Klim- en bergsportmagazine 2014 2

Page 1

/KLIM BERGSPORT EN

magazine april

1

VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - JANUARI (SUMMIT), 2/ FEBRUARI, 3/ APRIL, 4/ JUNI, 5/ SEPTEMBER; 6/ NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HASSELT 1 - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808


2


/jaargang 7 nr. 2014 / 3

/inhoud 5/

Partners / Lidmaatschap

7/

up2date

8/

Ski-Mountaineering

10/

Belgisch Kampioenschap Ski-Mountaineering

12/

interview VTS denkcel-secretaris Katleen De Wilde

16/

Vergelijkende test zekeringstoestellen

20/

Waarden en ethiek in het bergwandelen

22/

Big Wall - Val di Mello (Ital誰e)

26/

Roadtrip door de Alpen

31/

Spaghetti - winter Franse Alpen

32/

Chamser Kangri (Ladakh)

36/

Voetafdruk: de terugkeer van de bever (Hoge Venen)

39/

Shop

41/

Hutten

/HIGHLIGHTS

10

3

22

foto kaft : klimmen in Val di Mello (artikel pagina 22)

26

32


PARTNER

PARTNER


/partners

/lidmaatschap /voorwoord De mogelijkheid bestaat nu dat leden hun gegevens persoonlijk kunnen aanpassen in het ledenbestand, bijvoorbeeld een adreswijziging of andere, zoals het aanduiden of u het magazine al dan niet digitaal wenst te ontvangen. Indien u dit wenst aan te passen kunt u via “mijn KBF” inloggen met lidnummer en (persoonlijk) paswoord en op uw profiel de aanpassing doen, of u geeft een seintje op: tijdschrift@klimenbergsportfederatie.be Met de zomer voor de deur willen we onze leden herinneren aan de mogelijkheid om niet-leden uit te nodigen op de Belgische rotsen! Meer informatie kunt u vinden in de rubriek Up2Date, pagina 7... Zoals u wellicht opmerkte proberen we dit magazine steeds tot een hoger level te heffen. Dit willen we oa doen door enkele nieuwe rubrieken tot leven te roepen. Dit zal niet eensklaps gebeuren, maar het magazine zal eerder een levend magazine worden, met rubrieken allerlei, steeds terugkerend of sporadisch gepubliceerd... In die context willen we een poging doen de rubriek “meningen” in het leven te roepen, dit door middel van het publiceren van een “open lezersbrief”. Het zou de bedoeling zijn dat er telkens op de artikels van het laatste magazine een mening kan geuit worden. Let wel, enkel over de inhoud van een artikel ! Brieven ivm artikels uit dit magazine kunnen gestuurd worden naar: tijdschrift@klimenbergsportfederatie.be (Nota: we lezen enkel brieven die met naam ondertekend zijn, en de redactie is 100% vrij een brief al dan niet te publiceren. Om tijdbesparende redenen zal op een brief die niet zal gepubliceerd worden geen antwoord gegeven worden).

Reginald Roels - redactie

/COLOFON KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2014 Begin januari (Summit 2014), begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@klimenbergsportfederatie.be REDACTIEMEDEWERKERS Herman De Kegel (verbetering teksten) / Luc Vandenbosch (ecologie) / Louis De Geest (ecologie) / Tuur Ceuleers / Eddy Kindt uitgave juni: 28/04/2014 uitgave september: 18/07/2014 uitgave november: 15/09/2014 VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK LayOut - opmaak: Reginald Roels Druk: Drukkerij Paesen - Genk VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat - Zwijndrecht

5


PARTNER

P

6


/UP 2 DATE NIEUWS kORTINGEN IN BUITENSPORTZAKEN

BIJ ONZE KBF-PARTNERS Altiplano Books (online-shop): 10 % (registreer je met KBF-lidnummer) ALPY vzw: € 10 korting op een ALPY-lidmaatschap Base Camp (Nijlen): 10 % voor KBF-leden, 5 % (klantenkaart) Bergen Magazine: 40 % korting op jaar-abonnement De Berghut (Hamme): 10 % K2 (Antwerpen): 8 % (d.m.v. tegoedbon) Mounteqshop: 10% BIJ ANDEREN AS Adventure (diverse filialen): 5 % Atlas & Zanzibar (Gent): 5 % Avventura (Gent): 10 % Avventura (Brussel): 10 % Avventura (Brugge): 10 % voor niet-leden Condor Safety BVBA (Roeselare): 10 % Horizon Buitensport (St.Niklaas): 5 % Into The Wild (Nieuwpoort) : 10 % Kariboe (Hasselt - Leuven): 15 % North Face Store (Antwerpen, Leuven, Hasselt): 5 % PARTNER Trekking (Aalst): 5 %

/klimmen niet-leden klimvergunningen voor niet-leden Met de zomer voor de deur willen we onze leden herinneren aan de mogelijkheid om niet-leden uit te nodigen naar de rotsen! Iedereen die gaat klimmen op de door de Belgische federaties beheerde klimmassieven moet beschikken over een geldige vergunning, zijnde uw lidmaatschap bij KBF. Iedereen die gaat klimmen zonder deze vergunning stelt zich bloot aan belangrijke risico’s: ten eerste begeeft hij zich onrechtmatig op privé-terrein, en ten tweede is hij niet verzekerd als er een ongeval gebeurd, wat verstrekkende gevolgen kan hebben naar bijvoorbeeld burgerlijke aansprakelijkheid toe. Voor niet-leden zijn er twee mogelijkheden om een vergunning via de federatie te bekomen, nl “uitnodiging van niet-leden door leden” en “groepsvergunning voor derden”. ...maar in deze tekst gaan we ons beperken tot de individuele klimvergunningen (uitnodiging van niet-leden door leden). Uitnodiging van niet-leden door leden Elk lid kan drie maal per jaar twee niet-leden meenemen (per keer) naar de rotsen om hen te laten kennis maken met het rotsklimmen. Hij/zij moet geen bijzonder diploma hebben, maar moet logischerwijs wel de ‘gedragsregels’ voor het betrokken massief respecteren en op een veilige manier gaan klimmen met zijn/haar genodigde(n). We schrijven enkel vergunningen uit voor: KBF- en CAB-massieven + Marche-les-Dames. PROCEDURE U moet een schriftelijke aanvraag richten tot het KBF-secretariaat. Dit kan of per fax (03 830 36 24), of via mail op: klimtoelating@klimenbergsportfederatie.be met opgave van: - Naam van KBF-lid die uitnodigt + lidnummer - Namen van de uitgenodigde personen + hun geboortedatum - Plaats waar men wil gaan klimmen en de datum Indien goedgekeurd ontvang je een verzoek tot betaling. Hou er rekening mee dat we eerst een betalingsbewijs moeten ontvangen voordat we een vergunning uitschrijven, dus dien je aanvraag tijdig in. Je betaalt je vergunning per dag, per genodigde, per massief. Prijzen zijn te vinden op volgende link: http://www.klimenbergsportfederatie.be/rotsklimmen/rotsmassieven/toegang ANNULATIE Nadat je de vergunning hebt ontvangen kunt u niet meer annuleren. Controleer dus van te voren het weerbericht.

7


ski-mounta wat is ski-mountaineering? Ski Mountaineering? … Dit is de nieuwe officiële term voor de sport die in het verleden ski-alpinisme werd genoemd. Het is de discipline die het beklimmen en skiën van besneeuwde bergen omvat, zowel op recreatief als competitief niveau .

8

Het grootste deel van de beklimming gebeurt op tourski’s, gebruik makend van stijgvellen. Beklimmingen over gletsjers en moeilijke beklimmingen kunnen het gebruik van touw, stijgijzers en ijsbijlen noodzakelijk maken. Bij zeer steile passages worden de ski’s op de rugzak bevestigd en wordt er te voet verder geklommen. Afdalingen gebeuren op tourski’s. Afhankelijk van de moeilijkheidsgraad van de afdaling kunnen hindernissen, zoals bijvoorbeeld een rotsbarrière van 50 meter hoog, een continue afdaling onmogelijk maken. Deze hindernissen worden afgeklommen, met de ski’s op de rugzak, of het touw wordt uit de rugzak gehaald om hierlangs af te dalen. Het doel van ski-mountaineering is de tourski’s te gebruiken bij beklimmingen en afdalingen om de algemene gebergte-ervaring te verhogen door een verhoogde snelheid (dan te voet) en efficiëntie. Deze discipline wordt ook op competitief niveau beoefend. Een wedstrijd bestaat uit een parcours in het hooggebergte, dat op voorhand uitgestippeld wordt en meestal de nodige technische moeilijkheden bevat, zo snel mogelijk af te leggen. Bij een gemiddelde wedstrijd worden tussen de 1800 en 2000 positieve hoogtemeters beklommen in het hooggebergte. Dit komt overeen met ongeveer 7 maal de hoogte van de Eiffel-toren.

TEKST: KURT PIOT

Historiek: hoe het begon... Ski-Mountaineering stamt uit de tijd toen er nog geen afgebakende skigebieden en skiliften bestonden, het is de puurste vorm van skiën. Voor de bewoners van bergstreken was het stijgen en afdalen met ski’s een manier om zich te kunnen verplaatsen, voor hun dagelijkse activiteiten, in het besneeuwde landschap. Dit evolueerde reeds in de 18de eeuw naar een sport. De huidige competitie ski-mountaineering, voorheen ski-alpinisme genoemd, vindt zijn oorsprong in het militaire milieu. De pionier van het “militair patrouille skiën”, zoals het destijds genoemd werd, was de Duitser, luitenant Wilhelm Paucke. In 1893 slaagde hij erin de generale staf te overtuigen detachementen van ski-patrouilles in te voegen in de bataljons “Jäger” met als hoofdtaak verkennings-, beveiligings- en verbindingsmissie’s. De “winterluitenant”, welke zijn bijnaam was, vond ook de competitie voor militaire ski-patrouilles uit (bestaande uit 4 en later 3 coureurs/militairen) , die een enorm succes kenden in de daarop volgende jaren. De Duitse uitvinding werd overgenomen door het Oostenrijkse leger en de Franse “Chasseurs Alpins”. Civiele wedstrijden werden vanaf de jaren 1920 georganiseerd.


een nieuwe competitie Deze nieuwe competitievorm werd, door zijn enorm succes, opgenomen in het programma van de Olympische winterspelen te Chamonix in 1924, naast de disciplines bobsleeën, schaatsen, schansspringen, ijshockey en curling. De patrouilles die deelnamen aan deze competitie bestonden uit vier personen (een officier, een onderofficier en 2 korporaals) in velduniform met wapens en bepakking. Het parcours was 30 km lang en overbrugde 800 positieve en negatieve hoogtemeters en een 250 meter-schietstand: schoten die op het doel waren reduceerden de totale tijd. Ondanks het feit dat deze discipline deel uitmaakte van de eerste Olympische winterspelen, moest na de tweede wereldoorlog het “militair patrouille skiën” plaats maken voor biathlon. Volgens de toenmalige organisatie zou de moderne evolutie van het “militair patrouille skiën” niet ski-mountaineering zijn (zelfs al was het technische alpiene element een belangrijke en beslissende factor), maar wel biathlon. De eerste olympische competitie voor biathlon werd in Grenoble gehouden en was zeer vergelijkbaar met de wedstrijd “militair patrouille skiën” in Chamonix.

taineering

Tijdens de verdere evolutie van biathlon en ski-mountaineering groeiden ze echter verder uit elkaar. Ski mountaineering verloor grotendeels zijn militaire element. Tijdens civiele wedstrijden worden uiteraard geen uniformen gedragen en de 250 meterschietstand maakt geen deel meer uit van het parcours. Verschillende wedstrijden worden nog steeds in teams van 2 of 3 gestreden. Het technische alpiene element bleef een belangrijke en beslissende factor. Bij biathlon bleef de schietstand behouden, maar ging het technische alpiene element volledig verloren en werd vervangen door het langlaufelement. De na-oorlogse periode In de na-oorlogse periode ontstonden de legendarische wedstrijden als “Patrouille des Glaciers” in Zwitserland of “Trofeo Mezzalama” in Italië. Elk land, waar de competitie ski mountaineering heeft overleefd, heeft wedstrijden georganiseerd die aan hun tradities beantwoorden. In de jaren 1980 zagen nieuwe wedstrijden het daglicht die de aanzet waren voor het moderne ski mountaineering. Men ging over tot competitie tussen patrouilles bestaande uit 2 coureurs. Verschillende alpenlanden organiseerden dergelijke wedstrijden. In Frankrijk werd voor de eerste maal de legendarische wedstrijd “Pierra Menta” georganiseerd. Wat de Tour de France is voor het wielrennen, is de “Pierra Menta” voor het ski mountaineeren. Het is een vierdaagse wedstrijd, waarin 10.000 positieve hoogtemeters moeten overwonnen worden, De teams bestaan telkens uit 2 skiërs. In het begin van de jaren 1990 werd de CISAC (Comite International de Ski Alpinisme de Competition) opgericht door enkele gepassioneerde Fransen, Italianen, Spanjaarden, Slowaken en Zwitsers. De eerste Europese beker en het Europees kampioenschap zijn daaruit ontstaan. Er werden voor de eerste maal ook individuele wedstrijden georganiseerd. Nationaal - internationaal De UIAA (Union Internationale des Associations d’Alpinisme) nam CISAC over en richtte ISMC (International Council for Ski Mountaineering Competition) op. In 2001 werd BCSMC (Belgische Commissie voor SkiMountaineering Competitie, deel uitmakend van de nationale federatie Club Alpin Belge – Belgische Alpen Club, kortweg de CAB-BAC) opgericht en ontstond de Belgische competitie skimountaineering. Na de Europese beker en het Europees kampioenschap, werd voor de eerste maal een wereldkampioenschap georganiseerd in januari 2002 te Serre Chevalier (Frankrijk), waar de beste skialpinisten ter wereld zich met elkaar konden meten. IIn 2009 scheurde ISMC zich af van de UIAA en werd de ISMF (International Ski Mountaineering Federation) opgericht. Een nieuwe federatie, los van de UIAA. De evolutie naar een moderne sport is zowel op technisch (zeer licht materiaal) als op ethisch vlak gerealiseerd. De wedstrijden ski-mountaineering worden tegenwoordig dichter bij de valleien en de skigebieden georganiseerd om er, zoals bij elke sport, zijn publiek te vinden.

