Klim- en bergsportmagazine 2013 2

Page 1

/KLIM BERGSPORT EN

magazine

april

1

VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - januari, FEBRUARI, APRIL, juni, SEPTEMBER En NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HAsselt 1 - AFZenderadres Statiestraat 64 - zwijndrecht - erkenningsnr. P309808



/jaargang 6 nr. 2

april

/inhoud /5

voorwoord

/7

opleidingen sportkader 2013

/8

interview D. Sanders en G. Van Speybroek : “hoe word ik bergwandelaar?”

12/

klimmen in Jordanië

16/

klimmen in Argentinië

22/

klimmen in Nepal

26/

vakantie in de bergen... succes of nachtmerrie

30/

wandelen in Oeganda

32/

voetafdruk

37/

up2date - nieuws

39/

kbf shop

40/

clubs praktisch

41/

federatie praktisch

42/

hutten

/HIGHLIGHTS

12

3

16

foto kaft : photography Sam Van Brempt

22

30


PARTNER


/VOORWOORD Ten gevolge het feit dat zowel Tom Sluyts als Gorik Dirix een andere jobkeuze hebben gemaakt verwelkomt de KBF 2 nieuwe medewerkers op het secretariaat: Hanne Gyselbrecht zal werken als sporttechnisch coördinator en Tom De Clerck als administratief coördinator. Hanne zal de rangen vervoegen op 15 april, terwijl Tom reeds actief is sinds 01 februari. KBF wil Tom S. en Gorik D. te bedanken voor hun jarenlange inzet voor KBF! Opnieuw is er een winter voorbij. Een vroege herfst had de strijd tegen de bladeren al reeds lang gewonnen, en hen op de weg naar de vergetelheid begeleid. In de bossen werden ze onder de vele stappen van wandelaars steeds verder tot vergaan gedwongen… maar dat deden ze gedwee, want ze wisten dat er telkens in het voorjaar een vernieuwde kracht nieuw leven geeft…

Die nieuwe energie zal ons naar de bergen lokken, en ons aanzetten tot het maken van nieuwe plannen, of, wandelaars zullen in de bossen de onderdrukte stemmen van duizenden vergane bladeren horen, een lokroep voor wie horen wilt... een lokroep naar de lente, naar het leven, naar genieten… De wereld hield eind 2012 niet op te bestaan… Integendeel ! Zo zal ook de KBF de komende lente en zomer met vernieuwde energie tegemoet zien, en met veel enthousiasme onze leden een blijvende goede service bieden…

Reginald Roels

5

/COLOFON KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF

Uiterste inzenddatum Artikels/teksten 2013

Dit federatietijdschrift verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie

voor uitgave juni 2013: 29/04/2013 voor uitgave september 2013: 18/07/2013 voor uitgave november 2013: 16/09/2013

VERSCHIJNINGSDATA 2013 Begin januari (Summit 2013), begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels reginald.roels@klimenbergsportfederatie.be

VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK LayOut - opmaak: Reginald Roels Druk: Drukkerij Paesen - Genk PUBLICITEIT Secretariaat KBF - tel.03 830 75 06

REDACTIEMEDEWERKERS

VERANTWOORDELIJKE UITGEVER

Herman De Kegel (verbetering teksten) Luc Vandenbosch (ecologie) Louis De Geest (ecologie)

Tuur Ceuleers p/a Statiestraat 64 - 2070 Zwijndrecht


6


/sportkader opleidingen 2013

“In de vorige uitgave van dit magazine kon u de brochure “kaderopleidingen : workshops en bijscholingen” vinden. De inschrijvingen voor de talrijke activiteiten van dit interessante programma lopen vlot, wacht dus niet te lang om te kijken of er iets voor jou bij is!

WAT?

HOE INSCHRIJVEN?

Bij een workshop is het voornaamste doel de deelnemers rond een bepaald thema een basiskennis of -ervaring mee te geven, bijvoorbeeld als voorbereiding op een stage. Een workshop kan enkele uren duren, en vindt dan meestal plaats op een weekavond, maar kan ook een heel weekend in beslag nemen.

Inschrijven kan enkel via de KBF website. Ga naar ‘stages’ en selecteer op type (bijscholing of workshop). Om je in te schrijven dien je ingelogd te zijn.

STEUN VAN DE FEDERATIE EN CLUBS? Bijscholingen bouwen verder op reeds verworven kennis of ervaring. Tenslotte biedt deze brochure ook de opleiding tot nationaal routebouwer lead en boulder aan.

De tussenkomst van de federatie in de deelnameprijs voor sportkaders (gefinancierd door het ‘bijscholingsfonds’) kan tot 50% bedragen en s al verrekend in het bedrag dat vermeld staat in deze brochure. Sportkaders kunnen ook hun eventuele credits inzetten voor de opleidingsactiviteiten uit deze brochure.

VOOR WIE? Dit aanbod van workshops en bijscholingen staat in principe open voor alle actieve sportkaders, en vaak ook voor leden (tenzij anders vermeld). Voor aktieve sportkaders (dit zijn vrijwilligers binnen de federatie en clubs) is er meestal een voordeeltarief, omdat de federatie gedeeltelijk tussenkomt in de deelnameprijs. Eén workshop wordt georganiseerd in samenwerking met Sportac en staat ook open voor niet-leden.

Ook meerdere clubs komen voor hun sportkaders of leden tussen in de deelnameprijs. Informeer je hierover dus bij je club! Opmerking: de federatie ondersteunt haar sportkaders ook voor het volgen van opleidingen die niet in deze brochure vermeld staan. Dergelijke aanvragen dienen te gebeuren via info@klimenbergsportfederatie, en worden ‘op dossier’ behandeld. P.S.: Voor wie de brochure zou gemist hebben: de lijst kan je ook vinden op www.klimenbergsportfederatie.be (onder de betreffende discipline).

7


/interview d. sanders - g. van speybroek : Debbie : Ik trek geregeld rond naar alle uithoeken van Europa en begeleid kampeertochten in de Ardennen en het hooggebergte voor trekkersgroep de Ronsers. Momenteel zit ik in het tweede jaar van de opleiding International Mountain Leader bij de Club Alpin Belge. Ik schrijf reisverslagen voor mijn eigen site en diverse bergsportmagazines, en informatieve artikels voor hikingadvisor.be. Af en toe geef ik ook cursussen en workshops bij KBF. KBF: Wat was de aanleiding voor jullie boek? Waarom zijn jullie eraan begonnen? Geert: De belangrijkste aanleiding is vooral dat bergwandelen ongelooflijk tof is, maar bovendien ook een bereikbare en betaalbare hobby is voor een erg brede doelgroep. Onder de vele bergwandelaars die België en Nederland telt zijn er echter net iets teveel die de vele facetten van het bergwandelen op eigen houtje met vallen en opstaan leren. En vooral dat ‘vallen’ kan in de bergen grote gevolgen hebben. Heel wat bergwandelaars komen er pas laat achter dat een bepaalde kennis heel wat kan bijdragen aan meer veiligheid en zelfvertrouwen èn dat een degelijke voorbereiding belangrijk is om er een geslaagde, haalbare en verantwoorde tocht van te maken. Debbie: Ik vind het leuk om mensen te kunnen informeren én inspireren om in de bergen op stap te gaan. Het voordeel van een boek is dat je alle nuttige informatie kan bundelen in een mooi geheel en dat je duidelijke accenten kan leggen. KBF: Hoe verliep de totstandkoming van dit boek? Debbie: Ik was in eerste instantie alleen aan het boek begonnen maar was heel blij dat Geert erbij kwam. Zo kon het werk verdeeld worden en konden we ook feedback geven op elkaars teksten. INTERVIEW: ALEX LIEBENS voor KBF

8

KBF: Stel jezelf kort even voor. Geert: Ik ben reeds 20 jaar reisbegeleider en was een aantal jaar wildernisgids in Canada. In België werkte ik enkele jaren als trekkingspecialist voor een bekende buitensportwinkel. Behalve survivalspecialist, Bergwanderführer (Tiroler Bergsportführerverband), VTS-instructeur bergwandelen, ben ik ook lesgever bij BLOSO voor diverse outdoorvakken. Momenteel zit ik in de allerlaatste fase om het brevet van International Mountain Leader (Fr: Accompagnateur Niveau 3) te behalen. Reeds 12 jaar run ik de Outdoorschool in de Belgische Ardennen waar ik hoofdzakelijk bergwandelcursussen doceer. Als gids trek ik regelmatig samen met cursisten en bedrijven naar de bergen. Mijn motto: “het doel is niet de bergen te overwinnen, maar vooral er te zijn.”

Geert: We hadden allebei een duidelijke visie over de onderwerpen en de structuur en die kwam gelukkig, behalve enkele accenten, redelijk overeen. Als we nadien onze visie gingen aftoetsen met bestaande boeken (vooral in andere talen), bleek dat er evenveel manieren waren om een boek op te bouwen als er auteurs zijn. Debbie had haar stokpaardjes (kamperen in de bergen, ervarend leren) en ik had de mijne (alpiene gevaren, staptechnieken, nood in de bergen). KBF: Vond je het zwaar? Was het werken of was het plezier? Geert: Dit project heeft onze levens (en dat van ons gezin) gedurende 4 maanden gedomineerd. Het was erg zwaar en tijdsintensief. Er is een groot verschil tussen weten, lesgeven en een boek schrijven. Dit boek mocht geen syllabus worden met zware lange tekstblokken, zeker niet als je voor een uitgeverij als Lannoo gaat schrijven. Het boek moest vlot lezen, aanschou-


“hoe word ik bergwandelaar” welijk zijn, interessant voor de beginneling èn voor de meer ervaren wandelaar, je moest het boek kunnen openslaan en onmiddellijk verleid worden door leuke tekstblokjes. We hebben dus ontzettend veel moeten wikken en wegen: hoe kort kan een tekst zijn zonder informatie te verliezen en hoe ver gaan we in de diepgang en de uitzonderingen van de onderwerpen. Vooral daarom ben ik toch fier op ons eindresultaat. Debbie: De combinatie met een voltijdse job bleek nog moeilijker dan ik had verwacht. Vooral omdat ik al de hele dag achter mijn pc zit. Maar uiteindelijk schept het wel voldoening als je iets kan maken waar je achterstaat. Het plezier komt dus achteraf. KBF: Waar plaatsen jullie deze uitgave binnen in de Nederlandstalige bergsportliteratuur? Geert: Eindelijk een hedendaags boek dat uitsluitend geschreven is voor de bergwandelaar. Ik ken persoonlijk geen Nederlandstalig boek waarin dit onderwerp geen aanhangsel is van een boek over alpinisme. Dat het aanschouwelijk en toegankelijk is, maakt het alleen nog maar aantrekkelijker. Je hoort het, we zijn zelf al fan! (lacht). Debbie: In de anderstalige literatuur zijn er wel echte bergwandelboeken maar ligt de klemtoon vaak te veel bij materiaal terwijl wij ook heel veel aandacht wilden besteden aan voorbereiding en planning.

KBF: Jullie kunnen op een mooie schare aantal lezers rekenen? Geert: Volgens ons is er een gat in de markt met een erg groot publiek. Nederland en België samen telt enorm veel bergwandelaars èn wandelaars die de stap naar het bergwandelen zouden kunnen zetten (of er minstens over willen lezen). Met een uitgever als Lannoo bereiken we heel het commerciële boekenwereldje. Dat Debbie en ik erg actief zijn in de bergwandelsector en veel contacten hebben, kan alleen maar een extra duwtje beteken. KBF: Beschouwen jullie je boek als 100% uw eigen werk? Zo neen, hoe belangrijk was de inbreng van externe medewerkers? Debbie: Ik denk dat we kunnen stellen dat het ons eigen werk is. We vertrokken van onze eigen kennis en ervaring. Pas in een tweede stadium hebben we er enkele specialisten bij betrokken: EHBO, ecologie en weerkunde zijn hoofdstukken die zijn nagelezen door ervaren lesgevers. Geregeld hebben we eens gepiept in andere boeken en artikels om onze gedachten te staven en eventueel aan te vullen met extra nuttige informatie. KBF: Even inzoomend op de inhoud: Het valt op dat er aandacht wordt geschonken op het terrein dat niet tot het bergwandelen behoort, in tegenstelling tot het terrein dat wel tot het bergwandelen behoort. Is deze benadering een bewuste keuze geweest? Geert: We bespreken enkel het terrein van de bergwandelaar. Gletsjer of via ferrata worden vermeld om duidelijk te maken dat dit geen terrein is voor beginnende wandelaars. We zijn wel realistisch gebleven door duidelijk te stellen dat een sneeuwveld of een eenvoudige klauterpartij er ook bij kan horen. In beide gevallen hebben we dan de nodige aandacht besteed aan de veiligheidsaspecten. KBF: Wordt deze visie overal gedeeld in andere organisaties in bvb. de alpiene landen? Geert: Onderzoek daarover was niet het doel van het boek, enkel de vraag: naar welke informatie zoekt de hedendaagse bergwandelaar. KBF: Een opkomende trend de laatste decennia is het zgn. ‘snowshoeing’. In welke mate besteedt het boek aandacht hieraan? Debbie: Zelfstandig in de winter op stap gaan, is vooral weggelegd voor ervaren bergwandelaars. Er komt namelijk heel wat bij kijken (lawinekunde, oriëntatie, omgaan met extreme weerscondities, (nood)bivakkeren in de sneeuw. Het zou ons te ver geleid hebben in dit boek. Op hikingadvisor.be hebben we intussen wel diepgaandere artikels over dit onderwerp geschreven.

