029 – september 2022
www.klasse.be
september 2022 Vullen nieuwe maatjes de gaatjes?
DOSSIER ZIJ-INSTROMERS
www.klasse.be
Vullen nieuwe maatjes de gaatjes?
Advertentie
24.
30.
42.
Sociaal werker en voetbalcoach Yves Kabwe: “Leraren stomen jongeren klaar voor het leven.”
Lesgeven aan je (klein)kind: een logische of bewogen keuze?
Leerlingenbegeleider Goedele: “Leerlingen weten vaak niet dat ze mantelzorger zijn.”
05.
EDITO: Talentscout
40.
58.
06.
BRIEF: Waarom zingen we niet vaker samen?
LERARENKAART: Nieuwe voordelen
Lezers, volgers, posters
08.
46.
LERARENTEKORTJES: Een klein beetje oorlog op school
64.
Moet je weten
Wat had je willen weten toen je startte?
73.
10.
DOORLOPER: Win een reischeque
DOSSIER: Zij-instromers
22.
BLOG: Impact in het kwadraat
36.
REPORTAGE: Leraar Johan rekt de leefwereld van zijn leerlingen
INTERVIEW:
BEELDREPO:
48.
REPORTAGE: Ambitieuze taalaanpak in de kleuterschool
54.
ONDERZOEK: Feedback komt te vaak na het leerproces
REPORTAGE:
Advertentie
Klasse Magazine
Edito
Talentscout
Het lerarentekort grijpt overal om zich heen. Daarom even dit gedachte-experiment. Een talentscout voor leraren die nog geen leraar zijn. Die langs drukke winkelstraten wandelt en de gedroomde profielen spot. Of die tijdens speeddates met werknemers uit de privésector meteen weet wie leerlingen succesvol over de meet zal krijgen. Mikt die talentscout dan het best op het vat vol geduld, de boeiende verteller of de zich inlevende luisteraar, op de kennisdeler of het praktische brein? In de aanloop naar ons dossier over zij-instromers waaide de brainstorm ons een topideetje toe: we kronen gewoon alle leraren tot talentscouts. Niemand die beter weet wie helemaal tot z’n recht zou komen op school. Gewapend met mooi geïllustreerde kaartjes zouden ze binnen hun kennissenkring kandidaat-leraren opvissen. Discreet zouden ze een kaartje in hun tas of jaszak achterlaten met poëtische opschriften als: ‘Zo’n weetal als jij, daar leren jongeren veel van bij’ of ‘Met zoveel geduld krijg je ieder ouderhart gevuld’. Maar de experten uit het dossier floten ons terug. Onze ingeving steunt op een foute veronderstelling, vinden ze. Meer dan aangeboren persoonlijkheidskenmerken zoals geduld of precisie, is de juiste motivatie het fundament van de succesvolle leraar. Hun onderzoek over zij-instromers wijst uit dat wie voor een betere work-lifebalance of meer vakantie in het onderwijs stapt, de job compleet onderschat. Meer werk zekerheid? Dat kan jarenlang dik tegenvallen. Wie instroomt om die redenen, houdt het niet lang vol. Maar wie in de tweede fase van zijn carrière expertise wil doorgeven aan jongeren of een nuttige maatschappelijke rol wil vervullen, die heeft duidelijk meer kans om door te groeien tot een expert-leraar. Met de nadruk op groeien, want de eerste jaren gaan ook voor zij-instromers vaak niet over rozen. Pedagogisch-didactisch moet je lesgeven in de vingers krijgen, zoals je gitaar leert spelen door elke dag een beetje spiergeheugen te kweken. De optelsom van vakkennis en klasmanagement, van oog voor de individuele leerling en de groep, van zorgzaam de lat hoog leggen, vraagt veel talent, begeleiding en oefening. Geen kleurrijke uitdeelkaartjes bij dit magazine dus. Maar ken je loodgieters, CEO’s of muzikanten met maatschappelijk engagement die altijd al dachten aan onderwijs? Por die toch maar even, want zij hebben het juiste motief om de overstap te maken en samen met huidige leraren muziek te spelen. Vertel dat ze op school hun skills kunnen doorgeven. Neem hun twijfels over te weinig geduld of te veel chaos weg. En vraag ze om – na hun overstap – te blijven tokkelen, ook als het niet meteen lukt. De leerlingen zijn je dankbaar!
Femke Van De Pontseele – redacteur Klasse Femke@klasse.be
5
Klasse Magazine
Lezers, volgers, posters
Lezers, volgers, posters Tekst Tinne Deboes
KLASSE.BE
“We besteden onze boekenverkoop niet uit. Menslievendheid strookt niet met commerciële doeleinden” Jan Vannobel, directeur van Immaculata Ieper, vertelt hoe zijn school de kosten onder controle houdt voor alle leerlingen.
6
INSTAGRAM - KLASSE
Top-post deze zomer op Instagram: procureur des Konings Ine Van Wymersch vertelt dat zij dagelijks ziet hoe die ene leraar het verschil kan maken in het leven van jongeren.
Klasse Magazine
REDACTIE@KLASSE.BE
@RuthLasters – A-en B-labels horen thuis in de supermarkt en niet in het onderwijs dat duizenden twaalfjarigen morgen alweer letterlijk indeelt in categorie A en B. Stop de stigmatisering. Meer respect voor hand vaardigheid en technisch vernuft. #stopAenBjeugd
TIPREEKS – KLASSE
Sterke taal “Met de tips en concrete voorbeelden krijg ik als zoco onze leraren echt enthousiast om met dit thema aan de slag te gaan.”
Blij met de Lerarenkaart Graag wil ik jullie bedanken voor de tickets van ‘Het Kunstuur’ die ik via jullie nieuwsbrief won. Het werd een verrassende en boeiende dag in Mechelen. Een aantal pareltjes van onze Vlaamse schilders in combinatie met sfeervolle composities van Dirk Brossé maakten van het uurtje kunst een feest voor oog én oor. Alsof dat nog niet genoeg was, toverde mijn Lerarenkaart fikse korting tevoorschijn op heel wat andere plaatsen: de IJzertoren, de Dodengang in Diksmuide en het James Ensorhuis in Oostende. Dankzij Klasse en de Lerarenkaart kreeg die broeierige zomer net dat tikkeltje meer! Met zonnige groeten, Kristof
“Ik merk bij mezelf meer aandacht voor rijke taal.”
“Super info voor het kernteam en de werkgroep taalbeleid.” Een warme en krachtige taalleeromgeving zorgt – zeker bij kwetsbare leerlingen – voor meer leerkansen. Ben jij taalbewust? En kan je dat nog meer worden? Zes mails uit onze gratis tipreeks dagen je uit. Al 1500 collega’s gaan je intussen voor.
MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE 1. VIJF TIPS VOOR DUIDELIJKE KLASREGELS MET EFFECT 2. WAT IS NIEUW OP 1 SEPTEMBER? 3. EEN HECHTE KLASGROEP? BENUT DE ‘GOUDEN WEKEN’
LUISTERTIP / PODCAST
Leraar van het Jaar Hanne Rosius trapt het nieuwe schooljaar af in de onderwijspodcast Buiten de Krijtlijnen. Ze vertelt dat kansen geven en de lat hoog leggen hand in hand gaan, dat PAV niet voor iedereen is weggelegd, dat de lerarenopleiding wel degelijk blijft evolueren en dat een les niet altijd Walibi moet zijn. Check de aflevering in jouw favoriete podcastapp.
7
4. KAARTJES MET EEN ZINVOLLE KLASTAAK VOOR ELKE LEERLING 5. ZO ZET JE EEN PRESENTATIETOOL GOED IN TIJDENS JE LES
Klasse Magazine
Wat leerde je van een collega?
Wat had je willen weten toen je startte? Klasse legt in elk magazine drie leraren een vraag voor. Dit schooljaar: wat had je willen weten toen je als leraar startte? Mail jouw antwoord naar redactie@klasse.be.
Tekst Bart De Wilde Beeld Eva Vlonk
GEEN JUF SPELEN “In de leraren opleiding zocht ik voortdurend het evenwicht tussen mezelf zijn en ‘juf Lotte’ spelen. Maar de waarheid is simpel: als je niet authentiek bent, sta je nergens. Ik wil mijn leerlingen een veilige klassfeer bieden en uitstralen dat ik niet alles weet. In deze school voor hoogbegaafde leerlingen die uitdaging zoeken maar ook met een handleiding binnenkomen – soms zelfs in het Chinees – kan dat.” Lotte Van Gorp, derde leerjaar, Arkades in Herentals
8
Klasse Magazine
FLEXIBEL ZIJN “Dat lesgeven slechts het topje van de ijsberg is. Een lesvoorbereiding tot in de puntjes garandeert niet dat je leerlingen alles oppikken. Je bent naast leraar ook motivator, psycholoog, opvoeder. En dus moet je ontzettend flexibel zijn. Dat vergeet de buitenwereld wel eens als ze onderwijs rigide noemen en een werkweek van een leraar reduceren tot twintig uur voor de klas staan.” Virginie Bursens, leraar Frans en economie, Viso Cor Mariae in Brakel
LEERPROBLEMEN “Met welke ondersteuning ik kinderen met ADHD, ASS of beperking kan laten meedraaien in mijn klas, daar had ik graag meer over geweten als starter. En dat kinderen op lange wachtlijsten belanden vooraleer ze een diagnose of professionele hulp krijgen. Dus zoek ik zelf info op internet, blader ik in boeken. Gelukkig kan ik ook aankloppen bij onze zoco’s en onder steuners.” Manon Marcantuoni, leraar eerste leerjaar, Sint-Jozef Sint Pieter Campus Zuidlaan in Blankenberge
9
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
Dossier Zij-instromers
Laat ze niet glippen Steeds vaker vissen we in de vijver van zij-instromers. Sommigen worden meteen opgenomen in een school collega’s, anderen moeten het allemaal zelf uitvissen. Schoolslag of baksteenslag?
Tekst Bart De Wilde, Leen Leemans, Femke Van De Pontseele Illustraties Julie Poignie Beeld Tine Schoemaker
11
Klasse Magazine
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
Wie is Isabel Raemdonck? • professor onderwijskunde (UCLouvain) • specialisatie werkplekleren, loopbaan- en professionele ontwikkeling
Wie is Virginie März? • professor onderwijskunde (UCLouvain) • specialisatie curriculum-, schoolen professionele ontwikkeling
“Te vaak lopen zijinstromers verloren op school” “Zij-instromers zien er misschien ervaren uit, toch hebben ze nood aan begeleiding”, stellen onderzoekers Virginie März en Isabel Raemdonck. Ze vragen schoolteams om nieuwkomers gericht te ondersteunen en hun expertise in de schijnwerpers te zetten.
12
Hebben we zij-instromers nodig om het lerarentekort op te lossen? Of richten we onze pijlen beter op reguliere leraren? Virginie März: “De instroom uit de reguliere leraren opleidingen volstaat op korte termijn niet. We maken nu meer leerlingen in het secundair warm om leraar te worden, maar het effect daarvan zien we ten vroegste over drie à vier jaar. Te laat, want vandaag slagen veel scholen er niet in om alle plekken gevuld te krijgen. Zij-instromers met de juiste motivatie aantrekken, kan een snelle deeloplossing zijn. In Franstalig België is 30 procent van de nieuwe leraren in het secundair onderwijs zij-instromer. Ook in Vlaanderen zal die groep toenemen. Daarom moeten we ons afvragen hoe we ze kunnen ondersteunen zodat ze opgaan in schoolteams en sterk onderwijs geven.” “Maar minstens even belangrijk: we moeten de huidige leraren proberen te behouden met ingrepen die de job werkbaar houden en de motivatie hoog, ook voor leraren aan het einde van hun loopbaan. Dat kan door de fysieke last van een kleuterleraar te erkennen en anciens deels vrij te maken om andere taken op te nemen, zoals starters lanceren. Of door een leraar met twintig jaar ervaring aanspreekpunt te maken voor zijn vak. Zo zetten we de expertise van leraren optimaal in tijdens de hele loopbaan.” Isabel Raemdonck: “Vanuit de ontwikkelingspsychologie zijn zij-instromers een interessant publiek omdat ze vaak in de tweede fase van hun loopbaan zitten. Dan verschuiven levensdoelen al eens: in het begin van hun carrière streven mensen eerder persoonlijke groei na, maar na tien à twintig jaar willen
Klasse Magazine
ze hun kennis doorgeven, sociale impact hebben, van nut zijn voor de maatschappij. Dat zie je in de cijfers. In 2020-2021 sprongen 2818 mensen over van de privésector naar het Nederlandstalig onderwijs, het hoogste aantal ooit.” “Dat ze financieel inleveren als ze overstappen naar onderwijs, hebben sommigen ervoor over. Zeker als ze na een lange carrière een financiële buffer opbouwden. Maar met tien jaar anciënniteit krijg je lang niet iedereen over de streep. Denk maar aan veertigers of vijftigers die plots aanlopen tegen een stevig loonverschil en jobonzekerheid. Mensen richten hun leven in naar hun inkomsten. Als daaruit een hap verdwijnt, is het aanpassen.” Virginie März: “Opvallend: zij-instromers stomen we klaar via flexibele verkorte trajecten. Tegelijkertijd hoor je stemmen die het onderwijsniveau willen optrekken via langere opleidingen die nog meer inzetten op professionaliteit en kennis van leraren. Die paradox creëert spanning: zetten we daarmee verkorte opleidingen niet neer als minder kwalitatief?” Volgens jullie onderzoek verlaten zij-instromers in de eerste vijf jaar dubbel zo vaak het onderwijs als reguliere starters. Welke extra obstakels ervaren ze? Virginie März: “De praktijkschok voor starters blijft groot: 25 tot 30 procent van de reguliere starters verlaat de klasvloer binnen de vijf jaar. Onze resultaten, gebaseerd op data uit Franstalig België, tonen dat de uitval bij zij-instromers zonder pedagogisch diploma zelfs oploopt tot 65,7 procent.” “Zij-instromers geven aan dat ze zich niet altijd goed voorbereid voelen. Ze missen vaak pedagogischdidactische bagage, zeker als ze lesgeven combineren met de lerarenopleiding. Hun leerproces gaat op school door. Maar soms vergeten we dat ze starters zijn omdat ze er door hun leeftijd meer ervaren uitzien. Als ze niet op een degelijke professionalisering en specifieke aanvangsbegeleiding kunnen rekenen, is het risico dat ze weggaan groot. Ze hebben een plan B: ze kunnen dankzij hun diploma terugkeren naar hun vorige beroep.” “Sommige zij-instromers uit de privésector worstelen met de schoolcontext: vernieuwingen doorvoeren gaat misschien snel met producten, maar vraagt meer tijd als je met leerlingen werkt. En herinneringen aan hun eigen schooltijd stroken niet meer met de realiteit van vandaag: vulden veel leraren hun lessen vroeger individueel in, dan maken we vandaag veel vaker samen school, in overleg met de vakgroep of de leerlingenbegeleider. Daardoor kan een school logger aanvoelen dan een bedrijf.”
13
“Zie zij-instromers niet als groentjes of minderwaardige leraren, maar waardeer hun expertise” Isabel Raemdonck
Isabel Raemdonck: “Wat ook niet erg helpt, is dat zij-instromers volgens het TALIS-onderzoek vaker in diverse en uitdagende klassen terechtkomen. Terwijl zij net leservaring missen. Een internationaal fenomeen. In ‘moeilijkere’ scholen zijn vaak meer vacatures. Starters kunnen er meteen aan de slag. Terwijl we net de sterkste en meest ervaren leraren in die uitdagende context zouden moeten inzetten.” Voelen zij-instromers zich doorgaans goed aanvaard op school? Virginie März: “In ons onderzoek geven ze aan dat ze zich zeer geïsoleerd voelen. Voor routines op school, zoals ‘hoe werkt de kopieermachine’ of ‘hoe verloopt de pauze’, baseren ze zich vaak op info van leerlingen en minder van collega’s. In de lerarenkamer zijn ze buitenbeentjes: geen echte starters maar ook nog geen experten in onderwijs. Daardoor vinden ze zowel bij de jonge leraren als de oudere garde moeilijker aansluiting. Bouw daarom samen aan het sociale weefsel rond die zij-instromers. Hoe sneller je nieuwe collega ingewerkt is, hoe beter voor jou. De overgang naar jouw les loopt vlotter als ook de zij-instromer het klasmanagement op orde heeft.” “Een andere veelgehoorde klacht: ervaren collega’s zien zij-instromers als tweederangsleraren. Of beter: zo voelen zij-instromers dat soms aan. Ergens begrijpelijk: een leraar die een voltijdse opleiding van drie of vijf jaar volgde, kan het lastig vinden dat iemand uit een flexibel traject meteen op dezelfde trap staat. Misschien los je dat op door de zij-instromer eerst een aantal maanden als junior of assistent-leraar te laten co-teachen met een senior of expert-leraar.”
