Klasse Magazine 013

Page 1

013 - september 2018

www.klasse.be

September 2018

MAGAZINE

Hoe hou je ze in de hand? www.klasse.be

Hoe hou je ze in de hand?


Advertentie


MAGAZINE

22.

28.

44.

Fotograaf Jef Boes vangt de schoonheid van studierichtingen met een uniform.

Directeur Rebekka van VBS De Klimtoren legt haar onderwijskeuzes bloot. En de consequenties.

Boekenmeester Jan: “Om goed en graag te lezen, moeten je leerlingen doorzetten."

05.

EDITO: Fruitsla

34.

Fons Leroy over onderwijs

06.

Lezers, volgers, posters

40.

TEST: Extravert of introvert?

08.

Wat had je willen weten voor je leraar werd?

54. Lerarendagen

10.

KLASTIPS: “Snapt iedereen de leerstof?"

BEELDREPO:

REPORTAGE:

56.

IN DE KLAS VAN: Doortje, vierde leerjaar

58.

REPORTAGE: Meelopen met leerlingenbegeleider Ellen

12.

DOSSIER: Straffen en belonen

20.

INTERVIEW: “Zonder straffen en belonen"

62.

INTERVIEW: Vakgroepen, vloek of zegen?

32.

BLOG: Ode aan mijn leerlingen

73.

DOORLOPER: Win een reischeque

INTERVIEW:

CADEAUTJE Een fiets zonder zadelhoesje is als een leraar zonder koffiemok. En dus krijg jij net als die andere 19.000 abonnees er van ons eentje cadeau. Liever een andere kleur? Ruil met een collega!


Advertentie


Klasse Magazine

Edito

Fruitsla

‘Als ik niet weet wie hier gemorst heeft, gaat er straks niemand zwemmen!’ De vinger van de boze juf wijst streng naar het hoopje fruit op de grond. Op deze warme septemberdag van het tweede leerjaar is er niemand die dat lesuurtje verkoeling wil missen. De scherpe stem van de juf galmt nog na: ‘We hebben fruitsla gemaakt: leuk! Maar ‘iemand’ liet zijn kommetje vallen zonder het op te kuisen en dat maakt de juf héél boos!’ Alle blik­ ken draaien in mijn richting. Ik voel mijn kaken roder worden en mijn ogen prikken. Gelukkig gaat de bel. Maar ik moet nog even blijven. Wat leraren 33 jaar geleden al wisten, kennen ze ook vandaag nog: trek die teugels in het begin van het schooljaar maar wat strakker aan, later kan je die altijd nog laten vieren. De juf van het tweede had de reputatie de strengste te zijn van allemaal. Eentje met ogen op haar rug. Ze maakte ons meteen duidelijk: hier ligt de grens en die bewaak ik streng, desnoods door de hele klas te straffen. Ze wilde dat we beleefd en in orde waren, rustig meewerkten en opruimden. Maar evenzeer was ze de juf die bemoederend je kapotte knie verzorgde en je aanmoe­ digde als je het moeilijk had. Streng is geen tegengestelde van warm. Maar de leraar bepaalde de regels. En wij volgden die. Vandaag merken leraren dat autoriteit niet meer van­ zelfsprekend is. Het gedrag van de straffende leraar wordt bovendien soms meer in vraag gesteld dan dat van de leerling. En toch: ongehoorzaamheid, grof taalgebruik, onbeschoft gedrag ... Geen leraar die het niet herkent. We hebben onze kinderen assertiever en verbaler gemaakt, stelt gedragsexpert Marit Goossens verderop in ons dossier. Maar zelfs ervaren leraren weten het niet meer zo goed. Hun strategie van straffen en belonen heeft niet meer hetzelfde effect als vroeger. Wat we ondertussen wél weten is dat de hersenen van kinderen en jongeren nog niet werken zoals die van volwassenen. Brein­ onderzoek verklaart hun moeilijk en onaangepast gedrag. Maar dat vertelt ons nog niet hoe we daar gepast op moeten reageren. We zijn toch nog gaan zwemmen die namiddag. De juf gaf mij tijdens de speeltijd de kans om het accidentje uit leggen en nagelde me niet publiekelijk aan de schandpaal. Ze vertelde waarom ze regels en afspraken belangrijk vindt. Dat raden experts leraren vandaag ook aan: maak je verwachtingen in sep­ tember duidelijk. De kunst is om daarbij niet in je macht, maar in je kracht te staan. Geen gedwongen onderwerping zoals vroeger, maar samen met je leerlingen afspraken maken over samenwerken in de klas, spelen op de speelplaats, je mening ventileren ... Door hen, en ook hun ouders, daarbij te betrekken, verhoog je hun betrokkenheid. Zo creëren we samen een ver­ bond van warme duidelijkheid, voor de rest van het schooljaar. Zullen we elkaar daar dit schooljaar veel succes mee wensen?

Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be


Klasse Magazine

Lezers, volgers, posters

Lezers, volgers, posters

@Strikeplank – Als ervaring me iets leert … Zet mensen uit het onderwijs om het even waar gewoon samen, dan praten ze vanzelf over de job. :-)

KLASSE.BE

Het putje van de zomer

“Er zit een verhaal achter ouders die je bijna nooit ziet. Ga daarnaar op zoek. En bedenk hoe je hen wél kan bereiken."

14 juli was een dieptepunt voor de statistiek van Klasse.be: amper 1935 bezoekers. Maar een hoogtepunt voor jullie: collectief in vakantie­ sfeer. Terecht!

Katrien Van Laere van centrum voor Vernieuwing in de Basisvoorziening voor Jonge Kinderen vertelt op Klasse.be hoe je een warme relatie opbouwt met ouders.

PAS VOOR DE KLAS

Dankbare ouder(s) “Als ouder volg ik deze Facebook-groep met veel bewondering. Ik wil jullie allen danken voor jullie passie, inzet, harde werk en gedrevenheid. Veel succes in het nieuwe schooljaar. En bedankt, voor alles. (Ik moest dit even kwijt :-) ) Groetjes van een dankbare ouder, in naam van veel dankbare ouders!”

KLASSE.BE

6


Klasse Magazine

KLASSE.BE

Op reis met de kleuterklas Elke maand stuurt Klasse een leraar op stap met zijn of haar Lerarenkaart. Zo trokken juf Karen en haar kleuters naar het Red Star Line Museum in Antwerpen: “Een hele onderneming! Het is een beetje zoals op reis gaan. Of misschien is ‘verhuizen’ een beter woord om het avontuur te beschrijven. Het museum pakt uit met die thema’s, op kleutermaat.”

FACEBOOK - KLASSE

Enkele dagen voor de start voelden jullie het alweer kriebelen.

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. WAT IS ER NIEUW OP 1 SEPTEMBER 2018?

2. VERBETER JE KLASMANAGEMENT: 10 TIPS

3. MOTIVEER JE LEERLINGEN MET DEZE KAARTJES

4. 5 DIRECTEURS MET EEN DUIDELIJK SCHOOLBELEID

5. BOEKEN KAFTEN, HOE DOE JE DAT?

5361

587

7

225


Klasse Magazine

Wat had je willen weten voor je leraar werd?

Wat had je willen weten voor je leraar werd? Elk schooljaar schotelt Klasse leraren een nieuwe vraag voor. Dit jaar: wat had je willen weten voor je leraar werd? Mail jouw antwoord naar redactie@klasse.be. Beelden Eva Vlonk Tekst Bart De Wilde

Pieter Delanoy, leraar godsdienst en geschiedenis, Sint-Lodewijks­ college Brugge “Toen ik negen jaar geleden startte als leraar, had ik graag geweten dat je niet alle lessen perfect kan en moet geven. Dat is het eerste wat ik aan stagiairs vertel. ‘Leg jezelf niet te veel druk op. Als meer dan de helft van je lessen slaagt, mag je tevreden zijn.’ Soms is je les te chaotisch, soms heb je gewoon pech met de timing en waren je leerlingen doodmoe van een coopertest.”

8


Klasse Magazine

Shaban Krasniqi, leraar auto­ mechanica, KTA Mobi Gent “In een van mijn eerste lessen botste ik met een ADHD-leerling. Hij stampte tegen zijn bank en liep naar buiten. Ik wist weinig of niets van ADHD en kon niet goed reageren. Een gat in mijn opleiding. Ik had toen beter willen doen. Daarom wil ik in september alles weten over mijn leerlingen. Vraag ik waarmee ze zitten en hoe ik ze het best kan helpen.”

Janne Van Hove, turnkleuterjuf, Groen Drieske en De Klavertjes Gent “Dat je de aandacht van kleuters maar vijf minuten kan vasthouden. Alleen met zeventien korte spelletjes blijven ze geboeid. Daar schrok ik van toen ik het derde en vierde leerjaar wis­ selde voor een turnzaal vol kleuters. En dat je plaspauzes moet inboeken om achteraf geen pipi-sporen te ontdekken op de turnvloer. Dat je ook veters moet knopen en jassen dichtritsen. Vooral in de winter vreet dat tijd.”

9


Klasse Magazine

Klastips

Klastips

“Snapt iedereen de leerstof?” Hoe controleer je snel of je leerlingen je les begrepen hebben? En hoe leer je je leerlingen zelf inschatten of er veel bleef plakken en of ze moeten bijpompen? Met deze tien technieken kan je meteen aan de slag. Tekst Stijn Govaerts

ONE-MINUTE-PAPER Eén minuut denktijd en één minuut schrijftijd. Meer krijgen je leerlingen niet om een kort ge­ structureerd verslag te maken van de lesinhoud. De sterkste one-minute-paper deel je online of lees je voor bij het begin van de volgende les.

AFSCHEIDNEMER Geef de laatste minuut van je les aan een leerling. Hij of zij probeert de les samen te vatten in drie belangrijke punten. Daarna mag hij of zij op geheel eigenzinnige wijze afscheid nemen en de klasgenoten een fijne dag of avond toewensen.

HET INTERVIEW Maak de laatste vijf minuten van je lestijd vrij voor een interview. Leerling A interviewt leerling B over de afgelopen les. Vragen als: wat vond je interessant aan de les, wat vond je grap­ pig, waar heb je het nog moeilijk mee, wat vind jij een goede toetsvraag over deze les? Zowel de vragen als de antwoorden helpen jou als leraar.

WERK JE NAAR BUITEN Eindig je les met een snelle quiz. Drie ja-neevragen of meerkeuzevragen. Leerlingen die de eerste vraag juist hebben, mogen rechtstaan of de klas verlaten. De rest blijft zitten voor de volgende vraag. Hetzelfde scenario voor vraag drie. Liever via digibord, computer of smart­ phone? Met apps als Kahoot! boks je snel een online quiz in elkaar.

10


Klasse Magazine

VIER HOEKEN Met deze methode heb je snel en makkelijk een overzicht van wie op welk niveau zit. Terwijl je leerlingen door de klas bewegen, stel jij vragen over de leerstof. Je verbindt de klashoeken telkens met een antwoord. Of je laat je leerlingen zelf inschatten hoe goed ze de leerstof beheer­ sen. Je verdeelt de hoeken dan onder in ‘ik kan het zelf helemaal uitleggen’, ‘ik snap de les of leerstof’, ik heb nog een beetje hulp nodig’ en ‘ik snap het nog niet’.

ZESTIG SECONDEN POST-IT Leg voor de les op elke bank een post-it klaar. Na je les krijgen je leerlingen zestig seconden om te noteren wat bleef plakken. Voor ze buiten gaan, kleven ze de post-it op het raam, het bord, je bureau … Daarbij schatten ze zichzelf in. Post-it hoog ophangen? Dan bleef veel plakken. Laag? Dan ging (te) veel van de leerstof aan hen voor­ bij. Geef ze de volgende les de kans om de post-it te herplakken. Bekeken ze thuis de leerstof en weten ze nu meer? Omhoog die post-it.

LUISTER. FLUISTER Je noteert een cruciaal inzicht of belangrijke formule uit je les op papier. Een leerling leest de zin in stilte en fluistert die dan in het oor van een klasgenoot. Zo gaat de boodschap de klas rond. Als iedereen de boodschap voldoende (her)kent, moet de laatste leerling in het rijtje in staat zijn om je startzin foutloos te herhalen.

3-2-1 Verdeel een blad in drie stroken. En geef leerlin­ gen volgende opdracht: noteer bovenaan de drie dingen die je ontdekte tijdens de les. In het mid­ den schrijf je twee zaken die je interessant vindt en onderaan komt een vraag over de les. Op twee minuten tijd heb jij een schat aan informatie.

TOETSVRAAG De leerlingen met een even klasnummer noteren een vraag over de les die niet zou misstaan op een toets. De vragen verdeel je onder de leerlingen met oneven nummers. Eentje laat je mondeling beantwoorden. Na de les check je de vragen. Die vertellen je meteen of leerlingen hoofd- en bijzaken kunnen onderscheiden.

EXIT TICKET Iets nieuws uitgetest in de klas? Ontdekken of je les haar doel heeft bereikt? Met een exit ticket krijg je inzicht in hoe je leerlingen de les verwerken en speel je de volgende les meteen in op hun behoef­ ten. Bovendien krijgen ook je leerlingen dankzij de vragen op hun exit ticket een betere kijk op hun leerproces. Lees meer over het exit ticket op Klasse.be

11



Dossier Straffen en belonen

Dossier

Klasse Magazine

Straffen en belonen Tekst Sara Frederix Illustraties Nina Vandeweghe Beelden Tina Herbots

“Spreek met je leerlingen duidelijke regels af. Maar leg de strafmaat niet op voorhand vast. Welke straf hij krijgt, hoort de leerling pas na de les.� Expert Marit Goossens verklapt hoe je leerlingen tot gewenst gedrag krijgt. Nog in dit dossier: twee directeurs vertellen hoe ze van een bomvolle naar een lege strafstudie gingen en twee leraren waarom ze in hun klas zonder straffen en belonen proberen te werken.

13


Klasse Magazine

Dossier Straffen en belonen

“Als je eigen gedrag verandert, slaat ook dat van je leerlingen om” Alweer de helft van de klas zijn boek vergeten? Onbeleefde reacties van die ‘mondige’ leerlingen? Mogen we nog straffen? Of alleen maar beloningsstickertjes uitdelen? Marit Goossens doet leraren in de spiegel kijken. In ruil geeft ze concrete tips om je klas en ongewenst gedrag weer meester te worden.

“‘Vroeger waren leerlingen vriendelijk en beleefd, tegen­ woordig zijn ze mondiger’, hoor ik vaak”, vertelt Marit Goossens. “Maar onze jongeren zíjn niet veranderd, ze krijgen vandaag gewoon meer ruimte. We hebben ze zelf assertiever, verbaler en coöperatiever gemaakt. Leraren merken dat autoritair optreden niet meer werkt. Zelfs heel wat goede leraren met veel ervaring weten het niet meer goed. Hun strategie van straffen en belonen heeft geen effect meer. Dat vreet energie. Ze sakkeren op de leerlingen en leggen in eerste plaats de schuld bij hén.” Ligt het dan aan de leraar als leerlingen ongewenst gedrag vertonen? Marit Goossens: “Het ligt aan allebei. Dat is misschien een confronterende boodschap voor leraren. Ze kruipen te vaak in de macht, ze willen de baas zijn, boven de leerling staan. Natuurlijk moet je begrenzen en mag je straffen. Hóe je dat doet, heeft een groot effect op het gedrag van je leerlingen. Met het vingertje in de lucht zeggen leraren dingen als: ‘Jij moet nu eens eindelijk leren opletten!’, ‘Je moet wel je hand opsteken!’, ‘Zou je niet beter leren luisteren?’. Met zulke uitspraken krijg je een ongezonde wisselwerking, leerlingen worden opstandig. Dan geraak je in een machtsstrijd met je leerlingen en zit je vast.” “Leerlingen houden van die machtsstrijd, dat is hun bio­ toop. Jongeren willen grenzen aftasten, uitproberen wat wel en niet mag. Dat is typisch voor de puberleeftijd, en die begint al in de lagere school. Als je op dat machtsspelletje reageert, werkt dat als een rode lap op een stier. The game is on! denken ze.” Hoe kan je dan reageren op ongewenst gedrag zonder in hun ‘machtsspelletje’ mee te gaan? Marit Goossens: “Eerst en vooral door te beseffen dat je eigen gedrag als leraar dat van je leerlingen beïnvloedt. Dat is een deel van het geheim van een goede klik met je klas. Stel jezelf de vraag: welk effect heb ik op iemands gedrag? Als een leerling agressief is, overschrijdt die een duidelijke grens en kan je een straf overwegen. Maar leraren straffen soms ook voor kleine ergernissen: boeken of taken alwéér vergeten, klikken met de

14


Klasse Magazine

Wie is Marit Goossens? • coacht als communicatie- en organisatiedeskundige al 25 jaar scholen, leerlingen en ouders bij studie- en gedragsproblemen • geeft trainingen over straffen en belonen, groepsdynamische processen, klassenraden, communicatie op het rapport, moeilijke gesprekken met ouders, crisiscommunicatie ...