9


KBF: Een opkomende trend de laatste decennia is het zgn. ‘snowshoeing’. In welke mate besteedt het boek aandacht hieraan? Debbie: Zelfstandig in de winter op stap gaan, is vooral weggelegd voor ervaren bergwandelaars. Er komt namelijk heel wat bij kijken (lawinekunde, oriëntatie, omgaan met extreme weerscondities, (nood)bivakkeren in de sneeuw. Het zou ons te ver geleid hebben in dit boek. Op hikingadvisor.be hebben we intussen wel diepgaandere artikels over dit onderwerp geschreven. Geert: We wijden enkel een hoofdstuk aan de uitrusting van de winterbergwandelaar. We maken wel duidelijk dat een opleiding over lawinekunde zeker nodig is. Sneeuw en lawinegevaar komen wel aan bod bij alpiene gevaren en bij EHBO spreken we over bevriezing en onderkoeling. KBF: Bergwandelongevallen nemen jaarlijks een vooraanstaande plaats in de ongevalstatistieken van alpiene landen. Hoe schatten jullie die risico’s in en in welke mate geeft het boek een antwoord op deze problematiek? Geert: Dit komt al terug in de eerste zin van ons voorwoord: “Bergwandelen lijkt erg eenvoudig maar de omgeving is vaak onherbergzaam en het terrein gevarieerd. Opbouwen van kennis en ervaring zijn van belang om veilig de bergen in te trekken.” Hier verschillen onze meningen lichtjes: Debbie steunt gedeeltelijk het idee van het ervarend leren mits je stap voor stap tewerk gaat, ik vind dat je niet kan beginnen met verantwoord bergwandelen zonder basiskennis en goede informatie. Het blijft een feit dat bergongevallen interessant voer zijn voor de media, terwijl de vele dagelijkse verkeersdoden enkel nog in de kleine rubriekjes opgesomd worden. Ongelukken gebeuren thuis, op de fiets, tijdens het sporten… Bij bergwandelen krijg je soms te maken met externe factoren die je niet in de hand hebt. Je kunt wel leren hoe je daarop zoveel mogelijk kan anticiperen en hoe je veilig kan reageren.

10

KBF: Voelen jullie je als auteur een uitdrager van het belang van kwaliteit van opleidingen? Is dit boek een pleidooi voor het volgen van cursussen? Debbie: Het boek is geen pleidooi om de lezer tot een cursus te verleiden. De hoeveelheid en veelzijdigheid aan onderwerpen maakt de lezer wel duidelijk dat een verstandige bergwandelaar heel wat bagage (lees kennis) moet meezeulen. Anderzijds maakt het boek de lezer ook regelmatig duidelijk dat je niet alle onderwerpen uit een boek kan leren. Bij oriëntatie en staptechnieken bijvoorbeeld benadrukken we duidelijk dat het interessant is om dit onder begeleiding aan te leren en te oefenen. Ook lawinekunde, weerkunde en EHBO krijg je beter eens uitgelegd. We besteden in het boek daarom toch een kort hoofdstuk aan mogelijke opleidingen in België en Nederland.

KBF: Zal het boek ook mensen aanspreken die niet meteen naar een opleiding op zoek zijn? Debbie: Dat was het hoofddoel van dit boek! Alle basiskennis die nodig is om op stap te gaan, wordt door het boek gecoverd KBF: Welk deel vond je het moeilijkst om te schrijven? Hoe moeilijk is het om zo’n boek te structureren? Geert: Het allermoeilijkste is het maken van keuzes. We realiseren ons meer en meer dat een echt compleet boek voor de bergwandelaar het aantal pagina’s van de Dikke Vandaele zou kunnen benaderen. Zeker als je alle gerelateerde onderwerpen te gronde zou willen uitleggen. In dat opzicht is bij mijn weten de bijbel van de bergwandelaar nog niet op de markt. Debbie heeft het erg moeilijk gehad om keuzes maken bij het hoofdstuk rond materiaal. Voor mij als docent kaart en kompas had ik het erg moeilijk om me hier te beperken tot een licht verteerbare essentie.

.


KBF: Vertel eens wat schrijven met je doet? Is het altijd een hobby/passie geweest? Geert: Cursussen schrijven en powerpoints maken voor de Outdoorschool vond ik altijd erg leuk. Mijn boek ‘Survivalgids voor de jonge avonturier’ sloot daar erg bij aan en dat was dus een prettig en relatief eenvoudig boek om te maken. Dit boek ging toch een stapje verder en heeft ons veel energie gekost. Ook al hadden we liever nog enkele maanden de tijd gehad om het te finetunen en af te toetsen bij KBF en NKBV, staan we toch wel helemaal achter het resultaat. We gaan zeker een bijdrage leveren aan veel mensen die de bergen op een verantwoorde manier willen ontdekken. Debbie: Ik ben ongeveer 10 jaar geleden met een eigen website begonnen waarop ik tochtverslagen postte (www.debbiesanders. be) en intussen maakte ik ook een informatieve site over hiking (hikingadvisor.be). Mijn verslagen werden al gepubliceerd in het KBF-magazine, Op Weg, Reiskrant en Op Pad. Ik offer dus veel van mijn vrije tijd op maar ik merk dat het mensen aanzet om ook op stap te gaan en soms mijn tochten over te doen.

KBF: Jullie zijn beide echte gepassioneerde bergliefhebbers. Vanwaar de passie voor en wat betekent het bergwandelen en trekking persoonlijk voor jullie? Geert: Het draait bij mij niet zozeer om de sportieve kick van het ‘overwinnen’ van de bergtop, maar om het genieten van de unieke uitgestrekte (vaak beschermde) natuurgebieden. Het doel is er te zijn, niet zo zeer het presteren of overwinnen… Natuurlijk is de fysieke voldoening na een zware dagtocht of een picknick op de top na een urenlange beklimming telkens weer een schitterende belevenis. Ik wandel hoofdzakelijk boven de boomgrens. Ik bewonder nog steeds elke plant of elk dier dat moet vechten of zich aanpassen om te overleven. Uiteindelijk vind ik dat het ‘toerisme’ dat met bergwandelen gepaard gaat onovertroffen is: de vriendelijke en respectvolle sfeer met andere wandelaars, de gezelligheid van berghutten, de heerlijke smaak van een simpele boterham met geitenkaas, het koele water aan een bronnetje, de rustgevende klank van koebellen … Moet ik nog doorgaan? Debbie: Ik houd gewoon van gevarieerde berglandschappen, het wandelen en het bivakkeren in de natuur. Mijn voorkeur gaat uit naar uitdagende meerdaagse tochten maar ik vind het ook fijn om in de Ardennen of Eifel op stap te gaan. Het valt me telkens op dat ik veel meer energie heb tijdens een trektocht dan in het dagdagelijkse leven. Door mijn engagement neemt mijn hobby toch een belangrijk deel van mijn leven in beslag. Mijn man heb ik zelfs tijdens een huttentocht van Te Voet ontmoet en dat ik die passie met hem kan delen, betekent veel voor me. Het brengt je als koppel dichter bij elkaar.

KBF: Heb je nog enkele tips voor collega-schrijvers? Geert: Bezint eer ge begint, haha! Het is een bijzonder zware opdracht om een goed boek te schrijven, zeker als je met een grote uitgever in zee wil gaan. En doe het zeker niet voor de centen, want daar is onze afzetmarkt te klein voor. KBF: Wat nu? Een nieuw boek? Een nieuw project? Geert: Momenteel denk ik: ‘nooit meer’. Indien dit boek voldoende succesvol is, liggen er bij Lannoo nog twee onderwerpen in de schuif: een boek over rugzaktrekking en eentje over survival. Ik hoop dat ze die vraag nog even uitstellen. Misschien heb ik er dan weer zin in. Debbie: Zolang ik een voltijdse job heb, zal ik me niet opnieuw in zo’n groot avontuur storten. Ik wil me vanaf nu focussen op mijn opleiding tot accompagnateur en montagne en www. hikingadvisor.be. Daar bepaal ik mijn eigen deadlines. ;-) KBF: Is het fijn om gevraagd te worden voor interviews? Een collega vertelde me nog: boeken schrijven is makkelijk, interviews geven is moeilijk Geert: Hoe duidelijker je visie, hoe gemakkelijker zo een interview verloopt. Ik heb gelukkig al heel wat ervaring met interviews voor kranten, tijdschriften en tv ten gevolge van 12 jaar Outdoorschool. De media lusten deze onderwerpen graag...!

TITEL: Hoe word ik bergwandelaar? Aantal pagina’s : 240 EAN: 9789401402842 Het boek omsluit 4 grote hoofdstukken: Voorbereiding (Waar? Hoe? Wanneer? Met wie? Informatiebronnen, formules, moeilijkheidsgraden, tochtplanning, bevoorrading, uitrusting, het leven in de hut, solo, met kinderen, bivakeren, voeding, enz.), Onderweg (ecologische etiquette, staptechnieken, oriëntatie, weer in de bergen, alpiene gevaren en een beetje ecologie), Nood en EHBBO (Voetverzorging, typische kwaaltjes in de bergen, noodactieplan, helikopterredding, noodsignalen, noodbivak en hoogtesymptomen). We sluiten het boek af met handige lijstjes gaande van een alpien woordenboek tot diverse checklijsten, moeilijkheidsgraden en een overzicht van reddingsdiensten, bergsportfederaties en weerberichten. Prijs: 20,00€ Hoe bestellen?: Via Lannoo.be. Ook verkrijgbar in de boekhandel

11


Enkele jaren geleden had ik het geluk samen met enkele vrienden de mooie toppen van het Hoggar gebergte in zuidelijk Algerije te verkennen. Klimmen in de woestijn was een volledig nieuwe ervaring, maar vooral een geweldig mooie! En dus nam ik bij thuiskomst nog eens mijn atlas en wat klimtopo’s vast. Wadi Rum, dat deed ergens een belletje rinkelen… En dus geraakte ik via Niels aan de contactgegevens van Herman De Kegel, die al zo’n 10 keer in dit gebied was gaan klimmen. We legden een avond vast om eens de koppen bijeen te steken en voor zover we nog moesten overtuigd worden, was het na deze avond meer dan duidelijk! ‘Wadi Roem, here we koem!’... Of zoiets… Wat is een mens in het Leven zonder vrienden? En dus gaf Herman ons het adres van Suleiman Sabbah, een bedouin die in Rum woont. Voor een vriendenprijsje stond hij ons een deel van zijn huis af en voorzag ons elke avond van een geweldige maaltijd! Heerlijk! Zo reizen we graag  Een andere vriendendienst werd ons bewezen door een van mijn collega’s die jarenlang stewardess was geweest en nog steeds veel connecties had in de luchthaven van Zaventem. Zo kwam het dat wij onze vlucht naar Jordanië begonnen met elk een halve fles champagne in onze maag (het moest vlug gaan) en een rugzak vol appels, broodjes en colablikjes. Moet ik nog zeggen dat het een vrolijk begin van onze trip was? Eens aangekomen in Aqaba stond onze op voorhand geregelde chauffeur heel stipt te wachten. Hij bracht ons nog even langs de bank zodat we geld konden afhalen en een uurtje later zaten we in Suleimans huis te genieten van ons eerste lokale gerecht. Superlekker, voedzaam en veel! Dat hebben klimmers graag! En goedkoop  Na het eten dronken we voor zijn huis nog even een lekker theetje. Onze gastheer wist ons te vertellen dat de rotsen vlakbij waren en heel hoog, maar hij zag ook de twijfel in onze ogen. En dus doofde hij even alle lichten rond het huis en toen onze ogen gewend waren aan het donker zagen we effectief rotsmuren van enkele honderden meters opduiken, recht uit het woestijnzand, op nog geen kilometer bij ons vandaan. Wauw! Dat beloofde voor morgen!