9


belgisch kampio ski-mountaineering 2014 TESKT EN FOTO’S: PAUL VERZELE

Ondanks het feit dat wij en de Nederlanders door de Zweedse federatie uitgenodigd werden om deel te nemen aan hun nationaal kampioenschap hebben we uiteindelijk toch gekozen om samen met de Nederlanders onze kampioenschappen in Duitsland te houden. We kozen ervoor om aan te sluiten met de befaamde wedstrijd in Berchtesgaden, de zogenaamde Jennerstier.

De Jennerstier race is een legendarische Ski-Mountaineering race die sinds 2006 wordt georganiseerd. Het parcours kenmerkt zich door de zware fysieke belasting en de moeilijke technische passages. Niet voor niets dankt de race zijn naam aan het feit dat je een stier moet zijn om deze race te winnen. Wat de race verder legendarisch maakt is het beste cake-buffet ter wereld waarop je getrakteerd wordt bij de finish! Maar net zoals bij ons in de lage landen, hebben de Duitsers dit jaar helemaal geen winter gekend. Er was nauwelijks sneeuw. Ook niet in de bergen. Zelfs op de skipistes konden de sneeuwkanonnen nauwelijks sneeuw produceren omdat de temperatuur ook ’s nachts veel te hoog was. De week voor de wedstrijd was een beangstigende week voor menig organisator.

10

De hele week voor het kampioenschap is er heel druk over en weer gecommuniceerd over het al-dan-niet afgelasten van de wedstrijd wegens gebrek aan sneeuw. We werkten al aan een “plan B” om enkel op het hoogste deel van de ski piste zelf een Vertical race te organiseren. Een aantal van onze atleten hadden ondertussen al afgezegd omdat ze dachten dat het parcours er veel te gevaarlijk bij zou liggen. 12 moedige Belgen (2 CAB en 10 KBF), de dappersten van alle Galliërs, hielden stand, elkaar uitdagend en oppeppend. Maar de weergoden waren ons uiteindelijk goed gezind. Twee dagen voor de wedstrijd heeft het stevig gesneeuwd. Net genoeg om op een veilige manier de wedstrijd te laten doorgaan. Maar in de vroege ochtend, bij de aanloop naar de wedstrijd toe, verslechterde het weer opnieuw. Niet omdat de temperatuur weer te hoog werd, maar zwarte sneeuwwolken en een dichte mist pakten samen in de wijde omgeving van Berchtesgaden. En een uurtje voor de start begon het opnieuw te sneeuwen. Weer hing de wedstrijd aan een zijden draadje omdat de zichtbaarheid ontoelaatbaar en gevaarlijk klein dreigde te worden. De start werd even uitgesteld maar toen in een kleine opklaring alle wedstrijdcommissarissen langsheen het hele parcours één na één groen licht gaven, werd de start toch gegeven.


oenschap

150 deelnemers, een absoluut record voor deze moeilijke wedstrijd, gingen de uitdaging in deze uiterst moeilijke omstandigheden aan. De grote groep deelnemers die als één blok vertrok, werd heel snel een heel lange sliert atleten die zich bergop haastten. Bergop kwam het er vooral op aan om de juiste inschatting te maken tussen het zigzaggend naar boven gaan en een grotere afstand te moeten afleggen of steiler omhoog gaan met het risico dat de ski’s de grip op de sneeuw verloren. Al snel bleek dat de opklaring maar van zeer korte duur zou zijn. De wolken pakten weer samen en het begon genadeloos the sneeuwen en hard te waaien. Verkleumende supporters en familieleden met blauwende wangen haastten zich naar de warme beschutting van de skistations en hadden nood aan een warm of alcoholisch drankje terwijl de racers moedig door de dikke, losse sneeuw bergop ploeterden. De steeds intensere sneeuw nodigde hen als het ware uit om spoed te zetten en snel de aankomst te bereiken waar dan hete chocolademelk en het beloofde cake-buffet hen zou opwachten. Wie te traag vooruit ging, kreeg het alleen maar moeilijker omwille van de wind en sneeuw. Zoals bekend met deze race, was de wedstrijd zwaar en meermaals moesten de ski’s op de rug gebonden worden omdat de hellingen te steil waren om bergop te kunnen gaan. Meerdere landgenoten deden er alles aan om voor de eerste Nederlander te blijven. Elke Nederlander die even in het vizier kwam, moest gepasseerd worden. Een strijd tussen de Lage Landen waar de Belgen het overwicht in kregen. De race ging ongelofelijk snel en wie niet kon volgen, moest opgeven en moest eruit. Zo genadeloos was de wedstrijd en het weer. Toch hebben onze landgenoten op één na allemaal de eindmeet gehaald. Onze junior Guillaume Funck haalde met een uitstekende tijd zelfs brons in het algemene klassement in zijn categorie. Als een van de jongste deelnemers kan dit tellen en dit belooft voor de toekomst. Bij de dames zette Anouk Doore een puike prestatie neer, vooral omdat ze ervoor koos om het langere mannenparkoers mee te doen terwijl er eigenlijk een apart en korter vrouwenparkoers uitgestippeld was. Bij de mannen haalde Jasper De Fré brons, Maarten Sannen zilver en de ongenaakbare Kurt Piot goud. Ondanks de moeilijke omstandigheden hebben onze collegae van DAV hun uiterste best gedaan om de race te laten slagen en hebben ze er alles aan gedaan om de wedstrijd toch te kunnen laten plaatsvinden, zonder enig compromis te moeten aangaan wat de veiligheid betreft. De hele wedstrijd is zonder enig ongeval verlopen. Er was ook een heuse, professionele televisieploeg aanwezig en er is een kort verslag van de wedstrijd op de Duitse televisie uitgezonden. In de vroege avond werd er nog een toerski omloop georganiseerd voor het goede doel waarop meerdere landgenoten opnieuw van de partij waren. ‘s Anderendaags was er weer een stralende, warme zon en alle sneeuw die op een paar dagen gevallen is, was in een oogwenk weer verdwenen. Een dag eerder of later had de wedstrijd onmogelijk kunnen doorgaan. Wie er nog een paar dagen aan wou breien om even rustig te skiën, was eraan voor de moeite.

11


vts

/denkcelsecretaris

Katleen De Wilde

12

De Vlaamse Trainersschool heeft een duidelijke, tweeledige, missie: Meer trainers beter opleiden. Enerzijds zijn er door de afdeling Sportkaderopleiding maatregelen uitgewerkt om de toegankelijkheid van de opleidingen en het aantal cursisten te verhogen, onder andere door het inschrijvingsgeld laag te houden, de cursusorganisaties modulair aan te bieden en up-to-date informatie aan te bieden m.b.t. het opleidingsaanbod.

Hoe lang werk je al voor de VTS? Wat zijn je voornaamste taken voor de denkcel klim- en bergsport? Ik werk nu 2 jaar voor de Vlaamse Trainersschool. Als denkcelsecretaris zorg ik voor alle administratie die te maken heeft met de denkcelwerking in het algemeen en de cursusorganisaties in het bijzonder. Dit houdt in dat ik vergaderingen van de denkcel voorbereid, verslagen maak, communicatie tussen de verschillende partners verzorg, het cursusaanbod opvolg, cursisten informeer, …

Anderzijds streven ze naar een zo kwalitatief mogelijke opleiding. Dit doen ze door kwaliteitsbevraging bij de cursisten, inspectie van de cursusorganisaties, opleidingsstramienen opvolgen en bijsturen waar nodig, cursusteksten actualiseren enz. De Vlaamse Trainersschool is een samenwerking tussen het Bloso, de 3 Vlaamse universiteiten en de 14 hogescholen met een opleiding Lichamelijke Opvoeding en de erkende sportfederaties. Bovendien is de VTS in de sportdecreten aangeduid als het enige officiële erkeninningsorgaan van de sportkaderopleidingen in Vlaanderen. De VTSdiploma’s zijn vereist volgens de licentiereglementen en voor het verwerven van kwaliteitslabels en bijkomende subsidiëringsmogelijkheden van bepaalde sportfederaties.

Welk doel heeft het volgen van een kaderopleiding? Het plezier van het sporten in kwaliteitsvolle omstandigheden wordt door iedereen gewaardeerd. Goed opgeleide en kwaliteitsvolle trainers, begeleiders en clubbestuurders zijn daarbij een cruciale factor. VTS tracht, door een team van experts in te zetten, om zoveel mogelijk trainers en sportbegeleiders zo goed mogelijk op te leiden. Hoe wordt de kwaliteitsbewaking gedaan binnen de kaderopleidingen van de VTS? Bij elke cursusorganisatie wordt een vragenlijst aan de cursisten voorgelegd, waarop zij anoniem kunnen aangeven hoe goed ze de opleiding vonden. Er wordt gepeild naar de tevredenheid over onder andere de vakinhouden, cursusmateriaal, docenten en de accommodatie. De resultaten van deze IKZ-bevragingen worden steeds verwerkt en besproken op de denkcel en vormen een belangrijke informatiebron om bij te sturen, waar nodig. Daarnaast beschikt VTS over een inspecteur, die regelmatig op cursusbezoek gaat om ter plaatse te polsen naar de tevredenheid van cursisten en docenten te coachen. Hoe worden docenten gerekruteerd? Aan welke voorwaarden moeten zij voldoen om te kunnen doceren? Docenten rekruteren is een taak van de denkcel, waarbij vooral de sportfederaties een belangrijke rol vervullen. Zij hebben immers een goed zicht op de specialisten in het werkveld. Zo zijn er onder andere gediplomeerde berggidsen, Trainers B of Trainers A die deel uitmaken van het docentenkorps. VTS verwacht dat een docent beschikt over een pedagogisch diploma, gekoppeld aan het sporttechnische diploma in de sporttak waarin de docent wenst les te geven. Bij voorkeur beschikt de docent over een diploma van een niveau boven datgene waarin hij/zij wenst te doceren. Wanneer een docent zich kandidaat wenst te stellen kan dit het gemakkelijkst gebeuren door aanmelding op onze website. Langs deze weg komt hun kandidatuur onmiddellijk bij de betrokken personen terecht en kan een erkenning vlot verlopen. Bovendien worden docenten tijdens hun lessen ook opgevolgd, gecoacht en geëvalueerd.


Hoe kunnen we er voor zorgen dat kaderopleidingen aantrekkelijk, laagdrempelig en op redelijke termijn haalbaar blijven? Bij het organiseren van de opleidingen wordt voortdurend gezocht naar het juiste evenwicht tussen kwaliteit en de juiste omvang van de opleiding. De VTS-opleidingen worden via Bloso door de Vlaamse Overheid gefinancierd. Dit zorgt ervoor dat de inschrijvingsgelden zeer democratisch blijven voor de cursisten. De cursist betaalt in de meeste gevallen via het inschrijvingsgeld minder dan de helft van de reÍle kostprijs van de opleiding. In de sportspecifieke modules wordt de cursusinhoud bepaald door de docenten en de denkcelleden, de experts binnen de sporttak dus. Voor Klim- en Bergsport wordt aandacht besteed aan de risicofactor die de sport inhoudt en hoe hier best mee omgegaan wordt. Maar ik denk ook aan opleidingen rond meteo, ecologie, krachtenwerking, ‌. Bepaalde praktijkgerichte modules worden in het buitenland gegeven omdat dat het eigenlijke werkveld is. Anderzijds proberen we ook in te spelen op de vraag vanuit het werkveld. Wanneer een klimzaal of een club vragende partij is voor een cursusorganisatie, wordt nagegaan of hier aan tegemoet kan gekomen worden. Wat zijn volgens jou de belangrijkste uitdagingen voor de klim- en bergsport, specifiek over kaderopleiding? In de eerste plaats: zoveel mogelijk trainers en sportbegeleiders zo goed mogelijk opleiden. Over alle sporttakken heen, is het immers een belangrijke beleidsprioriteit om de kwalificatiegraad (het aantal actieve gediplomeerde trainers, begeleiders en lesgevers) te verhogen in de sportsector. Specifiek voor de Klim- en Bergsport is het een belangrijke uitdaging om de opleidingen op internationaal niveau te kunnen verankeren. Daar zijn intussen de eerste stappen voor gezet, maar er is nog een lange weg af te leggen.

13


PARTNER

PARTNER

ACTIEWEKEN 14

KLIM &

ALPINE 4 t.e.m. 13 ap ril

TENTEN

11 t.e.m. 20 april

RUG- & SLAAPZAKKEN 18 t.e.m. 27 april

KLEDIJ

& SCHOENEN 25 april t.e.m . 4 mei Liebaardstraat 85

-

8792 Desselgem - www.mounteqshop.be - 0496 / 904020


Eventueel enkele cijfers van aantal cursussen dat in 2013 heeft plaatsgevonden 2013 was een goed cursusjaar. Op vraag van een KBF-club en op vraag van een klimzaal en NVSF-club werden 2 extra cursussen Initiator Muurklimmen georganiseerd. In totaal hadden we 29 cursisten waarvan er 24 het diploma “Initiator Muurklimmen” behaalden. Op vraag van dezelfde KBF-club werd er ook een extra cursus “Initiator Sportklimmen” georganiseerd. Beide opleidingen samen telden 15 cursisten, waarvan 13 cursisten het diploma behaalden. De opleidingen “Initiator Bergwandelen” en “Initiator Bergbeklimmen” zijn opgestart in het najaar. Tot hiertoe zijn alvast de eerste 2 modules afgerond. In totaal zijn hier 11 cursisten bezig aan de opleiding die in de loop van 2014 zal afgerond worden. Voor de opleiding tot “Initiator Canyoning” schreven 12 cursisten in. Ook hier moet nog de laatste module afgewerkt worden, maar alvast 11 cursisten zijn nog volop in de running. Jammer genoeg waren we ook genoodzaakt om de opleiding Trainer B Sportklimmen, die voorzien was voor het voorjaar 2013, te annuleren wegens te weinig deelnemers. Gelukkig was dit de enige cursus die niet kon doorgaan. Samen met de sportfederaties wordt onderzocht wanneer deze opleiding opnieuw kan worden aangeboden.

Hoe ga je te werk wanneer je geïnteresseerd bent in een VTSopleiding? Via het luik van de Vlaamse Trainersschool op de website van het Bloso (www.bloso.be/vts) kan je aanmelden als MijnBloso gebruiker. Indien je nog geen MijnBloso gebruiker hebt, registreer je je eerst. Dat doe je op dezelfde webpagina door aan de rechterzijde het knopje ‘Registreer’ aan te klikken en je persoonsgegevens in te geven, die nodig zijn om je cursusdeelname goed te kunnen opvolgen. Eens de registratie achter de rug, zal je een login en paswoord toegestuurd krijgen in je mailbox. Met deze gegevens kan je aanmelden als MijnBloso gebruiker. In de zoekbalk, naast het loepje, kan je op basis van trefwoorden (vb: Muurklimmen) de opleiding van je keuze opzoeken en nagaan of en wanneer er opleidingen worden georganiseerd.

