014 - december 2018
www.klasse.be
december 2018
MAGAZINE
Vang het conflict www.klasse.be
Vang het conflict
Advertentie
MAGAZINE
26.
32.
42.
Fotograaf Jens Mollenvanger legt vijf leraren tussen hun schoolspullen.
Dalilla Hermans: “Racisme raakt niet ‘vanzelf opgelost’ omdat de klassen superdivers zijn.”
Mike Goudeseune bouwt zijn basisschool om tot eerste kindcentrum in Vlaanderen.
05.
EDITO: Sabotagemonsters
22.
56.
06.
TOOL: Benut alle stemmen in je team
Lieselot: STEM-ambassadeur, leraar en rolmodel
Lezers, volgers, posters
08.
Wat had je willen weten voor je leraar werd?
24.
BLOG: Laura start een boekenbende
62.
DE MEELOPER: Redacteur Seppe volgt inspectie 2.0
10.
38.
Zó doen je leerlingen wél graag Frans
66.
Interessant lesmateriaal
KLASTIPS: Storytelling in je les
12.
DOSSIER: Conflicten met collega’s
48.
IN DE KLAS VAN: Karen, tweede kleuterklas
73.
DOORLOPER: Win een reischeque van 500 euro
19.
DOSSIER: "Onze directeur is autoritair"
52.
LERARENKAART: Duotickets voor ‘Werk ohne Autor’
BEELDREPO:
BLIK VAN BUITENAF:
DE DIRECTEUR:
Advertentie
Klasse Magazine
Edito
Sabotagemonsters
“Zei hij dat we met ons sanctiebeleid elke leerling aan boord houden? Tja, als je zelf niet voor de klas staat, is het makkelijk om de ‘kansengever’ uit te hangen!” In de stadsschool waar ik op bezoek ben, haalt een leraar cynisch uit naar zijn directeur. Die besliste een leerling niet van school te sturen, ondanks aanhoudend wangedrag. Waarom de leraar daar dan niets van heeft gezegd? “Dat heeft geen zin, hij luistert toch niet. Waarom blijf ik hier eigenlijk nog?” Regelmatig vangt onze redactie verhalen op over conflicten op school. Leraren die weigeren naar de vakwerkgroep te gaan, twee kampen in de lerarenkamer, een directeur die autoritair blaft, starters die hun nieuwe ideeën moeten inslikken, een leraar die de vergadering ostentatief verlaat. Iedereen herkent die situaties, weinigen willen erover praten. En al zeker niet met naam en foto. We zwijgen, om het niet erger te maken. Om de lieve vrede. We denken dat het wel overwaait. Helaas, precies daarom escaleert het vaak. In veel lerarenkamers lopen sabotagemonstertjes rond: sarcasme, roddels, smoesjes ... Bovendien zetten we collega’s die anders denken, makkelijk opzij. “Daar is de Patrick weer. Die heeft altijd commentaar.” Dissidente stemmen negeren we graag. Het moet vooruitgaan. Maar als we niet luisteren naar afwijkende meningen of angstgevoelens, duiken ze onder water. En daar worden ze grote monsters. Dan werken collega’s elkaar openlijk tegen, praten ze niet meer met elkaar en valt het team uiteen. We omarmen meningsverschillen beter vóór ze onder de waterlijn verdwijnen. Want conflicten verbinden ons en brengen extra wijsheid binnen. Mining the gold of conflict, noemen experts dat in ons dossier over Deep democracy. Naar boven halen wat zogenaamd niet gezegd kan worden. Daarvoor moet je je veilig voelen op school. En heb je lef nodig. Want we zijn bang dat het uit de hand loopt. Toch is het de enige manier om de echte rijkdom van een lerarenkamer aan te boren. Er zit een stukje dwarsdenker in ieder van ons, en maar goed ook. Diverse perspectieven verrijken onze professionaliteit. Maar de kracht van een team of een klas zit niet alleen in de sterkte van elk individu. Ze zit vooral in de relaties met elkaar. We willen allemaal gehoord worden. Luister daarom aandachtig naar de stem van de minderheid en durf luidop te vragen: “Wie ziet het anders? Wie herkent dat nog? En vooral: wat hebben we nodig om met elkaar verder te gaan?” Vang die monstertjes. Op tijd.
Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be
Klasse Magazine
Lezers, volgers, posters
Lezers, volgers, posters Tekst Tinne Deboes
KLASSE.BE
“Het is al te naïef om te denken dat kinderen op school onder druk zetten volstaat om ze later met sterke schouders in de samenleving te laten stappen" Professor Maarten Vansteenkiste, UGent, op Klasse.be
6
@joerideblauwe – Sterk artikel over de zin en onzin van centrale examens. Meer van dat. Onderwijs verdient nuance en diepgang. Proficiat aan @klasse_be om deze rol te vervullen.
REDACTIE@KLASSE.BE
Trauma's “Ik ben leraar NT2. Ik had al vaker vluchtelingen in de klas en zag de pijnlijke herinneringen in hun ogen. Sommigen zijn heel open en vertellen hun verhaal. Bij anderen komt er weinig tot niets, maar ik zie wel vaak de tristesse in hun ogen. Twee jaar geleden was er Tarik, een Syrische jongvolwassene. Vriendelijk, beleefd. Praten over wat hij meemaakte, kon hij niet. Hij mompelde vaak dezelfde zin als ik hem vroeg hoe het ging: ‘Explosies in mijn hoofd’. En dan kwamen de tranen. Ik heb zijn verhaal nooit gekend, maar zijn blik vergeet ik niet meer.” Een leraar reageert op de verhalen over vluchtelingen in de klas in onze themanieuwsbrief voor wie werkt aan gelijke kansen in onderwijs.
Klasse Magazine
FACEBOOK - KLASSE
“‘Onze dochter komt graag naar school’. Dat soort complimenten op een oudercontact maken mij fier. Kinderen moeten zichzelf kunnen zijn en zich goed voelen. Hoe klein het ‘probleem’ ook is waarmee ze naar me toe komen, ik luister echt en probeer dat met hen op te lossen. Hun dingen bijbrengen, het zit gewoon in mij. Of het nu correct Nederlands is, zingen of averechts breien. Dit wil ik voor altijd blijven doen.” Wim Vandereyken, leraar in basisschool ‘t Centrum in Houthalen-Helchteren, ging op de Dag van de Leraar trots voor een échte lerarentattoo.
MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. STRAFFEN EN BELONEN: 12 TIPS EN INZICHTEN
2. DEZE 5 APPS MAKEN JE LEVEN ALS LERAAR MAKKELIJKER 3. HOE BOUW JE EEN HECHTE RELATIE OP MET JE KLEUTERS? YOUTUBE - KLASSE
4. EEN HOOGSENSITIEF KIND IN JE KLAS: 2 X 7 TIPS
Herstelmuur Hanne leert haar kleuters om zelf conflicten op te lossen: “Geen snelle sorry, maar samen nadenken en kiezen hoe je het bijlegt aan de herstelmuur.” De YouTube-video inspireert leraar Valerie: “Hier ga ik onmiddellijk mee aan de slag, super!”
7
5. REDELIJKE AANPASSINGEN DIE WERKEN VOOR LEERLING ÉN LERAAR?
Klasse Magazine
Wat had je willen weten voor je leraar werd?
Wat had je willen weten voor je leraar werd? Elk schooljaar schotelt Klasse leraren een nieuwe vraag voor. Dit jaar: wat had je willen weten voor je leraar werd? Mail jouw antwoord naar redactie@klasse.be. Beelden Debby Termonia Tekst Piet Creten, Stijn Govaerts
Joeke Raemakers, leraar natuurwetenschappen, De Prins Diest. “Leerstof erin rammen? Daar stapte ik van af. Ik coach en stuur bij terwijl de leerlingen zelf hun leerstof verwerken. En ik benoem hun talent. Via interviews zoeken we naar wat ze energie geeft, wat vanzelf gaat: jij bent een meetrekker, mooimaker of groepsmotivator. Als je leerlingen de kans geeft om hun talent in te zetten, dan loopt die les vanzelf.�
8
Klasse Magazine
Sarah Guelinckx, leraar basisonderwijs type 9, Ten Desselaer Lovenjoel “Lesgeven laat je nooit los, zelfs niet op vakantie. Vorig jaar had ik een kind dat hield van haaien. Ik zag in de winkel een haaientrui, kocht die en droeg hem in de les. Je moet in het buitengewoon basisonderwijs ook elke dag met een schone lei beginnen. Vandaag heeft een leerling me gestampt. Als die morgen een knuffel wil geven, wijs ik hem niet af. We beginnen weer vanaf nul.”
Jonas Van Dessel, leraar tweede leerjaar, SintPietersschool Korbeek-Lo “Dat lesgeven een verslaving is. Je kan niet zonder, maar als het tegenzit, denk je net zo goed: laat me allemaal met rust. Ik ga in een winkel rekken vullen. Maar dan bouw je samen met collega’s en leerlingen aan een nieuw project zoals een kunstroute of musical. Als je dat ziet ontstaan, weet je: er is geen job in de wereld waar ik dit gevoel kan krijgen.”
9
Klasse Magazine
Klastips
Klastips
Storytelling in je les Lesgeven lijkt op toneel spelen. Met deze tien storytelling-technieken van regisseur en leraar Marcel van der Pol vang je de aandacht van je leerlingen. Tekst Stijn Govaerts
START MET DE OPMAAT “Met de opmaat, een theatertechniek, maak je aan de leerlingen met een krachtig signaal duidelijk dat de les begint, zonder dat je ze al écht start. Je kijkt bijvoorbeeld nog eens in de gang of er nog laatkomers zijn. Daarna sluit je de deur. Heb je ze nog niet mee? Doe het nog eens.”
DRUK OP PAUZE “Geef je leerlingen wat tijd om je uitleg te verwerken. Jij bent de verteller en kent het verhaal. De leerlingen horen het voor het eerst. Laat een stilte vallen. Je kan die ook inzetten met een stelling of een vraag: ‘Nu je erover nadenkt, ben je het eens met Bohr of Einstein?’”
MAAK GEWONE DINGEN ONGEWOON “Blijf niet alleen bij het verhaal van de held stilstaan. Als je les geeft over de zwaartekracht en de vallende appel, focus dan niet alleen op die val. Maar spreek over de wetenschapper die de boom onderzoekt. Vertel het verhaal van de boom zelf, of van de aarde onder de boom. Of de worm die in de appel woont.”
SPEEL CHRISTIE VS. COLUMBO “Hou je niet altijd aan de klassieke, chronologische vertelwijze. Speel ook met je bouwstenen. Wat vertel je meteen? Welke informatie laat je eerst weg? Maak er af en toe een ontdekkingsreis van. Wie zou het gedaan kunnen hebben? En geef pas op het einde de clou, zoals Agatha Christie deed. Of start je verhaal met de conclusie, zoals detective Columbo. Zo kunnen je leerlingen meedenken en -voelen.”
10
Klasse Magazine
PLAATS RUIMTELIJKE ANKERS “Beweeg in je lokaal, zo breng je intonatie en melodie in je verhaal en bied je je leerlingen ruimtelijke ankers. Als je in het centrum gaat staan, ben je de leraar. Voor een anekdote of een grapje ga je aan de zijkant staan. Vergelijk je twee theorieën? Voor Einsteins theorie ga je links in de klas staan. Dan stap je naar de lerarenpositie centraal voor de klas en vraag je of het duidelijk was. Ja? Ga naar de rechterkant en breng Bohrs inzichten.”
ONTMOET JE LEERLING “Les goed voorbereid? Maar je voelt dat je ze staat af te ratelen? Je ontmoet je leerlingen niet? Denk na: hoe maak je ze zo nieuwsgierig dat ze absoluut willen volgen? Begin met: ‘Na de les weet je hoe een vrachtwagenbedrijf via een wiskundige formule drie miljoen winst maakte’. Als je de les vals samenzweerderig start met ‘Mannen, ik weet het, standaarddeviatie, droge les, maar we moeten erdoor’, dan ben je ze op voorhand al kwijt.”
GA DOOR DE VIERDE WAND “De voorkant van je podium, tussen jou en je leerlingen, dat is de vierde wand. Op het toneel kom je daar niet door. In een klaslokaal moet je voortdurend door die vierde wand heen. Stap je klas in en bouw aan een relatie met je leerlingen. Stel ze vragen: ‘Snap je het? Vind je het mooi? Heb je een suggestie?’”
GEBRUIK DE KONINGSPOSITIE “Ga op de koningspositie staan, da’s toneeltaal voor centraal vooraan in de klas. Zet drie stappen vooruit. Meestal valt iedereen stil. Als dat nog niet werkt, maak je met je hand een gebaar voor je gezichtsveld. Zo trek je nogmaals hun aandacht.”
VERGROOT HET DENKRAAM “Je denkraam is jouw versie van de werkelijkheid. Als je het denkraam van je leerlingen kan vergroten, heb je impact. Zeg niet: ‘Je versie is fout’. Maar vraag: ‘Mag ik je denkraam groter maken met nieuwe invalshoeken?’ Schakel ook tussen perspectieven. Kan je je als leraar in de rol van leerling plaatsen? Door hun ogen krijg je een frisse blik op je leerstof. Of op die ene knoop die ze hebben met de theorie of een oefening.”
CHECK VOORAF JE BOUWSTENEN “Bedenk in je lesvoorbereiding hoe je je verhaal gaat vertellen. Zoals een script. Ga je van opmaat naar start, bouw je een spanningsboog? Wat is het conflict in je verhaal? Wat is je reisdoel en wat zijn de stappen die je met je leerlingen zal zetten? Door welk (nieuw) frame laat je ze kijken? Heb je op het einde van de les je cadeau klaar?”
11
Klasse Magazine
Dossier Conflicten in het team
Dossier
Hoe saboteer jij op school? Tekst Stijn Govaerts, Michel Van Laere Illustraties Quentin Duquesne Beelden Tina Herbots
SLECHTE OF GESTOKTE COMMUNICATIE EXCUSES EN SMOESJES GRAPJES
12
RODDELEN
OPZETTELIJK TEGENWERKEN
Klasse Magazine
Als we anders denken over vraagstukken of beslissingen en niemand hoort ons, stellen we sabotagegedrag: gefrustreerde pogingen om te zeggen wat we denken en voelen. Zoek eerst op de illustratie welk gedrag jij soms stelt (of ziet) in de lerarenkamer of op vergaderingen. En lees daarna in het dossier hoe je de monstertjes boven water brengt met Deep democracy.
OORLOG / VERTREK / TERUGTREKKEN STAKEN
VERTRAGEN
13
Klasse Magazine
Dossier Conflicten in het team
Vermijd conflicten niet Meningsverschillen en conflicten in de lerarenkamer, op het schoolsecretariaat, in de vakwerkgroep. We gaan er vooral niet mee om. Gevolg: spanningen, roddels, sarcasme, lange tenen, doelloze vergaderingen, burn-outs ... Het kan nochtans anders. ‘Ga die conflicten aan, want er zit goud in’. Dat zegt Deep democracy. Hoezo? Waar mensen samenwerken, zijn er verschillende meningen. Hoe gaan scholen om met (mogelijke) conflicten? Fanny Matheusen: “Mensen zijn conflictvermijders. Bovendien zijn Vlamingen geneigd om veel te (ver-) zwijgen. ‘Om de lieve vrede’. Dat merk je ook in onze scholen. We willen geen conflicten in de lerarenkamer. We denken zelfs dat meningsverschillen verdwijnen als we er niet over praten: ‘Het waait wel over’. Maar dat is niet zo: ze gaan in de onderstroom leven en worden enkel groter en harder. Soms zo groot dat het nog moeilijk samenleven wordt in de lerarenkamer. De burn-outcijfers in onderwijs zijn hoog, vaak omdat mensen niet kunnen zeggen wat ze eigenlijk willen zeggen.” We moeten de conflicten aangaan? Fanny Matheusen: “Vaak benoemen we een conflict op school pas als het ontploft. Terwijl we veel vroeger kunnen starten: voor het escaleert, voor er twee kampen komen, voor mensen geen open kaart meer durven spelen. Stemmen die nooit gehoord worden, gaan radicaliseren. Als we ons vandaag zorgen maken over radicalisering bij jongeren, dan moeten we ook durven kijken naar onze eigen scholen. We maken te snel een zondebok van de tegenstem.” “Deep democracy zorgt ervoor dat ‘wat gezegd moet worden ook gezegd kán worden’, dat alle meningen en invalshoeken aan bod kunnen komen. Heftig soms, maar alleen zo kunnen leraren en scholen groeien: Mining the gold of conflict. De kwaliteit van organisaties zit in de relaties: met sterke leraren en zwakke relaties kan je geen topteam hebben, met sterke relaties en ‘gewone’ leraren wel.”
