Klim- en bergsportmagazine 2016 1

Page 1

/KLIMBERGSPORT EN

magazine februari 2016

1

VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - JANUARI (SUMMIT), FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER, NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HASSELT 1 - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808


Photo Š www.kalice.fr

SITTA 2

There’s more to mobility than just being "wireless".

The SITTA harness is designed for experts engaged in technical mountaineering and high-level rock climbing. Compact and lightweight, it offers total freedom of movement, maximum comfort, and plenty of room for all your gear. www.petzl.com


JAARGANG 9 2016 / 1

Mount Expo 20

inhoud ACTUEEL 7 Up2Date 8 KBF wil/kan meer zijn dan een bergsportfederatie 10 Mount Expo 2016 70 Contact

32

MATERIAAL EN TECHNIEK 16 Droog je eigen voeding 31 Het belang van reddingstechnieken bij alpien klimmen 36 Wie mag wie, wanneer hoe en waar (bege)leiden? 40 Markeren van materiaal: toegestaan of niet? 62 Onweer CULTUUR 32 Messner Mountain Museum: Firmian (deel 2/4)

46

ROTSKLIMMEN 20 Interview met Siebe Vanhee 24 Mount Coach Academy: klimmen in wanhoop en miserie 42 Big wall klimmen in Noorwegen: de Trollveggen BERGBEKLIMMEN 46 Solo-expeditie naar de Khan Tengri BERGWANDELEN 18 Hoe kweek je een berggeit? Met kinderen de bergen in... 50 Living the dream in Nepal MOUNTAINBIKEN 54 Mountainbiken op IJsland: 100% puur natuur in het land van vuur en ijs

50

WINTER 58 Skiën buiten de lijntjes 60 Bivakkeren in de sneeuw MEDISCH 67 Warm blijven met voeding ECOLOGIE 68 Europa onder de ijskap: hoe ijstijden ons landschap veranderden

Foto kaft © winnaar fotowedstrijd winter: Servaes Timmerman “Sundown reflection in never-ending-winterland: Norway”

3


BANFF

M O U N T A I N FILM FESTIVAL W O R L D T O U R 8 FILMS

AVONTUUR - ALPINISME - MOUNTAIN BIKE - KLIMMEN -TRAIL - SKI - RAFTING EN MEER

WWW.BANFF.BE NAMUR

ANTWERPEN

BRUSSELS

ROCHEFORT

22.03.2016

25.02.2016

4

1,2,3 & 4.04.2016

14.04.2016

GENT

HASSELT

08.03.2016

18.04.2016

LEUVEN

MONS

10.03.2016

19.04.2016

LIÈGE

TOURNAI

15.03.2016

21.04.2016

BRAINE L’ALLEUD

LUXEMBOURG

19.03.2016

26.04.2016

— PRESENTED BY —

B ureau B elge de P rom otion de la M ontagne B elgisch A dviesbureau voor de B ergen

Editeur responsable : Patrick Toby - Dieweg 65c 1180 Bruxelles. Image : Les Drus, Chamonix © Soren Rickards

INFO & TICKETS


woord vooraf LIDGELD 2016 (voor leden 2015) Gewoon lid (AU): 77 € Jeugdlid (JU) : 48 € Seniorlid (SU): 66 € Gezin (GU): 199 € Uitbreiding mountainbike: 6 € Uitbreiding ski/snowboard op piste: 12 € Rekeningnummer: BE55 0682 2479 9244 Mededeling: OGM-nr (zie herinneringsbrief) of het lidnummer.

Beste KBF-lid, Wat verandert er op nieuwjaarsdag? Niets volgens U2 én de KBF-leden die, onder motto ‘het klimmers- en bergsportersbloed kruipt waar het niet gaan kan’, elkaar in 2016 (opnieuw) treffen in de bergen, klimzalen, aan de rotsen en… op Mount Expo, de klim- en bergsportbeurs die na enkele omzwervingen in diverse gedaantes op 5 maart neerstrijkt in Sint-Niklaas. Ideeën, belevenissen en informatie delen, het vormt een deel van het verleden - zie het Romeinse forum -, het heden - zie het internetforum - en het DNA van Mount Expo: de brede deuren staan wagenwijd open voor iedereen die de polsslag van de klim- en bergsport(bedrijfs)wereld wil meten, interesse heeft om een kaderopleiding, stage of yogasessie (!) te volgen, het verhaal achter de intrigerende titels van de lezingen ‘The deadzone: goalsetting at 8000 meter’, ‘The peaks of good and evil’ en ‘Van polderkind tot bergbeklimmer’ wil ontdekken of gewoon een pintje wenst te drinken in het berghutcafé. Het volledige programma vind je op de volgende pagina’s, evenals de nieuwe rubriek ‘Medisch’, relevante artikels voor sportkaders - lees zeker ‘Wie mag wie, wanneer, hoe en waar begeleiden? - en mooie, persoonlijke verhalen, zoals ‘Living the dream in Nepal’: een meeslepend relaas van fysiek doorzettingsvermogen in een op mentale weerbaarheid geteste omgeving. Tot slot nog een dankwoord van de redactie aan Servaes Timmerman. De bijval die zijn ‘Sundown reflection in never-ending-winterland: Norway’ op de sociale media oogste vereenvoudigde onze keuze van de kaftfoto - doorgaans een levendige discussie die we indien noodzakelijk zelfs in afzondering voeren. In juni staat een nieuwe fotowedstrijd gepland, en we verwachten in de slipstream van de beurs vele fraaie foto’s van KBF- en clubactiviteiten. Zet de Westmalles dus maar koud, broeder Benedict! Tom De Clerck

colofon 5 KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2016 Begin januari (Summit 2016), begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Tom De Clerck, Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Pleun van Looij, Celien Souvagie, Luc Vandenbosch, Louis De Geest, Orlando Furfari, Arne Monstrey, Mark Sebille VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Beeld en Lay-out - opmaak: Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer, Celien Souvagie Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel Afsluitdatum uitgave april: 15/02/2016 uitgave juni: 20/04/2016 uitgave september: 15/07/2016 uitgave november: 15/09/2016 VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht


ZAT

W E

H T N

O

L L A

23 APRIL

18u00

c n e i

e

r e p x e m a e t e h 5 hours t 30 routes 6

5a-7c

teams of 3 male/female/mix info en inschrijven: bleauopen.belclimb.net


Up2Date algemene ledenvergadering KBF / KB-P 2016

BLEAU BEACH OOSTENDE

De statutaire Algemene Vergadering vindt plaats op 19.03.2016, vanaf 10.00u (einde voorzien rond 16.00u) in het Sportcentrum De Sportstek, Nieuwstraat 60 d, 9190 Stekene.

• Met openlucht kliminfrastructuur op het strand in Oostende is Bleau Beach een uniek project. Je kan er genieten van zon, zee, strand en... een klimsessie. De klimboulders staan dit jaar aan de Oostendse zeilclub OSRC (Vuurtorenweg 2, Oostende). Er worden klimroutes voorzien in alle niveaus voor beginnende tot gevorderde klimmers. KBF-leden betalen voor een klimbeurt slechts 5 €. Bleau Beach Oostende is geopend van 26.03 tot 15.09.2016. • Op zaterdag 26.03 openen we met “Rocks@Oostende”, een klimwedstrijd voor volwassenen en jeugd (apart jeugdklassement).

Individuele sportbeoefenaars, in regel met het lidmaatschap 2016, hebben recht aanwezig te zijn op deze bijeenkomst. Ze hebben bovendien het recht een punt op de agenda te plaatsen indien zij een schriftelijk verzoek daartoe, vergezeld van de handtekeningen van min. 30 andere sportbeoefenaars, richten aan de Raad van Bestuur en dit uiterlijk 27.02.2015 naar rvb@kbfvzw.be.

Alle info via www.bleau.be

brochure opleidingen 2016: errata NKBV beurs - 23.03.2016 (Jaarbeurs Utrecht) Enige tijd geleden viel de opleidingsbrochure in je brievenbus. Jammer genoeg zijn er enkele foutjes geslopen in deze brochure: • op pagina 43, rechterkolom (boulderen en boulderen jeugd); • op pagina 45, linkerkolom (boulderen jeugd en indoor voorklimmen). Deze stages vonden plaats in 2015 en zijn foutief opgenomen in de huidige brochure.

KBF op de fiets- en wandelbeurs Op 27 en 28 februari 2016 vindt de fiets- en wandelbeurs plaats in Antwerp Expo. Het bergwandelteam van KBF zet ook dit jaar weer zijn beste beentje voor om onze federatie en clubs te promoten. Elke bezoeker van de beurs zal informatie krijgen over onze opleidingen, cursussen, workshops en stages. Een heel team van vrijwilligers staat zaterdag en zondag klaar om op al jullie specifieke vragen te antwoorden. Dat het bergwandelen “bergopwaarts” gaat en KBF en haar clubs daar een heel actieve rol in spelen, is algemeen geweten. Promotie voeren en uitpakken met onze kwaliteiten doen we dus maar al te graag. Ons onderscheiden van de rest door opleidingen aan te bieden en te werken met gediplomeerde instructors, wordt hier letterlijk ons uithangbord. Dit jaar bouwen we echter niet alleen onze infostand op, onze vrijwilligers hebben eveneens een fantastisch “Alpin Lehrpad” ontwikkeld. Naast onze stand wandel je zo de bergen in. Met foto’s, objecten en informatiepanelen over natuur en cultuur waan je je even in een echte bergomgeving. Kom dus zeker eens langs op onze stand. Vorig jaar lokte de beurs maar liefst 35 000 wandelaars en fietsers naar Antwerpen. Het is de “place to be” voor zowel de beginnende als ervaren wandelaar. Je komt zowel in contact met organisaties die opleidingen organiseren, reizen organiseren als met zeer veel bergwandelregio’s die al hun troeven aan je voorstellen. Ideaal voor nieuwe ideeën dus. Alle informatie kan je terugvinden via www.fietsenwandelbeursvlaanderen.be

Naast de KBF organiseert ook de NKBV dit jaar een bergsportbeurs, genaamd Bergsportdag Zomer. Naast de aanwezigheid van oa exposanten, demo’s en workshop, komen enkele grote namen hun ervaringen met je delen: • Britse avonturier en klimmer Leo Houlding: afgelopen jaar heeft hij een nieuwe route van 1200 meter geopend in Groenland na een maand lang avontuur onder arctische omstandigheden. • Italiaanse atleet Simone Moro: bekend om zijn allround bekwaamheid als alpinist en heeft als eerste drie eerstbeklimmingen gedaan van 8000’ers in de winter. • Amerikaan Chris Sharma: beklimt de zwaarste routes ter wereld. Net buiten Barcelona in Spanje beklom hij El Bon Combat, een route van 9b/9b+.

klimzaal herent Op de voormalige Henkelsite in Herent heeft een boulderzaal de deuren geopend. De zaal is in handen van Werner Hofmans en Pieter Dehaes, die in één beweging ook een nieuwe KBF-club hebben opgericht: Boulder Klimclub Herent. Meer info vind je via de Facebookpagina ‘Boulder.one’. Een extra nieuwtje: Werner en Pieter denken ook al aan uitbreiding en voeren gesprekken met de eigenaar om in de toren van het gebouw vlak naast de boulderzaal een lengtezaal op te trekken. Wordt vervolgd.

7


TEKST EN FOTO’S: BART VERCRUYSSEN

/de KBF wil/kan meer zijn Kan bergsport de wereld redden? Wellicht niet, maar het kan de wereld wel een beetje mooier maken. Met “ik kan het niet” is nooit wat bereikt. Met “ik probeer het” zijn wonderen verricht! In 2015 hebben een aantal bergsporters laten zien dat ze oog hebben voor meer dan de bergen alleen.

T

ijdens de beklimming van de Kilimanjaro afgelopen zomer, hebben enkele WBV-leden zich in Moshi, Tanzania, ingezet voor een lokaal kleuterschooltje. Aangezien het kleuteronderwijs in Tanzania niet gesubsidieerd wordt door de overheid was dit meer dan welkom. Vanuit België werd naast geld ook nog een koffer vol met potloden, wasco’s, speel- en knutselmateriaal meegenomen. Ter plaatse werd nog eten, bouwmateriaal, krijt, bordenwissers, potloodslijpers, schriftjes, leerboekjes, knutselmateriaal, stiften en last but not least een nieuwe kookpot aangekocht. Ook hier is het de bedoeling om het lokaal onderwijs zo goed mogelijk te ondersteunen om aldus aan de kleuters minstens een goede start van de schooltijd te kunnen bezorgen. Giften zijn nog steeds welkom op rekeningnummer BE68 4764 3365 2134 (vzw WBV).

Op 12 december organiseerden twee leden van de West-Vlaamse Bergsportvereniging (WBV) de actie Climbing 4 Life. In de boulderzaal Bleau in Gent was er een ganse avond gelegenheid om kliminitiaties te volgen. Er waren speciale uitdagingen voor doorwinterde klimmers voorzien en er vond een alternatieve boulderwedstrijd plaats. Alle opbrengsten gaan naar Artsen Zonder Grenzen. Deze actie werd georganiseerd in het kader van de Studio Brussel actie Music for Life.

8


actueel

dan een bergsportfederatie

In october 2015 was er ook de actie “Building Houses 4 Nepal” waarbij WBV samen met de Brugse Bergstijgers een spaghettiavond heeft ingericht. Samen met de schenkingen en de tombola, werd maar liefst 9490 € opgehaald. De bedoeling is om in Nepal een aantal gezinnen te ondersteunen. De rekening is nog steeds open voor bijkomende giften: BE77 7555 4463 4542 Bergsport Vlaams-Brabant (BVLB) had een actie om de gevolgen van de aardbeving in Nepal aan te pakken. Samen met de vzw Future4Nepal werd er een grote benefiet georganiseerd voor het zwaar getroffen Nepal om daar in het afgelegen bergdorpje Walung (Makalu regio) het lokale schooltje terug op te bouwen. Er worden ook nieuwe toiletten en stromend water voorzien. Door de plattelandsvlucht is het lokaal onderwijs dubbel zo belangrijk. De opbrengst van deze actie bedraagt tot op heden zo’n 30.000 €. Financiële bijdragen kunnen nog steeds op rekeningnummer: BE37 7512 0754 9728 (vzw Future4nepal).

9

In 2016 staat de samenwerking van KBF met Rising You(th) op stapel. Deze organisatie richt zich op ondernemende jongeren, in het bijzonder jonge vluchtelingen. In de vrije tijd leren deze jongeren basis klimtechnieken, materiaalkennis, samenwerken in groep, enzovoort. Op deze manier wil Rising You(th) deze jonge mensen aanmoedigen om een internationaal erkend certificaat te behalen om de tewerkstellingskansen bij gespecialiseerde ondernemingen te verhogen. De samenwerking met de KBF-clubs houdt in eerste instantie in dat deze jongeren mee op sleeptouw worden genomen tijdens activiteiten zoals open klimdagen. Rising You(th) staat dan in voor een voorafgaande info-sessie en opleidingsmoment. Voor meer informatie zie: www.risingyou.be

Ook in 2016 is er een samenwerking voorzien van KBF met Parantee. Deze VZW promoot en begeleidt de G-sport. Er zal in de toekomst gekeken worden hoe we mensen met een beperking bij de klimsport kunnen betrekken. Nu gebeurt dit reeds sporadisch door sommige clubs. Het is de bedoeling om dit bij een breder publiek bekend te maken en de klimsport ook aan deze mensen meer en frequenter aan te bieden, en dit zowel indoor als outdoor. Zie ook www.parantee.be Dit alles toont aan dat bergsporters het hart op de juiste plaats dragen en oog hebben voor meer dan alleen de bergsport.


KBF organiseert:

Mount

Klim-

‘t Bauhuis Sint-Niklaas zaterdag 5 maart 2016 11.00u - 17.00u

3 euro / gratis voor KBF-leden 10


en bergsportbeurs

Expo

After Summer wordt Mount Expo: Klim- en Bergsportbeurs De After Summer, die traditiegetrouw in november plaatsvond, is in een nieuw jasje gestoken: een nieuwe naam, een nieuwe datum en een nieuwe locatie. Met enige trots presenteren we jullie Mount Expo: Klim- en Bergsportbeurs! Markeer zaterdag 5 maart in je agenda. Place to be is de eve-nementenhal ’t Bauhuis in Sint-Niklaas. De toegang is gratis voor KBF-leden op vertoon van je lidkaart. In deze editie van Klim- en Bergsport Magazine blikken we alvast vooruit naar het programma. Zo interviewen we gastspreker Siebe Vanhee over zijn exploten in Siberië en Madagaskar. Jonathan Vandevoorde geeft zes tips om met kinderen de bergen in te trekken en Debbie Sanders geeft een voor-smaakje van haar huisgedroogde maaltijden. Met Sam Van Brempt, het team van Mount Coach 5, Stef Maginelle en Sofie Lenaerts dromen we van alpiene beklimmingen. Ignace Bral vertelt over zijn ontwikkeling van Polderkind tot bergbeklimmer en Denies Du Mon leert je de geheimen van yoga voor klimmers. Ten slotte verwelkomen we ook mountainbike-liefhebbers Heide Hooghe en Karel Vansteenkiste, en kom je alles te weten over de nieuwe opleiding ‘Instructor Alpine Climbing’. Reiskriebels gegarandeerd!

11


Yoga voor klimmers

Mount Expo

Spreker: Denies Du Mon Tekst en foto’s: Denies Du Mon

Dat yoga goed is voor het klimmerslichaam is al lang geen geheim meer. Tijdens deze twee uur durende workshop kun je eigenhandig kennismaken met de voordelen van de asanayoga. Vergis je niet, het is hard werk! Je zal tijdens deze fysieke sessie werken aan kracht en vormspanning, flexibiliteit, evenwicht, stabiliteit en efficiënt energiegebruik. Stuk voor stuk cruciale eigenschappen voor klimmers. Na een intensieve sessie van anderhalf uur besteedt de workshop ook aandacht aan stretchen en leren ontspannen. De lesgeefster, Denies Du Mon, wil je met deze workshop inspireren om op een andere manier te bewegen met je hele lichaam. Deelnemers gaan naar huis met een lading praktische tips en oefeningen.

Wie is Denies Du Mon? Denies is gecertificeerd yogalerares in de Vinyasa en Ashtanga yoga. Ze geeft sinds 2013 voltijds yogales en brengt haar vrije tijd door in de boulderzaal. Als massagetherapeut en sportosteopate in opleiding is ze erg begaan met anatomisch correct en efficiënt bewegen. Haar yogalessen zijn creatief, uitdagend, leerrijk, maar vooral … plezant! Interesse? Voorzie comfortabele, sportieve kledij, water en een handdoekje. Matjes en ander materiaal voorziet de lesgeefster. Deze workshop is gratis, maar vooraf aanmelden is noodzakelijk via www.mount-expo.be. Meer informatie: infotattvamasi.wix.com

TAT TVAM ASI - YOGA & BODYWORK

12


Van polderkind tot bergbeklimmer Spreker: Ignace Bral

The peaks of good and evil Sprekers: Mount Coach 5 Tekst en foto: Jeroen De Mey

Tekst en foto’s: Ignace Bral Geboren op amper vijf meter boven de zeespiegel vertelt het Polderkind, Ignace Bral, over zijn ontwikkeling tot bergbeklimmer. Wandelingen in de Ardennen werden al snel bergtochten in de Alpen en de Himalaya. Eén absolute droom ging zijn leven beheersen: de beklimming van een koude, hoge, steile berg in de Andes … Tijdens deze lezing geeft Ignace niet alleen vijftig jaar levenservaring mee, maar vertelt hij hoe bekende en minder bekende auteurs als Joe Simpson en Jon Krakauer hem inspireerden. Opgepast: luisteraars lopen risico op besmetting met het bergvirus. Je bent gewaarschuwd! Wie is Ignace Bral? Ignace Bral is logopedist, wandelgids, bergbeklimmer en een rasechte schrijver-verteller. In 2015 publiceerde hij het boek “De weg naar de Alpamayo: een waargebeurd verhaal over liefde, bergen en passie”. Momenteel het meest verkochte reisverhaal bij Standaard Boekhandel! Interesse? Deze lezing is vrij toegankelijk. Meer informatie: www.dromenslapenniet.be

In december 2014 kwam voor de vijfde lichting van Mount Coach een einde aan hun tweejarige, alpiene opleiding. Traditiegetrouw sluit iedere Mount Coach opleiding af met een expeditie naar een afgelegen en weinig beklommen piek. De doorwinterde alpinisten van MC5 besloten om hun krachten te meten op de ruggengraat van de aarde: de Himalaya. Doelwit: Darasura en Papsura, twee pieken van meer dan 6000 meter hoog, ook wel ‘the peaks of good and evil’ genoemd door de lokale bevolking. In juli 2015 vertrok het team voor een dertig dagen durende expeditie naar het Himachal Pradesh gebergte. Tijdens deze lezing volg je de nieuwste lichting Mount Coach-ers in hun strijd tegen de elementen en de lange tocht richting basecamp. Laat Shiva hen de top bereiken? Je ontdekt het op vijf maart!

Wie is Mount Coach 5? Het team van Mount Coach 5 bestaat uit Jeroen De Mey, Kristof Buyse, Friedemann Koch, Niels Willaert, Sebastiaan Verbeke, Nicolas Mys en Denis Hoste. De expeditie werd geleid door Sanne Bosteels, all round alpinist met bergen ervaring en bezieler van het Mount Coach project. Ook An Laenen, lid van de eerste MC-lichting, vergezelde het team. Interesse? Deze lezing is vrij toegankelijk. Meer informatie: mountcoachexpedition.wordpress.com

13


Over falen en succes: expeditie Spreker: Sam Van Brempt Tekst en foto: Sam Van Brempt Na tien jaar avontuur in de bergen was het voor Sam Van Brempt tijd voor iets nieuw. De uitdaging? De opening van een nieuwe lijn op een mooie, moeilijke, hoge berg. Een lange zoektocht bracht Sam, samen met Nelson Neirinck en Kivik François, bij de Noordwand van de onbeklommen Barnaj 1. Een piek van zo’n 6250 meter hoogte gelegen in de Indiaase Kistwar Himalaya. “Maximaal veertig regendagen op een jaar”, stond er te lezen in een reisgids over Noord India, “het weer in de Kistwar Himalaya keten is bijzonder stabiel.” Niemand had verwacht dat deze beklimming precies geteisterd zou worden door… het weer. Sam Van Brempt blikt tijdens deze lezing terug op het soms moeizame verloop van de expeditie. Hij tracht uit te zoeken welke factoren het cruciale verschil maken tussen falen en succes. Wie is Sam Van Brempt? Sam Van Brempt is schrijnwerker, bergbeklimmer, fotograaf en filmmaker. Het Mount Coach project in 2007, georganiseerd door de KBF, was de springplank voor zijn alpiene carrière. Al snel ontdekte hij zijn liefde voor het hooggebergte. Twee ijsbijlen, een moeilijke lijn of een indrukwekkende Noordwand, bivakkeren met een prachtig uitzicht en eventueel een afdaling op ski’s … dat zijn volgens Sam de ingrediënten voor een perfecte dag. Hij vergaarde intussen een impressionante lijst van beklimmingen wereldwijd. Naast zijn passie voor het hooggebergte heeft Sam ook een liefde voor fotografie. Hij komt telkens weer thuis met exclusief en indrukwekkend beeldmateriaal. Dat belooft! Interesse? Deze lezing is vrij toegankelijk. Meer informatie: www.itsaplayground.com

The deathzone: goalsetting at 8000 metres 14


naar de Kistwar Himalaya “Let’s face it, if at no point you didn’t wish you were somewhere else, you were probably not alpine climbing...”

Mount Expo

Sprekers: Stef Maginelle en Sofie Lenaerts Tekst en foto: Stef Maginelle

Achtduizend meter … het is een mythische grens. Amper veertien toppen op deze wereldbol bereiken die hoogte. De beklimming van deze pieken vergt vijftig procent fysieke kracht en vijftig procent mentale kracht. Hoe zorg je ervoor dat beide aspecten klaar zijn voor die lange tocht naar de zogeheten ‘dodenzone’? Hoe slaag je er bovendien in om te genieten van deze tocht? Stef Maginelle en Sofie Lenaerts, twee Belgische alpinisten, vertellen tijdens deze lezing hoe zij erin slagen om die mythische grens van 8000 meter te bereiken. Deze lezing is doorspekt met leuke anekdotes en adembenemend beeldmateriaal van beklimmingen van de Mount Everest, Gasherbrum I en II, en de abrupt stopgezette poging op Makalu en Lhotse in 2015. Je zult tijdens deze lezing ongetwijfeld naar adem happen! Wie zijn Stef Maginelle en Sofie Lenaerts? Stef Maginelle is acupuncturist, therapeut, bergbeklimmer en trailrunner. Sofie Lenaerts is agente bij de federale politie en houdt van zowat elke (buiten-)sport: skydiven, duiken, trailrunning, mountainbiken, kitesurfen, rotsklimmen enzovoort. Stef maakte deel uit van de Belgische expeditie naar Everest North Side (8848 meter) in 2007. In 2013 vertrokken beide alpinisten richting Gasherbrum I (8068 meter) en II (8035 meter). In 2015 ondernamen ze een poging op Makalu (8463 meter) en Lhotse (8516 meter). Beiden beklommen ook de Noordzijde van de Khan Tengri (7010 meter) op de grens van Kirgizië en Kazachstan. Interesse? Deze lezing is vrij toegankelijk. Meer informatie: www.8000unlimited.com

15


tekst: debbie sanders

/Droog je eigen voeding! Sprekers: Debbie Sanders en Veerle Maes Drogen is al eeuwenlang een manier om voeding te bewaren. Door het water in het voedsel te verdampen, verdwijnt het risico dat bacteriën en schimmels zich nestelen. Na het droogproces, houd je een product over dat lichter en compacter is dan een vers exemplaar. In de buitensport worden gevriesdroogde trekkersmaaltijden verkocht met lonkende namen als ‘chili con carne’ en ‘goulash’. Helaas staan in de werkelijkheid deze maaltijden soms ver af van hun verse bereiding… Door je voeding zelf te drogen, heb je een smakelijker – en zelfs goedkoper! – alternatief.