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
“Een aantal scholen experimenteert daarmee: je krijgt grotere klasgroepen maar die aanpak garandeert wel dat je zij-instromer niet meteen alleen voor een klas staat. Vooroordelen over elkaar sneuvelen bovendien sneller als je samenwerkt in multidisciplinaire teams. Lukt co-teaching niet, laat de zij-instromer dan wat lessen bijwonen. Naast jouw didactiek observeert die ook hoe je met de leerlingen omgaat, wat de schoolcultuur is. Redenen genoeg om aanvangsbegeleiding niet over te laten aan één mentor, maar in het DNA van je schoolteam te schrijven.” Blijven zij-instromers alleen aan boord als de school extra inspanningen levert? Isabel Raemdonck: “Een goede begeleiding doet veel. Maar durf ook anders naar je nieuwkomer kijken. Zie
zij-instromers niet als groentjes of minderwaardige leraren, maar waardeer hun expertise buiten het onderwijs. Daarover heerst vaak ongenoegen bij zij-instromers: hun eerdere werkervaring is amper onderwerp van gesprek bij de aanvangsbegeleiding.” “Peil daarom als directeur of mentor naar hun competenties. Brainstorm samen hoe je die ervaring naar de klas of de school vertaalt. Als een lasser praktijkleraar wordt, komt zijn beroepservaring duidelijk van pas. Een meerwaarde voor de school en het team, niemand die daarover kijkt. Maar ook de hr-consultant die gedragswetenschappen geeft, kan het personeelsbeleid of de aanvangsbegeleiding op school naar een hoger niveau tillen. Geef die expertise een plek.”
“Zij-instromers missen leservaring, en toch staan ze vaak voor de moeilijkste klassen” Isabel Raemdonck
14
Klasse Magazine
“Daarmee richt je de schijnwerpers op je nieuwe collega. Het zilveren randje van al die inspanningen: je bouwt een team uit met complementaire profielen.” Virginie März: “Dat geldt trouwens ook voor pas afgestudeerden: misschien loodsen zij naast hun vakkennis andere talenten en expertise binnen. Dan kunnen ze samen met collega’s digitaal lesmateriaal ontwikkelen of excursies organiseren. En niet alleen de talenten, ook de noden van nieuwe collega’s verschillen.” “Overloop vóór een zij-instromer start samen de functiebeschrijving en zoek uit waar jullie moeilijkheden verwachten. Misschien is een infosessie ‘hoe communiceer je met ouders’ overbodig voor een ex-zaakvoerder die voortdurend met klanten praatte. Klasmanagement kan dan wel een groot werkpunt zijn. Wie leidinggevende was, heeft wellicht minder moeite met tempo of orde houden, maar wil wel vakdidactisch bijgespijkerd worden. Overlaad de school en de nieuwe collega niet met overbodige sessies, maar ga gericht te werk.” Kan je voorspellen welke werknemers goede leraren zullen zijn? Isabel Raemdonck: “De juiste motivatie is veel belangrijker dan persoonlijkheidskenmerken. ‘Ik heb niet genoeg geduld’ of ‘ik kan het niet goed uitleggen’ houden zij-instromers soms tegen om de stap te zetten naar de klas. Ten onrechte. Wie persoonlijk nut nastreeft, zoals een betere balans tussen werk en privéleven, meer vakantie of werkzekerheid, houdt het meestal niet lang vol. Die zij-instromers onderschatten de job en raken teleurgesteld door het vele avond- en weekendwerk.” “Wie sociaal nut als doel heeft en echt een impact wil hebben op jongeren, blijft langer in onderwijs. Zoals de kapper die het een beetje gezien heeft als zelfstandige en zijn expertise wil doorgeven of de financieel specialist die de zakelijke kant van de bankwereld inruilt voor een job met tieners. Als onderwijs die kan overtuigen, zitten we goed.” Virginie März: “Bij veel zij-instromers komt leraar worden niet uit de lucht gevallen. Na hun hogere studies twijfelden ze, maar ze kozen uiteindelijk voor een andere loopbaan. Later ervaren ze het gemis. Onderwijs is altijd in hun gedachten blijven hangen.” Isabel Raemdonck: “Dat type zij-instromer heeft een betere zelfeffectiviteit, blijkt uit ons onderzoek. Ze geloven vaker dat ze een goede, bekwame leraar zijn. Belangrijk, want gebrekkige zelfeffectiviteit is net een voorspeller voor uitval. Als we campagnes organiseren
15
“Leraar worden komt bij een pak zij-instromers niet uit de lucht gevallen” Virginie März
om zij-instromers aan te trekken, richten we ons dus het best op mensen met dat maatschappelijke engagement.” Om ze als volwaardige leraar te zien, moeten we af van de term ‘zij-instromer’, vinden jullie. Virginie März: “Woorden kunnen de negatieve perceptie over die leraren versterken. ‘Zij-instromer’ beklemtoont dat je geen ‘echte of volwaardige’ leraar bent. Daarom opteren wij voor ‘leraar als tweede loopbaan’, een vertaling van de term die in internationaal onderzoek gangbaar is: second career teacher. Het zijn leraren die hun eerste ervaring buiten onderwijs opdeden.” “Vreemd genoeg duikt de term ‘zij-instromer’ alleen op in het onderwijs. Wie zich omschoolt tot verpleger na een carrière in de IT, wordt niet zo benoemd. Als je je hele korps in juniors en seniors of assistenten en experten opdeelt, zoals in de bedrijfswereld, kan je het label ‘zij-instromer’ schrappen. Tegelijk erken je zo het verschil in anciënniteit in het onderwijs, hun expertise én de groeikansen.” Isabel Raemdonck: “Laten we vooral de meerwaarde van die carrièremoves in de schijnwerper zetten: een blik van buitenaf motiveert je leerlingen extra, leert ons onderzoek. Een burgerlijk ingenieur-architect die wiskunde geeft, kan abstracte kennis makkelijk aan concrete voorbeelden ophangen, want paste die zelf talloze keren toe bij het ontwerpen van bruggen of gebouwen. En zo iemand heeft ook nog eens gouden contacten in het werkveld. Misschien staat die zelfs nog deeltijds in de sector. Zie de diversiteit aan starters als een kans. De cultuur van de andere werkcontext kan een school verrijken, verbreden. Het kan de dynamiek van een school nieuw leven inblazen.”
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
Van de bedrijfswereld naar de klas Drie zij-instromers over hun overstap naar onderwijs. Sprongen ze met dichtgeknepen billen of open vizier? En hoe hard of zacht verliep de landing?
Wie is Michaël Dutoit? • geeft les in GEBASKA afdeling ‘t Mulderke in Kapelle-op-den-Bos • leraar in het derde en vierde leerjaar • stapte 5 jaar geleden naar het onderwijs
16
Klasse Magazine
“De kerncentrale ruilen voor de klas, dat is zeker niet uitbollen” “Aan het einde van de zomervakantie het nieuwe schooljaar voorbereiden, dat zag ik mijn moeder vroeger ook doen. Zij was zelf een heel betrokken schooldirecteur in het basisonderwijs. Toch stuurden mijn ouders me naar de harde wetenschappen. Je was bijna een alien als je na Latijn-Wiskunde voor leraar lager onderwijs koos. Ik werd dus ingenieur. Na een postgraduaat in Barcelona, een compromis met mijn ouders om mijn honger naar taal te stillen, ging ik aan de slag bij Engie. Als burgerlijk ingenieur materiaalkunde schreef ik onder andere inspectierapporten voor kerncentrales. Een persoonlijke touch kan je daar niet in leggen, en hoewel je letterlijk energie geeft, kom je niet met je eindgebruiker in contact. De werkdagen leken steeds meer op elkaar.” “Een overstap naar het onderwijs bracht redding. Naar het secundair was logischer, dan verdiende ik meer en gaf ik minder uren les. Maar het basisonderwijs trok harder: de verwondering die je tijdens je les bij kinderen ziet, is onbetaalbaar. Ze trekken grote ogen als ik vertel over werkopdrachten in exotische landen. Maar rust opsnuiven en uitbollen in het onderwijs: dat gaat zeker niet op. Een schooldag vreet vaak meer energie dan een dag op kantoor. Je volgt het ritme van de kinderen, je lunchtijd en zelfs je toiletpauzes liggen vast. Maar je hebt elke dag het gevoel dat je van nut was, je betekent altijd iets voor iemand.” “Hoewel ik nu minder verdien, vind ik het ook een verademing dat gesprekken niet voortdurend rond geld draaien, dat er geen jaloezie is onder collega’s over loonverschillen. We zijn echt een team dat samenwerkt en compromissen probeert te vinden. Onderwijs is niet het rijk der vrijheid: deur dicht en je doet volledig je eigen zin. Bij mijn meer ervaren collega’s kon ik zelfs met mijn gekste vragen terecht. Ze hielpen mij steeds uit de nood. Dat voelt veel beter aan dan formele sessies aanvangsbegeleiding. En ook een goede directeur is cruciaal: ze erkent mijn expertise. Ze schakelt me in om taalinitiatie te geven en om de wiskundeknobbels in de klas op sleeptouw te nemen. Daardoor voelde ik me minder de newbie op school.” “Omdat ik echt als leraar gezien wil worden en niet als ex ingenieur, pak ik niet graag uit met mijn vorige job. Het leidt soms tot grappige misverstanden. Kan jij de verwarming herstellen of computerproblemen oplossen, vragen collega’s soms. Dan moet ik ze ontgoochelen. Ouders moest ik vooral in de eerste jaren overtuigen. Ze vroegen me op het oudercontact waarom ik leraar werd. Maar na vijf jaar ben ik steeds meer meester Michaël in plaats van ingenieur Dutoit.”
17
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
“Ik moest collega’s eraan herinneren: ik ben wel wat ouder maar start net”
“Toen ik voltijds in het bouwbedrijf van mijn man werkte, schreef ik naast mijn uren soms een zakelijke brief voor vrienden of gaf ik hun kinderen bijles. Dat ging me redelijk goed af. En dus besliste ik om in de voetsporen van mijn mama en zus – allebei leraar – te stappen. Vijf jaren geleden startte ik met de lerarenopleiding, naast mijn job. Dat ik wat ouder was, vond ik geen nadeel. De competenties en vaardigheden die je vandaag als leraar moet hebben: het leven slijpt die er toch wat in. De leraar als opvoeder, die moet je me als moeder niet leren kennen. En ik vind het niet erg dat mijn werkdag als leraar tot ’s avonds doorgaat. Ook als zelfstandige eindigden mijn dagen laat. Maar ik wist ook wat ik wel miste: klasmanagement en vakdidactiek.” “Eerlijk: mijn eerste jaar voor de klas was best pittig. Ik had vier klassen in het tweede secundair en één klas in het vierde. Ik kende de leerlijn van het derde middelbaar niet en vond tussen alle vergaderingen door nauwelijks tijd om de handboeken van het derde door te nemen. Ik ging voor interactieve taken, maar rond Kerstmis rees de berg verbeterwerk me boven het hoofd. Al die opnames beluisteren die ik mijn leerlingen liet maken en daarnaast nog lessen voorbereiden, daar kroop zoveel tijd in.” “Geen slecht woord over mijn aanvangsbegeleiding. Ik krijg veel hulp van twee mentoren die voort durend aanspreekbaar zijn, workshops organiseren en een maandelijkse nieuwsbrief voor starters en zij-instromers opstellen. Mijn collega’s moet ik er soms aan herinneren: als veertiger lijk ik geen starter, maar ik ben het wel. Gelukkig houdt onze directeur rekening met mijn draagkracht als starter. Dit jaar geeft ze me drie parallelklassen in het tweede middelbaar, waarvoor ik al lessen uitwerkte. Ik besloot zelf om vier lesuren minder te geven, om deze job nog te kunnen combineren met de administratie voor mijn man.”
Wie is Evelyne Borioni? • tweede jaar leraar Frans in Sint-Gabriëlcollege in Boechout • volgde de lerarenopleiding Frans, Nederlands en NT2 • deed meer dan 10 jaar de administratie voor een bouwbedrijf
18
“Dat ik na één jaar al mijn TADD binnenhaalde en in dezelfde school aan de slag kan, is een godsgeschenk. Want de verhalen over een opeenvolging van interims schrikten me toch af toen ik de sprong naar het onderwijs waagde. Ik had geluk en vond meteen stabiliteit in plaats van voortdurend aanpassen aan scholen met andere regels en cultuur. Wat me nog meer voldoening geeft: dat mijn leerlingen Maatschappij en welzijn, die Frans meestal een horrorvak vinden, me bedankten voor mijn lessen. En de mailtjes van de ouders, omdat ik hun kinderen bijles gaf tussen de middag. Die hou ik bij, voor als ik eens door een dipje ga tijdens een verbeterpiek.”
Klasse Magazine
“Een klas van acht begeleiden is even zwaar als een ploeg van zestig man” “Na mijn zevende jaar tso begon ik te werken als lasser. Ik groeide door: in mijn laatste job gaf ik leiding aan zestig werknemers en draaide ik lange weken. Maar mijn droom om leraar te worden bleef. Toch twijfelde ik. Als je een goede job hebt en stevig verdient, waarom dan veranderen? Zou ik wel een goede leraar zijn, kon ik die jongeren een toekomst geven? De verhalen in de media over het grote lerarentekort, gaven me de laatste duw. De onheilsberichten over onderwijs hielden me niet tegen: aan elke job zit een schaduwkant.” “De klik met mijn leerlingen kwam heel snel. Ik heb dezelfde achtergrond en weet wat hun toekomstige job inhoudt. Lesgeven zelf was wat ik ervan verwachtte. Maar dat de opleiding erg veranderd is, verraste me. In een zesde of zevende jaar lassen is nu bijna alles praktijkgericht. Mijn cursus was in het begin te moeilijk, dus heb ik me verdiept in wat mijn leerlingen aankunnen. Dat je niet zomaar kan geven wat jou nuttig lijkt, maar leerplandoelen en eindtermen moet halen, is vaak lastig. Gelukkig ben je vrij in de manier waarop je het einddoel bereikt.” “Als starter zijn de arbeidsvoorwaarden niet ideaal. Ik ben gemotiveerd, maar eind juni eindigt telkens
19
Wie is Kenny Van de Wouwer? • tweede jaar als praktijkleraar lassen • GO! Technisch Atheneum Kapellen • combineert lesgeven met een tweejarige opleiding
mijn opdracht en op 1 september word ik opnieuw aangenomen. Werkzekerheid is er niet. Als er een vastbenoemde leraar terugkeert naar de school, mag ik vertrekken. Ik krijg veel begeleiding van mijn directeur, technisch adviseur en collega’s. Hun gerichte, praktische tips rond didactiek of grenzen bewaken, zijn goud waard. Net als samen lesmateriaal ontwerpen en digitaliseren. Voorlopig helpt dat alles me meer dan de tweejarige theoretische opleiding waarmee ik lesgeven combineer.” “Ik verdien minder, maar sinds ik voor de klas sta, vertrok ik nog geen enkele dag tegen mijn zin. Je start in een klas met jongeren met een diverse achtergrond. Zien dat ze samen een opdracht uitvoeren en dat ze op het einde van het jaar gegroeid zijn, geeft veel voldoening. Ze halen wel wat streken uit, maar ze zijn gemotiveerd om iets van hun leven te maken. Daarbij kan ik mijn ervaring uitspelen: laatstejaars zitten vaak al met hun hoofd half in het werkveld. Na mijn eerste jaar als leraar weet ik: een klas van acht jongeren begeleiden is even zwaar als een ploeg volwassenen van zestig. Maar de liefde die je krijgt en de collegialiteit die je ervaart, kunnen nergens aan tippen. Ik heb mijn roeping gevonden!”
Klasse Magazine
Dossier Zij-instromers
“Niemand ziet zij-instromers als reservewielen” De praktijkschok voor zij-instromers is groot. “Maar als je hun eerste weken volpropt met infoen groepssessies, dan verslikken ze zich snel”, stelt directeur Vincent Browet vast. Zij-instromers begeleiden doet zijn team met behapbare brokjes.
