KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE
MONTE
2024 / 1
Een blik BLIK OP:op: bergbeklimmen en expedities bergbeklimmen en expedities VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR - JANUARI / MAART / JUNI / OKTOBER AFGIFTEKANTOOR ANTWERPEN X - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808
1
Ben jij een gepassioneerde outdoor-enthousiast en kies je voor de beste uitrusting? Dan is de vernieuwde multisport hoofdlamp SWIFT® RL de jouwe! Deze lichte krachtpatser (100 gram voor 1100 lumen) is voorzien van intelligentie, met REACTIVE LIGHTING. Een sensor meet het omgevingslicht en zorgt automatisch voor de juiste lichtbundel, zodat jij kan focussen op wat echt telt. Bijvoorbeeld bergbeklimmen in de Franse Alpen, zoals hierboven.
2
© 2023 - Petzl Distribution - Peignée Verticale - Antoine Mesnage
JAARGANG 17
2024 / 1
EEN BLIK OP... WINTER 14
Inhoud 20
22
Actueel 3 Inhoud 5 Voorwoord 6 Boekbespreking 7 Up2Date 12 Fotowedstrijd 14 Zomerstages 2024 16 Vrijwilliger in de kijker: de SOS-dienst 19 Boekbespreking: de bergen 22 Klimzaal in de kijker: Maniak Pardoue Veiligheid & techniek 8 Materiaal & Techniek: nieuwe producten 10 Advertorial RAB: RAB's Mythic G 44 RELAIS! Over een standplaats maken in multipitchroutes sportklimmen / rotsklimmen 20 Het Belgian Climbing Team in 2023 48 Belgisch team in 'Ali Baba'
36
winter 24 Toerskiën in de Balkan 28 Sneeuwschoentocht in de Haute Ubaye 32 Basis-ervaringsstage in Montafon-Silvretta 36 Høgruta i Jotunheimen bergbeklimmen en expedities 40 De Oger: het kleine broertje van de Monnik en de Jonkvrouw 52 De bergen van de maan ecologie 56 Bodem zoekt plant
52 Foto kaft: sneeuwschoenwandelen in de Haute Ubaye (Henk Vandenhoeck) 3
OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 13 000 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 42 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.klimenbergsportfederatie.be/clubs BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00* *Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag.
De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom. Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66
W W W. ALPAMAYO.BE
E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op webshop.klimenbergsportfederatie.be KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.
blijf op de hoogte
KLIMGREPEN
KLIM VOLUMES
HARDWAREN
KLIM MATERIALEN
DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP
WWW.KLIMWANDSHOP.BE
4
Volg KBF op Instagram en Facebook voor de laatste nieuwtjes in de sport @Klimenbergsportfederatie
VOORWOORD Onze projecten MOUNT COACH-Academy
Belgian Rebolting Team
KBF werkt samen met:
Boem, paukeslag! Natuurlijk zou het fijn zijn, een complete makeover in één beweging. Zondagavond wegklikken van een blauwe website met een bergje als logo en maandagochtend, boem, paukeslag, landen op een groene pagina met een knoop als symbool en dan meteen ook Facebook, het tijdschrift, de powerpoints en Word-documenten in een nieuw jasje. Geen probleem voor wie voldoende geld heeft, en weinig scrupules om overtollige folders en enveloppen en mogelijk nog wat bedrukte kledij in de vuilbak te werpen. Helaas, onze middelen zijn beperkt en ons streven naar duurzaamheid te groot. Je zal ons dus langzaam zien vervellen van eenkleurig blauw naar veelkleurig groen, oranje en – ook nog altijd – blauw. Wie gehecht is aan het oude logo, zal het nog vaak genoeg tegenkomen. We gaan onze sportkaders maar geleidelijk aan van nieuwe kleding voorzien. Over het nieuwe logo is genoeg te doen geweest. Vind de ene het jong en fris, de tweede mist de berg en de derde herkent zich er helemaal niet in. Het was ook geen gemakkelijke oefening: in welk symbool herkennen alle klim- en bergsporters zich? Musketons, klimschoenen, knopen, bergbottines en crashpads, allemaal hebben we ze overwogen en geen van alle worden ze gebruikt in elk van onze disciplines. En nee, zelfs in die berg vindt niet iedereen zich terug. Waarom dan toch al die moeite? Omdat die oude huisstijl niet altijd zo handig was misschien. Maar vooral omdat we toch wel wat andere accenten willen leggen in onze werking. We blijven dé expert voor alles wat klimmen en bergen betreft, maar we zetten nog nadrukkelijker in op verbinding. Niet voor niets lanceerden we de voorbije jaren initiatieven zoals de Dag van de Bergsporter. En ook dat streepje passie en avontuur mag wat meer uit de (oranje) verf komen. Geen revolutie dus, maar uiting van een transformatie die al een tijdje aan de gang is, met nadruk op die ene passie die we wél allemaal delen: samen hogerop! Bruno Vermeeren Algemeen directeur
COLOFON Het federatietijdschrift Monte verschijnt vier keer per jaar en is een uitgave van de Klim- en bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2024 januari, maart, juni, oktober deadlines 2024 maart 22.12.2024, juni 1.04.2024, oktober 19.07.2024
SPORT MET GRENZEN Zit je met vragen rond 'grensoverschrijdend gedrag'? • Noodgeval: hulplijn 1712 • Advies: api@kbfvzw.be of 03 830 75 02
REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Annelore Orije, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Arne Monstrey, Jan Cools, Ben Van Poucke, Ignace Bral, Bart Smets VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming: Reginald Roels KBF Druk: EVM Print / Group Daneels - Waver VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Yanick Bos - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht
5
BOEKBESPREKING
Annelore Orije
Uitgeverij Versante Sud biedt een ruime reeks boeken aan, telkens geschreven door experten in hun vak of regio. Om hun veelzijdigheid te staven belichten we hier kort 4 interessante boeken uit het assortiment.
HIKING WITH YOUNG CHILDREN Een volledige handleiding voor tochten met de jongsten (0-4 jaar) Het is lang niet evident om op wandeltocht te gaan met jonge kinderen. Vanuit hun eigen ervaring schieten de schrijfsters van dit boek jou ten hulp met tips en advies. Zo willen ze andere ouders van jonge kinderen inspireren om er met het gezin op uit te trekken. Ze toveren het gezin tijdelijk om tot expeditieteam en bekijken vanuit die invalshoek hoe je samen mooie avonturen kan beleven. De ouder wordt daarbij de expeditiegids die de kinderen begeleidt in de wonderlijke buitenwereld en hen bijleert over de natuur op een veilige en duurzame manier. In 239 pagina’s komen vrijwel alle aspecten van tochten met kinderen aan bod. Zowel de basiszaken zoals apparatuur en voeding, slapen, spelletjes voor onderweg en andere tips om kinderen te motiveren en hen een betekenisvolle ervaring te geven. Per hoofdstuk geven de auteurs ook hun eigen ervaringen mee. Ook leuk als cadeautje! ISBN: 978 88 55470 773 YOGASCENT De brug tussen yoga en de klimsport Dat yoga en sportklimmen hand in hand gaan had je ongetwijfeld al gehoord of gemerkt. Het is net deze connectie dat dit handboek verder toelicht. Vertrekkend van de basisbeginselen van yoga, bespreken de schrijvers elk aspect van de symbiose tussen de twee disciplines. Denk aan lichaamsbewustzijn, ademhalingstechnieken, psychologische dynamieken, het spirituele aspect en hoe klimmen als meditatie in beweging kan werken. Het boek is intussen haar tweede editie toe, wat het nog vollediger maakt dan de vorige. ISBN 978885547 0582 FINALE TRAILS 50 routes tussen Borgio Verezzi, Finale Ligure en Noli De schrijver Marco Tomassini kent de Finale-regio als geen ander. Sinds de jaren tachtig gidst hij er bergsporters langs de bergflanken en rotsmassieven. Na een lange carrière als rotsklimmer, waarin hij meer dan 600 routes behaakte, keert hij nu terug naar de wereld van de bergpaden met dit boek als resultaat. 50 looproutes brengen je over steil en technisch terrein, langs rijke landschappen vol kastelen, grotten, middeleeuwse dorpjes en verbluffende uitzichten. Ideaal voor ervaren trailrunners op zoek naar inspiratie, maar ook leuk voor wandelaars met voldoende kennis van technisch terrein. ISBN 9788855470629 EASY ALPINISM IN TRENTINO-SOUTH TYROL VOL. 1 & 2 Meer dan 500 routeomschrijvingen over normaalroutes en arrêtes Zoveel alpeninspiratie in twee volumes van het boek. De routes werden telkens geselecteerd op basis van hun niveau en mooie uitzichten vanop de top. Elke route is voorzien van een duidelijke omschrijving met kaart en natuurlijk knappe foto’s om bij weg te dromen. Een plezier om door te bladeren en gaandeweg af te vinken. Laat de titel van het boek je echter niet belazeren. Hoewel minder vertegenwoordigd vind je in dit boek ook routes van alpiene niveau D (Difficile). Volume één dekt de westelijke valleien, terwijl volume twee de hele oostelijke regio belicht. Met de twee boeken samen kom je tot meer dan 500 routebeschrijvingen, minder geschikt voor mensen met keuzestress maar bergsportplezier verzekerd! Volume 1: ISBN 9788855470711 Volume 2: ISBN 978 88 55470 735
6
UP2DATE Hernieuwing lidjaar 2024
Het lidjaar 2024 is er. Heb jij je lidmaatschap al hernieuwd? We stuurden al onze leden een mail met de betalingsgegevens voor de hernieuwing. Mocht je deze gemist hebben, neem dan even contact met op via info@kbfvzw.be of bel ons op 03/830 75 00. Wil je als nieuw lid aansluiten? Surf dan naar www.portaal. klimenbergsportfederatie.be.
KBF in een nieuw jasje
KBF = 42 clubs!
Onze leden, onze clubs, onze vrijwilligers... Samen maken we de Klim-en Bergsportfederatie. Intussen zijn we met meer dan 13.000 sporters verdeeld over 42 clubs! Hartelijk welkom aan de nieuwkomers: Gustaaf Klimclub, Pink Peaks Club en LeCamp4.
Proficiat aan de nieuwe sportkaders van 2023!
Onze federatie krijgt een nieuwe look: frisser, jonger en op maat van alle disciplines die onze federatie omarmt. Zo willen visueel overbrengen waar we voor staan: avontuur, veiligheid, familie en duurzaamheid.
Onze sport groeit, mede dankzij de inzet van onze straffe lesgevers. Ze staan er telkens voor hun cursisten, vol passie en kennis, daarvoor volgen ze de nodige bijscholingen om hun kennis up to date te houden.
Met een nieuw logo komt ook een nieuwe slogan. Samen hogerop: verwijst naar onze hechte community die gedreven is door avontuur en zowel op persoonlijk als sportief vlak nieuwe hoogtes wil bereiken.
Bij KBF studeren er jaarlijks nieuwe sportkaders af, en daar zijn we oprecht trots op! Graag uw applaus voor onze nieuwe gediplomeerden van 2023:
De implementatie van onze nieuwe stijl vindt gefaseerd plaats.
nieuwe KBF-collega, welkom Jef!
Het KBF-team heeft er versterking bij voor de discipline rotsklimmen en het rotsbeheer. Jef Cox is geen onbekende in de klim- en bergsportwereld, hij houdt van avontuur en het ontdekken van mooie plekken. Het liefst tegen de rots, in of langs rivieren, onder de grond of bij voorkeur in de lucht. Highline is passie nummer één. Hij is organisator van het Belgium Highline Festival, instructeur voor de highline cursus en bestuurder binnen BeSlack. Bij KBF zijn we natuurlijk blij om zo’n talent bij ons team te mogen voegen. Wil je Jef welkom heten? Dat kan, je kan hem mailen via jef@kbfvzw.be.
Initiator Sportklimmen Kasper Galle, Jelle Saeys, Nik Van Extergem, Filip Vandewiele, Tim Walraet, Jonas Dejaeger, Marianne Debar, Soetkin Gielen, Hannes Grimonprez, Daan Grommen, Joos Habraken, Rudi Janssen, Thomas Jesiek, Kurt Laureyn, Karel Lepla, Frank Leyssen, Peter Mombert, Dennis Nowicki, Tommy Troch, Dimitri Van Vossel, Valentine Van Winckel, Debby Vandenbogaerde, Joris Vastmans, Tuur Bollen, Sarah Decadt, Dieter Caluwier Instructeur Sportklimmen Gilke Bisback, Nelis Caubergs, Jasper Cocquyt, Simon Dierickx, Stan Eerdekens, Liesbeth Moesen, Jolan Nemegeer Initiator Rotsklimmen Francis Laruelle, Celine Cuypers, Maarten De Waele, Laurens Dewilde, Hannes Grimonprez, Tine Maes, Edward Malisse KBF-lesgever Advanced Multipitch Gilke Bisback, Philippe Schroll, Katie Steenackers, Lieven De Meyere, Ivan Monbailliu, Sebastiaan Verbeke KBF via ferrata-begeleider Saskia Nauwelaerts, Pieter Van Bunder, Jelle Waegneer, Jonathan Desmaele, Roel Mattheussens, Jonas Lohaus, Bert Brouwers Instructor Alpine Climbing (IAC) Erik Borghans Mount Coach 9 Miel Cox, Cedric De Smet, Loïc Puylaert, Annelore Orije, Niels Brack, Christiaan Suys Instructor Mountain Walking & Trekking (IMWT) Frederico Penta, Johan Swinnen, Tom Lauwereins Tourenleiter 1 Winter Ski/Snowboard Jelle Christiaens Initiator Canyoning Ksander De Prins, Sybrent Staessen, Vincent Van Quickelberghe, Flo Witters
7
MATERIAAL EN TECHNIEK
Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)
RAB – Kinetic Mountain Gloves 'licht, warm en waterdicht: ideaal voor op de fiets' Elke winter opnieuw gaan fietsers op zoek naar lichte, warme en waterdichte handschoenen waarmee ze nog steeds hun remmen en versnellingen kunnen bedienen. Misschien hebben ze daar bij RAB wel de ultieme oplossing voor gevonden! Voor échte koukleumen zullen ze waarschijnlik niet warm genoeg zijn, maar voor iedereen die actief onderweg is in een Belgische winter (en dan denk ik bijvoorbeeld aan een mountainbiker) zullen ze fantastisch zijn. Ze wegen slechts 73 gram per paar, zijn zeer compact op te bergen en het drielaagse naadloze Proflex membraan maakt ze perfect waterdicht. Als je ze aan hebt kun je er nog steeds een touchscreen mee bedienen en de siliconen handpalm zorgt voor een zeer goede grip. Mountainbikers, pendelaars, dagwandelaars of zelfs packrafters. Deze handschoenen zijn voor jullie. Adviesverkoopprijs: 79,95 euro Gewicht: 73,5 gram (maat L)
PETZL – Swift RL 'een krachtige frontaallamp van 1100 lumen' Met een helderheid van 1100 lumen voor slechts 100 gram is de Swift RL één van de krachtigste compacte hoofdlampen die momenteel op de markt is. Met de Reactive Lighting technologie analyseert een sensor het omgevingslicht en past de helderheid automatisch aan. De hoofdband zelf is reflecterend voor een betere nachtelijke visibiliteit. Dit maakt de Swift RL tot de ideale lamp voor iedereen die ook in de winterse maanden ’s avonds nog wilt blijven lopen of fietsen. Uiteraard is ze ook ideaal voor alpinisten of toerskiërs. Deze lamp werkt zeer intuïtief. Met slechts één knop bedien je alle lichtfuncties. En er zit een visuele meter op die je laat zien hoeveel batterij je nog over hebt. Bovendien is de lamp USB-oplaadbaar. Een winnaar op alle vlakken dus. ‘Let there be light’. Adviesverkoopprijs: 114,95 euro Gewicht: 100 gram
Nouvelles Parois de Légende 'een legendarisch boek vol legendarische klimwanden' Eindelijk, na jaren wachten, is er een nieuwe geüpdatete versie van dit boek uitgebracht. De meeste routes van de vorige editie staan er nog steeds in en zijn nog steeds relevante en mooie beklimmingen. Maar er zijn heel wat nieuwe routes en nieuwe gebieden aan toegevoegd. De prachtigste rotswanden van over heel de wereld worden beschreven. Samen met duidelijke topotekeningen, alle nodige reisinfo en prachtige foto’s is het een boek dat niet alleen doet dromen, maar ook effectief aanzet om op reis te gaan. Want zeg nu zelf, welke klimmer heeft er nog nooit gedroomd van de Lofoten in Noorwegen, de Italiaanse Dolomieten, Mallos de Riglos en Picos de Europa in Spanje of Meteora in Griekenland. Maar de auteurs (Arnaud Petit en Stéphanie Bodet) kijken veel verder dan Europa alleen. Voor Afrika vermelden ze beklimmingen in Marokko en Madagaskar. Bij het Midden Oosten staan Turkije, Jordanië en zelfs Oman vermeld. Maar ook Azië en de beide Amerika’s komen uitgebreid aan bod. Ik heb zelf al meerdere beklimmingen uit dit boek mogen doen en nog geen enkele keer ben ik bedrogen uitgekomen. De titel van het boek is meer dan juist gekozen! Adviesverkoopprijs: 30 euro Aantal pagina’s: 320 Taal: Frans
8
HESTRA – Joar Nubuck 'Zweedse topkwaliteit' Dat stijlvol en functioneel hand in hand kunnen gaan, bewijst het Zweedse Hestra al sinds 1936. Reeds vier generaties lang vervaardigt de Magnusson familie handschoenen van topkwaliteit. Zo ook de ‘Joar Nubuck’: dit tijdloze ontwerp staat garant voor een warme en comfortabele handschoen. Ze is gemaakt uit soepel nubuckl dat toch nog steeds zeer robuust aanvoelt. De fleece binnenvoering én de Primaloft Gold isolatie komen goed van pas op koude winterdagen. Ideaal om te dragen tijdens actieve wandelingen, maar net zo goed voor dagelijks gebruik. De naden zijn naar buiten gericht, wat niet alleen voor een specifieke look zorgt, maar ook voor een zachtere pasvorm. Tegen de pols zit een elastische naad en een gebreid manchet. Niet alleen staan deze details mooi, ze zorgen ook voor extra isolatie. Met Hestra heb je Zweedse topkwaliteit in handen. Adviesverkoopprijs: 109,95 euro Gewicht: 150 gram
HULTAFORS – Trekking bijl 'Zweeds staal, Zweeds hout, Zweedse kwaliteit' Al meer dan 140 jaar vervaardigt het Zweedse Hultafors bijlen van topkwaliteit. En dat is niet alles, want de smederij waar het staal vervaardigd wordt, bestaat al sinds 1697! Deze mensen weten dus waar ze mee bezig zijn. Een heel gamma aan bijlen komt aan bod. Kleine, voor in de trekrugzak, maar ook grotere voor thuis om er zelf hout mee te klieven. Uiteraard worden niet alleen de houthakkers, maar ook de jagers bediend. Met een Hultafors haal je een supermooie en functionele bijl in huis die een heel Leven lang meegaat. Adviesverkoopprijs: beginnende bij 64,95 euro Gewicht: 800 gram
RAB - Xenair Insulated Vest 'een bodywarmer van synthetische dons, licht in gewicht en veelzijdig in gebruik' De Rab Xenair vest zorgt voor dat extra warmte waar je het meest nodig hebt. De vest is gevuld met synthetische dons (PrimaLoft® Gold Active+) die je lekker warm houdt, terwijl en de buitenste laag van Pertex® Quantum Air weersbestendig en ademend is. De vest zonder mouwen is daardoor ideaal voor lopers, bergbeklimmers en skiërs… maar ook voor onze rotswerkers die de vest dragen op de koudere rotswerkdagen. Doordat er geen mouwen aan zijn, behoud je jouw bewegingsvrijheid én hoeven de BRT’ers zich geen zorgen te maken over beschadigingen aan hun donzen mouwen tijdens het werken. Bovendien is de vest compact, licht in gewicht en voorzien van 3 zakjes afgesloten met een rits. Eén van die zakjes doet dienst als opbergtasje en is voorzien van een lusje om de vest aan je harnas of rugzak te hangen. Beschikbaar in vrouwen en mannenmodel. Prijs: 160 euro Gewicht: 174 gram / 190 gram (maat M vrouwen / mannen)
9
adv XFoodnl+QR A5 liggend FC - F1 LC.indd 1
10
01-10-2021 14:07
RAB's Mythic G De Mythic G is de volgende evolutie van onze Mythic-familie. Met 1000FP dons en een warmte-reflecterende TILT-voering, die je stralingswarmteverlies tot wel 30% vermindert zonder een gram extra gewicht, is de jas ongelooflijk warm. De voering is afgestemd om warmte vast te houden en af te voeren voor verbeterd comfort, waardoor de jas gedijt tijdens actieve avonturen in koude omgevingen.
