Klasse Magazine 016

Page 1

016 - juni 2019

www.klasse.be

juni 2019

MAGAZINE

Tien op team www.klasse.be

Tien op team


Advertentie


MAGAZINE

32.

52.

58.

Acteur Janne Desmet: “Kleuterleraren leggen het fundament waarop je een heel leven bouwt"

Debbie Goudriaan richtte een basisschool op met drie pijlers: rust en ritme, ondernemingszin en duurzaamheid.

Redacteur Nele legt beestige stagebezoeken af in het spoor van leraar Eline.

05.

EDITO: Topteams

30.

06.

BLOG: Laura evalueert haar schooljaar

Lezers, volgers, posters

08.

Wat had je willen weten voor je leraar werd?

38.

INTERVIEW: “Goed lesgeven is geen rocket science"

10.

KLASTIPS: Kijken en zwijgen is coachen

44.

REPORTAGE: Zo zet je de poort naar taal wagenwijd open

INTERVIEW:

DE DIRECTEUR:

12.

DOSSIER: Lesgeven: alleen samen lukt het

48.

ZELFTEST: Hoe reageer jij op een onderpresterende collega?

24.

BEELDREPO: Kijken als een kind met kleurenblindheid

62.

LERARENKAART: Vijf leraren vullen jouw zomer

REPORTAGE:

CADEAUTJE Alsjeblief! De felbegeerde Klasse-maandkalender. Voor jou en die andere 19.000 trouwe abonnees. Handig voor je schoolafspraken én je vakantieplannen, natuurlijk.


Advertentie


Klasse Magazine

Edito

K3 in elke school

Juf Kristien en Juf Kristine vallen met hun breedste glimlach binnen op onze redactie. Tussen hen in: een spandoek met ‘TOPTEAM’, omgeven door complimenten van leerlingen, ouders en collega’s. Kristien zat ooit bij haar naamgenoot in de klas. Nu werken ze in dezelfde school. ‘Maar voor ons voelt dat niet als werken’, lachen ze. Kristien junior kan steunen op de ervaring van Kristine senior, terwijl die laatste energie krijgt van ‘het enthousiasme en talent van de jongere generatie, ook al wordt de job elk jaar zwaarder’. Daarom verzamelden ze met het team een dik dossier vol anekdotes om mee te dingen naar de ‘Leraar van het Jaar’. Die symbolische titel gaat op 19 juni naar, je raadt het al, een team. Want lesgeven anno 2019, dat doe je niet meer alleen. Zo’n 2400 nominaties voor topteams stroomden binnen, van de Westhoek tot diep in Limburg. Wie nood heeft aan wat positieve noten over ons onderwijs, nodig ik uit om in die berg dossiers te komen grasduinen. Kwaliteitsvol onderwijs wordt gerealiseerd door kwaliteitsvolle leraren. Maar excellent onderwijs, dat is duidelijk teamwerk. In al die hartverwarmende nominaties ontdek je hoe veel schoolteams elkaar motiveren en waarderen, kritische vrienden zijn, expertise delen, talenten ontwikkelen, ruimte creëren om te experimenten, leerlijnen uittekenen, over vakken samenwerken, plezier maken en er op moeilijke momenten voor elkaar zijn ... Met één gedeeld doel: een schoolomgeving creëren waarin alle kinderen maximaal groeien. Toch horen we op onze redactie ook andere klanken: teams die elkaar tegenwerken, scholen waar de deuren niet voor elkaar open staan, waar leraren hun boterhammen alleen in hun klas opeten, waar starters worden uitgesloten, leraren elkaar bekritiseren en in het ergste geval zelfs vernederen of pesten. Samenwerken zit in onze scholen nog niet ingebakken, vertelt expert Charlotte Struyve in ons dossier. Maar er is goed nieuws: we maken de laatste jaren progressie. Gelukkig, want maatschappelijke uitdagingen zijn zo complex dat je daarop als individuele leraar geen antwoord kan formuleren. Bovendien nijpt het lerarentekort elk jaar harder. Leraar worden is niet sexy en te veel leraren stoppen. Daarom moeten we van lesgeven meer dan ooit teamwerk maken. Zodat elke school in Vlaanderen een topteam telt. Onderzoek is glashelder: leraren die goed samenwerken, staan tevredener en energieker in hun job en voelen zich meer verbonden met hun school. En als leraren talenten bundelen, elkaar professioneel versterken en emotioneel ondersteunen, verhogen ze de kwaliteit van onderwijs. Het effect van sterk teamwerk is immers zoveel groter dan de som van de leraren. Kristien en Kristine, dat is dus geen K2, maar K3.

Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be


Klasse Magazine

Lezers, volgers, posters

Lezers, volgers, posters Tekst Tinne Deboes

@tamara_stojakov – Mijn leerlingen en de rat race: taken, toetsen, examens ... Soms gaat het goed, soms niet. En dan helpt een week op bosklassen. Weg uit de klas. Kinderen met een beperking. Heavy. En het worden zomaar andere leerlingen. Ik ben ontroerd. Tranen in de ogen. #onderwijs

KLASSE.BE - VIDEO

“Wie op zijn gemak zit in de klas, leert eigenlijk niets bij” Filosoof en psychiater Damiaan Denys vertelt waarom angst nodig is om te leren.

REDACTIE@KLASSE.BE

Leraren zijn teams

394

Ook dit schooljaar ontplofte de mailbox van Klasse door de berg nominaties voor ‘Leraar van het Jaar’. Sterke teams van de Westhoek tot diep in Limburg. Check op de kaart uit welke provincie de meeste nominaties kwamen.

480

800 341 101

Op woensdag 19 juni wordt uit vijftig topteams één symbolische winnaar verkozen. Volg de ontknoping live op de Facebook-pagina van Klasse vanaf 16.45 uur.

6

315


Klasse Magazine

FACEBOOK - KLASSE

Starterspakket Wauw, dat is leuk thuiskomen! Merci Klasse voor de planner en andere hebbedingetjes <3 :-) #EenBeetjeExtraMotivatieKanNooitKwaad #EersteJaarVoorDeKlas #NooitMeerStagiair Net zoals 13.500 andere startende leraren vond Laura dit Starterspakket van Klasse in de brievenbus. Met een blinkende Lerarenkaart, een handige weekplanner, een werkvormenwaaier voor boeiende lessen, het nieuwste Klasse Magazine, een sleutelhanger voor de eerste schoolsleutels en zes stickers die goesting geven. Want wij helpen beginnende leraren graag mee op weg in hun eerste schooljaar.

MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. VERKIEZINGSKOORTS: VLAAMSE PARTIJEN OVER ONDERWIJS 2. TAAKPLANNER VOOR TIENERS MET FAALANGST

REDACTIE@KLASSE.BE

Tentoonstelling huiswerkplekken De posterexpo ‘Bijzondere huiswerkplekken’ met foto’s van Kevin Faingnaert maalt kilometers door Vlaanderen. Graag de reizende tentoonstelling in jouw school? Vraag ze aan op klasse.be/fototentoonstelling.

7

3. HOE LOSSEN WE HET LERARENTEKORT OP?

4. PRIKKEL JE LEERLINGEN MET DE ‘GREJ OF THE DAY’

5. VERBINDEND COMMUNICEREN: 6 EZELSBRUGGETJES


Klasse Magazine

Wat had je willen weten voor je leraar werd?

Wat had je willen weten voor je leraar werd? Elk schooljaar schotelt Klasse leraren een nieuwe vraag voor. Dit jaar: wat had je willen weten voor je leraar werd? Mail jouw antwoord naar redactie@klasse.be. Tekst Bart De Wilde Beeld Eva Vlonk

Ruth Wille, lerarenplatform, O.L.V.Visitatie Mariakerke “Dat goed lesgeven teamwerk is. Samen met collega’s en ouders maak je onderwijs, niet in je eentje achter een gesloten klasdeur. Zelfs niet als je keihard aan je lesvoorbereidingen gewerkt hebt, zoals ik in de lerarenopleiding leerde. Differentiëren, kinderen alle kansen bieden ... lukt alleen als je deuren opent, samenwerkt en elkaars ervaringen en kennis bundelt.”

8


Klasse Magazine

Jana Vannieuwenhuyse, OKAN-leraar KTA Brugge “Dat er meer tijd kruipt in administratie, lesvoorbereidingen en extra activiteiten dan je verwacht. Omdat je voor jezelf de lat hoog legt, omdat je zelfgemaakte cursus perfect in orde moet zijn. Je OKAN-leerlingen verdienen dat. Die leraren-knop gaat nooit af. Klap je ’s avonds laat of op zondag in de zetel je laptop open voor een snel mailtje, en zit je, voor je het weet, een lessenreeks uit te werken.”

Gauthier Clauws, leraar wiskunde en retail, Spes Nostra Heule “Vreemd misschien voor een cijfermens, maar tijdens mijn opleiding heb ik me geen seconde afgevraagd hoeveel een leraar verdient. Pas toen ik mijn eerste weken voor de klas stond, werd ik nieuwsgierig naar het bedrag op mijn eerste loonfiche en besefte ik dat ik niet wist hoe mijn loon evolueert en hoeveel vakantiegeld er binnenkomt. Best tevreden met dat alles, maar waarom krijg je die informatie niet in de lerarenopleiding?”

9


Klasse Magazine

Klastips

Klastips

Kijken en zwijgen is coachen “Iedereen vooruit!” roepen is alvast geen optie. Maar hoe breng je je klas wél zo ver mogelijk? Met deze coaching-ingrepen sta je scherp aan de zijlijn. Tekst Stijn Govaerts

HANG TALENTEN UIT Bespreek met je leerlingen waar ze goed in zijn en hang hun foto met daaronder hun talenten aan een klasmuur. Verwijs er ook naar: “Klaas, iedereen vindt dat jij vaker je mening mag geven. Je bent slim, genuanceerd en zegt rake dingen.”

GEMOEDSBORDEN Check hoe een leerling zich voelt voor je les. Met gemoedsborden, vijf standen en een wasknijper waarmee leerlingen aangeven of ze geconcentreerd, verdrietig, moe … zijn, kan dat in een paar seconden. Misschien kan je je les er een beetje aan aanpassen. Of uitzoeken waarom een leerling al een hele week ‘moe’ uithangt.

LOS HET NIET ZELF OP Geef je leerlingen de kans om iets in te brengen. Zoals een sportcoach ook zijn kapitein en spelers raadpleegt. Zit je leerling met een probleem of maakt hij een redeneerfout? Stel vragen zodat hij er zelf achter komt en oplossingen kan voorstellen.

SUCCES VAN DE WEEK Begin je week met een nieuwe vaste rubriek: ‘het succes van de week’. Kijk in twee minuten even terug naar wat beter liep dan verwacht. Denk aan een toets waarop iedereen sterk scoorde of een fantastische opmerking van een van je leerlingen.

10


Klasse Magazine

ZOEK HET UIT Verbindende coachingsopdracht in september? Laat leerlingen vijf gemeenschappelijke dingen uitzoeken die ze nog niet van elkaar kennen. Werkt zelfs bij leerlingen die al een tijdje samen in de klas zitten. Een gemeenschappelijk huisnummer, een verleden als flankspeler of een voorliefde voor vanillepudding tijdens het huiswerk?

STEL COACHENDE VRAGEN Goede coachingsvragen zetten de leerling aan het werk en pinnen hem niet vast. Vraag niet: ‘Waarom reageer je zo heftig’, wel ‘Wat maakt dat je zo heftig reageert’. Dan oordeel je niet en zoek je verder naar achterliggende redenen. Nog een voorbeeld: ‘Welke kleine stap kan je vandaag zetten zodat je het gevoel hebt dat je vooruitgang boekt?’

KIJK EN ZWIJG Soms heb je de neiging om alles zelf vol te praten, te veel vragen te stellen. Als je zwijgt, is er ruimte voor je leerlingen om te praten. Dan kan jij observeren en aandachtig luisteren. Bedenk rustig: wat bedoelt die leerling precies? Wat is de achterliggende motivatie voor zijn uitleg of vraag?

ZEG EENS MARTHA Koppel voorbeelden aan leerlingen. Maak wiskunde-oefeningen waarin je leerlingen de hoofdrol spelen. Of koppel positief gedrag aan leerlingen. We gaan eens ‘een Martha doen’: met een grapje sfeer brengen in een groep. Of ‘een Elisabeth doen’: bij schrijfopdrachten altijd dat randje eigen stijl toevoegen.

VIJF MINUTEN INTERVISIE Boeken aan de kant. Leerlingen ook. Laat ze vertellen wat ze lastig vinden aan je vak of je aanpak. Laat weten dat je hun inbreng hoorde en wat je aanpast. Maar vertel ook wat je doel­bewust niet zal veranderen, en waarom.

LEERLINGEN MAKEN PAP Laat je leerling een persoonlijk actieplan (PAP) uittekenen. Visualiseer samen het doel dat hij wil bereiken. Formuleer de nodige stappen die nodig zijn voor dat doel. Welke vaardigheden of kennis moet hij opdoen? Wie kan hem daar het best bij helpen? Tegen wanneer?

11



Dossier Tien op team

Dossier

Alleen samen lukt het Lesgeven doe je niet (meer) alleen. Wie samenwerkt, is blijer in zijn job en voelt zich meer verbonden met de school. En door hun talenten te bundelen, brengen leraren de leerlingen verder. Drie topteams, genomineerd voor ‘Leraar van het Jaar’, vertellen hoe ze dat doen.

Tekst Bart De Wilde, Kyra Fastenau, Seppe Goossens en Leen Leemans Illustraties Timo Kuilder Beeld Jens Mollenvanger

13

Klasse Magazine


Klasse Magazine

Dossier Tien op team

Samenwerken loont “Leraar wordt een steeds complexere job. Expert zijn in lesgeven, ICT, zorg, differentiëren én een antwoord bieden op alle vragen die de maatschappij op onderwijs afvuurt? Dat kan een leraar niet meer in zijn eentje. Samenwerken is de enige oplossing”, zegt onderwijsontwikkelaar Charlotte Struyve. Waarom doen we het dan niet vaker?

‘Deur toe en baas in eigen klas’. Dertig jaar geleden lukte dat prima. Waarom nu niet meer? Charlotte Struyve: “De nood om samen te werken, was er altijd al. Maar hij is toegenomen. Het onderwijs is complexer geworden: de klaspraktijk is veranderd, de leerlingen zijn diverser en de maatschappij projecteert veel verwachtingen op scholen. Als alle individuele leraren zich daarin verdiepen – naast elkaar – gaan ze allemaal in overdrive. Terwijl het oké is om niet alles te kunnen. Leraren kunnen beter van elkaar leren en elkaars sterke kanten gebruiken. Dat is niet alleen efficiënter, het maakt alles ook haalbaar.” Toch werken Vlaamse leraren minder samen dan hun Europese collega’s. Hoe komt dat? Charlotte Struyve: “Uit cijfers blijkt dat samenwerken in Vlaanderen nog niet ingebakken is. Toch is er zeker vooruitgang. Als je spreekt met leraren, krijg je overal dezelfde boodschap: ‘we zijn ermee bezig’. Dat teamwerk belangrijk is, dringt meer en meer door. Maar we hebben nog stappen te zetten.”

“Als leraren met collega's hun expertise willen delen, rooster ze dan op het juiste moment vrij”

“Dat kan je niet zomaar toeschrijven aan louter onkunde of onwil van leraren. Ze hebben al een voltijdse job met lesgeven en alles daarrond. Samenwerken vraagt tijd en energie en levert soms ook problemen op. Dat mag je niet onder de mat vegen. Samenwerken zal niet altijd onmiddellijk goed verlopen en een meerwaarde bieden. Het is een investering die later rendeert. Op korte termijn ‘komt het erbij’.” “Daarom pleit ik voor een onderwijsopdracht – in plaats van een lesopdracht – die ook alle inspanningen erkent naast les­geven. En waarin ruimte is om samen te werken, structureel. Daar kan de directeur een rol spelen. Als leraren met collega’s willen samenwerken om hun expertise bij elkaar te leggen, rooster ze dan op het juiste moment vrij. Of richt de lerarenkamer zo in dat ze praktisch kunnen samenwerken.” Samenwerken is geen doel op zich. Hoe maak je het waardevol? Charlotte Struyve: “Als je als team goed wil samenwerken, dan moet je ook de tijd nemen om een gemeenschappelijk doel te bepalen. Waar willen we naartoe? Samenwerken moet niet alleen leuk zijn. Je werkt samen om iets te bereiken.”

