificeren, wat je in cijfers kan vatten. En over de didactische middelen. Over wel of geen tablet in de klas. Maar wat dondert die tablet mij nu? Dat is een louter technische vraag.”

41

Je klaagt ook aan dat het huidige onderwijs leerlingen en studenten doorsluist naar bullshit jobs. Rutger Bregman: “De afgelopen dertig jaar hebben we een ongelooflijke explosie aan bullshit jobs gekend. Dat is een baan waarvan wie hem heeft zélf zegt dat hij overbodig is. Zo zegt liefst 37 procent van de Engelsen een bullshit job te hebben. Mensen met zeer hippe profielen op LinkedIn, zeer succesvolle onderwijscarrières, diploma’s aan de muur, maar aan het einde van de rit is er één klein probleempje. Hun werk stelt niets voor, vinden ze, zeker vergeleken bij wat bijvoorbeeld leraren, verplegers, vuilnismannen doen. “Maar ons onderwijs leidt mensen op voor die bullshit jobs. Het pompt hen zogenaamde 21st century skills in en spuwt die kinderen zo snel mogelijk als flexibele pakketjes weer uit om aan de slag te gaan in zo’n onzinbaan. Waarbij we werk supernauw definiëren tot iets waarmee je geld kan verdienen zodat je belastingen kan betalen. En het bizarre is dat die mensen in die bullshit jobs volgens de huidige criteria in het onderwijs het meest succesvol zouden zijn. Dan is er toch iets fundamenteel mis?” Moet onderwijs dan niet voorbereiden op de arbeidsmarkt? Rutger Bregman: “Als ik ouder was zonder fors salaris of een pak spaargeld, dan zou ik me inderdaad zorgen maken als mijn kind een studie kiest die geen enkel perspectief biedt op geld. Want als je wil trouwen en kinderen krijgen, is het toch handig als je een baan hebt. We hebben nu een samenleving waarin alles draait om betaald werk. Dat is het individuele perspectief.” “Maar er is ook het collectieve perspectief. Waar willen we als samenleving naartoe? Ik wil een samenleving waar de bullshit jobs relatief slecht verdienen en we de zinvolle jobs veel beter betalen. Kijk naar die mensen die een goedverdienende job hebben in de financiële sector, maar die ‘eindelijk hun hart volgen’ en fotografie gaan studeren of ontwikkelingswerk gaan doen. Dan applaudisseren we voor die ‘moedige’ keuze. Terwijl het toch gewoon logisch is dat iemand doet wat hij graag wil? Maar we hebben een financieel-economisch systeem dat het heroïsch maakt om een onzinnige baan op te zeggen om vervolgens écht iets toe te voegen aan de wereld, iets zinnigs te doen wat je zelf ook nog eens het allerleukst vindt.”


Klasse Magazine

“Onderwijs is een ambacht, iets wat je niet leert in de collegebanken of uit lesboeken, maar door jarenlange ervaring op de werkvloer”

Hoe wil je dat financieel-economische systeem veranderen? Rutger Bregman: “Voer het basisinkomen in. Dan moet het onderwijs fundamenteel veranderen. Want dan vervalt het argument dat de school moet voorbereiden op een baan. Dan zal het onderwijs moeten voorbereiden op het leven in plaats van op de arbeidsmarkt. Op de tijd die vrijkomt voor het gezin, vrienden, kunst en sport, vrijwilligerswerk. En herdefinieer het begrip ‘werk’: van ‘geld verdienen’ naar ‘iets zinnigs doen, de wereld beter, mooier, interessanter, leuker maken’. En tel ook het vrijwilligerswerk mee. Als morgen alle vrijwilligers staken, stort Vlaanderen in. Terwijl als morgen alle bankiers staken, dan groeit de economie gewoon door.” Ons onderwijs moet ook investeren in de zwakkeren in onze maatschappij. Rutger Bregman: “Investeer in kansarmen, maar niet uit medelijden. Wel omdat je later in veelvoud terugkrijgt wat je investeert: lagere zorgkost, minder criminaliteit, kinderen met meer vaardigheden die later meer welvaart scheppen. Het is moeilijk om een euro aan het onderwijs te verspillen. Maar hier speelt nog iets anders mee. De Amerikaanse econoom William Baumol ontdekte een fenomeen – de ‘ziekte van Baumol’ – dat laat zien dat het onderwijs steeds duurder mag worden. Andere sectoren in de economie worden namelijk steeds efficiënter, zoals de landbouw en de maakindustrie. Daar kan je met steeds minder geld steeds meer productie leveren. Sectoren zoals zorg en onderwijs zijn dan weer heel erg arbeidsintensief. Daarin werken mensen die je niet zomaar kan vervangen door machines.” “Zorg en onderwijs worden dus relatief gezien duurder. Dat is geen ziekte, maar een zegen. Het is de essentie van vooruitgang. Machines doen steeds meer dingen die robots goed kunnen, zoals voedsel of goedkope troep maken. Vervolgens kunnen wij veel meer tijd, energie en middelen besteden aan wat nu eenmaal aandacht vereist. Een fabriek die spijkers maakt kan je makkelijker productiever maken. Met betere machines ga je van duizend naar honderdduizend spijkers per dag. Maar hoe maak je een strijkkwartet van Mozart productiever? Door tien keer zo snel dat strijkkwartet te

42

spelen? Nee, want dan tast je de kwaliteit aan. En hoe maak je een klas productiever? Door tien keer zoveel kinderen in de klas te droppen? Dat slaat nergens op. Als je kwaliteit wil, moet je net minder efficiënt gaan werken.” We moeten dus geld pompen in onderwijs? Rutger Bregman: “Natuurlijk. Minder efficiënt en dus duurder onderwijs is ook beter onderwijs. En naarmate we rijker worden kunnen we het ons permitteren onderwijs en zorg steeds minder efficiënt te maken. Dus moeten we per definitie steeds meer geld pompen in leraren, in onze zorg. En er mag gerust veel geld naar onderwijs. De leraar is het beroep met de meeste invloed op de wereldgeschiedenis. Het is een beroep waarin mensen – als ze het goed doen – het gevoel hebben dat ze de wereld een beetje beter hebben gemaakt.” “Maar wat doen we? We houden de uitgaven voor onderwijs stabiel. Dat is heel dom, want netto gezien gaat je onderwijs er dan op achteruit. Je moet net elk jaar meer uitgeven aan onderwijs in een tijdperk van technologische vooruitgang. Zeker als je het onderwijs beter wil maken. Maar nu zit ons denken vast in een ouderwets frame. We vergelijken kosten in onderwijs met kosten van plastic speelgoed, troep die fabrieken uitbraken. Maar onderwijs is geen bedrijf dat producten aflevert. En hoewel economen dit al erg lang weten, willen ze toch krampachtig de productiviteit opdrijven in onderwijs.” Tegenwoordig heeft iedereen wel een mening over onderwijs. Rutger Bregman: “Mensen die niet met kinderen werken, die geen verstand hebben van didactiek … Buitenstaanders die vanaf de zijlijn toeteren en oreren wat er allemaal anders moet in onderwijs, daar heb ik het moeilijk mee. Je zal maar voor zo’n klas van twintig, dertig leerlingen staan. Het zal je niet lukken, denk ik dan. Mijn moeder geeft les in het buitengewoon onderwijs aan kinderen met autisme en slechthorenden. Ze kreeg de zoveelste specialist bij haar in de klas. Die sloeg haar om de oren met de nieuwste theorieën en ingewikkelde concepten. ‘Nou’, zei mijn moeder, ‘Wat interessant, laat eens zien, ik ben wel benieuwd hoe dit werkt. Ik ga wel rustig achterin de klas zitten.’ Dat ging


Klasse Magazine

Wie is Rutger Bregman? • historicus • journalist bij De Correspondent • publiceerde vier boeken: Met de kennis van toen (2012), De geschiedenis van de vooruitgang (2013), Gratis geld voor iedereen (2014) en Waarom vuilnismannen meer verdienen dan bankiers (met Jesse Frederik, 2015) • zijn motto: ‘Het probleem is niet dat we het niet goed hebben, het probleem is dat we niet weten hoe het beter kan.’

natuurlijk helemaal mis, want die kinderen hebben een enorme gebruiksaanwijzing. Onderwijs is een ambacht, iets wat je niet leert in de collegebanken of uit lesboeken, maar door jarenlange ervaring op de werkvloer.” Liever geen pottenkijkers in de klas? Rutger Bregman: “Integendeel. Maar laat leraren bij elkaar op bezoek gaan in de klas. Laat ze werken in team, als professionals met hoge standaarden voor de kwaliteit van onderwijs. En laat ze elkaar controleren. Dat is veel krachtiger dan een controle van buitenaf. Onderwijs kan veel leren van andere bedrijfstakken over hoe je mensen gemotiveerd en professionaliteit up-to-date kan houden. Je houdt de kwaliteit alleen hoog als je elkaar scherp houdt. En in team werkt. Want als een leraar zegt: ‘Je hoeft bij mij niet meer in de klas te komen’, en zijn klas zijn eigen koninkrijk wordt, weet je dat het niet de goede kant uitgaat.” “Vreemd dat teamdenken nog zo weinig is doorgedrongen op school. Als journalist zou ik niet half zo goed zijn als ik niet voortdurend collega’s had die met me meelazen. Je wil niet weten hoeveel fouten ze al gecorrigeerd hebben. Is controle van een collega-leraar bedreigend? Een artikel schrijven voor duizenden mensen is dat ook. Maar dat is het hele idee van vakmanschap: je staat open voor kritiek. Je wil beter worden. En je blijft je vervolmaken. Mijn moeder is bijna 60 en blijft zich vormen. Ze wil haar leerlingen het beste kunnen geven. Die verdienen namelijk alleen het beste.”