De nieuwe ultralichte constructie vermindert het gewicht, optimaliseert ademend vermogen en bewegingsvrijheid. Sluit de kou buiten tijdens ijzige beklimmingen met de met dons gevulde capuchon, die een elastische opening heeft om je te beschermen tegen de elementen. De elastische manchetten zorgen voor een nauwe pasvorm in ijzige winden, terwijl twee ritszakken warmte bieden voor gevoelloze handen.
De jas is afgewerkt met een PFC-vrije DWR-bewerking en de jas wordt geleverd met een lichtgewicht opbergtasje, welke de Mythic G moeiteloos comprimeert voorin je rugzak, klaar om in actie te komen als de temperatuur daalt.
11
2023 Fotowedstrijd
Deze zomer organiseerden we een fotowedstrijd onder onze leden, met succes! Na een moeilijke selectie uit iets meer dan 400 inzendingen komen we tot de volgende top 15. De prijzen voor deze wedstrijd werden voorzien door onze trouwe partner Rab. 1. Herman Desmet Op weg naar de Grand Col Ferret op de Tour du Mont Blanc 2. Ijen Derie From low to high, and high to low. Perfect day. 3. Hans De Neve Patagonia, waar wind koning is. Monte Fitz Roy tijdens de enige windstille dag in weken. 4. Bergbeklimmen – Jelle Bergkind 5. Bergbeklimmen - Jef Willemyns Magisch moment vanop de Dômes de Miage Traversé 6. Rotsklimmen - Joris Casaer Kato & Tobi zijn dit jaar op 16 juni getrouwd, niet ver van hun favoriete rotsmassief Freyr. Omdat ze allebei toegewijde klimmers zijn wilden ze geen ordinaire trouwreportage, maar wel eentje met trouwkledij aan de rots. Een opdracht waar mijn hart meteen sneller van ging slaan. Het was zalig om hun idee te mogen uitvoeren, en uiteraard hebben we het zo veilig mogelijk gedaan. Klimmen van en naar de portaledge gebeurde met helm, maar om hun trouwkledij echt te laten schitteren hebben we heel even de helmen weggehangen. 7. Alpine - Julien Roels Overschrijding 8. Bergbeklimmen - Sam De Coensel Klimmer is Emiel Deprost, op een alpiene stage in Chamonix onder leiding van Vertical Thinking VZW 9. Via Ferrata - Joke Evens Op terugweg van de prachtige Via Ferrata Hoher Gjaidstein, 2.794 meter 10. Rotsklimmen - Luc Thijs Moeder en zoon in de Rocklands (Cederberg, Zuid-Afrika), boulderen op de 'Teapot'. Na aflloop van deze klimtrip hebben we onze crashpads geschonken aan een lokale organisatie die minder bedeelde ZuidAfrikaanse jongeren met het klimmen vertrouwd maakt. 11. Bergwandelen - Geoffroy Leysen Plateau d'Emparis, Parc National des Écrins - 'Entre amis' 12. Bergbeklimmen - Niels Brack La traversée des Aiguilles d'Entrèves 13. Bergwandelen - Wouter Vanhorenbeek Een 4-daagse wandeling van berghut naar bergut in de Dolomieten, de Alta Via 4. Deze wandeling is ideaal voor mensen die een trektocht willen met wat extra avontuur, want om de x-aantal kilometer kom je een Via Ferrata tegen. De wandelingen en de Via Ferrata's zijn relatief makkelijk, maar je hebt wel wat extra materiaal nodig (helm, klimgordel en Via Ferrataset) om wandeling op een veilige manier uit te voeren. 14. Bergwandelen - Annelies Basslé Uncrowded view op de Tre Cime langs de tunnels van World War I 15. Bergwandelen - Evelien Cruyplandt Bucket list - check. Preikestolen.
12
5.
9.
12.
1.
2.
6.
3.
7.
8.
10.
13.
4.
11.
14.
15.
13
Tekst Debbie Sanders
Zomerstages 2024 Klimmers en bergsporters gaan uit van de kracht die ze van moeder natuur gekregen hebben. Sterke armen en benen worden aan het werk gezet om hoge toppen en cols te bereiken, rotswanden te beklimmen, canyons te verkennen en talloze bergpaadjes te ontdekken. Van hut naar hut of bivakkerend, en onderweg volop genieten van de prachtige omgeving die we moeten beschermen.
Wil je een nieuwe discipline ontdekken, je verder bekwamen of jouw bergsportavonturen delen met gelijkgezinden, dan kan je bij ons terecht! Ontdek het aanbod op portaal. klimenbergsportfederatie.be/events Veilig de bergen in Al onze activiteiten worden door gediplomeerde sportkaders begeleid die hun kennis en kunde met je delen. Je pikt heel wat interessante tips op om later misschien zelfstandig op weg te gaan en wie weet, ooit zelf andere bergsporters op sleeptouw nemen!
Samen op stap De bergen verbinden ons! Onze groepen zijn vaak heel divers, en dat maakt het boeiend. Het duurt niet lang voor je elkaar wat beter leert kennen. De intensiteit van een bergsportvakantie doet al snel de eerste gêne vervagen. Er wordt voor elkaar gezorgd. Samen uit, samen thuis.
Kies een stage op jouw niveau en bereid je voor Er is een ruim aanbod van activiteiten met opleidingen en begeleide tochten, lessenreeksen en stages, in tal van disciplines. Als je nog niet veel ervaring hebt, is het aan te raden om wat marge in te bouwen. De bergen bieden heel uitdagend en soms technisch terrein. Fit zijn is belangrijk, maar een goede tredzekerheid en genoeg kracht evenzeer. Bereid je dus zeker goed voor.
Foto's: spread: Roel Adriaenssens / boven: Arne Iserbyt / midden: Joke Evens / onder: Henk Vandenhoeck 14
15
S
Tekst Annelore Orije / Reginald Roels Foto Kenny D'halluin
Vrijwilligers De klim- en bergsport, in al haar veelzijdigheid aan disciplines, is dankzij je KBF-lidmaatschap ook bijkomend gedekt met de KBFverzekering (*1).
Hoe voorzichtig we ook zijn, de kans bestaat dat je ooit een beroep moet doen op ‘de verzekering’. En, indien dit gebeurt staan we klaar om je bij te staan.
Meld je ongeval
Discover everything you need for an exciting boulder experience, selected carefully by seasoned climbers, Ollie & Jacco, who care as much about your boulder fun as you do. From the essentials to all the extras, this is your one-stop-shop! 9cbouldering.com
KVBF_ad_2022.indd 1
27/08/2022 11:20
Voor niet dringende ongevallen volstaat het om online een ongevalsmelding te doen, via een formulier op het KBF-portaal. Je vindt het formulier, samen met andere nuttige info over je lidmaatschap, steeds terug op het portaal: portaal.kbfvzw.be.
Via dit formulier verzamelen we alle ongevallen én bijna-ongevallen in de klim-en bergsport. Het levert ons erg leerrijke informatie op, waaruit we betere statistieken kunnen maken om bijvoorbeeld aan preventie te doen, om onze opleidingen bij te sturen, enz. Wens je een verzekeringsdossier te openen, dan meld je je eerst aan op het KBF-portaal. Zo kunnen we jouw persoonlijke lidmaatschapgegevens meteen linken aan je ongevalsmelding. We nemen vervolgens via mail contact met je op voor de verdere afhandeling van je dossier. Mocht je toch met vragen zitten, of problemen ondervinden bij je aanvraag, dan kan je steeds terecht bij het secretariaat. We zijn elke werkdag tussen 9u en 17u telefonisch bereikbaar, of via mail op verzekering@kbfvzw.be.
OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST Uitrusting voor:
- Wandelen - Bergsport - Verre reizen - Beveiliging hoogtewerken
Wat is de SOS-dienst dan? Omdat het secretariaat enkel in de weekdagen bemand is, werd de SOS-dienst in het leven geroepen. Zo kan je ook in het weekend telefonisch bij ons terecht voor dringende vragen bij de verzekering, bijvoorbeeld voor het regelen van een repatriëring. We zijn telefonisch bereikbaar op 03 830 75 00. Het misverstand bestaat dat de SOS-dienst van KBF gelijk staat aan een noodoproep naar de medische hulpdiensten. Dit is, voor alle duidelijkheid, NIET het geval. Heb je een probleem, en wil je bv. een helikopterredding of ambulance aanvragen, dan bel je hiervoor steeds naar het noodnummer 112 of andere lokale noodnummers.
053/ 705 222 - info@trek-king.be – www.trek-king.be 16
Wanneer je terug op veilig terrein bent, kan je naar de SOS-dienst bellen. In het weekend staat hier een team van vrijwilligers voor je klaar om de eerste ongevalsmelding te ontvangen, of om je eerste vragen te beantwoorden (*2).
SOS in de kijker:
'de SOS-dienst' Al vele jaren kunnen we hiervoor op enkele trouwe KBF-leden rekenen die, in een beurtrol, weekend na weekend paraat staan om KBF-leden te helpen met hun vragen. Deze mensen verdienen een applausje voor hun jarenlange inzet!
Lijkt dit iets voor jou? We kunnen altijd versterking gebruiken bij de SOS-dienst. Je kiest zelf welke weekends je voor je rekening neemt, en hoe vaak je ter beschikking wil staan. Stel je kandidaat via verzekering@kbfvzw.be
Namen? Jawel, ik doe het… Bart Vercruyssen, Bea Vanderkeilen, Herman de Kegel, Lus Vandenbossche, Mark Sebille, Paul Verzele, Tuur Ceuleers… Heel erg bedankt!
De benaming ‘SOS-dienst’ kan ook enige verwarring wekken, maar de dienst is dus geen -nood-lijn’ om een eventuele redding te melden of aan te vragen. In een noodsituatie moet een ‘opsporing- en redding’ altijd via de lokale noodnummers, of het algemene noodnummer.
Vrijwilliger aan het woord: Bart Vercruyssen "In 2014 werd ik als voorzitter van WBV geconfronteerd met het tragische ongeval in Chamonix van een echtpaar dat lid was van WBV. Ik heb dan de (volwassen) kinderen bijgestaan in de contacten met KBF en de afhandeling van alle administratie. Het is mij altijd bijgebleven hoe behulpzaam Reginald en de andere mensen op het secretariaat waren, alhoewel ik eigenlijk enkel optrad voor de nabestaanden. Toen dan in 2017 de vraag kwam om deel uit te maken van de SOS-dienst heb ik niet getwijfeld. Ik wist immers van 2014 hoe belangrijk het is om iemand te hebben die de juiste "weg" weet in noodgevallen. Dikwijls is de oproep op zaterdag eigenlijk voor een administratieve kwestie, maar toch help ik de mensen graag als het mogelijk is. Eén van de oproepen die mij het meest is bijgebleven is een telefoontje van een lid vanuit Peru. Rekening houdende met het tijdsverschil, heb ik hem dan tot een stuk in de nacht (bij ons) in 4 verschillende telefoongesprekken geholpen en bijgestaan in alles wat nodig was. Terug in België heeft hij mij nog eens bedankt voor de hulp bij het wijzen van de juiste werkwijze en de morele steun. En dat geeft dan een zeer grote voldoening. "
(*1): De KBF-verzekering dekt o.a. bergwandelen, sportklimmen, boulderen, alpinisme, skyrunning, rotsklimmen, canyoning, packraften, sneeuwschoenwandelen, toerskiën, highlinen… Er zijn voor dekking enkele uitzonderingen binnen de polis, voor de volledige inhoud van de verzekering neem je best een kijkje op: www.klimenbergsportfederatie. be/inhoud-verzekering (*2): De SOS-dienst zal enkel je vragen i.v.m. verzekering of een eerste uitleg bij het opstarten van een dossier geven. Het is dus geen dienst die je helpt bij een aanvraag van een klimvergunning of i.v.m. de betaling van je lidgeld.
17
Because sustainability is created in the mind, you should protect it.
ZODIAC 3R
The ZODIAC 3R is the first recycled climbing helmet on the market and thus further proof that sustainability can also be consistently implemented in the PPE sector. Both the robust polyamide outer shell and the cushioning EPS inner shell are made of recycled plastic. This saves energy and resources and reduces greenhouse gas emissions. Of course, the ZODIAC 3R - like all our mountaineering helmets - also reliably protects the head against impact or falling rocks. www.edelrid.com
18
Tekst Annelore Orije
Boek 'De Bergen' Wanneer een KBF-lid met een boek uitkomt, zijn wij natuurlijk dolnieuwsgierig. De schrijver Jurgen Groenwals vertaalt vlekkeloos zijn liefde voor de bergen in zijn eerste boek. De bergsporten komen er in al hun veelzijdigheid aan bod. Verschillende disciplines worden belicht, vergezeld met indrukwekkende foto’s. Zoals de omslag omschrijft is het: “Een prachtig boek voor alle diehardbergsportfanaten, voor de rustige bergwandelaar, voor wie graag een nieuwe uitdaging aangaat, kortom, voor iedereen die zijn/haar hart verpand heeft aan de bergen.” De schrijver Jurgen Groenwals, hoofdredacteur van 100%Snow en 100%Trails, leidt je door het rijke scala aan bergsporten en laat je intussen de achttien mooiste - bekende en minder bekende - bergdorpen en -dalen in Europa ontdekken. Al bladerend in het boek krijg je instant de kriebels voor de bergsport te pakken. Je vindt er inspiratie om te gaan wandelen, mountainbiken, skiën, rotsklimmen, bergbeklimmen… en zoveel meer in 256 prachtige pagina’s. Verkrijgbaar in de KBF-webshop. 39,99 euro ISBN Nummer: 978 94 01492 01 0
Bestel je exemplaar via kbfvzw.ecwid.com
Tekst Robby Toth
Het Belgian Climbing Team in 2023 2023 is collectief het meest succesvolle jaar van het Belgian Climbing Team, kortweg BCT. In het verleden hebben we met Anak Verhoeven en Murielle Sarkany al jaren gekend waar veel goede resultaten behaald zijn, maar nog nooit hebben zoveel verschillende atleten goede prestaties neergezet. Dit toont aan dat de vernieuwde structuur, waarbij de focus ligt op een nauwere samenwerking tussen alle leden van het BCT, zijn vruchten begint af te werpen. In dit artikel komen een aantal cijfers en feiten aan bod die de 15 medailles, behaald door 9 atleten, mee hebben mogelijk gemaakt. We werpen in dit artikel echter ook een blik op de toekomst, want topsport staat niet stil en ook het BCT zal mee moeten evolueren om in de toekomst nog betere resultaten over een nog bredere basis te behalen. De resultaten
De omkadering
Zoals reeds vermeld, zijn er dit jaar 15 medailles behaald door 9 verschillende atleten. (In de tabel hiernaast vind je alle medaillewinnaars terug) We spreken over 6 gouden medailles, waaronder 2 wereldtitels; Hannes als Wereldkampioen Lead bij de U20 en Pavitra als Wereldkampioene Paraclimbing in de categorie Lead Women RP1. Daarnaast hebben we als team 4 zilveren en 5 bronzen medailles in ontvangst mogen nemen.
Omdat het de visie is van het BCT en de drie federaties (CMBEL, KBF en CAB) dat we atleten op een structurele en niet persé individuele manier moeten ondersteunen, hebben de federaties ook hier de grootste investeringen gedaan.
We kijken echter niet alleen naar de medailles. Even belangrijk is de weg naar de medailles en die wordt gevormd door het behalen van finales. Het aantal atleten per finale is afhankelijk van de leeftijd van de atleten, de discipline en het niveau van de wedstrijd. Het is vooral belangrijk om te weten dat het niet gemakkelijk is om een finale te klimmen omdat het niveau de laatste jaren in alle categorieën sterk gestegen is. Het behalen van een finale is dus geen te onderschatten prestatie. Naast de 15 medailles, die uiteraard pas na de finale worden uitgereikt, werden er 13 extra finales geklommen. Deze werden door nog eens 4 extra atleten behaald. 13 atleten hebben dus een topresultaat behaald op 28 wedstrijden, maar als we erbij vertellen dat er 38 atleten aan in totaal 222 wedstrijden hebben deelgenomen, dan is er zeker nog ruimte voor verbetering. Dit is ook hoe topsport werkt, zelfkritisch evalueren en kijken waar het beter kan.