“Je kan niet te veel belonen, wel te veel beloningssystemen maken”

balpen, praten met de buur, fluiten als je met je rug naar de klas staat … Hoe je in zo’n situatie reageert, bepaalt mee het gedrag van je leerling.” Wat zijn goede reacties? Marit Goossens: “De kunst is om niet in je macht, maar in je kracht te gaan staan. Door rustig, vriendelijk maar kordaat te praten, los van je emoties en ergernissen. Geef heel duidelijke, concrete ik-boodschappen. Vermijd omfloerste boodschappen als: ‘Allez, is het nu gedaan, stop daarmee!’ Benadruk ook wat het ongewenste gedrag met jou doet.” “Je gezicht en lichaamstaal moeten overeenstemmen met die vriendelijke kordaatheid. Wist je dat maar tien pro­ cent van je communicatie draait om inhoud? Zestig procent is lichaamstaal en dertig procent stem. Als die drie goed zitten heb je honderd procent inhoud. Maak of breek dus be­ wust oogcontact. Ga ook niet in discussie met je leerlingen. Stel geen vragen als: ‘Is het duidelijk, heb je het nu eindelijk begrepen?’ Je geeft je boodschap één of twee keer en je gaat verder met je les. Tempo houden is noodzakelijk. Zo krijgen ze geen ruimte om een spel met je te spelen.”

15

Waarom is het zo moeilijk om altijd rustig te blijven? Marit Goossens: “Leraren zijn ontzettend betrokken, ze voelen zich verantwoordelijk voor alles wat in hun klas en met hun leerlingen gebeurt. Maar je hoeft niet persoonlijk te ne­ men wat leerlingen zeggen of doen. Dan word je emotioneel en verlies je energie. Als je de irritaties laat opstapelen, barst je ineens uit en straf je vanuit die emotie. Rustig en kordaat je irritatie benoemen als je ze voelt opkomen is veel krachtiger.” “Pamper je op die manier de leerlingen te veel? Nee, je geeft ze meer verantwoordelijkheid, behandelt hen als gelijk­ waardige partners, zonder je gezag als leraar af te geven. Na enkele duidelijke interventies kan je wel zeggen: ‘Als jij ervoor kiest om te blijven praten met je buur, kies jij voor een sanctie’. Geef nooit een straf tijdens de les, maar bekijk na de les welke straf je wil geven. Zo geef je zelden emotionele straffen.” Hoe begin je er concreet aan, je reacties als leraar proberen te veranderen? Marit Goossens: “Door je eigen gedrag te analyseren. In mijn trainingen laat ik leraren concrete voorbeelden opschrijven. In welke situaties had je te maken met lastig gedrag? Wat is er gebeurd en wat werd er letterlijk gezegd?


Klasse Magazine

Dossier Straffen en belonen

“Hang die afspraken op in de klas, neem desnoods naar elke klas in het secundair je flap mee. In plaats van een regel tot treurens toe te herhalen, kan je gewoon wijzen naar de afspraak op de muur. Maak het ook visueel, dat onthouden onze hersenen veel beter. En fris ze af en toe kort op.” “Vaak zijn de regels niet duidelijk en concreet voor leerlingen. Een lerarenteam weet bijvoorbeeld soms zelf niet goed wat de exacte regels op de speelplaats zijn, hoe wil je dan dat de leerlingen ze kennen?”

Daarna lees ik anoniem die conversaties voor en vraag ik wat hen opvalt. Altijd merkt iemand op dat leraren zich vaak net hetzelfde gedragen als hun leerlingen. Leraren zijn even goed onbeleefd, brutaal of onvriendelijk. Ze gebruiken ook ironie en sarcasme. Zinnetjes als: ‘Heb je het nu nog altijd niet begrepen?’, ‘Vind je dat nu zelf leuk?’, ‘Als je in een vierde zit moet je dat toch al kunnen?’, ‘Hoe vaak heb ik je al gezegd dat …’, ervaren leerlingen als moralistisch, veralgemenend en zetten hen tegen je op. Ze willen een spelletje spelen, je uitdagen. Wees je ervan bewust dat zulke reacties net uitdagend gedrag uitlokken.” Wat kunnen leraren anders doen om minder te moeten straffen of belonen? Marit Goossens: “Duidelijke grenzen trekken en die bewaken. De verwachtingen die jij hebt als leraar niet evident vinden. Jij mag absoluut verwachten dat leerlingen beleefd en in orde zijn, actief meewerken, zich rustig houden, daarom kúnnen ze dat niet allemaal al. Leerlingen zitten in een leerproces. Het is jouw taak om ze daarin mee te pakken. Ze hebben jouw ondersteuning nodig. Uiteraard mag je ze wijzen op ‘de zoveelste keer’ als je dat op een constructieve manier doet.” “Stel daarom bij het begin van het schooljaar een lijstje op van je verwachtingen, zoals: ‘Ik wil dat je elke les je boek en een schrift met lijnen in A4-formaat bij hebt’. Maximaal vijf à zeven heel concrete verwachtingen. Daarnaast kan je samen met je leerlingen afspraken maken over hoe zij willen dat de les verloopt: hand opsteken bij een vraag, stil zijn terwijl je oefeningen maakt, de ander laten uitspreken … Na elke les kan je kort evalueren wat vlot of moeilijker liep. De volgende les geef je daar dan extra aandacht aan. Door leerlingen te betrekken bij de afspraken verhoog je hun engagement en verantwoordelijkheid.”

16

Klopt het cliché dat je in het begin van het schooljaar de teugels wat strakker aantrekt en ze daarna een beetje mag vieren? Marit Goossens: “Dat klopt inderdaad. Bij de start van het schooljaar maak je je verwachtingen expliciet, maak je concrete afspraken. Zodra je leerlingen goed weten wat de grenzen zijn, kan je wat losser zijn zonder inconsequent te worden. Je kan daar geen vast aantal weken op kleven. Dat hangt af van je klas, je persoonlijkheid en de schoolcultuur. Besteed voldoende aandacht aan kennismaking. Dat is cruciaal om connectie met je leerlingen te maken.” Moet je eeuwig consequent zijn of mag je een straf of beloning aanpassen aan de leerling of klas? Marit Goossens: “Stel, je bent het lawaai beu en je dreigt voor de hele klas met een straf: ‘Als er nog één iemand praat, mag die niet mee op klasuitstap.’ Wat doe je als je net je braafste leerling moet straffen? Leraren in mijn trainingen vinden dat ze consequent moeten zijn, maar bij dit voorbeeld vinden ze het heel moeilijk om de straf op te leggen. Mijn antwoord: als je voor de hele klas een straf of beloning aankondigt, moét je die uitvoeren. Je zegt op het moment zelf dat er een straf hoort bij het ongewenst gedrag, en je bepaalt achteraf pas de concrete straf die in verhouding is met het ongewenste gedrag. Bij de ene leerling is dat een stevig gesprek, bij de andere een reflectieve schrijfstraf. Zo blijf je ook consequent.” Wat met klassikaal straffen, is dat oké? Marit Goossens: “Enkel als allerlaatste redmiddel. Want voor de leerlingen die niets verkeerd hebben gedaan, is dat onrechtvaardig. Er zijn andere manieren om de groep verantwoordelijk te maken. Er begint bijvoorbeeld iemand te fluiten telkens als je je rug draait. Je kan niet weten wie de les verstoort, want ze gaan elkaar nooit verraden. In plaats van iedereen te straffen, ga je vijf minuten naar buiten en geeft ze zo de tijd om als groep te kiezen: óf ze stoppen met het ongewenste gedrag, óf ze kiezen voor een klassikale straf.” Een straf stopt ongewenst gedrag op korte termijn, maar leidt niet per se tot langdurige gedragsverandering. Marit Goossens: “Toch wel, als je op de juiste manier


Klasse Magazine

straft of beloont. Een straf heeft waarde als ze gepaard gaat met reflectie en begeleiding. Een constructief individueel (herstel)gesprek met een leerling kan wonderen doen. Een film of tekst over het ongewenste gedrag is een meerwaarde. Leerlingen blijven natuurlijk in een leerproces, met vallen en opstaan.” Het is een maatschappelijke trend om eerder te belonen dan te straffen. Geldt dat ook op school? Marit Goossens: “Straffen en belonen gaan hand in hand. Maar haal toch eerst die groene en dan pas die rode pen boven. Zo zijn leerlingen gemotiveerder om het gewenste gedrag te vertonen. Benadruk het positieve meer dan het negatieve, maar verstop het negatieve ook niet. Een negatieve boodschap moet je heus niet sandwichen tussen twee positie­ ve. En als je straft, laat het dan een waardevolle straf zijn. In

“Op de juiste manier straffen of belonen, leidt tot langdurige gedragsverandering”

plaats van iets vijftig keer klakkeloos over te schrijven, kies je beter voor een reflectieve schrijfopdracht.” Al die beloningssystemen vragen veel energie van leraren. Marit Goossens: “Je kan niet te veel belonen, wel te veel beloningssystemen maken waardoor je een overaanbod creëert. Kies uit alle methodieken eentje die het beste bij jou past. Of vertrouw op je buikgevoel en gezond verstand. Stickers of complimenten als belo­ ning zijn ook maar een middel om je effect te bereiken.” “Een beloning moet ook authentiek en oprecht zijn. Bij sommige leerlingen zien leraren het potentieel niet meer om te belonen. Een leerling heeft soms te veel labels gekregen. Die is lui, die is een babbelkous. Als leerlingen jaren die uitspraken horen, gaan ze zich daar ook naar gedragen. Let er dus op dat je ook die leerlingen geregeld positief bekrachtigt.” Moeten alle collega’s op dezelfde manier straffen of belonen? Of kunnen eigen accenten binnen een schoolbeleid? Marit Goossens: “Een school heeft een duidelijk en concreet beleid nodig met basisafspraken die alle per­ soneelsleden moeten volgen. Als team teken je het best ook samen een trapsgewijs sanctiebeleid uit op basis van gradaties van ongewenst gedrag. Dat geeft duidelijkheid, draagvlak en beperkt de weerstand. Binnen zo’n beleid kan een leraar wel zijn eigen stijl of kleinere aparte regels hebben. Maar leraren, leerlingen en ouders moeten weten: als dit gebeurt, volgt er een sanctie.” “Een beleid over welk gedrag in de klas wordt aangepakt, of wanneer een leraar een leerling naar de leerlingenbegeleiding of directeur doorstuurt, geeft duidelijkheid voor iedereen. Directeurs ergeren zich er namelijk wel eens aan dat leerlingen te pas en te onpas naar hun bureau worden gestuurd. En leraren voelen zich in de steek gelaten als zo’n leerling na een preek of babbel met een grote glimlach weer in de klas komt. Leraren voelen zich op zo’n moment niet erkend in de moeilijkheden in hun klas. En dat een leerling glimlachend binnen komt, heeft vaak meer te maken met zijn positie in de klasgroep.”

Een vraag over gepast reageren op moeilijk gedrag? Over straffen en belonen? Stel ze zelf aan Marit op woensdag 26 september via facebook.com/klasse.

17


Klasse Magazine

Dossier Straffen en belonen

“Geen file meer aan het bureau van de directeur” Een studielokaal dat uit zijn voegen barst door te veel gestrafte leerlingen. Dat moet anders, dachten Stig Van Heurck en Elly Huybrighs, adjunct-­ directeuren van het KTA Brasschaat. “Onze school pakte het heel traditioneel aan. Twee keer boek vergeten of te laat? Onbeleefd antwoorden of stiekem roken? Strafstudie. Dat werkte duidelijk niet, want ons lokaal voor strafstudies werd te klein.” Dus startte het KTA Brasschaat met het vierlademodel, een sanctiebeleid dat overtredingen in vier categorieën of ‘lades’ verdeelt. In elke lade zitten maatregelen die leraren helpen om gepast te reageren. Met als doel overtredingen te ontmoedigen en gewenst gedrag aan te leren. MEER VERANTWOORDELIJKHEID BIJ DE LERAAR “Dat nieuwe sanctiebeleid zorgt voor meer duidelijk­ heid en transparantie. Leraren weten beter wanneer en hoe ze ongewenst gedrag in hun klas kunnen aanpak­ ken, bij welke ernstige situaties ze leerlingen moeten doorsturen naar de leerlingenbegeleider of directeur. Vroeger vlogen leerlingen te snel de klas uit. Dat gaf soms letterlijk file aan het bureau van de directeur. En de leerlingen misten heel wat leerstof. We duwen nu de verantwoordelijkheid terug naar de leraren. We vertrouwen op hun professionaliteit om met ongewenst gedrag in hun klas om te gaan. We ondersteunen ze daarbij met een opleiding. En we stimuleren collega’s om bij elkaar te rade gaan en van elkaar te leren.” “Onze leraren missen in deze opstartfase wel soms een­ vormigheid. Omdat de sanctie die ze uit de lade kunnen kiezen, afhangt van de leerling en de context. Zo krijgt de laatkomer die geregeld niet uit zijn bed geraakt een

18


Klasse Magazine

strafstudie of een reflectieve schrijfopdracuht. Een leerling die vaak te laat komt omdat hij zijn broertjes nog naar school moet brengen, krijgt een zorggesprek met de ouders, ook niet leuk. Dat ze allebei een sanctie krijgen, maakt ons consequent.” BELONEN MET CROISSANTS “We investeren ook meer in de relatie tussen leraar en leerling. Als een leerling niet in orde is met schooltaken omdat hij mee voor een ziek familielid moet zorgen, kan die daar niet aan doen. Meestal weten leraren dat niet, maar de zorgcollega is wel op de hoogte. We moeten vaker naar de oorzaken achter het gedrag van leerlingen vragen. Met een taak of gesprek over te laat komen, willen we in hun hoofd kruipen. En daarnaast willen we leerlingen vaker positief bekrachtigen. Waarom de leerlingen die wél op tijd zijn niet af en toe belonen met een croissant of chocomelk?” MINDER VOLLE STRAFSTUDIEZAAL “We vragen ook de ouders om verantwoordelijkheid op te nemen en gaan vaker met hen het gesprek aan. Een school is geen wekdienst of politieagent. Als leerlingen systematisch te laat komen of hun boeken vergeten, trekken wij als school ook een grens: dit ligt in de handen van de ouders. We hebben nu een automatische sms-dienst waarbij de ouders van de laatkomers om 10 uur een sms krijgen. Een kwartier later stromen plots nog heel wat leerlingen binnen.” “In het verleden is het sanctiebeleid zonder boe of ba ingevoerd. Nu hebben we geleerd dat we tijd moeten steken in een werk­ groep, infosessies en duiding. We staan nog maar aan het begin, maar merken nu al effect: veel leraren gaan enthousiast met de tips van de opleiding aan de slag. En die strafstudiezaal zit veel minder vol.” Lees meer over het vierlademodel op Klasse.be

19


Klasse Magazine

Dossier Straffen en belonen

“Wij proberen het zonder straffen en belonen” Veerle Van Vlaenderen en Kristien Lefebvre grijpen bijna nooit naar belonings- of sanctiesystemen in hun zesde leerjaar van basisschool Sint-Agnes in Hoboken. Hoe ze daarin slagen?

20

01. WEES EEN HARTELIJKE SCHOOL “Hoe je het in de klas aanpakt, moet passen in de schoolwerking. In onze school draait het niet alleen om het hoofd, maar ook om het hart. We investeerden als team in drie harten: een luisterhart om kinderen te leren ruzies oplossen, een stenen hart om tot rust te komen en een vleugelhart om elkaar complimenten en vleugels te geven. Met de collega’s proberen we het goede voorbeeld te geven. In een hartelijke school voelt iedereen zich thuis.”