14
Welke conflicten leven op school? Fanny Matheusen: “Onlangs ging ik naar het oudercontact van mijn dochter maar was daarvoor eigenlijk niet uitgenodigd, enkel de ‘probleemgevallen’ waren welkom. Ik zei dat ik daar niet akkoord mee ging en enkele leraren gaven me gelijk. Op school was er niet over gedebatteerd. Gevaarlijk, want dan kunnen leraren in kampen belanden met vooren tegenstanders.” “Er is trouwens genoeg conflictstof op scholen: geven we huiswerk of niet en hoe dan, wat met straffen en discipline in de klas, hoe ver gaan we met redelijke aanpassingen, of met de thuistaal? Als de school daarover besluiten neemt en je voelt je niet gehoord, trekken leraren zich soms terug in hun klas: deur dicht, de rest kan hen niet meer schelen. Ze zijn in conflict met de school. Zonde, want we kunnen als school zoveel rijker worden door in discussie te gaan, door wél die andere meningen en invalshoeken te horen.” Wat gebeurt er als je niks doet met meningsverschillen? Fanny Matheusen: “Bekijk een lerarenteam, een secretariaat of vakwerkgroep of om het even welke organisatie als een ijsberg. Alles wat zichtbaar is boven water, is wat we aan elkaar vertellen. Maar er speelt veel onder de waterlijn: grote en kleine frustraties, conflicten, meningsverschillen, angsten, dromen, alles wat we niet durven of kunnen delen met de groep. Hoe beter de lerarenkamer aan elkaar hangt, hoe meer bespreekbaar is en hoe minder onder de waterlijn blijft. Mensen spreken elkaar dan aan: ‘Jef, ik hoorde je zuchten toen de directeur het voorstel deed, denk jij er anders over?’” “Als leraren niet gehoord worden, als ze niet mogen of kunnen zeggen waarom ze niet akkoord gaan, bv. bij een heel autoritaire directeur, gaan ze saboteren. Ze ontwikkelen manieren om net niet te zeggen wat ze eigenlijk wél bedoelen:
Klasse Magazine
Wie is Fanny Matheusen? • doceert ‘interculturele competentie’ aan studenten en docenten in hogescholen • is facilitator, trainer en supervisor Deep democracy en begeleidt teams in diverse sectoren • is auteur van het boek: ‘Van zondebok naar zebra - Deep democracy: een nieuwe kijk op besluitvorming en conflicthantering’
“Met sterke leraren en zwakke relaties kan je geen topteam hebben, met sterke relaties en ‘gewone’ leraren wel” sarcastische grapjes over een beslissing van de directeur, smoezen of excuses om niet op een (vak)vergadering te zijn, de boel bewust tegenwerken, zich ziek melden. Leraren zijn dan niet meer bezig met hun kerntaak, talenten en passies raken ondergesneeuwd. Alle energie gaat naar ‘de strijd’.” Wat kunnen we doen als we sabotagegedrag zien? Fanny Matheusen: “Als ik in een school met moeilijkheden kom, zoek ik via de sabotagelijn wat ze nodig heeft. Die lijn gaat van bedekte vormen van sabotage (grapjes, smoesjes, roddels) naar meer open (niet meer praten, tegenwerken, vertragen, staken). Die ‘kleine’ sabotage kan je nog aanpakken: vraag naar wat iemand bedoelt met zijn grapje, wie dat ook zo voelt en wat we nodig hebben om samen verder te gaan. Maar als de communicatie stokt, wordt het spannend. Dan zitten we in zwaar conflictwater en wordt het voor de directeur heel moeilijk om nog neutraal te zijn, om alle stemmen te horen. Dan heb je een externe facilitator nodig.” “Wij hebben allemaal favoriet sabotagegedrag, maar zijn ons daar niet altijd van bewust. Als we ventileren in de
15
lerarenkamer bijvoorbeeld. De vorige keer dat ik daarvan getuige was, werden discriminerende uitspraken gedaan over leerlingen. Dat lijkt onschuldig, maar daaronder zat een heel debat over gelijke onderwijskansen, over kinderen rechten geven, over tegemoetkomen aan andere culturen, over redelijke aanpassingen. We ventileren, maar de echte discussie voeren we niet. Sabotagegedrag is dus niet fout, het is wel een teken dat iets niet gezegd kan worden. En daar moet je mee aan de slag.” Waarom is de tegenstem waardevol? Fanny Matheusen: “Op school heb je altijd een dominante stem. Dat wat de meerderheid denkt (over het oudercontact, de thuistaal, het huiswerkbeleid, de vakgroep ...). Collega’s die anders denken, kan je dan wegzetten als lastigaards, tegenwerkers, blokken aan het been die niet bij ons passen. We schuiven ze opzij en denken dat het probleem opgelost is. Maar alleen door toch naar ze te luisteren, te checken welk stukje tegenstem ook in ons zit en wat we ervan kunnen leren, zal je school sterker draaien.”
Klasse Magazine
Dossier Conflicten in het team
“Deep democracy stelt niet dat die lastige stem wijzere dingen zegt. Wel dat door ernaar te luisteren andere dynamieken ontstaan. Je werkt aan een betere relationele bedrading waardoor meer wijsheid en potentieel uit die groep naar boven komt. Onder elke lastig gedrag zit een positieve inzet. We moeten kijken naar wat die collega eigenlijk wil vertellen. En daarvoor moeten we soms het conflict met elkaar durven aangaan.” “Deep democracy staat haaks op hoe we nu naar onze vakwerkgroep of ons lerarenteam kijken: die moeten snel en efficiënt werken, met zo weinig mogelijk collega’s die anders denken. Deep democracy gaat niet op een softe manier harmonie bewerkstelligen, maar wil de polarisatie even opzoeken. Dat is best stoer en we zijn daar bang voor, maar je inzichten worden wel waardevoller.” Inclusieve besluitvorming zorgt ervoor dat iedereen gehoord wordt en dat je alle krachten van een team aanspreekt. Hoe doe je dat? Fanny Matheusen: “Je kan vijf stappen zetten: vier boven de waterlijn en eentje die onder de waterlijn duikt. 01. Zeg alles. Alle invalshoeken zijn welkom: ideeën, argumenten, cijfers maar ook dromen of emoties. 02. Empower de nee-stem. Vraag naar wie er anders over denkt. Daarvoor uitkomen vraagt lef: hoe gaat de groep reageren, loop ik niet het risico om de zondebok te worden? 03. Breek uit. Als de nee-stem en het tegenvoorstel op tafel liggen, vraag je: ‘Wie herkent dat standpunt, wie voelt hetzelfde?’ Zo voelt de collega met het minderheidsstandpunt zich erkend. Een belangrijk moment: je spreidt de rol over verschillende mensen, weg van het denken in een zondebok. 04. Raak de wijsheid. Bevraag de minderheidsstem. Overtuig de andersdenkende collega niet om mee te werken, maar zoek hoe hij de meerderheidsbeslissing rijker kan maken: ‘Wat heb je nodig om mee te gaan, om achter het voorstel te staan dat niet het jouwe is?’ 05. Ga het conflict aan. Als je voelt dat er spanningen leven, ga die dan aan. Anders gaan ze onder de waterlijn. Kijk naar de sabotagelijn: wat zeggen collega’s zonder het echt te zeggen (grapjes, roddels …).” 16
“Als we van de directeur een superman of -vrouw maken, krijg je een team van zielige wezens die geholpen moeten worden”
Vragen wie die dissidente stem herkent, helpt? Fanny Matheusen: “Ja, dat noemen we ‘de rol spreiden’. Het begrip ‘rol’ zien we in Deep democracy ruimer dan onze sociale (vader, moeder …), functionele (leidinggevende, ondersteuner ...) of persoonlijkheidsrollen (doorduwer, perfectionist …). Alles wat je denkt of voelt is ook een rol: blijdschap, boosheid, angst, verzet. Al die rollen vormen het weefsel van een groep. Belangrijk is dat we bij conflicten blijven inzien dat een individu meer is dan zijn rol. Dat we blijven zien dat onze schooldirecteur ook een vader, moeder, partner is, iemand die sport en speelt. Meervoudige identiteit dus.” “Aan de andere kant moeten we ook beseffen dat een rol groter kan worden dan een individu. Dat niet enkel Jef de kritische is in de lerarenkamer, en Fien de perfectionist en Anne de chaoot. Rollen zijn vloeibaar. Waardoor de perfectionist ook eens chaoot mag zijn, en de ‘brave’ ook eens op tafel kan kloppen. Dat zorgt er ook voor dat de directeur onze mening snapt en wij de wereld van de directeur een beetje gaan begrijpen. In succesvolle groepen zijn die rollen in beweging.”
Klasse Magazine
Hoe maak je je lerarenkamer, je vakwerkgroep of secretariaat veilig om een conflict aan te gaan? Fanny Matheusen: “Als je in de klas aan leerlingen vraagt om kritisch te zijn, om hun gedacht te zeggen en je geeft daarna cijfers of zegt: ‘Die mening was een goeie en die helemaal niet’, gaan die leerlingen alleen nog sociaal wenselijk antwoorden. Hetzelfde gebeurt in de lerarenkamer. Als je meteen meningen afstraft en zegt: ‘Dat kan niet’, ‘Dat hebben we al geprobeerd’, ‘Dat gaat ons veel tijd kosten’, ‘Dat is niet wetenschappelijk bewezen’, gaan mensen hun meningen inslikken. We zien dat collega’s dan te weinig willen leren van elkaar, zich onvoldoende kwetsbaar durven opstellen of fouten mogen maken.”
ook om heel duidelijk te zijn over hun rol. Durf dat leiderschap op te nemen, own your rank. En dat moet niet autoritair. Veel leidinggevenden doen dat op een heel fijne, charismatische, passievolle manier.”
Bij conflicten op school is de directeur vaak kop van Jut? Fanny Matheusen: “De directeur heeft een sleutelrol: hoe komt hij tot inclusieve besluitvorming op school, wat doet hij met conflicten en meningsverschillen, hoe stimuleert hij verbinding? Een directeur voelt zich vaak zelf heel onveilig. We onderschatten hoe eenzaam die rol is en hoe weinig open en eerlijke feedback hij/zij krijgt van medewerkers. Vaak omdat leraren heel traditioneel kijken naar leiderschap: hiërarchisch, met weinig zelfsturing.”
“Maar er is meer. Scholen moeten kinderen voorbereiden op een toekomst die we niet kennen, want onze wereld is voortdurend in transitie. We gaan naar een samenleving waar we veel afhankelijker zullen zijn van elkaar. Denk maar aan autodelen, cohousing en de toenemende superdiversiteit. We zullen met elkaar moeten kunnen samenleven en samenwerken én dus ook leren om conflicten aan te gaan, want we zijn verschillend en we kunnen dat verschil niet wegwerken. Deep democracy kan een navigatiesysteem zijn voor leraren om leerlingen iets mee te geven waar ze wat mee kunnen in deze wereld in beweging, los van alle vakinhoud.”
“Het is vandaag bon ton om op onze leiders te schieten. Kijk maar naar de negatieve reacties op politieke leiders. Ze kunnen weinig goeds doen en we projecteren heel veel op hen. Daarom wordt dat leiderschap soms te zwaar. We mogen van een directeur geen superman of -woman maken. Anders krijg je ook een team van zielige wezens die geholpen of gered moeten worden. Sommige collega’s willen dat misschien ook zijn. Vraag is dus: hoe leer je iedereen dat leiderschap op te nemen, die rol te spreiden? Pas dan krijg je medewerkers die initiatief nemen en proactief zijn.” Iemand moet wel knopen doorhakken en beslissingen nemen op school. Fanny Matheusen: “Dat klopt. Een autocratische leider neemt die beslissingen zelf. Een democratische geeft meer inspraak. Maar ook dan kan nog 49 procent zich in een richting geduwd weten. De directeur, maar evengoed de coördinator van de vakgroep of de voorzitter van de schoolraad, kan dus nog een stap verder gaan en de wijsheid van de minderheid toevoegen aan het meerderheidsstandpunt. Daardoor krijg je een andere ‘ja’ en worden alle standpunten en gevoelens ook uitgesproken.” “Veel leidinggevenden voelen schroom om in hun leiderschap te gaan staan. Een verkeerde interpretatie van Deep democracy is dat je helemaal niks meer mag zeggen en dat je je bevoegdheid en verantwoordelijkheid teruggooit. We moeten directeurs niet enkel versterken om alle stemmen in hun team te horen en daarmee aan de slag te gaan, maar
17
Wat wint een school door diep democratisch te werken? Fanny Matheusen: “Als je aan inclusieve besluitvorming doet én emoties een plaats geeft, wordt je school vitaler en creatiever. Leraren zijn meer bereid om met elkaar samen te werken. Deep democracy leert je ook interculturele competenties aan: je luistert naar de minderheidsstem en wat die kan toevoegen aan het geheel.”
WAT IS DEEP DEMOCRACY? Deep democracy ontstond begin jaren negentig in Zuid-Afrika. Het land was op zoek naar nieuwe manieren van besluitvorming na de val van de apartheid. Het echtpaar Lewis ontwikkelde technieken en gespreksmodellen om besluiten te nemen en conflicten op te lossen. Uitgangspunt is dat tegenstellingen de start zijn voor een creatief proces waar je organisatie rijker van wordt. Steeds meer bedrijven en scholen gaan er ook bij ons mee aan de slag.
Dossier Conflicten in het team
Klasse Magazine
Conflict op school Vier situaties aangepakt vanuit Deep democracy
01.
02.
“KRIS WIL NIET NAAR DE VAKGROEP”
“ONZE DIRECTEUR IS AUTORITAIR”
“Collega Kris weigert pertinent om afspraken op te volgen en stuurt zijn kat naar vergaderingen. De directeur laat betijen. Onze vakgroep draait niet.”
“Onze school wordt geleid door een dominante directeur. Er is veel geroddel en niemand durft uitkomen voor zijn mening.”
Fanny Matheusen: “Vraag Kris waarom hij zich niet goed voelt. Misschien vindt hij dat de vakgroep zijn pedagogische vrijheid beknot? Herkennen andere collega’s dat? Misschien vindt nog iemand het vervelend om drie gemeenschappelijke vragen op te stellen per examen. Het lijkt raar om het lastige gedrag van Kris te verspreiden, maar zo ziet hij een kant van ons die hij nog niet kende, en worden wij ons bewust van ons eigen Kris-kantje. Als het conflict al dieper zit, voer je het debat los van de personen (Kris’ visie of die van Els?) maar op de rollen: ‘alles afstemmen op elkaar’ versus ‘genoeg autonomie behouden’. Doel: beide visies goed verkennen en daaruit iets essentieels leren waardoor je beter met elkaar zal samenwerken.”
Fanny Matheusen: “Vaak wordt de collega met het meeste lef uitgestuurd: die moet het maar eens gaan zeggen. Hij/zij loopt dan het risico aan de deur gezet te worden of in een positie waar je niet veel last meer van hem/haar hebt. Of er komt een open, anonieme brief. Geen goede strategieën. Ik leer mensen om die ‘nee-stem’ toch te laten horen op vergaderingen: ‘Ik ga niet akkoord, ik zie dat anders’. En vraag elkaar daarin te steunen: wie herkent dit, wie deelt die mening? Laat die nee-stem niet verloren gaan. Een onschuldig grapje maken mag: ‘Als onze directeur zijn sleutel vergeet, ligt de school plat’. Maar stellen we ook de vraag: wat willen we eigenlijk zeggen met dit grapje? Zo proberen we die waterlijn stilletjes aan te doen zakken.”
03.
04.
“COLLEGA’S LOPEN ER DE KANTJES AF”
“DIE RACIST MOET UIT ONS TEAM”
“Er zijn spanningen tussen bevlogen leraren en zij die er de kantjes aflopen. Misschien moet de directeur het contract van enkele collega’s niet verlengen?”
“Een collega doet vaak racistisch, hij stond ook op een bepaalde politieke lijst. De directeur en het schoolbestuur doen niks. Dat kan toch niet?”
Fanny Matheusen: “Je zou enkel kunnen verder gaan met de bevlogen leraren. Maar het signaal van de andere kant - ‘de school is mijn werk’ - verdwijnt daarmee niet. Bovendien: is het wel verstandig dat de school ‘je leven moet zijn’? Zet alle leraren in de ene kant van de zaal en doe ze denken vanuit ‘de school is mijn leven’. Wat voel en zeg je dan? Zet ze nadien in het andere kamp: ‘de school is mijn werk’. Wat denk en zeg je dan? Daar zit de groeikans. De leraren voor wie ‘de school hun werk is’ ontdekken en zeggen dat ze ook wel wat extra dingen voor school doen. En omgekeerd: de ‘passievolle’ mensen zeggen dat de school soms wel echt ‘werk’ is. Je laat die polarisering even spelen. En vanuit die verkenning kan je opnieuw verbinden.”
