003 - maart 2016
www.klasse.be
MAGAZINE
supermegamediawijs
Advertentie
(ADVERTENTIE)
MAGAZINE 05.
Liken, scrollen, appen, swipen, sharen
06.
LEZERS, VOLGERS, POSTERS
10.
OPINIE
“Leraren, praat met ons over gevoelens”
12.
Naar de knoppen!
24.
18 digale tools voor in je klas
26.
REPORTAGE
Professor Jonathan Holslag over burgerzin in onderwijs
30.
BEELDREPORTAGE
Leerlingen lossen conflicten zelf op
36.
STARTER ANNE
“Nooit 'af' als leraar"
20.
INTERVIEW Facebook is een bosspel
41.
OP STAP MET JE LEERLINGEN
44.
58.
DOSSIER
Hoe kijk jij naar armoede?
66.
REPORTAGE
OP STAP MET JE LERARENKAART
Leraar naar Olympische Spelen
50.
71.
“Tijdens de les vergeten ze dat ze ziek zijn”
DOORLOPER
Win een reischecque van 500 euro
56.
73.
“Onze leerlingen zijn streetwise”
Vul je beroep in op je Tinder-profiel!
DE DIRECTEUR
38.
NIEUW LESMATERIAAL
DENK JE NOG NIET AAN VOLGEND SCHOOLJAAR? GEEN PROBLEEM, DAT DOEN WIJ WEL VOOR JE! CHECK DE ACHTERCOVER VOOR JE CADEAUTJE!
SCHEUR UIT
Wie wordt ‘Leraar van het jaar 2016’? Elk jaar kiezen collega’s, ouders en leerlingen de kandidaten voor de ‘Leraar van het Jaar’. Op die manier zet Klasse symbolisch alle leraren in de bloemen voor hun dagelijkse enthousiaste inzet. Dit jaar wordt de verkiezing een zoektocht naar wat Vlaanderen in zijn leraren het meest waardeert.
Klasse wil van jou horen wat jij zo geweldig vindt aan die ene leraar, zorgcoördinator, leerlingenbegeleider ... Wat is zijn toptalent? Wat is haar sterkste eigenschap? Vertel je verhaal en nomineer jouw leraar van het jaar vóór 17 april op klasse.be/leraarvanhetjaar.
Op vrijdag 27 mei vieren we de winnaar. Blijf je intussen graag op de hoogte? De leukste inzendingen en namen van de genomineerden lees je vooraf al in onze nieuwsbrieven, op onze Facebook-pagina en op Klasse.be.
Klasse Magazine
Edito Liken, scrollen, appen, swipen, sharen
Ze zitten in je klas: de digital natives. Ze zijn swipend geboren en terwijl er vroeger briefjes onder de bank werden doorgegeven, zenden ze nu vliegensvlugge Snapchats van de ene naar de andere klas. En we willen niet weten wat ze ondertussen met WhatsApp, Kik, YouTube en binnenkort ongetwijfeld met Virtual Reality uitsteken. Het lijkt haast onmogelijk om mee te zijn met de laatste internettrends. En dan spreken we nog niet over de traumatiserende gevolgen van cyberpesten en sexting. Smartphones verbieden op school en wifi afsluiten. Simpel, toch? Liefst 63 procent van de leerlingen in Vlaanderen beweert dat ze op school nooit de smartphone mogen gebruiken, en 44 procent dat ze nooit toegang hebben tot de wifi op school. Toch heeft de eerste generatie die opgroeit in een online wereld en blindelings vier sociale mediakanalen onderhoudt meer dan ooit medialessen te leren van volwassenen, van leraren. Als smartphones verdwijnen in lockers en internet niet bestaat van 8.30 tot 16 uur stimuleren we enkel de zoektocht naar achterpoortjes en stiekem gebruik. Hoe werk je aan mediawijsheid als je achterop hinkt op al die jeugdige knoppenkennis? Uitbesteden aan de ICTleraar of je high-tech savvy collega? Experts benadrukken dat inzetten op mediawijsheid niet altijd hoogtechnologisch hoeft te zijn. Iedereen kan het. Je leerlingen kunnen je zeker veel leren over hoe je samenwerkt via Facebook-groepen en snel video kan monteert met een gsm. Maar ze missen de reflectieve en kritische vaardigheden die jij als leraar wĂŠl hebt. Discussieer in je klas over hun privacy-instellingen op sociale media, de gevolgen van hun online posts en analyseer kritisch de relevantie van hun snelle Google-zoekresultaten die ze gebruikten voor hun laatste taak. Leerlingen kennen de knoppen, leraren kennen de knopen. Integreer de nieuwe technologie maximaal. Leer van elkaar, word samen supermegamediawijs. Het is in onze klas dat we de leerlingen voorbereiden op morgen. Mediawijsheid en digitale geletterdheid zijn daarbij essentieel. Voor 90 procent van de jobs van vandaag zijn minimale ICT-vaardigheden nodig. Maar mediawijsheid gaat ook over levenswijsheid. Dagelijks worden meer dan 30 miljoen WhatsApp-berichten verstuurd. Tegelijkertijd voelen tieners de druk om altijd bereikbaar te zijn en voelen sommigen zich eenzaam. De technologie die van de wereld een dorp maakt, maakt van onze buren buitenstaanders. Internetgebruik vervangt het menselijk contact niet. Tussen al dat liken, scrollen, appen, swipen en sharen door hebben al die zogenaamde digital natives jouw ervaring ĂŠn wijsheid nodig om uit te groeien tot kritische en zelfbewuste persoonlijkheden. Hans Vanderspikken Hoofdredacteur Klasse hans@klasse.be
LEZ E R S , VO LG
Klasse Magazine
S ER
STERS O ,P
FACEBOOK - STATISTIEK
Wanneer checken leraren Facebook? Klasse checkt zijn Facebook-statistieken. En wat blijkt? De volgers van Klasse staan op om 5 uur, spenderen de namiddag met hun collega's en gaan slapen om 22 uur. Dank je wel!
12.00 uur Middagpauze – broodje Facebook
9.00 uur De lessen beginnen – eerste piek
7.00 uur Naar school vertrekken en Facebook checken
14.30 uur Een eerste dip, de namiddagspeeltijd is voor de collega's?
19.00 uur De meeste leraren zitten op Facebook net na het avondeten.
22.00 uur Slapen en stoppen met Facebook!
5.00 uur Opstaan met Facebook?
1.00 uur
3.00 uur
5.00 uur
7.00 uur
6
9.00 uur
11.00 uur
13.00 uur
15.00 uur
17.00 uur
19.00 uur
21.00 uur
23.00 uur
Lezers, volgers, posters
Klasse Magazine
KLASSE.BE - INTERVIEW
“Als het in de maatschappij jeukt, moet de school niet altijd krabben”
FACEBOOK - KLASSE OUDERS
Zwemmen op school
Onderwijsexpert Roger Standaert legt uit waarom de eindtermen aan herziening toe zijn, maar ook waarom niet elke nieuwe hype erin moet.
MEEST GELEZEN OP KLASSE.BE ‘Moet jouw kind leren zwemmen op school?’ vroeg Klasse voor Ouders op zijn Facebook-pagina, omdat steeds meer scholen de zwemlessen inperken. Wat antwoorden ouders daarop? Leen Van den Eeden: “Ik vrees dat de kansarme kinderen uit de boot vallen als we schoolzwemmen afschaffen. Want hoe banaal het (gelukkig!) voor de meesten onder ons mag lijken, zwemmen kost geld. En die kost is in kansarme gezinnen geen prioriteit.” Anne Verheecke: “Misschien kan er gediversifieerd worden? Sommige kinderen hebben nood aan zwemlessen op school, andere hebben misschien wat extra hulp nodig bij balvaardigheid of bij fietsen. Je zou dit (als er meer leraren zijn) meer op maat kunnen organiseren.”
7
1. ONDERWIJSMETHODES DIE ECHT WERKEN IN DE KLAS
2."ALTIJD MET TWEE VOOR DE KLAS"
3. KOM TE WETEN HOE JE KIND ZICH VOELT OP SCHOOL
4. DE KRACHT VAN CO-TEACHING IN HET M-DECREET 5. TAKEN VERDELEN BINNEN JE GEZIN
Klasse Magazine
002 - december 2015
www.klasse.be
december 2015
MAGAZINE
Geven we eens samen les? www.klasse.be
Geven we eens samen les? KMA_mag_002.indd 1
7/12/15 15:16
KLASSE MAGAZINE 002 & KLASSE.BE
Leraren delen kennis In het dossier ‘Kennisdelen’ roept Klasse op om vaker samen te werken met collega's. Een speeddate-spel met kaartjes verlaagt de drempel om samen les te geven, cursusmateriaal te maken of met z'n tweeën een oudercontact te voeren. Kristien Druyts: “Ik ben beginnend directeur op een grote aso-school en het is alsof jullie als redactie in mijn hoofd zitten. De eerste Klasse over differentiëren, nu over samenwerken: grote thema’s waar ik werk van wil maken. Jullie geven me inspiratie, goesting, ideeën, informatie, contacten.” S.V.: “Ik was onlangs tijdelijk directeur in een school en ben nu leraar in een andere school, Hier wordt enorm hard ingezet op samenwerken. Teamteaching is een succesverhaal. Het komt de werkhouding van leraren ten goede, maar ook de leerlingen worden er alleen maar beter van. Door die focus op samenwerken is het verschil in kwaliteit tussen beide scholen groot.”
8
VIA E-MAIL
“Geen lerarenkaart?" Leraar Elke: “Elk jaar kreeg ik mijn Lerarenkaart in de bus. Dit jaar heb ik nog niets ontvangen. Klopt dat? Ik wil graag gratis naar Plopsaland in de paasvakantie!” Abonnees van Klasse Magazine kregen hun Lerarenkaart al thuisbezorgd. Ben je geen abonnee, dan ligt je Lerarenkaart klaar in je lokale bibliotheek. Opgelet: Leraren die pas of opnieuw gestart zijn, zaten niet in het bestand op het moment dat de eerste lading lerarenkaarten van de persen rolde. Zij krijgen de Lerarenkaart samen met een eenmalig gratis proefexemplaar van het eerstvolgende Klasse Magazine thuisbezorgd. Kijk na op Klasse.be/waarismijnlerarenkaart
Lezers, volgers, posters
Klasse Magazine
KLASSE – ACTIE
Dag van de Directeur Klasse riep leraren op de dromen van hun directeur door te spelen. Coördinator Ann Vancoppenolle van Freinetschool De Vier Tuinen in Oudenaarde wilde werken in een doorzichtig directeurslokaal. Dat kreeg ze op 29 januari 2016, de ‘Dag van de Directeur.’ “Kunnen luisteren. Dat is de belangrijkste eigenschap van een goeie directeur. Ik wil weten wat er bij leerlingen, ouders en leraren leeft, zonder daar meteen mijn eigen mening naast te zetten. Als ze ergens niet mee akkoord gaan, is mijn reflex: misschien hebben ze gelijk? Vroeger zei ik: als ik tien jaar heb lesgegeven, begin ik mijn eigen school.” “Uiteindelijk ben ik twaalf jaar geleden coördinator geworden van de school waar ik al lesgaf. Het is een veelzijdige job: van toiletten herstellen, over meedenken over het leerplan, tot die vervelende paperassen … Gelukkig heb ik de ouders: als de verwarming niet werkt, weet ik wie ik kan bellen. Maar ze komen niet alleen helpen, ze dénken ook mee. Het lesgeven mis ik niet echt. En de leerlingen, die hoef ik helemaal niet te missen, want daar zit ik elke dag tussen.”
KLASSE.BE - INTERACTIEVE TOOL
Hoe was ’t op school? Ouders stimuleren om met hun kinderen echt te praten over hun schooldag? De animatievideo met acht alternatieve vragen brengt ze verder dan ‘Hoe was ’t op school? Euh … goed’. Kaat: “Schitterend! Ook leuk voor in de klas (digitaal bord), om de dag even te evalueren.”
KLASSE.BE - VIDEO
“Mama vond mij onder de tafel. Alles was zwart voor mijn ogen. Ik was gewoon echt bang” Tuur (14) getuigt op Klasse.be op een aangrijpende manier over pesten.
9
Klasse Magazine
Opinie
“Leraren, praat met ons over gevoelens!” “Leraren die echt praten met leerlingen en niet gewoon bij hun leerstof blijven, zijn kostbaar. Ze helpen leerlingen met problemen. Ze zijn broodnodig voor mij en een hele hoop leerlingen.” “Mijn probleem is faalangst. Ik herinner me heel scherp de onvoldoendes in het eerste leerjaar. Omdat ik een perfectionist ben, waren er dat niet veel. Maar toch bleven die buizen in mijn hoofd rondspoken. De toetsenbladen stonden vol rode, negatieve commentaren. Ik was pas zes en dacht toen al de hele tijd: ik heb gefaald. Sindsdien jaagden toetsen me veel schrik aan. Zeker als ze onverwacht kwamen en ik geen kans had om ze goed voor te bereiden. Ik mocht immers niet falen, wilde elke keer tien op tien halen. Al op mijn achtste voelde ik dat de school veel van mij vroeg. Eigenlijk was ik toen al opgebrand. Omdat ik perfectie nastreefde, zette ik telkens een masker op. Alleen thuis kon ik nog een beetje mezelf zijn. Maar dat moet toch ook op school kunnen?” “Gelukkig zetten mijn ouders mij niet onder druk om superpunten te halen. Dat deed ik zelf al veel te veel. En de leraren op school ook. Meester Ken in het vijfde en zesde leerjaar was een uitzondering. Hij was heel betrokken, maakte echt tijd voor me en luisterde naar mijn angsten en verzuchtingen. Door met hem te praten, hield ik mijn faalangst onder controle. Hij stelde me gerust en overtuigde me dat ik niet altijd honderd procent moest halen. Ik vertrouwde hem en vond het fijn om tijdens de speeltijd wat
10
langer op te ruimen in de klas zodat we kort konden babbelen. Dat luchtte enorm op.” “Het contrast met het secundair was groot. Daar hebben leraren veel minder tijd voor persoonlijk contact. Ze vliegen van klas naar klas en van overleg naar overleg. Leerlingen werden amper gehoord bij de verdeling van taken en toetsen. Zo had ik eens een week met negen toetsen en drie taken. Loodzwaar. Terwijl structureel overleg met leerlingen heel wat druk van de ketel kan halen.”
“Waarom organiseren we geen wekelijkse workshops waarin leerlingen hun gevoelens leren uiten?” “Ik voelde dat ik mee moest in het tempo van de school, en niet mijn eigen ritme kon volgen. De eerste jaren in het secundair liepen nog relatief goed, ik behaalde goede cijfers. Maar vanaf het derde jaar werd dat steeds moeilijker. Ik kon zeker terecht bij de leerlingenbegeleider en bij mijn klastitularis. Maar tijdens de lessen gaven leraren regelmatig grove opmerkingen aan leerlingen met zwakke resultaten. Net nadat ik
Mijn idee van Onderwijs
Klasse Magazine
OUDER
LERAAR
LEERLING
DIRECTEUR
Vertel hoe jij over onderwijs denkt. Wat loopt er goed? Wat kan beter? Hoe moet het onderwijs van de toekomst eruit zien? Ben je ouder, leerling, leraar of directeur? En je wil reageren als individu of in groep? Kies je tekstvorm zelf: een straffe quote, een 10-puntenplan of een opinie ... Stuur je ideeën of dromen over onderwijs naar redactie@klasse.be.
terugkwam uit een behandeling, hoorde ik: ‘Wat doe je hier nog in de klas als je je toch niet kan concentreren?’ Zo kón ik me niet veilig voelen. We oordelen en beoordelen veel te snel, de hele dag door. Als we dat nu eens met z’n allen een pak minder deden en elkaar vaker hielpen?” “Niet alleen leraren zijn cruciaal voor het welbevinden op school. Ook je medeleerlingen. We moeten leren praten over onze gevoelens. Ook als die negatief zijn of niet voldoen aan het ideaalbeeld. Waarom organiseren we geen wekelijkse workshops waarin leerlingen hun gevoelens leren uiten? Ik kon dat te weinig en sukkelde in een depressie.” “Het duurde vier jaar voor ik openlijk durfde te zeggen dat ik depressief was. Dat deed ik niet eens op school. Ik postte online een getuigenis voor Rode Neuzen Dag en vermeldde het in een statusupdate op Facebook. Door mijn sombere gevoelens kwam ik niet meer toe aan leren. In de klas staarde ik uit het raam. Of legde ik mijn hoofd op de bank. Op een bepaald moment stopte ik midden in een regel terwijl ik mijn agenda invulde. Schrijven lukte niet meer. Ik was op.” “Toen ik in het zesde jaar opnieuw totaal opgebrand was, liet ik me, in overleg met mijn ouders en mijn psychiater, opnemen in een kinderpsychiatrie. De druk om op school te presteren, nam even af. Ik werd geholpen en kwam tot rust. Maar toen ik acht weken later opnieuw op school startte, was ik nog
11
“Dat taboe rond depressie moet weg. Het duurde vier jaar voor ik openlijk durfde te zeggen dat ik depressief was” geen stap verder. Het lukte me nog altijd niet om me te concentreren en zelfs gewoon aanwezig zijn op school was heel moeilijk. In maart 2015 ben ik gestopt met school. In september liet ik me opnemen in een psychiatrie voor jongvolwassenen, waar ik nu nog altijd verblijf. Hier heb ik voldoende tijd om te leren aanvaarden dat ik het moeilijk heb met mijn gevoelens. En om te leren loslaten, beseffen dat het niet allemaal perfect moet zijn. Dat zijn de twee belangrijkste stappen die ik moet zetten om weer verder te kunnen. En om ooit weer te studeren.” Leerling Mieke, 18 Om psychische problemen op school bespreekbaar te maken, focust de ‘Te Gek’-campagne dit schooljaar op onderwijs. Meer info op www.sad.be/tegek
Klasse Magazine
Naar de knoppen Tekst Bart De Wilde, Sara Frederix, Stijn Govaerts, Simone Maas Illustraties Toykyo.be Beelden Jens Mollenvanger
Leerlingen groeien op tussen de schermen en smartphones. Maar dat maakt ze niet mediawijs. Ze kennen de knoppen. Jij kent de knopen. En de kansen. Door je pedagogische talent en je levenswijsheid ben jij een expert mediawijsheid. Offline en online. Je leerlingen kunnen die expertise gebruiken in deze digitale wereld. Grijp samen naar de knoppen.