02. WEES GOED VOORBEREID “Als je tijdens de les nog tekenpapier moet zoeken, staat je klas op stelten. Met een goede voorbereiding kan al je aandacht naar je leerlingen gaan. Zo krijgen leerlingen minder kansen om de les te storen. Met een digibord kan je thuis al heel wat klaarzetten en sta je minder vaak met je rug naar de klas.”


Klasse Magazine

03. GEEF STRUCTUUR EN TREK GRENZEN “Kinderen moeten weten wat de leraar wil, wat de af­ spraken en grenzen zijn. Dat geeft leerlingen een veilig gevoel. Je moet niet de populaire willen zijn. Wees vooral consequent en maak heel duidelijke afspraken.”

04. STEL MINDER REGELS OP “Kinderen worden overrompeld door regels. Wij hebben op onze school maar elf regels: vijf op de speelplaats, twee in de gang en vier in de klas. In elke klas hangen dezelfde pictogrammen met de vier regels die we als team vastgelegd hebben. Vinger opsteken, stil zijn als nodig, respect voor materiaal en stilzitten. Pictogrammen aan de muur zijn handig om snel naar te wijzen tijdens de les. En de leerlingen kennen ze al van het eerste leerjaar.”

06. PRAAT IN PLAATS VAN TE STRAFFEN “Als er iets fout gaat, bespreek dat gewoon. We leggen meer verantwoordelijkheid bij de leerlingen. Dat kan zeker bij onze leerlingen van de tweede en derde graad. Eigenlijk weten ze zelf heel goed wanneer ze stil moeten zijn of hun vinger in de lucht moet. Daar spreek ik ze op aan. Als een kind echt in de fout blijft gaan, kan je wel eens een straf uitdelen. Maar dat doen we echt heel uitzonderlijk. Er is in onze school ook een stappenplan bij ernstig ongewenst gedrag, maar dat hebben we nog niet nodig gehad in onze klas.”

07. 05. MAAK AFSPRAKEN MET JE LEERLINGEN “In september stellen we samen met de leerlingen de afspraken op. Die zijn dus elk jaar een beetje anders. We discussiëren en bespreken elke afspraak grondig. Wat is respect hebben voor elkaar? Hoe maken we dat concreet? Moet een leraar ook respect hebben voor de leerlingen? Formuleer elke afspraak of regel ook positief. Van ‘niet liegen’, maken we ‘eerlijk zijn’.”

21

DURF OPEN TE COMMUNICEREN “Als je een keertje boos wordt en een straf geeft die je achteraf onterecht vindt, excuseer je gewoon bij je leerlingen. Als je humeurig reageert op wat gebabbel tijdens een creatieve les, terwijl je dat anders wel toelaat. Vraag je af waarom je boos werd. Dan besef je dat de oorzaak vaak bij jezelf ligt. Misschien had je een slechte nacht? Dat is niet gemakkelijk, maar je leert er wel van. Durf ook aan collega’s te vragen hoe zij het aanpakken en ga eens in andere klassen kijken.”


22


Uniformleerlingen Beeld Jef Boes

Studierichtingen met herkenbare uniformen en vaklokalen. Voor fotograaf Jef Boes zit daar een miskend stukje schoonheid op school. Hij vond ze vooral in tso- en bso-richtingen.

23


Klasse Magazine

vorige pagina: Ballet, Stedelijke Basisschool Prins Dries afdeling Koninklijke Balletschool Antwerpen

Wielrennen, Topsportschool Gent

Brood en banket, PIVA Antwerpen

24


Klasse Magazine

Schilderwerk en decoratie, VTI Brugge

25


Klasse Magazine

Slagerij en verkoopsklare gerechten, PIVA Antwerpen

26


Klasse Magazine

Podiumtechnieken, VTI Brugge

Toerisme, PIVA Antwerpen

27


Klasse Magazine

De directeur

De directeur

“We zijn niet ‘die school voor hoogbegaafden’” Tekst Nele Beerens Beeld Jens Mollenvanger

Dit schooljaar vertellen vier directeurs over de bijzondere koers die ze met hun school varen. Aflevering 1: Rebekka Buyse van De Klimtoren trekt met leergroepen de kaart van de sterke leerlingen. En dat blijkt goed voor álle leerlingen.

“Sterke kinderen stimuleren, dat deden we tien jaar geleden al: wie in de klas sneller klaar was, kreeg uitdagender taken erbo­ venop. Dat werkte bij plichtsbewuste leerlingen, maar sommige zagen weinig rendement in extra wiskunde-oefeningen. Dus gingen ze trager werken of bewust fouten maken. Hen extra met de computer laten werken, vond de rest van de klas niet fair. We zaten vast, en wilden vooral meer doen voor sterke leerlingen bij wie het niet ‘vanzelf’ gaat. Die een grote leerhonger hebben, of net gedemotiveerd, faalangstig of perfectionistisch zijn.” GEEN EXTRA WERK, MAAR ANDER WERK “Eén specifiek kind zorgde voor de ommekeer. Hij was in zijn andere school na de derde kleuterklas doorverwezen naar het buitengewoon onderwijs, maar wij lieten hem starten in het eer­ ste leerjaar. Hij sprak onduidelijk, wist alles over de Eiffeltoren, maar kon nog geen appel tekenen en gedroeg zich vervelend. Na een test bleek hij een IQ van 140 te hebben. Kort daarna stapten we als pionier in het vijfjarige Exentra-traject van specialist Tessa Kieboom, een opleiding over sterke kinderen met een zorgnood, acht halve dagen per schooljaar.”

28


Klasse Magazine

“Toen een juf zei: ‘Ik voel me net een octopus’, wist ik: we moeten iets doen”

“Die vorming bracht een enorme verandering op school teweeg: we leerden met z’n allen door een andere bril naar die kinderen kijken. Wisselende teams van vijf volgden de sessies (wiskunde, taal, kleuter …). Ikzelf en iemand van mijn zorgteam volgden alles. Telkens koppelden we terug aan de hele groep. Het zorgteam kreeg ruimte om mate­ riaal te maken, zodat de leraren dat niet elk individueel moesten doen: zij schrapten basisleerstof en ontwikkelden ‘ander werk’ in de plaats, dus geen extra werk. Leraren kregen ondersteuning om dat in de klas te gebruiken. Na enkele weken zagen we het effect al: leerlingen voelden zich beter, waren plots geïnteresseerd, vonden het leuk om eens door te bijten.”

29

VAN IN DE KLAS NAAR KANGOEROEKLAS “Tegelijk beslisten we met het team om 2,5 lestijden per week uit te trekken voor kangoeroewerking: elke vrijdagvoormid­ dag gingen de sterke leerlingen van het derde tot het zesde leerjaar, die naast ‘ander werk’ nóg meer wilden, samen naar de kangoeroeklas. Maar na een tijd hadden we al drie kangoeroeklassen, doordat we met onze groeiende expertise steeds meer en vroeger zulke kinderen detecteerden. En er speelde ook een aanzuigeffect van buitenaf, al was dat nooit onze bedoeling. We wilden met ons brede zorgaanbod immers élke leerling laten groeien. Zo ontwikkelde het zorgteam inmiddels ook ‘ander werk’ voor kinderen met leermoeilijkheden, zodat zij ook successen ervaren.”


Klasse Magazine

De directeur

“De jaarklassen wilden we op termijn weg, maar daar kwamen we van terug”

DE HALVE KLAS HOOGBEGAAFD “Twee jaar geleden was het evenwicht uiteindelijk he­ lemaal zoek. In het vijfde leerjaar zaten intussen twaalf sterke leerlingen op een klas van vijfentwintig, waar ook leerlingen met ASS, ADHD en leermoeilijkheden zaten. En we kregen ook steeds meer kinderen die naar het buitengewoon onderwijs waren doorverwezen. Die kregen een individuele leerlijn, en soms ook ‘practica’: een half uurtje helpen in de eetzaal, bij de klusjesman, in de kleuterklas. Op een bepaald moment zei een juf me: ‘Ik voel me net een octopus’. Toen wist ik: we moeten iets doen.” “Tijdens de krokusvakantie ging ik nadenken hoe we ons anders konden organiseren. Steeds botste ik op de aantallen in de jaarklassen. Ik wilde ondanks de stijgende instroom geen klas extra creëren, want dan moest ik knabbelen aan mijn zorgteam. Na de vakantie richtte ik een Denktank Beleid op met mijn zorgteam en een collega van het derde leerjaar die ik vrijmaakte via korte vervangingen. Van toen af ging het razend­ snel, want we wilden op 1 september daaropvolgend (2017) al van start gaan.” “We besloten om in de volledige lagere school meteen twee soorten leergroepen te maken: reguliere graad­ klassen enerzijds en graadklassen voor sterke leerlin­ gen met ‘een zorg’ anderzijds. Door die laatste groep los te maken, zouden leraren in de reguliere graadklas­ sen meer tijd hebben voor de (sterke) leerlingen zonder zorgnoden en voor die met zorg ‘naar beneden’. De kangoeroeklas verdween. Daarnaast wilden we voorlo­ pig van elk leerjaar een ‘zuivere’ jaarklas behouden. Zo kon het zorgteam in het begin de graadklassen meer ondersteunen, onder andere via co-teaching. En de leraren die nog niet aan het nieuwe systeem toe waren, zouden daar aanvankelijk in terechtkunnen.” DE SLIMME EN DE ZWAKKE APART? “Eind maart trokken we met dat voorstel naar het team, na fiat van het schoolbestuur. Ik verklaarde elke functie ‘vacant’, al had ik in mijn hoofd iedereen al

30

een plekje toegewezen. Meteen begon de weerstand: dat ze dat niet gingen kunnen, dat het te ambitieus was, te snel, niet goed voor de kinderen. Uren heb ik gepraat en vooral geluis­ terd, geprobeerd ze warm te maken. Zelf heb ik ook getwij­ feld, maar toen ik de top-drietjes binnenkreeg, matchten die nagenoeg volledig met mijn voorspelling. Ik had mijn team dus grotendeels mee, al voelde ik hier en daar wat boosheid. Maar daar moet je mee om kunnen.” “De ouders nodigde ik uit voor een infoavond. Zonder dat ze goed wisten wat de plannen waren, reageerden sommigen al: ‘We komen, maar we gaan niet akkoord.’ De misvatting dat we ‘altijd alles voor die hoogbegaafden deden’ leefde al langer, maar nu was de commotie nog groter omdat ze onterecht dachten dat we niveaugroepen gingen maken en ook de ‘zwakkere’ leerlingen in een aparte groep zouden onderbrengen.” “Ook leerlingen werden intussen onrustig, en de toetsen­ periode kwam eraan. Daarom ging ik mijn verhaal eerst in elke klas doen. De kinderen gingen er geweldig mee om. Sommigen kwamen zelfs bespreken welke groep voor hen het beste zou werken. Naar de infoavond kwamen uitein­ delijk driehonderd ouders. Ik vertelde hoe het gebrek aan vertrouwen ons geraakt had. Maakte duidelijk dat we dit voor de leerlingen deden, niet voor onszelf. Een aantal ouders bracht die avond spontaan een getuigenis over hoe hun kind gegroeid en veranderd was door onze aanpak, en dat was een cadeau voor me. Maar het was geen makkelijke periode. Ik probeerde vooral een buffer voor de leraren te zijn. En ging zelf met een klein hartje de zomervakantie in.” DURVEN BIJSTUREN “September 2017 was het moment van de waarheid. Ik had meteen een paar feedbackmomenten voorzien met leerlingen, ouders, leraren, pedagogische begeleiding, CLB, zorgteam … En we haalden Tessa opnieuw naar school om de leraren van de leergroepen te coachen. We wilden bijvoorbeeld van de groep sterke kinderen met noden geen einzelgängers maken. Daarom voorzagen we twee keer per week voor elke graad een muzische carrousel. Zo kwamen de leerlingen van de leergroepen met elkaar in contact, op basis van hun interesse of talent.” “De leraren van de zuivere jaarklassen voelden zich enerzijds buitengesloten omdat we zoveel inzetten op de graadklassen. Maar voerden spontaan wel ander werk en contractwerk in. Anderzijds hadden ze schrik om in het graadklassensysteem te moeten stappen. Het plan was immers om de jaarklassen op termijn te laten verdwijnen, maar daar kwamen we van terug. Vooral voor kinderen met ASS, ADHD … bleek een zuivere jaarklas soms beter geschikt. Daarom behouden we die toch.”


Wie is Rebekka Buyse? • volgde de opleiding kleuteronderwijzer • 17 jaar directeur van VBS De Klimtoren in Jabbeke • missie: “Elk kind sterker maken op zijn tempo en op alle vlakken, elk kind laten genieten van het leren.”

“Ik heb voorlopig geen budget voor renovaties. We besteden het liever aan nascholing of inspiratie uit het buitenland”

GELD EN ANDERE SUCCESFACTOREN “Dit schooljaar zijn we al wat gerodeerd, maar vorig jaar met kerst dacht ik: als er nu maar niemand uitvalt … Zonder ons uitgebreide zorgteam was dit nooit gelukt. Maar ook dat was een keuze, jaren geleden al: we opteerden voor grotere klas­ sen en roosterden in het kleuter en lager vier mensen voltijds vrij voor het zorgteam, met daarbij ook de zorgcoördinator.” “Ik verwacht van mijn leraren ook op administratief vlak niet zo veel. Ze hoeven geen agenda bij te houden, enkel een weekplan. Ik vind het belangrijker dat ze hun tijd steken in samenwerken als een hecht en positief ingesteld team. Daar­ om werkt dit systeem bij ons zo goed. Overleg probeer ik zo veel mogelijk tijdens de uren te laten plaatsvinden; iemand van het zorgteam of een ouder valt dan wel even in.” “Ook zonder degelijke nascholing lukt het niet. Naast de 2000 euro van de overheid gooit het schoolbestuur daar jaarlijks nog eens 5000 euro tegenaan. Nee, ik kan dus voorlopig niet pronken met een hippe renovatie. Maar ik ga liever om de twee jaar eens over het muurtje kijken in het buitenland om nieuwe ‘zaadjes te planten’ in mijn team. Zo haalden we de mosterd voor een deel van onze missie – genieten van het leren – in Wales: hoe moeilijk het leren ook gaat, onze kinderen kunnen tevreden vertellen over hun traject. Doordat we ze niet verge­ lijken met elkaar, maar kijken naar hun eigen groeicurve.”

31

NIET ELITAIR “Zorg ‘naar beneden’ vindt iedereen logisch, maar als je ook iets voor de sterken doet, word je bestempeld als elitair. Ook zij hebben recht op onderwijs op maat, want ook zij hebben zorgnoden. Wij ondervinden bovendien dat de aanpassing van onze leeromgeving en didactiek aan de sterke leerlingen, ons brede zorgaanbod voor álle leerlingen beter maakt. Wie dus verkondigt dat in ons onderwijs de lat te laag wordt gelegd in functie van de zwakkeren, nodig ik graag uit op onze school. Wij maken tegelijk de sterke én de zwakkere kinderen sterker.” “Ik vind het dan ook jammer dat we nu een magneet voor hoogbegaafde leerlingen zijn. Van de zestig inschrijvingen dit schooljaar komt bijna de helft uit andere scholen. Terwijl ik helemaal de concurrentie niet wil aangaan. Ik hoop net dat andere scholen ook meer aandacht krijgen voor sterke leerlingen. Niet per se met een systeem als het onze, maar op zijn minst met binnenklasdifferentiatie.” Via ‘Komen leren’ bij Eekhout Academy kan je De Klimtoren bezoeken. Directeur Rebekka geeft tekst en uitleg en leidt je rond in de school – eekhoutacademy.be


Klasse Magazine

Blog

Wie is Laura Buelinckx? • leraar Nederlands in KA Vilvoorde • blogt over banale besognes van het leven op Ministerie van Hysterie • vertelt in de klas het liefst over poëzie en literatuur met de nodige dramatiek. In de lerarenkamer dramatiseert ze graag wat er in de klas of thuis gebeurt.