Fanny Matheusen: “Ik kreeg die vraag in een superdiverse school. Dat ‘anders zijn’ lag duidelijk bij één collega. Tot we naar die dissidente stem luisterden. Zit een stukje van wat die collega doet of zegt ook in mij? Heb ik zelf vooroordelen, waar herken ik me? Een van de collega’s zei toen: ‘Eigenlijk doe ik ook iets discriminerends, want ik bevoordeel leerlingen wel eens die de taal niet machtig zijn, ik geef ze toch een goed cijfer want ze hebben het al moeilijk genoeg met mijn collega. Door dat niet te zien, wordt die ene collega de lastige. Door die ‘racist’ uit de school te zetten verdwijnt de stem niet die zegt dat we het allemaal lastig hebben met de toenemende heterogeniteit in de klas. Dat is waar we echt mee aan de slag moeten.”
19
Klasse Magazine
Dossier Conflicten in het team
Wie is Remco Babijn (41)? • directeur algemeen en pedagogisch beleid SintNorbertusinstituut Duffel • theoloog, stimuleert graag ontwikkeling • volgde met scholengroep KITOS-Mechelen een vorming over Deep democracy
Ja aan de nee-stem “Vroeger was ik tevreden als ik de meeste collega’s mee had en ging ik snel voorbij aan de argumenten van wie tegenwerkte. Nu ben ik fier op de nee-stem in mijn team.” Waarom omarmt directeur Remco Babijn die geluiden? En hoe maakt een conflict zijn schoolteam sterker? Hij werkt met technieken uit Deep democracy.
20
Hoe gebruik je Deep democracy op school? Remco Babijn: “Deep democracy helpt om heel goed naar al onze mensen te luisteren. In onze denkgroep richting 2030 bijvoorbeeld waarin we met leraren, leerlingen, ondersteuners en ouders onze toekomstvisie vormgeven. Tegen dan zijn alle leerlingen en leraren bezig met een individueel leertraject. Stappen we af van het jaarklassensysteem. Die omslag zal iedereen voelen. Dus heb je scherpe voor- en tegenstanders, maar ook mensen met een voet in beide kampen.” “Een professional in Deep democracy gidst ons als groep naar een meerderheidsbeslissing. We zeggen duidelijk: we gaan die richting uit, maar er is alle ruimte om van koers te veranderen, om nieuwe accenten te leggen. Dat wil zeggen dat je niet alleen de argumenten van voorstanders, maar ook die van tegenstanders serieus neemt. Sommige ouders, leraren en leerlingen vreesden dat samenwerken geen aandacht meer krijgt in individuele trajecten. Dus namen we uitdrukkelijk op: leren samenwerken blijft een basiscompetentie waarop we ook in de toekomst sterk willen inzetten.”
Klasse Magazine
Wat als een tegenstander liever gaat dwarsbomen? Remco Babijn: “Sabotagegedrag is heel normaal. Dat is gewoon iets wat mensen doen. Deep democracy is geen antisabotagemiddel. Voor sommige collega’s ligt 2030 heel ver weg, soms zelfs voorbij hun pensioen. Waarom dan veel energie stoppen in een nieuwe aanpak, denken ze. Als je tijdens groepsmomenten geen ruimte geeft aan de nee-stem, dan doen ze er in de lerarenkamer lacherig over of zuchten ze cynisch dat het al de zoveelste verandering in hun carrière is.” “Niets mis mee, ze moeten stoom kunnen aflaten. In heel veel gevallen is dat sabotagegedrag onschuldig. Maar het effect op de groep is dat vaak niet. Want de leraren die vol willen gaan voor die vernieuwing horen die cynische opmerkingen en raken misschien ontmoedigd. Zonde, want ik heb zowel mensen nodig die vooraan als achteraan stappen in de vernieuwing. Ik kan niemand missen in mijn team. Collega’s die in 2030 met pensioen zijn? Dat zijn de reuzen met schouders waarop wij als dwergen zullen staan. Zij zijn onze voorgangers. Ik geef ze expliciet die rol. Je kan hier niet aan de zijlijn gaan staan.” Met welk inzicht van Deep democracy boekte je het meeste vooruitgang? Remco Babijn: “Dat de wijsheid van de nee-stem je groep sterker maakt. Neem nu onze visie om competentiegerichter te werken in de B-stroom. Daarvoor hebben we een instrument nodig dat leerlingen helpt met zelfstandig werk en om zichzelf in te schalen. Enkele leraren zeiden: ‘Dat kunnen die leerlingen niet zelfstandig’. Anderen dachten van wel. We onderzochten wat die nee precies wilde zeggen. Daardoor ontdekten we dat sommige leraren nood hebben aan een opleiding coachingsvaardigheden. Die komt er.” “Vroeger ging ik te snel aan die nee-stem voorbij. Dat wekt frustraties op bij tegenstanders. Die verdwijnen dan wel uit het zicht, maar blijven sluimeren in je team. Ooit krijg je ze weer voor de kiezen. En dan ondermijnen ze je werking. Maar als je de nee-stem naar boven brengt, en je leert er samen uit, dan zet je stappen als groep.” “Het is ook heel interessant om vast te stellen dat er altijd collega’s opstaan die aan het besluit van de grote groep de nuances en de wijsheid van de minderheid koppelen. Want die helpt je in je vernieuwingsdrang te kijken naar wat goed was in de vorige situatie. En wat je dus kan behouden. Je sluit geen fiftyfiftycompromis. Je stelt wel de vraag: wat heb jij nodig om mee te kunnen in het nieuwe besluit?”
21
Met welke technieken van Deep democracy boek je nog resultaten? Remco Babijn: “Je kan als groep op een gelijkwaardige manier over problemen spreken en ze onderzoeken. Iedereen krijgt evenveel te zeggen. Tegelijk geef je heel veel ruimte aan de leraar als mens. Daarvoor gebruiken we de check-in. We vragen bij het begin van de bijeenkomst: ‘Hoe voel je je bij dit agendapunt?’ Soms vraag ik gewoon: ‘Hoe is ’t?’ Dan kan je ondermijnende ideeën, reserves of gevoelens naar boven brengen of laten uiten. Zo maak je iedereen in de groep verantwoordelijk voor het welbevinden van elke deelnemer.” “Pas op, die check-ins gaan met vallen en opstaan. Da’s nog allemaal vrij nieuw voor mij. Ik merk wel dat collega’s daardoor steeds meer ik-boodschappen geven en bij zichzelf bewust checken waar ze staan. Anderen zeggen: ‘Niks voor mij, ik zit het rondje wel uit en ga het liefst meteen naar de agendapunten’. Je moet ruimte laten voor de twee. Zo zat onlangs iemand met ernstige privéproblemen. Die collega gaf aan liever niets te zeggen tijdens de check-in omdat ze anders de hele agenda overhoop zou gooien. Dat is op zich ook al een goeie check-in. Na de samenkomst kan ik nog altijd een-op-een even polsen hoe het met die collega gaat.” Er gaan toch altijd mensen tegen blijven? Remco Babijn: “Natuurlijk gaan er altijd mensen ontevreden zijn over een meerderheidsbeslissing. Maar met Deep democracy geef je ze ten minste de kans om hun tegenstem te uiten. Zo neem je alsnog hun waarden mee in je besluit. Ik ben trots op de nee-stemmen in mijn team. Het is niet altijd leuk om ze te horen en best lastig om ze op een goede manier uit te spreken, maar als we die nee-stem waarderen en onderzoeken, wordt ons team steeds sterker. Zoals die kudde zebra’s, die allemaal vooruit staren, behalve één. Die kijkt of er in de rug geen leeuwen aanvallen. Zo word je niet overvallen door iets waar je niet aan dacht omdat je allemaal dezelfde kant op kijkt.”
Dossier Conflicten in het team
DOEL? Tussen alle conflict vergeten we vaak complimenten te geven. Die doen mensen groeien, verdiepen relaties en zorgen voor waardevolle inzichten. WANNEER? Kan altijd. Om een vergadering af te sluiten, bij teamdagen of gewoon tussendoor. HOE? Door waardering uit te spreken: wat apprecieer ik zo in jou, waar heb ik je talenten en sterktes gemerkt?
GOUDEN PIJLEN
DOEL? Alle stemmen horen en elkaar verbinden, ervoor zorgen dat collega’s ‘aanwezig’ zijn en zeggen wat ze moeten zeggen. WANNEER? Bij het begin van een overleg, discussie, duogesprek, zelfs bij de start van de schooldag of les. HOE? Stel vragen als: ‘Hoe zit je hier?’ ‘Wat speelt nog in je hoofd?’ ‘Wat hindert je om hier met volle aandacht te staan?’ ‘Met welk gevoel wil je straks graag naar huis?’ ‘Wat staat voor jou hoog op de agenda?’ Antwoord als gespreksleider eerst. Achteraf uitchecken heeft hetzelfde doel.
CHECK-IN
Werk boven ...
Klasse Magazine
Voel je spanningen? Erken die en ga ze aan.
05. GA HET CONFLICT AAN
Exploreer de minderheidsstem en zoek samen hoe die de kwaliteit van de meerderheidsbeslissing kan vergroten.
04. RAAK DE WIJSHEID
Vraag wie de nee-stem of het tegenvoorstel herkent, wie hetzelfde vindt of voelt.
03. BREEK UIT
Vraag naar wie er anders over denkt.
02. EMPOWER DE NEE-STEM
Nodig collega’s uit om alle invalshoeken te verkennen: ideeën, argumenten, cijfers maar ook dromen en emoties.
01. ZEG ALLES
Blijf alle stemmen horen
DOEL? Conflicten en moeilijke beslissingen bespreekbaar maken. WANNEER? Bij spanningen tussen twee personen. HOE? Stap 1: zeg alles (beide partijen). Stap 2: zeg wat je geraakt heeft. Stap 3: kijk samen hoe je dat conflict kan oplossen via inclusieve besluitvorming. Sleept het conflict aan of is het erg emotioneel, werk dan met een externe facilitator.
DOEL? Kleine spanningen, onenigheden of vragen aanpakken. WANNEER? Als je moeilijk tot een besluit komt en op een ja-nee stoot. HOE? Vraag om te luisteren naar alle argumenten van de ene kant en daarna die van de andere kant, zonder in discussie te gaan. Nodig collega’s expliciet uit om iets te zeggen vanuit de kant waarmee ze het oneens zijn.
en onder de waterlijn
DOEL? Alle inzichten droppen. WANNEER? Als er zich in de groep een polarisering aftekent (bv. ouders toelaten in de kleuterklas of niet, wel/niet huiswerk). HOE? Aan de ene kant van het lokaal staat wie zich thuis voelt in de ene rol, aan de andere kant de collega’s van de andere rol. Vraag om vanuit die positie pijlen te gooien naar de overkant: scherp en onomwonden zeggen wat ze ervan denken, wat ze voelen en willen doen. Alle pijlen, zo kom je tot diepere inzichten. Vaak is het wijs om voor een externe, neutrale begeleider te kiezen.
PIJLEN GOOIEN
LET’S TALK
DEBAT
(Deze en nog veel meer tools uit Deep democracy vind je in het boek ‘Van zondebok naar zebra’ - Fanny Matheusen - Pelckmans - Je kan de tools ook in je klas toepassen.)
Kom samen tot voorstellen via de vier stappen van inclusieve besluitvorming.
04.
Vraag elkaar: ‘Wat heeft jou geraakt in wat je gehoord hebt?’
03.
Beide partijen in het conflict ‘zeggen alles’. Luister en ga niet in discussie.
02.
Vraag iedereen of ze de spanning of het conflict willen aangaan. Spreek veiligheidsregels af: wat hebben we nodig om het gesprek goed te voeren?
01.
Voor je begint, vraag je een akkoord over drie principes: niemand heeft een monopolie op de waarheid, we doen dit om onze (werk)relatie te verbeteren, we zijn bereid om iets te leren over onszelf en elkaar.
Hoe los je een conflict op?
Klasse Magazine
Blog
Wie is Laura Buelinckx? • leraar Nederlands in Het Atheneum Vilvoorde • blogt over banale besognes van het leven op ministerievanhysterie.be • vertelt in de klas het liefst over poëzie en literatuur met de nodige dramatiek. In de lerarenkamer dramatiseert ze graag wat er in de klas of thuis gebeurt.
24
Klasse Magazine
Laura blogt
De boekenbende van Buelinckx Leraar Laura ziet als het haar morele plicht om het leesplezier bij haar tieners aan te wakkeren. Of de boekenbende van Buelinckx daarin slaagt? “Mevrouw, waarom heeft u dit niet eerder gedaan?” Een oprechte en terechte vraag van een pientere leerling uit het zesde, die zonet vrijwillig een middagpauze opofferde om deel uit te maken van de boekenbende van Buelinckx. Tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, vang ik dramatisch aan om het meisje van antwoord te dienen. En vooral: mijn middagpauze duurt maar vijftig minuten, waarin ik vaak nog naar de slager moet hollen omdat ik mijn boterhammen vergeten ben, kopieën moet maken voor de lessen die volgen, bijles moet geven of een inhaaltoets moet afnemen. Waarin ik eigenlijk gewoon het liefst van al even met rust gelaten wil worden, wil babbelen met de collega’s in de lerarenkamer of op mijn gemak eens naar het toilet wil gaan. Maar mijn passie voor boeken delen met leerlingen die crimineel graag lezen, overwon het dit jaar van de praktische bezwaren en beslommeringen. Het idee om een boekenclub te starten, had al jaren liggen rijpen in een stoffig keldertje in mijn achterhoofd. Dankzij de frisse wind die op mijn school waait door de nieuwe directie en een nieuwe schoolvisie die meer talent wil stimuleren, wilde ik dit jaar mijn plan uitvoeren. En zo geschiedde. Vandaar presenteer ik dus vol trots: de boekenbende van Buelinckx.
klassen gepolst naar deelnemers en dat zat wel snor. Oprecht enthousiasme zien bij een zestienjarige over zoiets sufs als een boekenclub, ik kick erop. Nu, onze boekenclub wordt allesbehalve suf. Lezen is voor de cool guys (al zitten er maar twee jongens tussen de dertien meisjes in de bende), voor de slimmeriken, de cynische pubers met humor, de adolescenten die hun blik op de wereld willen verruimen of net even willen ontsnappen aan die wereld. Wij van de bende dragen de naam 'nerd' als een geuzennaam. De dag van de eerste bijeenkomst van de bende was ik best nerveus. Komt er wel volk opdagen? Zullen ze het leuk vinden? Zorgen om niets. Vijftien bendeleden kwamen zonder schroom in mijn lokaal zitten en vijftig minuten vlogen voorbij door te babbelen over onze lievelingsboeken en elkaar op het hart te drukken dat het echt wel oké is om aan boeken te ruiken voor je ze openslaat. We stelden het begin van wat een leeslijst moet worden op en bouwen daar een volgende bijeenkomst aan verder. Deze week kwam een stoere zesdejaars die zijn vrije tijd voornamelijk in de fitnesszaal doorbrengt zelfs vragen wanneer de boekenbende bijeenkwam. Mijn hart smolt. Ik slikte de krop in mijn keel weg en antwoordde heel casual, alsof hij me de normaalste vraag van de wereld stelde. Benieuwd of hij erbij zit volgende week. Onlangs zag ik hem toch al met Tolkien in de hand voorbijwandelen in de gang. Het leesplezier van mijn leerlingen aanwakkeren, zie ik als een morele plicht in deze tijd van nutsdenken. Ik ontpop me nu dus niet meer alleen in de klas als een radicale leesprediker met de wereldbibliotheek als mijn heilige schrift, maar ben tijdens de middagpauze tevens leider van een eigen boekenbende. Als ik daar pakweg vijftien leerlingen van de zeshonderd mee kan bezweren, wel, dan ben ik een gelukkige leraar. En een gelukkig mens ook.
Hip als ik ben, maakte ik reclame op mijn Instagram-profiel. De online respons viel een beetje tegen, waardoor een zenuwinzinking om de hoek loerde, maar ik had al in enkele Beeld Debby Termonia
25
Klasse Magazine
Leraren tussen hun tuig Beeld Jens Mollenvanger
Fotograaf Jens Mollenvanger redt het niet zonder zijn eigen camera’s, lenzen en lampen. Maar hoe zit het bij leraren, vroeg hij zich af. Waarmee vangen (en houden) zij de aandacht van hun leerlingen? En wat vertelt al dat lesmateriaal over een leraar? Op zoek naar antwoorden legt Jens vijf leraren op de vloer van hun eigen klaslokaal tussen hun (werk)tuig.