13
Klasse Magazine
dossier mediawijs
Mediawijs: het nieuwe lezen en schrijven Leerlingen maken video’s en switchen snel tussen sociale media. Maar ondanks hun technische voorsprong slagen ze er vaak niet in om goed om te gaan met (digitale) media. Terwijl dat het nieuwe lezen en schrijven is, volgens Remco Pijpers van Stichting Kennisnet. “Elke leraar is expert mediawijsheid. Niet alleen de leraar ICT.” “Mediawijsheid is een combinatie van mediagebruik en mediabegrip”, duidt Laure Van Hoecke van Mediawijs.be, het Vlaamse Kenniscentrum Mediawijsheid van de Vlaamse overheid en iMinds vzw. Pedagoog Pedro De Bruyckere volgt die definitie. Remco Pijpers, o.a. verantwoordelijk voor Mijn Kind Online, een Nederlandse website over jeugd en digitale media, ziet mediawijsheid vooral als verstandig omgaan met media. “Weten hoe je je digitaal moet verhouden tot andere mensen, zonder jezelf of anderen schade te berokkenen. Maar ook sterker worden door zelf media te creëren.”
die de term ooit lanceerde, kwam daar onlangs helemaal op terug”, vertelt Pedro De Bruyckere. “Terecht. Want het is niet omdat jongeren vaak over hun smartphone hangen dat ze mediawijs zijn. Knoppenkennis zegt niets over hun inhoudelijke vaardigheden. Klikken op Google betekent niet dat je de juiste zoekterm geeft en de informatie die je krijgt, goed interpreteert. Daarop scoren jongeren niet goed. Net als op strategische vaardigheden. Al gaat het daar wel steeds beter.”
“Leerlingen beheersen de sociale media ogenschijnlijk, maar als puntje bij paaltje komt, zakken ze voor alle onderdelen”
DIGITAL NATIVES? VERGEET HET! Hoe mediawijs zijn jongeren na het secundair? Mediawijsheid valt moeilijk te meten. Onderzoeken als PISA en PIAAC vertellen iets over deelaspecten van mediawijsheid, zoals digitale leesvaardigheid of probleemoplossend denken. Vlaamse jongeren scoren daar redelijk goed op. In het internationale onderzoeksproject ‘Net Children Go Mobile’ (november 2014, een zusterproject van EU Kids Online) schatten Vlaamse jongeren van 9 tot 16 zichzelf digitaal hoger in dan het Europese gemiddelde. Toch zoeken ze nog. Maar 56 procent van de leerlingen geeft aan informatie op websites te kunnen vergelijken, 62 procent dat ze de instellingen op sociale netwerksites kunnen aanpassen en 24 procent dat ze een blog kunnen starten.”
“Want jongeren hebben de media, maar zetten ze niet altijd mediawijs in. Alle leerlingen hebben blinde vlekken, dat klopt”, zegt Laure Van Hoecke. “Die hangen vaak samen met hun profiel en schoolkeuze. Scholen stimuleren aso-leerlingen vaker om te reflecteren, tso- en bso-leerlingen om te creëren. Scholen moeten een uitgebalanceerde mediawijze aanpak aanbieden, met aandacht voor alle facetten. Maar leraren mogen individueel uiteraard focussen op een bepaald aspect, zolang ze onderling maar afstemmen.”
Experten Laure Van Hoecke, Pedro De Bruyckere en Remco Pijpers zijn het er in elk geval over eens: jongeren zijn zeker niet de digital natives voor wie we ze soms houden. “De man
Remco Pijpers gaat nog een stapje verder. “Leerlingen beheersen de digitale media ogenschijnlijk, maar als puntje bij paaltje komt, zakken ze voor alle onderdelen. Ze reflecteren
14
Remco Pijpers
Klasse Magazine
Laure Van Hoecke expert educatie en onderwijs bij het Vlaamse Kenniscentrum Mediawijsheid, dat opleidingen organiseert tot mediacoach
Pedro De Bruyckere onderzoeker en pedagoog aan de Arteveldehogeschool in Gent; verdiept zich in de leefwereld van jongeren
Remco Pijpers strategisch adviseur digitale vaardigheden van de Nederlandse stichting Kennisnet en specialist ‘jeugd en digitale media’
mediawijs.be
xyofeinstein.be
mijnkindonline.nl
te weinig over hun eigen gedrag, vinden en toetsen informatie onvoldoende, weten niet hoe computers echt in elkaar zitten en missen zelfs knoppenkennis. Onderzoek aan de Universiteit van Twente leert dat scholen tot nu weinig bijdragen aan de digitale geletterdheid van leerlingen. Hun niveau is sterk afhankelijk van hun thuissituatie. Leerlingen met hooggeschoolde, betrokken ouders scoren hoog. Het verschil met leerlingen uit minder goede milieus lijkt groter te worden. Dan kan je twee dingen doen: ouders versterken en leraren meer laten inzetten op mediawijsheid, zodat onderwijs zijn emancipatorische rol kan spelen. Ik geloof in beide.” MEDIAWIJZE EINDTERMEN Sinds 1 september 2010 staat mediawijsheid ingeschreven in de vakoverschrijdende eindtermen (VOETen) van het secundair onderwijs. “En niet eens op een slechte manier”, volgens Pedro De Bruyckere. “Zowel het nadenken over media – het vingertje – als de kansen krijgen aandacht. Nieuwe eindtermen moeten formuleren wat we mogen verwachten aan mediawijsheid van iemand die aan het volwassen leven
15
begint. Een belangrijke vraag, maar niet simpel. Groeien in mediawijsheid stopt niet na je diploma.” “Het gevoel dat we op school meer moeten inzetten op mediawijsheid leeft sterk”, vertelt Laure Van Hoecke. “En dat terwijl scholen niet altijd heel erg mee zijn in dat verhaal, vaak door beperkte middelen en infrastructuur, maar ook deels door het profiel van leraren: mensen die kiezen voor een job in onderwijs zijn meestal goed met mensen, maar associëren zich vaak niet met ‘machines’. Ze zien niet altijd het sociale en creatieve potentieel van digitale media. Toch moeten ze net daarom inzetten op mediawijsheid, zonder mee te surfen op elke hype. Onderwijs heeft een emancipatorische taak. Maar zoals mediawijsheid nu in de VOETen staat, is het te vrijblijvend. We verwachten van scholen een inspanningsverbintenis, geen resultaatsverbintenis. Dat zorgt voor grote verschillen per school. Ze kiezen hun prioriteiten en bepalen hoe sterk ze inzetten op mediawijsheid. Dat vergroot de verschillen tussen jongeren. Daarom zijn resultaatgebonden leerlijnen belangrijk.”
Klasse Magazine
dossier mediawijs
“Laat leerlingen je Chief Technology Officer zijn, maar jij bent hun CEO” Pedro De Bruyckere
VAN LAGER TOT SECUNDAIR Waarop kunnen leraren van de kleuterklas tot het zesde secundair meer inzetten? Laure Van Hoecke ziet een pak kansen. “In de kleuterklas gebruiken leraren steeds vaker tablets, maar ze weten niet altijd hoe ze die didactisch kunnen inzetten. Leraren moeten op zoek naar goede educatieve apps en naar een gezond evenwicht tussen online aanbod en een mix van andere activiteiten.” “In het lager? Je kan je leerlingen voorbereiden op sociale media. Ze zitten er toch al op of zullen er binnenkort allemaal op zitten. Maar hoe doe je dat als leraar zonder de wet te overtreden en Facebook-profielen met je leerlingen aan te maken? Offline spellen werken daar goed. Leerlingen leren de mechanismen en effecten van sociale media kennen en maken later makkelijk de transfer naar de publieke sociale media.” “In het secundair is er weinig focus op het digitale luik van informatievaardigheden. Terwijl het belangrijk is om leerlingen kritisch te leren denken, want Google neemt dat een stukje van ze over. En er is weinig aandacht voor de filter bubble. Jongeren weten onvoldoende dat websites als Facebook en Google hun zoekgedrag monitoren. Dat beïnvloedt hun zoekopdrachten en de informatie die ze krijgen.” Ook voor Pedro De Bruyckere is het essentieel om leerlingen weerbaar te maken op (sociale) media. Maar leraren moeten ook de kansen tonen. “In een onderzoek uit 2014 geven Europese werkgevers aan welke vaardigheden jongeren moeten hebben als ze op de arbeidsmarkt komen. Communicatieve
16
en strategische vaardigheden halen de top. Vooral die laatste missen ze online nog heel vaak. Op school moeten leerlingen nadenken welke informatie ze online gooien, maar zeker ook hoe ze hun online contacten inzetten in een genetwerkte samenleving.” De Bruyckere wijst erop dat scholen bij hun keuzes middel en doel niet door elkaar mogen gooien. “De discussie rond programmeren is een mooi voorbeeld. Dat bedrijven steeds meer nood hebben aan programmeurs of dat mensen in steeds meer functies noties moeten hebben van programmeren, kan een goede reden zijn om het op school aan te bieden. Dat programmeren een goed middel is om logisch denken te triggeren is geen goed argument. Je leert wel redeneren binnen ICT-context, maar het is lang niet zeker dat je die vaardigheid ook transfereert naar andere domeinen of vakken.” IEDEREEN MEDIACOACH Mediawijsheid in de VOETen betekent dat mediawijsheid niet het monopolie van ICT-leraren is. “Klopt. Er ligt een taak voor alle leraren”, vertelt Pedro De Bruyckere. “Mijn boodschap aan leraren: laat leerlingen je CTO’s (Chief Technology Officers) zijn, want dat technische aspect beheersen ze vaak goed. Maar ze hebben een CEO nodig. Jij bent als leraar op inhoudelijk vlak sterker, want om mediawijzer te worden heb je levenservaring nodig.” “Het mag inderdaad niet de taak van de ICT-leraar alleen zijn”, bevestigt Laure Van Hoecke. “Leraren voelen mis-
Klasse Magazine
“Door internet op school af te sluiten leer je jongeren niet bewust om te gaan met media” Laure Van Hoecke
schien een drempel, maar inzetten op mediawijsheid moet niet altijd hoogtechnologisch zijn. Als pedagoog en didactisch expert hebben ze op veel aspecten van mediawijsheid een voorsprong op leerlingen. Een les over privacy en bescherming kan in eerste instantie zonder ICT. De Facebook-instellingen van je leerlingen aanpassen is misschien minder relevant dan in discussie gaan over privacy. Facebook verandert die instellingen toch voortdurend. Leraren kunnen met hun leerlingen bespreken hoe ze zelf over privacy denken. Ze hebben ook de vrijheid om te kiezen wie hun posts mag zien, wat ze online gooien en welke Facebook-vriendschappen ze aanvaarden. Maar ze schatten niet altijd de consequenties goed in. Daarvoor weet je als leraar het best wel iets over de mechanismen achter sociale media. Dat YouTube opgekocht is door Google bijvoorbeeld en dat Google data doorverkoopt aan adverteerders.” SMARTPHONE IN DE LOCKER Kan je aan mediawijsheid werken als je smartphones en internet tussen 8.30 en 16.00 uur volledig verbiedt? In ‘Net Children Go Mobile’ beweert 63 procent van de Vlaamse leerlingen dat ze op school nooit de smartphone mogen gebruiken en 44 procent dat ze nooit toegang hebben tot de schoolwifi. De onderzoekers vragen scholen om ‘voeling te hebben met de digitale leefwereld van jongeren’ en ‘duidelijke afspraken te maken, samen met leerlingen’. “Smartphones verbieden en wifi afsluiten is toch een beetje ironisch als je tegelijk tablets introduceert in de klassen”, zegt Pedro De Bruyckere. “Maar het is zeker niet fout om
17
op sommige momenten de online wereld niet te gebruiken. Scholen moeten in hun beleid de juiste balans vinden: wanneer moet de smartphone uit en wanneer kan hij aan? En daarover transparant communiceren. Net als leraren. ‘Haal die smartphones boven en zoek het eens snel op’, is productief. ‘Nu moet alles dicht, want anders missen jullie iets belangrijks’, ook.” Laure Van Hoecke denkt er ook zo over. “Het is beter om leerlingen te leren omgaan met internet en sociale media, dan om hun smartphones ’s ochtends in een locker te stoppen om ze na het belsignaal weer op te halen. Het is een beetje naïef om te denken dat leerlingen niet op internet zitten als je dat niet toelaat. Ze zijn inventief genoeg om achterpoortjes te vinden. Leerlingen moeten reflecteren over media en zichzelf daarin leren disciplineren. Duidelijke afspraken zijn daarvoor efficiënter dan een totaalverbod. Maak geen filmpjes van leerlingen of leraren. Geen smartphones in de les, tenzij de leraar het toelaat tijdens een oefening. Overtreedt een leerling toch de regels? Dan koppel je daar naast een straf het best ook een gesprek aan met de leerling. Op die manier reflecteert hij over zijn gedrag en leert hij de grenzen rond mediagebruik beter te respecteren” “Inzetten op mediawijsheid en digitale geletterdheid is geen pleidooi voor overal en altijd smartphones”, besluit Remco Pijpers. Die toestellen kunnen ook in de weg zitten en afleiden. Zelfdiscipline is belangrijk. Daarom moeten scholen en leraren een duidelijke visie hebben. Soms kan je smartphones ook gewoon verbieden.”
Klasse Magazine
dossier mediawijs
“Leraren moeten mee de digitale speeltuin in” “Leerlingen tikken razendsnel met twee duimen op hun smartphone”, vertelt Tamara, leraar Nederlands en Engels. Maar het loopt vaak mis als ze informatie opzoeken en bronnen moeten checken. “Ik maak ze vanuit mijn vakken sterker. En ik experimenteer ook zelf met nieuwe media.” Haar favoriete speeltuin? Google Classroom.
in een discotheek zit. Leerlingen vinden dat ook, maar gaan daar nonchalant mee om. Pas als je het toont, pikken ze het op. De dag daarop zie je dat leerlingen hun instellingen aangepast hebben. Maar meer nog dan de risico’s toon ik de kansen en de finesses van sociale media. Twitter en LinkedIn kunnen ze later perfect inzetten als professioneel netwerk.”
INTERNET IS DE WAARHEID Als het op internet staat, moet het wel waar zijn, denken veel van haar leerlingen. En dus groeien koppen op nieuwssites of berichten op Facebook uit tot absolute waarheid. “Leerlingen missen een stukje onderzoekcompetenties. Die staan pas in de derde graad op het programma. Te laat. We zetten daar op school ook in de tweede graad op in. Ik vraag ze kritischer te lezen en naar betrouwbare bronnen te zoeken. Leerlingen blijven vaak steken in gemakkelijke, populaire websites. Dat merk ik ook bij boekbesprekingen. Dan citeren ze een scholierensite of Wikipedia – waarvan ze weten dat iedereen de tekst zomaar kan aanpassen. Dat maakt de informatie niet meteen fout, maar je kan ze beter nog eens checken op andere sites. En dan komt een volgend pijnpunt: ongelooflijk hoe slecht hun zoekstrategieën op Google soms zijn. Een zoekterm intikken kunnen ze allemaal, maar de finesses missen ze: de volgorde van kernwoorden, het gebruik van aanhalingstekens, de meerwaarde van Engelse zoekwoorden. Ook daar besteed ik twee lessen aan.”
LERAREN MOETEN EXPERIMENTEREN Als je leerlingen mediawijzer wil maken, moet je zelf ook mee in het digitale bad, vindt ze. Zelf geeft ze het goede voorbeeld op een aantal sociale media en experimenteert ze met nieuwe platformen en video’s. “Leraren moeten meer durven spelen met technologie. Tot twee jaar geleden bleef ik ver weg van ICT. Ik had alleen de basiskennis die elke leraar heeft. Nu is Google Classroom al een half jaar mijn favoriete speeltuin. In die digitale leeromgeving maak ik klasgroepen aan. Niet omdat het fancy is, maar omdat het moet. Alleen dan kan je echt werken op maat, differentiëren, remediëren, (tussentijdse) feedback geven, het proces evalueren en je leerlingen voorbereiden op het bedrijfsleven. Werken in de cloud – met apps – is de nieuwe manier van werken. Het is gratis, gebruiksvriendelijk en efficiënt. Het kan niet dat leerlingen in deze digitale wereld daarvan niets opsteken in hun schoolcarrière. Dan ontneem je ze veel kansen. En er valt dertig kilo papierwerk van mijn schouders. Alles blijft opgeslagen, zowel leerlingen als leraren kunnen alles altijd raadplegen.”
DE KANSEN VAN SOCIALE MEDIA “We denken te snel dat de digitale generatie alles onder knie heeft. Dat is absoluut niet zo. Ze kunnen aan een geweldig tempo snapchatten en whatsappen met twee duimen, maar zelfs basistoepassingen in Word of Excel, informatie opzoeken of nadenken over wat ze vrijgeven, liggen een pak moeilijker.” De boodschap dat ze nog niet mediawijs zijn, blijft het best plakken als Tamara inspeelt op de ervaringen en vragen van haar leerlingen. “Rond solliciteren en sociale media bijvoorbeeld. Dan checken we samen of ze hun Facebook-wall beveiligen. Werkgevers komen daar misschien rondneuzen. En die hebben er geen zaken mee dat je tot 3 uur ’s nachts
18
“Een laptop is niet nodig. De tools die ik gebruik zijn allemaal beschikbaar via de smartphone”
Klasse Magazine
Wie is Tamara Stojakovic? • leraar Engels-Nederlands • 2de en 3de graad bso, tso, aso • Atheneum Merksem • ex-OKAN-leerling • zij-instromer (logistiek bediende) • 6 jaar ervaring
SAMENWERKEN IN GOOGLE CLASSROOM “ICT is binnen mijn vakken nooit een doel, het is maar een middel. Ik probeer mijn vakinhoud over te brengen en de leerlingen tegelijkertijd kennis te laten maken met andere mogelijkheden om te studeren, te oefenen, te presenteren en samen te werken. Google Classroom is daarvoor perfect: leerlingen werken gelijktijdig in hetzelfde document, ze hangouten en chatten over de leerstof. Doordat Google Classroom een interactief platform is, versterkt het ook de klasband. Leerlingen zeggen soms ook oprecht: ‘Bedankt dat je ons die kansen toont, we wisten niet dat dit mogelijk was.’”