32


Klasse Magazine

Laura blogt

Ode aan mijn leerlingen Laura Buelinckx geeft les in Vilvoorde. September is: haar ‘pubertjes’ leren kennen. En ze nu al bedanken om wat ze (zullen) doen.

leerling die thuis op zoek gaat naar meer. Bedankt, dat jullie laten zien dat ik je kan raken met mijn enthousiasme en dat je van mij wil bijleren.

Het begin van het schooljaar went nooit. Een dikke week op voorhand steken de zenuwen de kop op, tot grote vreugde van mijn lief, die eind augustus het liefst van al naar een onbewoond eiland verhuist. Die eerste dag na al die jaren nog altijd met een klein hartje naar school trek­ ken, het blijft bijzonder. Tegelijkertijd voelt het ontzettend vertrouwd. Het lijkt alsof je amper bent weggeweest zodra je de trappen op loopt (oké, eerder hijgend beklimt – aan je conditie moet nog gewerkt worden, maar dat komt goed want je moet élke dag naar de derde verdieping). Zodra je door de gang huppelt (oké, eerder schuifelt – je hebt immers je verse stapel kopieën mee, je loodzware boekentas en je kop vervaarlijk klotsende koffie). Zodra je gezwind de deur van je lokaal opengooit en de geur van een fris lokaal opsnuift (oké, eerder muf – je ruikt nog liever puberferomonen en deodorant). Daardoor voelt het als thuiskomen.

Aan de leerling die in de les misschien een beetje apathisch zal zitten wezen, maar me zwellend van trots een dichtbundel van de Coninck zal tonen, gesigneerd door de meester zelf en uitgegeven door haar opa. Ik zal meezwellen. Aan de leerling die me zal komen vertellen dat hij acteert of danst. Aan de leerlingen die mee willen doen met de gedichtenwedstrijd die ik jaarlijks organiseer. Bedankt, dat jullie een talent met mij willen delen.

Al blijft het die eerste maand ook zoeken en aftasten. Zo veel nieuwe gezichten waar nieuwe namen op plakken en waarachter verschillende persoonlijkheden schuilen. Elkaar voorzichtig, of minder voorzichtig leren kennen. Mijn ‘pubertjes’, zoals ik ze wel eens durf noemen als ze het niet horen. En als ze het wel horen ook. Ik wil ze nu al bombarderen met bedankjes. Gewoon, zomaar. Aan de leerling die zal lachen om bijna elke flauwe mop die ik vertel. Aan de leerling die me straks komt zeggen dat ze zo veel steun vond bij een opiniestuk dat ik haar liet lezen. Aan de leerling die soms oprecht zal schrikken bij het belsignaal en uitroepen:“Nu al?!” Of de leerling die mompelend zal blijven zitten: “Ik wil nog Ne­ derlands.” Aan de leerling die niet goed schrijft maar bereidheid zal tonen om te groeien. Aan de

Aan de leerlingen die een klasfeest zullen organiseren voor mijn verjaardag. Aan de leerlingen die een boekje samenstel­ len vol citaten en lieve woorden. Zo heb ik er zelfs al twee, open en bloot in mijn boekenkast, want ze helpen me steevast door moeilijkere schoolmomenten. Aan de leerling die me aan het einde van het schooljaar zal bedanken. Bedankt, dat jullie me bedanken. Aan de leerling die me zal uitdagen, die eerlijk is. Aan de leerling die me zal zeggen minder streng te zijn voor mezelf. Aan de leerling die me vertelt dat ik een prachtig broekpak aan heb, dat ook ja. Zelfs aan de leerling die me vraagt of ik zwanger ben of die verbaasd opmerkt dat ik grijs haar heb of denkt dat ik al 30 jaar in het onderwijs sta. Bedankt, dat jullie met mij durven en kunnen lachen. Aan de ene leerling die me op zijn beurt weer even leerling zal maken. Bedankt, dat ik van je kan leren. Dat ik jong blijf tussen jullie, al horen jullie me soms zuchten in de les dat ik te oud word voor deze of gene shit. Aan de onverschillige leerling, de norse leerling. De leerling die nooit dag zal zeggen. De leerling die me beschuldigt dat ik ’n pik op hem heb, of die me uitlacht omdat ik wild word van mooie poëzie. Bedankt, om me te doen beseffen dat ik niet voor iedereen goed kan doen. En dat dat best oké is.

Beeld Debby Termonia

33


“We hebben elk talent nodig" Tekst Bart De Wilde Beeld Thomas Sweertvaegher

Vertel het aan je leerlingen: een opleiding – en diploma – blijft het beste ticket voor de arbeidsmarkt. VDAB-topman Fons Leroy vraagt leraren om tijdens die opleiding sterk in te zetten op 21ste-eeuwse vaardigheden als duurzaamheidscompetenties, communicatie, digitale geletterdheid. “Veel scholen werken al langer rond die vaardigheden, maar moeten ze vandaag anders invullen.”

Je vader ruilde de steenkoolmijn voor de klas. Een leraar thuis, kleurde dat je beeld over de job? “Die switch naar het onderwijs maakte hij pas toen ik al op eigen benen stond. Ik ben dus niet opgegroeid als ‘kind van een leraar’. Maar wat me wél inspireerde, is zijn keuze voor le­ venslang leren, nog voor de term bestond. Mijn vader werkte in de mijnen in Zolder, een eindig verhaal. Daarom schoolde hij zich om tot leraar elektriciteit en mechanica. Zes dagen werken en daarnaast studeren in de avondschool: hard labeur.” In je blogs en boeken ben je heel positief over leraren. Je dicht ze superpowers toe. “Leraren krijgen niet veel maatschappelijke waardering. Opvallend, want als je vraagt wie je leven en keuzes mee bepaald hebben, denkt bijna iedereen meteen aan leraren, van kleuterjuffen tot leraren secundair.” “Hoeveel impact een leraar kan hebben, merkte ik recent nog in een klas 7 Kantoor in het Sint-Guido-Insti­ tuut. Ik gaf er les over ondernemen aan elf leerlingen van buitenlandse herkomst, opgegroeid in Brussel, met ouders die geen vast werk hadden. Jonge gasten die via de waterval door het onderwijs gegleden waren. Erger nog: voor de arbeidsmarkt vogels voor de kat. Kantoor is een studie­ richting zonder toekomst. Maar met die elf bijoukes had ik de rijkste en mooiste dialoog ooit. Achter zoveel interesse


Wie is Fons Leroy? • afgevaardigd bestuurder van VDAB • licentiaat in de rechten en de criminologie


Klasse Magazine

en die geweldige attitude zat zonder twijfel ook de hand van de leraar. Zij investeerde hard in haar leerlingen en zorgde dat ze zich goed voelden op school. Die leraar benutte haar superpowers om haar leerlingen te motiveren.” Wat is de belangrijkste taak van leraren? En van onderwijs? “Onderwijs moet garanderen dat jongeren na het se­ cundair of hogere studies met de juiste kennis, vaardigheden en attitudes in de samenleving stappen als sterke burgers én sterke werknemers. Daarom mag er geen breuk zijn tussen onderwijs en arbeidsmarkt. Jongeren moeten een algemene vorming krijgen, maar ook een vak aanleren en via zelfken­ nis, levenslang leren, autonoom denken ... het DNA krijgen om snel te kunnen schakelen tussen jobs.” “Ons onderwijs is niet perfect: we zakken lichtjes in de rankings en we zoeken onze weg tussen excelleren en zorg. Maar niemand kan beweren dat onze leraren middelmatig werk leveren. Internationaal scoren we nog altijd sterk. De uitdaging voor scholen is: hoe houden we dat niveau of perfectioneren we het, en hoe maken we onze jongeren klaar voor een snel veranderende wereld waarvan we vandaag hooguit de contouren kennen? Een wereld vol technologische innovatie, artificiële intelligentie en robotisering.” Welke vaardigheden moeten leerlingen daarvoor mee­ krijgen? “Eenentwintigste-eeuwse vaardigheden zoals probleem­oplossend denken, creativiteit, samenwerken, zelfregulering, flexibiliteit, kritisch omgaan met kennis … ‘Zo oud als de straat’, roepen sommige leraren. Dat klopt deels. Ik kreeg al probleemoplossend denken, samenwerken en communicatie op het college van de jaren zestig. Maar we leefden in een analoge en monoculturele wereld. Nu is die zo superdivers – op school, in bedrijven, op straat – dat jongeren met die diversiteit moeten kunnen omgaan. We moeten de vaardigheden aanpassen aan de uitdagingen van vandaag en morgen.” “Het Nederlandse Kennisnet telde elf 21ste-eeuwse vaardigheden. Die selectie vat het voor mij wel. Al voeg ik er graag loopbaancompetenties en duurzaamheidsvaardig­ heden aan toe. We staan voor een climate change en enorme ecologische veranderingen. Jongeren sober leren omgaan met grondstoffen is een basishouding die ze op school moeten meekrijgen.” Onderwijs moet vaardigheden 21ste-eeuws invullen. Geldt dat ook voor kennis? “Een pak kennis die wij moesten blokken, vinden leerlingen vandaag met enkele zoekopdrachten op internet. Maar slim zoeken, de waarde van bronnen en informatie taxeren en online op een goede manier communiceren, dat

36

“Niemand kan beweren dat onze leraren middelmatig werk afleveren”

alles vraagt ook kennis en digitale geletterdheid. Daarom kan online informatie een uitgebreide basiskennis van leerlingen wel verrijken, maar niet vervangen.” “Bovendien zal iedereen nog meer met slimme tech­ nologie werken. Met smartphones, met zorgrobots … Dat lukt alleen maar als jongeren weten hoe die robots in elkaar steken, hoe algoritmes werken. En als ze de impact van technologie op hun leven kritisch inschatten.” Inzetten op 21-ste eeuwse vaardigheden en kennis, kan dat vanaf de basisschool? “Je kan kinderen heel speels virtueel en echt leren onderscheiden. Of kleuters sober leren omgaan met water. Zelfs aan loopbaancompetenties kan je vroeg werken. Door in de kleuterklas te zoeken naar talenten. Schotel kinderen een breed gamma aan activiteiten voor zodat ze ontdekken wat ze boeit. En laat ze dat talent perfectioneren. Nu eisen we nog te vaak dat kinderen van elke vier een zeven maken, elke zwakte wegwerken naar middelmaat. Maar een talent uitdiepen loont veel meer dan zwaktes bijspijkeren. Al kan je natuurlijk niet om bepaalde basiskennis en -vaardigheden heen.”


Klasse Magazine

“Werken aan loopbaancompetenties in de kleuterklas betekent helemaal niet dat je kinderen vroegtijdig screent voor de arbeidsmarkt. Dat is absurd. Temeer omdat de arbeidsmarkt van morgen niet staat of valt met beroepen, maar wel met die 21ste-eeuwse vaardigheden.” Verkies je een vroege of late oriëntatie in studierichtingen? “Dat is een gevoelig debat. In de ideale wereld oriënte­ ren we elke leerling op eigen tempo. De ene leerling weet op zijn twaalfde al dat hij een kapsalon wil openen, de andere heeft op zijn achttiende nog altijd een troebele blik op zijn toekomst. Flexibel oriënteren is bijna onmogelijk, want scholen hebben maar beperkte middelen en mensen. Maar ze proberen steeds vaker om via flexibele leerwegen op maat te werken van individuele leerlingen. Een uitstekende zaak.” “Leerlingen moeten op school tijdens hun studie- en beroepsoriëntering hun talenten leren kennen, maar ook de arbeidsmarkt. Weten dat de STEM- of zorgsector veel gemotiveerde werknemers zoekt. Dat moet hun keuzes niet inperken, maar is wel essentiële informatie.” Riskeren we dan geen clash tussen ‘nuttige’ richtingen en vakken zoals STEM – want gevraagd op de arbeidsmarkt – en ‘minder nuttige’ als taal of filosofie? “De arbeidsmarkt moet signaleren welke profielen ze nodig heeft. Maar dat mag geen hiërarchie- of nutsdenken in gang zetten tussen vakken of studierichtingen. Zelfs tech-ondernemer Peter Hinssen, die onderwijs hekelt als trage schakel in de maatschappij, stelt dat we nooit zonder filosofen kunnen.” “Hij heeft gelijk. Toen ik rondliep in Silicon Valley, werd ik van mijn sokken geblazen. Maar het centrum van de technologische vooruitgang zette me ook aan het denken. Als dat alles realiteit wordt, wat betekent dat dan voor de ar­ beidsmarkt en het onderwijs? Dat een universiteit in Silicon Valley zich exclusief buigt over diezelfde vragen, was voor mij een verademing. Zelfs in het walhalla van de technologie denken filosofen en sociologen na over de morele keuzes en maatschappelijke consequenties van digitalisering. Terecht, want het is niet omdat iets kan, dat we het ook moeten doen.” “Dat illustreert hoe complex onze maatschappelijke uitdagingen zijn. We lossen die alleen op door met experten uit allerlei disciplines samen te werken. Ook daarom zal er altijd van alles wat nodig zijn: technisch geschoolde vaklui, taalkundigen, wetenschappers …” Je adviseert leerlingen ook voor hun studie- en beroepskeuzes om een jaartje naar het buitenland te trekken. “Ja. ‘Het is beter te reizen dan 1000 boeken te lezen’, stelde Confucius. Dat heb ik zelf ondervonden. Iedereen

37

verklaarde me zot toen ik na mijn studies met de rugzak naar Canada vertrok. Maar die reis heeft me bijzonder rijk gemaakt. ‘Laat je lief drie maanden thuis en ontdek het onbekende’, raad ik studenten aan. Erasmus-beurzen zijn perfecte oefenplekken voor 21ste-eeuwse vaardigheden. Je leert er jezelf beter kennen en snuift andere culturen. Te weinig studenten grijpen die kans.” “Je studentenjobs bewust kiezen, helpt je ook in je studie- en beroepskeuze. Ik tapte pinten, was hulpje in de bouw, boswachter en tabaksplukker in Canada. Ik heb van al die jobs iets geleerd. Maar daarna moest ik wel twaalf stielen door voor ik bij VDAB mijn plek vond. In ons onderwijs studeren criminologen af zonder te weten wat de job van gevangenisdirecteur precies inhoudt. Terwijl ze tijdens weekendwerk of schoolstages al kunnen proeven van de job of spreken met mensen uit hun droomsector.” “Daarom vind ik duaal leren een goede zaak: jonge gasten leren op de werkvloer niet alleen technische vaar­ digheden, maar ervaren ook wat het betekent om in team te werken, om op tijd te komen en afspraken na te leven. Vaardigheden voor het leven die sommige leerlingen sneller oppikken in een bedrijf dan op school. Ik hoop dat het succes van duaal leren – én van STEM – afstraalt op het technischen beroepsonderwijs. Zodat we eindelijk van die negatieve reputatie af zijn. Want we hebben elk talent nodig. En ieder talent is evenwaardig.” Duaal leren, stages, lezingen … onderwijs en bedrijfswereld werken nu al nauw samen. Kan het nog sterker? “Op het snijpunt van twee werelden of biotopen ont­ staan de mooiste innovatie en maatschappelijke meerwaar­ de. Daarom mogen scholen zich niet afsluiten voor bedrijven, ngo’s of jeugdbewegingen. Trek met je leerlingen naar bedrijven, maar haal ook jeugdwerkers of de voetbalcoaches naar school om uit te leggen hoe ze op een aantrekkelijke manier jongeren met een sociale achterstand begeleiden en omhoog tillen. Met strategieën die ook in de klas werken.” “Alleen door samen te werken, merk je dat al die ‘werelden’ geen tegengestelde belangen hebben. Maar zorg dat het geen one shots blijven. Op de doedagen van VDAB passeren ook klassen die na het bezoek niets meer uitwerken rond talenten en beroepen. Eigenlijk boek je dan een dagje Bobbejaanland. Kinderen hebben een leuke dag buiten de schoolmuren, maar daar houdt het op. Terwijl je tijdens het jaar ouders voor de klas kan halen om over hun job te vertel­ len en leerlingen workshops aan te bieden. Achteraf praat je over die ervaring. Wie vond het geweldig? Waarom wel/niet? Of je laat je leerlingen in het secundair sparren, chatten en afspreken met werknemers. Niemand die beter de liefde voor het vak overbrengt. In ons maritiem competentiecentrum