In dit artikel, hebben we het over luchtdrogen. Dat betekent: door de hoge temperatuur van de lucht (tot 70 °C) verdampt het vocht dat in de voeding aanwezig is. Het gaat dus niet over vriesdrogen. Vriesdrogen is een industriële toepassing waarbij de lage temperatuur ervoor zorgt dat het vocht in de voeding verandert in ijskristallen die vervolgens in zeer droge lucht verdampen of sublimeren. Deze methode wordt gebruikt bij de maaltijden en soepen die je in allerlei buitensportzaken en supermarkten vindt.

Mount Expo

Een droogmachine aankopen De aankoop van een droogmachine kan een goede investering zijn. Je kunt voedsel ook in de oven drogen, maar dat heeft enkele nadelen. Zo ontsnapt de damp niet in een oven en moet de deur op een kier, met veel energieverlies als gevolg. De temperatuur in de oven kan ook te hoog oplopen waardoor het product gebakken wordt in plaats van gedroogd. Een droogmachine is een cilindervormig apparaat met onderaan, bovenaan of achteraan een verwarmingselement en ventilator. Het apparaat heeft verschillende schalen waarop het voedsel wordt gelegd en een deksel of deur. De lucht wordt verhit tot maximaal 70°C en door de schalen gestuwd. Deze droge lucht neemt het vocht op en de vochtige lucht ontsnapt door bijvoorbeeld een deksel met enkele ventilatiegaten. Er bestaan zowel simpele modellen met enkel een aan/uit knop, goed voor de ‘beginnende droger’ (vanaf 50 euro) en duurdere modellen waarbij je de temperatuur kan regelen en de tijd kan instellen (van 150 tot 400 euro). Voedseldrogers zijn weer in opmars. Je vindt verschillende merken en types online.

Waarom zelf luchtdrogen?

16

Het is natuurlijk eenvoudig om kant-en-klare gerechten in de winkel te kopen. Waarom zou je de moeite nemen om zelf je maaltijden te drogen? De voordelen op een rijtje: • Je past de porties aan je eigen behoeften aan. • Je kiest zelf je ingrediënten en eet dus veel smakelijker. Je kunt meer groenten, fruit of een betere kwaliteit vlees, vis en kip toevoegen. • Hikers met een allergie kunnen ‘veilige’ maaltijden samenstellen. • Het is goedkoper. Er bestaat goedkope vriesdroogvoeding maar die biedt meestal heel wat minder calorieën dan de varianten in de buitensportzaak. • Het is milieuvriendelijker. Vriesdrogen is veel energie-intensiever dan luchtdrogen en de aluminiumzakjes zorgen voor meer afval. Enkele nadelen bij het zelf luchtdrogen: • Je moet uiteraard een droogmachine aankopen en opbergen. • Het is tijdsintensief (al kun je wat extra groenten versnijden bij het dagelijkse koken). • De voeding heeft een beperktere houdbaarheid: enkele maanden tot een jaar, afhankelijk van het product en de mate van drogen. • Meer kooktijd en brandstof nodig dan een kant-en-klaar gerecht. Dit gaat echter niet meer op als je bijvoorbeeld couscous gebruikt. Heeft luchtdrogen impact op de voedingswaarde? De impact van luchtdrogen op de voedingswaarde is beperkt. Sommige vitamines, die in water oplosbaar zijn, gaan verloren bij het drogen. Er zijn namelijk dertien vitamines: vier vetoplosbare (A, D, E en K) en negen wateroplosbare (B1, B2, B3, B5, B6, B7, B11, B12 en vitamine C).

“Droog je eigen voeding” op Mount Expo Heb je zin om zelf aan de slag te gaan? Op zaterdag 5 maart geeft de auteur, Debbie Sanders, samen met fervente hikester, Veerle Maes, een workshop “droog je eigen voeding”. Deze hikesters geven je een berg praktische tips en verklappen je hun beste recepten. Deze workshop is gratis, maar vooraf aanmelden is noodzakelijk via www.mount-expo.be. Breng alvast je spork mee!


materiaal en techniek Het droogproces Algemene principes Zowat alle voedsel kun je drogen. De volgende blijven gelden: • Hoe kleiner je de stukken maakt, hoe sneller ze drogen en opnieuw water opnemen. • De droogtijd hangt ook af van het suiker- en vetgehalte. Fruit heeft meer tijd nodig dan groenten. • Leg het voedsel voldoende verspreid op de schotels, zo kan de lucht goed circuleren. • Afhankelijk van je droogapparaat, is het nuttig om na enkele uren de volgorde van de schalen aan te passen. Zo verloopt het drogen meer gelijkmatig. • Goede hygiëne is belangrijk in de keuken. Was geregeld je handen en de schotels. Losse ingrediënten of volledige maaltijden? Beide opties zijn mogelijk. Ofwel droog je de ingrediënten apart en stel je achteraf een maaltijd samen, ofwel droog je volledige maaltijden. In het laatste geval zal je iets op de zeven moeten leggen, zodat het product niet door de gaatjes sijpelt, maar waardoor de lucht wel nog kan circuleren. Het meest voor de hand liggende is bakpapier maar je kunt ook neteldoek (zeefdoek) gebruiken. Voor sommige droogmachines kun je ook herbruikbare droogvellen kopen. Maak de lagen niet te dik, zodat het droogproces niet te lang duurt. Achteraf maak je het gerecht opnieuw klaar door warm water toe te voegen en te laten wellen.

• Hak het vlees, vis en kip in kleine stukken. Spek, garnalen en dergelijke kun je in kleine stukken kopen. • Marineer gedurende minstens 24 uur. Bij kip doen we dit met kippenkruiden en zo de koelkast in. Vis marineren we met zout. Vlees met zout en basilicumazijn. Het hoofddoel is dat het vlees, de vis of de kip zout opneemt: dit versnelt het droogproces en verlengt de houdbaarheid. Gebruik ook niet té veel zout want dat smaakt serieus door. • Dep de marinade af en je kunt vlees en vis meteen drogen. Kip moet je eerst blancheren of stomen. • De droogtijd kies je in functie van de weersomstandigheden. In de zomer droog je best zo goed mogelijk tot je een droge en vezelige structuur bekomt. In de winter kun je wat minder drogen, het vlees blijft dan nog eetbaar in droge vorm. Als het vlees echt door en door droog is, is het moeilijk om het weer helemaal gerehydrateerd te krijgen. • Vooral bij de start van het droogproces is het belangrijk om de temperatuur voldoende hoog te houden om contaminatie te vermijden. Bewaren Sluit het voedsel zo droog mogelijk af en bewaar op een koele en donkere plaats. Eenmaal op tocht volstaan plastiek (diepvries-)zakjes. Bij erg warme omstandigheden is het aan te raden om vlees, vis en kip vacuüm te trekken. Er bestaan machines voor particulieren, of loop eens langs bij een bevriende beenhouwer. Gedroogd voedsel kopen

Tips voor groenten en fruit Je kunt zowat alle groenten drogen: aardappelen, paprika’s, ajuinen, spruiten, prei, … Sla en andijvie zijn minder evident, tenzij je ze achteraf verwerkt. Ook groenten en fruit uit blik kunnen gedroogd worden: bijvoorbeeld erwten, bonen en ananas. Sommige zijn gedroogd héél lekker zoals appels, ananas, banaan. Je kunt ook een soort leer maken van groenten of fruit door ze eerste te mixen en dan te drogen op bakpapier of droogvellen in de droogmachine. Ook yoghurtleer is op die manier mogelijk. Hardere groenten blancheer of stoom je best vooraf zodat ze sneller vocht kunnen afgeven en terug opnemen. De groeten die wij eerst stomen zijn: wortelen, broccoli, bloemkool, spruiten, prei, peulvruchten (indien vers), knolselder, venkel… Fruit en de zachtere groenten hoef je niet voor te koken. Als je ze achteraf klaarmaakt in kokend water, worden ze gemakkelijk gaar. Tomaat kan je met wat zout en kruiden bestrooien om wat meer smaak te geven. Het is mogelijk dat fruit, zoals appel, en sommige groenten, zoals prei en ajuin, wat van hun oorspronkelijke kleur verliezen maar dit heeft geen enkele invloed op de kwaliteit. Vooraf even laten weken in citroensap kan dat voorkomen, maar is niet nodig. Tips voor vlees, vis en kip Mager vlees, vis en kip zijn naar verluid het meest geschikt om te drogen. Onze eigen ervaring is dat ook vettere vis en vlees gedroogd kunnen worden, maar minder lang bewaren. Enkele tips:

Sommige gedroogde producten zijn ook in de handel verkrijgbaar. In de gewone supermarkt vind je bananen, rozijnen, paddenstoelen en kruiden. In Aziatische en Turkse winkels is het gamma vaak uitgebreider. In de meeste buitensportzaken kun je ook beef jerky kopen, ingevoerd vanuit de V.S. Ook losse ingrediënten kun je aankopen zoals kaaspoeder, ei- en melkpoeder en palmvet. Gedroogde voeding bereiden Om de ingrediënten opnieuw eetbaar te maken, moet het voedsel opnieuw water opnemen. Sommige voedingswaren kun je ook zo eten, maar de smaak is dan zeer geconcentreerd. Bij het bereidingsproces gebruik je slechts die hoeveelheid water die nodig is. Door niet te moeten afgieten, gaat geen extra voedingswaarde verloren. Reken op ongeveer een halve liter per persoon, maar zorg ervoor dat je zo nodig wat water kan toevoegen. Het is nuttig om meteen de gedroogde ingrediënten in het koude water doen, zodat ze al vocht opnemen terwijl het water aan het opwarmen is. Wie brandstof wil besparen, kiest beter voor couscous of bulgur. Eenmaal het water kookt, laat je alles wellen. Wat de hoeveelheden van de maaltijd betreft moet iedere hiker voor zichzelf experimenteren en uitzoeken. Wij rekenen op ongeveer driehonderd gram couscous of bulgur voor twee personen – de meeste hikers eten wellicht wat minder. Deze tekst is gebaseerd op het blogartikel “Drogen van voeding” op hikingadvisor.be.

17


tekst en foto’s: jonathan vandevoorde

/Hoe kweek je een berggeit? Met kinderen de bergen in... Spreker: Jonathan Vandevoorde

Mount Expo

“Pa! Mogen we naar die steen daar rennen?” vroeg Tom mij aan het einde van de klim naar de berghut, net geen vier jaar oud. Ik had een hele namiddag gerekend voor wat als een wandelingetje van anderhalf uur staat aangegeven. Enkele steilere stukken pad hebben we hand in hand gelopen, waarbij ik hem de juiste staptechniek aanleerde (“zoek de trappetjes”). Dat we ondertussen aardig klommen, merkte hij nauwelijks, hij was een en al energie. In de hut was het gezellig druk met veel stoere bergbeklimmers en de obligate huttenhond. We zijn die avond uiteindelijk pas om half tien gaan slapen. Wandelen met kinderen in de bergen is een feest, als je je maar goed voorbereidt. Jongere kinderen, tot ongeveer zeven jaar, moet je leren hoe leuk wandelen in de bergen wel is. Houd daarbij enkele basisregels aan en een tocht met berggeiten wordt een avontuur. De auteur is reisjournalist en – fotograaf (www.eenbergwerk.nl) en begeleidt als eigenaar van Mild Adventures (mildadventures.org) trektochten in de bergen en in Amerika. Hij heeft als vader twee berggeiten ervaring.

18

Regel 1: Kies de juiste bestemming

Regel 3: Motiveer door afwisseling

Niet ieder wandelgebied is even ‘kindvriendelijk’. Ga je voor het eerst met hen de bergen in, speel dan op veilig. Wij hoeven het woord “stoeltjeslift” slechts uit te spreken en in geen tijd heeft ons kroost de wandelschoenen aan! Niets motiveert een kind meer als een ritje in de kabelbaan. Zo kun je vooral wandelingen bergafwaarts doen, wat voor kinderen minder inspannend is. In veel skigebieden zijn de kabelbanen ‘s zomers vaak gratis. Veel skihutjes hebben een speeltuintje naast het terras, een mooi wandeldoel. Logeer in een appartement bij de boer in plaats van in het centrum of in een hotel, zo is er aan het eind van de middag altijd nog wat te beleven.

Veel ouders kiezen – misschien uit angst voor een ongelukje – om met kinderen over brede grindwegen te wandelen. Saai! Aandacht voor de omgeving hebben kinderen (nog) niet. Zelfs de kleinste stapper huppelt liever over stenen en klautert over boomwortels. Het plezier in wat kinderen doen, halen ze uit het hier en nu. Plan daarom tussenliggende doelen in, zoals de bergbeek in de verte waar we een stuwdammetje gaan maken, een reep chocolade tijdens de pauze voorbij het schuurtje daar, enzovoorts. Waarom maak je van de wandeling geen speurtocht? “Ik wil dat jullie drie steentjes in de vorm van een hart vinden.” “Vang twee verschillende sprinkhanen.” En boven de boomgrens: marmotten spotten!

Regel 2: Doseer de inspanning Regel 4: Eet en drink voldoende Ouders denken vaak dat jonge kinderen een dagtocht in de bergen fysiek niet aankunnen. Niets is minder waar. Kinderen hebben het nodige uithoudingsvermogen, maar verbranden energie veel sneller dan een volwassene. Weer op krachten komen, gaat echter ook sneller dan bij volwassenen. Elk half uur een tiental minuten pauze houden, hebben kinderen dus wel nodig. Vanaf ongeveer acht, negen jaar kunnen kinderen conditioneel alles aan. Dan krijgen ze ook meer oog voor de omgeving en willen ze ook meer uitdagende dingen proberen, zoals een via ferrata of een klauterpartij op de rotsen.

Omdat kinderen snel energie verbranden, moeten ze ook vaker ‘bijtanken’. Zowel snelle suikers (chocolade, druivensuiker) als koolhydraten voor de langzame verbranding (mueslirepen, koeken) hebben ze nodig. Een ‘snackpauze’ voor iets lekkers uit hun eigen rugzak is bovendien een uitstekende motivator. Hoog in de bergen zweet je zonder dat je het merkt, dus onderweg vaak en veel drinken is van levensbelang, vooral bij kinderen. Als je kind chagrijnig en moe wordt, dan ligt uitdroging op de loer. Neem een lange pauze in de schaduw en laat je kind voldoende drinken. Aanmaaklimonade of zoete ijsthee zijn lekkerder dan water. Drinken maakt in je rugzak het grootste gewicht uit.


bergwandelen

Regel 5: Draag geschikte kleding en schoeisel Kinderen krijgen het sneller warm en koelen ook sneller af dan volwassenen. Daarbij komt dat het weer in de bergen snel kan omslaan en je hebt alle ingrediënten voor een totaal mislukte dag. Hun kleding bestaat daarom uit vooral ‘laagjes’ die ze aan en uit kunnen trekken, plus een regen- en winddichte jas. Natte kleren zijn immers de voornaamste oorzaak van onderkoeling in de bergen. Zorg voor stevige, hoge wandelschoenen. Dat geeft steun aan de enkels, niet onbelangrijk als ze op oneffen terrein hun tredvastheid nog moeten ontdekken. Regel 6: Laat die iPad thuis! “Ze kunnen niet meer zonder de iPad”, is het slechtste excuus dat ik van veel ouders te horen krijg. Geloof mij: ze kunnen wel zonder, als je ze de keuze maar niet geeft. Niet het weer of het bergpad, maar tablets en smartphones zijn de grootste pretbedervers tijdens een bergvakantie. De apparaten leiden alleen maar af van het grote avontuur dat bergwandelen kan zijn voor je kinderen: de natuur van dichtbij beleven en voelen, met heel hun lijf en ledematen. En wie zijn wij om hen dát te durven ontzeggen?

19


TEKST: ISABEAU VOGELEER

/SIEBE VANHEE:

“Er is één ding dat ons samenbrengt: de goesting om big walls te klimmen” Mount Expo Spreker: Siebe Vanhee Op een druilerige herfstavond ontmoet ik Siebe Vanhee, topklimmer en globetrotter, in zijn thuisbasis klimzaal Hungaria in Leuven. Hij opende deze zomer vier nieuwe routes in Siberië tijdens de Common Ground Expedition. Nadien opende hij samen met Sean Villanueva O’Driscoll een nieuwe route in Madagaskar. Bij een tas koffie vertelt Siebe me over zijn fantastische zomer.

THE COMMON GROUND EXPEDITION

20

KBF: In juli 2015 reisde je met vier andere klimmers van het The North Face team naar Siberië voor de zogeheten common ground expeditie. Wat was het opzet van deze expeditie? Siebe: “Sinds 2013 word ik gesponsord door The North Face. De afgelopen jaren heb ik de klimmers van het TNF-team goed leren kennen. We hebben dezelfde doelen voor ogen, daarom leek het ons leuk om samen een big wall te klimmen.” KBF: Waarom – of all places – Siberië? Siebe: “Een Australisch duo heeft in 2014 voor het eerst in die regio geklommen. De Pou-broers, twee Basken, hebben die info online gevonden. Zij hebben mij, Jakopo Larcher en Hansjörg Auer uitgenodigd. Na mijn expeditie in Groenland, was ik klaar voor een expeditie waarbij ik me volledig toelegde op het big wall klimmen. Groenland was avontuurlijk, maar de talrijke trekkings

en kayaktochten waren loodzwaar. Rusland was nochtans ook een hele reiservaring. Het gebied waar we naartoe reisden, is pas vijf jaar open voor buitenlanders. De stad ligt op vier uur vliegen van de bewoonde wereld. Je zag er bordjes staan met 1300 kilometer naar de volgende stad. Er was één kerncentrale en een aantal oude goudmijnen. Verder was er niets. In de zomer is het er 24 uur licht, ideaal om te klimmen. Onderweg hebben we wel wat problemen gehad met de politie. Bij gebrek aan een visum voor de regio, besloten we om ‘discreet’ te reizen. Discreet met vijf klimmers en twee cameramannen… In mijn beste Engels mocht ik op het immigratiekantoor uitleggen dat we klimmers waren, maar de politie geloofde ons niet. Het is er dan ook plat, toendra! Het ergste was dat onze contactpersoon beschuldigd werd van illegale, toeristische activiteiten. We hebben toen een dag niets gehoord van onze contactpersoon… Gelukkig liep het bureaucratische verhaal goed af.”


rotsklimmen

©

Sean Villanueva - klimmen in Madagaskar

KBF: Hoe was de klimervaring? Siebe: “Siberië was een grote speeltuin voor ons alleen. Op twee wanden, ‘the general’ en ‘the commander’, zaten al enkele routes. In 25 dagen tijd hebben we samen acht nieuwe routes geopend. Gezien de locatie en de periode was het mooi weer, maar we hebben heel wat tijd wachtend in de tent doorgebracht. De kwaliteit van de rots, zeker in de barsten, was ongelooflijk, bijna Yosemite-kwaliteit! We klommen steeds in twee teams: Jakopo, Hansjörg en ik vormden en team, en de Pou-broers. De Pou-broers klommen alles in alpiene stijl: in tien à twaalf uur in één beweging omhoog. Ieder team heeft vier routes geopend. Eén route, “The red corner” (7c+) hebben we na de eerste beklimming uitgewerkt met een vast touw en vervolgens vrij geklommen. Heel technisch terrein, super interessant.”

©

Elias Holzknecht (The North Face) - Siberië

KBF: Samen met Hansjörg Auer en Jacopo Larcher opende je vier routes: ‘Wake Up in Siberia’ (6b, 240 meter), ‘Red Corner’ (7c+, 450 meter), ‘Sketchy Django’ (6a+, 400 meter) en ‘From Zero to Hero’ (7a, 490 meter). Welke route is jouw persoonlijke favoriet? Siebe: “De opening van de route ‘Sketchy Django’ was heel leuk. Naast ‘the general’ en ‘the commander’ lag een kleinere wand, een grote kegel. Die kegel trok Hansjörg onmiddellijk aan. Ondanks de lagere moeilijkheidsgraad, zesdegraads, is deze route mentaal de moeilijkste. Om de route ‘From Zero to Hero’ te openen, hadden we drie dagen nodig door het slechte weer. Daar moet je tegen kunnen: in je tent zitten en lezen, schrijven, praten… In België kun je je niet voorstellen hoe het is om te wachten. Tegenwoordig moeten we steeds bezig, niet? Anders voel je je al snel schuldig. Op expeditie heb je gewoon geen keuze. In Siberië werden we ook de tent in gejaagd door het verschrikkelijke aantal muggen. Jacopo’s gezicht heb ik weinig gezien, die had steeds een muggennetje op.”

21


KBF: Ontstaan er soms spanningen tussen teamgenoten? Siebe: “Ja natuurlijk, maar het is goed als je over die spanningen kunt praten. We hebben allemaal een andere achtergrond, maar er is één ding dat ons samenbrengt: de goesting om big walls te klimmen. Dat is de ‘common ground’.” VAN COMPETITIEKLIMMER TOT BIG WALL LIEFHEBBER KBF: Hoe ben je eigenlijk voor het eerst in contact gekomen met de klimsport? Siebe: “Hier in klimzaal Hungaria, tijdens een sportkamp!” (lacht) “Zoals veel Belgische klimmers ben ik gestart in de klimzaal. Later namen de clubleden me mee op sleeptouw naar de rotsen in Freyr. De overstap naar de rots heeft echt die passie losgemaakt: de confrontatie met mezelf, de interactie met de rots. Je leert ook de kleine klimmers community kennen. Als jonge kerel met veel energie was het tof om een plaats te hebben, om ergens bij te horen.” KBF: Al snel ben je in het competitiecircuit gerold. Je werd zelfs vier keer Belgisch jeugdkampioen lead. Hoe kijk je terug op die periode? Siebe: “Dat was een ongelooflijk leerrijke periode: leren omgaan met stress, competitie, doelen nastreven… Nu ik daarop terugkijk, vind ik de vergelijking van klimprestaties in een wedstrijd wat artificieel. Bij andere sporten, zoals bijvoorbeeld lopen, is het duidelijk: wie is de snelste? Bij klimmen zijn je enige tegenstanders jezelf, de rots, de natuur in al haar aspecten. Al zou ik de rots meer een partner dan een tegenstander noemen… Maar ik kijk positief terug naar die periode. Competitieklimmen is een echte niche geworden: heel professioneel. Om een goede competitieklimmer te worden, moet je je daar volledig op toeleggen. Maar dan valt een ander aspect van het klimmen weg: de rots. Dat is een keuze die ieder voor zichzelf maakt.”

KBF: Tijdens je tienerjaren maakte je, onder andere dankzij je voormalige trainer Jorn Van Roy, kennis met rotsklimmen. Na een tijdje heb je het competitieklimmen ingeruild voor de rotsen. Waarom? Siebe: “Daar waren verschillende redenen voor. Jorn Van Roy was van groot belang voor mij, hij heeft me ongeveer acht jaar getraind. Ik kon altijd op hem rekenen. Hoewel Jorn mij steunde in de competitie, heeft hij me getoond dat er meer is dan de klimzaal. Niet alleen Jorn, ook andere ‘old school’ klimmers hebben mij geïntroduceerd in die hele, nieuwe wereld. Ik was direct geprikkeld. Het was Jorn die me aanmoedigde om na de middelbare school een lange reis op mezelf naar de V.S. te maken. Daar is de wereld écht voor mij opengegaan.” KBF: Hoezo? Siebe: “Oorspronkelijk reisde ik naar de V.S. om te boulderen, maar tijdens die reis heb ik het traditioneel klimmen ontdekt. Trad klimmen was de logische stap na sportklimmen. Opnieuw een hele wereld die openging. Je bent niet meer alleen. Je hangt met twee aan de wand en zorgt voor elkaar. Je neemt je rugzak mee, zo licht mogelijk, voor een verticale staptocht. Dat voelde meteen goed.” KBF: Je bent nu helemaal gebeten door big wall klimmen en onbeklommen wanden. Vanwaar komt die passie? Siebe: “De uitdaging en het onbekende trekken mij aan. Lichaam en geest worden heel vaak opgesplitst, maar tijdens het big wall klimmen komen beide samen. Er komt zo veel bij kijken. Het is niet alleen jij, maar het volledige team versus de wand of de route. Ook de onzekerheid van onbeklommen wanden trekt me aan. Het is in het dagelijks leven vaak heel moeilijk om met onzekerheid om te gaan. Op de wand beleef je dat in een pure vorm. Je weet niet wat er op je afkomt: het weer, de rotskwaliteit, de samenhang binnen het team … Eigenlijk is het voor mij ook nog steeds een vraagteken wat mij aantrekt in big wall klimmen.”

“Wat kan ik doen met de waarde die klimmen heeft, niet alleen voor mij, maar ook voor anderen in onze samenleving? Daar wil ik vanaf juni 2016 vorm aan geven... ” 22

©

Sean Villanueva - klimmen in Madagaskar

©

Elias Holzknecht (The North Face) - Siberië


GROUND UP EXPERIENCE

KBF: Waar komt de naam van de route vandaan?

KBF: Na de expeditie in Siberië ben je naar Madagaskar vertrokken waar je samen met Sean Villanueva O’Driscoll een nieuwe route opende: “Fire in the belly” (8a++, 700 meter). Hoe kwam dit avontuur tot stand?