19
“Niet alle leerlingen hebben een persoonlijke laptop. Dat is ook niet nodig. De tools die ik gebruik zijn allemaal beschikbaar via de smartphone. Of ze kunnen een uurtje langer op school blijven om op internet te gaan. Zo’n online klas vraagt wel een doordacht wifibeleid. De school zet wifi voor leerlingen open. Tijdens de pauzes kunnen ze erop en als de leraar dat toelaat, ook tijdens de lessen. Als je ze op school volledig afsluit van de digitale wereld leer je ze niet om er verstandig mee om te gaan. Duidelijke afspraken werken echt. Als ik vraag om de smartphone uit te zetten, doen leerlingen dat ook.”
Klasse Magazine
dossier mediawijs
Facebook is een bosspel Leraar Steven observeert het mediagebruik van zijn leerlingen en vraagt aan de technologie-cracks om hem nieuwe dingen uit te leggen. “Mijn leerlingen zijn allemaal goed met knoppen, maar ze moeten kritisch leren omgaan met nieuwe media en grenzen leren kennen.” Daarvoor stuurt hij ze het bos in. “De wereld digitaliseert. Al die nieuwe kanalen trekken mijn leerlingen aan. Ze experimenteren er graag mee en hebben alles snel onder de knie. Ze moeten vooral de voordelen leren benutten van sociale media en online diensten. Maar ze moeten er tegelijkertijd kritisch leren mee omgaan en de gevaren kennen. Tieners zijn vaak kwetsbaar op sociale media. Ze kunnen er heel hard zijn voor mekaar en beseffen de draagwijdte van hun acties niet altijd. Ze missen grenzen.” “Toen een van mijn leerlingen niet kon verstoppen dat hij droevig was, vroeg ik: ‘Gaat het, jongen?’ Een klasgenoot antwoordde: ‘Zijn lief heeft het gisteren uitgemaakt. Dat stond op zijn Facebook-wall. Iedereen weet het al.’ Dat is hard. Sommige kinderen meten hun populariteit aan de likes die ze scoren. Een update die niet veel succes heeft, maakt ze ongelukkig. Minder sociale kinderen bouwen sneller een online schijnwereld. Ze zien er op school vermoeid uit omdat ze voortdurend ‘werken’ aan hun online uitstraling: ze posten veel commentaren, laten voortdurend weten wat ze doen en waar ze zijn. Maar altijd aanwezig en bereikbaar zijn op Facebook en andere sociale media maakt tieners moe en gestresseerd. Met al die elementen ging ik aan de slag.” Een theoretische les of een toneeltje over de gevaren van internet? “Daar moet ik bij mijn leerlingen niet mee afkomen. Dat blijft niet plakken. We pakken het totaal anders aan. We bouwen Facebook, Instagram en andere sociale media na in een bosspel. Ik leg snel de spelregels uit en dompel ze volledig onder in een analoge wereld, waar ze digitale vaardigheden oefenen. Tussen het groen zoeken ze de ‘Grote Leider’. Om hem te vinden, krijgen ze hints die lijken op wat ze online allemaal tegenkomen. Ze moeten bijvoorbeeld selfies nemen met hun tegenstanders. Later in het spel blijkt dat er achter die alledaagse selfie een duidelijke win-strategie zit. Net zoals commerciële aanbieders foto’s ook inzetten op hun Instagram of Facebook of je beginnen te volgen nadat je bepaalde hashtags gebruikte.” Tijdens het spel confronteert Steven zijn leerlingen met hun online gewoontes en gedrag. Niet om ze weg te jagen van sociale media, wel om ze bewuster en sterker te maken. “Ik
20
hang bijvoorbeeld aan een boom een doodgewone foto op van een leerling met zijn broer. Alle leerlingen schrikken dan: hoe komt die foto daar? Ik plukte hem van de schoolwebsite, maar leerlingen snappen de knipoog naar hun postgedrag op sociale media, daar kan je veel meer van die foto’s plukken. Door hem op te hangen op een publieke plek – net als Facebook – maak ik ze bewust dat iedereen in de wereld elke post, elke foto kan bekijken. Willen ze dat echt, of liever niet? Die reflex moeten ze krijgen. Ze moeten ook codes kraken met simpele alfabetspelletjes. Vaak kiezen ze nog voor hun naam en geboortedatum als paswoord. Terwijl dat op eentwee-drie te hacken valt. Misschien denken ze in de toekomst zelf aan sterkere alternatieven. Na het bosspel heb ik genoeg gespreksstof voor een heel schooljaar. De ervaringen in het bos blijven nazinderen. Hopelijk doen ze er iets mee in hun (online) leven.”
“Ik deel de opdracht uit en zeg: ‘Mannen, met wat jullie maken, wil ik uitpakken op het familiefeest en bij mijn collega’s’” “Met mediawijsheid ben je nooit klaar”, vertelt Steven. Hij past zijn lessen regelmatig aan. “Daarvoor moet ik mee zijn met nieuwe tendensen. Ik observeer het mediagedrag van mijn leerlingen voortdurend. Snapchat gebruiken ze om te showen, Facebook-groepen zetten ze in voor hun schoolopdrachten en Whatsapp om af te spreken. Als mijn leerlingen iets nieuws ontdekken, wil ik er ook meer van weten. Af en toe vraag ik aan de technologie-cracks om me nieuwe dingen uit te leggen. Dat is nodig om up-to-date lessen te maken en ze op mediavlak uit te dagen. Ik leg de lat voor mezelf en mijn leerlingen hoog: als ze een video maken voor een presentatie, dan verwacht ik dat ze alles uit de kast halen en durven experimenteren. Ik deel de opdracht uit en zeg: ’Mannen, met wat jullie maken, wil ik uitpakken op het familiefeest en bij mijn collega’s.’ Dat vinden ze geweldig.”
Klasse Magazine
Wie is Steven Lasseel? • leraar Nederlands-Engels • aso, eerste graad • Sint-Lievenscollege in Gent • graadcoördinator
21
Klasse Magazine
dossier mediawijs
“Mijn kleuters geven de instructies” In de kleuterklas van juf Mieke moet je de ICT-toepassingen gaan zoeken. De tablet ligt achter een stel puzzels, het smartboard is verstopt achter een bloemetjesgordijn. Toch werken de kleuters bijna dagelijks met technologie. Met een Bee-Bot zetten ze hun eerste stapjes in programmeren. Juf Mieke stopte een poosje met werken als kleuterjuf toen ze zelf kinderen kreeg. Veertien jaar geleden begon ze opnieuw met lesgeven. “Op dat moment slopen ICT en digitale media langzaam de klas binnen. Ik had daar wel schrik van. Toen een van de ouders me de Bee-Bot voorstelde, dacht ik: niets voor mij. Maar na een demonstratie was ik helemaal mee. Nu gebruik ik hem al twee jaar in de klas. De kinderen zijn er gek van. Als ik hem vergeet, zie ik tweeëntwintig pruillipjes.”
22
SPELEN IS LEREN Bee-Bot ziet eruit als een vrolijke bij. Terwijl ze met de robot spelen, zetten de kleuters hun eerste stappen richting programmeren. Om hem te laten rijden, moeten leerlingen vooraf met pijltjesknoppen een route uitstippelen. Alleen als ze correcte instructies geven, rijdt hij naar de juiste plek. Juf Mieke zet hem regelmatig in. “Soms mag de Bee-Bot beslissen met welke activiteit we de dag beginnen. Dan leg ik twee kaartjes op het rooster en moeten de kinderen het bijtje laten rijden naar de activiteit die ze het liefst doen. Soms gaat het mis. Daar lachen we dan met zijn allen om, maar we beginnen toch met de activiteit waarmee ze eigenlijk niet wilden starten. De robot beslist!” Met de Bee-Bot blijven kinderen die snel afgeleid zijn beter
Klasse Magazine
Wie is Mieke Cosemans? • juf in de derde kleuterklas • Vrije Basisschool Sint-Joris in Alken • 20 jaar ervaring • werkt twee jaar met Bee-Bot
bij de les. “Reken- of taallessen kunnen ook perfect met Bee-Bot. Dan sturen de kleuters de Bee-Bot naar een woord dat begint met de letter S. Of ze verbinden twee woorden die rijmen. De Bee-Bot maakt het allemaal spannender. Ze zien het als een spel, een uitdaging en zo blijven ze geconcentreerd. Maar terwijl ze spelen, ontwikkelen ze belangrijke vaardigheden, zoals vooruitdenken en ruimtelijk inzicht. Die talenten zullen ze later in deze digitale wereld voortdurend nodig hebben.” SCHOOL ZONDER KRIJT Juf Mieke is voorlopig de enige op school met een BeeBot. Toch zet elke leraar in op mediawijsheid en ICT. In de basisschool is inmiddels geen bordkrijt meer te vinden: elke klas heeft een smartboard. Er is één ICT-leraar die overal bijspringt en handen te kort komt. “Vooral de jongere leraren gebruiken de smartboards vaak tijdens hun lessen. De ouderen minder, al zijn er uitzonderingen. We hebben een computerlokaal waar de kinderen een keer per week les krijgen. Daar zien we hoe snel de techniek vooruitgaat. Een aantal schermen is beschadigd, omdat kleuters met hun handen op de schermen drukken. Ze denken dat alles een touchscreen heeft. We moeten ze echt leren hoe ze een muis moeten vasthouden.” MEDIAWIJSHEID IS BALANS VINDEN Leraren moeten media en techniek verstandig inzetten, vindt juf Mieke. Zeker in de kleuterklas. “Het is niet altijd een meerwaarde. Als kinderen puzzelen op de tablet, schuiven ze de stukjes in het rond tot ze toevallig passen. Ze denken niet na. Als ze dan een ‘echte’ puzzel maken, proberen ze de stukjes in de puzzel te duwen tot ze meegeven of breken. Bij de Bee-Bot kunnen ze niet zomaar iets proberen. De robot dwingt kinderen om eerst na te denken. Anders lukt het niet.”
23
Juf Mieke staat open voor meer ICT-toepassingen, maar het hoeft niet per se. “De Bee-Bot heeft me geleerd dat techniek niet altijd moeilijk is, en dat de kinderen er een heleboel van leren. Maar ze moeten in de klas ook voldoende ‘offline’ kunnen spelen. Thuis doen ze dat nog amper. In de vertelkring op maandagochtend praten ze vooral over de videospelletjes die ze in het weekend speelden en de films die ze bekeken. Hier kan ik ze tenminste nog blokken, puzzels en poppenkastverhalen aanbieden. Vanaf de kleuterklas de balans leren houden, ook dat is mediawijsheid.”
Klasse Magazine
dossier mediawijs
App Noot Mies Kleuters leren programmeren nog voor ze kunnen lezen? Hoe leerlingen plots algebra liken? En dat ze maar beter ‘kat’ dan ‘poes’ intikken op Google. 18 gratis tools om in te zetten op media in je klas. Voor kleuters, tieners en pubers. Van groentje tot supermegamediawijs. Van krant tot sociale media.
24
TOCA BOCA Bouw je eigen huis met Toca Builders of speel wetenschapper in Toca Lab. Toca Boca verzamelt 30 genderneutrale apps. Android en iOS - zoek Toca Boca
APPSAKEE Start je zoektocht naar apps op Appsakee.be van KlasCement. Zoeken kan op thema, lesmethode of prijs. Mét handleiding en advies. Appsakee.be
HANDEN WASSEN MET EEN TABLET Ella leert kinderen waarom handen wassen belangrijk is en hoe je dat doet. Met interactieve verhaaltjes en spelletjes. Android en iOS - zoek Ella’s handen wassen avontuur
VEILIG OP INTERNET Veilig surfen zonder te verdwalen? Dit bijtje is een veilige browser met educatieve websites en games voor kinderen. Mybee.nl. Op computer en iPad
SPINTERNET Leer kleuters het ABC van mediawijsheid. Een kant-en-klaar pakket met een spel en een tekenfilmpje dat uitlegt wat internet is. Mijnnaamishaas.nl/spinternet
PROGRAMMEREN Een game of een geanimeerd verhaal maken? Met een eenvoudig blokjessysteem kan je leren programmeren nog voor je kan lezen. Android en iOS - zoek Scratch Junior
Klasse Magazine
DIGIDUCK STRIP Donald Duck test of je veilig kan internetten. Goofy geeft tips over sociale media. En Willie Wortel deelt opdrachten uit. DigiDuck veilig internet. Saferinternetday.nl/digiduck
SHUT YOUR FACEBOOK Mediawijs ontwikkelde een educatief pakket bij de show van Bert Gabriëls over de voordelen en risico’s van sociale media. Mediawijs.be
WETENSCHAPPELIJKE EXPERIMENTEN Kan je een appel laten balanceren op het randje van een doos melk? Of vreemde vloeistofstapels maken? Zoek het uit met de app van Klokhuis. Android en iOS - zoek Zoek het uit!
ARCHIEF VOOR ONDERWIJS Schatten in de beeldbank van VRT en erfgoedinstellingen. Zoek op trefwoord, vak of graad. Afgestemd op eindtermen en leerplannen. Onderwijs.hetarchief.be
MEDIAWIJS MET KRANTEN Kranten in de Klas bezorgt je gratis kranten en kant-en-klare lessen. En je kan ook zelf een klaskrant maken. Krantenindeklas.be en krantenmaker.be
REANIMEREN MET IPAD Geef een EHBO-les met de app StartnHart. Bekijk per twee de instructievideo’s, oefen en geef elkaar een score. iOS - zoek StartnHart
ONLINE PRIKBORD Ideaal om tekst, filmpjes, foto’s, links of bestanden te prikken rond één thema, reacties of ideeën te verzamelen of klasopdrachten te geven.
DIGITAAL AFKICKEN Geconcentreerd studeren zonder Facebook? Blokkeer een tijdje internet of enkele websites.
Computer, Android en iOS - zoek Padlet
Getcoldturkey.com
STARTPAGINA VOOR JE KLAS Een overzicht van alle websites voor je klas. Een startpunt waar leerlingen alles gemakkelijk en veilig terugvinden.
ANIMATIEFILMPJES Powerpoint is dood. Ga voor geanimeerde presentaties en filmpjes met dit blokjessysteem. Powtoon.com
Computer, Android en iOS - zoek Symbaloo
LEERSTOF IN QUIZVRAGEN Speels kennis toetsen? Beantwoord quizvragen met een tablet, computer of smartphone. En welk team wint de ruimtereis? Computer, Android en iOS - zoek Socrative
25
PUNTEN VERDIENEN Met deze app kan je het gedrag en de motivatie van leerlingen positief beïnvloeden. Leerlingen verdienen individueel of met de hele klas punten. Computer, Android en iOS - zoek Classdojo
Klasse Magazine
“Onderwijs moet gelukkige, fiere jongeren vormen" Wat kunnen we leren van opiniemakers en experten en hun ervaringen met onderwijs? Professor Jonathan Holslag (VUB) pleit voor een Vlaams onderwijs dat sterke burgers vormt, met normen en waarden. Dat is volgens hem een van de kerntaken van onderwijs.
Tekst Leen Leemans Beeld Jens Mollenvanger
Jonathan Holslag wil meer ‘mensvorming’ op school. Niet zozeer in het aso en aan de universiteit, maar vooral in het beroeps- en technisch onderwijs. “Want technische kennis moet hand in hand gaan met burgerschap en esthetiek. Zo zorg je voor fiere en gewaardeerde vakmensen en een duurzame economie.” Je komt zelf uit het technisch onderwijs. Hoe kijk je terug op je eigen schooltijd? “Mijn herinneringen zijn eerder pijnlijk. Ik was nogal een problematische leerling in de lagere school. Ik ging naar vijf verschillende scholen omdat mijn ouders altijd verhuis-
27
den. In het secundair zat ik op een heel fijne school, een klein college in Hamont. Dat lag in een fantastische, groene omgeving en mijn klasgenoten kwamen uit mijn eigen dorp. Maar ik studeerde niet graag. Ik heb in die zes jaar nooit mijn boekentas van mijn fiets genomen. Daardoor ben ik de hele waterval doorgezwommen, van ‘de Latijnse’ naar ‘de moderne’, tot in sociaal-technische wetenschappen. Die opleiding stelde niet veel voor, inhoudelijk noch op het vlak van vaardigheden. Maar ik heb me er wel prima geamuseerd! Daarna deed ik met twee vrienden ingangsexamen voor het leger. Met succes, maar de militaire school was niets voor mij. Dus ben ik naar de lerarenopleiding getrokken. Ik heb een heel bochtig parcours gelopen.” Zijn sommige leraren je toch bijgebleven? “Absoluut. Ik had met verschillende leraren van het college een goede band. Veel leraren bekommerden zich om
Klasse Magazine
het welbevinden van de leerlingen. Mijnheer Braeken, mijn leraar geschiedenis, heeft me echt beïnvloed. Hij was bijzonder bevlogen en geëngageerd. Hij slaagde erin zijn enorme culturele bagage op leerlingen over te dragen. Zijn passie heeft er onrechtstreeks mee voor gezorgd dat ik in mijn lerarenopleiding voor geschiedenis koos. Toen ik tijdens mijn stage op het college in zijn klassen – hij was ondertussen overleden – geschiedenis mocht geven en in zijn voetsporen mocht treden, was dat magisch.” Maar je bent toch geen leraar geschiedenis geworden? “Heel even wel. Maar in de school waar ik startte, kon ik mijn ding niet doen, zeker voor geschiedenis niet. Het klikte ook niet met de directeur. Ik ben dan politieke wetenschappen gaan studeren aan de Vrije Universiteit Brussel. Na mijn doctoraat kon ik meteen aan de universiteit beginnen. Ik doceer nu internationale politiek. Ook in dat vak krijgt geschiedenis een centrale plek. Het is een instrument om de maatschappij van vandaag beter te begrijpen. Goed geschiedenisonderwijs geeft je meer burgerzin. Pas als je inzicht hebt in de strijd die onze voorouders hebben geleverd, bijvoorbeeld om stemrecht te krijgen, besef je dat het belangrijk is om ervoor te blijven vechten. Geëngageerde, betrokken burgers vormen is een van de drie taken van onderwijs. Het baart me zorgen dat die kerntaak in de discussie over de eindtermen gemarginaliseerd wordt.” Wat zijn dan de twee andere taken van het onderwijs? “De eerste en de belangrijkste is de ‘humanitas’: sterke, flexibele en ondernemende mensen vormen, mensen die leren leven met hun gebreken en behoeften. Maar vooral mensen die hun capaciteiten voluit willen ontwikkelen. Een sterke samenleving heeft ambitieuze mensen nodig die hun talenten inzetten. Ons onderwijs wil vandaag vooral producenten vormen in plaats van gelukkige, zelfzekere volwassenen. En dan creëer je natuurlijk ongeleide projectielen. Je mag nog zo goed zijn als advocaat of ingenieur, als je je beroep niet uitoefent met bepaalde waarden, dan wordt de samenleving daar niet sterker of welvarender van. Ik beschouw scholen als de broedkast van de nieuwe samenleving. Met de normen en waarden die jongeren daar meekrijgen, zullen ze later een nieuwe maatschappij uittekenen. Onderwijs moet niet alleen opvoeden, maar ook die normen en waarden meegeven, anders graaf je als samenleving je eigen graf.” “Na burgerschap, is de derde taak van het onderwijs: jonge mensen voorbereiden op een toekomst als producent, als ondernemer, kortom om economisch actief te zijn. Dat staat echt maar op de derde plaats: de economie moet zich ontwikkelen in functie van de samenleving en niet andersom.”