43

Vorig jaar kwam je zelf in een kleine onderwijsstorm terecht. Rutger Bregman: “De examencommissie had een tekst van mij uitgekozen voor het centrale examen. Toen ik de vragen oploste, had ik een hoop fouten op mijn eigen examen (lacht). Het waren meerkeuzevragen, in de trant van: ‘Deze tekst bestaat uit vier delen. Leg uit waar die over gaan.’ Maar ik was me er zelf niet eens van bewust dat de tekst uit vier delen bestond. Toen ik via Twitter liet weten dat ik zelf een hoop fouten op mijn examen had, kreeg ik massaal scholieren op mijn dak. ‘De auteur kent zijn eigen tekst niet, zie je wel dat het examen te moeilijk was’, klonk het op de radio (lacht). “Het toont aan dat je niet alles kan vatten in cijfers. Het toont ook het gevaar aan van centrale examens. Vragen moeten objectief meetbaar zijn, maar hoe doe je dat voor een vak als Nederlands? Anderzijds, als je stopt met meten dan dreigen allochtone jongeren daar het grootste slachtoffer van te worden. Uit onderzoek blijkt dat leraren regelmatig racistisch zijn, meestal onbewust. Allochtone jongeren kunnen nu vertrouwen op de harde cijfers, maar wat als ze straks moeten afgaan op het oordeel van hun leraar? Zo had ik zelf op het einde van mijn basisschool niet de vereiste 60 punten. Door een mislukte toets ruimtelijke ordening scoorde ik slechts 57 punten. Maar ik had twee zussen op het gymnasium, ik kwam uit een witte familie waarvan de vader dominee was. En dus mocht ik naar het gymnasium. Denk je dat Mohammed, wiens Marokkaanse ouders ‘niet vloeiend spreekten Nederlands’, met 57 punten naar het gymnasium was doorgegaan?”


Klasse Magazine

“1B? Dat klinkt zo denigrerend. Zeg liever: 1 OK!” Tekst Wouter Bulckaert Beeld Jens Mollenvanger

“Klassiek lesgeven doen we niet meer”, zegt leraar Siel Verbeurgt, GO! Atheneum Herzele. “Leerlingen van het eerste leerjaar van de B-stroom uren laten stilzitten is niet meer van deze tijd. Nee, onze leerlingen leren zelfstandig, elk op hun manier. Zo ontdekken ze hun talenten. En geven we hen onderwijs op maat in de oriëntatieklas 1 OK!”

GO! Atheneum Herzele heeft sinds september 2016 geen 1B-klas meer. Leerlingen zitten daar nu in de oriëntatieklas (1 OK!). De leraren begeleiden hen individueel. Zo zorgen ze ervoor dat de leerlingen minder vlug schoolmoe worden. “1B, dat klinkt alsof de leerlingen minderwaardig zijn aan 1A”, zegt Siel. “Dus hebben we die naam in de vuilnisbak gekieperd en vervangen door 1 OK!” KERNTEAM VAN DRIE LERAREN Inspiratie vond de school in de reportage van Koppen over het vernieuwde eerste leerjaar B in Middenschool Prins van Oranje in Diest. Directeur Sandy Maegerman: “We gingen kijken hoe ze het daar deden. En we kwamen in een klas waar de leerlingen hun eigen leerproces in handen nemen. Waar ze zelf hun didactische middelen kozen om een probleem op te lossen. Via ICT, met hulp van een medeleerling, in groep. Ze beslisten zelf of ze instructie nodig hadden om een probleem op te lossen. En we dachten: dat willen wij ook.” “Op een personeelsvergadering heb ik de leraren eerst het filmpje van Koppen laten zien. Uitgelegd waarom het belangrijk was om ook in onze school het eerste leerjaar B te vernieuwen. Verteld dat geïnteresseerden zich mochten melden. Siel, Jonas en Kim waren onmiddellijk enthousiast. Ik ben met hen gaan samenzitten. Het is superbelangrijk dat zo’n kernteam van drie leraren goed kan samenwerken: dat ze veel willen overleggen, dat ze complementair zijn, dat ze elkaar zien zitten. Anders werkt het niet.”

44


Klasse Magazine

“We vertrouwen elkaar volledig, en mogen gerust fouten maken. Zo leren we van elkaar. En worden we beter” Siel Verbeurgt, leraar GO! Atheneum Herzele

Maar het werkt dus wel. In de klas zijn de 24 leerlingen supergefocust aan het werk. “Andere collega’s springen soms binnen in de klas. En zijn dan altijd verrast hoe rustig het hier is. Met 24 leerlingen die zogezegd niet in de school zijn geïnteresseerd”, lacht Siel. “Maar dat komt omdat we op een heel andere manier zijn gaan lesgeven.” WEG MET DE TRADITIONELE LES De leraar met zijn krijtje voor het bord is helemaal verdwenen. Siel: “We geven de leerlingen eerst korte instructiemomenten. Daarna gaan ze oefeningen maken. En als ze aan de volgende reeks oefeningen willen beginnen, kunnen ze opnieuw instructie vragen. Ik liet mijn leerlingen ook vroeger erg zelfstandig werken. Maar dit is helemaal anders dan wat ik in mijn lerarenopleiding heb geleerd. Dat betekent dat wij veel én anders moeten voorbereiden. Want we moeten ervoor zorgen dat de leerlingen op elk moment zelfstandig aan het werk kunnen.”

45

Het belangrijkste hulpmiddel daarvoor bij leerlingen en leraren is de weekplanning. “Die krijgen de leerlingen op maandag. Daarin staat de leerstof die ze die week moeten verwerken: taken die ze mógen doen, maar ook die ze móeten doen. Leerlingen plannen zelf wanneer ze welke taken en vakken doen. Ze bepalen hun eigen tempo, en ook wanneer ze toetsen maken.” DE LAT LIGT HOOG Het is dus niet zo dat leerlingen gewoon doen waar ze zin in hebben, vertelt directeur Sandy. “Die klas kan ook een schakeljaar zijn om door te stromen naar 1A. Dus leggen we de lat hoog genoeg. Op het einde van de week moet elke leerling zijn doelstellingen hebben bereikt. Wie zeer snel de basisdoelstellingen heeft behaald, krijgt uitbreiding. En wie trager werkt, heeft nooit het gevoel dat hij achterop loopt. Zo verminder je de kans dat die leerling uitvalt.”


Klasse Magazine

46


Klasse Magazine

“Leerlingen plannen zelf wanneer ze welke taken en vakken doen. Ze bepalen hun eigen tempo, en ook wanneer ze toetsen maken” Siel Verbeurgt, leraar GO! Atheneum Herzele

In de klas lopen leerlingen ondertussen heen en weer naar het bord met het overzicht van de vakken. Daar schalen de leerlingen zichzelf in: beheersen ze de leerstof nog helemaal niet, een beetje of in hoge mate? Directeur Sandy: “Zo bepalen ze zelf hoeveel tijd ze willen besteden aan de verschillende delen van de leerstof. Zo ontdekken ze ook waar ze goed in zijn. En oriënteren ze zichzelf. Ze kiezen bewuster welke studierichting ze later willen volgen.” KLASLOKAAL IN TWEE DELEN Het klaslokaal kreeg een complete make-over. Leraar Kim Van Den Berge: “We hebben zelf het lokaal ontworpen, de meubels gekozen, de kastjes aan de muur gehangen. We hebben onze oriëntatieklas ingedeeld in twee ruimtes: een grotere klasruimte en een kleinere instructieruimte. Gescheiden door een glazen wand. Die instructieruimte is cruciaal, want daar maken onze leerlingen een toets of een taak, krijgen ze individueel 10 tot 15 minuten instructie, of daar werken we ze bij. We hebben bewust gekozen voor ergonomisch, hoog meubilair. Zo hoef je hier nooit te brullen ‘Ga zitten’, want ze mogen gewoon aan hun bank blijven staan als ze daar zin in hebben.” Shendo maakt rechtopstaand aan zijn bank zijn oefeningen. Met de koptelefoon op zijn hoofd, want ondertussen luistert hij naar muziek op de tablet. Siel: “Vroeger zat hij te prutsen op zijn stoel. Nu kan hij zich veel beter concentreren. Hij maakt de oefeningen sneller. En zijn resultaten zijn beter.” Naast hem werkt Noa in stilte aan een rekentaak. Ze heeft haar plek aan tafel bewust afgescheiden met tussenschotten. Aan de andere kant van de klas checken Jelle en Tibo hun gsm. “We hadden best wel schrik of dat allemaal zou werken. Of ze achter onze rug niks zouden uitspoken. Maar ze maken er geen misbruik van. We hebben dan ook strikte regels. Zo post niemand foto’s van leraren of leerlingen op Facebook. En die tussenschotten vonden ze eerst een straf. Nu nemen ze die zelf.” CO-TEACHING WERKT Opvallend: de vakken wiskunde, Nederlands, natuurwetenschappen, geschiedenis, Frans en aardrijkskunde zijn geclusterd. Die algemene vakken geven de leraren dus niet meer los van elkaar. Dat pakket van 15 uren werken de leerlingen in