De aanstelling van Liselotte De Bruyn als Head Coach, alsook Antoine Kauffmann en Silke Ghekiere als Topsportcoaches was hierin cruciaal. Zij staan in voor het sporttechnische luik en bereiden de atleten voor door de verschillende trainingsdagen, trainingsstages, medische screenings… te organiseren. Daarvoor werken ze samen met onze twee hoofdkinesisten, Stijn Verhaeghe en Arius Thiry, onze twee sportpsychologen, Viktor Van Der Veken en Jean Colinet, onze voedingsdeskundige, Janne Geers, en onze topsportarts, Katja Van Oostveldt. Samen met Jean Dorsimond (Logistiek medewerker CAB), Tijl Smitz en Robby Toth (Technisch Directeurs van respectievelijk CAB en KBF) vormen zij de kern van het BCT. Op wekelijkse basis werken zij daarnaast nog samen met Belgische trainers Celine Cuypers, Christophe Depotter en Michaël Timmermans, en buitenlandse trainers Urh Cehovin (SLO) en Marco Jubes (ESP). Ook de vele nationale routebouwers en juryleden die zich inzetten om de vele trainingsdagen zo uitdagend mogelijk te maken en zo dicht mogelijk te laten aansluiten bij de echte wedstrijdsituaties, leveren een broodnodige bijdrage voor de ontwikkeling van de wedstrijdatleten Als laatste stap zijn er grote stappen gezet in de samenwerking met verschillende klimzalen in heel België waar we op hoog niveau trainingsdagen kunnen organiseren. Deze zeer gewaardeerde inspanningen zorgen ervoor dat het algemene klimniveau in Vlaanderen, en bij uitbreiding België, steeds hogere toppen scheert. De klimzalen waar het BCT actief is kunnen telkens gezien worden via de BCT sociale media.
Foto links: Nele Vermeeren © IFSC / boven: Ties Vancraeynest © Lena Drapella / onder: Hannes Van Duysen © Lena Drapella 20
De toekomst Volgend jaar is een zeer belangrijk jaar voor het sportklimmen in België. Via de Olympic Qualifier Series, twee wedstrijden in het Olympische format, kunnen Belgische atleten zich voor het eerst plaatsen voor de Olympische Spelen. 2x 48 atleten strijden om 10 tickets. Volgens de huidige statistieken zullen drie mannelijke atleten (Hannes, Simon en Nicolas) en een vrouwelijke atleet (Chloé) mogen deelnemen aan deze OQS. Dit wordt eind december/begin januari bevestigd. Hoe ze het ervan af brengen zullen we pas eind juni 2024 weten. Vervolgens zullen we zeker met zijn allen kijken naar de Olympische Spelen van Parijs 2024, misschien zonder, maar liefst mét Belgische atleten. Noteer deze data alvast in jullie agenda: 5 tot 10 augustus. Daarnaast is er nog het volledige Wereldbekercircuit, het Paraclimbing Wereldbekercircuit, een Europees Beker- en Jeugdbekercircuit, een Europees Kampioenschap en drie Jeugdkampioenschappen die moeten afgehandeld worden. Het Belgian Climbing Team van 2024 heeft veel werk voor de boeg en het doel is om een nog beter én breder eindresultaat af te leveren. Via dit artikel wensen we al deze mensen en klimzalen ook te bedanken voor de inspanningen die dagelijks geleverd worden. Als je interesse hebt om ook iets voor het BCT te betekenen, dan kan je steeds contact opnemen met robby@kbfvzw.be. Wil je als atleet deel uitmaken van het BCT, dan kan je in eerste instantie je oor te luisteren leggen bij je eigen club of mailen naar robby@kbfvzw.be.
Wereldkampioen
# Medailles
# Finales
Hannes Van Duysen
1x Goud / 1x Zilver 4 / 1x Brons
Pavitra Vandenhove
2x Goud
2
Alexandre Noël
1x Zilver
4
Chloé Caulier
1x Goud
1
Corentin Laporte
1x Goud / 2x Brons
3
Frederik Leys
1x Goud
3
Lucie Watillon
1x Brons
1
Nathan Rousselle
1x Zilver
1
Ties Vancraeynest
1x Zilver / 1x Brons 2
Medaillewinnaar
Finalist Lorraine Kervyn
-
3
Lucie Delcoigne
-
1
Nicolas Collin
-
2
Simon Lorenzi
-
1
@belgianclimbingteam
21
Tekst Annelore Orije / Foto's © Maniak Pardoue
Klimzaal
Maniak Pardou Locatie: Monnikenstraat 26, 1190 Brussel (Vorst) Oprichters: Martin Simon, Nicolas Mathieu, Kyril Wittouck, Stéphane Dandois Openingsdatum: 23 juni 2023 Wat de zaal uniek maakt: de klimzaal bevindt zich in het schip van een kerk uit 1897 Toekomstvisie: we willen onze passie voor klimmen delen door de sport voor iedereen toegankelijk te maken. Tevens willen we een gemeenschap creëren en de klim- en speedklimgemeenschap in Brussel een boost geven en tegelijkertijd een bedrijf op mensenmaat blijven. Disciplines: toprope, boulder, speed. Binnenkort ook voorklimmen (dagen nog te bepalen). Klimoppervlak Lengte: 1150 m² Klimoppervlak Boulder: 150 m² Hoogste muur Lengte: 15 m Trainingsfaciliteiten: kilter board, trainingsruimte in constructie (oprekstang, hangboard) Jeugdwerking: klimschool voor kinderen vanaf 6 jaar, met lessen per leeftijd en per niveau. We geven ook stages. Training voor volwassenen: ’s avonds op weekdagen groepen van maximum 8 volwassenen per niveau KVB-opleidingen: nog niet Toegangsvoorwaarden: minimumleeftijd 3 jaar. Geen andere voorwaarden Is de klimzaal verbonden met een KBF-club? : nee Korting voor KBF-leden: nee Extra’s: Het abonnement is geldig in alle Maniak zalen. Er is een bar met een mooi assortiment aan bieren en lekkere hapjes om te delen Website: https://www.maniak.club/
22
ue
23
Tekst en foto's Wim Bracquiné (LBV) en Griet Ghys (BVBK)
Toerskiën in de Balkan In het vroege voorjaar mocht ik, dankzij mijn werkgever, een maand naar Albanië. Helaas zat ik in Dürres, aan de Albanese kust: als bergsporter niet echt m’n ding. Enkele maanden voor mijn vertrek dacht ik: “Hoe zou het zijn om in de Balkan te toerskiën?”. Na een heuse zoektocht vond ik enkel wat schaarse informatie over één toerskitocht naar de Korab, de hoogste berg in Albanië, op de grens met Noord-Macedonië. Ik had ook contact met twee gidsen, maar die hadden niet veel in de aanbieding: minimaal vier personen, te duur, geen leuk programma. Dus, terug naar af…
24
Eureka!
Avontuur
Ik had de moed bijna opgegeven toen ik op Facebook een pagina vond over het ‘Skitourfest ’ in Montenegro, nét de week na het einde van mijn verblijf in Albanië. Dat kon geen toeval zijn.
Bij mijn vertrek naar Albanië, een maand eerder, trokken ze bij Air Serbia grote ogen toen ik met een grote zak met 2 paar toerski’s kwam aandraven, één voor mezelf en één voor Griet.
Het programma én vooral de insteek leken wel héél aantrekkelijk: 8 dagen toerski in de Balkan, op 2 locaties (Montenegro en Kosovo). Het achterliggend idee was al even interessant: de organisatoren, een groepje vrienden uit de Balkan, vertelden er het volgende over (letterlijk vanop hun webpagina): “Het geeft de deelnemers de kans om te skiën op weinig bekende, maar toch enkele van de mooiste bergen van Europa. Het bevordert ook de culturele uitwisseling tussen de deelnemers en de vele plaatselijke bewoners die bij het festival betrokken zijn.”
Van in Dürres tot in Plav (Montenegro), het startpunt van toerskitocht geraken, was een uitdaging. Het openbaar vervoer, met de bus (Tirana – Podgorica – Plav) bood geen oplossing. De kans dat we ergens een aansluiting zouden missen was veel te groot. In Albanië vonden we een betaalbare huurauto waar we ook mee naar Montenegro en Kosovo mochten rijden, weliswaar zonder winterbanden of sneeuwkettingen.
De kostprijs van het ‘festival’ had weg van een KBF stage! Fingers crossed bij de inschrijving, want het aantal deelnemers was beperkt tot dertig.
Met een klein hartje vertrokken we naar de bergen. Er waren 2 opties, afhankelijk van de onvoorspelbare staat van de wegen: via Podgorica of langs de kortere weg (Bashkimi-pas). We gokten op de korte weg. Helaas was het weer slecht, maar gelukkig was de weg zeer goed. Tussen hoge kliffen reden we richting Montenegro.
Hoe hoger we kwamen, hoe meer steenslag er op de weg lag. De grens oversteken ging vrij vlot, maar we moesten wel een ‘green card’ kopen om Montenegro binnen te mogen. In Plav hadden we aan de supermarkt afgesproken met Gigo, de organisator van het Skitourfest. Al snel zaten we in een bont gezelschap van acht nationaliteiten en van zowat alle leeftijden. Na een fotoshoot en een interview met de lokale pers werden we naar ons verblijf gevoerd, het gehucht Babino Polje (1500m), waar we verdeeld werden over 3 locaties. Wij kregen, met een zestal anderen, een ‘home stay’ bij locals toegewezen. Bachta en Dennis waren onze hosts. Elk koppel kreeg een éénkamerhuisje toegewezen, en elke dag werd onvoorstelbaar lekker, lokaal en zelfgemaakt eten geserveerd. Waterskiën (800 HM) De dag begint druilerig, bewolkt en met lichte regen, maar toch gaan we op stap door de vallei. De besneeuwde weg voert ons tot in een arena met een 10-tal toppen en cols waar prachtige tochten te vinden zijn. Door de regen wordt het vandaag echter een kort tochtje waterskiën. We stijgen 800 meter, maar geraken door de regen en de harde wind niet tot op de col. Het naar beneden skiën door de zware natte sneeuw is niet echt aangenaam. Een tweede tochtje draait ook op niets uit. We druipen dan maar af richting hut. De weg terug lijkt intussen al meer op een beek dan op een pad. Gelukkig kunnen we ons bij de kachel opwarmen aan een zelf gebrouwen Servische ‘rakia’.
25
Regen of sneeuw (1300 HM)
Een nieuwe locatie (Brezovica) (+ tocht 800 HM)
De volgende dag begint nét iets beter. Het doel van de dag wordt het drielandenpunt Montenegro-Kosovo-Albanië, aan het einde van het dal. Het heeft een beetje gevroren, en de weg ligt onder een dun laagje sneeuw. Het begint opnieuw licht te regenen.
De transfer naar Kosovo is voorzien om 14 uur, en met een afgeslankt gezelschap starten we voor een korte tocht. We hopen opnieuw op goede condities maar de zon van de vorige dag en de vriestemperaturen gooien roet in het eten.
Een mooi gezicht, ons treintje van 30 kleurrijke mannen en vrouwen op toerski’s door de vallei. Het weer begint om te slaan, en gelukkig begint het te sneeuwen, weliswaar met de wind op kop. Hoe dichter we bij de col komen, hoe erger het wordt en al snel zitten we in een whiteout. Het doel van de dag halen we niet, maar we geraken net tot op de col. Wel hebben we een 15-tal cm verse sneeuw bijgekregen om de afdaling te starten. Tijdens het naar beneden skiën in de mist horen we voortdurend vreugdekreetjes. Hoe lager we komen, hoe beter het zicht. Omdat de sneeuw er zo zalig bij ligt doen we nog een extra colletje om de dag af te sluiten.
Een andere groep gaat nog een extreme klim en dito afdaling maken van een (voor ons) veel te steile flank (60+°).
Op het laatste stuk gaat de sneeuw weer over in regen en komen we -opnieuw- kletsnat maar deze keer wél voldaan in onze hut aan. De rakia – een fles van 5 liter - is nog alles behalve leeg!
Zelfs de obers zien eruit als in Fawlty Towers, maar dan zonder Manuel. We krijgen zelfs, met de glimlach, nog om half elf ‘s avonds een avondmaal voorgeschoteld.
en dan… magie! (Crni Krs - 1400 HM)
Alles is retro! (700 HM)
We worden vroeg in de ochtend wakker. Heel het landschap ligt onder een dikke laag sneeuw, een dun laagje mist en een waterzonnetje. De mist trekt op en dan - daar komen we voor! - ‘grand beau’, inclusief een welverdiende laag van 70 cm verse sneeuw. Geen poeder, maar wel topcondities om te touren. Op de graat richting Crni Krs (2426 m) steekt de wind op. Snel naar beneden is de boodschap.
Zowel binnen als buiten is alles retro! We zitten echt in een oud skigebied. De stokoude skiliften staan verroest in het landschap, als stille getuigen aan de ‘balkan-oorlog’. Slechts één enkele skilift doet het nog. We starten onze tocht terwijl een oude verroeste pistenbully ons voorbijsteekt. Een 150-tal jonge kinderen stappen onwennig voor de eerste keer in de sneeuw naar boven. Wij met onze toerski’s, zij met de ski’s over hun schouder om de eerste stappen in de sneeuw te zetten. Onze tocht gaat naar de Cnr ‘zonder naam’ maar we zitten opnieuw in een bijna-whiteout. Doorgaan is niet verantwoord. Enkelen gaan uiteindelijk nog door naar een volgende top, maar wij dalen af op een mooie rustige flank met wat verse sneeuw van de voorbije nacht. Eens beneden kopen we een ticketje voor de enige werkende lift in dit skigebied, om nog een fijne afdaling te doen op eenzelfde leuke flank.
De afdaling is prachtig. Met heupdiepe sneeuw kunnen we een maagdelijk spoor trekken op de brede flank. We kunnen niet anders dan nóg eens tot de col gaan om opnieuw naar beneden te surfen! De condities zijn zo goed dat vallen een plezier is. We zijn zelf benieuwd naar de foto’s en de film die de organisatoren maken. (zie de facebookpagina van Skitourfest)
26
We vertrekken uiteindelijk pas rond 17u voor een rit van 250 kilometer naar Brezovica, dus in het aardedonker én dichte mist ´ naar -type ‘erwtensoep’- over de col tegen 5 km per uur (Dacici) Kosovo. Aangekomen in ‘hotel Molika’ worden we teruggekatapulteerd in de tijd. Het hotel ziet eruit als een oud Oostenrijks hotel uit de jaren 70.
Nog eens wat poeder! (700 HM)
Terug huiswaarts.
We gaan de volgende dag opnieuw dezelfde richting uit, maar deze keer bij iets beter weer. Als we in de buurt van de top komen, zien we een prachtige afdaling: een maagdelijk witte flank met wat verse sneeuw van de voorbije nacht. Een prachtige helling die eindigt in een smalle vallei. Na wat geklungel geraken we veilig beneden. Beneden ontmoet ik enkele Franse gidsen die openlijk toegeven op zoek te zijn naar nieuwe (toerski)gebieden...
Vanuit ons hotel vertrekken we de volgende dag terug richting Albanië. Met behulp van enkele omstaanders geraken we uit onze bevroren parkeerplek. Na enkele uren, langs soms verbazend goede wegen, komen we aan in Tirana, om de dag nadien onze vlucht huiswaarts te nemen.
De laatste dag (nul HM) De laatste dag willen we graag nog een kleine tocht maken, maar we vinden geen kandidaten om mee te gaan en bovendien is het ook weer wat mistig. Daarom besluiten we maar om enkele liftticketjes te kopen en de oude skipistes te verkennen. We gaan een 4-tal keer naar boven (met die ene lift), en nemen steeds een andere weg terug naar beneden. We komen echt enkele pareltjes tegen waar de laatste dagen nog niemand kwam. Op of naast de piste is het opnieuw zalig. Beneden aan de lift staan nog enkele kleine kraampjes met wat snoep en drank, en telkens als we voorbij skiën krijgen we een zelfgestookte raki aangeboden. Prachtige, gastvrije mensen, die Kosovaren!
"... daar komen we voor: 'le grand beau’, inclusief 70 cm verse sneeuw...." Moraal van het verhaal. Toerskiën in de Balkan is niet zomaar vakantie. Het is een écht avontuur. De sneeuwcondities waren zeker niet top, maar de groep des te meer, net als onze hosts in Montenegro en de lieve mensen in Kosovo. Ik hoop nog eens terug te keren, maar dan onder betere (sneeuw)condities. Toerskiën in de Balkan? Doen!
LAWINERISICO EN GEVAREN De groep werd begeleid door ervaren gidsen en begeleiders die de streek en de risico's heel goed kenden. Onderweg werd het gevaar door hen ingeschat, afhankelijk wat ons doel van de dag was. De eerste dagen, met weinig sneeuw en heel natte sneeuw of weinig sneeuw, werd dit ingeschat op 1 (weinig risico). De dagen met meer sneeuw was dit maximaal 3. De stijgingsgraad of afdalingen waren zelden steiler dan 35-40 graden. Wijzelf gingen nooit alleen op pad, maar steeds in een (kleine) groep. Natuurlijk was iedereen uitgerust met LZA, schop en sonde en werd dagelijks soms meermaals gecheckt. Gezien we in de 'experts' groep zaten werden we natuurlijk verondersteld de theorie en praktijk van lawines of ongeval te kennen.
REISWIJZER • Brussel - Podgorica met Air Serbia. Ook alternatieven mogelijk (Albanië, Kosovo) . • Podgorica - Plav kan met de bus • Plav tot aan de lodge, via locals • Wij huurden een auto in Albanië/Tirana, 30 euro per dag. Opgelet met grensovergangen en verzekering (green card) • Wij gingen mee met de ‘experts group’, maar het niveau was zeker aanvaardbaar. Verdere info: https://www.skitourfest.me/ https://www.facebook.com/skitourfest https://www.instagram.com/skitourfestival/?hl=en https://www.brezovica-ski.net/ https://www.youtube.com/watch?v=WGq6uEyjvUE
27
Tekst Henk Vandenhoeck / foto's Guy Pauwels
Sneeuwschoentocht in de Haute Ubaye De Ubaye is een klein bergmassief in de Zuidelijke Franse Alpen ten noorden van de Mercantour en ten zuiden van de Queyras. Het grenst aan het Italiaanse Argentera. Soms vallen daar tijdens de winter meters sneeuw, maar jammer genoeg gebeurt dat niet ieder jaar. Toen we in maart 2022 op het allerlaatste moment bericht kregen dat er bijna geen sneeuw meer lag, stelden we onze plannen meteen uit naar begin februari 2023: we wilden hoe dan ook naar dat mooie en ongerepte gebied.
28
Bemande en onbemande hutten. We spreken af in Saint-Paul-sur-Ubaye, een klein bergdorpje van enkele huizen waar de lokale gîte ook dienst doet als bar en kruidenierswinkeltje. De bazin is een vriendelijke maar kordate madam die hier haar laatste winter doorbrengt: haar Duitse roots lokken haar terug naar haar heimatland. Als iedereen aangekomen is wordt het lawinemateriaal verdeeld en kan iedereen de sneeuwschoenen passen. De rugzakken worden gewikt en gewogen, want vanaf de volgende ochtend zullen we zes dagen onderweg zijn. Naar goede gewoonte is de eerste stapdag niet erg lang: niet iedereen is ingelopen, we hebben er allemaal een lange reisdag op zitten, en na de middag volgt nog een uitgebreide lawine-oefening “op het terrein”. We volgen het riviertje Ubaye stroomopwaarts om zo langzaamaan naar de gîte in Fouillouse te trekken. Al snel merken we dat op de geplande plek voor de lawine-oefening te weinig sneeuw ligt en beslissen we vroeger aan de verplichte lawinetraining te beginnen. Zo komen we al kort na de middag in Fouillouse aan. De eetkamer van oude gîte ligt onder de gewelven van het huis, een houtvuur met zetels errond maakt het er gezellig en buiten staat een “very” hot tub op ons te wachten.