Maar op aanraden van Herman deden we het rustig aan. Niet alleen wilden we ons lichaam langzaam laten wennen aan de warme temperaturen, maar ook en vooral aan de brokkeligheid van het gesteente… Wadi Rum is niet per se bekend voor zijn compactheid. Eerder het tegenovergestelde. En dat mochten we ook merken bij onze avontuurlijke wandeling naar de top van de Jebel Mayeen langs de zuidgraat. Bijna alles wat we vastpakten verbrokkelde in onze handen of konden we lostrekken met een stevige ruk, hmmm… Gelukkig was dit landschap zo ongelooflijk mooi dat al die brokkeligheid vlug vergeten was. Als je denkt dat een woestijn monotoon is, kom dan maar es naar hier. Al die kleuren en structuren, prachtig! En een topje is altijd leuk, hoe klein ook. Een oase ook trouwens. En er zijn er hier redelijk veel. Dat is meteen ook de reden waarom er hier al zo’n 2000 jaar een dorp is. Zoals altijd op onze klimtrips doen we bij de eerste route strootje trek. En die bepaalt dan ineens de klimvolgorde voor de rest van de trip. Gezien we een cordee van drie zijn, is het telkens dezelfde persoon die een hele route voorklimt. Ik had het langste en dus mocht ik aanvangen met ‘the Wall of Lace’. Een korte route van drie touwlengtes, waarvan de laatste lengte een gemakkelijke vijf was, die over een 30m lange verticale brokkelige muur liep. Volledig af te zekeren op zandlopers. De beste meer dan armdik, de slechtste zo dik als mijn pink… Fysiek niet al te moeilijk, maar mentaal… Ik deed er superlang over omdat ik hier echt niet wou vallen, maar eens boven kwam zoals altijd die enorme voldoening weer bovendrijven. En toen niet veel later Koen en Ruben bovenkwamen op het relais en we samen de woestijn inkeken werd het weer bevestigd: klimmen staat voor Avontuur, Natuur en Vriendschap. Als je denkt dat je na zo’n dagje goed slaapt, vergeet het… Zelfs in de woestijn zitten muggen en tweemaal per nacht roept de muezzin je op tot het gebed. Da’s heel cool als je op de rotsen aan het klimmen bent en je hoort die geluiden opstijgen langs de wanden, maar ‘s nachts, da’s een ander paar mouwen. Tel daar dan nog eens blaffende honden, balkende ezels, urinerende geiten en boerende kamelen bij en je krijgt een idee van...


‘s Ochtends vonden we eindelijk een winkeltje naar onze goesting. Proper, voldoende voorraad, maar vooral een faire prijs en zowaar zelfs een gratis drankje per persoon. Dat had de man goed gezien, want we zijn voor de rest van de week naar hem teruggekomen! En zo vertrokken we met een stevig ontbijt in onze maag naar de Black Tower om er Koen ‘Black Magic’ te laten voorklimmen: 300 hoogtemeters, 12 touwlengtes, D+, 5+. Het duurde allemaal een beetje langer dan verwacht, maar was bijzonder mooi en gevarieerd : van heerlijk barstklimmen over broze traversee naar een supercompacte dalle en een mega dulfer, alles was er te vinden. De Engelse topo van Tony Howard is goed, maar toch een beetje achterhaald in vergelijking met de moderne topo’s van nu. Typisch Brits ook wel : een tekeningetje met summiere beschrijving en trek je plan. Ook al zijn wij multipitch trad climbing gewoon, deze rots vroeg alles van ons. En dan heb ik het niet alleen over het eigenlijke klimmen zelf, maar ook over het afdalen! Een combinatie van rappellen, afklimmen en wandelen doorheen een doolhof van canyons, muren en plateau’s. Maar kom, onze drie neuzen stonden samen in de juiste richting en we waren terug beneden voor het donker werd, maar vooral, op tijd voor het avondeten

arne monstrey koen dooms ruben hostyn

/klimmen op de maan jordanie

13


terug op het pad aangekomen, zette ik het gewoon op de grond. Vanaf hier zou het zijn plan wel trekken zeker? Maar nee hoor, het was veel te zwak om alleen rond te lopen. En dus bracht ik het naar een bronnetje! Daar zou het zeker deugd van hebben, maar nee, geen druppel water ging door haar keel. Wat frisse groene blaadjes misschien? Tot ik doorhad dat het nog zo jong was dat ze eigenlijk melk nodig had. Zucht… Ze gaan lachen in het dorp als ze een Europeaan gaan zien binnenlopen met een geitje in zijn armen… Hoe ga ik dat nu weer uitgelegd krijgen… En dus, opnieuw, geitje in mijn armen en wij naar beneden. Na zo’n 10 minuutjes stappen kwam ik drie kerels tegen die eens heel raar naar mij keken… Ik: ‘Do you speak English?’ waarop zei ja knikten en ik dus mijn hele verhaal afstak. Zij (na vijf minuten te luisteren naar mijn verhaal): ‘Do you speak Arabic?’ Zucht, da ging hier precies niet gemakkelijk worden… Maar ze nodigden mij mee uit aan hun kampvuur en we dronken samen thee. Met de weinige woorden die we uitwisselden, verstond ik dat ze leraars waren in het dorp en ook dat ze wel wat telefoontjes gingen doen. Een half uur later vertrok er een jeep uit het dorp tot waar wij waren en werd ik vriendelijk bedankt door een local voor het terugvinden van hun geit. Toen ik zei dat het jammer was dat ik mijn fototoestel niet bijhad, bleek ook dat geen probleem. Drie Smartphones floepten boven en ik ben nu facebookvriendjes met drie leraars in Wadi Rum. Het Leven zit vol verrassingen! En dit soort reiservaringen zijn onmogelijk te plannen...

14

Om ons nog iets meer tijd te gunnen en verder te acclimatiseren, deden we het iets rustiger de dag nadien. Ruben klom de noordwand van Abu Maileh Tower voor. Vier prachtige touwlengtes tot 5+ langs een mooi barstensysteem, atletischer dan het niveau aangeeft en origineel geopend door de broertjes Remy. Deze halve rustdag zorgde ervoor dat ik me fit genoeg voelde om de dag erna de ‘Pillar of Wisdom’ te proberen. Een route van 400 meter en 12 touwlengtes, hoofdzakelijk vijfdegraads barstklimmen, met als uitklim op het einde nog even een stevige 6b om af te ronden. Omdat dit toch iets serieus was, wilde ik de inklim nog even gaan verkennen voor het avondeten. En dus trok ik in mijn eentje op pad in dit fantastische berglandschap. De aanloop begon redelijk duidelijk, tot het op een bepaald moment al een beetje klimmen werd. Geen probleem, zelfs niet op sandalen! Tot ik plots schrok van een vreemd geluid. Een heel klein geitje kwam vanachter een rotsblok gesukkeld en jammerde en mekkerde dat het geen naam had. Waar was de rest van de kudde? Wel, ik was hier om de inklim te vinden en dus ging ik nog even verder. Maar iedere keer het kleine geitje mij terug zag verschijnen vanachter een of ander rotsblok vulde een heel zielig gemekker het rotsbassin. Gelukkig vond ik niet veel later de inklim en kon ik terugkeren naar dit zielig wezentje… Wat nu, wat nu… ik moest eerst een gemakkelijkere afdaalroute vinden en dus moest ik het weer alleen achterlaten, om vijf minuten later terug te keren en het op te pakken en met één hand vast te houden, terwijl ik mijn andere hand gebruikte om terug naar beneden te klimmen. Eens

Koen en Ruben vonden het geweldig en dus begonnen we heel vrolijk aan een van de toppers van deze reis. De Pillar of Wisdom! Een hele lange aanloop en inklim, dan drie lengtes omhoog door een vijfdegraads barst, een expo traversee naar links, opnieuw drie lengtes barsten, een heel expo traversee naar rechts waar ik toch eens goed gevloekt heb, Koen en Ruben ook, want ik kon tien meter lang niets afzekeren, dus een naklimmersval voor hen, zou dezelfde gevolgen hebben als een voorklimmersval voor mij. Gelukkig ging alles goed (goed karma na het redden van een klein geitje?) en er volgden nog eens drie prachtige barstlengtes om te eindigen met een supertraversee gevolgd door een 6b dak en dal… Woohoo, feest en gejuich op de top!!! Zalig! Maar we wisten dat we er nog lang niet waren. Zo’n twee uur lang zochten we de juiste steenmannetjes op dit gigantisch grote topplateau, doorsneden door canyons die 60 meter diep waren en je terug dwongen naar waar je vandaan kwam. Precies een gletsjer. Echt een absurd, maar ook ongelooflijk mooi berglandschap! Maar we vonden de correcte afdaallijn en opnieuw met een combinatie van rappellen, afklimmen en wandelen geraakten we in nog eens twee uur tot beneden. Het is te zeggen, tot zo’n 50m boven de grond. Potverdorie, zo goed gedaan en plots zaten we vast! Wat bedoelen die Britten in godsnaam met ‘het muizengat’ waar we door moeten kruipen om ons naar de laatste rappel te brengen!? En wat doen al die steenmannetjes hier!? Waar is onze uitgang? We verloren een half uur, en dan een uur met zoeken en elk gat dat we zagen, in te kruipen. We vonden echter geen uitweg. Tijd voor een zelf geïnstalleerde noodrappel dus. Woohoo, zo’n 30m lager vond Ruben opnieuw een rappellint. Zalig! Toen we daar alle drie aankwamen, was het ondertussen al aardig donker, maar kom, we zaten terug op de juiste route. Probleem… Ons touw wou geen centimeter verschuiven. Shit! Aangezien we toch genoeg touw hadden, rappelden we ineens de resterende 20m zonder gebruik te maken van dit tussenrelais. Op die manier stonden we tenminste terug op de grond. Dat touw konden we desnoods morgen wel proberen


recupereren. Maar omdat we niet vlug opgeven, hebben we er beneden nog eens goed aan liggen trekken in allerlei richtingen en als we heel hard trokken verschoof het een beetje… En dus hebben we daar met drie volwassen kerels een kwartier aan liggen trekken om het volledig los te krijgen. Doodmoe maar o zo gelukkig met dit geweldige avontuur strompelden we om half negen binnen bij Suleiman, die toch al lichtjes ongerust begon te worden… Eten, drinken, lachen en slapen. Dat gaf ons (en vooral Ruben) de nodige energie om de volgende dag Merlin Crack aan te vangen. Een loodrechte verticale en soms overhangende perfecte barst die ons vijf touwlengtes lang in niveau 6a/6a+ van begin tot einde bleef verbazen. In tegenstelling tot wat je zou verwachten, moesten we op twee meter na, geen enkele keer in de barst klimmen. Ze diende puur als afzekering voor onze camalots en voor de rest klommen we er de hele tijd uit, constant gebruik makend van hel fijne technische greepjes en voetsteuntjes. De topo noemde het ‘Magic Climbing’ en we kunnen het alleen maar beamen. ‘s avonds kwam Suleiman ons samen met zijn vrouw en drie kinderen en nog een heleboel neefjes en nichtjes terug oppikken. En zo reden we terug naar Wadi Rum, in de ondergaande zon, vanachter in de laadbak van een jeep, met zeven kleine kinderen om ons heen, die het waarschijnlijk allemaal net zo fijn en opwindend vonden als wij. Omdat klimmen voor ons niet per se moeilijk hoeft te zijn, maar vooral mooi, waagden we ons nog even aan de traversee van de Jebel Rum. In 34 graden Celsius baanden we ons op het heetst van de dag al wandelend en derdegraads klimmend een weg omhoog langs een geweldige route! Technisch helemaal niet moeilijk, maar uitdagend qua routeverloop. Het was vooral weer heel mooi en er was alweer niemand anders aanwezig op deze hele planeet. Zover we konden zien, was er alleen maar natuur… Het duurde – nog maar eens - langer dan verwacht om tot op de top te geraken. In de winkel hadden Koen en Ruben gezegd, dat ze geen cola wilden mee omhoog sleuren, maar omdat ze wisten dat ik dat wel had gedaan, waren ze al heel de tijd bezig dat zo’n koude cola wel deugd zou doen… snoodaards  maar ik deelde het met veel plezier! Het doel van deze beklimming was niet zozeer de klim zelf, maar vooral het feit dat we alweer een magisch bivak konden doorbrengen, op de top deze keer. Stilte, kampvuur, lekker eten, samenzijn met vrienden, weer die heerlijke sterrenhemel boven ons en absolute stilte. Veel beter wordt het hier niet… De afdaling de dag nadien kenden we al, maar we waren het een beetje aan onszelf verplicht om onze noodrappel van enkele dagen geleden weg te halen om geen andere mensen in de problemen te brengen en vooral toch ook om de juiste weg te vinden! Wat we uiteindelijk ook gedaan hebben. Het was echter zo onlogisch dat we markeringen op de rots hebben aangebracht en drie grote steenmannen hebben achtergelaten. Goed voor ons karma Na een laatste dag in ‘Rum Doodle keken we alledrie heel tevreden terug op deze klimtiendaagse. Heel goedkoop vliegen via Jetair van Brussel naar Aqaba. Geweldige gastvrijheid van Suleiman en zijn gezin, en vooral die ongelooflijk mooie natuur! Maar toch ook weer het happy gevoel om een avontuurlijke klimreis vrolijk en veilig afgerond te hebben. Avontuur, Natuur en Vriendschap!

15


/cerro torre fitz roy argentinie sam van brempt tim de dobbeleer

16


17


cerro torre

18

Het El Chalten massief staat bekend om een van werelds beruchte bergen, Cerro Torre. Ieder jaar staan er tientallen teams klaar om

Die ochtend brandde de zon genadeloos hard. De verse sneeuw die ‘s nachts was gevallen, veranderde al meteen in pap en

een poging te wagen op deze in 1970 onbeklimbare verklaarde berg. Velen faalden ergens halverwege door onoverbrugbare

onderweg naar de “Standhardt Col” kwamen spontaan kleine coulées los. Toen Sam en ik ergens halverwege op de helling

moeilijkheden of opkomend slecht weer. Zij die dan toch hogerop wisten te geraken moesten de beruchte sneeuwchampignons

naar de col stonden brak boven ons een stuk van de rimaye af. Op zijn beurt triggerde die een hele plaat verse sneeuw….

en tunnels weten te overwinnen. Tot vorig jaar (2012) hebben slechts 22 teams de top bereikt zonder gebruik te maken van de controversiële compressor hakenladder die Maestri in de

Een muur van een halve meter hoog kwam op ons af. Ik sprintte voor mijn leven naar rechts om uit de gevarenzone te komen. Uiteindelijk dook de lawine een crevasse in en passeerde op 5m

jaren 80 heeft geboord en trouwens begin 2012 voor een deel is weggehaald. En een korte blik op deze lijst klimmers laat er geen twijfel over bestaan, zij horen bij de beste…

van ons. Close Call!!!