28
Vervult het Vlaamse onderwijs die kerntaken? “Tot voor een aantal jaren wel, voor een groot deel van onze leerlingen en studenten. Het algemeen secundair onderwijs en de universiteiten slaagden erin om kennis en fierheid bij te spijkeren bij hun studenten. Er was een redelijk evenwicht tussen de praktische, beroepsgerichte doelstellingen en de mensvormende. Maar in het technisch en beroepsonderwijs hebben we die ‘mensvorming’ te veel buitenspel gezet. Die leerlingen krijgen wel ‘project algemene vakken’ (PAV), maar dat is onvoldoende. En we maken nu in het Vlaamse onderwijs een grote fout. We richten het technisch en beroepsonderwijs nog meer op het praktische, het technische en het doelgerichte. We willen leerlingen kant-en-klaar afleveren aan bedrijven. Bovendien doen we dat ook in het aso meer en meer. In het debat over de eindtermen ligt de nadruk op exacte wetenschappen, wiskunde, informatica … ten koste van vakken zoals geschiedenis en esthetiek. Daar is noch de samenleving, noch de student of de economie mee gediend.”
“Scholen zijn de broedkast van de nieuwe samenleving” Jonathan Holslag
Onze samenleving schreeuwt toch om mensen met technische kennis? “We moeten een groter deel van onze jongeren inderdaad opnieuw scholen in praktische vaardigheden, in dingen maken. Omdat dat de kern van de economie is. Ik pleit er zeker niet voor om iedereen naar het aso en de universiteit te sturen. Maar technische kennis moet hand in hand gaan met burgerschap en persoonlijk welbevinden. Als je jongeren opleidt met een gevoel van fierheid en eigenwaarde en als ze trots zijn op het werk dat ze verzetten, leidt dat ook op de werkvloer tot minder ziekteverzuim en tot meer ondernemingszin. Dat zijn allemaal succesfactoren die bijdragen tot de groei van grote en middelgrote ondernemingen. Maar als je van mensen creatieve ondernemers wil maken, moet je je markt herinrichten zodat ze kansen krijgen. Ik ken veel verhalen van mensen die willen ondernemen met duurzame materialen, in een stad – ze maken kinderkledij, decoratie … – maar ze botsen op ongeschoolde consumenten die niet weten wat duurzaam is en wat kwaliteit is. Daar moeten we iets aan doen, zodat je vakmensen die aan een sterke economie bouwen, beloont. En niet de dumpketens zoals Action of Primark die de markt overspoelen met rommel waar we economisch alleen maar slechter van worden.” Kunnen scholen daarin een rol spelen? “Oostenrijk en Denemarken zetten in het beroeps- en technisch onderwijs heel sterk in op creativiteit, schoonheid en burgerschapsvorming. Vanuit het idee dat, als je bewuste
Klasse Magazine
Wie is Jonathan Holslag? • voormalig leraar geschiedenis • master in de politieke wetenschappen • professor aan de Vrije Universiteit Brussel • gespecialiseerd in Europa, Azië en internationale relaties • auteur van ‘China’s coming war with Asia’ (2015) en ‘De Kracht van het Paradijs: hoe Europa Kan Overleven in de Aziatische Eeuw’ (2014)
consumenten vormt, je zo aan bewuste ondernemers kansen geeft. De bedrijven daar bevestigen dat: de concurrentie wordt groter, maar in eigen land kunnen we het verschil maken met kwaliteit. China – dat heel erg inzet op industrie en groei – heeft vorig jaar besloten om in elke onderwijsvorm minstens drie uur per week in te zetten op esthetiek en ethiek. Voor de Chinese overheid is dat een voorwaarde om de omslag te kunnen maken van de vervuilende massa-industrie naar een duurzame kwaliteitseconomie. Ik begrijp niet dat, als landen waar wij op economisch vlak naar opkijken dat signaal geven, we tóch de omgekeerde beweging blijven maken.”
29
Besluit: het Vlaamse onderwijs moet inzetten op breed gevormde vakmensen? “Jongeren kiezen nu voor hoger onderwijs omdat hun dat later een hoger inkomen oplevert. Zo is onze economie nu eenmaal opgebouwd. Ze draaien jaren mee in een interessante opleiding en moeten dan plots uitvoerend werk doen omdat ze met te veel zijn. Dat vernietigt kennis en vaardigheden en vooral veel begeestering. Dan is het beter om het onderwijs zo te organiseren dat je ook met niet-universitaire opleidingen dat eergevoel kan waarmaken. Een zekere beperking van het aantal studenten aan de universiteit dus, maar vooral grotere kansen op algemene vorming.”
Klasse Magazine
30
Klasse Magazine
Leerlingen lossen conflicten zelf op Warme school in hartje Brussel Tekst Tinne Deboes Beeld Anton Coene
“Tien jaar geleden was het oorlog op onze speelplaats”, vertelt juf Mieke van Basisscholengemeenschap Sint-Guido en Sint-Pieter in Anderlecht. Kinderen en ouders waren ongelukkig, leraren liepen weg van school. “Nu zijn we een warme school met weinig conflicten. En als ze er zijn, lossen de kinderen ze vaak zelf op.”
31
Klasse Magazine
Bouwen aan een duidelijke visie Alleen lachende gezichten op de speelplaats. Niets doet vermoeden dat de school tien jaar geleden op een dieptepunt zat. “Vechten en schelden. Geen respect voor elkaar of voor de leraren. Zo kon het echt niet verder”, legt juf Mieke uit. “Enkele leraren werkten in hun klas al rond sociale vaardigheden. Vol goeie bedoelingen, maar amper op elkaar afgestemd. Daar bracht een werkgroep verandering in. Stap voor stap bouwden we aan een warm klimaat in onze school.”
Al spelend werken de leerlingen aan sociale vaardigheden. Samenwerken en vertrouwen zijn cruciaal.
32
Klasse Magazine
Praten met handpoppen “Alles start nu in de kleuterklas. Onze vaak anderstalige kleuters leren hun gevoelens verwoorden dankzij Bino. Deze albinopinguïn is anders, zoekt vrienden, maakt ruzie … Heel herkenbaar voor de kleintjes. In de lagere school werken we met Giraf en Jakhals. Zij hebben een verschillende kijk op een conflict: de ene is empathisch, de andere kritisch. En de kinderen leren dat beide reacties oké zijn: je mag boos zijn, maar nadat je afgekoeld bent, zoek je samen naar een oplossing.”
33
Klasse Magazine
Een veilige speelplaats “Veel kinderen waren bang op onze speelplaats. Daar waren duidelijke afspraken nodig: pictogrammen tonen welk gedrag wel en niet door de beugel kan. Maar we willen de leerlingen vooral stimuleren om samen te spelen. We hebben nu een speel-o-theek vol springtouwen, ballen, raketten … Om de beurt mag elke klas bovendien groot speelgoed van thuis meebrengen.” “Twee leraren houden toezicht op de speelplaats, elk met een specifieke taak. De kijkjuf of -meester observeert, de luisterjuf of -meester helpt leerlingen met een probleem. Elke leraar heeft drie kaarten op zak: een groene moedigt leerlingen aan, een gele is een waarschuwing en een rode betekent een time-out voor drie speeltijden. De groene zijn intussen helemaal versleten; de rode hebben we amper nodig. Leerlingen blinken als je ze toont dat ze goed bezig zijn.”
Na een klasoverschrijdend project slingeren de kinderen in polonaise over de speelplaats. Plezier maken smeedt hechte banden.
34
Klasse Magazine
Helpteam bemiddelt bij conflicten “De speelplaats is nu een aangename plek. De conflicten die er nog zijn, komen meestal terecht bij het helpteam, twaalf leerlingen die een opleiding kregen om te bemiddelen. Elke dag zijn twee leerlingen van dienst, met badge én walkietalkie. Bij een conflict krijgen ze een seintje van de juf.” “Ze nemen de betrokken partijen mee naar het helphuisje en komen er gewoonlijk samen uit. Zelden moet een leraar ingrijpen. Dan merk je dat het harde werk loont. Allemaal samen zorgen we ervoor dat iedereen zich goed voelt. Ons lerarenteam is intussen al jaren ongewijzigd. Dat zegt genoeg, toch?”
35
Klasse Magazine
De startende leraar
Wie is Anne Fraeys? • volgde Latijn-moderne talen • lerarenopleiding lager onderwijs • uit onderwijsfamilie, moeder in buitengewoon onderwijs • sinds 1 september leraar in een Daltonschool in Zolder
36
Klasse Magazine
Volg Juf Anne op instagram via @annestart
De startende leraar
“Nooit ‘af’ als leraar” Anne startte in september als leraar in het basisonderwijs. Het gevoel er helemaal klaar voor te zijn heeft ze nog altijd niet. “Krijg je dat ooit? Of ben je nooit helemaal ‘af’ als leraar?” Over haar ervaringen tijdens haar startersjaar schrijft ze vier keer in Klasse Magazine. “Een klein jaar geleden, net voor ik afstudeerde, dook dé kwestie af en toe op. Zowel familieleden, vrienden als directeurs zaten blijkbaar met die ene prangende vraag: ‘En Anne, ben je er nu helemaal klaar voor? Ben je ‘af’ als leraar?’ Mijn antwoord luidde elke keer: ‘Nee, helemaal niet. Ik ben nog niet klaar, ik ben niet ‘af’ en ik ben nog veel te jong om het leren te verleren’.” “Nu, voorbij de helft van mijn eerste schooljaar, besef ik pas waarvoor ik allemaal nog niet ‘klaar’ was. Want niemand vertelde me hoeveel papierwerk er echt bij de job komt kijken. Verslagen, rapporten, observaties, dat is nog maar een kleine greep uit de administratieve takenlijst van een leraar. En in de lerarenopleiding kreeg ik geen algemene module ‘oudercontacten’ of een praktische handleiding ‘rapporten en overleg’. En ook aangeboren organisatietalent blijkt plots een must, want hoe speel je het anders klaar om met je leerlingen op uitstap te vertrekken en zonder ongelukken terug te komen? Wie vertelt je waaraan je allemaal moet denken bij zo’n uitstap, wie zorgt voor een lijstje waar je alle to do’s kan afvinken? Juist ja, niemand.” “Ik zoek voortdurend en ontken dan ook niet dat het vermoeiend is, elke dag klaarstaan voor mijn bende speelvogels, elke dag uitgedaagd worden door hun onverwachte, spontane vragen. Want ‘juf, gaan we lasagne maken in de klas?’ en ‘juf, mijn kaft is opeens verdwenen’ zijn wekelijkse kost. Maar kinderen en hun verwondering … het is wel een heerlijke combinatie. Het wakkert zowaar een moedergevoel aan, hoewel ik de combinatie klas en eigen bengels graag nog even uitstel. Toch ben ik vanzelf gegroeid in die opvoedende, troostende en kalmerende opdracht als leraar. Het is gek hoe het leraar zijn me als persoon helemaal vormt. Zowel ouders als kinderen hebben af een toe nood aan een goed gesprek,
37
een lief woordje en een dikke knuffel. Die rol gaat me goed af, blijkt nu, ook al leer ik dat al doende.” “Het eerste jaar is een enorme beproeving, een stevige leerschool. Een zoektocht waaraan je start met een klein rugzakje. Nog helemaal niet ‘af’. Het punt is: geen enkele opleiding kan je helemaal voorbereiden op ‘het leven zoals het is, de leraar’. En er is jammer genoeg geen checklist of theorie die je vertelt of je eigenlijk wel goed bezig bent. Dat is soms wel beangstigend. Maar lesgeven is ook je plan leren trekken.” “Mijn focus ligt intussen al een dik half jaar op de klas, de school en de lessen. Misschien soms iets te veel. Ik mag de lat niet altijd hoog leggen (een veel voorkomende eigenschap bij startende leraren, ook dat heb ik geleerd). Waardoor ik te weinig stil sta bij de kennis en ervaringen die ik al opdeed. Bij mijn succesjes en mijn groei als leraar. Misschien moeten starters vaker achterom kijken als ze het even niet meer zien zitten. Terugblikken à la Piet Huysentruyt: ‘Wat heb je al allemaal geleerd?’ Heel wat, je zal versteld staan van je eigen vooruitgang. Elke dag, elke minuut leer je bij. Een slechte ervaring, een dankbare tip, een bijscholing, een gesprek met een collega of een bruikbaar artikel: leermomenten zijn overal. Misschien is net dat zo mooi aan de job. Ik vind het fantastisch om rijker te worden en altijd bij te leren. En dat ik nog lang niet ‘af’ ben? Dat lijkt me prima.” Tekst Anne Fraeys Beeld Jeroen Mylle
ANNE INSTAGRAMT HAAR SCHOOLJAAR. HEB JE ZELF EEN KLAS- OF SCHOOLINSTAGRAM? LAAT HET ONS WETEN OP REDACTIE@KLASSE.BE
ALGEMEEN
DE AANSTOKERIJ
Advertentie
Centrum Informatieve Spelen vierde zijn 40ste verjaardag met een naamsverandering. Het CIS heet nu ‘De Aanstokerij’, maar blijft maatschappelijke thema’s zoals diversiteit, democratie, milieu, verslaving, relaties en seksualiteit … bespreekbaar maken via spel. Je kan er zoals vanouds spelen en spelenboeken kopen, een vorming of begeleiding boeken, een spel op maat laten maken en (gratis) publicaties over spel en leren downloaden. • www.aanstokerij.be
ALGEMEEN
BEELD EN KLANK Ben je op zoek naar Vlaamse beeld- en audiofragmenten om je lessen te verrijken? Op het nieuwe webplatform ‘Het Archief
voor Onderwijs’ van VIAA (Vlaams Instituut voor Archivering) vind je gratis en vlot VRT-programma’s en audiovisueel materiaal van regionale omroepen, musea en archieven terug. Registreren is gratis met je Lerarenkaart. • onderwijs.hetarchief.be
ALGEMEEN
BINAIRE PUZZELS Binaire puzzels zijn een beetje zoals de bekende Sudoku, maar dan alleen met enen en nullen. Het zijn goede hersentrainers en ze leren je logisch redeneren en deductief problemen oplossen. Perfect voor in je klas. Er is nu een volledige site rond binaire puzzels, waar je gratis puzzels kan oplossen of downloaden. • www.binairepuzzel.be
Klasse Magazine
IA ER T MA
AL
NIEU W
LE S
Samenstelling Patrick De Busscher
ALGEMEEN
DE BONSKI’S GAAN VOOR GOUD Lennaert Maes en de Russische broers Andrei en Kriss Bonski toeren door Vlaanderen met ‘De Bonski’s gaan voor goud’, een interactieve voorstelling met liedjes voor anderstaligen die Nederlands leren (OKAN, volwassenenonderwijs). Nu ook met een gelijknamig stripverhaal (getekend door Reinhart Croon), taalspelletjes én een cd met de nieuwe liedjes. • www.bonski.be WIN! 5 x ‘De Bonski’s gaan voor goud’ (strip + cd). Deelnemen via www.klasse.be/win
BASISONDERWIJS
ANTBOY Pelle wordt gebeten door een mier en verandert in ‘Antboy’, een superheld die tegen muren op klautert,
een boek doormidden bijt en bijtend zuur plast. In zijn blitse outfit gaat hij de strijd aan met de misdaad. De Deense jeugdfilm ‘Antboy’ (Ask Hasselbalch) is een moderne en poëtische kijk op het superheldengenre.
WIN! 5 x ‘Kat en Mus redden Kip’. Deelnemen via www.klasse.be/win
• www.jekino.be/antboy – met gratis downloadbare lesmap
Als het stuur van Flors speelgoedautootje kapot is, repareert zijn pa dat met superlijm. Want die houdt alles bij elkaar. Flor heeft meteen een superplan. Hij smeert zich van kop tot teen in met lijm en springt dan in de armen van de juf. Een boekje van Frank Geleyn (tekst) en Ellen Koyen (tekeningen) voor eerste lezers.