De tweede stapdag gaat naar de onbemande Refuge de Chambeyron. Het eerste stuk van de tocht loopt langs terrein waar toerskiërs zijn gepasseerd, maar zodra we links omhoog naar de Pas de la Couletta beginnen te klimmen moeten we zelf ons spoor trekken doorheen een heel mooie en wilde vallei met aan onze rechterkant de hoge rotstorens van de Aiguille de Chambeyron, de hoogste berg die de ganse regio domineert. Van boven op de pas zien we in de diepte de hut al liggen, maar we beslissen eerst nog een extra topje in de andere richting te beklimmen. We maken een depot zodat we niet alles omhoog moeten zeulen, en trekken rond enkele bevroren meertjes. De hellingen worden stilaan steiler zodat we blij zijn dat we veilig de Col de la Gypière bereiken, net geen 3000 m hoog. Het extra topje laten we voor wat het is, want zeker bij de eerste meters van de afdaling zullen we heel voorzichtig moeten zijn. Bovendien zullen we, eens we in de hut zijn, nog flink wat moeten werken. De hut is ijskoud, maar er is voldoende hout om het er gezellig warm te maken. Alexandre kocht in de vorige gîte een extra litertje drank om het vanavond wat gezelliger te maken, en tot onze verrassing vinden we in de onbemande hut nog verschillende zakken wijn...
29
Door de storm naar het einde van de beschaving.
Op naar Italië!
’s Nachts verandert het weer. Het stormt, het sneeuwt, de wind buldert tegen de hut en de zichtbaarheid is nihil, maar ik blijf er heel rustig bij. De volgende ochtend wachten we tot het ergste van de storm geluwd is, en in plaats van de geplande tocht over de 300 m hoger gelegen Pas de la Souvagea te maken proberen we onmiddellijk af te dalen langs het zomerpad. De gps is daarbij onze enige echt veilige gids, want zodra we even naast het pad zitten komen we op steil en gevaarlijk terrein terecht.
Wij trekken vandaag via de Col de Mary naar de Valle Maira in Italië. Hier komt bijna niemand. Zelf het spoor zoeken en maken geeft altijd wat meer voldoening. Het jarenlange rondlopen op sneeuwschoenen in de winterse bergen geeft je een aantal extra zintuigen: je ziet welke flanken je moet vermijden, je herkent signalen die een flikkerlichtje doen branden, je weet hoe je het meest efficiënt stijgt, rekening houdend met de weg van de minste weerstand…
"Als begeleider heb je bij het oversteken van een col altijd de reactie om onmiddellijk de inschatting te maken hoe de groep het veiligst beneden geraakt..." De lange afdaling eindigt op de besneeuwde en verijsde weg naar Fouillouse waar ik serieus onderuit glijd: de opgelopen blessure zal me nog maanden achtervolgen. Doordat we niet langs de geplande route zijn gegaan rest ons nog een lange weg naar Maljasset. Dat minuscule dorpje is écht het einde van de beschaving, waar enkele rokende schouwen aanduiden waar er ’s nachts een warm plaatsje te vinden is. We verblijven in de CAF Refuge de Maljasset waar we via vele trappen naar beneden alweer een zitkamer onder de gewelven van dit huis bereiken. Het geheel, met meerdere verdiepingen, is als het ware een verticale doolhof. Zoals gezegd is Maljasset zowat het einde van de wereld: in alle richtingen kan je er tochten maken op toerski’s of sneeuwschoenen, maar een Fransman zou geen Fransman zijn als hij toch liefst in eigen land blijft…
30
Bij het verlaten van Maljasset moeten we eerst langs het lokale kleine kerkje en enkele negentiende-eeuwse huisjes die in de zomer als vakantieverblijf gebruikt worden. Dan volgt er een kleine afdaling om via een bruggetje de Ubaye over te steken en daarna begint de klim van meerdere uren, eerst nog door het woud en hogerop over open terrein met langs alle kanten rotstorens van meer dan 3000 m hoog. We passeren nog een ondergesneeuwd herdershutje waar enkele dappere toerskiërs de nacht hebben doorgebracht, vermoedelijk in minder comfortabele omstandigheden dan wij. Aankomen op een col geeft de meeste deelnemers gegarandeerd voldoening, maar als begeleider is de eerste reactie altijd de andere kant van de col te gaan bekijken om te zien hoe de groep het veiligst beneden geraakt. De eerste tientallen meters onder een col zijn immers bijna altijd een stuk steiler dan de rest van het parcours. Ook tijdens de verdere afdaling is het uiterst belangrijk steeds opnieuw de meest veilige beslissingen te nemen. “Het terrein lezen” heet dat, al kan een kaart soms wel nuttig zijn om te steile stukken te vermijden die je van boven niet kan zien. Het wordt nog een lange afdaling: pas 8 km verder (in vogelvlucht) en meer dan 1000 m lager komen we aan in de Rifugio Campo Base. Wie Italië zegt, denkt meteen aan lekker eten en zo is het ook! Na vier stevige stapdagen is iedereen vermoeid genoeg om op tijd te gaan slapen want morgen volgt de échte koninginnenrit met ruim 1200 m klimmen en dalen.
Ontmoeting met een sputterende skimachine.... Leve de sneeuwschoenen!
De cirkel is rond.
Met de gardien van de hut bespreek ik de route die we willen lopen. Hij stelt een andere route voor, wél met 100 extra hoogtemeters, maar anderzijds over veiliger terrein. We vertrekken bij lichte sneeuwval en verminderd zicht, eerst door het bos omhoog. Wanneer we in het open terrein komen wordt de zichtbaarheid beter. Een groep toerskiërs wil ook naar de Col de Sautron trekken, tijdens een rustpauze van onze groep laten we ze passeren. De laatste 100 m onder de pas wordt het terrein flink wat steiler: de toerski-machine begint te sputteren, een paar skiërs raken in paniek met de nodige traantjes erbij... Wij zijn verwittigd: we zetten de stijgklem op onze sneeuwschoenen aan en trekken op de harde sneeuw probleemloos in een bijna rechte lijn omhoog. De minst sterken onder ons blijven dicht tussen de anderen, en zo bereiken we veilig de Col de Sautron. De moeilijkste passage van onze zesdaagse tocht is goed verteerd! Nu nog een lange afdaling van 1200 m naar het Franse Larche over maagdelijk terrein. Alweer genieten we volop van het sneeuwschoenwandelen in dit hooggebergte. Van zodra we het dorpje Larche in het vizier hebben rest ons nog een zeer lange tocht, maar net vóór het donker wordt bereiken we onze gîte. De jonge Française van de hut is erg streng en kordaat tegenover ons, maar we zijn te moe om ons eraan te ergeren, dus maken we er dan maar grapjes over…
De volgende ochtend blijkt dat de jongste van onze groep er fysiek door zit. Daarom veranderen we ons oorspronkelijke plan, en verminderen het met 250 hoogtemeters. Toch zal het nog een stevige dag worden met 1050 m stijgen en bijna 1200 m dalen: een mooi cadeau om onze zesdaagse tocht af te sluiten. Gedurende enkele kilometers volgen we de grote weg en stijgen dan naar Saint-Ours.
Daar trekken we voor het laatst onze sneeuwschoenen aan om naar de Col met de prachtige naam “Mirandol” te klimmen: onze laatste 700 m omhoog voor deze week. We moeten wel op onze hoede blijven, want een gespoorde track loopt na een tijdje niet meer in de richting die wij moeten aanhouden. Boven op de col loopt een spoor naar Fouillouse, maar daar moeten we niet naartoe. Het wordt dus weer goed uitkijken en zoeken om de juiste richting te kiezen, maar met behulp van de gps blijven we toch enigszins op de geplande route. De laatste kilometers zijn bekend terrein: ze vallen samen met het begin van onze eerste tourdag. We ruiken de eindbestemming nog niet echt, maar we beseffen wél dat onze tocht er over een uurtje onherroepelijk op zit. We worden goed verwelkomd in onze gîte in Saint-Paul-sur-Ubaye en genieten er na van een van mijn mooiste sneeuwschoentochten. Na het inzamelen van het gemeenschappelijke materiaal gaan we vroeg naar bed want de volgende ochtend moeten we er ook vroeg uit voor de zeer lange rit naar België.
31
Tekst Wim Raemdonck / foto's Peter Vanhoof
Basis-ervaringsstage in MontafonSilvretta Bij aankomst blijkt dat Peter en Geert, onze twee gidsen, reeds twee dagen lang de omgeving verkend hebben: op de noordzijde is nog wel wat poedersneeuw te vinden, op de zuidflanken daarentegen is er pas sneeuw vanaf grotere hoogte, de lawineomstandigheden zijn goed... Door het mooie weer van de afgelopen dagen zijn de zwakke lagen op veel plaatsen wat verdwenen. Door de nachtelijke afkoeling (“uitstraling”) is er “Oberflächenreif” ontstaan. Dat zijn sneeuwkristallen die er uitzien als kleine scheermesjes en dan ook heel lekker glijden als je erop gaat skiën. Bij eventuele verse sneeuw kunnen deze kristallen echter werken als “potentiële glijlaag”, maar dat zijn zorgen voor later. Verder zijn er op het terrein weinig of geen windtekenen te bespeuren. Hilke, Patrick, Ingrid en Koen hebben op zondag al wat ingeskied. Tanya, Alain, Roeland en Wim sluiten pas ‘s avonds aan. Vóór het avondeten nemen we nog even de standaard(veiligheids) maatregelen door en bekijken we het lawine- en weerbericht. We bestuderen de kaarten, overlopen het veiligheidsmateriaal en maken kennis met elkaar. Bobbejaan Schoepen Op maandag trekken we meteen naar grotere hoogte richting de “Bielerhöhe”. Deze is in de winter enkel bereikbaar via een lift en pendelbusje. De chauffeur waant zich even de Bobbejaan Schoepen van de Silvretta en rijdt daarbij tegen hoog tempo door een wel zeer smalle tunnel. We wanen ons op een rodelbaan in deze oude werkschacht die gebruikt werd bij de aanleg van de bovengelegen stuwmeren.
32
We vatten onze tocht aan en Tanya legt al meteen een stevig tempo op. We wisselen al eens van koppositie en proberen daarbij een mooi, geleidelijk stijgend spoor te trekken. Het “Spitzekehren” beperken we tot een minimum, tot het door de hellingsgraad (vanaf +/-30°) uiteraard niet anders meer gaat. Dat is meteen ook het signaal om een van de standaardmaatregelen bij steiler terrein toe te passen, namelijk een afstand van minstens 10 meter houden. Regelmatig houden we een korte pauze voor een hapje en een drankje, en al snel kunnen we aan een leuke afdaling beginnen. Op de noordflanken vinden we inderdaad de beloofde poedersneeuw terug. Met bepakking is het off-pisteskiën een heel andere ervaring dan het pisteskiën, maar na enkele stages lukt het Wim om vlot door de diepsneeuw heen te gaan. Bij het afdalen belandt Alain in een beek, goed verborgen onder wel zeer losse sneeuw. Een “addertje onder het gras” bij het off-pisteskiën… Vóór het avondeten bepalen we de route van de volgende dag. Het lawinegevaar bedraagt een relatief veilig niveau 1, maar we doorkruisen een nauwe vallei. Omdat de temperatuur ook vrij hoog is dienen we rekening te houden met mogelijke “natte sneeuw”-lawines. We beslissen dan ook om op dit deel van de route afstanden te respecteren. Op www.skitourenguru.ch zien we dat op deze plaats zeer regelmatig lawines naar beneden komen. De volgende dag komen we dan ook niet onverwacht voorbij een eerder naar beneden gekomen lawine.
Helaas pindakaas Op dinsdag vertrekken we vanuit Gargellen. Het is een mooie, zonnige dag. We bepalen ook nu weer onze “eigen route”. Bij het stijgen kijken we ook al (verplicht) rond naar potentiële afdaalroutes. Enkele referentiepunten (zoals bv. een hut, losstaande boom, groot rotsblok…) prenten we ons dan ook goed in. Bij het afdalen kunnen die punten ons dan helpen om onze geplande route te volgen. Er wordt goed gespoord, maar even onder de top zet Peter toch even de puntjes op de “i”. Volgens hem kan er een logischere route gekozen worden en daarom neemt hij resoluut de koppositie in. Ook vandaag is de “Oberflächenreif” weer rijkelijk aanwezig. En dat in combinatie met een klein laagje verse sneeuw! Hilke is alweer in haar nopjes: gekleed in fel fluo trekt ze alweer sierlijke strepen in het witte sneeuwdek. Roeland wil niet onderdoen en ziet zijn skies fluo oplichten na elke afdaling. De fluo-eighties zijn weer helemaal terug! We skiën nog even door een rivierbedding en gaan daar wat voorzichtiger te werk.
Een beetje verderop gaat Geert op verkenning. Zouden we voor de afdaling dan toch een besneeuwde flank vinden? Helaas pindakaas, want even verderop blijkt de flank onvoldoende besneeuwd en zit er voor Geert niets anders op dan weer naar boven te wandelen. Er is jammer genoeg geen andere optie dan afdalen langs het steile en smalle stijgpad. Al roetsjend en ploegend gaat het bergaf. Uiteindelijk worden we dan toch beloond met een korte besneeuwde flank. Nog even een brugje oversteken alvorens we terug in Gargellen aankomen, waar we op een terras onze dorst kunnen lessen. ’s Avonds overlopen we wat de bijkomende aandachtpunten zouden geweest zijn bij hoger lawinegevaar: méér afstand houden én bepaalde flanken niet afskieën. Ook wordt het tempo besproken. ’s Morgens traag starten is een must: niet iedereen is immers even snel opgewarmd. We moeten er dus op letten dat sommige (diesel) motors niet opgeblazen raken! Voor morgen is er kans op mist én wordt er ook een stevige wind voorspeld. Gevaar dus voor het driftsneeuwprobleem! We kiezen dan ook voor een lager gelegen route. Op 300 meter van de top voorzien we “een checkpoint” om aldaar de weercondities van het moment te evalueren. Daar zullen we dan beslissen of we terugkeren of toch (deels) richting top trekken.
33
De Alpendohle
Opmerkelijke toerskilogica
’s Anderendaags trekken we naar de Tschaggunser Mittagsspitze (2168 m). Aan een hut moet er nog het een en ander besproken worden: we beslissen uiteindelijk samen om “die zacht glooiende” route te nemen. Nog een beetje verder houden we het geplande overleg: gaan we verder richting top, of niet? We beslissen om alvast tot aan het meertje te trekken, maar de wind en de mist steken veel sneller op dan verwacht. “Afvellen” en afdalen!!!
We dalen af langs mooie hellingen en moeten vaststellen dat het steeds opletten geblazen blijft. Roeland blijft haken achter een rots en maakt daarbij een stevige val. Gelukkig is er enkel wat vestimentaire schade. “Met wat meer sneeuw zou dit niet gebeuren”, zegt de groep. “Maar dan zouden de zichtbare stenen dan weer net wel ondergesneeuwd zijn... Zouden we daar dan niet tegen skiën?” Tot zover dus onze toerskilogica…. Bij het afdalen blijft voorzichtigheid dan ook geboden (of er nu veel of weinig sneeuw ligt…). De brede vallei laat vele mogelijkheden toe en elkeen kan naar hartenlust zijn eigen spoor volgen. We komen toe aan het kleine skigebied van de Bielerhöhe en nemen de enige skilift naar de “Haltestelle”. Met de bus door de tunnel staat de laatste rodeo-rit van de week op het programma. Het deels bevroren, deels ontdooide stuwmeer omgeven door steile flanken ligt er met dit zonnetje schitterend bij.
Het wordt een leuke dag waarin we de groepsdynamiek goed aanvoelen. Verschillende opties worden door de groep besproken: verder trekken of terugkeren?, route wat meer oostelijk of westelijk?, groep opsplitsen of niet?… Uiteindelijk komen we – onder het toeziend oog van onze gidsen – tot een gemeenschappelijke beslissing. Op een steile helling wordt ook het “Spitzekehren” nog eens geoefend. Belangrijk is telkens een goed steunpunt te zoeken én de andere ski “energiezuinig” om het steunbeen te draaien. Oefening baart kunst! Ook hier geldt: voldoende afstand houden! Áls er dan al iemand onderuit schuift, dan wordt er niemand anders meegesleurd bij een eventuele val.
"Op de noordflanken vinden we de poedersneeuw. Met bepakking is het off-pisteskiën een heel andere ervaring dan het pisteskiën..." Peter (en ook later in de week Wim) veroorzaakt een “mini”lawine op een kleine flank. Hier was op korte tijd een windplaat gevormd door de losse sneeuw en de stevige wind. Het weerbericht van de komende dagen (wind en verse sneeuw) zal dit fenomeen alleen maar versterken! We dalen af via een zomerweg en uiteindelijk langs een oude piste. De groep splitst zich op: het ene deel daalt af via het “zekere” stijgspoor (met voldoende sneeuw), het andere deel verkiest het avontuur en hoopt nog voldoende sneeuw te vinden langs een ander traject. Dat lukt, maar Hilke belandt er – zonder veel erg – ondersteboven “in den decor”. Alain ontwart het kluwen van benen, armen en ski's. Patrick verkiest de reddingsoperatie keurig in beeld te brengen. Op donderdag staat de Rauhkopfsattel aan de Silvretta-Bielerhöhe op het programma. Het wordt een tocht met een lange, zeer geleidelijke stijging gevolgd door een steile slotklim. We zien overal flink verspoord terrein en bevinden ons dan ook in “populair” gebied. Die dag blijkt de mooie brede vallei al bij al rustig en we genieten dan ook van een mooie zonnige tocht, zeker nu de opklaringen sneller dan voorspeld van de partij zijn. Regelmatig insmeren tegen de zon is de boodschap! Uiteindelijk komen we aan bij de laatste klim. Die blijkt behoorlijk ijzig te zijn. Hadden we niet beter wat sneller die Harscheisen gebruikt? Rustig goed kanten en “snijden” met de ski's lukt echter ook. Eenmaal boven hijsen we de BPA-vlag. We krijgen er ook het bezoek van een Alpendohle (alpenkauw) die hoopt op wat laatste kruimels van onze picknick. Een ver neefje van de zeemeeuw aan onze Belgische kust?