Wie is Vincent Browet? • vijfde jaar als directeur in GO! MIRA in Hamme • werkte eerst in het buitengewoon onderwijs
20
“We zetten onze schoolpoort wijd open voor zij-instromers. Ze hebben enthousiasme en werkervaring buiten onderwijs te koop, maar onderschatten wat er allemaal op hen afkomt. Er gaapt een groot gat tussen hun loopbaan als leerling en hun eerste stappen als leraar. Ze schrikken dat tieners leraren niet zomaar volgen, dat je gezag moet afdwingen. En didactiek, interactie met jongeren of een klas managen, daarvan hebben ze – logischerwijs, ze hadden dat alles nog nooit nodig – weinig kaas gegeten.” “Om al die redenen hebben zij-instromers andere begeleiding nodig dan gewone starters, zelfs als ze de verkorte opleiding al achter de rug hebben. Als school heb je de neiging om ze snel klaar te stomen via een spoedcursus leraar en alle info over je aanpak mee te geven. Maar daar loert het grote gevaar: als je zij-instromers in september overdondert met info-, overleg- en leersessies, verdwijnen ze in oktober uitgeblust via de achterdeur.” “Daarom pakken we het gefaseerd aan. Aanvangsbegeleiding start altijd bij mij. Als we een leraar aanwerven, krijgt die een mail: ‘Proficiat, welkom in onze ploeg’. Daar stoppen we
Klasse Magazine
zeker voor onze nieuwe zij-instromers geen tien bijlagen bij, maar enkel wat praktische info zoals de code voor de kopieermachine en een login. We kleven hun foto nog voor de zomer voorbij is op de talentenkaart in onze lerarenkamer. Meer dan al het schaafwerk opsommen, willen we zij-instromers laten voelen dat we ze met open armen ontvangen.” FUNCTIEBESCHRIJVING OVERLOPEN “Iets later, bij het intakegesprek, overlopen we samen de functiebeschrijving. Daar komen alle kaarten op tafel. Wat heb je in de vingers dankzij je vorige job, waar verwacht je moeilijkheden en kunnen we helpen? Een ex-leidinggevende straalt misschien natuurlijke autoriteit uit en vertelt boeiend. Maar hoe goed kan die toetsvragen opstellen of tempo houden? We faseren daarrond dan overlegmomenten, klasbezoeken of minicursussen. Zo krijgt elke zij-instromer een traject op maat waarbij niet alles in de maanden september en oktober gepropt zit.” “Onze mentor en vakcollega’s wonen tussendoor een les bij, net zoals we bij onze reguliere starters doen. Klopt onze inschatting? Zit de autoriteit goed? En loopt het lestempo inderdaad nog wat met horten en stoten? Dan kunnen we onze begeleiding bijsturen of nog preciezer uitwerken. Daarbij houden we onze ogen ook open voor het surplus dat zij-instromers brengen. Wie voor de job vaak naar het buitenland trok en talen voortdurend oefende, kunnen we op termijn misschien inzetten voor CLIL-lessen. Wat we wel merken: dat de directeur of mentor passeert in hun klas, voelt voor sommige zij-instromers in eerste instantie als controle. We vragen ze om hun schild te laten zakken. Je kwetsbaarheid durven tonen en aan zelfreflectie doen, vinden we in onze school een must.” WATER AAN DE LIPPEN “Niemand uit het team ziet zij-instromers als reservewielen. Lerarenopleiding al achter de rug of niet: wie de mouwen opstroopt, verovert meteen een plekje in het team en mag onder sterke vleugels rustig groeien. Die reflex om nieuwe collega’s te omarmen, zit in onze open cultuur. Maar vandaag maakt iedereen ook zijn rekening. Hoe meer jobs niet ingevuld raken, hoe hoger het water aan de lippen komt bij elke leraar. Iedereen moet vaker uren overnemen of toezicht houden in de studie. Bovendien ziet niemand graag dat leerlingen maandenlang een bepaald vak missen.” “Vorig jaar telden we drie nieuwe zij-instromers voor algemene vakken. Eentje hield het niet vol. Ondanks alle goede bedoelingen aan beide zijden, liep het spaak. Hem begeleiden werd een fulltime job voor onze mentor. Dat kan niet de bedoeling zijn. Bovendien: die uren hebben we niet. De boodschap dat het stopt, moet je dan durven brengen als directeur.
21
“Wie de mouwen opstroopt, mag rustig groeien” Maar we laten niemand zomaar vallen. Samen zochten we uit in welke sector zijn talenten wel tot hun recht zouden komen. En zo’n gesprek geeft ons ook feedback over onze aanvangsbegeleiding.” VAKGROEP ALS LEVENSLIJN “Dit jaar vonden we onze nieuwe leraar economie bij het softwarebedrijf Oracle. Al negentien jaar in een boeiende job en toch stapt hij heel doelbewust naar onderwijs. Eerst nam hij een sabbatjaar om zijn educatieve master af te ronden. Voorspellen kan je nooit, maar ik heb er een goed oog in. Hij zal leerlingen meenemen door zijn schwung, energie en vakkennis. En hij schat zijn werkpunten goed in: het niveau bepalen van leerlingen – onze sterke vakgroep is daar zijn levenslijn – en zichzelf niet voorbijlopen. Dus zoeken we uit: waar verlies je te veel tijd en wie kan je daarbij helpen?” “Onze conclusie? Zij-instromers alleen gaan het lerarentekort niet oplossen. Maar wie de gedurfde overstap maakt, verdient op school begeleiding op maat. Zeker omdat we onderwijs vernieuwend organiseren, kan onze kleinere school er maar een paar aan. En hoewel die enkelingen work in progress zijn, zijn ze vanaf hun aanwerving volwaardige elementen in ons team. Ze brengen zuurstof binnen en ademen unieke werk- en levenservaring.”
Klasse Magazine
Blog
Wie is Hanne Rosius? • lerarenopleider PAV aan PXL Education • 20 jaar voor de klas • Leraar van het jaar 2022
22
Klasse Magazine
Het schooljaar van Hanne 2
Impact
Lerarenopleider Hanne Rosius schrijft dit schooljaar voor Klasse. In haar eerste blog vraagt ze stagementoren om streng én mild te zijn. “Durf toegeven dat je ook soms ploetert.” De spanning voor een nieuwe klas, die start bij mij begin augustus. Want ook al ben ik gepokt en gemazeld als leraar, toch gaan de avondgesprekken met mijn partner – glaasje rosé in de hand – vanaf dan steeds vaker over mijn toekomstige studenten. Waarom? Omdat een band opbouwen met al die nieuwe gezichten nooit simpel is, maar wel een absolute voorwaarde voor een geslaagd schooljaar. Als ík ruim een maand op voorhand al een verhoogde hartslag registreer, wat voelen mijn studenten dan? Zij stappen straks zonder ervaring hun eerste klassen binnen. Geen lokalen vol toekomstige leraren bovendien, maar puberende tieners. De ene klas krijgen ze amper in bedwang, de andere staart hen verveeld aan en in klas nummer drie en vier vibet het meteen. Hoe het zal lopen, weet niemand vooraf. Onze studenten trekken van stage naar stage, van school naar school, van klas naar klas. Dat zijn veel ‘1 septembers’ in één schooljaar. Wij moeten als docent weten waar onze studenten door moeten, vindt PXL terecht. Dus trekken we via een Marco Polo Stage zelf twee weken naar het secundair. Tijdens mijn laatste ‘ontdekkingsreis’ geef ik PAV aan leerlingen uit de richting Verzorging. Voorbereiding klaar, klasdeur open, moeiteloze klik. Stagementor Linda ziet dat het goed is. Als ze na de les mijn sterktes opsomt, loop ik op wolkjes.
doen nauwelijks moeite om te verbergen wat ze van de les vinden. Ik gooi al mijn didactische kwaliteiten en ervaring in de schaal, probeer de trucjes die ik uitdeel aan mijn studenten, maar krijg de klas niet mee. Van de wolkjes gaat het snel naar de harde grond: mijn geploeter voelt als falen. Mentor Anja stelt me gelukkig gerust. ‘Het kostte me weken om met die groep een band op te bouwen. Nu loopt het, maar zeker niet altijd even vlot.’ Haar eerlijkheid helpt me erbovenop. Ze bekijkt me geen seconde als ‘de lerarenopleider die het zelf moeilijk heeft’. Ben jij stagementor? Dan zullen leraren in opleiding je klas overnemen. Leg de lat hoog. Verwacht dat ze de lesinhoud kennen en een degelijke voorbereiding voorleggen – ja, zonder taalfouten. Maar toon je ook mild, zoals Linda en Anja. Soms vinden studenten niet meteen de juiste toon of is een week te kort om de klik te maken met een klas. Vang hen dan op met advies en eerlijke gesprekken over je eigen kwetsbare momenten. Zo heb jij als leraar impact in het kwadraat. Je vormt niet alleen je eigen leerlingen, maar ook de toekomstige generatie leraren. En die hebben we hard nodig.
Na de speeltijd vlieg ik een nieuwe klas binnen. De leerlingen, loerend onder petjes of kappen, Beeld Debby Termonia
23
Klasse Magazine
Interview
“De bal moet ook op school rollen” Tekst Cherline De Maeght Beeld Thomas Sweertvaegher
Als voetbaltrainer en sociaal werker hoopt Yves Kabwe dat zijn jongeren kansen binnentrappen, in het veld én in het leven. Niet makkelijk. Want voor elke doelkans lokt even vaak de verleiding van crimineel ‘buitenspel’. Toch weet Yves met City Pirates al dat gouden talent – dat vaak verstopt zit – een basisplek te geven.
24
Klasse Magazine
Interview
“Een goed leven ‘winnen’ quoteren we hoger dan zegevieren in een match”
kwetsbare omstandigheden, armoede en omringd met vooroordelen of racisme. Dagelijks worden ze verleid naar het criminele pad waar je easy money kan scoren met drugs of phishing. Als jongere moet je sterk in je schoenen staan om daarop nee te zeggen.”
Wie is Yves Kabwe Kazadi? • geboren in DR Congo, opgegroeid op Linkeroever in Antwerpen • coördinator van de sociale cel van voetbalclub City Pirates • begeleidt sinds deze zomer profvoetballers in de A-Group • coach in de tv-reeks ‘FC United City Pirates’
Wat maakt van City Pirates geen doorsnee voetbalclub? Yves Kabwe: “City Pirates organiseert voetbal in de moeilijkere buurten van Antwerpen. Sociale woonblokken overheersen er het straatbeeld. Op die paar vierkante meter zit een schat aan ondergewaardeerd (voetbal)talent. Met voetbal lokt City Pirates jonge en iets oudere sjotters uit hun blokken en van ’t straat. We leren hen niet alleen hoe je als team een match wint. Met onze sociale werking stomen we hen tegelijkertijd klaar voor de maatschappij.” “Voetbal is onze motor, maar het sociale de brandstof. Liever een elftal zelfredzame burgers afleveren dan de nieuwe Lukaku opleiden. We leren onze spelers afspraken naleven, een ruzie uitpraten, openstaan voor andere meningen. Niet simpel met al die sterke karakters en verschillende nationaliteiten. Net daarom zien we de club als hét speelveld om die sociale skills te oefenen. Zonder die vaardigheden kunnen ze niet meedraaien op school, thuis of het werk. En als ze daar de mist ingaan, wegen de consequenties nog harder door.” Hoe rijm je voetbal met sociaal werk? Yves Kabwe: “Een lichaam kan pas écht voetballen als het hoofd en hart goed zitten. Onze spelers groeien op in
26
“Dus investeren we in hun leven naast het veld. Het is niet omdat ze het moeilijk hebben, dat ze de makkelijke weg moeten inslaan. Kansen op school, in de club … die moeten zíj grijpen. Je rit op de school banken uitrijden, laadt je met kennis en opent later deuren. Wij kunnen alleen maar wat mee duwen. Een speler met een gouden trap in de voet, raakt niet in de eerste ploeg wanneer hij in de jeugdelftallen nooit geleerd heeft om door te zetten.” Jongeren die topvoetballer willen worden. Laat je hen dromen? Yves Kabwe: “Voetbal is belangrijk, maar staat niet op nummer één. Dat maakt ook hun POP, Persoonlijk OntwikkelingsPlan, visueel duidelijk. Helemaal bovenaan plaatsen we ‘school’, op twee ‘thuis’, op drie ‘werk, sparen en netwerken’ en op vier ‘voetbal’. Voor elk domein vullen ze zelf doelstellingen in. Die zijn SMART: Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden. Samen met een sociaal werker en de trainer werken ze die tot in de puntjes uit. Een voorbeeld: ‘Volgende week kom ik elke training op tijd.’” “Ik herinner me een speler die vooral wilde pieken in voetbal. Hij was niet bang om zijn truitje nat te spelen, maar hij bleef wel te laat komen. Ik checkte de school. Bleek dat hij ook daar te boek stond als hardleerse laatkomer en dicht tegen een schorsing aan liep. Voetbal is alles voor hem. Als we op tijd komen op de club niet kunnen aanleren, dan nergens. We zochten uit wat hij nodig heeft om op tijd te verschijnen op de trainingen, wie daarbij kan helpen en wat hij zelf kan doen. Een (extra?) wekker, op tijd naar bed, vooraf het busschema checken of zijn voetbalspullen klaarleggen. Eenvoudige ingrepen. Maar als je ze thuis nooit aangeleerd hebt, waar pik je ze dan op?”
Klasse Magazine
“Op het einde van die week evalueerden we samen ‘Bon, je kwam drie keer mooi op tijd. Hoe is dat gelukt, en wat moet er veranderen om de doelstelling van vijf keer volgende week wél te bereiken?’ We gebruiken de club als oefenmatch om technieken aan te leren zodat jongeren die op school, en later in een bedrijf, kunnen kopiëren.” Juiste attitudes, hoe dwing je die af? Yves Kabwe: “Ik vertel onze spelers dat op tijd komen een vorm van respect is naar ploegmaten, coaches en medewerkers van de club. En ik blijf dat héél vaak herhalen: laatkomers straffen met hun nonchalance niet alleen zichzelf maar ook het team. Als we moeten wachten, verliezen we tijd om ons voor te bereiden op een wedstrijd. Soms kan de laatkomer er niet aan doen: druk verkeer, manke verbindingen met het openbaar vervoer of er moet lastminute nog voor een jongere broer of zus gezorgd worden. Maar in dat geval kan hij ons wél verwittigen. Dat leren we aan.” “Nog een voorbeeld rond verantwoordelijkheid opnemen: voor de match eten we altijd samen. Hen vleien met een kant-en-klare maaltijd doen we niet. Wat ze eten, prepareren ze zelf. Wanneer iedereen er is, verdelen we de taken. Een groepje kiest het menu, schat het aantal ingrediënten in en doet de boodschappen. Een ander team dekt de tafel en ruimt de boel op.” Jongeren kijken op naar hun trainer. Waarom lukt dat minder bij leraren? Yves Kabwe: “De rol van een trainer is helder voor jongeren: iemand die hen voetbal – een gedeelde passie – aanleert. We merken dat onze jongeren minder makkelijk connecteren met leraren. School is een plicht, de leerstof boeit ze niet. Onze tieners zien leraren als mensen van de overheid, als controleurs die vooral vertellen hoe het niet moet. Dat beeld – vaak gebaseerd op foute keuzes of slechte onderwijservaringen – proberen we te wijzigen.”
“De rit op school uitrijden is voor elke jongere een kans op een stabiele en mooie toekomst”
27
“We vertellen dat een leraar ook een trainer is. Iemand die hen niet alleen klaarstoomt voor een vak maar voor hun hele leven. Het zijn de oefenmeesters van je hersenen, je doorzettingsvermogen, je sociale vaardigheden. En dat doen ze geweldig goed. Ze kiezen ervoor om energie te stoppen in jouw groeipad. Als leerling zag ik dat ook niet in. Maar wie leraren als mensen ziet, doet meer moeite en toont meer respect in de klas.” Leggen jullie de brug met school? Yves Kabwe: “Zo veel mogelijk. Want school mikt op hetzelfde doel als sportclubs: van jongeren zelfredzame burgers maken. Tijdens een schoolbezoek leren we elkaars wereld, taal en de leerlingen beter kennen. Een Messi die bij ons op alle vlakken piekt en sfeer brengt in de kleedkamer, kan op school iemand zijn die teruggetrokken is, niks zegt en slechte punten haalt. Dat willen we niet.” “In het begin voelt het een-tweetje met de school voor onze spelers wat bedreigend. Ze denken: oei, als ik op school iets verkeerd doe, zit ik zondag niet in de selectie of verhuis ik naar de reservebank. Of: als ik op het voetbal iets uitsteek, speelt de trainer dat door aan de school. Maar uiteindelijk hebben ze door dat we de brug niet leggen
Klasse Magazine
Interview
“Leraren stomen jongeren niet alleen klaar voor een vak, maar voor hun hele leven”
om hen te controleren. Ze beseffen: hé, ik word volledig ondersteund, ze willen me écht vooruithelpen. Op de club krijgen we wel eens de vraag ‘Trainer, wanneer passeer je nog eens in mijn school?’ Zo’n vraag bewijst dat ze fier zijn op beide werelden.” “Op de club organiseren we ook huiswerkbegeleiding in onze huiswerkklassen. Zo maken we duidelijk dat Nederlands naar een niveau hoger tillen of de stelling van Pythagoras kunnen toepassen minstens zo belangrijk is als de bal onder controle krijgen. Bovendien krijgen wij de kans om in te schatten hoe zwaar hun schoolpakket is en kunnen we daarmee rekening houden.” Wat kunnen leraren en trainers van elkaar leren? Yves Kabwe: “Wij helpen leraren om de taal en mimiek van de jongeren te begrijpen. Als leraar heb je niet altijd voldoende tijd om te achterhalen waarom een jongere afwezig, gefrustreerd of boos is. Met wat wij vaak weten, kunnen we het leerproces een shotje geven. Een leerling die in een groot gezin leeft en zijn kamer deelt met twee zussen en broers, vindt thuis moeilijk rust, plaats en structuur voor huiswerk. Als leraar heb je vaak het raden naar waarom een taak ondermaats is. Maar als je van ons hoort hoe druk het thuis is, kan je die leerling voorstellen om na school in de studie te blijven of in de huiswerkklas van onze club.”