WIN! 10 x ‘Antboy’. Deelnemen via www.klasse.be/win
BASISONDERWIJS
KAT EN MUS REDDEN KIP Warme vriendschap en bange helden zijn het onderwerp van dit boekje voor eerste lezers (na zes maanden leesonderwijs), van Katrien Vandewoude (tekst) en Xavier Truant (tekeningen). Het verhaal? Kip is bang dat haar baas haar in de soep wil doen en heeft zich verstopt. Kat en Mus willen haar helpen. • www.eenhoorn.be
39
BASISONDERWIJS
LIJM
• www.eenhoorn.be WIN! 5 x ‘Lijm’. Deelnemen via www.klasse.be/win
SECUNDAIR ONDERWIJS
KWANTUMREVOLUTIE Kernenergie, X-stralen, lasers, ICT-technologie ...
Journalist Danira Boukhriss Terkessidis vertelt in de documentaire ‘Kwantumrevolutie’ de geschiedenis van de kwantumfysica en zijn impact op de wereld van vandaag. De film maakt de basisprincipes duidelijk met een maximum aan experimenten. Na een bioscoopcarrière is de film nu ook beschikbaar op dvd, mét lespakket. • www.kwantumrevolutie.be WIN! 5 x ‘Kwantumrevolutie’. Deelnemen via www.klasse.be/ win
Advertentie
Klasse Magazine
Samenstelling Patrick De Busscher
ALGEMEEN
OP STA PM ET
J
E
INGEN L R E LE
AMAI EMAIL! Van kachels en fornuizen tot potten en pannen: een eeuw geleden kreeg zowat alles een laagje email (een dunne glaslaag op metaal). Tot 26 juni kunnen je leerlingen (vanaf 10 jaar) zelf aan de slag in een workshop in het Gentse MIAT (Museum over Industrie, Arbeid en Textiel). Leerlingen derde graad basisonderwijs kunnen ook het (tijdelijke) kinderparcours volgen in de permanente expo WereldWijdWerken (hoe leven en werken mensen in Afrika?). • www.miat.gent.be
SECUNDAIR ONDERWIJS
GEOTHERMIE Op de Balmatt-site in Mol voert VITO (Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek) een geothermische proefboring uit (3,5 km diep). Dat kan mogelijkheden openen voor geothermische elektriciteitscentrales. Bezoek met je klas gratis de boorsite. GoodPlanet verzorgt het educatieve luik, met rondleiding, presentaties, demonstraties en een tentoonstelling rond geothermie. • www.goodplanet.be/ geothermie-voor-stem
aan de installatie: maak beeldjes in de vaste ateliers in Nieuwpoort en Ieper of organiseer een tijdelijk mobiel atelier op je school! SECUNDAIR ONDERWIJS
NEXT GENERATION PLEASE Twaalf kunstenaars werken een jaar lang met twaalf scholen en jeugdorganisaties rond nieuwe ideeën voor Europa. Dat resulteert in een reeks kortfilms, sculpturen, teksten, foto’s en kunstwerken. Die kan je gratis bekijken op de tentoonstelling ‘Next Generation Please’. • www.bozar.be Gratis, van 17 tot 29 mei, in Bozar, Paleis voor Schone Kunsten, Brussel
SECUNDAIR ONDERWIJS
SCIENCEVIPS Hoe meet je de temperatuur in een ijskast? Hoe gaan hackers te werk? Hoe stel je een DNA-profiel op? Wil je je wetenschapslessen in
41
• www.cwrm.be
de praktijk toegepast zien? Docenten van Thomas More nodigen leerlingen derde graad aso uit voor een reeks wetenschappelijke experimenten. Volledig gratis! • www.talentenfabriek.be/ sciencevips 20 mei, in Campus Thomas More, Geel
ALGEMEEN
LAND ART Kunstenaar Koen Vanmechelen werkt aan ‘ComingWorldRememberMe’, een gigantische land art installatie rond WO I. Tot 2018 kunnen mensen wereldwijd workshops volgen om samen 600.000 beeldjes te maken uit klei. Eén beeldje voor iedere gesneuvelde op Belgische bodem. De installatie komt in 2018 in het niemandsland van de frontzone rond Ieper. Je kan met je leerlingen meewerken
BASISONDERWIJS
RECHT OP SPEL Zijn er videospelletjes in Afrika? Mogen meisjes voetballen? Plan België en het Mechelse Speelgoedmuseum slaan de handen in elkaar voor ‘Project Speelvogel’, een gratis educatief traject over (recht) op spel. Leerlingen uit het basisonderwijs (9 tot 12 jaar) krijgen er een realistisch beeld over spel en speelgoed, overal ter wereld. Het project bestaat uit een educatief pakket (voorbereiding in de klas) en een gratis bezoek aan de tentoonstelling ‘Toy Stories’ (plus workshop). De eerste 100 klasgroepen die inschrijven krijgen na afloop van het project een gratis, nieuw ontwikkeld spel. • www.projectspeelvogel.be/ scholen Het project loopt tot 30 juni 2016
Advertentie
Klasse Magazine
B
LINGEN O H C IJS
NAVORMIN
GE
N
&
Samenstelling Patrick De Busscher
ALGEMEEN ALGEMEEN
THEATER, TAAL EN EDUCATIE
DAG VAN DE STEM 16 april is ‘Wereldstemdag’ en daarom organiseert Arteveldehogeschool Gent op 13 april een avondprogramma rond (on)gewilde stemeffecten. Een gratis nascholing voor alle geïnteresseerden rond genderdysfonie, radiofonie en stemeffecten. • www.arteveldehogeschool.be/ de-gentse-dag-van-de-stem
ALGEMEEN
DYSLEXIE In het ‘Handboek dyslexieonderzoek’ verzamelen Vlaamse en Nederlandse onderzoekers onder redactie van Wim Van den Broeck (VUBrussel) de resultaten van wetenschappelijk onderzoek rond dyslexie. Diagnose, erfelijkheid, hersenonderzoek, cognitieve oorzaken, preventie, behandeling … passeren de revue. Het boek vergt geen speciale voorkennis en de links tussen theorie en praktijk maken het voor iedereen bevattelijk.
Poëzie, dramatische expressie, communiceren met anderstaligen, activerende werkvormen in de taalklas, motiveren via waarderende feedback, spelen om te leren … ‘Theater, taal en educatie’ is een studiedag met leerrijke, praktische workshops voor iedereen die lesgeeft. Een organisatie van Theater van A tot Z, een samenwerking tussen Educatief Theater Antwerpen en Theatergroep Fast Forward Vilvoorde. Deelnemen kost 20 euro (twee workshops, broodjeslunch, videofragmenten en live theater).
ALGEMEEN
DE IMPACT VAN LEREN ZICHTBAAR MAKEN Hoe maak je leren tot een expliciet en uitdagend doel? Waarom is het engagement van leraren en leerlingen essentieel om te komen tot leren? In ‘De impact van Leren zichtbaar maken’ presenteert John Hattie een leermodel dat leren en lesgeven zichtbaar maakt. Dit boek zet je aan om stil te staan bij je eigen onderwijspraktijk, doordachte keuzes te maken, de leerprestaties van elke leerling te verbeteren en te kiezen voor wat het beste werkt in je eigen context.
• www.acco.be
• www.fast-forward.be/ studiedag.html
• www.abimo.net
WIN! 5 x ‘Handboek Dyslexieonderzoek’. Deelnemen via www.klasse.be/win
Hetzelfde programma op 15 april in CC Deurne en 22 april in CC De Zandloper, Wemmel
WIN! 3 x ‘De impact van Leren zichtbaar maken’. Deelnemen via www.abimo.net/klasse
43
Klasse Magazine
R LE
A RT ENKA R A
OP STAP M
ET
JE
Samenstelling Anne Siccard
INFOAVOND
THEATER ANTIGONE Theater Antigone stelt zijn scholenaanbod 2016-2017 voor, met extra aandacht voor omkaderende en educatieve activiteiten. Na het infomoment geniet je van de voorstelling ‘De onmogelijke neutraliteit’ van Groupov. Theatermaker Raven Ruëll is geraakt door een foto waarop een gelukkige familie toekijkt hoe een Palestijns gezin uit zijn huis wordt gezet. Hoe meer hij zich verdiept in de problematiek, hoe moeilijker hij het krijgt neutraal te blijven. Theater Antigone Kortrijk – www.antigone.be – korting met Lerarenkaart: 9 i.p.v. 11 euro
Extra voordeel: infoavond op donderdag 21 april om 18.30 uur in Theater Antigone met broodjesmaaltijd en voorstelling – gratis voor leraren – info: antigone.be/event/1263 – inschrijven via liesbeth@antigone.be of 056 24 08 87 met vermelding van naam, adres, school
OPENPARKDAG
SEAFRONT Seafront onthult in woord en beeld de geheimen van de zee. Je ontdekt het bruisende leven van de Zeebrugse wereldhaven. In de expo ‘Vis van boot tot bord’ leer je het rijke aanbod Noordzeevis kennen. In ‘Fishstories’ vertellen tien figuren uit
44
de visserij hun verhaal, van matroos tot reder, van vissersvrouw tot wetenschapster. Daal tenslotte af in het ruim van een echte Russische onderzeeër én bezoek een lichtschip . SEAFRONT Zeebrugge – www.seafront.be – korting met Lerarenkaart: 8,50 i.p.v. 12,50 euro
Extra voordeel: openparkdagen van zaterdag 26 maart tot en met zondag 10 april – gratis met je Lerarenkaart – partners en kinderen aan groepstarief – inschrijven niet nodig Lanceringsweekend op zaterdag 2 en zondag 3 april – gratis voor leraar en partner – kinderen aan groepstarief – inschrijven via www.lerarenkaart.be/inschrijven
Klasse Magazine
VOORSTELLING
DE EERSTE KEER
LERARENDAG
TEN VREDE 2016 LERARENDAG
REIS DOOR DE TIJD Volg in Aubechies de rondleiding langs het Neolithicum, de Bronstijd, IJzertijd, de Gallo-Romeinse tempel en villa … In de Ruimte Léonce Demarez volgt een deskundige uitleg over de archeologische vondsten. De gidsen gaan gekleed in kostuums uit de verschillende periodes. Afsluiten doe je op de vijver aan boord van een gereconstrueerde Gallo-Romeinse schuit. Archéosite en Museum van Aubechies-Beloeil vzw – www.archeosite.be – gratis met Lerarenkaart Extra voordeel: lerarendag op zondag 17 april van 14.00 tot 18.00 uur – gratis voor leraren – prijzen voor partner en maximaal 3 eigen kinderen, programma en inschrijven via www.lerarenkaart.be/inschrijven
Het project ‘De ZIJkant van de oorlog’ belicht de rol van de vrouwen in conflicten en oorlogen. Het Museum aan de IJzer belicht vier sterke vrouwen tijdens de Groote Oorlog. Twee Britse dames bouwden een hulppost vlakbij het front. Twee West-Vlaamse vrouwen weigerden hun huis op de frontlijn te verlaten. De begeleide fietstocht ‘Fietsrijk-Vrouwenrijk’ gaat langs de sites van deze ‘moeders der soldaten’. Museum aan de IJzer Diksmuide – www.aandeijzer.be – korting met Lerarenkaart: 4 i.p.v. 8 euro Extra voordeel: lerarendagen op zaterdag 9 en zondag 10 april – gratis voor leraar, partner en maximaal 2 kinderen – inschrijven via www.lerarenkaart.be/ inschrijven – deelnemers aan lerarendag krijgen een gratis familiedagticket (maximaal 2 kinderen) voor Festival Ten Vrede op 10 of 11 september, met o.a. Trixie Whitley, Axelle Red, Emma Bale en Scala
45
Theatergezelschap Deezillusie heeft een nieuwe productie over verliefdheid en ontluikende seksualiteit. An en Vic kennen elkaar al als kinderen. In het secundair gaan ze elk hun eigen weg. Toch blijven ze elkaar tegenkomen. Ondanks de verschillen zijn er veel raakpunten: weinig begripvolle ouders, vervelende leraren, leeftijdsgenoten die toch zó anders zijn … Zijn An en Vic voor elkaar gemaakt? Deezillusie vzw – www.deezillusie.be – gratis met Lerarenkaart Extra voordeel: premièrevoorstellingen – gratis voor leraar en partner – zaterdag 16 april om 20.00 uur in theater Olympia in Hasselt – van woensdag 20 tot en met zaterdag 23 april in theater Box in Gent om 20.00 uur – zaterdag 7 mei in zaal Zeven Torentjes in Brugge – inschrijven via www.deezillusie.be
VIP-VAKANTIE
KAZERNE DOSSIN Tijdens de paasvakantie bezoek jij en een partner gratis Kazerne Dossin, met je Lerarenkaart. Je ontdekt er het volledige educatieve aanbod en kan een rondleiding volgen. Geef je les in het basisonderwijs? Kom het museum op kindermaat beleven tijdens de lerarendag op 30 maart. Centraal staat de elfjarige Simon die uit een deportatietrein wist te ontsnappen. Proef ook van het artistieke gezinsparcours bij de expo ‘Verborgen Geborgen’. Kazerne Dossin Mechelen – www.kazernedossin.eu – korting met Lerarenkaart: 4 i.p.v. 10 euro Extra voordeel: lerarendag basisonderwijs op 30 maart – gratis voor leraren basisonderwijs – inschrijven via www.lerarenkaart.be/inschrijven
Advertentie
FILM
REIS NAAR HET NOORDEN Sint-Petersburg, 1892. Sasha droomt ervan om in de voetsporen te treden van haar opa, een poolreiziger die nooit terugkeerde van zijn laatste expeditie. Dat zint haar rijke ouders niet. Die hebben al een huwelijk voor haar gepland. Sasha vlucht de stad uit, monstert aan op een schip en begint aan een lange reis naar het noorden. Een Franse animatiefilm, in regie van RĂŠmi ChayĂŠ, over een gevecht tegen woeste natuurelementen en een wereld geregeerd door mannen. Winnaar van de Publieksprijs op het Annecy International Animated Film Festival. Nederlands gesproken, vanaf 8 jaar.
GRATIS VERTONINGEN! Woon gratis met twee extra personen een vertoning bij op zondag 10 april om 11.00 uur in Cinema De Keizer in Lichtervelde, Cinema Central in Ninove, The Roxy Theatre in Koersel, Cinema Aventure in Brussel en UGC in Antwerpen. Schrijf je in op www.lerarenkaart.be/inschrijven. Je weet meteen of je een ticket hebt gewonnen. De mail die je krijgt, geldt samen met je Lerarenkaart als toegangsbewijs. De film is vanaf 30 maart te zien in de bioscoop.
Klasse Magazine
LERARENDAG
BAD VAN MARIE
LERARENDAG
BASTOGNE WAR MUSEUM Het Bastogne War Museum neemt je mee naar de grootste veldslagen van 1940-1945. Verdiep je op een interactieve manier in de Slag om de Ardennen en de oorzaken en gevolgen van de Tweede Wereldoorlog. Met de audiogids volg je het leven van een schooljongen van dertien, een schooljuffrouw, een Duitse en een Amerikaanse soldaat. Bastogne War Museum – www.bastognewarmuseum.be – korting met Lerarenkaart: 6 i.p.v. 14 euro Extra voordeel: lerarendagen op woensdag 30 maart, zaterdag 2 en woensdag 6 april telkens om 11.00 uur – gratis voor leraren en kinderen tot 6 jaar – partner en kinderen 6+: 6 euro – inschrijven: www.lerarenkaart.be/ inschrijven
OPENPARKDAG
DOMEIN VAN DE GROTTEN VAN HAN In het Domein van de Grotten van Han brengt een tram je naar de ingang van de grotten. Het wildpark huisvest zo’n twintig verschillende diersoorten. Reis in de expo PréhistoHan van de Mammoettijd tot het Neolithicum. Het huis ‘Han van weleer’ brengt je in vijftig scènes naar het dagelijkse leven rond de jaren 1900. Domein van de Grotten van Han – www.grotte-de-han.be – gratis met Lerarenkaart Extra voordeel: opendeurdagen van dinsdag 29 maart tot zondag 3 april – gratis toegang en maaltijd voor leraar – partner en kinderen betalen 5 euro voor een PassHan, maaltijd aan democratische prijs – inschrijven via www.lerarenkaart.be/ inschrijven
48
Theatergroep Bad van Marie ontvangt veertig leraren voor een try-out, een spannende voetrally door Antwerpen-Noord. In groepen van vijf leraren trek je met een iPad langs verrassende plekken en sta je stil bij het leven in de hedendaagse stad. Haal het competitiebeest in je naar boven: je staat onder tijdsdruk, moet vragen oplossen en beslissingen nemen die mee bepalen over winst en verlies. Try-out op vrijdag 29 april 2016, startplek: de grote hal van Station Antwerpen-Centraal, 10.00 (duur 2,5 uur). De eerste 40 ingeschreven leraren nemen gratis deel. Inschrijven: via info@badvanmarie.be
LERARENDAG
DE ZONNEGLOED In Dierenpark-Sanctuary De Zonnegloed ontdekken je leerlingen meer dan honderd soorten dieren: boerderijdieren maar ook stokstaartjes, aapjes, kamelen, beren, lynxen ... Dierenverzorgers geven extra uitleg tijdens de voedervoorstelling, speurtocht, tractortocht en doe-activiteiten. De Zonnegloed vzw Oostvleteren – www.dezonnegloed.be – korting met Lerarenkaart: 11 i.p.v. 13 euro
Extra voordeel: lerarendagen op zaterdag 26 en 27 maart en zaterdag 9 en zondag 10 april – gratis met je Lerarenkaart
EXPO
GAME CHANGERS Het ModeMuseum in Antwerpen belicht met ‘Game Changers - Het 20e-eeuwse silhouet heruitgevonden’ het grensverleggende werk van de Baskische modeontwerper Cristóbal Balenciaga en zijn kompanen. Hun vernieuwende ontwerpen zorgden voor het ontstaan van een nieuw silhouet waarbij het lichaam meer bewegingsruimte krijgt en architecturale volumes ontstaan. Game Changers – van 19 maart tot 14 augustus 2016. ModeMuseum Antwerpen – www.momu.be – korting met Lerarenkaart: 6 i.p.v. 8 euro Extra voordeel: Lerarendagen op woensdag 13 april (15 uur) en woensdag 20 april (13.30 uur) met rondleiding en voorstelling van het educatief aanbod – gratis voor leraren – inschrijven via klaartje.patteet@momu.be: vermeld je naam, Lerarenkaart-nummer en de datum van je keuze
Op stap met je Lerarenkaart
Klasse Magazine
LERARENDAG INTERACTIEF THEATER
COLORBLIND: CYBERPESTEN Het theaterproject ‘Colorblind’ neemt pestgedrag stevig onder de loep. Jongeren van 12 tot 14 jaar beleven hoe het voelt wanneer een hoop pestkoppen er alles aan doen om het leven van Billy zuur te maken. De acteurs dagen het publiek uit. Bij aanvang krijgen je studenten kleurenkaarten, die ze later moeten gebruiken om hun keuzes/antwoorden kenbaar te maken. Als leraar help je oplossingen te vinden. Vlaams Fruit Educatief biedt jeugdvoorstellingen aan op verschillende locaties – www.vlaamsfruit.be – gratis met Lerarenkaart Extra voordeel: Première op dinsdag 19 april (20 uur) in Theater Klokhuis (Antwerpen) - win een van de 30 duo tickets - mail je naam, adres en Lerarenkaart-nummer naar yves@vlaamsfruit.be met als onderwerp ‘Lerarenkaart’
LERARENDAG
LA PETITE FABRIEK In Froyennes werd een oude vierkantshoeve omgetoverd tot La Petite Fabriek. Het verblijfscentrum is geschikt voor bos- of stadsklassen, creakampen, taalstages … Je beschikt er over vergaderlokalen, een theaterzaal, een speelzolder, een bioscoopzaaltje en spelkoffers. Neem een kijkje op de lerarendag en bezoek in Doornik het
Natuurhistorisch museum en vivarium.