Siebe: “Dat is een tof verhaal!” (lacht) “In Madagaskar las ik het boek ‘Fire in the belly: on being a man’” (door Sam Keen, nvdr.). “Dat boek gaat over man-zijn in onze huidige samenleving. Uiteraard maakten we daar op de wand voortdurend grappen over. Toen we de route zelf klommen, beseften we dat het zelfs in de laagste niveaus spannend klimmen is. Dan vraag je je af: heb ik die haak nu echt zo ver geboord? Je moet je op de volledige route goed concentreren. Vandaar: “fire in the belly.” En nu is het aan een groep vrouwen om de route te herhalen!” (lacht)

Siebe: “Dat gebeurde heel impulsief: Sean vertrok naar Madagaskar met een groepje internationale klimmers en ik kon mee. Uiteindelijk haakten de anderen af en bleven Sean en ik over. We zaten meteen op dezelfde golflengte: we zouden in Madagaskar een nieuwe route openen. Ik kende Madagaskar uit een boek van Arnaud Petit ‘Parois de légende: les plus belles escalades autour du monde’. Toen ik het boek las, was ik meteen verkocht: 800 meter hoge wanden in technische, Freyr-stijl. Ik had nooit gedacht dat het deze zomer al zou gebeuren.” KBF: Hoe hebben jullie de nieuwe lijn gevonden? Siebe: “Sean was al langer in Madagaskar. Hij deed het rustig aan vanwege een kleine blessure aan de pols. Tijdens een rustdag merkte ik de lijn op. We keken de topo’s na, maar konden niets vinden. Dus zijn we er maar voor gegaan! Er wordt sinds 1999 geklommen in Madagaskar, heel wat grote namen zijn er geweest. Er leeft ook een geschiedenis van ground up behaken: van op de grond met de boor klimmen en haken plaatsen. Het was fantastisch om daar zelf een lijn te openen. Het was onze bedoeling om alleen boorhaken te zetten waar nodig. Uiteindelijk hebben we de volledige route behaakt omdat de wand te vlak was om met friends en nuts te klimmen.” KBF: Wat vond je van deze benadering van ground up behaken? Siebe: “Het was een heel traag proces. We deden wel drie uur over een touwlengte. Ik had er geen probleem mee om haken te boren. Dat is nu eenmaal de klimstijl in Madagaskar, je kunt niet anders. Om de vergelijking te maken met Siberië: daar had je plekken waar een haak welkom was. Maar we waren de eersten in het gebied, dus hielden we ons aan onze eigen ethiek. Het is ook niet aan mij om boorhaken al dan niet te veroordelen. Dat is een complex ethisch verhaal waar ik me niet sterk over wil uitspreken. Ik heb mijn eigen visie die ik probeer aan te houden, maar verder moet ieder dat voor zichzelf uitmaken. Sean en ik hebben in totaal 92 haken geboord op een route van 700 meter. Je moet ook rekening houden met de klimmers die na jou komen: is de start van de route duidelijk, zijn er richels op de route… De route is trouwens al herhaald door een team van drie Italianen!” KBF: Tegen jullie eigen verwachtingen in, hebben Sean en jij de route vrij geklommen. Siebe: “Klopt! Tijdens het behaken, hadden we nooit verwacht dat we de moeilijkste lengte vrij zouden kunnen klimmen. Het was moeilijk om de moeilijkheidsgraad van die lengte in te schatten. We waren moe, zwaar geladen… Op dat moment sliepen we al vier nachten op de wand. Na twee rustdagen hebben we dan een poging gedaan om de route vrij te klimmen. De eerste acht à negen lengtes, waaronder de eerste 8a lengte, hebben we op de eerste dag geklommen. De laatste en moeilijkste lengte, daar hadden we toch twee dagen voor nodig. Uiteindelijk hebben we de route 8a++ gequoteerd – daarvoor voelde het aan als 8c. Na de feedback van de Italianen lijkt het ons een faire quotatie.”

TOEKOMST KBF: Naast globetrotter en klimmer ben je ook student in de richting sociaal werk. Is het moeilijk om de juiste balans te vinden tussen je leven als klimmer en je leven als student? Siebe: “Dat zijn twee totaal verschillende velden, maar in de toekomst zou ik die graag combineren. Wat kan ik doen met de waarde die klimmen heeft, niet alleen voor mij, maar ook voor anderen in onze samenleving? Daar wil ik vanaf juni 2016 vorm aan geven. Ik heb het soms wel moeilijk om de knop om te draaien, maar dat heeft iedereen na terugkomst van een reis. Het juiste evenwicht vinden is niet altijd eenvoudig, je moet vooral goed plannen.” KBF: Kun je van klimmen je beroep maken? Siebe: “In België is het minder eenvoudig dan in andere landen. Andere sporten zijn hier nu eenmaal groter. Sponsors zijn belangrijk, maar ik probeer altijd mezelf te blijven. Ik heb een bepaalde levensstijl en visie. Zolang deze overeenkomen met merken als The North Face en Petzl, dan wil ik daar heel graag in verder gaan. Het is belangrijk dat je doelen en dromen als klimmer overeenkomen met de doelen van het merk. Soms is het ook moeilijk te vatten wat een professionele rotsklimmer doet. Ik beschouw mezelf niet als een atleet, Loïc Timmermans, dàt is een verdiende atleet. De sporttak die ik koos, omvat een hele hoop andere vaardigheden.” KBF: Wat zou je in de toekomst nog willen bereiken? Heb je nog concrete plannen? Siebe: “Goh, concrete plannen…” (denkt even na) “Eigenlijk weet ik heel goed wat ik ga doen tot 2017. Ik heb een busje gekocht waarmee ik in Europa ga rondreizen. In oktober reis ik naar Yosemite en nadien naar Patagonië. In 2017 plan ik een nieuwe expeditie. Ik zou doodgraag naar Pakistan gaan, maar wie weet wat er nog op mijn pad komt… Tegelijkertijd wil ik ook uitdenken hoe ik mijn sociaal engagement vormgeef.” ▲

Siebe Vanhee op Mount Expo Breng op zaterdag 5 maart een bezoek aan de lezing van Siebe Vanhee op Mount Expo. Met spectaculair beeldmateriaal verhaalt deze rasechte verteller over zijn exploten in Siberië en Madagaskar. Reiskriebels verzekerd!

23


TEKST EN FOTO’S : ROEL GORIS

/klimmen in wanhoo

of hoe Italiaanse routena verrassend correct zijn

24

In wat studenten zo mooi de “herfstvakantie” noemen, trokken de huidige Mount Coach academici naar het Italiaanse Noasca. Op het menu: uitgebreide buffetten zoals enkel Italianen ze serveren. Op de agenda: barstklimmen, jammen, afzien en overwinnen in de Valle dell’Orco, oftewel Orcovallei.

E erder dit jaar las u misschien de reportage over onze eerste klimstage in Les Calanques. Klimmen op zandsteen met zicht op zee, terwijl de gloeihete zon ons tot een minimum van kledij en een maximum van water in de rugzak dwong. Wie zich aan een zulke trip verwacht, pakt best een extra trui en handschoenen in voor deze aangepaste beschrijving: klimmen op granietsteen met zicht op de Alpen, terwijl de vrieskou ons de donsjas aanmeet en een sporadische sneeuwbui het zicht én fingerspitzengefühl in de laatste touwlengte verdoezelt.


mount coach academy

op en miserie:

amen soms

25

“Zijn we klaar voor de legendarische “Fessura della Disperazione” of “barst der wanhoop...? ”

Jozua baant zich verbazingwekkend snel een weg door de legendarische Fessura della Disperazione


Early to rise Met slechts vier waren we, toen we ’s zaterdags vroeg ten huize Jozua afspraken. William, helaas tot klimmen verboden door een operatie aan de schouder, en Andreas, die avond nog aan bed en andere meubels gekluisterd door een plotse en hevige griep, konden ons helaas enkel mentaal vergezellen. Begeleiders Steve en Arne zouden we een tiental uur later aan de herberg in Italië treffen, om ons met een eerste drankje warm en knus aan het haardvuur voor te bereiden op het koude en nieuwe barstklimmen. Zijn enkele weekendjes in de Duitse Schwarze Säulen genoeg geweest om ons voor te bereiden op dit echte werk? Of sterker; zijn we klaar voor de legendarische “Fessura della Disperazione” of “barst der wanhoop”?

“Een spectaculaire manier om ons meteen aan te tonen dat bij tradklimmen een correcte plaatsing van je zekerpunten essentieel is ... en je best niet op je friends gaat staan... ”

We starten onze training in de vrieskou. Door krakend gras en over bevroren paadjes begeven we ons naar de Pietro Filosofale, een klein, verstopt en haast vergeten massiefje. De ontdekker was duidelijk fan van de gekende jonge tovenaar, want de zestal routes kregen allen namen als “Agrid”, “Ermione” en “Harry Potter” mee. Stuk voor stuk korte singlepitch routes om onze vingers aan de kou, het graniet en het barstklimmen te laten wennen. Als we ons daarna nog door een prachtige chimney worstelen, is het verdict van onze begeleiders positief: we zijn klaar voor het echte werk.

In de namiddag werpen we ons in de sector Dado op iets moeilijker werk, nog steeds singlepitch en trad tot aan het behaakt relais, en verlekkeren we ons reeds op de mogelijk mooiste route van dat gebied: de Bianca Parete. Maarten houdt het water niet in de mond en besluit deze barst al eens aan een eerste test te onderwerpen. All goes well tot hij op een zestal meter boven de grond uitschuift en in reflex zijn voet zet op eender wat hij vond. Laat dat echter de laatste friend zijn die hij gestoken had, die hem niet alleen onvoldoende steun gaf, maar daardoor ook niet meer correct blokkeerde bij de voortzet van zijn val. Resultaat: een mooie voorklimmersval waarbij die friend uitkwam, maar waar het voorlaatste zekerpunt gelukkig wel hield en hem tot vlak boven de grond pendelde. Een spectaculaire manier om ons meteen aan te tonen dat bij tradklimmen een correcte plaatsing van je zekerpunten essentieel is ... en je best niet op je friends gaat staan. Fysiek onmogelijk De volgende dag staat het gekende gebied Sergent op onze planning. Jozua neemt Arne en mij op sleeptouw in de Locatelli, een multipitch van zes lengtes met een maximum van 6a+ en met als kers op de taart een “wurmspel” door een gat in de rots dat zelfs niet breed genoeg is om je helm op te houden. “Fysiek onmogelijk”, bombardeert Jozua het gat in deze voorlaatste lengte, om met veel gepuf, gehijg, gewriemel en gerinkel tien minuten later trots “relais!” te roepen. Arne en ik, zelfs nog van een rugzakje voorzien, hangen onze spullen met een sling aan de gordel om als ware duffelbag achter ons aan te slepen. En ja hoor, ook onze helm dient te verdwijnen om het gat te overmeesteren. De laatste lengtes genieten we van het zonnetje en onder deizelfde stralen slingeren we naar beneden in de daaropvolgende rappels. We besluiten deze zonnige dag ten volle te benutten en zetten de achtervolging van het andere team in.

26

Slechts seconden voor Matty ‘bewusteloos’ zou vallen voor een reddingsoefening


Maarten, Matty en Steve hadden zich in de route ‘Nautilus’ gegooid, eveneens een route van zes lengtes met een prachtige 6a+ barst als paradepaardje. We besluiten deze Nautilus voor de eerste drie lengtes aan te snijden en ik - reeds sinds mijn trainingen in de Duitse Schwarze Säulen het hart verloren aan barstklimmen - krijg de eer deze prachtige Spielerei voor te klimmen. De laatste van onze drie lengtes is een hemels barstje onder een dak, waar ik mijn vingers, handen en vuisten inram om op die manier de laatste standplaats te bereiken. Mijn twee naklimmers opteren voor wat ik lachend “Belgisch klimmen” noem: het jammen koste wat kost vermijden, omdat we dat in onze Belgische massieven niet terugvinden. Tijdens de rappel horen we boven ons reeds het geroezemoes van onze andere drie kompanen en haast aaneensluitend zetten we terug voet aan de begane grond. Omdat ook nu nog het zonnetje niet volledig verdwenen is, houden we nog even halt aan de befaamde Fessura Kosterlitz, een kort barstje van een achttal meter hoog, dat oftewel als highbal in boulderstijl geklommen kan worden, ofwel door even een omweg te lopen in toprope gehangen kan worden. Jozua en ik werpen ons enthousiast op deze legendarsiche barst - waar “Belgisch klimmen” volledig onmogelijk is - om ons de jamming-techniek volledig meester te maken. Na enkele pogingen tik ik trots het relais aan, wat later straalt ook Jozua dat overwinningsgevoel uit. ‘s Avonds bij het uitgebreide Italiaanse diner - ik durf er niet te veel over uitweiden om onze stage niet te luxueus te laten klinken, maar het mag wel gezegd dat we daar elke dag grote ogen trokken vanwege de hoeveelheid en de hemelse smaken - kijkt Arne me met guitige oogjes aan. “Ben je klaar voor de Fessura della Disperazione”, vraagt hij, “en neem je Matty en mij erin mee?” Hartkloppingen. Angstzweet. Een zenuwtrek in mijn linkeroog. “The time is now”, zingt Moloko in mijn achterhoofd. “Zo klaar als ik deze week zijn kan”, zeg ik vastberaden doch met trillende stem, en luister aandachtig naar de vele tips die Denis, een klimmer van Mount Coach 5 die ons voor een drankje had vervoegd, me geeft.

Lengte twee. Een stevige traversee waar je die autodragende camalots na elke stap zou willen steken. Het schuren van een camalot die wordt meegesleept door de barst, wordt al gauw een gekend geluid. Om toch ook de naklimmers van de nodige zekerheid te voorzien en een eventuele pendel te voorkomen, dient zo’n ding helaas af en toe achtergelaten te worden. Halfweg de traversee laat ik mijn laatste gigant achter en hoop ik hier en daar een kleiner barstje tegen te komen om een camalot of nut van het normale formaat achter te laten. Een been dat tot aan de heup in de barst geklemd wordt, blijkt een prachtige pose om even tot rust te komen en te vergeten dat je ondertussen al vijftien meter van dat laatste zekerpunt verwijderd bent. Want oh, die gehoopte kleinere barstjes? Dat bleek ijdele hoop. Aan het einde van de traversee gekomen, diende ik volgens onze inschatting van de topografische kaart nog een tweetal meter omhoog te kruipen om daar mijn geliefde standplaats te vinden. Een blik omhoog toont al gauw aan dat de topo het niet zo nauw nam met afmetingen, want een vijf of zestal meter hoger zag ik pas de haken steken. Ook Arne krijgt ondertussen in het snuitje dat hij al lang geen camalotschuurgeluid meer hoorde, en ik hoor hem de krop in zijn keel tot bij mij doorslikken wanneer ik vertel dat er geen andere optie is dan gewoon door te klimmen. Vastberaden trek, duw, sleur en wurm ik me omhoog, om me daar aan het relais vast te klikken. Ik roep buiten adem naar mijn kompanen dat ik veilig ben en voel de eerste sneeuwvlokken van het voorspelde onweer op mijn gezicht vallen. Nog een lengte te gaan en de grijze lucht is niet veelbelovend.

De dag der wanhoop en miserie Dinsdag. D-day. Jozua, Maarten en Steve werpen zich in de Diedro del Mistero, door een vorige Mount Coachgroep reeds omgevormd tot “Diedro del Misero”, om een mooi alternatief te zijn voor mijn schema van de dag: Fessura della Disperazione. Een prachtige route, een gigantische barst, die ondanks haar quotatie van “slechts” 6a een enorme uitdaging uitstraalt. Er wordt onweer verwacht in de namiddag, dus slenteren en talmen zijn niet aan de orde. Vol goede moed maar zenuwachtig als een zesjarige op zijn eerste schooldag, begin ik aan deze prachtige barst. Enkele camalots maat vier, vijf en zes - in mijn ogen groot genoeg om een auto aan op te hangen - aan de gordel en off I go. De eerste lengte klim ik volledig langs de buitenkant, waarbij ik enkel mijn rechterknie de barst inram om mezelf af en toe een rustpauze te gunnen. Als enkele meters van mijn laatste zekerpunt verwijderd een gigantische rotsblok vervaarlijk een tiental centimeter naar voor schuift, slaat mijn hart even een slag over. Gelukkig galmt de waarschuwing van Denis over “een losse steen, maar dat is al jaren zo” door mijn hoofd, en met iets meer gerustheid grijp ik me eraan vast en sleur me naar standplaats 1. So far so good.

Jozua probeert met gracieuze behendigheid het snelheidsrecord van Maarten te breken

Die laatste lengte is de barst zo groot dat je er heel je lijf in krijgt. In de verticale stukken is het dus een ware off width - een barst zo groot dat je andere opties moet zoeken dan enkel het klemmen van je vuist - in de traverseestukken kan je er jezelf volledig inwerpen om er als een verwarde rups die niet begrijpt waarom hij tussen twee boterhammen zit, door te vechten. Bij het laatste relais aangekomen slaak ik een tarzanneske overwinningskreet en laat ik mijn twee naklimmers me in de sneeuw achtervolgen. Met drie veilig aangekomen dalen we af en zien we Maarten in een winters tafereel een barst overwinnen. Hun Diedre del Mistero bleek toch zo miserabel niet te gaan en tijdens het wachten op ons trage wanhoopsklimmers begonnen ze al aan de klassieker Incastromania.

27


28


Wanhoop en miserie, of toch net niet? De volgende dag wisselen we de routes om. In een stralend zonnetje start Jozua aan mijn trots overwonnen Fessura, terwijl Matty zich op de misterische dièdre werpt. De stralende zon en helderblauwe lucht leveren een foto die voor mij het themabeeld van het Italiaans barstklimmen zal worden (zie dubbele pagina 24-25). Als Jozua zich in de barst zonder enige moeite voortbeweegt en deze wanhoopsbarst als een ‘s zondags wandelingetje overmeestert, ga ik me haast schamen voor mijn “prestatie” van de dag ervoor. “Stehrk Wehrk, Jozua!”, zou het oranje kettingzaagmerk zeggen, en met een lichte jaloezie op zijn fenomenale klimcapaciteiten beaam ik diezelfde slogan. Ook wij wagen ons na de Diedro del Mistero aan de Incastromania en laten ons na het andere team eveneens door de Nicchia delle Torture verleiden, een prachtige barst van twee touwlengtes. Olifanten en ijsberen

© Jozua Schiltz

Na deze position switch in onze geliefde wanhoops- en miserieroutes, trekken we donderdag naar de sector Caporal. Een grote flake in de vorm van een olifantenoor draagt de gepaste naam Orecchio del Pachiderma en vormt langs weerszijden het doel van vandaag. Ik en Steve starten ambitieus de linkerzijde, terwijl Jozua en Matty hun handen in de rechterkant proppen, om daarboven samen te komen en een 6C dal en een 6C dakjam in het vizier te nemen. Maarten en Arne, na een eerste dwaalspoor in de Diedro Nanchez, dienen door onklimbaar gladde rotsomstandigheden terug te keren en wagen zich eveneens aan het olifantenoor. Zes touwlengtes, een stevige zoektocht naar het abseilpunt en een vrolijke rappel later, voelen we terug het veilige gras onder onze voeten en wandelen we terug richting auto. Het plan om ook nog eens aan de Fessura Kosterlitz te gaan voelen, maakt dat we de weg te voet richting Sergent voortzetten. Steve en Arne keren de gekende weg terug om de auto op te pikken en we spreken aan Kosterlitz af. Maarten en ik laten ons in de vriestemperatuur nog verleiden tot een korte plons in de ijskoude Orco, terwijl Matty en Jozua ons voor gek verklaren en zich snel uit de voeten maken naar de warme auto. De laatste dagen van de week bollen we uit. Afgepeigerd van een stevige stage, wagen we ons nog aan enkele routes in het nabijgelegen Torre di Aimonin, maar de moed en kracht zijn ver te zoeken. In een 6C dal van Una Notte a Thaiti dien ik zelfs een noodrappel te installeren, wat een ferme domper op mijn klimhumeur betekent. Maarten, mijn naklimmer van dienst, zag mij knoeien en nam vrede met mijn - verdienstelijke? – poging: ook hij paste voor de klappen die de route mij had utgedeeld. Matty en Jozua hadden ondertussen meer succes: in de Via del Diedro sleuren zij zich er niet alleen glansrijk door, ze halen er nog een mooie, nieuwe en achtergelaten camalot uit. Alsnog een succes, dus! We wagen ons nog aan enkele sportklimroutes in Ceresole Reale en Dado. Net genoeg om nog enkele hangende projectjes af te werken: Bianca Parreti (Roel), de 7a-knaller Monica Tesoro (Matty) en Sitting Bull (Jozua) worden nog even platgelegd - zoals de lingua dat dan verwoordt - en wij keren tevreden naar onze Vlaamse stulpjes terug.

Toprope wagen we ons al eens aan de beroemde Fessura Kosterlitz Ciao ciao Valle dell’ Orco. En tot weerziens… ▲

29


30


TEKST: ROEL GORIS

materiaal & techniek

/het belang van reddingstechnieken bij alpien klimmen Wie graag het klimtouw inbindt om vervolgens de rots- of andere wand te verkennen, is vast en zeker op de hoogte van enkele basistechnieken. Inbinden, noodrappel, een eerste takel, … Het hoogstnoodzakelijke. Maar ach, zo snel zal er toch niets mislopen? Net zoals het ludieke Vlaamse programma “Wat als?” dat in vrolijke en absurde situaties doet, houd je ook zelf die twee woorden bij het klimmen best wat vaker in het achterhoofd. Van een simpele “Wat als... ik bij een val mijn pols breek en niet meer klimmen kan?” tot een drastischere “Wat als... mijn voorklimmer een rotsblok op zijn hoofd krijgt en tientallen meters boven me bewusteloos hangt?” Deze manier van denken is geen reden tot pessimisme, noch een aanleiding om onze klimschoentjes dan maar op te bergen. “Wat als...” is eerder een aansporing om onze gereedschapskist aan touw- en reddingstechnieken tijdens de Mount Coach opleiding stevig uit te breiden.

Is

dat mogelijk? Uiteraard niet. Maar moet je vanaf heden het rotsklimmen schuwen omdat je een zulke cursus nog niet gevolgd hebt? Evenmin! Wel is het belangrijk om enkele basisprincipes steeds in gedachten te houden. Net als in de cursus reddingstechnieken, gaan we even van een drastische situatie uitgaan: je kompaan is bewusteloos en het is aan jou om alles op te lossen. Zorg dat zowel jijzelf als je kompaan steeds vasthangt Het is vanzelfsprekend, maar toch zeer belangrijk om daar de aandacht steeds bij te houden. Fixeer het touw op je relais, en bind je er zelf met een prusik op vast, of creëer een rappellijn waarmee je in “simultane afdaling” (niet zo simultaan zolang je je kompaan niet bereikt hebt) afdaalt, afhankelijk van de situatie. Denk steeds aan jullie beider veiligheid, in extremis zelfs in eerste plaats aan die van jezelf. Je bewusteloze partner is er niet mee geholpen als jij de dieperik in stort, toch?

Ga voor een zo ideaal mogelijke rappellijn Is het je naklimmer die bewusteloos is? Dan is het handig dat jij al aan je relais hangt, alwaar je de nodige rappellijn installeert. De moeilijkheid daarbij uiteraard zijnde dat je deze installeert terwijl je partner er nog met volle gewicht aanhangt. Zie hier dan ook een groot voordeel aan klimmen op dubbel touw: je blijft je partner permanent zekeren op de ene streng, en creëert speling op de andere om hier het nodige mee te doen. Is het de voorklimmer die bewusteloos is, en heb je niet voldoende touw om hem of haar tot bij jou op het relais te laten zakken? Dan laat je hem zakken tot waar een standplaats de beste optie wordt. Pas dan fixeer je het touw om er met een prusik op omhoog te klimmen en van daaruit een rappellijn te installeren. Recupereer zo veel mogelijk materiaal “Dat is toch bijzaak?! We moeten zo snel mogelijk beneden zijn!” Klopt, maar om een veilige afdaling te doen, ga je heel wat materiaal benutten. En aldus ga je alle musketons, setjes, prusiks, … kunnen gebruiken. Het is dus zeker niet materialistisch als je daar op een zulk moment aan denkt, maar bewijst je praktisch denkvermogen, zelfs in noodsituaties. Denk logisch en veilig na Schat de situatie in, en bouw hier stapsgewijs naar op. Kleine fouten hebben grote gevolgen, maar wie niets doet, raakt niet tot beneden. Overweeg dus elke stap en welk gevolg het kan hebben, om vervolgens veilig en correct te werk te gaan. Heb je twijfels of jouw gereedschapskist aan veiligheidstechnieken uitgebreid genoeg is? Overweeg dan zeker een (opfrissings-)cursus. Meer informatie vind je op kbfvzw.be of je lokale bergsportclub. ▲

31


TEKST EN FOTO’S: MARK SEBILLE

/Messner Mountain Deel 2: Firmian, het allesomvattende centrum

Reinhold Messner is op zijn 65ste niet met pensioen gegaan, maar dat had ook niemand verwacht. Met dezelfde energie waarmee hij zijn uitzonderlijk palmares heeft opgebouwd, werkte hij nadien aan zijn nalatenschap. Hij wilde al zij ervaringen en getuigenissen bundelen om ze te delen met iedereen die de bergen en het klimmen na aan het hart ligt. Een legaat aan de gemeenschap. In zijn MMM-project, Messner Mountain Museum, bracht hij alle thematische aspecten van bergleven tot alpinisme samen in zes schitterende locaties. Klim- en Bergsport Magazine bezoekt ze één na één.

F

Het bovenste binnenhof, een oase van rust

irmian, de naam verwijst naar de heuvel, is de kern van de MMM. Hoofdkantoor en zenuwcentrum, en tegelijk het hart van Messners bergmuseumproject. Het bevindt zich in Schloss Sigmundskron bij Bozen in Zuid-Tirol. Een uitzonderlijke locatie, dat zijn de andere MMM-musea eigenlijk ook allemaal, maar dit overtreft alles. Het is groot, groen, polyvalent en tegelijk een oase van rust. Een plek die bij momenten de sereniteit van de Tibetaanse kloosters evenaart. Een burcht met een tiental gebouwen en torens die alle aspecten van zowel bergbeklimmen, bergbeleving als leven in de bergen herbergen.