“Jongeren en hun ouders hebben nood aan bekende gezichten die hen opvolgen. Maar soms worden ‘probleemjongeren’ van school of club a naar b naar c naar d … gestuurd! Elke verandering gaat met een pak nieuwe gezichten en instanties gepaard: de klastitularis en de zorgcoördinator van de school, iemand van het CLB, de sociale huisvestingsmaatschappij, soms zelfs een jeugdadvocaat … Ouders haken daarop af.” “Ik vrees dat ons zorgsysteem te complex en te traag is. We zien concrete hulp – zoals na een diagnose van een leerprobleem – vaak pas een schooljaar later op gang komen. Wat voor de leerling meer risico inhoudt op een verloren schooljaar en schoolmoeheid. En voor de leraar een jaar vol frustraties. Als we vaker en vlotter met de verschillende instanties aan tafel gaan, creëren we een sterke groep om de context waarin een kind opgroeit grondig te lezen. Zo geraken we dichter bij ouders en kunnen we beter opvolgen zonder dat je van jongeren dossiers maakt die steeds doorgeschoven worden.” Hoe kan een leraar dé opener vinden om jongeren met een zware rugzak te bereiken? Yves Kabwe: “Net als bij voetbaltrainers werkt het als je basishouding ‘ik wil je begrijpen’ is. Wat we zo vaak horen is ‘Ja maar, je snapt mij niet’. Daarmee proberen gasten duidelijk te maken dat we niet weten wat er in hun rugzak zit. Als je dan zegt ‘Oké, geef me dan de kans om je te proberen begrijpen’, open je die rugzak. En je toont: ik ben er voor je. Zet je deur op een kier, zeker voor de gasten van wie je vermoedt: hier klopt iets niet. Zo moet een leerling maar een klein tikje geven om jouw deur open te duwen en samen uit te zoeken welke hulp nodig is.”
“Maar ook omgekeerd helpen de scholen ons jongeren te decoderen. Als een voetbalspeler niet graag loopt, vragen we hoe dat op school zit. Wanneer leraren bevestigen dat schrijven, tekenen en ook turnen moeilijk verlopen, weten we zeker dat zijn motorische vaardigheden onderontwikkeld zijn. Zo kunnen we samen op zoek naar oplossingen.”
“In onze club liep een jongen van twaalf rond die op het veld altijd kwaad, tegendraads en agressief was. Meermaals confronteerde ik hem met hoe storend zijn gedrag voor de hele ploeg was. Toch bleef hij de bal vierkant raken. Hoewel het een bom van een sjotter was, zette ik hem aan de deur. ‘Hier stopt het, ik kan niet verder met jou’, vertelde ik hem op mijn bureau. ‘Da’s goed’, zei hij voor hij huilend naar buiten stapte.”
Hoe bereiken jullie ouders? Yves Kabwe: “Veel ouders kennen we. Supporteren op een wedstrijd is een kleinere stap dan naar het oudercontact komen. Met de club ‘wonen’ we ook in hun wijk. Die nabijheid helpt om contact te leggen. Wanneer de school ons doorgeeft dat een van onze voetballers na schooltijd steeds meer aan een criminele bende klit, plannen we meteen een huisbezoek. Omdat ouders ons gezicht kennen, gaat de deur snel open.”
“Tien minuten later dribbelde hij met rode ogen opnieuw mijn bureau binnen. ‘Wil je me dan niet meer helpen’, perste hij er tussen zijn tranen uit. Daarmee gaf hij aan dat hij zijn rugzak wilde openen. Vanaf dat moment lukte het hem om de problemen waar hij thuis en op straat in opgroeide te benoemen. Niemand doet dat graag. Die moedige actie was de start van vier intense jaren met vele huis- en schoolbezoeken. Ondertussen is hij vijftien, liep hij stage bij Club Brugge, speelt hij
28
Klasse Magazine
“Maak van jongeren geen dossiers die je makkelijk kan doorschuiven” in onze interprovinciale jeugdploeg en draait hij mee in ons systeem. Als die gast op straat ‘hallo’ roept, ben ik blij en trots dat ik mijn deur niet op slot gegooid heb.” Jongeren meekrijgen en ze nooit lossen: hoe slaag je daarin zonder je eigen draagkracht te overspelen? Yves Kabwe: “Het lukt als je aanvaardt dat vooruitgang boeken gas geven, en soms ook terugnemen is. Jonge mensen helpen in hun groeiproces is niet continu op het gaspedaal drukken en opbouwen, opbouwen, opbouwen. Soms valt er een stukje constructie naar beneden. En is een pauze nodig om dat te repareren. ‘Fouten maken mag’, vertellen we aan jonge mensen. Maar dat geldt ook voor leraren. Wanneer iets niet lukt, moeten we ons de tijd gunnen om een versnelling lager te schakelen, op adem te komen om te reflecteren. Als
29
leraar mag je ook gewoon zeggen ‘Nu even niet, sorry’. Die pauze helpt je hersenen net slimme beslissingen maken.” “Zowel in de sport als op school willen we vaak te snel resultaten boeken. Maar zonder geduld en overleg hang je meteen aan het plafond en voel je je op. Als sociaal werker botste ik daar heel snel tegen. Ik durfde geen hulp vragen want rond mij zag ik alleen maar collega’s die ook aan het plafond hingen. Alles zelf proberen oplossen, onvoldoende rust inbouwen, leraren herkennen dat ongetwijfeld. Een therapeut helpt me nu mijn formule te tekenen, mezelf in vraag te stellen en grenzen te trekken. ‘Yves Kabwe benadert in de tv-reeks FC United City Pirates de perfecte coach’, hoor ik soms. Ze dwalen: ook ik blijf elke dag zoeken hoe het beter kan. Dat ben ik aan mezelf, aan mijn collega’s en aan mijn voetballers verplicht.”
Kind aan boord Beeld Katoo Peeters Tekst Bart De Wilde
Je eigen (klein)kind in je klas, zie jij die rit zitten? Deze zes leraren wel. Ze staan voor Klasse stil bij hun keuze.
Beeldrepo
KNIPOOG IN DE KLAS “Dit schooljaar geef ik les aan mijn dochter Axelle in het vierde secundair. Vorig jaar ging goed, maar dat garandeert niets. ‘Zie je het nog zitten, nu je een jaartje ouder bent’, vroeg ik haar. Ja, dus. Ze neemt het met een knipoog op. Een les over ‘omgaan met kritiek’, benut ze om te vertellen over thuis. En op schoolreis ziet ze stiekem een kans om wat extra zakgeld te scoren.” — Lieselotte Smets, leraar Engels en godsdienst in OLVH Brugge
31
Klasse Magazine
Klasse Magazine
Beeldrepo
MEESTER OPA “‘In het weekend sluiten we de klasdeur en praten we over andere dingen’, sprak ik af met mijn kleindochter Liene. ‘En op school ben ik meester Wim.’ Dat vond ze allemaal dik oké. Een keer noemde ze me ‘Meester opa’. ‘Keigoed, Liene’, was mijn antwoord. ‘Nu nog opa vervangen door Wim en we zijn klaar voor een fantastisch jaar.’” — Wim Van Soom, leraar zesde leerjaar in GBS De Knipoog in Vorselaar
DEELMAMA “Lesgeven aan mijn eigen dochter voelt als een privilege. Ik mag alles vanop de eerste rij meemaken. Gelukkig vindt mijn dochter Lena het niet moeilijk om me te delen, wat niet altijd vanzelfsprekend is voor kleuters. Dat ik ook knuffel met haar klasgenoten, deert haar niet.” — Malar Gedopt, leraar derde kleuterklas in GO! Het Notendopje in Wijnegem
32
Klasse Magazine
BEESTJES IN DE KLAS “Deze zomer kroop de leefwereld van achtjarigen via mijn zoon heel subtiel mijn lesvoorbereidingen nog meer binnen. Orson is gek van dieren, net als veel leeftijdsgenoten. Dus mogen ze in de eerste les een insect verzinnen.” — Karolien Vanderstappen, leraar beeld in Academie Jan Portaels in Vilvoorde
33
Klasse Magazine
Beeldrepo
BABBELS MET COLLEGA’S “De voorbije drie jaar gaf ik les aan mijn zoon Emiel. Ik vroeg aan mijn collega’s om in de lerarenkamer niet elke keer over mijn zoon te beginnen. Dat heb je gelukkig zelf in de hand. Ik pols bij een kop koffie niet naar Emiel. Net zoals ik van toevallige ontmoetingen met vaders of moeders in de supermarkt geen oudercontacten maak.” — Jonas De Pauw, leraar L.O. en natuurwetenschappen in Maricolen Maldegem
34
Klasse Magazine
NUMMER ZESTIEN “Dit schooljaar geef ik vier uur les aan de klas van mijn kleinzoon Xander. Vorig jaar had ik hem in mijn derde leerjaar. Toetsen verbeteren is het moeilijkste. Ik ging het rijtje af, corrigeerde op nummer. Xander zat als zestiende in het pak. De kriebels om snel al even te kijken hoe hij het ervan af bracht, moest ik meermaals onderdrukken.” — Liesbet Janssens, vierde leerjaar GLS De Wegwijzer in Rijkevorsel
35
Klasse Magazine
Reportage
“Mijn les vertrekt bij mijn leerlingen” 36
Klasse Magazine
“Weet je wat ik dit weekend aan zee vond? Een zeester. Op een mossel! Eten zeesterren ook mosselen?” vraagt Inaya zich af. Oskar is onder de indruk van de bosbranden in Turkije en Spanje. “Ik zag op tv van die vliegtuigen om te blussen.” Maandagochtend. De kinderen van Johan zitten aan de kringtafel. Ze vertellen honderduit. Over wat ze meemaakten, wat ze zagen op tv, welke vragen dat bij hen oproept. “Haal mijn klas leeg als het moet. Zolang ik mijn ronde tafel heb, kan ik lesgeven. Iedereen is gelijk als we hier zitten. Geen plekje dat beter is dan een ander. En elke stem is even veel waard. Wat de kinderen in de kring vertellen, doet ertoe. Dat zeg ik niet alleen, dat merken ze ook wanneer hun vraag opduikt in werkstukken, tijdens projecten of op excursies. Reken maar: dat werkt motiverend.” MENU OF À LA CARTE? “Maandagavond ga ik meteen aan de slag met hun vragen. Zo vervaagt hun interesse niet en zit de hele klas nog op het puntje van haar stoel als je het weer over zeesterren hebt. Vrijblijvend onderwijs à la carte is dat allerminst. Ik selecteer onderwerpen waarop we dieper ingaan. Denk na over de leerdoelen die ik kan koppelen. Waak erover dat we ons niet verliezen in een onderwerp of op een dood spoor belanden.” “Ik stel een tekst samen op basis van de vertelkring en info die ik bij elkaar zoek. Een oefening in begrijpend en verwerkend lezen voor mijn kinderen, en tegelijk ontdekken ze hoe een zeester een mossel openwrikt. Ik koppel er meteen andere leerstof aan, haal er spelling bij. Wrikken of vrikken, wrak of vrak, vreten of wreten? Spelling, rekenen, wero … dat onderscheid tussen vakken voelt voor mij kunstmatig. Het motiveert leerlingen als ze beseffen hoe alles met elkaar verbonden is.” “Inzichten uit verschillende vakken combineren met eigen interesses doen ze ook als uit een toon- of vertelmoment een project voortvloeit. Een middeleeuwse potscherf op het strand leidde tot een project over archeologie. En het moet niet altijd met de hele klas: in eigen en gedeelde werkstukken zoeken ze antwoorden op hun verschillende vragen.” ZONDER SUIKER, GRAAG “Een student gaf een stageles over diagonalen. Inhoudelijk prima, maar helemaal ‘versuikerd’: verpakt in een blitse intro die met een brede bocht naar het lesonderwerp liep. Dat hoeft niet, vind ik. Zelf probeer ik ook niet alle leerstof krampachtig aan projectwerk te koppelen.”
Tekst Seppe Goossens Beeld Eva Vlonk
Leraar Johan Duyck gaat elke les op zoek naar het recept om gebeitelde leerstof met spontane vragen te combineren. Zijn leerlingen vinden het evenwicht tussen klassieke gerechten en eigen ingrediënten.
37
“Wij maken in De Koorddanser een onderscheid tussen boulot en travail. In de voormiddag boulot: belangrijke leerstof die je nodig hebt, punt. Hoofdrekenen, werkwoorden, spelling ... En in de namiddag maken we ruimte voor travail, ateliers, werkwinkels en projecten waarbij experiment en onderzoek de plek krijgen die ze verdienen.” “Inspelen op de interesses van je leerlingen is niet hetzelfde als enkel leuke dingen doen. Of weinig structuur bieden. Tijdens boulot hoor je
Klasse Magazine
Reportage
Wie is Johan Duyck? • leraar van de vierdejaars in Freinetschool De Koorddanser in Meulebeke • 37 jaar voor de klas • houdt van natuur beleven en bestuderen, van biotuinieren en verstilling
“Lesgeven is een berg beklimmen. Hoe je dat doet, maakt de berg niets uit”
38
Klasse Magazine
die hersentjes kraken als we hoofdrekenen. En tijdens travail moeten mijn leerlingen vaak lastige hordes nemen: opzoekwerk, mindmaps en presentaties maken. Maar omdat we vertrekken vanuit vragen die kinderen zelf aanbrengen, zijn ze dubbel gemotiveerd om die hindernissen te overwinnen. Vaak zie je dat ze die vaardigheden uit travail meenemen naar de werkwinkels die ze aan andere kinderen geven.” OP BESTELLING “‘Zoveel structuur in jouw lessen: dat had ik niet verwacht.’ Die verbaasde reacties van leraren uit andere scholen leggen een misvatting bloot. Ik bied in mijn klas ruimte voor zelfsturing. Maar ik laat mijn leerlingen niet aan hun lot over. Wanneer mogen mijn leerlingen zelf een stukje leerstof ontdekken? Waar ondersteun ik? Dat blijft zoeken. Mijn ervaring houdt me steeds vaker recht. En toch maak je soms foute inschattingen, loopt een kind even hopeloos verloren bij een werkstuk. Vallen en weer opstaan: ook dat hoort erbij.” “Vanuit de interesses van je leerlingen vertrekken en ze daarna rekken, het geeft voldoening maar vraagt ook veel. Zeker voor jonge leraren is dat een grote uitdaging. Want zonder een brede kijk of voldoende kennis van de wereld lukt het niet. Veel staat of valt met de kwaliteit van de leraar. Lerarenopleidingen moeten hun rol als poortwachter blijven spelen.” ALTIJD EEN TAFELTJE VRIJ “Wie vandaag voor de job kiest en het vuur in zich heeft, die moeten we alle kansen geven. Vrijheid, vertrouwen, kansen om te leren. Net als aan onze leerlingen. Daar ligt voor mij het antwoord op onze onderwijscrisis. Zelf verkies ik eigen lesmateriaal boven blaadjes omslaan in handboeken of methodes. Dat stukje autonomie geef ik niet graag af. Zolang de lessen top zijn, kan niemand daar toch iets op tegen hebben? Lesgeven is een berg beklimmen. Hoe je dat doet, maakt de berg niets uit. Stuur je leerlingen over de brede snelweg? Of neem je ze ook mee via bochtige binnenwegen? Wellicht zien ze daar nog het meest.” “School mag geen plek zijn waar je mensen afrekent. Op mijn eerste werkplek moest ik te vaak tegen een kind zeggen: ‘Jij past hier niet’. Verschrikkelijk, dat gevoel als je een kind opgeeft en naar een andere school stuurt. In mijn huidig team vechten we voor elk kind. Of dat altijd lukt? Sommige kinderen hebben nood aan nog meer structuur, of kleinere klassen. Voor die kinderen is buitengewoon onderwijs een zegen. Maar eerst halen we alles uit de kast, voor elk kind.” KOKEN DOE JE NIET ALLEEN “Als leerlingen hier buitenwandelen, hoop ik dat ze dat doen met voldoende zelfkennis en een nieuwsgierige blik. Zelfstandig, en tegelijk coöperatief ingesteld. Ga maar na: die compe-
39
tenties staan in elke vacature voorop. En toch hebben we er in onderwijs weinig aandacht voor. Belonen we volgzaamheid, laten we weinig ruimte voor initiatief. Ik geef mijn leerlingen de vrijheid om te ontdekken, om hun interesses na te jagen. En nee: dat staat niet haaks op een stevige kennisbasis. Dat tonen de resultaten van onze kinderen op de peilingstoetsen aan.” “Ik geef intussen 37 jaar les, sta al 33 jaar in het vierde leerjaar en vertrek nog elke dag met plezier naar de klas. Toen ik startte, zag ik oudere collega’s zonder boekentas naar huis fietsen. Terwijl ik straks met plezier nog twee uur werk. Dat mijn visie op onderwijs haarfijn bij mijn school past, helpt natuurlijk. Als leraar heb je altijd een zekere autonomie in je klas. Maar als je alleen staat in je aanpak, voelt dat ergens alsof je je team in de steek laat, je job niet goed doet. Ik prijs me gelukkig met mijn collega’s en directie. Het is elke dag een plezier om met zulke gedreven mensen samen te werken.” “Nieuw materiaal maken en zelf bijleren, geeft me energie. ‘De meester weet niet alles, jongens’: die nederigheid geef ik mijn klas mee. Zo beseffen ze hoe belangrijk het is om zelfstandig kennis te leren vergaren. Als leraar moet je een brede kijk op de wereld hebben. Hoe kan je leerlingen anders gidsen? En tegelijk krijgen ze op de juiste momenten kansen om het zelf uit te zoeken.”