47

de voormiddag af. Behalve op woensdag, dat is een projectdag. Kim: “En elke les staan we met twee van ons drieën samen voor de klas. Samen coachen we de leerlingen voor de algemene vakken. We bepalen hoe hun week eruitziet. We sturen bij waar nodig. Evalueren permanent en houden zo het leerproces van de leerlingen in de gaten.” Voor Siel heeft met twee voor de klas staan enorme voordelen. “Als je een leerling individueel helpt, zijn Kim of Jonas met de anderen bezig. Je hebt veel meer controle. De scheidingswand tussen instructie- en klasruimte is ook van glas. Als de leerlingen een toets maken, kan ik hen perfect in het oog houden. Bovendien is geen van ons drieën de baas. We vertrouwen elkaar volledig, en mogen gerust fouten maken. Zo leren we van elkaar. En worden we beter. Het is ook een verademing voor mij. Na vier jaar voor de klas hield ik dat traditionele lesgeven echt wel voor bekeken.” GRAAG NAAR SCHOOL Sandy: “Bij co-teaching sta je er nooit alleen voor. Als er een conflict is of een persoonlijk probleem bij een leerling, pak je dat onmiddellijk aan in de klas. Terwijl je collega de andere klasgenoten verder begeleidt, kan je het probleem tijdens de les al proberen op te lossen. Want wachten tot de speeltijd, dat werkt niet. Als een kind met een probleem zit, dan pikt het geen leerstof meer op.” Ook de ouders zijn helemaal mee. Sandy: “In de week van het oudercontact komen ouders naar school wanneer ze willen: overdag, ’s middags, ’s avonds. Dankzij het kernteam is ons oudercontact veel minder rigide geworden. Jonas, Kim en Siel overleggen onderling wanneer ze de ouders kunnen ontvangen. Die ouders bevestigen ook dat de leerlingen erg enthousiast zijn over de oriëntatieklas. Ze komen écht graag naar school.” DRUK DRUK DRUK De drie jonge leraren hebben het wel razend druk. Directeur Sandy ondersteunt hen, maar wellicht is er een vierde leraar nodig in het kernteam. Kim: “We moeten het ook allemaal zelf uitvinden, he. Onze weekends zitten lekker vol. Gelukkig kennen we elkaar goed, springen we voor elkaar in, blijven we


Klasse Magazine

“Ouders bevestigen dat de leerlingen erg enthousiast zijn over de oriëntatieklas. Ze komen écht graag naar school” Sandy Maegerman, directeur GO! Atheneum Herzele

gerust een uurtje langer op school om te vergaderen.” Collega Jonas De Moor komt zowaar de klas binnengewaaid. Op zijn vrije voormiddag. Jonas: “Als ik er niet ben, trekt het hier op niet veel”, lacht hij. “Grapje, natuurlijk. We zijn zes handen op één buik. En ondanks die drukke job hebben we elkaar nog niet dood geknepen. Maar misschien komt dat nog. (lacht)”

techniek waar ik slechts de helft van de leerlingen heb, zijn ze veel onrustiger. Ze moeten dan ook gewoon aan hun bank blijven zitten, en dat kan anders. Projectmatiger. Ik geef ook nog geschiedenis in aso. Daar schakel ik ook soms over op een alternatieve vorm van lesgeven. En kom ik naar de oriëntatieklas. Cool dat die gasten dat vinden!”

Maar ook voor de leerlingen is het intensief. Siel: “In het eerste semester werkten de leerlingen zodanig gefocust dat ze vergaten te pauzeren. Niet goed, want dan zijn ze te vlug klaar en beheersen ze niet wat ze hebben geleerd. Daarom verplichten we hen nu om pauze te nemen. Zo werken ze grondiger aan de leerstof en worden ze rustiger.”

Directeur Sandy wil de aanpak van de oriëntatieklas uitbreiden naar de hogere jaren: “Natuurlijk mag je niet zomaar kopiëren. Je leraren in het kernteam moeten zich veilig voelen bij elkaar, moeten goed op elkaar ingespeeld zijn. Ze moeten hard werken, maar ze krijgen een pak eigenaarschap in de plaats. Het is hun klas, hun verhaal, ze sturen zichzelf.”

ZELFSTUREND LERARENTEAM Kim wil volgend jaar ook de vakken techniek, muzische opvoeding en plastische opvoeding clusteren. “In mijn les

48

En dan gaat de bel. “Tot later”, roept Kim nog. “Ik ga een uurtje klassiek lesgeven.”


Advertentie


Klasse Magazine

Kinderarmoede aanpakken in de kleuterklas Tekst Michel Van Laere Beeld Kevin Faignaert Locatie SBS De Regenboog, Erembodegem

“Leraren voelen zich vaak machteloos tegenover kinderen die in armoede leven. Toch kunnen ze hun leren en leven duurzaam verbeteren: door hun executieve functies (EF) te stimuleren.” Dat zeggen docent kleuteronderwijs Sanne Feryn en prof. orthopedagogiek Dieter Baeyens. De kleuterjuf krijgt de glansrol.

Wat zijn executieve functies? Sanne Feryn: “Optimaal werkende executieve functies kan je vergelijken met een controletoren waar luchtverkeersleiders het vliegverkeer coördineren. Ze respecteren de vluchtschema’s, stellen vertragingen vast en sturen bij, onthouden oproepen, overdenken beslissingen, concentreren zich op binnenkomende informatie en bewaken de veiligheid.” Dieter Baeyens: “Om op school en in de maatschappij te functioneren, redeneringen op te bouwen, problemen op te lossen of te plannen, heb je zulke goed ontwikkelde executieve functies nodig. Ze zorgen ervoor dat je je gedrag, je emoties en gedachten kan sturen en gericht kan inzetten. We worden niet met die skills geboren, maar kunnen ze vanaf de kleuterklas ontwikkelen via krachtige interacties en oefeningen.” Hoe herken je die executieve functies in de klas? Dieter Baeyens: “Een kind van wie de impulscontrole niet voldoende sterk ontwikkeld is, wordt vaker afgeleid en kan zijn aandacht moeilijk richten. Tuur kan zijn aandacht bijvoorbeeld niet bij zijn rekenspel houden omdat Mohammed in de andere hoek met autootjes speelt. Of je merkt het aan Lowie die niet meteen kan stoppen met bewegen als de muziek ophoudt of aan Amina die haar antwoord eruit flapt voor de leraar haar aangeduid heeft.”

50


Klasse Magazine

Wie is Dieter Baeyens? • prof. Orthopedagogiek KU Leuven • onderzoeker met interesse in ADHD • behandelt jongeren en jongvolwassenen met ADHD

Wie is Sanne Feryn? • docent en praktijkbegeleider kleuteronderwijs Odisee Hogeschool Aalst • coördineert het project ‘Zet je EF-bril op’ • stond zelf twee jaar voor de derde kleuterklas

51


Klasse Magazine

“Wie aan executieve functies werkt, verbetert het leren van (kans)arme kinderen duurzaam. En ook hun leven” Sanne Feryn, docent kleuteronderwijs

Sanne Feryn: “Het werkgeheugen stelt ons in staat om twee dingen tegelijk te doen en plannen en instructies van anderen te onthouden. Zo kan Jamal bij een gezelschapsspel in de kleuterklas goed onthouden wie er telkens aan de beurt is. En heeft Yassir problemen om verschillende instructies in een keer te onthouden, bijvoorbeeld ga naar het toilet, neem je jas en ga naar de speelplaats. Beginnende lezers moeten eerst klank geven aan letters (/m/ /aa/ /n/), die onthouden en dan samenvoegen om het woord te kunnen lezen (/maan/).” Dieter Baeyens: “Kinderen die cognitief flexibel zijn, kunnen zich vlot aanpassen aan nieuwe situaties en tussen twee of meer taken wisselen. Als Finn op een probleem botst, kan hij gemakkelijk een andere manier bedenken om het op te lossen. Cognitieve flexibiliteit heb je nodig om iets vanuit een ander perspectief te bekijken, plannen bij te sturen en een andere aanpak uit te proberen.” Sanne Feryn: “Al deze voorbeelden focussen op de puur cognitieve aspecten van de executieve functie. Maar deze drie functies, impulscontrole, werkgeheugen en cognitief flexibel zijn, worden ook ingezet in emotioneel geladen situaties en dan komt er ook emotieregulatie aan te pas. Probeer maar eens 24² uit het hoofd te rekenen als je weet dat je er een hoofdprijs mee kan winnen. Voor kleuters geldt hetzelfde: als hun emoties ze overrompelen, kunnen ze niet optimaal functioneren. Leer kinderen stil te staan bij hun eigen emoties, ernaar te kijken en te kanaliseren. Als Jonie beseft dat hij boos was en daardoor zijn vriendje heeft pijn gedaan en de juf dus boos is, heeft hij een belangrijk inzicht verworven.” De kleuterleeftijd is een cruciale fase voor de ontwikkeling van die executieve functies? Dieter Baeyens: “Dat klopt. Die vaardigheden ontwikkelen zich samen met de voornamelijk prefrontale hersenkwabben. Tussen de leeftijd van drie en vijf jaar staan de hersenen wijd open voor prikkels van buitenaf en maken kinderen hun meest spectaculaire groei: ze leren zich te focussen, afleidingen te weerstaan, hun beurt af te wachten,