VTS-opleidingen 2014 Opleiding

locatie

datum

Modules

Uren

Initiator Muurklimmen Initiator Muurklimmen

Kortrijk Leuven

10/03/2014 - 28/06/2014 04/10/2014 - 28/05/2015

1+2+3 1+2+3

47 47

Initiator Sportklimmen

Willebroek

15/03/2014 - 24/05/2014

AM

18

Instructeur B Rotsklimmen

Valle dell’ Orco

26/10/2014 - 30/12/2014

2+3

45 15

Initiator Bergwandelen cursus 1 Herentals Initiator Bergwandelen cursus 1 Zwitserland Initiator Bergwandelen cursus 1 Buitenland Initiator Bergwandelen cursus 2 Willebroek

voorjaar 2014 18/08/2014 - 22/08/2014 zomervakantie 2014 01/10/2014 - 15/12/2014

2B 3 4 1+2A

14 34 16 23

Initiator Bergbeklimmen cursus 1 Herentals Initiator Bergbeklimmen cursus 1 Buitenland Initiator Bergbeklimmen cursus 2 Willebroek

voorjaar 2014 zomervakantie 2014 1/10/2014 - 15/12/2014

2B 3 1+2A

9 62 22


zekerings vergelijkende test EEN MOEILIJKE KEUZE?

HET BESTE?

In het kader van IPSO 2013 vond een ronde tafelgesprek plaats met als thema “Hoe ziet het optimale zekeringsapparaat er uit?” De productmanagers van Black Diamond, Edelrid, Petzl en Mammut zaten samen met vertegenwoordigers van de Bergwacht Bayern en de Berggidsen rond de tafel. Alhoewel alle producenten een gelijkaardig apparaat in hun assortiment hebben, was het snel duidelijk dat de meningen verdeeld waren.

Welk apparaat zal ik kopen? Wat zijn de voor- en nadelen van elk apparaat en welke foute handelingen zijn bijzonder heikel?

Daarom heeft Chris Semmel van het verbond van Duitse berggidsen (VDBS Deutsche Bergführerverband) de meest gangbare toestellen bekeken, getest en vergeleken. Eensgezindheid was er echter over de volgende punten : 1. Elk apparaat kan fout bediend worden. Een ‘onfeilbaar’ toestel bestaat niet! Opleiding is onontbeerlijk. 2. Handleidingen in de vorm van tekst of tekeningen zijn niet voldoende. Om de handelingen correct te kunnen uitvoeren heeft men nood aan bewegende beelden - zoals een video of You Tube - die de handelingen tonen.

16

3. Cursussen en oefening! Opleiding en routine is voor elk zekeringtoestel essentieel. Routine in het houden van een val is nodig. Een studie van de Deutsche Alpenverein (DAV) uit 2012 (zie ‘Panorama’, het tijdschrift van de DAV, nr 2/2012, en ook Bergundsteigen 4/22 en 1/13) toont aan dat beginnende klimmers die een opleiding volgden, duidelijk minder fouten maakten dan wie het leerde van vrienden of bekenden. Daarbij maken geroutineerde klimmers duidelijk minder fouten dan personen die weinig klimmen. Bekommerd om het veilig gebruik van zekeringtoestellen maakte de studiedienst van DAV een dvd waarin het juiste gebruik van verschillende zekeringtoestellen wordt getoond evenals de meest voorkomende fouten.

Je kan de video’s terugvinden op de homepage van DAV (http://www.alpenverein.de/Bergsport/Sicherheit/).

BRON: Bergundsteigen 2013 - 2 / Artikel van Chris Semmel Vertaling: Tuur Ceuleers Edit: Koen Hauchcorne / Hanne Gyselbrecht

Tijdens discussies in klimzalen hoort men nogal eens uitspraken zoals: “Een grigri is gevaarlijk” of “een tuber moest verboden worden, in klimzaal X is er opnieuw iemand naar beneden gevallen ...”. Maar, dit zijn individuele verhalen. Ten eerste gebeuren er erg weinig ongevallen en bovendien moet men het aantal ongevallen dat men toeschrijft aan een bepaald toestel ook vergelijken met het marktaandeel dat het toestel heeft. Als vandaag 60% van de klimmers met een Tuber zekert en maar 8% met een HMS, dan is het logisch dat er meer ongevallen zijn met een Tuber dan met een HMS. Opvallend is dat de half-automatische toestellen zoals Grigri, Smart, Megajul of Clickup in vergelijking met de DAV-studie van 2004 een marktaandeel hebben dat gestegen is van 9% tot meer dan 30%. Het zou niet correct zijn het aantal ongevallen te delen door de gebruiksfrequentie van de toestellen en dit als norm te nemen voor hun kwaliteit. Hiervoor is het aantal ongevallen te gering. Een betere en statistisch verantwoorde werkwijze is het aantal waargenomen foute bedieningen van de verschillende toestellen met elkaar te vergelijken. De bron daarvoor was een studie in klimzalen van de DAV. De zogenaamde ‘foutratio’ is een maat voor het aantal keer dat een bepaald zekeringtoestel fout bediend werd. De HMS ligt met een foutratio van 1,14 vastgestelde fouten per gebruik op kop. Hieruit blijkt dat HMS en Tuber tegenover half automatische toestellen eerder slechte kaarten hebben. Dus, stellen dat een Grigri een gevaarlijk toestel is, is onzin! Integendeel, half automatische toestellen bieden een bijkomende zekerheid. Waarmee we niet gezegd hebben dat men een half automatisch toestel (zoals een grigri) zonder meer in handen van een ongeschoolde beginner kan geven! Of een auto tegen een boom rijdt hangt in de eerste plaats van de bestuurder af.


stoestellen HOE HEBBEN WE GETEST?

BESLUIT

Om de beschreven foute bedieningen te beoordelen, hebben we telkens met een dun, soepel en nieuw touw en met een dik, stijver en gebruikt touw gezekerd, laten zakken en abgeseilt.

1. De zes geteste toestellen hebben bestaansrecht op de markt maar een ‘perfect toestel’ bestaat niet.

Daarna hebben we remhandschoenen aangetrokken en een val gesimuleerd met een gewicht van 70 kg. Dat deden we bij verschillende valhoogtes en met de verschillende touwen, en daarbij zekerden we bewust op een foute manier.

2. Wie van zijn gebruikelijke toestel naar een ander toestel overschakelt, moet zeker eerst de handleiding lezen en zich laten begeleiden, oefenen met een back-up, een aantal vallen houden en dan pas in real life gebruiken! Het is belangrijk dat men bediening en de zwaktes van het nieuwe toestel goed kent.

Voorbeeld: wanneer men het remtouw direct voor het zekeringtoestel hield viel het gewicht tot op de grond. Bij de Tuber was dat te verwachten. Bij ClickUp, MegaJul en Smart was er een wezenlijk verschil of de remhand het touw werkelijk vasthield of er gewoon losjes omheen zat. (Zie fout 2 besproken op pagina 19 - Afb. 2).

3. Tuber en HMS zijn in een klimzaal niet nodig behalve wanneer men beduidend lichtere personen zekert (bvb kinderen of lichtere partner). Half automatische toestellen hebben voordelen op het vlak van beveiliging en zijn, indien er op het lichaam gezekerd wordt, voldoende dynamisch als men bij het houden van een val een beetje dynamisch meezekert met het lichaam.

In het tweede geval viel het gewicht tot op de grond. Was de remhand stevig gesloten, dan kon de val gestopt worden.

4. De HMS en de acht zullen in het sportklimmen mettertijd niet meer gebruikt worden

17


VERGELIJK BELANGRIJKSTE ZEKERINGSTOESTELLEN

GriGri2 Een goed half automatisch toestel, ongevoelig voor de remhandfout of het loslaten van het remtouw. Zeer goed bij toprope zekeren, het uitgeven van touw aan de voorkimmer is moeilijker wat er kan toe leiden dat men de neiging heeft het remtouw los te laten om het touw met beide handen aan de kant van de voorklimmer door het toestel te kunnen trekken. Het laten zakken moet worden geoefend en mag dan geen probleem zijn. Daarbij speelt de dikte van het touw geen rol. Positief: een Grigri kan met elke schroefkarabiner gebruikt worden. Smart Een goed en licht zekeringtoestel zonder veel mechaniek. Touw uitgeven is makkelijk. Het blokkeert niet volledig met gladde touwen! Als de remhand zich boven of kort voor het toestel bevindt, kan een val meestal niet gestopt worden. Bij een val met weinig wrijving of dunne touwen hield het toestel de val niet als het remtouw werd losgelaten omdat de remwerking te gering was. Iemand laten zakken is met een dik touw moeilijk te doseren. Pas op bij het kiezen van een karabiner. In ieder geval een HMS of een ovalen karabiner gebruiken en best nog een safebiner zoals de Gridlock of Belaymaster.

Ook hier oppassen voor het ‘remhand boven’-effect, hierbij reageert het toestel erg gevoelig en de remwerking begint pas als de hand tot tegen het toestel getrokken wordt. Wanneer de remhand op het toestel rust, krijgt men te maken met een grote doorloop van het touw vooraleer het toestel blokkeert. Bij het verkeerd inleggen van het touw wordt dat meteen duidelijk bij het inhalen van het touw, het toestel blokkeert dan. Indien het toestel opzettelijk in ‘tube modus’ gebruikt wordt, zal bij zeer soepele touwen - het toestel snel blokkeren en daardoor onbruikbaar worden. Tijdens het testen is het ons opgevallen dat in combinatie met de Edelrid-karbiner “Strike Slider FG” het kan gebeuren dat de staaldraadlus in de karabinerfixering raakt. Daardoor kan het toestel niet kippen en blokkeert het niet. Het remt weliswaar zoals een tuber, maar de zekeraar wordt verrast omdat hij op de blokkering rekent. Edelrid heeft dit mankement in de nieuwe reeks voorkomen door de staaldraadlus in te korten. Het toestel mag niet met een Belay Master gebruikt worden omdat deze karabiner te klein is voor de staaldraadlus! Tuber (emmertje)

Click-Up

18

Prettig om te gebruiken, tenzij men ‘slaapt’ en het toestel ‘klikt’ bij het touw uitgeven: het toestel blokkeert dan en blijft ook geblokkeerd. Het opheffen van deze blokkering moet geoefend worden tot men het blindelings kan. Bij dikke oude touwen is het toestel enigszins moeilijker te bedienen. Iemand laten zakken kan daarentegen goed gedoseerd worden. Oppassen voor de ‘remhand boven’-fout of wanneer de remhand te kort bij het toestel is. Het remtouw loopt over een aanzienlijke afstand door voordat het toestel ‘dichtklapt’. Bij het loslaten van het remtouw blokkeerde het toestel tijdens onze test. Bij een touwverloop met veel wrijving (vele tussenzekeringen bijvoorbeeld), loopt er veel touw door het toestel vooraleer het blokkeert. Het toestel mag niet in combinatie met een Belay Master gebruikt worden. Het beste is de originele CT-karabiner te gebruiken; ook de Gridlock voldoet. Wanneer een karabiner van een ander model gebruikt wordt, of wanneer de HMS karabiner zich in de zekeringlus van de gordel draait, is de remwerking beperkt. MegaJul Samen met de zekeringtoestellen, die een combinatie zijn van zekeringplaatje en tuber (bijvoorbeeld de ATC-Guide of de Reverso 4), is dit een van de meest universele toestellen, dat ook bruikbaar is voor dubbeltouwen of voor het zekeren van een naklimmer. Touw uitgeven gaat met dikkere touwen een beetje stroef. Bij het afdalen gaat het iets moeizamer in de stand ‘half-automatisch’, in de ‘tube-modus’ gaat het makkelijk.

Er zijn zeer veel verschillende modellen op de markt. Onze voorkeur gaat uit naar toestellen met twee remstanden, dus toestellen die voorzien zijn van remrillen of een V-vormige gleuf aan de ene kant, en aan de andere kant normaal afgewerkt zijn. Bij tubers worden remhandfouten - of het nu gaat om de ‘remhand boven’-situatie, of het helemaal loslaten van de remhand onherroepelijk afgestraft. Modellen met een oog zodat ze als zekeringplaatje kunnen worden ingezet, zijn universeel inzetbaar. Oppassen bij gladde touwen of indien men over een gering kracht in de hand beschikt (lichte personen). In dit geval kan men de remkracht verhogen door gebruik te maken van twee karabiners. HMS (Halve mastworp) Universeel en “eenvoudig”- maar men wordt al snel verleid tot een bedieningsfout. Vooral het inhalen van touw is foutgevoelig. Veel gebruikers klemmen bij het inhalen van het touw het remtouw tussen duim en wijsvinger. Bij het laten zakken is er overmatige slijtage van het touw en kronkelwerking. De HMS is dan ook eerder voor het gebergte geschikt. Hij is , minder geschikt voor het abseilen. Ook bij een HMS worden fouten afgestraft, uitgezonderd de ‘remhand boven’-fout.


MEEST VOORKOMENDE FOUTEN Meest voorkomende fout: vele ongevallen met een emmertje of tuber zijn te verklaren doordat men het remtouw met beide duimen naar boven vasthoudt. Ook bij Smart, ClickUp en MegaJul is de remwerking op die manier onvoldoende. Een HMS of Grigri reageren bij het maken van deze fout wel correct. (Afb. 1)

Derde zekeringfout: het remtouw volledig loslaten is jammer genoeg een veel voorkomende fout. Jammer toch dat net als je aan het zekeren bent die ene belangrijke SMS binnenkomt, er dringend een kronkel uit het touw moet worden geschud, de fopspeen terug in het mondje moet worden gestoken of de neus moet... . Meestal gaat het echter om een foute bediening! Iedereen heeft het bij een Grigri al vastgesteld. De linkerhand houdt de grigri open, en de rechterhand geeft touw uit naar de voorklimmer. Ondertussen hangt aan de andere kant het remtouw nutteloos uit het apparaat. (Afb. )

Afb. 1

Afb. 3 Tweede meest voorkomende fout: regelmatig merkt men op dat alhoewel het remtouw schijnbaar op de correcte manier wordt vastgehouden, de remhand zich te kort bij het toestel bevindt tot op het moment dat de voorklimmer het touw in de tussenzekering heeft ingepikt. “En dan?� vraagt men zich af. Ongevalanalyses tonen echter aan dat zeker bij tuber maar ook bij half-automaten het in dat geval moeilijk wordt een val te stoppen. (Afb. 2)

Vierde zware fout: komt zelden voor maar is daarom niet minder fataal. Het touw wordt verkeerd in het toestel gelegd. In dit geval hebben we getest hoe ernstig zulke fout is, of men het merkt bij het uitgeven of inhalen van het touw en of het toestel in dat geval nog een voldoende remwerking vertoont?