Brief aan mijn jongere zelf Een vleugel, een kast vol partituren, een handvol instrumentenkisten op de grond. Toms huis ademt muziek. De snaren van zijn viool vibreren in de academie en af en toe op het podium. Maar zijn andere missie vindt hij even ambitieus: kinderen samen aan het zingen krijgen op school.
Amai Tom, Eén repetitie van een verplicht eerstejaarsvak aan het conservatorium. Meer was er niet nodig om je te laten betoveren door de magie van het samen zingen. Tijdens diezelfde les kiemt je missie: zou het niet geweldig zijn als je dat gevoel kon overbrengen op andere kinderen? Niet alleen in de academie, maar ook in scholen, zodat iedereen van de verbindende kracht van samen zingen kon proeven? Het is alvast de meest laagdrempelige vorm van actief musiceren, met je eigen stem als instrument. Wat niet wil zeggen dat het zomaar ‘samen liedjes zingen’ is. Het moet muzikaal, stemtechnisch en didactisch goed zitten, maar zo professioneel ben jij wel. Denk dus niet dat wat jij zal realiseren minder ambitieus is dan wat je medestudenten na het conservatorium gaan doen. Beloof me dat het instant plezier bij de kinderen én jezelf altijd blijft primeren. Acht- tot twaalfjarigen zijn zó dankbaar: veel fantasie, weinig gêne. Maar besef tegelijk hoeveel impact je hebt. Verlegen kinderen durven zich te smijten, ‘moeilijke’ leerlingen vinden – vaak tot verbazing van de klasleraar – een positieve manier om zich uit te drukken. Loop een extra mijl voor wie nog geen Nederlands kent. Zie het als een heerlijke kans om de universele taal van de muziek te benutten. Begin je les zonder woorden, gewoon voordoen en nadoen. Dan ervaart zo’n kind: dit kan ik! Kies voor een mix van Nederlandstalig repertoire en liederen in een vreemde taal, die zijn voor de hele klas even moeilijk. Durf tegelijk streng zijn. Aan drie regels heb je genoeg. Eén: als de meester voorzingt, luisteren we actief. Twee: als een klasgenoot alleen zingt, lachen we niet. Drie: schreeuwen is niet zingen. Leg je lestempo hoog genoeg, zo is er geen tijd voor afleiding. En bereid je klasopstelling en lesopbouw goed voor. Vertrek onderaan de ladder, binnen ieders comfortzone: in de handen klappen bijvoorbeeld, altijd veilig, nooit weerstand. Ja, soms zal je thuiskomen van een school en denken: dat ging niet vlot. Weet dat dat negen op de tien keren komt omdat jij een slechte dag had – die andere keer was het wellicht vrijdagnamiddag. Je bent nu eenmaal een spiegel voor de leerlingen. Gelukkig ook in de positieve zin: als jij goedgezind bent, straalt dat net zo goed op hen af. En tot slot: blijf zelf zingen in groep! Dat is niet alleen leuk, je leert ook bij voor je lespraktijk als je af en toe nog eens aan de andere kant zit.
P.S. Vergeet je niet die viool – je eerste liefde – geregeld uit haar kist te halen? Tekst Nele Beerens Beeld Tine Schoemaker
Brief
Wie is Tom Johnson? • studeerde viool en koordirectie aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen • geeft viool in Academie Borgerhout en samenzangvakken in Podiumacademie Lier • besmet via Zuidgeluid, opMaatorkest, Koor & Stem en ‘t Zingend Schip basisscholen met de muziekmicrobe
41
Klasse Magazine
Klasse Magazine
Reportage
“Leerlingen weten vaak niet dat ze mantelzorger zijn” Tekst Maaike Van Melckebeke Beeld Damon De Backer
Een op de vijf Vlaamse jongeren groeit op bij een gezinslid met een slepende ziekte of beperking. Die zorg heeft een grote impact, weten ze bij VIVATO in Kortrijk. “We werken samen aan een mantelzorgvriendelijke school, maar pamperen niemand”, zegt leerlingen begeleider Goedele Vandenbussche.
“Na het project besloten we om mantelzorg op te nemen in de een-op-eengesprekken met de klasmentor in het begin van het schooljaar. We lichten het begrip toe én we vragen expliciet of leerlingen mantelzorger zijn. Tieners staan er vaak niet bij stil dat ze zorgen voor iemand. En ze beseffen niet altijd dat we als school rekening kunnen en willen houden met hun context thuis.”
“Een psychisch kwetsbare vader, een zus met een ernstige gedragsstoornis, anderstalige ouders voor wie de kinderen tolken: jongeren die thuis zorgen dragen, kunnen minder kind zijn. Terwijl hun vrienden praten over het volgende feestje, piekeren zij over hoe ze thuiskomen ’s avonds. Ook op school heeft het gevolgen. Niet kunnen studeren door een crisis thuis, te laat komen omdat ze voor een broertje moeten zorgen of negatief gedrag stellen in de klas als uitlaatklep voor stress.”
ZELF INITIATIEF NEMEN “Het is niet zo dat leerlingen die mantelzorger zijn automatisch een beroep kunnen doen op een pakketje zorgmaatregelen. We willen niet pamperen. Bovendien: de jongeren vragen daar zelf niet om. De school is vaak de enige plek waar onze mantelzorgers nog kind kunnen zijn. Voor hen is het heel belangrijk dat ze hier normaal behandeld worden. Maar als leraren op de hoogte zijn, vallen alarmsignalen sneller op.”
“Toen mantelzorgvereniging Samana ons een viertal jaar geleden contacteerde met de vraag of ze iets mochten organiseren rond jonge mantelzorgers, wist ik weinig van het thema. De dag vol workshops die we toen samen hebben opgezet, was een eyeopener. Ik schrok echt van de cijfers (zie box). Maar wat het meest bleef hangen, waren de getuigenissen van enkele leerlingen. Die brachten mooie gesprekken op gang in de klas. Pas door het thema op tafel te brengen, kwam bij velen het besef: hé, ik ben ook een mantelzorger.”
“Ook voor de leerling is het fijner. Ze hoeven niet steeds opnieuw hun hele situatie uit te leggen, al helemaal niet in het bijzijn van de hele klas. In de meeste gevallen is het niet de leraar die de leerling aanspreekt, maar andersom. Daar streven we naar. We willen onze jonge mantelzorgers stimuleren om zelf initiatief te nemen. Want de kans is groot dat de zorg niet stopt wanneer ze de school verlaten. Door hen te leren om erover te praten, oplossingen te
42
Klasse Magazine
Wie is Goedele Vandenbussche? • leerlingenbegeleider, leraar en stagebegeleider • werkt in RHIZO VIVATO, een schoolcampus voor 7 bso en tso • orthopedagoog van opleiding
“Op school kunnen onze mantelzorgers nog kind zijn” 43
Klasse Magazine
Reportage
zoeken en hulp te vragen, versterken we hun weerbaarheid op lange termijn.” “Welke steun we bieden, hangt af van de leerling. Een leerling die thuis voor haar broertje zorgt mag wat minder uren stage doen, op voorwaarde dat ze haar doelen kan halen. Iemand die zijn huistaak niet kon maken omdat hij de hele avond in het ziekenhuis zat met zijn mama, kunnen we uitstel geven. En wie een rustige plek zoekt om te studeren, mag wat langer op school blijven. Soms verwijzen we hen door naar organisaties als CAW, thuiszorg, rouwkampen of brussenwerking. Maar heel vaak volstaat het voor leerlingen om gewoon even te praten.” SOMS WREVEL “Het loopt niet altijd perfect. Zo zien we dat er in de klas soms wrevel ontstaat omdat een leerling minder uren stage moet doen of te laat mag komen. Dan gaan we voor een klas gesprek, in samenspraak met de leerling. Wanneer zo’n jonge mantelzorger zijn situatie toelicht en klasgenoten vragen mogen stellen, komt er meteen meer begrip.” “Ook grenzen stellen blijft een uitdaging. Zo hadden we een leerling die zich in de les vaak negatief gedroeg. Babbelen, brutale opmerkingen maken, bewust te laat komen … Ze had in haar startgesprek aangegeven dat haar mama psychisch ziek is, waardoor er thuis een heel sombere sfeer hangt. Toen we het gesprek aangingen over haar gedrag, legde ze zelf de link. Ze zei dat het thuis zo lastig is, dat ze zich op school wil uitleven. We tonen dan erkenning, zoeken mee naar oplossingen en geven haar de kans om te ventileren. Maar tegelijk geven we aan dat we haar gedrag niet aanvaarden.” KOSTBARE COMPETENTIES “Omdat onze leerlingen ouder zijn dan achttien, worden de ouders niet automatisch betrokken. Maar ik moedig het wel aan. Veel jongeren houden zich sterk thuis. Ze zwijgen om hun ouders te beschermen, ‘want die hebben al zorgen genoeg’. Mooi, maar soms is de last op hun jonge schouders te groot. Dan gebeurt het dat we, opnieuw in samenspraak met de leerling, ouders uitnodigen. Dat zijn geen gemakkelijke gesprekken. Ouders zitten vaak met een groot schuldgevoel. Maar door samen aan tafel te zitten, komt de dialoog tussen ouder en kind opnieuw op gang. Heel mooi om te zien.” “Evengoed zijn er jonge mantelzorgers die nooit langskomen voor een gesprek. Wie een goed netwerk heeft en erin slaagt om er open over te praten met vrienden, is vaak veel weerbaarder. Jonge mantelzorger zijn, heeft niet automatisch of uitsluitend negatieve gevolgen. Dat benadrukken we bij onze leerlingen. Wie zorgt voor een ander, bouwt kostbare competenties op als empathie of maturiteit.”
44
MEER GEWICHT IN DE LESSEN “Ik ben nog altijd heel blij dat we ‘ja’ hebben gezegd op de vraag van Samana. Het is zo’n verrijking. Voor de leerlingen, maar ook voor ons. Oké, onze prioriteit op school is leren. Maar we mogen niet blind zijn voor de moeilijke thuissituatie van leerlingen. Ook in onze lessen geven we het thema meer gewicht. Het is belangrijk dat de latere zorgkundigen, kinderbegeleiders en opvoeders oog hebben voor mantelzorgers, hen respect tonen en vlot met hen samenwerken.” “Of ik tips heb voor andere scholen die werk willen maken van een mantelzorgvriendelijke school? Ja, zorg dat het thema gedragen wordt door het hele team. Dialoog en verbinding moeten deel uitmaken van de cultuur op school. Anders gezegd: in een school waar in de klas ruimte is om over moeilijke thema’s te praten en waar leraren aanspreekbaar zijn, zal een leerling veel sneller geneigd zijn om een gesprek aan te gaan. Live tussen de lesuren of via een mailtje in je inbox.”
Jonge mantelzorg in cijfers 21 procent van de Vlaamse jongeren tussen elf en achttien jaar groeit bij een gezinslid met een bijzondere zorgnood. 5 procent van alle jongeren (ca. 27.000) neemt om die reden thuis meer dan gebruikelijk taken en verantwoordelijkheden op. Jonge mantelzorgers hebben vaker een lagere sociaaleconomische status. In vergelijking met leeftijdsgenoten die geen mantelzorger zijn, maken ze zich vaker zorgen, kampen ze vaker met gezondheidsklachten en rapporteren ze meer en regelmatig slaaptekort en zelfdodings gedachten. Bron: ‘Jonge mantelzorgers in de kijker’, Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (2021)
Advertentie
Klasse Magazine
Lezersvraag
Lerarentekortjes
Een klein beetje oorlog LEZERSVRAAG: Dag Klasse. Ik had een geweldig lesidee, maar een collega zag het en liep ermee weg. Dat is niet de eerste keer, en toch durf ik er niets van te zeggen. Help!
Dag Carla, Ik zeg het meteen zoals het is: als je je collega niet op z’n plek zet, maak je je schuldig aan conflictvermijdend gedrag. Conflict. Vermijdend. Gedrag. In deze woelige tijden van oorlog en crisis klinkt dat begrip als een lekker warm dekentje. Sterker nog: bij het horen van die woorden in één zin geeft ons brein ons meteen een shot verdovende stoffen. Goed bezig, zalig.
— Carla uit Scherpenheuvel
Maar niet met mij. Want weet je, Carla? Door braaf de vrede te bewaren doe je meer kwaad dan goed. Je doet me denken aan mijn lief. De printer is de hele tijd bezet omdat de zoon van een collega rijexamen heeft? Haar Cola Zero verdwijnt mysterieus uit de koelkast in de lerarenkamer? De docent voor haar gaat een kwartier over tijd in haar lokaal? En dat kan allemaal maar, ze zegt daar nooit iets van! Grappig wel: studenten die twee minuten te laat zijn, geeft ze onder hun voeten, maar die collega die zich een kwartier extra lestijd permitteert, krijgt een glimlach. Want zo zijn ze dan, de lieve, conflictvermijdende maar inconsequente bewakers van de Grote Vrede.
Tekst Peter Mulders Illustratie Amber Gyselings
Wel, Carla, fok da. Speak up! Zwijgen brengt je echt nergens. Wie mij kent, weet: ik ben een zelfverklaard ervaringsdeskundige in het open gesprek, de volle discussie en het halfzachte conflict. Ik ben een conflict-believer: Met een simpele “hey, maak je lessen eens zelf”, beweegt er tenminste iets. Zou een heel klein beetje oorlog …? Sowieso! Oorlog ligt natuurlijk gevoelig, zelfs als het maar een heel klein beetje is. Ik scoor nergens punten als ik je munitie geef om een collega af te kraken. En trouwens, wie ben ik? Net zoals jij je mening vliegensvlug inslikt, spuw ik die van mij er razendsnel uit. Als een aangeboren reflex. Misschien verschillen we helemaal niet zo veel? Daarom zocht ik advies op Google, voor ons allebei.
OPROEP Leraar zijn, het is een zoektocht. Beantwoord ik een vraag over mijn privé leven? Hoe hou ik het voor mezelf interessant? Maar ook: een computer die voor de derde keer niet opstart of een leerling die je achtervolgt tot in je dromen.Voor al die issues: één adres. Peter@klasse.be
Tip 1: stel de confrontatie niet uit. Niet moeilijk voor mij, maar wel een werkpunt voor jou? Tip 2: vorm kritiek om tot feedback en spreek vanuit de ik-vorm. Ow, dat is lastiger. En tip 3: luister en toon begrip, probeer samen tot een oplossing te komen. Euh? Wacht. Co-teaching, Carla, zegt je dat iets? Als die collega toch je lessen steelt, moeten jullie ze misschien samen geven? Kan je dat eens vragen? Maar wel opletten dat je niet alles zelf moet doen! Speak up! Succes!
47
Reportage
Klasse Magazine
De directeur
“Een kleuterschool mag geen bewaarschool zijn” Tekst Simon Verbist Beeld Kevin Faingnaert
49
Klasse Magazine
Reportage
Van taalleraar in het secundair naar directeur in het kleuteronderwijs: Tine Witvrouwen maakte drie jaar geleden de switch. Samen met het team van De Luchtballon in Herenthout gaat ze voor meer structuur en frist ze de taalaanpak op. “Hoge verwachtingen mogen ons ook bij kleuters niet afschrikken.”