34
De laatste dag trekken we nogmaals naar Gargellen, alwaar een heus Tourenfest wordt georganiseerd : materiaal kan getest worden, dagcursussen worden aangeboden én er staat zelfs een heuse skitouren”knabbeltocht” met muziekfestival op het programma. Zelf verkiezen we onze eigen voorbereide tocht en zien we, zoals verwacht, het lawinegevaar boven de 2200 m stijgen naar niveau 3 (driftsneewprobleem).
Nivea We vatten na het ontbijt de tocht richting Teuf Furgga aan en volgen vanuit Gargellen een andere vallei dan eerder deze week. We vernemen onderweg uit goede bron dat Jo Vally Nivea in de haren smeert. Zou dat ook goed werken voor het glijvermogen van onze skivellen? Heeft iemand het al uitgeprobeerd? We zullen het allicht nooit te weten komen… We zetten de tocht verder en moeten kort even afdalen met de vellen aan. Dat blijkt – met losse hielen – niet zo evident en sommigen belanden ook hier in “den decor”. Ter hoogte van een oud tolhuisje maken we onze finale keuze voor de stijgroute. Deze is vrij steil en Geert meet voor alle zekerheid de hellingsgraad. Deze bedraagt 32 graden, zodat we bij dit lawinegevaar 3 veilig verder kunnen (< 35 graden). Maar dan nog: voorzichtig blijven! Afdalen doen we één voor één en we treffen mekaar op een veilig verzamelpunt (bv. een wat “hoger gelegen” plateau). We skiën nog even verder langs en over wat riviertjes. Sommigen ondervinden ook hier weer “de losse sneeuw” ter hoogte van de riviertjes. De donkere wolken pakken zich meer en meer samen maar we blijven gelukkig uit de mist. Het laatste half uur worden we toch nog getrakteerd op een sneeuwbui. Nog even voorzichtig dat smalle bruggetje met enkele leuning over… en we bereiken een mooie “Stube” waar we even kunnen bekomen met een drankje en gebakje. ’s Avonds houden we nog even de nabespreking van de week. We stellen vast dat sommigen komen “om te volgen” en anderen “om te evolueren naar autonomie”. Beiden zijn welkom! We werden door Peter en Geert regelmatig gechallenged: zowel technisch als fysiek. Dat gebeurde ook bij de tochtplanning, de tochtuitvoering en de dagelijkse nabespreking. Helemaal in lijn met de Stop or Gomethode. We kregen veel uitleg en context. En deze week konden we het ontstaan van het driftsneeuwprobleem aan den lijve (én in veilige omstandigheden) ondervinden.
Het was een toffe week met een leuke groep. We zijn er samen op uit getrokken, hebben mekaar gesteund wanneer het nodig was én vooral ook genoten van leuke afdalingen en toffe “après-ski”momenten. Bedankt aan allen en misschien tot op een volgende stage?! Stagebegeleiders: Peter Vanhoof en Geert Van Eester Deelnemers: Tanya Rammeloo, Alain Segers, Roeland Van Doorslaer, Hilke Evenepoel, Patrick Eeckloo, Ingrid Saliën, Koen Staelens, Wim Raemdonck.
DAGTOCHTEN IN CIJFERS Maandag 6/3: Vermunt Stausee - Seelücke (2776 m) 11,3 km – 1017 hm Dinsdag 7/3: Gargellen – Vergaldner Schneeberg (2588 m) 14,5 km – 1158 hm Woensdag 8/3: Tschaggunser Mittagsspitze (2168 m) 11,7 km – 1150 hm Donderdag 9/3: Rauhkopfsattel auf der SilvrettaBielerhöhe (3101 m) • 14,7 km – 1020 hm Vrijdag 10/3: Gargellen - Teuf Furgga (2480 m) 15 km – 1028 hm
35
Tekst Bart Smets / Foto’s Armand Eeckels en Bart Smets
HØGRUTA I JOTUNHEIMEN De route zelf is een tiental jaren terug tot stand gekomen op initiatief van de Noren Stian Hagen, een skitour pionier, bekend van vele beklimmingen, onder andere de Matterhorn én deze ook af te skiën; en zijn reisgezel, de fotograaf Johan Wildhagen. Hun idee ontstond op een skitrip in het Marokkaanse Atlasgebergte. Je moet soms ver van huis om te ontdekken welke pareltjes je dichterbij hebt… In tegenstelling tot de soms grote drukte op de Toubkal, Noord Afrika’s hoogste berg, is het in Jotunheimen enorm weids, desolaat, fysiek uitdagend, met soms sterk wisselende meteo en conditie. Eigenlijk ideaal om een echte Scandinavische versie van ‘de Haute Route’ te maken. Brunost en kaviaar op de boterham Half maart naar Jotunheimen reizen is net iets anders dan tien uurtjes auto rijden naar de start van een Alpen skitour. De afstanden zijn groots, vele bergpassen afgesloten en openbaar vervoer beperkt tot de voornaamste steden. We waren aangewezen om zelf in transport te voorzien en dus vertrokken Wim en Armand met de camper een dag eerder, om ons 36 uur later af te halen op de luchthaven in Oslo. Nog twee uurtjes rijden en daar is Hemsedal waar we eerst enkele mooie dagtochtjes op de ski’s doen. We hebben niet de beste zichtbaarheid om voluit van de mooie omgeving te kunnen genieten, de sneeuwkwaliteit is wisselend, maar de eerder korte en vrij eenvoudige beklimmingen van de Nibbi, Steinbunøse, Svarthetta en Harahorn zijn ideaal om wat op te warmen.
Haute Route Intégral Chamonix-Zermatt, Berner en Urner Haute Route… allemaal geweldige meerdaagse toerski tochten in een hoogalpiene omgeving waar we de voorbije jaren van konden genieten. Na deze winterse Alpen avonturen willen we eens iets anders… naar Scandinavië, toch liefst opnieuw een meerdaagse tocht in een uitdagend terrein. En ja, dat vinden we in de Jotunheimen Haute Route! Deze zesdaagse skitour in het hart van Jotunheimen National Park voert je over acht prachtige gletsjers en zeven van de hoogste toppen van Noorwegen, waaronder de bekende Glittertind en Galdhøpiggen. Overnachten kan in bemande, comfortabele lodges. De dagafstanden zijn telkens 15 à 20 km, met steeds 1000 tot 1500 meter hoogte te overwinnen. 36
We logeren in een tot basic logement omgebouwde, traditionele houten voorraadschuur. Voor toilet, douche en water gaan telkens de donsjas en boots aan, want dat is in de 20 m verderop liggende stal. Culinair ontdekken we brunost, een bruine kaas die je krijgt vanuit een mix van geiten- en koemelk met een zoetige smaak, heerlijk voor op de boterham onderweg. Ander typisch Noors broodbeleg heeft met vis te maken; blikjes met makreel in tomatensaus, maar vooral allerlei tubes ‘kaviaar’… lekker én makkelijk voor de picknick! De thuis via google maps voorbereide rit naar Gjendesheim, ons startpunt van de Høgruta, bleek in realiteit geen twee à drie uren rijden maar een reuze omweg. Doordat een bergpas gesloten was reden we vijf à zes uur. In de zomer een trekpleister voor vele toeristen die de Seggengraat over gaan, nu -aan het begin van het tourseizoen- slechts een 20-tal klanten. Direct bij aankomst mochten we onze EHBO-kennis boven halen, een toeriste had de voorarm gebroken, op de parking nog wel… “We need ambulance”, euh, dat zal toch zo’n drie uur duren voor die hier is, en daarna nog eens een twee à drie uur tot je in het ziekenhuis bent. Hier toeren betekent ook dat je minstens de basis van wilderness first aid beheerst, want je bent véél langer op jezelf aangewezen vooraleer er hulp kan komen.
Geluk gehad op de Besshø We verwachten ons aan dag etappes vergelijkbaar met de klassieke Haute Route in de West-Alpen. Het voordeel is de relatief lagere hoogte, maar de uitdaging bleek toch in afstand, condities en soms ook de eerder vlakke delen van de route te zitten… ook al heb je meer dan genoeg steil terrein. Onze eerste dag ging makkelijk en geleidelijk stijgend tot de oostzijde van het Bessvatn meer, waar we te lang over het dichtgevroren meer bleven vorderen en dus hogerop konden stijgen in plaats van de Bukkehø bergkam over te gaan. Ook de voortop brengt nog steil terrein alvorens we de top helling naar de 2258 m hoge Besshø op gaan. Deze indrukwekkende berg vormt de overgang van de glooiende bergformaties in het oosten en de ruigere hoogalpiene ten noorden en westen ervan… waar we de volgende dagen zullen vertoeven. Het uitzicht is geweldig! De Gudrandsdalen vallei, en je kijkt van bovenaf op de prachtige Besseggen die de lager liggende meren Bessevatn and Gjende scheidt! De afdaling is aanvankelijk écht niet eenvoudig. De voorziene steile westelijke afdaal couloir is moeilijk te vinden en er bleek weinig goede sneeuw te liggen. We hebben dan maar de steile en rotsachtige bergkam afgedaald, sommige delen met de ski’s op de schouders en klauterend. Jammer dat dit deel er zo afgeblazen bij ligt, dat betekent ook dat een vlotte afdaling veel meer tijd en energie kost.
"Steeds hebben we elkaar in het oog en overleggen we over de veiligste en beste route..." Amper een 200 m boven Memurubu lodge gaat het bijna goed mis. Steeds hebben we elkaar in het oog, overleggen over de veiligste en beste route, maar plots geraken we opgesplitst. Eentje gaat rechtsom een steile klif, en blijkt achteraf daar een fikse valpartij gedaan te hebben. Ik vertrek als laatste traverserend onder een steile 30 m hoge sneeuwflank door, volg net ietsje boven het spoor van mijn vrienden, maar toch trigger ik een lawine, die een 20-tal meter boven me loskomt! Een vreemde gewaarwording, ik ben niet echt gevallen maar toch zit ik neer en is de oppervlakte rondom mij kabbelend en traag aan het mee schuiven. Moet ik nu die lawine-airbag activeren? Toch maar niet, ik blijf mooi bovenop de sneeuw. Ik roep, niemand hoort of ziet iets… Ik kom er met de schrik vanaf, het had heel anders kunnen uitdraaien. Een waarschuwing dat we het groeps- en risicomanagement serieuzer moeten blijven doen, ook als de dag lang duurt en we moe zijn. Iets lager ligt de sneeuw in dikke pakken maar ook heel nat en zwaar, terwijl het struikgewas extra hindernissen biedt in de komvormige dalen. Armand komt slecht ten val, zijn knie lijkt het einde van zijn avontuur in te luiden… Samen met het slechte weerbericht voor de volgende dag besluiten we om twee nachten in Memurubu te blijven, zodat de knie kan rusten en de beslissing een dag uitgesteld kan worden. Het slechte weer brengt extra sneeuw maar ook een zeer slechte zichtbaarheid en sterke wind. Doenbaar voor een kort tochtje, maar zeker niet om de etappe over Surtningssue te maken.
37
De onoverbrugbare corniche
Navigeren zonder zicht
’s Ochtends het verlossende nieuws dat Armand verder kan, oef, we zien ons team van vier liever niet verder krimpen want oorspronkelijk zouden we met zes gaan. Vandaag beklimmen we bij open hemel de 2368 meter hoge Surtningssue, wat ‘de zwarte zeug’ betekent en een demoon symboliseert die de ziel van haar slachtoffers verzwelgt. De vorm en zomerse kleuren zouden van ver dus op een varken lijken… Wij zien vooral een witbedekte, enorme berg met steile rotspartijen. Iets voor de top wordt de helling steiler en het spitzenkehren gaat lastiger door de ijzige condities. Onze harscheisen gaan onder de latten. Bovenop de top een prachtig uitzicht, maar ook veel wind dus koud. De voorziene afdaling in oostelijke richting lukt niet. We zoeken een doorgang, zelfs ingebonden aan touw, maar zien overal meters overhangende corniches en daaronder een minstens 50° steile sneeuwhelling. We overwegen een afdaling in rappel, maar allicht is ons touw niet lang genoeg.
Vandaag staat de bekende Glittertind (2465 m) op ons menu: een mooie wintertop, maar als de zichtbaarheid beperkt is, wordt oriënteren moeilijk. We lazen eerder ‘Few make the trip during winter and there are rarely people before Easter. […] There may be an overhanging edge. Carefully consider before ascending to the highest point?’. Wel ja, iemand moet de eerste zijn dit seizoen? Hoe dichter we bij de top komen hoe minder zichtbaarheid we hebben. Dit zijn het terrein en de omstandigheden waarin GPS én smartphone kaart-apps onmisbaar zijn. Hier komt de doorgedreven Mountain Leader-training van Bart Vaganée van pas, zeker als GPS en apps tegengestelde info beginnen geven… Een afdaling waarbij je het verschil niet ziet tussen lucht en sneeuw en de helling alleen maar kan voelen. Navigeren gaat door telkens een deel vooruit te laten gaan en de richting bij te sturen. Gelukkig wordt het lager in de Steindalen vallei en over Skautkampen beter, we krijgen als beloning voor de inspanningen nog een prachtig couloir met heerlijke poedersneeuw!
We kiezen voor de alternatieve route langs de noordelijke bergkam richting Søre Veotinden, waarbij we meerdere tweeduizenders meepikken. Nadeel zijn de frequente transities tussen stijgvellen aan en af… De afdaling over de Styggehøbrean glacier naar de Veodalen vallei is eerder zacht glooiend en vergt helaas ook een groot stuk ‘skinnen’. Om toch wat extra meters skiën te bekomen, nemen we de Styggehøe er nog bij. Prachtige en wederom best lange dag, maar in Glitterheim lodge is het goed vertoeven.
38
Spiterstulen lodge is alweer een luxueuze halte met een lobby die je niet met hutten associeert. Opnieuw volgt bericht dat de volgende dag slecht weer passeert, wat ons de keuze geeft tussen een vermoeiende en wat saaiere dag over de gemarkeerde skiroutes door de valleien naar de volgende hut en de koningsetappe missen… of een dag wachten. Het wordt dus een rustdag.
GO UP. CLIFF!
Niet van de tand vallen
Deze dagetappe staat aangekondigd als de meest uitdagende van de gehele tour, met toch een 1800 meters stijgen. We starten over de normaalroute naar de met een bouwwerk versierde/ontsierde top van Galdhøpiggen, met 2469 m de hoogste van Scandinavië. De eerste berg ook waarop we niet alleen zijn, het is een populaire route die ervaren tour langlaufers vaak bestijgen.
Op de laatste dag klimmen we naar de Storebjørn, een knappe tandvormige berg met één kant die doenbaar is op ski's. Langs de oostelijke route, komen we tot aan de voet van de berg. Velen laten de latten in een skidepot onder de steile tophelling. We wagen het erbovenop te stijgen, maar in de eerste tientallen meters afdaling is het hard opletten, vallen betekent neerstorten. Verderop is het wel heerlijk skiën op perfecte hellingen. Langs Bjørnskaret om gaat het tot een laatste knappe afdaling over de Leirbrean gletsjer tot Krossbu. De lodge was nog net niet open eind maart, maar we konden gelukkig een privé hut huren op een honderd meter van de lodge. En doordat we anderen hadden leren kennen, konden we Wim mee laten rijden naar Gjendesheim om de camper op te halen, dat bespaarde ons een dure taxi en gaf ons de kans nog een laatste skitour op de terugweg te maken.
De topbeklimming gaat vlot, we hebben het ritme goed beet. Bij de afdaling naar de Svellnosbreen-gletsjer maken we een vergissing. Hét zuid-couloir ten westen van de Keilhaus blijkt niet te zijn waar wij afdalen. We komen in te steil en ook valgevaarlijk terrein. Wim, onze verkenner van dienst, skiet al traverserend de bovenste sneeuwplakken los. Onze alarmbellen gaan af, dit is een dunne laag driftsneeuw, en ook kans dat het gehele sneeuwpakket van de ondergrond loskomt. Bovendien zien we niet hoe het lager verder moet...
Moe maar voldaan blikken we terug op een bijzonder mooie trip!
We besloten Wim beveiligd aan touw nog een 50 m lager te laten roetsjen om te kijken wat er achter de volgende rotspartij zit. Andere toerskiërs hebben een couloir verderop genomen, maar van bovenaf zag het er een stuk steiler en riskanter uit. Eens op de gletsjer trachten ze met ons te communiceren, geen gsm-ontvangst, te ver om te roepen en gebaren te klein om te zien. Tot ze in de sneeuw reuzegrote letters beginnen stampen: GO UP. CLIFF.
"We komen in te steil en ook valgevaarlijk terrein, onze alarmbellen gaan af..." De boodschap is duidelijk en bevestigt wat we al dachten maar nog niet aan wilden toegeven. Ski’s op de rugzak, stijgijzers onder de boots, pickel in de hand… en terug omhoog dus. Anderhalf uur tijd verloren. Vanwaar deze vergissing? De veronderstelling dat de anderen voor een extremere afdaling kozen, en onze GPX-track blijkt een fout te bevatten… als je inzoomt zie je een rechte lijn van de kam naar de gletsjer in plaats van het meer realistische kronkelende spoor van skiërs. We hebben ons laten misleiden door een al te evident hulpmiddel. Het is wat later op de -zonovergoten- dag, het terrein steil en potentieel lawinegevaarlijk. We voelen de inspanning van het stijgen. Om de bovenkant van die zuid-couloir te bereiken hebben we nog een steile sneeuwhelling boven een diep ravijn te overbruggen. We doen een snelle stabiliteitstest. Mijn beurt om als eerste te gaan. Ik kies ervoor de hellingen al skiënd te traverseren met een pickel in de hand en een stok in de andere… een beproefde techniek die hier het verschil kan maken tussen het direct afstoppen van een kleine schuiver of een valpartij met noodlottige gevolgen. We komen er gelukkig allemaal vlot langs en de afdaling van, een van ver extreem uitziende couloir, valt beter mee dan gedacht, met nog fijne poedersneeuw ook. Op de gletsjer gaat het ingebonden tot de Tverråtinden, waar we opnieuw langs een zuidelijk couloir tot de Tverråbreen gletsjer skiën. Na wederom een tijdje ‘skinnen’ gaat de route de Bukkeholstinden op, een mooie en smalle bergkam waar we de ski’s op de schouders nemen. De afdaling gaat langs de zuidwestelijke kant over de Søre Illåbrean gletsjer om dan nog een laatste berg op te gaan: Store Tverrbottind. De afdaling naar Leirdalen vallei en Leirvassbu lodge verloopt vlot, alhoewel er nog wat vlakke delen in zitten zodat je wat bij te stampen hebt.
Wil je zelf deze tocht maken? Wees er dan van bewust dat de juiste routekeuze sterk afhangt van weersomstandigheden, sneeuwcondities, fysieke en mentale fitheid, ieders ambities en ervaring. De trip is absoluut niet voor beginners. Voorzie zeker ook reservedagen. Lidmaatschap van DNT aangeraden om toch iets prijs voordeliger te overnachten (reken maar aan minstens 95€ per dag). Meer info over het traject kan je terugvinden op de uitstekende website høgrutajotunheimen.no/en/.