32

Schloss Sigmundskron, een burcht met geschiedenis Nu kun je terecht zeggen dat elke burcht geschiedenis in zich draagt, anders bestond ze niet, maar Schloss Sigmundskron heeft belangrijke kantelmomenten van de geschiedenis meegemaakt. Het is één van de oudste burchten van Europa. De vroegste vondsten gaan terug tot lang voor onze jaartelling, maar rond het jaar 1000 was het al een ware vesting, beheerd door de bisschoppen van Trento. De burcht was een strategisch bolwerk om de noordelijke valleien te beschermen tegen roofgierige zuiderburen uit Venetië en Lombardije. Het was tegelijk een belangrijke tussenstop voor zowel kerkelijke als burgerlijke notabalen uit Noord-Europa op hun weg naar Rome.


cultuur

Museum Het is een burcht op een heuvel met een rotstop binnen de omwalling. De imposante ruïne hoort vandaag toe aan de autonome regio Zuid-Tirol die het als beschermd monument in bruikleen gaf aan Reinhold Messner. Niets mocht worden afgebroken, niets ingrijpend verbouwd. Enkel “verwijderbare” constructies binnen de bestaande muren waren toegelaten. Architect Arnold Gapp zorgde in 2006 voor een minimalistische verbouwing met een budget van acht miljoen euro, zonder overheidsgeld. Gapp bouwde in de ronde hoektorens nieuwe stalen torens met een eigen wenteltrap. Het geheel bestaat uit acht thematisch gescheiden delen die met elkaar verbonden zijn met stalen trappen en loopbruggen. Bij het betreden van de burcht kom je in een ruim binnenhof met restaurant, shop, tentoonstellingsen kantoorruimte. Het bezoek is opgevat als een parcours in uurwijzerzin en elke toren, elke doorgang, legt de focus op een ander aspect. Het vangt aan met de “Los von Trient” -beweging die in 1957 hier in Schloss Sigmundskron startte en die het door Italië moe getergde Zuid-Tirol uiteindelijk tot een autonome regio wist te leiden. Hoewel Messner nooit politieke stellingen inneemt, hecht hij veel belang aan zijn Zuid-Tiroolse roots en was daardoor altijd een pleitbezorger voor de autonomie van de regio. Verder legt Messner uit hoe bergen in vrijwel elke religie een bepalende rol speelden. Mozes trok zich terug op de Sinaï-berg om er de tafelen te ontvangen, Boeddha mediteerde hoog in de Himalaya, en de gletsjers van de berg Kailash zijn de bron van de heilige rivieren Indus en Brahmaputra.

De verovering van de bergen De vijfde toren vertelt over de stormloop naar de Alpentoppen in de negentiende eeuw. Bergbeklimmers trachtten aanvankelijk de bergen te veroveren, letterlijk, in kolonialistische zin. Later kwam het er op aan de moeilijkste weg naar de top te bedwingen, ongeacht de gebruikte middelen. Daarop volgde, als reactie, een periode van ethisch- en sportief klimmen waarbij men alle kunstmatige hulpmiddelen achterwege liet. Het verdere vervolg noemt Messner het “Pistenalpinismus” waarbij hij verwijst naar de bergroutes die integraal voorbereid worden voor betalende klimtoeristen. Actieve bergsporters zullen het meest geboeid worden door de torens vijf, zes en zeven. Hier brengt hij respectievelijk de geschiedenis van de sleutelbergen in de Alpen in beeld, van de Seven Summits (de hoogste top van elk continent) en de veertien achtduizenders. Dat gebeurt aan de hand van curiosa, historische documenten, tekeningen, monumentale schilderijen en installaties. Het is verbazend hoeveel klimmers authentieke stukken aan Messner hebben afgestaan. Je ziet er onder meer het tentje waarin Anderl Heckmaier bivakkeerde alvorens hij in 1938 aan de première van de Eiger noordwand begon. Ook zijn muts, jas en rugzak liggen hier. De uitstalling van al die historische stukken is indrukwekkend, van de stijgijzers die Whymper op de Matterhorn gebruikte tot Walter Bonnatti’s schoenen waarmee hij de K2 beklom. Messner staat ook stil bij wat de pioniers door hun hoofd moet zijn gegaan in de dagen en uren die aan de goede afloop vooraf gingen.

33

De architect bouwde een stalen structuur binnen de historische muren van de torens

De overschoenen van Walter Bonatti waarmee hij de K2 beklom


34


In de westelijke toren brengt hij op innemende wijze hulde aan de vele grensverleggende klimmers die hun leven aan een berg hebben afgestaan. Zijn eigen broer Günther, Heini Holzer, Wanda Rutkiewicz , Welzenbach, Boardman, Boivin, Mallory, Hinterstoisser, Lachenal, Terray, Buhl en zovele anderen. Ook onze Claudio Barbier wordt geëerd in dit rijtje. Tot tweemaal toe klinkt Bob Dylan op de achtergrond: “Yes, how many deaths will it take till he knows That too many people have died? The answer my friend…” Aan het einde van de rondgang wordt stilgestaan bij enerzijds de vervuiling van het gebergte, symbolisch voorgesteld door een hoop Everest-afval, en bij de vergankelijkheid van de bergen. Bergen bestaan niet eeuwig, ooit zullen ze door water en wind vergaan terwijl weer andere bergen zullen ontstaan. “Yes, how many years can a mountain exist before it’s washed to the sea? The answer my friend is blowin’ in the wind…” Firmian moet je niet bezoeken omdat je in de buurt bent en nog eventjes een uurtje vrij hebt. Zelfs niet voor enkele uren. Maak er een daguitstap van en geniet! Hier kom je als klim- en bergliefhebber heel veel te weten, of hier kom je tot rust door alles gewoon te ondergaan. Een tip voor de zaalklimmers: Firmian ligt nog geen kilometer van de Salewa-Cube, één van Europa’s grootste klimhallen. ▲

Het tentje waarin Anderl Heckmaier bivakkeerde alvorens hij in 1938 aan de première van de Eiger noordwand begon

De stijgijzers die Whymper gebruikte tijdens de eerstbeklimming van de Matterhorn

info Praktisch Openingstijden: Het MMM Firmian is geopend van de derde zondag van maart tot de tweede zondag van november, dagelijks van 10 tot 18 uur (laatste toegang om 17u). Op donderdag gesloten. Voor mindervaliden in rolstoel is de toegankelijkheid beperkt tot de binnenplaats, de cafetaria, het sanitair en de gelegenheidstentoonstellingen. Honden zijn niet toegelaten, rugzakken en wandelstokken dienen in bewaring gegeven te worden. De paden zijn te vergelijken met een bergpad, aangepast schoeisel is aangewezen. Bij onweer is het betreden van de talrijke stalen trappen en passerellen ten strengste verboden (bliksemgevaar). In augustus vindt iedere dinsdag vanaf 19 u in het openluchtauditorium “Gespräche am Feuer mit Reinhold Messner” plaats, waarbij de gastheer zelf vertelt over zijn ervaringen. Toegangsprijs De toegangsprijs bedraagt momenteel tien euro voor een volwassene. Voor kortingen en groepstarieven kan je best de MMM-website raadplegen. Er bestaat een MMM-tourticket voor de zes musea, dat een jaar geldig blijft, aan de prijs van vijfendertig euro voor een volwassene. Er zijn geen geleide bezoeken, maar het is sterk aan te bevelen om een audioapparaat te huren (vijf euro). Messner geeft zelf uitgebreid de toelichting.

Vier muren met een beklijvend eresaluut aan de allergrootsten die hun leven lieten op de berg, onder hen onze Claudio Barbier

Bereikbaarheid Firmian is gelegen bij de verkeerswisselaar Bozen-Süd van de A22, afrit Eppan, op een kwartier van het centrum van Bozen. Vlot bereikbaar via de Brennerpas, zowel vanuit Meran. Ook zonder auto goed bereikbaar, 25 minuten fietsen vanuit Bozen, of te voet vanaf Bahnhof Sigmundskron. Zie www. messner-mountain-museum.it voor meer informatie.

35


TEKST: HANNO DÖNZ / VERTALING: HEINZ AMEND BEWERKING: KOEN HAUCHECORNE EN HANNE GYSELBRECHT

/wie mag wie, wanneer, hoe Geregeld wordt ons de vraag gesteld wie in de Alpenlanden met welke opleiding wat mag doen of juist niet mag doen. In het magazine ‘Berg und steigen’, het toonaangevende magazine over risicomanagement in bergsport dat alle KBF-sportkaders gratis ontvangen, werd een artikel aan dit thema gewijd. Gezien de complexiteit van het thema heeft ‘Berg und Steigen’ de auteur zeer zorgvuldig uitgekozen, namelijk Hanne Dönz. Hanno is UIAGM-gids, canyoninggids en tevens juridisch expert en sinds 2012 voorzitter van de Internationale Vereniging van Berggidsenverenigingen (UIAGM*). Klim- en Bergsport Magazine vertaalde dit artikel om de bevoegdheden van begeleiders in een breder kader te plaatsen en allerhande misvattingen de wereld uit te helpen.

36

In

mijn functie van voorzitter van de Union Internationale des Associations des Guides de Montagne (UIAGM) word ik telkens weer geconfronteerd met vragen omtrent de bevoegdheden van begeleiders en alles wat daar verder komt bij kijken. Het gaat daarbij zowel over de bevoegdheden van berggidsen, als over die van wandelgidsen, instructeurs, trainers enzovoort. Vaak wordt iemand beschuldigd van ‘in het zwart gidsen’ en de betrokkenen hebben geen idee of ze al dan niet iets onwettelijk doen. Alleen al in de Alpenlanden bestaan er veel verschillende opleidingen en regelgevingen. Kijken we echter op internationaal vlak – lees: buiten Europa – dan wordt het pas echt complex. Ik wil hier niet claimen een waterdichte lijst te kunnen geven van àlle opleidingen, wetten en regelingen in àlle landen. Ik ben ook geen jurist en kan dus slechts verwijzen naar de voorhanden zijnde juridische informatie, maar ik kan daarnaast wel terugvallen op een jarenlange ervaring waarin ik met deze regelingen te maken heb gehad. Mijn bedoeling is echter vooral dat iedereen die een groep in de bergen begeleidt – op commerciële basis of als vrijwilliger – zich op voorhand informeert hoe deze activiteit in het geplande gebied geregeld is. Wij moeten ervan uitgaan dat begeleidersbevoegdheden in bijna alle Alpenlanden bij wet geregeld zijn. Die wetgeving is bovendien meestal niet nationaal maar provinciaal of regionaal vastgelegd. Alhoewel dat het bekomen van de juiste informatie er niet eenvoudiger op maakt, blijft het toch absoluut noodzakelijk dat men zich aan de betreffende voorschriften houdt. Er gebeuren weliswaar weinig controles en bijgevolg worden er weinig straffen opgelegd, maar precies daardoor zijn de gevolgen des te bitterder wanneer toch een ongeval gebeurt en vervolgens de kwestie ‘aansprakelijkheid’ opduikt. Verzekeringen zijn niet verplicht te betalen bij een veroordeling na het uitoefenen van een nietlegale activiteit. Stel bijvoorbeeld dat een vrijwilliger zich in verenigingsverband laat betalen voor een begeleiding in een land waar de wetgeving dat enkel toelaat als het puur vrijwilligerswerk is – en dan gebeurt er een ongeval… Als iemand gratis vrienden of familie begeleidt, valt die natuurlijk niet onder deze wettelijke regelingen. Er dient niettemin op gewezen dat ook in deze gevallen de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de deelnemers alsnog overduidelijk op de schouders rust van de begeleider/begeleiderster en hij/zij in geval van nalatigheid kan gestraft worden.


materiaal en techniek

en waar (bege)leiden? Opleidingen Eerst en vooral wil ik de verschillende opleidingsstructuren even overlopen. Deze zijn vergelijkbaar over de Alpenlanden heen. Op het meest ‘bescheiden’ niveau van alpien professionalisme zijn er opleidingen die vaak niets met alpiene begeleiding te maken hebben, maar waarbij degenen die de opleiding gevolgd hebben er soms in een alpiene omgeving mee aan de slag gaan, en daardoor, zonder het zelf te beseffen onder bepaalde wetgeving vallen. Het gaat dan om reisgidsen, yogaleraars, fietsbegeleiders, Nordic Walking, natuurgidsen, kruidenpedagogen, ornithologen... Wat deze begeleiders gemeen hebben, is dat geen van hen een alpiene opleiding heeft genoten, maar toch regelmatig in een alpiene omgeving onderweg zijn. De door hen begeleide groepen worden blootgesteld aan alpiene gevaren, waardoor ze onder de respectievelijke wettelijke regelingen voor berggidsen vallen. Dergelijke begeleidingsactiviteiten zijn in de meeste landen slechts beperkt toegestaan op eenvoudige wandelpaden, zonder alpiene gevaren of moeilijkheden. Dergelijke paden zijn meestal ook door een kleurenmarkering te herkennen (bijvoorbeeld geel-wit in Zwitserland of Vorarlberg, blauw in Tirol of Salzburg).

vrijwel overal duidelijk bepaald dat enkel leden van de vereniging aan deze activiteiten mogen deelnemen. Wordt het bedrag dat de deelnemers betalen gebruikt om een begeleider te bezoldigen, dan moet in de meeste landen de organiserende alpiene vereniging daarvoor erkende berggidsen inzetten. De alpiene verenigingen moeten ook een aansprakelijkheidsverzekering voor hun vrijwillige begeleiders afsluiten. De controle van de opleiding en de competenties van de begeleiders en van de veiligheid tijdens de eigenlijke begeleiding, enzovoort is de directe verantwoordelijkheid van de alpiene vereniging. In de meeste landen kunnen leden van de brandweer en civiele bescherming, en van militaire of bergredderseenheden ook een specifieke opleiding volgen die in verschillende etappes kunnen leiden tot het functioneren als berggids in dienstverband (zoals militaire berggids, politieberggids, …). Deze opleidingen geven in de meeste Alpenlanden uitsluitend het recht om in dienstverband binnen de betreffende organisatie actief te zijn, niet om ingezet te worden op commerciële basis of om voor een breed publiek begeleiding en opleiding te verzorgen. Commercieel

Op een iets minder bescheiden niveau staan jeugdbegeleiders en trainers van allerlei verenigingen (bijvoorbeeld scouts, sportverenigingen, religieuze of politieke jeugdorganisaties,…). De activiteiten die zij als vrijwilliger uitoefenen, vallen niet onder bepaalde wettelijke regelingen. Maar ze moeten natuurlijk wel door hun verenigingen opgeleid, gecontroleerd en verzekerd zijn.

Bij de opleidingen die iemand het recht geven om er op commerciële aan alpiene gevaren blootgesteld zijn. Meestal beperkt hun bevoegdheid zich tot klimroutes van slechts één touwlengte of waarbij zekeren vanop de grond gebeurt. De toegang tot deze klimgebieden mag niet via alpiene terrein gebeuren. Het begeleiden van via ferrata is niet toegestaan.

In een totaal andere opleidingscontext bevinden zich de sportkaders van alpiene verenigingen, de initiators, instructeurs, tochtbegeleiders, jeugdsportbegeleiders,… die in de verschillende verenigingen verschillende benamingen krijgen. Voor de activiteiten van deze opgeleide sporttechnische medewerkers is in de meeste wetten een regeling voorzien die inhoudt dat ze in het kader van een verenigingsactiviteit als vrijwilliger andere leden van de vereniging mogen begeleiden ter realisatie van de verenigingsdoelstellingen. ‘Als vrijwilliger’ houdt in dat er geen bezoldiging gekoppeld is aan hun werk, enkel een vergoeding voor gemaakte onkosten.

• De bergwandelgids of wandelgids (Bergwanderfürer of Wanderführer) is bevoegd om wandelingen te begeleiden in een alpiene omgeving, op gemarkeerde wandelpaden of in ongebaand maar ongevaarlijk terrein. Hun bevoegdheid eindigt daar waar een alpiene moeilijkheidswaardering wordt toegepast, in terrein met acuut valgevaar, op gletsjers, enzovoort. In het algemeen is het in de meeste bergstreken als bergwandelgids niet toegestaan om personen te begeleiden als daarvoor een technische uitrusting (touw, gordel, stijgijzers, pikkel, via ferrata-set…) vereist is.

Op die manier wordt gegarandeerd dat alpiene organisaties hun waardevolle taak op vlak van opleiding en begeleiding van hun leden kunnen vervullen. Daaronder vallen alle door de alpiene organisaties georganiseerde tochten. Voor alle duidelijkheid: activiteiten die opgeleide begeleiders zelfstandig organiseren of waarvoor ze bezoldigd worden (zelfs niet als het om verenigingsactiviteiten gaat), vallen hier niet onder. Wettelijk is ook

• Canyonbegeleiders zijn gevormd voor begeleiding van activiteiten in canyons: ze moeten niet alleen een rotsopleiding hebben genoten, maar ook kennis hebben over begeleiding van activiteiten in wildwater. Zij mogen ook hun cliënten vaardigheden bijbrengen die voor een veilige beoefening van deze sporttak noodzakelijk zijn (bijvoorbeeld Abseilen). Voor rotsklimcursussen of het begeleiden van via ferrata’s zijn ze daarentegen niet bevoegd.

37


Deze opleidingen zijn in de meeste landen bij wet vastgelegd en van overheidswege gecontroleerd en geven dan de bevoegdheid om activiteiten in alpien terrein (bijna) zonder beperking zowel in de zomer- als winterperiode te begeleiden. Regelmatig bijscholen en een aansprakelijkheidsverzekering ter bescherming van de cliënten zijn verplicht. Ook de berg- en skigidsen moeten er echter rekening mee houden dat er in de verschillende landen verschillende regelgevingen bestaan, die zij verplicht in acht moeten nemen (bv. op voorhand registreren, beperkte grootte van de groepen, respecteren van de regelingen in nationale parken, enzovoort). Naast de wettelijke voorschriften in de verschillende landen/regio’s, zijn berggidsen ook verplicht zich aan de UIAGM- regels te houden (ethische code UIAGM).

Wetten In Oostenrijk is de wetgeving geregeld op het niveau van de deelstaten en ze kan op de website van de betreffende deelstaatregering geconsulteerd worden. In Duitsland bestaat er alleen in Beieren een regelgeving door de “Bergschulverordnung” (bergschoolreglement). In Italië bestaat er naast een nationale wetgeving ook bijkomende regionale wetgeving in de autonome provincies Zuid-Tirol en Aosta. In Zwitserland, Frankrijk, Slovenië, Slowakije en Tsjechië wordt alles door federale wetgeving geregeld, in Spanje gelden provinciale wetten,… Belangrijk is in elk geval dat men zich aan de wetten van het betreffende land houdt om legaal tewerk te gaan. Enige voorbeelden van strafbare handelingen kunnen zijn: • In veel landen bestaat er ook een opleiding tot (sport)klimleraar of -begeleider. Hun opleiding geeft hen de bevoegdheid om op commerciële basis activiteiten te ontplooien in klimzalen, op kunstmatige klimwanden of op scholingsmassieven die niet aan alpiene gevaren blootgesteld zijn. Meestal beperkt hun bevoegdheid zich tot klimroutes van slechts één touwlengte of waarbij zekeren vanop de grond gebeurt. De toegang tot deze klimgebieden mag niet via alpiene terrein gebeuren. Het begeleiden van via ferrata is niet toegestaan.

38

• De opleiding tot skigids, freeride-gids, enzovoort valt in de meeste landen onder de wetgeving op skischolen. Belangrijk daarbij is of ze voor een zelfstandige activiteit bevoegd zijn of enkel voor activiteiten in het kader van deze skischolen. Hun bevoegdheid is meestal beperkt tot skiafdalingen in alpiene omgeving en het begeleiden van skitoeren, maar omvat niet het winteralpinisme, zoals bijvoorbeeld ijsklimmen of klimmen in gecombineerd rotsachtig terrein waarbij gezekerd wordt met een touw, enzovoort. • Aspirant-berggidsen** zijn in het kader van hun berggidsenopleiding bevoegd om op commerciële basis in alpien terrein te begeleiden (het is ook een verplicht praktijkonderdeel van hun opleiding), maar ze mogen dat slechts doen binnen bepaalde grenzen en onder toezicht van een gediplomeerde berggids of een alpien opleidingsinstituut. Uiteraard kan een aspirant-gids uit Oostenrijk niet zelfstandig in Zwitserland tochten begeleiden in opdracht van een alpiene opleidingsinstituut uit Duitsland, omdat het toezicht hierdoor niet gewaarborgd is. • De opleiding tot officiële (van overheidswege erkende) berg- en skigids wordt in alle Alpenlanden en in de meeste alpiene regio’s van de wereld georganiseerd volgens een platform van de UIAGM, de Internationale Vereniging van Berggidsverenigingen.

• In Baden-Württemberg bestaat geen berggidswetgeving. Dat betekent dat daar de alpenverenigingen ook tochten en cursussen voor niet-leden en tegen betaling mogen organiseren. Vinden deze cursussen echter bijvoorbeeld in Oostenrijk plaats dan zijn ze illegaal. • Volgens de Beierse “Bergschulverordnung” (bergschoolreglement) mogen bergscholen in hun programma ook hulpkrachten inzetten, maar dat is alleen geldig binnen de grenzen van Beieren. Als een Beierse bergschool een militair berggids inzet voor de begeleiding van een groep in Zwitserland, of een wandelgids voor de begeleiding van een groep op een gletsjer in Tirol, dan is dat een overduidelijke inbreuk op de plaatselijke wettelijke bepalingen. • Een mountainbikebegeleider die een groep begeleidt tijdens een transalpentocht over gemarkeerde bergpaden, zonder dat hij over een officieel bergwandelgidsdiploma beschikt, bevindt zich buiten het wettelijk vastgelegd kader. • Een berggids die in Frankrijk of Aosta met vier klanten achter zich aan de Mont Blanc beklimt, overschrijdt de aldaar wettelijk vastgelegde maximale groepsgrootte. • Een wandelgids die – in opdracht van of onder toezicht van een (officiële) berggids – een groep op een via ferrata of op een gletsjer begeleidt, moet weten dat hiermee zowel hijzelf als de berg- en skigids en/of de Bergschool zich in een strafbare positie bevinden. • In de meeste landen mag een skigids op het einde van zijn skispoor zijn klanten niet nog eens over een gemakkelijke rotsgraat naar de top begeleiden, net zo min als een berggids op een skipiste zelfstandig beginnelingen skionderricht mag geven. ▲


samenvatting Deze enkele voorbeelden tonen aan dat het niet zo eenvoudig is met groepen in de bergen onderweg te zijn. Ook in de bergen zijn de wetten van toepassing. Nog veel complexer wordt het als we Europa verlaten en bergtochten elders in de wereld organiseren. Hiervoor alle regels opsommen valt buiten het bestek van dit artikel. Voor een berggids uit een bij de UIAGM aangesloten land geldt het reciprociteitsrecht: dat houdt in dat zijn opleiding erkend wordt in alle landen die bij de UIAGM aangesloten zijn, hoewel dat op verschillende manieren kan beperkt worden (bijvoorbeeld meldingsplicht…). Het voornaamste is in elk geval dat wij allemaal – zij het als vrijwillige begeleider van een club/federatie, zij het als jeugdbegeleider, zij het als berg- of skigids – er ons van bewust zijn dat wij verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van degenen die daartoe op ons vertrouwen. Dat bewustzijn moet voor ieder van ons de basis zijn. Om echter onaangename verrassingen te vermijden en omdat ik er van uitga dat niemand bewust en opzettelijk de wetten overtreedt van de landen waar we in de bergen actief zijn, dring ik er bij iedereen op aan zich te informeren over de wettelijke voorschriften die in acht moeten genomen worden.

Het onbevoegd begeleiden van een activiteit is te vergelijken met autorijden zonder rijbewijs. Ook de beste Formule1-piloot mag niet zonder het betreffende rijbewijs aan het stuur van een autobus gaan zitten. Op dezelfde manier moet zelfs de meest uitmuntende bergbeklimmer eerst het diploma van berggids behalen om in die functie actief te kunnen zijn. De titel “berggids” is overigens ook als merknaam nationaal en internationaal beschermd en mag enkel door gediplomeerde berggidsen gedragen worden. Zolang men niet betrapt wordt (en de kans daartoe is eerder gering), gebeurt er niets. Een gebeurlijke controle echter kan zeer dure gevolgen hebben. Als dat bovendien gebeurt in het kader van een ongeval dan zijn de gevolgen niet te overzien, omdat een dekking van de verzekering dan niet gewaarborgd is… en dat risico wil niemand nemen. *UIAGM staat voor Union Internationale des Associations des Guides de Montagne maar heeft ook andere afkortingen, namelijk IVBV (Internationale Vereinigung der Bergführerverbände) of IFMGA (International Federation of Mountain Guides Associations) **Aspirant-gidsen zijn toekomstige berggidsen in opleiding. Dit artikel werd – met relevante aanpassingen – vertaald uit Berg und steigen 90 (jaar uitgave 2015 pp. 84 – 86). Artikel “Wer darf wen wann wie wo führen”, Hanno Dönz.

39


TEKST: ISABEAU VOGELEER / KOEN HAUCHECORNE

/markeren van materiaal: toegestaan of niet? Het is een vraag die vele bergsporters zich ongetwijfeld stellen, maar waar weinig duidelijke antwoorden voor te vinden zijn. Mag ik mijn klimgordel, karabiners, helm en andere materiaal markeren met verf, tape of stickers? Wat gebeurt er in het geval van een ongeval? De Klim- en Bergsportfederatie startte een zoektocht naar een bruikbaar antwoord.

L

aat ons starten met wat hypothetisch denkwerk. Stel je eens voor: je bent betrokken in een bergsportongeval, waarbij je je materiaal gemarkeerd hebt, en je doet een verzekeringsaangifte. De markering van het materiaal zou voor de verzekeraar een aanleiding kunnen zijn om te proberen om onder de schadevergoeding uit te komen. Hoewel het zéér onwaarschijnlijk is dat deze situatie zich voordoet, zou de verzekeraar kunnen verwijzen naar de voorschriften van de producent. Voor de producent is het uiteraard onbegonnen werk om het effect van alle soorten verf, lijm en andere substanties op alle producten uit te testen. De fabrikant valt dan ook noodgedwongen terug op algemene uitspraken in de aard van: “…alle aansprakelijkheid vervalt van zodra aanpassingen aan onze producten zijn aangebracht...”