14



Klasse Magazine

Dossier Tien op team

“Voor een vakgroep bijvoorbeeld is het belangrijk om stil te staan bij het nut van samenwerken: hoe kunnen we ons zo organiseren dat we elkaar helpen en de meerwaarde zien. Als je dat niet doet, wordt het een frustrerende tijdsinvestering die weinig oplevert. Als je dat wel doet, zal de werklast van elke leraar verminderen. Kosten en baten moeten in evenwicht zijn.” Dus alle neuzen in dezelfde richting zetten? Charlotte Struyve: “Klopt! Wat niet wil zeggen dat iedereen gelijk moet zijn. Als iedereen exact hetzelfde denkt, heb je geen team meer nodig. De meerwaarde zit net in de diversiteit: verschillende kennis, ervaringen en perspectieven. Een goed team is ook een goed samengesteld team. Er moet plaats zijn voor ieders identiteit en ideeën, op een constructieve manier. Je samen afvragen: wat delen we en hoe kunnen we vanuit onze eigen visie en beleving een gemeenschappelijk doel bereiken? Dat impliceert ook de autonomie hebben om in je klas dingen te doen zoals jij wil. De school formuleert de doelstelling, de leraren bepalen hoe ze dat doel bereiken in hun klas.” “In een ideale wereld bekijken directeurs als ze een nieuwe leraar aanwerven welke kwaliteiten ze al in hun team hebben en welke nog niet. Maar vaak zijn ze al blij dat hun vacatures ingevuld geraken. Toch kunnen ze met hun team nagaan welke noden er zijn: de expertises van hun team in kaart brengen en beslissen over welk thema er bijscholing nodig is. Of een ‘interne’ studiedag met hun team organiseren waarbij leraren leren aan en van elkaar. Of de specialist op school in differentiëren, zorg of leiding geven een podium bieden en ervoor zorgen dat die expertise gedeeld wordt. Dat is ook je team professionaliseren.” “Een goed team wisselt info uit, beseft waar de sterktes en zwaktes van iedereen liggen. Ook bij zichzelf. Weten bij wie je terecht kan met bepaalde vragen. Dat vraagt dat leraren open zijn, babbelen

16

met elkaar en samenwerken, waardoor ze weten wie waar goed in is. Als je die talenten niet blootlegt, blijf je vastzitten. Als leraren hun talenten op school kunnen inzetten en delen, voelen ze zich bovendien competenter, doelmatiger en gelukkiger.” Schoolteams die zichzelf omschrijven als een topteam, kunnen het meestal ook erg goed met elkaar vinden? Charlotte Struyve: “De meerwaarde van een schoolteam zit in de sociale relaties tussen mensen. Die zijn geleiders naar bronnen waar leraren uit kunnen putten. Dat kunnen ‘instrumentele’ bronnen zijn, dat wil zeggen informatie uitwisselen gefocust op de job: lespraktijk, kennis, expertise, concreet lesmateriaal … Maar je hebt ook ‘expressieve’ of ‘affectieve’ bronnen: vriendschap, vertrouwen, elkaar steunen. Daar zit verbondenheid in, cruciaal in een lerarenteam.” “Teams lijken sterker te zijn als ze beide aspecten uitwisselen. Uit onderzoek blijkt dat zowel ‘zakelijk’ als ‘emotioneel’ kunnen samenwerken heel belangrijk is voor leraren om zich goed te voelen en om hun job goed uit te voeren. Startende leraren hebben daar nog meer baat bij. Eén op de vijf starters valt uit. Veel starters krijgen een mentor. Belangrijk, maar kunnen we niet allemaal een beetje mentor zijn en elkaar ondersteunen? Onderzoek toont aan dat als startende leraren deel uitmaken van een sociaal netwerk in hun school, relaties hebben met andere leraren, ervaringen en lesmateriaal uitwisselen met collega’s, ze lagere intenties hebben om het beroep te verlaten. Het teamaspect is dus niet enkel ‘het is allemaal leuk en gezellig’, maar houdt leraren ook gemotiveerd en zorgt dat ze zich ondersteund voelen.” “De stap vóór leraren het beroep verlaten, is een schouder om op uit te huilen. Collega’s die opmerken dat iemand het moeilijk heeft. En dan nadenken: hoe kunnen we samen helpen? Dat kan door die schouder aan te bieden, maar evengoed didactisch materiaal te delen. Een team is dan een sociaal vangnet voor


Klasse Magazine

“Teams zijn sterker als ze niet alleen professioneel samenwerken, maar het ook goed met elkaar kunnen vinden”

Wie is Charlotte Struyve? • doctoreerde over het thema ‘teacher leadership’ • postdoctoraal onderzoeker bij het Centrum voor Onderwijseffectiviteit en Evaluatie (KULeuven) • onderwijsontwikkelaar aan Hogeschool Vives

leraren. Daar moeten we hard op inzetten. Achteraf is het te laat. Het lerarentekort is een hot item. Laten we er vooral voor zorgen dat we de school zo inrichten dat er niemand moet uitstromen.”

doorstromen tot in de klas. Dan komt het er niet bij, maar maakt het deel uit van je opdracht. Het drijft je niet weg van je lespraktijk, het is in functie ervan.”

Hoe maak je de omslag naar meer samenwerken? Charlotte Struyve: “Je vraagt je onderweg ongetwijfeld wel eens af: waar zijn we mee bezig en wat is het nut? Logisch, want het rendement komt pas achteraf. Sta daar als team dan even bij stil en vraag je af: waar wilden we naartoe en hoe komt het dat we daar nog niet zijn? Stuur daarna bij. Samenwerken mag ook niet op schoolniveau blijven hangen, het moet

“Samenwerken in team is een vorm van professionalisering: je hebt meer kennis, meer expertise, meer lesmateriaal dat op punt staat en daardoor geef je effectiever les. Je lespraktijk optimaliseert, je bereikt je leerdoelen beter. Samenwerken blijft alleen maar goed draaien, als het over de leerlingen gaat. Want dat is wat leraren bindt over hun verschillende visies heen: ik wil dat mijn leerlingen het beter doen.”

17


Klasse Magazine

Dossier Tien op team

Deze leraren maken van kleuteronderwijs teamwerk: Magalie Breemeersch, Marina Dossaer, Stefanie Laenens

“Nog altijd leraar dankzij mijn team” Familiaal. Zo omschrijven collega’s de sfeer in GBS De Pagaaier in Nieuwpoort. Dat ze met z’n allen elke middag aanschuiven voor warm eten en een portie praatjes, illustreert dat. Maar binnen dat kleine team trekt een trio kleuterjuffen nog net iets harder naar elkaar toe. “Leerlingen voelen perfect aan dat wij graag samenwerken en die vonk slaat over.”

18

De impact van een team ondervond Stefanie aan den lijve. In haar vorige school belandde ze ongewild in uren waar een collega op rekende. Een teamband smeden bleek onmogelijk. Door pesterijen die volgden zat ze op haar tandvlees. Na een reaffectatie kwam ze in De Pagaaier terecht. Veertig minuten rijden van huis vond ze wat ze zocht: een warm nest. Anders had ze na zes jaar lesgeven afgehaakt. Scande ze barcodes aan de Colruyt-kassa, mijmerend over haar gemiste roeping als kleuterjuf. De klas ruilen voor een grootwarenhuis, bleek niet nodig. “Op 31 augustus kruiste ik mijn nieuwe collega Marina op het zebrapad. Toen wist ik al: dat komt helemaal in orde. Een dag later klikten we met z’n drieën helemaal in elkaar als team.” Wat maakt jullie zo’n sterk team? Magalie: “We staan dolgraag voor de klas. Dat delen we. Maar we leggen alle drie andere accenten. En respecteren dat van elkaar.” Marina: “Drempels bestaan niet tussen ons. Onze klassen zijn geen afgeschermde eilandjes, maar staan altijd open. We lopen voortdurend bij elkaar binnen. Met vragen en ideeën. Zelfs de wildste ideeën knallen we nooit af, we doen er altijd iets mee. Die komen nog vlotter ’s ochtends tijdens


Klasse Magazine

“Giet onze kwaliteiten in een potje en je hebt de perfecte leraar”

een kop koffie of als we na het middageten samenzitten in een klas. Waar het niet altijd over onderwijs gaat. Intussen weten we gewoon alles van elkaar.” Stefanie: “Magalie en Marina zijn mijn vrienden, mijn therapeuten en mijn psychologen. Niets blijft onbesproken. We zien het als een van ons met een kop vol zorgen op school arriveert. Dat kan je negeren en naar je eigen klas trekken. Maar wij schenken koffie, gaan even apart staan en maken tijd voor elkaar. Met zo’n team doet de wekker ’s ochtends nooit pijn.” Twee nieuwkomers en een juf die de school als haar broekzak kent. De perfecte match? Marina: “Dertig jaar lang werkte ik met dezelfde sterke collega’s. Toen die stopten, kneep ik hem wel even: twee nieuwe jonge collega’s, een stevige generatiekloof dreigde. Maar dat draaide geweldig uit. Ik hou van de energie die ze binnenbrengen in de kleuterklassen. Verkleden, dansen of koken met dertig kleuters; we deden wat minder gek de laatste jaren en pasten soms voor de drukte en de risico’s. Nu pik ik de draad weer op. Die twee jonge veulens halen uit mij wat er altijd in zat. Als ik ooit met pensioen moet – ik mag er nog niet aan denken – kom ik ze zeker helpen.” Magalie: “Marina staat niet boven ons, maar naast ons. Als jonge leraar kan je aftoetsen of je aanpak werkt. Haar ervaring is goud waard. Haar contacten ook: ze kent iedereen. Haar klaspoppen zijn getrouwd door de burgemeester en als ze ziek zijn komt een ambulance ze ophalen.” Intens samenwerken, maakt dat ook betere leraren van jullie? Stefanie: “Als je goed in je vel zit, ben je een betere leraar. Aan welbevinden werken bij je kleuters als er frustraties zijn in het team of als je zelf geprikkeld loopt, vergeet het maar. Leerlingen voelen perfect aan dat wij echt graag samenwerken en die vonk slaat over. We spreken nooit over ‘mijn’ klasje, wel over ‘onze’ kinderen. Als een kleuter verdriet heeft tijdens de speeltijd, stapt hij niet stereotypisch naar zijn eigen juf. Hij zoekt troost bij de kleuterjuf met wie hij de grootste klik heeft.”

19

Magalie: “We zien elkaars talenten en leren van elkaar. We merken dat Marina geen reeksje tips maar wel haar ervaring inzet om een kind met ADHD rustig te maken. Ze trekt die kleuter op haar schoot, legt haar hand op zijn borst en brengt haar eigen rust over. Maar ook didactisch inspireert ze ons: hoe ze zonder het potlood over te pakken met heldere instructies en door elke stap voor te doen kleuters parels van tekeningen laat maken. Hoe ze jaarlijks kostuums voor het schoolfeest ontwerpt en met duizenden nietjes in elkaar schiet. En hoe diep ze durft gaan in haar lessen wereld­oriëntatie. Ze pakt het misschien vrij klassikaal aan, maar haar leerlingen steken veel op. En ik ook.” Marina: “Zij brengen creativiteit en ICT-kennis binnen. Een QR-code installeren waarmee kleuters hun tekeningen in 3D tot leven wekken? De stem van Sinterklaas op mijn gsm? Of het scherm van mijn pc aanpassen? Dat zoeken zij voor mij uit. Mijn leerlingen profiteren mee.” Stefanie: “We hebben alle drie onze eigen kwaliteiten. Giet die samen in een potje en je hebt de perfecte leraar. Alleen ben je dat nooit. Als een andere school mij wil, dan moet die ons team aanwerven. Want als de directeur vraagt wat mij een goede leraar maakt, dan antwoord ik: ‘Mijn eigen talenten, plus een stukje Magalie én een stukje Marina’.”


Klasse Magazine

Dossier Tien op team

Samen werken aan ‘de binnenkant' ‘Ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting’ is een psychisch zware opleiding, die staat of valt met het team. Praktiseer wat je predikt, dachten ze bij CVO Technicum Noord Antwerpen. En dus staan docent Jan en ervarings­ deskundige Machteld samen voor de klas als procesbegeleiders.

Jan: “‘Ik heb van mijn misère mijn beroep gemaakt’, zei een cursist ooit. Hard, maar treffend. Op vier jaar tijd leren wij mensen een negatieve ervaring omzetten in daadkracht. Want mensen in armoede zijn belangrijke brugfiguren.” Machteld: “Een hulpverlener begrijpt soms niet waarom iemand wéér te laat komt zonder te verwittigen. Een ervaringsdeskundige kan uitleggen wat er speelt: geen opvang voor de kinderen, geen belwaarde. Geen uitleg durven vragen, geen nee durven zeggen. Mensen in armoede krijgen dat zelf niet altijd verwoord, vaak uit schrik voor de gevolgen. Want toegeven dat je geen kinderopvang hebt, leidt al snel tot een bezoek van de jeugdrechtbank. Mensen in armoede worden voortdurend opgevolgd. Het idee heerst dat ze niet voor zichzelf kunnen zorgen. Of profiteurs zijn. Dat kraakt mensen. Het zorgt voor schaamte, schuldgevoel en boosheid.” Jan: “Als ervaringsdeskundige brengen onze cursisten nieuwe, authentieke kennis binnen in een organisatie. Ze werken er samen met collega’s die vooral praktijk- of theoretische kennis hebben. Daarom is het belangrijk dat ze verbindend communiceren. Mijn collega Michaëla, docent psychologie, en ikzelf helpen hen daarbij. Maar ook inzicht in de maatschappelijke systemen die armoede beïnvloeden, helpt. Dat leren ze van collega Els. En dan is er nog een groot psychologisch luik.” Machteld: “Armoede gaat veel verder dan financiële problemen. Het is een diepgeworteld gevoel van niet gehoord of gezien worden, dat wordt doorgegeven van generatie op generatie. Vóór cursisten als ervaringsdeskundige aan de slag kunnen, moeten ze in de opleiding werken aan die ‘binnenkant’. Dat proces begeleiden Jan en ik, elk vanuit onze eigen achtergrond.” Jan: “In de klas werken we veel met leergesprekken, cases en rollenspellen. Als ik die modereer, stuit ik bij mezelf soms op blinde vlekken. Een cursist die steeds het woord neemt, wil ik bijvoorbeeld intomen zodat ik verder kan met de les. Dan grijpt Machteld in. Zij ziet wat er achter dat ‘aandacht trekken’ schuilt.”

20


Klasse Magazine

Jan Ghijselen, Lieselotte Seghers, Ine Clijsters, Machteld De Blieck, Els Van de Velde, Michaëla Valkenberg, Annick Bontemps

Machteld: “Ik voel snel aan dat een cursist ergens mee zit. Dan zie ik meteen: dat hoofd zit te vol, die moet ik even apart nemen. Na een praatje op de gang, is er een last van zijn schouders.”

Jan: “Soms gebeurt het dat we een cursist aanraden om met de opleiding te stoppen. Zo’n beslissing neem je niet lichtzinnig. Daar gaan serieuze discussies met het hele team aan vooraf.”

Jan: “We horen soms heftige verhalen. Laatst kwam een cursist in stukken en brokken in de les. Op zijn stage had een hulpverlener een kwetsende opmerking gemaakt over een cliënt. Dat kwam hard aan, want tien jaar geleden zat de cursist in dezelfde situatie. Dat verhaal moet eruit, voor hij verder kan met zijn groeiproces.”

Machteld: “We doen dat niet omdat een cursist niet intelligent of gemotiveerd genoeg is. Integendeel: vaak houden ze te veel ballen tegelijk in de lucht. Als procesbegeleiders zien wij: die gaat eraan onderdoor, die moet eerst andere zaken op orde brengen. Maar we checken dat altijd bij collega’s: voelen zij dat ook zo aan?”

Machteld: “Na zo’n les praat je wel na. Het raakt ons allebei. In de klas laat ik het niet snel blijken, maar veel verhalen van cursisten triggeren mijn emoties. Dan denk ik aan mijn eigen kwetsuren en ben ik boos dat er nog altijd zoveel onrecht is. Gelukkig vind ik dan steun bij Jan. En de rest van ons team.”

Jan: “We denken als team na hoe we het slechte nieuws brengen aan de cursist en de rest van de klas. Het is belangrijk om op één lijn te staan, anders gaan ze shoppen bij andere leraren.”

Jan: “Het CVO biedt heel wat ondersteuning. Bij Annick van de dienst zorg en leerondersteuning kunnen niet alleen de cursisten terecht. Ook wij vinden er regelmatig een luisterend oor. En pedagogische tips!” Machteld: “Ik denk ook aan de mensen van het secretariaat, die onze cursisten helpen met hun papierwerk. Zonder hen zouden ze te veel zorgen hebben om hun aandacht bij de les te houden. En vzw De Link, die deze opleiding in verschillende CVO’s coördineert, biedt ook coaching en intervisie voor procesbegeleiders aan.”

21

Machteld: “Maar we zijn ook samen fier. De cursist die wenend in de les kwam vanwege die kwetsende opmerking op zijn stageplaats? Die vroeg zelf een gesprek aan met zijn stagebegeleider. Vanuit zijn ervaring deelde hij een inzicht waarmee zijn begeleider aan de slag kon. Geef mensen in armoede tijd en vertrouwen, en ze bloeien open.”

De opleiding ‘Ervaringsdeskundige in de armoede en sociale uitsluiting’ is een initiatief van vzw De Link. Zij ondersteunen de opleiding inhoudelijk en financieel, o.a. via ervaringsdeskundige procesbegeleiders zoals Machteld.