HOOGE CRATER MUSEUM
La Petite Fabriek Froyennes (bij Doornik) – www.lapetitefabriek.be – 10 procent korting met Lerarenkaart op overnachtingen – gratis gebruik van educatieve materialen
Waar een van de hevigste veldslagen van Ieper werd uitgevochten, bezoek je met een gids een uniek WO I-museum in een gerestaureerde kerk. Recht tegenover het museum ligt het ‘Hooge Crater Cemetery’ waar je op zoektocht gaat. De reconstructies van oorlogstaferelen, de collectie wapens en unieke foto’s maken van het museum een leerrijke stopplaats.
Extra voordeel: lerarendag op woensdag 6 april van 10.00 tot 16.00 uur – gratis voor leraar, partner en 2 eigen kinderen – info: www.lapetitefabriek.be/ klasse – inschrijven via info@lapetitefabriek.be of 0478 78 67 80
LERARENDAG
DE GESCHREVEN OORLOG De nieuwe expo ‘De Geschreven Oorlog’ toont hoe het woord de oorlog tot in de huiskamer bracht. Via literatuur, egodocumenten, loopgravenkranten en pamfletten, verwoordden getuigen de gevoelens van wie deelnam aan de oorlog. Voor deze expo wordt een bloemlezing uitgebracht van 360 teksten geschreven door de generatie van de Eerste Wereldoorlog. Geniet tijdens de lerarendag van een preview. De Geschreven Oorlog – van 17 september 2016 tot 8 januari 2017 – In Flanders Fields Museum Ieper – www.inflandersfields.be – korting met Lerarenkaart: 4 i.p.v. 9 euro Extra voordeel: lerarendag op dinsdag 10 mei van 9.30 tot 17.00 uur – gratis voor leraren derde graad secundair en hoger onderwijs – inschrijven via wouter.sinaeve@ieper.be
49
Hooge Crater Museum Zillebeke – www.hoogecrater.com – korting met Lerarenkaart: 3 i.p.v. 5 euro Extra voordeel: lerarendag op zaterdag 7 mei – 9.30 tot 11.00 uur of 11.00 tot 12.30 uur of 13.00 tot 14.30 uur of 14.30 tot 16.00 uur of 16.00 tot 17.30 uur – gratis voor leraar, partner en kinderen (vanaf 4 jaar) – info en inschrijven via info@hoogecrater.com – 057 46 84 46
LERARENDAG
VERRASSEND HENEGOUWEN De Kabellift van Strépy-Thieu is de grootste bootlift ter wereld. Bekijk de film over de werking van dit kunstwerk en geniet van het panorama met zicht op de site. Je kan de kanaallift per boot oversteken (73,15 meter hoogteverschil), een boottocht maken over het Canal du Centre en je uitleven op het spektakelparcours. Ook een begeleid bezoek aan de mijnsite Bois du Luc is mogelijk. Kabellift van Strépy-Thieu in Le Roeulx – voiesdeau.hainaut.be – gratis met Lerarenkaart Extra voordeel: lerarendag op vrijdag 8 april 2016 – gratis voor leraar – andere prijzen en info: www.lerarenkaart.be/inschrijven – inschrijven: 078 05 90 59 of info@voiedeau.hainaut.be
50
“Tijdens de les vergeten ze dat ze ziek zijn� Ex-professor Ronny Verhoeven geeft les in een kinderziekenhuis
51
Klasse Magazine
Tekst Simone Maas Beeld Eva Vlonk
Ronny Verhoeven was 37 jaar (onder andere) professor en decaan aan UGent. Vier jaar geleden ging hij met pensioen. Maar lesgeven doet hij nog altijd: één keer per week helpt hij kinderen in een ziekenhuisschool met hun huiswerk. “De leerstof is voor mij natuurlijk doodsimpel. Een kind laten glunderen, dat is hier de uitdaging.” Van colleges in een vol auditorium naar lessen op basisniveau aan kinderen in het ziekenhuis. Ronny Verhoeven combineert graag de titel professor met ‘computermeester’, zoals hij in het kinderziekenhuis wordt genoemd. Ook door Myrthe (9) die net geopereerd is aan haar voeten en met beide benen in het gips ligt. Ronny zit naast haar bed en helpt haar met een rekenspel op zijn laptop. Als de cliniclowns even later aankloppen, kijkt Myrthe nauwelijks op. Is het de eerste keer dat je Myrthe lesgeeft? Het lijkt alsof jullie elkaar al lang kennen. “Het is echt de eerste keer. Het hoofd van de afdeling gaat ’s ochtends altijd langs bij alle kinderen en vertelt dat ‘de computermeester’ straks komt, als ze dat willen. Zo zijn ze al een beetje voorbereid. Als ik binnenkom, maak ik een klein
52
Klasse Magazine
“In een auditorium van 250 studenten miste ik het persoonlijke contact” praatje, bijvoorbeeld over tekeningen van hun vriendjes die aan de muur hangen. Dan is er eigenlijk altijd een klik. Ook nu met Myrthe. Kinderen stellen zich makkelijk open, dat maakt mijn opdracht zo leuk.” Waarom koos je ervoor om hier als vrijwilliger les te geven? “Jaren geleden sprak ik met de directeur van het ziekenhuis over de ellende die we rondom ons zien. Ik ben gezond, mijn familie is gezond, mijn kinderen zijn allemaal goed terechtgekomen. Maar niet iedereen heeft dat geluk. Ik ken veel mensen met zieke familieleden of een ziek kind. De directeur daagde me uit: ‘Jij zegt dat je iets terug wil doen? Dan heb ik wel iets voor je!’ De volgende dag stuurde hij
53
me een e-mail. Of ik kon invullen wanneer ik als vrijwilliger kwam lesgeven. Ik was nog aan het werk op de universiteit, dus hij heeft nog een paar jaar moeten wachten. Maar toen ik met pensioen ging, ben ik meteen gestart. Er hangt een fijne sfeer hier. Het personeel is heel betrokken en doet echt zijn best om de kinderen zo veel mogelijk comfort te bieden. Ik vind het fijn om daar met mijn lessen aan bij te dragen.” Hoe ziet een les er hier uit? “De lengte en inhoud van de les verschillen per kind. Soms hebben ze huiswerk bij zich, dan maken we dat samen. En anders gebruik ik computermeester.be, een website met educatieve spelletjes. Mijn favoriete onderwerpen zijn wiskunde en Frans, maar ik vertrek in mijn lessen altijd
Klasse Magazine
van wat het kind wil en aankan. Hoe zieker het kind is, hoe meer ik een spelletje van de lessen maak. En soms lukt leren helemaal niet en wil een kind eigenlijk vooral even zijn hart uitstorten. Dat kan natuurlijk ook.” Vind je het zelf soms zwaar? “Dat dacht mijn vrouw ook toen ik hier begon. ‘Daar ga je het nog moeilijk mee krijgen.’ Maar tot nu heb ik daar geen last van. Het verbaast mij ook wel, want ik voel me gemakkelijk emotioneel betrokken. Misschien lukt het omdat mijn lessen juist vrolijke momenten zijn. Ze onderbreken de saaie ziekenhuisdagen. Als een kind zo sterk in een les opgaat dat het even vergeet dat het ziek is, dan is mijn doel bereikt. Een keer dacht ik dat ik een kind helemaal niet had kunnen helpen. Het jongetje was heel ziek en vond leren lastig. Zelfs een eenvoudige oefening over de seizoenen liep niet goed. Maar een dag later kreeg ik een mail van zijn moeder, dat ze zo dankbaar was omdat haar zoon zo’n fijne middag had gehad. Dat geeft veel voldoening.” Van universiteit naar lager onderwijs in een ziekenhuis is een grote stap. Wat doe je het liefst? “Het is allebei mooi. Aan de universiteit bracht ik heel moeilijke materie over aan verstandige mensen. Als ik op een examen zag dat ze het echt begrepen, gaf mij dat een kick.
54
Studenten denken ten onrechte dat professoren erop uit zijn om hen te buizen. Dat was nooit mijn doel. Maar in een auditorium van 250 studenten miste ik wel het persoonlijke contact. Wat dat betreft vind ik lesgeven aan de kinderen hier leuker. Hier kan ik in een-op-een-lessen heel gericht inspelen op wat een kind nodig heeft.” Na 37 jaar onderwijs blijf je ook tijdens je pensioen les geven. Ben je leraar voor het leven? “Toen ik mijn titularis in het zesde jaar secundair vertelde dat ik burgerlijk ingenieur zou studeren, zei hij dat hij gehoopt had dat ik voor het onderwijs zou kiezen. De man zal kwaliteiten bij me gezien hebben waarvan ik me toen nog niet bewust was, maar die ik nu wel mijn hele loopbaan gebruikt heb. Leraar zijn zit dus wel wat in mijn genen. Lesgeven blijft me ook aantrekken. Het belangrijkste is dat je je kan inleven in je leerlingen. Of je nu topstudenten of een ziek kind voor je hebt.” “Ik ben trouwens nog verbonden aan de universiteit: ik heb een aantal bestuursfuncties en ik spring er regelmatig binnen. Ik mis het wereldje niet echt. Maar als een van de professoren ooit zijn been breekt en ze zoeken een vervanger, mogen ze me zeker bellen.”
Klasse Magazine
Wie is Ronny Verhoeven? • 37 jaar ervaring in onderwijs • (o.a.) professor en decaan aan de faculteit Toegepaste Wetenschappen UGent • leraar-vrijwilliger in het Kinderziekenhuis, de ziekenhuisschool van de Stad Gent (UZ-Gent)
EEN CARRIÈRE LANG IN ONDERWIJS. HOE DENKT PROFESSOR EN COMPUTERMEESTER RONNY VERHOEVEN OVER GOED ONDERWIJS? “Goed onderwijs helpt mensen verder. Een goede leraar baseert zich op wat zijn leerling aankan. Hij zorgt ervoor dat leerlingen na de les niet alleen iets kennen, maar ook echt iets kúnnen. Daar loopt het soms mis in het onderwijs. Vooral in het secundair, de meest vormende periode. Leerlingen leren er veel en gevarieerd, maar inzetten op verdieping zou het secundair goed doen. Al heeft zo’n rijke opleiding natuurlijk ook voordelen. Jongeren krijgen nu een veel bredere kijk mee dan in mijn tijd.”
55
“Vlamingen stonden altijd bekend als introvert, in zichzelf gekeerd. Dat is veranderd. Jongeren zijn nu veel minder bezig met studeren, ze leven meer. Daar leren ze ook van. Klassen zijn steeds diverser, kinderen met verschillende capaciteiten zitten bij elkaar. Op menselijk vlak is dat heel goed. Maar op kennisvlak missen we kansen: leerlingen kennen vaak de theorie wel, maar de praktijk beheersen ze niet. En dus moet de universiteit crash courses organiseren in wiskunde als jongeren aan de ingenieursopleiding beginnen. Anders riskeren sommige studenten van in het begin tegen een te grote achterstand aan te lopen.”
Klasse Magazine
De directeur
Wie is Kris Zaman? • directeur Ervaringsgerichte Basisschool Berkenboom De Fontein, Sint-Niklaas • Changemaker School
56
Klasse Magazine
De directeur
“We maken van onze leerlingen sociale ondernemers” Ervaringsgerichte Basisschool Berkenboom De Fontein uit Sint-Niklaas is een van de vier Vlaamse Changemaker Schools. Ze zet in op empathie, leiderschap, teamwerk en creativiteit. “Dat maakt van onze leerlingen ‘sociale ondernemers’, klaar voor de maatschappij waarin ze straks terechtkomen”, vertelt directeur Kris Zaman. “We werken al heel wat jaren volgens de principes van het Ervaringsgericht Onderwijs: we focussen op het welbevinden van leerlingen, zorgen dat ze betrokken zijn op wat ze leren, laten ouders meedenken, zetten in op zelfreflectie en overleg. Een van de ouders legde de link met Ashoka, een beweging die is ontstaan vanuit het Canadese bedrijfsleven. Het idee is: in een bedrijf – en bij uitbreiding in de maatschappij van morgen – heb je ‘sociale ondernemers’ nodig: mensen die empathisch zijn, verantwoordelijkheid nemen, in team werken en oplossingsgericht denken. Ashoka zoekt scholen die inzetten op die vier vaardigheden en bombardeert ze tot Changemaker School. In Vlaanderen kregen voorlopig maar vier scholen dat label. Maar de bedoeling is wel dat dat aantal toeneemt.” “Onze leerlingen leren zich inleven in de ander. In elke klas start de dag met de kring. Dat gesprek leren ze ook zelf leiden. In de kring kunnen ze iemand een pluim geven, een idee delen, een vraag stellen … En als iemand vertelt dat hij zich niet goed voelt, houdt de rest daar rekening mee. De tweede pijler is leiderschap. Al onze 112 kinderen zitten in de leerlingenraad. En elke leerling heeft een wekelijks reken- en taalcontract dat hij zelfstandig plant. Een voorbeeld van creativiteit zijn onze klasoverschrijdende kunst- en sportateliers, gegeven door leraren én ouders, op donderdagnamiddag. Maar creatief zijn gaat ook over zelf oplossingen bedenken, zelf voorstellen doen voor projectthema’s en niet alles voorgekauwd krijgen.” “Die vaardigheden zitten vandaag al in de eindtermen, maar ze komen er te weinig uit, omdat scholen vaak op kennis focussen. Een goede basis is uiteraard nodig, maar veel belangrijker is het om in de kenniswereld je weg te leren vinden. Overvolle en handboeken die te rigide worden gevolgd
57
zijn vaak de boosdoener. Onze leraren halen daar alleen de essentie uit en schuiven ze daarna aan de kant.” “We zijn natuurlijk lang niet de enige school in Vlaanderen die inzet op Changemaker skills en ervaringsgericht werkt. Maar wat het bij ons net iets anders maakt, is dat het concept vanuit het team komt en dus door iedereen gedragen is. We overstijgen op die manier de eilandjes van de klassen. Veel scholen komen bij ons kijken, maar ze nemen enkel losse elementen mee of ze proberen onze werking te ‘copy-pasten’. Maar je kan zoiets niet ineens opleggen aan alle leraren. We willen scholen vooral stimuleren om zelf te experimenteren, omdat het zo’n meerwaarde betekent voor de leerlingen.” “Want op hun twaalfde merk je bij onze leerlingen wel degelijk het verschil. Ze hebben een zekere maturiteit, omdat ze zelf hun leren in handen nemen. Onze ex-leerlingen zitten later vaak in leerlingenraden, dragen zorg voor anderen, durven hun nek uit te steken. Ze zijn ook ‘streetwise’, zoals Ashoka-ambassadeur Arnaud Raskin het noemt: ze kunnen zich aanpassen, zijn weerbaar, putten kracht uit dingen die moeilijk lopen. Tot slot geven we hun ook een goed zelfbeeld mee: ze weten wie ze zijn, wat ze kunnen en niet kunnen, wat ze willen. En dat houdt hen gemotiveerd, in hun studies én hun latere leven.”
Tekst Nele Beerens Beeld Jens Mollenvanger
BEN JIJ EEN DIRECTEUR EN OP ZOEK NAAR INFORMATIE OP MAAT? MAAK EEN PROFIEL AAN OP KLASSE.BE EN DUID JE ROL ALS DIRECTIE AAN.
Klasse Magazine
Hoe kijk jij naar armoede? Tekst Leen Leemans, Michel Van Laere Illustraties Laura J. Janssens Beelden Jens Mollenvanger
Bijna een op de vijf kinderen jonger dan 18 jaar in België leeft in een gezin met een inkomen onder de armoederisicodrempel. In Brussel is dat zelfs 41 procent. Leraren, scholen, schoolbegeleidingsdiensten en de lerarenopleiding staan voor een enorme professionele uitdaging. Hoe kan je kinder armoede samen aanpakken? Het begint met de bril waardoor jij kijkt. Klasse brengt drie getuigenissen over kinder armoede en twaalf kaartjes die je anders naar armoede doen kijken.
59
Klasse Magazine
“Ik wil een goede mama zijn” Nzita, mama van Lisa
dat was mijn leven. Niet veel later werd ik zwanger. Ik was zo bang om mama te worden. Hoe moest ik dat doen, alleen? Toen mijn kind geboren was, ben ik een sigaret gaan roken. Ik kon haar niet aanraken. Ik was in shock. Toch veranderde mijn leven. Lisa gaf er nu zin aan. Ik wilde een goede mama worden.”