Wie is Tine Witvrouwen? • gaf 10 jaar Nederlands en Engels in College Hagelstein in Sint-Katelijne-Waver • sinds 2019 directeur van Vrije Kleuterschool De Luchtballon in Herenthout • leidt een ploeg van 26 collega’s, inclusief vrijwilligers
“Toen mijn oude kleuterschool drie jaar geleden een nieuwe directeur zocht, stond ik voor een dilemma. Ik gaf Nederlands en Engels in een secundaire school, deed dat graag, maar voelde me ook klaar voor een nieuwe uitdaging. Een team aansturen, werken aan iets wat het klaslokaal overstijgt: bij het lezen van die vacature, borrelde de goesting op. Directeur worden in het secundair, zag ik niet zitten. Alleen al het secretariaat is daar een klein bedrijfje. Geef mij maar de gesprekken met ouders aan de schoolpoort en de kans om in een klein team iedere collega écht te kennen.” “Toch klonk dat stemmetje in mijn hoofd: was een taalleraar uit de eerste graad van het secundair wel de geschikte persoon om aan het hoofd te staan van een kleuterschool? Aan de pluskant stond dat ik als mama van twee kindjes dagelijks affiniteit met de leefwereld van kleuters opbouw. En ik had nog een hele zomer om me in te lezen, didactisch materiaal te doorspitten en gesprekken aan te knopen met bevriende kleuterleraren. Dus ik sprong. En ik kreeg de job.” SMELTENDE IJSKAPPEN “Die nieuwe doelgroep was zeker niet mijn grootste uitdaging, stel ik intussen vast. Kleuters lijken op pubers: ze tonen hevige emoties, vragen structuur, tasten grenzen af. We onderschatten vaak wat ze al kennen en kunnen. Neem nu onze oudste kleuters. Die werken rond het thema Noordpool. Ze hebben het in de klas niet alleen over de Inuit of de dieren die daar leven, maar ook over de maatschappelijke problemen zoals de smeltende ijskappen. Te complexe materie voor kinderen van vijf jaar? Dat denk ik niet. Het thema bleef in ieder geval nazinderen op school én thuis. In de autorit naar huis liet een kleuter aan zijn mama weten ‘dat die gassen niet goed waren voor het milieu’. Wat kinderen op die leeftijd al oppikken, is spectaculair.”
“Kleuters lijken op pubers: ze tonen hevige emoties, vragen structuur, tasten grenzen af”
50
“De kleuters bouwden ook een iglo na met blokken. Om de juiste afmetingen te respecteren, haalden ze hun meetlat boven. Een mooie kans om wiskunde te initiëren. Hoge verwachtingen mogen ons niet afschrikken. Een kleuterschool mag geen bewaarschool zijn: we willen de tijd op school waardevol invullen met een mix van leren en spelen. Leraren kunnen in iedere kleine of grote activiteit in de kleuterklas doordachte leerdoelen stoppen.” MINDER BOEKEN MAAR BETER “Oude liefde roest niet: ook in de kleuterschool wil ik de lat voor taal hoog leggen. Dat werd onze eerste prioriteit, na een rondje leerrijke kennismakingsgesprekken en klasbezoeken. Onze werkgroep taal zette de voorbije drie jaar al veel in gang. Elke klas heeft nu een leeshoek met kwaliteitsvolle kinderen prentenboeken. We kochten tablets aan en linken met QR-codes naar digitale boeken, investeerden in een taalmuur
Klasse Magazine
“We werkten stapels boeken weg op onze voorleesmomenten, maar we wisten niet of elk kind het verhaal snapte”
en stelden een meerjarenplan op rond klankbewustzijn. Onze zorgcoördinatoren ondersteunen het team bij taalachterstand. Zij volgen de vorderingen van de KOALA-testen op en geven extra taalimpulsen aan kleuters die het nodig hebben. Die nemen ze even apart om ze via preteaching voor te bereiden op een boek of er achteraf nog eens door te gaan.” “Ook de manier waarop onze leraren voorlezen, stelden we scherp. Vroeger lazen we tijdens het kringmoment elke keer een nieuw boek voor. Op een maand tijd werk je dan een hele stapel kinderboeken weg. Dat lijkt indrukwekkend, maar zo kan je onmogelijk achterhalen of alle kinderen mee zijn. We veranderden van koers en kozen voor interactief voorlezen. De vragen die je daarbij aan kleuters stelt, mogen best uitdagend zijn. We grijpen te snel naar gesloten vragen als: ‘Welke kleur heeft het haar van Sander? Bruin’ of ‘Is Lisa verliefd? Ja’.” “Wij dagen ze uit met open vragen die je niet kan beantwoorden met één woord: ‘Met welk probleem zit Lisa?’ en ‘Hoe zou ze dat kunnen oplossen?’ Of we laten hen de gebeurtenissen uit het boek in de juiste volgorde rangschikken. Door
51
boeken op die manier uit te spitten, werk je niet alleen aan taalvaardigheid en woordenschat, maar ook aan verhaalbegrip. Eigenlijk introduceren we zo begrijpend lezen. Het resultaat: we lezen minder boeken op een jaar. Maar wel grondiger. En we delen de klasgroep soms op: meer kans om iedereen actief te betrekken.” BRUGJE NAAR HET LAGER “Taalkansen benutten we op elk moment van de dag. Bij het knutselen vragen leraren welk opschrift er op de kindertekening moet komen. Door stil te staan bij het verschil tussen letters, woorden en zinnen maken ze kleuters vertrouwd met geschreven taal, nog voor ze echt kunnen lezen of schrijven. Ons team gebruikt daarbij hetzelfde lettertype als de leraren in de lagere school. Met kleine ingrepen zorg je voor continuïteit en maak je de overgang van kleuter naar lager kleiner.” “We gingen nog verder: want ook al zijn we twee autonome scholen met aparte directies, we delen wel hetzelfde terrein en werken met dezelfde leerlingen.
Klasse Magazine
Reportage
“We willen in onze communicatie naar ouders tonen hoe mooi en belangrijk de kleuterklas is”
Klasse Magazine
Verbinding maakt ons allebei sterker. We installeerden een wekelijks directieoverleg waarin we uitzoeken hoe we elkaar kunnen versterken of ontlasten. Daarnaast zoeken nieuwe, overkoepelende werkgroepen uit hoe we het werk kunnen verdelen. En onze nieuwe aanwinst heet Bistro: een grote, gedeelde lerarenkamer waar leraren kleuter en lager elkaar treffen. Over het muurtje kijken en samenwerken, houden het team fris.” HOEKEN EN STRUCTUREN “Toen ik het roer van deze kleuterschool overnam, lagen de werkpunten van het vorige inspectieverslag nog in de kast te wachten. Het ontbrak de school aan structuur, samenhang en visie. Iedereen leverde prima werk in het eigen klaslokaal, maar we wisten onvoldoende wat daarbuiten gebeurde. We sloopten de spreekwoordelijke muren met een gemeenschappelijke agenda, heldere teamafspraken en doelgerichte acties.” “Een voorbeeld: de inrichting van de hoeken varieerde sterk van klas tot klas. Daar trokken we met het team vrij snel een duidelijke lijn in. Ons gezamenlijk doel? Een rijke leeromgeving creëren. Een plek waar ze onder onze begeleiding dingen ontdekken en waar we interactie uitlokken. Natuurlijk mag elke leraar eigen accenten leggen, maar iedereen weet nu aan welke voorwaarden een goede hoek moet voldoen. In de bouwhoek vinden kleuters bij ons niet langer alleen Knex en Duplo, maar ook natuurlijke en onaffe materialen. Ze maken er constructies met laminaatplanken, touwen, kartonnen kokers en stenen. Met gerief dat thuis niet in de slaap- of speelkamer staat, willen we hun creativiteit aanwakkeren.” “We geven kinderen kansen om hoeken mee in te richten en leraren bewaken dat er een groeilijn in zit. Elke klas heeft een huis- of poppenhoek. In de derde kleuterklas maakten de kinderen er zelf een klaslokaal uit de lagere school van. Daarvoor deden ze inspiratie op tijdens integratiemomenten in het eerste leerjaar. Een andere klas bouwde na een uitstap naar Planckendael de hoek om tot een dierentuin. Kooien maken met planken, dierennamen uitvinden en noteren … Je vuurt hun fantasie en zin voor initiatief meer aan dan bij een traditionele speelhoek én je behaalt een pak leerdoelen.” PANDAATJE89 “Interne en externe communicatie zaten ook te versnipperd: in de lagere school gebeurde dit zus, bij ons zo. Nu communiceren we allemaal vanuit één schoolapp. Of het nu om schoolnieuws gaat, info voor een klas of de persoonlijke agenda van je kind: het zit allemaal gebundeld op die ene overzichtelijke plek. Meer duidelijkheid, minder tijdverlies. Ook geen mails van pandaatje89@hotmail.com meer: iedereen gebruikt nu een professioneel mailadres van de school. En om de werk-privébalans te bewaken, kiezen we ervoor om geen persoonlijke gsm-nummers aan ouders door te geven.”
53
“Een imago bouw je vooral op door goed beleid en sterke lessen. Maar omdat elk detail telt, pasten we ook ons schoollogo aan. Op de oude afbeelding hingen er precies zieke kindjes uit de luchtballon. Nu zie je dat ze een fijne tijd hebben, dat ze met grote ogen naar de wereld kijken. We willen in onze communicatie naar ouders en de buitenwereld fierheid uitstralen, tonen hoe mooi en belangrijk de kleuterklas is. En onze frisse aanpak etaleren. Op Facebook en Instagram kan je er niet omheen: onze school staat voor zorgzaamheid, interactie, welbevinden en beweging. In onze stories vind je die tags telkens terug.” CRISIS EN KEUZES “Als nieuwe directeur wil je door de school wervelen. Je droomt van veel, en het liefst nu. Natuurlijk kan dat niet. Maar in drie jaar tijd verzetten we wel al bergen. Werkgroepen voor taal en wiskunde draaien op volle toeren, er zijn duidelijke roosters en afspraken over budgetbeheer, de band met de lagere school werd closer. Een mooi lijstje, ons team mag terecht trots zijn.” “Zeker omdat een hoop onverwachte obstakels ons pad kruisten: twee maanden na mijn aanstelling begaf de elektriciteit het. Daarna de verwarming. En toen die infrastructurele werken achter de rug waren, spoelde corona aan. Het was telkens schipperen tussen beredderen en nieuwe dingen realiseren. Je wil je op personeelszaken focussen, maar je komt alleen aan crisismanagement toe. Toch bouwden we veel vertrouwen op. We weten nu met tweehonderd procent zekerheid: we laten elkaar niet in de steek als het wat minder gaat.” “Niet alle plannen staan al in de steigers. Sommige zaken moeten gewoon even wachten. Onze visie op sociale vaardigheden, bijvoorbeeld. Hoe gaan we als school om met moeilijk gedrag? Een aantal leraren heeft nu een time-outhoek, andere collega’s gebruiken een stoel of straffen nooit maar gaan met hun kleuters in gesprek. Hoe trekken we aan één zeel, zodat schoolkeuzes echt zichtbaar worden tot in elke klas? Idealiter hadden we nu al een plan, maar pas dit schooljaar gaat de werkgroep ermee aan de slag. En we dromen van een groene speelplaats. Maar dat is een dure investering voor later. We willen het goed doen: een nieuw fietsparcours aanleggen, bomen aanplanten voor extra schaduw en om de bodem te ontharden, speelplekjes maken. Daar wachten we vol ongeduld op. Maar eerlijk: een perfecte school waar niets meer voor verbetering vatbaar is, bestaat die wel? En wil je daar eigenlijk wel werken?”
Klasse Magazine
Onderzoek
Haal meer uit feedback Tekst Bart De Wilde Beeld Katrijn Van Giel
Is feedback een cadeau? Dan toch eentje dat vaak in de verpakking blijft liggen. En stoppen leraren veel tijd in feedback maar hun leerlingen weinig? Onderzoekers Stijn Vanhoof en Geert Speltincx kennen de frustraties maar zien ook veel moois in de klas. Leraar Dorien neemt je mee in haar zoektocht. Geert Speltincx: “Feedback blinkt bovenaan de lijst met effectieve interventies van EEF. Het is inderdaad ontzettend krachtig als leermiddel. Maar de toolkit presenteert een gemiddelde. Als je in overzichtsstudies graaft, stoot je ook op dit cijfer: dertig procent van de onderzoeken stelt vast dat feedback niets oplevert of zelfs het leren hindert. Hoe meer feedback, hoe beter, die vlieger gaat dus niet op. Natuurlijk fronsen leraren dan de wenkbrauwen. Hoe zit het nu?” VEELGEHOORDE PIJNPUNTEN Stijn Vanhoof: “Eerst even geruststellen: als je het goed aanpakt, werkt feedback wel degelijk. We zien in de klas voortdurend mooie werkvormen. Maar we horen ook frustraties. Een belangrijke: leraren stoppen veel tijd in feedback maar leerlingen doen er onvoldoende mee. Durf daarom je aanpak en routines in vraag te stellen. Misschien wil je volledig zijn, maar blaas je je leerlingen omver met te veel input: wow, ik kon er echt niets van, denken die dan. Dat ze er daarna niets mee doen, was natuurlijk nooit je plan. Of misschien geef je te gedetailleerde feedback. Kort door de bocht: een leerling klikt dan zonder te kijken op ‘accept all’ en zijn taak is klaar. Jij werkt hard, je leerling niet.” “Nog eentje: positieve feedback is natuurlijk belangrijk, maar je kan je daarmee ook overdrijven. Dan raken leerlingen snel afhankelijk van je louter bemoedigende reacties als ‘goed gewerkt’. Terwijl je leerlingen echt wel de weg mag wijzen die ze nog moeten afleggen om tot een goed eindresultaat te komen. Wie alleen zalft, laat de lat zakken. Ongewild, maar de leerlingen hebben dat door. Dus als je wil motiveren met feedback, weet dan dat niets zo motiverend is als vooruitgang boeken.”
54
Wie is Stijn Vanhoof? • stafmedewerker onderwijsontwikkeling aan KdG-Hogeschool • was jarenlang leraar STW en praktijklector aan de lerarenopleiding • auteur van ‘Feedback in de klas’
Klasse Magazine
ONDERWIJSINTERVENTIES ONDER DE LOEP
Deel 5: feedback IMPACT: KOST: $ BEWIJSKRACHT: De Education Endowment Foundation (EEF) werkte een Toolkit uit die conclusies uit onderwijsonderzoek presenteert. Het resultaat is een ‘menukaart’ die het potentiële effect, de empirische evidentie en de kostprijs van interventies rangschikt, bespreekt en in perspectief plaatst. De Toolkit doet geen definitieve uitspraken over wat in een specifieke school werkt. Maar ze biedt info aan directeurs en leraren die eerst vertrekken vanuit een onderzoeksvraag en dan uit een scala aan interventies onderbouwde keuzes willen maken, aangepast aan hun context.
Wie is Geert Speltincx? • diensthoofd onderwijsontwikkeling aan KdG-Hogeschool • gaf didactiek en pedagogische vaardigheden aan de lerarenopleiding • auteur van ‘Feedback in de klas’
55
Klasse Magazine
Onderzoek
“In de ideale wereld vragen leerlingen zelf om feedback” Geert Speltincx: “Feedback komt ook nog te vaak na een leerproces. Maar in uitgebreide rapportcommentaren of examenbesprekingen ligt niet de sleutel voor sterke feedback. De timing zit fout. Leerlingen weten: dit gesprek even uitzitten en het weekend start. Logisch dat de helft van de leraren dan ontkennend antwoordt op de Teacher Tapp-vraag of leerlingen aan de slag gaan met hun feedback. Maar waarom schaven we niet bij als feedback zijn doel voorbijschiet? ‘Omdat we het al jarenlang doen’, klinkt het dan. Of ‘omdat iedereen het verwacht.’” FEEDBACK EN LESONTWERP Geert Speltincx: “We beseffen al lang dat iets vertellen in de klas niet garandeert dat leerlingen iets leren. Bij feedback is dat inzicht minder ingeburgerd. En toch: zelfs al voldoet je feedback aan alle regels van de kunst, als je leerlingen er niets mee doen, is het tijd verlies. Je moet feedback slim meenemen in je lesontwerp. Het start met duidelijke kwaliteitsverwachtingen. Jij kent die als leraar, maar je leerlingen tasten nog te vaak in het duister: waar ligt de eindstreep precies?” Stijn Vanhoof: “Sommige leraren lossen dat mooi op door voorbeelden van vorig jaar te tonen. Ze delen er drie uit aan de klas, vragen wat goed zit, en waar werk aan is. Eindig die werkvorm dan met een brugje naar hun eigen werk. ‘Welke stap kan je zetten nu je die drie taken zag?’ Een variant daarvan kan zelfs in de kleuterklas. Laat je je leerlingen een kasteel bouwen? Dan kan je vooraf zelf drie voorbeelden ontwerpen en aan je kleuters vragen: ‘Wat is een echt kasteel? Wat lijkt meer op een huis, waarom?’” “Met goede werkvormen kan feedback vluchtig en klassikaal. Denk aan een exit-ticket of scharnierpunt-vraag om te checken of je leerlingen de kern van de les opgepikt hebben. De individuele antwoorden scan je snel en kleur je groen, oranje of rood. Bij de start van de volgende les stel je opnieuw een vraag – of drie, je kan differentiëren – en zoeken je leerlingen uit wat ze beter deden. Extra voordeel, zeker als je een- of twee-uursvakken geeft: het kost je niet eens zoveel tijd.” LEREN VAN KLASGENOTEN Geert Speltincx: “Feedback van leraren zal correcter zijn dan van klasgenoten. Maar ze hebben
56
allebei een positief leereffect. Crucialer dan ‘wie geeft de feedback’ is de vraag ‘wanneer steken mijn twintig leerlingen het meeste op in de tijd die ik heb’. Als je leerlingen nooit op elkaars werk laat reageren, mis je leerkansen. EEF registreert ook kleine kwaliteitsverschillen tussen verbale, schriftelijke of digitale feedback. Maar als startpunt van een leerproces tillen ze allemaal je leskwaliteit omhoog.” Stijn Vanhoof: “Dat we feedback niet graag in handen van peers geven, wordt vaak ingefluisterd door negatieve ervaringen. Het beste resultaat krijg je als leerlingen elkaar feedback mogen geven op opdrachten die ze relatief vaak doen. Na x-aantal presentaties, laboverslagen of schrijfopdrachten weten ze welke kwaliteit je verwacht. Staar je niet blind op de ontvangende leerling. Ook voor de feedbackgever die actief nadenkt over een taak, is het een waardevol leermoment.” EVALUATIE UITSTELLEN Geert Speltincx: “Uit onderzoek blijkt dat als leerlingen eerst over hun eigen werk reflecteren en jij pas daarna met jouw inzichten komt, je een groter leereffect bereikt dan wanneer je als leraar meteen aan zet komt. In de ideale wereld vragen leerlingen dus zelf om feedback, aan elkaar of aan de leraar. Maar hoe krijg je tieners zover als zelfs volwassenen een lastige relatie hebben met ongewenste commentaren?” “Het helpt niet dat we de gewoonte hebben om een taak uit te delen en de eerste versie als eindproduct te evalueren. We spelen daarmee een beetje op veilig: want hoe becijfer je later de hulp die leerlingen kregen? Maar om echt te leren, moeten we de evaluatie durven uit te stellen en feedback als essentiële tussenstap zien. Na een eerste versie wijs je de drie belangrijkste werkpunten aan, niet meer. ‘Werk op je werkwoordstijden, je overgangen en je hoofdletters, daarna kijken we verder.’” Stijn Vanhoof: “Tot slot: zelfs al ken je de theorie en werkvormen over feedback op je duimpje, in de klas blijft het worstelen met tijd, met de mindset van je leerlingen. Je feedback zal nooit helemaal perfect zijn. Maar er is groeimarge: wil je er een werkpunt van maken, ga dan vier, vijf jaar op pad en geloof niet in reuzenstappen of mirakeloplossingen.”