Klasse Magazine

Dossier Tien op team

“Goed samenwerken is meer dan fingerspitzengefühl” Wat hebben de leraren Duits van het Sint-Jozefs­ instituut-college in Torhout gemeen met de Power Rangers? “We vullen elkaar aan en hebben respect voor elkaars kwaliteiten”, verklappen enkele teamleden hun succesrecept. “En we zijn ook met vijf.” EERSTE INGREDIËNT: EEN STERK BELEID Eef: “Ons examen moet voor 80% hetzelfde zijn. Beleidskeuze. Dan kan je niet anders dan de violen gelijk stemmen. Voor je evaluaties én voor je lessen. In ons zesde jaar werken we zonder handboek, enkel met eigen materiaal. Een titanenwerk in je eentje, maar samen lukt het wel.” Peter: “Ik ben de ancien van onze vakgroep. Vroeger trok ik de klasdeur dicht en deed ik gewoon mijn zin. Toen die 80%-regel een aantal jaar geleden ingevoerd werd, was het even wennen. In het begin voelde je bij sommige mensen weerstand en wantrouwen. Na een tijdje zie je dat de kwaliteit van je lessen stijgt. Ik heb niet het gevoel dat ik me plots in een korset moet wurmen. Als ik geen les wil geven over kerstmarkten en oudejaarsavond, is dat geen enkel probleem. Meer dan genoeg lessen waar we de leerlingen wél hetzelfde voorschotelen.” Eef: “Voor de leerlingen is die duidelijkheid belangrijk. Het zou toch niet eerlijk zijn als mijn leerlingen vanuit hun luie zetel mooie punten kunnen halen terwijl mijn collega de lat veel hoger legt? Leerlingen vinden dat oneerlijk en geven er kritiek op. Terecht.” Joke: “Je hebt ook een goeie vakverantwoordelijke nodig. Eef zorgt voor focus door de werkpunten per schooljaar te beperken en in de gaten te houden dat daar ook wat mee gebeurt. Zo willen we nu met het referentie­ kader van inspectie 2.0 aan de slag. In mijn eentje weet ik niet waar beginnen. Samen zie ik dat wél zitten.”

22

TWEEDE INGREDIËNT: VERTROUWEN Eef: “Iedereen heeft zijn sterktes, en we vullen elkaar mooi aan. Inge – onze collega van de tweede graad – stoomt de leerlingen van het vierde klaar voor Duits in de derde graad. Joke lanceert frisse ideeën. Veerle schat de haalbaarheid in, Lieselotte en Peter leveren kritische bedenkingen en ik probeer er een lijn in te krijgen. Zo krikken we de kwaliteit van onze lessen en ons examen op.” Peter: “Er kruipt veel tijd in als je je lessen en materiaal goed op elkaar wil afstemmen. We blijven bijstellen of omgooien om steeds beter te doen. Zie je op een toets vaak hetzelfde afwijkende antwoord terugkeren? Even checken bij je collega: kunnen we die oplossing goedkeuren, ook al is ze lichtjes anders dan de verbetersleutel? Samen kijk je kritischer naar je materiaal.” Eef: “Als je materiaal deelt, mag je niet het gevoel krijgen dat je wordt afgerekend op wat beter kan. We hebben respect voor elkaar, en dat zorgt voor een positieve vibe.” Joke: “Daarom hoef je nog geen beste vrienden te zijn. Eef en ik hebben kinderen van dezelfde leeftijd, dat schept een band. Maar we kunnen het allemaal met elkaar vinden. Onze vakgroep is een mix van leeftijden en van persoonlijkheden die wonderwel samengaan.” Eef: “We zijn zeker geen übervakgroep met leraren die straffer zijn dan de rest. Maar die klik is misschien wel wat opvalt voor buitenstaanders. Dankzij een uitwisselingsproject hebben we al jaren contact met een school


Klasse Magazine

Vakgroep Duits, derde graad: Peter Verhelst, Joke Lefevere, Eef Decloedt, Veerle Missiaen en Lieselotte Denolf

uit Dortmund. Toen Brugge tijdens de Champions League tegen Borussia moest, zijn we op woensdagmiddag in de auto richting Duitsland gesprongen. De volgende dag stonden we met kleine oogjes voor de klas. Een zot idee, maar wel plezant.” DERDE INGREDIËNT: ENTHOUSIASME Joke: “Met onze vierdes trekken we naar Trier. En in het zesde doet elke klas wat anders. De Berlijnreis, of de uitwisseling met Dortmund, waarbij leerlingen een paar dagen in hun eentje in een Duits gastgezin verblijven. En een uitstap naar Aken en Eupen, waar onze

23

leerlingen in de kleuterklas een Puppenspieltheater brengen. Een interactieve en zelfgemaakte voorstelling die zelfs de meest bedeesde leerlingen over hun spreekangst heen helpt.” Peter: “Duits heeft zijn imago tegen. Maar met projecten maken we het vak wél sexy. Wie geen Duits heeft, kan een facultatief uurtje volgen. En het allerbelangrijkste: we blijven altijd de passie voor ons vak uitstralen. Dan gaan de meeste leerlingen uiteindelijk wel overstag. We hebben geregeld leerlingen die naar de unief trekken om Duits te studeren. Heerlijk als je ziet dat je de liefde voor zo’n mooie taal kan doorgeven.”


Klasse Magazine

24


Klasse Magazine

Het leven door een rode bril Tekst en beeld Sanne De Wilde

Hoe zien kinderen met volledige kleuren­blindheid de wereld? Isoleert het hen op school van andere leer­ lingen? Fotograaf Sanne De Wilde laat je meekijken. Sanne: “Kinderen als Marie en Jurgen hebben geen kegeltjes in hun ogen. Fel zonlicht reduceert hun zicht tot een tiende. Ik zoek uit in welke mate die genetische erfenis beïnvloedt hoe ze de wereld zien. Zonder te focussen op de verschillen, maar op wat ze bindt met andere kinderen.” “Rood is de kleur die volledig kleurenblinde kinderen het sterkst ervaren. Daarom accentueer ik die in mijn foto’s. Rood verbindt de bril van Jurgen en Marie met de trui van een vriendje, de lijnen op een sportveld, de bloedneus van een klasgenoot … Dat beiden – met wat aanpassingen zoals een scherm om teksten te vergroten – naar een gewone school gaan en zonder problemen in de klasgroep opgenomen zijn, maakt het verhaal nog mooier.”

25


Klasse Magazine

Marie (9) volgt les in GVB Wildenburg, Wingene. Ze houdt van plezier maken en babbelen met haar klasgenoten. Maar vindt die op de speelplaats soms moeilijk terug.

26


Klasse Magazine

27


Klasse Magazine

Jurgen (6) volgt les in GO! Basisschool Het Groene Dal, Hoeilaart. Hij kijkt in de klas graag video’s op zijn beeldschermloep. Kleine letters schrijven in zijn schrift, vindt hij lastig. Net als overzicht houden op de speelplaats.

28


Klasse Magazine

29


Klasse Magazine

Blog

Wie is Laura Buelinckx? • leraar Nederlands in het Atheneum Vilvoorde • blogt over banale besognes van het leven op Ministerie van Hysterie, ministerievanhysterie.be • vertelt in de klas het liefst over poëzie en literatuur met de nodige dramatiek. In de lerarenkamer dramatiseert ze graag wat er in de klas of thuis gebeurt.

30


Klasse Magazine

Laura blogt

Tijd voor inzicht Laura Buelinckx geeft les in Vilvoorde. In juni evalueert ze haar schooljaar. Wat haar leerlingen en zijzelf dit jaar geleerd hebben? Een tijdje geleden was ik weer eens de zenuwinzinking nabij. Dat was nadat ik op een helder moment beslist had om mijn lessen te tellen, om zo mijn planning voor de laatste schoolweken te optimaliseren. Viel dat even tegen. Dacht ik dat ik zeeën van tijd had om de wondere wereld van het modernisme uit de doeken te doen, bleek het einde van het schooljaar wel héél snel in zicht. Tijd voor inzicht dus. Een schooljaar vol werklust en -last om op terug te blikken. Wat heeft het me geleerd? • Dat ik nog altijd dolgraag voor de klas sta. Dat is mijn speelplaats. • Dat ik die pubers niet kan missen. (Alleen soms een klein beetje als kiespijn.) • Dat ik sneller ontevreden ben dan tevreden. (Mopper mopper.) • Dat ik administratief niet beter word met de jaren. (Slik, en dat met de paperassenwinkel die onze job jammer genoeg soms is.) • Dat ik niet graag verbeter. Echt echt echt niet. (Is dat fout om op te biechten?) • Maar toch vooral dat ik graag voor de klas sta. • Dat je moeite moet doen om je leerlingen te leren kennen. • Dat die moeite beloond wordt. Ik heb prachtige tieners mogen ontmoeten. Allicht is het boeiender om de vraag omgekeerd te stellen. Wat hebben mijn leerlingen geleerd? Daar zijn niet alleen die gevreesde examens getuige van. Als leraar zie je veel meer.

Je ziet de leerling die worstelt met de taal, maar steevast naar de bijles komt en je tips opvolgt. Je ziet de leerling die prachtig kan tekenen of schrijven. Je hoort de leerling met de ongelooflijk warme stem en een uitspraak waar zelfs Martine Tanghe van zou opkijken. Je ziet de leerling die haar hart lucht over problemen thuis en je neemt je tijd voor haar. Je ziet een koppeltje (of twee-drie) ontstaan en die ontluikende liefde maakt je nog meer emojuf dan anders. Je ziet een enthousiaste boekenbende bij mekaar komen. Je ziet jongens zichtbaar genieten van een stevig sportartikel, of zelfs van de gedichten van Herman de Coninck. Je hoort dat ene stille meisje opeens vaker. Je kent de zwakke plek van de stoere jongen met het kleine hart. Je ziet passionele vliegtuigspotters die je elke les aan het lachen brengen. Zo gaat dat op school immers net zo goed, los van al dat evalueren. En ja, ik hecht nog veel belang aan goede punten. Toch wel. Maar minstens evenveel waarde aan het leefproces, euhm, leerproces (is dat niet hetzelfde?). Hoe ze evolueren, die tieners. Dag in dag uit zitten ze in de klas, braaf achter hun bank. Het is quasi een morele plicht om je leerlingen te leren kennen. Uiteraard is het niet allemaal rozengeur en maneschijn. Zo vond ik het dit jaar sneu dat ik met één klas minder goed overweg kon. Dat hoort er evenzeer bij, en ook daar leer je veel uit. Ik begon mijn schooljaar schrijvend in Klasse met een ode aan de leerling, en sluit zo graag af. Want man, ze kunnen er wat van. Keer op keer, jaar na jaar blijven ze me verbazen. Wat zouden we ook zonder zijn? (Nu de examens afwachten om te zien of ze de leerstof zo goed beheersen als hun turbulente tienerleventje. Spreek me na de verbetermarathon anders nog maar eens ...)

Beeld Debby Termonia

31


Klasse Magazine

“Ik was het meisje met de hakken over de sloot” Tekst Seppe Goossens Beeld Thomas Sweertvaegher

“Ik ben achttien en bel naar huis. De stem van mijn anders zo nuchtere vader trilt als ik vertel dat ik geslaagd ben. Eerste jaar kleuterleraar: ik geloof het zelf nog niet. Voor het eerst krijg ik bevestiging. Vertellen ze me dat ik het kan. Meer nog: dat ik ‘het’ heb. Het heeft niet veel gescheeld of ik stond voor de kleuterklas.” Janne Desmet rolt haar koffer een Antwerps cafeetje binnen. Recht van opnames in de Ardennen voor de nieuwe Canvasreeks ‘Albatros’. Een actrice met veel theater op haar conto, maar bij het grote publiek vooral de neurotische Christine uit ‘Studio Tarara’. “Drukdrukdruk”, lacht ze. “Maar een introverte leraar met eindeloos geduld vind ik even chic, ook al staan er meer spots op een acteur.”

32


33


Klasse Magazine

Waarom wilde je kleuterjuf worden? Janne Desmet: “Kleuteronderwijs was zeker geen eerste keuze. Zelfs geen tweede. Ik droomde ervan om advocaat te worden. Tot ik een paar weken in de opleiding zat. Ik was creatief, sociaal bewogen en had een stevig moteurke. En besefte plots: die kleuter­ leraar is megabelangrijk. De kleuterklas is het fundament waarop je een heel leven bouwt. De enige plek waar de sociale mix écht bestaat. Waar kinderen ontdekken wie ze zijn. Waar ouders nog jong zijn, zelf met vragen zitten over opvoeding en sneller iets doen met je advies.” Hoe kwam je van advocaat bij kleuter­ onderwijs uit? Janne Desmet: “Ik was elf toen de juf van het zesde mijn wereld aan diggelen sloeg. Ik scoorde zo slecht op de OVSGtoetsen dat ik het volgende schooljaar onmogelijk in de Latijnse kon starten. De hoofdrol in het schooltoneel? Niet meer te combineren. Hoog tijd om me op mijn schoolwerk te focussen. Optrekken met mijn beste vriendin, toevallig de slimste van de klas? Geen goed idee. Plots ben ik die domme van de klas, die beter bso kiest. Terwijl mijn vriendinnen in een rijtje naar de Latijnse vertrekken, moet ik naar Sociaal-Technische Wetenschappen, tso.” “Later blijkt dat ik stevige dyslexie heb. Geen kindje dat te lui is om zijn dictee drie keer na te lezen, zoals die ene juf toen zei. Al heeft die gedachte zich intussen stevig in mijn hoofd geplant. Kinderen denken niet in vakjes. Maar stop ze erin en ze leren hun etiket snel genoeg kennen. Waarom me bewijzen als ik er zelf niet in geloof? Leraar Nederlands worden als je zelf dyslexie hebt? Of lager onderwijs, als je niet eens je eigen spelfouten ziet? Ik word in het secundair het meisje-met-de-hakken-over-de-sloot. In het begin voelde die keuze voor kleuteronderwijs echt als een trapje lager.” Hoe hard plakt zo’n etiket? Janne Desmet: “Keihard, en niet alleen bij mij. Voor mijn theatervoorstelling ‘Hier waak ik’ ging ik in gesprek met jongeren uit gesloten instellingen. Die voorstelling gaat over diefstal. Ik was al meer dan eens

34

Wie is Janne Desmet? • volgde opleiding kleuteronderwijs en drama aan Luca • docent en regisseur aan Toneelschool Maastricht • jeugd- en schoolvoorstellingen, o.a. ‘Chasse patate’ (Studio Orka) en ‘Hier waak ik’. • speelt mee in ‘Studio Tarara’


Klasse Magazine

“Kinderen denken niet in vakjes. Maar stop ze erin en ze leren hun etiket snel genoeg kennen”

bestolen, maar die laatste keer was echt heftig. Ik was thuis toen het gebeurde. De dief had mijn fototoestel mee, met heel veel foto’s van me. Ik flipte erop. ‘Hij heeft mij gezien, ik hem niet’. Alsof iemand een stukje van mijn vrijheid had afgepakt. Dat is ‘m, hij kijkt naar mij, dacht ik op straat. Waarom steel je van anderen? Ik wilde antwoorden, en die zocht ik in de gesloten instelling.” “Gek genoeg herkende ik me meteen in die jongeren. Als je denkt dat je niks waard bent, word je destructief. Je zoekt de grenzen op om te bepalen wie je bent. Ofwel richt zich dat tegen jezelf, ofwel tegen de buitenwereld. ‘Hoe oud ben jij? Veertien? En dát heb jij al meegemaakt?’ Ik zie het mezelf nog vragen, vol ongeloof. Toen ik veertien was, droeg ik een bloemenkleedje en vlechtjes. Als iedereen je afschrijft, moet je al héél straf zijn om toch in jezelf te geloven en geen wraak te nemen op het universum.” Waarom liep het bij jou goed af? Janne Desmet: “Een warme thuis. En fantastische leraren. Zoals mijn leraar Woord in het dko, bijna een tweede moeder voor mij. Of meneer Desmeytere, die me het examen geschiedenis mondeling liet afleggen en me bij Frans hele verhalen liet vertellen om mijn cijfers voor het schriftelijke deel recht te trekken.” “Het klinkt cliché, maar na een voorstelling van ‘Hier waak ik’ vertelde hij me dat hij toen al zag wie ik was. Dat die mensen in me geloofden, hield me overeind. Ik kon de klap uit het zesde leerjaar pas achter me laten toen ik aan de hogeschool slaagde. Als iemand met één handbeweging je droom van tafel veegt, komt dat enorm hard aan. Dat vind ik heel belangrijk: je hebt nooit het recht om iemands droom af te pakken.” Als leraar moet je je leerlingen soms toch voor de verkeerde keuze behoeden? Janne Desmet: “Natuurlijk. Leer ze realistisch dromen. Een bso-leerling die advocaat wil worden?