19

Afb. 2

Afb. 4


waarden en et in het bergwan TEKST EN FOTO’S: WENDY SAERENS

In de vorige uitgave van ons magazine kaartten we reeds de waarden en normen in het sportklimmen aan. Het bergwandelen wordt de tweede bergsport “om over na te denken”.

Ethiek, waarden en normen: begrippen die in onze hedendaagse maatschappij ruim aan bod komen. Elke zichzelf respecterende organisatie probeert zijn waarden en normen uit te schrijven, duidelijk te formuleren en vervolgens uit te dragen naar zijn leden, sympathisanten, werknemers,… Deze formuleringen zijn voor bergwandelaars geen loze begrippen, er wordt naar geleefd, er wordt aan vastgehouden. Ze worden doorgegeven van tochtgenoot op tochtgenoot. De hele geschiedenis van de bergsport is verweven met waarden en normen zonder dewelke de bergsportbeleving zelf niet zou bestaan.

20

Waarom zijn waarden en normen zo belangrijk? Omdat we graag willen dat ook onze kinderen en kleinkinderen in de toekomst kunnen genieten van deze fantastische bergomgeving. Omdat we met hen ooit samen op die top willen staan. Omdat ook alle komende generaties kunnen zien, waar wij vandaag zo vol van zijn. Omdat de beleving van onze tocht zo belangrijk is voor ons. Als Klim- en Bergsportfederatie richten we onze aandacht op volgende waarden die je altijd met je mee zou moeten dragen vanaf het moment dat je de natuur intrekt. Alles wat je doet heeft een impact op je omgeving, en die impact moet je tot een minimum proberen te beperken.


thiek ndelen

Maak geen afvalberg van je hut Afval vormt een groot probleem in de berghutten. Op deze meestal afgelegen plaatsen wordt een streng uitgeschreven afvalbeleid gevolgd. Alles wat je naar boven meeneemt in je rugzak, neem je ook weer terug mee naar beneden. Onderweg laat je uiteraard geen afval achter, maar ook in de hut doe je dit niet. Als je even stilstaat bij de manier hoe het afval dat je achterlaat in de hut naar het dal zal gaan, is dit echt geen optie. Eventueel per auto bij bereikbare hutten, kabelliften voor goederentransport (die handenvol geld kosten in onderhoud), lastdieren of in het slechtste geval gebeurt dit per helikopter. Dus, dat papiertje dragen we wel zelf naar beneden.

Blijf op het rechte “kronkelende” pad Als bergwandelaar heb je op voorhand je route uitgestippeld, volgens de aangegeven paden op de kaart. Door naast het pad te stappen verstoor je het leven vlak naast dit pad. Fauna en flora worden beïnvloed, worden verplicht zich te verplaatsen of zelfs in extremis te verdwijnen. Door op het oorspronkelijke pad te blijven hou je dit pad in stand, is er geen twijfel voor wandelaars die na jou komen. Het pad blijft duidelijk doorheen de jaren, en het leven naast het pad kan je ook van dichtbij blijven bewonderen. Geen shortcuts dus! We hebben respect voor de natuur en willen deze kost wat kost in stand houden, door planten en dieren hun eigen gang te laten gaan, zonder verstoring van de mens. Bedenk ook dat er duizenden vrijwilligers elk jaar vele dagen bezig zijn met het aanleggen en in stand houden van deze paden.

Ssht…. Hier wordt aan natuurbeleving gedaan Muziek die uit je rugzak knalt is geen opsteker tijdens het stappen, maar eerder een afknapper... Als “bezoeker” reis je door fantastische landschappen en omgevingen. Verstoor de rust niet, geniet in stilte van je topprestatie. Houd je aan de reglementeringen van het gebied of van het land waar je door trekt. Deze kunnen per streek of per nationaal natuurpark toch nog heel wat verschillen. Door op voorhand goed je tocht te plannen weet je wat er van je verwacht wordt. Geef steeds voorrang aan hikers die bergopwaarts gaan, zij hebben niet hetzelfde overzicht als jij die rustig afdaalt en makkelijk ruimte kan zoeken door even opzij te gaan om hen te laten passeren. Las rustpauzes in op plaatsen waar daar ruimte voor is, zodat andere wandelaars hun tocht veilig kunnen verderzetten zonder onnodige risico’s te moeten nemen.

Respect, man! Onderweg in de bergen met gelijkgezinden, samen genieten van alles wat je ziet en beleeft, vele onvergetelijke momenten die je altijd zullen bijblijven. Ga ervoor, ontdek en verleg je grenzen, maar respecteer ook de grenzen van je tochtgenoten. Sommige toppen zullen onbereikbaar blijven omdat jij of je metgezellen een bepaalde grens hebben bereikt, en dat is zeker OK. Geniet van het samen onderweg zijn, van het vertellen over een mooie beklimming die je net (niet) haalde, (maar) waar je wel de mooiste herinnering aan hebt. Neem de tijd om samen onderweg te zijn, de weg is het doel!

21


Val di M Eind voorbije zomer trokken vier hongerige jonge wolven (Ward, Sem, Omar en ikzelf) op aanraden van Siebe Vanhee en Sean Villanueva naar het Italiaanse Valle Dell’ Orco. Het doel van de trip: onze eerste ervaring op doen in het bigwall klimmen en tussendoor onze ‘crack climbing’-skills bij te schaven. Benieuwd of onze verwachtingen vervuld zullen worden en of de mythes waar zijn, komen we 5 september aan in de vallei met een auto propvol klim- en kampeermateriaal en vooral een viervoud aan motivatie om te klimmen! De vallei bevindt zich aan een van de ingangen van het natuurreservaat ‘Gran Paradiso’ en biedt dus een prachtig zicht op dennenbossen en uitgestrekte massieve granieten wanden. De geruchten die ons perfecte barsten op compacte graniet beloofden waren zeker niet overdreven, want het is hier een waar paradijs voor de barstminnende klimmer! Onze eerste week in dit stenen Walhalla rammen we onze handen en vingers in barsten van alle formaten. Naarmate de dagen vorderen worden de gelukzalige glimlachen op onze gezichten breder en de huid op onze handen steeds ‘schurftiger’ door alle verwondingen. We beleven een goedgevulde week met handjams, fingerlocks, off-width miserie, multi-pitch met een vleugje speleologie, artificieel klimmen in apocalyptische omstandigheden en als kers op de taart de ontdekking van de prachtige route ‘Legoland’. Met het vooruitzicht op slecht weer besluiten we onze bigwall-missie te verplaatsen naar oorden met gunstigere weersvoorspellingen. Na het raadplegen van de weinige andere klimmers in de vallei zetten we koers richting Val di Mello…

EERSTE BIGWALL-POGING IN VAL DI MELLO Val di Mello is bekend om z’n enorme granieten wanden, gigantisch aanbod sportklimroutes, alpine routes en als boulderhemel. Het is hier dat we onze eerste ervaring in het bigwallklimmen willen opdoen. Wanneer we aankomen op de sjofele en gezellige klimmerscamping is het nacht, maar ’s morgens worden we wakker in een panorama dat echt alle verbeelding te boven gaat! Als we onze slaapdronken gezichten buiten steken, is het eerste zicht enorm indrukwekkende rotsen overgoten in de ochtendzon. Het vooruitzicht aan granieten monsterwanden van meer dan 700 meter hoog brengt meteen het schuim op onze lippen!

Het vooruitzicht om nu heel binnenkort in de wand te kunnen hangen heeft een effect dat we best beschrijven als ‘spuitwater in onze aderen’. We leggen contact met Simone Pedefferi, een lokale klimmer die veel routes heeft geopend. We leggen hem uit wat we van plan zijn, wat voor route we zoeken en vragen hem suggesties. Hij geeft er ons drie die zich allemaal op de Qualido wand bevinden. Alle belangrijke details zitten vers in zijn geheugen, wat niet raar is aangezien hij deze routes heeft geopend. We kiezen uiteindelijk voor ‘Magic Line’, een route van zestien lengtes, 710 meter klimmen in totaal. OH YEAH! De rest van de regenachtige dag besteden we aan het sorteren en inpakken van klimmateriaal, slaapspullen, eten, koekjes, kleren,… De volgende dag beginnen we rustig onze aanval omdat de wand volgens Simone in de voormiddag toch nog vochtig zou zijn. Wat een wandeling van een uur en twintig minuten had moeten zijn heeft vier uur geduurd. Het pad liep steil de berg op, wat met kolossale zakken van zo’n goeie dertig kilo echt een titanenkarwei is! We merken al onmiddellijk dat we weinig beschutting zullen hebben voor de ijskoude noordenwind die door de vallei raast. Omar en Ward nemen moedig de taak van ‘hauling slaves’ op zich (vrij vertaald: takeltrutten), want uiteraard moet al ons zorgvuldig gesorteerde materiaal méé de wand op! Sem en ik leggen ons toe op het vrij klimmen van alle lengtes. De rots is van superkwaliteit en heeft enorm veel wrijving. Het klimmen loopt over een grote, vlakke plaat waar we geen beveiligingen kunnen plaatsen. Er zijn echter wel haken aanwezig, maar daar zijn ze zuinig mee geweest! De run-outs zijn standaard 5 tot 7 meter en vaak zelfs meer, wat dus best geëngageerd is. Met een ei in onze broek klimmen we een paar lengtes die werkelijk zalig zijn! Heel technisch en met veel variatie in de bewegingen. De moeilijkheidsgraad varieert van 6a tot 6b/+. Het takelen daarentegen verloopt lastig, omdat de zakken heel dikwijls blijven haken achter uitstekende rotspunten. De zakken hebben veel wrijving op de wand wat de last extra zwaar maakt.


Mello biggggg

wallllllllll TEKST EN FOTO’S: PIETER STEYAERT

23


PARTNER

24


Net voor het donker bereiken we een goeie plek om ons portaledge-kamp op te zetten. Onze standplaats van 2 haken breiden we uit met nog 4 friends die supervast zitten. Het takelen gebeurt ondertussen in de pikkedonker bij het schijnsel van de hoofdlampen. Groot drama wanneer onze zakken nog maar eens vastzitten! We zijn uitgeput, dorstig, hongerig, verkleumd door de genadeloze noordenwind en beginnen ons af te vragen wat we hier eigenlijk zo leuk aan vinden. Eindelijk arriveren onze zakken. Er waren enkele ruige oerkreten uit de longen van de-anders-uiterst-beheerste Ward nodig om de zakken hoger te krijgen.

alle indrukken van de voorbije twee dagen op ons inwerken en genieten ten volle van de adembenemende omgeving in het avondlicht. Een prachtig schouwspel! We lachen alle frustraties van ons af door te besluiten dat we een goeie ‘dreun op onze muil’ hebben gekregen. Hoewel het geen bijzonder succesvolle ervaring lijkt, vind ik persoonlijk het tegendeel. We hebben de mooie kant van het bigwall klimmen gezien maar zeker ook de minder toffe kant en hebben veel belangrijke lessen geleerd die ons ver vooruit kunnen helpen. Als je het bigwallklimmen op eigen houtje leert, hoort een gefaalde poging bij het leerproces en daarom zijn we er dus allerminst rouwig om.

Ward en Omar installeren de eerste portaledge met in de verte een knallend onweer dat alle spanningen verhoogt. Wanneer Sem en ik onze ledge willen installeren blijkt deze verschrikkelijk in de knoop geraakt.

Na de afdaling met onze nog steeds loodzware zakken komen we terug aan bij de klimmerscamping en storten onze gemolesteerde lichamen al lachend op de vlakke grond. Bedankt om te lezen, Pieter

Frustratie alom, maar goed karma blijkt uiteindelijk in ons voordeel want na een handige-harry-actie kunnen we in ons beschutte nestje tegen de wand kruipen. Tijdens ons geklooi hebben Ward en Omar al een vriesdroog-maaltijd klaargemaakt die met enorm veel genot wordt binnen gewerkt en een welkome afwisseling biedt aangezien we tijdens ons verblijf alleen nog maar spaghetti hebben gegeten. Met een buik vol warm voedsel, kruipen we eindelijk in onze slaapzak en met het zicht op een rijke sterrenhemel komen we tot besef dat dit voor geen geld in de wereld te betalen is. Met je beste maten je eigen fysieke en mentale grenzen verkennen en daarbij, honderd meter boven de grond, in een hangende tent op de wand overnachten, is een ervaring die in woorden maar moeilijk te beschrijven is. Het gevoel dat je leeft neemt je volledig in beslag en scherpt al je zintuigen aan. Je hebt het gevoel een grottenmens te zijn die volledig intuïtief handelt. Hoewel het resultaat van vele jaren oefening, lijkt klimmen op dat moment iets te zijn dat instinctief gebeurt.