Klasse Magazine

“Ook leraren moeten kunnen genieten van rijke en duurzame loopbanen"

kwijlen de leerlingen als de werknemers van baggerbedrijven die bijscholingen komen volgen, vertellen over hun opdrach­ ten in Saoedi-Arabië. Die impact bereik je niet als leraar in je klas. Tenzij je zij-instromer bent.” Blijft een diploma even waardevol? Of houden bedrijven vaker rekening met buitenschoolse competenties? “Mijn tenen krullen als een hippe start-up campagne voert met ‘Stop met studeren, kom meteen bij ons werken’. Muziek in de oren van sommige leerlingen. Maar met zo’n aanwervingspolitiek denken ze op korte termijn en niet in het belang van jonge werknemers.” “Jongeren moeten dat diploma blijven halen. Het bewijst hun competenties en blijft het allerbeste ticket voor de ar­ beidsmarkt. Ook al hebben de meeste diploma’s slechts een tijdelijke economische waarde. Zet mij, met mijn diploma rechten, vandaag niet in de rechtbank. Mijn kennis is ver­ ouderd. We moeten zeker niet af van diploma’s, wel van een doorgeslagen diplomafetisjisme. Een diploma volstaat niet meer voor een volledige carrière. Leerlingen zullen nieuwe kennis moeten opdoen, levenslang moeten leren.” Zie je de job van leraar veranderen? “Leraren worden steeds meer coaches die kinderen op maat begeleiden. Een pak leerlingen maakt zelf snelheid en

38

moet je lichtjes sturen. Voor andere ben je pechver­ helper of intensieve coach. Je moet ze depanneren en begeleiden, alleen dan halen ze de meet. Elke dag geven leraren kinderen de kracht om zich te ontwik­ kelen, om te leren. Daarom vind ik ‘leerkracht’ zo’n mooie en rake term.” “En de 21ste-eeuwse vaardigheden, essentieel voor leerlingen, moeten ook gelden voor leraren. Ook zij moeten kunnen genieten van de moderne HR-aan­ pak die rijke en duurzame loopbanen biedt waarin mensen hun competenties blijven ontwikkelen. Leraren moeten meer kansen krijgen om nieuwe taken op te nemen binnen het onderwijs of daarbuiten. Zelf geven we leraren die een vak geven waarmee ze moeilijk aan de bak komen de kans om zich in één jaar om te scholen naar knelpuntvakken als Frans, wiskunde en hout.” Nooit gedacht om zelf voor de klas te staan? Of een late carrièreswitch zoals je vader? “Niet echt. Ik ben een strategisch denker. Het praktische of operationele, daar zit mijn talent niet. Maar net daarom kom ik graag op scholen om lezingen te geven. En om met directies, leraren en leerlingen te praten. Hun ervaringen zijn essentieel als ik strategie­ ën uitstippel.”


Advertentie



Klasse Magazine

Test: extravert of introvert? Tekst Wouter Bulckaert Illustraties Ilse Weisfelt

Ben jij op school het sociale dier? Of het muurbloempje dat op drukke dagen denkt: weg van hier? Voel je je voor een grote groep op je allerbest? Of geef je je mening makkelijker als je sms’t? Doe de test.

01.

02.

In de lerarenkamer

Op vergaderingen

a klets je de hele dag door je collega’s de oren van hun hoofd. b luister je minzaam naar de indianenverhalen van je collega’s. c maak je jezelf onzichtbaar in een rustig hoekje.

a neem je gretig het woord. Je staat graag in het middelpunt van de belangstelling. b luister je aandachtig, en kom je tussenbeide als je niet akkoord gaat. c zwijg je in alle talen. Opmerkingen mail je later wel door.

03.

04.

Op de drink bij de start van het schooljaar

a ga je onmiddellijk socializen met de nieuwe collega’s. b laat je de hapjes niet aan je neus voorbijgaan. c schitter je door afwezigheid, want je bent al naar huis.

41

Tijdens een brainstorm

a neem je de leiding en spui je zonder na te denken het ene idee na het andere. b reflecteer je eerst vooraleer je je voorstellen in de groep gooit. c denk je mee, maar hoop je stilletjes dat ze jou het woord niet geven.


Klasse Magazine

05. Bij nieuwe initiatieven op school

06.

a steek je anderen aan met je enthousiasme. b geef je positieve maar kritische commentaar op de meerwaarde van het project. c hou je je oordeel voor jezelf. Je hebt niet zomaar over alles een mening klaarliggen.

a reken je op een denderend afscheidsfeest. b ben je ontroerd doordat je collega’s het jammer vinden dat je vertrekt. c verlaat je de school met de stille trom. Toeters noch bellen.

07.

08. Op vormingsdagen

Op jouw Facebook-pagina

Als je kiest voor een nieuwe job

a deel je schaamteloos je privéleven. Ook je leerlingen lezen mee. b hebben enkel je vrienden, maar lang niet al je collega’s toegang tot jouw profiel. c blijft zelfs je profielfoto leeg. Liever één echt maatje dan een leger virtuele vrienden.

a ben je extreem actief. Na afloop heb je ook je netwerk gevoelig uitgebreid. b focus je op wat je inhoudelijk kan bijleren, ongeacht de vorm van de nascholing. c ga je liever naar lezingen dan dat je deelneemt aan workshops.

09.

10.

Als er een conflict met je collega’s dreigt

a hou je niet altijd rekening met de visie van anderen. b kom je bewust, maar weloverwogen tussenbeide. c spreek je je niet uit. Je begrijpt immers beide partijen.

11.

Als je de ouders van een leerling moet contacteren

a aarzel je geen moment. Telefoneren is communice­ ren. b nodig je hen uit voor een een-op-eengesprek. Want bellen is altijd een risico. c stuur je een mail met uitgebreide uitleg. Wie weet is die telefoon nergens voor nodig.

13.

a druk je zo hard mogelijk jouw ideeën door. b bespreek je jouw werkversie samen met hen. c laat je jouw deel van het werk pas zien als het helemaal af is.

12.

a spreek je voor de bus ouders en leerlingen toe. Met een microfoon, maar even graag zonder. b verzamel jij bij de ouders alle papierwerk. c laat je je collega’s alles regelen. Jij telt stilletjes de leerlingen.

42

Voor de klas staan

a is een performance. Mocht er een band achter jou staan, je zou de les zingen. b is je job. Die je de ene dag al liever doet dan de andere. c is een kwelling. Door je podiumangst moet je je elke dag weer moed inspreken.

14.

Op schooluitstap

Als je met je collega’s samenwerkt aan een examen

Tijdens het schoolfeest

a doe je op het podium alle danspasjes nog veel energieker dan je leerlingen. b moedig je met high fives alle kinderen aan voor hun act. c zit je aan de kassa, schuin achter je collega. Dan spreken de ouders eerst haar aan.


Klasse Magazine

Ben jij extravert of introvert? Tel je score. Een a-antwoord levert drie punten op, een b-antwoord twee punten en een c-antwoord een punt.

Heb je meer dan 25 punten? DAN BEN JE VEELEER EXTRAVERT

Heb je minder dan 25 punten? DAN BEN JE VEELEER INTROVERT

Je haalt energie uit interactie met je collega’s. Je praat graag en makkelijk, neemt vlot besluiten en plaatst jezelf het liefst op de voorgrond. Je houdt ervan spon­ taan ideeën uit te wisselen. Je voelt je prima in grote gezelschappen en je vindt altijd gespreksonderwerpen. Je houdt de aandacht moeiteloos op jezelf gericht. Je werkt erg graag samen met anderen, maar je bent soms zo dominant dat je collega’s niet meer aan bod komen.

Je haalt energie uit de gedachtestromen in je hoofd. Je bent bedachtzaam, denkt na vooraleer je praat, en blijft het liefst buiten de schijnwerpers. Je bent een doorden­ ker, en houdt van rust en reflectie om je ideeën beter te kunnen formuleren. Je werkt het best in je eentje. In gezelschap kan je oprecht luisteren zonder je gespreks­ partners te onderbreken. Maar soms ben je zo onopval­ lend aanwezig dat je collega’s vergeten dat je er bent.

Tip bij groepswerk: vraag dieper door naar de ideeën van de ander, stel voor om apart na te denken en leg daarna alle ideeën samen.

Tip bij groepswerk: neem een stapje terug, werk even apart en kom dan weer samen, vraag de ander naar zijn mening of ideeën en kom samen tot een beslissing.

Let wel: we hebben allemaal een hoogstpersoonlijke combinatie van extraverte en introverte kenmerken. Afhankelijk van de situatie nemen die de bovenhand.

43


Klasse Magazine

“Ik heb nooit jeugdboeken gelezen” Tekst Wouter Bulckaert Beeld Kevin Faingnaert

Jan Lambrechts is Boekenmeester van 2018. Als voltijds leescoördinator maakt hij leerlingen en collega’s zot van boeken. Toch was meester Jan zelf helemaal niet zo’n goeie lezer. “Ik ontdekte de jeugd­ literatuur pas toen ik voor de klas stond.”

“Ik ben elf jaar. Een vriend zit naast mij in Koning van Katoren te lezen. Ik zie zijn gezichtsspieren veranderen. Hij glimlacht. Kijkt dertig seconden later boos. Ik zie de spanning op zijn gelaat. Hij zit helemaal in het verhaal. Maar ik lees, ik decodeer. Ik lees letter per letter, woord per woord, zin na zin. En er gebeurt niets.” LEESLUI, SCHOOLMOE “En ik wil zo graag een goeie lezer zijn. In het vijfde leerjaar loop ik op de speelplaats te lezen in een boek voor volwassenen. Maar dat is aanstellerij. Ik wil laten zien dat ik lees, maar ik kan het niet. Ik ben een schilder die doet alsof hij schildert, maar zonder verf. Gevolg: ik lees tijdens mijn jeugd geen enkel kinder- of jeugdboek. We hebben sowieso weinig boeken in huis. Mijn moeder is huisvrouw, mijn vader zelfstan­ dige. Hij leest De Witte, ja, maar meer uit nostalgie. En thuis spreken we dialect. Nederlands is pas mijn tweede taal, die ik alleen spreek tegen de meester. Nu zouden ze mij een GOK-kind noemen.” “In het secundair worstel ik me door de collegeliteratuur. Het Afscheid van Ivo Michiels. Het Gevaar van Jos Vandeloo. Wierook en Tranen van Ward Ruyslinck. Dik tegen mijn zin. Als ik zeventien ben, ben ik schoolmoe. Ik wil gaan werken. Ten einde raad spreekt mijn vader mijn buurman aan: ‘Jan laat het afweten op school.’ Die buurman ontfermt zich over mij. Hij doet me proeven van cultuur. Neemt me mee naar musea in Brussel. En wijst me de weg naar goeie boeken. Als een Rattenvanger van Hamelen. De klik komt er met A Christmas Carol van Charles Dickens. Nog steeds mijn favoriete auteur.”

44


45


Klasse Magazine

DOORBOMEN OVER BOEKEN “Ik ga studeren in Leuven. Psychologie. Ik moet me door dikke cursussen en boeken wurmen. Tegen januari weet ik al: dat wordt niets. Maar op kot zitten we nachtenlang door te bomen over boeken. Pseudofilosofisch gezwets, over La Nausée van Sartre, waarbij we zonder enige notie van filoso­ fie de diepe gronden van het leven proberen te doorboren.” “Ik ben natuurlijk knal gebuisd. En trek met hangende pootjes terug naar Bilzen. Thuis leg ik uit dat de statistiek me de das heeft omgedaan, maar helaas komt mijn vader te weten dat ik zelfs geen examens heb afgelegd. Net zoals veel jongeren heb ik geen flauw benul hoe het nu verder moet. ‘Als je niet weet wat te doen, kan je nog altijd schoolmeester worden’, zegt mijn vader. En ik denk: waarom niet? Al heb ik niets met kinderen, en ben ik nooit bij de Chiro geweest, ik fiets over en weer naar de lerarenopleiding in Bokrijk. En haal zonder veel moeite mijn diploma.” LEESTHEATER “Ondertussen lees ik meer en meer. Boeken zijn mijn echte leefwereld geworden. Ik hou van auteurs die een sterk ver­ haal opbouwen: John Irving, Stefan Brijs, Philippe Claudel. Niet te arty farty, dan haak ik af. Want ik vermoed dat slechte schrijvers hun gebreken verpakken als stijl. Maar belangrij­ ker: als ik voor de klas kom te staan, lees ik eindelijk Koning van Katoren. En verorber ik al die schitterende jeugdboe­ ken die ik in mijn kindertijd heb gemist. Maar er is meer. ‘Meester, lees nog eens iets voor!’ Ik ontdek dat ik erg graag voorlees. En door al die schouderklopjes van mijn leerlingen, ga ik op de duur ook geloven dat ik dat geweldig goed kan.” “Daarom durf ik ook steeds meer als meester. Het helpt natuurlijk dat ik graag toneel speel. Dat compenseert mijn extreme verlegenheid, want ik durf nauwelijks alleen een café binnen te gaan. Mijn toneelervaring zorgt ervoor dat de directeur mij aanstelt als leraar drama. Elke week heb ik een theaterles klaar voor alle leerjaren van de lagere school. Ik tover teksten uit hun handboeken om tot leestheater. Zo ont­ dekken de leerlingen dat die teksten helemaal niet saai zijn. En dat ze de teksten, door ze zelf te spelen en te reciteren, ook beter begrijpen.” VOLTIJDS LEESCOÖRDINATOR “Die job als leraar drama is zo intensief dat na twee jaar het vat af is. De hele dag door performen, stikkapot ben ik. Maar ik lees steeds meer vak- en wetenschappelijke literatuur over lezen. Zo ontdek ik ook waarom ik als kind geen vat kreeg op teksten. Ik was té technisch aan het lezen, en dan heb je geen plaats meer in je hersenen om de tekst te begrijpen. Daardoor kwam ik ook niet tot leesplezier. Al lijkt een lezer erg passief,

46

zijn brein is érg actief. Want je voorspelt, visualiseert, vat samen, neemt informatie tussen de regels op, vormt je eigen mening, slaat woordenschat op: allemaal leesstrategieën.” “Op school merken we de laatste jaren dat het niveau begrijpend lezen van onze leerlingen achteruitgaat. Ons publiek is veranderd. We hebben nu veel anderstaligen, kinderen van vluchtelingen, het is logisch dat die minder goed lezen. Helaas zijn de teksten in de handboeken daaraan niet aangepast. En dus grijpt onze directeur in. Omdat ik me in die dertig jaar voor de klas steeds meer ontpopt heb als specialist lezen, stelt ze me twee jaar geleden aan als voltijds leescoördinator. Want we willen onze kinderen bijscholen op vlak van taal.” ELKE LERAAR LEZER “We hebben nu een leesbeleid, met een leeslijn van de eerste kleuterklas tot het zesde leerjaar. Op die manier zijn leesvaardigheid en leesplezier niet meer afhankelijk van die ene gepassioneerde leraar, maar is de hele school erbij betrokken. Dat betekent dat onze leraren goeie verhalenver­ tellers moeten zijn, en tijd willen vrijmaken voor lezen. En dat de directeur en mijn collega’s mij ten volle steunen. Want anders sta ik als leescoördinator eenzaam in de woestijn te roepen dat boeken belangrijk zijn.” “Je kan je collega’s niet verplichten om te lezen. Maar het is toch vreemd dat een leraar niet graag zou lezen? Want dat is toch verweven met je job? Alsof je garagist zou zeggen: ‘Ik hou van auto’s, maar ik sleutel er niet graag aan.’ Natuurlijk is de ene leraar meer gericht op techniek, wiskunde of bewe­ gingsleer dan de andere. Die heb je ook nodig in je school. Het is mijn taak om een context te creëren waarin ik ze kan aansteken met mijn leesvirus.” LEESKILOMETERS MAKEN “Maar wij maken onze leerlingen niet alleen leesvaardiger door verhalen te vertellen. Leerlingen moeten ook de kans krijgen om hun technisch lezen te ontwikkelen en dus leeskilometers te maken. Daarom zijn we vorig schooljaar gestart met Kwartiermakers. Elke dag lezen onze leerlingen een kwartier in zelfgekozen boeken, tijdschriften, kranten of strips. Elke drie weken praten ze dan met elkaar over wat ze hebben gelezen, of ze het leuk vonden, of ze het boek zouden aanraden. Zo besmetten ze elkaar met de teksten die ze gelezen hebben. En je weet pas wat je aan een boek hebt als je erover gesproken hebt met anderen.” “Daarnaast doen we ook mee aan de Voorleesweek in novem­ ber, houden we een boekenbeurs, komen auteurs op bezoek, en lezen ouders en grootouders voor in de klas. Voor de