35

Ah, de max. Maar dan moet je cijfer voor dát en dát vak gigantisch de hoogte in. We proberen samen om zo dicht mogelijk bij die droom te komen. Zijn de talen te moeilijk en is de unief gekkenwerk? Dan stel je bij en zoek je een nieuwe droom. Vindt die leerling dezelfde waarde in fietsenmaker, dan heb je het goed gedaan. Maar pak hun dromen niet af, zelfs de meest uitzinnige. Zelfs niet de droom van iemand die opgesloten zit omdat hij gruwelijke feiten gepleegd heeft. Die droom is zijn reddingsboei om daar ooit buiten te geraken, en ook de reddingsboei van de maatschappij. Die droom levert een stappenplan om ergens te geraken.” Kan je dat verwachten van een leraar? Janne Desmet: “Ik snap de bedenking, hoor. ‘Die Desmet heeft makkelijk praten. Dat ze hier maar eens komt kijken: ik heb twintig van die mannen, en eentje heeft vorige week mijn banden nog platgestoken’.” “Toen mijn kleuteropleiding er bijna op zat, riep een docent me bij zich. Dat ik niet mocht twijfelen om toelatingsexamen te doen voor de acteeropleiding. ‘Ik zie waarom jij wil spelen. Jij voert de hele dag een show op voor die kleuters. Maar als je zo in het onderwijs vliegt, zit je over vijf jaar opgebrand thuis. Zoek eerst uit wat je met dat acteren wil.’ Een leraar is een topsporter. Die moet leren doseren en efficiënt met zijn energie omgaan. Dat zou een vak moeten zijn in je opleiding. Een spurtje trekken bij de start van een marathon is zinloos als je de finish niet haalt.” Kan jij intussen doseren? Janne Desmet: “Amper. Ik ben opgevoed met die typische West-Vlaamse werkersmentaliteit. Kop in de grond en voortdoen. Ik ben blij met de kansen die ik krijg en ik hou van mijn werk. Op Erasmus in Amsterdam deed ik stage in een montessoriklas, lager onderwijs. ‘Ik neem even mijn kwartiertje’, zei een jongen. Hij nam een picknickdekentje uit zijn bank, zette achteraan in de klas thee voor zichzelf en maakte een tekening. Even me-time, midden in mijn les. Hij voelde aan wanneer hij op de pauzeknop moest drukken.”


Klasse Magazine

“Als een leraar met één handbeweging je droom van tafel veegt, komt dat enorm hard aan”

“Stel: je bent leraar, hebt thuis net een kleintje, je slaapt amper en je man zit in het gips, of je hebt gewoon een klotedag. Dan moet je toch even kunnen babbelen, en er niet meteen invliegen?” Een leraar moet zijn job toch doen? Lesgeven? Janne Desmet: “Tuurlijk. Maar vergaat de wereld als het even wat minder is? Volgens mij wordt hij net mooier. Als je als leraar niet kan relativeren, denk ik niet dat je het volhoudt. Oh ja, doe er nog maar een vak bij in de lerarenopleiding: humor. Je moet eens kunnen lachen met wat je overkomt. Zeker als je ziet hoeveel kinderen er in een klas zitten en voor welke uitdagingen ze je stellen.” Is lesgeven moeilijker geworden? Merk je dat ook tijdens voorstellingen? Janne Desmet: “Ik probeer elk jaar aan minstens één schoolvoorstelling mee te werken, omdat ik die doelgroep zo belangrijk vind. Sommige acteurs kijken er wat op neer. Ten onrechte, want het is een vak apart.

36

Die gsm’s bijvoorbeeld, da’s superheftig. Theater is een magische plek. Je sluit je af van de buitenwereld en laat je verbeelding haar werk doen. Tot een beltoon je bruut terugfluit. In mijn voorstellingen gingen al talloze gsm’s af. Of zaten er pubers in de zaal die zich interessant wilden maken. Soms denk je: ‘Please, ik sta hier in Bornem met een slaaptekort, en ik heb mijn regels’. Ook dan moet je aan de bak.” “Ik geloof oprecht niet dat leerlingen dat doen om mij te pesten. Een jongen belde met zijn lief. In mijn voorstelling. Ik pakte zijn gsm en vroeg zijn vriendinnetje uit, op het podium. ‘En, is het ne lieve jongen?’ Afgang bij zijn stoere vrienden. Wat ik veel erger vind, zijn leraren die met iets anders bezig zijn. Het signaal dat je dan aan je klas geeft … Op een dag zat een lerares te bellen in de zaal. Die heb ik zwaar op haar plaats gezet.” Is de job van leraar nog haalbaar? Janne Desmet: “De eisen zijn torenhoog. Ik heb tonnen respect voor het engagement van leraren. Hun


Klasse Magazine

geduld, hun liefde, in een split second beslissen wat je laat passeren en wanneer je wél je voet zet. Of voor de duizendste keer een creatief antwoord verzinnen op de vraag ‘waarom moeten we dat leren’. Als de hele maatschappij onderwijs op plaats één zet, als ouders de school mee dragen en naar waarde schatten, als je geen dertig kleuters in een klas stopt of rebellerende pubers te weinig begeleiding biedt, enkel dán kan je als leraar de verwachtingen inlossen.” Meer steun voor het onderwijs dus? Janne Desmet: “Als het je niet lukt, heb jij niet gefaald. Je hele omgeving heeft gefaald. Hoe kan je tien jaar overleven in een concentratieschool als je tijdens je hele opleiding amper twee weken krijgt om met die doelgroep om te gaan? Waarom krijgen leraren niet de kans om op gezette tijden uit de klas te stappen en bij te leren? Niet iedereen ziet dat zomaar zitten, maar als je beter wordt in je job, krijg je toch ook meer voldoening?”

“Ik zie leraren met een burn-out die recht­ krabbelen en na één week opnieuw voor de klas al denken: ik ben kapot, zie je wel, ik kan het niet. Of het nu in je job, je relatie of je gezin is: als je vertrouwen krijgt, een soort liefde voelt, durf je opnieuw op je bek gaan. Iedereen heeft het recht om te falen. Draait onderwijs daar niet om?” Die ideeën botsen altijd op dezelfde hindernis: dat kost geld. Janne Desmet: “Net niet. Ze leveren geld op, want je moet bij de volgende generatie geen puin ruimen. Geen mensen op non-actief zetten en antidepressiva laten slikken. Of ze opsluiten omdat ze een gevaar vormen. De pijl is zo makkelijk te trekken. Eenvoudige oplossingen voor complexe problemen bestaan niet, maar de sleutel ligt wel bij ons onderwijs. Onze kinderen verdienen de beste leraren. Mensen die breed geschoold zijn, creatief denken en de skills hebben om met kinderen om te gaan. Met minder zijn we toch niet tevreden om te zorgen voor ons meest kwetsbare en kostbare goed? Iedereen is het daarmee eens als het over zijn eigen kind gaat. En tegelijk doen we bij elke gelegenheid smalend over die twee maanden congé.” “Mijn schoonzus was een HR-manager met een dik loon en een mooie bedrijfsauto. De reacties toen ze zich omschoolde tot kleuterjuf? Ze had net zo goed kunnen vertellen dat ze ging doppen. Leraren verdienen gi-gan-tisch veel respect. Ik geloof waarachtig dat kunst enorm belangrijk is, maar ik wil nog liever strijden voor meer geld naar onderwijs dan naar kunst. Want dat is de plek waar het zal moeten gebeuren.”

“Eenvoudige oplossingen voor complexe problemen bestaan niet, maar de sleutel ligt wel bij ons onderwijs”

37


Klasse Magazine

“Effectieve leraren doen niets wereldschokkends” Tekst Stijn Govaerts Beeld Katoo Peeters

Lesgeven met effect? Tim Surma verwerkte samen met collega’s wetenschappelijke inzichten en praktijkvoorbeelden in het boek ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’. “Geen rocket science. Integendeel, veel leraren zullen hun aanpak grotendeels herkennen en zich gesterkt voelen. Dat mag ook eens.” “Neem eens een boek uit het rek achter je?” Tim Surma kijkt me bij het begin van ons gesprek uitdagend aan. “Sla een willekeurige pagina open, alstublieft? Kijk, veel leerlingen lezen die pagina, herlezen ze meteen en in het beste geval stellen ze zichzelf enkele vragen. Dat geeft ze het valse gevoel de inhoud te beheersen. Bekijk je de pagina aandachtig? Na dit gesprek vraag ik je om daarover dingen op te halen uit je geheugen.” Studeren veel leerlingen verkeerd? Tim Surma: “Ja. Leer leerlingen hoe ze moeten leren. Metacognitie is cruciaal in onderwijs. Leerlingen moeten beseffen dat er relatief simpele studiemethoden bestaan om leerstof langer te onthouden. Bouw daarom als leraar de kracht van herinnering in je les in. Begin altijd met inhoud van vorige week. Of van vorig jaar.

38

Stel vragen over die leerstof. Als je leerlingen het antwoord niet kennen, help je ze. Besef dat het volkomen normaal is dat leerlingen het vergeten zijn. Maar ze zullen het nu langer onthouden omdat ze er opnieuw over hebben nagedacht’.” Hoe boeken leraren nog grote leerwinst bij hun leerlingen? Tim Surma: “Oefenen is ontzettend belangrijk, maar niet elke oefening maakt dat je groeit. Anders zou elke auto­ chauffeur met dertig jaar ervaring per definitie beter rijden dan iemand met één jaar ervaring.” “Hoe je je oefeningen timet en hoeveel hindernissen je legt, zijn cruciaal. Stel, je geeft les over de volumeberekening van een kubus. Dan werk je die les af, oefenen je leerlingen en ga je de volgende les verder met het volume van de balk? Prima dat er geoefend wordt, maar je leerlingen hoeven niet meer na te denken als je telkens dezelfde oplossingsmethode verwacht. Bouw in je oefeningenreeks enkele verrassingen in waardoor leerlingen verplicht zijn om uit andere oplossingsstrategieën te putten. Verspreid ook basiskennis en -vaardigheden in tijd. Zo schakel je de automatische piloot uit. Want hoe meer ze over hun oefeningen nadenken, hoe beter ze die onthouden. Dat geldt voor alle vakken. Plus: afwisseling van spijs doet eten, variatie houdt leerlingen gemotiveerd en bij de les.”


Klasse Magazine

“Vernauw leraren niet tot economische machines van effectiviteit en efficiëntie”

39


Klasse Magazine

Om goed les te geven hoef je niks wereldschokkends te verzinnen? Tim Surma: “Goed lesgeven is geen rocket science, nee. Maar je moet je didactische bouwstenen kennen en consequent toepassen. Veel van wat leraren doen in de les is al van een heel hoog niveau. De effectieve bouwstenen opfrissen, helpt ze zelfbewuster voor de klas te staan. Belangrijk, want of een leerling zijn groeipotentieel waarmaakt, daarin hebben leraren een enorme verantwoordelijkheid.” “Geef daarom altijd bij het begin van de les aan hoe ze in een ruimer geheel van vorige en volgende lessen kadert. Zo activeer je de relevante voorkennis, introduceer je ankerbegrippen en probeer je iedereen samen klaar te maken voor de les. Laat dat stukje structuur niet weg om tijd te winnen. Het is voor je leerlingen een essentiële kapstok om nieuwe leerstof aan op te hangen.” “Op de Facebook-pagina ‘Lesideeën Secundair Onderwijs’ lees je voortdurend: weet iemand een leuke lesinstap voor … Belangrijkere vragen zijn: op welke manier kader of structureer ik het onderwerp zodat iedereen meteen mee is? En wat weten mijn leerlingen al uit vorige jaren? Vroeger zocht ik zelf krampachtig naar ingrepen om aan te sluiten op de leefwereld van de leerlingen. ‘Mannen, we zitten in een rollercoaster in een pretpark en – na een heel verhaal – botsen we op deze vergelijking.’ Maar leerlingen doorprikken valse lesinstappen heel snel.”

aangebracht, leraren doen zaken voor, verwoorden hun denkproces (modelling), reserveren tijd om zelfstandig of samen te oefenen en bieden ondersteuning wanneer leerlingen de nieuwe leerstof toepassen. Die bouwen ze geleidelijk af. De leraar heeft bij effectieve instructie de touwtjes van het leerproces strak in handen en weet wat hij wil bereiken met de les of lessenreeks. Dat blijft de beste methode om basisvaardigheden en kennis aan te leren.” “Directe instructie staat niet haaks op binnenklasdifferentiatie. Leerlingen extra instructietijd geven of ondersteuning bieden, is ook een vorm van differentiëren. Veel leraren doen er alles aan om hun leerlingen mee te krijgen. Hoe vaak geven ze nog een kwartier langer les? Of gaan ze naast een leerling zitten voor extra uitleg of voorbeelden? Akkoord, dat kost tijd. Maar drie leerpaden uitwerken misschien nog meer. Ik ben niet tegen differentiëren, integendeel. Maar het mag niet impliceren dat leraren overdreven voorbereidingslast ervaren of vooraf veronderstellen dat sommige leerlingen delen van de leerstof niet moeten beheersen.” Tim onderbreekt zichzelf: “We zijn bijna een lesuur in gesprek. Wat herinner je je van die pagina uit dat boek? Dat je nu probeert de info uit je geheugen op te diepen, zal je helpen om die langer te onthouden.”

“Een betere aanpak? Herhaal met leerlingen de principes achter vergelijkingen opsommen aan het begin van de les. Modelleer als leraar enthousiast hoe je een vergelijking oplost, begeleidt ze daarna bij oefeningen en laat ze tot slot praktische toepassingen in het dagelijks leven oplossen. Maak ze duidelijk dat je door genoeg te oefenen je kennis of vaardigheden automatiseert. En met voldoende succeservaringen volgt de motivatie om het goed te doen vanzelf.”

Je toetst wat ik me herinner. Als leerstrategie, niet om te evalueren? Tim Surma: “Ja, en dat inbouwen in je les kost nauwelijks tijd met deze werkvormen: start lessen regelmatig met een (online) quiz of toets die niet op punten staat. Die mag niet aanvoelen als een klassieke toets. Stel een vraag uit de vorige les die belangrijk is om vandaag mee te kunnen. En eentje die verder teruggaat, maar ook vandaag relevant is. Dat zet de geesten klaar. Zo’n test kan al in twee minuten. Gebruik wisbordjes of meerkeuzevragen waarop ze kunnen stemmen. Of stel een snelle vraag tussendoor: als je leerling één vinger opsteekt, heeft die bijna niets begrepen. Vijf vingers in de lucht? Dan kan hij zelf de uitleg geven aan zijn klasgenoten. Jij ziet meteen of leerlingen je les snappen, en zij leren zichzelf inschatten.”

Hoe verhoudt effectief lesgeven zich tot directe instructie? Die krijgt vaak als kritiek dat ze passief of passé is. Tim Surma: “Rond directe instructie heerst nogal wat spraakverwarring. Sommigen zien het als ‘autoritair lesgeven zonder interactie zoals in de jaren stillekes’ of als streng gescripte lessen zonder keuzevrijheid voor de leraar. Een verkeerde opvatting. Leraren die goede effectieve instructie gebruiken als middel, zijn net extreem actief. En hun leerlingen ook. De lessen zijn interactief, leerstof wordt sterk en helder

Tot slot: moet lesgeven altijd effectief en efficiënt zijn? Tim Surma: “We mogen leraren en leerlingen niet vernauwen tot economische machines, tot broedmachines van effectiviteit en efficiëntie. Daar sta ik niet voor. Als de hond van je leerling net gestorven is, kan je het schudden met die perfecte les. Dan moet je je pedagogische register opentrekken. Luisteren en voelen wat er uit de groep komt. Maar ook dan leer je ze iets voor het leven: dat ze als groep kunnen ventileren en luisteren. Die kracht van een klasgebeuren is zo mooi. Af en toe, wanneer dat kan, samen stilstaan bij wat leerlingen meemaken of waarmee ze zitten, moet kunnen, toch?”

40


Klasse Magazine

Wie is Tim Surma? • leraar wiskunde in humaniora Berkenboom, Sint-Niklaas • onderzoeker aan Open Universiteit Heerlen

Twaalf haalbare lesingrepen 01.

06.

11.

Activeer relevante voorkennis, fris de essentiële kennis en vaardigheden uit vorige lessen op.

Geef leerlingen ondersteuning bij moeilijke oefeningen en bouw die geleidelijk af.

Wissel af in oefentypes.

02.

07.

Kader de les in een duidelijke structuur en bied kapstokken. Noem ook het lesdoel.

Check met vragen of leerlingen de leerstof begrijpen. Zoek werkvormen zodat alle leerlingen actief nadenken.

03.

08.

Breng leerstof in kleine stappen aan en laat leerlingen oefenen na elke stap.

Gebruik toetsen als leer- en oefenstrategie.

04.

09.

Gebruik veel voorbeelden.

Laat leerstof actief verwerken.

05.

10.

Herhaal regelmatig. Spreid oefenkansen in tijd.

Geef systematisch feedback die leerlingen doet nadenken.