Klasse Magazine
Wie is Dorien Baele? • leraar Nederlands en Engels in SVI Gijzegem • dertiende jaar voor de klas • neemt enkele uren op als zorgleraar en start in bijberoep anderwijs-coaching.be
IN DE KLAS Dorien Baele: “Tijdens mijn eerste jaren voor de klas pakte ik feedback redelijk klassiek aan. Het zwaartepunt lag na toetsen of taken. Maar al mijn inspanningen om een cijfer te duiden en uit te leggen hoe het beter kan, vielen regelmatig op een koude steen. Leerlingen willen hun punten weten, mijn uitgebreide commentaren klasseerden ze. Frustrerend. De balans was helemaal uit evenwicht: ik bood feedback op een schoteltje aan, leerlingen deden er weinig mee.” “Intussen draaide ik de knop om. Feedback werd een essentieel onderdeel van mijn lesontwerp. Het ligt nu tijdens het proces. Ik toon leerlingen voorbeelden van vorig jaar vóór ze aan een schrijftaak beginnen of als ze een eerste versie klaar hebben. Ze krijgen de opdracht om sterke en zwakke punten te benoemen. Dat wil ik in de toekomst nog vaker doen.” “Ik tik niet langer kant-en-klare oplossingen, maar geef leerlingen aandachtspunten op een paar aspecten (woordenschat, opbouw) die ze zelf moeten verwerken. En bij een nieuwe opdracht mogen ze de korte opsomming van hun belangrijkste feedbackpunten van vorige keer als een half spiekbriefje meenemen. Ze krijgen elke keer het signaal: feedback is er niet voor de leraar, maar om leerlingen aan het denken te zetten.” “Soms laat ik leerlingen feedback geven aan elkaar: wat loopt al goed, met welke tip kan je klasgenoot
57
zijn tekst verbeteren? Zonder dat ik zelf met een waslijst aan verbeterpunten kom. Werk van je buurman bekijken, doet de hele klas nadenken over de kwaliteit. Als leraar begeleid ik dat proces, en toegegeven: daar kruipt wel eens veel lestijd in. Collega’s deinzen daar soms voor terug. Dat snap ik. Maar ik geef liever een opdracht minder als er dan ruimte komt om de andere taken diepgaand aan te pakken. En dat kan niet zonder enkele rondjes feedback.” “Peer feedback levert mooie inzichten op. Ook voor mezelf. Ik zie hoe leerlingen hun tenen uitkuisen. Ze willen niet afgaan voor hun klasgenoten met een belabberde taak of slordige fouten. Dat speel ik uit: een speech voor Engels laat ik ze eerst in duo’s voorleggen aan elkaar en tussentijds beoordelen met rubrics. Dan hoor je ze overleggen: ‘Dat argument snap ik niet, wat bedoel je precies?’ Opnieuw zoeken zij eerst uit hoe het beter kan, voor ik naar mijn pen grijp.” “Natuurlijk blijft het zoeken: als ik klassikaal feedback geef, zie ik gretige ogen maar ook blikken die afdwalen. Niet iedereen legt even vlot de brug tussen de meest gemaakte fouten die ik mondeling meegeef en zijn eigen werk. Nog een aandachtspunt: mijn leerlingen en mezelf niet verliezen in te veel rubrics en papierwerk. En ik moet nog morrelen aan hun mindset. Leerlingen vinden nogal snel dat een taak meteen goed moet zijn. Feedback ruikt nog te vaak naar kritiek, ze zien het niet altijd als advies om beter te worden. Liever meteen acht op tien, dan via feedback van vijf naar zeven op tien. Maar laten we eerlijk zijn: wie leerde het meest?”
Lerarenkaart
Klasse Magazine
Samenstelling Patrick De Busscher
Nieuwe voordelen Op Lerarenkaart.be wijst een handige zoektool je de weg tussen meer dan 1000 exclusieve voordelen. In Klasse Magazine hoef je zelf niet op zoek, maar krijg je telkens de nieuwste voordelen op een rijtje. Haal je kaart al maar boven!
Terra Maris
Oostkapelle (Nederland)
Gratis met je Lerarenkaart
Het Kunstuur
Mechelen & Hasselt
2 euro korting + brochure
Vlaams Parlement
Brussel
Gratis voor iedereen
Fruitbelevingscentrum Stroopfabriek
Borgloon
2 euro korting (5 euro i.p.v. 7 euro
Smile Safari
Wijnegem
15 procent korting
Op Alpacabezoek
Kaulille
Gratis met je Lerarenkaart
Hello August - wenskaarten
webshop
15 procent korting
Van Parys bikes & e-bikes
Aalst
10 procent korting
Duindomein Ter Helme
Oostduinkerke
7 procent korting
G.L.I.S.S. restaurant
Nieuwenhove
10 procent korting
NRG Fitness
verschillende locaties
Korting met je Lerarenkaart
Petfoodmarkt
webshop
10 procent korting
Snacksmarkt
webshop
10 procent korting
Snoepjesmarkt
webshop
10 procent korting
Ontbijtmarkt
webshop
10 procent korting
Koekjesmarkt
webshop
10 procent korting
59
Klasse Magazine
Lerarenkaart
Uitgelicht Boeiende expo’s, acties en voordelen die je niet wil missen. Wil je meer weten? Zoek je een rondleiding of workshop op maat van je klas? Scan de QR-code. Nog meer voordelen vind je via Lerarenkaart.be of onze nieuwsbrief.
LERARENDAG
MUSEUM
Z33 LD
TREINEN EN VROUWEN Hasselt 23 oktober 2022
Paul Delvaux Museum, Sint-Idesbald
Z33 werkt rond maatschappelijke thema’s via kunst, design en architectuur. Op deze gratis Lerarendag leer je het huis en zijn aanpak van dichtbij kennen. Leraren lager onderwijs krijgen speelse opdrachten voorgeschoteld en maken hun eigen avatar. Leraren secundair onderwijs ervaren hoe kunst een gespreksstarter kan zijn voor thema’s binnen en buiten je klas. Gratis met je Lerarenkaart voor jou en je gezin.
60
In een oud vissershuisje aan de kust verzamelde Paul Delvaux een grote verzameling van zijn werken, aquarellen en schetsen. Je neemt er een duik in de dagdromen van een van onze beroemdste kunstenaars. Van vrouwen en skeletten tot neoklassieke architectuur en treinen, ze komen allemaal voorbij.
Gratis met je Lerarenkaart i.p.v. 8 euro
Klasse Magazine
EXPO
PHALLUS - NORM & VORM
EXPO
DE SPIEKPIETJES
GUM, Gent nog tot 8 januari 2023
Fort Napoleon, Oostende 22 oktober 2022 tot 11 december 2022
Paniek bij de Sint. Er zijn zo veel brave kinderen dat de speelgoedfabriek niet meer kan volgen. In deze doe-expo met levensgrote platen en een audio-parcours moeten je leerlingen een spannend traject vol uitdagingen overwinnen. 2 euro korting met je Lerarenkaart (8 euro i.p.v. 10 euro)
61
Maakt de fallus de man? In het Gents Universiteitsmuseum kijken wetenschappers en kunstenaars naar beneden. Van prehistorische rotstekeningen tot recente wetenschappelijke bevindingen: heel wat clichés gaan daarbij op de schop. Voor leerlingen secundair onderwijs is er een aangepaste rondleiding rond gender, wetenschap en normen. 2 euro korting met je Lerarenkaart (6 euro i.p.v. 8 euro)
Klasse Magazine
Lerarenkaart
ATTRACTIEPARK
MUSEUM
HOUTOPIA
BASTOGNE WAR MUSEUM
Houffalize
Bastogne
Educatief en recreatief centrum Houtopia prikkelt alle zintuigen. Het koppelt een ervarings- en ontdekkingsruimte met meer dan zeventig zintuiglijke ervaringen aan een avontuurlijk parcours voor leerlingen lager onderwijs. Dat parcours brengt je via klimspelletjes naar de andere kant van de rivier waar een dertig meter lange glijbaan wacht. 50 procent korting met je Lerarenkaart (5,50 euro i.p.v. 11 euro)
62
Je volgt hier met je leerlingen de Slag om de Ardennen, o.a. via het verhaal van een Amerikaanse en een Duitse veteraan, van de ruïnes van Bastogne in 1945 tot de val van de Berlijnse Muur in 1989. Een replica van een Mustang-jachtvliegtuig en een augmented reality-app droppen jullie daarna in de loopgraven van het Bois Jacques. 5 euro korting met je Lerarenkaart (15 euro i.p.v. 20 euro)
Klasse Magazine
© Hrair Sarkissian
EXPO
EXPO
RECAPTIONING CONGO FOMU, Antwerpen
ALEXANDRIË: VERVLOGEN TOEKOMSTEN Bozar, Brussel
Door welke lens keken fotografen naar Congo? Het FOMU toont een selectie foto’s uit de periode van de oprichting van de kolonie in 1885 tot de onafhankelijkheid in 1960. De beelden van Europese én Afrikaanse fotografen zijn onthullend, soms verrassend en verontrustend. Ze illustreren de complexe relatie tussen Afrika en Europa, Congo en België. 4 euro korting met je Lerarenkaart (6 euro i.p.v. 10 euro)
63
Met een tweehonderdtal werken uit de grootste Europese museumcollecties blikt deze expo terug op de gloriejaren van de antieke grootstad Alexandrië. De stedenbouwkundige, politieke en religieuze organisatie komen aan bod, maar je ontdekt er ook het dagelijks leven van de inwoners en de grote rol die de stad speelde op het vlak van wetenschap en filosofie. Korting met je Lerarenkaart (7 euro i.p.v. 14 euro)
Moet je weten
Klasse Magazine
Samenstelling Anne Siccard
Interessant lesmateriaal
SAMEN VOOR EEN FAIR KLIMAAT lager en secundair onderwijs
Doe tijdens de Week van de Fair Trade (5-15 oktober) mee met de scholenactie van Oxfam België en kom met je school op voor een klimaatbeleid dat boeren in het Zuiden veerkrachtiger maakt. Met gratis plaktattoos en online lessen voor 10tot 18-jarigen, inspirerende actiesuggesties en een wedstrijd. oxfambelgie.be/scholenactie
SPEELPLAATS MET TOEKOMST algemeen
De speelplaats is de ideale plek om te bewegen, te ontdekken, samen te spelen, sociale vaardigheden te ontwikkelen, te leren, contact te krijgen met de natuur … Ook op jouw school? Bij MOEV vind je inspiratie en actiepunten om je speelplaats een upgrade te geven. moev.be/bewegingsthemas/aanbod-tussen-de-lessen/speelplaats
KOSTBARE KOST
BRUSSEL VOOR SCHOLEN
basis- en secundair onderwijs
Met de educatieve pakketten van Kostbare kost ontdekken leerlingen meer over voedselverlies op school. Ze worden zich bewust van het probleem en gaan op zoek naar oplossingen. Laat je inspireren door de praktijkvoorbeelden en zoek samen hoe je voedselverlies kan vermijden en voedselresten kan herwaarderen. mosvlaanderen.be/kostbare-kost-aan-de-slag-voor-mindervoedselverlies
algemeen
Gebruik de rondleidingen op het nieuwe platform en ontdek met je klas de Belgische hoofdstad op een andere manier. Je sorteert de wandelingen volgens thema: aardrijkskunde, geschiedenis, economie … Zoek uit wat interessant is voor jouw vak. Bij elke wandeling vind je picknickplaatsen en (minder) bekende parken in de buurt. uitinbrussel.be/brusselvoorscholen
OTTO HOUDT NIET VAN DRUKTE
WEEK VAN HET BOS
basisonderwijs
basisonderwijs
Duik van 9 tot 16 oktober met je klas het bos in en laat alle zintuigen werken. Kleuters gaan met de schatkaart op ontdekking met Elise de Speelse Eekhoorn, Hubert het Vliegend Hert en Bo de Bonte Specht. 6- tot 12-jarigen vouwen hun schatkaart open en nemen dapper elke doe-opdracht aan. Gebruik de lespakketten als voorbereiding.
Vrolijk konijntje Otto voelt zich niet altijd thuis in zijn drukke omgeving met veel broers en zussen. Het hol is veel te vol! De gezinsleden proberen rekening te houden met zijn gevoeligheid. Otto gaat zelf ook op zoek naar manieren. Zijn verhalen helpen hoogsensitieve kinderen en hun ouders om de alledaagse drukte te doorstaan. eenhoorn.be/boek/otto-houdt-niet-van-drukte
weekvanhetbos.be
WIN! 10 x ‘Otto houdt niet van drukte’. Waag je kans via klasse.be/win
65
Advertentie
Moet je weten
ONTWERP JE KLAS OF SCHOOL lager en secundair onderwijs
Met de participatietool ‘Pic2Learn’ denken schoolteams en leerlingen na over een klas- of schoolinrichting en maken samen een ontwerp. Die samenwerking zorgt ervoor dat de fysieke leeromgeving de pedagogische visie ondersteunt. Je kan de tool inzetten bij renovatie, nieuwbouw en her inrichting. Met instructiefilmpje, downloadbare handleiding en andere werkinstrumenten. bit.ly/3c9Fj3M
Klasse Magazine
DIERENWELZIJN basis- en secundair onderwijs
Soms zijn onderwerpen zo complex dat je best de koppen bij elkaar steekt om een genuanceerd beeld te vormen. Over dierenwelzijn bijvoorbeeld hebben vegetariërs, dierenartsen en liefhebbers van een stukje vlees allemaal een andere visie. Hoe denken jouw leerlingen daarover? Ga aan de slag met de lessen van Oog in Oog en moedig ze aan om hun mening te exploreren. dierenwelzijnindeklas.be/blog/gebruik-de-meningen-van-jeleerlingen-om-je-les-meer-diepgang-te-geven
ERFGOED IN ELK SCHOOLVAK lager en secundair onderwijs
FARO en het Archief van Onderwijs vonden nieuwe manieren om erfgoed aan bod te brengen in tal van lessen. Ontdek het nu in de collecties van audiovisueel lesmateriaal. Erfgoed in beroepen, erfgoed in je buurt, erfgoed en STEM, erfgoed en burgerschap … Zo heb je erfgoed vast nog nooit bekeken! onderwijs.hetarchief.be/nieuws/nieuwe-erfgoedcollecties-met-faro
SAVED BY THE BELL
IETS MEER NEDERLANDS lager en secundair onderwijs
Op zoek naar teksten om je lessen te verrijken? De Taalunie ontwikkelde een website met rijke teksten. De teksten uit romans, jeugdboeken, artikels, podcasts … hebben een origineel taalgebruik, een gevarieerde woordenschat en minder vaak gebruikte woorden. Gebruik ze in je taalles of in vakken zoals aardrijkskunde, geschiedenis of natuurwetenschappen. rijketeksten.org
HET BOEK VAN FATIMA
algemeen
secundair onderwijs
Reageren jij en je leerlingen wel eens opgelucht als de schoolbel gaat? Miljoenen kinderen en jongeren hebben geen toegang tot onderwijs. Laat op 5 oktober, de Internationale Dag van de Leraar, de schoolbel extra rinkelen voor beter onderwijs wereldwijd voor leerlingen én leraren in moeilijke omstandigheden. Registreer je school en bereid je belmoment voor met de tips en lessuggesties van Studio Globo. savedbythebell.be
Fatima sloeg als kind met haar gezin op de vlucht, zonder te weten waar de tocht zou eindigen, zonder enige hoop. In dit boek geeft ze je een inkijk in haar tocht van Afghanistan naar België en hoe ze hier een nieuw leven opbouwt. Ze wil aantonen dat elke ‘vluchteling’ een verhaal heeft en enkel ergens een nieuw leven wil starten. Want vluchten doe je niet zonder reden. standaarduitgeverij.be/boek/het-boek-van-fatima-9789002274350/
WIN! 5 x ‘Het boek van Fatima’. Waag je kans via klasse.be/win
67
Advertentie
Moet je weten
Klasse Magazine
Levenslang leren
PODCASTREEKS
VIDEOREEKS
WAT JE NOG NIET WIST OVER …
PLATFORM L
In de Leef-podcastreeks vertellen BV’s openhartig over de obstakels in hun leven. Luister hoe ze worstelen met pesten (Clara Cleymans), armoede (Dominique Van Malder) of klimaatangst (Francesca Vanthielen). Ontdek ook de andere thema’s van de eerste twee reeksen. Beluister ze op je eigen favoriete podcastapp.