Klasse Magazine

“De deur naar onze schoolbib knelt en schuurt – met opzet"

Jeugdboekenmaand kies ik voor elk leerjaar één boek. Daarvoor maak ik lesactiviteiten en schrijf ik een verhaal. En we organiseerden er dit jaar zelfs het schoolfeest, inclusief boekenwandeling, rond. We doen mee aan de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen. Omdat we liefst 35 kandidaten had­ den, hebben we daarnaast ook twee boekenclubs opgericht. Die kinderen komen samen in onze schoolbib om over die boeken te praten.” SINTERKLAASGEVOEL “Onze schoolbib heeft een naam: Fantasielines. Gevestigd in de vroegere kapel van het klooster. Vanuit een typische lelijke gang van een oud schoolgebouw, moeten de kinderen trappen naar omhoog. En een deur openduwen die knelt en schuurt – met opzet. Want als ze de deur open hebben gekregen, valt de boekenwarmte

47

LEESPAKKET AL ONTVANGEN? Midden september ontvangt iedere hoofdvestigings­ plaats van het basisonderwijs een leespakket. Daarin vind je de nieuwe editie van het magazine Beste Boeken­ juf/meester. Boekenmeester Jan en de genomineerde leraren van 2018 vertellen hoe lezen op hun school vorm krijgt. Je vindt er ook nieuwe leeskaarten, boekentips, lesideeën en tips voor een goed leesbeleid op school. Ken jij iemand die veel betekent voor leesonderwijs en daarbij ook het schoolteam motiveert? Nomineer hem of haar voor het einde van 2018 via boekenjuf.be. Wie weet wint hij of zij wel een boekenpakket van 100 boeken. Beste Boekenjuf/meester is een initiatief van CANON Cultuurcel i.s.m. GRoKi (GAU)


Klasse Magazine

over hen heen. De kinderen moeten het gevoel hebben dat Sinterklaas is geweest als ze binnenkomen. Ze komen er terecht in een andere wereld, hun eigen microkosmos, een verborgen clubhuis waar ze kunnen snuisteren, lezen en tot rust komen.” “negentig procent van de boeken zijn nieuw. Ik hoef geen afdankertjes. Boek uit de bib met het stempel ‘afgevoerd’ weiger ik beleefd. Ik zet mijn boeken ook zoals in een uitstal­ raam. Met de cover naar voor. De kinderen daag ik uit om de boeken een kans te geven. Net zoals je mensen een kans geeft. Vijf bladzijden te lezen. En dan te beslissen of ze verder lezen of het boek terugzetten en een ander uit het rek nemen. En op reis te gaan in Fantasielines, een vliegmaatschappij die boek­ reizen boekt, waar je anderen kan ontmoeten in de literatuur. Want boeken lezen is een bruistablet tegen eenzaamheid.” LEZEN IS ETEN EN SLAPEN “En zo verkiezen ze mij tot Boekenmeester van 2018. Een leuke schouderklop. Al sta ik niet te springen om titels. Om die honderd boeken die ik voor mijn leerlingen heb gekregen dan weer wel. Want ik ben vooral Boekenmeester geworden dankzij het werk van mijn leerlingen. En die waren op hun beurt weer fier op mij. Ach, ik ben blij dat ik een passie heb die ik kan delen en waar ik gelukkig van word.”

“Het geeft mij het gevoel dat we goed bezig zijn. Al blijft het een intense zoektocht. We zetten structureel in op lezen, met als ultieme doel dat de kinderen meer leesplezier krijgen, dat ze spontaan een boek vastnemen. Dat ze boeken lezen niet meer als iets speciaals zien. Maar dat het gewoon gebeurt, zoals eten en slapen. Zodat kinderen naar de bib willen in de vakantie met hun mama. Als die dan tegenpruttelt: ‘Ik weet niet hoe dat gaat, meisje’, antwoordt het kind: ‘Toch wel, want we hebben dat geleerd op school, met dat kaartje. Inleveren en uitlenen doe je zo, met die knop.’” GEEN MCDONALD’S “Lezen is overigens niet altijd leuk. Zelfs al noemen ze mij een leeskunstenaar, ik lees ook niet altijd graag. De context moet juist zitten, je moet in de flow zijn. Ik begrijp kinderen best als ze even geen zin hebben in lezen. Maar ik maak ze ook duidelijk dat, om leesplezier te voelen, je frustraties moet overwinnen. Het is geen equivalent van McDonald’s waar je je mond maar moet opendoen, en waar ze dan een hamburger in gooien. Om goed en graag te leren lezen moeten je leerlingen doorzetten. Roger Federer heeft ook niet altijd zin om te tennissen. En Thibaut Courtois gaat niet altijd met evenveel goesting in zijn doel staan. Wat voor sport opgaat, gaat ook op voor lezen. En voor het leven.”

Boekentips Tien keer leesplezier voor boekenmeester Jan en zijn leerlingen. • Keverjongen (en de vervolgdelen) van M.G. Leonard • De verschrikkelijke meneer Gom heeft een plan van Andy Stanton • De waanzinnige tandarts (en alle andere boeken) van David Walliams • Het leven van een loser van Jeff Kinney • De waanzinnige boomhut van 13 verdiepingen van Andy Griffiths • Lampje van Annet Schaap • Warrior cats van Erin Hunter • Guinness Book of Records • Dummie de mummie en het geheim van Toemsa van Tosca Menten • Ridders van de ronde keukentafel van Mark Tijsmans

48


Advertentie



Lerarenkaart

Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

Permanente voordelen In heel wat cultuurhuizen, musea, ICT-winkels, boekhandels … krijg je als leraar korting met je Lerarenkaart. Ontdek via Lerarenkaart.be meer dan duizend exclusieve voordelen. Met de zoektool vind je makkelijk voordelen op maat van jou en je klas.

NIEUW

Voordelen

Vul je zoekterm in

DIVA Antwerpen

3 euro korting: 7 euro i.p.v. 10 euro

Meteo Tollembeek Tollembeek

Gratis i.p.v. 5 euro

Bois-du-Luc La Louvière

Gratis i.p.v. 8 euro

Boghossianstichting - Villa Empain Brussel

2 euro korting: 8 euro i.p.v. 10 euro

Kasteel van Seneffe Seneffe

2 euro korting: 4 euro i.p.v. 6 euro

MiLL - Musée Ianchelevici La Louvière

Gratis toegang tot permanente tentoonstelling / 1 euro korting voor tijdelijke tentoonstellingen: 2 euro i.p.v. 3 euro

Trammuseum De Panne

Gratis voor iedereen

Design Museum Den Bosch

Halve prijs: 3,5 euro i.p.v. 7 euro

Den Bosch, Nederland

Politeia Brussel

20 procent korting op onderwijspublicaties en -vormingen

Samsung Education Portal Webshop

Wisselend aanbod met wisselende kortingen

Ebattery Mechelen 10 procent korting PC Warehouse Leuven

5 procent korting

Hannelotje Webshop

10 procent korting

Designer Outlet Rosada Roosendaal, Nederland

10 procent korting

51


Klasse Magazine

Lerarenkaart

FILM

GIRL GIRL laat ons binnenkijken in het leven van de vijftienjarige Lara, die het wil maken als balleri­ na. Samen met haar vader trotseert ze de wereld, maar vooral haar lichaam dat tegenstribbelt, want Lara is geboren als jongen. lumière.be - ‘Girl’ loopt vanaf 17 oktober in de bioscoop. Lumière en Klasse organiseren gratis visies voor 500 leraren op zondag 21 oktober om 11 uur in Antwerpen, Brugge, Genk en Leuven. Reserveer vóór 8 oktober (2 plaatsen per reservatie) via klasse.be/win. Medewerkers van Klasse en van Transgender Infopunt verzorgen bij elke voorstelling de inleiding.

52


Klasse Magazine

Uitgelicht

HEDENDAAGSE KUNST

EXPO KLIMT

KANAL CENTRE POMPIDOU permanent in Brussel

BOZAR tot 20 januari 2019 in Brussel

Hoe verander je een oude garage in een modern museum? Welke kunst kan je er tonen? Wat is ‘hedendaagse kunst’ eigenlijk? In de voormalige Citroëngarage op het Brusselse IJzerplein vind je voortaan ‘Kanal - Centre Pompidou’. Dit centrum-in-wording (de echte verbouwingen starten in juni 2019) profileert zich meteen als een experimenteel platform voor moderne en hedendaagse kunst, architectuur, live performances en podiumkunsten. 5 euro korting met je Lerarenkaart (9 euro i.p.v. 14 euro). Meer info op kanal.brussels.

53

Politieke en economische verschuivingen verleggen vaak ook artistieke grenzen. In Bozar bekijk je de werken van Centraal-Europese kunstenaars uit de periode na het einde van WOI en het Oostenrijks-Hongaarse Rijk. Door de blik van meer dan 70 kunstenaars van Gustav Klimt tot László Moholy-Nagy, krijg je meer inzicht in een Centraal-Europese regio in volle verandering. De kunstenaars plaatsen hun artistieke identiteit boven hun nationaliteit. 10 euro korting met je Lerarenkaart (6 euro i.p.v. 16 euro). Meer info op bozar.be.

© Belvedere, Vienna

De Lerarenkaart houdt je via Lerarenkaart.be op de hoogte van expo’s, acties en voordelen. Bij elk voordeel check je er makkelijk of het educatieve luik geschikt is voor je klas. Schrijf je via klasse. be/nieuwsbrief-lerarenkaart in op de Lerarenkaart-nieuwsbrief en ontvang de meest interessante voordelen in je mailbox.


Klasse Magazine

Lerarenkaart

Lerarendagen Ga op stap met je Lerarenkaart en ontdek wat musea, attracties, evenementen ... voor jou, voor je klas of voor je school kunnen betekenen. Tijdens de lerarendagen van Klasse beleef je samen met collega’s een educatief programma. Schrijf je vooraf in om deel te nemen. INFO & INSCHRIJVEN - KLASSE.BE/LERARENDAGEN

EEN DAG IN GENT

VAN STONEHENGE TOT TONGEREN

S.M.A.K.

GALLO-ROMEINS MUSEUM/TESEUM

zaterdag 6 oktober, 13.30 tot 18 uur

Je maakt kennis met de educatieve visie van het museum, je krijgt een rondleiding in de tijdelijke expo ‘Raoul De Keyser’ (met bijbehorende lesmap) en je krijgt een kort overzicht van 20 jaar S.M.A.K. Bovendien krijg je tijdens deze gratis lerarendag tips over werken met kunst in de klas én extra tips van Toerisme Gent, Cultuurkuur en Gidsenvereniging om een bezoek met je klas aan het S.M.A.K. uit te breiden tot een volledige dag in Gent. Nakaarten met een drankje is een mooi einde voor deze namiddag. S.M.A.K. (Gent) Gratis voor de leraar, partner en kinderen.

54

maandag 29 en dinsdag 30 oktober, 9.30 tot 17 uur

In het Gallo-Romeins Museum ontdek je de prehistorie en de wereld van Romeinen en Galliërs via displays, objecten en multimediale presentaties. Het vlakbij gelegen Teseum herbergt een schatkamer met de rijkste en oudste kerkschat­ ten van de Lage Landen, een kloostergang met tuin én een op 1 september 2018 geopende archeologische site onder de Onze-Lieve-Vrouwebasiliek. Tijdens deze lerarendagen bezoek je ze allemaal, mét info over het educatieve aanbod van de musea. Gallo-Romeins Museum & Teseum (Tongeren) Gratis voor de leraar, partner en kinderen (tot 14 jaar).


Klasse Magazine

INTERACTIEVE EXPO EN ATELIERS

BEROEPENHUIS

MILLENNIUMVIERING

LIMBURG TUSSEN STAF EN TROON

woensdag 24 oktober, 13 tot 16 uur

woensdag 7 november, 14 en 20 uur

Landcommanderij Alden Biesen toont in de tijdelijke ten­ toonstelling ‘Limburg tussen staf en troon’ nooit vertoonde topstukken om 1000 jaar geschiedenis van het Graafschap Loon te illustreren. Tijdens deze lerarendag krijg je twee uur lang een uitvoerige rondleiding door de tentoonstelling en info over het educatieve aanbod. Landcommanderij Alden Biesen (Bilzen) Gratis voor leraren basis- en secundair onderwijs.

Via een doe-tentoonstelling en actieve beroepenateliers ontdekken je leerlingen derde graad lager onderwijs en eerste graad secundair onderwijs in het Beroepenhuis hun eigen talenten én meer dan 50 beroepen uit de technische sfeer. Tij­ dens deze lerarendag kan je proeven van het aanbod, doorlo­ pend de materialenbeurs en de tentoonstelling bezoeken en/ of een rondleiding volgen. In een workshop over de overgang van basis naar secundair onderwijs ontdek je praktische tools voor leraren en ouders rond dit keuzemoment. Het Beroepenhuis (Gent) Gratis voor de leraar, partner en kinderen (10 tot 14 jaar).

ANTWERPEN BIERSTAD

STADSBROUWERIJ DE KONINCK woensdag 31 oktober en zaterdag 3 november, 14 en 20 uur

Via verschillende themaruimtes, interactieve middelen en audiovisuele effecten kom je alles te weten over Antwerpen als bierstad, de Belgische bieren en het brouwproces. Tijdens deze lerarendag kan je al die ruimtes en middelen ontdekken. Bovendien krijg je na je bezoek een uitgebreid pedagogisch dossier. Stadsbrouwerij De Koninck (Antwerpen) Gratis voor de leraar en kinderen tot 3 jaar. Partner en oudere kinderen betalen 6,5 euro.

55

10 EEUWEN WESTHOEK

YPER MUSEUM maandag 29 en dinsdag 30 oktober

In het Yper Museum ontdek je via een interactief en eigenzin­ nig parcours de middeleeuwse grootstad in al haar glorie en herbeleef je tien eeuwen geschiedenis van de Westhoek. Tij­ dens deze lerarendagen maak je kennis met het uitgebreide educatieve aanbod, met dit schooljaar vooral aandacht voor de lakennijverheid (onder het thema ‘Van schaap tot laken’). Yper Museum (Ieper) Gratis voor de leraar, partner en kinderen (max. 5 personen).


Klasse Magazine

In de klas van

56


In de klas van Doortje Putman

“Ik slaap niet als ik de les niet mooi kon afsluiten” Waarom ben je leraar geworden? “Ik ging als klein meisje voorlezen in de kleuterklas van mijn mama. Iedereen vond het logisch dat ik voor de lerarenopleiding zou kiezen. Mooi niet, dacht ik. Maar na een studie eventmanagement en een stage bij Ketnet, besefte ik dat ik kinderen van alles wil bijbren­ gen. En ze wil laten nadenken over maatschappelijke thema’s en individuele keuzes als gezonde voeding.” Hoe liep je eerste jaar? “Hobbelig. Een kleine school, stokoude lokalen en graadklassen vol diverse leerlingen. Met weinig middelen leerstof overbrengen. Soms was het klunge­ len, maar ik heb dat jaar heel veel geleerd. Toen ik niet kon blijven, heb ik tranen met tuiten geweend.”

mijn leerlingen het wel. Ze toonde schema’s op een digibord. Ik kreeg die op mijn krijtbord niet mooi uitgetekend. Om die onhandige poging lachen we nog altijd.” Wie mag een gastles komen geven? “Kinderboekenschrijvers. Ze vertellen zo mooi.” Wat maakt je gelukkig? “De knuffels van kinderen. Hun lach. Of ze graag naar school komen, is altijd mijn eerste vraag op het oudercon­ tact. Dan pas kan je samen iets bereiken.” Welke andere passie sluipt je klas binnen? “Naaien. Voor Moederdag maken we een sierboord voor handdoeken. Volgend jaar wil ik met mijn klas in een rusthuis naaien. Leren de oudjes en de kinderen van elkaar.”