40

Kortom, de meest radicale oplossing is dus om je materiaal gewoon niet te markeren. Maar is het echt nodig om zo ver te gaan? Neen, het verhaal is meer genuanceerd. Het hangt er immers vanaf waarmee, hoe en waar je een markering aanbrengt of die de veiligheid van je materiaal in het gedrang brengt. Wij deden navraag bij Petzl, een belangrijke speler in bergsportmateriaal, en kwamen tot de volgende antwoorden. Helm Het aanbrengen van verf, stickers, lijm enzovoort is al jaren een discussiepunt. Petzl neemt hier een duidelijk standpunt in: het is sterk af te raden om markeringen aan te brengen op de plastic schaal van de helm, zeker als de samenstelling van de markeringssubstantie niet gekend is. Uit tests is immers gebleken dat lijm, verf en solventen (bijvoorbeeld nagellak) de schaal van de helm kunnen verzwakken. Petzl raadt aan om markeringen aan te brengen op de “comfort-onderdelen”, zoals de lus onder je kin, in plaats van op de veiligheidsonderdelen. Ook met kabelbinders kan je een label aanbrengen aan je helm. Alleen de stickers aangeleverd door Petzl zelf zijn getest en goedgekeurd.


materiaal en techniek Textielproducten Ook bij textielproducten zoals klimtouwen, slings en allerlei linten zijn markeringen met stift, verf, lijm, enzovoort sterk af te raden. Opnieuw kan de samenstelling van het product het plastic materiaal (meestal nylon of polyester) beïnvloeden en verzwakken. De beschadiging van je klimtouw is overigens niets steeds zichtbaar aan de buitenkant. Petzl raadt aan om een markering aan te brengen op het witte label aan het uiteinde van het touw. Dit advies geldt ook voor klimgordels. De veiligheidsonderdelen zoals de inbindlus of de beenlussen ga je beter niet te lijf met verf of stift. De comfortonderdelen daarentegen wel. Opnieuw kan je het witte label of kabelbinders op de comfortonderdelen gebruiken om je gordel te markeren. Metalen producten Metalen producten zoals karabiners, klimsetjes, zekeringsapparaten, enzovoort mogen volgens de richtlijnen van Petzl gemarkeerd worden onder strikte voorwaarden. Met een elektrische graveerpen kun je een markering aanbrengen op voorwaarde dat de markering niet meer dan 0.1 mm diep is. De gravering moet zich naast het serienummer bevinden dat ten allen tijde leesbaar moet zijn. Daarnaast kan je je materiaal markeren met verf. Ook hier moet je rekening houden met enkele strikte voorwaarden: gebruik steeds metaalverf en breng de verf in een erg dun laagje aan. Bovendien moet je erop letten dat je de verf alleen aanbrengt op plaatsen die niét in contact komen met andere (plastic!) materialen. Het risico dat de verf een negatief effect heeft op bijvoorbeeld je touw bestaat nog steeds. Ten slotte kan je jouw karabiners of klimsetjes markeren met kleefband. Breng deze tape aan op plaatsen die niet in contact komen met andere materialen en let op een goed touwverloop. Ons KBF-advies Zonder degelijke kennis van scheikunde of materialenleer is het sterk af te raden om zelf markeringen aan te brengen op klimmateriaal. Bij uitstek wanneer het gaat om plastic onderdelen kan dat de veiligheid van jouw materiaal in het gedrang brengen. Laat je dus niet verleiden tot huis-, tuin- en keukenoplossingen. Baseer je op de bovenstaande tips en richtlijnen die zijn gebaseerd op de richtlijnen van Petzl, maar ook voor andere producenten toepasbaar zijn. Raadpleeg ook steeds de meegeleverde gebruiksaanwijzing. ▲ Tips en meer informatie www.petzl.com/en/Sport/Helmets?l=INT#.VbCuLPntmko, klik door naar ‘technical information’. www.pet zl.com/en/Sport/FAQ/how-can-i-label-or-ident ify-asling#.VbCu4Pntmkp www.petzl.com/en/Sport/Harnesses/LUNA?l=INT#. VbCxAvntmko, klik door naar ‘technical information’. www.petzl.com/en/Sport/Carabiners/SPIRIT-EXPRESS?l=INT#. VbC66fntmko, klik door naar ‘technical information’.

41


TEKST EN FOTO’S: STEVEN WOUTERS

/Big wall klimmen in No

42

“The worst summer in more than twenty years”, antwoordt Trygve Leren terwijl hij samen met Vincent en ik, druipend in de regen tussen de donkere lage wolken, naar de enorme massieve rug van de Trollveggen staart. De campinguitbater heeft reeds heel wat Noorse jaartjes op de teller en hij weet dat hij ons geen valse hoop moet geven. Net zoals de rotsen laat het weer hier zich maar moeilijk temmen, en dat hebben we snel geweten!

We staan op de Trollveggen camping in West-Noorwegen, niet ver van Andalsnes, in de prachtige woeste Romsdalvallei tussen twee giganten van meer dan duizend verticale meters: achter ons de massieve Romsdalhorn en aan de overkant de imposante Trollryggen (de trollenruggen) met de bekende Trollveggen. Het is het mekka van de basejumpers, maar daarvoor zijn we hier niet. Na meer dan een jaar intensief voorbereiden, willen we hier big wall klimmen! En niet zomaar een big wall: op de oostzijde van de Trollveggen bevindt zich de langste big wall van Europa geopend door Høibak-Heen in 1958: 3200 klimmeters op 1200 hoogtemeters.

Meer dan een jaar geleden viel ons oog op deze klassieke route, maar tijdens de voorbereiding besloten we om op de wand een nieuwe route te openen. Noem het gezonde avontuurlijke spirit of domme naïviteit. Wij waren in ieder geval wild van het idee en stelden een volledig sponsordossier op. De Berghut, klimzaal Biover en Commandotouwen Goeman zagen ons plan ook zitten en stapten mee in de klim. Ook mijn klimpartner Vincent vond in Duitsland een aantal partners, waaronder Petzl en Trek ‘N Eat, die onze avontuurlijke klim wilden sponseren.

“Dan horen we de wind zingen langs de bergen. In Romsdal is dit gezang bekend als ‘Sjella’...”

Hier staan we dan: drie dagen gefrustreerd te apegapen in de gietende regen naar die majestueuze bergwanden. Het plan om een nieuwe route te openen, hebben we snel moeten opbergen. In de voorziene twaalf dagen zijn de weersvoorspellingen veel te onstabiel. Bovendien is de geplande nieuwe route uitzonderlijk nat en bijgevolg zo goed als onbeklimbaar. Maanden voorbereiding willen we niet zomaar van tafel vegen en ‘s avonds besluiten we, als de kans zich voordoet, om de klassieke route te klimmen.


rotsklimmen

oorwegen: de Trollveggen

“Na meer dan een jaar intensief voorbereiden, willen we hier big wall klimmen! En niet zomaar een big wall: op de oostzijde van de Trollveggen bevindt zich de langste big wall van Europa...”

Woeste watervallen

Eindelijk zover!

Zondagmorgen, drie augustus. Van zodra ik mijn ogen opendoe, spring ik uit mijn slaapzak en kijk ik door het raampje van de chalet. De regen stroomt alweer naar beneden en van de Trollryggen gutsen tientallen nieuwe watervallen honderden meters naar beneden! Dikke grijzen wolken glijden langs de enorme verticale wanden. Een prachtig schouwspel, maar dit betekent dat we ook vandaag niet kunnen klimmen. Dju! Later in de namiddag klaart het een beetje op en besluiten we om een verkenningstocht te maken naar de voet van het massief. Gepakt verlaten we de hoofdweg en steken de wilde Raumarivier over. We dringen door het bos en banen ons een weg naar boven door honderden meters steenpuin. Na twee uren stappen staan we eindelijk aan de voet van de Trollveggen. Op vele plaatsen stroomt er zachtjes water naar beneden. Vlak voor ons glijdt een brede waterval over de rotsen en verdwijnt naast ons in een enorme vier meter hoge ijsbrug. We vullen dankbaar onze drinkbus en terwijl we gretig drinken bestudeert onze blik de honderden meters bultige gladde rotsen op zoek naar de beste weg naar boven. Op de terugweg zijn we dolenthousiast en de regendruppels weerhouden ons er niet van om te dromen van de klim. Vincent stapelt op cruciale punten een aantal rotsblokjes op elkaar, zodat we de ochtend voor de klim niet te veel tijd verliezen.

Enkele dagen later worden er eindelijk twee dagen van rustiger weer voorspeld. We besluiten het erop te wagen. Om zeven uur ’s morgens staan Vincent en ik gepakt met een rugzak van tien kilogram aan de voet van de Trollveggen. Klaar voor deze tweedaagse klim van ongeveer 3250 meter. De ijsbrug is reeds half ingestort, maar de brede waterval schuift nog steeds over de gladde platen naar beneden. Die zullen we hogerop moeten oversteken om rechts op zo’n vijfhonderd meter hoogte bij een groot sneeuwplateau te kunnen geraken. We checken beide gordels vol materiaal, maken ons touw klaar en beginnen aan de klim. Vincent en ik zoeken langzaam een weg naar boven van richel naar richel. Gelukkig is het hier niet te steil, want overal drupt water naar beneden en de natte, gladde dalstructuur biedt bitter weinig houvast. Bovendien is op dit gneisgesteente elk spleetje of richeltje volledig dichtgegroeid met mos of kwarts. Noodgedwongen blijven de friends en klemblokken lengte na lengte aan onze gordel hangen en beveiligen we elkaar gewoon door het touw telkens om ons lichaam te winden. Op sommige plaatsen kunnen we een piton als relais slagen .

43


Vallen is geen optie! Het is twee uur in de namiddag. Ik sta op ongeveer vierhonderd meter hoogte op een onstabiel, smal richeltje en kijk naar beneden. Ik zie de platen onder mij bijna verticaal in de diepte verdwijnen en besef dat het hier al een stuk steiler is. Noodgedwongen moesten we behoorlijk afwijken van de oorspronkelijke, klassieke route en het moeilijkheidsniveau is al aanzienlijk gestegen. Plots hoor ik Vincent een twintigtal meter boven mij vloeken en kreunen. Zijn voeten staan wijd gespreid. Hij houdt zich links vast aan een kleine réglette en met zijn rechterhand probeert hij wat druppend mos weg te schrapen uit een dunne spleet tussen twee platen. Kleine stukjes stenen vallen mee naar beneden. Zonder succes probeert hij verschillende camalots of klemblokjes te plaatsen om zo een moeilijk overhangend stuk te overbruggen. Ik merk aan zijn trillende linkervoet dat hij zich in een hachelijke positie bevindt. Ik kijk nog eens naar beneden en zie ver in de diepte de toppen van de bomen. Aan de overkant van de vallei bewegen verschillende gekleurde stipjes zich geluidloos voort op een lange smalle grijze lijn. In een flits zie ik de gedenkplaat ter ere van de overleden klimmers en basejumpers aan het Trollveggen besøkssenter terug voor mij. Een onbehaaglijk gevoel bekruipt mijn lichaam en een ijskoude rilling glijdt langzaam over mijn rug. Ik besef dat Vincent geen schijn van kans heeft als hij nu naar beneden valt en dat hij mij zonder pardon mee de diepte insleurt. Het touw dat ik nu rond mijn middel vasthoud, heeft geen enkel nut. Het was al die voorbije honderden meters slechts een lapmiddeltje om ons het gevoel te geven dat we beveiligd waren. De harde realiteit is echter dat we al honderden meters zo goed als solo klimmen en dat we ons nu in een levensgevaarlijke situatie bevinden! Geen andere keuze dan terugkeren

44

Uiteindelijk klimt Vincent naar een klein plateau waar hij relatief stabiel staat en klim ik naar hem toe. Een paar meter onder hem vind ik een spleetje waar ik een piton kan inslagen. Wanneer we samenkomen, merk ik dat Vincent nog even moet bekomen en beseffen we allebei dat dit avontuur intenser is dan gehoopt. Toch spreken we niet over terugkeren. We besluiten een honderdtal meter hoger naar een plateau te klimmen om daar even uit te rusten. Van het uren klimmen over natte rotsplaten raken onze handen, maar vooral onze voeten kletsnat. De klimschoentjes worden minder soepel en ik merk dat ik vaker moeite heb om mijn evenwicht te bewaren door de rugzak die bij elke lengte zwaarder en zwaarder lijkt te worden. Op een bepaald moment klimt Vincent een tiental meter recht boven mij over een overhangend stuk rots en zie ik hem verdwijnen. Buiten mijn beveiliging heeft hij alweer niets kunnen vastmaken. Dan trekt het touw zich steeds meer en meer rechts tot er uiteindelijk geen beweging meer inkomt. Na een tiental minuten kan ik vertrekken. Wanneer ik de overhang passeer, zie ik het touw rechts een plaat vol stromend water kruisen. Langzaam traverseer ik over de gladde plaat. Vloekend voel ik mijn natte klimschoenen glijden over de rots. Verkrampt probeer ik de traverse uit te klimmen, maar hoe ik ook probeer: ik geraak niet aan de overhangende plaat rechts. Loslaten is hier geen optie, want dan word ik gewoon tegen de plaat geslagen. Uit volle borst roep ik naar Vincent en leg ik mijn benarde situatie uit. Ik kom te weten dat hij eerst nog een vijftal meter hoger is geklommen alvorens de traverse naar rechts te maken. Met knikkende knieën lukt het mij uiteindelijk om terug te traverseren en bij hem te komen. Ik zie dat hij zich comfortabel op een smal

plateau heeft gevestigd, maar dat hij me alweer op zijn lichaam heeft moeten beveiligen. We kijken naar elkaar, bekijken de verticale wanden boven ons en besluiten ons leven niet meer te riskeren. Een drietal uur later staan we terug beneden. Terug op de camping komt een Noorse klimmer naar ons. Hij heeft ons met de verrekijker gevolgd en tot onze verbazing feliciteert hij ons. We vragen om uitleg en hij zegt dat alleen goede klimmers weten wanneer ze moeten terugkeren. Die woorden doen onze opgave iets minder bitter smaken. Wanneer we de volgende morgen wakker worden, zien we dat het buiten stormt en in een paar uurtjes tijd donderen verschillende steenblokken met geweld naar beneden. Opnieuw beseffen we dat we de juiste keuze hebben gemaakt. Toch naar de top Om de pijn wat te verzachten, besluiten we later die week om vanaf de Trollstyggen naar de bovenrand van de Trollveggen te wandelen. Het is een stevige, vijf uur durende wandeling met meer dan achthonderd meter stijgen. Om de uitdaging wat groter te maken, besluiten we om acht uur ’s avonds te vertrekken en halverwege onder de blote hemel te overnachten. Wanneer we om vijf uur ’s morgens uit onze slaapzak kruipen, begint het alweer wat te waaien en te regenen. Maar dat kan ons niet deren. We stijgen gestaag verder en wandelen over een groot sneeuwveld. Dan horen we de wind zingen langs de bergen. In Romsdal is dit gezang bekend als ‘Sjella’. Terwijl we luisteren, ontwaren we plots de Trolltindanen (de Trollpieken). We staan boven aan Europa’s hoogste verticale wand. Hier moesten we aankomen. ▲


reiswijzer Reisperiode In juni, juli en augustus heb je de beste kans op goede klimcondities. Vervoer Met de auto kun je via Frederikshaven in Denemarken naar Oslo (met veerboot) en dan naar Andalsnes rijden of via Zweden naar Oslo over de Öresundbrug. Zeer mooie, duidelijke wegen, voldoende goed ingerichte stopplaatsen, geen tolwegen (behalve Öresundbrug) en weinig verkeer in Denemarken en Noorwegen. Vanaf Lillehammer zijn de meeste wegen met Traffic Control points voorzien (max 70 km/u), daarom is de reis naar Andalsnes wat lang. Het vliegtuig is een goedkoop en snel alternatief. Vanuit Olesund kun je een auto huren voor de rest van de reis. Accommodatie We verbleven op Camping Trollveggen. Een centraal gelegen camping met mooi uitzicht. Je hebt de mogelijkheid om een chalet te huren. Wildkamperen is in Noorwegen overigens toegestaan. Kostprijs Voor comfortabele basics, transport, voeding en overnachting moet je op ongeveer 1500 € rekenen (voor tien dagen). Afhankelijk van je transportmethode, accommodatie en hoeveel materiaal je moet kopen voor deze onderneming kunnen de kosten variëren en/of oplopen. Topo en Relevante websites “Klatring i Romsdal” van Bjarte Bø www.trollveggen.com www.climbing-punks.com Tips Alle rots in Romsdal is gneis. Je kunt klimmen op Mongejura (1000m), Bobleveggen en Hornaksla (400 meter). De markante Romsdalhorn (1550 meter) biedt enkele eenvoudige alpiene klimroutes. Op de Trollveggen noordwand vind je verschillende winterroutes zoals de Norwegian Route, French Route, Arch Wall and Swedish Route. Met dank aan onze sponsors Petzl, De Berghut, Commandotouwen Goeman, klimzaal Biover, Trek ’N Eat, Zugvogel Verden, Kinderheim Haus des Kindes “Wildfang”, Nissan Viets, Kletterzentrum Up Oldenburg

Benodigd materiaal Gordel, helm en personal; enkel touw van 70 meter of dubbel touw van 60 meter (dubbel touw is zwaarder maar heeft grote voordelen indien je moet terugkeren); 12 setjes; meerdere bandslings; gradisteps; meerdere HMS veiligheidsmusketons; meerdere normale musketons; klemblokjes en –verwijderaar; Nitro 3 shock-absorber; standaardset friends en enkele grotere maten; 12 pitons en pitonhamer; 2 skyhooks; comfortabele klimschoenen; warme jas of lichte slaapzak; minimum 2 liter water; 2500 tot 3000 Kcal per persoon; toiletpapier.

Moeilijkheidsgraad Moeilijkheidsgraad van de klassieke route ‘Høibak-Heen’: 6a+, VI, 3250 meter. Er zijn zelden klimmers te vinden op Trollveggen of Trollryggen. De beklimming is echter gevaarlijk en vraagt heel wat ervaring. Er is risico op steenslag en in de laatste lengtes van Høibak-Heen vind je geregeld losse stenen. Daarnaast is de routefinding van Høibak-Heen erg complex. Bij de kleinste vergissing verzeil je al snel in klimlengtes met een moeilijkheidsgraad van 6b+ of je belandt in lengtes die je deels artificieel moet klimmen. Een goede voorbereiding op deze beklimming is cruciaal. De routes ‘Via Comicci-Cima Grande’ in Lavaredo of ‘Via Rabado-Navarro’ in Naranjo de Bulnes in Spanje zijn een goede oefening. Verken ook steeds de weg naar de voet van het massief en de afdaling voor je beklimming. Licht de campingbaas in over je plannen. De verschillende sneeuwplateaus zijn een goede bron van water onderweg.

45


TEKST EN FOTO’S: SOFIE LENAERTS

/solo-expeditie naar In april 2015 maakte ik deel uit van de Belgische expeditie naar de Makalu in Nepal. Een aardbeving met een sterkte van 7.8 op de schaal van Richter maakte een abrupt einde aan deze beklimming, maar mijn verlangen om opnieuw hoog te klimmen werd er niet minder om!

De route op Khan Tengri

J

e blijft in beweging door steeds nieuwe doelen te zoeken: een plan opstellen, budget regelen, informatie verzamelen en knopen doorhakken. Het drijft me naar alle uithoeken van de wereld en laat me mijn persoonlijke grenzen verleggen, meer uitdagend of steeds hoger. Een doel nastreven, duurt soms jaren, maanden of weken. Het vraagt training, mentaal en fysisch. Focus op datgene wat je wilt bereiken. Kies een intrigerend doel dat je uit je comfortzone haalt. Zo kun je er iets uit leren en zelf evolueren. De teleurstelling op Makalu was groot: de expeditie werd stopgezet door een treffer van moeder natuur. Ik had er nood aan om deze teleurstelling te verwerken op mijn manier, weg van iedereen, waar ik me het meest thuis voel … in de bergen.

Tenten in Basiskamp

Khan Tengri: 7010 meter De Khan Tengri ligt op de grens van Kazachstan en China. Het is de meest noordelijk gelegen 7000-er. De berg is één van de vijf 7000-ers die je moet beklimmen om de Russische Sneeuwpanteronderscheiding te krijgen. Hij staat bekend om zijn grillige en koude weersomstandigheden, maar ook voor de dodelijke lawines aan de zuidkant. Na overleg met vrienden, die zowel de noord- als de zuidkant hadden beklommen, besluit ik te gaan voor de noordkant. Die beslissing bleek goud waard. Vlak voor de aanvang van mijn expeditie vielen vier dodelijke slachtoffers aan de zuidkant. Ik kies voor de Solamatov Route (Classical Northern). Deze route wordt als Russian Grade 5b gequoteerd en werd voor het eerst beklommen in 1974.

46

Solo expeditie Mijn eerste ervaring met een solo beklimming was op de El Teide in Tenerife. Toen had ik nog lang geen kaas gegeten van het ‘echte’ bergbeklimmen. Ik was op zoek naar een uitdaging die niet te veel risico’s met zich meebracht. Het werd een traverse over de top. In de zwaveldampen zag ik de zon opkomen en tijdens de afdaling geraakte ik de weg kwijt, bij gebrek aan een pad en een topografische kaart. Bijna twintig jaar later voel ik me sterk en ervaren genoeg om een solo expeditie aan te gaan op een meer uitdagende berg die zich niet zomaar laat beklimmen. Ik verlaat mijn comfortzone door alleen op pad te gaan. Niemand waarmee je samen klimt en beslissingen neemt, tegenslagen verwerkt en fijne momenten deelt. Ik wist dat het een leerrijke expeditie zou worden, maar ook een waar ik mezelf zou tegenkomen …

“Is dit het einde van mijn expeditie? Tranen staan in mijn ogen als ik terug op Chapaev sta en kijk naar de top van de Khan Tengri, badend in de zon maar met een wolken pluim aan de achterkant...”

Op organisatorisch vlak is het eenvoudig klimmen: je wordt per helikopter overgebracht naar het basiskamp dat op 4000 meter ligt. Tussen de drie hoogtekampen en de top zijn vaste touwen geïnstalleerd wat solo klimmen een stuk veiliger maakt, zeker bij slechte weersomstandigheden. Desondanks zal ik al gauw ontdekken dat er een hemelsbreed verschil is tussen de theorie en de werkelijkheid.


bergbeklimmen

de Khan

Tengri Voorbereiding

Lager C1

Onderweg naar C2

Aan mijn conditie heb ik genoeg gewerkt, het is tijd voor actie. Mijn logistieke partner is Kan Tengri Expedition, bekend van de Russische klimmer Kazbek Valiyev. Ik hoefde me geen zorgen te maken over transport, vergunningen, maaltijden, helikopter en het basiskamp. Slechts mijn paspoort in orde brengen en mijn dufflebags inpakken. Vrienden stonden me bij: Guido Riemenschneider leende mij een hoogtetentje, Rudi Bollaert (De Berghut) voorzag een tweede expeditietent, mijn coach, Stef Maginelle, gaf me een satelliettelefoon mee. Nu was het aan mij om alles naar boven te zeulen en de hoogtekampen te installeren. Uit voorzorg neem ik voldoende sneeuwankers mee en bamboestokjes om de route boven op Chapajev te markeren. Je kunt veel lezen over de berg en de route, maar eenmaal je er bent, sta je er alleen voor. Niets mocht ontbreken. De beklimming Mijn vrienden hadden me gewaarschuwd: het basiskamp is “op zijn Russisch.” Er heerste een gezellige drukte, wel zestig klimmers van allerlei nationaliteiten. Sommige keren weer huiswaarts. Het is drie augustus, het seizoen is al halfweg en tot nu toe hebben nog maar twee klimmers getopt via de noordkant. Ik verbroeder met drie andere Belgen met dezelfde plannen: Niels, Ludo en Geert. Samen met een sympathiek groepje Italianen en één oude Pool houden we ons warm in de eettent. Iedereen heeft zijn eigen planning om te acclimatiseren en ik loop nerveus rond. Als weegschaal vind ik beslissingen nemen soms lastig. Wanneer ik de tweede dag vertrek naar kamp 1 om mijn tentje op te zetten, valt er een hele last van mijn schouders.De eerste stap is gezet. De hoogte laat zich voelen terwijl ik langzaam klim. Het weer is goed, maar eigenlijk te warm. Onderweg kom ik gidsen tegen die een meisje naar beneden dragen met een gebroken voet. Hetzelfde lot zou ook één van de andere Belgen treffen wanneer Geert in een kleine lawine terechtkomt. 47

Onderweg naar C2

C3

“Ik wist dat het een leerrijke expeditie zou worden, maar ook een waar ik mezelf zou tegenkomen...”

De Khan Tengri is een prachtige berg. Naarmate ik hoger klim wordt de route rotsiger en krijg ik alleen maar meer respect voor deze reus. Na een rustdag in het basiskamp, klim ik verder naar kamp twee met een propvolle rugzak. Kamp twee ligt op een schouder, 5500 meter hoog, met een prachtig uitzicht over de top en de gletsjer 1500 meter lager. Ook hier staan meerdere tenten. Er wordt rondgevraagd wie al geklommen heeft, hoe het is verlopen, en wie wanneer naar kamp drie klimt. Het is gezellig in mijn kleine tent. Het brandertje draait op volle toeren om ijs te smelten na een dag van zeven uur klimmen en klauteren. De touwen… die waren soms alles behalve betrouwbaar: verankerd aan rotsen die je met je hand kan loswrikken!


Is dit het einde van mijn expeditie? De volgende dag besluit ik door te klimmen naar kamp drie. De Italianen keren terug naar het basiskamp en de Belgen blijven nog een dag acclimatiseren. Het werd een lange en zware dag. Na tien uur plof ik eindelijk neer in het zadel tussen Chapaev en Khang Tengri. Kamp drie heeft uitzicht over een andere reus: de Pobeda, 7439 meter hoog. In de col komt de zuidroute samen met de noordelijke route. Onder mij zie ik het zuidelijke kamp liggen. In het gezelschap van Russische en Poolse klimmers was het een hele klim tot aan de Chapajev op 6200 meter, waarna je opnieuw moet afdalen tot kamp drie op 5900 meter. Het zich op de omringende bergen in de zin is prachtig. Veel tijd om ervan te genieten is er niet. Eenmaal het licht verdwijnt, komt de ijzige nacht met hevige winden. Het tentje wordt stevig verankerd met ingegraven piketten. Je kunt het ook op de Russische manier doen: plastic zakken vullen met sneeuw die je dan ingraaft. Het werkt perfect. Het was een slapeloze nacht. De wind beukte onophoudelijk in op de tent. De volgende dag probeer ik te rusten en te eten, maar mijn energie is ver zoek. 9 augustus had een toppoging moeten worden, maar al snel merk ik dat het niet haalbaar is bij stormwinden van 100 km/u. Na enkele uren stop ik ermee en keer ik terug naar mijn tent in kamp drie. De Poolse en Russische klimmers zijn wel vertrokken, maar keren de dag nadien opnieuw terug: vermoeid en met bevriezingsletsels. Eén klimmer haalde de top, maar “het was verschrikkelijk.”