De meest toegankelijke route, de Ragni, loopt via de zuid en westgraat doorheen enkele hallucinante rijm-, sneeuw- en

De beslissing direct af te dalen en zo snel mogelijk terug naar een veilige plek te gaan was snel genomen. Op weg naar beneden,

ijsformaties. Hoewel we deze route altijd in het achterhoofd hadden, hebben we bij het plannen van onze trip nooit gedacht

net voor Niponino kwamen we een groep klimmers tegen die een meisje met een gebroken been aan het dragen waren. Ook

een poging op deze berg te wagen. De enorme aanloop, de desolate ligging, het steile ijs en de moeilijk af te zekeren

Sean Villanueva en Stephane Hanssens waren erbij. De weg van Niponino tot El Chalten is lang en onder het motto ”hoe meer

champignons en tunnels leek ons nog te hoog gegrepen. Het was pas eind november, toen Colin Haley de eerste beklimming van het seizoen maakte en berichtte over de opvallend goede

mensen om te helpen hoe beter” sluiten Sam en ik ons ook aan bij het reddingsteam. Uiteindelijk komt er nog een professioneel reddingsteam vanuit El Chalten ons tegemoet. De brancard die

condities dat het besef kwam dat er een droom werkelijkheid kon worden.

ze meebrachten leek goed te werken en om 12 uur ‘s nachts was Machi (het gewonde meisje) eindelijk van de gletsjer. We keren

Onze eerste poging op de Ragni, meer dan 10 dagen geleden

terug richting Niponino, zijn aan de nodige rust toe, en missen daarom de laatste dag van dit window.

draaide uit op een sisser. Het plan om de firstlight bibler op te zetten in Niponino en ‘s nachts om 12 uur te vertrekken bleek niet echt waterdicht. De regen die normaal in de vroege avond

Na Nieuwjaar was het meer dan 10 dagen slecht weer. We hielden ons bezig met sportklimmen en boulderen, maar het verlangen eens op een top te staan was groot. 3 pogingen tot

zou stoppen, bleef doorgaan tot 4 uur in de ochtend. De bibler leek meer water te absorberen dan af te stoten met als resultaat

klimmen en 3 tegenslagen,… ik moet zeggen dat dit wel een beetje aan de mentaal begon te knagen. Maar de weerkaarten en

: Kleren, slaapzakken, eten helemaal doorweekt en vertrek uitgesteld tot 11uur s’ ochtends.

meteogrammen waren het er over eens dat er een nieuw window op komst was…


Gelukkig hadden we bij onze vorige poging een deel van het materiaal laten liggen in Niponino. Zo konden we met een kleine rugzak en zonder al te veel inspanning tot in Niponino stappen. Het plan om de volgende dag de rotsroute Festerville te klimmen op Cerro Standhardt wordt snel gewijzigd wanneer blijkt dat er 3 cordées de Ragni willen klimmen. We spreken met 3 Britten af om de volgende nacht samen te vertrekken, zo kunnen we – indien nodig - voor elkaar sporen. Om 01.30u vertrekken we vanuit onze grot in Niponino richting “Standhardt Col”. Na een uur zijn we op de gletsjer, maar wat een verschil met vorige keer! Crevassen die 10 dagen geleden nog niet eens zichtbaar waren stonden nu volledig open. Sam haalde zijn beste navigatieskills boven en loodste mij en ook de Britten feilloos door deze chaos van huizenhoge crevassen. Het 60-70 graden firnijs dat naar de col leidt deed mijn kuiten ontploffen maar om 6.00u staan we op de col. Tot hier klimmen voelde aan als een kleine noordwand in de Alpen. Het zicht over Fitz Roy, alsook de Hielo Continental (de Patagonische ijskap) zijn werkelijk fantastisch! 3 rappels later zijn we op de gletsjer. Tijdens de 500m afdaling om onderaan de Cerro Torre te komen, slaag ik erin één van mijn ijsbijlen te laten vallen. Op het eerste zicht lijkt mijn ijsbijl nergens te bespeuren, en met de crevassen op de gletsjer vrees ik het ergste. Shit!!! Stopt hier de poging op de Ragni voor mij? Ik maak een rappel om rustig alle crevassen te kunnen uitkammen, maar jammer genoeg is er geen ijsbijl te vinden… Een van de Britten rappelt na mij: “Taddaaa!!! Found an ice axe!!!”

licht zijn we al bijna aan de Elmo. Het zicht vanop de Elmo is verbluffend : de ijskap, de rijmformaties, Torre Egger en het vervolg van onze route. Na “El Elmo” krijgen we 3 mixte lengtes voorgeschoteld om daarna de headwall aan te vallen. Ondanks de dikke brokken ijs die de Amerikanen boven ons naar beneden smijten baant Sam zich rustig een weg tot bovenaan de headwall. Hier start het klimmen over de beruchte sneeuwchampignons. De eerste 2 champignons liggen reeds in de zon waardoor de temperatuur zoals verwacht hoog op loopt. De sneeuw veranderd stilaan in een dikke pap wat ons toch ongerust maakt. Als we onderaan de Summit-mushroom aankomen, zijn de Amerikanen net vertrokken. Het wordt een race tegen de klok, want als de zon in de ijstunnel komt zou het wel eens sketchy kunnen worden. Nog net op tijd zijn de Amerikanen boven en kan ik deze waanzinnige sneeuw-ijsstructuur beginnen beklimmen. Het topgevoel is onbeschrijfelijk met al die granieten pieken, de ijskap en de sneeuwchampignon waar we opstaan. Sam staat er met tranen in de ogen maar veel tijd om rond te kijken hebben we niet. Door de warmte wordt het ijs zwak, en dat terwijl we moeten rappellen op abalakovs. De rappels gaan vlot en na een 3-tal uur staan we terug op het bivak waar we die ochtend startten. Samen met de Britten en later ook de Amerikanen dalen we verder af en 18 uur later, na eindeloos lang gletsjerwandelen, morene klauteren en rivier oversteken komen we aan in Piedra del Fraile...

Rond 10.00u staan we onderaan de gletsjer. Er rest ons nu nog een goeie 1000 meter te stijgen tot aan de Col de Esperanza. We vorderen goed tot we aan een punt komen waar alle teams vastzitten. De normale sneeuwhelling is veranderd in een niet af te zekeren plaat van misschien wel 2 touwlengtes. Een Amerikaans team klimt via een fijne barst omhoog, gevolgd door de Oostenrijkers. Het ziet er bijzonder moeilijk uit en wij hebben geen zin om te wachten. Een Zwitsers team is linksom gegaan via een rotsgraat. Al snel volgen de Britten en ook wij. De graat is leuk en af en toe is er zelfs een spicy passage wat het des te interessanter maakt. Na nog 200 meter sneeuwhelling zijn we bij het bivak. 13 uur na vertrek uit Niponino, en meer dan 2000hm stijgen is het tijd om de motor even af te zetten en onze reserves terug aan te vullen. Samen met de Britten, de Amerikanen, de Oostenrijkers en later ook nog Argentijnen is het een gezellige boel. Het is alleen ontzettend warm en iedereen zoekt wat hij kan vinden om zich te beschermen tegen de bloedhete zon. De Britten en ook wij veranderen stilaan in kreeften en we zijn blij als om 19.00u de zon eindelijk achter de berg zakt. Erger is dat een van de 2 camera’s forfait geeft waardoor we de volgende dag de resterende camera zullen moeten uitwisselen. De wekker gaat af om 01.30u. Zoals gewoonlijk geraak ik niet snel uit mijn slaapzak. Een klein uur later, na veel draaien en keren ontpop ik dan eindelijk toch. Nog geen half uur later zijn we al onderweg naar Col de Esperanza. Het couloir dat er naar toe loopt, komt even hard aan als een stevig Brits ontbijt, maar hoe hoger we komen hoe vlotter het gaat en bij het eerste

19


PARTNER

20


fitz roy Toen we na onze beklimming van de Cerro Torre de weerkaarten bekeken konden we onze ogen nauwelijks geloven. Goed weer voor nog eens 5 dagen. Een ideale gelegenheid om ons volgend objectief: De Franco Argentina op Fitz Roy aan te vallen. Het enige probleem… al ons rotsklimmateriaal lag nog steeds boven in Niponino! Met een lichte aarzeling vroeg Sam me of ik me fit genoeg voelde om het materiaal op te halen. Na 1 dag rust waren mijn kapot gelopen voeten min of meer hersteld en was ik klaar om een “aller retourke” naar Niponino te maken. Na een tocht van 10 uur ben ik terug beneden met het materiaal. Het oorspronkelijk plan om de dag nadien in te stijgen wordt gewijzigd als ik die avond de balans opmaak: 2 dikke blaren op beide hielen en een stevige vermoeidheid. Vrijdag is het dan zover. Zoals voorspeld is het alweer een prachtige dag en onder een staalblauwe hemel en een verschroeiende hitte stijgen we in naar Paso Superior. Zoals gewoonlijk is de approche ook hier niet van de poes. Zeker niet als blijkt dat we aan Lago de Los Très veel te hoog boven het meer aan het traverseren zijn op losse rots en steil terrein. Jammer genoeg hadden we tijdens het maken van onze rugzak over het hoofd gezien dat de zonnecrème bijna op was. Daar stonden we dan aan het begin van de sneeuwhelling klaar om als 2 kippen gebraden te worden. Gelukkig was er die vriendelijke Braziliaan van wie we enkele ml “factor 60” konden tanken. Vermomd als 2 kleine spookjes baanden we ons een weg door de sneeuw en uiteindelijk, na 7 uur wandelen bereikten we het basiskamp : Paso Superior. Samen met 2 Zwitsers besluiten we de dag erop te vertrekken om 1 uur s’ nachts. Om mijn ochtendtraagheid voor te zijn zet Sam de wekker om half 12. Toch nog niet vroeg genoeg als blijkt dat het ineens half 2 is en de Zwitsers reeds vertrokken zijn. Door de goede sporen komen we vlot tot onderaan de rimaye. Deze is nogal groot is en je komt er alleen voorbij door 10 meter overhangende sneeuw te klimmen… Dit is voor rimayemaster Sam zelfs te hoog gegrepen. In de verte zien we 2 lichtjes. Het blijken de Zwitsers te zijn die zich een weg hebben kunnen banen door een andere, kleinere rimaye. Onder leiding van Sam klimmen wij er ook doorheen. We zijn er over maar zitten bijna aan de inklim van Poincenot in plaats van onze route. Wat volgt is 400m lange sketchy sneeuwtraverse tot La Brecha de los Italianos.

corner systeem. We volgen de Zwitsers en gaan voor de laatste optie. Met het nodige getrek en gesleur en enkele chimney bewegingen komen we erdoor. De gevreesde laatste 200m kuitenbrander/sneeuwhelling blijkt goed mee te vallen we wisselen onze rotsklimschoenen voor crampons en bijlen en 17 uur na het vertrek uit paso superior staan we op de top en genieten we van het welverdiende uitzicht over Cerro Torre, Torre Egger, Poincenot,… Om de voorspelde opkomende wind voor te zijn blijven we niet te lang op de top. De eerste rappels over het ijs gaan snel. Om zeker geen miserie te hebben maken we daarna veel korte rappels. Ondanks de nodige stressmomenten gaat alles goed en net als we beiden op de sneeuw van de brèche staan heeft Fitz Roy ons liggen. De touwen zijn bovenaan in de knoop geraakt en we krijgen ze met de beste wil van de wereld niet doorgetrokken. Het is pikdonker, Sam twijfelt nog even om het probleem nu op te lossen, maar het lijkt mij beter te wachten tot het eerste licht om zo een duidelijk beeld te krijgen van de situatie….. dat betekent echter slapen op de winderige brèche zonder slaapzak. ….Shiver bivy tijd! Het wachten op de zon duurt zoals gewoonlijk lang en het lijkt voor het eerst in dagen ‘s nachts te vriezen. Gelukkig heeft Sam de reactor meegebracht en kunnen we ons nog opwarmen aan een soepje. Net als ik goed lig en bijna slaap voel ik een warme adem in mijn nek…. Sam heeft het duidelijk ook koud en heeft zich in lepelhouding tegen mij aangelegd. Vreemd, maar het is warmer en daar draaide het tenslotte om! Die ochtend krijgen we de touwen gemakkelijk los en na nog eens 5 rappels vanaf de brèche staan we eindelijk terug op de gletsjer. 34 uur na vertrek uit Paso superior doet het deugd er terug te zijn, kleren te drogen en een halve kilo polenta naar binnen te duwen. Een uurtje later zijn we al terug onderweg naar beneden. 7 uur lang hersenloos wandelen tot in El Chalten met maar 1 doel voor ogen : eten en slapen.

