13 minute read
REPORTAGE: De LAB-school hackt het schoolsysteem
from Klasse Magazine 020
by klasse.be
drillen en automatiseren. Hoewel onderwijs daarvan weg stapt, blijft het heel erg nodig om meer te leren.”
Wat is je advies aan scholen die volgend schooljaar dingen willen veranderen?
Kristien Bruggeman: “Focus je op wat het leerproces helpt, van leerlingen én leraren. Wat staat het leren in de weg? Verander de structuren en systemen die tegenwerken. Welke oplossingen bedenk je als je alles loslaat? Heb je klassen of examens nodig? Als je team te veel planlast heeft, kijk dan kritisch welke zinvolle administratie minimaal nodig is. Wij hebben twee mappen voor vierhonderd leerlingen en veertig leraren. Op onze vroegere scholen waren dat kasten vol.”
“Maak van je school een lerende organisatie. Denk out of the box en monitor of je onderwijs werkt. Zet niet alleen de leerling, maar ook de leraar centraal. Want alle werkbelasting die energie wegzuigt bij de leraar, gaat niet naar de leerlingen. Geef je team autonomie en behandel ze niet als kleuters.”
“Bijna alle leraren willen het goed doen, maar weten niet altijd hoe. Ondersteun daarom hun professionalisering in een veilige leeromgeving. Twee keer een halve pedagogische studiedag met een spreker is niet voldoende. Mijn team werkt veel samen en volgt daarvoor een training verbindende communicatie. Een collega die moeite heeft met evaluatie, krijgt de kans om te leren van collega’s. Deze zomer neemt een werkgroep op vrijwillige basis onderwijsonderzoek door om samen na te denken hoe die wetenschappelijke inzichten werking van onze school kunnen verbeteren.”
Tekst Sara Frederix Beeld Eva Vlonk
Zoveel geëxperimenteerd, geleerd, beleefd. Het was van moetens. Maar wat neem je mee naar volgend schooljaar? Hoe ga je daar als team mee aan de slag? Expert in slim en warm organiseren Tom Van Acker coacht scholen in veranderingstrajecten. Wat leerde onderwijs tijdens corona?
Tom Van Acker: Tom Van Acker: “Leraren en directeurs hebben “Leraren en directeurs hebben op hun tandvlees gezeten, maar ze leerden zoveel dat dat onmogelijk verloren gaat. We ondervonden dat het onbekende ons niet per se afschrikt. We faalden tijdens experimenten en stelden ons kwetsbaar op. We werkten in team en deelden meer dan ooit spontaan kennis met collega’s. Hoe comprimeer je een fi lmpje, hoe geef je les via Instagram, hoe krijg je die ene leerling toch te pakken? We leerden de thuiscontext van leerlingen zoveel beter kennen en hielden er rekening mee in de onderwijspraktijk. We voelden de betrokkenheid en waardering van ouders tot in onze tenen. We werkten individuele leertrajecten uit. We zagen een empathische, solidaire samenleving. We vragen elkaar nu meer dan ooit hoe het gaat. Al die nieuwe inzichten en verworven vaardigheden kan onderwijs toch niet verliezen?”
Onderwijs liet zich van zijn beste kant zien na zoveel negatieve beeldvorming?
Tom Van Acker: “Wie durft nog zeggen dat onderwijs niet wendbaar is? Als je corona overwint, kan je kleine en grotere veranderingen in de toekomst ook aan. Leraren hebben op heel korte tijd het onderwijs ondersteboven gedraaid. Hoeveel directeurs hoopten niet van dat hun team een digitale stap vooruit zou zetten? Innovatie waar heel wat mensen al jaren van droomden, was plots mogelijk. Waarom nu wel? Omdat het waarom van veranderen heel duidelijk was. In een veranderingstraject is dat altijd de eerste stap: voelt iedereen de sense of urgency? Worden leerlingen beter van deze verandering? Worden leraren professioneler door deze innovatie? En is het relevant voor de maatschappij?”
Beseffen we nu des te meer wat we willen behouden?
Tom Van Acker: “De relatie tussen leraar en leerlingen staat meer dan ooit centraal. Geen leerprestaties zonder een band met de leraar en de school. Ik zag sommige leraren elke dag een videosessie met hun klas doen, gewoon om te vragen hoe het gaat en of het een beetje lukt.”