Zicht op top vanop Chapajev

Couloir onder de top

“Tussen de drie hoogtekampen en de top zijn vaste touwen geïnstalleerd wat solo klimmen een stuk veiliger maakt, zeker bij slechte weersomstandigheden. Desondanks zal ik al gauw ontdekken dat er een hemelsbreed verschil is tussen de theorie en de werkelijkheid...”

48

Het slechte weer houdt ook de komende dagen aan. Een andere groep klimmers gaat voor de top, maar geraakt de weg kwijt tijdens de afdaling. Een gids schiet hen ter hulp en weet het groepje terug te vinden in het holst van de nacht … op een andere bergkam. Een andere klimmer doolt rond tussen noord- en zuidkamp maar vindt de weg niet naar beneden. Gelukkig komen zijn tentgenoten hem ter hulp. Een mens doet soms rare dingen op een berg. Prestatiedrang? Een geïrriteerd ego dat hunkert naar succes? Het beïnvloedt het rationeel denkvermogen en de inschatting van risico’s. Of is het gewoon hoogmoed? Iedereen breekt de tenten af en verlaat kamp drie. De enige gids met radiocontact met het basiskamp zegt dat de hoge winden aanhouden en dat ik beter afdaal. Is dit het einde van mijn expeditie? Tranen staan in mijn ogen als ik terug op Chapaev sta en kijk naar de top van de Khan Tengri, badend in de zon maar met een wolken pluim aan de achterkant. Nieuwe poging De teleurstelling overvalt me wanneer ik in kamp twee in mijn tent lig. Er staan niet veel tenten meer en de meeste klimmers dalen verder af. Ik kan niet eten en kruip met mijn donspak in mijn slaapzak. De volgende dag maak ik de balans op. De afdalende klimmers laten alle gas en eten achter, genoeg reserve dus. Ik besef wat de gevolgen zijn

Onderweg naar de top

van mijn keuzes. Als ik stop en afdaal, heb ik niet genoeg tijd meer voor een tweede poging. Als ik een tweede keer wil proberen, moet ik hier wachten. Stoppen is geen optie, niet na alles wat ik in Nepal meemaakte, niet na mijn inspanningen om hier te geraken, niet na al die slapeloze nachten in kamp drie. Dat besluit blijkt een keerpunt te zijn. Later die dag keren de Italianen en de Belgen terug naar kamp twee voor een poging op de top. Er komt goed nieuws: na enkele dagen van wind tot wel 130 km/u zijn er twee dagen van mooi weer op komst. Voor ik het weet, is kamp twee opnieuw gevuld met vrolijke klimmers en geniet ik van hun verhalen. Stilaan begrijp ik dat solo klimmen maar een eenzame bedoening is. Geef mij maar het plezier van samen lachen in een tentje en mooie momenten delen tijdens het klimmen. Dit alles maakt de beklimming zo speciaal! Na vier dagen van rust en eten, vliegen Niels en ik de Chapaev omhoog. Deze keer is het niet afzien, maar puur genieten. Zelfs tenten opzetten en water gereed maken voor andere klimmers tot de avond valt, het kan ons niet deren. Ik ga morgen voor de top en niks houdt me nog tegen.


De top

Grensverleggend De topdag is er eentje waar je alleen maar van kan dromen: bijna geen wind en geen wolkje aan de hemel. Ook al is de topdag lang en zwaar, het blijft genieten op de rotspassages met het prachtige zicht op de omliggende bergen. Op het laatste sneeuwstuk na de couloir, beweeg ik als een schildpad, maar ik kan nog altijd één stap zetten … en daarna nog één! Sommigen klimmers keren onderweg terug, maar anderen, zoals Niels, halen breed glimlachend de top. Na tien uur klimmen is het eindelijk mijn beurt om voet te zetten op 7010 meter hoogte. Ik leg mij neer aan het houten kruis en begin te wenen en daarna te lachen. Het was de zwaarste beklimming die ik ooit deed, maar ik kan me er geen mooiere voorstellen!

Khan Tengri, je stelde mij op de proef, liet me wachten en afzien op alle vlakken maar ik overwon elk obstakel. Onbekenden werden vrienden. Ik leerde meer dan ooit de waarde kennen van vriendschap en elk klein gebaar van onbaatzuchtigheid. Het waren de woorden van mijn coach over de satelliettelefoon, de immer optimistische Italianen met hun verrukkelijke kaas en ham, de gezellige onderonsjes met landgenoten, de fratsen van een oude Pool en de Kazachse gids die danste rond het kampvuur in het basiskamp. Ik keer met zoveel fijne herinneringen terug en ben nog meer overtuigd van elk grensverleggend doel, hoe simpel of hoe gek ook. Als het maar doet waar het goed in is: mensen doen groeien naar een ander topmoment, waarbij iedereen zijn eigen top mag kiezen! ▲

49

De auteur, Sofie Lenaerts, geeft samen met de Belgische alpinist, Stef Maginelle, een lezing op Mount Expo: klim- en bergsportbeurs. Ze vertelt je alles over haar passie voor expeditie-klimmen. Meer informatie vind je verderop in dit magazine of op www.mount-expo.be.

Italianen, Belgen en een Pool


TEKST EN FOTO’S: MIEKE DEBLAERE EN JEROEN MARIJSSE

/living the dream in Nepal

Gebedsvlagjes bij Annapurna II

50

Wat vijftien jaar geleden onmogelijk leek, werd in november van vorig jaar eindelijk werkelijkheid. Na een lange worsteling met mijn gezondheid, staan mijn echtgenoot en ik vertrekkensklaar richting Nepal. Het doel: een trekking langs het Annapurna circuit. De zware aardbeving die het land vorig jaar trof, maakt ons nog meer vastberaden. Nepal heeft onze toeristendollars broodnodig. Lukt het om ondanks de fysieke moeilijkheden de trekking af te werken? En hoe is de situatie in Nepal zeven maanden na de aardbeving?

““Mijn ogen tranen, niet alleen van de ijskoude wind, maar door het besef dat ik kan stappen, hier op deze hoogte en dat we samen onze droom werkelijk beleven!”...”


bergwandelen W e keren even terug in de tijd: 1996. We dromen van een trekking in Nepal, maar ik krijg gezondheidsproblemen. In 1998 volgt de diagnose: Ehlers Danlos Syndroom. Door deze genafwijking maak ik te weinig bindweefsel aan. Mijn gewrichten zijn te soepel wat leidt tot ontwrichtingen, ontstekingen en chronische pijn. Ik ben hoe langer hoe meer aangewezen op krukken en rolstoel. Pijnmedicatie wordt comfortmedicatie … Door hard werk slaag ik erin om langzaam spieren op te bouwen en opnieuw mobiel te worden. De eerste sport die ik voorzichtig aftast, is muurklimmen. Bijna elke spier in mijn lichaam wordt sterker. Het is leuk en wordt een echte passie. In 2010 schaffen we ons een puppy aan. Dagelijkse wandelingen leren me iedere maand een beetje verder te gaan. We dromen opnieuw van bergwandelen! De pijn blijft, maar dankzij medicatie, braces en wilskracht gaat het vooruit. De Alpen worden opnieuw onze vakantiebestemming. Een artikel in het Klim- en Bergsport Magazine over het Annapurna Circuit wakkert onze droom opnieuw aan. Ik krijg uiteindelijk groen licht van het UZ Gent om onze trekkingdroom te realiseren. De training begint. Bewegen moet ik zelf doen, maar de steun van mijn omgeving doet wonderen! De vliegtuigtickets en drager-gids worden geboekt, we kiezen de ‘Annapurna circuit trek’. Mocht ik gezondheidsproblemen ondervinden onderweg, kunnen we deze trekking inkorten. Op 25 april 2015 wordt Nepal hard getroffen door een aardbeving met een kracht 7,8. Verbijstering maakt plaats voor vastberadenheid om onze trekking verder te zetten. Nepal kan onze toeristendollars meer dan ooit gebruiken! Twee november 2015 is het zover: living the dream!

Rijen bakstenen en rijen voertuigen De taxi, geregeld door de B&B wacht ons op, een opluchting na de chaos op de luchthaven. Onze weg in Kathmandu loopt door vele straten en lanen, verknoopt en verward. De littekens van de aardbeving zijn duidelijk zichtbaar: massa’s gestapelde bakstenen, hopen aarde, shelters en huizenrijen met gapende wonden. Ellenlange rijen geparkeerde voertuigen bemoeilijken het verkeer. Kleurige rijen die de grauwe werkelijkheid weergeven. Sinds twee maanden is er door een politiek conflict een boycot aan de grens met India. Massaal tekort aan brandstof, bouwmaterialen en medicijnen zijn het drieste resultaat. De asfaltweg eindigt abrupt in een opgebroken straat. Midden in de chaos van het drukke Thamel staat een oase: Andes House. De brede glimlach van onze gastheer Babu verwelkomt ons. De porter-guide Garap Sangpo Lama die we vooraf vanuit België regelden, trakteert ons op één van de grootste cultuurparels in de stad: Swayambhunath stoepa of de apentempel. Het klikt meteen tussen ons. Adembenemend is het zicht als we zwetend de laatste treden beklimmen. De vlotheid waarmee ik de trappen neem, neemt de twijfels bij onze gids weg. Het tempelcomplex is even indrukwekkend als de netjes opgeveegde hopen puin. De ontelbare kleurige gebedsvlagjes waaien een hoopvolle wind over de stad. Na enkele dagen brengt een overvolle minibus met nodige “couleur locale” ons naar Pokhara, om van daaruit nog een dag te hobbelen over gebroken wegen en gevaarlijke bergpaden met bus en jeep naar Dharapani. Het vertrekpunt van onze trekking.

“Slow, slow, we have time!” Het pad naar Chaudi Ledar We hijsen de netjes uitgebalanceerde rugzak op onze rug. Garap draagt zo’n tien kilogram van onszelf en zijn eigen materiaal, wij ook elk negen kilogram. Zo’n porter-guide als Garap is ideaal: hij helpt je dragen, onderhandelt en leert je veel over de cultuur en natuur. Het kleine bergdorpje ademt rust. We zijn het enige trekkerspaar in het anders zo drukke guesthouse. Het trekkingtoerisme kreunt onder de littekens van de aardbeving en de boycot. Onnodig, want buiten de Langtang regio, zijn alle trekkings perfect realiseerbaar. Langzaam genieten we van de bergen rondom deze vallei en even langzaam gaat het omhoog. “Slow, slow, ma’am and sir, we have time!” Deze raad zal zeer nuttig blijken. Genieten… dat is hét woord tijdens de hele tocht. Naast het dapper zijn en doorzetten, voel ik me vooral ook nederig. Een kleine mier die ronddwaalt tussen witte reuzen van achtduizend meter hoog en meer. Deze kleine mier ontmoet ook andere mieren, tochtgenoten die vrienden worden. Daarnaast groeit het respect, als je door dit land loopt. Het besef dat we een erg luxueus leven leiden met altijd elektriciteit, warm water, centrale verwarming. Respect voor een volk dat leeft in een omgeving waar de natuur de baas is. De veerkracht is sterk bij deze mensen, slogans als “Nepal will rise again!” en de fonkelende hoop in hun ogen, zijn het bewijs.

51


Zwarte thee, spiegeleieren, gember en look Elke dag klimmen we hoger en hoger. De energie krijgen we van het (h)eerlijke verse eten in de vele teahouses en van de dagelijkse sportieve overwinning. Liters zwarte thee, vele spiegeleieren en drie dagen later bereiken we Manang op 3500 meter. De verplichte acclimatisatiedag is een welkome rustpauze afgewisseld met een klim naar een oud boeddhistisch klooster. Hoogtemeters maken. De opwarming bij de houtkachel in de eetzaal na de laatste lauwkoude solardouche voor de volgende vier dagen is een plezier! Hét moment om ervaringen en cultuur te delen met je tochtgenoten. Vanaf morgen begint de echte hooggebergte ervaring. Stap voor stap, een rustig tempo kiezend, bereiken we elke dag een nieuw hoogterecord. De gedachte aan mijn vroegere leven verzacht de pijn en geeft me vleugels tijdens de zwaardere klimpassages. Naarmate de hoogte toeneemt, neemt ook de angst voor hoogteziekte toe. Het principe ‘climb high – sleep low’ passen we nauwgezet toe. Aangekomen in Chauri-Ledar op 4200 meter, gooien we de rugzak af en klimmen rustig nog zo’n paar honderd meter hoger. Knoflook als extra topping op al onze gerechten en gemberthee moeten voorkomen dat we last krijgen van hoogteziekte. Onze gids kauwt het rauw, een tochtgenoot neemt knoflooksoep als ontbijt. Slapen op de Mont Blanc

8:15, kan dat al de pas zijn? Dat kan niet... het ging allemaal zo makkelijk en toch… de vlagjes komen steeds dichterbij. Mijn ogen tranen, niet alleen van de ijskoude wind, maar door het besef dat ik kan stappen, hier op deze hoogte en dat we samen onze droom werkelijk beleven! Emotioneel vallen we in elkaars armen, we laten onze tranen opdrogen door de harde ijswind en genieten van de kracht van het besef dat we dit samen hebben gedaan. Ons geluk golft mee op de wind samen met de gebedsvlagjes die we bevestigen op Thorung-la. Er is maar één woord om deze ervaring te omschrijven: machtig! De koude wind drijft ons naar de andere kant, 1300 meter lager wacht Muktinath. Laagje per laagje pellen we onze kledij af terwijl we geconcentreerd de moeilijke afdaling verder zetten. De ruwe steenwoestijn aan deze kant is een groot contrast met het vredige berglandschap voor de pas. De euforie overwint nog lange tijd de kniepijn tijdens het afdalen. Net voor de lunch hebben mijn beenspieren er even geen zin meer in. Waggelend zak ik neer op een stoel. Ik ben overtuigd dat even rusten, een extra pijnstiller en calorieën, mijn spieren terug kracht zal geven. Ik zie dat de lange, zware afdaling het onze vrienden ook moeilijk maakt, fysiek en mentaal. Puur op wilskracht daal ik verder af en het vooruitzicht van een warme douche doet wonderen.

Verwonderd over het uitblijven van de ongemakken van grote hoogte trekken we naar Thorung Pedi. Ademen wordt moeilijker, ons lichaam vreet energie en is ons dankbaar voor de appeltaart tijdens deze pauze. De laatste steile vierhonderd meter is zwoegen naar High Camp. De wind giert in ons kleine kamertje op 4880 meter. De kleine bult achter het gebouw, bezorgt ons een eerste topervaring, we staan op meer dan 5000 meter! Steenmannetjes, klapperende gebedsvlagjes en sneeuw versterken het gevoel dat ik de wereld aankan. De avond rond de rokerige kachel eindigt om acht uur. Dik ingeduffeld en met de wetenschap dat we hoger slapen dan de top van de Mont Blanc, vallen we in een zalige slaap. Opgeschrikt door een beukende wind trek ik mijn schoenen en donsjas aan om in het ijskoude donker het hurktoilet te bereiken. De wind rukt de deur open en wakkert de angst aan dat we daardoor ’s morgens niet kunnen vertrekken. De top en het toppunt van wilskracht…

52

4:30u, de wekker en niet het geluid van de wind wekt ons. Vandaag bereiken we het letterlijke hoogtepunt van de trekking: Thorung la, de hoogste bergpas ter wereld op 5416 meter hoogte.

Windvlagen op de top van de Annapurna II

Het ontbijt werk ik met moeite binnen, verminderde eetlust is typisch op grote hoogte. Talrijke lichtjes in het donker vormen het bewijs dat we om 5:30 niet de enige trekkers zijn. Sneeuw en ijs op de smalle paden met donkere dieptes bemoeilijken de klim, alsook de paarden die ons voorbijsteken. Een pauze vullen we op met thee, Snickers en energiegel. Terug je ritme vinden, blijkt extra lastig op deze hoogte en we beslissen om gewoon rustig verder te stijgen. Het eerste ochtendlicht onthult de machtige contouren van de Annapurna toppen. De temperatuur rijst evenredig met de stralende zon. Achter elke bereikte top, brengt een nieuw zigzagpad ons naar de volgende top tot we in de verte vlagjes zien afsteken tegen de staalblauwe hemel.

De eerste topervaring


reiswijzer

Dromen, leven en beleven Met een plaatselijke appeljenever nemen we in stijl afscheid van onze trekkingvrienden. Hier splitsen onze wegen. Tijdens de schaarse momenten met elektriciteit, wisselen we contactgegevens uit op het net. Het genot van de rust in mijn warme slaapzak wordt verhoogd door een gevoel van trots dat mij een diepe slaap bezorgt. Na een dagje verder dalen en dwalen door een woestenij van zand en windvlagen, besluiten we de bus naar Tatopani te nemen om er een extra dag te rusten. De ruwe busrit vergeten we snel als we onze stijve spieren laten verwennen door het effect van het warme water in de hotsprings. De volgende vier dagen stijgen en dalen we door een zeer afwisselend landschap. Het gevoel van geluk is compleet als de eerste zon op Poon Hill de toppen van de Himalaya in een rode gloed hult. Zestien dagen later kruipen we zeer voldaan in Pokhara onder de verse lakens. De nacht brengt dromen vol onvergetelijke herinneringen maar ook verlangens, nieuwe dromen die we later kunnen (be-)leven. ▲

Reisperiode Oktober-november is een droge tijd met helder zicht op de bergen maar koude nachten. Maart-april is ook goed, maar er is meer kans op bewolking in de namiddag. Vervoer Toeristenbussen, jeeps, binnenlandse vluchten, taxi’s en openbaar vervoer zijn goedkoop en betrouwbaar ondanks de brandstofcrisis. Openbaar vervoer is spotgoedkoop maar niet comfortabel. Accommodatie Wij verbleven in het relatief goedkope (15 euro per nacht) guesthouse Andes House in Kathmandu waar gastvrijheid top is. Het duurdere (20 euro per nacht) Trek-O-Tel in Pokhara heeft, net als het vorige, eigen westers sanitair en warme douche. Er zijn ook dure resorts en hotels. Tijdens de trekking betaal je maximum vijf euro voor een tweepersoonskamer en maximum vijftien euro voor eten en drinken. Comfort varieert. Materiaal Breng zeker je eigen bergschoenen mee, ter plaatse kun je veel nep trekkingmateriaal kopen maar ook enkele echte merken. Op de website wildernessexcursion.com vind je een materiaallijst. Shona’s is een betrouwbare winkel met goed materiaal. Donsslaapzak en donsjas kun je huren voor enkele dollars per dag als je deze niet zelf hebt. Een drinkfles is meer ecologisch verantwoord dan mineraalwater in flessen. Je zuivert het water met pilletjes of chloordruppels, of je koopt het in “safe drinking water stations”.

Steenwoestijn en wervelwinden

Kostprijs Voor 600 euro per persoon boekten we een vlucht met Jet Airways. Wij kozen ter plaatse voor het trekkingbureau Wilderness Excursion van Pradip Tamang met zijn individuele aanpak. Garap Sangpo Lama was onze drager en gids. Hij sprak voldoende Engels, droeg een deel van onze bagage en werd uiteindelijk een vriend. We betaalden onze gids 25 euro per dag: maaltijden, verblijf en verzekering van de gids inbegrepen. Huur je een gids zonder tussenkomst van een trekkingbureau, dan ben je zelf verantwoordelijk voor de gids. Tijdens de trekking gaven we ongeveer 500 € per persoon uit aan vervoer, verblijf, maaltijden en drank. Tips Ondanks de schade van de aardbeving bevatten Durbar square in Kathmandu, Patan en Bhaktapur een schat aan tempels en paleizen! Grote foto’s tonen je de monumenten voor en na de aardbeving.

Ochtend in Manang

53


FOTO’S: FILIP GOSSELE

/Mountainbik

54


mountainbiken

ken op IJsland

100% puur natuur in het land van vuur en ijs

IJsland spreekt met zijn spectaculaire natuurverschijnselen en oogverblindende landschappen enorm tot de verbeelding. Tegelijk associeer je het land van geisers en lagunes eerder met een autovakantie dan één met een actief vervoermiddel. Maar het kan ook anders. Wij stapten in het zadel en trokken met reisorganisatie ZuiDERHuiS en begeleiders Heidi Hooghe en Karl Vansteenkiste dwars door IJsland voor een uitdagende, exclusieve mountainbiketocht door vier natuurgebieden. Kicken! Een impressie.

W e horen het gehijg van onze voorganger een paar fietslengtes voor ons. In onze neus: de geur van zwavel. Tegelijk voelen we hoe de rotsachtige ondergrond knispert onder onze banden. Wow! Wat een kanjertje deze Kjölur, een hooglandroute die tussen twee grote ijskappen doorloopt en voortdurend stijgt en daalt met enkele honderden meters. Maar even later is de steile klim achter de rug, vegen we het zweet van onze nek en bekomen we te midden van een ongelooflijk panorama van de inspanning. Dat IJsland een paar stevige kuitenbijters had, dat hadden we kunnen vermoeden. Maar nooit gedacht dat het landschap van zo’n onwezenlijke schoonheid was, en je constant overvalt met een resem aan indrukken. Telkens we ons hoofd draaien doemt een nieuw panorama in ons blikveld op. Tussen sneeuwvelden door zien we dampende zuilen van stoom ontsnappen uit de aardkorst. Langs de kant van de weg groeien in poeltjes met kokend water zwavelalgen en mossen. En dit is nog maar onze eerste fietsdag! Slapen bij een warmwaterbron Qua variatie en afwisseling is IJsland een droomland. Gisteren kwamen we toe in de verbazingwekkend trendy hoofdstad Reykjavik, waar designwinkels en heel veel leuke restaurants onze avond vulden. Vanmorgen bracht de 4x4 truck ons en onze bagage naar het nationaal park Thingvellir. Eén van de mooiste ‘graben’ of tektonische valleien ter wereld. Je vindt weinig plekken waar de werking van tectonische platen zo duidelijk te zien is. Thingvellir ligt op het hechtingspunt van de tectonische platen van Noord-Amerika en Eurazië, het eiland scheurt hier letterlijk doormidden. IJsland kent dan ook zijn gelijke niet in Europa, en zelfs niet in de wereld. Elke vijf jaar vindt hier nog een vulkaanuitbarsting plaats. De vulkanische ondergrond zorgt voor spectaculaire attracties zoals geisers en de Gullfosswatervallen, waar we halt houden met onze bikes om foto’s te nemen. De indrukwekkende waterpartij stort zich in twee stappen met een duizelingwekkende snelheid naar beneden, en dat temidden van een diepgroene omgeving. Net zoals de geothermische baden zijn de watervallen het resultaat van het voortdurende samenspel van vulkanische activiteit en de natuurelementen. Het laatste stuk van onze mountainbike-route vandaag voert door een ruwe woestijn van rotsen en stenen. Wat een contrast na al dat groen. Sneller dan gewoonlijk racen we naar onze kamplaats voor vanavond, en daar zal het lokkertje wel voor iets tussenzitten. Vanavond zetten we onze tweepersoonstent namelijk op naast een dampend openlucht-warmwaterbad. Ongelooflijk hoe dat vooruitzicht de vermoeidheid uit je benen blaast.

55


De aarde laat van zich horen

Twee maanden zonder sneeuw

Ondanks de ijzige naam is IJsland in de zomer gezegend met gematigde temperaturen. Dat wil zeggen dat we in een relatief aangenaam, weliswaar winderig weertje en een temperatuur van rond de 12 graden met een jeep door de noordelijke fjorden naar het Myvatn Nationaal Park rijden. Daarna stappen we weer op het zadel voor een 25 kilometer lange tocht door het vruchtbare Skagafjord. Felgekleurde rode boerderijen contrasteren er fel met diep uitgesneden fjorden. Even later fietsen we een onwezenlijk gebied binnen. Bijna buitenaards, er zijn geen andere woorden voor. Niet te verwonderen dat de laatste Stars Wars-film maar ook de tvserie ‘Game of Thrones’ op het eiland werden opgenomen. Met onze fietsen banen we ons een weg over zwarte gestolde lavastromen, die zich uitstrekken zover het oog reikt. Dit moet van een vrij recente uitbarsting zijn. Even verder voelen we de vulkanische activiteit zelfs letterlijk. De aarde laat zich hier van zijn stoerste kant zien. We snuiven weer de geur van zwavel op, en stoppen bij een stoomzuil die sissend uit het hete aardopppervlak ontsnapt. Ongelooflijk met welke ruwe oerkracht de natuur hier te werk gaat. Zelfs de modderpoelen koken en pruttelen waar je bijstaat.

Elke dag op IJsland is wel goed voor het zien van een nieuw natuurfenomeen. Na een dagtocht door het noordelijke deel van de Odadahraun, de meest uitgestrekte lavawoestijn op aarde, nemen we de Sprengisandur Highland Track en fietsen verder zuidwaarts. Ongelooflijk: slechts twee maanden per jaar ligt hier geen sneeuw zoals nu, en al eeuwenlang vormt het weggetje een postroute dwars door het binnenland. Het is alsof we met onze fietsen een weg banen op Mars, want in dit desolate maanlandschap is geen mens te zien. Voortdurend wisselen fiestochten van tussen de 30 en de 50 kilometer af met passages in de 4x4 truck die ons begeleidt. Een ideale reisformule als je met de mountainbike onderweg bent. Je hoeft niet alleen geen kilo’s bagage en kampeermateriaal mee te zeulen op je drager. We kunnen ook makkelijk en snel de afstanden tussen de vier mountainbike-gebieden overbruggen, zodat we op een kleine week tijd het volledige eiland op een diepgaande manier krijgen te zien.