Rechts: Hugo De Maeyer, leraar eerste leerjaar, Kleine Stan Berchem 26
Klasse Magazine
Boven: Amin Srasra, leraar Frans en PAV, Middenschool Groenhove Waregem Rechts: Eva Decaluwe, leraar retail en visual merchandising, Leiepoort campus Sint-Vincentius Deinze
28
Klasse Magazine
Boven: Katrien Bosselaers, leraar biologie, Paridaensinstituut Leuven Links: Lies Lelong, leraar kleuterturnen, BuBaO, Ten Desselaer Lovenjoel
31
Klasse Magazine
“Pas als je racisme bespreekt, zal het ooit uitdoven" Tekst Kyra Fastenau Beeld Thomas Sweertvaegher
Schoolmoe kwam ze uit het secundair, ondanks fantastische leraren. Wat ze wilde worden, geen idee. Ze wist alleen dat ze een boodschap had. Een die ze vol vuur uitdraagt. In columns en kinderboeken, op televisie en op scholen. En zo vervelde Dalilla Hermans tot wie ze is: een schrijver. Of schuilt er ook een leraar in haar?
“Ken je juf Engel uit Matilda?” vraagt Dalilla Hermans. Ze nipt van haar cappuccino in haar ‘tweede huiskamer’ op een boogscheut van station Antwerpen-Berchem. “Mijn juf Martine van het vijfde leerjaar was precies zo. Als de zon scheen, zei ze: ‘Vandaag geen rekenen.’ Dan trokken we met de gitaar naar buiten. Ze voerde ook lange klasgesprekken, bijvoorbeeld over maandstonden. Met de jongens erbij!” Dalilla heeft veel geleerd van juf Martine. “De liefde voor verhalen vertellen”, schrijft ze in het dankwoord van haar biografie Brief aan Cooper. Maar ook hoe je een moeilijk gesprek voert. “Als er ruzie was, zei ze nooit: ‘Nu is het gedaan.’ Ze ging door tot op het bot.” Net als Dalilla zelf. Niet bang om zich uit te spreken tegen een te enge visie op geschiedenis, werkte ze met Studio Globo een lespakket uit over de Belgische kolonisatie.
KWAAD OP ONS ONDERWIJSSYSTEM “Als we praten over kolonisatie, gaat het vaak over Congo. Maar ook Rwanda en Burundi waren mandaatgebieden van België. Ik ontdekte dat pas op mijn vijfentwintigste, tijdens een reis naar Rwanda. Mijn roots liggen daar, ik ben als peuter geadopteerd. Toen de genocide uitbrak, was ik acht jaar. ‘Zot, daar hakken ze elkaar in stukken!’ hoorde ik toen vaak. Alsof Hutu’s
33
Klasse Magazine
en Tutsi’s dat ‘zomaar’ deden. Niemand vertelde me dat België daar een aandeel in had. Blijkbaar voerden wij er ooit paspoorten in waarbij op basis van onder andere lichamelijke kenmerken werd beslist tot welke stam je behoorde. Terwijl Tutsi daarvoor een andere betekenis had, en verschillende factoren je identiteit bepaalden. Door rijkdom te verwerven, kon je bijvoorbeeld van stam veranderen.” “Die verdeel-en-heerspolitiek leidde tot spanningen die later uitmondden in de genocide. Toen ik dat ontdekte, was ik ontzettend kwaad op ons onderwijssysteem. Het is heel frustrerend als je land van herkomst wordt afgeschilderd als een rotzooitje. Het verhaal over oorlog, armoede en corrupte leiders klopt voor een stuk, maar heeft zijn wortels in de kolonisatie.” Denk je dat België die geschiedenis bewust verzwijgt? “In de schooltijd van mijn ouders was het misschien een bewuste keuze. Maar het heeft ook te maken met een diep ingebakken superioriteitsgevoel. Als de gruwel aan het licht komt, zeggen we: ‘Zonder ons was er geen gezondheidszorg.’ Of: ‘Heb je de straten daar gezien?’ Dat Afrika vóór de kolonisatie uit bloeiende koninkrijken bestond, weten zelfs de lerarenopleiders niet. Zo totaal is de onwetendheid. Al merk ik dat het bewustzijn groeit. Als de leraar daar zelf zin in heeft tenminste, want verplichte leerstof is het helaas niet.” “Ik vind dat we de kolonisatie moeten erkennen. In Duitsland leert ieder kind over de Tweede Wereldoorlog. Niet om gebukt te gaan onder een schuldgevoel, wel om ervoor te zorgen dat het nooit meer gebeurt. Ook ik ken veel details over die periode. Maar de geschiedenis van het land waar ik ben geboren én het land waar ik ben opgegroeid, ken ik niet. Absurd, toch? Ik zeg niet dat we schooluitstappen naar de Dossin Kazerne moeten afschaffen. Maar waarom gaan we niet ook naar het vernieuwde Afrikamuseum in Tervuren? Geschiedenisonderwijs mag minder eurocentrisch. Natuurlijk kan je niet ieder land in detail bespreken, maar wel de belangrijkste migratiestromen, de grote oorlogen … Who cares wanneer de Guldensporenslag was? Wat bij ons een grote gebeurtenis was, had niet per se impact op de rest van de wereld. We moeten beter kiezen wat de grote verhalen zijn.” “Minder eurocentrisch lesgeven kan ook in andere vakken. Het is niet iets wat erbij komt, maar een verandering van perspectief. Leraren hebben zich toch ook aan de digitale revolutie aangepast: ze gebruiken smartboards, en ik denk niet dat er nog veel leerlingen
34
delingen maken zonder rekenmachine. Hetzelfde geldt voor superdiversiteit. Wie echt wakker is, maakt zelfs de wiskundeles minder ‘westers’. Wijs je leerlingen er bijvoorbeeld op dat ons getalsysteem Arabisch is.” Ik ken ook leraren die vasthouden aan hun krijtbord en de ICT-coördinator vragen de beamer in te schakelen. “Ook wie schrik heeft voor verandering, moet ermee aan de slag. Want superdiversiteit is een feit. En je staat er niet alleen voor. Vormingen, lespakketten en documentaires helpen je op weg. Als ik met leraren over racisme praat, bots ik soms op weerstand. Dat is geen onwil, maar angst om gezien te worden als iets wat ze niet zijn. Ik kom vaak leraren tegen die het gevoel hebben bij het minste of geringste bestempeld te worden als ‘racist’, bijvoorbeeld omdat ze terecht straf geven. Terwijl ze dat net doen omdat ze het beste voor hun leerlingen willen. Ze doen wat ze kunnen en maken soms foutjes. Daarom maak ik meteen duidelijk: ‘Jullie willen het beste voor je leerlingen, dat zie ik. Daarom kom ik hier met bewondering en respect, om jullie te helpen alle leerlingen te bereiken.’ Als je vertrekt vanuit begrip, werkt het. Leraren vinden het eng om over racisme te babbelen, maar achteraf zijn ze opgelucht. Dat motiveert ze om het thema in de klas aan te pakken.” “Elke leraar kan een klasgesprek voeren over racisme. Je moet gewoon een beetje ingelezen zijn, zodat je gevoeligheden snapt. Pesten is ook geen gemakkelijk thema, maar toch gaan leraren daar sneller mee aan de slag. Omdat de afstand tussen zichzelf en het probleem daar groter is. Racisme gaat ook over de leraar: ‘Hoe kijk ik naar de wereld, heb ik misschien iets verkeerd aangepakt?’ Het belangrijkste is dat je op zo’n moment je autoriteit laat vallen en mee in de groep stapt. Ik doe dat zelf ook: als ik het heb over privileges, begin ik met die van mezelf op te sommen.” Jij spreekt ook met leerlingen. Waarover gaan die gesprekken? “Ik praat met jongeren over wat hen bezig houdt. Soms is dat racisme, soms diversiteit in bredere zin. Op een witte school in Brugge vragen leerlingen vooral: ‘Waarom mag ik het woord ‘neger’ niet gebruiken?’ Zij zoeken hoe ze moeten navigeren in een superdiverse maatschappij en sommigen schrikken ervan dat racisme nog bestaat. In Antwerpen, waar het publiek veel diverser is, moet ik die dingen niet meer herhalen. Zij delen vooral wat hen is overkomen. Twee heel andere ervaringen. Allebei even boeiend, wel.” “Maar tegenwoordig zijn álle jongeren echt wel ‘mee’. Zelfs op het platteland zijn de scholen niet meer volledig wit. Als leraar moet je hen twee dingen geven. Eén: een betere representatie in boeken, films en lesmateriaal. En twee: hoe ze een gesprek over racisme voeren. Pas als je het probleem bespreekbaar maakt, verdwijnt het ooit uit de maatschappij.
Klasse Magazine
Wie is Dalilla Hermans? • redacteur bij Charlie Magazine en columnist bij De Standaard • schreef Brief aan Cooper (2017), Zwart (2018) en Brown Girl Magic (2018) • getrouwd met leraar Willem en mama van Cooper Kizito, Malane Imana en Noëlle Isimbi
“De kwaliteit van een leraar hangt echt niet af van wat hij heeft gestudeerd. Leergierig zijn en jezelf blijven bijscholen, is veel belangrijker” Racisme raakt niet ‘vanzelf opgelost’ omdat de klassen superdivers zijn. Als de structuren niet mee veranderen, als we blijven zeggen dat jongeren kansen moeten grijpen zonder die kansen te geven, als we met een grote boog om de zwarte gaten in de geschiedenis lopen, dan komt het ooit tot een clash. Zoals de Zwarte Piet-betogingen in Nederland.”
GEEN ECHTE STUDENT Tijd voor een tweede cappuccino. En een ander onderwerp. Er is nog een leraar die Dalilla inspireerde. “Mijn leraar Nederlands, mevrouw De Schepper, was echt zot. Bijna een vriendin. Ik pakte er pinten mee na school. Ze overtuigde me om, na een jaar kso, terug naar aso te gaan.” Ik ben benieuwd naar Dalilla’s schooltijd in het secundair. Discriminatie door leraren is opvallend afwezig in haar Brief aan Cooper. En ook over haar studententijd onthult ze weinig. Ging jij graag naar school? “Je zou het niet afleiden uit de naam, maar mijn school was heel gezellig. Het Heilig Graf in Turnhout. Ik was daar een van de weinige zwarte leerlingen en zat ook in de leerlin-
35
genraad, waardoor iedereen me kende. Je hoort soms dat jongeren verkeerd worden georiënteerd op basis van hun afkomst. Bij mij was dat niet het geval. Toch was ik schoolmoe. In de kleuterklas raadden ze aan om mij te versnellen, maar dat wilden mijn ouders niet. Daardoor was alles altijd een beetje te gemakkelijk. Niet dat ik alleen maar hoge punten haalde, maar ik wist dat ik mijn onvoldoendes wel zou ophalen. In het hoger onderwijs speelde dat me parten: ik probeerde verschillende studies, maar haalde nooit een diploma. Ik wist niet hoe dat moest, studeren. Ik wilde het ook niet. Elk jaar maakte ik ruzie met mijn ouders omdat ik liever wilde werken.” “Spijt dat ik nooit een diploma haalde, heb ik niet. Het scheelt dat ik altijd bezig bleef: in de jeugdbeweging, als vrijwilliger of achter de balie van het jeugdtheater. Dus toen ik op zoek ging naar een job in de jeugdsector, kon ik wel een cv’tje voorleggen. Soms merkte ik dat een diploma meer deuren opent. Toen ik voor de Vereniging Vlaamse Jeugddiensten werkte, zetelde ik vaak in aanwervingsjury’s voor
Klasse Magazine
jeugdconsulenten of jeugdwerkers en moest ik daar mee op selecteren. Terwijl ik zelf nooit een papiertje behaalde. Absurd! In de jeugdsector is het toch veel belangrijker dat je voeling hebt met jongeren? Stel, je zoekt een jeugdwerker in Borgerhout. Ga je voor Eva uit de Kempen met een master Geschiedenis? Of Mo die geen diploma heeft, maar die daar heel zijn leven op de pleintjes heeft gehangen? De keuze ligt voor de hand, maar toch is een diploma soms doorslag gevend. Ook als de studierichting niet direct gelinkt is aan de job. Het feit dát je een master behaald hebt, ook al is dat in Geschiedenis, zou aantonen dat je een bepaald denkniveau hebt en kan doorzetten. ‘En ervaring?’ denk ik dan.” “Natuurlijk heb je voor sommige jobs ook theoretische kennis nodig. We kunnen niet zomaar iemand van straat plukken en voor de klas zetten. Maar we mogen wel minder rigide zijn. Als we enerzijds een divers lerarenkorps willen en anderzijds merken dat jongeren met een migratieachtergrond uitvallen, moeten we misschien een overbruggingsperiode instellen. De deuren iets wijder open zetten en leraren zonder het juiste diploma voor de klas zetten, tot de kloof gedicht is. Teach for Belgium doet dat bijvoorbeeld: zij bieden een verkorte lerarenopleiding voor zij-instromers aan, en trekken veel leraren met een migratieachtergrond aan. Of de kwaliteit dan in het gedrang komt? Sorry, maar de kwaliteit van een leraar hangt echt niet af van wat hij heeft gestudeerd. Leergierig zijn en jezelf blijven bijscholen, is veel belangrijker. Een diploma versterkt je, maar veel dingen leer je on the job.” De lerarenopleiding kleurt inderdaad erg wit. Hoe komt dat? “Door discriminatie op de arbeidsmarkt zijn zwarte mensen extra gemotiveerd om te studeren. Aangemoedigd door hun ouders, mikken ze hoog: dokter, advocaat, ingenieur. Leraar zien ze niet als een aantrekkelijk beroep. Ook omdat – en ik besef dat dit beschuldigend klinkt – weinig jongeren met kleur een positieve schoolervaring hadden. Ze zijn in het onderwijs op veel muren gebotst. Zelf in de lerarenkamer gaan zitten, trekt niet aan. De gekleurde leraren die ik ken, voelen zich vaak heel alleen. Dus je moet er actief voor zorgen dat ze zich welkom voelen. Tel daar het gebrek aan werkzekerheid en het hoofddoekverbod bij op: ik kan me voorstellen dat het niet de richting is die je kiest. Ter-
36
“Wie echt wakker is, maakt zelfs de wiskundeles minder westers. Wijs je leerlingen erop dat ons getalsysteem Arabisch is”
wijl het net belangrijk is dat het lerarenkorps de klas representeert. Zoals kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen zegt: ‘Alle kinderen hebben spiegels en ramen nodig’. Leraren in wie ze zich herkennen, en leraren die hun blik op de wereld verruimen.” Jij kon juist goed opschieten met je leraren. Was het onderwijs niets voor jou geweest? “Mijn man Willem is leraar. Ik plaag hem soms dat hij ‘keiveel verlof’ heeft. ‘Niets houdt je tegen’, antwoordt hij dan. Ik heb inderdaad even de lerarenopleiding gedaan, maar ... nee. Ik vind het fantastisch om gastlessen te geven. En als ik ouder, wijzer en rustiger ben, misschien een lessenreeks over diversiteit. Voorlopig ben ik nog te geworteld in de emancipatiestrijd. Soms denk ik wel: het was gemakkelijker geweest als ik in de jeugdsector was gebleven. Bekende Vlaming worden was nooit mijn ambitie. Ik zag gewoon iets gebeuren in de maatschappij wat me niet aanstond en wilde er iets aan doen. Het begon met een open brief. Toen volgden televisieprogramma’s. Omdat ik representatie belangrijk vind, ging ik erop in. En ik besloot die kans te gebruiken om zo veel mogelijke andere gekleurde vrouwen naar voren te schuiven.” “Ik ben blij met dat platform, maar het vraagt ook opofferingen. De afgelopen jaren ben ik bestookt met haatmail en doodsbedreigingen. Negeren lukt me niet, dus reageer ik. Acht op de tien keer is de eerste reactie ‘sorry’. En wat begon met ‘kuthoer’, mondt uit in hetzelfde gesprek als tijdens mijn lezingen. Mensen zien enkel de pieken van wat ik doe. Dalilla die zich uitspreekt tegen Zwarte Piet, of tegen een Suske en Wiske-album. Daar zit zeven maanden radiostilte tussen. In die periode denk ik na: wanneer zal ik me opnieuw uitspreken en hoe? Welke toon sla ik aan? Ik ben niet beginnen schrijven vanuit literair oogpunt. Ik dacht nooit: klinkt dit mooi? Maar wel: hoe leg ik dit het beste uit? Pas nu ik complimenten krijg op mijn schrijfstijl, besef ik dat ik verhalen vertellen gewoon heel leuk vind. Vroeger kon ik jaloers zijn op mijn man, die naast leraar ook muzikant is. Het maakt Willem geen hol uit of anderen zijn beats horen. Hij wordt gelukkig van het componeren op zich. Dat moet fijn zijn, dacht ik, iets hebben dat je graag en goed doet. Ik kan van alles een beetje. Nu ben ik 32 en heb ik een roman, een tweede prentenboek en een theaterstuk in de pijplijn. En alles wat ik daarvoor heb gedaan, van jeugdwerk tot kinderen baren, heeft me gevormd. Ik heb echt geluk gehad. En daar kan geen trollenleger tegenop.” Het lespakket over kolonisatie kan je gratis downloaden op sporenvankolonisatie.studioglobo.be
37
Advertentie
Klasse Magazine
Zo doen je leerlingen wél graag Frans (en geef je het zelf liever)
Tekst Nele Beerens Beeld Katoo Peeters
Hoe motiveer je kinderen in de basisschool om Frans te leren? Hoe zet je de overmacht van het Engels zinvol in? “Meer praten, minder schrijven”, verklapt juf Mieke van 6B in De Droomballon. “Daarvoor moet je wél eerst over je eigen spreekangst heen.”