52

verschillende opdrachten te onthouden en door te zetten. Na hun vijfde is de groei veel kleiner. Al is de prefrontale cortex wel pas volgroeid in de jongvolwassenheid.” Sanne Feryn: “Sterke executieve functies bij kleuters zijn van groot belang voor leerprestaties zoals rekenen en leren lezen, voor de schoolrijpheid (overgang naar het eerste leerjaar) en de sociaal emotionele ontwikkeling van een kind. Ze werken bijna voorspellend.” Dieter Baeyens: “Bovendien blijf je daarop nieuwe executieve functies bouwen: tieners die in de klas in staat zijn om te luisteren én tegelijk te noteren, die kunnen plannen en organiseren, die kunnen weerstaan aan de verleidingen van de sociale media en niet ontregeld geraken als mama zegt: ‘Ik zal wat later thuis zijn, let jij een beetje op je kleine broer?’” Kinderen in armoede scoren slechter op die executieve functies? Hoe komt dat? Dieter Baeyens: “Kleuters die opgroeien in een kwetsbare situatie lopen een groter risico op zwakkere executieve functies. Stressvolle contexten zoals armoede, maar ook verwaarlozing of geweld zorgen voor toxische stress die de neurologische ontwikkeling van de prefrontale cortex tegenhoudt. Bovendien is de kans groter dat hun ouders hen minder sterk ondersteunen om die functies te ontwikkelen, omdat die met ‘overleven’ bezig zijn. Het gevaar dat ze in de kleutertijd al een sociaal-emotionele en cognitieve achterstand oplopen, is groot.”


Klasse Magazine

Sanne Feryn: “Uit onze nultest met 240 Vlaamse kleuters blijkt dat kinderen met SES-kenmerken significant lager scoren op executieve functies dan hun leeftijdsgenoten uit de middenklasse. Uit internationaal wetenschappelijk onderzoek blijkt dat wie als kleuter laag scoort op zelfregulering, later meer kans maakt om zonder diploma uit te stromen, het moeilijker krijgt om financieel alles op orde te krijgen en te houden, meer risico loopt om te roken op vijftien jaar.” Via de executieve functies kan je dus aan armoede werken? Dieter Baeyens: “Leraren hebben weinig invloed op de armoede thuis. Maar ze kunnen wel in de klas die executieve functies extra stimuleren en oefenen. Dat is goed voor elk kind maar je maakt daarmee méér verschil voor een kind dat in armoede leeft. Het is goed dat leraren zich daar meer bewust van worden.” Sanne Feryn: “Ik train kleuteronderwijzers om hun EF-bril op te zetten en te kijken hoe zij kleuters begeleiden, hoe ze hun klas kunnen organiseren en welke activiteiten ze kunnen aanbieden om die executieve functies te stimuleren. Als kinderen meester zijn over hun gedrag, kunnen ze actief leren en zijn ze niet langer slaaf van hun omgeving. Wie aan executieve functies werkt, verbetert het leren van (kans)arme kinderen duurzaam. En zo verhoog je de kans dat ze later een succesvol leven leiden.” Met het project ‘Zet je EF-bril op’ vormt de stad Aalst, i.s.m. Odisee Hogeschool en KU Leuven, kleuteronderwijzers om de zelfsturende vaardigheden bij kleuters te stimuleren. Zo wil de stad een stimulans geven om kinderarmoede via onderwijs aan te pakken. Meer info op www.ef-bril.be/

Het project ‘Kleine Kinderen Grote Kansen’ wil kinderarmoede en sociale ongelijkheid in Vlaanderen helpen aanpakken. In dat kader zetten alle lerarenopleidingen kleuter­ onderwijs in op kwaliteitsvolle interacties in de klas. Hoe creëer je een krachtige leeromgeving die de ontwikkeling van taal, denken en relaties in de klas stimuleert? Meer info op www.grotekansen.be

53

Boost executieve functies: 9 tips 01.

Zorg voor een warm, responsief klimaat: dat werkt voor kinderen in armoede als een buffer tegen de negatieve invloed van stress.

02.

Gebruik spiegelspraak: laat de kleuter bewust worden van zijn of haar gedrag door te benoemen wat je ziet: “Jamal, je bent Evi aan het duwen. Je hebt het precies wat moeilijk om in de rij te wachten.” Of in plaats van “Goed gedaan”, zeg je “Wauw Adam, ik zie dat je veel kleuren gebruikt hebt, waarom heb je die kleuren gekozen?”

03.

Leer de STOP-DENK-DOE-strategie aan: leer kleuters om even te stoppen, na te denken en dan pas te doen of te antwoorden. Zo daag je hen uit om de tijd te nemen om na te denken of een andere oplossing te bedenken.

04.

Creëer rust: integreer een stop-bankje in je klas. Laat de kleuter hierop even tot rust komen als hij van streek of boos is en denk samen met de kleuter na over het probleem.

05.

Beweeg: specifieke bewegingsactiviteiten dagen de ontwikkeling van de executieve functies uit: “Als de muziek stopt, sta je stil en word je een standbeeld dat beide handen in de lucht steekt.”

06.

Doe alsof je het antwoord niet weet: als een kleuter een probleem heeft met een opdracht, geef dan niet meteen het antwoord. Denk samen na, help hem op weg: “Ken jij een andere manier om …” of “Wat zou je kunnen doen om …”.

07.

Denk luidop mee: “Heb jij honger? Ik voel dat ik ook een beetje honger heb en ik wil mijn appel eten, maar ik weet dat ik eerst mijn handen moet wassen.”

08.

Begeleid de overgangsmomenten: binnenkomen in de klas, tussendoortjes, jassen aantrekken zijn momenten die veel zelfsturing vragen. Geef je duidelijke instructies? Zijn er niet te veel overgangsmomenten? Duren ze niet te lang?

09.

Werk met buddy’s: een vriend bij wie een kleuter zich goed voelt en die kan helpen om een opdracht uit te voeren.


Klasse Magazine

Blog

Wie is Stijn van Autreve? • leraar basisonderwijs in Gent • muzische vorming, zedenleer • volksmenner en feestbeheerder bij Radio Topkaas

54


Klasse Magazine

Stijn blogt

Steven Seagal Stijn Van Autreve zorgt met Radio Topkaas voor het zotste feestje op festivals. Maar na het festivalseizoen draait hij tien maanden lessen in elkaar. In Klasse Magazine en op Klasse.be deelt hij zijn ervaringen. “Weet u waarop een Hollywood-acteur en stuntman als Steven Seagal jaloers op is? Op een doordeweekse dag van een leraar met een bijberoep.” [6.30 uur] ‘Met zo veel mogelijk in de vuilnisbak!’, een opdracht die groepjes zesdejaars op de ochtend van hun 100-dagen geen twee keer moeten krijgen. De blonde reus van Radio Topkaas die de opdracht gaf, balanceert op het podium, zakt door de knieën en pompt zijn armen suf op 2 Unlimited. Voor hem schreeuwen uitzinnige tienerboys & girls die voor ze naar school afzakken even No limit kennen. Dampende chocolademelk en boterige croissants ten spijt ritsen de rugzakjes vlot open om hun 100-dagen te vullen met bier en Breezers. Confetti knalt door het kanon en iedereen met een ‘Good Shape’ ‘Takes The Love’, maar precies liefst niet bij iemand van een concurrerende school. De hongerige meute wil het puber­ delirium zo lang mogelijk aanhouden. Het eerste vocht van de dag parelt van mijn gezicht. Ik zwaai met mijn losgerukte roze hemd boven mijn witte pruik. De hardcorebeat indachtig, strooi ik in mijn blote buik met stickers. Het is godsamme bijna 7 uur ’s morgens. Meteen het signaal om me naar school te reppen. Er is ook nog een ochtendtoezicht, you know. [11.00 uur] ‘Meester, ik ben klaar!’ Kian stopt zijn kleurpotloden in het zakje. Ik schuifel – intussen zonder pruik, in mijn rol van leraar – tot aan het lage bankje en roefel door zijn kortgeknipte blonde coupe. Ik hoor de klok tikken en tongen langs de mondhoeken gaan om de potloden steviger beet te nemen. De verwarming pruttelt blozende wangen op hun gezichtjes. Kian, op zijn pantoffels om de klas niet met