Many thanks to: K2, Klimzaal Magnesia, Bart, Jan, Simone Pedefferi en zijn maat, Vriendelijk Duits koppel, Mattia van Wildclimb, Christiano van Wildclimb, Bar Monica, Bbar Kundaluna, Oude italiaanse klimmer die zijn fles wijn deelde, en alle vriendelijke types… Klimzaal magnesia: http://dengreep.wix.com/dengreep K2: http://www.kampeerder.be/ Wildclimb: http://www.wildclimb.eu/

Net wanneer ik al deze gevoelens een plek in mijn hoofd probeer te geven doet Sem een van zijn strafste stoten: Al de ganse dag bereidt hij ons voor op zijn ‘speciale verrassing’ en nu tovert hij uit zijn zak twee posters van Sasha Digiulian! Urenlang sorteerden we materiaal en bediscussieerden we ieder stuk materiaal en meneer smokkelt stiekem vrouwelijk schoon mee! Maar we zijn hem er erg dankbaar voor, want met deze blonde schone die onze portaledge decoreert vallen we zeer snel in een verdiende slaap. De volgende ochtend worden we wakker met de zon op onze tentjes. Langzaam beginnen we aan het ontbijt, daarna het afbreken van ons kamp, inladen van de zakken en aantrekken van de klimschoenen om er opnieuw in te vliegen! We klimmen nog een angstaanjagende lengte die de volledige plaat traverseert op micro-grepen en met verre run-outs. Extra spanning wanneer de noordenwind kleine hagelbolletjes meebrengt die de weinige grepen glad maken! Avontuur alom! Wanneer we onze zakken willen omhoog hijsen neemt de rots een hap uit ons touw. Aangezien de takelaars via ditzelfde touw ook moeten stijgen, dit touw nu dus beschadigd is, het takelen op een touw van 60m erg lastig blijkt en we bang zijn dat het touw mogelijk opnieuw beschadigd raakt, besluiten we te rappellen. Aangezien het al vrij laat is kiezen we ervoor om te bivakkeren in ‘Hotel Qualido’, een mensgemaakte grot vlakbij de voet van de wand. Bij een warme maaltijd en een houtvuur laten we

25


/roadtrip Alpen

26

De regen klettert zachtjes tegen de ramen, boven ons verplaatst de grijze wolkenmassa zich zeer langzaam, niet veel later verlaten we de Belgische landsgrenzen. Met een volgepakte auto rijden Bart Vaganee en ik richting Alpen voor een road trip. Onze eerste halte ligt zo’n 750km verder: de Furkapass in Zwitserland, met als uitvalbasis de Albert-Heim-Hütte. Een gezellige, propere hut op anderhalf uur stappen van het Tiefenbach Hotel. Het eerste wat ons opvalt is de vele sneeuw die nog aanwezig is, iets wat ons nog meermaals last zal bezorgen. Het uitzicht aan de hut heeft iets weg van een voorjaarslandschap. De zomer lijkt hier nog niet begonnen, zeker wanneer de hemel potdicht trekt en het begint te sneeuwen... Jajaah, zomer... men %£*ùµ$... We zetten onze tent op naast de hut en worden vriendelijk onthaald door de twee huttenwirten. De volgende dag meer van dat: sneeuw... Een dagje tent/hutzitten dan maar. ‘s Avonds arriveren er zelf toerskiërs, ik vraag me echt af wat we hier doen... Eindelijk kunnen we lachen wanneer ik de tent open: zon! Maar al tijdens de aanloop naar de route loopt het mis: omwille van de diepe sneeuw is het pad onzichtbaar pad en lopen we verkeerd. We klimmen die dag een paar lengtes die we zelfs niet in de topo terugvonden. We concentreren ons dan maar op ons doel voor de volgende dag: de Winterstock - Mangolyto - 6a - 250m. De aanloop is lang en zwaar. Normaal slechts 45 minuten wandelen, maar wij doen er 2 uur over. Gelukkig is het klimmen wel mooi. Barsten en dallekes wisselen elkaar af. Wel jammer van de (te) goede equipering. Zelfs naast de barsten stonden haken. Op de top hadden we een verbluffend uitzicht over de Urner Alpen. Na een 8-tal rappels staan we terug op de sneeuw en veel sneewploeteren later aan de tent.

TEKST: JEROEN VAN CAMPENHOUT


CHAMONIX Omdat slecht weer deze contreien zou teisteren besluiten we de volgende dag naar Chamonix te rijden. We bedanken de Huttenwirten voor hun gastvrijheid, betalen onze pintjes, dalen af naar de auto en zetten koers richting Chamonix, waar het mooi weer belooft te worden. In Chamonix hebben we als eerste doel een bezoekje aan Envers des Aiguilles. Vanwege de vele sneeuw kunnen we de tent niet opzetten aan of rond de hut maar krijgen een mooi plekje op zo’n 50 meter onder de hut toegewezen. De plaats is rustig met een verbluffend uitzicht en tijdens de overgang van dag naar nacht een lichtspektakel om vingers van af te likken… Een klimmer heeft niet veel nodig om gelukkig te zijn. Jammer genoeg staat Bart de volgende dag op met een dikke verkoudheid. Onze eerste dag in het kleine paradijs is voor Bart een dag van rust en zonnen, terwijl ik bol stond van de energie... ’s Anderendaags nog meer pech voor Bart. Hij is nog steeds ziek en besluit af te dalen. Na wat wikken en wegen blijf ik boven in de hoop een klimpartner te kunnen vinden. Na veel wensen voor beterschap, begint mijn bevraging in de hut. Sneller dan verwacht heb ik beet! Met de Duitser Henink, wiens partner ook ziek is, klim ik “Le Piège”, een beklimming voornamelijk in 6de graad, wat ik persoonlijk een mooie introductie in “les Envers” vind. Een route van 6 touwlengtes met 2 minuten aanloop en haast geen haken, met enkel mooie barsten voor vingers en handen met zelfs een pittige eerste 6b+ vuistbarst, of toch de eerste passen, het tweede deel van de lengte is pittiger.

Met Steve klim ik de mooie “Bienvenue chez Georges V”, een route van vrij constant 6de graad 350m. Ze start in een pittig vingerbarstje met als enige opwarming 20 min. wandelen. Het verder verloop zijn mooie barsten afwisselend met een touwlengte plaatklimmen. Wel dien je heel goed op te letten, want voor je het weet zit je in een andere route of hang je aan een verkeerde relais, iets wat ook wij mochten ondervinden. Gelukkig liggen alle lijnen hogerop meer uit elkaar en is verkeerd klimmen daar moeilijker. De volgende dag werken we nog het eerste deel van “Children of the moon” (6a 350m) af. We verspelen veel tijd in de steile aanloop over papperige sneeuw en het zoeken naar de juiste of vooral veilige inklim. Een gapende randspleet zorgt voor de nodige spanning: cam plaatsen, inpikken, voetje uitsteken en voorover laten vallen om vervolgens hoger een tweede cam te plaatsen die de nodige veiligheid biedt. Omdat we het laatste treintje dalwaarts niet wilden missen, daalden we halverwege de route af. Maar ik weet zeker dat ik nog eens terug kom om die route volledig af te werken! Het Chamavontuur eindigt hier voor ons en er wordt koers gezet richting Valle dell’ Orco, het barstenmekka!

De dag erop is Henink’s maatje genezen en moet ik een andere klimpartner zoeken. Na een paar afwijzingen raak ik in gesprek met Kim, een jonge gast van Parijs, die met een groep vrienden een paar dagen in de hut verblijft. Met hem klim ik “Guy-Anne Insolité”, een constante 6a(+) 370m, en ook “Marchand de Sable” 5c/6a 350m. De eerste route is afwisselend klimmen, met veel barsten en weinig dal: I like it! De 4de touwlengte was onwaarschijnlijk mooi: een diagonale barst, vingers achter kleine randjes, voeten op wrijving en alles dichttrekken om de friends te steken. Het was op en top genieten! “Marchand de Sable” was voor ons beide eerder een mentale spelletje, want de quotaties in de topo zijn niet echt correct en de dalplaten zijn zuinig afgezekerd. Ook hier krijg ik twee sleutellengtes voorgeschoteld: 2 maal een hoekversnijding die gedülferd dient te worden en zodoende lekker dichttrekken om af te zekeren. Spijtig genoeg barst vlak onder de top een onweer los. Na enkele pijlsnelle rappels, een hoop hagel op onze kop en een nat pak staan we veilig met een pint in de hand aan de hut. Na twee dagen welverdiende rust in Chamcity keer ik samen met Steven, een Britse klimmer met veel ervaring terug naar Envers. Steven leerde ik kennen op de camping. Bart voelde zich nog steeds niet aangesterkt.

27


VALLE DELl’ORCO Na een rustige maar kostelijke rit Cham-Orco (Mont-Blanc tunnel en péage, wat ons 60 € kost!!) komen we aan op een verlaten camping, recht over de “Sergant”, een van de bekendste sectoren en vlakbij de Kosterlitz-boulder. We vinden het vreemd dat er in zo een bekend klimgebied nog geen handvol tentjes staan, dit terwijl het weer perfect is! Enkel in het weekend komen er massaal veel Italianen naar de camping om er mega bbq’s te houden en veel bier te verzetten. Op dag één is het plan “Dièdro Nanchez” te klimmen. Maar na een aanloop door een echte wildernis en een slecht te vinden pad, blijkt deze drijfnat te zijn... Wat nu? Bart heeft last van z’n knie; na onze aankomst hadden we nog wat geboulderd op de Kosterlitz waarbij Bart zijn knie had gestoten. Bart geeft aan terug te gaan naar de camping, terwijl ik gelukkig nog een Duits koppel vind om de bekende “Orecchio del Pachiderma” (6b) of het olifantenoor te klimmen. Een schitterende golvende barst gaat over in de route “Rattle Snake” (6c+). We beginnen met twee lengtes over dal, waarvan één 6c lengte op scherpe regletten en fijn voetenwerk. Bovenaan begint het serieuze werk: een overhangende barst/off-width (6c+) gequoteerd. Ik ben blij dat ik deze niet moet voorklimmen, het is mijn eerste off-width, en wat voor eentje…! Alle mogelijk technieken moeten boven gehaald worden: armbars, chickenwings, noem maar op… en ondertussen moet er grip gezocht worden voor de voeten… en wringen maar, om daarna totaal uitgeput aan de relais te komen... Wel een schitterende route en een mooie introductie in Orco! De volgende dag klim ik met Bart “Incastromania” (6a). De route slingert zich in een S-vormige barst naar boven. Leuk om de techniek te oefenen en toch niet al te moeilijk. Vervolgens wordt “Nicchia delle Torture” (6b) aangevallen. De eerste oorspronkelijke lengte is echt géén aanrader, ze loopt diagonaal over slechte rots en veel gras. Je attaqueert ze beter recht onder het begin van de tweede lengte (Papernik colpisce ancora 6b+), in een goed afgezekerde lengte op regletten. De tweede lengte is echter subliem: een perfecte handbarst, een leuke traversée langs een off-width en vervolgens jezelf om de hoek weer in een barst te wringen die breed begint en steeds smaller wordt, heel mooi!

28

Op onze laatste dag in Orco hadden we onze zinnen gezet op misschien wel de bekendste route: “Fessure della disperazione” (6a/6b). Het blijkt een route te zijn die erg veel kracht vraagt van ons beiden: drie off-width lengtes waar cam 5 en 6 toch noodzakelijk zijn. Vooral in lengte twee, waar Bart tijdens het klimmen cam 6 helemaal tot boven mee schuift. Er rest me dus maar 1 ding: “niet vallen tijdens het naklimmen”!! Ik adem goed in en start. De enigste rustpositie is het rechterbeen volledig in de barst te gooien, want een val zou een pendule betekenen van een slordige 15m... Met het nodige gekreun, geroep en gesleur, raken we toch boven… en volledig geradbraakt terug op de camping. “Fessure della disperazione” blijkt één van de meest veeleisende routes die ik ooit geklommen heb…of staat onze off width-techniek toch nog niet op punt?

LA BERARDE Laatste bestemming voor de zomer is het pittoreske La Bérarde. Het aanhoudend mooie weer zorgt voor een grote motivatie en rusten zouden we later wel doen. Zo lopen we al snel naar de Refuge du Soreiller onderaan de machtige Dibona waar we twee routes willen klimmen: “Visite Obligatoire” (6a+ 300m) en “Voie des Savoyards” (6a 300m). Beide routes hebben een aanloop van 5 minuten…tja het hoeft niet altijd ver te zijn. De eerste route is een goed geëquipeerde route die ons langs 13 mooie touwlengtes tot op de scherpe top van de Dibona brengt, vooral getypeerd door dalklimmen en meer verticale touwlengtes op perfecte graniet. Boven in de route is het vrij moeilijk de route te vinden, maar één ding is zeker: het is er nergens echt moeilijk en “alle routes” leiden naar de top... Van op de top gaat het in één rappel tot op een richel die getraverseerd dient te worden, om daarna een groot sneeuwveld naar beneden te volgen (normaal gezien een wandelpad maar een strenge winter beslist er anders over). Dit heeft als groot voordeel dat we gewoon naar beneden kunnen schuiven en in een uurtje terug aan de hut staan om te chillen in de zon met een welverdiende pint in de hand.


Dag twee, “Voie des Savoyards”, een klassieke route op pitons, iets totaal anders dan de dag voordien. Deze route heeft slechts één 6de graads-lengte maar het is wel steeds zoeken naar pitons. Bijkomend gegeven is het steeds zoeken naar de juiste weg om daarna te moeten improviseren op de relais… een veelzijdige klim dus. Zo kom ik op een bepaald moment aan een “relais” van één piton met een ring en nergens veel soeps om te verstevigen. Het werd dus een relais op één piton en een kleine C3 cam! Weinig bewegen was de boodschap… en dus ook Bart aanmoedigen om voort te maken. Ik was blij dat ik daar weg was... Net voor het einde van de route bevindt zich nog een leuke lange touwlengte die men simultaan dient te klimmen. Twee dagen, twee maal top van de Dibona langs twee prachtige routes, Nice! Tevreden dalen we terug af naar de camping in La Bérarde en overwegen misschien toch een rustdag in lassen… Twee dagen later vertrekt Bart huiswaarts om zijn zinnen te zetten op z’n herexamens. Ik blijf nog een dikke twee weken langer en klom er verschillende routes met Wim en Tine, twee fijne, gezellige landgenoten die een huis kochten in La Bérarde en er elke vakantie doorbrengen met hun dochter Lumi, een ware aanrader om er te logeren!