Tegen de avond trekken we op een weiland ergens in de buurt van het meer van Myvatn ons bivak op. Tijdens het broedseizoen is dit een uitstekend foerageergebied voor de meest diverse vogelsoorten. Zowat alle eendensoorten ter wereld stoppen hier om hun jongen groot te brengen. Samen met onze gidsen en de andere deelnemers koken we vanavond overheerlijke IJslandse zalm. Niets leuker dan die te verorberen midden in dit relaxte landschap, waar het zicht op het meer wedijvert met het lekkers op je bord.

56

Twintig uur licht per dag De laatste twee fietsdagen vormen de kers op de taart tijdens onze MTB-tocht. We belanden in het natuurreservaat van Fjallabak, een van de meest actieve geothermische gebieden van IJsland. 47.000 hectare groot, 500 meter boven de zeespiegel en een vulkanisch hooggebergte om u tegen te zeggen. Eerst nog even de banden oppompen, en dan klimmen we langs steile bergpassen en vulkaanflanken naar de hoogvlakte van Hrafntinnusker. Af en toe fietsen we door pekzwarte asgrond, en zien we fumarolen waar vulkanisch gas ontsnapt uit de aardkorst.


reiswijzer Steile hellingen en afdalingen wisselen elkaar af, en we moeten toch stevig doortrappen om het tempo bij te houden. Maar wat een uitzichten alweer! Lava, sneeuw en dampende warmwaterrivieren: het zijn beelden die op je netvlies blijven hangen. Alsof je erbij was toen de aarde miljoen jaren geleden ontstond. Met minstens 20 uur licht per dag in juli hoeven we ook nooit te racen om op tijd bij ons bivak te zijn. Dat maakt dat we ook op onze laatste fietsdag intens kunnen genieten van wat naast ons fietsframe passeert. In dit geval: een canyon, die indrukwekkend steil de diepte ingaat als we er een blik in werpen. Dan is het tijd om aan de afdaling te beginnen langs de gletsjers die ons omringen. Iemand uit onze groep roept dat hij in de verte de glinsterende blauwe oceaan ziet opduiken. Even stoppen voor een foto dus. Een mountainbiketocht door IJsland dat is geen gewone reis, dat is een once in a lifetime-ervaring. ▲

praktisch ZuiDERHuiS IJslandreizen organiseert dit jaar i.s.m. KBF van 3 tot 12 juli 2016 opnieuw deze exclusieve mountainbikereis. Er is plaats voor maximaal 12 deelnemers. De begeleiding wordt verzorgd door de gespecialiseerde IJslandgidsen Heidi Hooghe en Karl Vansteenkiste. De tocht is niet prestatiegericht, want het beleven van de fantastische natuur en het genieten van de spectaculaire landschappen primeert. Een goede conditie is niettemin wenselijk, want het is een uitdagend en pittig parcours. Dat wil zeggen: rotsig terrein, lavavelden, dirttracks, rivierpassages, één enkele keer een single track. Accommodatie 6 nachten in tweepersoonstenten, eigen slaapzak en ligmat voorzien. Eén dag op een plattelandsboerderij, 2 nachten in Reykjavik in gemeenschappelijke slaapvertrekken. Heel handig is dat de deelnemers vergezeld worden door een stoere 4x4 truck, waardoor je de afstand tussen de verschillende bike-gebieden snel en comfortabel kunt overbruggen. Ook de bagage en het kampeermateriaal worden met de truck vervoerd, zodat je je op je bike in alle vrijheid kunt uitleven. Kostprijs Vanaf 2.610 €, alles inbegrepen behalve twee maaltijden in Reykjavik. Het volledige programma vind je op www.zuiderhuis.be Omwille van het gelimiteerde aantal deelnemers is het aangeraden snel te boeken. Dat kan via het e-mailadres ijslandreizen@zuiderhuis.be (ZuiDERHuiS Gent, Charlotte Dousy).

De enthousiaste begeleiders van dit avontuur zijn Heidi Hooghe en Karl Vansteenkiste

Dit moet je weten over IJsland Met 323.000 inwoners is IJsland het dunbevolkste land van Europa. Tweederde van alle inwoners woont in hoofdstad Reykjavik. In bepaalde gebieden is er helemaal geen bewoning. IJsland is een land van grote contrasten. Van vuur en ijs, maar ook van donker en licht. Het heeft met de Vatnajökull de langste gletsjer in Europa, maar ook actieve vulkanen en hete warmwaterbronnen. In de zomer heerst de middernachtszon, in de winter is er slechts een paar uur licht. De IJslandse keuken is een van de puurste die er is, dankzij de beste viswateren ter wereld en een schone omgeving waarin de natuur vrij spel krijgt. Pure smaken en lokale producten zorgen voor een superlekkere keuken.

57


TEKST EN FOTO: MARK SEBILLE

/skiën buiten de

Aiguille Percée

58

Na de jaarwisseling komt het skiseizoen pas echt op gang. Dan zou de sneeuwlaag dik genoeg moeten zijn en kunnen alle disciplines van skiën aan bod komen. De meesten skiërs blijven veilig op de piste. Wie ook in de lente een alpiene uitdaging nodig heeft, gaat toerskiën. Maar er zit nog één discipline tussenin: skiën buiten de pisten.

D e wintersneeuw in de Alpen kent meestal drie fasen. Een eerste fase is die van het jong geweld waarin je de natuur zijn gang moet laten gaan. Nieuwe sneeuw valt met bakken uit de lucht nog ruim voor het skiseizoen van start gaat. Die verse sneeuw is fijn van structuur en heeft weinig hechtkracht op de ondergrond. Daarna volgt een proces van verkorreling, in het Duits wordt dat mooi verwoord als verfirnung . De moleculaire structuur van de sneeuw evolueert in de daarop volgende weken naar een grotere korrel die beter op zijn plaats blijft waardoor het schuifbaar vermogen (lawinegevaar) afneemt.

Deze winter, net zoals vorige winter overigens, was die eerste fase uitzonderlijk droog met milde temperaturen. Met Kerst kon je zelfs in de hogere wintersportgebieden enkel skiën waar men intensief de sneeuwkanonnen had laten werken. Pas na de jaarwisseling kwam de natuurlijke sneeuwval moeizaam op gang. Maar ik beschrijf hier een “normale” winter, voor zover die nog bestaat. Tegen eind januari is de onderlaag stevig genoeg om nieuwe sneeuwval goed vast te houden en dan volgt de periode waarin je naast de piste prachtig kan wedeln in een ongerepte bovenlaag van enkele decimeter dik, vaak een prachtige witte wolk achter je latend bij elke draai. Het is de beste periode om de piste te verlaten.


winter

lijntjes Hoe begin je eraan? In de derde fase van het skiseizoen, we zijn dan al april, begint het toerskiën. De dagen zijn nu wat langer geworden en op de gletsjers zijn de sneeuwbruggen op hun sterkst. In veel berghutten is het winterverblijf nu open. Dergelijk winterverblijf is meestal gelegen op de verdieping omdat de sneeuwlaag boven de 3000 meter vaak nog metersdik is. Uiteraard blijft bij verse sneeuw het lawinegevaar altijd aanwezig en in de skigebieden vraagt men terecht om de pistes niet te verlaten. Maar elke ervaren bergsporter weet dat het daarbuiten mooier is, véél mooier. Het vraagt al veel ervaring om zelf, op basis van kennis en terreinanalyse, de veilige zones uit te zoeken. Voor alle duidelijkheid: ik heb het hier over skiën buiten de piste, en dat is niet hetzelfde als toerskiën en/of skiklimmen.

Off-piste versus toerskiën Bij off-piste maak je maximaal gebruik van de bestaande skiinfrastructuur (bergtreinen, liften, kabelbanen enzovoort) en je verlaat de piste om een eigen afdalingsparcours uit te stippelen waarna je beneden in bewoond gebied komt of opnieuw aansluiting vindt op de infrastructuur. Bij skitoeren daarentegen volg je een traject waarbij je de helling opstapt met “zeehondenvellen” (tegenwoordig zijn die enkel nog synthetisch) onder het glijvlak van de ski zodat deze enkel nog vooruit glijdt. De speciale skibinding laat toe om de hiel bij elke stap te laten loskomen van de ski. Als het opnieuw bergaf gaat, worden de vellen er af gehaald en de hiel wordt weer gefixeerd in de binding. De meest klassieke skitour blijft de “Haute Route” die van Chamonix tot Zermatt (of van de Mont-Blanc tot de Matterhorn) loopt en afgelegd wordt in ongeveer zes à zeven skidagen. Maar de Haute Route is tè populair en daardoor overbevolkt.

“De vroegste uren zijn de beste, de kans is dan ook het grootst om een gems of een steenbok te zien...”

De afdaling van de Aletschgletsjer is ook een beroemde klassieker, vanaf een van de bergen rond Konkordiaplatz (2800 meter, aan de voet van de Jungfrau) tot zo ver mogelijk in de Rhônevallei. Ook het Massif des Ecrins in de Vercors leent zich voor mooie toeren. De mooiste (daarom niet de moeilijkste) skitocht die ik zelf ooit maakte, was de beklimming met afdaling van de Alphubel (Wallis), vertrekkende vanuit de Britanniahütte (3030 meter) tot de top (4206 meter) en vervolgens in één ononderbroken afdaling over de gletsjers, aansluitend op de skipiste, tot in Saas-Fee (1800 meter). Overigens is de Britanniahütte (open vanaf maart) een perfecte uitvalsbasis om elke dag een vierduizender te doen met de ski’s. Maar elk gebied in de Westalpen biedt mogelijkheden om te touren zonder je in de massa te moeten bewegen.

Dergelijke gedocumenteerde skitoeren en -beklimmingen zijn soms minder risicovol dan het off-piste skiën omdat de route er, bij goed weer, dagelijks belopen wordt. Het is echter voor beide disciplines noodzakelijk om een zeer goed allround skiër te zijn en voor toerskiën is alpiene ervaring essentieel. De gevaren voor wisselende weersomstandigheden zijn even groot als in de zomer en kennis van oriëntatie en overleving in het gebergte is hier even elementair als bij alpinisme. Op ieder moment kan het terrein ook veranderen van ijzig tot diepsneeuw en die verschillen zijn veel grilliger dan op een piste. Je moet kunnen slalommen tussen de gletsjerkloven, ook bij beperkte zichtbaarheid. In de rugzak horen ook overlevingsrantsoenen te zitten, een bivakzak, voldoende touw, sneeuwschop, enkele ijsschroeven, stijgijzers en de ijspikkel. Elkeen moet over een goed functionerende lawinepieper (een radiozender/ontvanger) beschikken en indien nodig moet een lawinetouw gebruikt worden. Ook een helm is een must, maar dat geldt ook op de piste. Buiten de piste gebruik je best een brede en vooral soepele ski met een gewone alpiene binding. Voor het touren is dezelfde ski bruikbaar maar dan wel met een toerbinding en uitschuifbare skistokken. Voor langere toeren vertrek je ’s nachts, net zoals voor een beklimming in de zomer.

“Elke ervaren bergsporter weet dat het buiten de skipiste mooier is, véél mooier...”

Het profiel van de off-piste skiër verschilt nogal van de pisteskiër. Dit is niets voor wie tot laat in de avond in de après-skibars rondhangt. De vroegste uren zijn de beste, de kans is dan ook het grootst om een gems of een steenbok te zien. Na de middag blijf je beter op de piste of zoek je enkel de noordelijke flanken op. Op de zonnige hellingen zou je te diepe sporen trekken en het voor de volgende dagen voor anderen verpesten. Vooral snowboarders zijn dan vaak de boosdoeners omdat zij veel bredere sporen laten en dat kan een smeltende diepsneeuwhelling helemaal onbruikbaar maken. In tal van skigebieden kan je bij de plaatselijke skischool ook tochten of lessen off-piste boeken met een berggids, respectievelijk instructeur. ESF (Ecole du Ski Français) heeft in sommige gebieden formules waarbij je een halve dag buiten de piste les volgt en daarbij prachtige afdalingen maakt. Enkel voor gevorderden, je niveau wordt de eerste dag getest. Voordeel van deze formule is dat je begeleider de omgeving grondig kent, dat ESF de lawinepiepers ter beschikking stelt en dat je maximaal verzekerd wordt tijdens die tochten. Meer info hierover kan je vinden op www.esf.net of www.horspiste.net. Voor je je buiten de piste begeeft, is het ten sterkste aangeraden om een opleiding sneeuw- en lawinekunde te volgen. De Klimen Bergsportfederatie biedt jaarlijks deze workshops aan. Meer informatie vind je terug in de winterbrochure 2015-2016 of op onze website www.kbfvzw.be.

59


TEKST EN FOTO’S: DEBBIE SANDERS

/Bivak Debbie Sanders houdt van kampeertochten op sneeuwschoenen in diverse berggebieden van Europa, en volgde een opleiding tot acccompagnateur en montagne. Haar verhalen kun je lezen op: www.debbiesanders.be

Jotunheimen (Noorwegen)

Je vindt onderstaande artikel, in uitgebreide versie op: hikingadvisor.be/2015/12/06/bivakkeren-in-de-sneeuw/.

Veel hikers kijken er tegenop om te gaan kamperen in de winter. Is het dan niet koud? Natuurlijk wel, maar als je het op de juiste manier aanpakt, dan hoeft een bivak in de sneeuw zeker geen lijdensweg te zijn. In dit artikel vatten we de belangrijkste tips voor een geslaagde winterbivak kort samen. Een meer uitgebreide versie van dit artikel vind je terug op hikingadvisor.be. Houd rekening met de volgende tips bij de keuze van je bivakplaats

Je tent opzetten in de sneeuw

• Een lawineveilige plek staat op nummer 1. Vermijd steiler terrein en plekken aan de onderkant van zulke hellingen. Hou voldoende afstand van de uitstroom van lawinebanen als je op de valleibodem wil bivakkeren. • Daarnaast kijk je uit voor een beschutte plek waar de wind minder hard uithaalt. Hoge windsnelheden en stormen doen zich in de winter veel frequenter voor dan tijdens de zomer. • Je kiest beter voor een iets hogere bivakplek want koude lucht accumuleert zich bij rustig weer met opklaringen of onder een heldere hemel over lager gelegen terrein.

Eenmaal een geschikte bivakplek gevonden, dan neem je je tijd om die wat in te richten: • Doe warme en winddichte kledij aan. • Maak een sneeuwmuurtje op onbeschutte plaatsen in de vorm van een halve cirkel. • Druk de sneeuw met je sneeuwschoenen of ski’s samen waar je je tent gaat zetten. • Pak je tent uit en veranker meteen bij veel wind. • Veranker alle punten en stormkoorden, via sneeuwpikketten of ander materiaal als ski’s, sonde, pikkel, stokken… Je kan deze ankers ook horizontaal ingraven via een dodeman-systeem, zeker handig in poedersneeuw. • Door sneeuw(blokken) tegen het buitenzeil aan te leggen, kan je vermijden dat de sneeuw eronderdoor blaast.

Benodigd kampeermateriaal

60

• Een vierseizoenstent: windvast en sneeuwdragend, minstens één ventilatieopening bovenin de tent, tentzeil moet tegen de grond spannen (sneeuwflappen zijn optioneel), een ruimer slaapgedeelte en voortent is belangrijk bij slecht weer. • Het benodigde temperatuurbereik van je slaapzak hangt af van het gebied en het moment dat je er gaat bivakkeren. Een comforttemperatuur van -15° Celsius voldoet meestal. Vroeg in het winterseizoen in noordelijke gebieden is een nog warmere slaapzak nodig. Voorkeur gaat uit naar dons omdat het meer comfort biedt en haalbaar blijft qua gewicht. Een slaapzak kun je maar in beperkte mate upgraden. Wil je niet meteen in zo’n warme slaapzak investeren, dan kan je dit huren in gespecialiseerde buitensportzaken. • Een warm winterslaapmatje of combinatie van twee zomermatjes. Omwille van convectie binnen een luchtmatras of zelfopblaasbaar matje, is het belangrijk om het gesloten celschuimmatje bovenaan te leggen. Ook een reddingsdeken helpt enkel als je het bovenop je matje legt.

Multifuelbrander


winter

kkeren

in de sneeuw

Koken bij vriestemperaturen Als de temperatuur onder het vriespunt zakt, gaat ook de prestatie van sommige brandstoffen naar beneden. Bovendien wil je snel water kunnen opwarmen in geval van nood. De twee soorten brandstoffen die in de winter het meest bruikbaar zijn: • Benzine is en blijft de meest betrouwbare brandstof. Het heeft geen last van de koude en hoogte. Belangrijk is uiteraard om wel te leren werken met een multifuel-brander, maar eenmaal je daarmee weg bent, kun je veilig koken. • Sommige winterhikers gebruiken ook gas in combinatie met een specifiek voor de winter geschikte gasbrander. Let wel, dit is enkel mogelijk met (1) patronen met een gasmengsel met butaan/propaan/ isobutaan (vb. Primus winter gas) en (2) een vrijstaande gasbrander waarbij het gaspatroon met behulp van een aanvoerslang op zijn kop kan gedraaid worden zodat de brander kan gevoed worden met het “vloeibare gas” én er een voorverwarmbuisje over de branderkop loopt om de brandstof te vergassen alvorens het de branderkop inloopt . Je warm houden op de bivakplaats

Queyras (Frankrijk)

Het warm hebben hangt van heel wat factoren af, niet enkel de omgevingstemperatuur maar ook je metabolisme en vermoeidheid spelen een rol. Enkele tips: • Onderweg: Spaar energie door geen te zware tocht te ondernemen, overmatig zweten te vermijden, je kledij aan je inspanning aan te passen en genoeg te eten en te drinken. • Op de bivakplaats: doe een droge basislaag en thermische broek aan, gebruik een donsjas, eet en drink meer dan je gewend bent, extra vet mag, vermijd sterke drank. • Bij het slapen: beweeg nog even voor je de slaapzak induikt, snoer de slaapzak toe tenzij je het echt te warm hebt, bedek zoveel mogelijk je huid en hoofd, ga plassen als de nood hoog is. Het graven van een sneeuwhol Een sneeuwhol graven doe je niet elke dag of voor je plezier, het vraagt namelijk behoorlijk wat tijd (minstens twee uur voor een tweepersoons onderkomen) én veel energie om een hol te maken. Het is wel nodig om te weten hoe je het moet doen voor als je het in een noodgeval echt nodig hebt.

Rondane (Noorwegen)

Bjelasnica (Bosnië-Herzegovina)

Wat heb je nodig? Eén stevige (aluminium) sneeuwschop per persoon én waterdichte kledij (want je wordt nat, kleed je niet te warm want je gaat zweten). Er zijn verschillende types sneeuwonderkomens maar deze twee types zijn de handigste om te maken met enkel een sneeuwschop ter beschikking en met beperkte mankracht: • Klassiek sneeuwhol: Je gaat in een bestaande flank een schacht graven die uitmondt in een hol. Het sneeuwdek moet hiervoor dik genoeg zijn. • Quinzie: je legt de rugzakken bijeen maar daarbovenop een zeil, waarop je enorm veel sneeuw gaat verzamelen. Je stampt geregeld aan. Tot slot graaf je een schacht naar de rugzakken om ze ervan onderuit te trekken, en dan verder het hol groter te maken zodat je er in kan slapen. Voordeel is dat je dit ook al kan maken als het sneeuwdek nog niet zo dik is. ▲

61


TEKST: NANDER WEVER

(Bron: Koninklijke Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging - NKBV)

/onweer Onweer is een indrukwekkend natuurverschijnsel, maar ook gevaarlijk

Uitgroeiende stapelwolken. De wolk op de voorgrond bestaat vooral uit waterdruppeltjes, maar de wolk op de achtergrond heeft al een wat vezelachtige structuur. Dat is een teken van ijsdeeltjes en zo’n wolk kan onweer voortbrengen.

De zomer brengt niet alleen mooi weer, maar ook kans op onweer met zich mee. Onweer is ongetwijfeld een spectaculair natuurfenomeen, maar het boezemt vele bergsporters ook angst in. Een leuke toer bij mooi weer kan plots veranderen in een helse tocht vergezeld van bliksemschichten, regen, hagel en ijskoude windstoten.

1. Hoe ontstaat onweer? Onweer ontstaat wanneer lucht gedwongen wordt om snel op te stijgen. Stijgende lucht koelt af. Regelmatig is de atmosfeer onstabiel opgebouwd. Dat betekent dat de temperatuur van de omringende lucht sneller met de hoogte afneemt dan de opstijgende lucht afkoelt met de hoogte. Dat betekent dat de opstijgende lucht continu warmer (en dus lichter) blijft dan de omringende lucht. De luchtbel kan dan tot grote hoogte doorstijgen, tot soms wel twaalf kilometer hoogte. Daar botst de stijgende luchtstroom uiteindelijk op de tropopauze en kan niet verder stijgen. Door het afkoelen van de opstijgende lucht raakt de luchtbel op een gegeven moment verzadigd. De waterdamp condenseert in de vorm van kleine wolkendruppeltjes die cumuluswolken (stapelwolken) vormen. 62

Onweerswolken Elke onweersbui begint als een kleine stapelwolk. Een stapelwolk heeft een bloemkoolachtige structuur die scherp omrand is. Als de stijgende bewegingen sterk genoeg zijn, groeit de stapelwolk uit. De wolk wordt groter en de onderkant wordt donkerder. Als de wolk koud genoeg wordt, ontstaan er naast waterdruppeltjes ook ijsdeeltjes. De bovenkant van de wolk krijgt dan een wat vezelachtig uiterlijk. Vanaf dit moment zou de stapelwolk bliksem en onweer kunnen produceren. Volgroeide onweerswolken worden cumulonimbuswolken genoemd. Als de lucht op de tropopauze botst en niet verder kan stijgen, ontstaat aan de top van de wolk een soort waaier van ijsdeeltjes. Deze waaier geeft de wolk zijn karakteristieke vorm van een aambeeld.

Een volgroeide cumulonimbuswolk


materiaal & techniek Stijgende luchtbewegingen Er zijn twee belangrijke mechanismen waardoor de stijgende luchtbewegingen ontstaan. Ten eerste door de opwarming van het aardoppervlak door de zon. Daardoor wordt de lucht boven het aardoppervlak ook warm. Warme lucht zet uit, wordt lichter en wil dus gaan opstijgen. In berggebieden wordt dit mechanisme nog eens versterkt doordat hele berghellingen opwarmen. Langs deze hellingen stijgt lucht op (de dalwind) die ervoor zorgt dat vooral rond bergtoppen stapelwolken en onweersbuien ontstaan. Dit type onweer noemen we warmteonweer. Warmteonweer drijft mee met de heersende windrichting en kan in principe uit elke richting komen. Een typisch weerbericht hierbij luidt: “Morgen im Tagesverlauf mehr Quellwolken und vor allem in der zweiten Tageshälfte in den Bergen lokale Gewitter.” Zodra de waterdruppels en ijsdeeltjes in de wolk vaak genoeg op elkaar gebotst zijn en daardoor groter zijn, komt er een moment dat de stijgstroom in de wolk niet sterk genoeg meer is om de druppeltjes in de lucht te houden. Deze druppels vallen dan naar beneden als regen. Nu gebeurt er iets opvallends. De regendruppels die naar beneden vallen, sleuren koude lucht van hoger uit de atmosfeer mee naar beneden. Daarnaast verdampen vallende regendruppels. De energie voor verdamping wordt ook aan de lucht onttrokken en er ontstaat meer koude lucht. De zwaardere koude lucht wil naar beneden gaan glijden en remt zo de stijgstroom af. In een kleine onweersbui betekent dit dat als de bui volwassen is en neerslag produceert, de stijgstroom afgeremd wordt. Daardoor stopt de toevoer van nieuwe vochtige, warme lucht en sterft de onweersbui vanzelf weer uit. Soms ontstaat er dan in de buurt een nieuwe cel. Maar in een kleine onweersbui duurt de periode waar de bui het heftigst is soms een half uur tot een uur.

Typisch lokaal warmteonweer ontstaat vaak op dezelfde plekken. Lokale inwoners kunnen je daar dan ook goed over informeren. Daarnaast ontstaan ze altijd in de loop van de dag, wat ze goed voorspelbaar maakt: op tijd terug van een toer dus! Op zeer warme vochtige dagen, waarop het onweer vroeg komt, kunnen meerdere warmteonweders optreden. Koufront Het tweede belangrijke mechanisme is een koufront. Bij een koufront verdringt koude lucht warme lucht. De koude lucht kruipt daarbij onder de warme lucht en stuwt die tot grote hoogte op, waarbij ook onweerswolken ontstaan. Dit type onweer noemen we koufrontonweer of frontaal onweer. De meeste koufronten komen vanuit westelijke richting (sector zuidwest tot noordwest). In tegenstelling tot warmteonweer kan koufrontonweer op elk moment van de dag op elke plaats optreden. Ze leiden vaak een periode in van enkele dagen slecht weer. Koufronten kunnen snel verschijnen, vooral als ze actief zijn. Daardoor heb je soms weinig tijd om jezelf in veiligheid te brengen. Tijdens de passage van het koufront daalt de temperatuur flink. Een echte Wettersturz dus! Onweersstoringen Toch is de onderverdeling tussen warmteonweer en frontaal onweer in de praktijk niet voldoende. Er is nog een derde type onweer: de onweersstoring. Er zijn diverse oorzaken van onweersstoringen. Het belangrijkste is dat de atmosfeer onstabiel is opgebouwd en er op grote schaal stijgende luchtbewegingen ontstaan. Bij typisch warmteonweer is de oorzaak van stijgende luchtbeweging erg lokaal. Maar soms vinden er ook op grote schaal stijgende luchtbewegingen plaats. Een bekend voorbeeld is dat tijdens warme zomerdagen boven Frankrijk in een groot gebied lucht opstijgt. Aan de grond ontstaat dan een tekort aan lucht: een klein lagedrukgebied. Zo’n lagedrukgebiedje wordt dan een onweersstoring genoemd. Daarin kunnen forse onweersbuien ontstaan. Ook in de warme lucht raakt de atmosfeer soms al turbulent en ontstaan er stijgende luchtbewegingen. Dit gebeurt bij zogenaamde convergentielijnen die tot een paar 100 km voor het koufront kunnen ontstaan. Deze stijgende luchtbewegingen kunnen tot bijzonder heftige onweersbuien leiden.