55

klonters aarde te bestrooien, slurpt van zijn appelthee. ‘Ga maar naar de puzzelhoek, jongen’, fluister ik, loensend naar de klok die 11 uur aanwijst. ‘Pssst meester, weet u dat u snippertjes heeft hangen?’ Kians puzzelstukken passen intussen bijna in elkaar. Een beetje verward wrijf ik de vlokjes confetti uit mijn nek. ‘Er was nog een feestje vanmorgen’, antwoord ik, terwijl ik met een monkellachje naar de andere kant van het lokaal stap om een paar van zijn klasgenootjes te helpen. ‘Klaar meester!’ roept Kian nog enthousiast. ‘Het is een puzzel van de rekentafels!?’ [21.45 uur] De pastadamp druipt van mijn gezicht. Vijf kilo spaghettislierten dansen de kookpot van de schoolkeuken in. ‘Dat zal ’t laatste zijn, de vegetarische saus is op.’ Ik werk me in het zweet op de spaghettiavond op school. De Italiaanse koolhydraten en Belgische hopdranken zetten we in om nieuwe glijbanen en springtoestellen voor de speelplaats te betalen. In het deurgat slurpt Kians moeder van de Oxfam-wijn. ‘Thuis heeft hij eens drie uur lang op de trap gezeten omdat hij zijn tafels niet wilde doen. Echt hé. Ik was later thuis en dat paste niet in zijn stramien. Kendet?’ Ik knik en staar glazig naar de pruttelende pan. [01.15 uur] Voor de opkuis bevind ik me als een soort antiheld tussen de plakkers en de iets zwaardere bieren. ‘Weet u dat u spaghettisaus heeft hangen?’ lispelt Kians moeder. Ik voel me intussen als een scoutsleider na een week kamp. Tot de derde graad verzuurd, wrijf ik de rode vlek met een schotelvod uit de nek. ‘Er was nog een feestje in de keuken daarnet’, hijg ik zo schor als Steven Seagal.

Beeld Jeroen Mylle


Klasse Magazine

Wie is Philippe Coudron? • 60 jaar, september 2017 met pensioen • leraar tuinbouw en bedrijfsbeheer, PTI Kortrijk Hoe verliep zijn loopbaan? • 1 jaar bij een tuinbouwbedrijf • 37 jaar op PTI Kortrijk • vroeger ook chemie, fysica, natuurwetenschappen, maatschappelijke vorming en tuinbouwpraktijk

100-dagen voor leraren 56


Klasse Magazine

“Ik ben de school nog niet moe” Leraar Philippe kon al met pensioen in januari, maar wilde zijn school niet in de steek laten. Ondanks zijn vlakke loopbaan, is hij het lesgeven helemaal niet moe. “Als er na de zomervakantie iets is, mogen de collega’s en directeur nog altijd bellen. Ik ben stand-by.” “Een onverwachte telefoon maakte van mij een leraar. Ik had de directeur van mijn oude school aan de lijn. Of ik het niet zag zitten om les te geven in de studierichtingen tuinbouw? Ik was als pas afgestudeerde industrieel ingenieur een jaar aan de slag bij een tuinbouwbedrijf. Maar echt lang wilde ik daar toch niet werken. Terug naar school zag ik zeker zitten, via de lerarenopleiding natuurlijk.” BIJLEREN VERVEELT NOOIT “De meeste collega’s van tuinbouw zijn eigen kweek van de school. Tuinbouw was altijd mijn passie, daar wil ik alles van weten en kan ik uren over vertellen. Dat wist de directeur toen hij me als leraar binnenhaalde. Als jonge gast wilde ik een technische beroepsrichting volgen. Maar mijn ouders verplichtten me om eerst drie jaar naar het college te gaan. Ik leerde niet graag, ik was veel liever buiten. En nu doe ik niks liever dan bijleren en met collega’s kennis uitwisselen (lacht).”

Tekst Josfien Demey en Kyra Fastenau Beeld Boumediene Belbachir

De laatste 100-dagen op school draait voor veel zesdejaars van het secundair uit op een memorabel afscheidsfeest. Of op wilde plannen en een geflopte show. Maar hoe kijken twee leraren naar hun laatste honderd dagen voor de klas en naar de vele jaren die vooraf gingen?

57

“In de natuur werken is spannend. Omdat alles altijd verandert. Wist je dat je zelfs geen grond meer nodig hebt om sla te kweken? Die nieuwe technieken boeien mij enorm. Ik vertel daar ook graag over aan de gasten. Soms verlaat ik dan de leerstof, maar ik kom wel altijd terug bij de doelen. Ik weet vandaag ook zo veel meer dan toen ik begon. Die passie en nieuwe kennis delen, dat verveelt mij nog altijd niet.” VEEL VERANDERD IN ONDERWIJS “Ja, er is veel veranderd in het onderwijs. Leerlingen zijn mondiger. Ouders veeleisender. Leerlingen in de beroepsafdeling tonen ook minder interesse voor hun richting. Sommigen kiezen tuinbouw, maar missen groene vingers. Ik vind dat spijtig. En dan is er nog de invloed van sociale media. Leerlingen kunnen zich minder lang concentreren. Alles moet flitsend. Ik toon al eens een YouTube-filmpje over machines om hun interesse te vangen. Inzetten op praktijk is goed, maar voor de kwaliteit van beroeps- en technisch onderwijs mag men niet verder beknibbelen op de uren theorie. De gasten moeten specialisten worden in hun vak. Met vier uur theorie over tuinbouw per week lukt dat amper.”


Klasse Magazine

“Nog niet bezig met mijn pensioen” “Ik ben zelf ook veranderd natuurlijk. Lesgeven is toch niet gemakkelijk. Je moet daarin groeien. Vroeger trad ik al eens hard op. Soms botst het nog, maar mijn goede directeur babbelt dat dan recht. We kennen als leraar ook niet altijd de volledige achtergrond of thuissituatie van elke leerling. Ik heb daar nu meer oog voor, omdat ik intussen zelf drie kinderen heb opgevoed.” CURSUSSEN OP ZOLDER “Het zijn vooral de jongere collega’s die mij eraan herinneren dat ik met pensioen ga. ‘Philippe, ‘t is de laatste keer dat je ‘t mag uitleggen’, lachen ze. Ik ben er zelf niet zo mee bezig. Op 1 januari mocht ik al stoppen, maar ik ben het lesgeven nog niet moe en ik wilde de school niet halverwege het schooljaar in de steek laten.” “Ach, ik heb het geluk dat ik nog op mijn zestigste met pensioen mag. Dat besef ik. Mijn collega’s zullen langer moeten werken. Maar ik zou er nog twee jaar bijdoen als de directeur me kan verzekeren dat ik alleen in Planttechnische Wetenschappen lesgeef.” “Thuis ruim ik mijn bureau beetje bij beetje op. Maar de cursussen die ik nu geef, zal ik nog bewaren. Als een collega ze nodig heeft, kan ik hem helpen. In ons korps heb ik het nooit anders geweten. We zijn er altijd voor elkaar. ‘t Is een goede bende. Ik zal de leute met mijn collega’s wel missen.” VOLGEND JAAR STAND-BY “En mijn toekomst? Op het einde van het schooljaar zal ik nog een inspanning doen voor de collega’s. Ik verjaar in de kerstvakantie en heb al die jaren nooit getrakteerd. Maar dat maak ik straks allemaal goed. En daarna vind je me buiten, in de tuin. Mijn zoon is zelfstandig tuin- en landschapsarchitect. Als hij hulp nodig heeft, spring ik in. Maar ook mijn collega’s en directeur mogen altijd bellen als er na 1 september iets is. Ik ben stand-by.”

58

Juf Vera zocht altijd nieuwe uitdagingen in onderwijs. Omdat ze veel wilde geven. Op het einde werd het wel zwaar. “Met mijn pensioen ben ik niet bezig, maar niet langer leven op het ritme van de bel, lijkt me heerlijk.” “Ik wilde nooit iets anders worden dan juf. Als kind speelde ik al schooltje met mijn poppen en krijtbord. Ik koos voor het kleuteronderwijs omdat je daar eind jaren 70 de meeste vrijheid had. Ik kon er zingen, knutselen, verhalen vertellen, tekenen.” “Vandaag werkt het kleuteronderwijs meer vanuit ontwikkelingsdoelen. Minder vrijheid voor de juf, maar de doelen stimuleren wel de creativiteit. Vroeger maakten al mijn leerlingen hetzelfde werkje, nu vertrekken ze van hun fantasie. Ze komen niet altijd tot een afgerond werk, maar dat geeft niet: zolang ze maar aan de doelen werken.” LESGEVEN IS VOORAL GEVEN “Na een aantal interims vond ik mijn eerste vaste job in een wijkafdeling van een grote Gentse school. Door verbouwingen in Klimrek, een school uit de buurt, volgden die leerlingen tijdelijk bij ons les. Een van hen was de eerste Turkse kleuter in mijn klas, een jongen. Hij sprak geen woord Nederlands, maar ik liet hem gewoon meedoen met de rest. Met zijn ouders communiceerde ik met handen en voeten.” “Enkele jaren later verhuisde ik mee naar Klimrek. Plots stond ik voor een klas vol Turkse en Marokkaanse nieuwkomers. Alles wat ik had geleerd, moest ik overboord gooien. Lichaamstaal, mimiek, prenten werden heel belangrijk. Terug naar mijn oude, ‘witte’ wijkschool wilde ik niet meer. Ik ben een gever, op Klimrek kon ik meer geven.” “Toen de hoofdschool van Klimrek in 2005 een plaats vrij had voor een kleuterjuf, stond ik voor een nieuwe uitdaging. Op die school zaten asielzoekers, oorlogsvluchtelingen en Roma-kinderen. Ik kende armoede, ik kende taalproblemen. Maar dit waren écht overlevers. Gezinnen die sliepen in parken en kraakpanden. Tegenwoordig is dat een stuk beter geregeld, gelukkig.” “Als zorgcoördinator won ik langzaam het vertrouwen van de ouders. Een glimlach, oprechte complimentjes, daarmee kom je een heel eind. Klimrek is een heel open school. Ouders brengen hun kleuters tot in de klas en blijven plakken voor een koffieklets. Ik help ze dan hun papieren invullen.”