Platform L brengt kennis en inzichten over ‘leraarschap’ samen. Op het forum delen onderzoekers, leraren(opleiders), directeurs ... uit eigen naam hun expertise en ervaring over een actueel thema. Luister in de videoreeks naar hun mening over de kwaliteit van het onderwijs en hun voorstellen om eraan te werken.
leefmagazine.be/podcast
ppw.kuleuven.be/platforml/video
WEBPORTAAL
PODCASTREEKS
NASCHOLINGSAANBOD
CULTUREEL BEWUSTZIJN
Een webportaal rond levenslang leren bundelt het nascholingsaanbod van de KU Leuven, LUCA School of Arts, Thomas More, Odisee, UCLL en Vives. Je vindt er meer dan 340 opleidingen, workshops en lezingen verspreid over heel Vlaanderen.
De podcastreeks ‘Cultureel bewustzijn’ dompelt je onder in de boeiende wereld van cultuureducatie. Ontdek hoe je door culturele vaardigheden en het gebruik van cultuurdragers het culturele bewustzijn van je leerlingen in je les aanscherpt. Elke aflevering sluit af met een praktijkvoorbeeld.
ikblijfbij.be
cultuurkuur.be/podcast
ONLINE CONGRES
SPEL
LEVENDE KWALITEITSZORG OP SCHOOL
IN GESPREK OVER ONDERWIJS
Hoe realiseer je als team kwaliteitszorg op school en wordt het een schoolcultuur? Hoe maak je van werken aan kwaliteit een zaak van iedereen? Ontdek het op 2 december tijdens het online SOK-congres.
Met het Deep Learning Spel ga je met collega’s in gesprek vanuit de zes mondiale competenties: burgerschap: karakterontwikkeling, samenwerken, communicatie, creativiteit en kritisch denken. Verschillende spelvormen laten toe te discussiëren over en kritisch te kijken naar het onderwijs in je eigen school.
onderwijskwaliteit.be/meetings shop.onderwijsmaakjesamen.nl/deep-learning-spel.html
WIN! 5 x ‘Deep Learning Spel’. Waag je kans via klasse.be/win
69
Advertentie
Klasse Magazine
Moet je weten
Tips voor je leerlingen
JEUGDBEWEGING IN DE KLAS lager en secundair onderwijs
Negen jeugdbewegingen vieren op 21 oktober 2022 de Dag van de Jeugdbeweging. Laat leerlingen die dag vertellen over hun jeugdbeweging. Met de lespakketten laat je niet-leden kennismaken en proeven van de vrijetijdsbesteding ‘jeugdbeweging’. dagvandejeugdbeweging.be/info-voor-organisatoren/dvdjb-op-school
KUNSTENDAG VOOR KINDEREN basisonderwijs
CONFLICTHELDEN secundair onderwijs
Hoe geef je als jongere (13-18 jaar) je grenzen aan? Wat doe je in een conflictsituatie? Met deze app leren je leerlingen op een gepaste manier om te gaan met ruzies, frustraties, pesten en agressie. Ze vinden er informatie, advies, getuigenissen, oefeningen en methodieken. conflicthelden.be
DE SCHRIJFWIJZEN secundair onderwijs
Zondag 20 november genieten families met kinderen tot 12 jaar voor de elfde keer een hele dag van kunst in Vlaanderen en Brussel. Neem met je klas deel aan de wedstrijd. Gebruik de tools op de site en laat je inspireren om creatief aan de slag te gaan met simpele natuurelementen. De winnaars ontvangen een prijs. kunstendagvoorkinderen.be
Liefhebbers van de Nederlandse taal en taalraadsels in je klas? Moedig hen aan op 7 oktober deel te nemen aan een laagdrempelig taalspel met een traditioneel dictee, multiple choice en spellingbee in een bibliotheek naar keuze. De oefendictees en de online cursus ‘Foutloos spellen’ zijn alvast een goede voorbereiding. deschrijfwijzen.be
SPORT NA SCHOOL
JEF MAKERS
secundair onderwijs
lager en eerste graad secundair onderwijs
Via ‘Sport na School’ (SNS) nemen leerlingen gedurende vijftien weken (periodepas: 35 euro) of dertig weken (jaarpas: 55 euro) na de schooluren deel aan tal van sportactiviteiten. Met de SNS-pas kiezen ze uit een gevarieerd sportaanbod. Spoor jij hen aan meer te bewegen? sportnaschool.be
Laat je leerlingen (6-14 jaar) een film van maximaal vijf minuten maken, of doe het samen in de klas. Alle soorten films zijn toegelaten. Stuur hem vóór 10 januari 2023 naar de JEF makersselectie. Misschien komt de film op het grote scherm tijdens het JEF festival in de krokusvakantie. jefmakers.be
71
Advertentie
Klasse Magazine
01
02
03
04
05
06
07
08
09
10
11
12
13
02
Doorloper Ons kruiswoord raadsel is een wit blad, wachtend op oplossingen. Een tip: de cijfers tussen de haakjes verklappen de lengte van de woorden.
03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13
HORIZONTAAL
Het woord in de gele vakjes is je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 7 november 2022 naar klasse.be/ win en waag je kans.
01. Zonnevlekjes (13) 02. Niet paar (6) / ajuin (2) / zondebok (5) 03. Meisjesnaam (4) / steppebewoner (5) / trap tegen een voetbal (4) 04. Edelgas (4) / Turkse muts (3) / uit naam van (6) 05. Bijwoord (2) / mannetjesbij (3) / hoofddeksel (3) / pijnkreet (2) / beker (3) 06. Smijten (6) / eenzaam (Engels, 4) / Huiswerkinstituut Amsterdam (afk., 3) 07. Het woord dat je zoekt (13) 08. Buurjongen van Sien (2) / inworp (6) / symbool voor platina (2) / zijrivier van de Donau (3) 09. Keukengereedschap (3) / Nederlandse rivier (2) / met tegenzin (2) / Vlaamse regisseur (2 woorden, 6) 10. Per persoon (afk., 2) / kweker (5) / pa (2) / Zwitserse stad (4) 11. Groeit op levende planten (6) / vrucht van een palm (5) / Bijbelse koning (2) 12. Beletsel (3) / vruchtbare plaats (4) / astronomische eenheid (afk., 2) / leeuw (Engels, 4) 13. Lingerie (4) / bijwoord (2) / nummer (afk., 2) / al (5)
73
VERTICAAL
01. 02. 03. 04. 05.
06. 07. 08. 09. 10.
11.
12. 13.
Liggen graag in de zon (13) Schande (5) / fruit om op te eten (8) Deuntje (7) / vertrouwelingen (6) Ook (7) / ontkenning (3) / speen (3) Veerkracht (3) / bont gekleurde handpop van Jim Henson (7) / jongensnaam (3) Suikergoed (5) / gebruikt in lampen (4) / Japanse gin (4) Moet je invullen in dit kader (13) Royaal (5) / brengt baby’s (8) Hevige storm (6) / bengelt tussen stopcontact en gsm (7) Voor of na de kip? (2) / fluiteend (6) / middeleeuwse spelen (5) Inwoner van Praag (6) / band (Eng., 4) / eerste VN-secretarisgeneraal (3) Dubbele klinker (2) / niet (2) / brood met ajuin (9) Elektriciteit uit het stopcontact (11) / naschrift (afk., 2)
Klasse Magazine
COLOFON
SEPTEMBER
Klasse Magazine 029 – september 2022 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Eindredactie Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Tim Sels Cover: Julie Poignie Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Alexander Callewaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Rebecca De Clerc, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Sara Frederix, Tine Jellasics, Lotte Kerremans, Leen Leemans, Peter Mulders, Laura Maes, Ann Nevens, Julie Poignie, Mieke Santermans, Anne Siccard, Sander Teirlynck, Klara Tesseur, Bram Truyens, Toon Van de Putte, Sigrid Vandemaele, Femke Van De Pontseele, Sonja Van Droogenbroeck, Michel Van Laere, Simon Verbist en Berber Verpoest. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes.
OVER JE ABONNEMENT Met Klasse Magazine willen we jou als leraar of onderwijsprofessional informeren, inspireren en versterken. Bedankt dat jij een abonnement nam! Daar horen enkele voorwaarden bij. Een individueel abonnement nemen op Klasse Magazine - Je kan je abonneren via klasse.be/abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van btw) en loopt gedurende 4 opeenvolgende nummers, ongeacht op welk moment in het jaar het abonnement is ingegaan. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn en je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Woon je in het buitenland? Dan kost een abonnement 20 euro.
Klasse.be facebook.com/klasse
Een abonnement nemen als school of organisatie - Als school of organisatie kan je voor meer abonnees gelijktijdig een bestelling plaatsen en betalen. Dat kan via secretariaat@klasse.be. De verantwoordelijke van de school geeft daarbij alle nodige gegevens door in het sjabloon dat Klasse ter beschikking stelt. Je kan ervoor kiezen om de nummers te laten leveren op de respectieve thuisadressen van de abonnees óf op het adres van de school. Bij levering op school worden alle nummers afzonderlijk naar de school verzonden, dus niet in één pakket. De school is verantwoordelijk voor de persoonlijke bezorging bij de abonnee.
twitter.com/klasse_be instagram.com/klasse_be
Je abonnement verlengen - Je abonnement verlengen doe je telkens voor 4 opeenvolgende nummers. Als je niet kiest voor een abonnement dat automatisch hernieuwt, vind je bij het laatste nummer waar je recht op hebt een brief met alle nodige informatie om je abonnement te verlengen. Bij de overgang van een persoonlijk abonnement naar een abonnement dat wordt betaald door je school, neem je het best even contact op met secretariaat@klasse.be.
Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be.
Wanneer start je abonnement? - Een abonnement start pas zodra Klasse de betaling ontvangen heeft en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor 4 opeenvolgende nummers.
Een adreswijziging doorgeven? Of een vraag over je abonnement of Lerarenkaart? Mail secretariaat@klasse.be of bel 02 553 67 82.
Wat als een nummer verloren gaat? - Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Bij een groepsabonnement met meerdere adressen is de organisatie die de bestelling plaatst verantwoordelijk. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dat nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met 1 nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan secretariaat@klasse.be of via je profiel op Klasse.be.
Wil je adverteren in Klasse Magazine, op onze website of nieuwsbrieven? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be.
Acties en wedstrijden - Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer 1 abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor 1 abonnement. Je Lerarenkaart - Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart én hun abonnement betaalden voor 7 november krijgen samen met het decembernummer van Klasse Magazine de Lerarenkaart voor het volgende kalenderjaar thuisbezorgd. Wanneer meerdere Lerarenkaarthouders op 1 adres wonen en slechts 1 van hen is abonnee, kan de abonnee bij het bestellen 1 extra Lerarenkaart koppelen aan het abonnement, voor andere inwonenden op hetzelfde adres. Zij krijgen dan ook de Lerarenkaart thuis bij het decembernummer. Het laten toesturen van meerdere Lerarenkaarten naar 1 abonneeadres is een gunst voor abonnees en geldt niet voor groepsabonnementen. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt toegestuurd.
Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, als je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd.
Lerarenkaart-houders die geen abonnee zijn, kunnen hun Lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek tot en met 10 juli. Welke dat is, kunnen ze nagaan op klasse.be/waarismijnlerarenkaart.
Verantwoordelijke uitgever: Ann Verhaegen, Departement Onderwijs en Vorming.
Je Lerarenkaart blijft geldig tot 31 december van het kalenderjaar dat op de kaart vermeld staat. Startende leraren die nieuw in dienst treden in het onderwijs, krijgen een proefnummer van Klasse Magazine én hun Lerarenkaart in de brievenbus. Afhankelijk van wanneer je in dienst treedt, krijg je dit proefnummer 2 à 4 maanden na je start. Contactgegevens - Klasse beheert de gegevens van abonnees met de grootste zorg en houdt deze enkel bij voor eigen gebruik. Klasse kan de contactgegevens van abonnees gebruiken om hen te contacteren met informatie over hun abonnement of andere diensten van Klasse. Privacy - Klasse hecht veel waarde aan de bescherming van persoonsgegevens en respecteert de privacy van abonnees. We gebruiken je gegevens voor beheer en betaling van je abonnement, communicatie over magazines en andere diensten van Klasse. Wanneer je een abonnement neemt, maken we ook een profiel voor je aan op Klasse.be, zodat je je abonnement ook zelf kan beheren. Dit betekent dat je als abonnee ook akkoord gaat met de gebruiksvoorwaarden van Klasse.be. Meer info kan je vinden in onze privacyverklaring. Abonnementsvoorwaarden - Het intekenen op een abonnement houdt in dat je deze abonnementsvoorwaarden aanvaardt. Klasse kan indien nodig de abonnementsvoorwaarden wijzigen. Deze abonnementsvoorwaarden vernietigen en vervangen dan alle voorgaande abonnementsvoorwaarden.
is onderwijs en vorming
74
Advertentie
Klasse Magazine – driemaandelijks tijdschrift september/oktober/november 2022 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse – Koning Albert II-laan 15 – 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X – P-004699
PB- PP B- 02164 BELGIE(N) - BELGIQUE
Buitenblad Niet alles haalt het magazine. Zoals deze inzichten tijdens een nagesprek of uitspraken die een beetje off topic zijn. Te mooi om te laten liggen, want ze tonen hoeveel wattages onderwijsmensen dagelijks trappen.
Leraar Lotte (p. 8): “Ik kijk uit naar oktober. Of beter: naar dat moment waarop leerlingen plots één klas vormen. En ik weet hoe ik ze kan motiveren en aanpakken. Vorig jaar – mijn debuut – kwam de magie rond de herfstvakantie. Hopelijk lukt het elk jaar een beetje vroeger.”
Leraar Johan (p. 36): “Kinderen die zelden interesse tonen? Ze bestaan, en soms lukt het me niet om hun wereld open te trekken. Dan vraag ik respect voor het enthousiasme van klasgenoten. Wie weet ligt in die verbinding met anderen de kiem voor meer.”
Zij-instromer Michaël (p. 16): “Soms lijkt het alsof de lerarenopleiding perfectionisten wil klaarstomen: lesvoorbereidingen moeten kunstwerkjes zijn met opgelijste leerdoelen en timing. Terwijl je in de klas voortdurend inspeelt op veranderende omstandigheden. En dus twijfelen starters of ze de job wel aankunnen.”
Leraar Tom (p. 40): “Als een leerling z’n dagje niet heeft, zeg ik: ‘Dit is echt niet leuk’. Maar ik bewaak altijd de positieve groepssfeer. Na de les spreek ik die leerling individueel aan om te weten waar zo’n gedrag vandaan komt. Soms uit iets wat buiten je macht ligt, maar soms ook door iets in jouw les.”
Leraar Wim (p. 32): “Vorig jaar gingen enkele oude klaslokalen tegen de grond. Ex-leerlingen kregen vooraf de kans om nog eens af te zakken naar hun oude school. Dat ze massaal op de uitnodiging ingingen, bewijst: we leggen op een basisschool niet alleen de basis voor het leren, maar ook voor het leven.”
Directeur Tine (p. 48): “Kennismakingsgesprekken met collega’s, ik maakte er mijn eerste opdracht van als nieuwe directeur. Sterktes, zwaktes, frustraties en verwachtingen detecteren, dat mocht wat tijd kosten. Want pas als je je team grondig kent, kan je goed leiding geven.”