“Een olifant eet je het best niet in een keer op”
“De digitale shift van onderwijs valt op. Maar al die tools ondersteunen vooral de relatie met leerlingen en ouders. Leraren ontdekten dat ze via een simpel whatsappje gemakkelijker contact leggen met ouders. Het gaat niet om de digitalisering, maar om anders denken. Verandering haalt niet meteen structuren en systemen overhoop, maar past eerst de geesten aan. Die mindshift is nu gebeurd.”
Hoe kan een school goede ervaringen tijdens corona volgend schooljaar behouden?
Tom Van Acker: “Deze coronacrisis biedt enorm veel opportuniteiten en is een uitzonderlijk leermoment. We mogen die kans niet laten schieten door de draad gewoon weer op te pikken.”
“Nodig als directeur je team uit om stil te staan. Want stilstaan is vooruitgaan. Organiseer een reflectiemoment over alle ervaringen van de afgelopen maanden en maak samen keuzes voor volgend schooljaar. Dat kan met heel eenvoudige vragen. Wat vonden we leerrijk? Wat willen we meer doen in de toekomst en versterken? Wat willen we minder doen of zelfs stopzetten? Wat blijven we doen zoals vroeger? Idealiter blik je ook samen met leerlingen en ouders terug.”
En hoe ga je dan aan de slag met die keuzes?
Tom Van Acker: “De volgende stap is de olifant. Zo’n groot beest eet je niet in één keer op, maar in stukjes. Deel je veranderingstraject volgend schooljaar op in sprints van acht à tien weken. Dat kan bijvoorbeeld zijn: hoe gaan we onze leerlingen gepersonaliseerd begeleiden of vakover schrijdend werken?”
“Voor elke nieuwe sprint betrek je iedereen. Wat pak ken we aan de volgende weken? Welke initiatieven brengen ons dichter bij onze droom? Wat hebben we gerealiseerd en geleerd tijdens de vorige sprint? Iedereen heeft het recht advies te geven over initiatieven die hem aanbelangen. Deze cadans van veranderen is prettig, duidelijk, concreet, transparant en gemakkelijk te communiceren.”
“Bouw een ‘vliegwiel’ dat alles in gang houdt. Een kleiner kernteam dat niet beslist, maar aanmoedigt, uitdaagt met haalbare doelstellingen, plant, iedereen betrekt, en faciliteert. De directeur kan een zitje hebben in dat team, maar dat moet niet.”
Wat voor leiderschap hebben scholen nu nodig?
Tom Van Acker: “Directeurs moesten tijdens corona loslaten en hun team vertrouwen. Leraren kregen ruimte om veel zelf te beslissen en werk te verdelen. Hopelijk grijpen directeurs niet terug naar ‘regelitis’. Dat staat haaks op het vertrouwen en flexibiliteit die zo goed werkten tijdens corona. In een veilige schoolcultuur durven leraren op de rem staan: we deden dat zo tijdens corona, waarom nu ook niet?”
“Scholen hebben meer rotondes in plaats van verkeerslichten nodig. Een verkeerslicht dicteert het gedrag met heel duidelijke instructies. Veel mensen vinden dat aangenaam, maar het geeft een diarree aan regeltjes en draaiboeken. Rotondes rekenen op het gezond verstand. Je volgt een aantal principes en bepaalt op basis daarvan zelf de regels die passen bij je school.”
Revolutie of evolutie?
Tom Van Acker: “Dan kies ik zeker voor evolutie. Een revolutie leidt meestal tot weerstand. Mijn ervaring leert me dat alle mensen bereid zijn om te veranderen. Wie niet mee wil, heeft meestal een goede reden. Vaak hebben ze schrik om iets belangrijks te verliezen. Weerstand kan principieel of persoonlijk zijn, die mag je niet verwarren. Bij een principieel bezwaar botst een innovatie met je visie op onderwijs. Als een team geen principiële bezwaren heeft, is een verandering gemakkelijk. Je hoeft ook niet per se altijd een consensus te zoeken. Het is wel belangrijk om te weten waarom iemand tegen is. Als je elkaar begrijpt en begrepen voelt, kan je gemakkelijker rekening houden en eruit geraken. Persoonlijke bezwaren zoals meer werkdruk, langere reistijd bij een verhuis ... kan je meestal gemakkelijker oplossen.”