Klasse Magazine

Wie is Vera Audenaert? • 60 jaar, september 2017 met pensioen • kleuterjuf en zorgcoördinator, VBS Klimrek in Gent Hoe verliep haar loopbaan? • 2-jarige opleiding tot kleuterleidster, afgerond in 1978 • BTK-leraar (6 maanden) en interims • eerste vaste job als kleuterjuf in een grote 'witte' wijkschool in Gent, 1983 • kleuterjuf aan Klimrek Van Beverenplein, school met diverse leerlingenpopulatie, 1993 • kleuterjuf aan Klimrek Reinaertstraat, school met veel asielzoekers, 2005 • zorgcoördinator van beide vestigingen, 2006 • halftijds zorgcoördinator en halftijds kleuterjuf (co-teacher) aan Klimrek Van Beverenplein, 2012

ELKE LESDAG EEN KLEIN GELUK “Als je met kinderen werkt die het moeilijk hebben, die niet de ideale thuis hebben, dan trek je je als leraar op aan kleine dingen. Elke dag ervaar ik wel een geluksmomentje. Als de kleuters me een knuffel of rugmassage geven. Als ik keelpijn heb en mijn collega een thermos thee met honing voor me meeneemt. Soms is een glimlach van een van de kinderen al voldoende.” “Ik probeer die filosofie mee te geven aan mijn collega’s. Als stagiairs of starters hun hart komen luchten, denk ik wel eens: ‘Ach, je hebt gewoon een slechte dag’. ‘Wat is één klein ding dat je anders kan aanpakken in je klas? Probeer dat eens’, zeg ik dan. Ik heb het ook moeten leren, mezelf soms tot orde roepen. Die asielzoekers bijvoorbeeld, ik zou ze m’n laatste spaarcent hebben gegeven. Maar nu weet ik: het grootste cadeau dat je kan geven, is ze weerbaar maken.” LEVEN OP HET RITME VAN DE BEL “Ik ben vaak ingegaan op nieuwe uitdagingen op school. Soms vroeg de school me om een nieuwe functie op te

59

nemen. Zorgcoördinator bijvoorbeeld: ze zagen dat talent in me. Maar op het einde van mijn loopbaan werd fulltime zorgcoördinator op twee vestigingen wel wat zwaar. Daarom nam ik een stapje terug als halftijdse zorgcoördinator, halftijds co-teacher.” “Met mijn pensioen ben ik niet bezig. Ik ben niet iemand die de tijd telt, ik heb geen grootse plannen. Maar het lijkt me heerlijk om niet meer volgens de bel te leven. Groenten telen in mijn serre. Lunchen wanneer ik honger heb, ook als dat om 14 uur is. Spontaan naar zee rijden als de zon schijnt. Met niets of niemand rekening moeten houden.” “Ik hoop dat het onderwijs van de toekomst focust op talenten. Want een leerling die succes boekt met iets wat hij goed kan, zal die ervaring willen herhalen. Altijd maar werken aan verbeterpunten, maakt kinderen ongelukkig. Mijn kleuters moeten niet alle kleuren kennen. Als ze graag tekenen, moedig ik dat aan. Fluister ik ‘wat mooi, dat rood!’ in hun oor. En dan volgt de rest van de regenboog vanzelf.”



Lerarenkaart

Klasse Magazine

Samenstelling Cherline De Maeght en Anne Siccard

PERMANENTE VOORDELEN In heel wat cultuurhuizen, musea, ICT-winkels, boekhandels … krijg je als leraar korting met je Lerarenkaart. Ontdek via www.lerarenkaart.be meer dan 950 exclusieve voordelen. Met de zoektool vind je makkelijk voordelen op maat van jou en je klas. NIEUW SINDS 1 JANUARI 2017

Voordelen

Vul je zoekterm in

CLIP taalvakanties vzw Heverlee

30 euro korting op een taalvakantie voor je kind

Préhistomuseum Flémalle

gratis met je Lerarenkaart

Euro Space Center Transinne

gratis i.p.v. 12 euro voor het standaardbezoek

Taalcursussen EF Education First Antwerpen

10 procent korting op taalcursussen in het buitenland

Academic Shop Lokeren / online

70 euro korting op Microsoft Office 2016: je betaalt 79 euro i.p.v. 149 euro

Theater Tinnenpot Gent

gratis try-outs

Cinema Zuid Antwerpen

2 euro korting: je betaalt 3 euro i.p.v. 5 euro

FOMU - Fotomuseum Provincie Antwerpen Antwerpen

2 euro korting: je betaalt 6 euro i.p.v. 8 euro

Argos - Centrum voor kunst en media Brussel

gratis toegang tot Argos en alle activiteiten

Diamantmuseum Brugge Brugge

gratis i.p.v. 11 euro (museum en slijpdemonstratie)

Train Hostel Brussels Schaarbeek

10 procent korting op je overnachting

Fondation Folon museum Terhulpen

gratis i.p.v. 9 euro

Ecohuis Antwerpen Borgerhout

gratis i.p.v. 2 euro

Landcommanderij Alden Biesen Bilzen

gratis i.p.v. 1 euro voor de Franse tuin. 1,5 euro korting voor de expo’s: je betaalt 1,5 euro i.p.v. 3 euro

Mijn Eigen Boekje online

20 procent korting op een bestelling van 2 gepersonaliseerde boekjes

Kortrijk 1302 museum Kortrijk

gratis i.p.v. 6 euro

Texture Museum over Leie en vlas Kortrijk

2 euro korting: je betaalt 4 euro i.p.v. 6 euro

Musée provincial des Arts anciens du Namurois Namen

gratis i.p.v. 3 euro

La Cité Miroir Luik

gratis i.p.v. 3 euro

Boekhandel Mekanik Strip Antwerpen

10 procent korting op strips, comics en boeken

De Panne, Hasselt, Coo gratis toegang met je Lerarenkaart i.p.v. 19,99 euro (Plopsaqua en Plopsa Plopsa-parken Indoor Hasselt), 35,99 euro (Plopsaland De Panne) en 24,99 euro (Plopsa Coo)

61


Klasse Magazine

Lerarenkaart

LERARENDAGEN Ga op stap met je Lerarenkaart en ontdek wat musea, attracties, evenementen ... voor jouw klas of school kunnen betekenen. Tijdens de lerarendagen van Klasse beleef je samen met collega’s een educatief programma. Schrijf je vooraf in om deel te nemen.

INFO & INSCHRIJVEN - KLASSE.BE/LERARENDAGEN

FILM

AVONTURENPARK

CLOUDBOY

KOEZIO MISSIE

vanaf 5 april in de bioscoop vanaf 8 jaar

In deze Vlaamse jeugdfilm brengt de 12-jarige stadsjongen Niilas de zomervakantie door in het Hoge Noorden bij zijn Zweedse mama die hij amper kent. Niilas moet een handje toesteken bij de rendiertrek. Ondanks de warme ontvangst, reageert Niilas terughoudend. Stilaan ontdekt hij dat zijn roots sterker blijken dan hij vermoedde. Win 1 van de 75 duotickets in een bioscoop naar keuze. Ga naar klasse.be/win.

62

Koezio - Brussel woensdag 5 april 2017 (van 9 tot 12 uur) woensdag 12 april 2017 (van 9 tot 12 uur)

Tijdens de lerarendag ga je als special agent op missie in het indooravonturenpark Koezio. Zet je teamspirit, fysieke en intellectuele talenten in op verschillende proeven. Tijdens deze lerarendag zoek je uit of Koezio geschikt is voor een klasuitstap met je leerlingen (vanaf 12 jaar). Gratis ontbijt, aperitief en deelname aan de lerarendag voor de leraar en 1 extra persoon (minimumlengte: 1,4 meter)


DOCUMENTAIRE

© Thierry Le Goues

Klasse Magazine

EXPO

DE KINDEREN VAN JUF KIET vanaf 5 april in de bioscoop locaties: www.dekinderenvanjufkiet.nl

Kiet is een lieve, rechtvaardige en geduldige juf. Ze leert haar internationale instroomklas Nederlands lezen en schrijven. Maar ook hoe je met elkaar omgaat en samen problemen oplost. Regisseurs Petra en Peter Lataster mochten een schooljaar lang meekijken in de klas van juf Kiet. De documentaire is een ode aan de juf die elk kind verdient. Win 1 van de 75 duotickets in een bioscoop naar keuze. Ga naar klasse.be/win.