21

Onze timing is perfect als blijkt dat de eerste zonnestralen net op het begin van de route schijnen. En wat voor een begin… een magnifieke 45m splitter crack! Sam voelt zich meer thuis op het ijs en in de sneeuw, op de rotsen is hij minder op zijn gemak. Ik krijg de eer om alle lengtes voor te klimmen. Mij hoor je niet klagen! Door het warme weer zijn de barsten vaak compleet nat. Maar dat stoort niet echt als je telkens bomvaste handjams kunt plaatsen. De nattigheid verandert in ijs naarmate we dichter bij de top komen. In een van de laatste lengtes slaagde ik er zelfs in om een ijsvijs te plaatsen tijdens het rotsklimmen…. that’s Patagonië!!! Onderaan de laatste lengte staan we voor een raadsel. Ofwel gaan we naar links en klimmen we de “6c-wordt-eens-lekkernat-lengte” ofwel naar rechts het verijsde chimney/


/manaslu - 8163 M nepal wim smets

22


Na mijn avonturen op Broad Peak in 2011 besloot ik het Pakistaanse Karakoram-gebergte een tijdje links te laten liggen. Voor mijn volgende beklimming wou ik opnieuw naar Nepal, meer bepaald naar de Manaslu, een stevige brok van 8163 meter hoog. Deze berg is voor bergbeklimmers steeds populairder geworden als ‘eerste 8000-er’, nu Cho Oyu om politieke redenen minder toegankelijk is. Ik noemde dit project de “Opteon expeditie 2012”...

MEER INFO OP WWW.WIMSMETS.BE

De logistieke en administratieve voorbereiding van mijn expedities vertrouw ik liever toe aan gespecialiseerde organisaties. Zo kan ik me concentreren op mijn sterke punten: de fysieke voorbereiding, de financiering, het klimmen zelf en het inspireren van anderen met mijn ervaringen. Voor Manaslu ging ik scheep met Himalayan Experience. Eind augustus nam ik het vliegtuig richting Kathmandu waar ik de staf en de andere cliënten van deze organisatie zou ontmoeten. Met zes Japanners en drie Nieuw-Zeelanders had onze groep een sterk Oosterse inslag. Daarnaast waren er nog één Duitser, één Amerikaan en – uiteraard - één Belg. Het was van mijn Everest-expeditie in 2007 geleden dat ik nog in de Nepalese hoofdstad verbleef. In tussentijd is er niet veel veranderd: nog altijd dezelfde vriendelijke mensen en dezelfde verkeerschaos. Ik genoot niet lang van die gezellige drukte want na één nacht vertrokken we al met een helikopter naar Samagon, een dorpje aan de voet van Manaslu op 3500 meter hoogte. Ons team bracht daar vier dagen door om acclimatisatietochten in de omgeving te ondernemen en elkaar beter te leren kennen. De vijfde morgen werden we gewekt door de dragers. Nog voor het ontbijt vertrokken zij met ons materiaal naar het basiskamp. Wij vulden eerst onze maag voor we op stap gingen. Na een fikse tocht kwamen we in het basiskamp aan waar iedereen de klim goed verteerd bleek te hebben. De volgende dagen was het zaak ons lichaam verder te laten acclimatiseren. Dat gaat best door zo weinig mogelijk te doen. We deden ons te goed aan de lekkere maaltijden en zaten rond het volleybalveld dat Himalayan Experience in het basiskamp opzette. Vol spanning volgden we de volleybal- of badmintonwedstrijden die de Sherpa’s van onze en andere expedities speelden. Maar het werd al snel tijd om in actie te schieten en hogerop te klimmen. Eerst deden we een korte wandeling naar ‘crampon point’ op ongeveer 5000 meter hoogte. Dat is de plek waar we telkens de gletsjer opstapten en stijgijzers aan- of afbonden. Daags erna klommen we op vier uur naar 5500 meter waar kamp 1 lag.

23


De laatste 100 meter voelde ik het hoogteverschil zeer goed, maar toch ging ik met enkele teamleden een eindje verder. Hoe hoger je klimt, hoe sneller en beter je acclimatiseert. Op 5600 meter hielden we het voor bekeken en keerden terug naar het basiskamp voor een late lunch. Kamp 2 was het volgende doel. We klommen eerst naar kamp 1 om er te overnachten. Dan zouden we naar kamp 2 op 6300 meter doorstoten en terugkeren naar kamp 1 voor de nacht om daags daarna naar het basiskamp af te dalen. Op papier een strak plan, maar zo verliep het helemaal niet. Halverwege crampon point en kamp 1 was het uit met de pret. Plots zakte ik door de sneeuw en kwam drie meter lager tot stilstand op een blok ijs. Ik realiseerde me al snel wat er gebeurd was. Ik was op een laag sneeuw gestapt die een scheur in de gletsjer bedekte. Door de zon en mijn gewicht had die het begeven. Op zich was er geen gevaar. Mijn val in de gletsjer was gestopt door het ijsblok en anders was ik zeker in het touw blijven hangen. Met wat hulp van buitenaf was ik snel uit mijn penibele situatie bevrijd en kon ik verder klimmen naar kamp 1. Wat ik niet wist, was dat de klap tegen het ijs mijn enkel had gebroken.

Maar door de beperkte medische faciliteiten in het basiskamp zou ik dat pas achteraf in België vernemen. De volgende morgen stond ik vol goede moed op om naar kamp 2 klimmen. Maar plots deed mijn linkerenkel erg pijn. Ik stapte toch uit mijn tent, maar voelde al snel dat ik niet normaal en pijnloos kon stappen. Ik kon niet anders dan rusten, maar had ook de acclimatisatie nodig. Ik besliste daarom toch een poging te wagen. De pijn was zo erg dat ik vreesde de situatie aanzienlijk te verergeren. Na 100 meter staakte ik mijn poging en keerde naar kamp 1 terug. ’s Avonds deed mijn voet nog altijd even zeer en ik maakte me zorgen over de afdaling daags erna. Dat zou een pijnlijke ervaring worden, maar ik was vooral ongerust over het herstel van mijn enkel. Dat liep echter beter dan verhoopt. Mijn pijnstillers werkten en ik kon zelfs vlotjes mijn boots aantrekken. Het eerste deel van de afdaling liep door de sneeuw en ging vlot. Maar dan volgde een rotspartij en bleek het herstel niet permanent. Ik vertraagde en mijn enkel voelde steeds pijnlijker aan. Gelukkig kwamen een aantal Sherpa’s me tegemoet om te helpen. Eén voor één namen ze me op hun rug en droegen me tegen hoge snelheid naar beneden. Voor wie er nog aan twijfelde: Sherpa’s zijn buitenaards sterk. Terug in het basiskamp was ik verplicht om mijn enkel te laten rusten. Ondertussen groeide het basiskamp steeds meer uit tot een soort sportkamp dankzij Darryl, één van onze teamleden die een professionele golfer is. Hij had twee golfclubs en een tiental golfballen meegebracht en gaf gratis golflessen. Helaas kon ik daar met mijn gebroken enkel niet van profiteren. Omdat mijn enkel na 2 dagen rust nog niet voldoende hersteld was, verliep de volgende acclimatisatietrip zonder mij. Vervelend, omdat ik eigenlijk voorop moest lopen met mijn acclimatisatie. Ik was immers de enige in het team die Manaslu zonder zuurstofflessen wou beklimmen. Maar ik liet het niet aan mijn hart komen. Tijdens al mijn jaren in het hooggebergte leerde ik dat je beter aanvaardt wat is en je energie richt op datgene wat je wel kan beïnvloeden. Zoals het herstel van mijn voet bijvoorbeeld. Toen het team van die laatste acclimatisatietrip terugkwam, deed mijn voet een pak minder pijn. Ik probeerde mijn achterstand nog in te halen door zelf een acclimatisatieklim te ondernemen, maar alle hoop verdween als sneeuw voor de zon door ... sneeuw.

24

Vijf dagen dwarrelde het witte spul omlaag, en dan is het niet veilig klimmen. Dus zat er niets anders op dan nog meer te rusten en te wachten. Het was duidelijk dat ik mijn toppoging zonder verdere acclimatisatie zou moeten aanvangen. Ik kon niet nog eens zeven dagen wachten tot ik ook nog es volledig geacclimatiseerd was. Op 22 september was het al twee dagen gestopt met sneeuwen en kon ik van start gaan. De bedoeling was dat ik, samen met Sherpa Rita Dorje, een dag voor de rest van het team zou vertrekken om me toch een beetje extra acclimatisatie te gunnen. In kamp 3 zou ik een extra dag doorbrengen waar de anderen me zouden inhalen.


Maar terwijl ik in de vroege uurtjes vredig in kamp 1 lag te slapen, sloeg boven mij het noodlot toe. Harder dan ooit tevoren. Een gigantische lawine vaagde kampen 2 en 3 volledig weg. De klimmers die in kamp 2 sliepen, kwamen er met de schrik en wat materiële schade vanaf. In kamp 3 had men echter minder geluk. Ik wachtte af of ik hulp kon bieden, maar dat bleek niet het geval en daalde terug af naar het basiskamp. Er kwam een uitgebreide reddingsoperatie op gang waarbij drie helikopters werden ingeschakeld. Nog voor de middag konden alle gewonden van de berg geëvacueerd worden. Maar voor 12 klimmers kwam alle hulp te laat. Dat maakt 23 september 2012 tot één van de donkerste dagen van de klimgeschiedenis. De volgende dagen werd er druk overlegd tussen de verschillende expedities. In de andere teams gaf een groot aantal klimmers er de brui aan. Maar onze expeditieleiding was overtuigd dat de situatie na deze lawine net veiliger was geworden. Op 25 september vertrok ik voor een nieuwe toppoging. Op minder dan drie uur werkte ik samen met Rita de 700 hoogtemeters naar kamp 1 af. Ik kroop in mijn tent, dronk zoveel mogelijk en ging na het avondeten onder de dons. De volgende morgen stonden we om 6u30 al vertrekkensklaar om ons een weg te banen naar kamp 2. Die klim naar kamp 2 is een stuk zwaarder dan de klim naar kamp 1. Niet alleen is er het hoogteverschil van 800 meter, maar er zijn ook enkele steile hellingen en grote gletsjers. Dit meer technische stuk staat bekend als “The hourglass”. Vol goede moed begonnen we aan deze uitdaging. 200 meter hoger kwamen we bij de eerste ‘crevasse’ of scheur in de gletsjer waarvoor we touwen en een ijshouweel nodig hadden om die o te overwinnen. Na deze kleine, persoonlijke overwinning was de trend gezet. Even later hield ik mijn hart toch even vast toen we over een andere crevasse moesten springen. Met mijn enkel was dit niet zonder risico. Maar dit ging goed en na een tocht van vijf uur kon ik opnieuw van wat rust en ontspanning genieten in mijn tent. De volgende dag moesten we alweer hogerop naar kamp 3 op 6700 meter. De recente gebeurtenissen maakten deze beklimming een pak moeilijker. De route tussen kampen 2 en 3 was immers weggeveegd door de lawine. Hier en daar zag je nog overblijfselen van de vernietigende kracht die een berg op je kan loslaten: een tent, wat kookpotten, een slaapzak, … stille getuigen van het drama dat zich enkele dagen voordien had afgespeeld. In kamp 3 bracht ik niet één, maar twee nachten door. Zo kon ik beter acclimatiseren. Op de tweede dag voegde de rest van het team zich dan bij ons. De volgende morgen zetten we koers naar kamp 4. Mijn teamgenoten sloten – zoals zovele klimmers op Manaslu – de zuurstof aan voor dit stuk van de klim. Maar ik volhardde in mijn opzet om zonder zuurstof te klimmen. Ondanks mijn beperkte acclimatisatie haalde ik ettelijke klimmers in die wel zuurstof gebruikten. De klim naar kamp 4 verloopt eerst over een helling die steeds steiler wordt. Op 7100 meter volgen er een aantal korte, nijdige hellingen op een ondergrond van ijs. Die hellingen deden pijn, maar na vijf uur stond ik goed en wel in kamp 4. Er scheidden me nog 763 meter van de top.