39
Tekst en foto's Thomas Wuyts
De Oger, het kleine broertje van de Monnik en de Jonkvrouw Wie kent ze niet, die onbetwistbare Drievuldigheid Eiger-Mönch-Jungfrau die gestalte geeft aan het hele Berner Oberland? Bij goed weer is ze zelfs zichtbaar vanop de autoweg naar Bern. In tegenstelling tot zijn buren is de Eiger echter géén vierduizend meter hoog. Daarvoor schiet hij 30 meter te kort. Wat de berg mist in absolute hoogte, maakt hij goed met zijn indrukwekkende noordwand: de Eigerwand is met zijn 1700 duizelingwekkend verticale hoogtemeters, recht vanuit het dal, nog steeds een begrip in het alpinisme. Het is een magneet voor superlatieven die soms neutraal zijn, zoals ‘de langste’, ‘de zwaarste’, ‘het laatste grote probleem van de Alpen’, maar die nog veel vaker eerder negatief overkomen: ‘de gevaarlijkste’, ‘de meest beruchte’, ‘een uitdaging voor de mentaal gestoorde’ (naar een officieel persbericht uit 1938)… De Moordwand… Als je erbij stilstaat, kent deze muur eigenlijk maar bitter weinig positieve aanduidingen.
40
Dit artikel kwam tot stand vanuit de oproep van Monte om per editie aandacht te besteden aan één van de zes grote noordwanden van de Alpen. Het is hier intussen wel vrij duidelijk om welke van de zes het gaat. De besproken route is steeds de klassieke Via Heckmair. Maar net vanwege zijn roem stel ik me de vraag of er over die Eiger noordwand überhaupt nog iets interessants kan geschreven worden: wie beschreef de beklimming beter dan Harrer in ‘De Witte Spin’? Of het proces ernaartoe beter dan Joe Simpson en tijdgenoot Krakauer in ‘The Beckoning Silence’ en ‘Eiger Dreams’? Wie het spektakel van de wand in hoge definitie wil ervaren zoekt even de recordbeklimmingen van Ueli Steck op in Youtube en kan dan tegelijkertijd een hartaanval krijgen. Mammut zat erin met een 360° camera die je in staat stelt om rustig interactief rond te kijken terwijl iemand anders klimt. Hoe kan ik dan nog een meerwaarde bieden? Vóór mijn beklimming van de noordwand op 11 maart 2022 was hij voor mij eigenlijk een grote onbekende. Wél veel van gehoord, veel van gezien, veel over gelezen, maar ondanks, of misschien net vanwege die fascinatie een heel groot vraagteken: wat betekent dat nu, een beklimming van de Eiger noordwand? Met andere woorden: voor mij was er een hele hoop FUQ’s: Frequently Unanswered Questions. Vragen die meer gaan over indrukken dan beschrijvingen of concrete ervaringen. Misschien vind ik daarin een meerwaarde? Let’s see!
1938 versus 2023? Hoe relevant is de Eiger noordwand nog, 85 jaar na zijn eerste beklimming? Wat me echt van mijn sokken blies – één van dé overheersende indrukken na onze beklimming – was hoe ‘modern’ deze route aanvoelde. Jawel, zelfs volgens de huidige klimstijl, met huidige klimtechnieken en vooral ook mét al ons hedendaags materiaal voelde de wand nog steeds waanzinnig pertinent aan. De twee zwaarste passages (de Wasserfalkamin en de Fissure Quartz, M6) zouden niet misstaan in een mixed route in Kandersteg. Vergeleken met ‘the cutting edge’ van het alpinisme – wat er nu geopend wordt in Alaska in het mixed klimmen in wanden van dezelfde lengte en met een moeilijkheidsgraad die zweeft rond M7(+) – daar zit die wand van 1938 aardig in de buurt! Zelfs als hij in 2023 was geopend, dan nog zou hij baanbrekend geweest zijn. Het idee dat deze wand met het materiaal van toen werd beklommen (hennep touw rond het middel, houten rechte ijsbijlen…) en met de onzekerheid dat de passages werkelijk leidden tot een uitkomst naar de top (het was heel realistisch dat ergens gewoon geen doorgang meer was, met een zekere dood tot gevolg), is hallucinant. Mijn respect voor Heckmair, Kasparek, Harrer en Vörg is nog verder naar het eindeloze toe gegroeid. Ook meer hedendaagse prestaties zoals die van Ueli Steck worden grappig genoeg nóg ongelofelijker nadat je de grootsheid van de wand zelf mocht ervaren.
41
Een momentopname
Één keer, nooit meer?
In de aankondiging van de reeks rond de noordwanden werd gesteld dat wie de Eiger beklom ‘zich een volleerd alpinist mag noemen’. Volgens mij is de beklimming echter vooral een momentopname van wie je op dat moment was als klimmer en als alpinist. Uiteraard vormen alle voorafgaande jaren van alpinisme een stevige basis en uiteraard draag je de ervaringen van de Eigerwand verder mee in alle beklimmingen nadien, maar als gewone sterveling (als je niet Steck, Schaeli of Siegrist heet) is het niet iets wat je zomaar maand na maand, jaar na jaar hoog kan houden: de beklimming vraagt om een intensieve kortetermijnvoorbereiding die sterk bepalend is voor de slaagkansen.
‘Beter dan dit wordt het niet’, dat was de basis van onze beklimming… Je kunt je daar vragen bij stellen en dat deed ik dan ook uitvoerig. Ik zie mezelf nog in de wagen zitten, terug op weg naar Grindelwald op een woensdagavond, nog geen anderhalve week nadat ik na drie maanden Aosta naar België reed. Ik heb me toen echt afgevraagd waar ik mee bezig was. De beschrijvingen waren nooit eenzijdig positief, waardoor ik in mijn wagen kroop met het idee ‘één keer en nooit meer, let’s get it over with’.
Vanwege corona werkte ik in de winter van 2021-2022 drie maanden vanop afstand in Aosta. Ik klom toen – tussen het werk door, of was het andersom? – een ongelofelijke hoeveelheid ijs en mixed: in alle zijvalleien van Aosta, tussen het graniet van de Vallée Blanche, Freissinières en meerdere verlengde weekends in Kandersteg. Ik had in die periode met mijn bijlen evenveel gevoel als met mijn handen! Ook het partnerschap met Carlo was op dat moment bijzonder sterk: samen Repentance Super (WI6) op als eersten van het seizoen, enchaînement van 4 watervallen op een dag, Cold Couloir Integrale (WI4+, 1100m) op 8 uur van parking tot parking, De Supercouloir de Peuterey… Met wat goede wil zou je zelfs onze beklimming van de Phantom Direct op de Grandes Jorasses (WI5+/M5, 2600m) in één dag kunnen aanzien als een voorbereiding op. Dat valt niet te onderschatten en ook zo’n partnerschap is niet op ieder moment een evidentie!
Elke beklimming is bovendien een momentopname van de condities in de wand: op zoek naar acceptabele omstandigheden met genoeg ijs en stabiele sneeuw, koud genoeg,… De Eiger is omwille van zijn beruchte steenslag echt een winterbeklimming geworden. Hoewel wij hem deden in zeer droge condities (daar waar normaal een stevige portie ijs zit, was het nu puur drytoolen, een nadeel in snelheid van vorderen, maar misschien een voordeel in afzekering), deden we hem ook bij extreme vriestemperaturen. Onze ervaring met losse rots bestaat eigenlijk niet: vraag je het aan Carlo en mij, dan is de Eiger noordwand best stabiel! Voor onze beklimming op 11 maart was het duidelijk: de eigen conditie was top, die van de wand acceptabel. Laten we er dan maar in kruipen. Beter dan dit wordt het niet! We beklommen de Eiger Noordwand die dag in één push en eigenlijk met relatief gemak. Moest ik dat vandaag herhalen, dan zou ik anders piepen. Kortom, die beklimming, dat was echt een momentopname.
42
Zo’n 48 uur later, terug aangekomen in ons tentje aan de voet van de wand, was ik helemaal van mening veranderd. Beiden doodop, maar ook dolenthousiast met wat we mochten ervaren. Carlo en ik besloten toen vrij snel om ooit nog eens terug te keren, geacclimatiseerd en bij betere ijscondities. Omdat we de wand nu kennen – we stopten immers overal een lengte of twee te vroeg en we stopten eigenlijk veel te veel – zal het doel dan zijn de tijd van onze eerste beklimming te halveren: op 8 uur van de basis tot de top, dat lijkt mogelijk. Tegelijkertijd denk ik dan al aan een derde keer: traag en genietend van de atmosfeer, met een bivak. Als voorbereiding misschien op die snellere tijd?
Zelfmoord of zelfs mooi?
Wie vertel je de plannen?
Ik denk dat het ondertussen wel duidelijk is dat ik de Eigerwand vooral gewoon enorm mooi vond. We deden het in de juiste condities, bij de juiste meteo, met de juiste eigen klimconditie en de juiste klimpartner. We ervaarden de route niet als ‘los’ of ‘steenslaggevoelig’. Integendeel: zélfs de Fissure Pourri/Brittle Crack was niet los.
Het antwoord is alvast: niet aan je ouders. Zowel Carlo als ik kondigden gewoon aan dat we een weekendje samen gingen klimmen. Zondag terug! Ik was zelfs zaterdagavond al terug thuis, met een doosje ‘Nordwandpraline’ van de beste bakker in Grindelwald. Met op het doosje een prachtige foto van de Eiger noordwand. Het duurde even voor ze doorhadden dat het dát was wat we waren gaan doen.
Daarnaast is het een wand die zoveel historiek uitademt dat je er niet goed van wordt. Er is geen enkele passage die geen bekende naam heeft… Daarmee behoud je een goed overzicht van waar je bent en wat er nog op je afkomt. Alle passages waren memorabel: de Fissure Difficile, Hinterstoiser-traverse, Eisschlaug, Totesbivak, de Rampe met de Wasserfalkamin, de Fissure Pourri, de Traversée des Dieux, en de Exit Cracks. Vraag je ons naar de moeilijkste passage, dan zullen we beiden zonder aarzelen de Witte Spin opgeven: slechts 50° ijs, maar ze was wel eerder zwart dan wit. Daar zijn 2 paar kuiten en dikke tenen kapot gegaan. Ook de Cheminées de Sortie waren niet zo leuk. In het Engels staan ze bekend als de ‘Rooftiles’: aflopende rots die niet af te zekeren valt, behalve wat in situ pitons links en rechts. Met een enkeltouw betekent dit dat ik mezelf daar met een waanzinnige portie touwwrijving in het zonlicht gesleurd heb. Welnu, dáár wordt de rots dus wel even heel slecht!
Aan mijn kant wist eigenlijk maar één persoon wat we van plan waren. Ik vroeg Filip om een oogje in het zeil te houden en om alarm te slaan als hij niet voor een bepaald moment van ons hoorde. Naast mijn ‘engelbewaarder’ wist dus niemand het en daar geef ik ook de voorkeur aan.
De toekomst?
Wat dan met zijn beruchte status van ‘de gevaarlijkste’? De technische passages zijn beperkt in aantal en in lengte (nooit meer dan één touwlengte). Bovendien zijn net deze passages relatief goed afgezekerd (behalve de tweede lengte van de Wasserfalkamin). Het zijn de resterende 1300 m aan ‘gemakkelijk terrein’ waarin het risico schuilt. Die zijn immers niet zó gemakkelijk, maar vooral ook onafzekerbaar: hier zit niets en hier steek je zelf niets. Rope for mental support! Uiteindelijk speelt ook de lengte van de wand een enorme rol in het risico dat je als alpinist neemt. Het wordt nooit vervelend, maar het is objectief wel écht lang en dus vermoeiend. Vermoeid, niet zó gemakkelijk en onafzekerbaar: dat kunnen 3 stevige oranje lichten zijn die samen tot een ramp kunnen leiden. Alles zat mee vooraleer we begonnen aan de wand en ook tijdens onze beklimming, maar voor minder mag je het eigenlijk niet doen.
De Eiger noordwand heeft een onbetwistbaar mythische status. Je zou dus denken dat een beklimming uiterst uitzonderlijk is, maar de realiteit is anders: de afgelopen decennia kruipt er jaarlijks een verrassend hoog aantal cordées doorheen. In de winter/voorjaar van 2022-2023 was dat echter anders. Enkele sterke teams probeerden het, maar draaiden om. Ik heb geen kennis van een beklimming dat seizoen. Ik stond in de zomer van 2022 – die extreem warme en droge – nog eens onder de wand, klaar voor een eindeloze aanloop dieper in het massief. De Eigerwand was zwart. Niet alleen omwille van de eeuwige schaduw die erin heerst, maar ook omdat alle ijs en sneeuw volledig weg waren. Kan die schade in de winter keer op keer hersteld worden? Dat lijkt uiterst onwaarschijnlijk, met winters die op hun beurt steeds warmer worden en minder sneeuw geven. In het licht van de klimaatverandering vraag ik me af of ik mijn doel van driemaal Eigerwand ooit werkelijk zal kunnen verwezenlijken. Technisch gezien stond dat al ter twijfel, maar wanneer de wand onbeklimbaar wordt, wordt die twijfel een zekerheid… g
43
Tekst en foto Bart Smets / Illustraties Reginald Roels
RELAIS!
Over een standplaats maken in multipitchroutes RELAIS! Een vertrouwd touwcommando… maar wat gaat er aan deze kreet vooraf? In de klimschoolwerking of tijdens een stage ‘KVB3 – outdoor voorklimmen’ leer je de basis voor multipitch of het klimmen van routes van meerdere touwlengtes. Bij betrouwbare ankerpunten zoals de hedendaagse boorhaken is de serie of rijzekering de aangewezen methode van standplaatsopbouw. Hierbij gaat het om redundantie creëren, niet om krachtenverdeling. In avontuurlijker terrein – waar de vervolgopleidingen ‘advanced multipitch’ en ‘trad climbing’ zich situeren – kan het zijn dat niet elk ankerpunt voldoende betrouwbaar is. Deze meer fragiele punten kunnen slaghaken zijn, maar ook zandlopers of zelf te plaatsen mobiele zekeringsmiddelen. We gaan beknopt in op enkele afwegingen en methoden van standplaatsopbouw.
Seriezekering
Seriezekering met bandlus
Soms zijn de standplaatshaken reeds verbonden met een ketting, wat vaak het geval is wanneer deze tegelijkertijd ook als rappelstand bedoeld is. In het buitenland en ook steeds meer in eigen land, zal je deze verbinding zelf maken. Als er minstens 1 solide en dus betrouwbaar ankerpunt is -zoals dus een lijm- of boorhaakcreëer je die verbinding met een 2de ankerpunt, dat zowel een solide punt kan zijn als een slaghaak, zandloper of zelf te plaatsen klemblok of friend. In de meeste zgn. Plaisir-routes of multipitchsportklimroutes zijn er standplaatsen met solide boorhaken.
In deze methode hangen we een centraalkarabiner in de onderste boorhaak waarin je een 120 cm bandlus inclipt, of -beter nog- met een ankersteek bevestigt, waardoor het risico op een dwarsbelasting aanzienlijk beperkter wordt. Je bouwt redundantie in door die bandlus met een mastworp met de bovenste boorhaak te verbinden. Opgelet: de bandlus dubbel gebruiken voor de mastworp én de restlus mee inclippen! Best ook de snapperopeningen naar buiten laten wijzen.
Hoe dit opbouwen? Je creëert een centraal punt waar zowel de zelfzekering als de partnerzekering op bevestigd worden. Indien er reeds een verbinding is voorzien, zoals ketting, kabel of geknoopte touwtjes of bandlussen dan verifieer je dit op stevigheid. Bij twijfel sowieso zelf een verbinding voorzien. Opbouwen van een seriezekering kan op meerdere manieren: 1. met een bandlus 2. met het klimtouw 3. met een bandlus gebruikt als SPS
44
Seriezekering opgebouwd met het klimtouw: Als je beurtelings voorklimt, dan is de relaisopbouw met het klimtouw ongetwijfeld het efficiëntst én je bespaart ermee op materiaal. Bij het gebruik van halftouwen, volstaat het gebruik van slechts één touwstreng halftouw. Je bouwt dit op door na het leggen van je zelfzekering met mastworp in schroefkarabiner op het onderste solide ankerpunt ook in het 2de (best hoger liggend) ankerpunt een mastworp in het klimtouw te leggen. Binnen KVB3 is gebruikelijk hier eveneens een schroefkarabiner voor te verkiezen, in vervolgopleiding leer je dat het ook kan met een snapper. Let erop dat je het zekeringsapparaat voor de partnerzekering eveneens in de onderste karabiner hangt, en dat aan de rugzijde, dus weg van de karabineropening.
Seriezekering opgebouwd met de SPS: Een ‘standplaatsschlinge’ of SPS maak je door in een 120 cm bandlus (kan zowel van nylon, dyneema als aramide zijn) een dubbele paalsteek aan te brengen. Let erop dat het stiksel dicht tegen de paalsteek aan zit en de gecreërde lus niet te groot wordt, er hoeven niet meer dan 4-tal karabiners tegelijkertijd in. Ook hier kan je ervoor opteren om in het 2de ankerpunt een gewone snapper te gebruiken, wederom omdat hier een mastworp in gelegd wordt. Let er zeker op om de restlus eveneens in de snapper te clippen! Dit kan eveneens met een setje, waarbij je erop let dat de opening naar onder en naar buiten toe wijst. Als het 2e ankerpunt eveneens een solide boorhaak betreft, dan kan je dit setje eventueel aanwenden als dummy runner. Indien het echter een fragiel punt is (bijv. klemblokje) kan dit niet. Een SPS zal je vaak vooraf reeds geknoopt en voorzien van een driewegskarabiner en een 2e karabiner klaar hangen om het bovenlichaam, zodat je deze vlotjes kan plaatsen bij aankomst op de standplaats. De SPS-lus clip je op het onderste punt in. In die SPS-lus ook zelfzelfzekering met mastworp in beveiligde karabiner aanbrengen. In het hoger zittende ankerpunt de bandlus op de juiste lengte afstellen met een mastworp (de bandlus wordt dus dubbel gebruikt en het restlusje mee inclippen). Het zekeringsapparaat voor partnerzekering hang je in de SPS-lus…
Opgelet: Bij een horizontaal geboorde relais, moet het centraal punt geïnstalleerd worden aan de haak die zich het meest in de klimrichting bevindt. Op die manier voorkom je een te grote schokbelasting. Het andere ankerpunt is dan de back-up. En als het meest solide punt de bovenste boorhaak is, waardoor de back-up op een fragiel ankerpunt onder, dan kan je door het aanspannen van de mastworp de belasting op het sterkere punt overbrengen, maar blijft het centrale punt dus wel degelijk onderaan! (zie foto onderaan rechts)
45
Standplaats met krachtenverdeling
De afgebonden krachtendriehoek (‘rappelstand’)
Wanneer we routes klimmen waarbij de standplaatsen niet voorzien zijn van solide ankerpunten zoals boorhaken of een voldoende stevige boom of zandloper, dan dienen we een standplaats op te bouwen op basis van meerdere punten die afzonderlijk mogelijks minder betrouwbaar zijn. Maar ook dan moet de standplaats voldoen aan vergelijkbare voorwaarden alsof we zouden klimmen in een goed geëquipeerd rotsmassief, namelijk dat bij het uitbreken van één ankerpunt het andere ankerpunt of de andere punten (slaghaken/ mobiele zekeringsmiddelen) overnemen. Daarbij komt dat we hierbij kiezen voor krachtenverdeling, zodat de schokbelasting door de verschillende ankerpunten samen wordt opgenomen.