41

12. Leer je leerlingen hoe ze effectief leren.

‘WIJZE LESSEN’ Het boek ‘Wijze lessen: 12 bouwstenen voor effectieve didactiek’ is verkrijgbaar via Ten Brink Uitgevers, vanaf eind augustus. Gratis in e-versie op wijzelessen.nu. Tim Surma schreef het met Kristel Vanhoyweghen, Gino Camp, Dominique Sluijsmans, Daniel Muijs en Paul Kirschner. Ze betrokken leraren voor feedback en praktijkvoorbeelden.



In de klas van Tine

“Elke leeftijd heeft charme” Waarom ben je leraar geworden? “Zorg zat altijd al in me. Maar ook theater. In de toneelschool sprak het luik lesgeven me veel meer aan dan regie. Kinderen laten openbloeien, laten puzzelen met stukjes bagage en daaruit iets moois creëren, is zo zalig. Tijdens die toneelopleiding werd ik leraar.” Hoe liep je eerste jaar? “Het kostte me enkele jaren om te beseffen dat de realiteit ver weg staat van de droomsituatie tijdens je opleiding. Geen geluidsdichte studio meer, geen eindeloze stapel spots, méér dan twee klassen waarvoor ik parels van lessen wil uitwerken als mijn tijd en energie eindeloos waren. Ik worstelde vaak met het gevoel dat ik niet genoeg deed.” Wat is het eerste wat je doet als je op school aankomt? “Ik zet mijn handtekening in de lerarenkamer. Daarna knuffel ik de leerlingen in de hal. Om vervolgens mijn hoofd binnen te steken in het secretariaat. Goeiedag zeggen, materiaal verzamelen en alles klaarzetten.” Wat voor leerling was je zelf? “Een verlegen meisje in een klas vol sterke karakters. Later bloeide ik helemaal open. Werd extravert en hoopte bij elke speelkans dat de leraar mij aanduidde.” Waarvan lig je wakker? “Leerlingen stellen zich vaak heel open op. Ze vinden in mijn lessen een veilige bubbel en komen met hun zorgen, hun verhalen vanop de gewone school. Dan lig ik ’s nachts wakker en denk: ben ik wel de beste persoon om naartoe te stappen? Misschien moet je dat vooral aan je klasleraar vertellen.” Wat was je grootste glunderblunder? “Een valentijnsvoorstelling leek de kans om het thema relaties voorbij het man-vrouwcliché te tillen. Dat lukte via woordassociaties. Maar toen de ouders naar de show keken, sloeg de twijfel toe. Tachtig procent queer, is dat toch geen brug te ver?”

Wie mag een gastles komen geven? “Acteur Robrecht Vanden Thoren. Geen schoonheid uit de boekjes, wel een kwetsbare uitstraling en een wreed Gents accent. Hij zou mijn leerlingen kunnen leren dat juist in imperfectie ongelooflijke schoonheid schuilt. Dat niet per se de leerlingen met de grootste kwebbel en duurste kleedjes de sterkste spelers van de klas zijn.” Wat maakt je gelukkig? “Dat ik aan leerlingen van acht tot drieëntwintig mag lesgeven. Elke leeftijd heeft zijn charme. De fantasie van acht- tot twaalfjarigen. De tieners die ploeteren op de planken en voorbij blokkades moeten, net als in hun dagelijks leven. En de zelfbewuste oudsten die weten wat ze waard zijn en het aannemen als je iets niet goed vindt.” Wat maakte je recent dankbaar? “Vorig jaar viel ik maanden uit met posttraumatische stress. Collega’s steunden me, namen lessen over. De directeur is zo vaak koffie met mij gaan drinken zonder over school te praten. Gewoon horen hoe het ging en laten weten dat hij er was. Daardoor moest ik me geen seconde schuldig voelen en was terugkomen geen grote drempel.” Welke schoolregel wil je aanpassen? “Ik zou morrelen aan onderwijsstructuur. De toneel­maker in mij loopt soms vast op die korte lesuren. Die wil op zes weken tijd een hoorspel of een toneelstuk creëren. En het liefst in grotere lesblokken met verschillende leeftijden samen.” Welke leerling blijft je altijd bij? “Een jongen van elf struggelt met stoer zijn en goed­ keuring krijgen. ‘Moeilijke leerling’ omdat hij doorweegt in een groep. Maar hij heeft een grenzeloze fantasie en wil absoluut bijleren, zolang het niet te opvallend is. Ik zie hem doodgraag. De kunst is niet alleen de lastpak te zien, maar ook de harde werker. Door hem structuur te bieden, lukt dat.” Tine De Pauw geeft Woord in Kunstacademie Eeklo en Zomergem

Tekst Bart De Wilde Beeld Eva Vlonk


Klasse Magazine

“Open de poort naar taal” Tekst Piet Creten Beeld Boumediene Belbachir

Hoe bied je kwaliteitsvol onderwijs als meer dan de helft van je leerlingen geen Nederlands spreekt thuis? Basisschool Mickey Mouse – De Sleutel in Genk en het Maria Assumptalyceum in Laken illustreren hoe je de taalontwikkeling van je leerlingen stimuleert zonder de lat te laten zakken.

BASISSCHOOL MICKEY MOUSE – DE SLEUTEL, GENK

“Tien jaar geleden startten we met taalontwikkelend lesgeven. De leraren zijn de spil van ons taalbeleid. Wij coachen hen. We bereiden samen lessen voor, observeren in de klas en helpen om bij te sturen.”

“Taalontwikkelend lesgeven zit noodgedwongen ingebakken in onze schoolcultuur”, zeggen taalcoaches Karolien Gielen en Luc Bagusat. “Veel kleuters komen hier voor het eerst met Nederlands in aanraking. Het is in het beste geval de tweede taal. Bovendien speelt kansarmoede een negatieve rol bij taalontwikkeling.”

Wat is de essentie van taalontwikkelend lesgeven? Karolien: “We willen dat kinderen zich leren aanpassen aan nieuwe situaties. Het is niet de bedoeling dat een leraar zijn taal vereenvoudigt. Vroeger deden we dat wel. We zoeken daarom voortdurend kansen om taal aan bod te laten komen in de lessen die op zich geen taalfocus hebben.”

Karolien: “De beginsituatie is voor onze leraren niet simpel. Waar ligt het probleem als een leerling de doelstellingen niet haalt: bij de leerstof of de taal? Het duurt veel langer voor we de vinger op de wonde kunnen leggen.”

Luc: “Taalontwikkelend lesgeven betekent dat je tegelijk inzet op drie cirkels voor een krachtige taalleeromgeving: het welbevinden van leerlingen, betekenisvolle taken met voldoende context en veel interactie.”

44


Klasse Magazine

Waar zit de link tussen welbevinden en taal? Luc: “Leerlingen verwerven taal alleen als ze zich goed voelen in een groep. Een positieve basishouding ten opzichte van de moedertaal van leerlingen is essentieel. Als leerlingen Turks praten om elkaar te helpen, straffen we dat niet meteen af.”

van de kinderen: de meester kan Turks! Kleuters leren zo hoe taal werkt. Of je nu telt in het Nederlands of het Turks, je beoogt hetzelfde, maar de context waarin je kiest voor een taal is anders. Dan draai ik de situatie om. Tel jij nu ’s in het Nederlands. De poort naar taalverwerving staat wagenwijd open.”

Karolien: “In het verleden verboden we het gebruik van Turks. Maar wat doet die boodschap met kinderen? Je geeft het idee dat hun taal minderwaardig is. Ze krijgen een negatief zelfbeeld. Dat blokkeert taalverwerving en leren in het algemeen.”

Karolien: “Door ruimte te scheppen voor de thuistaal hebben kinderen het gevoel dat ze zichzelf mogen zijn. Gek genoeg hoor je daardoor net minder Turks. Nederlands is voor onze leerlingen de taal die bij school hoort.”

Luc: “Mensen moeten zich erkend voelen in hun identiteit opdat ze goed Nederlands kunnen leren. Dat start vanaf de kleuterklas. In de turnles tel ik soms tot tien in het Turks. De verbazing in de ogen

45

Betekent welbevinden ook dat je tolerant bent voor taalfouten? Karolien: “Nee. Onze leraren zijn getraind in indirecte taalcorrectie. Als een leerling zegt ‘Meester, zet de muziek open’ herhalen we de constructie op de juiste manier.


Klasse Magazine

‘Zal ik de radio aanzetten?’ Onderschat ook de kracht van stiltes niet. Je moet kinderen tijd geven om te zoeken naar de juiste woorden. Als leraar heb je snel de neiging om een zin aan te vullen.” Luc: “Maar je mag wel veeleisend zijn en verwachten dat leerlingen langere zinnen maken. Als een kleuter vraagt ‘Juffrouw pipi?’, vraag dan op een fijne manier wat hij precies wil.” Wat versta je onder betekenisvolle taken? Luc: “In de kleuterschool werken we niet met thema’s, wel vanuit verhalen. We vragen aan de kinderen wat zij daarin zien. Dan kan je inspelen op wat zich aandient. De taal rond het verhaal komt spontaan naar boven. Kinderen nemen de woordenschat zo veel makkelijker op.” “Sommige kleuters krijgen preteaching. We vertellen ze in een gezellig hoekje het verhaal al op een moment dat de kinderen vrij spel hebben. Zo hebben ze een stapje voor als het in de klas aan bod komt.” Karolien: “In de lagere school kan je metend rekenen functioneel maken. Voor Moederdag stellen de kinderen een koekjesmix samen. Ze wegen elk ingrediënt zelf af. Reken maar dat ze dat goed willen doen. Ze helpen elkaar en ik praat met hen als ze vastlopen. De meetkundige begrippen komen zo vaak aan bod dat de kinderen ze verwerven zonder dat we daar expliciet les over geven. Woordenlijstjes stampen doen we nooit. Functionele woordenschat komt vanzelf naar boven.” Zit daar het belang van de derde cirkel: interactie? Luc: “Betekenisvolle taken zonder interactie leveren geen taalvaardigheid op. Je leert pas taal wanneer je informatie wil uitwisselen. Alleen als de drie cirkels mooi in elkaar klikken, pakt de mayonaise.” “Het onthaal bij de kleuters doen we in kleine groepjes, zodat alle kleuters veel praten over hun ervaringen. Of we triggeren de fantasie van de kinderen. We stoppen een voorwerp onder een doek als startpunt voor een verhaal. Dan willen ze weten wat er aan de hand is en ontstaan spontane gesprekken.”

Karolien: “Interactieve werkvormen in de lagere school verplichten kinderen met elkaar in gesprek te gaan over de leerstof. Ze zoeken in groepjes een schat aan de hand van een kaart met instructies over afstanden. Inhoudelijk is dat metend rekenen, maar door de samenwerking oefenen ze hun taal.” Jullie zetten dit jaar extra in op leesvaardigheid. Hoe pakken jullie dat aan? Luc: “In de kleuterschool stimuleren we de ontluikende geletterdheid. Dat kan door een concreet doel mee te geven in de poppenhoek. Er ligt een kookboek op kleuterformaat met foto’s, een recept voor pizza en een beeldend boodschappenlijstje. De kleuters zoeken samen wat ze nodig hebben en gaan naar de winkel.” Karolien: “In de lagere school vertrekken we vanuit een grote vraag achter een tekst. In het vijfde leerjaar lezen we een tekst over de EU. Dat is moeilijke materie. De interessante vraag is waarom de EU bestaat. Dat zoeken de leerlingen samen uit, in de tekst en op het internet. Vroeger lieten we gewoon vraagjes oplossen bij de tekst.” “Tekstsoorten illustreren we vanuit concrete situaties. De kok van een restaurant heeft een groot probleem. Zijn recept is zoek en hij heeft geen boodschappenlijstje. In het restaurant wachten de klanten. De leerlingen werken dan in groepjes elk rond een andere tekstsoort. Het ene groepje gaat op zoek naar een nieuw recept, een ander verzint een verhaal om de kinderen aan tafel rustig te houden.” Hoe weet je of je aanpak werkt? Karolien: “We nemen regelmatig gevalideerde taal- en wiskundetesten af. Vanaf de tweede kleuterklas blijkt dat onze kinderen sterker staan dan vroeger. Binnen de Genkse context scoren we beter dan gemiddeld. We gebruiken die tests vooral als een rapport voor onszelf. Als we merken dat er bij bepaalde onderdelen of groepen problemen zijn, weten we waarop we moeten inzetten. We zijn nog lang niet tevreden.”

“Je leert pas taal wanneer je informatie wil uitwisselen”

46


Klasse Magazine

MARIA ASSUMPTA, LAKEN “Ook in Maria Assumpta zijn de tijden veranderd”, zegt leraar Nederlands en taalcoördinator Anki Nauwelaerts. “De afgelopen tien jaar nam het aantal leerlingen met Nederlands als moedertaal sterk af. Dat daagt leraren extra uit om de leerlingen te laten presteren. We investeren intussen vijf jaar in taalontwikkelend lesgeven.” Wat doet een taalcoördinator? Anki: “Ik leid de collega’s op door ze de principes van taalontwikkelend lesgeven aan den lijve te laten ondervinden. Ik geef ze een les in het Spaans en zoek naar manieren om toch te kunnen volgen. Zo voelen ze dat je door voldoende context en taalsteun te bieden en met elkaar in interactie te gaan leerstof beter kan overbrengen. Praktisch ondersteun ik collega’s om met hun lesmateriaal aan de slag te gaan.” Hoe vertaal je die inzichten naar concrete lessen? Anki: “In natuurwetenschappen zitten pittige teksten over chemische reacties. De leesmotivatie bij leerlingen 4 Handel is dan niet torenhoog. De les gaat vlotter als je die leerstof niet meer in tekstvorm aanbiedt, maar dat doen we bewust niet. Leerlingen moeten net veel lezen in het Nederlands.” “Dus pakken we het anders aan. We laten ze in groepen van drie telkens een andere tekst lezen. Ze verwerken die schematisch tot een affiche met kernwoorden en visuele verbanden. Die affiche gebruiken ze om de tekst aan een andere groep uit te leggen. Uiteindelijk moet iemand willekeurig de tekst van een andere groep kunnen navertellen aan de klas.” “Die aanpak heet ‘lezen door te schrijven’. Je moet een tekst heel actief en gericht lezen om naar een prikkelend product toe te werken. Laat je de affiche ontwerpen met de designwebsite Canva, lijkt het alsof je grafisch vormgever bent zonder dat je technische bagage nodig hebt.” Zie je dat soort kansen in alle vakken? Anki: “Ja. De les godsdienst bijvoorbeeld kan perfect taliger. Veel van onze moslimleerlingen verwarren Jezus met Mohammed. Vorig jaar vuurden de leerlingen massa’s vragen af op mijn collega. Ik heb toen samen met haar bekeken hoe we de voorkennis van de leerlingen beter konden inzetten. Via de app

47

Mentimeter vraagt ze wie Jezus is. Alle associaties komen in een woordwolk. Dat geeft meteen een overzicht van aanknopingspunten en mogelijke verwarring over termen als ‘profeet’ of ‘paradijs’.” “Vervolgens biedt ze extra context met een filmpje over Jezus. Op basis daarvan categoriseren de leerlingen de associaties. Wat hoort bij Jezus, Mohammed of beiden? Daarna lezen ze in groepjes teksten over de Farizeeën en Sadduceeën en brengen ze in kaart wat beide groepen typeert. De lessenreeks eindigt met een toneel waarbij leerlingen een Bijbelverhaal naspelen vanuit het standpunt van een bepaalde groep. Stuk voor stuk talige activiteiten, zonder dat leerlingen dat door hebben.” “Mijn collega muziek oefent op het benoemen van sfeer in muziek. Dat vinden leerlingen heel moeilijk. Ze grijpen snel terug naar passe-partoutwoorden als ‘mooi’ of ‘saai’. Maar ze missen nuance. Dus geeft ze hun een begrippenkader met tientallen termen om over muziek te praten. Leerlingen oefenen die in met filmmuziek. Is die bijvoorbeeld sprookjesachtig, ingetogen, heldhaftig, mysterieus of futuris­tisch? Uiteindelijk identificeren ze een emotie bij een tekst, kiezen muziek en leggen uit waarom tekst en muziek bij elkaar passen. Dat is voor alle leerlingen zinvol, niet alleen voor leerlingen met taalachterstand.” Hoe ver reiken jullie talige ambities? Anki: “Elk jaar breiden we onze aanpak uit. Lang niet elke les is taalontwikkelend, maar dat hoeft ook niet. Ik merk wel dat veel collega’s bewuster bezig zijn met taal bij hun lesvoorbereiding. We sporen hindernissen op en zoeken manieren om die te nemen. Moeilijke teksten of termen gaan we daarbij niet uit de weg. Die jongeren zijn onze toekomst. Het is toch niet omdat ze drie talen door elkaar in hun hoofd hebben dat ze niet verstandig zijn. Het is onze verantwoor­ delijkheid om hun capaciteiten te ontwikkelen.”