De volgende morgen stonden Rita en ikzelf om 6 uur klaar voor het laatste stuk van de beklimming. Ik vertrok zonder zuurstof. Rita klom met zuurstof en had ook voor mij een fles bij, mocht dat toch nodig blijken te zijn. Het eerste stuk ging traag maar goed en we overwonnen de ene helling na de andere. Iets na 9 uur kreeg ik via de radio de eerste succesmeldingen mee: andere leden van mijn team stonden op de top. Bij mij verliep de klim echter steeds moeizamer en langzamer. Het gebrek aan acclimatisatie liet zich voelen. Op 8000 meter kwam ik uiteindelijk de expeditieleiding tegen. Toen bleek dat kampen 4 en 3 nog diezelfde dag opgebroken zouden worden. We moesten dus niet alleen nog 200 meter klimmen, maar ook nog helemaal tot in kamp 2 afdalen. Ik moest een beslissing nemen waarvan niet alleen mijn veiligheid maar ook die van Rita afhankelijk was. Op dat punt, en op dat moment besloot ik mijn zuurstoffles toch aan te sluiten. Maar zelfs dan bleken die laatste 200 meter nog een hele opgave te zijn. We klauterden langzaam over grote brokken sneeuw naar boven en kwamen uiteindelijk terecht op een kleine richel met aan weerszijden een afgrond van honderden meters diep. De top lag nu 20 meter boven ons. Voorzichtig stapten we over de richel en om 12 uur bereikten we ons doel: de top van de Manaslu! Al mijn inspanningen werden beloond door een weergaloos uitzicht over de Himalaya. De top van Manaslu is amper groot genoeg voor twee personen, dus we bleven er maar eventjes zitten. Iets lager is wat meer plaats en daar kwamen we enkele minuten tot rust voordat we aan de tweede en belangrijkste opgave van de dag begonnen: de afdaling. Die verliep voorspoedig. Voor 14 uur stonden Rita en ikzelf terug in kamp 4. We pikten de rest van ons materiaal op en daalden verder af naar kamp 3. Daar kwamen we meer klimmers – zowel stijgers als dalers – tegen wat het gebruik van de touwen wat moeilijker maakte. Maar rond 16 uur konden we ons materiaal in kamp 3 oppikken en onze afdaling naar kamp 2 verderzetten. Rond 17 uur stonden we beiden zeer moe maar zeer voldaan in kamp 2. We kropen in een tent, aten en dronken wat en vielen uitgeput in slaap …

25


photography Sam Van Brempt

/VAKANTIE IN DE BERGEN succes of nachtmerrie... Dr. WILLEM HULLAERT

26

Vakantie in de bergen - hetzij in de zomer als bergwandeling, trektocht of beklimming,hetzij in de winter als skiën - is dikwijls het onderwerp van onheil in de media. Het valt niet te ontkennen dat jaarlijks tientallen mensen de dood vinden en velen gekwetst geraken tijdens hun verblijf in de Alpen alleen. 30 % van de mensen die hun vakantie in de bergen (wereldwijd) doorbrengen wordt getroffen door ziekte of trauma ,soms met dodelijke afloop. Tienduizenden trachten elk jaar de Mont Blanc, Kilimanjaro, of Aconcagua te beklimmen doch niet de helft slaagt omdat de noodzakelijke voorbereidingen dikwijls onvoldoende bleken (de weersomstandigheden buiten beschouwing gelaten.) Natuurkundige en fysiologische begrippen. Om beter te begrijpen wat een verblijf op grote hoogte (vanaf 2500 m) met het lichaam doet volgt eerst een beetje wetenschap. Lucht bevat 20,95 % zuurstof O2, 78,09% stikstof N2, 0,03 % CO2 en enkele percenten waterdamp. Deze verhoudingen blijven steeds constant bij elk weertype en op welke hoogte ook. Dit luchtdeken dat de aarde omhult veroorzaakt dus een zekere druk (luchtdruk of barometerdruk) die op zeeniveau 760 mm Hg bedraagt, op 5400 meter 380 mm Hg (50%) en op 8800m nog amper 250 mm (30%).

Dus, het percentage zuurstof in de lucht blijft gelijk, de O2-druk (barometerdruk) daalt echter met de hoogte zodat minder O2 via de longen in het bloed wordt opgenomen. Dit berust op de Wet van Henry die zegt dat de hoeveelheid gas (O2) die in een vloeistof (bloed) wordt opgelost afhangt van de (partiële) druk van dat gas. Hierdoor ontstaat zuurstoftekort (hypoxie) in het bloed, wat verantwoordelijk is voor een aantal minder prettige verschijnselen en soms levensbedreigende aandoeningen. Acclimatisatie. Het stijgen van zeeniveau tot de top van de Mount Everest in enkele uren bijvoorbeeld veroorzaakt bewustzijnsverlies binnen enkele minuten en de dood kort daarna !!!! Ons lichaam zal dit zuurstoftekort trachten te compenseren door in de eerste plaats sneller te ademen (aantal ademhalingen per minuut – no 14 - neemt toe), bijna tegelijkertijd gaat ook het hart sneller slaan zodat het debiet verhoogt, en er worden meer rode bloedcellen aangemaakt door verhoogde productie van EPO in de nieren (na 3 tot 5 dagen.) Deze compensatiemechanismen noemt men acclimatisatie. (reeds vanaf 1500 m). Dit vraagt echter tijd van het lichaam, ideaal duurt de acclimatisatie (zowel voor hoogte, koude, als warmte) 14 dagen.


Dus bij het landen in Cusco ( 3300 m boven de zeespiegel) zal niemand bij de minste inspanning ontsnappen aan de verschijnselen van versnelde ademhaling en hartkloppingen. Hoogteziekte AMS (acute mountain sickness) Bij verblijf op grote hoogte (vanaf 2500 m) gebeuren er scheikundige veranderingen in de waterhuishouding van het lichaam zodat meer vocht wordt opgehouden in de weefsels (oedeem), zoals de hersenen met kloppende hoofdpijn tot gevolg, best te vergelijken met een alcoholkater. Dit is meestal het eerste teken van hoogteziekte. Hoe sneller men stijgt en hoe hoger men gaat, hoe meer uitgesproken de hoofdpijn, nu wel gepaard gaande met vermoeidheid, eetlustverlies, slapeloosheid, draaierigheid en braakneigingen. Bij dergelijke verschijnselen mag men niet verder stijgen, integendeel 2 à 3 dagen ter plaatse blijven kan noodzakelijk zijn; in sommige omstandigheden (constant braken) is afdalen (800 à 1000 m) de enige goede maatregel. Het wel of niet krijgen van hoogteziekte is individueel zeer verschillend en afhankelijk van persoon tot persoon. Het geslacht speelt geen rol, oudere personen verdragen de hoogte beter. De betere klimmers zijn minder gevoelig. De aanpassing aan de hoogte wordt echter om commerciële redenen en tijdsgebrek dikwijls niet gerespecteerd wat resulteert in volgende vaststellingen: Kilimanjaro / vijfdaagse tocht: 50 à 80 % van de klimmers krijgt hoogteziekte Mont Blanc / tweedaagse tocht: 27% van de klimmers wordt ziek Aconcagua / acht- à tiendaagse tocht (zie foto hieronder): 33 % van de klimmers idem Vanaf 3500 meter kunnen nog andere aandoeningen de kop opsteken die een korte vermelding verdienen: HACE (high altitude cerebral oedema) vochtophoping in de hersenen met draaierigheid, coordinatiestoornissen, sufferigheid, en coma tot gevolg. HAPE (high altitude pulmonary oedema) vochtophoping in de longen met hoesten, kortademigheid tot gevolg. Bij deze aandoeningen is afdalen absoluut noodzakelijk ( evtl. met helikopter) aangevuld met medicatie, zo niet kent dit een noodlottige afloop.

Te nemen voorzorgsmaatregelen. Welke voorbereidingen en regels dient men in acht te nemen om de risico’s op ziekte en kwetsuren te beperken? Hoogte en koude hebben een niet te onderschatten effect op het lichaam; afnemende eetlust, verminderde slaap, verhoogd energieverbruik leiden tot fysieke uitputting: - opbouwen van fysieke conditie: hoe beter het uithoudingsvermogen, hoe sneller de recuperatie, hoe langer het duurt voor de vermoeidheid toeslaat. De maximale uithouding (VO2 max) daalt immers met 9% per duizend hoogtemeters - vanaf 2500 m stijgt men niet meer dan 300 m per dag met na elke drie dagen een rustdag waar beperkt stijgen is toegelaten (climb high, sleep low) - blootstelling op hoogte aan de zon (UV-B-stralen) is zeer verraderlijk omdat 85% van deze zonnestralen door de sneeuw wordt weerkaatst. Zonnecreme (ecran total of factor 50) is geen overbodige luxe. Zonnebril met hoge UV-index (100%) en zijdelingse oogklepjes is absoluut noodzakelijk om sneeuwblindheid (UV-keratitis) te voorkomen. - koude: onderkoeling (hypothermie) is te voorkomen door aangepaste kledij die in laagjes wordt aangebracht. Zoveel mogelijk het zweten voorkomen daar natte kledij sneller onderkoelt. - trekking in het (hoog)gebergte vergt enorm veel energie: voeding en vochtinname zijn dan ook zeer belangrijk. Voeding moet voor 70% bestaan uit koolhydraten (suikervormende voedingswaren, brood, biscuits deegwaren…., 15% eiwitten (vlees ….) en 15% vetten (boter ….). Dit betekent 70 gram koolhydraten per kg lichaamsgewicht per dag, vochtinname: tot 800 ml vochtinname (thee, dorstlessers) per uur is noodzakelijk om het vochtverlies door zweten en via de ademhaling (tot 2 liter per dag !!!) te compenseren. De kleur van de urine is hierbij een goede waardemeter : champagnekleur duidt op voldoende hydratatie. - tandartsbezoek voor iedere tocht in het hooggebergte: het kleinste abces of holte in de tandwortel zal door de verminderde luchtdruk uitzetten met hevige pijn tot gevolg - vaccinatietoestand nakijken (vooral voor Andes, Himalaya en Afrika) - drinkwater : steeds zuiveren met iodiumtabletten of koken - voeding in verre landen: hier geldt het principe van “coock it, peel it , boil it or forget it” Rauwkost, salades, ijsblokjes steeds te mijden: maagdarmontstekingen zijn immers de frequentste aandoeningen in zuiderse landen. - Verzekeringen: zorg voor een goede repatriëringverzekering cfr KBF verzekering - Voor mensen met chronische ziekten: hoge bloeddruk, diabetes, epilepsie : zorg voor - medicatie in het dubbel - ALCOHOL: te vermijden bij verblijf op grote hoogte dit verstoort de acclimatisatie, en de thermoregulatie - medische kit : zorg voor pleisters, compeed, medicatie tegen diarree, braken, pijn,koorts eventueel antibiotica, ontstekingswerend middel Ik hoop dat U na het lezen van deze tekst beter begrijpt welke de gevaren zijn in het (hoog)gebergte , hoe U zich beter kunt wapenen tegen mogelijk onheil zodat Uw vakantie niet eindigt in een nachtmerrie. www.berg-en-expeditiegeneeskunde.be

27


ACTIEWEKEN 30/03 - 7/04 Klim- en alpineweek 6/04 - 14/04 Rugzakkenweek 13/04 - 21/04 Kledij- en schoenenweek 20/04 - 28/04 Kampeerweek PARTNER

10%

KBF korting

Liebaardstraat 85 - 8792 Desselgem - 0496 / 904020 - Mounteqshop.be

28


29


/muhavura oeganda orlando furfari

maart 2012. Als bestuurder van een vzw die een rehabilitatieproject voor straatkinderen in Kisoro (Zuid-Oeganda) beheert, kreeg ik dit jaar de kans om naar Oeganda te gaan. Dit is geen toeristische uitstap, dit is een “werkvakantie”...

30

Nadat ik besloten had om inderdaad mee te gaan werd het tijd om uit te zoeken wat ik zoal in mijn schaarse vrije tijd zou kunnen doen. Uiteraard wilde ik uitvissen of het mogelijk was om in één dag ergens een berg te beklimmen. Meer vrije tijd zou ik immers niet hebben. Een korte zoektocht leerde me al snel dat het Mgahinga Gorilla National Park, een wildreservaat op 20 km van Kisoro, drie bergtoppen telt : de Mount Muhavura (4127m), de Mount Sabinyo (3669m) en de Magahinga (3474m). Elke top zou op één dag beklommen kunnen worden. Een 4000er beklimmen op de grens tussen Oeganda en Rwanda? Een uitgedoofde vulkaan dan nog, waarbij het eerste deel van de klim door het oerwoud loopt? Mijn keuze was gemaakt! Als ik er de kans toe zou krijgen zou ik de Mount Muhavura toevoegen aan mijn palmares. augustus 2012, Kisoro, Oeganda We maken in levende lijve kennis met de kinderen in het project. Er staan spelletjes en knutselwerkjes op het programma,

bestuursvergaderingen, meetings, budgetbesprekingen, … Mijn agenda zit overvol. In mijn vrije momenten of als ik achter het stuur van de wagen zit, kan ik niet laten een blik te gooien op de Muhavura. De berg lonkt en probeert me te verleiden. Het moet toch mogelijk zijn ergens een dag uit te trekken en daar te gaan klimmen? In een telefoonshop ontmoet ik Julius, een plaatselijk “evenementenorganisator”. Hij wil graag de verplichte gids voor me regelen en me naar de grenspost van het nationaal park brengen. Na overleg met mijn collega’s kan ik me een dagje vrijmaken. Diezelfde week loop ik Julius nog eens tegen het lijf en we spreken af dat hij me donderdagochtend, 16 augustus, komt oppikken aan onze guesthouse. Die ochtend sta ik op om 05.30u en om 06.00u zou Julius me komen oppikken. Naar Afrikaanse gewoonte is hij te laat. Het is nog donker buiten en de rit naar het nationaal park loopt over een aardeweg vol bulten, putten en losse stenen. Hoe kan het ook anders? Dit is Afrika.