Hierbij gebruik je een bandlus van 120 cm, waarbij je beide ankerpunten van een schroefkarabiner voorziet en de bandlus erin clipt. Let erop dat de sluitingen van beide karabiners naar buiten gekeerd zijn en het breedste deel onderaan komt. Alternatief kan je ook voor hulptouw kiezen, liefst met een kern van Dyneema of Kevlar, waarbij je dit touw door de ankerpunten heen kan halen zonder karabiners te gebruiken. Onderaan leg je een zaksteeklus op de dubbele bandlus of hulptouw, waarbij je oog hebt voor de belastingsrichting. Deze lus gaat als centraal punt dienst doen. Dit wordt ook wel eens rappelstand genoemd omdat deze opbouw vaak voorkomend is bij rappelafdalingen op slaghaken, waarbij er dan doorgaans ook een maillon rapide hangt.
Tijdens een stage trad klimmen (of de KVB4) leer je enkele verschillende mogelijke opstellingen, waarbij het aan de klimmer is om te oordelen welke het beste toepasbaar is in de specifieke situatie. De gefixeerde krachtendriehoek De gefixeerde krachtendriehoek is makkelijk en snel op te bouwen, én bovendien redundant. Er treedt geen supplementaire krachtenwerking in op het andere punt bij het uitbreken van één punt. De klassieke krachtendriehoek is afgeraden. Wat voorheen als voordeel werd erkend, namelijk steeds min of meer gelijkwaardige belasting door het beweeglijke equilibreren van het centraal punt onderaan, weegt niet op tegenover de gevolgen van het uitbreken van één punt, waarbij door de extra schokbelasting mogelijk ook het 2e fragiel punt zou loskomen.
Er zijn meerdere manieren om een gefixeerde krachtendriehoek te bekomen, belangrijk aandachtspunt blijft dat je krachtenverdeling steeds maximaal een hoek van 90° mag bedragen en liefst aanzienlijk minder! Hierna beschrijven we enkele gebruiksvriendelijke methoden.
46
De krachtendriehoek met centraal karabiner Hierbij start je dezelfde opbouw als hierboven beschreven, maar in plaats van een knoop plaats je een driewegskarabiner (bijv. type ball lock) door middel van een ankersteek of mastworp onderin de krachtendriehoek om deze te fixeren.
Krachtenverdeling op 3 of meer punten Deze methode leent zich best om stand te maken op meerdere ‘fragiele’ punten zoals slaghaken, klemblokjes en friends. De opbouw is vergelijkbaar met die van de hierboven beschreven gefixeerde krachtendriehoek. Gebruik een minstens 240 cm-lange dyneema bandlus of een 5 m lang hulptouw met eventueel een kern van aramide. Het hulptouw geeft als voordeel dat het direct door de ogen van de haken of klemblokjes gehaald kan worden en op de juiste lengte afgeknoopt kan worden met een zaksteek of dubbele stopknoop. Op die manier spaar je niet enkel karabiners uit, maar vermijd je tevens een mogelijke dwarsbelasting op een karabiner die in een te diep geplaatste rotshaak zit. Als je de lange bandlus gebruikt, zal je wél in elk ankerpunt een snapper moeten clippen. Trek de strengen tussen alle ankerpunten naar beneden en maak met een driewegsbeveiligde karabiner een ankersteek, dit wordt het centraal punt. (zie 4 afbeeldingen hieronder v.l.n.r.)
Sudtirolerstand
Nog enkele tips:
In klassieke, alpiene klimroutes met veelal slaghaken op de standplaatsen werd een interessante variant van de gefixeerde krachtendriehoek ontwikkeld door de berggidsen van Zuid-Tirol. De vele klimroutes in de Dolomieten waar het gebruik van slaghaken doorheen de geschiedenis bijzonder bepalend was, inspireerde hen tot deze vernieuwingen.
Een standplaats op krachtenverdeling kan je ook tijdens het zekeren van bovenaf nog verder verstevigen door deze te verbinden met bijkomende mobiele ankerpunten. Zorg daarbij dat de verbinding rechtstreeks in de zekeringslus of centraalkarabiner gebeurt.
Grote voordeel van de techniek is de eenvoud en het weinige materiaal dat er maar voor nodig is: een bandlus van 120 cm en een centraalkarabiner.
Als je ook de voorklimmer op de stand gaat zekeren of bij vertrek in traversee, dan is het heel belangrijk dat je de stand ook naar onderen toe gaat opspannen. De snelste en eenvoudigste methode is het klimtouw zelf hiervoor te gebruiken, waarbij je op het touw onder je zelfzekering een extra mastworp legt op het lager zittende ankerpunt en dit onder spanning brengt.
In het oog van de bovenste slaghaak fixeer je de bandlus met een ankersteek, haal de bandlus doorheen de onderste slaghaak en samen met het lusje dat door de onderste haak gaat, maak je een ankersteek op de centraal karabiner. Op die manier heb je een degelijk opgebouwde standplaats die redundant is. Deze methode kan je ook toepassen met een minstens 2,5 m lang hulptouw of een voorgestikte aramide-touwlus. Net als voor élke standplaats met 2 ankerpunten geldt dat je maximaal een hoek van 90° mag bekomen.
Een andere methode, die een strakker opspannen mogelijk maakt, is de zgn. ‘boerentakel’, waarbij je een hulptouw met een zaksteeklus inklipt in de snapper en vervolgens ga je het meerdere keren door de centraalkarabiner en de snapper heen halen en stevig opspannen, afsluiten doe je met alpiene slipsteek zodat het ook makkelijk terug kan lossen. Als het naar onderen opspannen van de stand wel nodig, maar niet mogelijk is, dan rest je nog de optie om het eigen lichaamsgewicht te gebruiken om de stand op z’n plek te houden… Je kan dan best de voorklimmer op het lichaam zekeren én je eigen zelfzekering hoort minstens 1 meter 50 te zijn!
Bij singlepitch hoort geen “relais!” Wie start met rotsklimmen leert eerst singlepitch-technieken. Eens boven ga je dan ombouwen naar laten zakken op een met ketting verbonden standplaats. Op sommige klimmassieven zal je misschien het touw doorheen 2 grotere maillon rapides halen (indien dus geen verbonden boorhaken) om redundantie te bekomen. Ook kan je bovenaan een schroefkarabiner en setje inhangen, waarbij de 2de klimmer dan gaat ombouwen. Belangrijk is dat je duidelijke afspraken maakt met je zekeraar over wat je van plan bent én géén touwcommando geeft waarbij die gaat veronderstellen dat je een stand zou gaan opbouwen… Bij singlepitch klimmen blijf je zekeren tot de klimmer terug op de grond staat. Check en dubbelcheck je handelingen én die van je klimpartner… Je hebt -ook letterlijk- elkaars leven in de hand!
Deze tekst verscheen eerder in iets andere vorm in het handboek ‘Gevorderden Bergbeklimmen’ (i.s.m. hoofdauteur Bart Overlaet) en zal in meer uitgebreide vorm ook opgenomen worden in het dit voorjaar te publiceren handboek voor ‘Advanced Multipitch & Trad Climbing’, waarin veel meer thema’s uitgediept worden relevant voor de gevorderde rotsklimmen. In een volgende Monte gaan we in op rappeltechniek. Touwtechnieken leer je niet enkel door het lezen van een tekst. Volg de nodige opleiding en geef jezelf genoeg oefenkansen in een veilige context!
47
Tekst David Lilith Leduc / foto's Emile Pino - pinopictures
Belgisch team in “Ali Ali Baba is een multipitch in Aiglun, op honderd kilometer van Nice, en op anderhalf uur stappen van het dorpje. Het is het meesterwerk van Philippe Mussato, een legendarische Franse klimmer. Deze route vol tufa’s telt acht lengtes, met in totaal zestig meter overhang.
We gingen met zes klimmers tegelijk in de route; drie onder ons klommen de route vrij (respectievelijk in één, twee en drie dagen). De 2500 km heen en terug van ons huis tot in Aiglun legden we af met bus en trein. Twee onder ons liftten ook een dag. Belgian style! De zes klimmers (Sven Lempereur, Eline Le Menestrel, Florian Gourgue, Pablo Recourt, Thomas Salakenos en ikzelf als “coach”) maken deel uit van het BRCT – Belgian Rock Climbing Team (@ belgianrockclimbingteam), een outdoor klimteam van de Club Alpin Belge (CAB). Het BRCT wil klimmers inspireren het klimmen meer als een teamsport te beschouwen, én zich op een ecologisch verantwoorde manier te verplaatsen. Het was een tof avontuur met een surrealistische sfeer, maar de sportieve resultaten mochten er ook zijn: Sven klom de route vrij in één dag, Pablo klom de route in drie dagen, ground-up, en ikzelf klom de route in twee dagen, na een dag voorbereiding. Het plan Op één week tijd, vanuit ecologische principes voor de heen- en terugreis het openbaar vervoer gebruiken, en als team samenwerken om elk van ons een kans te geven de prachtige route “Ali baba” vrij te klimmen. Ieder van ons heeft natuurlijk een ander profiel, niveau en ervaring. Aangezien we de route alle zes willen beklimmen en de wand een klein beetje afgelegen is, hebben we een goed plan en een efficiënte strategie nodig. Sven heeft het niveau en de ambitie om de route vrij te klimmen in één dag, zonder verkenning maar wel met logistieke hulp van het team. Pablo, Flo, Eline en ik willen de route het liefst ground-up proberen (van beneden tot boven zonder de wand te verlaten tot alles vrijgeklommen is). Thomas wil proberen zoveel mogelijk vrij te klimmen maar zonder druk en zonder strak plan: het is de eerste multipitch voor onze boulderaar. Aangezien we moeilijk alle zes tegelijk beneden in dezelfde route kunnen starten, gaan Eline en ik eerst langs boven verkennen, en laten we Pablo en Flo beginnen aan hun poging. Sven doet zijn grote push-poging op dag 2.
48
Baba” (250m, 8a+)
49
D
Dag -1 Achttien uur met bus en trein onderweg van Brussel via Nice naar Aiglun. Dag 0 De eerste dag stappen we gedurende enkele uren heen- en terug naar de voet van de wand, waar we ons basiskamp installeren. In zware zakken sleuren we ons klim- en slaapgerief, eten en veel water naar boven. Eén cordée, Eline en David, stapt ’s avonds helemaal rond en slaapt op de top. Dag 1 Eline en David beginnen de route langs boven te installeren: statische touwen, portaledge, setjes. Zij bestuderen de grepen en bewegingen van de bovenste vier lengtes (8a+, 8a/+, 8a/+, 7c). Een ander team, Pablo en Florian, start onmiddellijk aan een groundup ascent. Ze klimmen twee à drie lengtes per dag en slapen in de portaledges tot ze alles vrijgeklommen hebben. Ons derde team heeft een ander plan: Sven, geholpen door Thomas, wil tijdens dag twee de hele route in een one-day push vrijklimmen. De eerste dag probeert Thomas L1 en L2. Sven rust uit en kijkt naar de anderen. Emile, onze sympathieke fotograaf, komt ’s avonds toe. Dag 2 Sven probeert de hele route op één dag vrij te klimmen. Het hele team wordt gemobiliseerd. Hij klimt L1 (8a), L2 (8a) en L3 (7b+) flash met Thomas als zekeraar. L4 (8a) klimt hij à vue, gezekerd en aangemoedigd door Flo en Pablo vanuit hun portaledge. L5 (8a+) wordt hij gezekerd door Eline en geflasht vanuit het statisch touw door David. L6 (8a/+) kan hij even uitrusten op de volgende portaledge, deze lengte kost hem een paar pogingen. L7 (8a/+) klimt hij flash en voor L8 (7c) met de koplamp in de nacht komt er een zekeraarswissel, Pablo lost Eline af die misselijk is. Sven enchaineert. Ali Baba dus op één dag, zalig, het is feest voor iedereen! Pablo en Flo klimmen L4 en L5 en slapen op de volgende portaledge. David en Eline zakken en slapen in het kamp onder de wand samen met Thomas die al beneden was. Dag 3 David en Thomas vertrekken voor twee of drie dagen in de wand. Voor Thomas, een zeer sterke boulderaar, is het de allereerste multipitch. David klimt L5 (8a+) nog met de koplamp vrij. Ze zakken terug naar de portaledge aan R3 en slapen daar op de wand. Pablo en Flo klimmen uit en slapen op de top. Pablo heeft zijn droom verwezenlijkt: Ali Baba ground-up. Sven stapt terug naar het dorp en brengt twintig liter water mee naar het kamp, want het water was op.
50
Dag 4
Dag 5+2
David en Thomas klimmen vlot door en staan in de namiddag al op de top en slapen daar. David klom de route vrij, joehoe. Pablo en Flo stappen helemaal rond en brengen water en eten naar het kamp. Eline vertrekt met Sven voor twee dagen op de wand, om zoveel mogelijk lengtes te proberen. Sven zekert maar doet nog een nachtelijke sessie met de koplamp in L4.
Veertien uur onderweg met de trein en de bus tot in Brussel.
"De surrealistische sfeer was fantastisch: 6+1 mensen in dezelfde grote overhangende wand, bengelend aan statische touwen 100 of 200 meter boven de grond..."
Na een weekendje Fontainebleau een jaar eerder en een week boulderen in Ticino (Zwitserland) in maart, was dit de eerste echte “test” voor het team (waar ook Loïc Debry toe behoort, maar hij was een jaar op fietsreis). De surrealistische sfeer was fantastisch: een hele week leven in een grot; 6+1 mensen in dezelfde grote overhangende wand, bengelend aan statische touwen 100 of 200 meter boven de grond; grote zakken in de leegte omhoog hijsen... Iedereen scheen altijd vlakbij maar was tegelijkertijd steeds op een andere verdieping en in een andere flow. De sfeer was top, de uitdaging ideaal.
Dag 5 Thomas zakt af met David en doet nog een paar pogingen in L6. Daarna halen ze de statische touwen, de setjes en de portaledge weg en stappen ze via de top naar het dorp. Eline doet pogingen in L4, waarna ze samen met Sven, Flo, Pablo en Emile het materiaal naar het dorp brengt. Dag 5+1 Rivier! Opruimen en pizza. Overnachten buiten op de grond vlak voor het station van Nice, zoals een echt “outdoor” team.
51
Tekst en foto's Jo Dotremont
De bergen van
Zuid-Afrika, 2003. Op het Internationale Klimtreffen van de Mountain Club of South Africa (MCSA) tonen deelnemers van over de halve wereld ’s avonds dia’s (inderdaad: het predigitale tijdperk) van het klimmen in hun land. Ook ik heb een bak dia’s meegesleurd en laat wat beelden zien van klimmen in Freyr, Dave… maar die verbleken nogal bij wat de ZuidAfrikanen laten zien: een beeldverslag van hun expeditie naar Rwenzori!
Met een paar grote safari-jeeps waren zij helemaal van Johannesburg naar Uganda gereden om daar, te voet, dagenlang door de jungle te trekken. Na het doorkruisen van verschillende klimaatgordels volbrachten ze uiteindelijk een alpiene gletsjerbeklimming. Ik had er al eens iets over gelezen, over deze mistige sneeuwbergen op de evenaar, maar het verlangen om daar ooit zelf naartoe te gaan is op die avond in Zuid-Afrika definitief ontvlamd en sindsdien nooit meer gedoofd!
Close enough? De Kilimanjaro in 2018 kwam qua beleving aardig in de buurt, dacht ik. (Spoiler: een mens kan zich danig vergissen!). Maar ook na dat fantastische Afrikaanse avontuur naar Afrika’s Hoogste, blijft er nog iets smeulen… zou de kans zich ooit voordoen? En dan komt er een berichtje van onze aller Arne Monstrey, “of ik nog steeds interesse heb in Rwenzori?” Whoosh! Via Arne kom ik terecht bij Benny Verberck, volgens bepaalde bronnen “de beste bergwandelgids van Vlaanderen” die, na een mislukte poging door hoogteziekte in 1995, een nieuwe tocht plant. De prijs van het grapje doet mij even twijfelen, maar deze kans kan en wil ik niet laten schieten!