“Toen ik mijn dochter Lisa (4) vorig jaar inschreef op school, heb ik niet verteld dat ik het niet breed heb”, zegt Nzita. Ze moet het stellen met een leefloon, maar redt het wonderwel. Waarom ze daarover zwijgt? “Ik wil graag dat de school me als een goede mama ziet.” “Mijn dochter naar school? Dat was met een bang hart.” Toch heeft Nzita zelf vooral positieve ervaringen met de school. Op haar achtste komt ze met haar zus en mama vanuit Congo naar België. “Ik voelde me goed op het internaat in Wallonië: veel vriendinnen en warme leraren die met me begaan waren. Zo heel anders was het thuis. Mama was psychisch labiel, ze was voortdurend boos en agressief en sloot ons op tijdens de weekends en vakanties. Wij wisten niet eens wat een winkel was.” Op haar twaalfde vlucht Nzita samen met haar zus thuis weg. Ze komt in een instelling terecht in het Gentse en gaat naar een nieuwe school. “Daar mocht ik zelfs niet heel even Frans praten. Het voelde soms alsof ik mezelf niet mocht zijn.” Later studeert Nzita af als kok en gaat ze begeleid zelfstandig wonen. Die grote nieuwe vrijheid zorgt voor problemen. “Werken in de keuken en in cafés en dan het geld opfeesten,
60
“Voor Lisa ben ik op zoek gegaan naar een kleuterschool met kinderen van veel nationaliteiten. Daar vind je zeker geen racistische leraren. Ooit was ik het slachtoffer van zo’n leraar. Dat wil ik haar absoluut besparen. Ik ben blij met mijn schoolkeuze. Toch kreeg ik het moeilijk die eerste dagen. Ik wou Lisa langer bij mij hebben en heb meer geweend dan zij.” Nzita is werkloos en krijgt een leefloon. “Ik trek mijn plan, ik weet hoe ik moet overleven. Ik heb een hangtuintje tegen de muur waar ik groenten kweek. Ik krijg tweedehandsspullen, ga naar rommelmarkten, koop en verkoop. Onlangs kocht ik er nieuwe kinderschoentjes voor drie euro. Afgedankt elektronisch materiaal haal ik uit elkaar. Ik recupereer het koper, tin en zilver. Ik bekijk de prijzen en op een goed moment verkoop ik. Zo kan ik mijn dochtertje ook laten kleutersporten, een logopedist inschakelen voor haar spreekproblemen en mijn cursus BrainGym betalen, want ik wil haar later goed begeleiden met huiswerk en lessen.” “De school weet niet dat ik het niet breed heb. Dat hoeft ook niet. Sommige mensen denken dat ouders in armoede slechte ouders zijn. Ze staan snel klaar met vooroordelen of geven kritiek omdat wij ook een smartphone hebben. Daarom zeg ik liever niets over mijn situatie. Bovendien krijg ik alles wel gebolwerkt. Ik heb mijn leven nu wel op orde. Maar ver vooruit denken, lukt niet. Of ik de eindjes nog geknoopt krijg als mijn dochter in het secundair zit, dat zien we dan wel. Ik maak geen plannen of dromen. Ik leef dag na dag, week na week.”
Klasse Magazine
“Kansarme ouders voelen zich vaak nergens welkom. Ze vinden geen werk, worden nergens gevraagd. En plots zegt de school: ‘We hebben je nodig om samen voor je kind te zorgen’. “Zo kan je alle ouders bereiken”, zegt Kristien Silkens, brugfiguur van basisschool De Boomgaard in Hasselt. “We investeren in laagdrempelige initiatieven die zowel ouders als kinderen aanspreken op hun talenten. We plaatsten ‘een-vierkante-meter’-tuinbakken op de speelplaats. Eerst overlegden we met de ouders: welke ouders kunnen die bakken maken, wat gaan we planten? We maken ook verteltassen. Er zijn ouders die naaien en ouders die de boekjes kiezen. De kinderen zijn heel fier dat hun mama of papa naar hun school komt. Tijdens de huiswerkbegeleiding moeten de ouders een keer per maand helpen. Zo leren ze methodieken aan om hun kind thuis te begeleiden. Doordat ze er ook andere kinderen helpen, krijgen ze meteen een andere status. We organiseren ook creatieve ateliers in de school om alle kinderen, ook zij die niet naar de academie kunnen gaan, kansen te geven om hun talenten te ontplooien. Ouders betalen een klein bedrag per les. Dat is erg belangrijk: ouders willen een inspanning doen. Omdat de lessen in de school plaatsvinden, is het bereikbaar en vertrouwd. Door al die initiatieven voelen ouders dat ze welkom zijn op school”.
“We hebben je nodig om samen voor je kind te zorgen” Kristien Silkens, brugfiguur en Els Herbots, projectleider van het Leonhuis KT-Scholengroep Hasselt
61
“Armoede herkennen en erkennen is niet altijd makkelijk”, zegt Els Herbots, vroegere directeur van de school. Nu is ze projectleider van het Leonhuis, een innovatief project rond ‘brede school’. “We hoorden een kleuterjuf zeggen: ‘Ik heb al tien keer gevraagd een pak luiers mee te geven en die mama geeft nog altijd twee luiers per dag mee’. Ze zag niet dat die mama dat niet kon betalen. Tot je dat samen benoemt. De volgende dag bedankte ze spontaan de mama voor de twee luiers. Hun broze relatie was ‘hersteld’ én versterkt.” “Leraren zien soms niet wat achter bepaald gedrag schuil gaat. Je kan ze dat niet kwalijk nemen, want zelf komen ze meestal uit de middenklasse. We kennen de wereld van armoede niet en de kloof met de onze is erg groot. Sommige leraren hebben voelsprieten en merken signalen van armoede zo op, met andere moet je samen op weg gaan. Daarom hechten wij veel belang aan een ervaringsgerichte basishouding en een open, multiculturele kijk op de wereld. Dat vraagt vorming en coaching. Want als ergernissen geen naam krijgen, beginnen ze in het hoofd van leraren en ouders te groeien.” Daarom peilt de scholengroep al tijdens het sollicitatiegesprek naar de basishouding van kandidaat-leraren. “Het is essentieel dat ze elk kind optimale kansen geven, zelf ook willen leren en geloven dat alle kinderen kunnen groeien. Al de rest kan je aanleren.”
Klasse Magazine
“Voorlezen in zo’n gezin? Het was toch even schrikken” Lien Crabeels, student kleuteronderwijzer en Jaantje Verbruggen, docent Odisee
“Het was even schrikken toen ik thuis bij Lilith (4) ging voorlezen”, zegt Lien Crabeels, derdejaars student kleuteronderwijzer. “De huisgevel, die voordeur, het opgehoopte vuil in de gang. Ik dacht: help, waar kom ik terecht? Maar als je iets later in een veel te klein appartement de warmte voelt waarmee het Armeens gezinnetje je omringt, dan weet je dat het hier wel goed zit. Het is niet omdat een kind in armoede leeft dat er ook emotionele armoede is.” “Thuis voorlezen is een van de manieren om onze studenten voor te bereiden op een heel diverse klasgroep”, zegt Jaantje Verbruggen, docent en coördinator van ‘Boekenbende aan Huis’, een voorleesproject van Odisee Brussel in samenwerking met de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de bibliotheek van Jette. “Brusselse scholen ‘selecteren’ kinderen en onze studenten gaan er voorlezen. Kansarm en taalarm gaan vaak hand in hand. Uit onderzoek blijkt dat ouders met een lagere SES minder vaak voorlezen en over persoonlijke ervaringen praten. In Nederland bleek dat allochtone kleuters op het einde van de kleuterklas gemiddeld een taalachterstand hebben van twee jaar. Voorlezen aan huis probeert iets in gang te zetten. Iedereen wint: de student verbreedt zijn kijk en het kind en zijn gezin gaan vooruit.” “Onze studenten ontsnappen niet aan de klassieke vooroordelen over armoede”, zegt Jaantje Verbruggen. “Dat bewijzen uitspraken als: ‘Die ouders willen precies niet uit de
62
armoede geraken, die willen geen moeite doen’. Of ze vinden het normaler dat een kind in armoede niet ‘mee’ kan op school. Een pijnlijke en spijtige vaststelling is dat ze die vooroordelen vaak ook horen van leraren in hun stagescholen. Het voorleesproject helpt studenten genuanceerder te kijken. Ook in de lessen, leergroepen en andere projecten benadrukken we het gevaar van de self fulfilling prophecy: studenten moeten beseffen welke gevolgen hun vooroordelen – en hun houding als leraar – hebben op het zelfbeeld, het leerproces en de ontwikkeling van elk kind.” “Ik heb geleerd dat een handleiding om kinderen in armoede aan te pakken niet bestaat”, vertelt student Lien Crabeels. “En dat je moet kijken naar wat elk kind nodig heeft. Hoe komt het dat een kleuter agressief en gefrustreerd is? Wat heeft dat kind nodig: beweging, wat warmte en aandacht, (h)erkenning van zijn cultuur in de klas? Alleen als een kind zich goed voelt, kan het leren. Om signalen op te pikken dat het kind het thuis moeilijk heeft, moet je aandachtig observeren: welke kledij draagt de kleuter, wat zit er in zijn brooddoos, hoe komt hij naar school, wie komt hem halen …? Dat vertelt vaak al heel veel. Elk kind, elk gezin is zo anders. Op de verplichte stage in Brusselse scholen leer ik voortdurend mijn eigen referentiekader los te laten en verder te kijken dan wat ik zelf ken. Gezinnen mag je niet reduceren tot hun probleem, leraren moeten kijken naar de (leer)kansen die je het kind wél kan bieden.”
2
3
“HET IS TOCH ERG, IK HEB ZOVEEL COMPASSIE MET SARAH. OCHARME, DAT KIND”
“SARAH? ALS WE NU NIET INGRIJPEN, KOMT DAAR LATER NIET VEEL GOEDS VAN”
“WE ZIEN IN SARAH ALLEEN HET PROBLEEMKIND, NIET HAAR MOGELIJKHEDEN, KANSEN EN DROMEN. SARAH HEEFT NOCHTANS ALLES IN ZICH OM HET TE MAKEN”
4
5
6
“WE ZATEN MET DE OUDERS VAN SARAH ROND DE TAFEL. ZE GAVEN ONS TIPS EN INFORMATIE OVER WAT BELANGRIJK IS VOOR HEN”
“NIET ALLES IS HOPELOOS. KIJK NAAR VINCENT KOMPANY, DIE GROEIDE OP IN EEN ARME BUURT VAN BRUSSEL EN HEEFT HET TOCH GEMAAKT”
“IN SARAHS BOEKENTAS ZIT ALTIJD EEN LEGE BROODDOOS, MAAR ZE DRAAGT WEL DE NIEUWSTE K3SCHOENEN”
7
8
9
“SARAHS MAMA DOET ECHT ALLES VOOR HAAR. ZE WIL NET ALS ONS ALLEEN MAAR HET BESTE”
“ARM ZIJN OF WORDEN? HET IS EEN LOTJE VAN DE LOTERIJ. SARAH HEEFT PECH DAT ZE IN DAT GEZIN GEBOREN IS”
“STEEDS MEER KINDEREN ZIJN ZO ARM ALS SARAH. ER GAAT TOCH IETS FOUT MET ONZE SAMENLEVING?”
10
11
12
“DAT ER KINDEREN IN ONZE SCHOOL GEEN ETEN HEBBEN, MAAKT ME BOOS. IN DE 21STEEEUW? DAAR MOETEN WE IETS AAN DOEN”
“ERG VOOR SARAH EN HAAR OUDERS, MAAR BLIJ DAT HET MIJ NIET OVERKOMT”
“EEN KIND IS TOCH NIET ARM ALS HET GEEN SMARTPHONE HEEFT EN ER THUIS GEEN AUTO IS?”
1
3
2
1
Jij vindt armoede geen eigenschap van het kind, maar van zijn omgeving. Ook een kind in armoede zit boordevol pit. Het kind is een sterke kiem. Als we werken aan de voedingsbodem groeit het uit tot een sterke boom of mooie bloem.
Kinderen die in armoede leven zijn tikkende tijdbommen die later meer kans hebben op een zwakke gezondheid of om werkloos te worden. Als we nu niet ingrijpen worden ze een last en kost voor de samenleving, een blok aan het been.
Uit medelijden schiet je de kinderen in armoede te hulp want ze zijn zelf niet in staat zich te redden. Het kind is het onschuldige slachtoffer en zit vast in de rol van de zwakke, de afhankelijke die moet geholpen worden.
Positieve, toekomstgerichte frame. Het loont om te investeren in de strijd tegen armoede. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
Dit frame mobiliseert wel, maar speelt ook in op angstgevoelens. Lees jij ook frames 3, 4, 5 en de andere? Ze helpen je om genuanceerder te kijken.
Je bekijkt ‘de arme’ als een hulpeloos wezen, je vergeet zijn ‘kracht’ en ‘potentie’. Lees jij ook frames 3, 4, 5 en de andere? Ze helpen je om genuanceerder te kijken.
6
5
4
Arme ouders zijn zelf verantwoordelijk voor hun armoede: ze zijn lui, zoeken geen werk, roken en drinken of gebruiken drugs, of waren al heel jong zwanger. Het zijn slechte ouders. En als ze K3-schoenen kunnen kopen, zijn ze misschien niet echt arm.
Armoede is niet louter een probleem maar kan ook een harde leerschool zijn. Iedere arme is een ervaringsdeskundige, een expert. Zijn levenservaring, kennis en inzichten zijn noodzakelijk om kinderarmoede te begrijpen en te bestrijden.
Dit frame is top-down. Wij bepalen wat positief en negatief is, de ‘armen’ moeten zich aanpassen. Lees jij ook frames 7, 8 en de andere? Ze helpen je om genuanceerder te kijken.
Dit is een hoopvol frame en bekijkt armoede niet louter problematisch. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
Hoopgevende en actiegerichte frame. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
9
8
7
Armoede heeft niks te maken met individuele keuze en gedrag. Het lot, waar je wieg heeft gestaan, bepaalt welke kansen je krijgt. Bovendien kan iedereen in armoede vervallen: na een zwaar ongeval, een ziekte, echtscheiding, jobverlies.
Arme ouders zijn mensen zoals jij en ik. Het enige verschil is dat hun levensomstandigheden hen dwingt tot keuzes die wij niet hoeven te maken. Dat maakt het ze soms moeilijk om een goede ouder te zijn.
Dit frame is best fatalistisch. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om genuanceerder te kijken.
Dit frame heeft een positief uitgangspunt. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
12
11
10
Jij stelt de huidige westerse manier van leven en ons consumptiepatroon in vraag. Is een kind zonder smartphone arm? Geen liefde en aandacht is toch erger dan materiële tekorten? Je gaat ervan uit dat echte armoede in Vlaanderen niet bestaat.
Kinderarmoede aanpakken doen we vooral om ons geweten te sussen, uit religieuze verplichtingen of om onze maatschappij ‘op orde’ te houden: ieder zijn plaats. We helpen wel, maar echt iets veranderen kunnen (of willen) we toch niet.
Voor jou strookt kinderarmoede niet met onze fundamentele maatschappelijke waarden zoals gelijke kansen, individuele ontplooiing, participatie en solidariteit. Kinderarmoede is een wake-upcall: we moeten in gang schieten.
Dit frame zet ons consumptiepatroon en statussymbolen op losse schroeven. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
Dit frame problematiseert de armoedebestrijding en verhindert dat armen zelf hun lot in handen nemen. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
Dit frame gooit engagement in de strijd. Verontwaardiging werkt als motor. Lees jij ook de andere frames? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
Kinderarmoede is zoals koorts, een symptoom van een dieper maatschappelijk probleem: onze maatschappij is niet meer in staat om goed te zorgen voor iedereen. Het is aan de overheid om hier wat aan te doen, niet aan mij. Dit frame legt de schuld van armoede niet bij de arme zelf en riskeert dat je de verantwoordelijkheid alleen bij de overheid legt. Lees jij ook frame 10 en de andere? Ze helpen je om nog genuanceerder te kijken.
We kunnen de strijd tegen kinderarmoede winnen als alle betrokken partijen, inclusief de kinderen en hun ouders samenwerken als gelijkwaardige partners. We moeten armoede bestrijden, niet de armen. Samen staan we sterk.
Klasse Magazine
Met welke bril kijk jij? In de boekentas van Sarah zit altijd een lege brooddoos, maar het meisje draagt wel de nieuwste K3-schoenen. Hoe kijk jij naar haar armoede? Jouw bril bepaalt welk probleem je ziet en wat een mogelijke oplossing is. Baldwin Van Gorp, professor journalistiek (KU Leuven) onderzocht honderden teksten en distilleerde twaalf mogelijke brillen (of frames) waarmee we naar armoede kijken. “Mensen beseffen vaak niet vanuit welk frame ze kijken. Als je die frames expliciteert, worden ze er zich plots van bewust. Het ene juiste frame bestaat niet. De twaalf verschillende frames zijn niet beter of slechter maar vormen een gereedschapskist om genuanceerder naar kinderarmoede te kijken, om oorzaken en oplossingen te zoeken.” • Sommige frames (1, 2, 6, 9, 11) brengen kinderarmoede in verband met een probleem (slechte ouder, weinig zorgende maatschappij …). • Andere frames (3, 4, 5, 7, 8, 10, 12) nodigen vooral uit om vanuit een ander perspectief te kijken (de kracht van kinderen in armoede, als we samenwerken kunnen we wel iets bereiken …).