In de vroege ochtendschemering laten we de auto achter en trekken we door de velden en de akkers naar de voet van de berg. Het is koud en stil en de omgeving ziet er onheilspellend uit. Een onbehaaglijk gevoel bekruipt me. Julius leidt me naar een klein wit gebouw : de grenspost van het nationaal park. Een vriendelijke ranger verwelkomt ons. Ik schrijf mijn gegevens in het “guestbook” en betaal $ 60 permit fee. Na een officiële welkomstspeech van de ranger komen mijn twee gidsen tevoorschijn. Isahia en Justice dragen het officiële uniform van het UWA (Uganda Wildlife Authority) en zullen mij vandaag begeleiden. De klim begint op 2300m. Het eerste gedeelte is woud dat herwonnen werd op de plaatselijke bevolking die 1991 verplicht hun huizen en gronden moesten verlaten bij het ontstaan van het nationaal park. Ondertussen is het licht geworden maar de zonnestralen dringen niet door het dikke bladerdak. Door het dichte woud klimmen we verder. Op 2400m hoogte komen we een bordje tegen met de tekst : “start of the virgin forest”. Cool! We klimmen door het tropisch regenwoud! Alles is nat en vochtig. Het slijk blijft aan mijn zolen plakken en maakt elke stap zwaar en moeilijk. Een paar keer schuif ik net niet uit en ik

bedenk me dat dit straks geen gemakkelijke afdaling zal worden. “Ik mis mijn stijgijzers” denk ik geamuseerd. Ik geniet volop van deze omgeving. Overal zie je onbekende planten, met mos begroeide bomen, bamboe, … ’t Is eens wat anders dan sneeuw, crevassen en seracs. Jammer dat we weinig dieren zien. Als ik, al lachend, aan Justice vraag of er kans is dat we wilde dieren tegenkomen antwoordt hij bevestigend. “Why do you think I carry this gun?”, vraagt hij heel serieus. “It’s always possible to encounter buffalo’s, mountain elephants or gorilla’s.” Mijn mond valt open van verbazing maar, helaas, buiten een paar verschrikte vogels zien we geen dieren. Na een tweetal uur stijgen wordt het woud minder intens. Op 3100m komen we in een andere vegetatiezone. Hier is het woud minder dik. Af en toe staan er geen bomen en op deze open plekken worden we getrakteerd op prachtige vergezichten. Het oerwoud strekt zich uit tot ver in de Democratische Republiek Congo.

Naarmate we hoger klimmen wordt het duidelijk kouder. Mijn hoogtemeter duidt 3500 meter aan en in stilte bereken ik hoeveel we nog moeten stijgen. Nog ruim 600 meter te gaan. We hebben al 2/3 achter de rug. Er komt mist opzetten en het volgende uur klimmen we door dicht struikgewas. Ik heb al mijn aandacht nodig om mijn voeten goed te zetten op dit slechte pad. Door de mist valt er trouwens toch niet veel te zien. Dit stukje stijg ik zowat op automatische piloot. Op 3850m stopt het struikgewas plots. De gids vertelt me dat we nu in de laatste vegetatiezone van de berg komen. Hier groeien vooral reuze lobelia’s. Ik luister maar met een half oor want met minder dan 300m te gaan kan ik de top al ruiken. Na een korte snackpauze vertrekken we weer. Het laatste uur klimmen we in een schitterend decor van bloemen, vetplanten, afgronden en steile rotswanden. Hier en daar staan ladders (lees : aan elkaar gebonden takken) om ons over de steilste stukken te helpen. Ik kijk omhoog en zie dat er niet veel groen meer boven me uitsteekt. Enkel nog een rotswand. Intuïtief weet ik dat na deze sleutelpassage de top moet liggen en inderdaad, vijftien minuten later komen we op de summit. Het is erg koud en de mist onttrekt het zicht, maar dat kan de pret niet derven. De top van de Muhavura is een

kratermeer van 25 m diameter. De grens met Rwanda loopt hier dwars door en omdat ik even rond het meertje wandel ben ik dus ook even in Rwanda geweest. Funny. Na een snelle hap beginnen we weer aan de afdaling. Ik kijk er tegenop terug 1800 hoogtemeters af te dalen. Op het modderpad in het oerwoud schuif ik 2 maal onderuit maar zonder gevolgen. Het laatste uur laat de vermoeidheid zich duidelijk voelen, en de cijfers op m’n hoogtemeter tellen minder snel af dan ik zou willen. Uiteindelijk, na 6 uur klimmen en 3 uur afdalen staan we weer terug bij de controlepost aan de grens van het nationaal park. Justice begeleidt me nog naar de afgesproken parkingplaats waar Julius me lachend staat op te wachten. “How was it? Did you make it?” vraagt hij me terwijl hij al z’n tanden blootlacht. “Yes” antwoord ik met een brede grijns op m’n gezicht: “I made it to the summit of Mount Muhavura!”

31


/voetafdruk “Waarom eens geen wandeling maken in de omgeving van één van onze klimmassieven? “ fluisterde Koen mij in het oor. Mijn oog viel op Durnal. De Condroz is voor mij al van kleins af een blinde vlek geweest. Ik heb de route uitgeschreven op grootmoeders wijze, nl markante foto’s moeten elke twijfel over de juiste richting in de kiem smoren. Eigenzinnig als ik ben, heb ik mij ondergedompeld in alle aspecten van het Condruzische landschap en ben ik niet doorgelopen tot aan het massief. Ik heb vier uur gestapt en tien kilometer afgelegd. Als leidraad voor de wandeling gebruikte ik de stafkaart Anhée–Yvoir (nr. 53/3-4). Voor de techneuten staat de gps-track online bij ‘wikiloc’. Toets als zoekopdracht “kbf en durnal” in. Ik bedank Noëlla, Jos en Erik, die mij met raad en daad bijstonden.

Vertrek aan de kerk in de rue du Try d’Andoy (zie foto 1). Deze straat buigt scherp naar links. Volg de wegwijzers naar Football RUS Durnal, Crupet en Yvoir. De rue du Try d’Andoy lost op in de rue Elisabeth. Ga op het einde van deze straat naar links, de rue Bonny d’Au Ban in (zie foto 2). Dit lijkt wel de Kappellekensbaan van Louis Paul Boon. Neem aan de viersprong de derde straat, de rue du Bois de Loges, en treed een nieuwbouwwijk binnen.

32

Deze straat mondt uit in een rondpunt (zie foto 3). De hoogste tijd om het groen op te zoeken! Luister naar de hongerschreeuw van de buizerd vooraleer La Voie des Loges in te duikelen. Wolfsmelk is spaarzaam aanwezig. Negeer linkse en rechtse aftakkingen. Volg het zompige koeienpad doorheen het gemengd bos (zie foto 4) tot aan een T-stuk met rechts landbouwgrond en links Le Bois des Loges, een loofbos.

1

2

3

4


5

6

7

8

Sla linksaf, waar de prikkeldraad van de Ferme des Loges elke doorgang verhindert. De vloeiende pjoe, pjoe, pjoe, tsjoe-ie, tsjoeie van de boomklevers fluit doorheen de kale kruinen van grote, oude bomen. Verlies het pad niet uit het oog, ook al levert de permanente houtkap enige kopbrekens op. Daal af en houd links aan tot aan een bronnetje (zie foto 5) en, vijfhonderd meter lager, tot aan de summiere kanalisatie van de bosbeek (zie foto 6).

Sla rechts af en loop Bauche binnen. Sla linksaf en wandel over de spoorwegzate tot aan het eerste spoorwegviaduct. Rechts duikt le Bocq op (foto 7). Kijk snel, want het riviertje wordt spoedig aan het gezicht onttrokken. Klauter aan het spoorwegviaduct (foto 8) naar beneden. Kijk, vooraleer het onverharde jaagpad te nemen, naar de tongvaren (of de hertstong) en de eikvaren (of de boomvaren), die hier massaal aanwezig zijn op beide oevers.

33

9

10


34


11 Een steenbreekvarentje klemt zich als een alpinistje vast aan een rotspartijtje. Loop voorbij de camping die zich aan de overkant van de rivier uitstrekt. Sta even stil bij de biodiverse poel van Purnode. Negeer de blauwe reiger die rechts wegwiekt en ga dus rechtdoor. Etenstijd voor de hongerigen want even voorbij een watermolen (op de stafkaart aangeduid als ‘pompage’), bevindt zich een loods (foto 9) met tafels, zitbanken, een prachtig uitzicht op de meanderende Bocq en een zotte bende snorrende staartmezen. Blijf na het eten de loop van het water stroomopwaarts volgen. In de verte weerklinkt een stoomfluit. Een derde spoorwegviaduct dient zich even robuust aan als zijn voorgangers. De meest fortuinlijken zullen de ijsvogel(s) over het wateroppervlak zien scheren, de anderen zullen zich tevreden moeten stellen met één of meerdere koppels wilde eenden.

12

De tweede picknickplaats (foto 10) is een dubieus geval, charmant hout, maar waarschijnlijk privédomein. Opletten hier, blijf het jaagpad volgen (dus niet linksaf slaan). Passeer achtereenvolgens spoorwegviaduct vier (foto 11) en vijf (foto 12). Neem aan de viersprong de uiterst linkse weg (draai dus 360°), tevens aangemerkt als een groot routepad.* Loop honderd meter parallel met de spoorweg en laat de nieuwe (foto 13) en de oude groeve (foto 14) links liggen. Vergeet vooral niet achter het wandtapijt van de bosrank naar het kunstmatige meertje in de diepte te kijken, voorwaar een idyllisch plekje (‘laat ons hier drie tenten bouwen …’). Stijg en dwars de Taille des Loves, een trage heuvelrug, omzwermd door lieftallig lonkende valleitjes. De veldwegel loopt uit op de rue Bonny d’Au Ban.

13 35

De cirkel is rond. Rechts piekt de kerktoren.

*ALS JE MET ALLE GEWELD HET MASSIEF AAN JE LIEF OF JE PA EN MA WIL TONEN, BLIJF DAN DE LOOP VAN LE BOCQ VOLGEN TOT AAN HET OUDE STATIONSGEBOUW.

14


36


/UP 2 DATE NIEUWS digitaal ontvangen magazine Om ecologische redenen willen we de leden de kans bieden het magazine enkel digitaal te ontvangen. Indien u hiervoor kiest, ontvangt u geen papieren versie meer! Indien u het magazine digitaal wilt ontvangen, ga naar volgende link: http://tinyurl.com/kbfmagazinedigitaal

te koop Toerskimateriaal 1 : ski’s Hagan light (155 cm) zonder binding (90 €), schoenenLlowa structura 5-6.5 (schoenmaat 38-39) (100 €), 2 paar spanvellen (25 € per paar), 1 paar harscheiser (25 €). Aankoop in 1 pakket 250 € 2 : ski’s K2 super light (175cm) (60 euro) zonder binding, 1 paar span/kleefvellen recent (50 euro), 1 paar harscheiser (25 euro). Fransen-Van den Bossche : 0473 75 70 40

te koop B/C Meindl MFS System Gore-Tex (Maat 47) Slechts een maal gedragen wegens fout gekocht. Nieuwprijs 250 € - Vraagprijs 150 € Contact: timgeboers@telenet.be

te koop Bergschoenen BOREAL type D Dames (te koop wegens te klein)

H-shop Winnaar Vassi Freeride* jacket Limited Edition van Haglöfs. Naar aanleiding van de introductie van de nieuwe Vassi Freeride jacket van Haglöfs, heeft Haglöfs een versie laten maken met een beperkte productie van 600 stuks, verdeeld onder de meest gerenommeerde Haglöfs winkels in Europa. Ook bij H-shop werden deze jassen ter beschikking gesteld door Haglöfs en 2 van deze jassen werden verloot onder de ingeschreven klanten op onze mailinglist, waarvan 1 jas sowieso voor een KBF lid. Begin december hadden we de eer een Vassi Freeride Jacket Limited Edition te kunnen schenken aan Kathleen, die als eervolle winnaar uit de grote lijst van de KBF ingeschreven klanten werd geloot. De Haglöfs Vassi freeride vest en broek zijn gemaakt van 3 lagen Gore-Tex Pro Shell, en zijn ontworpen door de jonge professionele skiërs, Per Jonsson en Asbjørn Eggebø Næss. De jas en broek zijn voorzien van stretch panels, de zakken zijn lager geplaatst, zodat deze ook vlot bereikbaar zijn bij het dragen van rugzak of klimgordel.De snit van de jas is zo voorzien dat indien gewenst de rugbescherming onder de jas gedragen kan worden. De kap is aanpasbaar om ook te gebruiken met helm. Tevens is de jas voorzien van een sneeuwskirt die aan de Vassi broek kan gerist worden, maar universeel gemaakt is, om deze ook te gebruiken met andere broeken van Haglöfs. Op deze manier wordt het binnendringen van sneeuw volledig uitgesloten. Deze broek en jas zijn verkrijgbaar in onze h-shop in de Peedreef 20, 2950 Kapellen of op www.h-shop.be Wenst u op de hoogte te blijven onze nieuwste collecties schrijf u in op onze nieuwsbrief via www.h-shop.be

BOREAL DRY LINE DAMES maat 38 / - 1x gebruikt (ook te gebruiken voor ijsklimmen) Premium kwaliteit waterdicht 2,6 mm. Split leeren Lorica. HFS gepolsterde hiel-systeem voor een perfecte passen. Rubber rand voor bescherming. Boreal Dry-Line voor absolute waterdichtheid en superieure breathabilit / Boreal PBG-650 met laterale versterkingen voor torsie controle / Boreal Mount FDS-3 met triple density rubber. Plus 10 mm EVA-Pro tussenzool voor schokdemping en thermische isolatie. Technische Crampon compatibel. Nieuwprijs 250 € Vraagprijs 180 € Contact: valerie@yedra.be

GEZOCHT Sportieve vrouw van 60 jaar zoekt reisgezel(len) voor een trekking in Mustang/Nepal. Periode ± 20 oktober tot 11 november 2013 Contact: els.eyckmans1@telenet.be

37


PARTNER

PARTNER

38

www.berghut.be


/KBF SHOP BOEKEN 1. BERGBEKLIMMEN - CURSUSBOEK BEGINNERS Hét naslagwerk over technieken voor beginnende alpinisten. Prijs: € 21,00

TOPO 1. MARCHE LES DAMES (Uitgave 2011) Prijs: € 18,00 2. TOPO fREYR Prijs: € 24,00

2. wALLIS - Alpiene ervaring opdoen Een selectie van 10 prachtige “eenvoudige” beklimmingen in detail beschreven,zodat je met vertrouwen deze tochten zelfstandig tot een goed einde kan brengen!