63

MARGIELA - DE HERMÈS JAREN Modemuseum Antwerpen woensdag 19 april 2017 (van 15 tot 17 uur) woensdag 26 april 2017 (van 13.30 tot 15.30 uur)

Je volgt een rondleiding in de expo ‘Margiela. De Hermès jaren’. Je ontdekt creaties van de Belgische ontwerper Martin Margiela die als creatief directeur bij Hermès een evenwicht vond tussen vernieuwing en traditie. Tijdens deze lerarendag maak je kennis met het scholenaanbod. Gratis voor de leraar en kinderen tot 18 jaar. Partner(s) betaalt/betalen 6 euro i.p.v. 8 euro.


Klasse Magazine

Lerarenkaart

TIJDELIJKE VOORDELEN De Lerarenkaart houdt je via www.lerarenkaart.be op de hoogte van tijdelijke expo's, acties en voordelen. Bij elk voordeel check je er makkelijk of het educatieve luik geschikt is voor je klas. Schrijf je via klasse.be/nieuwsbrieven in op de Lerarenkaart-nieuwsbrief en ontvang de tijdelijke voordelen in je mailbox.

OPENPARKDAGEN

DOMEIN VAN DE GROTTEN VAN HAN

EXPO

SABENA. REIZEN IN STIJL tot 10 september 2017 Atomium Brussel

Vóór de komst van lowcostmaatschappijen was reizen met het vliegtuig de absolute top van glamour. Sabena maakte tientallen jaren vele reisdromen waar. De expo ‘Sabena. Reizen in Stijl’ toont je vliegtuigmaquettes, uniformen, affiches, video’s, foto’s ... uit publieke en privécollecties. 2 euro korting op je toegangsprijs Je betaalt 10 euro i.p.v. 12 euro.

64

van zaterdag 8 april 2017 tot en met donderdag 13 april 2017 Han-sur-Lesse

Tijdens deze openparkdagen kan je met je gezin een vrij bezoek brengen aan het Domein, de Grotten en het Wildpark. In de grotten en het Wildpark kan je vrijblijvend aansluiten bij een rondleiding. Je krijgt gratis een infomap over het educatieve aanbod mee naar huis. Gratis toegang met je Lerarenkaart i.p.v. 29 euro. Partners betalen 6 euro i.p.v. 29 euro en kinderen ouder dan 3 jaar betalen 6 euro i.p.v. 20 euro.


Klasse Magazine

Deze en bijna 1000 andere voordelen op Lerarenkaart.be

OPENPARKDAGEN EXPO

KUIFJE IN TRAIN WORLD tot 16 april 2017 Train World Schaarbeek

Maak kennis met de spoorwegwereld die Hergé inspireerde om Kuifje te laten reizen in de vijf continenten. Je ontdekt er originele prenten, documentatie, filmfragmenten en persoonlijke archieven van Hergé. Je tocht begint aan de ketelwagen op het Prinses Elisabethplein en eindigt in Train World. Gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 10 euro

65

DIERENPARK DE ZONNEGLOED zaterdag 1 en zondag 2 april 2017 zaterdag 15 en zondag 16 april 2017 Oostvleteren

In dierenpark De Zonnegloed ontmoet je meer dan honderd diersoorten: van boerderijdieren tot stokstaartjes, aapjes, kamelen, beren en lynxen. Veel dieren die niet meer in het wild kunnen leven, krijgen er een tweede thuis. Tijdens de voedersessies krijg je van de dierenverzorgers uitleg over de dieren. Gratis voor de leraar en 1 extra persoon in plaats van 15 euro


Advertentie


Klasse Magazine

RIA E T MA

AL

NIEU W

LE S

Samenstelling Patrick De Busscher

SECUNDAIR ONDERWIJS

ALGEMEEN

UNPLUGGED

KORTFILM IN DE KLAS Lessen in het donker verzamelt goede en pedagogisch interessante kortfilms op een online platform. Regelmatig komen er nieuwe kortfilms bij, met bij elke film een lesfiche. Op dat platform vind je een trailer en via een klik op de titel meer info en de lesfiche. Per kortfilm betaal je 4 euro, maar je kan de kortfilm daarna onbeperkt gebruiken. vimeo.com/channels/ kortfilmindeklas

LAGER ONDERWIJS

BEZETTERING 14-18 Werk met je leerlingen (derde graad) rond WOI en communicatie en ga met oorlogsaffiches aan de slag in je klas. ‘Bezettering 14-18’ is een gratis ontleenbaar educatief pakket met handleiding, uitgewerkte opdrachten, reproducties van oorlogsaffiches en een USB-stick met beeldma-

teriaal. Een initiatief van Stadsarchief Gent en erfgoedcel Erfgoed Zuidwest (Zuid-West-Vlaanderen). www.bezettering.be – pieterjan.lachaert@stad.gent – erfgoed@zuidwest.be

LAGER ONDERWIJS

PAPA IS TE GROOT VOOR ONS HUIS Een tekst die alleen het essentiële zegt en sterke, bewust gekozen beelden. Daarmee maakt illustrator/auteur Yoeri Slegers echtscheiding bespreekbaar. Een verhaal over hulpeloosheid, verdriet en woede, met kleurrijke en vrolijke illustraties. Over dat alles gewoon anders wordt, maar dat gewoon niet altijd goed is. www.eenhoorn.be WIN! 10 x ‘Papa is te groot voor ons huis’. Waag je kans via www.klasse.be/win.

67

Het drugpreventiepakket ‘Unplugged’ bestaat uit een versie (met andere methodieken en materialen) voor elke graad: aan de slag met sociale en persoonlijke vaardigheden in de eerste graad, een projectdag/ week in de tweede graad en lesvoorstellen voor tal van vakken in de derde graad. Het pakket voor de eerste graad is trouwens volledig herwerkt. Op de website van De Sleutel vind je gratis voorbeeldlessen. www.desleutel.be

SECUNDAIR ONDERWIJS

ZEG HET MET KLEUR Het project ‘Zeg het met kleur’ (Arteveldehogeschool) toont je leerlingen (derde graad) de ontelbare facetten van kleur, kleurtechnologie en -communicatie. Bovendien ontdekken ze de beroepsprofielen in de

mediasector én kan je gratis lespakketten downloaden, een spreker uitnodigen of met je klas een grafisch atelier bezoeken. www.arteveldehogeschool.be/ zeghetmetkleur/

ALGEMEEN

BEELDEN LEZEN EN SCHRIJVEN Met deze ‘Mediawegwijzer’ geeft Mediawijs je de kans om beelden van foto’s, films, cartoons en schilderijen centraal in je lessen te plaatsen. Niet als illustratie, wel om kritisch te bekijken, de betekenis ervan te lezen, er zelf betekenis aan te geven of om ermee te communiceren. Op de website vind je nog meer inzichten en tools rond (de betekenis van) beelden. beeldgeletterd.mediawijs.be/


Advertentie


Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

OP STA PM ET

J

E

INGEN L R E LE

LAGER ONDERWIJS

NU EVEN NIET Speurder Tik-tek-tif de Boer is op vakantie aan zee maar ook daar kan hij het speuren niet laten. ‘Nu even niet’ (Mary Heylema & Kristina Ruell) is een heldhaftig verhaal voor eerste lezers vanaf 7 jaar. www.eenhoorn.be WIN! 10 x ‘Nu even niet’. Waag je kans via www.klasse.be/win.

BASISONDERWIJS

DE GRUFFALO In het bos houdt Muis zijn vijanden op een afstand door ze bang te maken met een monster, de Gruffalo. Die Gruffalo bestaat helemaal niet … of toch wel? Auteur Julia Donaldson en tekenaar Axel Scheffler schiepen een heel ‘Muis en Gruffalo’-universum met voorleesboeken, natuurboeken, puzzelboeken, stickerboeken, doeboeken, kookboeken … voor kinderen vanaf 4 jaar. www.lemniscaat.nl WIN! 10 x ‘Gruffalo-pakket’ (met kookboek, doeboek, activiteitenboekje, handpopboek en geluidenboek). Waag je kans via www.klasse.be/win.