52
de maan
Ruwenzori, Rwenzori, Mount Stanley, Punta Margherita? Het valt op dat velen deze namen nog nooit gehoord hadden, en toegegeven, zelf wist ik ook lang niet hoe de vork exact in de steel zit. Om te beginnen: de ‘u’ in “Ruwenzori” mag je vergeten, dat is verouderde spelling. Vandaag is de juiste schrijfwijze Rwenzori, wat het dichtst aanleunt bij de lokale uitspraak. Rwenzori is de naam van de pakweg 120 km lange bergketen tussen Uganda en Congo. Zoals we in de Alpen bijvoorbeeld het Ecrins- en het Mont-Blancmassief hebben, is er ook in de Rwenzori een aantal massieven, alle genoemd naar ontdekkingsreizigers uit de negentiende eeuw. Zo heb je bijvoorbeeld Mount Stanley (Dr. Livingstone, I presume?), Mount Baker (Ma ma ma ma ma Baker?), Mount Luigi di Savoia… Enkele toppen van Mount Stanley reiken tot boven de vijfduizend meter, met als hoogste de Margherita Peak (5109 m). Deze piek werd door zijn eerste beklimmer, bovengenoemde Luigi di Savoia, Hertog van de Abruzzen, in 1906 naar de toenmalige koningin van Italië genoemd. Deze Punta Margherita is de derde hoogste top van Afrika, en tevens de hoogste Afrikaanse berg die geen vulkaan is. Maar waren deze ontdekkingsreizigers de eerste Europeanen die deze besneeuwde toppen aan de evenaar aanschouwden? Zeker niet, want reeds in de tweede eeuw na Christus maakte Ptolemaeus (Grieks wiskundige, astronoom, astroloog en geograaf) al melding van met sneeuw bedekte “Bergen van de Maan” ergens diep in Afrika, waar de Nijl zou ontspringen…
Op expeditie Expeditie is natuurlijk een groot woord voor eender welke moderne klimvakantie: zelfs de beklimming van een Himalayatop komt amper in de buurt van wat Mallory & co honderd jaar geleden deden. Maar een “walk in the park” kan je een tocht naar Mount Stanley ook niet echt noemen. Hoewel je natuurlijk wel in een nationaal park rondloopt met uitzinnige Afrikaanse junglefauna en -flora… De tocht brengt ons - expeditieleider Benny en 6 avonturiers, 3 uitstekende Ugandese berggidsen en 20 dragers - in niet minder dan vijf stevige stapdagen naar Margherita Camp op 4485 m, vanwaar we de zesde dag onze aanval op de hoogste top van Uganda - en Congo - zullen lanceren. De eerste dag brengt ons van een oud mijnstadje aan de rand van het nationaal park (als ik er stralend uitzie komt dat door het uranium en andere rare metalen in de bodem) tot het 1100 m hoger gelegen Sine Camp (2596 m) waarmee we qua plantengroei meteen op de grens tussen de forest zone en de bamboo zone zitten. De tweede dag komt er nog een goeie duizend hoogtemeter bij tot Mutinda Camp (3670 m), en zitten we volop in de heather zone, met reuzenheidestruiken van vijf à tien meter hoog, rijkelijk begroeid met lange baardmossen (“old man’s beard”). Toch nog net iets anders dan onze purperen hei… Ook de typische reuzenlobelia’s en het reuzenkruiskruid, planten die dat je ook wel op de Kilimanjaro vindt, vind je hier volop. Samen met de overvloedige modder maken zij de Rwenzori tot waar hij voor bekend staat. Nog iets: in Rwenzori is er nooit een bergop zonder een stukje bergaf, en nooit een bergaf zonder een stukje bergop. Dat maakt dat ons werkelijke aantal gecumuleerde dalende en stijgende hoogtemeters aanzienlijk hoger ligt dan wat je uit de opgegeven hoogtes van hutten e.d. afleidt.
53
Top in zicht! Vanaf het Mutinda Camp wordt het te modderig en schakelen we over op rubberlaarzen. De bergschoenen moeten immers droog blijven voor de gletsjers en de vrieskoude op de top-dag. Ik ben blij dat ik mijn goed passende laarzen van thuis heb meegebracht en geen lokale, misschien minder goed zittende botten moet lenen. Ik zal de hele tocht volbrengen zonder een enkele blaar. Maar die geur van de rijpere Franse kaas is een ander verhaal! In het Bugata Camp (4062 m) slapen we onze eerste nacht boven de vierduizend meter, en doen we tevens onze intrede in de mountain zone. Hier wordt de vegetatie minder dicht, maar zien we toch nog de endemische reuzenplanten tot vijf meter hoog. De tocht van Mutinda naar Bugata laat nog voldoende tijd en energie over om onze acclimatisatie na de middag een extra impuls te geven door nog een paar honderd meter hoger dan het kamp te klimmen. Ook de volgende dag, wanneer we in Hunwick’s Camp (3974 m) netto zelfs terug iets lager eindigen maar onderweg wel over de Bamwanjara Pas van 4450 m moesten, passen we het acclimatisatiecredo van hoog klimmen en laag slapen toe. Ook het Rwenzori-credo blijft geldig: geen bergop zonder bergaf, geen bergaf zonder bergop! Het is van op de Bamwanjara Pas, na drieëneenhalve (!) dag jungle, dat we een eerste blik op het ultieme doel van onze expeditie kunnen werpen: de majestueuze Mount Stanley met zijn verschillende toppen, waar steeds wel ergens wolken rond lijken te hangen.
54
Margherita
Vierduizender op rubberlaarzen
Na alweer een dag bergop en bergaf, bergaf en bergop, bereiken we Margherita Camp (4485 m), onze hoogste slaapplaats. Maar het wordt een korte nacht: we moeten opstaan om middernacht om rond 1 uur te vertrekken naar de top, Margherita Peak (5109 m).
Na afdaling naar Margherita Camp besluiten we diezelfde dag niet meer verder af te dalen, maar een tweede - langere - nacht op 4485 m door te brengen. Echt rustig slapen doe je op die hoogte niet, maar toch raken we voldoende uitgerust om de volgende dag tijdens de afdaling, die Rwenzori-getrouw nog een paar stevige klimmetjes bevat, nog een extra vierduizender mee te pikken: Weismann’s Peak (4620 m). Omdat we het nu toch al gewoon zijn, en om onze bergschoenen proper en onze voeten droog te houden in de enkelhoge of diepere modder, zijn we terug overgeschakeld op rubberlaarzen, en daarmee staan we dan ook op de top.
Afrikaanse nachten zijn donker, en het is een wonderbaarlijk raadsel hoe onze Ugandese gidsen Sam, Zebedee en Amos er bij het licht van een armzalig hoofdlampje in slagen de weg te vinden. Terwijl wij, bleke laaglanders, omhoog tjokken, spelen deze zwarte helden het zelfs nog klaar om de steilste klauterpassages te beveiligen met vaste touwen!
De lange weg terug Afrika, jungle… niemand die daarbij aan gletsjers denkt, en toch moeten we er twee oversteken. Eerst komt de Stanley Gletsjer, redelijk vlak, een aangename afwisseling na de steile rotsen. Maar de Margherita Gletsjer, na een nieuwe sessie scramblen, is behoorlijk steil en pakt, samen met de hoogte die intussen tegen de vijfduizend meter zit, op onze adem. Maar we winnen snel hoogte en als we samen met de gletsjer onze crampons en piolets achterlaten, resten ons enkel nog een paar laatste tientallen rotsige meters naar de top. Het is flink uitkijken op de berijmde rotsen, maar het zwart van de nacht heeft intussen plaats gemaakt voor het kille grijs van de wolken die de top omhullen. Uitzicht nihil, maar de emoties zijn er niet minder om! We vallen elkaar in de armen, en zijn het erover eens dat dit onze zwaarste, maar tevens ook onze mooiste beklimming ooit is. (Sorry Werner, onze Bionassay/Mont-Blanc -beklimming in 2004 heeft lang stad gehouden maar moet nu toch de duimen leggen)
De afdaling gaat zoals steeds sneller dan de beklimming, maar toch is het alles bij elkaar nog bijna drie lange dagen stappen (ploeteren, klauteren…) tot we de jungle uit zijn. We lopen deels langs dezelfde route als die waarlangs we gekomen zijn, en deels langs een andere vallei, door dewelke de Nyamwambe rivier zich een weg baant en een aantal spectaculaire watervallen vormt. Af en toe krijgen we ook een glimp te zien - of te horen - van de lokale fauna, van klipdassen en duikers, tot zelfs het geschreeuw van chimpansees in de verte toe! Op onze laatste avond in het Rwenzori nationaal park, in het kamp met de zeer toepasselijke naam Forest View (2580m), kijken we uit over dicht beboste heuvels waarover voorbijtrekkende wolken een verhullende nevelsluier trekken. Dit is het regenwoud in al zijn glorie. De top, een twintig jaar oude droom, is bereikt. Het is echter nooit de top die het belangrijkste is, maar altijd de weg ernaartoe.
55
Tekst en foto's Jan Cools
Bodem zoekt plant Planten groeien Bodem zoekt plantin hun habitat. De kwaliteit van de ondergrond, het weer en de mens bepalen
waar planten voorkomen. Planten kunnen soms rechtstreeks op de rots groeien, maar vaak is er tochgroeien bodem in alshun substraat planten. van Als de je een plant herkent, kanen je de ook een bepalen gokje wagen Planten habitat.voor De kwaliteit ondergrond, het weer mens waar welke bodem eronder ziet.
planten voorkomen. Planten kunnen soms rechtstreeks op de rots groeien, maar vaak is er toch bodem als substraat voor planten. Als je een plant herkent, kan je ook een gokje wagen welke bodem Wat is een bodem? De natuurlijke zuurtegraad van een bodem eronder ziet. Een bodem is die laag van de aardkorst waarin planten wortelen en waarin organismen leven. Kale rots telt bijgevolg niet mee als bodem. Een bodem ontstaat boven op moedergesteente. Het moedergesteente verweert door weer en wind tot kleine(re) minerale korrels (zand, leem en klei). Pionier planten hechten zich vast, en zorgen na afsterven voor het eerste organisch materiaal.
Wat is een bodem?
Welke planten zullen groeien op een bepaalde bodem, hangt voor een groot deel af van de zuurtegraad van het moedergesteente waarop de bodem is gevormd. Kalksteen en zijn afgeleiden (bv. dolomiet en marmer) zijn van nature basisch gesteente. De bodem die zich vormt boven op kalksteen is dus ook kalkrijk (en basisch). Ook basalt, een vulkanisch gesteente, is een basisch gesteente. Als basalt verweert, of afbreekt, gaat het ook leiden tot een basische bodem (ook al heeft het geen calciumionen). Graniet, gneis, schist en zandsteen zijn van nature zure gesteentes, die vervolgens verweren naar een zure bodem.
Een bodem is die laag van de aardkorst waarin planten wortelen en waarin organismen leven. Kale rots telt niet meevallenalsen voegen bodem. Een bodem ontstaat bovenop moedergesteente. Het Dierenbijgevolg laten er hun uitwerpselen extra organisch materiaal en micro-organismen toe. De percolatie van regenwater moedergesteente verweert door weer en wind tot kleine(re) minerale korrels (zand, leem en klei). door de bodem en het biologisch omwoelen en verteren van de Pionier planten hechten zich vast, en zorgen na afsterven voor het eerste organisch materiaal. Dieren bodem (bijvoorbeeld door regenwormen, bacteriën en schimmels) verbeteren de chemische samenstelling en structuur. Na enkele laten er hun uitwerpselen vallen en voegen extra organisch materiaal en micro-organismen toe. De honderden jaren kan men spreken van een bodem. Met het dikker percolatie van regenwater door de bodem en het biologisch omwoelen en verteren van de bodem (bv. worden van de bodem, vergroot ook het potentieel tot wortelen, en evolueert de vegetatie van korstmossen eenjarige planten door regenwormen, bacteriënviaenkleine schimmels) verbeteren de chemische samenstelling en structuur. Na tot grassen en struiken en verder tot volwaardig bos. enkele honderden jaren kan men spreken van een bodem. Met het dikker worden van de bodem, vergroot ook evolueert het potentieel tot wortelen, en evolueert de vegetatie van korstmossen naar kleine Het ecosysteem tot de zogenoemde climax vegetatie. Dat is het stabiele eindstadium van een specifiek ecosysteem. In éénjarige planten tot grassen en struiken en verder tot volwaardige bos. Het ecosysteem gaat zich dit voorbeeld, met voldoende regen en voldoende bodem, is bos verder evolueren dekan zogenoemde climax de climaxvegetatie. In detot bergen de climaxvegetatie evenzeervegetatie. Dat is het stabiele eindstadium van een struikgewas,ecosysteem. grasland, taiga of In toendra zijn. specifiek dit voorbeeld, met voldoende regen en voldoende bodem, is bos de climax vegetatie. In de bergen kan de climax vegetatie evenzeer struikgewas, grasland, taiga of toendra zijn.
rots
korstmossen
kleine eenjarige planten
meerjarige kruiden grassen
grassen en struiken schaduw-intolerante bomen
schaduwtolerante bomen
tussenstadium
volwaardige gemeenschap
pioniersplanten Honderden jaren
56 Figuur: Bodemvorming – van kale rots en pionier planten tot volwaardige bodem met bos
Liever een zure of basische bodem?
Zelf je bodem beheren
Tuinders en boeren weten dat de meeste planten een bodem met neutrale zuurtegraad (pH tussen 6-7) verkiezen. Puur water heeft een pH van 7.
Wil je de bodem aanpassen aan je persoonlijke voorkeur dan kan je de volgende eenvoudige vuistregels volgen: voeg kalk toe als je de bodem meer basisch wil maken, en zwavel of citroen afval om de bodem zuurder te maken. Veengrond, of tuinturf, is van nature zuur en geschikt voor zuurminnende planten. In de praktijk is het vaak niet zo simpel, daar het ook afhangt van het type bodem (klei, zand, leem), de drainageklasse en de hoeveelheid organische stof in de bodem.
Een zure bodem heeft een hoge zuurtegraad, en dus een lage pH (kleiner dan 6). Een basische bodem heeft een hoge pH (hoger dan 7), en een lage zuurtegraad. Een basische bodem wordt ook een alkalische of kalkrijke bodem genoemd. Het belang van de zuurtegraad voor planten heeft voornamelijk te maken met de chemische beschikbaarheid van voedingsstoffen in de bodem. Fosfor, een essentiële voedingsstof, bijvoorbeeld is het best beschikbaar voor planten in neutrale tot lichtzure bodems (pH 6-7). In basische bodems bindt fosfor met calcium en is zo amper beschikbaar. Calcium en magnesium zijn dan weer goed beschikbaar in basische bodems. In erg zure bodems (pH < 5) is zodanig veel aluminium, ijzer en sulfide beschikbaar dat het toxisch is. Zeker in de tropen komen aluminium toxische bodems veel voor.
Bodemdegradatie Veel bodems zijn niet in goede staat. Bodem of landdegradatie is wereldwijd een groot probleem. Ook in de bergen is het een probleem. Erosie vergroot de kans op landverschuivingen, verstoort paden en vermindert de mogelijkheden voor landbouw. Een goede bodem is ook van belang voor het zuiveren van water of het op peil houden van fauna en flora. Graslanden en veen zijn bovendien ook bekend om het opslaan van koolstof in de bodem, en zijn dus oplossingen om de klimaatverandering in te perken.
Het warme klimaat en de natuurlijk bodem is een van de redenen van de slechte landbouwopbrengsten in ontwikkelingslanden. In erg basische (pH > 8.5) bodems zijn te veel natriumzouten aanwezig. De natrium dominante bodems zijn typisch voor woestijngebieden. Het koppelen van de juiste plant aan de juiste bodem is een wetenschap op zich. In de natuur groeien voornamelijk zuurminnende planten op zure bodems, en kalkminnende planten op alkalische bodems. • Bosbessen, rododendron, heide en naaldbomen (behalve taxus) zijn bijvoorbeeld zuurminnende planten, en verkiezen een zure, vaak ijzerrijke, bodem. De alpenroos, een type van rododendron, groeit liefst op zure bodems. •Voorbeelden van kalkminnende vegetatie zijn de typische alpen bloemenweide, graslanden, kruiden zoals tijm, salie en lavendel. Ook vetplanten en druiven verkiezen kalkgrond.
Zuurtegraad bodem pH Voorbeelden 0 Zwavelzuur 1 Citroenzuur 2 Pyriet (sulfaat) bodems Erg zure bodem 3 Bodems rijk in aluminium en ijzer 4 Naaldbosbodem Zure bodem 5 Graniet- en zandbodem 6 Regen Akkerland / loofbosbodem Neutrale bodem 7 Zuiver water Kalkrijke bodem Alkalische bodem 8 Zeewater 9 Erg alkalisch 10 Zoutbodem 11 12 Bleekwater 13 Ontstopper 14
Typische vegetatie
Zuur- en zwaveltolerante soorten Typische weinig vegetatie (vaak kustzones) Zuurminnende soorten bv. heide, bosbessen, rododendron, naaldbomen Loofbomen Meeste landbouwgewassen Kalkminnende soorten wilde bloemen, kruiden, grassen, lavendel, vetplanten Zouttolerante soorten Woestijn- en kustplanten
57
CLUBS Oost-Vlaanderen Balance Bouldering Team - www.klimzaalbalance.be Bleau Climbing Team - www.bleau.be Bergsport Oost-Vlaanderen - www.bovl.be City Lizard - www.citylizard.be Climbing Team De Dam - www.sportdedam.be Climbr - www.weareclimbr.be De Bergpallieters - www.bergpallieters.be Future Sports – www.futuresports.be Hiking Advisor - www.hikingadvisor.be Out-There Rhino Boulder Gym - www.rhinobouldergym.com Vlaamse Bergsport Waasland - www.bergsportwaasland.be Vertical Thinking - www.verticalthinking.be Antwerpen Alpua - www.alpua.be BAC Antwerpen - www.bacantwerpen.be Blok Climbing Team - www.klimzaalblok.be Bergsportvereniging Provincie Antwerpen - www.bpa.be Bergsportvereniging Klein-Brabant - www.bvkb.be Canyon Team Vlaanderen - wordpress.canyonteamvlaanderen.be Gustaaf Klimclub - www.gustaafklimt.be Kajoe - www.kajoe.be Level Up - www.levelup.be X-Academy - www.x-academy.be
SHOP
West-Vlaanderen Blueberry Club - www.blueberryclub.be West-Vlaamse Bergsportvereniging - www.westvlaamsebergsportvereniging.be West Coast Lizards Climbing Team - www.westcoastlizards.be Limburg Alpamayo - www.alpamayo.be BAC Limburg - www.bac-limburg.be Crux Climbing Team - www.cruxbouldergym.be Limburgse Bergsportvereniging - www.klimburger.be Olympia Jeugdklimteam - www.klimmuurolympia.be Vlaams-Brabant Bergsportclub Alpigo - www.alpigo.be Boulder Klimclub Herent - www.boulder.one Bergsport Vlaams-Brabant - www.bvlb.be Klimclub Hungaria - www.klimclubhungaria.be Leuvense Universitaire Alpinisten Klub - www.luak.be Pink Peaks Club - www.pinkpeaks.be Brussel BeSlack North – www.beslack.be Klimschool Zuid - www.petite-ile.be Klimschool À Bloc - abloc.brussels Le Camp 4 - www.lecampdebase.be/lecamp4 Luik Fun Adventure – www.fun-adventure.be
Ruim aanbod van topo's en boeken in de webshop webshop.klimenbergsportfederatie.be
!
Nu met kortingen tot -50%
HUTTEN Chaveehut
VENNHÜTTE
Rue de la Chavee 7, Maillen
Am Bahnhof 13, Burg-Reuland
Van 1/3 tot 30/10 ieder weekend open van vrij- tot zondag
Ieder weekend open van vrij- tot zondag
Reserveer via www.kbfvzw.be > chaveehut
Reserveer via www.kbfvzw.be > vennhütte
58
KLIMWINKEL
DE STEENUIL KLIMGERIEF EN OUTDOORKLEDING
www.desteenuil.be
KLIMGERIEF & OUTDOORKLEDING Alle materiaal voor uw klimavonturen en training in zaal of op rots
WEES WELKOM! KEIZERSTRAAT 62 MECHELEN
Persoonlijk en professioneel advies op maat 59
KBF-Leden -10%
We Are Masters of Insulation MYTHIC G JACKET We’ve redefined warmth for weight, again. Engineered with our pinnacle 1000FP down and a cutting-edge TILT heat-reflective lining, the Mythic G is your essential refuge in plummeting temperatures, all for under 300g. WW W .RA B .EQ U IPM ENT
60