De volgende dagen klim ik er nog op verschillende sectoren maar de twee mooiste beklimmingen zijn ongetwijfeld “Trésor de Reckam” (6b/6c 450m) op de Tête du Rouget en de alpiene beklimming van de “Dôme des Ecrins” langs de col de Ecrins. Voor de eerste route loop ik met Tine aan naar de refuge du Sorreiller. We vertrekken om 6.00u naar de inklim. Deze keer moeten we niet 5 minuten wandelen maar meer dan 2 uur langs puin en een gigantisch sneeuwveld. Wij zijn zo slim onze crampons thuis te laten en enkel een piolet mee te brengen, zij het wel dat de sneeuw die nacht toch aangevroren is... Op onze sportschoenen verliezen we hier heel wat tijd. Met een beetje vertraging komen we aan de col waar je nog drie vieze rappels dient te maken in een steencouloir. Tijdens het recupereren van het touw komt werkelijk alles naar beneden en is het voortdurend dekking zoeken. Maar eens in de route kan het feest beginnen: super verticaal klimmen op scherpe regletten en bomvaste graniet! De route haalt een maximaal niveau van 6b/6c. De cruxpassages zijn er (overdreven) goed behaakt. Bovenaan staan de haken redelijk ver uit elkaar, maar dit kan je opvangen door enkele cams mee te nemen als morele steun… wij doen het echter zonder. Ik klim ongeveer 3/4de van de route voor en het is puur genieten! Voor Tine is het soms wat zwaarder, zij klimt op haar limiet. Klimmen met de rugzak is puffen geblazen, maar ook wel lachen… en ze doet dit schitterend! Ongeveer halverwege de route worden we nog getrakteerd op een kort en hevig onweer. De schrik zit er wel even in wanneer je die grijze gordijnen op je ziet afkomen. Gelukkig neemt de zon terug de overhand en door een aanhoudende wind is de rots in een mum van tijd opnieuw droog. Op de top hebben we een fenomenaal uitzicht over de Ecrins. We dalen af langs een graat, waar een slippertje zou zorgen voor een laaaaaange vrije val… concentratie geboden dus! Vrij snel vinden we de drie rappels om daarna nog een stukje af te klimmen op minder moeilijk terrein. De tweede rugzak wordt gerecupereerd en twee uur later staan we terug aan de hut om ons innerlijk nog wat aan te sterken en niet veel later af te dalen. Jaah, dit was een erg lange dag! We waren een slordige 16 uren onderweg, maar konden nagenieten van een dag in hoog alpien terrein, en vooral van het volkomen alleen te zijn tijdens de beklimming... Niet veel dagen later ben ik met Wim onderweg richting Col des Ecrins (AD) en bivakkeren we aan het einde van de Bonnes Pièrresvallei en genieten er van een mooi licht-en-wolkenspektakel. In een bijtende kou gaan we rond 4.00u op stap. Een sneeuwveld dat langzamerhand steiler wordt, brengt ons naar het rotsgedeelte waar een systeem van kabels tot op de Col gaat. Dit gaat net iets trager dan verwacht en met zonsopgang staan we op de Col. Reeds vele klimmers bevinden zich boven ons. De moeilijkheden liggen echter achter ons en het is nog zo’n 2 uren sneeuwstampen tot op de top waar we getrakteerd worden op een gigantisch uitzicht: van de Matterhorn tot aan de Mont Blanc en de Vercors. Onder een snikhete zon halen we ons bivakmateriaal op en dalen verder af. Enkele dagen later nam ik afscheid van Wim, Tine en Lumi, bedank hen voor de gastvrijheid en de mooie tijd. Dag bergen en avontuur, dag pracht en praal... Met dank aan Kariboe voor het prima materiaal Meer info en foto’s op www.rockandiceclimbing.blospot.be

29


PARTNER

30


spaghetti TEKST: REGINALD ROELS

Spaghetti. Het moet spaghetti zijn om van die 3 kerels echte Italianen te maken. Of, tenminste noedels of iets dergelijks … Maar het is eerder de taal die me doet vermoeden dat het Italianen zijn. Ik hoor gedempt praten tot in onze hoek van de kamer, het winterruim van de cabane d’Argentière, massief van de Mont Blanc, putje winter. Stil, niet luidruchtig … Ik kijk in mijn eigen dampende kookpot en zie, alhoewel ik Belg ben, geen frieten maar een lekker stoofpotje. Op een bepaald moment kijk ik instinctief naar de andere hoek, en zie een gebruinde, zeg maar bijna bruingeblakerde kerel, die me zit aan te staren. Niet om te staren op zich, want hij kijkt eerder door mij heen. Het is de derde dag dat we, mijn klimmaat en ik, samen met deze 3 klimmers in dezelfde ruimte leven, weinig woorden wisselend. Er heerst een goede sfeer, er zijn zonder woorden afspraken gemaakt, afspraken die elke rechtgeaarde klimmer zonder meer weet te herkennen en te respecteren. Hij ziet er vermoeid uit, en het lijkt alsof hij geen zin heeft om te praten, ook niet tegen zijn 2 klimvrienden, die een beetje van hetzelfde slag zijn. Ze kijken voor zich uit, ieder in zijn eigen gedachtenwereld, af en toe enkele woorden wisselend, af en toe in de pot roerend, af en toe over een kaart gebogen en wijzen met de vinger, af en toe enkele gedempte woorden… Ik mag deze kerels wel. Het lijkt alsof er een wederzijds aanvaarden heerst. Jan en ik hebben vandaag de klim volbracht die zij morgen willen ondernemen, en dat lijkt bij hen respect af te dwingen. Morgen willen wij de klim doen, die zij vandaag zonder succes hebben moeten afbreken omwille van de ijzige koude en een te felle wind. Hopelijk wordt het weer morgen beter. Nochtans was er vandaag een stralende zon, maar het is dan ook winter, putje winter, wat extra korte dagen betekent, een barre koude en een door alles bijtende wind waarin volgens de Italianen bijna niet te klimmen valt. Jan kan dit vandaag beamen, zeker bij het overschrijden van de rimaye, ploeterend door poedersneeuw, in de eerste touwlengte van de inklim van de couloir en Y op de zuidwand van de Aiguille d’Argentière. In de zomermaanden geeft dit een rustig te overwinnen rotspartij, maar in deze winterse omstandigheden is dit van een totaal andere orde… De punt van een ijspikkel over een 2 cm groot rotsricheltje, en de andere ijspikkel tussen de rots en een ijsplak gewrongen waren de enige zekeringpunten geweest. Zonder woorden, zonder klagen, was Jan doorgeklommen, zonder te vragen om even over te nemen. Soms kan hij wel klagen, maar als hij zich sterk voelt, zoals vandaag, dan kan hij echt wel doorgaan… Ik hoopte dat hij niet zou vragen om “efkes” kop te nemen, ik mopperde inwendig: ”Jan, ga door … ga door...”

De door de wind opgeblazen stuifsneeuw baande zich een weg tot in de kleinste openingen van mijn kledij, en koelde me af. In mijn ongemakkelijke (zekering)positie probeerde ik toch de banden aan de mouwen en mijn kap steviger dicht te snoeren. Geregeld kwamen mini-lawinetjes van poedersneeuw uit de geul naar beneden gewaaid, die we over ons heen kregen. Ik probeerde in te schatten wanneer de volgende lading zou komen, maar na een paar pogingen een rotsblok om te kijken, realiseerde ik me dat de zekeringpunten van de standplaats niet ideaal te noemen waren, en zeker niet geschikt waren om onnodig in alle richtingen te belasten. En ik kon Jan toch niet zien. Ik kon eigenlijk beter hopen dat deze zekeringpunten voldoende stabiel waren... Een paar keer schreeuwde ik tegen de wind in. Ik wilde weten hoe hij vorderde. Echter zonder een antwoord te krijgen. Van het stilstaan kreeg ik het koud. Hoelang stond ik daar? Enkele minuten, een uur? Af en toe gleed het touw door mijn zekeringapparaat ten teken dat Jan toch beetje per beetje vorderde. Het leek een eeuwigheid vooraleer Jan “stand” schreeuwde. Door dit schitterend klimwerk van Jan, door de opening te vinden in de inklim, kwamen we in een totaal ontspannen klimmen in de eigenlijke ijsgeul (couloir) terecht die we uitklommen tot aan het zadel tussen de beide enorme rotsbanden. Doorklimmen tot aan de eigenlijke top was vandaag niet ons doel geweest. Ik roer nogmaals in de pot, bekijk Jan onopvallend, roer nogmaals in de pot, en bedenk dat ik, indien nodig, bereid ben de ganse avond door te roeren. Dit ben ik Jan verschuldigd...

31


TESKT: LUS VANDENBOSCH FOTO’S: LUS EN GREET

6622 m

CHAMSER KANGRI 32

In 2006 organiseerde ik een trekking/expeditie. Ik beloofde enkele deelnemers om in 2012, voor mijn 60ste verjaardag, terug een trekking met de beklimming van een zesduizender te doen. In 1986 bezocht ik voor de eerste keer India met à l’improvist een week trekking in de Indiase Himalaya. Deze streek maakte een grote indruk op mij zodat ik in 1987 terugging voor een trekking in de Zanskar-vallei. Ondertussen reisde ik meermaals naar Pakistan en ook Nepal. Mijn voorkeur gaat uit naar Pakistan, maar gezien de politieke toestand de voorbije jaren, is dit geen optie meer. Nepal is erg groen en in de maanden juli en augustus is er het regenseizoen. De keuze valt dus op India, Ladakh, ik ben benieuwd om dit land, deze streek, na 25 jaar terug te zien.

Zeven mensen vliegen via Londen naar Delhi waar ze een nacht verblijven in de Luytjens bungalow, een voormalig ambassadegebouw in een groene wijk aan de rand van de stad. Het is een oude koloniale villa met prachtige tuin. Onze gastvrouw is heel vriendelijk en werkt met kansarmen als personeel. Het huis is een oase in een enorm drukke, stoffige stad. Wat mij opvalt is de armoede, er leven nu veel meer mensen op straat. De volgende dag moeten we vroeg uit de veren, want de vlucht naar Leh vertrekt om 5u40 om zo de kans op een dicht wolkendek te vermijden. We hebben meer bagage dan toegestaan en moeten hiervoor dus iets bij betalen. Het wordt een spectaculaire vlucht, vlak boven de hoge Himalaya, met net voor de landing, een zicht op de majestueuze K2.


Een busje van Dharma Travels wacht ons op en brengt ons naar het guesthouse, even buiten het centrum van Leh. Leh ligt op 3524 meter hoogte, is de voormalige hoofdstad van het Himalayan Kingdom Ladakh, en is nu de hoofdstad van het district Ladakh. Het was een belangrijk stopplaats op de handelsroute China – India, langs de Indus. Het paleis en Potalaklooster domineren het zicht op de stad, de groene velden langs de oevers van de Indus zorgen voor een vruchtbare vallei. Voor ons laaglanders is het belangrijk te acclimatiseren, dus doen we het rustig aan. In de namiddag hebben we afspraak op het kantoor van Dharma Travels. Terwijl de anderen kuieren langs de vele kraampjes en shops gaan Stanzin, Fons en ik naar het mountaineering institute om onze permit te regelen. Een gepensioneerde berggids ontvangt ons hartelijk en legt uit hoe we de beklimming moeten aanvatten. We kijken elkaar aan, want volgens ons klopt dit niet. Na een half uur kunnen we hem eindelijk onderbreken en uitleggen dat we de Chamser Kangri willen beklimmen en niet de Stok Kangri. We willen met drie de beklimming aanvatten. Normaal is de kostprijs 300 € per persoon maar het is laagseizoen en we hoeven slechts 200 € te betalen. Dinsdag bezoeken we enkele paleizen en kloosters in de omgeving van Leh, zoals het Matho-klooster, Stok Palace, Sankar Gompa, de Shanti Stupa en de Jama Masjid moskee. Het is heel warm en wanneer we de trappen oplopen voelen we de hoogte. In het Matho-klooster is een atelier waar jonge Franse en Zwitserse onderzoekers eeuwenoude tanka’s restaureren. Zoals de meeste klooster en paleizen is ook het Stok Palace tegen de wand gebouwd. Het landschap is een prachtige combinatie van droge rotsen, groene valleien, historische erfgoed met daarachter de besneeuwde Stok Kangri. ’s Avonds nodigt Stanzin ons uit op restaurant en maken we kennis met Motup, onze manager en Chamdan, de kok die ons de komende weken zullen vergezellen.

Onze trekking start in Rumtse, op 4100 m hoogte, ongeveer 70 km verwijderd van Leh. Het busje wordt volgestouwd. We stoppen nog bij het Shey Palace en het klooster van Thiksey, waar een monnik ons een amulet verkoopt. Deze zal ons tijdens de trekking en beklimming bijstaan. Onze lunchbox verorberen we in een baancafé en in de vroege namiddag bereiken we de eerste kampplaats. We passeerden een prachtig landschap, vooral de veelkleurige bergen rond Gya Village maakten indruk. Carine voelt zich niet goed, zij heeft problemen met de hoogte. Zij heeft eerder hoogteziekte gehad en moet medicatie nemen. Dit wordt een belangrijke nacht, morgen start de trekking en er is geen weg terug. Gelukkig kunnen we de volgende dag met zeven aan de tocht beginnen. We worden ondersteund door 13 paarden met 2 “horsemen” Tsering Namgyal en Nawang, en drie keukenhulpen Dorjay, Lobzang en L.D. Samen een vrolijke bende. Elke dag verloopt identiek, we worden gewekt met morningtea en een kommetje water om ons te wassen. We pakken onze bagage in, helpen de tenten afbreken en leggen alles bij de paarden. In de eettent wacht ons ontbijt. Daarna nemen we een lunch box, een fles water of thermos thee en beginnen te stappen. Onze begeleiders breken het kamp af, laden de paarden en halen ons in. ’s Middags zoeken we een mooie picknickplaats, indien mogelijk aan de rivier. Ieder stapt zijn eigen tempo, iedereen heeft tijd om te genieten van dit magnifieke landschap en van de stilte. In de namiddag worden we verwelkomd met look, kardemom- of gemberthee (goed tegen hoogteziekte) en koekjes. ’s Avonds krijgen we een uitgebreid avondmaal: soep, groenteschotels, sla, pasta, rijst, kip, dessert. De eerste dagen wordt de helft terug gegeven. Daarom maakt Motup een lijst met schotels waaruit we dagelijks mogen kiezen. Met scha en schande moet ik vaststellen dat de meerderheid voor ‘frieten’ kiest. Maar er is ook dal en rijst. De trekking is heel gevarieerd, we stappen 5 à 8 uur per dag, richting zuid, zuidoost, de Ruphu-vallei in, en steken dagelijks één of twee passen over tussen de 4500 en 5500 meter. Tussen Rumtse en Korzok ligt geen enkel dorp meer. Wel lopen we langs enkele nomadenkampen van schaapherders en geitenhoeders. De mensen zijn heel vriendelijk en eerder verlegen, kinderen zijn gezond nieuwsgierig en bedelen niet. Het pad loopt door nauwe valleien en dan weer door een wijds landschap met zijvalleien. De bergen zijn dor maar zeer kleurrijk met grillige rotsformaties, soms lopen we over duinzand met stekelig gras, dan weer over een prachtig bloementapijt met zelfs edelweiss en orchideeën. De nachten zijn koud, ’s morgens staat er rijm op de tenten, tijdens de dag is het heet, op de passen waait een koude wind. Als bij het bereiken van de kampplaats de zon nog schijnt, wassen we ons in de rivier. Na tien dagen doet het deugd de eettent als badkamer te gebruiken en ons haar te kunnen wassen met warm water. Het oversteken van de rivier verloopt niet altijd even vlot , net als de afdaling van sommige steile passen.