LAGER ONDERWIJS

WORD EEN STERRENKLAS Zes sterren van de Europese vlag zijn op pad om je leerlingen derde graad te vertellen over de Europese geschiedenis, culturen, landen, regio’s en actualiteit. Speel het spel, vervolledig het ‘Sterrenlied’ en je klas wint misschien een gratis daguitstap naar Bokrijk op 15 juni. Meespelen kan tot en met 5 mei. www.europahuis.be/nl/aanbod/ basisonderwijs/lesmateriaal/ sterrenklas

ALGEMEEN

STORT REGEN VOOR BURKINA FASO

© De Gruff alo

In de nieuwe campagne van Broederlijk Delen staat ‘regen’ symbool voor een vruchtbaarder leven en krijgen 115.000 Burkinese boerenfamilies een kans om te kiezen voor gezond voedsel, onderwijs en toekomstkansen. Organi-

69

seer een schoolactie, laat je leerlingen meedoen aan de sms-actie en gebruik het educatief aanbod. De campagne loopt tot 16 april. www.broederlijkdelen.be/nl/ campagne-2017-steun-de-boeren-burkina-faso

ALGEMEEN

KOM BUITEN Op donderdag 27 april is ‘verbondenheid met de natuur’ het thema van de laatste van vijf milieu-actiedagen van GoodPlanet. Op zoek naar ideeën? Organiseer een picknick met alle klassen, ouders of buren; werk samen in de schooltuin, kook met restjes … Als je je actie registreert op de campagnesite krijg je toegang tot een pak achtergrondinformatie, leermiddelen en tips. www.goodplanet.be/ goodplanetactions/nl/


Advertentie

Advertentie


Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

OP STA PM ET

J

E

INGEN L R E LE

SECUNDAIR ONDERWIJS

IEDEREEN GORILLA Jonge creatievelingen, telkens één groep of klas uit de sectoren mode, hout, tuinbouw, elektronica en metaalbewerking, kunnen tot half juni meewerken aan een eigenzinnige (geheime) nationale campagne. Nieuwsgierig? iedereengorilla@gmail.com

ALGEMEEN

DUURZAME SCHOLEN, STRAFFE SCHOLEN MOS (Milieuzorg op school) ondersteunt leraren om van hun scholen een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving te maken. Met een educatief aanbod voor kleuter-, lager en secundair onderwijs, begeleiding op maat, vorming voor leraren en zelfs een MOS-klimaattraject op maat van je school. www.lne.be/mos-duurzamescholen-straffe-scholen

ALGEMEEN

MECANICIEN OF LABORANT? Leerlingen van 11 tot 14 jaar ontdekken in Het Beroepenhuis (Gent) een waaier aan beroepen en krijgen zo een beter zicht op hun eigen talenten. Vooral technische en praktisch uitvoerende beroepen staan in de kijker, van laborant tot kapper, van mecanicien tot hotelreceptionist … Bovendien vind je er een schat aan lesmaterialen rond beroepen, talenten, studie- en beroepskeuze. www.beroepenhuis.be

LAGER ONDERWIJS

LEER WORSTEN DRAAIEN

veel proeven. En je kan een gratis lespakket downloaden (i.s.m. VLAM, versie voor elk leerjaar beschikbaar). www.deweekvandeslager.be

ALGEMEEN

BOETIEK TECHNIEK Meter Tatyana Beloy daagt alle Vlaamse jongeren (jonger dan 15 jaar op 31 december) uit om zelf een technisch hoogstandje te bouwen of te ontwerpen. Je leerlingen kunnen individueel, in groep of met de hele klas deelnemen. Inschrijven vóór 13 april.

71

www.lokalehelden.be

LAGER ONDERWIJS

MENSEN MET EEN BEPERKING

LOKALE HELDEN

De REVA-beurs in Gent (20 tot 22 april), een speciaalbeurs voor mensen met een beperking, organiseert schoolbezoeken voor klassen uit het vierde, vijfde en zesde jaar lager onderwijs. Na een voorbereiding in de klas (met gratis lessuggesties) volgt een interactief bezoek aan de beurs. Na inschrijving ontvang je het lespakket.

Op vrijdag 28 april, aan het begin van de ‘Week van de

www.reva.be/reva2017/revakids. asp?

www.boetiektechniek.be

Tijdens de ‘Week van de Slager’ (17 tot 23 april) stellen ambachtelijke slagers hun atelier open voor leerlingen uit de derde graad. Je kan er het slagersatelier verkennen, workshops volgen, zelf worsten leren draaien en

Amateurkunsten’, organiseert Poppunt de tweede editie van ‘Lokale Helden’. Een dag waarop iedereen die houdt van muziek lokaal talent kan (doen) ontdekken. Doe mee met je school, zet een podium op de speelplaats, organiseer optredens of een band- of dj-battle, doe iets met het schoolkoor of -orkest of zet je hele schoolfeest in het teken van muziek.

ALGEMEEN


Klasse Magazine

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

2 3

Door loper Wars van alle obstakels hebben we alle zwarte vakjes eruitgegooid. Een doorloper noemen kenners dat. Veel succes!

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 1 mei naar klasse.be/win en waag je kans.

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

HORIZONTAAL

VERTICAAL

1. het woord dat je zoekt (13) 2. mannetjeshond (3) / niet echt (Engels, 6) / voor of na de kip? (2) / Egyptische god (2) 3. Europeaan (3) / koddig, schuin (7) / Hebreeuwse letter ‘t’ (3) 4. versierde palen in dorpskernen in mei (8) / leuk, handig (Engels, 5) 5. 49ste Amerikaanse staat (6) / vogels kijken (7) 6. periode voor Pasen (6) / term van Freud (2) / elektronisch onderdeel (5) 7. voegwoord (2) / in strijd met de rede (11) 8. Amerikaanse gokstad (4) / verzoeken, eisen (6) / brij (3) 9. ik bemin (Latijn, 3) / steekkaart (5) / persoonlijk voornaamwoord (2) / Bijbels priester (3) 10. staatkunde (8) / aanpalend (5) 11. een (Engels, 3) / schutsluis (3) / grasgewas (4) / oppervlaktemaat (3) 12. Nederlandse partij (4) / zangvogel (9) 13. je stress verminderen (10) / spierziekte (3)

1. lente (Italiaans, 9) / te paard en onder water (4) 2. hij (2) / paling (Engels, 3) / bloemen, “windrozen” (8) 3. bleef getrouwd na “Blind getrouwd” (5) / maar (Spaans, 4) / Limburgs dorp (4) 4. spel met stokken (4) / bestaat uit strofen (9) 5. biljartspel met 21 gekleurde ballen (7) / leven (Italiaans, 4) / NV (Frans, 2) 6. deelteken (5) / voorjaarsbloem (6) / geluidsinstallatie (2) 7. roem (3) / presidentsvrouw (5) / Griekse dappere halfgod (5) 8. knaagdier (3) / onmisbare (6) / auto uit ‘Knight Rider’ (4) 9. overdreven blinkende juwelen (5) / Russisch parlement (5) / vooravond (Engels, 3) 10. spelleiding (5) / ontvangen (5) / vat (3) 11. plots doven (10) / gietijzeren fornuis (3) 12. verbolgen (Engels, 5) / autoverkoper (6) / 69 cm (2) 13. jongensnaam (4) / troefkaart (3) / beeldpunten (6)

72


“Leraren maken de wereld beter� Rutger Bregman


DE LERARENKAMER

COLOFON

OVER JE ABONNEMENT

Klasse Magazine 007 – maart 2017

Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro.

Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Cover: Loulou & Tummie Illustraties rubrieken: Joris Thys Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Ruben Cassiman, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Ann Declercq, Cherline De Maeght, Josfien Demey, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Kyra Fastenau, Sara Frederix, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Peter Mulders, Ann Nevens, Tim Paternoster, Mieke Santermans, Tim Sels, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Bram Truyens, Marc Vanbelle, Toon Van De Putte, Sigrid Vandemaele, Sonja Vandroogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. www.klasse.be facebook.com/klasse twitter.com/klasse_be Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Micheline Scheys, Departement Onderwijs en Vorming.

Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via het bestelformulier op klasse.be/abonnementen. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kant ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in 1 pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee. Je abonnement verlengen - Ook je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Bij het laatste nummer waar je recht op hebt, vind je in een brief alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be. Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat? - Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan abonnementen@ klasse.be, met vermelding van je naam, e-mail van inschrijving of abonneenummer, oude én nieuwe adres. Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 10 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaart-houders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen tot 3 extra Lerarenkaarten koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd. Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 30 juni. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart. Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse.

is onderwijs en vorming

Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.


Advertentie


Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift maart/april/mei 2017 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699

PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE

Welke leraar verandert levens?

“Juf Viviane heeft voor mij het verschil gemaakt. Zij wist waar ik van droomde. Ik was plots gemotiveerd. Zij gaf mij een podium.” Niels Destadsbader

Nomineer vóór 14 april op www.leraarvanhetjaar.be Klasse zoekt een leraar, directeur, leerlingen­begeleider … die op jouw school talent spot en benoemt. Die collega’s deuren toont die ze niet kennen. Die leerlingen wakker schudt en zelfvertrouwen geeft.

Overtuig de jury met je straf verhaal over een collega die levens verandert. Nomineer hem/haar als jouw leraar van het jaar. Op woensdag 31 mei vieren we de winnaar.

Elk jaar kiezen collega’s, ouders en leerlingen de kandidaten voor de ‘Leraar van het Jaar’. Met deze verkiezing zet Klasse symbolisch alle leraren in de bloemen voor hun dagelijkse enthousiaste inzet.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.