Klasse Magazine

Zelftest

Help, mijn collega onderpresteert Tekst Sara Frederix Illustraties Jasper Van Gestel

Heb je een collega die zijn lesmateriaal al tien jaar niet meer vernieuwt of weigert samen te werken? Ontdek hoe jij reageert op zo’n (on)bewust onderpresterende collega. En hoe je opnieuw connecteert.

01.

LEERLINGEN VAN EEN ANDERE KLAS KLAGEN BIJ JOU DAT DE LES ENGELS ZÓ RUMOERIG IS DAT ZE ACHTERLOPEN OP DE LEERSTOF.

a De volgende keer dat je veel rumoer hoort, vraag je je collega hoe dat komt. b Je legt voorzichtig je oor te luister bij collega’s die je vertrouwt of zij dat ook vinden. c Je zucht en denkt: die collega is over een paar jaar toch met pensioen. d Je biedt je collega aan om zijn les te observeren en tips over klasmanagement te geven. e Je vertelt de leerlingen dat ze bij jou terechtkunnen met vragen over de leerstof.

49

02.

EEN COLLEGA GEEFT ZICH ZELDEN OP VOOR EEN WERKGROEP EN HEEFT ALTIJD EEN EXCUUS OM NIET NAAR HET SCHOOLFEEST TE KOMEN.

a Op de volgende teamvergadering over de taakverdeling zeg je dat nog niet iedereen een taak heeft. b Je meldt aan je directeur dat je collega te weinig taken opneemt naast het lesgeven. c Je negeert je collega meer en meer. d Je vraagt hoe het met hem gaat en polst bezorgd waarom hij geen extra taken opneemt. e Je denkt: die collega heeft kleine kinderen. Je neemt wel een toezicht over zodat hij al wat extra verbeterwerk kan doen.


Klasse Magazine

03.

JE COLLEGA SAKKERT OP LEERLINGEN DIE NIET ETEN TIJDENS DE RAMADAN. ZE ZEGT DAT WIE WIL VASTEN MAAR IN EEN ARABISCH LAND MOET GAAN WONEN.

a Je zegt tegen je collega dat respect voor alle religies belangrijk is in deze school. b Je lucht je hart in de werkgroep diversiteit. c Je bent nog niet vastbenoemd, dus hou je je mond. d Je tipt je collega een Klasse-artikel met tips over examens tijdens de ramadan. e Je bemiddelt tussen je collega en de leerlingen.

04.

JE COLLEGA WORDT STEEDS NEGATIEVER. OP DE LAATSTE VERGADERING GING HIJ MET ZIJN RUG NAAR DE NIEUWE DIRECTEUR ZITTEN.

a Je zegt na de vergadering dat zijn gedrag niet door de beugel kan. b Je mailt enkele collega’s om samen aan de nieuwe directeur te melden dat jullie dat gedrag niet oké vinden. c Je besluit om niet meer met die negatieve collega te praten. d Je legt een kaartje in zijn postbakje met de uitnodiging voor een babbel. e Je zet je schouders onder de plannen van de directeur.

KOOS JE VOORAL A: AANSPREKER Jij stapt op de onderpresteerder af en confronteert hem of haar. Dat vraagt moed en de juiste toon. Jij voelt je niet alleen verantwoordelijk voor je klas, maar ook voor je team. Je gaat ervan uit dat je directeur je steunt en je reactie effect heeft. TIP: Het is gemakkelijker feedback geven aan een collega met wie je vaak samenwerkt. Hoe meer een team aan co-teaching of visitatie doet, hoe lager die drempel om een collega aan te spreken. Zet jij mee de deuren en geesten open?

05. JE COLLEGA WEIGERT OM SAMEN MET VAKCOLLEGA’S EEN CURSUS TE MAKEN. a Je stapt in een pauze binnen en vraagt waarom ze voor vergaderingen past. b Je bespreekt dit met je vakgroep op de volgende vergadering. c Je nodigt haar niet meer uit voor de vergaderingen. d Je toont begrip en vraagt of haar weigering om samen te werken te maken heeft met een oud conflict. e Je doet haar deel van het werk.

06.

JE COLLEGA GEEFT OUDERWETS LES. MET ANDERE WERKVORMEN ZOU ZE HET NUT VAN LEERSTOF KUNNEN AANTONEN EN LEERLINGEN MOTIVEREN.

a Je zegt haar dat ze de theorie meer aan praktijk moet koppelen. b Je suggereert aan de directeur dat je collega op nascholing moet. c Je zegt niks, want misschien verergert je kritiek haar demotivatie. d Je tipt haar een nascholing over vernieuwende werkvormen. e Je schrijft extra werkvormen uit voor je parallelcollega.

50

KOOS JE VOORAL C: NIETSDOENER Niet reageren of een onderpresteerder bewust negeren, is soms gemakkelijker. Je bent nog niet vastbenoemd, je voelt je niet veilig genoeg of je wil de roddels niet voeden. Misschien maakt je reactie het alleen maar erger voor je collega? TIP: Niks doen lost niets op en kan nadelig zijn voor leerlingen en school. Wie is je buddy op school? Durf je je gedachten aan hem/haar toe te vertrouwen? Samen sta je sterker om toch tot actie over te gaan.


Klasse Magazine

Hoe reageer jij? Tel snel welke letter jij het vaakst omcirkelde en lees de bijbehorende tip. Check ook je tweede score. Want afhankelijk van de situatie of de relatie met je collega kan je anders reageren.

KOOS JE VOORAL D: HELPER Jij staat klaar om je onderpresterende collega te ondersteunen. Je meldt dat aan je directeur want je weet dat hij/zij het apprecieert als zijn team elkaar aanspreekt en helpt. TIP: Elkaar aanspreken, helpt jong en oud. Laat je niet tegenhouden door leeftijdsverschillen. Onderpresteren is niet altijd kwaadwillig. Misschien beseft een collega niet dat zijn of haar lesaanpak met nieuwe inzichten aangevuld kan worden.

51

KOOS JE VOORAL B: MELDER Jij durft met je directeur of team te bespreken dat een collega niet voldoet. Het is een goed idee om af te toetsen of er nog collega’s zijn die dat vinden. Nu kan je directeur en het team de collega begeleiden om een betere leraar te worden. TIP: Je directeur heeft jou nodig om een onderpresterende collega op te merken en te ondersteunen. Maar check je ook eerst je andere opties, voor je je directeur inlicht?

KOOS JE VOORAL E: COMPENSEERDER Het siert je dat je je verantwoordelijk voelt en werk van een onderpresterende collega overneemt. Maar weet je zeker dat dat er nog bij kan? En help je daarmee je collega verder? TIP: Weet elke leraar wat de directeur minimaal verwacht? Ook bij extra taken? Misschien kunnen die eerlijker verdeeld worden of mooier inspelen op ieders sterkte? Als je directeur geen pasklaar beleid heeft, kan je vragen om daar denktijd voor te reserveren. Deze test kwam tot stand in samenwerking met Loth Van Den Ouweland. Op Klasse.be lees je alles over haar onderzoek over onderpresterende leraren.


Klasse Magazine

52


Klasse Magazine

De directeur

“Ik ben graag het vonkje dat de rest aansteekt�

53


Klasse Magazine

De directeur

Tekst Sara Frederix Beeld Kevin Faingnaert

‘Directeur’ of ‘ondernemer’ op haar visitekaartje? Debbie Goudriaan twijfelt. Vanuit een droom onderwijs óm te denken richtte ze basisschool Mondomio op. Met slechts twaalf leerlingen per klas, niveaugroepen en een kinderopvang onder hetzelfde dak. Met een businessplan, busverhuur en een opstartend opleidingscentrum. “Al tijdens mijn lerarenopleiding voelde ik dat klassikaal lesgeven niets voor mij was. In mijn tweede jaar wilde ik stoppen. Tot mijn mentor mij een stage in het volwassenenonderwijs suggereerde. Daar vond ik mijn draai en ben ik blijven werken.” “Maar toen ik kinderen kreeg, begon de zoektocht naar een school. Mijn oudste kreeg woedeaanvallen in de kleuterklas omdat ze de prikkels van een grote klas niet aankon. Ze had een ander soort school nodig. In een methodeschool met achttien leerlingen per klas ging het veel beter. Maar toen dook een nieuw probleem op: mijn jongste dochter aardde er niet wegens te veel vrijheid.”

54

VISIE IN DRIE WOORDEN “De zoektocht naar de perfecte school zette me aan het denken: wat voor school wil ik voor mijn kinderen? Ik droomde van kleine klassen, ervaringsgericht onderwijs, structuur en een huiselijke sfeer. Ik praatte veel over mijn ideeën met collega’s en ouders en begon out of the box te denken.” “Het kind staat altijd centraal in scholen. Terecht, maar als ik kijk naar het aantal burn-outs in het onderwijs, wilde ik toch ook de leraar centraal zetten. En voor een fulltime werkende ouder is het niet evident om op tijd aan de schoolpoort te staan. Ik droomde van een school waar leerlingen, leraren en ouders in balans zijn. Ondernemen en innoveren stonden ook hoog op mijn wishlist.” “Met een pril schoolteam in wording distilleerden we drie pijlers die onze visie kernachtig verwoorden. Rust en ritme, ondernemingszin en duurzaamheid. Ons gebouw en onze klassen stralen rust uit met eenvoudige witte meubels en weinig didactisch materiaal aan de muren. Die rust trekken we door in onze kledij: iedereen loopt in uniform. Ook de leraren én de directeur.”


Klasse Magazine

“Een visie in slechts drie woorden is een eenvoudig houvast waardoor mijn team zelfstandig aan de slag kan”

Wie is Debbie Goudriaan? • volgde lerarenopleiding lager onderwijs • gaf vier jaar les in het Centrum voor Basiseducatie LiMiNo • richtte in 2018 basisschool Mondomio in Balen op • Mondomio telt 67 leerlingen en is erkend en gesubsidieerd

“We proberen sinds kort onze schoolbusjes en lokalen te verhuren. Die gebruiken we in de weekends en vakanties toch niet. Dat past bij onze ondernemingszin en de extra inkomsten zijn welkom. Volgend jaar willen we met een vak ondernemen beginnen en de kinderen betrekken bij de verhuur.” “Een visie in drie woorden biedt houvast; zo kan mijn team heel zelfstandig aan de slag. Als een leraar een idee heeft, is mijn enige vraag: past het in de drie woorden? Doe maar! Zo wilde een leraar de wekelijkse uren turnen vervangen door een maandelijkse sportdag. Dat brengt rust en ritme, getuigt van ondernemingszin en is duurzaam want we kunnen met de fiets naar de sporthal in plaats van met onze schoolbusjes. Een andere collega stelde voor voor om een tweede vestiging van de school op te starten in een andere gemeente. Ik wil helpen waar ik kan, maar zij is de trekker.” KLASSEN MET TWAALF LEERLINGEN “Het opvallendste aan onze school zijn de kleine klassen van twaalf leerlingen. ‘Hoe doen jullie dat’, vraagt iedereen. Door het lessenrooster om te denken en leraren anders in te zetten. Elke klas volgt hetzelfde lessenrooster. Tijdens

55

het inloopuurtje kunnen ouders hun kind tussen 9.00 en 9.50 uur afzetten en werken leerlingen in groep zelfstandig aan hun taken. Tijdens zo’n inloopuurtje zet ik maar drie leraren in. In de voormiddag heeft iedere leerling op hetzelfde moment Nederlands en wiskunde. Voor die hoofdvakken zijn alle vijf leraren (het vijfde en zesde leerjaar zit samen) aan het werk en heeft elke groep van twaalf leerlingen een eigen leraar.” “Tijdens de namiddag volgen de leerlingen wereld­ oriëntatie, lichamelijke en muzische opvoeding in een groep van 24 leerlingen. Dan zet ik drie leraren in telkens met een vrijwilliger in een soort co-teaching. Zo hebben we een freelance muziekleraar en enkele helpende ouders. De leraar werkt de les uit, de vrijwilliger ondersteunt. Op het einde van de dag is er weer een uur zelfstandig werk met drie leraren en nog een uitloopuurtje van 16.00 tot 16.50 uur met één leraar.” NIVEAUGROEPEN “In de voormiddag werken de leerlingen in niveaugroepen. Ben je sterk in wiskunde, kan je voor dat vak aansluiten bij een hoger jaar. En omgekeerd. Dat maakt ons aantrekkelijk voor hoogbegaafde en zwakkere leerlingen. Tijdens de namiddag volgen de leerlingen les in hun vaste leeftijdsgroep bij hun klasleraar die hun mentor en aanspreekpunt voor de ouders is.” “Als je werkt met niveaugroepen, moet een leraar niet alles kunnen. Dat kan toch niet? Mijn leraren geven alleen wat ze graag doen en goed beheersen. Geen crack in wiskunde? Dan geef je misschien liever wiskunde in het eerste leerjaar, maar taal in het zesde.”


Klasse Magazine

De directeur

VREEMDE EEND IN DE BUURT “De leraren zijn enthousiast over onze werking. Deeltijdse leraren vinden het bijvoorbeeld aangenaam om van 10.00 tot 15.00 uur te werken, en als je ziek bent is er altijd een collega zo flexibel om in te springen. Maar natuurlijk was het wel wennen. Eén juf stapte op omdat ze beter paste bij een andere soort school, een andere juf kon zich moeilijk losmaken van haar eigen klasgroep. En de leerlingen, die hadden tijd nodig om zelfstandiger te leren werken. Om zich niet te laten afleiden als ze in de klas samen aan een grote tafel moeten leren.” “Als je een school opstart, is het soms chaos. Aan banken op de speelplaats hadden we niet gedacht, opgefrommelde natte jassen in kleine lockers bleken geen goed idee, en de grote open ruimte hebben we snel opgedeeld met glazen wanden. Op zulke momenten moet je rustig blijven, bijsturen en geloven dat alles altijd goed komt. Rome is ook niet op één dag gebouwd.” “Scholen in de buurt bekeken ons als de vreemde eend in de bijt. Ik heb ze uitgenodigd om te komen kijken hoe wij werken en dat nam hun weerstand weg. Sterker nog: heel wat schoolteams kwamen langs om te kijken hoe ze delen van onze werking kunnen overnemen. Een directeur wil ook dezelfde vakken op hetzelfde moment inplannen. Ik ben graag het vonkje dat de rest aansteekt. Andere scholen inspireren dat het anders kan. We moeten niet allemaal in the box denken.” ELKE LERAAR ZORGLERAAR “Wij hebben geen zorgcoördinator. Een werkgroepje van leraren maakte een zorgplan waarin elke leraar zorgleraar is. Onze brede basiszorg en verhoogde zorg zitten bij de leraar zelf. De werkgroep ondersteunt wel met een ‘magische map’ waarin leraren voor elk zorgprofiel de nodige info en allerhande tips vinden, ingedeeld per leerjaar.” “Door dat systeem kennen leraren hun leerlingen heel goed. De leerlingen moeten de klas ook niet uit voor zorgondersteuning. En zelfs logopedisten of kinesisten gaan de klas in. Dat we extra veel zorgleerlingen aantrekken, is misschien een nadeel. En eerlijk, met enkele leerlingen lukte het niet en botsten we tegen de grenzen van de draagkracht van een startend team.” TEAM VAN LERAREN EN KINDEROPVANG “Speciaal aan onze school is ook dat we een kinderopvang in ons schoolgebouw hebben. Zo kunnen ouders

56

gemakkelijker werk en gezin combineren. Een instappertje in de eerste kleuterklas kan zijn middagdutje in de kinder­ opvang doen. Omgekeerd kan een rijpe peuter wat vaker komen proeven van de eerste kleuterklas. En de collega’s van de kinderopvang springen in als dat nodig is en omgekeerd.” BEETJE GOED GEK “Om een nieuwe school op te starten, moet je een beetje goed gek zijn. Ik had eerst gesolliciteerd als directeur in een bestaande school. Daar kreeg ik de boodschap: ‘Word jij maar directeur, maar niet in onze school. Jij moet je eigen school starten’. Strak plan, dacht ik. Tijdens de directeursopleiding leerde ik alles over de nodige wetgeving, omzendbrieven en beleidscontracten.” “Daarna startte ik de zoektocht naar geld en een gebouw. Niet evident. De gemeente zocht mee, maar uiteindelijk was


Klasse Magazine

“Ik hoop dat ik de lijm tussen leerlingen, leraren en ouders kan zijn”

ENERGIEVRETERS “Een school starten combineren met directeur zijn en lesgeven is zwaar. Ouders proberen te overtuigen van onze visie, vraagt energie. Zo werken we met rapporten zonder punten en met woordelijke, veeleisende feedback. We testen wel summatief, maar communiceren geen cijfers aan de leerlingen. Alleen als ouders naar cijfers vragen, geven we die. Maar uiteindelijk wil ik een duidelijke lijn trekken: dit is onze visie, zo werkt het hier. Dat is soms een moeilijk evenwicht.” “Ik krijg wel energie van mijn dromen najagen voor mijn eigen kinderen en onderwijs in het algemeen. Zo word ik helemaal gelukkig van dankbare reacties van ouders. Bijvoorbeeld over een kind dat in zijn vorige school veel logopedie nodig had en heel verlegen was. Bij ons is het helemaal opengebloeid en een praatvaar geworden.”

er geen geschikt gebouw beschikbaar. Ik leurde met mijn businessplan bij vijf banken tot ik een lening kreeg voor de aankoop en renovatie, en een overbruggingskrediet tot de subsidies in januari volgden. Daarvoor moest ik wel ons huis verkopen en woon ik met mijn gezin tijdelijk boven de school. Gelukkig zit mijn man op dezelfde golflengte. Het secretariaat/lerarenkamer/directeursbureau is ook zijn bureau waar hij werkt en soms zelfs klanten ontvangt.” “We moeten creatief omspringen met geld en zijn daarom niet vies van marketing. Zo sluiten we overeenkomsten met bedrijven om schoolmeubilair, speelgoed of computers met korting aan te kopen. Op onze Facebook-pagina tonen we dan dat een speelgoedwinkel voor Sinterklaas zakjes met speelgoed schonk. Je moet dingen durven uitproberen. Volgend schooljaar willen we ook opleidingen aanbieden. Als alle leerlingen op sportdag of uitstap zijn, kunnen we hier een nascholing organiseren. Genoeg kennis in mijn team.”