33


De volgende dag is er voor onze kampplaats een enorme bedrijvigheid van vogels. Tussen het gras en de bloemen merken we verschillende nestjes met eitjes op de grond. In één nestje zijn de eitjes open en zien we de kleine donzige diertjes. Op de laatste kampplaats voor de pas naar Korzok, komt er een grote groep met zware rugzakken in de tegenovergestelde richting gestapt. Ze maken een kamp 500 meter verder. Bij het ontbijt komt een man vragen of hij twee paarden mag gebruiken. Een vrouw is acuut hoogteziek geworden. Motup raadt aan om bij de paardenman verderop te informeren. Hij keert met lege paarden terug. Ze kunnen de rivier blijven volgen tot aan de verharde weg en dan verder liften. Het zijn Tsjechen die zonder gids of paarden op stap zijn, zij betalen ook geen trekking fee voor de kampplaatsen. We geven diamox en hopen dat de vrouw het haalt. Nadien informeren we In het medisch centrum van Korzok naar haar toestand, en krijgen een positief antwoordje. Op de Gyalmalhom-pas duikt voor ons de Chamser en Lungsar Kangri op, aan de voet het blauwe Tsomoriri meer! Korzok is een stoffig, bedrijvig dorp en wordt gedomineerd door het klooster en zijn stupa. We hopen naar huis te kunnen bellen maar internationaal telefoneren kan niet. Omdat we op de grens met China reizen, mag er ook geen satelliettelefoon mee. Vanaf zondag vindt het tweejaarlijkse festival plaats. Carine, Frans, Greet en Anne gaan mee tot aan het basiskamp maar komen dan terug en blijven drie nachten in een guesthouse. Op die manier kunnen ze de hele gebeurtenis mee maken. Er komt een massa bezoekers op af, ook omdat momenteel de pashmina wol wordt verhandeld. Bij het verlaten van Korzok is er militaire controle, en ook in het basiskamp worden onze permits nog eens grondig gecontroleerd door een legerofficier.

34

Chamdam en Motup willen mee naar de top. In Korzok hebben ze een rare oude man opgepikt die ons de weg zal wijzen naar het laatste kamp voor de beklimming. Wij hebben er niet zo veel vertrouwen in, maar hebben de beklimming goed voorbereid en de GPS coördinaten mee. In the middle of nowhere zegt “de gids” dat dit het Advanced Basecamp is, op een hoogte 5600 m hoogte.


We merken dat we te veel richting Lungsar zijn gestegen en traverseren nu richting Chamser. Op 5800 m hoogte, aan een gletsjerbeekje, zetten we de tenten op. We zijn alleen, dit is niet het normale AC kamp is. Omdat het vannacht heel donker zal zijn verkennen we de aanloop naar de gletsjer. Om half vier starten we de beklimming. Het is koud en de hemel is wolkenloos. Het valt ons moeilijk stappen op de bevroren stenen. Al vlug zie ik de lichtjes van Chamdan en Motup en een beetje eronder deze van Fons en Mieke. Mijn diesel komt traag op gang, ik geraak er wel op mijn eigen tempo. Het is nog donker wanneer we aan de rand van de gletsjer komen, waar we de klimgordel en stijgijzers aan trekken. Piolet in de hand trekken we verder. Soms heb ik het mentaal moeilijk om zo achteraan te bengelen maar ik zet door. Aan een grote steenman wachten de anderen, we zien de top liggen maar rechtdoor gaan is geen optie. Eerst nog een te steile afdaling en daarna een (te) steile klim. We traverseren rond de sneeuwgraat en komen zo op de normaalroute. Nog even op de tanden bijten, de 6622m laat zich voelen. Het is geen technische klim maar vraagt toch veel concentratie. Samen bereiken we de top! De afdaling gaat prima, de zon brandt en het uitzicht is altijd adembenemend. Tegen de middag zijn we beneden, waar onze kok en manager uitgeteld in hun tent liggen. ’s Nachts had Mieke last gekregen van een zonneslag en een 2de graads-verbrande neus, maar met de nodige zorgen is ze genezen bij thuiskomst.

Wij waren in de wolken met onze berg, en onze tochtgenoten met hun festival. De weg van Leh naar Manali is spectaculair. Achter iedere bocht een ander uitzicht. Daarom kiezen we om via Manali terug naar Delhi te reizen. Vanaf de Baralacha-pas wordt het landschap groener. De Rothang-pas ligt er verschrikkelijk bij, 25 jaar geleden was het al moeilijk, maar door het tienvoudige verkeer en al de olietankwagens is het gewoon één grote modderpoel. In Manali verblijven we in de Jhonson-Lodge. Het is even wennen om onze tentje te ruilen voor witte gesteven lakens en bediening aan tafel. We shoppen en dineren in het Tibetaans restaurant waar ik ook destijds heb gegeten. Een helse rit naar Delhi. Het duurt lang eer we de bergen uit zijn. Onderweg zien we heel veel Punjabi’s met hun roze/ oranje sjaals en kledij op weg naar het bedevaartsoord Manali. Eens beneden komen we op een driebaanvak maar deze wordt gebruikt als zesbaanvak. We moeten stoppen om de papieren te tonen. Omdat onze chauffeur niet vlug genoeg is, geeft de dikke politieman hem een klap in het gezicht. Na 16 uur hebben we de 550 km afgelegd. Het is inderdaad een spectaculaire rit, maar ik zou het niet aanraden, want de laatste dag is er te veel aan. De Himalaya, de vele mogelijke trekkings, de mensen, de cultuur zijn zeker de moeite waard om terug te keren.

Praktisch Periode: 7 – 29 juli. Ik boekte onze vlucht begin maart en betaalde 700 € pp. Ik contacteerde vier trekking bureaus via mail. Uiteindelijk koos ik voor Dharma Travels op basis van prijs/kwaliteit. De reis verliep perfect, vanaf de landing in Delhi tot het vertrek terug op de luchthaven van Delhi: 1500 € pp all in. Ondanks het feit dat Tsondus een week voor ons vertrek overleden was heeft Stanzin de organisatie prima overgenomen en is alles vlot verlopen. Alle vervoer was steeds op tijd en de gemaakte afspraken werden steeds nageleefd. Dharma Travels werd geleid door twee broers Tsondus (manager) en Stanzin (praktische zaken). De trekking en beklimming staat beschreven in de Lonely anPlet Trekking Guide, die ook een goede kaart bevat. Andere kaarten: Ladakh-Zanskar 1:350000 Editions Olizane Genève en 1:250000 Orographical Sketch Map van the Swiss Foundation for Alpine Research. Alta Via bookshop aan het MAS.

35


voetafdruk

de comeback van de bever TEKST: LOUIS DE GEEST / BENOIT MANET

Dat Wallonië een rijke natuur heeft, vormt een deel van de aantrekkingskracht van het rotsklimmen. Die natuur werd tegen wil en dank nog een stuk rijker in 1999, toen enkele natuuractivisten de bever herintroduceerden aan de Waalse stromen. “De manier waarop was dubieus, maar het was wel een succes: de bever doet het hier goed.”

Aldus spreekt Benoit Manet, medewerker van het Waalse natuurstudie-instituut DEMNA. Hij heeft vanuit zijn functie de evolutie van de soort in ons land nauwlettend kunnen volgen. “De bever heeft sindsdien een grote plaats ingenomen in mijn werkschema. Vandaag kunnen we spreken van een geslaagde introductie van de soort. De beverpopulatie wordt steeds groter en heeft zich verspreid over het hele land. Dat bemoeilijkt natuurlijk het toezicht, aangezien ze zo’n beetje overal zitten.” KBF: Is het vandaag de dag gemakkelijk om in België een bever te spotten? Benoit: “Als je de juiste voorzorgen neemt: zeker. Het is een dier dat zich gemakkelijk laat zien. Momenteel, hartje winter, is natuurlijk geen ideale periode daarvoor. Omdat hij nu pas naar buiten komt als de nacht valt en je dus veel maanlicht of een infraroodcamera zal nodig hebben om hem te kunnen bekijken. In de winter kan je wel heel goed zijn bouwwerken en de resultaten van zijn activiteiten gaan aanschouwen.”

“Het dier zelf is relatief eenvoudig te zien in de zomer. Temeer daar het erg dicht bij steden en dorpen vertoeft en dus gewoon is aan de aanwezigheid van de mens. Niet ver van Luik zijn er bijvoorbeeld verschillende sites waar je hem ’s avonds kan bezig zien. Door zijn nieuwsgierigheid zal hij bij bezoek zijn burcht zeer zichtbaar verlaten om te kijken of er geen gevaar is. Dan valt hij goed te observeren.” KBF: Hoe is de bever destijds eigenlijk opnieuw in ons land terecht gekomen? Benoit: “Dat idee kwam van een kleine groep activisten die de toestemming van de autoriteiten niet hebben afgewacht en tussen 1998 en 2000 bevers zijn beginnen loslaten aan onze stromen. We zijn dit project dus noodgedwongen moeten beginnen opvolgen. Maar de soort doet het hier goed. Dat deed ze hier zo’n honderdvijftig jaar geleden ook, maar in de tussentijd was het landschap hier sterk veranderd. Voornamelijk door het feit dat er nu, zeker in de valleien, veel meer natuur is volgebouwd. Het dier heeft hier dus wel weer zijn plek, maar die is veel kleiner dan vroeger. Tot op een bepaald punt is zijn aanwezigheid haalbaar, maar hoe meer plaats hij nodig heeft, hoe sneller hij geconfronteerd wordt met de menselijke beschaving.” KBF: Het is ook niet de enige uit onze streken verdwenen soort die nu opnieuw zijn opwachting lijkt te maken. Benoit: “Neen. Ook de grote roofdieren staan mogelijks op het punt terug op te duiken. Dat geldt vooral voor de wolf, die amper een paar honderd kilometer van ons land actief aanwezig is. De kans dat hij de grens oversteekt is reëel. Er zijn al waarnemingen gebeurd in Wallonië, maar die zijn niet honderd procent sluitend. Hetzelfde geldt voor de lynx.” “Vanuit een ideaalbeeld zijn die herintroducties interessant, maar we worden waarschijnlijk snel met problemen geconfronteerd. De terugkeer van de wolf kan bijvoorbeeld leiden tot verliezen in de schapenkuddes. Het zal bij bepaalde mensen snel de drang oproepen zich van die dieren te ontdoen. Daarom moeten we proberen het juiste compromis te vinden, waarbij de dieren kunnen worden aanvaard zonder dat ze voor te veel moeilijkheden zorgen. KBF: Ook het samenleven tussen mens en bever lijkt niet altijd gemakkelijk. Benoit: “Nee. De bever heeft een sympathiek imago, maar voor de personen die op hun eigendom met zijn activiteiten geconfronteerd worden, moeten we toch steeds ons best doen om de problemen te beperken. Ook voor vissers vormt hij een probleem. En zelfs voor wie zich bezighoudt met hydroelektriciteit. Groene energie is erg in de mode, maar soms gaat de bever met zijn constructies de stroom van het water vertragen, wat daar dan weer in slechte aarde valt.”


“Velen zien alleen de negatieve aspecten van zijn aanwezigheid. Dat hij bomen omver knaagt, land onder water zet,… Maar die zaken hebben voor ons ook een positieve kant. Enerzijds beconcurreert hij op die manier een aantal kwetsbare soorten, anderzijds brengt hij op die manier een hele reeks nieuwe dieren plantensoorten met zich mee. Dat doet hij bijvoorbeeld door op bepaalde plaatsen het waterniveau te verhogen, waardoor er verschillen in dieptes ontstaan, wat bepaalde plantensoorten de kans geeft om te groeien. Of door bomen te kappen, waardoor er meer licht is voor andere planten. Daar volgt meestal een snelle respons op van bepaalde insectensoorten, amfibieën, libellen, vogels,…”

KBF: Veel natuurliefhebbers dromen van een wereld waar de mens in harmonie leeft met de natuur. In de realiteit is dat soms erg moeilijk.

KBF: Waarom is de bever eigenlijk ooit uit ons land verdwenen?

KBF: Komen jullie soms met hem in contact?

Benoit: “Dat had verschillende oorzaken. In de geneeskunde was hij bijvoorbeeld interessant om zijn klieren, maar eigenlijk vooral om zijn vacht. Die was erg gewild in en rondom Parijs, waar het in de mode was om bevermutsen te dragen. De vraag was zo groot dat men op een bepaald moment zelfs tot in Rusland en Amerika trok om beverpelzen te vinden. Zo’n vacht werd op die manier erg veel waard, wat de commerciële uitbuiting van de dieren sterk in de hand heeft gewerkt.”

Benoit: “Soms moeten we verloren gelopen bevers gaan redden en terugbrengen naar het water. Jonge bevers verlaten op een bepaald moment hun ouders om op te zoek gaan naar een plek waar ze hun eigen ‘beverparadijs’ kunnen opbouwen. Tijdens die fase zijn er altijd die de loop van het water verlaten en een beetje verloren lopen.”

“Daarnaast was het dier ook niet erg populair omdat hij land onder water zette. Lange tijd heeft de mens namelijk heel erg zijn best gedaan om ‘terrein te winnen’ op de natuur door gronden die onder water stonden, droog te zetten. Het is pas recentelijk dat we dergelijke terreinen beschermen, omdat ze interessant zijn vanuit biologisch standpunt.”

Benoit: “Op zich zijn noch de bever, de wolf of de lynx gevaarlijk voor de mens. Het verhaal van de ‘grote boze wolf’ zit in onze collectieve verbeelding, maar klopt niet met de realiteit. De wolf valt niet zomaar mensen aan, daar moet hij echt al een heel goede reden voor hebben. En de lynx is zodanig discreet dat men in het algemeen zelfs niet beseft dat hij in een streek aanwezig is. Wat de bever betreft, die moet echt al gewond of in een hoek gedrongen zijn om tekenen van agressiviteit te tonen. Anders zal hij altijd vluchten richting water.”

“Zo’n dier wil eigenlijk alleen maar terug bij het water raken. Om hem te vangen is er eigenlijk een vrij simpele methode: je benadert hem rustig met een vuilnisbak. De bever zal die aanzien voor een ideaal schuiloord en erin springen. Een donkere plek staat op zo’n moment namelijk gelijk aan een plek waar hij zich kan verbergen. Je moet hem dan enkel nog naar de loop van het water brengen en terug los laten.” “Op onze reddingsacties komen we ze soms wel tegen op vreemde plaatsen. Zo hebben we er eens één gevonden die zich had geïnstalleerd in iemands garage. En een andere werd teruggevonden in de zandbak van een gezin. Het water was tot vlak bij de zandbak gekomen en daardoor had hij zich vergist: hij was zich beginnen wassen midden in de zandbak van de kinderen.