3. TOPO MOZET (Uitgave 2011) Prijs: € 16,00

Prijs: € 19,00

5. TOPO BEEZ Prijs: € 6,00

3. ALPINE ROTSKLIMMEN - Auteur: Koen Hauchecorne Van klimschool tot hoogalpiene routes. Prijs: €20,00 4. kennis maken met sportklimmen Klimactiviteiten worden aangeboden die te realiseren zijn met de basisinventaris van een turnlokaal, voor groepen van 25 à 30 kinderen. Stapsgewijs wordt de overgang gemaakt naar klimmen in een echte klimzaal. Prijs: € 25,00

4. TOPO DURNAL (Uitgave 2011) Prijs: € 7,50

6. TOPO Hotton Prijs: € 9,00 7. TOPO CORPHALIE (HUY) Prijs: € 8,00 8. TOPO YVOIR (Uitgave 2012) Prijs: € 12,00 9. TOPO Pont-a-lesse Prijs: € 12,00 10. TOPO PLAIN DES FOSSES (Uitgave 2011) Prijs: € 8,00 11. Carriere de awirs carriere de l’abbaye de flone Prijs: € 15,00

cursusboekjes MERCHANDISING 1. OPNAAIBADGE Badge die je op je kleren kan naaien (6 cm x 4 cm) Prijs: € 2,50 2. T-SHIRTS KBF Kleur man: grijs-blauw met witte bedrukking. Kleur dames: grijs-groen met witte bedrukking. Prijs: € 16,00 (verzendingskosten inclusief)

1. KVB-cursusboekjes Deze cursusboekjes zijn bestemd voor de leerlingen, bevatten een handig overzicht van de aangeleerde technieken plus overzichtelijke illustraties. KVB KVB KVB KVB

1 (indoor Toprope – 36 pag – 12,5 cm x 9 cm) 2 (indoor voorklimmen – 48 pag – 12,5 cm x 9 cm) 3 (outdoor voorklimmen – 56 pag – 12,5 cm x 9 cm) 4 (adventure klimmen - 46 pag - 21 cm x 15 cm)

Prijs leden KBF: € 7,50 / stuk 2. KVB-instructeurshandleidingen Dit is de handleiding voor docenten, inclusief de bijhorende leskaarten. KVB 1 - Indoor Toprope – 36 pag (24 cm x 17 cm) KVB 2 - Indoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) KVB 3 - Outdoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) Prijs leden KBF: € 16,00 / stuk

KAARTEN 1. snowcarD Snowcard DAV Prijs: € 2,50

39


/clubS PRAKTISCH BAC ANTWERPEN / www.bacantwerpen.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Henk Vandenhoeck / 03 440 44 68 / henkvandenhoeck@gmail.com

BAC LIMBURG / www.bac-limburg.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Luc Vroninks / 0475 42 27 04 / luc.vroninks@scarlet.be

BERGSPORTVERENIGING KLEIN BRABANT / www.bvkb.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Koen De Laet / 0475 26 50 32 / koen.delaet@bvkb.be

bergsportvereniging provincie antwerpen / www.bergsport-bpa.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Marc Hermans /0475 56 75 50 / voorzitter@bergsport-bpa.be

bergsport vlaams brabant / www.bvlb.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Walter De Bruyne / 053 80 46 29 / walter.de.bruyne@bvlb.be

bleau climbing team / www.bleau.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Bert Geerinckx / 0486 62 24 35 / bert@bleau.be

blueberry club / www.blueberry-hill.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Koen Demuynck / 0490 41 00 70 / koen.demuynck1@gmail.com

canyon team vlaanderen / www.canyonteamvlaanderen.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Jeroen Schurmans / info@canyonteamvlaanderen.be

climbing team de dam / www.dedam.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Goossens Tim / 0486 36 51 55 / goossenstim55@telenet.be

de bergpallieters / www.bergpallieters.be REKENINGNR: BE07 0014 1279 2266 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Koen Van Hemelrijck / 0473 66 11 32 / koen.van.hemelrijck@bergpallieters.be

bergsport oosT VLAANDEREN / www.bovl.be 40

REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Philippe Caboor / 09 371 46 72 / philippe@bovl.be

klimclub hungaria / www.klimzaalhungaria.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) BESTUURDER: Tijl Smitz / 0473 44 94 33 / tijl@climbcoach.be

limburgse bergsportvereniging / www.klimburger.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Lode Draelants / 0496 40 03 21 / voorzitter@klimburger.be

vlaamse bergsport waasland / www.bergsportwaasland.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Robert Verberckmoes / 03 770 64 83 / vbwaas@skynet.be

westVLAAMSE BERGSPORTVERENIGING / www.westvlaamsebergsportvereniging.be REKENINGNR: BE55 0682 2479 9244 (enkel lidgelden) VOORZITTER: Bart Vercruyssen / 0474 28 69 26 / bart.vercruyssen@belgacom.net


/federatie praktisch FEDERATIE

REKENINGNUMMERS

VOORZITTER: Tuur Ceuleers 0472 69 89 23 / tuur.ceuleers@klimenbergsportfederatie.be

LIDGELDEN CLUBS: (zie clubs p 36) STAGES KBF: BE87 0882 4050 2094

ONDERVOORZITTER: Frank Stevens 0485 18 54 58 / frank.stevens@ klimenbergsportfederatie.be

CHAVEEHUT: BE14 0682 1547 1783

PENNINGMEESTER: Paul Verzele 0478 2567 84 / paul.verzele@ klimenbergsportfederatie.be

REFUGE JEF DE ROECK: BE 02 0688 9347 8040

SECRETARIS: Herman De Kegel 0472 71 50 39 / herman.de.kegel@ klimenbergsportfederatie.be

BIBLIOTHEEK

BESTUURDERS: Lode Beckers / Lode Draelants / Luc Vroninks / Jonas Lohaus

Tijdens kantooruren, en op de laatste woensdag van de maand ook tussen 17.00u en 21.00u.

SECRETARIAAT

HUTTEN

OPENINGSUREN: maandag - vrijdag van 9.00 -17.00u CONTACT: 03 830 75 00 / FAX 03 830 36 24 / info@klimenbergsportfederatie.be

CHAVEEHUT Rue de la Chavee 7, 5330 Maillen 083 65 52 39 Reservaties via secretariaat / website

1. ADMINISTRATIEF TEAM Tom De Clerck tom.de.clerck@klimenbergsportfederatie.be Reginald Roels reginald.roels@klimenbergsportfederatie.be Wendy Saerens wendy.saerens@klimenbergsportfederatie.be

REFUGE JEF DE ROECK Rue de l’Abbé Toussaint 19, 4950 Ovifat 080 44 67 17 Reservaties via secretariaat REFUGE DUCHESNE Chaussée des Alpinstes, 5500 Dinant (Freyr) Geen reservaties mogelijk

Gerd Peremans gerd.peremans@klimenbergsportfederatie.be

BEHEER KLIMGEBIEDEN Syuzanna Mkrtchyan syuzanna@klimenbergsportfederatie.be

2. sporttechnisch team Hanne Guyselbrecht hanne.gyselbrecht@klimenbergsportfederatie.be

BELGIAN REBOLTING TEAM CONTACTPERSOON: Kobe Bellinkx - Schrijversweg 4, 3660 Opglabbeek 0486 12 37 86

CENTRALE WANDELINGEN Alex Liebens alex.liebens@klimenbergsportfederatie.be

VOORZITTER: Jan Bril 02 523 18 54

Koen Hauchecorne koen.hauchecorne@klimenbergsportfederatie.be

SECRETARIS: Julien Baeten 03 455 72 95

Jan Verhoeven jan.verhoeven@klimenbergsportfederatie.be

COÖRDINATOR: Theo Goovaerts 0486 58 4761 / theo.goovaerts@telenet.be

41


/hutten REFUGE JEF DE ROECK (oVIFAT - hOGE vENEN)

chaveehut (maillen - ardennen)

Rue Abbé Toussaint 19, OVIFAT - 080 44 67 17

Rue de la Chavée 7, 5330 MAILLEN - 083 65 52 39

Voor activiteiten als wandelingen, langlauftochten, mountainbike of een gezellig treffen in een prachtige omgeving. Voor groepsreservaties en toegangscode: zie onderstaande telefoonnummers. Ieder niet-lid mag op uitnodiging en in het bijzijn van een lid, ten hoogste tweemaal overnachten in de refuge. Bij een eventuele derde overnachting zal het niet-lid lid moeten worden van de KBF. In de tussenseizoenen kan een KBF-lid met een groep verblijven, hij is dan als dusdanig ook verantwoordelijk voor de refuge, dit enkel na overleg met de refugeverantwoordelijke, om de bezetting in de refuge te kennen en verder afspraken te maken. Hij/zij zal er tevens op toezien dat het huisreglement gerespecteerd. Reservatie via het KBF-secretariaat. De bezetting van de refuge is ook online te raadplegen op www.klimenbergsportfederatie. Om de bereikbaarheid van de refuge te garanderen, moet het codenummer van de hut aangevraagd worden op het secretariaat: 03 830 75 06 of Paul Verzele 0478 25 67 84 Hutverantwoordelijke Paul Verzele TARIEVEN 2012 Lid: € 5,00 Niet-lid: € 10,00 Lid t.e.m. 12 jaar: € 3,00 Niet-lid t.e.m. 12 jaar: € 5,00 Tot en met 5 jaar: gratis

REFUGE JEAN DUCHESNE (fREYR - ARDENNEN) Chaussée des Alpinistes 1, 5500 ANSEREMME (Dinant)

42

Gelegen op het plateau van Freyr, boven het meest indrukwekkende rotsmassief van België, Freyr ... Hier heeft de CMBel een hut beschikbaar voor o.a. KBF-leden. Deze hut biedt slaapgelegenheid aan 32 personen. Indien het te veel regent, is dit de ideale oplossing om droog te blijven tijdens de weekends, na een zware klimdag. Overnachting is ook mogelijk op de bivakweide en dit in een (kleine) tent of bivakzak. Omdat het hier niet gaat om een officiële camping, maar om een bivakplaats zijn grote tenten – model bungalow – verboden. TARIEVEN 2012 Refuge: Lid van bergsportfederatie: € 4,00 Niet-leden: € 8,00 Bivakweide: Lid van bergsportfederatie: € 2,00 Niet-leden: € 4,00 e

RESERVATIES Alle reservaties gebeuren via het KBF-secretariaat Tel. 03 830 75 00 Fax 03 830 36 24 info@klimenbergsportfederatie.be OPENINGSTIJDEN Van 1 maart tot 30 juni en van 1 september tot 30 oktober is de hut elk weekend open (tijdens de week vanaf minimum 20 personen). Van 1 juli tot 31 augustus: alle dagen met enkel trekkerskeuken formule en ontbijt en lunchpakket. De hut is dagelijks gesloten van 10u tot 17u. Van 1 november tot 28 (29) februari is de hut zowel tijdens het weekend als de week pas open vanaf min. 20 personen. De huttenwirten komen aan op vrijdag rond 20u. en vertrekken op zondagochtend rond 11u. Hutverantwoordelijke Bart en Gonda Vercruyssen-Martens Tel. 09 374 12 50 (na 19.00u) TARIEVEN 2012 waarborgsom € 75 (10-29 pers) / € 125 (vanaf 30 pers) Trekkers keuken € 1,80 Ontbijt € 5 Lunch € 5 Avondmaal € 10

lid van bergsportfederatie niet-lid kind lid <13j kind niet-lid <13j

KAMER € 7,50 € 15,00 € 5,00 € 10,00

LAGER € 6,00 € 12,00 € 3,50 € 7,00

TENT € 4,00 € 8,00 € 1,50 € 3,00


43


PARTNER


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.