Juf Mieke De Prycker staat pas sinds vorig schooljaar opnieuw in het zesde leerjaar. “Ik gaf er eerder al les, maar switchte tussendoor even naar het vierde. Daar stonden de leerlingen te popelen telkens ik mijn Franse hoedje opzette voor de initiatielessen. Het omgekeerde van wat ik bij de oudsten altijd had gemerkt: Frans is saai. Sinds mijn terugkeer hebben we er beiden meer goesting in. Nascholing leerde me mijn lessen anders aan te pakken, maar hét sleutelwoord is: vertrouwen.” Weg met de angst om in vijf of zes te staan vanwege dat Frans?
FOUTEN MAKEN MAG ‘Qu’est-ce qu’il fait pour gagner un peu d’argent?’ Juf Mieke toont een kaartje met een jongen die afwast. Het smartboard toont een woordenschatlijstje om te spieken. Dries komt naar voren en neemt het kaartje: ‘Il *faire la vaisselle’. ‘Il fait la vaisselle, très bien’, herhaalt de juf.
38
Klasse Magazine
“Spreekdurf, daar gaat het om. Geen ramp als ze het werkwoord in een zin niet vervoegen” Mieke De Prycker: “Het belangrijkste voor mij is dat de leerlingen dúrven te praten. Het is echt niet zo’n ramp als ze het werkwoord niet vervoegen in de zin. Je kan ze dan gerust subtiel verbeteren, zonder te vitten. Anders durven kinderen op den duur niets meer te zeggen. En dat geldt ook voor mezelf. Als ik altijd maar moet denken: ik mag geen fouten maken, krijg ik ook schrik. Hoe kan ik dan van mijn leerlingen verwachten dat ze durven te spreken? Ze mogen best weten dat ik de taal niet vlekkeloos spreek. En mijn schoonfamilie is dan nog Franstalig! Als ik iets niet weet, zoeken we het toch gewoon samen op?”
39
“Het neemt best wat tijd in beslag om de hele klas naar voren te laten komen om te antwoorden op die ene vraag, maar het is belangrijk dat elke leerling zo veel mogelijk spreekkansen krijgt en dat je ze actief laat zijn. Ze staan er ook zelf op om allemaal aan de beurt te komen. En je staat ervan versteld hoe aandachtig ze blijven luisteren naar elkaar.” “Natuurlijk voelt niet iedereen zich even zeker. Daarom probeer ook te differentiëren: in een groepsoefening kunnen ze bv. kiezen om zelf een antwoord te verzinnen of om het kaartje te bekijken met drie mogelijke antwoorden. Of ik laat ze eerst een rondje doen mét spieken en daarna eentje zonder.”
Klasse Magazine
Wie is Mieke De Prycker? • leraar zesde leerjaar • basisschool De Droomballon Nieuwkerken-Waas • kreeg nieuwe inzichten tijdens de nascholing Frans van OVSG
EN FRANÇAIS, S’IL VOUS PLAÎT ‘Ik doe thuis geen klusjes’, stamelt Nika als ze naar voren komt. ‘Jawel, je geeft toch de kippen te eten’, reageert een medeleerling. ‘Je ne comprends pas le néerlandais’, vermaant juf Mieke gespeeld streng. ‘Hoe zeg je kippen’, verwijst ze naar de prent op de muur. Mieke De Prycker: “Ik moet de leerlingen er voortdurend attent op maken om Frans te praten. Vooral bij groepsopdrachten komen ze in de verleiding om onder elkaar Nederlands te spreken. Maar zelfs als ze een Franse zin hardop moeten lezen, vertalen ze die soms meteen in het Nederlands. Heel gek is dat. Zeker als het woordenschat is die ze eerder al hebben geleerd, laat ik hen in het Frans herhalen wat ze net in het Nederlands zeiden. Ik beperk me dus niet tot de woorden waar we op dat moment mee bezig zijn. Al is het niet makkelijk om uit het hoofd te weten welke ze nu al kennen en welke niet.” “Geregeld introduceer ik ook woorden die ze nog niet geleerd hebben. Zo vertelde ik ze dat argent niet alleen ‘geld’, maar ook ‘zilver’ betekent. Een leuk weetje, waardoor zo’n woord meteen ook beter blijft hangen. Om dezelfde reden leg ik ook linken naar andere talen. Bv. payer – to pay. Want Engels, dat kunnen ze natuurlijk vaak al. Dat geeft hun ook moed: oef, dat moeten we al niet meer leren. Of: zo moeilijk is dat Frans precies toch niet. Als leerlingen een woord niet kennen, springt er soms een lied in mijn hoofd waar dat in voorkomt. Dan laat ik dat in de klas meteen horen. Een ideaal onthoud-trucje.”
40
IS HET NU SPREKEN OF SCHRIJVEN? ‘We gaan deze oefening toch mondeling doen, he juf?’ smeekt Lotte. Deze keer gaan we toch schrijven om de plaatsing van ‘ne’ en ‘pas’ te leren, vindt de juf. ‘Non, je ne sais rien’, oefent Thibe eerst hardop. De zin verschijnt op het smartboard. De leerlingen pennen over. ‘En wat betekent dat? Qu’est-ce que ça veut dire?’ vraagt juf Mieke. ‘Nee, ik zeg niets’, vertaalt Tom, een beetje in de war met het Engelse ‘to say’. Mieke De Prycker: “Oefeningen in het werkboek doen we vaak mondeling, rondwandelend in de klas, in plaats van schriftelijk. Ik merk dat de leerlingen dat ook aangenamer vinden. Dan zetten we daar een ‘M’ bij, zodat ouders weten dat die oefening wel degelijk aan bod is gekomen. Hen vooraf informeren over die manier van werken en waarom je de focus op mondelinge interactie legt, is wel nodig. Zij hebben het immers altijd anders geleerd. Bij ons op school gaf het resultaat van de OVSG-toets de doorslag om het over een andere boeg te gooien: de leerlingen bleken het bijvoorbeeld moeilijk te hebben om de weg uit te leggen. Binnen afzienbare tijd willen we meten of onze nieuwe aanpak zijn vruchten heeft afgeworpen.” “Het is uiteraard niet zo dat we helemaal níets meer schrijven. Zo verwacht ik voor elke toets wél een schriftelijke voorbereiding die ze moeten laten zien. Dat vind ik een goede voorbereiding op het secundair. En het geeft ook de ouders wat meer zekerheid, merk ik. Ze krijgen
Klasse Magazine
“Ik leg linken naar het Engels, dat kunnen ze vaak al. Blijkt dat Frans toch zo moeilijk niet” geen straf als ze dat niet hebben gedaan, maar ik vertel dat wel op het oudercontact.” “Instructies geven doe ik bewust zo veel mogelijk in het Nederlands én in het Frans. Ook zo probeer ik ze voor te bereiden op het secundair, waar de les volledig in het Frans verloopt. Maar die overgang blijft toch bruusk, ervaar ik nu mijn eigen kinderen in het secundair zitten. Het gaat er heel snel en men gaat er soms ten onrechte van uit dat ze bepaalde leerstof in het lager al hebben gezien.” “Je hoort vaak klagen dat jongeren geen Frans meer kennen. Maar dat hangt natuurlijk af van waar je wil dat ze sterk in zijn: de weg durven te vragen of een brief kunnen schrijven? Daar botsen basis en secundair in mijn ogen: terwijl wij het roer omgooien naar communicatieve vaardigheden, en we leerlingen enkel nog kopiërend laten schrijven, ligt de focus in het secundair plots weer elders. Geen wonder dat sommige leraren basisonderwijs toch liever werkwoorden blijven drillen.” “Uiteraard kan je grammatica niet volledig afschaffen. Ik geef óók les over la négation. Dat un, une en des in een ontkennende zin de worden, moet je nu eenmaal uitleggen. Het is alleen de manier waarop die verschilt. Ik gebruik bijvoorbeeld een introductie-
41
filmpje dat ik zelf vooraf zoek, in plaats van meteen naar het kadertje in het handboek te gaan. Massa’s materiaal vind je op YouTube, dus waarom zou je het warm water opnieuw uitvinden? Hoe saai is het ook niet om de getallen tot honderd te leren? Ik gebruik voor dat soort ‘lijstjes’ de liedjes van Alain Le Lait. Of een Franse bingo. Op het eerste gezicht misschien onnozel, maar ik merk dat de leerlingen het veel liever doen én beter onthouden.”
KLASSE.BE
BETER FRANS? RUIL LESSEN In de lessen Frans mis ik een kans, dacht Priscilla Verschueren, leraar zesde leerjaar Ursulinen Mechelen. “Vloeiend en spontaan reageren in het Frans op mijn leerlingen, daarvoor ben ik niet opgeleid en mis ik de talenkennis”, vertelt ze. Daarom neemt Evy Witters, leraar Frans in de eerste graad secundair van dezelfde school, haar lessen Frans over. In ruil steekt Priscilla voor geschiedenis over naar het secundair. Hoe ze het aanpakken en wat de twee leraren en hun leerlingen naast sterkere lessen Frans in de basis nog meer winnen, lees je op Klasse.be.
De directeur
“Vijftig weken per jaar open” Tekst Leen Leemans Beeld Illias Teirlinck
Klasse Magazine
De directeur
Dit jaar vertellen vier directeurs over de bijzondere koers die ze met hun school varen. Aflevering 2: Mike Goudeseune van basisschool De Tandem timmert in Brugge al enkele jaren aan zijn droom: het eerste kindcentrum van Vlaanderen uitbouwen. “In 2007 zijn we gestart met een brede school. We voerden onderzoek naar wat de buurt nodig had en waar de school een antwoord op zou kunnen bieden. Speelruimte stond op nummer één in deze volgebouwde buurt. Dus stelden we het schoolterrein open en de stad bouwde er een speeltuin: tijdens de speeltijd leven onze leerlingen er zich uit, na de schooluren de buurtkinderen. Toch merkten we na een paar jaar dat het bredeschoolverhaal een aantal maatschappelijke problemen niet kon oplossen, zoals overvolle kleuterklassen, een warme overgang tussen opvang en school, gelijke onderwijskansen.”
VAN UITDAGINGEN KANSEN MAKEN “Toen kreeg de school doorlichting. Resultaat: een negatief advies voor de gebouwen. Een inspecteur zakte letterlijk door de vloer. De school werd onmiddellijk gesloten en afgebroken. Samen met een architect tekenden we de nieuwe gebouwen uit, afgestemd op onze pedagogische visie. We hebben telkens twee parallelklassen met een gemeenschappelijk lokaaltje ertussen om samen te werken, creatief te zijn, te eten ... en boven plaats voor het kringmoment. Het is nog steeds een interessant gebouw, maar konden we nu onze school herbouwen, zouden we het al anders doen. Met grotere, flexibele ruimtes, terwijl we nu meer vastzitten aan klassen.” “Op ons domein was ook een zelfstandig kinderdagverblijf voor baby’s en peuters en voor- en naschoolse opvang. Maar we werkten niet samen. Ik trok mijn stoute schoenen aan en vroeg of we een bibliotheek mochten inrichten op hun bovenverdieping. En een jaar later of ik een peuterklas mocht onderbrengen in de crèche. Mijn peuterjuf gaf aan dat ze
“De huilende peuters in het nieuws op 1 september zijn niet schattig. Ze zijn niet rijp om naar school te gaan”
44
Klasse Magazine
“Er is veel angst bij leraren: we gaan 38 uur op school moeten werken én in de schoolvakanties”
Wie is Mike Goudeseune? • directeur GO! freinetschool De Tandem Brugge • zes jaar ervaring als leraar in BuBaO • zeventien jaar ervaring als directeur
meer aansluiting vond bij de baby- en peuterwerking dan bij de kleuter- en lagere school. Daarna namen we de voor- en naschoolse opvang over. Daardoor kregen we het mandaat en subsidies van Kind en Gezin. De dag voordat het kinderdagverblijf failliet ging, stond de uitbater in mijn bureau: ‘Waarom neem jij de crèche niet over?’ Ik kende niets van kinderopvang, maar waagde de sprong en belandde in een unieke situatie: we zijn inrichter van onderwijs, maar ook van een welzijnsinstelling.” VAN BREDE SCHOOL NAAR KINDCENTRUM “In augustus 2014 legde ik onze visie uit aan de mensen van het Ministerie van Onderwijs, de stad, de pedagogische begeleidingsdienst, Flanders Synergy: brede school was voor mij passé, een ‘kindcentrum’ de toekomst. Een plek voor kinderen van nul tot twaalf jaar waar opvang en school, welzijn en vrije tijd in elkaar overvloeien, vijftig weken per jaar, vijf dagen per week, van 7 tot 18 uur. Gelukkig heb ik een erg innovatieve algemeen directeur die mij steunt en in mij gelooft. Dat sterkt mij. Flanders Synergy gaf een paar inzichten mee. Zoals ‘loop met je hoofd in de wolken’ en ‘laat je niet tegenhouden door zandzakken’, want het is een mooi project. Dat gaf mij het duwtje dat ik nodig had en het vertrouwen dat ik er wel zal geraken.”
45
“Ook een aantal leraren waren believers. Met de huilende kinderen en de overwerkte peuterjuffen in het nieuws zat ook de maatschappelijke context mee. Tijdens een eerste sessie legde ik de plannen uit aan mijn team. En stelde de vraag ‘wie wil zich daarvoor inzetten, wekelijks samenkomen, meedenken?’ Zo kwamen er een paar mensen bij. Sommige zaken moesten we bijsturen of vertragen. Want ik wist waar ik naartoe wou, dat idee zat in mijn hoofd, gerijpt. Maar de weg ernaartoe kende ik niet. Beetje bij beetje is iedereen mee op de kar gesprongen. Een drietal collega’s haakte af. Anderen stonden te springen.” STARTEN BIJ DE KLEINSTEN “De huilende peuters die je op 1 september in het nieuws ziet, zijn niet schattig. Ze zijn niet rijp om naar school te gaan, komen van een erg beschermde omgeving en gaan naar een systeem van één begeleider op vierentwintig. Dat is schrijnend. Door de crèche over te nemen, konden we ingrijpen. We gingen van een horizontale naar een verticale werking: vier groepen van achttien kinderen van nul tot vier jaar met twee fulltime begeleiders. Alle instappende peuters gaan naar die groepjes tot ze naar de tweede kleuterklas gaan. We werken met wendagen en de kinderen moeten ten laatste om 10 uur aanwezig zijn. Wij hebben geen huilers meer.” “De bovenbouw, derde tot zesde leerjaar, was enthousiast: ‘wij gaan ook de hele boel veranderen’. Zij begonnen met de future classroom. In de voormiddag zitten de leerlingen volgens hun individueel plan in de jaarklassen, in de namiddag werken ze op basis van hun talenten in de graad, de vier klassen samen dus. Het team werkte dat idee helemaal uit, ook praktisch: er is een stille ruimte, een multiruimte, een instructieruimte … Zo zijn leraren bezig met álle kinderen in de bovenbouw. De zorg is volledig ingebed in die werking, waardoor er nu zes in plaats van vier begeleiders zijn. Dat zorgt voor rust bij de leraren, ze staan er niet meer alleen voor. En op 1 september willen we nog een stapje verder gaan door ook de jaarklassen overboord te gooien.”