KBF: De bever is natuurlijk nog maar recent terug in onze contreien. Zal de soort zich mettertijd beter aanpassen aan het samenleven met de mens?

foto: Erik Vandormael

Benoit: “Dit soort dier vindt sowieso niet gemakkelijk een plaats in een natuur als de onze die danig geregeld en gecontroleerd is. Veel Belgische bossen zijn bijvoorbeeld aangeplant: volledig door de mens geconstrueerd. We onderhouden ook zeer doelgericht bepaalde ecosystemen. Maar de bever gaat daar in zekere zin tegen in: hij bepaalt zijn eigen doelen, knaagt bomen omver, construeert dammen,... En die doelen overlappen niet altijd met die van ons.” “Echt ‘samenleven’ zal het dus niet worden. Maar soms maakt hij nu zelfs al gebruik van situaties die wij gecreëerd hebben. Vlakbij autosnelwegen zijn er bijvoorbeeld grote bekkens om het water in op te vangen tijdens stormweer. Daar hebben we al bevers in teruggevonden. Problematischer wordt het natuurlijk als we hem bijvoorbeeld, zoals ook reeds gebeurd is, terugvinden in een waterzuiveringstation. Maar in het algemeen is het een dier dat zich gemakkelijk aanpast aan de omstandigheden. Zelfs aan een artificiële omgeving als de onze.”

37


38

PARTNER


/SHOP BOEKEN 1. BERGBEKLIMMEN - CURSUSBOEK BEGINNERS Hét naslagwerk over technieken voor beginnende alpinisten. Prijs: € 21,00 2. wALLIS - Alpiene ervaring opdoen Een selectie van 10 prachtige “eenvoudige” beklimmingen in detail beschreven, zodat je met vertrouwen deze tochten zelfstandig tot een goed einde kan brengen! Prijs: € 19,00 3. ALPINE ROTSKLIMMEN - Auteur: Koen Hauchecorne Van klimschool tot hoogalpiene routes. Prijs: € 20,00 4. kennis maken met sportklimmen Klimactiviteiten die te realiseren zijn met de basisinventaris van een turnlokaal, voor groepen van 25 à 30 kinderen. Stapsgewijs wordt de overgang gemaakt naar klimmen in een echte klimzaal. Prijs: € 25,00 5. De Rock Warrior’s Way - Mentale training voor sport-en rotsklimmers - Auteur: Arno Ilgner Een leidraad bij de beleving van het klimmen, maar ook bij elk avontuur in het leven! Prijs: € 17,95

TOPO 1. MARCHE LES DAMES Prijs: € 18,00 2. TOPO fREYR (uitgave 2014) - nieuw Prijs: € 29,00 3. TOPO MOZET Prijs: € 16,00 4. TOPO DURNAL Prijs: € 7,50 5. TOPO BEEZ Prijs: € 6,00 6. TOPO Hotton Prijs: € 9,00 7. TOPO CORPHALIE (HUY) Prijs: € 8,00 8. TOPO YVOIR Prijs: € 12,00 9. TOPO Pont-a-lesse Prijs: € 12,00 10. TOPO PLAIN DES FOSSES Prijs: € 8,00

cursusboekjes

MERCHANDISING 1. OPNAAIBADGE Badge die je op je kleren kan naaien (6 cm x 4 cm) Prijs: € 3,00 2. T-SHIRTS KBF Kleur man: grijs-blauw met witte bedrukking. Kleur dames: grijs-groen met witte bedrukking. Prijs: € 16,00 (verzendingskosten inclusief)

1. KVB-cursusboekjes Deze cursusboekjes zijn bestemd voor de leerlingen, bevatten een handig overzicht van de aangeleerde technieken plus overzichtelijke illustraties. KVB KVB KVB KVB

1 (indoor Toprope – 36 pag – 12,5 cm x 9 cm) 2 (indoor voorklimmen – 48 pag – 12,5 cm x 9 cm) 3 (outdoor voorklimmen – 56 pag – 12,5 cm x 9 cm) 4 (adventure klimmen - 46 pag - 21 cm x 15 cm)

Prijs leden KBF: 7,50 €/stuk (KVB 1 -2 - 3) en 16 €/stuk (KVB4) 2. KVB-instructeurshandleidingen Dit is de handleiding voor docenten, inclusief de bijhorende leskaarten. KVB 1 - Indoor Toprope – 36 pag (24 cm x 17 cm) KVB 2 - Indoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) KVB 3 - Outdoor voorklimmen (24 cm x 17 cm) Prijs leden KBF: € 16,00 / stuk

39


PARTNER

40


/hutten REFUGE JEF DE ROECK (oVIFAT - hOGE vENEN)

chaveehut (maillen - ardennen)

Rue Abbé Toussaint 19, OVIFAT - 080 44 67 17

Rue de la Chavée 7, 5330 MAILLEN - 083 65 52 39

Voor activiteiten als wandelingen, langlauftochten, mountainbike of een gezellig treffen in een prachtige omgeving. Voor groepsreservaties en toegangscode: zie onderstaande telefoonnummers. Ieder niet-lid mag op uitnodiging en in het bijzijn van een lid, ten hoogste tweemaal overnachten in de refuge. Bij een eventuele derde overnachting zal het niet-lid lid moeten worden van de KBF. Reservatieprocedure 1. reservatie via het KBF-secretariaat 2. betaling (vooraf) uit te voeren 3. secretariaat stuurt bevestiging + toegangscode 4. na verblijf het drankverbruik doorgeven aan secretariaat Om de bereikbaarheid van de refuge te garanderen, moet het codenummer van de hut aangevraagd worden op het secretariaat: 03 830 75 06 of Paul Verzele 0478 25 67 84

Paul Verzele

RESERVATIES Alle reservaties gebeuren via het KBF-secretariaat Tel. 03 830 75 00 Fax 03 830 36 24 info@klimenbergsportfederatie.be

TARIEVEN “all-in” (per bezoeker per dag) (verblijf, gebruik trekkerskeuken, gas, electriciteit, douche) : Lid: € 7,00 Niet-lid: € 14,00 Lid < 13 jaar: € 4,00 Niet-lid < 13 jaar: € 8,00

OPENINGSTIJDEN Van 1 maart tot 30 juni en van 1 september tot 30 oktober is de hut elk weekend open (tijdens de week vanaf minimum 20 personen). Van 1 juli tot 31 augustus: alle dagen met enkel trekkerskeuken formule en ontbijt en lunchpakket.

Tot en met 5 jaar: gratis

De hut is dagelijks gesloten van 10u tot 17u.

Hutverantwoordelijke

REFUGE JEAN DUCHESNE (fREYR - ARDENNEN) Chaussée des Alpinistes 1, 5500 ANSEREMME (Dinant) Gelegen op het plateau van Freyr, boven het meest indrukwekkende rotsmassief van België, Freyr ... Hier heeft de CMBel een hut beschikbaar voor o.a. KBF-leden. Deze hut biedt slaapgelegenheid aan 32 personen. Indien het te veel regent, is dit de ideale oplossing om droog te blijven tijdens de weekends, na een zware klimdag. Overnachting is ook mogelijk op de bivakweide en dit in een (kleine) tent of bivakzak. Omdat het hier niet gaat om een officiële camping, maar om een bivakplaats zijn grote tenten – model bungalow – verboden. TARIEVEN 2014 Refuge: Lid van bergsportfederatie: € 4,00 Niet-leden: € 8,00 Bivakweide: Lid van bergsportfederatie: € 2,00 Niet-leden: € 4,00

Van 1 november tot 28 (29) februari is de hut zowel tijdens het weekend als de week pas open vanaf min. 20 personen. De huttenwirten komen aan op vrijdag rond 20u. en vertrekken op zondagochtend rond 11u. Hutverantwoordelijke Bart en Gonda Vercruyssen-Martens Tel. 09 374 12 50 (na 19.00u) TARIEVEN 2014 waarborgsom € 75 (10-29 pers) / € 125 (vanaf 30 pers) Trekkers keuken € 1,80 Ontbijt € 5 Lunch € 5 Avondmaal € 10

lid van bergsportfederatie niet-lid kind lid <13j kind niet-lid <13j

KAMER € 7,50 € 15,00 € 5,00 € 10,00

LAGER € 6,00 € 12,00 € 3,50 € 7,00

TENT € 4,00 € 8,00 € 1,50 € 3,00


-

contact secretariaat algemeen Statiestraat 64 - 2070 Zwijndrecht info@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 00

administratief

sporttechnisch

lidmaatschap@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 01 bestellingen@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 01 (bestellingen KVB’s, topo’s, ...) klimtoelating@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 08 facturatie@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 08 verzekering@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 06 chaveehut@klimenbergsportfederatie - 03 830 75 09 refugeovifat@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 06 advertentie@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 06

stage@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 09 bergbeklimmen@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 03 bergwandelen@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 09 sportklimmen@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 02 rotsklimmen@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 04 winter@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 00 jeugd@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 04 canyoning@klimenbergsportfederatie.be - 03 830 75 03

-

contact clubs

BAC ANTWERPEN www.bacantwerpen.be

CANYON TEAM VLAANDEREN www.canyonteamvlaanderen.be

BAC LIMBURG www.bac-limburg.be

CRUX CLIMBING TEAM www.cruxbouldergym.be

BERGSPORTVERENIGING KLEIN BRABANT www.bvkb.be

DE BERGPALLIETERS www.bergpallieters.be

BERGSPORT OOST VLAANDEREN www.bovl.be

CLIMBING TEAM DE DAM www.dedam.be

BERGSPORTVERENIGING PROVINCIE ANTWERPEN www.bergsport-bpa.be

KLIMCLUB HUNGARIA www.klimzaalhungaria.be

BERGSPORT VLAAMS BRABANT www.bvlb.be

LIMBURGSE BERGSPORTVERENIGING www.klimburger.be

BLEAU CLIMBING TEAM www.bleau.be

VLAAMSE BERGSPORT WAASLAND www.bergsportwaasland.be

BLUEBERRY CLUB www.blueberry-hill.be

WESTVLAAMSE BERGSPORTVERENIGING www.westvlaamsebergsportvereniging.be

VOORZITTER: Henk Vandenhoeck 03 440 44 68 / henk Vandenhoeck@gmail.com SECRETARIS: Nancy Willeme 0495 57 98 32 / nancy.willeme@skynet.be

VOORZITTER: Luc Vroninks 0475 42 27 04 / luc.vroninks@scarlet.be SECRETARIS: Jan Rubens 0497 87 58 43 / rubensjan@hotmail.com

VOORZITTER: Koen De Laet 0475 26 50 32 / koen.delaet@bvkb.be SECRETARIS: Stef Duymelinck 0494 44 09 61 / Stef.duymelinck@bvkb.be

VOORZITTER: Philippe Caboor 09 371 46 72 / philippe@bovl.be SECRETARIS: Anneleen De Maesschalck 0499 40 00 81 / anneleen@bovl.be

VOORZITTER: Marc Hermans 0475 56 75 50 / voorzitter@bergsport-bpa.be SECRETARIS: Jan Van Herbruggen secretaris@bergsport-bpa.be 42

VOORZITTER: Walter De Bruyne 053 80 46 29 / walter.de.bruyne@bvlb.be SECRETARIS: Ingrid De Wolf secretariaat@bvlb.be

VOORZITTER: Bert Geerinckx 0486 62 24 35 / bert@bleau.be SECRETARIS: Renaat Will 0485 58 61 72 / renaat@bleau.be

VOORZITTER: Koen Demuynck 0490 41 00 70 / koen.demuynck1@gmail.com SECRETARIS: Serge Miesse 0475 59 52 28 / serge.miesse@telenet.be

VOORZITTER: Jeroen Schurmans info@canyonteamvlaanderen.be SECRETARIS: Helena Debedts helena.debedts@canyonteamvlaanderen.be

VOORZITTER: Johny Vaes 0498 31 83 99 / info@cruxbouldergym.be SECRETARIS: Tim Dupont 0495 46 55 25 / info@cruxbouldergym.be

VOORZITTER: Koen Van Hemelrijck 0473 66 11 32 / koen.van.hemelrijck@bergpallieters.be SECRETARIS: René Moortgat 0477 67 44 52 / rene.moortgat@bergpallieters.be

VOORZITTER: Goossens Tim / 0486 36 51 55 / goossenstim55@telenet.be SECRETARIS: Jeremy Frackiewicz 0494 47 75 73 / jeremyfrackiewicz@hotmail.be

BESTUURDER: Tijl Smitz 0473 44 94 33 / tijl@climbcoach.be BESTUURDER: Charlotte De Roey 0479 27 78 38 / vzwklimclubhungaria@gmail.com

VOORZITTER: Lode Draelants 0496 40 03 21 / voorzitter@klimburger.be SECRETARIS: Liesbeth Moesen liesbeth.moesen@gmail.com

VOORZITTER: Robert Verberckmoes 03 770 64 83 / vbwaas@skynet.be SECRETARIS: Mieke De Munck 0473 43 60 11 / mieke.de.munck@telenet.be

VOORZITTER: Bart Vercruyssen 0474 28 69 26 / bart.vercruyssen@belgacom.net SECRETARIS: Els Meyhui 056 60 98 47 / els@westvlaamsebergsportvereniging


EXPEDITION: PERFECTION VALLEY

BAFFIN ISLAND

ATHLETE TESTED. EXPEDITION PROVEN.™

PHOTO: RIKY FELDERER

Anti Matter Jacket Supremely lightweight, packable climbing shell 319 g

+

Minimalist full zip fleece

+

Lightweight alpinist pant 454 g

379 g

Total weight

Verto Micro Hoodie

Meteor Pant

Infiesto Full Zip

+

Featherweight down jacket 245 g

=

Verto Climb Collection 1397 g

Less weight. More pitches. The North Face athletes Hansjörg Auer, Iker and Eneko Pou pushed fast and light to their extreme to free climb new routes on Baffin Island, Canada. With individual pieces weighing less than some quick draws, the Verto Climb Collection is the ultimate lightweight system of apparel for the wall. Iker kept the Verto Micro Hoodie stashed on his harness, pulling it out at belays and when temperatures dropped. ®

View the collection + expedition thenorthface.com


PARTNER


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.