57

MANIER VAN WERKEN UITDRAGEN “Ik wil geen directeur zijn in een ivoren toren achter mijn computer, maar hou ervan om door de school te lopen en een babbeltje te slaan met de leerlingen. Ik hoop dat ik de lijm tussen leerlingen, leraren en ouders kan zijn. Daarvoor spring ik graag een keer in als buschauffeur en wc’s ontstop ik intussen als de beste.” “Omdat directeur zijn, lesgeven en een school starten samen wat te veel werd, is er nu een collega fulltime directeur voor de dagelijkse werking. Zo kan ik halftijds lesgeven en me halftijds buigen over beleid en langetermijnvisie en onze manier van werken uitdragen. Ik wil me het liefst zo snel mogelijk overbodig maken en ook op een hoger niveau onderwijs veranderen.” “Vroeger hadden directeurs macht en status. Nu staan ze meer tussen de leerlingen en de leraren. Een goede directeur heeft een sterk team nodig dat meedenkt en meewerkt. Mijn middenkader is mijn team dat in werkgroepen beleid en afspraken rond zorg, pesten of speelplaats uitwerkt. Als je directeurs wil versterken, moet je vooral in het schoolteam investeren.”


Klasse Magazine

De meeloper

De meeloper

Met Eline op stagebezoek 58


Klasse Magazine

‘Ochtendrush’ is een understatement ten huize Eline De Winter in Denderleeuw. Niet alleen moet ze vandaag in haar eentje – manlief heeft ‘de vroege’ – een tweeling van acht, een kleintje van één én hond Luka klaarstomen, er wordt ook al druk gebeld en gesmartschoold. Eline blijft er ogenschijnlijk chill bij. “Het leven van een stagebegeleider”, glimlacht ze. “Onze leerlingen melden zich helaas soms ziek op het laatste moment. En ik wil ook zeker zijn dat de stagementor aanwezig is, vooral tijdens de evaluatieweken. Daarom plan ik mijn stagebezoeken nooit vooraf, maar gewoon de ochtend zelf.” EERSTE STOP: PAARDEN Dat ze gelukkig graag met de auto rijdt, vertelt Eline terwijl ik me in de passagiersstoel van haar potige Trafic hijs. “Twee keer per week rijd ik de helft van Vlaanderen rond – mijn twee collega’s nemen de andere regio’s voor hun rekening – want onze leerlingen komen van overal en kiezen meestal stageplekken dicht bij huis. Elke leerling bezoek ik een vijftal keer per schooljaar. Ik kan dus aardig wat kilometers inbrengen”, lacht ze.

Wie is Eline De Winter? • diploma Agro- & biotechnologie, optie Dierenzorg • 6 uur theorieleraar en 14 uur stagebegeleider • GO! Technisch Atheneum Horteco Vilvoorde

Een Klasse-redacteur bolt mee met een bijzondere onderwijsprofessional: beestige bezoeken afleggen met stagebegeleider Eline. Hoe vindt ze sterke werk­plekken? Hoe motiveert ze haar bsoleerlingen? En hoeveel kilometer legt ze per week af?

Tekst Nele Beerens Beeld Illias Teirlinck

59

Satellietgestuurd door haar trouwe vriend Waze brengt Eline fotograaf Ilias en mij naar de eerste stageplek van vandaag: Paardenstal De Withoeve in Leest. Hier worden sportpaarden gefokt. Een droomstageplek voor zesdejaars Fleur, die net een beloftevolle merrie mag inrijden op de binnenpiste en nog wat ruitertips meekrijgt van stagementor en bedrijfsleider Rozelien. “Zo’n topdier heb je thuis niet staan”, benijdt Eline – zelf paardenfreak – haar een beetje. “Logisch dus dat Fleur hier met plezier elke vrijdag op stage komt, al was ze over stallen kuisen aanvankelijk minder enthousiast.” Terwijl Fleur vlot schakelt van draf naar galop, overloopt Eline met Rozelien bij de koffiemachine het eindevaluatieformulier. Diverse aspecten komen aan bod: discipline, kwaliteitszorg, zin voor initiatief, zelfstandigheid … “Dierenzorg is geen louter uitvoerende zorgrichting, al doet de naam anders vermoeden”, verzekert Eline me. “Je moet kunnen nadenken en kordate beslissingen nemen.”


Klasse Magazine

De meeloper

De omschrijvingen die Eline voorleest, helpen Rozelien om concrete voorbeelden aan te halen. En die helpen Eline dan weer om scores toe te kennen en werkpunten te formuleren. Daarover koppelt ze nog even terug: “Fleur, je moet je afvragen of ze jou hier later voor zouden betalen.” Ze polst ook nog eens naar Fleurs stageverslag, waarvan toch de voorpagina al klaar blijkt te zijn. “Ik por ze ook om daarin hun eigen mening te formuleren, maar daar zijn ze vaak te onzeker voor”, ondervindt Eline. Tot slot gaat het gesprek tussen beiden over de stageplaats waar Fleur in haar zevende jaar naartoe wil: dierenasiel De Ark van Pollare, een populaire plek onder de leerlingen. Voor Fleurs mama is dat ver rijden, en dat baart Eline wat zorgen. En waarom niet opnieuw hier, vraag ik me luidop af. “We vragen expliciet dat leerlingen telkens iets anders kiezen, zodat ze verschillende bedrijfsculturen leren kennen”, verklaart Eline. “Bovendien willen we ze taken laten uitoefenen die we op school niet kunnen aanbieden. Zoals hier: jonge paarden opleiden. Maar het belangrijkste is dat ze attitudes kweken die later op het werkveld belangrijk zijn. Die kan je je in een schoolse sfeer, onder vrienden, minder goed eigen maken.” TWEEDE STOP: KOEIEN (EN GEITEN) Het is een eind rijden voor het tweede stagebezoek bij Zuivelhoeve Keymeulen in Hofstade bij Aalst. Tijd zat om te polsen naar Elines drijfveren. “Het is vooral de afwisseling tussen lesgeven aan de jongere leerlingen en stagebegeleiding van

60

de ouderen die me aanspreekt. Zes jaar geleden heb ik zelf gevraagd om die combinatie. Want het lesgeven in de derde graad bso ging me minder goed af. Te streng, zeker? (lacht) Op stage zijn de contacten met de leerlingen losser en kennen ze mij ook niet als ‘leraar’. Dat voel ik als ze in de gang naar me roepen: ‘Mevrouw, wanneer kom je nog eens bij mij langs?’” Toch ervaart Eline meer stress als stagebegeleider dan als leraar. “Al ondersteunt de TAC me goed bij de administratie, het blijft toch veel geregel, en bedrijfsleiders blijven altijd een beetje ‘vreemden’, geen collega’s. Soms voel je aan de telefoon al dat je niet welkom bent omdat het te druk is. Ik blijf dan ook nooit onnodig lang hangen bij mijn bezoeken. Een praatje met de mentor en de stagiair is voldoende, ik hoef ze niet te observeren, want dat geeft toch geen realistisch beeld. Op die manier slaag ik erin tijdens de drukke evaluatieperiodes tot zeven plekken per dag af te vinken.” We arriveren bij de tweede stageplaats van vandaag. Daar wacht zesdejaars Lara ons op in het geurige kaaswinkeltje vooraan het bedrijf. Wanneer Eline vraagt naar stagementor Joost, blijkt die naar een begrafenis te zijn. Dat vergaten ze vanochtend aan de telefoon te zeggen. Eline moet het met zijn broer Lieven doen. Terwijl die tot aan zijn ellebogen in het stremsel zit, antwoordt hij geduldig op haar vragen.


Klasse Magazine

“Leerlingen observeren hoeft niet, dat geeft toch geen realistisch beeld” Hij is duidelijk tevreden over Lara, “al moet ze nog veel leren”. Of ze al zelf de koeien gemolken heeft? Nee, dat niet. “Laat haar dan maar eens om 7 uur ’s ochtends komen, zodat ze alle aspecten van dit bedrijf leert kennen”, duwt Eline door. Ze trekt met Lara nog even naar buiten. Intussen weerstaan Ilias en ik niet langer aan de kaastaart. Het is tenslotte al lunchtijd. Lara is blij dat ze in de namiddag telkens haar werkbroek en laarzen kan aantrekken om bij de dieren te zijn, vertelt ze. Dat mocht in het begin niet, de focus lag op de melkverwerking. “Soms moeten we bijsturen”, legt Eline uit. “Ook als mentoren niet kordaat genoeg zijn, te weinig begeleiden, of de lat té hoog leggen. Of als bedrijven niet tevreden zijn over een leerling. Al zijn ze niet snel geneigd om dan zélf contact met me op te nemen en ontdek ik dat pas later.” Dierenwelzijn is een persoonlijke bekommernis van Eline. En die wil ze ook aan haar leerlingen meegeven. “Heel af en toe gebeurt het dat leerlingen onbewust een bedrijf suggereren waarvan ik weet dat er een ‘foute’ mentaliteit heerst. In zulke gevallen bespreek ik dat met de leerling en help ik hem of haar een andere plek te kiezen.”

61

DERDE STOP: HONDJES Dat is gelukkig niet aan de orde in het derde en laatste bedrijf dat we vandaag aandoen: trimsalon Pluche & co in Ophasselt, dat onder andere showpoedels onder handen neemt. “Zaakvoerder Aïsha is de ideale stagementor”, vindt Eline. “Een crack in haar vak én ze kan het overbrengen”. Dit schooljaar mag ze haar skills aanleren aan zesdejaars Steven. Een specialleke, volgens Eline. “Hij belde me bijvoorbeeld vanochtend nog toen hij voor een gesloten deur stond in Halle, waar Aïsha een tweede trimsalon runt”, grinnikt ze. Ze denkt ook niet dat Steven in de – euh – hondenstiel zijn toekomst ziet. Aïsha’s ervaring is gelijkaardig: “Hij doet de dingen graag ‘op zijn gemak’ en het is doorgaans een beetje ‘van moetens’. Maar zijn gip over hoe je een trimsalon opricht, was dan wel weer oké. En klantvriendelijk is hij ook”, benadrukt ze terwijl ze het konthaar van een cézarke wegscheert. “Je moet hem geen cadeaus geven, hé”, sputtert Eline tegen wanneer Aïsha hem toch een milde quotering wil toekennen. En mijn indruk? Ik zie vooral een jonge gast die liefdevol een schattige viervoeter staat in te zepen. En Stevens matching krullenbol: die kan geen toeval zijn.



Lerarenkaart

Klasse Magazine

Samenstelling Patrick De Busscher

Permanente voordelen In heel wat cultuurhuizen, musea, ICT-winkels, boekhandels … krijg je als leraar korting met je Lerarenkaart. Ontdek via Lerarenkaart.be meer dan duizend exclusieve voordelen. Met de zoektool vind je makkelijk voordelen op maat van jou en je klas.

NIEUW

Voordelen

Vul je zoekterm in

Mini-Europe Brussel

7,80 euro korting: 8 euro i.p.v. 15,80 euro (ook geldig voor 1 extra persoon)

GaiaZoo Kerkrade (Nederland)

gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 21,50 euro

Stadsmuseum Lier Lier

gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 4 euro

Zandsculpturenfestival Sand City Dreams Oostende

2 euro korting: 10 euro i.p.v. 12 euro (ook geldig voor max. 4 extra gezinsleden)

Musea Sculpta Brugge

2 euro korting: 10 euro i.p.v. 12 euro (ook geldig voor max. 4 extra gezinsleden)

Werkend Leren Antwerpen Noord Antwerpen

10 procent korting

Captain Sport Evergem 10 procent korting (kamp van 5 dagen) Hotel Middelpunt Middelkerke

5 procent korting per boeking

PaintFactory 4 winkels

10 procent korting op alle aankopen

Taalvakanties Roeland Gent

5 procent korting op een taalvakantiekamp voor je kind(eren)

Vakantiewoning Loft in Peace Roesbrugge

10 procent korting in laagseizoen, prijs laagseizoen in hoogseizoen

Walibi Waver gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 39,5 euro (online reserveren!) + 25 procent korting voor 4 extra personen Aqualibi Waver gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 22 euro (online reserveren!) + 25 procent korting voor 4 extra personen Bellewaerde Ieper gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 32 euro (online reservatie!) + 25 procent korting voor 4 extra personen Chambres d'Hôtes La Mirande de Saint-Clar Saint-Clar (Frankrijk)

10 procent korting op je verblijf (vanaf 2 nachten)

Natuurlijke Gezondheidspraktijk ‘Moment’ Diepenbeek

10 procent korting: 45 euro i.p.v. 50 euro

63


Klasse Magazine

Lerarenkaart

JEUGDFILMS

FILMWIJZE INSPIRATIEDAGEN VAN JEF

Š Faye Wolfs

14 tot 29 september

JEF maakt leerlingen van kleuter- tot secundair onderwijs filmwijs met een divers aanbod van (recente) jeugdfilms. Op de inspiratiedagen in september ontdek je niet alleen de (nieuwe) films voor het schooljaar 2019-2020, je maakt er ook kennis met het volledige aanbod voor leraren. Je stapt er buiten vol inspiratie en ideeĂŤn om zelf met film aan de slag te gaan. Concrete data, locaties, volledig programma en inschrijvingen via klasse.be/lerarendagen.

64


Klasse Magazine

Proef de zomer met je Lerarenkaart Haal jij je Lerarenkaart uit je portefeuille tijdens de zomervakantie? Deze vijf leraren wel. Kunnen hun plannen jou inspireren? Tip ook je collega’s: je Lerarenkaart afhalen kan tot 8 juli.

Brenda Froyen, docent en student aan de lerarenopleiding lager onderwijs AP Hogeschool Antwerpen “Mijn kinderen van zeven, acht en tien hopen af en toe op een pretparkbezoek. In de paasvakantie deden we een dagje Walibi. ‘Gratis voor leraren’, stamelde mijn zoon. ‘Hoe kan er dan een lerarentekort zijn?’” “Maar veel vaker trek ik met Lerarenkaart en kinderen naar musea. Op prospectie en omdat ze me inspireren: hoe ze cultuur tot leven te brengen bij kinderen met tekenopdrachten en magneten. Dit jaar deed ik het

65

Afrikamuseum om me voor te bereiden op een les waarin kinderen uit het zesde jaar basis discussiëren of we de schatten van Congo moeten teruggeven. En ‘Prikkels’ in het Guislainmuseum. Deze zomer bezoek ik de Bruegel-tentoonstelling in Bokrijk waar mijn kinderen – de ideale coverage van de lagere school – de interactieve expo doorlopen met een avatar. En Villa Verbeelding in Hasselt is de perfecte plek om studenten en kinderen de liefde voor literatuur mee te geven. Maar ook om te pikken: hoe mooi ze hun boeken presenteren in kastjes, een zalig idee om je klasmuren aan te kleden.”


Klasse Magazine

Lerarenkaart

Proef de zomer met je Lerarenkaart Fien Bombeke, leraar M.O. en P.O., Sint-Jozefsinstituut Ternat “Bozar staat altijd hoog op mijn lijstje. De tentoonstelling ‘Beyond Klimt’ bezocht ik nadat leerlingen erover spraken en ‘Breugel’ loopt bijna af, maar wil ik ook nog zien. Benieuwd welke expo ze in de zomer brengen. En jaarlijks trek ik samen met mijn collega’s met onze Lerarenkaart ook op prospectie door Antwerpen voor onze culturele dag. We bezoeken het Rockoxhuis, het Plantin-Moretus Museum en het Rubenshuis met zijn zalige binnentuin en ik verwerk wat de leerlingen daar zien in de beeldlessen. Lino­ snedes van sierletters of barokke clair-obscurtekeningen waren dit jaar de resultaten.” “Elke vakantie haal ik mijn Lerarenkaart ook boven in de Grotten van Han. Mijn oma heeft een huisje op zes kilometer van dat domein. Na een bewogen schooljaar is erheen fietsen en uitwaaien op het wandelpad in het wildpark zalig.”