Klasse Magazine
De directeur
“De middenbouw is een ander verhaal. Twee culturen met uiteenlopende doelen en leeftijden samenbrengen – kleuter en lager – is niet makkelijk. De tweede en derde kleuterklas en het eerste en tweede leerjaar zitten nu in hetzelfde gebouw. Hun grootste uitdaging dit jaar: leer de ruimte kennen, denk na over de hoeken die je dubbel hebt. En daarnaast: leer elkaar kennen en maak de kloof tussen kleuter en lager kleiner. Tot 10 uur werken de kinderen in hun eigen leefgroep, daarna gaan de deuren open en kunnen ze aansluiten in de hoeken. De leraren zijn aan het experimenteren. Want het gebouw van de middenbouw willen we volledig aanpassen om onze nieuwe werking te kunnen uitbouwen. Alleen nog de centen vinden!” SCHOOL, OPVANG OF VRIJE TIJD? “Een ander belangrijk aspect van ons kindcentrum: geef kinderen ruimte om talenten te ontdekken. In een project met de stad Brugge organiseren we een naschools aanbod waarbij kinderen proeven van hobby’s en sporten gedurende acht weken. Zo kunnen ze daarna een bewuste keuze maken. Nu zijn school en
46
het vrijetijdsaanbod nog gescheiden. Maar we zoeken uit hoe die meer in elkaar kunnen overvloeien.” “Ook de voor- en naschoolse opvang mag niet losstaan van wat er op school gebeurt. Waar ben je mee bezig in onderwijs en hoe kan je dat vertalen naar de opvangcontext? Bijvoorbeeld breuken in het vierde leerjaar. Zorg dat een kind kan oefenen in de opvang, niet met werkblaadjes, maar door taarten en pizza’s te bakken. Mijn toekomstidee: start de opvang om 7 uur in de schoolgebouwen en laat de begeleiders anderhalf uur langer werken, waardoor ze van 8 tot 10 uur samen met de leraren in de klas staan. En laat ze ’s avonds een uur vroeger starten. Zo heb je warme overgangen en meer mogelijkheden tot teamteaching. Dat betekent ook flexibel omgaan met de middelen van onderwijs en welzijn om meer mensen bij een groep kinderen te zetten.” ZELFSTUREN EN BLIJVEN LEREN “Er zijn drie coaches enkele uren vrijgesteld om de teams van de onder-, midden- en bovenbouw te coördineren. Die teams zijn zelfsturend: ze krijgen hun eigen budget en urenpakket. Ze kiezen zelf hoe ze dat inzetten. Ze kijken bijvoorbeeld
Klasse Magazine
waar ze de ondersteuningsuren het meest nodig hebben. Het eigenaarschap zorgt ervoor dat mensen dat grondig doen. Ik verplicht ook geen vergaderingen meer. De teams kennen hun doelen en beslissen zelf wanneer en hoe vaak ze moeten samenzitten. Ze overleggen nu veel meer en liever dan toen ik ze elke week samenriep.” “In andere scholen gaan kijken, geeft een enorme boost aan het team. Ook aan de non-believers. We dienden twee jaar geleden een Erasmusproject in, zodat elke leraar een week snuffelstage of een cursus kan volgen in het buitenland. En om onze vragen daar kritisch te gaan aftoetsen. We dompelden ons met z’n vieren een week onder in de werking van kindcentrum Lanterna Magica in Amsterdam. En samen met een leraar trok ik naar Finland om de finesses van de future classroom te ontdekken. Andere teamleden lieten zich inspireren in o.a. Denemarken, Italië, Malta. Voorbij de grenzen kijken en zien dat het elders werkt, motiveert mensen om bij te leren.” VALKUILEN EN SUCCESNUMMERS “Het hele proces is ook een zoektocht: hoe houden we het haalbaar? Mensen overbevragen is een valkuil. Eind vorig schooljaar hebben we een serieuze dip gehad binnen het team. We moesten afbakenen, terug naar onze basis gaan. We hebben dit jaar heel erg ingezet op welbevinden in de teams. Zodat iedereen zich goed blijft voelen en betrokken blijft. Er is een 360°-bevraging over mij geweest. Ik heb beloofd om in te zetten op mijn werkpunten: door meer aanwezig te zijn, door met mensen te praten, vertrouwen te geven. En door zelf rustiger te zijn, want dat straalt af op mijn collega’s. Ze weten nu in welke richting ze moeten groeien, er is een duidelijk doel.” “In de onderbouw draaien de begeleiders nu al mee in vroege en late werkroosters. Lessenroosters worden niet gemaakt voor het comfort van de begeleiders, wél voor de optimale ontwikkelingskansen van de kinderen. Velen wilden niet op woensdagnamiddagen en in de vakanties werken. We moesten heel creatief zijn om toch mensen in dat systeem te krijgen. Ons kindcentrum zal op lange termijn vijftig weken per jaar open zijn van 7 tot 18 uur, vijf dagen per week. Daarover is veel angst bij leraren. ‘We zullen 38 uur moeten werken én in de schoolvakanties’, vrezen ze. Klopt niet. Maar misschien zijn er wel leraren die flexibeler willen werken, omdat ze een partner hebben die niet in het onderwijs staat. In Nederland werkt het.”
47
“In buitenlandse scholen even meedraaien, geeft een boost. Ook aan nonbelievers. Omdat ze zien dat het werkt”
“Onze werking is gebaseerd op samenwerking en verbinding over beleidsdomeinen heen. Veel initiatieven zouden we niet kunnen realiseren zonder subsidiedossiers in te dienen. Daar gaat heel wat van mijn tijd naartoe. We krijgen middelen van welzijn en onderwijs. We vragen niet méér geld, maar brengen het geld uit twee potten samen, zodat we daar flexibel mee kunnen omgaan.” ZET JE BLIK OPEN “Heel het onderwijs is in beweging. Waar gaan we binnen een jaar of vijf landen? Ik zal blij zijn als we effectief gelijke onderwijskansen kunnen bieden. Als alle kinderen de eindtermen kunnen bereiken op hun tempo vanuit een persoonlijk kindplan. Als we kunnen zeggen: ‘Dat is jouw plan. In overleg met jezelf, je ouders, zorgverstrekkers, je hobby’s, moet je de volgende tien weken die doelen halen, zodat je op je eigen tempo de eindmeet kan bereiken.’ We willen kinderen heel goed voorbereiden op de secundaire school, zorgen dat ze goed kunnen plannen, organiseren, zich maatschappelijk engageren … Ik ben gelukkig als we de grenzen tussen onderwijs, vrije tijd, buurt, jeugd en cultuur hebben weggewerkt en onze hele visie, structuur én mensen daarop kunnen afstemmen.” “Dat lukt alleen met een schitterend team dat elke dag kansen ziet, wil leren en zich voor 200 procent inzet. Anders zat onze droom om een kindcentrum uit te bouwen al lang in de koelkast. Maar ons verhaal is nog niet ten einde. We leren elke dag bij. Onderwijs is eng aan het worden. En ik wil dat verruimen. We waren net twee dagen in Nederland en ik denk dat onze algemeen directeur zijn hart vasthoudt voor onze nieuwe ideeën. Het voelt zo arm als je niet gaat kijken naar wat er rondom jou beweegt. Dat wil ik meegeven aan mijn team: zet je blik open, kijk boven de wolken, blijf leren en werk samen.”
Klasse Magazine
In de klas van
Klasse Magazine
In de klas van Karen
“Minder serieus dankzij mijn kleuters” Waarom ben je leraar geworden? “Toen ik moest kiezen, waren mijn halfbroer en -zus nog kleuters. Daardoor wist ik zeker dat ik met kleine kinderen wou werken. Hoe zij vol bewondering en fantasie door het leven gaan, geweldig toch!? Mijn goesting was groot om kleuters de wereld te leren kennen.” Hoe liep je eerste jaar? “Hard en zacht. Hard omdat er wel elke dag iets nieuws op me af kwam: middagtoezicht houden, de temperatuur van de maaltijden controleren, vergaderingen en werkgroepen bijwonen. Zot vermoeiend. Zacht omdat ik na mijn stage een jaar kon blijven, de school al wat kende en veel hulp kreeg van een collega die in mij geloofde.” Wat doe je voor 8.30 uur? “Thuis de ochtendrush overleven (lacht). Ik heb drie kindjes en drie extra boekentassen. ’s Morgens neemt mijn man de trein richting Brussel, dus sta ik er alleen voor. Rond 8.00 uur kom ik aan op school. In de lerarenkamer drink ik mijn tweede kop koffie. Mijn dag samen met collega’s starten is de beste energizer.” Wanneer leef je helemaal op in je klas? “Als de handen van mijn kleuters helemaal vuil zijn, en die van mij ook.” Wat voor leerling was je zelf? “Een flinke. Nooit straf gekregen. Ik werkte wel aan een slakkentempo. Ik was bang om fouten te maken, wou alles zó goed doen! Vandaar dat er wel eens op mijn rapport stond: ‘Karen heeft een vitessepilleke nodig’.” Wanneer dacht je recent: waw, hier doe ik het voor? “Toen een leerling naar me toe rende, me knuffelde en vertelde dat hij van me gedroomd had omdat hij zó graag nog eens bij mij in de klas wil zitten. Zalig toch!?”
49
Wat was je grootste glunderblunder? “Een papa aan de schoolpoort sprak ik aan met ‘opa’. Die opa, euh … papa vond dat niet zo leuk.” Wie mag een gastles komen geven? “De juffen bij wie ik stage liep. Dankzij hen kon ik groeien als juf en leerde ik ‘het echte leven van een kleuterjuf’ kennen. Eigenlijk zou ik hen nog eens in de klas bezig willen zien.” Wat leer jij van je leerlingen? “Neem het leven niet te serieus. Dankzij mijn kleuters maak ik tijd om plezier te maken.” Wat was de beste teamactiviteit? “Elke vrijdag zetten we het weekend in met een aperitiefje. Die mooie traditie maakt ons tot een sterk en hecht team. Hoe beter je elkaar leert kennen, hoe meer je met elkaar deelt: de succesjes maar ook iets waar je mee zit.” Wat maakt je gelukkig? “De glinstering in de ogen van een kind, als je het een complimentje geeft. Kinderen die stralen, maken me blij.” Wat maakte je recent dankbaar? “In het heen-en-weerschriftje vertel ik ouders over onze klasactiviteiten. Dit jaar is er een mama die me terug schrijft. Het deed enorm veel deugd toen ze schreef dat ze graag kleuter zou zijn in mijn klas.” Wat doe je wanneer je kleuters de klas uit zijn? “Vegen! Na een dagje spelen, knippen, boetseren, maïs wegen … ligt de klas er behoorlijk vuil bij.”
Karen Dewinter geeft les in de tweede kleuterklas in basisschool De Linde Doomkerke.
Tekst Cherline De Maeght Beeld Eva Vlonk
Lerarenkaart
Klasse Magazine
Samenstelling Patrick De Busscher
Permanente voordelen In heel wat cultuurhuizen, musea, ICT-winkels, boekhandels … krijg je als leraar korting met je Lerarenkaart. Ontdek via Lerarenkaart.be meer dan duizend exclusieve voordelen. Met de zoektool vind je makkelijk voordelen op maat van jou en je klas.
NIEUW
Voordelen
Vul je zoekterm in
MuseOs Koksijde-Dorp 1 euro korting: 5 euro i.p.v. 6 euro C-Mine Expeditie Genk
2 euro korting: 6 euro i.p.v. 8 euro
Teseum Tongeren gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 10 euro Vlaams Parlement - Bezoekerscentrum
Brussel
gratis voor iedereen
Kanal - Centre Pompidou Brussel
5 euro korting: 9 euro i.p.v. 14 euro
Theater Arsenaal/Lazarus Mechelen
5 euro korting: 10 euro i.p.v. 15 euro
Center Parcs 6 parken
35 procent korting op een verblijf (bepaalde weekends)
Sunparks 3 parken 40 procent korting op een verblijf (bepaalde weekends) Source O Rama Chaudfontaine
gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 18 euro
Workshop ‘Verbindende communicatie’ Kessel
20 procent korting op een introductieweekend
WeZooz Academy Webshop
10 gratis filmpjes/maand + 75 procent korting op een jaarabonnement
Typetopia Online dactylocursussen 20 euro korting Kledingwinkel Not Only For Men Kasterlee
5 procent korting
Vakantiewoning Monplaisir Frankrijk
5 procent korting
B&B Casa Assuntzena Spanje
10 procent korting in juli en augustus
Luxdeco Webshop 15 procent korting
51
Klasse Magazine
Lerarenkaart
FILM
WERK OHNE AUTOR Regisseur Florian Henckel von Donnersmarck, bekend van het Oscar-winnende Das Leben der Anderen, schetst in ‘Werk ohne Autor’ het leven en werk van de Duitse kunstenaar Gerhard Richter in drie periodes, van 1937 tot 1966. Richter schilderde over zijn eigen lot en de trauma’s van een hele generatie, waardoor de film meteen een beeld geeft van een van de rumoerigste periodes in de Duitse geschiedenis. cinemien.be - ‘Werk ohne Autor’ loopt vanaf 16 februari 2019 in de bioscoop. WIN! 200 duotickets voor ‘Werk ohne Autor’ op een datum en in een zaal van je keuze. Waag je kans via klasse.be/win. 52
Klasse Magazine
Uitgelicht De Lerarenkaart houdt je via Lerarenkaart.be op de hoogte van expo’s, acties en voordelen. Bij elk voordeel check je er makkelijk of het educatieve luik geschikt is voor je klas. Schrijf je via klasse. be/nieuwsbrief-lerarenkaart in op de Lerarenkaart-nieuwsbrief en ontvang de meest interessante voordelen in je mailbox.
EXPO: VAN RENAISSANCE TOT VANDAAG
MUDIA
EXPO: IN DE VOETSPOREN VAN ERASMUS
HOF VAN BUSLEYDEN
permanent in Redu
permanent in Mechelen
In boekendorp Redu vind je het MUDIA, een gloednieuw museum/attractie met meer dan 300 originele meesterwerken uit de 15de tot 21ste eeuw. Je volgt een hightech én ludiek parcours via schilderijen, tekeningen, beeldhouwwerken, foto’s en films. Onder het motto ‘begrijpen, leren en plezier maken’ kunnen je leerlingen actief op verkenning gaan. 2 euro korting met je Lerarenkaart (10 euro i.p.v. 12 euro). Meer info op mudia.be.
53
Hof van Busleyden is een een groots en prachtig renaissance stadspaleis in Mechelen, hoofdstad van de Bourgondische Nederlanden. Na een grondige restauratie is het nu heropend als museum. Je treedt er in de voetsporen van Hiëronymus van Busleyden, Margareta van Oostenrijk, Erasmus en Thomas More. Gratis met je Lerarenkaart (i.p.v. 11 euro). Meer info op hofvanbusleyden.be.
Klasse Magazine
Lerarenkaart
DIGITAL EXPERIENCE: BRUEGEL - UNSEEN MASTERPIECES
KONINKLIJKE MUSEA VOOR SCHONE KUNSTEN tot en met 16 maart 2020 in Brussel
2019 wordt het ‘Bruegeljaar’ met tal van evenementen over het hele land. In de Brusselse Koninklijke Musea voor Schone Kunsten loopt al geruime tijd ‘Unseen Masterpieces’, een ‘digital experience’ rond de verborgen geheimen van de werken van Pieter Bruegel de Oude. Een aantal werken werden gedigitaliseerd i.s.m. het Google Cultural Institute. De Bruegel Box dompelt je onder in zijn fantastische wereld. Gratis met je Lerarenkaart (i.p.v. 10 euro).
54
EXPO: WREED SCHONE VOLKSSPROOKJES
VILLA VERBEELDING tot en met 6 januari 2019 in Hasselt
‘Wreed schoon. Volkssprookjes op reis’ brengt rauwe, ongecensureerde sprookjes uit meer dan 30 culturen in België en Nederland. Cinderella’s uit alle continenten, slimme, dappere meisjes en vrouwen, maar ook ghouls, duivels en heksen. In filmpjes vertellen mensen van verschillende culturen hun favoriete sprookje. Met verhaalfragmenten uit het gelijknamige boek van jeugdauteur Marita de Sterck en prenten van Jonas Thys. 3 euro korting met je Lerarenkaart (1 euro i.p.v. 4 euro).
Klasse Magazine
WIN EEN BOEK
CONGO - EEN GESCHIEDENIS Cultuurhistoricus en schrijver David Van Reybrouck schreef een uitgebreide geschiedenis van Congo. standaarduitgeverij.be WIN! 10 x ‘Congo’. Waag je kans via klasse.be/win.