Een typisch voorbeeld van een lokaal warmteonweer

Wanneer er in de atmosfeer grote verschillen in windsnelheid en windrichting zijn met de hoogte, kunnen er problemen ontstaan. De bui kan dan bijvoorbeeld gaan roteren. In zulke gevallen kan het voorkomen dat de stijgstroom en de daalstroom niet op dezelfde plek plaatsvinden. In zo’n geval stopt de aanvoer van warme en vochtige lucht in de bui niet. De bui kan een lange levensduur hebben en steeds zwaarder worden. Doordat de buien groter worden, zijn ze niet meer gebonden aan de ontstaansoorzaak. Je ziet vaak dat ze gebergtes oversteken en enkele honderden kilometers afleggen. Deze verschillen in de atmosfeer maken dat ieder warmteonweer verschillend is.

Altocumulus Castellanus (vernoemd naar de kantelen van een kasteel) in de vroege ochtend is een teken van een onstabiele atmosfeer, met kans op forse onweersbuien in de loop van de dag

63


Op 23 juli 1996 doorkruiste een sterke convergentielijn in slechts drie uur tijd heel Zwitserland. De heftige weersomslag heeft toen vier alpinisten het leven gekost. Het bijbehorende koufront passeerde toen pas in de loop van de avond. In een typisch weerbericht wordt in zo’n geval gesproken van: “Die dazugehörende Kaltfront kommt in der Nacht auf Donnerstag von Frankreich gegen den Alpenraum voran. Im Vorfeld können sich lokal aktive Gewitterzellen entwickeln.” Overigens is het een typisch verschijnsel dat de turbulentie waarover ik eerder sprak te zien is aan zogenaamde Altocumulus Castellanus, die met name ’s morgens vroeg aan de hemel verschijnt. Het is een voorbode van mogelijk zware onweersbuien later op de dag. Weerkaart van een lagedrukgebied bij Ierland met bijbehorend koufront (blauwe lijn) boven Frankrijk. Parallel aan het koufront is met een rode lijn een convergentielijn getekend, waarop zware onweersbuien kunnen ontstaan. 2. Wat te doen bij onweer? Onweer boezemt vrijwel alle bergsporters angst in, terecht natuurlijk. Wat begon als een mooie dag, kan snel omslaan in een angstaanjagende situatie. Het is vele wandelaars en alpinisten vast al eens overkomen. Hoe kun je best omgaan met onweerssituaties? Voor de toer Een goede voorbereiding is het halve werk. Bij onweersdreiging is het beter om voor een kortere en eenvoudige toer te kiezen. Maar het is ook van belang om na te denken in hoeverre de route begaanbaar blijft wanneer je onverhoopt in een onweer terechtkomt. • Zijn er snelle, veilige vluchtroutes? Bijvoorbeeld bij een multipitch sportklimroute. • Is de route nog veilig af te dalen bij regen, sneeuwval of verijsde rotsen? Denk aan rotsplaten of steil gras in wandelroutes. • Zijn er steenslaggevaarlijke plekken? Denk aan puincouloirs. • Kan ik de sleutelpassages ook weer afdalen? Ben ik zo niet gedwongen om verder te klimmen? • Moet ik bergbeken oversteken die moeilijk doorwaadbaar worden bij hevige regenval? • Verloopt de aanloop van/naar de route via allerlei grasbandjes die bij regen glad worden? • Moet je een grote gletsjer oversteken waar je in de mist makkelijk kunt verdwalen? Dat zijn vragen die je jezelf moet stellen als je een tocht plant terwijl er onweer verwacht wordt. Bedenk ook alvast welke tekenen je aan de hemel kunt verwachten.

64

Wordt er bijvoorbeeld warmteonweer verwacht, dan moet je vooral letten op opbollende stapelwolken. Bij een koufront moet je juist de toename van hoge en middelbare bewolking goed in de gaten houden. Tijdens de toer Als je eenmaal op pad bent, kijk dan geregeld naar de lucht. Zie je al opbollende stapelwolken? Zie je al bewolking die lijkt op een aambeeld van een onweersbui? Ook kan het nuttig zijn om op je smartphone de laatste beelden van de buienradar en eventueel satellietfoto’s te bekijken. Het heeft in zulke situaties geen zin meer om weerberichten te lezen of weermodellen te bekijken. Die worden slechts enkele malen per dag vernieuwd. Wanneer je op toer bent, wil je vooral het weer voor de komende uren weten.

Check bijvoorbeeld de volgende buienradars: • http://www.srf.ch/meteo/radar voor Zwitserland • http://wetter.tv/radar voor Oostenrijk • www.meteox.nl voor Frankrijk en Duitsland • www.sat24.nl voor satellietfoto’s met speciale uitsneden van de Alpen. Wanneer de lucht dreigend is, is omkeren uiteraard de beste optie. Daarbij is de vuistregel: snelle veranderingen aan de hemel vereisen snel handelen! In het onweer Ondanks alle voorbereiding en oplettendheid onderweg, is een heftig onweer komen opzetten. Wat nu te doen? Zodra je minder dan tien seconden tussen bliksem en donder telt, zit je “in het onweer”. Dat betekent: je loopt direct gevaar door het onweer. De bliksem kan bijvoorbeeld in de buurt inslaan. Vanaf dit moment moet je zo snel mogelijk een veilige plek opzoeken, zoals een berghut met bliksemafleider of het dal (auto of huis). De bliksemschichten zijn uiteraard het meest angstaanjagend. Maar alpinisten of wandelaars worden slechts zelden getroffen door een directe blikseminslag. Het merendeel van de ongelukken tijdens een onweer gebeurt door de bijkomende gevaren, zoals steenslag of uitglijden. Door de bewolking en de mist verdwalen bergsporters, waardoor ze (ongemerkt) in gevaarlijk terrein terecht komen. In paniek kunnen cruciale zekerfouten gemaakt worden of wordt het zekeren geheel achterwege gelaten. Toch hoor je vaak verhalen van mensen die stroom door hun lichaam voelden stromen (tintelingen) of dat haren ineens rechtop gingen staan. Dit wordt echter meestal veroorzaakt door blikseminslagen in de buurt, waardoor er een groot oppervlak kortstondig onder stroom komt te staan. Deze stroomsterktes zijn over het algemeen niet dodelijk, in tegenstelling tot directe blikseminslagen. Daarnaast raakt de aarde onder een negatief geladen buienwolk vaak positief geladen. Als de tegenstelling tussen positieve en negatieve lading te groot wordt, ontstaat een bliksemontlading om de tegenstelling op te heffen. Dat het aardoppervlak geladen wordt, uit zich nog wel eens in zoemende pikkels of haren die overeind gaan staan. Als je op een bergtop of hooggelegen punt staat, betekent dit acuut inslaggevaar!


Kalm blijven Omdat de kans op directe blikseminslagen zo klein is, is het vooral belangrijk om kalm te blijven als je overvallen wordt door onweer. Blijf vooral veilig klimmen en denk na voor je handelt. Omdat de kans op directe blikseminslag veel kleiner is dan alle bijkomende gevaren, is de extra tijd die je daarmee kwijt bent toch een winst in veiligheid. Als het bijvoorbeeld nodig is om af te zekeren, doe dat, ook al kost het extra tijd. Vaak is het nodig om meer en langere stukken af te zekeren in onweer dan bij mooi weer, omdat rotsen bijvoorbeeld glad worden door regen, sneeuw of verijsing. Door de weersomstandigheden geraak je misschien in paniek waardoor je minder helder nadenkt en cruciale fouten maakt. Ook neemt de kans op steenslag toe tijdens onweer. Daarom is bijvoorbeeld het gebruik van een zelfzekering bij abseilen absoluut nodig. Besef ook dat de top van de berg veruit het gevaarlijkst is. In principe win je al aanzienlijk aan veiligheid door ongeveer twintig tot dertig meter onder de top, graat of pas af te dalen. Met elke meter verder af te dalen win je nog meer aan veiligheid en dit is dan ook aan te raden als dat veilig kan. Maar vaak genoeg voert een verdere afdaling door puinhellingen of puincouloirs. Daarin abseilen tijdens onweer met regen is sterk af te raden, vanwege de kans op steenslag. Het is ook aan te raden altijd op de route te blijven. Abseilen vanaf de graat in wanden is precies gevaarlijk vanwege verhoogd steenslagrisico. Ook het nemen van wandelpaadjes waarvan je niet weet waar die naartoe gaan, is sterk af te raden, omdat je snel in lastig terrein kunt komen. Daarom: blijf op de route! Via ferrata Een uitzondering hierop zijn via ferrata’s. Als je op een via ferrata overvallen wordt door onweer, is het gevaarlijk om op de via ferrata verder af te dalen, ook al ben je laag op de berg. Een via ferrata is in feite een grote metalen bliksemafleider die vaak bij de top van de berg begint en in het dal eindigt. Slaat de bliksem in op de bergtop, heb je kans dat de hele route onder stroom komt te staan. Zoek een plek waar je veilig kan staan, maak jezelf vast aan een extra zekeringspunt in de rotsen en ontkoppel je van de via ferrata. Is er niets voorhanden op de rots, beveilig jezelf dan met een sling rond een stevige, levende boom die niet het hoogste punt vormt. Zorg er wel voor dat je altijd gezekerd blijft! Het kan gaan waaien. Door regen kunnen rotsen en gras nat en glad worden. Door de schokgolven van nabij blikseminslagen kun je je evenwicht verliezen. Vind je geen geschikt zekerpunt en is het terrein geëxponeerd, dan blijft er niets anders over dan je toch aan de via ferrata te zekeren. Doe dit dan met een karabiner bij de kabel en niet bij je lichaam. Hou de via ferrata zeker niet vast met je handen. Hetzelfde geldt ook voor alpiene routes. Zorg ook daar altijd voor een zelfzekering om dezelfde reden. Vat geëxponeerd terrein ook ruim op. Je kent misschien wel de verhalen van klimmers die door de schokgolven van een nabije inslag meters verder terecht komen. Voer bij voorkeur een zekering steeds dubbel uit. De stroomsterkte bij een blikseminslag kan de karabiners laten knappen en touwen doen smelten. Hang indien mogelijk de karabiner niet bij je lichaam, maar aan de andere kant van het touw om brandwonden te voorkomen. Het is een wijdverbreid misverstand dat metalen voorwerpen de bliksem aantrekken. Een bliksemafleider is dan wel van metaal,

maar werkt alleen als bliksemafleider omdat de staaf met de aarde verbonden is. Doorgaans zijn de metalen voorwerpen die we bij ons dragen te klein om het punt van blikseminslag te beïnvloeden. Waarom moet je metalen voorwerpen dan wegleggen? Dat is hoofdzakelijk om de schade ten gevolge van een inslag te verminderen. Bliksem zoekt namelijk de weg van de minste weerstand. De huid zelf is goed geleidend, daarom heb je een reële kans dat je een blikseminslag overleeft. Maar in metalen voorwerpen is de weerstand nog lager. De stroom zal zich daar concentreren. Daarbij kan de stroomsterkte hoog oplopen en ernstige brandwonden veroorzaken. Dit kan zowel bij directe als nabije inslagen gebeuren. Om deze reden moet je metalen voorwerpen wegleggen, wanneer ze niet nodig zijn voor (zelf-)zekeringen en verder afdalen geen optie is. Als je een pikkel nodig hebt om af te dalen, gebruik hem. Als je aan de gletsjer aan een touw moet met metalen karabiners, doe dat. Daarnaast is afdalen de veiligste optie, onder alle omstandigheden. Als je bijvoorbeeld je pikkel nodig hebt om een steil sneeuwveld af te lopen, moet je gewoon je pikkel bij je houden. Ongevallen gebeuren vaak doordat men overhaast wegvlucht of in paniek raakt. Daarbij gebeuren vaak domme dingen. Pas wanneer je besluit dat afdalen te gevaarlijk is en je het onweer moet uitzitten, leg dan je pikkel, stokken, fotocamera’s, GPS en andere metalen voorwerpen die niet voor je zelfzekering noodzakelijk zijn op een afstand. Ga gehurkt op de grond zitten met de voeten tegen elkaar. Ga nooit plat op de grond liggen en blijf weg van geïsoleerde hoge objecten (bijvoorbeeld masten van skiliften en kabelbanen, en geïsoleerd staande bomen). Steun je handen niet af aan bijvoorbeeld een rotswand of boom, maar sla ze rond je benen. Anders kan de stroom van de bliksem via je handen en voeten door het lichaam stromen. In principe is het weer veilig zodra er een half uur verstreken is na de laatste bliksem en donder. ▲

Samengevat • Directe blikseminslag is niet het grootste gevaar. Vooral alle bijkomende gevaren als steenslag, verijsde rotsen, slecht zicht, enzovoort. • Blijf kalm, denk na en neem de tijd om veilig onderweg te blijven. • Blijf altijd zekeren in geëxponeerd terrein. Vat geëxponeerd ruimer op bij slecht weer dan bij goed weer. • Hou altijd een zelfzekering waar nodig. Voer bij onweer de zelfzekering altijd dubbel uit. • Daal af tot minstens twintig à dertig meter onder de top. Daal daarna af als dit op een veilige manier mogelijk is. • Leg metalen voorwerpen weg wanneer afdalen geen optie is. Bron: Berg und Steigen: www.bergundsteigen.at/file.php/archiv/2007/2/ print/24-27%20%28alpine%20erste%20hilfe%204%29.pdf Meer informatie vind je op nkbv.nl/kenniscentrum onder het kopje 10 tips voor klettersteig - http://goo.gl/eOrZgn.

65


op s e i act iaal e rijk ater l a T imm kl

ten n e 0t 5 an teld d r e pges e M o

66

Klimweek www.berghut.be info@berghut.be

Tentenweek


medisch /WARM BLIJVEN MET VOEDING

Wanneer de temperatuur onder het vriespunt zakt, is het soms moeilijk om warm te blijven. Goede voeding kan je ervaring in de kou een stuk aangenamer maken.

i

n een koude omgeving moet het lichaam er alles aan doen om de lichaamstemperatuur constant te houden. Een van de middelen die het lichaam heeft, is rillen. Deze onwillekeurige lichaamsreactie van de spieren hee als doel warmte op te wekken.

Koolhydraten De energiebron die dan het meest wordt gebruikt, zijn koolhydraten. Deze worden in het lichaam opgeslagen als glycogeen. Wanneer de glycogeenvoorraad uitgeput raakt, ontstaat er prestatieverlies, vermoeidheid en uitputting. Normaal gesproken kan het lichaam op dat moment gemakkelijk overgaan op de verbranding van vet, maar in een koude omgeving heeft ze moeite om vet in de bloedvaten te mobiliseren en in energie om te zetten. Om deze reden is het belangrijk dat je wanneer je het koud hebt, voldoende koolhydraten binnenkrijgt. Denk bijvoorbeeld aan een mueslireep of boterham. Zorg er wel voor dat je je voedsel relatief warm houdt, zodat het niet bevriest. Want bevroren repen of boterhammen krijg je maar moeilijk weg of zijn niet meer eetbaar. Er zijn ook dranken met veel koolhydraten, zoals thee met suiker en (isotone) sportdrank. In alcoholische dranken zoals bier zitten ook koolhydraten, maar omdat alcohol de kans op koudeletsel verhoogt, zijn deze dranken geen goed idee.

Warm blijven en herstel Eiwitten zoals je die vindt in vlees, kaas en vis, hebben een zogenaamd thermogeen e ect. Dit kan goed van pas komen tijdens koude nachten. Door het effect kost het je lichaam minder moeite om warm te blijven en verbruikt het lichaam minder energie. Daarnaast zorgen eiwitten ervoor dat het lichaam kan herstellen, wat weer voordelig is voor de prestatie tijdens de volgende (koude) activiteit. Verwarming Naast het innemen van voldoende koolhydraten en eiwitten, kunnen warme dranken zoals thee of soep je helpen om de kou te doorstaan. Ze verwarmen het hele lichaam van binnenuit en kunnen zelfs onderkoeling voorkomen. Zorg dus voor een thermosfles met warme vloeistof en houd er rekening mee dat het meegebrachte voedsel afkoelt. â–˛ THERMOGeeN effECT Het verteren, absorberen en omzetten van eiwitten in brandstof kost energie. Bij dit proces komt warmte vrij, die het lichaam kan gebruiken om op te warmen. Dit proces wordt een thermogeen effect genoemd.

Bron : Hoogtelijn - NKBV

67


TEKST: LOUIS DE GEEST / FOTO’S: HARRY ZEKOLLARI

/Europa onder de ijskap: hoe ijstijden ons landschap veranderden

Twintigduizend jaar geleden bereikte de laatste ijstijd haar hoogtepunt. De impact op het klimaat was indrukwekkend, die op het landschap evenzeer. Harry Zekollari, glacioloog en klimaatwetenschapper aan de Vrije Universiteit Brussel, besprak met ons hoe de Alpen, maar ook onze klimrotsen, mee gevormd werden door voorbije ijstijden.

W e staan er als klimmers maar zelden bij stil, maar veel van onze natuurlijke klimomgevingen werden gevormd door duizenden (zo niet miljoenen) jaren oude natuurlijke processen. De ijstijden zijn er daar één van, een terugkerend fenomeen dat de Alpen, de Belgische klimroutes en bij uitbreiding heel Europa in verre mate beïnvloed heeft. Harry Zekollari: “IJstijden of ‘glacialen’ zijn eigenlijk een cyclisch fenomeen. In de laatste 800.000 jaar is er een typische opeenvolging geweest van redelijk lange ‘glaciale’ periodes van ongeveer 100.000 jaar en korte ‘interglaciale’ periodes van rond de 10.000 jaar. Momenteel zitten we in een interglaciale periode.” “De voorbije ijstijden hebben zeer grote gevolgen gehad voor het landschap, zeker ook in klim- en berggebieden. In veel gebieden bedekten ijskappen alles en er kwam een enorme kracht vrij als die zich verplaatsten, wat tot zeer veel erosie leidde. Dat heeft het landschap echt vervormd, niet alleen in de laatste ijstijd, maar ook in de ijstijden daarvoor.”

“Ook de Matterhorn in Zwitserland werd mee gevormd door het ijs. Je ziet aan de puntige vorm van de berg dat de gletsjers daar hebben ingesleten...” 68

Hoe groot waren die ijskappen in Europa? “Tijdens de piek van de laatste ijstijd, zo’n twintigduizend jaar geleden, strekte een reusachtige ijskap zich uit over Scandinavië, Engeland en Schotland. Idem voor Zwitserland en de Alpen. Er zat zeer veel water in die ijskappen, ook in de exemplaren die NoordAmerika bedekten, waardoor je bij ons bijvoorbeeld gewoon naar Engeland kon wandelen. Het kanaal was leeg, doordat de zeespiegel zo’n 120 á 130 meter lager stond dan vandaag.” “Dat was trouwens niet eens de grootste ijstijd. Bij de ijstijd daarvoor reikte de ijskap bijvoorbeeld tot in Nederland, zeer dicht bij ons land dus. En de Alpen zijn bijna elke ijstijd bedolven onder een ijskap, wat daar sowieso voor zeer veel erosie gezorgd heeft.”


ecologie Welke concrete gevolgen had dat voor het landschap? “Verschillende huidige landschapsvormen zijn te linken aan de ijstijden. Eén van de meest opvallende zaken is de vorm van sommige valleien. Een vallei kan typisch twee vormen hebben: een V-vorm, die door een rivier is gevormd, of een U-vallei, die door een gletsjer wordt gevormd. Enkel door je in een vallei te bevinden, kan je dus meestal al zien of ze door een rivier is gemaakt, of door ijs.” “Morenen zijn een ander klassiek voorbeeld. Die worden gevormd in glaciale periodes, bij het naar voor bewegen van een gletsjer. Eigenlijk is zo’n gletsjer een beetje een bulldozer, die van alles met zich meeneemt op zijn pad. Wanneer de gletsjer zich op een bepaald moment weer terugtrekt, laat die al het puin achter dat hij aan het voortduwen was. Soms krijg je zo in het midden van het landschap echt een muur, die honderden meters hoog kan zijn. Dat is zeer indrukwekkend.” “Ook de Matterhorn in Zwitserland werd mee gevormd door het ijs. Je ziet aan de puntige vorm van de berg dat de gletsjers daar hebben ingesleten. En in Noorwegen zijn ook alle fjorden gelinkt aan glaciatie, want ook die werden eigenlijk uitgeschuurd door gletsjers.”

IJstijden zijn in principe cyclisch. Betekent dat dat we ons aan een volgende ijstijd mogen verwachten? “Deze interglaciale periode is de 10.000 jaar al gepasseerd. Zodoende zou je kunnen verwachten dat we stilaan naar een nieuwe glaciale periode zouden gaan, met grotere ijskappen en een dalende zeespiegel. Maar het ziet er naar uit dat dat niet zal gebeuren, omdat we de CO2-waarde in de atmosfeer zoveel verhoogd hebben.” “Om dat te begrijpen moeten we het hebben over het cyclisch karakter van glaciale periodes. Die wordt vooral bepaald door drie zaken. Ten eerste de manier waarop de aardas is georiënteerd. Dat volgt een cyclus van ongeveer 40.000 jaar. Ten tweede de precessie: het moment in het jaar waarop de aarde het dichtst bij de zon is. Dat schuift op doorheen de tijd, wat ook een grote invloed heeft op het klimaat. En ten derde, misschien wel de belangrijkste factor met een cycliciteit van 100.000 jaar, de vorm van de baan die de aarde rond de zon maakt.” “We hebben de CO2-waarden in de atmosfeer zodanig verhoogd, dat de afkoeling die we zouden moeten krijgen door die astronomische parameters, helemaal teniet gedaan wordt door de opwarming die wij creëren door de extra broeikasgassen. Het ziet er helemaal niet naar uit dat er een nieuwe ijstijd zal komen.” ▲

Zijn er ook rechtstreekse voorbeelden voor de klimsport? “Het eerste wat mij voor de geest komt zijn gletsjerkrassen. Dat zijn kloven in het landschap, veroorzaakt door materiaal dat werd meegesleurd door die ijsmassa’s . Die krassen vind je eigenlijk overal waar in voorgaande ijstijden een ijskap aanwezig was. Daar wordt regelmatig ook aan klim -en bergsport gedaan.” “Specifiek voor België heeft de laatste ijstijd, ondanks het feit dat de ijskap niet tot in ons land kwam, een grote invloed gehad op de klimrotsen. Het klimaat was veel kouder dan nu en de vries/ dooicyclus een pak extremer. Door het keer op keer bevriezen van water in rotsspleten, werden de rotsen sterk geërodeerd. Dat heeft ongetwijfeld krassen en holtes in de rots gecreëerd die vandaag de dag gebruikt worden in de klimsport.” 69


contact

clubs AlpUA www.alpua.be BAC ANTWERPEN www.bacantwerpen.be

algemeen

BAC LIMBURG www.bac-limburg.be

Secretariaat : Statiestraat 64 - 2070 Zwijndrecht Openingsuren: maandag - vrijdag (09.00u - 17.00u) info@kbfvzw.be - 03 830 75 00 Meer info op: www.kbfvzw.be

balance bouldering team www.klimzaalbalance.be

IN HET WEEKEND DOET HET TELEFOONNUMMER DIENST ALS SOS-NUMMER: dwz. enkel voor melding ongevallen!

administratief lidmaatschap@kbfvzw.be - 03 830 75 01 bestellingen@kbfvzw.be - 03 830 75 01 (bijv. KVB’s , topo’s, ...) klimtoelating@kbfvzw.be - 03 830 75 08 facturatie@kbfvzw.be - 03 830 75 08 verzekering@kbfvzw.be - 03 830 75 06 chaveehut@kbfvzw - 03 830 75 09 refugeovifat@kbfvzw.be - 03 830 75 06 advertentie@kbfvzw.be - 03 830 75 06

sporttechnisch stage@kbfvzw.be - 03 830 75 09 bergbeklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 03 bergwandelen@kbfvzw.be - 03 830 75 09 sportklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 02 rotsklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 04 winter@kbfvzw.be - 03 830 75 00 jeugd@kbfvzw.be - 03 830 75 04 canyoning@kbfvzw.be - 03 830 75 03

Ombudspersoon ombudspersoon@kbfvzw.be

Bergsportclub Alpigo www.alpigo.be BERGSPORTVERENIGING KLEIN BRABANT www.bvkb.be BERGSPORT OOST VLAANDEREN www.bovl.be BERGSPORTVERENIGING PROVINCIE ANTWERPEN www.bpa.be BERGSPORT VLAAMS BRABANT www.bvlb.be BLEAU CLIMBING TEAM www.bleau.be BLOK CLIMBING CLUB www.klimzaalblok.be BLUEBERRY CLUB www.blueberry-hill.be BOULDER KLIMCLUB HERENT www.boulder.one CANYON TEAM VLAANDEREN http://wordpress.canyonteamvlaanderen.be/ CLIMBING TEAM DE DAM www.dedam.be CRUX CLIMBING TEAM www.cruxbouldergym.be

BIBLIOTHEEK Open tijdens kantooruren

BEHEER KLIMGEBIEDEN BELGIAN REBOLTING TEAM

70

CONTACTPERSOON: Kobe Bellinkx - Schrijversweg 4, 3660 Opglabbeek 0486 12 37 86

DE BERGPALLIETERS www.bergpallieters.be HIKING ADVISOR www.hikingadvisor.be KAJOE www.kajoe.be KLIMCLUB HUNGARIA www.klimzaalhungaria.be LIMBURGSE BERGSPORTVERENIGING www.klimburger.be VLAAMSE BERGSPORT WAASLAND www.bergsportwaasland.be WESTVLAAMSE BERGSPORTVERENIGING www.westvlaamsebergsportvereniging.be VERTICAL THINKINg www.verticalthinking.be westcoast lizards climbing team x-academY www.x-academy.be


hogere sferen weggevaagd - Pleun van Looij

Sneeuw Weg chaos, weg onrust, weg onderscheid Weg van de wereld En toch zo dichtbij Dichtbij het pure, dichtbij de natuur, dichtbij de essentie Bergen Als verdoofd Door de kou, door de inspanning, door het uitzicht Opgaan in het moment Tot de sneeuw smelt Chaos, onrust, onderscheid Bewoonde wereld

71


72


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.