Wat doe je voor 8.30 uur? “Eerst mijn klas klaarzetten voor de les. En om 8.10 uur naar de lerarenkamer. Om bij te praten met mijn collega’s en een eerste kop koffie naar binnen te slaan. Later volgen er nog drie.”

Welke leerling blijft je altijd bij? “In mijn eerste jaar maakte een meisje het me vaak lastig. Maar eind juni stopte ze me wel een tekening toe, omdat ze me graag had. Ik vraag me vaak af hoe het nu met haar gaat.”

Welke les geef je het liefst? “Spelling. Magisch om te zien hoe kinderen moei­ lijke regels oppikken en voor altijd vast hebben. En met video’s hoeft een les spelling niet eens saai te zijn.”

Welk vreemd voorwerp zit er in je boekentas? “Een bakje voor overschrijvingen. En twee opladers voor de smartphone. Ik red het trouwens niet met één boekentas. Ik heb er drie, allemaal vol lesmateriaal.”

Wat voor leerling was je zelf? “Een leergierige babbelkous.”

Wat houdt je wakker? “Ik slaap niet als ik mijn les niet mooi kon afsluiten en een kind met een probleem of zorg naar huis trekt. En het besef dat niet ieder kind een warme thuis heeft.”

Wanneer dacht je recent: waw, hiervoor doe ik het? “Als een kind iets toepast. Een jongen die tijdens een les over evenwijdige lijnen, naar buiten kijkt en het patroon herkent in vliegtuigstrepen. Of een meisje dat in mijn les de leesmicrobe te pakken krijgt en in haar eentje naar de bib trekt.”

Waaraan herkennen vrienden dat je leraar bent? “Als ik onbewust een beetje uitleggerig en op kinder­ maat begin te praten.” Doortje geeft les in het vierde leerjaar van de Sint-Bavoschool in Gent.

Wat was je grootste glunderblunder? “Toen een rekenles voor geen meter liep, ben ik bij een parallelcollega binnengestapt. Daar snapten

57

Beeld Eva Vlonk


Klasse Magazine

De meeloper

De meeloper

“Wij zijn vaak hun laatste strohalm� 58


Klasse Magazine

Om 8.45 uur heb ik afgesproken met Ellen op school. Ik baan me een weg langs de verlaten wegels van de backstage van wijlen Pukkelpop 2018. Aan het einde van de zomer reden de heftrucks vol flightcases en podiumonderdelen hier nog af en aan. Nu schuiven ouders geduldig aan met hun ongeduldige zoon of dochter op de achterbank. Klaar om de eerste schooldag aan te vallen? ONTHAAL OP DE SPEELPLAATS Nog voor ik Ellen tegen het lijf loop, krijgen leerlingen Wout (15) en Kenny (15) me in de gaten. Ze zeggen niets en blijven op afstand. Ze tasten af. En dan lopen ze weg. Ze giechelen en mompelen. Ook andere leerlingen zitten boordevol energie. Blij om elkaar terug te zien. Straks werken ze eindelijk weer samen in

de bakkerij, het winkeltje, het schildersatelier of de slagerij. Maar eerst delen ze high fives uit, fluisteren ze geheimen of praten ze in gebarentaal over hun zomerse avonturen.

Welkom op de eerste schooldag van Ellen Noukens, pedagogisch coördinator en leerlingenbegeleider van BuSO-KIDS OV3 in Hasselt. Klasse-redacteur Stijn loopt een dag met haar mee.

Tekst Stijn Govaerts Beeld Boumediene Belbachir

59

Dezelfde hartelijke sfeer hangt ook in de lerarenkamer als ik er met Ellen binnenstap. Leraren praten bij over een verloren ten­ nistornooi, smeren boterhammen voor de hele school en slaan een praatje met wat leerlingen. “De leraren zijn al op 28 augustus aan hun schooljaar begonnen”, lacht Ellen. Het is bijna 10 uur. Moeten ze niet naar hun klas, vraag ik. “Vandaag niet. We maken van 3 september een warme onthaaldag op het tempo van de leerlingen.” Tussendoor leidt Ellen nieuwe leerlingen en hun ouders de school rond en stelt ze voor aan het team. “Ouders willen we zo veel mogelijk bij de school betrekken. Straks geef ik ze een frigo­ fiche mee, een handig overzicht van alle belangrijke momenten dit jaar. En nodig ik ze uit voor de jaarlijkse meewerkdag, die we


Klasse Magazine

De meeloper

Wie is Ellen Noukens? • pedagogisch coördinator, leerlingenbegeleider en GOK-coördinator • BuSO-KIDS Hasselt • OV3 voor leerlingen type BA (jongeren met licht verstandelijke beperking), 3 (jongeren met gedrags- en emotionele problemen), 7 (jongeren met auditieve en/ of spraakproblemen) en 9 (jongeren met autisme)

“Een diploma voor onze leerlingen, daar droom ik van. Nu moeten ze het stellen met een getuigschrift”

uitbouwden met de GOK-uren. Ouders komen dan op school brood bakken, vlees snijden of behangen, samen met hun kinderen. Zalig om te zien. Meer ouders op school is een van onze uitdagingen. We willen iedereen graag minstens één keer per jaar face-to-face spreken.” NIET GRAAG OP SCHOOL Als we door de glazen gang lopen, de gezelligste ontmoe­ tingsplek van de school, klampt Adnan (16) Ellen aan. “Me­ vrouw, ik ben hier niet graag.” Adnan kende een zwaar jaar en zit opnieuw in het tweede jaar. “Wat kan ik tussen die kleine pagadders in mijn groep gaan doen?” Ellen geeft hem een schouderklopje. “Toch ben ik heel blij dat jij hier bent, Adnan. Als jij de eerste weken toont wat jij allemaal kan en weet, mag je snel overstappen. En Adnan, wat een mooie gouden ketting. Die moet wel bijzonder zijn?” Adnan knikt. “Die was van mijn oma, mevrouw. Ze is deze zomer gestorven.” Ook dat nog. Ondanks alle ellende, slaat Ellens positieve energie toch over op Adnan. Hij glimlacht zacht en sluit aan

60

bij de groepswandeling. Ellen beheerst, net als de leraren, merk ik tijdens de dag, de gave om op tijd te vertragen of te versnellen op maat van de leerlingen. Met een geduld dat eindeloos lijkt. ENGELENGEDULD Leerlingen stellen dat geduld nochtans regelmatig op de proef. Ellen komt net op tijd als de plagerijen tussen vrienden Kenny en Wout bijna tot een ruzie escaleren. Ze reageert kordaat: “Fijn dat je mee wil naar mijn lokaal, Wout.” Die stribbelt eerst nog wat tegen, maar Ellen praat op hem in en kalmeert hem. “Kom met me mee naar ons plekje, Wout. Daar kan je weer rustig worden.” In Ellens bureau – ‘ons plekje’ – staat een tafel bezaaid met minifiguurtjes. “Waw, Wout. Zoveel mannetjes, hoe komt dat?” Wout staart naar zijn schoenen. “Ik sprak met oma af dat ik nieuwe figuurtjes kreeg als ik mijn best deed tijdens de


Klasse Magazine

vakantie. Dat ging goed, ik heb het maar twee keer moeilijk gehad.” Ellen knikt. “En vertel me eens meer over dat mannetje met z’n zwarte cape?” Ellen legt langzaam een warm contact met Wout. Om hem daarna duidelijk te maken dat zijn vriendschap met Kenny moet veranderen. Snel. Maar Wout wil geen andere vriend. Met Kenny kan hij lachen. “Wout en Kenny zijn schatjes”, duidt Ellen. “Maar zet ze samen en hun groep kan onmogelijk werken of leren. Als ik niet op tijd was tussengekomen, waren we ze meteen voor een hele week kwijt. Dan voelden ze zich slecht en lukt leren niet. Het is een werk van lange adem.” LAATSTE STROHALM Dat kan ze toch niet in haar eentje? “Natuurlijk niet”, gaat Ellen verder. “We werken altijd in team, schake­ len onze psycholoog of maatschappelijk medewerker in, gebruiken de GOK-uren om leerlingen en ouders extra te ondersteunen. En elke leraar hier doet zijn job met hart en ziel. Ze staan met beide voeten stevig in de realiteit en doen er alles aan om elke leerling vooruit te krijgen. Maar dat lukt alleen als de leerlingen echt mee willen. Ze moeten hun kansen grijpen.” “Dikwijls zijn wij hun laatste strohalm na een pak slech­ te schoolervaringen. Dat ze allemaal een diploma halen, daar droom ik van. Nu moeten ze het stellen met een

61

getuigschrift, terwijl ze ook hard werken. Sommigen kunnen zelfs meteen aan de slag op hun stageplek. Daar zijn ze zeer te spreken over onze leerlingen: ze komen op tijd, zijn beleefd, komen afspraken na. Daar hameren we het hele jaar op.” Ellens directe collega, steun en toeverlaat Vanessa onder­ breekt ons. “Dringende boodschap, Ellen. De mama van Elly (17) vertelde net dat haar dochter niet langer naar school hoeft van haar papa. Bel ik hem om dat uit te pluizen?” Ze schiet de gang in op zoek naar een telefoon. “Bij Vanessa tank ik elke dag energie”, verklapt Ellen. “Ze lacht zo aan­ stekelijk. En ze helpt mij te relativeren. Als ik weer eens alles meteen wil, dan gaat ze op mijn rem staan.” OVERSTAP NAAR BSO Als de schooldag op zijn laatste benen loopt, botsen we bijna letterlijk op Emine (18). Ze staat geduldig te wachten aan de ingang van de speelplaats. Piekfijn kapsel, knallende lip­ penstift, zachte maquillage. “Waw, Emine, wat zie jij er goed uit”, roept Ellen. “Hoe ging jouw eerste schooldag?” “Goed, mevrouw, ik volg nu Haartooi.” Ellen is fier op Emine. Voor ze naar huis trekt, vertelt ze aan al haar collega’s dat oud-leer­ ling Emine met succes overgestapt is naar bso. Nog twee jaar en ze heeft haar kappersdiploma. “Zalig dat ze nog eens langs haar oude school passeert om leraren het goede nieuws te brengen. Al onze leerlingen binnen hun mogelijkheden zo ver mogelijk brengen, daar doen we het tenslotte voor.” De namen van de leerlingen zijn fictief.


Klasse Magazine

Vakgroepen: vloek of zegen? Tekst Bart De Wilde Beeld Katoo Peeters

Allemaal dezelfde soep opdienen is geen kwaliteits­ label van goede vakgroepen of parallelklassen. “Door samen te werken versterken die net de autonomie van leraren”, vertelt Katrien Vangrieken (KU Leuven). “Ik had er veel van verwacht: met vakcollega’s materiaal ontwikkelen, lessen bekijken, leerkansen grijpen”, zucht leraar Isa*. “Maar in de vakgroep bots ik op verworven rechten en onwrikbare onderwijsidee­ ën. Als ik een nieuwe vorm van evalueren voorstel of het handboek wil ruilen voor een eigen cursus, word ik afgeblokt. Eigenlijk vraagt de vakgroep dat ik me conformeer en mijn eigen aanpak laat schieten.” Waarom voelen vakgroepen of parallelcollega’s soms als een vloek? Met collega’s die concurreren om makkelijke klassen, vaste benoemingen en het vertrou­ wen van leerlingen en directeur. Katrien Vangrieken onderzocht in ‘The teacher or the team’ het span­ ningsveld tussen leraar en vakgroep. Ze hoorde de frustraties ook: weerspannige leraren die nog een paar jaar ‘uitgezweet’ moeten worden en leraren die zich distantiëren na persoonlijke conflicten. Maar ze hoorde ook leraren de vakgroep een zegen noemen. Leraren die graag afstemmen en steun voelen bij vakcollega’s. Dat ze soms een beetje moeten toegeven, vinden ze niet erg, zolang ze samen meer be­ reiken en zelf een betere leraar worden. Samenwerken in vakgroepen en je eigen autonomie bewaren hoeven

62

niet te clashen, concludeert Katrien Vangrieken. Integendeel, ze kunnen elkaar versterken. Waarom loopt het soms mis tussen leraren en hun vakgroepen? “Ons onderwijssysteem in vakken, studierichtingen en leerjaren zorgt ervoor dat je als leraar het meest met vak- en parallelcollega’s samenwerkt en overlegt. Maar je kiest niet zelf wie in die vakgroep zit. Dus botsen daar soms persoonlijkheden, onderwijsstijlen en -ideeën. Overleg loopt dan moeilijk en oppervlakkig, frustraties worden niet uitgeklaard, miskende leraren verliezen hun drive. Maar in de verplichte vakgroepen liggen ook mooie kansen. Want die formele structuren kunnen ervoor zorgen dat leraren die wel het vak delen, maar niet dezelfde visie hebben, elkaar gaan inspireren en versterken.” Blijven vakgroepen en parallelcollega’s niet vooral steken op praktische afspraken? “Praktische afspraken nemen het leeuwendeel van de vergadertijd in. Kiezen we voor een handboek, hoever zit jij al in de cursus, welke vragen stellen we op het examen? Zelfs die discussies leiden soms tot wrevel tussen de leraar en de groep: ‘Als we dezelfde vragen moeten stellen, heb ik niet genoeg tijd voor mijn favoriete thema.’ Maar op dat niveau voelen leraren zich nog relatief veilig. Velen redeneren: ‘Zolang ik in mijn klas kan kiezen wat ik doe, is het allemaal oké’.” “Klaspraktijken en lesgeven bespreken valt leraren lastiger. Een collega vragen hoe de les wero beter kan? Dan vrezen leraren dat die gaat oordelen. Ook heftige inhoude­ lijke discussies vermijden leraren liever. Terwijl daar open


Klasse Magazine

Wie is Katrien Vangrieken? • postdoctoraal onderzoeker KU Leuven • centrum voor Professionele Opleiding & Ontwikkeling en Levenslang Leren • doctoraat ‘The teacher or the team’, 2018


Klasse Magazine

doelkansen liggen om je verder te professionaliseren. Directeurs breken daar hun hoofd over: hoe zorg ik ervoor dat vakgroepen en parallelcollega’s klasprak­ tijken durven te bespreken? Verplichten lukt niet. Leraren moeten zelf de nood én de veiligheid voelen om open kaart te spelen.” Waaraan herken je goed draaiende vakgroepen? “Ze hebben gedeelde doelen. Die ze helder formuleren en waar alle leraren achter staan. Ze weten: samen gaan we ergens naartoe. Dat lijkt logisch, maar veel leraren ervaren dat niet zo. Natuurlijk voelt een vakgroep dan als een tijd- en energievreter. Maar als een vakgroep goed werkt, voelen de leraren het effect tot in hun klas.” “Een vakgroep kan bijvoorbeeld als doel kiezen om het schrijfniveau van leerlingen op te krikken. Waarbij iedere leraar gelijkwaardig is en er ruimte blijft om je eigen persoonlijkheid in te zetten in de klas. ‘Jij houdt van creatieve opdrachten? Focus daarop, ik mik op zakelijke teksten.’ Samen stellen ze dezelfde ei­ sen op rond zinsbouw. Achteraf evalueert de vakgroep: hoe goed werkt het, waar schaaf je bij? Sterke vakgroe­ pen en parallelcollega’s weten: met elkaar afstemmen is niet gelijk stemmen. Dezelfde soep opdienen is niet nodig. Er moet speelruimte blijven voor de individuele leraar. Net dat maakt het beroep zo aantrekkelijk en is cruciaal voor effectief onderwijs.” “Een goede vakgroep kijkt ook over het muurtje. Anders zit je in een visbokaal: ben je zo volledig mee met het denken en werken van je groep dat je niet meer van buitenaf kan kijken. En dat is nodig om jezelf als vakgroep in vraag te stellen en verder te ontwikkelen.” Een sterke vakgroep eist dus niet dat iedereen identiek denkt en doet? “Nee. Sterke vakgroepen garanderen ruimte voor de eigenheid van elke leraar. Maar autonomie is geen synoniem voor individualisme waarbij je alles afschermt, geen inbreng duldt. Sterke vakgroepwer­ king eist dat je je klasdeur open gooit. Voor sommige leraren is dat een grote stap. Van baas in eigen klas naar een sterk overleg- en samenwerkingsmodel waar ook je lesgeven op tafel komt. Die stap mag wat tijd kosten. Want muren en structuren slopen gaat snel. Culturen en manieren van denken omgooien niet.” Voelen leraren met een sterke vakgroep zich ook beter? “Leraren staan voor veel uitdagingen. Hoe ga je om met zorgleerlingen, met diversiteit, met druk van ouders? In een sterke vakgroep of goede parallelwerking

64

“Als een vakgroep goed werkt, voelen de leraren het effect tot in hun klas” vinden leraren steun. Ze voelen dat ze er niet alleen voor staan. Door samen te werken voelen ze zich beter. Nog opvallend: leraren uit sterke vakgroepen signaleren meer bevlogenheid, zelfvertrouwen en autonomie in de klas.” Hoe kan de directeur van elk vakgroep een zegen maken? “Zorg dat de lessenroosters kansen bieden om elkaar tegen te komen en vergaderingen plannen geen hopeloos gepuzzel vraagt. En geef vakgroepen voldoende vrijheid en een eigen stem. Laat ze kiezen wanneer ze vergaderen en welke thema’s ze bespreken en eis niet dat alle vakgroepen identiek werken.” “Smoor geen initiatieven in de kiem. Twee ervaren parallel­ leraren wilden teamteachen testen. Hun directeur blokte dat af. Hij voelde meer voor andere duo’s, jong en oud als tandem. Nobel idee, maar de initiatiefnemers trokken zich terug en van teamteachen kwam niets in huis. Terwijl ze met hun successen het hele team hadden kunnen besmetten. De stap naar duo’s van ‘jong plus ervaren’ is dan opeens een pak kleiner.” “En tot slot: geef als directeur het goede voorbeeld. Als je verwacht dat je leraren open communiceren, doe dat zelf ook. Bespreek je schoolvisie. en vraag hoe je leraren erover denken. En besef dat een sterke vakgroep opbouwen een proces is vol ups and downs. Niet elk initiatief moet meteen een schot in de roos zijn.”