Welke scholen waren beter bestand tegen corona?
Tom Van Acker: “Scholen die afgelopen jaren investeerden in teams hadden een voorsprong om de crisis het hoofd te bieden. In een slim georganiseerde school zijn kleinere teams elk verantwoordelijk voor een groep leerlingen, dat kan zelfs een aantal schooljaren lang. Zo’n team kent elkaar en de leerlingen door en door en kan in een crisis snel schakelen en op ieder zijn talent steunen. Voor zo’n team is een coronacrisis pech
onderweg. Een beetje vertraging die ze volgend jaar samen makkelijk inhalen.”
“Scholen waar leerlingen zelfsturing gewoon zijn, schakelden ook gemakkelijker naar afstandsonderwijs. Ze zijn het gewoon om de regie van hun leerproces in handen te nemen. Ze zitten ook op school elke week samen met hun coach voor hun weekplanning en -doelen, ze leerden zelf inschatten wat ze al beheersen en welke uitdagingen nog lastig zijn, welke instructies ze nodig hebben …”
“Scholen met een sterke vertrouwensrelatie met leerlingen hebben ook een streepje voor. Een leraar of school heeft met elke leerling een emotionele bankrekening waarop je spreekwoordelijk geld kan storten en afhalen. Tijdens corona stortten we massaal: een gezicht aan de deur, een bundeltje in de bus, een extra berichtje. Dan staat de bankrekening positief en kan die tegen een stootje bij een kwetsende opmerking of eens uitvliegen in de klas. Elk schooljaar weer nieuwe rekeningen openen, nieuwe relaties aangaan, vraagt energie. Als een leerling, een gezin vaste gezichten heeft – leraren die dezelfde leerlingen jarenlang begeleiden – beeld je eens in wat voor een vette bankrekening dat geeft.”
Blik met je team terug op de coronaperiode en maak keuzes. Dat kan met enkele eenvoudige vragen op één hand:
01.
02.
03.
04.
05.
06.
Duim. Waarvoor steek je je duim de lucht in? Wat vond je tof en dus meer van dat?
Wijsvinger. Waar wijs je naar? We kunnen niet alles tegelijk doen, maar wat wil je zeker eerst doen?
Middelvinger. Waarvoor steek je die rebelse vinger op? Wat wil je liefst minder of niet meer?
Ringvinger. Zijn we trouw gebleven aan onze waarden? Welke waarden van je school hielpen?
Pink. De kleinste vinger wil groeien. Wat hebben we al gedaan wat we nog verder kunnen laten groeien?
Levenslijnen. Wat heb je nodig in de toekomst? Welke uitdagingen zie je?
LES 6
Je team is groter dan je denkt
Verrassende duo’s in crisistijden
Toen onderwijs op zijn kop gezet werd, toonden schoolteams veerkracht. Leraren en directeurs zetten zich schrap, sprongen voor elkaar in de bres. En nieuwe samenwerkingen ontloken. Aan het woord: drie duo’s die samen het verschil maakten.
Tekst Seppe Goossens & Bart De Wilde Beeld Thomas Sweertvaegher
Nele, kleuterleraar: “Toen mijn collega’s van de lagere school handen te kort kwamen bij de heropstart, sprong ik meteen bij in de eerstegraadsklas van Inge. Ik ken de kinderen omdat ze bij me in de kleuterklas zaten, en het jeukte om me nuttig te maken. Natuurlijk was het even wennen, en moet je uitzoeken hoe dat ijsbergrekenen werkt. Maar Inge kent haar stof door en door en zette me moeiteloos op weg. Dat kwartiertje in de pauze, even afstemmen na de laatste bel of een kort mailtje: we hebben genoeg aan een half woord. De overgang van kleuter naar lager is in onze school geen abrupte sprong van spelen naar leren. Toch is het bijzonder om van dichtbij mee te maken hoe je kleuters van toen leren lezen en schrijven.”