12 kijkkaartjes rond armoede Kies welke van de twaalf uitspraken bij jou passen, of met welke je akkoord gaat. Ontdek dan aan de achterkant het frame van waaruit je denkt. Of bekijk ze samen met de collega’s: welke uitspraken horen jullie het vaakst op school? Waar ga je mee akkoord, waarmee niet? De verschillende frames kunnen je helpen om op een andere manier naar armoede in de klas te kijken. Of om samen met collega’s een genuanceerder armoedebeleid uit te tekenen op school. Meer lees je in 'Weg van het stigma, hoe kunnen we anders communiceren over kinderarmoede'. Je downloadt de studie gratis op www.kbs-frb.be. Lees ook het dossier 'Armoede' op Klasse.be
65
Het project ‘Kleine Kinderen, Grote Kansen’ wil kinderarmoede en sociale ongelijkheid in Vlaanderen helpen doorbreken. Het project is een samenwerking van de lerarenopleidingen in Vlaanderen, de pedagogische begeleidingsdiensten, het Steunpunt Diversiteit en Leren, de Koning Boudewijnstichting, het departement Onderwijs en Vorming, Klasse en minister van Onderwijs Hilde Crevits. Het project wil de professionaliteit van kleuteronderwijzers (en andere leraren) versterken om met kinderarmoede om te gaan. Inspiratie en houvast vind je op www.grotekansen.be en www.klasse.be
Klasse Magazine
66
Klasse Magazine
Van de turnzaal tot in Rio? Elke schooldag loopt leraar Willem Van Schuerbeeck ruim twintig kilometer van zijn huis tot de turnzaal. Die dagelijkse looptrainingen moeten hem naar de Olympische Spelen brengen. Een leraar op de marathon in Rio? “Nooit gedacht. Maar als je intrinsiek gemotiveerd bent, kan veel.” Tekst Bart De Wilde Beeld Eva Vlonk
“Als jonge gast droomde ik van de Olympische Spelen. Iedereen wil toch schitteren op hoogste podium? Maar zodra je realistisch kan denken, besef je dat het niet zal lukken. Dan moet je je doelen aanpassen aan je talenten en met vallen en opstaan het hoogst mogelijke najagen. Rio is dus nooit een doel geweest. Dat leek te hoog gegrepen.” “Tot de Belgische Bond de strenge limieten versoepelde. Plots was mijn tijd scherp genoeg voor de Olympische Spelen. Al moet ik tot 1 mei wel bij de drie beste marathonlopers van België blijven. Nu heb ik de tweede tijd.”
67
Hoe reageren leerlingen en collega’s op je Olympische droom? “De Olympische Spelen hebben alles veranderd. ‘Hij is daar weer met zijn kort broekje en fluohesje’, lachten collega’s vroeger. ‘Heb je niets anders te doen?’ Nu Rio geen verre droom meer is, leven ze intens mee en springen ze op naschoolse activiteiten soms voor mij in, zodat ik kan trainen. Leerlingen weten het intussen ook. Ze zagen een video passeren op Facebook of tikten mijn naam in een zoekmachine. Dat hun leraar kans maakt op een plek in de Olympische Spelen vinden ze straf. Maar het verandert gelukkig niets aan hun houding tegenover mij.”
Klasse Magazine
“Mijn leerlingen mogen niet meemaken wat ik zo vervelend vond: vijftig minuten naar de klok staren tot de bel klinkt” Lesgeven en mikken op de Spelen, valt dat te combineren? “Moeilijk. Atletiek is een kleine sport. Ik hang net achter de Europese top en moet niet rekenen op een profcontract. Mijn eigen club en een privésponsor die sympathie had voor mijn verhaal – twee kinderen, blijven werken als leraar – stoppen me wat centen toe voor stages. Ik verdien dus geen geld met atletiek. Integendeel. Maar ik combineer het heel graag met lesgeven. Al is de combinatie fulltime voor de klas en een atletiekcarrière wel zwaar. Zeker in de aanloop naar de Olympische Spelen. Daarom neem ik nu verlof om me in alle rust in Kenia voor te bereiden. Daar kan ik trainen in goede klimatologische omstandigheden, samen met de wereldtop.” Waarom werd je leraar? “Ik ging niet graag naar school. Dat verplicht stilzitten op een bank was niets voor mij. Maar ik wist wel al heel snel dat ik leraar zou worden. Mijn drijfveer: lessen maken waarin ik leerlingen actief bij de leerstof betrek. Zodat ze niet meemaken wat ik zo vervelend vond: vijftig minuten naar de klok staren tot de bel klinkt. In mijn lessen biologie laat ik de leerlingen vaak naar het bord komen, rechtop staan als ze iets willen vertellen en de theorie uittesten. Om zenuwimpulsen te illustreren, laat ik ze met hun handen in elkaar haken. Leerlingen geven prikkels aan elkaar door en op het einde gooit iemand met een bal. Door ze actief te betrekken, krijgen ze meer zin in de lessen en blijft de leerstof hopelijk ook langer plakken. En in L.O. is stilzitten natuurlijk helemaal uit den boze.”
68
“Elke leerling zou op school vijf uur per week aan een gezonde levensstijl moeten werken” Is twee uur L.O. per week voldoende? “Twee uren sport volstaan totaal niet. Jongeren bewegen veel te weinig. Mijn leerlingen zitten op school in het centrum van Brussel op een veel te kleine speelplaats. Een ramp. Dat de oudste leerlingen tijdens de middagpauze buiten mogen en met de frisbee gooien in autovrije straten helpt nauwelijks. Het frustreert sommige jongeren dat ze zo weinig beweegruimte hebben en veel stilzitten. In die twee keer vijftig minuten L.O. willen ze dan het liefst een keer hard roepen en tegen de bal shotten. Kan ik ze dat kwalijk nemen? Nee. Maar ik kan het ook niet toelaten. Want hun klasgenoten willen veel rustiger sporten en vinden het niet fijn dat die bal alle kanten op vliegt. Die twee groepen laten samenwerken, laten focussen vanaf de eerste lesminuut en alle energie in goede banen leiden in een goede les, is ontzettend moeilijk, maar ook een mooie uitdaging voor elke L.O.-leraar. Maar met meer uren sport, kan je zonder twijfel doelgerichter aan conditie en motorische vaardigheden werken. Daar droom ik wel van.” “Maar eigenlijk vind ik dat de gezondheidstaak van onderwijs verder gaat dan leerlingen laten bewegen. Elke leerling zou op school vijf uur per week aan een gezonde levensstijl moeten werken. Obesitas en andere welvaartsziektes zijn belangrijke doodsoorzaken en die ‘vergeten’ we preventief aan te pakken. De lessen L.O. zijn daarin een belangrijk onderdeel, maar daarnaast kan een gezondheidscoach op school alle leerlingen een gezonde levensstijl aanleren: hoe pak je zonder veel belasting voor je rug iets op, hoe werk je aan een goede slaaphygiëne of hoe pas je EHBO toe? Goed voor de gezondheid van de leerlingen en een flinke besparing voor de gezondheidszorg.”
Klasse Magazine
Wie is Willem Van Schuerbeeck? • 9 jaar leraar • L.O. en biologie • Maria-Boodschaplyceum in Brussel • marathonloper, toptijd 2:12:49
“De gelijkenis tussen leerlingen en topsporters? Alleen als je intrinsiek gemotiveerd bent, boek je echt vooruitgang” Wat kunnen leerlingen leren van een topsporter? “Dat je je talenten niet in de grond moet stoppen, maar er zo veel mogelijk mee aan de slag moet. Zoals een topsporter, maar ook een kok of een loodgieter. Het is zonde als je niets met je talent doet. Een goede student die merkt dat metsen echt zijn ding is? Ga daarvoor! Ook al is niet altijd makkelijk. Topsport vraagt – net als studeren – zeker ook discipline, organisatie en karakter in alle facetten van het leven: voeding, slaaphygiëne, training.” “Sporters maken alleen progressie als ze intrinsiek gemotiveerd zijn. En dat geldt ook voor leerlingen. Dat wil ik ze bijbrengen. Op school doet een pak leerlingen zijn best om wat goede punten te scoren. Tof voor de leraar misschien, maar eigenlijk brengt het hen nergens. Ze moeten het niet doen voor de punten, wel omdat ze het zelf echt willen. Een
69
groepje leerlingen dat na een rock-‘n-roll-les zelf choreografieën uitdenkt of elkaar begint te coachen als ze volleybal spelen? Zalig. Ze maken me overbodig als leraar omdat ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Ik word dan observator, tipgever en niet de leraar die ze moet pushen met punten. Maar het doet evenveel deugd als een oud-leerling me bij de bakker vertelt dat ze nu ook regelmatig een halfuurtje loopt en daar gelukkig van wordt. Dan voel ik me geslaagd.” Op 1 mei weet je of je naar Rio mag. Is deelnemen daar belangrijker dan winnen? “Die Olympische gedachte is verkeerd vertaald. Winnen is niet belangrijk, maar je moet er wel alles aan doen, lijkt me beter. Stel je voor dat je met die Olympische gedachte naar een examen gaat. Soms is slagen voor een examen bijna onmogelijk, maar je moet toch alles geprobeerd hebben?” “Toegegeven, ik ben heel extreem in alles wat ik belangrijk vind. Ook daarom vind ik deelnemen te vrijblijvend. Ik wil altijd alles op alles zetten. Tijdens mijn eigen studies stopte ik volledig met lopen om te studeren van 6 tot 22 uur. Mijn professor sterrenkunde en fysica zei: ‘Ja, Willem, wat als we rond de zon beginnen te draaien in drieëntwintig uur in plaats van vierentwintig uur. Dan heb je wel een probleem. Doe je boeken toe en ga een uurtje lopen’. Dat ben ik blijven doen. Hopelijk brengt het me deze zomer op de Olympische Spelen.”
Advertentie
Klasse Magazine
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
2 3
Door loper Wars van alle obstakels hebben we alle zwarte vakjes eruitgegooid. Een doorloper noemen kenners dat. Veel succes!
De oplossing van de puzzel is nog steeds je eerste stap richting een reischeque van 500 euro. Daarmee kan je een citytrip kiezen uit het volledige aanbod van Holidayline. Surf vóór 1 mei naar Klasse. be/win en waag je kans.
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
HORIZONTAAL
VERTICAAL
1. de week voor Pasen (8) / slot (5) 2. beroemde ex-bokser (3) / communicatiekanalen (5) / magazijn (5) 3. Nederlandse omroep (4) / doorgedraaid, gek (7) / op die manier (2) 4. sluis (3) / toename (5) / geheim agent (5) 5. sacraal (6) / pausennaam (3) / zelfhulpgroep (2) / spelletjesfabrikant (2) 6. maand (5) / clown van de koning (6) / Europese Unie (2) 7. ezelgeluid (2) / Frans ‘zout’ (3) / olieproducerende landen (4) / Indisch kleed (4) 8. droog (3) / kan je winnen met deze puzzel (10) 9. maangestalte (2) / grottengemeente (3) / … en de Rekels, Nederlandse zangeres (6) / Franse ‘één’ (2) 10. Spaanse rivier (4) / eenheid voor elektrische weerstand (3) / ajuin (2) / landbouwwerktuig (2) / muzieknoot (2) 11. orgaan (4) / masker (3) / land in Midden-Oosten (6) 12. golfterm (3) / lier, windas (5) / Latijnse ‘Aarde’ (5) 13. tien en één (3) / pluimen op koren (4) / Europese hoofdstad (6)
1. langoor met chocolade-eieren (8) / seizoen (5) 2. bloedhertog (4) / verhalende literatuur (5) / dwarsligger (4) 3. houding (3) / Engelse ‘heer’ (3) / ga je soms figuurlijk over (7) 4. smoke and fog (4) / Pallieterstad (4) / hartslagader (5) 5. persoonlijk voornaamwoord (2) / bakken op de barbecue (7) / (Oosterse) jongensnaam (4) 6. onder …, verbogen ‘eed’ (3) / Bijbelse koning (2) / uitroep (3) / smoorklep in automotor (5) 7. bergachtig gebied in België en Duitsland (5) / op een rijtje zetten, opnoemen (8) 8. Arabische titel (6) / kleur, ongebleekt (4) / Engels ‘ziek’ (3) 9. Amerikaanse uitvinder (6) / Bulgaarse inpakker (7) 10. boom (3) / lekker, dit moet je zoeken om de cheque te winnen (10) 11. nummer 93 van Mendelejev (2) / pauselijke kroon (5) / techneut in Bond-films (1) / Franse ‘achting’ (5) 12. muzieknoot (2) / de klok een uur vooruit (8) / … wie … toekomt (3) 13. prestigieuze Engelse school (4) / regenvlagen (5) / bezieling (4)
71
Advertentie
MEDIAWIJS OP TINDER? VUL ZEKER JE BEROEP AAN. WANT DIT ZIJN DE BEROEPEN WAARMEE JE HET BEST SCOORT!
ALS MAN
ALS VROUW
1. PILOOT
1. KINESIST
2. ONDERNEMER
2. INTEREURONTWERPER
3. BRANDWEERMAN
3. ONDERNEMER
4. DOKTER
4. PR/COMMUNICATIE
5. MEDIAFIGUUR
5. LERAAR
6. LERAAR
6. STUDENT
7. INGENIEUR
7. LOGOPEDIST
8. MODEL
8. APOTHEKER
9. VERPLEGER
9. SOCIAL MEDIA MANAGER
10. STUDENT
10. MODEL
11. ADVOCAAT
11. TANDARTS
12. PERSONAL COACH
12. VERPLEEGSTER
13. FINANCIEEL ADVISEUR
13. STEWARDESS
14. POLITIEMAN
14. PERSONAL COACH
15. MILITAIR
15. VASTGOEDAGENT
COLOFON Klasse Magazine 003 – maart 2016 Magazine voor onderwijs in Vlaanderen, uitgegeven door het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Koning Albert II-laan 15, 1210 Brussel Hoofdredacteur: Hans Vanderspikken Coördinator Klasse Magazine: Bart De Wilde Vormgeving: Peter Mulders, Tim Sels Illustratie cover: Toykyo.be – illustraties rubrieken: Joris Thys Klasse is een team. Werken samen aan dit project: Michel Aerts, Nele Beerens, Wouter Bulckaert, Sabrina Claus, Tinne Deboes, Patrick De Busscher, Diana De Caluwé, Ruben Cassiman, An Declercq, Cherline De Maeght, Robin De Vries, Hannah El Idrissi, Sara Frederix, Stijn Govaerts, Mieke Keymis, Leen Leemans, Jef Lemmens, Simone Maas, Ann Nevens, Tim Paternoster, Mieke Santermans, Anne Siccard, Marc Vanbelle, Toon Van de Putte, Sonja Van Droogenbroeck, Michel Van Laere en Bavo Wouters. Klasse is een multimediaal communicatieproject dat onderwijsprofessionals, ouders en leerlingen versterkt en verbindt. Daarvoor gebruikt Klasse online kanalen, een magazine, acties en campagnes. Meer op Klasse.be. Reageren op een artikel of heb je nieuws voor de redactie? 02 553 96 86 of redactie@klasse.be. Wil je adverteren in Klasse? 02 553 96 94 of publiciteit@klasse.be. Overname van artikels uit de publicaties van Klasse is geen probleem, mits je de bron expliciet vermeldt. Foto’s en illustraties worden door het auteursrecht beschermd. Verantwoordelijke uitgever: Micheline Scheys, Departement Onderwijs en Vorming.
Advertentie
is onderwijs en vorming
Abonnement nemen? Je kan abonneren via www.klasse.be/ abonnementen. Een abonnement kost 10 euro (vrij van BTW) en loopt gedurende vier opeenvolgende nummers van Klasse. Bpost bezorgt elk nummer bij je thuis. Een abonnement is niet opzegbaar gedurende deze termijn, je kan ook geen gedeeltelijk abonnement nemen. Wanneer start een abonnement? Een abonnement start pas wanneer de betaling ontvangen is en geldt vanaf de verschijning van het eerstvolgende nummer. Abonnementen die betaald zijn nadat een nummer verschenen is, starten bij het daaropvolgende nummer en gelden voor vier opeenvolgende nummers. Wat als een nummer verloren gaat? Als abonnee ben je verantwoordelijk voor het bezorgen van je correcte adres wanneer je inschrijft op een abonnement. Wanneer er ondanks een correcte adressering toch een nummer verloren gaat tijdens de verzending, zal de redactie in de mate van het mogelijke dit nummer nazenden. Zijn er geen exemplaren van het betreffende nummer meer voorradig, dan verlengt Klasse je abonnement met één nummer. Adreswijzigingen zijn op verantwoordelijkheid van de abonnee. Je kan ze bezorgen aan abonnementen@klasse.be, met vermelding van je naam, e-mail van inschrijving of abonneenummer, oude én nieuwe adres. Wanneer Klasse een speciale actie of een exclusief aanbod voor abonnees doet, geldt dit per abonneenummer. Wanneer één abonnee verschillende exemplaren van Klasse ontvangt, geldt het aanbod slechts voor één abonnement. De Lerarenkaart Abonnees die recht hebben op een Lerarenkaart krijgen deze samen met het decembernummer van Klasse Magazine thuisbezorgd. Lerarenkaart houders die geen abonnee zijn, kunnen vanaf 19 december 2015 hun lerarenkaart ophalen in hun lokale bibliotheek. Wanneer meer dan een Lerarenkaart-houder op hetzelfde adres woont en slechts één van hen is abonnee, kan de abonnee dit melden bij de inschrijving op het abonnement. Het laten toesturen van meerdere lerarenkaarten naar één abonneeadres is een gunst aan abonnees. Misbruik hiervan, vastgesteld op basis van onderzoek van de redactie of van klachten van benadeelde Lerarenkaart-houders, zorgt ervoor dat de abonnee geen Lerarenkaart meer krijgt.
Advertentie
(ADVERTENTIE)
Klasse Magazine - driemaandelijks tijdschrift maart/april/mei 2016 Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Redactie Klasse - Koning Albert II-laan 15 - 1210 Brussel Afgiftekantoor Brussel X - P-004699
Word abonnee en ontvang de kalender van Klasse!
Gratis kalender van Klasse voor elke abonnee! Ken jij de populaire Klasse-schoolkalenders al? Exclusief voor abonnees zit de nieuwe, gedrukte maandkalender voor 2016-2017 bij het volgende Klasse Magazine. Dankzij dit cadeautje van Klasse kan jij vanaf 1 juni al volop het nieuwe schooljaar beginnen te plannen. Nog geen abonnement op Klasse Magazine? Neem er nog een v贸贸r 1 mei 2016 en ontvang de maandkalender in je brievenbus samen met het juninummer. Kostprijs: 10 euro voor 4 nummers. Meer info op klasse.be/ abonnementen. * Klasse moet je betaling uiterlijk op 1 mei 2016 ontvangen.