MUSEUM: HEROPENING
AFRICAMUSEUM permanent in Tervuren
Groot nieuws uit Tervuren! De opgezette olifant? Hij staat er nog! Na vijf jaar renovatie is het AfricaMuseum klaar voor een volgende generatie. Het gebouw zelf blijft een architecturale parel. De unieke collectie over materiële en immateriële rijkdommen van Centraal-Afrika kreeg een inhoudelijke boost, met aandacht voor de geschiedenis van het gebied én actuele thema’s als biodiversiteit, natuurbeheer en grondstoffen. 8 euro korting met je Lerarenkaart (4 euro i.p.v. 12 euro).
55
Klasse Magazine
STEM-ambassadeur Lieselot
Leren lassen zonder plassen Tekst Sara Frederix Beeld Kevin Faingnaert
Leraar Lieselot Van Gysel studeerde in het secundair als enige meisje af in de richting Elektromechanica. Haar missie: meer meisjes in STEMen technische richtingen te krijgen.
Girlpower en jeugdige branie? Lieselot staat nog maar net voor de klas als leraar Mechanica, maar heeft al tips voor Hilde Crevits. In september stuurt ze de minister van Onderwijs een lange mail over haar ervaringen in een typische ‘jongensrichting’. Vandaag is ze ambassadeur voor de Europese Commissie om technisch onderwijs te promoten. “Ik had niet echt een reactie verwacht, maar zo’n kans laat ik niet schieten. Ik wil heel graag een rol model zijn voor andere meisjes.” Lieselot was het enige meisje in het zesde jaar Elektromechanica. In haar extra jaar Bouwkunde zaten er toch al vijf. En nu heeft ze drie vrouwelijke collega’s in een team van 150 leraren. Lieselot staat haar mannetje – welke vrouw kan haar eigen huis bouwen? – maar kent de drempels voor meisjes in technische richtingen maar al te goed. Voor haar bachelorproef in de lerarenopleiding bevroeg ze daarover bijna 2000 leerlingen en 150 leraren in 14 scholen. MEISJES NIET WELKOM “In technische scholen is het soms zoeken naar een meisjestoilet tussen de frees- en CNC-machines. Elke dag in een mannelijk uniform T-shirt lopen, is ook niet fijn als meisje. Of probeer maar eens een overall over je rokje te krijgen zonder kleedkamer. Toen ik daarmee overigens op de speelplaats liep, deinsden de meisjes uit niet-technische richtingen achteruit, bang om vuil te worden. Dat lijken misschien details, maar daardoor voel je je alles behalve welkom in een school.” “In mijn derde jaar kreeg ik van een leraar te horen dat Sociale & Technische Wetenschappen me beter zou liggen. Ik wilde nochtans echt iets met mijn handen doen, maar daarin werd ik door mijn leraren niet echt gestimuleerd. Blij dat ik toch heb doorgezet.”
56
Wie is Lieselot Van Gysel (23)? • leraar Mechanica in GTI Beveren • startende leraar • ambassadeur van het technisch onderwijs
Klasse Magazine
“Ik ken ook een meisje dat zich wilde inschrijven in een technische school. ‘Niets voor jou’, zei de directeur. ‘Je komt waarschijnlijk toch alleen voor de jongens’. Kan je dat geloven? Sommige scholen willen liever geen meisjes. Ze hebben schrik dat ze haantjes van hun jongens maken, dat de de rust op school verdwijnt.”
“Toen het secundair eraan kwam, was ik het enige meisje dat voor tso koos. Ik ging letterlijk de andere kant uit, weg van mijn vriendinnen. Mijn oma wilde dat ik verpleegkundige of pedicure werd zoals mijn mama. Gelukkig zagen mijn ouders wel wat ik al van kleins af aan graag deed en hebben ze me gesteund in mijn studiekeuze.”
HANDEN UIT DE MOUWEN “Ook al zijn scholen niet altijd klaar voor meisjes, ik was wel klaar voor een tso-richting. Ik zat als kind al niet graag stil. Ik kon ervan genieten om een balpen of andere spullen uit elkaar te halen en herinner me nog goed de euforie als ik iets weer in elkaar kreeg gepuzzeld. Dat heb ik nu nog!”
LASSEN MET GELNAGELS “Ik vond het best oké om met heel weinig meisjes tussen de jongens te zitten. De eerste dagen staren ze je natuurlijk na en keuren je van top tot teen. Ze checken of je wel voor de opleiding komt. Je moet extra hard tonen dat je het wil en kan, vlot meepraten over werkgereedschap en geen schrik hebben
“Sommige scholen willen geen meisjes omdat ze haantjes van hun jongens zouden maken”
58
Klasse Magazine
om je vuil te maken. Krampachtig je lange gelnagels proberen sparen tijdens een praktijkles, zou ook raar zijn. Maar als je laat zien dat je als de beste kan lassen, hoor je er wel echt bij. Als ik zag hoe in andere klassen meisjes met elkaar omgingen, dan zat ik liever tussen die zwanzende jongens.” “Later, tijdens mijn lerarenopleiding, werd ik in mijn stageschool wel eens nagefloten op de speelplaats. Ik kon daar wel tegen. Ze testen je, maar bedoelen dat niet slecht. Na die testfase waren de jongens altijd heel lief voor me.” BEZORGDE OUDERS “Ook na het secundair bleef ik schoolgaan tussen de jongens in de lerarenopleiding Mechanica. Waarom kiezen niet meer handige meisjes voor technische richtingen, dat fascineerde me. Daarover wilde ik mijn bachelorproef maken. Er kwam een duidelijke top drie van drempels naar boven: schrik voor het aantal jongens, de reacties van vrienden en die van ouders. Alleen zelfstandigen zien blijkbaar geen graten in tso: zij hopen dat zowel hun zonen als dochters in het familiebedrijf komen werken. Maar veel andere meisjes mogen niet naar een technische richting. Hun ouders zien hen liever niet studeren tussen allemaal jongens. De ouders van mijn klasgenoten waren vroeger zelfs bezorgd om mij en vroegen me of hun zonen zich een beetje gedroegen.” “Daarom adviseer ik technische en STEM-scholen om een apart infomoment voor geïnteresseerde meisjes en hun ouders te organiseren. Ze moeten voelen en zien dat hun dochter welkom is, dat ze goed opgevangen wordt. En laat meisjes elkaar rondleiden in de school zodat ze écht antwoord krijgen op hun vragen en bezorgdheden: hoe is dat tussen al die jongens, zijn er nog meisjes op school, waar kan ik terecht als er iets is …” GOLDEN GIRLS “Scholen moeten meer doen om meisjes aan te trekken. Waarom geen meisjesclub organiseren? Zo kunnen de weinige meisjes uit verschillende richtingen af en toe samenkomen en activiteiten organiseren. Het is ook eens leuk om onder meisjes over make-up of liefdesverdriet te praten.” “Ik ken ook een school die een terugkomdag organiseert alleen voor meisjes. Op een opendeurdag of website moet je heel opvallend reclame maken voor zulke initiatieven. Op de opendeurdag van het VTI in Torhout dragen alle meisjes een Golden Girls T-shirt met hun naam. Dat valt op. Als je als meisje ziet dat er nóg meisjes op school zitten, trekt dat je over de streep om in te schrijven. Bij je inschrijving horen dat je het allereerste meisje bent in Elektromechanica de afgelopen vijf jaar, is niet erg stimulerend.”
59
Meer meisjes in STEM: vier tips START EEN MEISJESCLUB Groepeer de meisjes in een school met veel jongens. Zo voelen ze zich niet alleen en geef je ze van bij de start het gevoel dat ze welkom zijn.
BRENG MEER MEISJES IN BEELD Op je schoolwebsite, brochures of gevelbanner. Als meisjes zien dat er nog meisjes zijn, trekt dat ze over de streep.
ORGANISEER EEN INFOMOMENT VOOR MEISJES EN HUN OUDERS Zo krijgen ze antwoord op hun bezorgdheden.
BEVRAAG JE MEISJES OP SCHOOL Zij hebben ongetwijfeld ideeën over hoe je meer meisjes aantrekt in technische richtingen.
Klasse Magazine
“Laat een meisje dat twijfelt een weekje meedraaien in een technische richting. Veranderen na het eerste rapport kan nog altijd”
diploma van leraar Elektromechanica. Ze geloofden me niet. In het begin is dat nog grappig, maar na vijf keer niet meer. Moet ik dan mijn jurk en oorbellen vervangen door een broek en kort haar om serieus genomen te worden?”
MEISJES OP DE COVER “Lagere scholen moeten leerlingen meer en vroeger met techniek in aanraking laten komen. Een bezoek aan een technische school in de buurt is heel haalbaar. Dan hoop ik dat de leerlingen daar echt iets mogen maken zodat ze zelf én hun ouders kunnen zien of ze interesse en vaardigheden hebben.” “Laat leerlingen die twijfelen ook eens een weekje meedraaien, snuffelen en proeven. En als een meisje twijfelt, overtuig ze om toch te proberen. Na het eerste rapport of trimester is veranderen van studierichting nog perfect mogelijk.” “Scholen moeten ook meer vrouwen in beeld brengen. Zet foto’s van meisjes in technische richtingen op je schoolwebsite, zonder de indruk te wekken dat er vijftig in plaats van vijf meisjes zijn. Leerlingen in de lagere school zien in handboeken ook te weinig vrouwen in typisch mannelijke beroepen. Ik herinner me alleen maar brandweermannen of mannelijke loodgieters. En omgekeerd moeten jongens ook meer doorstromen naar typisch ‘vrouwelijke richtingen’ zoals verpleging of kleuteronderwijs. Ik ga alvast met veel plezier over mijn studie en beroep praten. Ik hoop dat ik zo een rolmodel ben voor andere meisjes.” CLICHÉS IN HOKJES “Toen ik tussen twee studies door een paar interimjobs deed, kreeg ik in elk uitzendkantoor verbaasde reacties op mijn
60
“We denken te veel in hokjes. Ik probeer in mijn klas niet in die val te trappen. Ik spreek niet over gender en zal nooit zeggen: ‘de jongens kunnen dit maken en de meisjes dat’. Ik geef bewust vrije opdrachten binnen bepaalde criteria zoals afmetingen of materiaal. Zo kan iedereen, jongen of meisje, zijn ding doen. Als de opdracht een kader met lichtjes is, kan je een fotokader of een make-upspiegel maken. Ik moest vroeger een kanon maken. Ik had daar wat graag bloemetjes op geschilderd.” PINTERESTCURSUS “Ik ben heel blij in de school waar ik les geef. Ze doet veel inspanningen voor meisjes en vrouwelijke teamleden. Maar ik hoor ook verhalen van scholen waar mannen neerkijken op hun vrouwelijke collega’s, waar je je als vrouw dubbel zo hard moet bewijzen. Mijn mannelijke collega’s vinden het interessant om te zien hoe een vrouw lesgeeft en we willen van elkaar leren. Ik denk dat ik rust breng, zorgzaam ben en soms andere invalshoeken bedenk. Ik hou ook van een mooie cursus met aandacht voor lay-out, foto’s en voorbeeldjes van Pinterest.” “Ik probeer mijn leerlingen positief te bekrachtigen. Zeker de meisjes, want ze zijn wat onzekerder, moeten bewijzen tegenover hun ouders dat ze juist gekozen hebben. Als leerlingen - jongens én meisjes - bijleren, groeien, openbloeien en zich goed voelen, ben ik blij dat ik dit beroep heb gekozen.”
Advertentie
Klasse Magazine
De meeloper
De meeloper
De inspecteur op het spoor 62
Klasse Magazine
Aan de schoolpoort van het Agnetencollege wacht ik die ochtend op inspecteur Lieve Claes. Ik speur de straat af naar een deux-pièces, aktetas, priemende ogen en strakke dot. “Goeiemorgen, Seppe. Ik ben Lieve. Zullen we?” Voor me staat een stralende vrouw in een hippe, zwarte jumpsuit. En jonge, helblauwe ogen met pretlichtjes. Ik schrap de dot en de aktetas. Lieve trippelt de trap op. Ik volg. INSPECTEUR ÉN COACH “Ik ben jullie advocaat. Een die je niet hoeft te betalen.” Lieve stelt zich grappend voor aan de vierdejaars van Verzorging-Voeding. Als iedereen aan het werk is, gaat ze in gesprek met de leraar. Dan met een leerling. “Hoekenwerk zou deze les nog beter maken”, denkt ze fluisterend aan mijn bank mee. Onder dat laagje inspecteur zit een coach. En een leraar. “Daar heb je gelijk in”, lacht ze. “Als kind al dreunde ik mijn les op tegen mijn poppen op bed.”
Dit schooljaar schaduwt een redacteur van Klasse iemand die in de kantlijn werkt aan beter onderwijs. Vandaag: onderwijsinspecteur Lieve Claes op doorlichting in Peer.
Tekst Seppe Goossens Beeld Boumediene Belbachir
63
We lopen door de gang naar de volgende les. Vandaag is duidelijk al dag twee van de inspectieronde. Leraren knikken vriendelijk naar Lieve. “Je voelt de openheid. Een goed teken.” We vinden het leslokaal niet meteen. “Als inspecteur heb je een goed oriëntatievermogen nodig”, grinnikt ze. Onderweg botsen we op directeur Lisette. “Het is al mijn derde doorlichting, maar de eerste keer dat we de vernieuwde inspectie over de vloer krijgen. Plankenkoorts? Nee, dat voel ik niet bij mijn team.” Ik geloof haar. De nuchtere aanpak hangt hier in de muren. FOUTJES IN DE LES De vierdejaars van Verzorging-Voeding maken vandaag macaroni met kaassaus. Lieve inspecteert het lokaal. “Diepvriezer: alles mooi gelabeld. Hygiëne: top. Gasvuur: goed, want dat komen leerlingen op de werkvloer ook tegen.” Leraar Katrien staat nog niet lang voor de klas. Lieve polst hoe ze stappenplannen inzet, lesdoelen bepaalt en haar leerlingen zelfredzaam maakt. “Laat je
Klasse Magazine
De meeloper
Wie is Lieve Claes? • inspecteur verzorging • acht jaar ervaring als leraar • zevende jaar bij de onderwijsinspectie
“Mijn eerste zorg is niet de berg papier doornemen. Eerst ga ik praten met de leraar” wel eens iets fout lopen in je les?” In de vraag zit een tip. “Als de melk overkookt in de klas, weten leerlingen later hoe ze dat oplossen. Fouten maken: zo leer je vaak het meest.” Intussen zijn de koks al aan de slag. Lieve kijkt rond en stelt hier en daar een vraag. Fotograaf Boumediene volgt haar met zijn camera. “Nina, smile: je staat op de foto met de inspecteur.” De leerlingen zijn helemaal zichzelf. “Ik had een stijve hark verwacht”, vertrouwt Leandro me toe. “Maar ze is heel normaal”. Boumediene wil buiten foto’s nemen. “U komt toch straks terug om van onze macaroni te proeven?” ZWART OP WIT Nieuwsgierige blikken vanuit de lerarenkamer volgen samen met mij de fotoshoot. “Zenuwachtig? Nee hoor, zolang mijn les maar goed is.”, lacht een leraar. Toch voel ik onzekerheid. “Inspecteurs praten met je, zeggen dat alles goed is, maar achteraf krijg je een bikkelhard rapport.” Ook Lieve stapt de lerarenkamer binnen. “Ik wist niet dat de inspectie dat deed”, werp ik op. "Dat is inderdaad geen traditie. Maar zo zijn we meer aanspreekbaar voor leraren. Kritiek op papier komt net iets harder aan dan zaken mondeling toelichten”, verklaart Lieve. “Dat is voor leerlingen net hetzelfde: je kan telkens weer zeggen wat beter moet en hoe het beter kan, maar die ene scherpe rapportcommentaar hakt er toch in.”
64
Het valt me op hoe makkelijk Lieve contact legt met leraren. “Daar zijn twee redenen voor. Ik heb zelf acht jaar lesgegeven. Anders word je geen inspecteur. En mijn leeftijd speelt ook in mijn voordeel.” Hoe oud ze dan wel is, vraag ik. Daar zijn de pretlichtjes weer. “Het is belangrijk dat je op een respectvolle manier evalueert. Met voorbeelden. Leg uit waarom je iets zegt, dan nemen mensen je feedback veel beter op. In al die jaren is me dat één keer niet gelukt. De school gaf toe dat sommige dingen niet goed waren, maar weigerde een ‘voldoet niet’ te aanvaarden. Daar heb ik wakker van gelegen. Met inspectie 2.0 verloopt dat vlotter. Het rapport is beknopter. De ontwikkelingsschalen zijn duidelijk. Je krijgt geen ‘voldoet’ of ‘voldoet niet’ maar een genuanceerd beeld. En we nemen de tijd om in gesprek te gaan met leraren en te reflecteren met vakgroepen en directie.” ZE DOEN HUN BEST De macaroni is klaar. Ik voel wel wat voor een hapje, maar Lieve troont me al mee naar onze volgende afspraak. Een lunchvergadering met Romy, Kirsten, Stan, Noura, Robbe en co: twaalf leerlingen met uiteenlopende leeftijden en studiekeuzes. De school trakteert hen op een broodje, en zij staan de inspecteur te woord.