Advertentie


MOET JE WETEN


Moet je weten

Klasse Magazine

Samenstelling Anne Siccard

Interessant lesmateriaal

DE TIJDREIZIGER

WEEK VAN HET BOS

secundair onderwijs

lager onderwijs

Laat je leerlingen vanuit hun leefwereld de leerinhoud geschiedenis kennen. Op de Facebook-pagina ‘De Tijdreizi­ ger’ combineert leraar Gilles De Schuyter geschiedenis met videogames, strips, boeken, gezelschapsspelen en series. Elke post is didactisch en inhoudelijk ondersteund.

Rennen, springen, vliegen, duiken, vallen, opstaan en weer doorgaan: het thema van de Week van het Bos is in 2018 ... RAVOTTEN. De boshelden Pelle, Pluim, Prik vragen de kleine ravotters per video om hulp. Pienter de kraai daagt de ouderen dan weer uit tot een interactieve quiz. Doe mee en win een bosexcursie met de Helden van Ketnet!

facebook.com/De-Tijdreiziger-1008674359301238/ weekvanhetbos.be

EDUCATIE OP FILM FEST GENT (9-19 OKTOBER) lager en secundair onderwijs

Stap tijdens zeven voormiddagen de rode loper op met je leerlingen en geniet van de festivalsfeer en een film. Bij iedere voorstelling krijg je een professionele inleiding en nabespreking. Met de voorbereidende lesfiche ga je zelf van start in de klas. filmfestival.be/nl/over-film-fest-gent/educatie-film-fest-gent

‘CHANTER KARO-OKÉ’ lager en secundair onderwijs

Laat je leerlingen op een ludieke, interactieve en toegan­ kelijke manier kennismaken met de wereld van het Franse chanson. Met een zangboekje en instrumentjes kunnen ze starten. karolienvoets.be

ONZE VERGETEN HELDEN derde graad lager onderwijs

Het War Heritage Institute wil zo’n 6000 gerepatrieerde graven identificeren, markeren en herinneren. Gebruik het gratis lespakket om met je klas daaraan mee te helpen. Na afloop neem je het peterschap op van een van de vergeten helden. warheritage14-18.be/nl

‘28 IN 1’ - ACTIEVE LESSEN OVER DE EU derde graad secundair onderwijs

Het lesmateriaal omvat EU-spelletjes, een simulatieoefening en internetopdrachten. Kies zelf welke onderdelen en actieve werkvormen voor je leerlingen geschikt zijn. Je kan alles downloaden. europahuis.be/nl/aanbod/secundair-onderwijs/lesmateriaal/ 28-1-actieve-lessen-europa

67


Advertentie


Moet je weten

TEGEN VOEDSELVERSPILLING 9- tot 12-jarigen

Klasse Magazine

BRIALMONTFORTEN derde graad secundair onderwijs

Groente en fruit met een schoonheidsfoutje of brood van een dag oud? In Nederland redt Instock eten in drie restaurants. Daarnaast ontwikkelden ze interactieve lessen over voedsel, de keten en verspilling. Het is een lespakket met printbaar lesmateriaal, lesbrieven, video’s en zelfs een feedbackformulier. instock.nl/lespakket-voedselverspilling/

QUE?! AFVOEREN DIÉ HANDEL lager en secundair onderwijs

Met de scholenactie ‘QUE?! Afvoeren dié handel’ zet Ox­ fam-Wereldwinkels van 3 tot 13 oktober de mensonwaardige situatie van Afrikaanse cacaoboeren in de kijker. Neem deel aan de actie ‘Draai niet rond de pot, pas de regels aan!’ en ga voor eerlijke chocolade. Je vindt online alle info en bestelt er gratis plaktattoos. que.oxfamwereldwinkels.be

Ontdek met je leerlingen op een eigentijdse manier de geschiedenis van de forten en hun rol tijdens WO I. Met de smartphone gaan ze op ontdekking in de forten. Via groepsopdrachten leren ze niet enkel de geschiedenis maar ook de huidige invulling van de forten kennen. Het digitale educatieve pakket kan je vanaf september downloaden. fortengordels.be of info@fortengordels.be

OP DE VLUCHT lager en eerste graad secundair onderwijs

De film ‘Op de vlucht’ volgt asielzoekers van het vertrek uit hun thuisland tot het einde van hun asielprocedure in België. Het aanvullende pedagogisch pakket (12-14 jaar) bevat een bundel met opdrachten, getuigenissen, begrippen ... De leraar heeft een extra bundel. Het pedagogisch pakket en de animatiefilm vind je online. fedasil.be/nl/pedagogie

IN DE HUID VAN VLUCHTELINGEN

GETUIGEN ONDERWEG derde graad secundair onderwijs

secundair onderwijs

In het ‘PeaceCraft Game’ maken leerlingen derde graad secundair onderwijs de tocht van een vluchteling. Ze beleven hun reis, van thuisland tot ons land, via de bekendste smart­ phone-apps: sms, social media, berichtjes, foto’s, maps. De leraar begeleidt het spel met een digitaal lespakket.

Organiseer je een Verkeersweek met de Vlaamse Stichting Verkeerskunde, dan kan je nu als workshop een getuigenis van Rondpunt vzw aanvragen. Een verkeersslachtoffer, naaste, nabestaande of veroorzaker vertelt over (de impact van) zijn verkeersongeval. Zo leren jongeren het belang van veilig rijden, ook al is die keuze soms moeilijk.

peacecraft.be Een verkeersweek aanvragen: verkeeropschool.be/project/ verkeersweken

WIN! 5 x ‘PeaceCraft Game’ (met digitaal lespakket). Waag je kans via klasse.be/win.

69


Advertentie


Moet je weten

Klasse Magazine

Levenslang leren

NASCHOLING

KENNISDELEN

EUROGUIDANCE

MYSTERY HUB

Dit najaar kan je op 23 november en 28 november 2018 deelne­ men aan Euroguidance Nascholing. In de voormiddag komen vooral studeren en stages in het buitenland (mogelijkheden, beurzen, erkenning, …) aan bod. In de namiddag verdiep je je in Begeleiding van NEET jongeren (23/11) en Onderwijsloop­ baanbegeleiding in een multiculturele context (28/11).

In een Mystery Hub wisselen gelijkgestemden met vuur en passie ervaringen en ideeën over onderwijs uit. Mystery Hub Antwerpen had haar eerste bijeenkomst. In Gent, Mechelen, Brugge, Leuven en Hasselt broeit er wat. Registreer je als Mystery Hub en ontvang de Mystery Box met een handlei­ ding en meer. Een meter of peter helpt je verder.

Updates euroguidance-vlaanderen.be

DEBATAVONDEN

mysterievanonderwijs.be/mysteryhubs

BLOG

WETENSCHAPSCAFÉ

X, Y OF EINSTEIN?

Wetenschapscafés brengen wetenschap tussen pot en pint. Onderzoekers vertellen er laagdrempelig over een maat­ schappelijk relevant, actueel of fascinerend onderwerp. Toegang gratis, inschrijven niet nodig. Op dinsdagavond in Gent, Brugge of Kortrijk.

Benieuwd hoe de binaire code werkt? Of hoe kinderen de opvoedingsstijl van ouders beïnvloeden? Op de blog van Pedro De Bruyckere vind je deze en nog meer informatie over onderwijs, jongeren, cultuur en media. pedrodebruyckere.blog

wetenschapscafe.be/nl

BOEK SEMINARIE

E-TWINNING CONTACTSEMINAR LAGER ONDERWIJS Weinig of geen ervaring met eTwinning, het samenwerkings­ project van Europese scholen en leraren? Kom dan van 22 tot en met 24 november 2018 naar Gent. Goede voorbeelden helpen je tijdens interactieve sessies de mogelijkheden van eTwinning ontdekken. Je gaat met een eenvoudig, kleinschalig eTwinning-project naar huis. Schrijf vóór 4 oktober in. Gratis.

KLASMANAGEMENT In ‘De leraar als manager van een krachtige leeromgeving’ toont Luc Dekeyser hoe je uit een diverse klasgroep de best mogelijke leerlingenprestaties haalt. Ook de klasorganisatie en je vaardigheid om die te beïnvloeden richting betere leeruitkomsten spelen naast didactische factoren een rol. gompel-svacina.eu/

WIN! 5 x ‘De leraar als manager van een krachtige leeromgeving’. Waag je kans via klasse.be/win.

bit.ly/etwinningbasis

71


Klasse Magazine

Moet je weten

Tips voor je leerlingen

DAG VAN DE JEUGDBEWEGING lager en secundair onderwijs

Op 19 oktober 2018 vieren meer dan 270.000 jongeren de Dag van de Jeugdbeweging. Als school/klas kan je die dag ondersteunen. Bekijk het lessenpakket voor het lager en/of het secundair onderwijs.

JEF-MAKERS lager en eerste graad secundair onderwijs

Heb jij met je leerlingen van 6-14 jaar een film gemaakt (max. 5 min., alle genres toegelaten)? Stuur die dan vóór 10 januari 2019 naar meerdanfilm@jeugdfilm.be. Misschien wordt je film vertoond op groot scherm tijdens het JEF festival. Tips om aan een filmpje te beginnen vind je online.

dagvandejeugdbeweging.be/ondersteun-als-school JEFmakers.be

ERASMUS VOOR DUAAL LERENDEN derde graad secundair onderwijs

SCIENCE BAR derde graad secundair onderwijs

In het voorjaar 2019 staan opnieuw werkstages van twee weken in het buitenland op het programma voor Vlaamse Duaal Lerenden en Leerlingen uit Leren en Werken (60 in totaal). Je vindt alle informatie online. erasdu.eu

In de Gentse Science bar debatteren je leerlingen met wetenschappers. Een moderator leidt het gesprek met vijf prikkelende stellingen als rode draad. Dit eerste seizoen over identiteit, fake news, verslaving en leerstoornissen. Bekijk het programma en schrijf je klas gratis in. dekrook.be/activiteiten/science-bar

DE DRANKDUIVEL tweede graad secundair onderwijs

Leraar Christophe vertelt in deze autobiografische, educa­ tieve en interactieve monoloog over alcoholisme en alcohol­ misbruik. Na elke voorstelling zorgen ervaringsdeskundigen voor een nabespreking. Op 19 november speelt hij twee promovoorstellingen in het Fakkeltheater in Antwerpen. christophefrancken.com/de-drankduivel

WIN! 15 duotickets voor de schoolvoorstelling van 13 uur en 15 duotickets voor de promovoorstelling om 20.30 uur. Waag je kans via klasse.be/win.

72

WORD EEN RODE NEUZEN SCHOOL lager en secundair onderwijs

Rode Neuzen Dag (30 november) focust dit jaar op mentaal welzijn van leerlingen op school. Heb jij daar oog voor? Wil je eraan werken? Por dan je collega's en directeur, teken de online intentieverklaring en ga samen voor een Rode Neuzen School. Organiseer ook een actie met je klas. Het ingezamel­ de geld gaat naar ondersteuning van scholen die investeren in welbevinden. rodeneuzendag.be


Klasse Magazine

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

2 3

Door loper Wars van alle obstakels hebben we alle zwarte vakjes eruitgegooid. Een doorloper dus. Veel succes!

Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 22 oktober naar klasse.be/win en waag je kans.

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

HORIZONTAAL

VERTICAAL

1. Grote groep vissen (6) / jaargetijde (7) 2. Met Dixie Dansercoer naar het hoge noorden (13) 3. Australische vogel (4) / ongebruikt (5) / voorzetsel (2) / populaire afkorting voor Mechelse voetbalploeg (2) 4. Brief (7) / luxe (6) 5. Toeval, fortuinlijk (3) / het woord dat je zoekt (10) 6. Grieks veldheer en koning van Egypte (10) / uitgestorven Nieuw-Zeelandse vogel (3) 7. Lekkere paus? (3) / overtreding (Engels, 4) / nummer (2) / kuit (Engels, 4) 8. Gevangene (9) / lichaamsbedekking (4) 9. Officieel document (4) / Amerikaans magazine (4) / wereld (5) 10. Bijwoord (8) / Zonnegod (2) / maand (3) 11. Neusvocht (4) / belemmering (3) / jammer (6) 12. Oude naam voor Tokyo (3) / voor of na de kip? (2) / bezitter (8) 13. Achterkant van de hals (3) / clown (3) / flop (3) / vereniging (4)

1. 2. 3. 4.

73

Pauzeplekken op school (13) Kennis van pc en aanverwanten (13) Allergie voor pollen enz. (10) / eveneens (3) Spaanse uitroep (3) / schlemiel (3) / fuiven (7) 5. Schlemiel (3) / das (Engels, 3) / taverne (Italiaans, 7) 6. 60 in Latijnse cijfers (2) / vluchtig (3) / muiter (Engels, 8) 7. Tijdverdrijf (4) / Italiaanse charcuterie (6) / fout (3) 8. Tijdperk (4) / beheersen (6) / ik (3) 9. Idem (2) / persoonlijk voornaamwoord (2) / vergoeding per uur (9) 10. Goesting (3) / harde materie rond een ei (8) / op dit moment (2) 11. Vriendje van Sien (2) / Nederlandse “kaasstad” (7) / hemellichaam (4) 12. Boom (3) / ontgeurder (3) / schuif (4) / streling (3) 13. De zonen van mijn oom (5) / vertrek (6) / muzieknoot (2)


COLOFON

OVER JE ABONNEMENT

Klasse Magazine 013 – september 2018

Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij.

Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Cover: Nina Vandeweghe Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Alexander Callewaert, Ruben Cassiman, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Cherline De Maeght, Josfien Demey, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Kyra Fastenau, Sara Frederix, Seppe Goossens, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Peter Mulders, Ann Nevens, Tim Paternoster, Eva Pieters, Mieke Santermans, Tim Sels, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Bram Truyens, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sigrid Vandemaele, Sonja Van Droogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Klasse.be facebook.com/klasse twitter.com/klasse_be Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Koen Pelleriaux, Departement Onderwijs en Vorming.

Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro. Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee. Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be. Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat?- Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@ klasse.be of via je profiel op Klasse.be. Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaart-houders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd. Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 30 juni. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart. Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring.

is onderwijs en vorming

Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.


Advertentie


Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift september/oktober/november 2018 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699

Voor altijd leraar? Laat het zien! Vind de gratis tattoos bij dit magazine en plak ze op vrijdag 5 oktober. Toon trots aan de wereld dat leraar zijn jou op het lijf geschreven is. #dagvandeleraar

PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.