Wim Heylen, leraar geschiedenis, Paridaensinstituut Leuven “Met de vierdejaars trekken we elk jaar naar Antwerpen. Ook deze zomer – en nog eens enkele weken voor de uitstap zelf – zal ik op één dag door alle relevante musea ploegen om dat bezoek voor te bereiden. Zes, zeven musea lukt, omdat ik ze intussen als mijn broekzak ken, en snel zie welke dingen er gewijzigd zijn. Dankzij mijn Lerarenkaart kan ik er gratis binnen. Ik probeer mijn leerlingen ook voorbij de grootste blikvangers te brengen richting de (canon van) ‘kleinere’ parels als het Maagdenhuis, Museum Mayer van den Bergh en het Vleeshuis.” “Elke keer als ik er ben, heb ik de indruk dat deze musea te weinig bezocht worden. Ten onrechte! Als we dan als school ervoor kunnen zorgen dat op één dag 15-20 youngsters over de vloer komen die weten wat ze moeten doen, en die er vooral voor kiezen om dat te doen, geeft dat de museummedewerkers een goed gevoel. Ze zijn heel vriendelijk en de leerlingen waarderen dat ze de musea zonder gedoe vrij kunnen bezoeken.”

66


Klasse Magazine

Martine Debbaut, kleuterjuf, Klaverdries Drongen “Ik heb een grote passie voor fotografie. In elke tijdelijke expo over fotografie loop ik wel een keertje langs. Met mijn Lerarenkaart op zak ontdekte ik al werk van Stephan Vanfleteren, Herman Selleslag, Michiel Hendryckx en Alberto Korda. De Gentse Sint-Pietersabdij programmeert veel foto-expo’s. Binnenkort kunnen ze me er vinden voor het werk van street­ photographer Patrick Henry. En vanaf september staat Lieve Blancquaert er op het programma.” “In de klas toon ik mijn kleuters veel foto’s. Heel boeiend hoe zij op werk van grote artiesten reageren en er inspiratie vinden voor hun knutselwerkjes. Op maandag bespreken de kinderen hun weekend aan de hand van foto’s. Ouders posten die via Padlet. En tijdens het schoolfeest met thema ‘wereldreis’ organiseerde ik een fotobooth. Met de green screen konden de kinderen kiezen in welk land ze geportretteerd wilden worden.”

Esther Van Hellemont, leraar eerste leerjaar, ’t Mulderke Nieuwenrode “In de paasvakantie trok ik met mijn man en kinderen van vijf en zeven jaar naar Parc Chlorophylle. Diep in de Ardennen, maar prima gelegen. Dus als we in de buurt passeren, klimmen we er nog eens tussen de toppen van de bomen om educatieve opdrachten uit te voeren. De schaduw en de spanwijdte van vogels herkennen, je meten met dieren door in hoge bomen te klauteren als een specht, ver te springen als een ree en te tillen als een mier. Als we bosklassen organiseren in de Ardennen is het park een ideale plek voor leerlingen uit de basisschool.” “Dichter bij school overweeg ik al een tijd om met mijn klas het Muziekinstrumenten­ museum te bezoeken. Of met het kinderkoor van de school dat ik dirigeer. Eerst wil ik wel zelf door het museum stappen. Een mooie ontdekkingstocht voor tijdens mijn zomer?”

67


MOET JE WETEN


Moet je weten

Klasse Magazine

Samenstelling Anne Siccard

Interessant lesmateriaal

HUGO CLAUS, 90 JAAR GELEDEN GEBOREN

SCHOOL UIT DE KAST! basisonderwijs

basis- en secundair onderwijs

Het Hugo Clauscentrum viert zijn geboortedag met een nieuwe website. Deze veelzijdige kunstenaar was naast schrijver ook schilder, redacteur, theater- en filmregisseur. Ontdek met je leerlingen zijn volledig oeuvre.

Hoe bespreek je thema’s zoals holebi en transgender in het kleuter- en lager onderwijs? Met de brochures van School uit de Kast in dagboekformaat kan het interactief. Voor meer vragen kan je terecht bij çavaria. schooluitdekast.be

clauscentrum.be

LABORATORIUM OP WIELEN

EUROPA IN DE KLAS

derde graad lager en eerste graad secundair onderwijs

secundair onderwijs

Europahuis Ryckevelde vzw maakte een actief lespakket voor alle lidstaten van de EU. Het modulaire lesmateriaal bevat educatieve spelen, een rollenspel en veel andere methodieken en is er voor leerlingen van 14-18 jaar.

Maak jongeren op een originele manier warm voor wetenschap door ze in hun eigen leefwereld te laten kijken. 90 minuten lang kunnen ze in groepjes van 2 of 3 observeren, testen en afleiden. Voor de vakken biologie, chemie, fysica of technologie.

europahuis.be/nl/projecten/lopende-projecten/ xperilab.be/nl

FILMFANS OP SCHOOL tweede, derde kleuterklas, derde graad lager en secundair onderwijs

In De FilmClub WOOP WOOP kijken kleuters, kinderen (9+) en/of jongeren (15+) buiten de lestijd op school naar kwaliteitsfilms. Vanaf 2019-2020 ook NEWSFLASH voor jongeren vanaf 12 jaar. Organiseer een gratis try-out en start in oktober met je eigen FilmClub op school.

STEM IN HET HAVENCENTRUM eerste en tweede graad secundair onderwijs

In de LEGO® Haven Studio zetten leerlingen hun STEMskills optimaal in om LEGO® containerschepen te laten aanmeren en containers te lossen. Havengetrouwe robots, aangestuurd met de Mindstorms EV3, handelen de containers verder af. havencentrum.be/nl/lego-haven-studio.html

defilmclub.be

69


Klasse Magazine

Moet je weten

KRITISCH BEELDEN KIJKEN MET BEELDKRAKEN

EXPLORATIETOOL COLUMBUS secundair onderwijs

derde graad lager en secundair onderwijs

Onwijs ontwikkelt voor Atlas Van Stolk (een unieke beeld­ collectie van de Nederlandse geschiedenis) het onderwijs­ project Beeldkraken. Jongeren worden in de huidige beeldcultuur overspoeld met beelden. Beeldkraken leert jongeren te begrijpen wat ze zien. Het gratis lesmateriaal staat online. beeldkraken.nl

Ondersteun je leerlingen in hun studiekeuze na het secundair. Volgend schooljaar krijgen leerlingen nog meer gepersonaliseerde feedback via het exploratie-instrument Columbus. Voor leraren zijn er trainingspakketten beschikbaar in de toolbox om aan de slag te gaan met een aantal vaardigheden. columbus.onderwijskiezer.be

SPELEN MET GEZONDE VOEDING lager onderwijs

VEILIG ONDERWEG derde graad basisonderwijs

Met de 52 speelkaarten in de spelset (= 15 verschillende spellen) maak je gezonde voeding bespreekbaar in de klas. Enkele spellen kan je combineren met sportactiviteiten. Bestel de spelset voor je klas en speel de voedingsrace, chefkok, chef-kok unlimited ...

In het verkeerspark van Provinciaal Domein Puyenbroeck oefenen leerlingen onder vakkundige begeleiding veilig de verkeersregels in. Ze rijden met fietsen en/of go-carts door miniatuurstraten met verschillende verkeersborden, verkeerslichten, ronde punten en overwegen. Vanaf de paas- tot de herfstvakantie.

vzwsportpret.be/spelpakket/ puyenbroeck.educatie@oost-vlaanderen.be

KOOKMET TEGEN VOEDSELVERSPILLING algemeen

IK VERZAMEL OPA’S basisonderwijs

Samen koken en intussen stilstaan bij mensen in armoede en onze wegwerpmaatschappij. Voor KOOKMET recup gebruiken je leerlingen onverkochte groenten en fruit van de grootste markt van Brussel. De KOOKMET Classic versie spitst zich toe op seizoensgebonden groenten en fruit. Met dynamoOPWEG brengt de Lijn je klas gratis naar Brussel. Schrijf in.

Wat doe je als al je vriendjes een opa hebben, of zelfs twee? En jij hebt alleen een oma die ergens in een groot huis woont, met andere opa’s en oma’s? Dan begin je gewoon opa’s te verzamelen. ‘Ik verzamel opa’s’ (Tom Wouters & Julie Vangeel/Lannoo) is een grappig voorleesboek/eerste leesboek over grootouders en kleinkinderen. lannoo.be

cultureghem.be/nl/wat-kookmet

WIN! 5 x ‘Ik verzamel opa’s’. Waag je kans via klasse.be/win.

70


Klasse Magazine

Levenslang leren

VORMING

CONGRES

GENDERSTEREOTYPEN EN RELATIES

MOEDER, WAAROM LEREN WIJ?

Tijdens de gratis vorming in Brussel (27/8 of 26/9) krijg je als leraar secundair tools om met jongeren kritisch aan de slag te gaan met gender, seksualiteit, geweld, identiteit en discriminatie.

Het TOL-congres in Brugge (4/10) focust op de samenwerking tussen onderwijs en therapie en de effecten van de behandeling van leer- en gedragsstoornissen als autisme, dyslexie, dysfasie ... Experten slaan een brug tussen wetenschap en praktijk.

vzwzijn.be/project-equix tol.be/nl/congres

OPLEIDING

FILMCOLLEGE

BANABA-OPLEIDINGEN

ZOMERFILMCOLLEGE DE STUDIO

Na een bachelor- of masterdiploma kan je een voortgezette, gespecialiseerde opleiding starten in het hoger onderwijs, bachelor na bachelor. Op Onderwijskiezer vind je alle mogelijke opleidingen en de instellingen waar je ze kan volgen.

Ontdek van 7 tot 13 juli meer over de cineast Roberto Rossellini (1906-1977) en The Shady Eighties aan de hand van een 15-tal lezingen en zo’n 20 filmvertoningen. Bestel nu je tickets.

onderwijskiezer.be/v2/hoger/hoger_banabas.php

CONGRES

cinea.be

BOEK

TECHNOLOGY SUPPORTED LEARNING AND TRAINING De grote vraag naar levenslang leren én (in de toekomst) toenemende hoeveelheid vrije tijd eisen een ander leerproces. OEB Global brengt in Berlijn (27-29/11) denkers en doeners samen op een forum over leren en leraren in de toekomst.

EEN BEROEPSHOUDING, GÉÉN RECEPT ‘Binnenklasdifferentiatie’ (Acco) is een praktijkgids voor leraren van lager onderwijs tot lerarenopleiding. De auteurs tonen met een conceptueel kader en praktijkvoorbeelden dat er voor binnenklasdifferentiatie geen kant-en-klaar recept bestaat. De houding van de leraar bepaalt het succes. acco.be

oeb.global

WIN! 5 x ‘Binnenklasdifferentiatie’. Waag je kans via klasse.be/win.

71


Klasse Magazine

Moet je weten

Tips voor je leerlingen

EERST HULP IN JE BROEKZAK secundair onderwijs

WERKEN ALS JOBSTUDENT tweede en derde graad secundair onderwijs

Met de app ‘Eerste hulp - Rode Kruis’ hebben je leerlingen vanaf nu alle nodige tips op zak voor basishulp in vaak voorkomende situaties. Gratis te downloaden. rodekruis.be/app

Nog geen vakantiewerk? Of voor het eerst aan de slag als jobstudent? De VDAB geeft je negen tips voor de ultieme studentenjob en alle nodige informatie. vdab.be/campus/vakantiejobs.shtml

‘J-AWEL’ ZOEKT VERSTERKING derde graad secundair onderwijs

‘j-Awel’, de jongerenbende van Awel, leidt het forum op awel.be in goede banen. Leerlingen die in 2019 tussen 16 en 18 jaar zijn, kunnen op 10 en 11 juli in Genk een opleiding volgen. Geïnteresseerden in je klas? Laat ze mailen. anja@awel.be

GOED IN JE VEL MET DE VERNIEUWDE ONLINE TOOL NOKNOK eerste en tweede graad secundair onderwijs

Het interactieve coaching platform geeft jongeren (12-16 jaar) zelf de tools om hun veerkracht en mentaal welbevinden te versterken. Ze krijgen persoonlijke tips, oefeningen en uitdagingen. noknok.be

UITMETVLIEG

BOEKENZOEKER

lager onderwijs

lager en secundair onderwijs

Met de klas of met het gezin, in de agenda van UITmetVlieg vind je leuke uitstapjes, museumbezoeken, sportactiviteiten, speurtochten … voor alle leeftijden. Bekijk met je mediawijze leerlingen waar ze de komende vakantie naartoe kunnen. uitmetvlieg.be

Op zoek naar literatuur voor je leerlingen? Of een leuk jeugdboek voor de komende vakantie. De website heeft voor elk wat wils: beeldverhalen, boeken voor wie veel, soms, liever iets anders leest … Zet ze op weg! boekenzoeker.org

72


Klasse Magazine

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

2 3

Door loper Ons kruiswoordraadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen. Een doorloper dus. Veel succes.

Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.

Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kun je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 22 juli naar klasse.be/win en waag je kans.

4 5 6 7 8 9 10 11 12 13

HORIZONTAAL

VERTICAAL

1. Schema voor verplichte schoolse afspraken in juni (13) 2. Dierengeluid (2) / mei (Frans, 3) / vruchtbare plek in de woestijn (4) / zes (Grieks, 4) 3. Boerenpaard (4) / regel (4) / met radiogolven de omgeving afspeuren (5) 4. Koker (4) / illusie (5) / Franse grootmoeder (4) 5. Oude Italiaanse munt (4) / snok (3) / herinnering (6) 6. Soort zeil (8) / Italiaanse grootmoeder (5) 7. Werenfried van Straaten (9) / fruit (4) 8. Nul (4) / balk (4) / spil (2) / kerel (3) 9. Toilet (2) / slaan (7) / voorteken (4) 10. Dunne paling (3) / Nederlandse snoep (4) / noodlottig (6) 11. Groot haringnet (5) / niet dichtbij (3) / onbeweeglijk (3) / overdreven (2) 12. Laagtij (2) / stondendurend (8) / Spaanse tante (3) 13. Vod (3) / schelm (5) / vioolbouwer (5)

1. Soort noot (5) / stoomschip (afkorting, 2) / solfer (6) 2. Feeks, kreng (8) / eenheid van warmte (3) / jongens- én meisjesnaam (2) 3. Liefde (Frans, 5) / Europeaan (3) / rood, geel, groen (5) 4. Riddersvesten (13) 5. Examenuitslagen in juni (13) 6. Europeaan (4) / dreumes (2) / dier (3) / openbaar vervoer (afkorting, 2) / later (2) 7. Egyptische god (2) / kledingstuk (3) / rit in een ronde (6) / muzieknoot (2) 8. Rund (2) / knoeien (8) / recht stuk water (3) 9. Tegenhanger van de metroman? (6) / deel van een mast (2) / vals (3) / voorzetsel (2) 10. Haarwasmiddel (7) / zetel (4) / autobedrijf (afkorting, 2) 11. Voorzetsel (2) / departement (afkorting, 3) / pluis (3) / land in de Middellandse Zee (5) 12. Het woord dat je zoekt (11) / informatietechnologie (afkorting, 2) 13. Zeldzaam (Engels, 4) / sluimerende (7) / pijnkreet (2)

73


Klasse Magazine

COLOFON

OVER JE ABONNEMENT

Klasse Magazine 016 – juni 2019 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel

Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij.

Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredacteur Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Tim Sels, Brit Taels Cover: Timo Kuilder Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Alexander Callewaert, Ruben Cassiman, Sabrina Claus, Piet Creten, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwe, Heleen De Clercq, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Kyra Fastenau, Sara Frederix, Seppe Goossens, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Peter Mulders, Ann Nevens, Tim Paternoster, Eva Pieters, Mieke Santermans, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Bram Truyens, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sigrid Vandemaele, Sonja Van Droogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijs­ professionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Klasse.be facebook.com/klasse twitter.com/klasse_be Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Een adreswijziging doorgeven? Of een vraag over je abonnement of Lerarenkaart? Mail secretariaat@klasse.be of bel 02 553 67 82. Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Ann Verhaegen, Departement Onderwijs en Vorming.

Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro. Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee. Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be. Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat?- Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@klasse.be of via je profiel op Klasse.be. Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 1 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaart-houders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd. Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 30 juni. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart. Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring.

is onderwijs en vorming

Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnements­ voorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.


Advertentie


Klasse Magazine – driemaandelijks tijdschrift juni/juli/augustus 2019 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse – Koning Albert II-laan 15 – 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X – P-004699

PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE

Tip ook je collega’s: oppikken vóór 8 juli!*

De zomer zit in je zak Ontdek bijna 1000 voordelige vakantie-ideeën op Lerarenkaart.be

LERAREN KAART *Op waarismijnlerarenkaart.be checken ze in welke bibliotheek hun Lerarenkaart 2019 ligt.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.