Inge, leraar eerstegraadklas: “Normaal zit de hele graadsklas samen, maar nu splitsten we op in eerste en tweede leerjaar. Terwijl ik de leerstof voor taal en wiskunde aanbracht in de ene klas, oefende Nele met de andere groep. Na elke pauze wisselden we. Straf hoe ze meteen op de trein sprong. Haar speelse insteek uit de kleuterklas is een meerwaarde voor de kinderen, en over de didactische aanpak van optellen en aftrekken heeft ze van niemand iets te leren. W.O. nam Nele op zich. Vertrekken vanuit de ervaringswereld van kinderen en daar een les aan koppelen: net wat je in de kleuterklas ook doet. Een spontaan kringgesprek over kikkerdril linkte ze aan een uitdagend lesthema. Checken hoe we dat aan het leerplan koppelen, deden we samen.”
Inge Deblander en Nele Laes
Freinetschool De Boomhut, Alsemberg
Thomas, deeltijds klasleraar en
ICT-verantwoordelijke: “Terwijl onze directeur en leraren alle corona-borden tegelijkertijd in de lucht hielden, schoven wij bij in het beleid. We zetten onze tent op school op en schaafden aan het schoolreglement of stelden plannen voor de heropstart op. De directeur weet dat we graag strategisch denken, ons hart hier verloren en de school na woelige jaren willen doen groeien. Cindy speelt haar ervaring als zorgco perfect uit. Plannen in de vuilnisbak kieperen en herbeginnen, deert haar nooit. Tussendoor verloren we praktische taken niet uit het oog: de plaspauzes van de kinderen regelden we samen. Onze tandem blijft ook in september tempo maken. De directeur rekent op ons om nieuwe projecten uit te tekenen.”
Cindy, zorgcoördinator: “Midden maart schoof Thomas een stoel bij in mijn lokaal. Nu werken we al maanden op anderhalve meter intens samen, ook met de directeur. We kijken met verschillende blikken naar het nieuwe schoolreglement. Hij als leraar, ik als zorgcoördinator. Dan valt alles mooi in de plooi. En we ontvangen de ouders en hun kinderen veilig aan de schoolpoort. Zijn praktische brein en technische vingers geven de school een boost. Ik haal veel energie uit onze no-nonsense-samenwerking. Die zal volgend schooljaar doorlopen. Thomas krijgt een eigen lokaal naast mij. De deur tussen ons zal onze overlegmomenten en koffiepauzes niet tegenhouden.”
Cindy De Smidt en Thomas Vancoillie
Basisschool De Springplank, Tielt
Laurens, leraar L.O. en ICT: “‘Of ik het zag zitten om een virtuele opendeurdag op poten te zetten, nu de ‘echte’ door corona niet kon doorgaan?’ Onze directeur geeft leraren graag kansen om hun talenten in te zetten. En ze herinnerde zich ons gesprek op het einde van mijn eerste schooljaar. Hoe ik daar vertelde dat ik graag organiseer, en mijn weg vind in ICT. Ze koppelde me aan Wouter, een ervaren en ondernemende collega. Hij durfde de lat hoog leggen: een virtuele rondleiding met drones, een live presentatie van de directeur en chatsessies met leraren. Als een ervaren rot op je input reageert met ‘Topidee, doen we’, geeft dat echt een boost. En de voldoening als je er samen in slaagt om in twee weken zo’n onderneming tot een goed einde te brengen: heerlijk.”
Wouter, leraar L.O. en zedenleer:
“Zo’n uitdaging lukt enkel als je elkaar blindelings vertrouwt. Ik kende Laurens vooral als collega L.O., maar toen we hieraan begonnen, merkte ik snel: op die man kan je bouwen. Als hij zegt: ‘Ik regel dat wel’, komt het altijd in orde. We vullen elkaar uitstekend aan. Vormgeving en video is meer mijn ding, Laurens wringt zich vlotjes door elk ICT-vraagstuk. Straf hoe zo’n jonge kerel net in een crisis opstaat. Door die intense samenwerking werden we in no time een echte tandem. En we koesteren nog plannen, zoals een alternatief afscheid voor onze zesdes als de proclamatie in het water valt.”
Wouter Bourbon en Laurens Jansen
Campus het Spoor, Mol
Ode aan het team
Door corona kwamen scholen in zwaar weer terecht. En toch doorstonden ze samen de storm. Directeurs met mooie woorden over hun team.
Beeld Illias Teirlinck