Klasse Magazine
Lieve begint met de spelregels. “We hebben het niet over individuele leraren. We zijn samen om meer te weten over jullie school en jullie welbevinden.” De leerlingen gaan aan de slag met stellingen. De les geeft een goed beeld van wat we op de toets mogen verwachten. Ik kom graag naar school. We leren leren. Geen rondje leraren bashen. Wel veel bijval voor die ene leraar die precies weet hoe hij moeilijke leerstof helder kan uitleggen. En instemmend geknik bij de conclusie van Kirsten: “Onze leraren doen hun best, mevrouw”. Lieve knikt: “Tevreden leerlingen zijn altijd een goed teken. Inspecteur word je ook voor hen. Zijn zij blij met het onderwijs in hun school? Daar draait het uiteindelijk om.”
Inspectie 2.0: wat verandert er? 01. Een nieuw referentiekader dat alle onderwijspartners samen ontwikkelden. Heldere doelstellingen in begrijpelijke taal. 02.
LUISTEREND OOR Na de middag maakt Lieve tijd voor een gesprek met de leraren die een klasbezoek kregen. Wat een goede inspecteur moet kunnen? “Luisteren”, antwoordt ze. “En ergens doorheen kijken. Mijn eerste zorg is niet de berg papier doornemen. Eerst ga ik praten met de leraar. Weet hij waar hij mee bezig is? Weet zij waarom ze iets zus of zo aanpakt? Veel belangrijker dan elke afspraak op papier te zetten. Al helpt dat je wel om goede afspraken te maken.” “Leraren werken hard en goed, dat weten we. Maar dat doe je altijd in dezelfde omgeving. Dan is het leuk als iemand van buitenaf zegt: ‘Goed bezig’. Of: ‘Kan dit anders, herken je dat?’ Dat volstaat vaak al om leraren en scholen te laten inzien hoe ze zich verder kunnen ontwikkelen.” Onze tijd zit erop. “Op het einde van de week voel ik me elke keer weer een stukje van het schoolteam. Ik vertrek met weemoed, maar ook met zin in de volgende school. En de verbazing van leraren die me zeggen: ‘Je bent hier nog maar een paar dagen, en je kent onze school al zo goed’, dat geeft me een boost.”
65
Ontwikkelingsschalen om te beoordelen in welke mate een doelstelling bereikt wordt. Zowel voor de doorlichting als voor interne reflectie. 03. Een dialoog met scholen en leraren, gericht op ontwikkeling. Met constructieve feedback en concrete aanwijzingen. 04. Doorlichting om de zes jaar, niet om de tien jaar. Geen opvolgingsdoorlichting die nagaat of tekorten weggewerkt werden. Wel een globale scan en het vertrouwen in de school en de leraren om zelf met werkpunten aan de slag te gaan.
MOET JE WETEN
Moet je weten
Klasse Magazine
Samenstelling Anne Siccard
Interessant lesmateriaal
MAAK STEM POPULAIR secundair onderwijs
VAN HYPOTHEEK- TOT EUROCRISIS IN TIEN MINUTEN derde graad secundair onderwijs
Hoe bereid je je leerlingen voor op een onderbouwde studieen/of beroepskeuze in STEM? Amper Slim doet dat met feiten, verhalen en rolmodellen die dicht bij de leefwereld van jongeren liggen. Volg @amperslim, neem een kijkje op de website en deel je indrukken met je leerlingen. amperslim.be
Canvas vatte de hele hypotheek- over banken- tot eurocrisis samen in een toegankelijke online video. Quotes en verhelderende animaties helpen je om je leerlingen die tien jaar in tien minuten uit te leggen. cnv.as/deVal-explainer
HAAL EEN WEEKDIERKUNDIGE NAAR JE KLAS lager, secundair en hoger onderwijs
Kevin Monsecour is naast leraar natuurwetenschappen in Aarschot ook wetenschappelijk medewerker in een Parijs’ museum. Hij geeft workshops over weekdieren (schelpen en inktvissen) in scholen (vanaf 4de leerjaar). Natuurbehoud en de vernietiging van biotopen door de mens komen ook aan bod.
HET VERLEDEN IS MEER DAN EEN GESCHIEDENISLES derde graad secundair onderwijs
Wat leren verhalen van massageweld in Cambodja of Rwanda ons over vandaag? Help je leerlingen daarover respectvol, solidair en kritisch reflecteren en vraag gratis een workshop met een getuigenis aan bij RCN Gerechtigheid en Democratie. pedagogie@rcn-ong.be
shellsatschool.be
BRENG BURGERSCHAP, FAKE NEWS ... IN DE KLAS
WORD STERRENKLAS 2018-2019 derde graad basisonderwijs
lager en secundair onderwijs
Wie op zoek is naar educatief materiaal over diversiteit, migratie, media, meertaligheid en burgerschap kan bij Foyer terecht. Voor lager en secundair onderwijs hebben zij aangepast materiaal en workshops.
Enthousiaste kinderen van de derde graad basisonderwijs vertellen hun leeftijdsgenoten alles over de Europese verkiezingen, de geschiedenis van Europa, de lidstaten … Je leerlingen voeren opdrachten uit en spelen op het einde een online quiz. Wie wint een daguitstap naar zee? wordsterrenklas.be
foyer.be
67
Advertentie
Moet je weten
Klasse Magazine
DIKKETRUIENDAG 2019: NIET VOOR WATJES
ZUMI, ZUMI, ZUMIS
algemeen
lager onderwijs
Met korte gerichte liedjes, ZUMIS, krijgen kinderen meer voeling met zichzelf en hun omgeving. ‘Zumi’ twee minuutjes met je klas en je creëert wat er op dat ogenblik nodig is: rust, verdraagzaamheid, stilte, focus … Naast het handboek met cd of mp3-versie zijn er workshops, een werkmap en beeldmateriaal.
58% van de Vlamingen die vandaag naar het werk of de school fietst, doet dat voor een beter leefmilieu. Steun deze klimaatflandriens en fiets mee tot op de Dikketruiendag, 12 februari 2019. Registreer je sportieve of ludieke actie en misschien val je in de prijzen. dikketruiendag.be
zumis.be
BEWUST MET ALCOHOL OMGAAN
DE MAAKBARE MENS
tweede en derde graad secundair onderwijs
tweede en derde graad secundair onderwijs
Bespreek genetica en erfelijkheid. Kies uit twaalf kant-enklare oefeningen met verschillende moeilijkheidsgraden. Of wil je het hebben over orgaandonatie of slaap? Gebruik de brochures en/of lespakketten van De Maakbare Mens.
Michael, ex-alcoholverslaafde, informeert jongeren tijdens een interactieve lezing (80-90 minuten) over de effecten van alcohol. Hij wil jongeren inspireren en bewust maken van de gevaren van deze sociaal aanvaarde drug die na tabak de meeste slachtoffers eist. debestebeslissing.be
demaakbaremens.org/winkel/
LEESPLAN EN LEESPROCES
MUSEUM 2030
lager onderwijs
lager onderwijs
De objecten en beroepen in het online museum van Verloren Voorwerpen & Vergeten Beroepen verdwijnen in de toekomst: de plastic bankkaart, een papieren handleiding, de dokwerker en caissière … Maar achter elk museumstuk schuilt een positief toekomstbeeld. Ontdek het met je leerlingen.
Martine Ceyssens ontwierp de ‘Lezer-scan’, een praktische tool om leerlingen met leesproblemen te helpen. Je leert het leesprobleem beter te observeren en te koppelen aan de verschillende fasen van een leesproces. Mét vier concrete voorbeelden en online videobeelden. pelckmanspro.be
museum2030.be
WIN! 5 x ‘Lezer-scan’. Waag je kans via klasse.be/win.
69
Advertentie
Moet je weten
Klasse Magazine
Levenslang leren
WEBSITE
ONDERSTEUNING
ZORGPAD ADHD
NETWERK VAN ISLAMEXPERTEN
Kinderen/jongeren met druk gedrag, aandachts- of concentratieproblemen in je klas? Op deze website vind je wetenschappelijk verantwoorde én praktische informatie.
Ook dit schooljaar kan je terecht bij het netwerk van islam experten voor duiding, concrete casussen ... Ze zoeken met jou een antwoord op maat. Gratis.
adhd-traject.be
centrumislamonderwijs.be/islamexperten.html
PUBLICATIE
VORMING
GIDS VOOR EEN DRUGBELEID OP SCHOOL Het Vlaams Expertisecentrum voor Alcohol- en andere Drugs maakte een update van het Drugbeleid op School (DOS) met de nieuwe afbakening en rolverdeling tussen scholen, CLB’s en PBD’s. Lees het in de Gids voor een Drugbeleid op School. vad.be/materialen/detail/drugbeleid-op-school-dos
LEERDAGEN
STUDIEDAG KANSRIJK ONDERWIJS #2 Wil je doelgericht werken met thema’s als klasmanagement, nieuwe autoriteit, zorgbreed handelen? Keynotesprekers en werkwinkels zetten je in Hasselt (21/05/2019) op weg. Ontvang als eerste het programma met inschrijflink en registreer je nu al. events.ucll.be/content/tweede-studiedag-kansrijk-en-zorgbreedonderwijs-voor-iedereen
BOEK
ENSPIRED LEERWEEK
VERANDEREN MET GOESTING
In maart 2019 ontvangt eNSPIRED genderexperten uit VVOB-partnerlanden Rwanda en Cambodja voor een internationale uitwisseling over ‘gender en onderwijs’. Op 20 en 21 maart wordt tijdens interactieve sessies en inspirerende praktijken gezocht naar antwoorden op onderwijs uitdagingen in Vlaanderen.
Verandering roept vragen op. ‘Op grote schaal scholen slim organiseren’ inspireert alle betrokkenen om met goesting én samen, te werken aan verandering. Het boek toont in concrete stappen hoe je dit doet in gedeeld leiderschap en over scholen heen, niet voor meer efficiëntie, wel om kansen te creëren voor beter onderwijs en meer professionalisme.
enspired.net/nl/nieuws-en-events/gender-en-onderwijs-eeninternationale-leerweek
lannoocampus.be
WIN! 15 x ‘Op grote schaal scholen slim organiseren’. Waag je kans via klasse.be/win.
71
Klasse Magazine
Moet je weten
Tips voor je leerlingen
STRESSFACTOR
SID-IN’S 2019
tweede en derde graad secundair onderwijs
Dromen je leerlingen ervan om voor één dag de speelplaats als festivalterrein te gebruiken? Dan is StressFactor LIVE iets voor hen. Vanaf 16 jaar kunnen ze zelf de aanvraag indienen.
derde graad secundair onderwijs
Ga je met je laatstejaars naar de studie-informatiedagen? Maak ze erop attent dat ze op zaterdag ook alleen, met ouders of vrienden de SID-in’s vrij kunnen bezoeken. onderwijs.vlaanderen.be/nl/data-en-locaties-sid-ins-2019
stressfactor.be
GO STRANGE
ENGLISH PLEASE
derde graad secundair onderwijs
Vrijwilligerswerk of een jaar studeren in het buitenland? Ga met je leerlingen naar de website van Go Strange. Ze ontdekken er tal van mogelijkheden om culturele ervaringen te beleven in het buitenland. De infomomenten vinden ze op de kalender. gostrange.be
secundair onderwijs
Je leerlingen van 11 tot 19 jaar kunnen tijdens de zomer 2019 twee weken lang hun Engelse taalvaardigheid bijschaven. Via taallessen door native speakers, sportactiviteiten, excursies en gewone babbels met lokale inwoners leren ze niet alleen de taal, maar ontdekken ze ook ‘the British Way of Life’. www.intereducation.eu/
(SAMEN) STERKE VERHALEN LEZEN derde graad lager en secundair onderwijs
Het Lezerscollectief maakte de bundel ‘Lees je mee(r)?’, een selectie verhalen en gedichten voor kinderen en jongeren. Ze zijn ideaal om voor te lezen en er dan samen over te praten. Een leuk leesbevorderingsinitiatief om ervaringen te delen met je leerlingen.
EUROPA IN DE PRAKTIJK lager en secundair onderwijs
In het Parlamentarium, het bezoekerscentrum van het Europees Parlement, en het Huis van de Europese geschiedenis ontdekken je leerlingen meer over hun continent en de EU, alleen of met familie. europarl.europa.eu/visiting/nl/
eenhoorn.be
WIN! 5 x ‘Lees je mee(r)’. Waag je kans via klasse.be/win.
72
Klasse Magazine
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
2 3
Door loper Ons kruiswoordraadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen. Een doorloper dus. Veel succes.
Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.
Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 21 januari naar klasse.be/win en waag je kans.
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HORIZONTAAL
VERTICAAL
1. 2. 3. 4.
1. December, januari, februari, maart (13) 2. Voorzetsel (2) / jammer (6) / Griekse letter (2) / plant uit de Andes (3) 3. Mist (5) / het woord dat je zoekt (5) / monnik (3) 4. Leesteken (5) / eerstkomend (afkorting, 2) / de oudere (afkorting, 2) / granaat (4) 5. Koker (4) / in toverdrank gedrenkte Galliër (6) / tarwe (Engels, 3) 6. Meisjesnaam (3) / onderaardse ruimte (4) / van lang geleden (6) 7. Soort rund (5) / waterplant (3) / Lucy in the Sky with Diamonds (3) / bestaat (2) 8. Air Traffic Control (afkorting, 3) / Duitse stad (4) / knap (4) / voor of na de kip? (2) 9. Wisselt af met dag (5) / vetplant (5) / voordeel (3) 10. Hebben pubers vaak last van (10) / uitroep (3) 11. Glanzend materiaal (5) / mythisch schip van Jason (4) / zuiver (4) 12. Rijks Administratief Centrum (afkorting, 3) / deel van een Franse ontkenning (2) / wagentje (8) 13. Sfeer, gebruiken, regels, waarden … op school (13)
Zingen die alleen tijdens verticaal 1? (13) Traagheid (7) / landingsbaan (6) Neef (Frans, 5) / alfabet (3) / trainer (5) Das (Engels, 3) / Russisch vliegtuig (3) / Russische rivier (2) / Duitse schlagerzanger (5) 5. Telenovelle (4) / koekjesmerk (4) / duivenhuis (3) / Nederlandse omroep (afkorting, 2) 6. Soort borstel (7) / door de neus gesproken (6) 7. Verkoopshandigheidje? (13) 8. Brandresten (2) / hierin vind je het vorige (4) / vuurdraak uit Lord of the Rings (5) / persoonlijk voornaamwoord (Frans, 2) 9. Geel (Spaans, 8) / muziekinstrument (5) 10. Cijfer (3) / spelletje met O en X (3) / keukengerei (7) 11. Vaal (3) / bloedworst (Frans, 6) / danspakje (4) 12. Kleur van ongebleekte zijde (4) / vaarwel (Frans, 5) / bijnaam van Justine Henin (4) 13. Medemens (6) / muziekinstrument (5) / bijwoord (2)
73
Klasse Magazine
COLOFON
OVER JE ABONNEMENT
Klasse Magazine 014 – december 2018
Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij.
Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Cover: Quentin Duquesne Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Alexander Callewaert, Ruben Cassiman, Sabrina Claus, Piet Creten, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Kyra Fastenau, Sara Frederix, Seppe Goossens, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Peter Mulders, Ann Nevens, Tim Paternoster, Eva Pieters, Mieke Santermans, Tim Sels, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Bram Truyens, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sigrid Vandemaele, Sonja Van Droogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Klasse.be facebook.com/klasse twitter.com/klasse_be Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Koen Pelleriaux, Departement Onderwijs en Vorming.
Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro. Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee. Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be. Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat?- Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@ klasse.be of via je profiel op Klasse.be. Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaart-houders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd. Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 30 juni. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart. Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring.
is onderwijs en vorming
Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.
Advertentie
Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift december/januari/februari 2018/2019 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699
Het is groen en het maakt je lessen straffer
Vind je Lerarenkaart 2019 via waarismijnlerarenkaart.be
LERAREN KAART
PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE