Klim- en bergsportmagazine 2016 2

Page 1

KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE april 2016

/een blik op de Dolomieten VERSCHIJNT ZES KEER PER JAAR - JANUARI (SUMMIT), FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER, NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 3500 HASSELT 1 - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1


2


JAARGANG 9

12

22

34

2016 / 2

Een blik op : De Dolomieten inhoud ACTUEEL 6 Mount Expo 7 Up2Date 69 Hutten 70 Contact MATERIAAL EN TECHNIEK 10 Matriaal en Techniek 62 IJsvijzen slijpen in 6 stappen CULTUUR 12 De man die Dolomiet van kalkrots wist te onderscheiden 14 Messner Mountain Museum: Dolomites: een eerbetoon aan het rotsklimmen 18 De bergen in oorlog

46

ROTSKLIMMEN 30 Via Ferrata’s in de Dolomieten 34 Beklimming van de Cima Grande 38 20000m, ofte ... 50 beklimmingen in de Dolomieten 52 African Magic BERGWANDELEN 42 Over hoogten en laagten op de Stubaier Höhenweg TRAILRUNNING 46 Trailrunning voor beginners

58

WINTER 08 Belgisch Kampioenschap Ski Mountaineering 22 Skisafari: een huttentocht over de skipistes van de superski Dolomiti 26 Winterbeklimming Marmolada, de confituurberg van de Dolomieten 58 Mount Coach Academy: watervalklimmen in Tirol MEDISCH 65 Onderkoeling: vervelend of gevaarlijk? ECOLOGIE 66 Bombarie in de Brenta Dolomiti

Foto kaft © Dirk Boons - Drei Zinnen (artikel: 50 beklimmingen in de Dolomieten)

3


4


WOORD VOORAF LIDGELD 2016 (voor leden 2015) Gewoon lid (AU): 77 € Jeugdlid (JU) : 48 € Seniorlid (SU): 66 € Gezin (GU): 199 € Uitbreiding mountainbike: 6 € Uitbreiding ski/snowboard op piste: 12 € Rekeningnummer: BE55 0682 2479 9244 Mededeling: OGM-nr (zie herinneringsbrief) of het lidnummer

Beste KBF-lid, De fotogenieke Dolomieten zijn een dankbaar onderwerp voor het Klim- en Bergsportmagazine; wij waren zelfs dermate onder de indruk van het beschikbare fotomateriaal dat we voor de selectie van de fraaiste afbeeldingen in mentale quarantaine gingen met een ‘jat koffie’ bij de hand, en in een ideale, kankerloze wereld hadden we, zoals in de films, een Cubaanse sigaar opgestoken om kringetjes van verrukking te blazen. Enkele dilemma’s en een salomonsoordeel later weten wij nu wat het Werelderfgoedcomité van Unesco in 2009 al wist: de Dolomieten bezitten een hypnotiserende, haast ondefinieerbare schoonheid die ons noopt tot het aanpassen van onze vakantieplannen en met de auto richting Noord-Italië te tuffen om deze regio met de ‘bleke bergen’ te ontdekken. Vooral de Klettersteigen (of via ferrata’s) zijn onlosmakelijk verbonden met de Dolomieten; vele staalkabels langs de rotswanden zijn stille getuigen van één van de belangrijkste veldslagen van ‘Den Grooten Oorlog’ tussen Oostenrijk-Hongarije en Italië. Deze routes werden na de oorlog voor het toerisme opengesteld. Je leest er meer over in de uitgebreide rubriek Cultuur waarin ook het Messner Mountain Museum Dolomites en de Markies de Dolomieu (de man die dolomiet van kalkrots wist te onderscheiden) de nodige ruimte opeisen. Leden die de smaak te pakken hebben kunnen de 50 rotsbeklimmingen (ofte 20.000 klimmeters) van Dirk Boons als leidraad gebruiken of inspiratie vinden in de artikels over de beklimmingen van de Cima Grande en Marmolada of de skisafari rondom het Sellamassief. Misschien organiseren we een carpool, stuur gerust een mailtje naar neofietendolomieten@gmail.com! Tom De Clerck

colofon KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt zes maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2016 Begin januari (Summit 2016), begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Tom De Clerck, Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Pleun van Looij, Celien Souvagie, Luc Vandenbosch, Louis De Geest, Orlando Furfari, Arne Monstrey, Mark Sebille VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Beeld en Lay-out - opmaak: Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer, Celien Souvagie Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel Afsluitdatum uitgave juni: 20/04/2016 uitgave september: 15/07/2016 uitgave november: 15/09/2016 VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

5


MOUNT EXPO 2016 Geslaagde eerste editie van Mount Expo: klim- en bergsportbeurs!

M eer dan 840 bezoekers zakten op zaterdag 5 maart af naar ’t Bauhuis in Sint-Niklaas voor de eerste editie van Mount Expo: klim- en bergsportbeurs. Met 14 workshops en lezingen op het programma en meer dan 30 standhouders werd het een inspirerende dag! De bezoekers werden opgewacht door de dansende skytubes en opvallende tipitent aan de inkom. Het was gezellig vertoeven in het berghutcafé met livemuziek van de coverband Leezigrien. De jeugdklimmers van Vlaamse Bergsport Waasland hebben flink de handen uit de mouwen gestoken om de dorst van alle bezoekers te lessen, waarvoor dank! Ook de kleinsten hebben zich uitgeleefd in de speelhoek met glijbaan, speelhuisje, loopfietsen… of konden hun klimtalenten tonen op de mobiele klimrots. LEZINGEN Op het podium gaf Ignace Bral de aftrap, gevolgd door de teamleden van Mount Coach 5 en de lezing van Sam Van Brempt over hun indrukwekkende alpiene beklimmingen. Het Banff Mountain Film Festival gaf alvast een voorsmaakje van enkele avonturenfilms. KBF-voorzitter, Tuur Ceuleers, reikte de “kei van de KBF” uit aan André Sadones en de Vlaamse Sportfederatie, vertegenwoordigd door Sophie Cools, voor hun inzet voor de klim- en bergsport. Bij publiekstrekker Siebe Vanhee namen de toeschouwers zelfs plaats op de grond om zijn verhaal over big wall klimmen in Madagaskar en Siberië bij te wonen. Stef Maginelle en Sofie Lenaerts sloten het podium af met hun inspirerende verhaal over de lange weg naar de zogeheten ‘dodenzone’. WORKSHOPS Ook in de workshopruimte konden bezoekers heel wat inspiratie opdoen. Koen Hauchecorne en Hanne Gyselbrecht gaven tekst en uitleg bij de nieuwe opleiding Instructor Alpine Climbing. Jonathan Vandevoorde deelde zijn geheim om kinderen aan het wandelen te krijgen. Reisleiders Karl Vansteenkiste en Heidi Hooghe deelden hun ervaringen met reizen per mountainbike. Ten slotte roerden Debbie Sanders en Veerle Maes in de potten met eigen gedroogde voeding om de deelnemers te overtuigen om zelf aan de slag te gaan. De inschrijvingen voor de workshop “yoga voor klimmers” draaiden meteen op volle toeren. In een mum van tijd was de eerste workshop volzet. We besloten dan ook al snel om een tweede, en later ook een derde workshop te organiseren. Meer dan zestig deelnemers kwamen de spieren losmaken op de yogamat met lesgeefster Denies Du Mon. STANDEN Wie nog op zoek was naar een koopje kon op de beursvloer zijn slag slaan bij één van de vele standhouders. Op de stand van het tijdschrift Far Out kon je bovendien een ludieke foto laten maken en leuke prijzen winnen. Op de KBF-stand werden lustig gadgets uitgedeeld – sleutelhangers, speelkaarten of een unieke spork voor de sportkaders – en nieuwe topo’s en boeken verkocht. Op de disciplinestanden vertelden de vrijwilligers met veel passie en enthousiasme over hun stage of opleiding. Op de stand winter ging Floris aan de haal met een rugzak als winnaar van de wedstrijd ijsbijlhangen. Op onze Facebookpagina kun je de foto’s bekijken van deze dag. Bedankt voor jullie talrijke opkomst en tot volgend jaar!


UP2DATE NIEUWE KLIMZAAL EN KBF-CLUB IN BEKKEVOORT

boek 10 grooste klimmers uit de geschiedenis

AntiGravity, een nieuwe KBF-club, organiseert KVB-cursussen en andere klimactiviteiten in de gerenoveerde klimzaal van het sportcentrum De Fox in Bekkevoort. Klimmen is mogelijk tijdens de openingsuren van de sporthal, maar vooraf reserveren is wel verplicht. De clubavond vindt wekelijks op donderdag plaats.

Doen de namen Paul Preuss, Hermann Buhl, Wolfgang Güllich of Walter Bonatti geen belletje rinkelen? Dan is het hoog tijd om jouw geschiedkundige kennis bij te schaven!

Wil je meer info? Surf naar de website www.antigravity.be of bezoek de opendeurdag op 9 april (van 10.00u tot 18.00u).

sportkaderkledij Vanaf 15/03/2016 is deel 2 van de sportkaderkledij 2015-2016 te verkrijgen bij De Berghut, K2 en Mounteq Shop. Sportkaders genieten 50% korting, KBF-leden ontvangen 20% korting. Het nieuwe pakket bestaat uit: Heren • 3-laagse Gore-Tex jas: Roc spirit jacket Verkrijgbaar in 2 kleuren: real red/rubin of magnetite Winkelprijs: 450 € / KBF-lid: 360 € / KBF-sportkader: 225 € • Veelzijdige en praktische windstopper: Trail jacket Verkrijgbaar in 2 kleuren: steel sky of beluga Winkelprijs: 190 €/ KBF-lid: 152 € / KBF-sportkader: 95 € • Lichtgewicht bi-stretch nylon broek: Skarn pant Verkrijgbaar in 1 kleur: magnetite Winkelprijs: 170 € / KBF-lid: 136 € / KBF-sportkader: 85 € • Synthetische short: Lizard II short Verkrijgbaar in 1 kleur: magnetite Winkelprijs: € 110 / KBF-lid: € 88 / KBF-sportkader: € 55 Dames • 3-laagse wind- en waterdichte jas: Rocker jacket Verkrijgbaar in 1 kleur aubergine Winkelprijs: 380 € / KBF-lid: 304 € / KBF-sportkader: 225 € • Veelzijdige en praktische windstopper: Trail jacket Verkrijgbaar in 2 kleuren: aubergine of beluga Winkelprijs: 190 € / KBF-lid: 152 € / KBF-sportkader: 95 € • Synthetische broek: Lizard II pant Verkrijgbaar in 1 kleur: true black Winkelprijs: 140 € / KBF-lid: 112 € / KBF-sportkader: 70 € • Synthetische short: Lizard II short Verkrijgbaar in 1 kleur: magnetite Winkelprijs: 110 € / KBF-lid: 88 € / KBF-sportkader: 55 €

Jammer genoeg is het vaak slecht gesteld met de kennis van de geschiedenis van de klim- en bergsport. Het boek “OP DE HOOGTE van de 10 beste klimmers uit de geschiedenis” tracht daar verandering in te brengen. De auteur, Koen Hauchecorne, beschrijft de geschiedenis van het alpinisme met de prestaties van tien topklimmers als leidraad. Eén van de weinige boeken in het Nederlandse taalgebied over dit onderwerp. Zijn boek is echter meer dan een top tien. Hij gaat op zoek naar de redenen waarom mensen klimmen, beschrijft de evoluties binnen de klim- en bergsport en toont aan hoe die vaak samenhangen met maatschappelijke veranderingen. Ook legt hij uit hoe “zijn” top tien heeft bijgedragen aan die geschiedenis. Bovendien is het boek ook toegankelijk voor leken: de auteur verklaart gaandeweg de terminologie van het moderne klimmen.

folder veilig de bergen in In de folder ‘Veilig bergwandelen’ vind je tien tips om veilig en goed voorbereid van bergwandelen te genieten. Voor de gepassioneerde bergsporter een niet te missen naslagwerkje in pocketformaat dat in juni samen het tijdschrift in de bus valt, en ook gratis verkrijgbaar is in bergsportwinkels (De Berghut, K2, Mounteq Shop, Kariboe …), klimzalen (Biover, Klimax, Wall Street …) en op het KBF-secretariaat…

7


WINTER

/Belgisch kampioenschap ski-mountaineering Op 9 en 10 januari vond het Belgisch Kampioenschap Ski-Mountaineering, of toerskiën, plaats in het Zwitserse Davos. Net als vorig jaar werd dit kampioenschap gelijktijdig georganiseerd met het Nederlandse en het Zwitserse kampioenschap. Het scheelde maar een haar of de wedstrijd had niet kunnen doorgaan! Dankzij de professionele en creatieve aanpak van de organisatie werd het BK Ski-Mountaineering toch een prachtige wedstrijd.

De

International Ski-Mountaineering Federation (ISMF) had de wedstrijdkalender zodanig vol gepland, dat de keuze voor de nationale federaties beperkt was. Het Belgisch Kampioenschap kon niet anders dan plaatsvinden in het weekend van 10 januari 2016. De nationale kampioenschappen worden noodgedwongen zo vroeg in het seizoen georganiseerd. Sommige landen gebruiken de ranking op het nationaal kampioenschap immers als selectiecriterium om te bepalen welke atleten mogen deelnemen aan de internationale kampioenschappen. Maar net zoals in België bleven de winterse temperaturen in de Alpen tot laat in december uit … Er was zelfs geen vlokje sneeuw gevallen! In de laatste weken voorafgaand aan het kampioenschap werd er dagelijks een crisisvergadering gehouden: plannen werden omgegooid, mogelijkheden en alternatieven bestudeerd. Op de laatste vrijdag voor het wedstrijdweekend vielen dan toch de eerste sneeuwvlokken in Davos. angepast parcours Om veilig te kunnen skiën, werd het parcours ingekort tot het hoogstgelegen stuk waar ongeveer 10 tot 15 centimeter sneeuw lag. Om veiligheidsredenen zou de afdaling op een skipiste gebeuren in plaats van buiten de piste. Een bereidwillig ski-station had haar skipiste exclusief voor het kampioenschap ter beschikking gesteld. Door het gebruik van een piste, haalden de atleten tijdens de afdaling wel veel hogere snelheden.

8

Omdat het parcours fel ingekort was, moesten de deelnemers de afstand meerdere malen doorlopen. De junioren legden de afstand twee maal af, de senioren drie maal. Dit vereiste van de scheidsrechters een uiterste concentratie. Uit de massa naar beneden stormende atleten, moesten de scheidsrechters de juiste atleten opnieuw naar boven sturen voor de volgende ronde of richting de finish leiden. Voor de toeschouwers was dit dan weer een meevaller. In plaats van de atleten slechts eenmaal voorbij te zien komen, kregen ze de atleten meerdere keren te zien tijdens de wedstrijd. Voor de deelnemers was het dan weer minder eenvoudig, aangezien ze andere deelnemers soms meerdere keren moesten passeren. Met de staart van de vorige ronde voor je, was het niet altijd makkelijk je positie in de wedstrijd in te schatten. Bovendien heb je, zelfs als je in koppositie skiet, in de tweede ronde niet het genot om in maagdelijke sneeuw te skiën. Maar de deelnemers klaagden niet. Het belangrijkste was dat de wedstrijd toch kon doorgaan. Er zou hoe dan ook gestreden worden om de titel van Belgisch Kampioen!


Tekst Paul Verzele

v.l.n.r. Maarten Sannen, Guillaume Funck, Margo De Lange , Kurt Piot, Caroline De Vos en Bart DaniĂŤls.

Belgische winnaars Het weer was ideaal: de wind blies matig, er hing geen mist en de temperatuur speelde met het vriespunt. Uiteindelijk verschenen er meer dan 500 atleten aan de start. Geen 500 Belgische atleten, maar zowel Zwitserse, Nederlandse, als Belgische atleten stonden samen aan de start. Achteraf werd een aparte ranking per land en categorie opgemaakt. Naast het Zwitsers, Nederlands en Belgisch kampioenschap, vond ook het open Zwitsers kampioenschap plaats. Op het laatste moment moesten enkele Belgische topatleten afhaken wegens ziekte of familiale omstandigheden. Door het wegvallen van de kampioen bij de jeugd en de vrouwen lag de wedstrijd dan ook helemaal open! Guillaume Funck mag zich de Belgische kampioen 2016 bij de jeugd noemen. Bij de vrouwen ging Caroline De Vos met de eer lopen en bij de mannen bevestigde Kurt Piot zijn heerschappij! De grootste winnaar is echter de organisatie die, ondanks de moeilijkheden, met veel creativiteit en professionalisme toch nog een prachtige en unieke wedstrijd heeft kunnen bieden. Met een typisch Belgisch aandenken - een rijk gevulde biermand - hebben wij in de slotceremonie de organisatie daarvoor bedankt. â–˛ Alle info en uitslagen kun je vinden op www.davos-race.ch. Overleg net voor de start

9


MATERIAAL EN TECHNIEK

BLACK DIAMOND: Crag Half Finger Gloves ‘een handig hulpmiddel’ Er gaan steeds meer en meer stemmen op om te zekeren met handschoenen aan. Dan hebben we het niet over die logge en warme handschoenen die je meeneemt op skivakantie, maar meer over types als dit model van Black Diamond. Ze geven je immers meer remkracht bij het opvangen van een grote val, zeker als je partner meer weegt dan jij. De open vingertoppen laten je toe om meer ‘fingerspitzengefühl’ te behouden en de versterkte handpalmen zijn stevig genoeg om wat slijtage aan te kunnen. Eens je deze handschoenen gewoon bent, zal je ze gegarandeerd ook gebruiken op andere momenten. Om sneller te rapellen bijvoorbeeld, of om op koude winterdagen toch in Freyr te oefenen op alpien klimmen, of om je handen te beschermen tijdens die lange Via Ferrata tochten, of… adviesverkoopprijs: 19,95 € gewicht per paar: 50 gram

MAMMUT: Belay Chain 12.0 ‘ voor een mammoet van een relais’ De Belay Chain 12.0 van Mammut gaat een stapje verder. Niet alleen is ze met 24 kN per gestikte lus net iets sterker, deze ‘daisy chain’ is dankzij verschillende lusgroottes perfect te gebruiken om twee (of meer) verschillende punten met elkaar te verbinden en er een rotsvast, snel en efficiënt relais mee te maken. Extra voordeel is dat deze sling zich ook zeer goed leent als leeflijn om, eens toegekomen op je standplaats, heel gemakkelijk de lengte tot aan je relais te regelen. Elke lus heeft een breeksterkte van 24 kN dankzij een nieuw, door Mammut gepatenteerd systeem, waarbij een kern van dyneema ingewikkeld zit in een nog meer slijtvaste buitenkant. adviesverkoopprijs: 44,95 € breeksterkte: 24 kN

HANWAG: Ferrata Combi GTX ‘de schoen voor al jouw gecombineerde tochten’ De Hanwag Ferrata Combi GTX is een lichtgewicht en stijve wandelschoen die hem ideaal maakt voor Via Ferrata’s. Je krijgt er zelfs semi-automatische stijgijzers onder, waardoor hij ook voor gletsjeroverschrijdingen en eenvoudige sneeuw- en ijsroutes geschikt is. Verder wordt hij vaak gebruikt door mensen die op zoek zijn naar een stevige wandelschoen, waarmee ze ook klassieke en eenvoudige alpiene rotsklimroutes kunnen klimmen. De normaalroute op de Cima Grande is er zo bijvoorbeeld eentje. adviesverkoopprijs: 279,95 € gewicht per schoen: 750 gram

10


Tekst Arne Monstrey (verkoper K2)

EDELRID: Cable Vario ‘schokdemping op maat’ De Dolomieten zijn niet alleen bekend voor hun prachtige en avontuurlijk rotsbeklimmingen, maar ook voor hun adembenemende en vaak historische Via Ferrata’s. Het is immers hier dat deze ‘ijzeren wegen’ ontstaan zijn. Velen onder ons willen die graag verkennen en waar klimmen nog een stap te ver lijkt, nemen ouders al eens graag hun kinderen mee op een klettersteig. De meeste standaard Via Ferrata sets zijn echter berekend op het gewicht van een volwassene en zullen dus geen dynamische schokopvang geven bij het lage gewicht van een kind. De Cable Vario van Edelrid is wereldwijd de eerste Via Ferrata set die toelaat om de schokabsorptie in te stellen op basis van het gewicht van de persoon die hem gebruikt, gaande van 30 tot 80 kg. Ideaal dus ook voor lichtgewicht dames. adviesverkoopprijs: 150 € gewicht: 640 gram

EDELRID: Belay Station Sling Techweb ‘een spin had geen beter web kunnen maken’ Speciaal voor de Dolomieten-special van dit magazine stel ik jullie graag twee slings voor. De eerste is de ‘Belay Station Sling Techweb’. Deze handige sling dient om twee niet verbonden haken met elkaar te verbinden en er zo een veilige standplaats van te maken. Vandaag de dag wordt hiervoor meestal de ‘standplaatsangel’ gebruikt. Dit is een standaard lint met in het uiteinde een paalsteek en een lus die dienst doet als centraal punt. Deze knoop is hier overbodig aangezien de groene gestikte lus in deze sling dienstdoet als centrale lus. Hoe minder knopen, hoe sterker het geheel. Superhandig en niet eens zoveel duurder dan een standaard sling. adviesverkoopprijs: 20 € verdere info: 110cm, 59 gram, 22 kN

LA SPORTIVA: Trango Guide EVO GTX ‘laat deze schoen je gids zijn’ La Sportiva is bij ons vooral bekend omwille van zijn stijve alpiene D-schoenen. Handig als je met stijgijzers onderweg bent op een gletsjer of in een ijswand, maar veel minder comfortabel bij de aanloop naar de berghut. Net daarvoor is deze schoen bedacht. Zijn zool is stijf genoeg om er stijgijzers onder te zetten en dus ideaal voor het gros van de alpiene beklimmingen die velen van ons willen doen. Maar zijn grootste voordeel is dat hij ook soepel genoeg is om er comfortabel mee in de bergen rond te wandelen. Dit maakt hem ook uiterst geschikt als alpiene klimschoen of als Via Ferrata schoen. Alweer een topper voor de Dolomieten en de Alpen in het algemeen. adviesverkoopprijs: 239,95 € gewicht per schoen: 565 gramr

11


CULTUUR

/De man die dolomiet van ka Dolomieu is een bescheiden gemeente in de Isère, halverwege Lyon en Grenoble. Het dorp had de anonimiteit ongetwijfeld voor altijd kunnen behouden, maar het vierde kind van de Markies de Dolomieu besliste daar anders over. Dieudonné Sylvain Guy Tancrède Gratet de Dolomieu zag in 1750 het levenslicht en werd een Frans geoloog en mineraloog met wereldfaam. Zijn avontuurlijke levensloop leest als een zinderende roman.

D éodat

de Dolomieu begon al op twaalfjarige leeftijd aan een militaire carrière bij het autonome garnizoen de “Orde van de Ridders van de Heilige Johannes”, ook gekend als “The Knights of Malta”. Zijn ideeën strookten niet altijd met de Orde en dat zou hem zijn leven lang problemen bezorgen. Zo duelleerde hij op achttienjarige leeftijd met een ander lid van de Orde waarbij die andere het duel niet overleefde. Het leverde de Dolomieu evenwel een levenslange celstraf op. Door een tussenkomst van Paus Clemencius XIII kwam hij na een jaar weer vrij. Tijdens zijn militaire loopbaan bouwde hij tegelijk ook zijn wetenschappelijke kennis op. In 1780 werd hij nog bevorderd tot Commandeur, maar zijn liberale ideeën botsten voortdurend met de conservatieve adel die de Orde van Malta in de achttiende eeuw controleerde. Nog in hetzelfde jaar nam hij ontslag om al zijn tijd te wijden aan zijn wetenschappelijk werk. Als kind was de Dolomieu al gefascineerd door de Alpen waarin hij opgroeide. Als wetenschapper was hij het type van de observeerder. Hij verzamelde en catalogeerde talloze data zonder er zelf grote theorieën rond te bouwen. De nakende revolutie

De jaren die aan de Franse Revolutie (1789-1799) voorafgingen waren zowel in Frankrijk als in de rest van Europa gekenmerkt door grote kennisontwikkeling, en dat was helemaal aan de Verlichting te danken. De Dolomieu sympathiseerde aanvankelijk met de revolutionairen, maar dat sloeg snel om na de moord op zijn beste vriend. Hijzelf ontsnapte overigens maar nipt aan de guillotine en de onthoofding van meerdere familieleden maakte hem tot een hevig tegenstander van de beweging. Nadat de revolutie ook nog het familiefortuin van de Dolomieus in beslag had genomen, aanvaardde hij een leerstoel aan de Ecole Nationale Supérieure des Mines in Parijs. Internationale erkenning

“Het was de Saussure die het gesteente in 1792 als “Dolomie” liet registreren, genoemd naar zijn ontdekker...”

12

In 1791 publiceerde Déodat de Dolomieu een artikel in het wetenschappelijk magazine “Le Journal de Physique” onder de titel “Un genre de pierres calcaires très peu effervescente avec les acides et phosphorescentes par la collision ”. Dolomieu had ontdekt dat een welbepaald gesteente, dat hij bij zijn tochten door de Alpen had gevonden, afweek van de gekende kalkgesteenten. Hij stuurde enkele stalen naar de vermaarde Zwitserse wetenschapper Horace-Bénédict de Saussure (jawel, de man van de Mont-Blanc) in Genève voor een grondigere analyse. Het was de Saussure die het gesteente in 1792 als “Dolomie” liet registreren, naar de naam van de ontdekker.


Tekst en foto’s Mark Sebille

alkrots wist te onderscheiden De geografische naam “Dolomieten” werd in 1876 toegekend aan dat gedeelte van de Italiaanse Alpen dat vandaag nog die naam draagt, maar toen nog deel uitmaakte van het Oostenrijkse Keizerrijk. In 1885 kreeg een deel van de Gailtaler Alpen met hetzelfde gesteente de naam “Lienzer Dolomieten”. De geologische verklaring De Dolomieten maken deel uit van de Zuidelijke Alpen, gelegen op de Apulische plaat, een kleine tektonische plaat die naar het noorden beweegt en daarbij op de Europese plaat botst. Uit deze beweging zijn de Alpen ontstaan. Het gesteente dat de Dolomieten vormt is zo’n zestig miljoen jaar geleden gevormd door de verstening van koraalriffen. Er bestaan meerdere hypothesen over de manier waarop calciet wordt omgezet tot dolomiet. Welke daarvan in de natuur dominant is, is nog niet duidelijk. Vermoedelijk ontstond de dolosteen door de inwerking van zeewater op het nog niet verharde kalksediment.

Van de hoogste roem naar de hel In 1798 vervoegde de Dolomieu met een wetenschappelijke delegatie Napoleon’s invasie in Egypte. Hij werd er ziek en moest hoogdringend terugkeren naar Frankrijk. Tot overmaat van ramp leed zijn vaartuig nabij Sicilië schipbreuk en werd hij in Messina als krijgsgevangene in de meest mensonwaardige omstandigheden opgesloten. Frankrijk was toen immers in oorlog met het Koninkrijk Sicilië dat door de Orde van Malta werd bestuurd. Pas na de slag bij Marengo, waarbij Napoleon controle kreeg over het gehele latere Italië, werd zijn onmiddellijke vrijlating bevolen. Maar éénentwintig maanden eenzame opsluiting in Sicilië hadden hem gebroken. Hij beperkte nu zijn reizen en bergtochten tot een minimum en hij was vaak ziek. Déodat de Dolomieu overleed in 1801 op éénenvijftigjarige leeftijd in Châteauneuf. Ondanks zijn vele sociale contacten in adellijke en wetenschappelijke kringen is hij nooit gehuwd. In zijn directe omgeving werd wel eens gefluisterd dat hij een nogal “vrouwelijke” man was. En toch zou Déodat de Dolomieu de geschiedenis ingaan als een rots! ▲

13


CULTUUR

/Messner Mountain Deel 3: Dolomites: een eerbetoon aan het rotsklimmen Reinhold Messner is op zijn 65ste niet met pensioen gegaan, maar dat had ook niemand verwacht. Met dezelfde energie waarmee hij zijn uitzonderlijk palmares heeft opgebouwd, werkte hij nadien aan zijn nalatenschap. Hij wilde al zij ervaringen en getuigenissen bundelen om ze te delen met iedereen die de bergen en het klimmen na aan het hart ligt. Een legaat aan de gemeenschap. In zijn MMM-project, Messner Mountain Museum, brengt hij alle thematische aspecten van bergleven tot alpinisme samen in zes schitterende locaties. Klim- en Bergsport Magazine bezoekt ze één na één.

D olomites is de Ladinische naam voor het gebergte. Reinhold Messner is geboren en opgegroeid in de Dolomieten. In het Vilnösstal, met de Geislerspitsen in zijn achtertuin. Hij laat nog steeds geen gelegenheid voorbij gaan om de Dolomieten “die schönsten Berge der Welt” te noemen. Het lag dan ook voor de hand dat de Dolomieten het decor zouden vormen voor een afzonderlijk museum, helemaal gewijd aan het rotsklimmen.

Het museum in de wolken Verrassend genoeg ligt het Messner Mountain Museum Dolomites niet in Zuid-Tirol maar in de omgeving van Cortina d’Ampezzo op Monte Rite. De locatie is een kazemat uit de eerste wereldoorlog. Het was een van de meest zuidelijke bunkers die het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije moest verdedigen tegen de Italiaanse aanvallen. Het MMM ligt in het hart van de Dolomieten, verwijderd van de drukke passen en de toeristische valleien. Vanuit Pieve di Cadore voert een smalle weg naar de voet van Monte Rite. Vandaar kan je te voet of met een MMM-terreinwagen tot aan het museum op een hoogte van 2181 meter. Geschiedenis, moderne architectuur en mythologie en dat in een uitzonderlijk decor. De kazematten strekken zich uit over het gehele plateau dat de top van Monte Rite vormt. Rondom ligt een spectaculair panorama over 360° met een aantal van de grootste Dolomietentoppen: Monte Schiara, Monte Agnèr, Civetta, Marmolata, Monte Pelmo, Tofana di Rozes, Sorapis, Antelao, enzovoort. In het benedendeel van het fort heeft de CAI (de Italiaanse Alpenclub) een Rifuggio ingericht, het bovenste deel bestaat uit een lange gang met telkens kleine expo-kamers die op deze gang uitgeven. Om meer licht naar binnen te brengen plaatste men bovenop de kanonplatformen drie lichtkoepels. Binnen is de sfeer rustig met zacht licht, maar jammer genoeg voelt het vrij vochtig. Men experimenteert nog met ventilatietechnieken maar tot vandaag is dit niet afdoende. De collectie werd daardoor aangepast, veel papieren documenten werden om die reden weer verhuisd naar andere MMM-locaties.

14


Tekst en foto’s Mark Sebille

Museum

De yakkudde van Messner geniet de vrije loop, zelfs op het dakterras van het museum

De ontsluiting van de Dolomieten De Dolomietentoppen waren bij de laatsten die werden beklommen en dat wordt hier uitgebreid in beeld gebracht. In het midden van de negentiende eeuw waren de meeste vierduizenders wel overwonnen, maar de grote dolomietentoppen zoals de Drei Zinnen, Pelmo, Furchetta, Marmolata werden nog algemeen beschouwd als onbeklimbaar. Het zou duren tot de eerste (alweer Engelse) klimmers hun offensief gingen inzetten. John Ball beklom in 1857 Monte Pelmo en daarmee brak een nieuw tijdperk aan. Het museum bevat een grote collectie aquarellen en olieverfschilderijen van Edward Theodore Compton, een veelzijdig tekenaar-schilder-klimmer-kroniekschrijver die vooral de Dolomieten als thema gebruikte en een goed visueel beeld schetst van de pioniersperiode. Maar dezelfde Compton was ook een uitstekend klimmer die meerdere premières op zijn naam wist te zetten.

De lengtegang van het museum

15


BERGBEKLIMMEN

16


De relikwieënkast van de Dolomieten En zoals in de andere MMM ligt ook hier een unieke verzameling memorabilia. De spijkerschoenen van Georg Winkler, klimmateriaal van Emilio Comici, van Angelo Dibona, van Emil Zsigmondy, maar ook E.T. Compton’s schetsboek en Comici’s routeboekje. Zo kan je zien welke notities de man van honderd premières bijvoorbeeld in de week van 28 mei 1933 neerpende. In de lange galerie is er ook een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen en filmprojecties. In 2015 ging hier alle aandacht naar de herdenking van de eerste wereldoorlog in de Dolomieten.

Notitiedagboek van Comici

Op de hellingen rond het MMM graast een deel van Messner’s Yak-kudde. Zalig om die Himalayarunderen vrij te zien rondlopen over het dakterras van dit museum tegen dergelijk panorama. Een mooiere enscenering kan je je moeilijk indenken. MMM Dolomites is een boeiende ervaring, niet in het minst omdat het in een minder gekend deel van de Dolomieten gelegen is. ▲

reiswijzer

Emilio Comici, de man van honderd premières

Openingstijden Het MMM Dolomites is geopend van 1 juni tot 30 september, dagelijks van 10.00 tot 17.00u (van juli tot midden september tot 18.00u). Geen sluitingsdag, maar het museum sluit wel dagelijks tussen 13.00u en 14.00 Voor mindervaliden is de toegankelijkheid moeilijk, onder meer omdat er geen aangepaste shuttles zijn. Honden zijn niet toegelaten, rugzakken en wandelstokken dienen in bewaring gegeven te worden. De paden zijn te vergelijken met een bergpad, aangepast schoeisel is aangewezen. Toegangsprijs De toegang bedraagt momenteel 7 € voor een volwassene. Voor kortingen en groepstarieven kan je best de MMM-website raadplegen. Er bestaat een MMM-tourticket voor de zes musea, dat een jaar geldig blijft, aan de prijs van vijfendertig euro voor een volwassene.

Aquarellen van E.T. Compton

Bereikbaarheid vanuit Cortina d’Ampezzo, SS51 tot Cibiana di Cadore. Ofwel: Autobaan Venezia-Belluno (A27), uitrit Cadore, SS51 tot Venas di Cadore, rechts afslaan Richting Cibiana di Cadore, tot aan Passo Cibiana. Parking aan Passo Cibiana vanwaar de shuttle-bus vertrekt. Het MMM is ook goed bewegwijzerd. De shuttle-bus (terreinwagen) kost twaalf euro heen/terug voor een volwassene; acht euro voor enkel de heenrit. Je kan ook de wandelweg nemen (ca. 2 uur). Zie www.messner-mountain-museum. it voor meer informatie.

Klimschoen (met houten spijkerzool) van de jong gestorven Georg Winkler

17


CULTUUR BERGBEKLIMMEN

/de bergen in oorlog

Terwijl in Vlaanderen “Den Grooten Oorlog” al letterlijk en figuurlijk was vastgelopen in de klei van de Westhoek, volgde er in 1915 een nieuwe oorlogsverklaring. Eigenlijk werden het twee afzonderlijke oorlogen, een westelijk front van de Marne tot de IJzer en een oostelijk front van de Dolomieten tot aan de Ortler. Beide oorlogen waren totaal verschillend maar ook zó gelijkend.

V

ooreerst is het wenselijk om de juiste politieke context te kennen. Het keizerrijk Oostenrijk-Hongarije was een enorm uitgestrekt rijk dat in het zuiden tot voorbij de Brenta reikte. Daarin lagen gebieden die overwegend Italiaanssprekend waren zoals Triëste, Trentino en Belluno. Duitsland was tot op zekere hoogte geallieerd met Oostenrijk, maar beide legers vochten afzonderlijk. Italië verklaarde zichzelf lange tijd neutraal maar liet zich graag opvrijen door Frankrijk en Groot-Brittannië om, in geval van overwinning, grote gebieden te kunnen inlijven. Op 23 mei 1915 verklaarde Italië de oorlog aan Oostenrijk en in beide landen werd er massaal gemobiliseerd, van zestienjarigen tot vijfenzestigers, onvrijwillig en onder dwang. In de bergen begon een nieuwe wedloop naar de toppen. Een stellingenoorlog was in opbouw.

18

Een onbekende oorlogsvoering Geen van beide partijen had ervaring met oorlogsvoering in de bergen met de wapens van die tijd. Het eiste gaandeweg aangepaste strategieën en de ontwikkeling van geheel nieuwe technieken. Als bergbewoners wisten de Tirolers dat wie de hoogste posities kon innemen ook heerste over het onderliggende land. Een top kon immers door enkele goed bewapende soldaten verdedigd worden tegen een veel grotere troepenmacht. En zo werden die toppen het oostelijke front (zie kader), van de Monte Grappa tot de Stelvio. Alle strategische punten dienden bemand en bevoorraad te kunnen worden, zowel in de zomer als in de winter, en tonnen materiaal en munitie moesten zo de berg worden opgesleept. Meestal te voet, klimmend op nagelschoenen of met stompe stijgijzers. Enkel de officieren hadden een ijspikkel. Boven op de top werd een plek klaargemaakt, eventueel een legertent geplaatst en vervolgens gezekerd tegen alle alpiene omstandigheden. Barakken werden letterlijk aan de rotswanden gehangen en op betere plaatsen werden kazematten (zie kader) gebouwd. Op de gletsjers worden loopgraven gegraven en bij hevige storm werd beschutting gezocht in gletsjergrotten, met alle bijkomende risico’s.


Tekst Reginald Roels Tekst en foto’s Mark Sebille

Een onbekende oorlogsvoering Geen van beide partijen had ervaring met oorlogsvoering in de bergen met de wapens van die tijd. Het eiste gaandeweg aangepaste strategieën en de ontwikkeling van geheel nieuwe technieken. Als bergbewoners wisten de Tirolers dat wie de hoogste posities kon innemen ook heerste over het onderliggende land. Een top kon immers door enkele goed bewapende soldaten verdedigd worden tegen een veel grotere troepenmacht. En zo werden die toppen het oostelijke front (zie kader), van de Monte Grappa tot de Stelvio. Alle strategische punten dienden bemand en bevoorraad te kunnen worden, zowel in de zomer als in de winter, en tonnen materiaal en munitie moesten zo de berg worden opgesleept. Meestal te voet, klimmend op nagelschoenen of met stompe stijgijzers. Enkel de officieren hadden een ijspikkel. Boven op de top werd een plek klaargemaakt, eventueel een legertent geplaatst en vervolgens gezekerd tegen alle alpiene omstandigheden. Barakken werden letterlijk aan de rotswanden gehangen en op betere plaatsen werden kazematten (zie kader) gebouwd. Op de gletsjers worden loopgraven gegraven en bij hevige storm werd beschutting gezocht in gletsjergrotten, met alle bijkomende risico’s.

Foto’s tonen de moeilijke omstandigheden van de soldaten

In de Dolomieten werden schuilplaatsen en gangen gekapt in de rots. Aan de Adamello werden tunnels in de gletsjer gehouwen om nabij de positie van de tegenstander explosieven te plaatsen. Dynamiet was overigens aan beide zijden een veelgebruikt wapen om rots- en sneeuwlawines uit te lokken. Er waren enkele meldingen van gasaanvallen maar dat wapen bleek in de bergen niet bruikbaar. Bij de minste windturbulentie richtte het zich tegen de eigen manschappen. Luchtvaart stond nog in haar kinderschoenen en was beperkt tot risicovolle verkenningsvluchten boven de vijandelijke stellingen. De soldaten werkten, telkens ze boven afgelost werden, zelf nieuwe middelen uit om zich beter tegen de winterkoude te beschermen. Zo maakten ze onder meer overschoenen met houten zolen en dik gevlochten stro rond de voet. De Italianen waren de aanvallende partij maar ze beten herhaaldelijk hun tanden stuk op de sterke posities van de Oostenrijkers. Er was geen denken aan om de voorposten in de winter tijdelijk te verlaten, wat ook de prijs hiervoor was, want als je in de lente niet als eerste terug was, kon de vijand het bolwerk hebben overgenomen. Zo begon een verschrikkelijke lijdensweg voor de soldaten die niet uitgerust waren om een deel van de winter door te brengen boven de drieduizend meter. En dan waren er de lawines. De winter van 1916 kende de zwaarste sneeuwval sinds mensenheugenis. De volgende winter was dan weer kouder dan ooit. Stel dat je met enkele medestanders al weken een kanon bewaakt op de top van bijvoorbeeld de Marmolada. Je raakt naar het einde toe uitgehongerd maar je weet dat er bevoorrading onderweg is. Die patrouille met nieuwe voorraden wordt inmiddels weggeveegd door een sneeuwlawine. Noch de voorpost, noch de achterhoede weten precies wat er gebeurt. De gevolgen laten zich raden, en dergelijke situaties kwamen voortdurend voor. De zwaarste lawine ging op 28 februari ’16 naar beneden ter hoogte van Schluderbach en doodde zowat tweehonderdzestig soldaten. In de zomer was het dan weer de bliksem die ongenadig toesloeg op de kanonnen, de staalkabels of in de munitieopslag.

Geïmproviseerde sneeuwschoen met stijgijzer, gevonden in 1981 - Ortlermassief

Geïmproviseerde overschoen van stro, gevonden op een hoogte van 3450 m, Ortlerfront

19


Technieken werden aangepast aan de situatie

In het dal ging het leven verder

De legerleiding besloot een telefoonnetwerk aan te leggen tussen de basis en de voorposten onderling. Maar telefonietechnologie was nog pril en er dienden heel wat technische problemen opgelost te worden om dit net te laten functioneren. Ook voor de bevoorrading zocht men naar nieuwe oplossingen. Sommige trajecten liepen immers door de vuurlinie van de vijand en dienden daarom bij nacht te gebeuren. Scherpschutters waren aan beide zijden erg gevreesd. De transporten gebeurden soms dagenlang niet door de weersomstandigheden, met alle gevolgen voor de voorposten.

Moeizaam hielden de achtergebleven vrouwen de plaatselijke economie draaiende. De oorlog had niet enkel hun mannen ingelijfd, ook vorderde het leger alle paarden en karren op en werd er massaal vee geslacht voor de frontsoldaten in de bergen. Zelfs metalen voorwerpen werden ingezameld om tot wapens om te smeden. In de valleien waar de Italiaans sprekende bevolking woonde, was het leven een hel. Voortdurend werden er burgers opgepakt op verdenking van spionage, sabotage of collaboratie en, vaak willekeurig, als afschrikking terechtgesteld. Hetzelfde gebeurde ook aan de andere kant waar Duitstalige minderheden woonden. De Italiaanse soldaten, én de bevolking, vreesden de eigen opperbevelhebber Caderna meer dan de vijand. Hij liet bijna duizend soldaten executeren wegens gebrek aan moed.

Daarom werd de mogelijkheid uitgewerkt om met kabeltransporten de munitie en de voedselvoorraden naar de hogere punten te vervoeren. Men mag zonder meer stellen dat tijdens deze oorlog de kabelbaantechnologie is ontstaan. De kabels die over honderden meter gespannen werden moesten vervolgens ook kunnen afgeschermd worden tegen blikseminslag. In de Dolomieten werden nieuwe, elektrische, boortechnieken ontwikkeld en getest om sneller galerijen in de rotsen uit te houwen. En ook het principe van de jumarklem dateert uit die tijd.

““Meer dan twee derde van de doden vielen niet in een gevechtssituatie maar als slachtoffer van het natuurgeweld”...”

De officieren kwamen alle uit andere delen van het rijk, velen hadden nauwelijks kennis van de bergen en sloegen de adviezen van de lokale bevolking in de wind. Ook dat kwam in beide kampen voor. Bij het voetvolk waren er onder meer Italiaans-, Ladinisch- of Sloveenssprekende soldaten die de bevelen van hun officieren niet eens verstonden – waar hebben we dat nog gehoord? Broederlijkheid zowel als onderlinge afrekeningen hoorden bij de dagelijkse realiteit en soms werden de eigen officieren meer gevreesd dan de lotgenoten bij de vijand.

De uitdagingen van toen hebben op technologisch vlak zeker hun vruchten afgeworpen, maar dat blijft een schamele troost voor de zware prijs die werd betaald. Een jammerlijke conclusie die ook vandaag nog geldt: niets brengt de mens technisch meer vooruit dan oorlog. We schreven al dat de oorlog in de bergen een stellingenoorlog was waar de aanvaller meestal hard werd teruggeslagen. Maar aan de zuidelijke voet van de Alpen vonden ook een aantal hevige veldslagen plaats, zelfs tot aan de Po. Vooral in de vlakte bij de rivier Isonzo, nabij de Sloveense grens werd zwaar slag geleverd. Deze staan in de geschiedenisboeken vermeld als de twaalf Isonzoslagen. De bloedigste van al was de elfde slag, met ruim vijftigduizend gesneuvelden waarvan bijna dubbel zoveel Italianen als Oostenrijkers. De Italianen beschikten overigens over veel meer manschappen dan de Oostenrijkers. De Ortler (3905 meter) had, als hoogste punt van het keizerrijk, een grote symboolwaarde. Bij het begin van de oorlog had hij nog geen grote militaire betekenis. Maar naarmate de Italiaanse Alpini steeds meer kazematten bouwden bij de Stelvio, besloot men de top van de Ortler om te bouwen tot de hoogste stelling van het front. Er was vlak onder de top een uitgekapte gang van meer dan honderdvijftig meter lang in de gletsjer waar tot dertig soldaten permanent verbleven. In de zomer van 1917 kreeg luitenant Haller de opdracht om twee zware kanonnen tot op de voortop te brengen. Hij kreeg hiervoor dertig Russische krijgsgevangenen toegewezen en liet speciale sleden bouwen om de zware stukken tot boven te laten slepen. Na drie dagen werd de top bereikt en de kanonnen werden meteen in gebruik genomen.

20

De restanten van de oorlog zijn jog steeds her en der te vinden...


De idylle van de bergen was ver te zoeken Boven, in het ijs, was het in alle opzichten een bijzonder front. Er ontstond een labyrint van ijsgangen waarin de zon soms flirtte en feeërieke taferelen ten beste gaf. Het waren ijsburchten in diep turkooisblauw met reusachtige ijskristallen. Daarbinnen was er altijd wapenstilstand en het voelde ook zeer vredig, zeker wanneer men wist dat de aflossing op komst was. Het gebeurde dat er gedurende maanden geen enkel schot gelost werd. Maar de natuur doorbrak snel alle idylle. Temperaturen tot -40 graden hoorden er in de winter bij, de mangelende bevoorrading, ontoereikende uitrusting en ondervoeding leidden tot massale bevriezingen en amputaties. Hele patrouilles verdwenen in gletsjerkloven of onder lawines en in de zomer sloeg de bliksem onverbiddelijk in op alles wat metaal was. Aan beide zijden stierf meer dan twee derde door het natuurgeweld dan wel door het vijandelijk vuur. Vandaag zien wij, klimmers, onze relatie met de berg als vriendschappelijk en met groot respect vervuld. In de oorlog van ‘15-’18 leek het er op dat beide legers niet enkel met mekaar maar ook met de bergen oorlog voerden. En de bergen sloegen terug en bleken altijd de sterksten.

““Een jammerlijk feit dat we ook vandaag nog ervaren: niets helpt de mensheid technologisch meer vooruit dan oorlog... “ Oorlogsmoeheid Hoe langer de oorlog duurde hoe slechter de leefomstandigheden waren. Zowel aan het front, bij de wachtposten op de toppen als in het hinterland. Winkels waren leeg of hadden lange wachtrijen. Alle vee was geslacht en de soldaten die na ontberingen op de berg weer in de vallei kwamen, moesten zich soms in leven houden door grassen en kruiden te eten. Al in 1917 was er bij de Italiaanse strijdmacht een algemene oorlogsmoeheid te merken als gevolg van de zware verliezen aan manschappen zonder merkbare terreinwinst. In het voorjaar van 1918 waren de Italiaanse troepen zo goed als verslagen, maar er was nooit een officiële capitulatie. Er waren intussen grote versterkingen vanuit Frankrijk op komst, de Amerikanen hadden zich in Frankrijk ook al in de strijd gemengd, en door de aansluiting bij de geallieerden kwam Italië uiteindelijk in het winnende kamp terecht. Oostenrijk-Hongarije ging diplomatiek met Duitsland mee ten onder. Op 4 november 1918 om 15u was de oorlog officieel ten einde. Italiaanse soldaten stormden nog dezelfde dag Trieste en Trento binnen en deporteerden duizenden gevangenen, ook gewone burgers. Helemaal onterecht werd na de wapenstilstand het hele gebied ten zuiden van de Brennerpas, Timmelsjoch en Reschenpas aan Italië toegewezen omwille van “natuurlijke grenzen”. Dat was dus meer dan het grondgebied van Zuid-Tirol en dus véél meer dan enkel de Italiaans sprekende gebieden waarvoor ze eigenlijk de oorlog waren begonnen. Het was een vredesverdrag dat helemaal geen vrede bracht en dat in zich reeds de kiemen droeg voor een volgende oorlog.

Het oostelijke front Met het “oostelijke front” wordt de gevechtslijn bedoeld tussen Oostenrijk en Italië in de Eerste Wereldoorlog. Deze term mag niet verward worden met het “oostfront” welke betrekking heeft op het front met Rusland in de Tweede Wereldoorlog. Er waren ook nog fronten in o.m. Roemenië, Afrika en het Midden-Oosten.

Kazemat Een kazemat is een versterkte ruimte die bestand is tegen vijandelijk vuur en voorzien van openingen voor het eigen geschut. In het Italiaans spreekt men van casamatta, afgeleid van het Byzantijnse woord chasmata wat letterlijk “fort met schietgaten” betekent.

Zoals men vandaag in de Vlaamse velden nog altijd lichamen uit de grond haalt, zo komen er aan het oostelijke front nog steeds soldaten en kanonnen uit de gletsjers tevoorschijn. De mens wikt, maar de berg beschikt. ▲

21


WINTER

/SKISAFARI

een huttentocht over de skipistes

Na de jaarwisseling komt het skiseizoen pas echt op gang. Dan zou de sneeuwlaag dik genoeg moeten zijn en kunnen alle disciplines van skiën aan bod komen. De meesten skiërs blijven veilig op de piste. Wie ook in de lente een alpiene uitdaging nodig heeft, gaat toerskiën. Maar er zit nog één discipline tussenin: skiën buiten de pisten. Tijd voor iets anders!

A l enkele jaren was de Wormser Hutte aan het Hochjoch in het skigebied Silvretta Montafon de favoriete uitvalsbasis van onze kinderen om te skiën. Intussen is er een sauna bijgebouwd aan de hut en is het skigebied met een nieuwe lift verbonden met dat van Montafon. Het tot voor kort afgelegen en enkel met oude zetelliften bereikbare Hochjoch, kun je nu langs de andere kant met moderne gondels bereiken. Als je al enkele jaren deze uithoek van het skigebied als jouw privé speeltuin beschouwt, geeft dat wel een schok. De 26 autobussen die we op de parking van de nieuwe lift geteld hebben, gaven de doorslag. Volgend jaar gaan we iets nieuws proberen!

22

Het idee van een huttentocht op pisteski’s was al een tijdje aan het rijpen... Als voorbeeld stond een freeride tocht met gids “quer durch Tirol”. Deze tocht rijgt de crème van de Tiroolse freerides aan elkaar, waarbij telkens in een ander dal wordt overnacht. Uiteraard wordt de bagage nagebracht. Klinkt geweldig, maar individueel niet echt realistisch om dit tijdens de krokusvakantie te boeken… Uiteindelijk kwam ik via de website “the skisafari” uit bij de Dolomieten. Na wat puzzelen met de Sellaronda en wat flinke uitbreidingen, lijkt er een haalbare tocht in de maak, zonder bagagetransport weliswaar. Intussen breek het najaar aan en is het tijd om de hutten te reserveren. Ik verstuur prompt wat mails… maar er komt geen enkel antwoord! Tja, een tocht in Italië organiseren zal nooit eenvoudig zijn zeker? Na de opening van het seizoen bel ik de hutten dan maar op. Na wat chaotische telefoons in mijn beste Italiaans zijn alle reservaties gedaan, of dat hoop ik tenminste …


Tekst en foto’s Steven Ferson

van de Superski Dolomiti

Pizza party Op de eerste zaterdag van de krokusvakantie tijdig aankomen voor de laatste lift in Val Gardena, is mission impossible. Daarom hebben we een tussenstop in Imst voorzien. Eenmaal aangekomen in Val Gardena stelt zich het eerste probleem: parking vinden voor een volledige week, wanneer je niet op hotel zit. Plots is het me duidelijk waarom the skisafari vanuit het rustige Passo San Pelegrino vertrekt! Uiteindelijk binden we de latten aan en vertrekken we richting de Pordoipas. We skiën rustig naar de hut, de Rifugio Frederola is onze eerste slaapplaats. Eenmaal aangekomen, heeft de berghut meer weg van een skibar inclusief Harley Davidson en discotheek… Dat belooft, we zijn met kinderen van 10 en 12 op weg. We mogen onze rugzakken in de kelder tussen de bierkratten wegzetten.

We skiën nog verder naar Arabba en verkennen een stukje richting de Marmolada. Er ligt dit jaar heel veel sneeuw en de condities zijn uitstekend. Ook voor de rest van de week geven ze schitterend weer. Tegen 15u30 nemen we de laatste liften terug richting Pordoipas en komen we weer aan in de Fredarola. De sneeuw en het ijswater wordt buiten geveegd en de hut transformeert weer naar een rustig onderkomen. Tegen de avond draait de chef wat plaatjes in de disco en bakt de kok pizza’s voor de “pizza party”. In afwachting van het avondeten krijgen we pizza. De zon verdwijnt langzaam achter de toppen en een halve liter wijn later is alles in orde. De Pordoipas is overigens voor freeriders een ideale uitvalsbasis voor het gebied rond de Sellastock. De gondel naar Sass Pordoi vertrekt aan deze kant.

23


Sellaronda Vandaag hebben we de klassieke Sellaronda gepland. Gisteren hebben we daarvan al de helft gedaan, dus vertrekken we vandaag in de andere richting. Tijdens een korte stop aan de auto ruilen we wat vuile was in voor een doos koeken. Tijs staat erop om ’s middags te lunchen aan de Rifugio Fredarola. De pizza is blijkbaar in de smaak gevallen en hij zet er flink de pas in. We nemen de ligt richting Sellapas. Van de verdere Sellaronda herinner ik me vooral schuss achter onze gasten en aanschuiven in Arabba. Vanaf Arraba is het vooral nog lift rijden richting de hut. De namiddag vullen we met skiën en freeriden in de rustige uithoeken richting Marmolada. De afdaling richting Marmolada zelf blijkt echter gesloten! De lift om terug te keren is door een lawine over een lengte van drie palen omvergevallen. Dat verklaart waarom het hier zo rustig is… Na wat palaveren met de carabinieri, gaan ze akkoord dat we deze afdaling morgen nemen om te kunnen doorsteken naar Marmolada.

Vervolgens schuiven de Marmolada en de Civetta integraal onder onze ski’s. Moe maar voldaan worden we na een telefoontje opgepikt door een minibusje dat ons nog enkele kilometers naar de Riffugio Passo Staulanza voert. Deze riffugio lijkt meer op een hotel. In vergelijking met onze vrienden van The Ski Safari met nageleverde bagage, zien we er wat underdressed uit. Ronde van de Cinque Torri Vandaag steken we de Civetta over en nemen we de skibus richting Averau. Daar skiën we de ronde van de Cinque Torri en nemen we ‘s avonds de gondel naar de Kleine Lagazuoi. Het uitzicht bij zonsondergang over de dolomieten is hier ronduit schitterend, en vanuit de sauna nog beter! De kwaliteit van de keuken maakt dit een serieuze kandidaat voor onze vaste uitvalsbasis. Maar opgelet: de parking onder aan de gondel is hopeloos te klein. Overdag moet je redelijk lang aanschuiven aan de gondel richting de hut.

Eenzame afdaling naar Marmolada “Maar een saaie, zwarte afdaling!” We haasten ons richting Arabba om de lift richting Marmolada te nemen. Bovenop de pas staat een andere carabinieri dan gisteren en hij wil ons niet doorlaten… Ik leg hem onze hele toer uit. Gesloten piste is gelijk aan off-piste, en daar heb je een lawinebieper voor nodig. Het probleem is dat de kinderen er geen hebben. De piste is perfect geprepareerd, het lawinegevaar is er niet anders dan op de geopende pistes en de omweg die hij ons wil uitsturen is enorm. Uiteindelijk kan ik hem overtuigen met een pasje Intruktor Alpin voor de zomer en de belofte om enkel op de piste te skiën. Voor ons ligt een eenzame afdaling tot aan het dalstation van Marmolada, ronduit schitterend en éénmalig!

24

We gaan in volle vaart van Lagazuoi naar Averau om na een stukje skibus zijdelings het gebied van Cortina d’ Ampezzo te bereiken. Tijs vond de beruchte zwarte afdaling van de Tofana maar blauw waard! ‘s Avonds keren we terug via Averau naar de Kleine Lagazuoi. Op een boogscheut van de hut kan je via houten laddertjes afdalen in de tunnels die uit de berg gehouwen werden tijdens de eerste wereldoorlog. Het mini-museum geeft een goed beeld hoe bar de omstandigheden hier moeten geweest zijn. De voormalige schietgaten geven een schitterend uitzicht op de vallei en de pas.


Cirkel is rond De laatste dag starten we met de afdaling van de Kleine Lagazuoi richting Arabba. Deze is wondermooi in een verlaten dal tussen bevroren watervallen. De afdaling eindigt met een tochtje achter een trekpaard om enkele kilometers ‘vals plat’ te overbruggen. Nu weten we ineens waarom het zo lang aanschuiven is aan de gondel naar de hut. Deze afdaling als eerste in de ochtend is echt warm aanbevolen.

We skiën nog verder naar Arabba en verkennen een stukje richting de Marmolada. Er ligt dit jaar heel veel sneeuw en de condities zijn uitstekend...”

Daarna skiën we vanuit Arabba de halve Sellaronda naar Val Gardena. Daar sluiten we af met de de Sasso Lungo en de Fermeda, totdat de sneeuw volledig is omgevormd tot een halve meter natte brij. We keren terug vanuit St Ulrich met de skibus naar de auto. De benen zijn doodop en er staat een kras tot door het belag op Liesbeth haar ski’s. Bij valavond rijden we moe maar voldaan richting ons adres in Imst. Uiteraard is het file aan de Brenner. De condities van tijdens deze tocht waren uitzonderlijk – drie meter uitstekende sneeuw, een week lang staalblauwe lucht – waardoor ik deze tocht niet echt durf te herhalen. Je mag niet veel pech hebben onderweg om niet in de problemen te komen met de geplande overnachtingen. De auto op een strategische plaats parkeren, is echter wel een must. Als je buiten het seizoen kan gaan, is een dergelijk tocht sterk aan de bevelen! Uiteraard spreken een degelijke tochtplanning, risicomanagement en aanpassingen van de tour aan de omstandigheden voor zich! ▲

reiswijzer Vervoer Een goed bereikbare vertrekplaats is Val Gardena, maar parkeren kan een probleem zijn. Alternatieven verderop zijn Kronplatz of Passo San Pelegrino. Reken dan wel op een halve dag en wat skibus om de Sellaronda te bereiken. Arabba is centraal gelegen, maar de rit er naartoe is merkelijk langer. Accommodatie Om in een uithoek van het skigebied boven te slapen moet je in de vroege namiddag de lift in het dal nemen. Op de eerste zaterdag van de krokus is dit vrijwel niet haalbaar als je ‘s ochtends vanuit België vertrekt. Een tussenstop onderweg of een overnachting in het dal is daarom aan te raden. Andere tips Liften nemen met een rugzak groter dan pakweg 25 of 30 liter is lastig. Indien je een hele week met de rugzak op pad wil zijn, moet je die beperken tot het formaat van een dagrugzak. Een ganse dag skiën met een relatief zware rugzak is ook niet bevorderlijk voor de skitechniek. Neem wel pantoffels mee voor ‘s avonds, want anders loop je daar de hele week op je binnenschoenen! Bij het kopen van de skipas moet je er op letten dat deze geldig is in het volledige gebied. Meer info vind je op de website van superski dolomiti.

25


BERGBEKLIMMEN

/winterbeklimming de confituurberg van de Dolomieten

Maart. Charleroi Brussels-South. Met negen klimmakkers staan we in de vertrekhal van de luchthaven. We hebben zopas onze negen rugzakken plus een duffelbag met touwen en piolets ingechecked bij de balie van Ryanair. We vliegen richting Treviso in Noord-Italië want we willen overmorgen op de top van de Marmolada staan: de hoogste berg van de Dolomieten en de enige met een gletsjer. Ciao bella Venezia!

H elemaal volgens planning landen we in de vooravond in Treviso, maar helaas blijkt al snel dat onze bagage nog in Charleroi is. We moeten allerhande formulieren invullen en er wordt ons beloofd dat onze rugzakken met de ochtendvlucht zullen aankomen. Enigszins gerustgesteld halen we onze huurwagens op en rijden we naar het hotel. Diezelfde avond genieten we van pasta en pizza in een restaurant in de buurt. Later op de avond, bij een frisse pint, wisselen we weer straffe verhalen uit in de lobby van het hotel.

26

De volgende ochtend staan we op het afgesproken uur te wachten bij het “lost and found” kantoor van de luchthaven. Onze rugzakken zijn echter niet meegekomen met de ochtendvlucht! Ze worden met zekerheid op de namiddagvlucht gezet. Er zit niet veel anders op dan onze eerste overnachting in de berghut te annuleren en een tweede nacht bij te boeken in Treviso. Omdat we deze situatie niet aan ons hart willen laten komen, beslissen we unaniem om een dagje Venetië in te lassen. De mooie stad met de waterstraten ligt op een half uurtje rijden. De Japanse toeristen kijken verbaasd als ze negen mensen, gekleed in alpine outfit en geschoeid in stijgijzervaste D-botinnen, door de smalle straatjes zien kuieren. Diezelfde avond kunnen we dan eindelijk onze rugzakken ophalen. Morgen rijden we de bergen in, richting Marmolada.


ReginaldFurfari Roels Tekst Orlando

Marmolada Na een goede nachtrust en een stevig ontbijt staan we op de parking van ons hotel, klaar om de wagens in te laden. We horen allemaal de lokroep van de bergen en we kunnen niet snel genoeg vertrekken. Door een besneeuwd, winters landschap rijden we richting Dolomieten. Het laatste stuk van de rit is redelijk bochtig en door de winterse omstandigheden schieten we niet erg snel op. Het is dan ook al middag als we onze wagen parkeren aan het Lago di Fedaia. Van daaruit nemen we de kabelbaan richting Pian dei Fiaconi, de hut aan de gletsjertong van de Marmolada. Guido Tevisan, de symathieke huttenwaard, herkent ons nog van een vorig bezoek. Snel gooien we onze rugzakken in onze kamer en we maken ons klaar voor de beklimming. Op dit late uur nog een beklimming starten staat niet meteen garant voor succes, maar we hebben deze trip al genoeg gewacht en stilgezeten. Iedereen snakt naar wat actie. We beseffen dat dit meer een verkennende tocht wordt en we de échte poging morgen pas ondernemen.

“Jullie zijn dapper, maar wel een zooitje ongeregeld” zegt de huttenwaard lachend....”

27


““Op dit late uur nog een beklimming starten staat niet meteen garant v oor succes, maar hebben tijdens deze trip al genoeg gewacht en stilgezeten ....”

Alpien klimmen op de Marmolada

28


Adiamo! We binden de stijgijzers onder en vatten onze beklimming aan, 700 meter hoger ligt de top. Het is echter bewolkt en het kruis op de top is niet te zien. Het heeft de voorbije dagen erg veel gesneeuwd. Er ligt ruim een meter verse sneeuw en er is helemaal geen spoor. Lachend en genietend van de fysieke inspanning ploeteren we gestaag bergop. We gaan verschrikkelijk traag vooruit want we zakken steeds weer tot ons middel in de sneeuw. Bovendien is het erg koud en begint het opnieuw te sneeuwen. De top zit er vandaag niet meer in, zoveel is duidelijk en dus stellen we ons doel bij. Als we vandaag de gletsjer kunnen oversteken en tot aan de metalen kabel op de rotsen bij de overkant van de gletsjer geraken, dan hebben we een groot stuk van de route kunnen klaarmaken voor de effectieve beklimming van morgen. Zo gezegd, zo gedaan. Nick onderneemt nog een verdienstelijke poging om na de gletsjer toch de rotsen op te klimmen, maar er ligt zoveel losse sneeuw dat het gekkenwerk is. We keren terug naar de hut en brengen daar de rest van de dag door. Tweede keer, goeie keer! Vandaag is het alles of niets. Met frisse moed staan we op. Na een kort ontbijt maken we ons klaar voor onze laatste klimdag. We hebben een redelijk strak schema want vanmiddag rond 13u moeten we weer terug richting Treviso rijden. Vanavond vliegen we terug naar België en op dit ogenblik hebben we nog geen bergtop van dichtbij gezien. “Waar ligt het rode touw”, vraagt de ene. “Heeft iemand mijn piolet gezien?”, vraagt de andere, terwijl een derde zijn gamachen verloren is. Guido Trevisan bekijkt het allemaal geamuseerd. “Jullie zijn dapper, maar wel een zooitje ongeregeld”, zegt hij lachend. We onthouden alleen dat we dapper zijn en trekken dus vol goede moed opnieuw de berg op. Het is nu veel kouder dan gisteren en onze stijgijzers hebben goed grip in de harde sneeuw. Omdat Nick gisteren een mooi spoor getrokken heeft, moeten we datzelfde spoor nu gewoon volgen. Zijn harde werk en gevloek van gisteren levert een duidelijk voordeel op want we schieten snel op. Het duurt dan ook niet lang voor onze beide touwgroepen aan de voet van de rotsband bij de stalen kabel staan. Hier kruipen we de rotsen op. De staalkabel is op verschillende plaatsen ondergesneeuwd maar de route is duidelijk te herkennen. Dit zijn 200 verticale hoogtemeters. Het is 8u00 als we na de rotspassage op de topgraat uitkomen. Van hieruit is het nog een half uurtje naar boven wandelen. Ondanks het slechte weer is het toch vrij eenvoudig klimmen. Even later staan we dan ook met z’n allen op 3343 meter hoogte, op het hoogste punt van de Dolomieten. Het is bewolkt en jammer genoeg hebben we helemaal geen zicht op de omgeving. Na de nodige topfoto’s en wederzijdse felicitaties dalen we weer terug af.

reiswijzer

Tekst Reginald Roels

periode De Marmolada is een erg toegankelijke berg die het ganse daar door gemakkelijk te beklimmen is. Wij kozen voor een winterbeklimming om toch wat meer uitdaging te hebben. vervoer Wij hebben rechtstreeks op de website van Ryanair onze tickets geboekt. De huurwagens hebben we vastgelegd via Hertz. verblijf Via Bookings.com hebben we het hotel in Treviso vastgelegd. De hut aan de Marmolada hebben we via de website vastgelegd. organisator We hebben alles in eigen beheer gedaan. niveau en route De normaalroute van de Marmolada is PD en iedereen met een goede fysiek en een beetje alpine ervaring kan deze berg beklimmen. Zorg uiteraard voor het juist alpine materiaal want je loopt over een gletsjer. websites • Hut: piandeifiacconi.com/temp_nl/ • Hotel: Bookings.com • Huurauto: hertz.be/rentacar/reservation/ • Vlucht: www. ryanair.com • Info: marmolada.com/en summitpost.org/marmolada-punta-penia/15047 camptocamp.org/summits/39608/fr/marmolada

Het vliegtuig wacht niet! De afdaling verloopt vlotjes. We kennen de route ondertussen en bovendien is die helemaal niet moeilijk, zelfs niet in wintercondities. Kort voor de middag staan we weer terug in de hut. Na een snelle hap maken we ons klaar om verder met de kabelbaan af te dalen naar de auto’s. De huttenwaad trakteert ons nog op een afscheidsdrankje en dan laten we de hut achter ons. Het is al namiddag als we terug op de parking staan. Ons vliegtuig stijgt vanavond op om 18u, dus er zit niets anders op dan meteen en zonder dralen naar Treviso te rijden. We genieten allemaal nog na van ons avontuur en we kunnen weer een berg afvinken van onze bucketlist. Tijdens de terugvlucht maken we echter weer allerlei plannen. Wanneer we landen in Charleroi is onze bucketlist alweer langer dan toen we vertrokken … ▲

29


ROTSKLIMMEN

/Via ferrata’s in de “Wauw, dit is echt een indrukwekkende rotskathedraal!” Ik sta aan de voet van de Drei Zinnen, de Tre Cime di Lavaredo in de Sesto Dolomieten. Hier begint ons weekje klettersteigen. Bart, Eric en ikzelf zijn van plan om deze week een aantal via ferrata’s af te werken in dit oostelijke deel van de Dolomieten.

Zopas mijn fototoestel laten vallen... of, halverwege de Toblinger Knoten

30

Het kruis op de top van de Toblinger Knoten


Tekst Orlando Furfari

Dolomieten W e hebben onze auto achtergelaten op de parking bij de Refugio Auronzo en zijn via het wandelpad dat langs de Rifugio Lavaredo loopt naar de voorkant van de Drei Zinnen gewandeld. Eigenlijk loopt het wandelpad achter de Drei Zinnen door en draait dan naar het noorden. Op dat punt aangekomen hebben we een prachtig zicht op de drie rotsen die majestueus de omgeving domineren. Eric overdondert ons met allerlei historische feiten en weetjes over deze bekende rotsformatie. We besluiten verder te wandelen naar de Rifugio Locatelli waar we verwacht worden voor de nacht. Er blijkt echter iets mis te zijn gelopen met de reservatie. De hut is volgeboekt en onze namen staan niet op de gastenlijst. Uiteindelijk krijgen we het winterruim toegewezen. Ondertussen is het beginnen regenen en er zit niets anders op dan in de hut een “Weissbier” te bestellen. We overlopen onze plannen voor morgen en we verbazen ons erover dat er toch veel toeristen door- en doornat, gekleed in enkel een short, t-shirt en sandalen de hut komen binnengewaaid. Eric steekt een preek af over het onvoorspelbare weer in de bergen en de noodzaak om altijd op alles voorbereid te zijn. De meeste toeristen moeten schoorvoetend toegeven dat hij gelijk heeft. Na het avondeten verhuizen we naar het winterruim. Het koelt aardig af en we zijn blij met de – zij het enigszins klamme – dekens.

voor de beklimming van de Monte Paterno. De aanlooproute naar de klettersteig loopt voor een stukje door een tunnel die in de eerste wereldoorlog door de Italiaanse troepen werd gebruikt om het Oostenrijkse leger tegen te houden. Op regelmatige afstanden zijn kleine vensters in de rotsen uitgehouwen van waaruit de Oostenrijkers onder vuur werden genomen. Eric vertelt honderduit over de veldslagen die hier werden uitgevochten. Even later komen we bij het begin van de via ferrata en we volgen wederom de stalen kabel. Op sommige stukken ligt, zelfs in juni, nog veel sneeuw en vaak is de staalkabel helemaal ondergesneeuwd. De route is echter helemaal niet moeilijk en als in de loop van de voormiddag ook de zon haar opwachting weer maakt, zijn we perfect gelukkig als we op de 2744 meter hoge top staan. We nemen onze tijd om te luchen en dalen daarna weer terug af in de richting van de rifugio Auronzo. Bij de hut hebben we weer terug bereik en we bellen naar onze volgende bestemming: de Rufugio Fonda Savio. “Oh” zegt de huttenwaard vrolijk “zijn jullie al bij Auronzo? Nou, dan staan jullie over een uurtje bij ons”.

“Caillou,… euh, fototoestel!” De volgende ochtend worden we begroet door een staalblauwe lucht en een heerlijk voorjaarszonnetje. Na het ontbijt pakken we onze rugzakken in en trekken we richting Toblinger Knoten. Deze 2617 meter hoge rotsberg heeft een mooie via ferrata. Eric neemt de leiding en begint als eerste aan de klim. Bart en ikzelf volgen. Het is een leuke beklimming. We proberen het zo zuiver mogelijk te doen door de stalen kabel zelf zo min mogelijk te gebruiken als houvast. We doen het rustig aan en nemen ruim de tijd om foto’s te maken. Even ben ik er met mijn gedachten niet bij en duw ik mijn fototoestel naast in plaats van in het daarvoor bedoelde opbergzakje. Het toestel schuift uit m’n hand en valt. In een fractie van een seconde twijfel ik of ik nu “caillou!” of “fototoestel!” moet roepen. Maar het is al te laat. Het toestel zoeft naast Bart die onder me klimt en het valt stuk op de rotsen, ruim 15 meter lager. Bart kijkt verontwaardigd op en ziet de onthutste uitdrukking op mijn gezicht. Vanaf nu ben ik dus aangewezen op de foto’s van mijn klimmakkers. We klimmen rustig verder en even later staan we bij het topkruis van de Toblinger Knoten. Na de afdaling gaan we weer terug richting hut. In de namiddag genieten we nog van het zonnetje en het nodige gerstenat. Terug naar wereldoorlog I De volgende ochtend begint in mineur. Het regent en de donkere wolken zijn blijkbaar niet van plan om snel te verdwijnen. Na het ontbijt trekken we onze regenkledij aan en maken we ons klaar

The Happy Hour Club

31


L A PA SS

D ®

n KBF-lede 10% korting

IO

N

AN S L ' ÂME

Belay bril

€55

Black Diamond freewire Quickpack

€65

Camp HMS Compact

€10

www.avventura.be

Brussel

Gent

Leuvensestwg 60 1• 02 726 11 21

St-Amandstraat 20 • 09 223 37 92


pasta à go-go Eric fronst zijn wenkbrouwen. “Ik geloof nooit dat we over een uur al bij de Fonda Savio hut zijn”, zegt hij. “Die bergbewoners zijn veel sneller dan wij.” Hoe dan ook, we vatten de tocht aan naar onze volgende slaapplaats. We lopen over een graat, overwinnen smalle passages en ploeteren door een sneeuwveld. Het is mooi weer en we genieten met volle teugen van deze stevige wandeling. Het is al laat op de middag als we ons eerste glas Weissbier bestellen in de Fonda Savio hut. “Straks maak ik pasta carbonara en nadien serveer ik gepaneerde kalfssnitzel. Is dat goed voor jullie?” vraagt de huttenwaard. Vanavond zijn wij de enige gasten en het lijkt wel alsof hij ons extra wil verwennen. Na onze inspanningen van vandaag hebben we weliswaar reuzenhonger, maar het bord pasta dat we krijgen voorgeschoteld tart alle verbeelding. Volgens mij is dit genoeg pasta om een voltallige voetbalploeg eten te geven, inclusief de bankzitters! Het smaakt echter voortreffelijk en, vreemd genoeg, alles wordt tot de laatste spaghettisliert verorberd. Na het eten praten we nog wat met de waard en kruipen we vroeg onder de wol. Morgen staat de Cima Cadin op de planning.

De wereldberoemde Drei Zinnen

Cima Cadín Het is al ruim tien uur als we, na een stevig ontbijt, de Fonda Savio hut achter ons laten. Eric neemt weer de leiding en trekt vastberaden een puinveld op. Hij heeft deze tocht uitgestippeld en weet duidelijk waarheen we moeten. Even later beginnen we dan ook aan de beklimming van de 2788 meter hoge Cima Cadín. Het is een relatief lange beklimming. Zoals de meeste via ferrata’s is ook deze beklimming helemaal niet moeilijk of gevaarlijk, zolang je maar op een correcte manier gebruikt maakt van je klettersteigset. Er staat een frisse wind en af en toe komen er dikkere mistflarden voor het schuchter zonnetje. Eigenlijk is het helemaal niet zo warm en ik ben blij met mijn windstopper. Ondanks het minder warme weer is ook deze beklimming weer een en al genieten. We klimmen gestaag verder en kort na het middaguur zitten we uit te blazen op de Dolomietentop. Na een hapje en een drankje beginnen we weer aan de afdaling. We dalen terug af richting Fonda Savio hut, maar op een paar honderd meter voor de hut draaien we naar het noorden en volgen we het wandelpad terug naar de vallei. Na de inspanningen op de Cima Cadín is deze afdaling een echte kuitenbijter. Ik ben dan ook blij als we terug in de bewoonde wereld aankomen waar we de bus nemen naar de Rifugio Auronzo. We gaan daar onze auto ophalen om daarna richting Marmolada te rijden. Onderweg wil ik echter stoppen in het mondaine Cortina d’ Ampezzo. Ik moet nog iets kopen. Een fototoestel of zo… ▲

wat is via ferrata? (Arne Monstrey) Letterlijk vertaald betekent Via Ferrata zoveel als ‘ijzeren weg’. Het hoeft niet te verbazen dat deze uitdrukking uit het Italiaans komt, als je weet dat deze bergactiviteit ten tijde van de Eerste Wereldoorlog in de Dolomieten is begonnen (zie p.). Een Via Ferrata (of Klettersteig in het Duits) kan je een soort kruisbestuiving noemen tussen Avontuurlijk Bergwandelen en Alpiene Rotsklimmen. Je kan je als wandelaar verplaatsen van de horizontale naar de verticale bergwereld, zonder al teveel technische voorkennis en technisch materiaal. Het enige wat je nodig hebt zijn een Via Ferrata set, een comfortabele klimgordel en klimhelm, stevige schoenen en eventueel handschoenen met open vingertoppen. In de rots zijn hulpmiddelen aangebracht die je helpen om zo eenvoudig mogelijk hogerop te geraken. Denk maar aan metalen voetsteunen ter grootte van een halve voet tot twee hele voeten, metalen staven tot zelfs hele ladders. Uiteraard kan ook de rots zelf gebruikt worden om je voort te bewegen. Heel dit op voorhand aangelegde en permanent verankerde traject is beveiligd met een stalen kabel. Ook deze kun je eventueel gebruiken als hulpmiddel bij het voortbewegen, maar ze is toch vooral bedoeld als veiligheidsmiddel. Om de zoveel meter is deze verankerd in de rots. Je Via Ferrata set (die je reeds vastgemaakt hebt aan je klimgordel) bestaat uit twee ‘armen’ die je toelaten om telkens met minstens één arm aan de kabel vast te hangen. Een val wordt nog altijd liefst vermeden, maar moest dit toch gebeuren, is het je Via Ferrata set die de de val gaat opvangen en de schok gaat absorberen. Gebruik dus steeds een échte en gekeurde set (twee standaard linten en twee musketons zijn nogoes), en begin rustig, liefst onder begeleiding van een persoon met veel ervaring. De Klim- en Bergsportfederatie biedt jaarlijks een assortiment cursussen en ervaringsweken aan. Er zijn in Europa ondertussen honderden supermooie routes te vinden, maar ook in België kun je reeds aan de slag op Via Ferrata’s van de bergsportfederaties: Marche-les-Dames (de indrukwekkendste), Pont-à-Lesse (de mooiste) en Les Grand Malades (met een heuse tyrolienne!) . Verder zijn vele buitensportorganisaties in de Ardennen in het bezit van hun eigen oude steengroeve waarop zij zelf hun eigen routes op hebben uitgebouwd.

De Patternkoffel

33


ROTSKLIMMEN

/De beklimming van de Cima Grande Sinds het lezen van Gaston Rébuffats boek “Étoiles et Tempêtes” staan de zes grote Noordwanden van de Alpen in mijn geheugen gegrift. De Cassin-route op de Piz Badile heb ik in 2006 samen met mijn makker Koen mogen beklimmen. De Allain-Leininger op de Dru en de Walkerpijler op de Grandes Jorasses hoop ik ooit aan mijn palmares te mogen toevoegen. Als rasechte rotsklimmer zullen de noordwanden van de Matterhorn en de Eiger altijd wel een verre droom blijven. Maar de Comici-route op de Cima Grande, dié sprak mij wel aan!

S

peciaal ter gelegenheid van het themanummer Dolomieten, haal ik mijn herinneringen en foto’s van deze beklimming nog eens boven. Ze dateren van 2011, maar het Avontuur is er niet minder om! Eerste kennismaking De Comici-route, dat is 450 meter klimmen, waarvan de eerste 200 meter overhangend. Als je toekomt op het achtste relais bevind je je zo’n 20 meter verder uit de wand dan waar je begonnen bent. Bovendien ligt deze route in de Dolomieten en dat betekent avontuurlijk klimmen. Het gesteente is brokkelig en niet overal even betrouwbaar – of zoals de topo zegt: ‘when handled carefully, the rock is solid’. Afzekeren gebeurt met eigen materiaal en in de hele route zijn nauwelijks boorhaken te vinden – we hebben er slechts twee geteld. Daartegenover staat dan weer wel dat je in de moeilijke lengtes bijna om de meter een slaghaak vindt en dat ook alle relais duidelijk herkenbaar zijn door de aanwezigheid van meerdere slaghaken, verbonden met prusiktouwtjes. Allen van betrouwbare tot bedenkelijke kwaliteit. Eerder die zomer had ik al een tiental dagen geklommen in de Dolomieten om de klimstijl in de vingers te krijgen. Het beviel ons wel: de stilte, het Avontuur hier in de Bergen. Maar tijdens de beruchte overstap van de Torre Leo naar de Torre del Diavolo brak een grote handgreep los. Voor mijn Zweedse klimpartner, Joel, was de lol er snel af. Onze topbeklimming zou er die week niet meer inzitten. Ik boekte een nieuwe vakantie en eind augustus stond ik samen met Brenda terug in het gebied.

34


Tekst Arne Monstrey / foto’s Brenda De FrÊ en Arne Monstrey

Brenda klimt na in de tweede touwlengte

35


Verkenning via de Dülfer-route Om onze kans op slagen te vergroten, klommen we eerst de Dülferroute op de westwand van de Cima Grande: acht schitterende touwlengtes in vierde- en vijfdegraads terrein, doorheen schoorstenen en zelf af te zekeren barsten op een grote richel. Deze brede band omringt de hele Berg niet ver onder de top. Van hierop vertrok ook het vervolg van de normaalroute naar de eigenlijke top. Deze weg wordt tevens beschouwd als de afdaalroute van alle andere routes die naar de top gaan. Op deze manier konden we onze afdaling al verkennen, wat ons tijdens de topdag veel tijd en stress zou besparen. Technisch gezien is de route niet zo moeilijk. Maar de route is lang, met een vreemd verloop en een combinatie van afklimmen, wandelen en rappellen. Na een lange dag klimmen, wil je hier geen problemen meer. In de nacht voor onze toppoging begon het te regenen. Een beklimming had dus geen enkele zin. Aangezien het een noordwand is, komt er geen zon in de route. De route zou er de dag nadien nog steeds te nat bij liggen. Wat nu? In theorie hadden we onze beklimming nog een dag kunnen uitstellen, maar we moesten beiden werken op maandag… Dat betekende dat we na onze eventuele beklimming nog tien uur naar huis moesten rijden. We voelden ons beiden fysiek en psychologisch sterk en we wilden ons écht meten met deze route … dus gingen we ervoor! Daarbij kwam dat ik mijn regenjas in België vergeten was en niets meer dan een windstopper bij had. We checkten de meteo een laatste keer en die zag er goed uit. Om mijn geweten te sussen, kocht ik voor drie euro een noodponcho. Alleen op de wand Het is zondag 28 augustus 2011. Aan het einde van de nacht staan we op en rijden we naar de parking bij de Auronzo hut. We zetten er direct een stevige tred in. We willen immers als eerste in de wand zitten, omdat we geen zin hebben om aan te schuiven aan de standplaatsen. Maar vooral, omdat we zoveel mogelijk steenslag willen vermijden. Tijdens de aanloop zie ik plots vier anderen achter ons aankomen. Verdorie, sneller, sneller, sneller. Ondanks onze voorbereiding voelen we de stress. De eerste tachtig meter klimmen we solo, zoals we vooraf hebben besproken. Verderop volgen lengtes tot 6b+, dan lukt dit tweedegraads terrein ook zeker? Uiteindelijk staan we aan het begin van de eigenlijke wand. We kijken omhoog en worden muisstil. De twee andere touwgroepen zijn verdwenen. Voor de rest van de dag komen we niemand meer tegen, een zeldzaamheid in deze wand.

36

Brenda begint eraan. De eerste lengte is slechts 4c en verloopt vlot. Al snel staan we op het volgende relais. De rots voelt bar koud, net als wij, maar daar komt snel verandering in. De tweede lengte is meteen een smak in het gezicht. Nauwelijks opgewarmd krijg ik een 6b voorgeschoteld. Gelukkig is de rots compact en steken er genoeg slaghaken op de moeilijke passen, zodat ik me puur op de klimbewegingen kan concentreren. Afwisselend klimmen we verder over loodrecht en licht overhangend terrein. Het routeverloop is vaak duidelijk via zichtbare barsten of een duidelijke lijn slaghaken. Slechts éénmaal geraken we het spoor bijster, maar Brenda vindt het gauw terug. Brenda in de vijfde touwlengte

36


De rots is beter dan verwacht, ook al ziet het er zo niet uit. De meeste standplaatsen daarentegen zijn slechter dan verwacht en dienen stuk voor stuk versterkt te worden met ons eigen materiaal. Een voorklimmersval maken we hier toch liever niet. Na nog een zestal touwlengtes zesdegraads klimmen, komen we halverwege de wand op eenvoudiger terrein uit. Eindelijk kunnen we even zitten in plaats van te hangen op onze relais.

“Ik heb gezocht naar betere opties om te zekeren, maar die waren er niet. Het blijft klimmen in de Dolomieten: stop whining, keep climbing. . ...”

De twee slaghaken bewegen iedere keer ik het touw inhaal om Brenda na te zekeren. De twee back-up punten die ik heb gemaakt met mijn camalots steken achter een losse laag rots. Ik heb gezocht naar betere opties, maar die waren er niet. Het blijft klimmen in de Dolomieten: “stop whining, keep climbing.” Op het einde van de route is er nog een luchtige traversee naar links. Niet zo moeilijk, 5b, maar o-zo luchtig. Wanneer we tussen onze benen naar beneden kijken, zien we loodrecht onder ons het begin van de route. Ongelooflijk, zo waanzinnig steil.

De laatste meters

De laatste vijftig klimmeters brengen ons op de brede band die de Berg omringt. De Comici-route ligt onder ons! Normaal vervolg je nu je weg op de normaalroute naar de top. Maar met onze nachtelijke rit in het vooruitzicht, het feit dat we eerder die week al op de top stonden, beslissen we om meteen aan de afdaling te beginnen.

Ook al wordt het klimmen gemakkelijker, onze armen zijn volledig verzuurd en een 4c begint aan te voelen als een 5c. Iedere keer ik me optrek, schieten mijn spieren in een kramp. Nog meer op de benen klimmen dus. We zijn bijna in de grot onder het einde van deze route, wanneer ik de volle lengte van mijn touw heb uitgeklommen en op een vreselijk relais terecht kom.

Vermoeiend, intens, maar ongelooflijk mooi! De hele rit naar huis verliep in een roes van Red Bull, Cola en koffie. Niet alleen dat, ook de CD van Netsky hield ons wakker. Onze overwinningsroes heeft ons de hele maandag staande gehouden om met slechts twee uur slaap de werkdag te trotseren. We hebben goed gegokt en goed gewonnen, wat een route! ▲

Arne in de achtste touwlengte, na de grote “moeilijkheden”

37


ROTSKLIMMEN

/20000 meters, Met vijftig geslaagde beklimmingen in de Dolomieten hebben mijn klimpartner, Tom, en ik meer dan twintigduizend klimmeters in de vingers. Wat maakt klimmen in de Dolomieten zo bijzonder en welke beklimmingen bleven ons het meeste bij? In dit artikel blikken we terug op zowel de positieve als de negatieve herinneringen aan talloze klimtrips.

Westliche Zinne “Demuth Kante� met een totale wandhoogte van 500m. Foto genomen bij de start van de 9de touwlengte op ca 300m wandhoogte (Dirk en Tom)

38


Tekst en foto’s Dirk Boons

ofte... 50 beklimmingen in de Dolomieten K limmen in de Dolomieten is een bijzondere ervaring: klassieke routes van meer dan 500 meter lang waarbij de slaghaken meer dan twintig meter van elkaar verwijderd zijn… Dat is heel ander verhaal dan goed geëquipeerde sportklimroutes! Aanpak Ons plan van aanpak is bij al deze beklimmingen steeds hetzelfde gebleven. We zorgen ervoor dat we over een goed beschreven routeplan of topo beschikken. We streven ernaar om de routes vrij te klimmen en dus geen gebruik te maken van de haken als voortbewegingsmiddel. In de meeste gevallen lukt ons dat. We bekijken ook steeds de meteo en starten pas als de voorspellingen dit toelaten. De dag voordien verkennen we de instap, zodat we geen tijd verliezen op de dag van de beklimming. We verzekeren ons ervan dat we de juiste route starten. In de praktijk leerden we echter al snel dat een beklimming, ondanks de goede voorbereidingen, heel anders kan uitdraaien. Ervaring in de bergen en vertrouwen in je klimpartner zijn dan van cruciaal belang. Door de slechte weersomstandigheden kan een route een heel ander karakter hebben dan oorspronkelijk beschreven. We klimmen altijd zo licht mogelijk en nemen dan ook alleen het hoogstnoodzakelijke mee. Zo kunnen we ons het best aan de voorgeschreven tijd houden. Elke beklimming plannen we in theorie zonder bivak, in theorie…

Beklimming van Monte Agner De beklimming van de Monte Agner telt zo’n 1600 meter. De top ligt op 2872 meter hoogte en je start de beklimming te voet op een hoogte van 850 meter. Je kunt deze route op één dag klimmen, maar dan moet je waarschijnlijke bivakkeren op de terugweg. De terugweg is erg lang en je kunt niet rekenen op enige hulp (lees: skiliften). Wij planden een bivak in de wand op een hoogte van circa 2400 meter. Over de gehele lengte, 1600 meter, zijn ongeveer vijftig haken te vinden. In het eerste deel van de route moet je je een weg banen tussen het struikgewas. Tijdens deze beklimming hadden we twee dagen schitterend weer. We bereikten na de eerste dag een prachtige bivakplaats op circa 1000 meter hoogte in de wand. We klommen eerst enkele touwlengtes hoger, maar vonden geen betere plek om te bivakkeren. Ondanks het gebrek aan afdaalhaken of standplaatsen, daalden we terug af naar de bivakplaats. De topo is dan toch niet altijd even duidelijk… Onder een prachtige sterrenhemel sliepen we uit tot 8u. Bij het tweede, moeilijkere deel vonden we de route redelijk vlot. We hadden dan ook geluk: een Italiaanse gids en zijn vrouw klimmen voor ons. Zij hebben enkele honderden meters onder ons gebivakkeerd en zijn erg vroeg in de ochtend gestart. Rond 14.00u bereikten we de top en wachtte ons nog een zeer lange terugtocht langs de zuidkant van de berg. We daalden af via de via ferrata tot aan de bivakhut Biassin op 2650 meter en zakten verder naar de refuge Scarpa.

Kleine Zinne “Gelbe Kante” met een totale wandhoogte van 340m - Foto genomen op ca 200m hoogte (Dirk)

39


We hadden geluk: een Italiaanse boer nam ons mee met zijn pick-up zodat we de laatste 700 hoogtemeters niet te voet moesten afleggen. Hij bracht ons uiteindelijk tot op de kampeerplaats 10 kilometer verderop. Je hoeft niet mooi te zijn om geluk te hebben! De boeren in de Italiaanse Dolomieten zijn dan ook bijzonder gastvrij. Beklimming van de Civetta via Philippe/Flamm Mijn klimpartner en ik zijn het erover eens dat we in de route Philippe/Flamm op de Civetta het meest hebben afgezien. Een route van 1130 meter, 35 touwlengtes en een hoogte van 3218 meter. De moeilijkheidsgraad is volgens de topo 6a/A1 maar we ondervinden al snel dat we hier uit onze pijp moeten komen. De kwaliteit van de rots is niet ideaal. Ook hier laat onze topo een beetje te wensen over. Het routeverloop is niet eenvoudig te vinden en ook de omstandigheden zijn niet ideaal. Het bovenste gedeelte is drijfnat. We hebben soms het gevoel dat we meer met canyoning dan met rotsklimmen bezig zijn! De technische lengtes kunnen we niet helemaal vrijklimmen en we moeten hier en daar gebruik maken van een enkele haak. Ook al is het augustus, blijkbaar zijn we de eersten dat jaar die de route klimmen. Twee Oostenrijkse gidsen die dezelfde dag zijn gestart zijn, klimmen al verkeerd na de derde touwlengte en zitten vast in een grote overhang. Na meerdere mislukte pogingen in de overhang zien ze ons klimmen en vinden ze de route terug.

Insert: Grosse Zinne - foto genomen vanuit de Westliche Zinne

40

Uiteindelijk zullen we met verenigde krachten samen de weg zoeken in het bovenste gedeelte, waar we bovendien hopeloos verkeerd klimmen door de natte rots. Onderweg worden we er nog eens op gewezen dat dit geen route voor watjes is: we zien een achtergelaten reddingsdeken, een helm en een touw bengelen aan de rots. Hier is iets gebeurd waarvan we niet op de hoogte zijn. Uiteindelijk zijn we blij wanneer we de top bereiken om 21u. Na een beklimming van meer dan vijftien uur, hebben we nog een lange afdaling langs de via ferrata degli Alleghesi voor de boeg, volledig in het donker. Daarna gaan we verder naar de berghut Coldai en dan dalen we nog verder te voet tot de camping waar we onze tent opzetten om 3u. Onze klimdag zit erop en na 22,5 uur actie kruipen we eindelijk in onze slaapzak. Torre Trieste Een geweldige ervaring is ook de beklimming van Torre Trieste met een hoogte van 2458 meter, 6b+ gequoteerd en een lengte van 700 meter. De equipering laat soms te wensen over: enkel in de moeilijke passages vind je hier haken. Eenmaal je de top bereikt hebt, is het nog niet afgelopen. Alle geklommen meters moet je nadien afdalen in rappel. Tijdens de klim van deze route merken we dat de meteo niet altijd correct is. Ondanks de goede voorspellingen klimmen we de hele dag in de mist en hebben we de zon nooit gezien.

Grosse Zinne “Comici� met een totale wanhoogte van 450m / 500m foto genomen tijdens de 8ste touwlengte 6b. (Dirk)


Tijdens de afdaling maakt de nevel het ons moeilijk om de juiste route te vinden. We zien niet goed waar we het touw uitgooien. We moeten dus geregeld rapellen op goed geluk. Hier is de grootste uitdaging: doorzetten. Het is opletten geblazen om de rappelhaken terug te vinden, de afdaalroute ligt immers niet in de klimroute. Na negen uren klimmen en vier uren afdalen, zijn we terug aan de voet van de wand.

de klassieker Vinatzer-Messner met 29 touwlengtes en een moeilijkheidsgraad van 6a+. Nadat we tegen 10u30 al op de band zijn halverwege de route, klimmen we meermaals verkeerd in het tweede gedeelte en bereiken we de top pas om 20u. We besluiten om te overnachten in het gebouw van de kabellift (er is een kleine bivakplaats voorzien). Enkele jaren later keren we terug naar de wand om de wondermooie route Via Gogna te beklimmen.

Brunecker Turm

De route heeft een lengte van circa 1000 meter, 30 touwlengtes en is 6b+ gequoteerd. Het routeverloop is heel duidelijk en we klimmen in een snel tempo naar boven. Ook het tweede gedeelte na de band op de graad is fantastisch. De top bereiken we na circa 8,5 uur klimmen en via de terugweg met de kabelbaan zitten Tom en ik al om 16u45 van onze eerste pint te genieten onderaan in het dal.

De beklimming van de Brunecker Turm is iets helemaal anders: een hoogte van 2523 meter, een lengte van 400 meter, 11 touwlengtes en een moeilijkheidsgraad van 7a+. Deze route is meer geschikt voor de sportklimmer onder ons. Tom klimt hier overal vlotjes door en kan de hele route vrij klimmen. Ik heb een setje nodig in de sleutelpassage. Door de geboorde tussenzekeringen, degelijke relais en duidelijk routeverloop klimmen we hier op ons gemak en na 4,5 uur klimmen bereiken we de top van de wand. Marmolada zuidwand De Marmolada zuidwand staat bekend om zijn degelijke rotskwaliteit. De wand is 800 meter tot 1100 meter hoog en bereikt een hoogte van 3309 meter. De eerste route die we op de wand beklimmen is

Arco: plan B Omdat het in de Dolomieten weleens durft te regenen, hebben we steeds enkele alternatieven klaar. Arco is bekend om het sportklimmen maar heeft ook veel te bieden voor diegenen die graag langere routes beklimmen. Een van de mooiste beklimmingen in Arco is voor ons de route Zanzara op Monte Colodri: 300 meter lang, 11 touwlengtes en 7a+. Goed gezekerd, mooie lijn en luchtig. Het nadeel hier is dat het zeer warm kan zijn in de zomer en je dus zal moeten kiezen of je vroeg vertrekt of juist zeer laat. Houd er wel rekening mee dat je ongeveer 6 tot 8 uur nodig hebt voor deze beklimming. Wij zijn vertrokken om 7u30 zodat we de moeilijkste touwlengtes niet in de grootste hitte moeten beklimmen. Nadien kan je aan de voet van de opvallend witte pijler nagenieten van een welverdiende pizza en de nodige wijn. ▲

Mijn grote dank gaat uit naar mijn klimpartner, Tom Verschueren, voor de fantastische ervaringen die we hebben beleefd tijdens onze tochten.

Cinque Torri - foto genomen op de top, op zoek naar de afdaalpiste (Tom)

Persoonlijke top van beklimmingen in de Dolomieten Top - streek Brunecker Turm - Dolomieten Westliche Zinne - Dolomieten Marmolada - Dolomieten Torre Trieste - Dolomieten Grosse Zinne - Dolomieten Civetta - Dolomieten Piz Ciavazes - Dolomieten

Hoogte - vertrek 2523m – 2120m 2973m – 2470m 3309m – 1600m 2458m – 1800m 2998m – 2440m 3218m – 2150m 2836m – 2200m

SL - moeilijkheidsgraad

Ottovolante – 11 SL – 7a+ Cassin ( N ) -- 22 SL – 6c+ Via Gogna – 30 SL – 6b+ Cassin – 19 SL – 6b+ Comici (Noordwand ) – 17 SL – 6b Philipp/Flamm – 35SL – 6a/A1 Grosse Micheluzzi – 13SL – 6a+

lengte route 400 m 450 m 1100 m 700 m 450 m 1130 m 450 m

41


BERGWANDELEN Meertje? Zeg maar heus gletsjermeer: Gletsjermeer onder de Sulzenauferner

/Over hoogten en laagten op de Stubaier Höhenweg Een bergwandelstage, eens iets anders dan rotsklimmen of bergbeklimmen over gletsjers en spalten, was mijn uitgangspunt. Maar dat bergwandelen zeker niet te onderschatten is, bleek al snel uit onze week in het Oostenrijkse Stubaital!

V

ol enthousiasme vertrek ik. De reis verloopt vlot, enkel op het einde is er wat file. Maar het is vakantie, dus ik wind me er niet in op. In de namiddag kom ik aan bij hotel Wiesenhof in Mieders. Daar worden we opgewacht door een Nederlandse hoteluitbater! Zelf vindt hij de bergen ‘ondingen’ en is hij verbaasd dat we negen dagen gaan stappen om aan de andere kant van het dal uit te komen. Op onze vraag “Waarom ben je dan hier komen wonen?” krijgen we als antwoord: “die bergen, die brengen wel bergen geld!”

42 42

Der Einstieg Na een stevig ontbijt rijden we met de taxi naar het dorpje Neder. Doorheen het Pinnistal passeren we langs bergweiden en almen. Bij de laatste, de Karalm, eten en drinken we nog snel iets. De bediening is in typische ‘Lederhosen’ en ‘Dirndl’. De eerste echte klim van onze tocht gaat richting het Pinnisjoch. Zo komen we bij de eerste hut, de Innsbrucker Hütte, die bijna pal op het joch ligt. Voor sommigen is deze klim al pittig, maar met een reden: vijf liter fruitsap meesleuren, geen goed idee. Wat drankpoeder of Isostar-tabletten ter vervanging geeft al een hele gewichtsbesparing. Vanuit de hut kunnen we een eerste top beklimmen: de Kalkwand. Dieter, onze begeleider, Ward, Stefanie en ik beklimmen samen deze eerste prachtige ‘Kreuzgipfel’ van de week. Na een deugddoende douche schuiven we aan voor het eten: noedelbouillon en goulash met pasta - de eerste en niet de laatste van deze week. Terwijl het voorspelde hitteonweer losbarst op de achtergrond, kruipen we in onze slaapzak. Onze eerste nacht in een berghut, in de schaduw van de Habicht.


Tekst en foto’s Maarten Thys Sneeuwveldje bij de oversteek naar de Nürnbergerger Hütte

We stappen verder en horen het verlossende geluid van de helikopter. Stefaan wordt geëvacueerd en we zijn allemaal toch wat meer gerustgesteld. We komen bij een splitsing waar we een belangrijke beslissing moeten nemen: ofwel nemen we het pad richting de Lauterersee en blijven we op gelijke hoogte met de hut en doen we op het einde nog een ‘klettersteig’ van 100 meter. Ofwel dalen we af en stijgen we opnieuw steil richting de Bremer Hütte. Hoewel de klettersteig haalbaar is zonder materiaal, kiezen we voor de tweede optie. We zijn vermoeid en het ongeval van Stefaan heeft ons toch een kleine, mentale tik gegeven. Op de laatste ‘trap’ haalt Dieter ons in. We verenigen ons rond een glaasje schnaps en Dieter doet zijn verhaal. Het is voor iedereen duidelijk: een goede verzekering is onontbeerlijk in de bergen! Moe maar voldaan, gaan we na deze lange dag van negen uur uiteindelijk slapen. Dag Drie Vandaag start de dag moeizaam. De copieuze maaltijd van de vorige avond speelt parten op de eerste helling van de dag: een klim van driehonderd meter van de hut naar het Simmingsjöchl. Een sanitaire stop lijkt te helpen, onze motor draait weer op volle toeren. Na een eerste afdaling komen we op een klein plateau met fris groen gras waar enkele bergriviertjes samenkomen. Ik denk bij mezelf: “dit moet het ideale gebied zijn voor gemzen, een ingesloten kom met gras en water”. Wanneer ik omhoog kijk zie ik pal voor me één van de meest majestueuze beesten uit het alpenlandschap: geen gems, maar een uit de kluiten gewassen steenbok!

“We stappen verder en horen het verlossende geluid van de helikopter...” Na het plateau volgt nog een leuke, maar pittige afdaling met kabels en trapjes. Zoals meestal het geval is moeten we nog even terug omhoog langs wat kabels en treden, om zo aan te komen bij de Nürnberger Hütte. De tocht van vandaag was kort, maar zeker niet te onderschatten. Tijd dus om op krachten te komen met een ‘Kaiserschmarren mit Preiselbeeren’.

The longest day De wegbeschrijvingen voorspellen een lange dag: zeven à acht uur. Onze tredzekerheid zal vandaag voor de eerste keer op de proef gesteld worden. Op het joch, nabij de Pramarnspitz, nemen we een langere pauze voor een energiereep, wat chocolade, noten, of een meegesmokkelde boterham uit de hut. Hoewel de passages niet heel technisch zijn, zijn er toch stukken met kabel en zelfs wat behulpzame (of onbehulpzame) ijzeren treden. Bij één van deze passages valt Dieter’s vader, Stefaan. Een kleine struikeling, maar met een beenbreuk tot gevolg. We moeten een helikopter bellen. Verdorie, hoe kon dit gebeuren! We hebben niet meteen bereik om de 112 of 140 (Lokale Bergredding Oostenrijk) te bellen. We blijven rustig en Dieter verdeelt de taken. Hij maakt een briefje met de 5W’s (Wie, Waar, Wat, Wanneer en Weersituatie) en blijft bij zijn vader. Ward zoekt hoger naar gsm-bereik en belt de hulpdiensten. Dieter vraagt mij om met de rest van de groep door te gaan over de volgende pas, er is namelijk een onweer op komst.

In de namiddag geeft Dieter nog een les kaartlezen. Hij legt ook uit waarom hij steeds een touw meedraagt: niet alleen om er stoer uit te zien, maar ook om eventuele passages af te zekeren. We leren een aantal klimknopen en het gebruik ervan en zien hoe we met een prusiktouw een klimgordel kunnen maken. Let’s go swimming in the pool We verlaten de hut richting noordwesten en gaan via de kam tot op de pas, waar we onze rugzak achterlaten en naar het kruis van Mairspitz gaan. We dalen af en beslissen om de raad van de ‘Wirt’ uit de laatste hut te volgen en wijken af van het pad. We gaan richting twee kleine meertjes, die warm en zwembaar zouden zijn. Op aangeven van ‘Bergführer Von Holder’ wagen we ons aan een frisse dip in het water. De stramheid glijdt meteen van onze spieren weg. Heerlijk! Na een uurtje luieren, beslissen we om toch maar snel af te dalen naar de Sulzenau Hütte. We installeren ons in het ‘Matrazenlager’ en doen snel de ramen open: het slaapruim ligt onder het dak en het is er na de zonnige dag betrekkelijk warm. Uiteindelijk komt ook vandaag de weersvoorspelling uit: een spetterend onweer, dat geluk-

43


Laag en dan toch hoog! We hebben drie mogelijkheden voor de oversteek naar de Dresdner Hütte: een lage variant langs de gletsjerrivier van de Sulzenauferner, over het Beiljoch en dan terug dalen naar de hut, een iets hogere route die eveneens over hetzelfde joch gaat, of de hoogste variant waarbij we na een uiterst steile klim over de bergkam stappen langs de toppen van de Kleiner Trögler en de Grosser Trögler. Met de weersvoorspellingen in ons achterhoofd beslissen we om de laagste variant te kiezen. “De bergen lopen niet weg, we komen volgend jaar nog maar eens terug voor die toppen”, denk ik bij mezelf.

fruit en genieten van het prachtige uitzicht op de toppen rondom ons: Zuckerhutl, Wilder Pfaff, … Hiermee hebben we het hoogste punt van onze tocht bereikt. In het Gipfelbuch is bijna geen plaats meer en moeten we nog een vakje bijtekenen tussen de vele namen om onze namen te vereeuwigen. Een selfie bij het kruis kan ook niet ontbreken! Daarna dalen we op een dik uur terug af naar de hut. Wat ben ik blij: toch nog de top bereikt!

Op onze weg komen we stenen tegen op plekken tot waar vroeger de gletsjer reikte. Waar de kaart een klein plasje toont aan het uiteinde van de gletsjertong, is ondertussen ook een heus gletsjermeer ontstaan. Op het Beiljoch bevinden we ons net in een science fiction decor: de pas ligt bezaaid met honderden zorgvuldig gestapelde, soms wel metershoge steenhopen. Een surrealistisch beeld, daar hoog in de bergen. Na de pas dalen we af naar de Dresdner Hütte, die te midden van een skigebied ligt. Niet de mooiste logeerplek op onze tocht, maar de kamers zijn net iets luxueuzer en dat is best eens aangenaam. Door onze vroege aankomst, stel ik nog voor om de via ferrata naar de top van de Egesengrat te doen. Stefanie is bereid om met me mee te gaan, want alleen in de bergen vind ik best risicovol.

Vandaag staat een lange traverse op de planning, met de overschrijding van de hoogste pas op de tocht: de Grawaggruabennieder. Ook vandaag wordt er onweer voorspeld voor de namiddag. We nemen een stevig ontbijt in de hotelhut en om half acht vertrekken we. Dieter vraagt me op kop te lopen. We zetten ons in de beste volgorde om zo de groep te kunnen samenhouden. We houden ons aan een strak schema en nemen twee korte pauzes. Om twaalf uur bereiken we de top van de Grawaggruabennieder. Beneden zien we ons eindpunt van de dag liggen: de Neue Regensburger Hütte. Alles loopt volgens plan en Dieter is best tevreden. Maar de afdaling die volgt is, niet van de poes. Waar een tijd geleden nog een sneeuwveld lag met een pad er doorheen, is er nu enkel nog een blokkenveld. Gelukkig zijn er talrijke markeringen en raken we een voor een veilig beneden. Om twee uur, na een dag van zes en half uur, komen we aan bij de hut. Gelukkig, want nog geen uur later volgen de regenbuien en het voorspelde onweer.

Licht gepakt starten we de klim van zeshonderd meter naar de top. We stijgen zeer vlot en op anderhalf uur bereiken we het kruis op de top van 2902 meter. We drinken wat, eten een handvol gedroogd

Links: Kruis op de Grosser Trögler met zicht op de Zuckerhutl

44

‘I love it when a plan comes together’

Rechts: “The Gang’s All Here!”: op weg van de Dresdner naar Neue Regensburger Hütte


In het spoor van de gletsjerpastoor Vandaag staat een kortere etappe op het programma, richting de enige Oostenrijkse hut op onze tocht: de Franz Senn Hütte. Voor wie Franz Senn niet kent: hij was een Oostenrijks pastoor en ook mede-oprichter van het Deutscher Alpenverein. De eerste klim van de dag leidt ons tot op een pas met opnieuw een klinkende naam: het Schrimmennieder. Vandaar gaan we nog snel even op een loopje naar een kruis op het Basslerjoch. Spijtig genoeg zorgt de oplossende nevel door de regen van gisteren voor wat wolken, waardoor het zicht iets minder goed is. Na een lange heenen-weer slingerende afdaling, met heel wat grote blokken stenen, komen we aan bij de hut. We ontmoeten er veel klimmers, alpinisten, en hier en daar ook wat amateuralpinisten met een ‘Klettersteig’-set uit bandslings en musketons. De wind komt plots snel op, de wolken groeien aan en er komt terug regen opzetten. Daardoor valt ons plan om de Klettersteig te doen letterlijk in het water. Er zit niets anders op dan ons in het lager te installeren met een boek en een glaasje. ‘s Avonds volgt nog een echt Oostenrijks avondmaal: ‘Wiener Schnitzel met Kartoffelsalat’, en een pudding met bessen als dessert. Iets anders dan de vele goulash-achtige maaltijden van de voorbije dagen! Twee toppen in één dag! Twee uur na ons vertrek uit de Franz Senn Hütte komen we aan een klein ‘Jausenstation’, de Seduker Hochalm. Het is zondag, dus de mis speelt op de radio. Het spirituele gezang van de parochianen is de eerste muziek die onze oren bereikt na een week in de bergen. We stappen verder en komen langs het eerste kruis van de dag: de Marchsäule. Omdat het te nevelig is, beslissen we de kleine omweg langs het kruis niet te doen. Op de Gamskogel is de mist terug weg en hebben we een prachtig uitzicht. Op dat punt hebben we twee mogelijkheden om tot het tweede kruis te klimmen. Ofwel klimmen we met volledige bepakking over de Hoher Burgstall naar de Starkenburger Hütte, ofwel gaan we eerst naar de hut en dan zonder bepakking naar boven. We kiezen ervoor om eerst langs de hut te passeren. De meesten van ons zijn blij als we er zijn en al snel komen de snacks en drankjes boven. Zelf heb ik nog het kruis op het oog! Gelukkig is Stefanie terug enthousiast om mee te gaan naar de top. Boven hebben we een prachtig uitzicht op de drieduizenders van het Stubaital waaronder de Habicht, met vlakbij de Innsbrucker Hütte waar we een kleine week geleden vertrokken! Tijdens het afdalen ontmoeten we ook Luc die nog naar boven komt. Wanneer we in de hut aankomen, brengt Dieter een verassing: morgen beklimmen we de Hoher Burgstall! Zijn we daar net niet geweest…?

In het hotel volgt een stevige douche en een verlossende scheerbeurt, waarbij de baard van acht dagen plaats maakt voor een babyvelletje. Na het middagmaal gaan we met enkelen nog shoppen in Innsbruck. De rest zoekt het zwembad op of gaat voor wat genot in de sauna. ’s Avonds volgt na een lekkere schnitzel nog een ‘late night’ muzieksessie. Het afscheid Na een korte nacht staan we toch op tijd aan het ontbijt. Voor de meesten volgt nog een lange dag in de wagen. We nemen afscheid van mekaar en realiseren ons wat een prachtige week we samen gehad hebben. Hopelijk zijn we snel terug in de bergen om nieuwe avonturen te beleven! ▲

reiswijzer Reisperiode half juli tot half augustus, voor de meest stabiele weerscondities. Vervoer Met de auto tot Mieders, in het dal kan je gebruik maken van de taxidienst www.taxi-stubai.at. Accommodatie Voor de eerste en laatste nacht verbleven we in Hotel Wiesenhof (www.hotelwiesenhof.at). Alle informatie over de hutten vind je op www.stubaier-hoehenweg. at. Kaarten Alpenvereinskarte 31/1, 31/2 en 31/3 Moeilijkheidsgraad Geen gletsjerpassages of uiterst technische passages, maar tredzekerheid, een goede fysieke conditie en geen hoogtevrees zijn wel noodzakelijk.

Back to the real world ‘s Nachts heeft het wat geregend, waardoor er opnieuw een lichte ochtendnevel is. Gelukkig dus dat we gisteren al konden genieten van de Hoher Burgstall, want vandaag is het zicht op de top nihil. Na wat ‘leichte Kletterei’ komen we bij het laatste kruis op de Niederer Burgstall. Op de afdaling naar het middelstation van de Kreuzjochbahn is er toch nog wat regen en zo halen we voor de eerste keer deze week toch onze regenjas en rugzakovertrek boven. Als laatste etappe nemen we de gondels tot aan de Fulpmes en komen we zo terug in de bewoonde wereld.

45


TRAILRUNNING

/ Trailrunning voor beginners Trailrunning staat voor ‘off-road hardlopen’: door de natuur, over smalle paadjes (trails) rennen en natuurlijke hindernissen zoals heuvels, bergen, rotsen en beekjes bedwingen. Steeds meer lopers zoeken deze uitdagingen op. Op zoek naar meer beleving in plaats van de massalopen over asfalt en continu de focus op snellere tijden. Dicht bij de natuur, om de rust te ervaren en te genieten van de omgeving. Trailrunnen is mountainbiken maar dan zonder fiets.

I edere stap die je zet, is anders door de wisselende ondergrond, dus is een goede concentratie

belangrijk. Door trails te lopen bouw je meer kracht op in je benen en krijg je sterkere enkels. Het is ook een training voor je bovenlichaam doordat je continu moet ‘balanceren’. De zachtere en afwisselende ondergrond beperkt de impact op je gewrichten, waardoor je makkelijker langere afstanden kunt lopen. In België worden de meeste trails in Wallonië georganiseerd mede doordat een trail veelal geassocieerd wordt met de nodige hoogtemeters. Dit is in principe echter niet noodzakelijk. Wel noodzakelijk is de afwezigheid van beton en asfalt en de aanwezigheid van leuke, slingerende single tracks. Tevens moet de route voldoende gemarkeerd en aangeduid zijn, anders spreekt men van oriëntatielopen.

© Michiel Steensels

46


Tekst Filip Top / foto’s © Jantienne Hannesen en © Michiel Steensels

47


Soorten trails De afstanden in het traillopen liggen algemeen hoger dan op de weg. Zeldzaam zijn de trails die minder dan 10 kilometer bedragen en veelal zijn ze langer dan de marathon. Langere afstanden en lagere snelheden dan op de weg leiden ertoe dat de gemiddelde trailer toch steeds een lange tijd onderweg is. Technisch gezien mag men slechts van een trail spreken als er minder dan 20 procent van de te lopen afstand verharde weg is en er géén rondjes worden gelopen. Trails gaan normaal ook uit van zelfvoorziening, wat wil zeggen dat je niet om de 5 kilometer een drankstop tegenkomt. Vaak moet je meer dan 10 kilometer over zwaar terrein afleggen voordat je een bevoorrading tegenkomt, waardoor het nodig is om eigen drinken en sportvoeding te voorzien. • Trail: Alle afstanden kleiner dan de marathonafstand. Meest populaire afstanden bij lopers ligt tussen de 20 en 30 kilometer. • Nachttrail: Variante op de gewone trail maar deze wordt in het donker gelopen met hoofdlampen. • Kamikazi trail: Altijd een korte afstand (tussen de 4 à 10 km), maar zoals de naam al doet vermoeden is het een parcours om u tegen te zeggen. Steile klim en zeer steile technische afdalingen zijn eerder regel dan uitzondering, en vaak hangen er touwen om je te begeleiden. Deze trails staan garant voor je traagste kilometers ooit. • Ultratrail: Alle afstanden langer dan de marathon afstand (42,195 km). Bij ultratrails is materiaal nog belangrijker dan bij de kortere trails. Een rugzak is noodzakelijk voor het meenemen van onder andere eten, sportdrank, extra kleding, wandelstokken en hoofdlampjes. Bij de meeste ultratrails is deze rugzakinhoud verplicht door de organisatie en zonder deze items mag je niet starten. De populairste afstanden liggen hier tussen 50 en 80 km.

Filip Top

48

• Etappe trails: Etappelopen zijn wedstrijden verdeeld over meerdere dagen en kunnen worden vergeleken met het wielerevenement ‘Tour de France’. Ook hier zijn er etappewinnaars en klassementsleiders. Toch is dit niet echt het belangrijkste voor de massa. Meer dan 90 procent van de deelnemers doet mee om de eigen grenzen te verleggen en te genieten van de mooie natuur. • Team Trails: Trailwedstrijden die je in duo loopt. Samenblijven is de boodschap. Trailrunning is zeker een sociaal gebeuren en het lopen in teams van twee versterkt dit gevoel nog. • SkyRunning: In de landen met hogere bergketens is SkyRunning een extreme vorm van berglopen. SkyRunning heeft zijn eigen regels en een eigen federatie. SkyRunning heeft verschillende disciplines, zoals de SkyMarathon®, Ultra SkyMarathon®, Skyrace® en de Vertical Kilometer®. • Vertical Kilometer®: Wedstrijden met 1000 meter verticale klim over een variabel terrein met een geleidelijk stijgingspercentage, niet meer dan 5 km lang. • Skyrace®: Wedstrijden tussen 2000 meter en 4000 meter hoogte en tussen de 20 en 30 kilometer lang. • SkyMarathon®: Dit zijn wedstrijden met minimaal 2000 hoogtemeters in totaal en tussen de 30 en 42 kilometer lang. Het parcours mag over paden, trails, rotsen of sneeuw (asfalt minder dan 15 procent) gaan. De toppen kunnen 4000 meter hoogte of meer bereiken! • Ultra SkyMarathon®: Ultra skymarathons zijn alle wedstrijden die de parameters van de SkyMarathon met meer dan 5 procent overschrijden.


Materiaal

Rugzak

Het nodige materiaal voor trailrunning varieert enorm naargelang het type trail dat je gaat lopen. De meeste ultra trails hebben een voorgeschreven materiaallijst, kortere trails in de Ardennen hebben dit niet. Maar door het offroad terrein en weinige bevoorradingen ga je toch altijd een minimum aan materiaal nodig hebben.

Vaak wordt er eerder verwezen naar een “racevest” dan naar een rugzak, daar de meeste looprugzakken meer als een vest gedragen worden dan als een echte rugzak. Welke rugzak je verkiest, is voornamelijk afhankelijk van de inhoud. Hoe extremer de trail die je loopt, hoe meer materiaal je dient bij te hebben. De gekendste merken van deze “racevesten” zijn Salomon, Scott, Raidlight en Camp. Maar zoek je het iets meer budgettair dan ben je ook geholpen bij Decathlon. Meestal zijn deze “racevesten” ook voorzien van een camelbag, een nooddeken en een noodfluitje.

Schoenen Trailschoenen zijn er tegenwoordig in alle vormen en dien je net als mountainbike banden te kiezen naar het soort trail dat je gaat lopen. Het grote verschil tussen een gewone loopschoen en een trailschoen is voornamelijk grip en bescherming. Een goede trailschoen beschermt tegen scherpe stenen en wortels door verstevigingen in de zool. Maar ook de tip is verstevigd, om de constante druk op je tenen bij een afdaling op te vangen. De zool is bepalend voor het soort trail dat je zoekt te lopen. Modderige trails in onze Ardennen vragen een zool met veel grip, waar een groot profiel zorgt voor maximale grip zowel bergop als bergaf. Zoek je eerder trails in de bergen te lopen, dan heb je schoenen met een minder grof profiel om op de rotsen maximale grip te vinden. Ook het bovenwerk van de schoen is bepalend voor het soort trails dat je zoekt te lopen. Hier kan je kiezen tussen Goretex schoenen of deze met een zeer luchtig bovenwerk. Nadeel van deze laatste is dat je bij het minste plasje het water doorheen de schoen voelt dringen, maar de schoenen drogen snel. Nadeel van de Goretex schoenen is dat eens het water (en vooral zweet) in je schoenen doorgedrongen is, het ook niet meer weg kan. Deze zijn dus waardeloos in trails waar je rivieren dient over te steken. Tegenwoordig hebben alle grote merken van loopschoenen ook trailschoenen in hun gamma. Kleding Wat kleding betreft is er natuurlijk een groot verschil tussen een trail in de Ardennen of een ultra doorheen de Alpen. Specifieke trailkleding is in de ardennen geen echte noodzaak, maar kan tijdens de langere afstanden wel voor meer comfort zorgen. Trailkleding is zowel op afwerking als gebruikte materialen veel technischer en lichter, maar dus ook duurder. Ook zijn de loopshirts voorzien op het dragen van een looprugzak en hebben ze op de juiste plaatsen verstevigingen, dit om zowel slijtage als wonden door wrijving tegen te gaan.

Stokken Bij trails met meerdere hoogtemeters zijn wandelstokken aangeraden. Het wel of niet gebruiken ervan is puur persoonlijk. Sommige van de beste lopers zweren erbij, terwijl anderen de meerwaarde ervan niet inzien. Deze stokken zijn niet te vergelijken met degene die we gebruiken bij het alpinisme. Het gaat hier over veel lichtere plooistokken, meestal verkrijgbaar in twee lengtes, en geen instelbare telescoopstokken zoals bij het alpinisme. Ook beschikken deze stokken niet over een vering en is de techniek die we gebruiken totaal verschillend. In het traillopen worden de stokken enkel tijdens de klim gebruikt en gooien we heel de kracht van ons bovenlichaam op de stokken om sneller en efficiënter te kunnen stijgen. Tijdens afdalingen worden de stokken weggeborgen omdat ze bij de hogere afdaalsnelheden enkel hinderen. Andere Afhankelijk van de loop heeft men nog andere materialen nodig. Bij ultra’s of night runs moet men een koplamp hebben en bij vele ultra’s is een eerste hulpkit verplicht (vaak enkel bestaand uit een verband). Praktisch altijd moet men ook een GSM bijhebben, met genoeg batterij voor de hele loop en het GSM- nummer van de organisatie in het geheugen geprogrammeerd. Volg altijd stipt de lijst van verplichte materialen, daar je vaak voor de start gecontroleerd wordt op de aanwezigheid van deze items. Gediskwalificeerd worden voordat je start door de afwezigheid van een verplicht item is niet leuk en kan makkelijk vermeden worden. Bij buitenlandse bergtrails moet je meestal ook zelf voor een verzekering zorgen, iets wat mee in je verzekering bij het KBF zit. m

De huidige trailrunning kleding kan je omschrijven als baggy, de broeken (voor de vrouwen zelfs rokjes) zien er los uit maar er zit een strakke broek onder om wrijving tegen te gaan. Ook is compressiekleding om blessures te voorkomen een grote hype binnen het traillopen. Ze ondersteunen bepaalde spiergroepen, laten meer bloed door, voeren afvalstoffen beter af en helpen recupereren. Ze verbeteren bovendien je houding. Compressiekousen zorgen dan weer voor minder belasting bij het dalen en beschermen tegen netels en andere planten. Voor ultratrails waar je vaak zowel ’s nachts als overdag moet lopen, heb je lichte, comfortabele armstukken die je bij verschillende weersomstandigheden warm houden. Ook extreem lichte regenkledij is meestal vereist bij ultra’s doorheen de Alpen. Het meest gekende en toonaangevend merk van trail loopkledij is de S-Lab reeks van Salomon, maar ook andere merken zoals North-face, Scott, Camp, Raidlight en zelfs decathlon zijn geen onbekende op dit vlak. © Jantienne Hannesen - Altijd Sporten

49


Trainingen Daar trails zich over een langere afstand afspelen worden “Long slow distance (LSD)” trainingen het belangrijkste onderdeel van je voorbereiding. Dit in combinatie met lange intervallopen helpt je al goed op weg. Maar doordat heel je lichaam hard moet werken om op de technische trailpaden hun evenwicht te vinden, is het ook zeer belangrijk om het bovenlichaam, onderlichaam en houding te trainen. Hiervoor bestaan er heel veel oefeningen en heb je als klimmer wel een groot voordeel daar het bovenlichaam meestal al goed getraind is. Als alpinist heb je dan weer het grote voordeel dat je technische paden en lange klimmen/afdalingen gewoon bent. Ook is het zeer belangrijk om je wedstrijden doorheen het jaar goed in te delen. Men kan niet elke week een ultra lopen. Opbouwen naar je doel is dus zeer belangrijk. Je vindt genoeg trainingsschema’s online, maar ook KBF-lid Anouk Dhoore biedt via boostbodymind trainingen op maat aan. Wedstrijden in België Tegenwoordig is er wel ieder weekend ergens in België een trailwedstrijd. Hieronder een kort overzicht van de volgens mij betere trails die de Ardennen te bieden heeft. • Crêtes de Spa: Crêtes de Spa is de oudste ultra trail van België en is dit jaar al toe aan haar 39ste editie. Je loopt er de skipistes van België omhoog en de 55 kilometer zijn voor mij de mooiste van het land. Er is ook nog een 21 en 8 kilometer omloop. • Trail des Chevreuils (herten trail): Zeer mooie en leuke technische trail boven Namen. Met een afstand van 18 of 28 kilometer biedt het aan de meeste lopers wel een mogelijkheid. Houd er wel rekening mee dat je elk jaar opnieuw er voldoende extra kilometers bijkrijgt. Het is niet te begrijpen waarom de organisatie haar officiële afstanden nog niet heeft aangepast.

© Jantienne Hannesen - Altijd Sporten

50

• Trail de la lesse: Een zeer mooie trail te Daverdisse onder Dinant. Deze trail biedt maar liefst drie afstanden aan, zijnde 15, 25 of 40 kilometer en bereikt dus een zeer groot doelpubliek. Met zeer ruime parkeermogelijkheden langsheen een offroad motorcircuit en een prachtige organisatie is deze wedstrijd zeker een aanrader. • OHM trail: De organisatie achter deze wedstrijd claimt dat ze de zwaarste omloop van België hebben en tot op heden kan ik dit alleen maar bevestigen. De oorspronkelijke trail van 35 kilometer kun je zonder meer moordend noemen. Zeer technische en steile klim en afdalingen maken dat je nooit echt veel tempo kan maken. Vandaag de dag is de wedstrijd uitgebreid met een 10, 20 en 50 kilometer trail. • Trail Des Fantomes: Deze wedstrijd is dit jaar aan zijn 7de editie toe. Met maar liefst 5 afstanden (12, 19, 27, 33 en 65 kilometer) is er voor ieder wel wat wils. Met een start en aankomst in La Roche nodigt deze loop zeker uit om er een lang weekend in deze prachtige streek van te maken. • Barage: Deze trail is gekend als een van de mooiere technische trails in de Ardennen. Met afstanden van 13, 22 en 31 kilometer biedt ook deze wedstrijd aan een groot publiek mogelijkheden. • Olne Spa Olne: Deze kleinere organisatie is zeker een aanrader voor zij die van langere afstanden houden. Over een afstand van 69 kilometer loop je doorheen het mooie landschap van Herve in zijn veelkleurige herfsttooi. • Xtrails Houffalize: Deze wedstrijd zal zowat de enige meerdaagse loop in België zijn. Je hebt een zomer- en wintereditie met telkens twee wedstrijden op zaterdag en een wedstrijd op zondag. De wedstrijden op zaterdag staan enkel open voor zij die het hele weekend lopen, op zondag kan je kiezen uit meerdere afstanden welke openstaan voor iedereen. Een leuke manier om eens kennis te maken hoe het voelt om meerdere wedstrijden kort na elkaar te lopen.


Europese trailwedstrijden Net zoals in België zijn er tegenwoordig in de Alpen meer wedstrijden dan je verlof kunt nemen. Uit eigen ervaring en de ervaring van vrienden een kort overzicht van de meest gekende wedstrijden. Ultra Trail du Mont Blanc / UTMB (Chamonix Frankrijk) Dit is voor de meeste traillopers het ultieme doel. Om hieraan te mogen deelnemen dien je eerst de nodige punten in te zamelen op andere wedstrijden, en dan nog volgt er een loting. Lopers die al twee keer naast de loting grepen, zijn automatisch geselecteerd bij hun derde poging. Deze wedstrijd die je doorheen het MontBlancmassief voert, is in elk geval niet voor onervaren lopers. De wedstrijd is onderverdeeld in volgende afstanden: • UTMB (ultra-trail du mont-Blanc): 170 km, 10 000 hoogtemeters • CCC (Courmayeur-Champex-Chamonix): 101 km, 6100 hoogtemeters • TDS (Sur les traces des ducs de Savoie): 119 km, 7250 hoogtemeters • PTL (La petite trotte a Leon): 290 km, 26 000 hoogtemeters • OCC (Orsieres-Champex-Chamonix): 55 km, 3300 hoogtemeters

© Jantienne Hannesen - Altijd Sporten

Zugspitz ultratrail Een mijn favoriete buitenlandse trails. Deze wedstrijd biedt maar liefst 5 afstanden aan, welke allemaal in Grainau aankomen. Voor elke afstand vertrek je gewoon verder en kom je uiteindelijk op hetzelfde parcours terecht als de kortere afstand. De trails brengen je over een prachtige omgeving en zijn zeer technisch. • BaseTrail: 24.9 km, 1548 hoogtemeters • BaseTrail XL: 36.7 km, 1843 hoogtemeters • Supertrail: 59.7 km, 2920 hoogtemeters • Supertrail XL: 78.4 km, 4106 hoogtemeters • Ultratrail: 96.6 km, 5380 hoogtemeters Trans alpine run Deze westrijd zal zowat de gekendste meerdaagse team run in Europa zijn. Het traject ondergaat dit jaar een grondige wijziging en is met een dag ingekort tot exact een week loopplezier. De race start in Garmisch in Duitsland om je via Oostenrijk tot in Brixen in Italië te sturen. De totale afstand is 247,3 km en goed voor 14 973 hoogtemeters.

4Trails Een andere gekende meerdaagse is de Salomon 4 trails. Deze 4 daagse trail start in Berchtesgaden in Duitsland om te eindigen in Maria Alm in Oostenrijk. Deze omloop is goed voor 144,4 km en 8660 hoogtemeters. Fans zullen echter een jaartje moeten wachten, daar deze wedstrijd in 2016 spijtig genoeg niet doorgaat. Ultra Tour Monte Rosa (UTMR) In 2016 is deze meerdaagse loop aan zijn tweede editie toe. Over een afstand van 116 km en 7500 positieve hoogtemeters loop je van Cervinia in Italië naar Grachen in Zwitserland. De wedstrijd volgt de tour Monte Rosa, een van de mooiere lange afstandswandelingen in de Alpen. Deze tocht is 162 km lang en start in Zermatt om van daaruit richting Italië te trekken om uiteindelijk terug in Zermatt aan te komen. Problemen met permits in Zermatt maken dat deze run ook in 2016 niet de volledig tour zal zijn. Maar een pracht van een crew in combinatie met een adembenemend track maken dit een run die je zeker moet gelopen hebben. Lizzy Hawker, een zeer gekende ultra loopster en organisator van deze run, stond er ook op dat we elke ochtend voor vertrek wat geschiedenis meekregen over het track dat we die dag moesten lopen. Uniek!

Filip Top

Ultra-trail world tour Deze tour is nog maar pas opgericht en bundelt enkel van werelds zwaarste ultra’s. Andere populaire trails in de Alpen die een ruim aanbod aan afstanden hebben zijn o.a.: • Marathon du Mont Blanc • Eiger ultratrail • Madeira ultratrail • Gran trail Courmayeur • Grossglockner ultratrail • Dolomites Skyrace Een volledige kalender voor Belgische wedstrijden vind je op www. trailrun.be/site/calendar/, een internationale kalender op www. mudsweattrails.nl/trail-kalender. Meer informatie over het traillopen vind je op: running-on-trails.be, trailrun.be en mudsweattrails.nl. ▲

51


ROTSKLIMMEN

/african

William in de 2e lengte trad (6c+) op de tafelberg met zicht op de Atlantische Oceaan

52


Tekst William Frimout / foto’s W. Frimout en S. Vanden Driessche

magic “Wat nu?” Dat is de vraag die ik me stel wanneer ik in juni een einde maak aan mijn middelbare schoolcarrière. Ik heb drie maanden ter beschikking. Dit is het moment! Het moment om iets te ondernemen wat ik anders niet zomaar kan realiseren. Misschien een paar projectjes in de Alpen? Of Spanje? “Nee, deze keer niet!”, hoor ik mezelf denken. Het is tijd voor iets nieuws…

O

m 6:00u loopt eindelijk de wekker af. Laaiend enthousiast spring ik in mijn kleren en haast me richting de luchthaven van Zaventem. Daar staat Sam mij al met een brede glimlach op te wachten. Niet zo verwonderlijk aangezien we over exact één dag aankomen voor een klimtrip op het meest zuidelijk gelegen land van het Afrikaanse continent. “South Africa, here we come!” Na regen komt zonneschijn Bij aankomst in Kaapstad worden we verwelkomd met echt ‘Belgisch weer’. Zover onze ogen reiken niets dan grijze wolken en regen… Even stellen we ons de vraag of we wel echt in Zuid-Afrika geland zijn, maar aan de grappige ZuidAfrikaanse taal te horen – die trouwens heel erg op onze taal lijkt – zitten we helemaal juist! Van een echte taalbarrière kunnen we dus niet spreken, wat alles toch net even iets makkelijker maakt. Althans dat dachten we… Vierentwintig uren later en een overnachting op de luchthaven rijker, zijn we eindelijk aan een auto geraakt. We hadden er niet aan gedacht een creditcard mee te nemen en ja, zelfs in Zuid-Afrika geraak je niet aan een auto zonder zo’n gouden kaart.

53


Braai Rocklands Paradise Aangezien de weersvoorspellingen voor de komende week in Kaapstad er niet al te best uitzien, besluiten we ons avontuur te beginnen in het bouldermekka van Afrika, de Rocklands! Dit gebied behoort tot de Cederberg Mountains en ligt op ongeveer twee en half uren rijden van Kaapstad. Via enorm lange wegen door ongerepte natuur rijden we stilaan het paradijs tegemoet. Het landschap verandert beetje bij beetje en voor we het daadwerkelijk beseffen, staan we tussen de oneindige boulders die het Cederberglandschap rijk is. “Wauw! Dit lijkt wel prehistorisch… Enkel de dino’s ontbreken nog!”, grap ik tegen Sam. We zijn allebei diep onder de indruk en kunnen echt niet meer wachten om voor het eerst ons vel te schuren op de ruwe, oranje zandsteen.

“Ik heb gezocht naar betere opties om te zekeren, maar die waren er niet. Het blijft klimmen in de Dolomieten: stop whining, keep climbing. . ...”

We worden opgewacht door Koen, Liesbeth en Nora. Enkele klimvrienden die al een dag eerder zijn aangekomen. We logeren op het domein van de lokale wijnboer, De Pakhuys genaamd. Hier kunnen klimmers tegen schappelijke prijzen overnachten in tenten, caravans en lodges. Ook is er de mogelijkheid om crashpads te huren, erg handig als je van ver komt. Dit gecombineerd met goedkope, lekkere wijn en oneindig veel boulders maakt deze plek tot een waar paradijs!

Onze eerste echte klimdag is meteen een succes. Vol energie storten we ons op de vele scherpe boulders die ons pad kruisen en zeker niet zonder resultaat! We zijn allemaal verkocht voor de Zuid-Afrikaanse rots, behalve onze vingertoppen dan… Die zijn na een intensief dagje trekken en sleuren al redelijk wat vel verloren. Ach ja, dat hoort erbij! Moe maar voldaan keren we ’s avonds terug en is het tijd om wat energie op te doen. Zoals de meeste Zuid-Afrikanen sluiten we de avond gezellig af met een glaasje wijn en een “braai”, het ZuidAfrikaanse synoniem voor barbecue. De dagen die volgen staan voornamelijk in het teken van boulderen. We bezoeken veel verschillende klimgebieden en leven ons volledig uit op de speciale bouldersculpturen. We klimmen midden een unieke fauna en flora. Zo komen we geregeld bavianen, slangen en schildpadden tegen. Iets waar we in België alleen maar van kunnen dromen… Na twee weken intensief boulderen houden Sam en ik het voor bekeken. We vinden het tijd om het volgende stukje Afrika te gaan ontdekken en nemen afscheid van Nora, Koen en Liesbeth. Zij blijven nog twee weken langer genieten in de Rocklands terwijl wij doorreizen naar Oudtshoorn voor het volgende avontuur!

Oudtshoorn We zijn zes uur verder en een goede vijfhonderd kilometer verwijderd van de zonnige Rocklands. Hevige bliksem en donderwolken razen over de nabijgelegen bergpas. Hier zitten we dan, opeengepakt in ons tentje, moederziel alleen op een verlaten camping in de gietende regen. Mijn humeur daalt exponentieel en ik kan op dit moment alleen maar denken aan waarom we niet in de Rocklands zijn gebleven. We besluiten maar gewoon vroeg in de slaapzak te kruipen en morgen alles opnieuw te bekijken. Bij het ontwaken de volgende morgen hebben de donkere wolken plaats gemaakt voor een prachtig zonnetje. Wanneer ik de tent openrits, zijn we toch wel verbaasd. We bevinden ons in een totaal nieuw landschap vergeleken met de Rocklands! Overal waar we kijken, zien we grotten en holen in de rotswand. Oudtshoorn staat bekend als het beste kalksteen sportklimgebied van Zuid-Afrika. Heel wat bekende klimmers zoals Adam Ondra en Arnaud Petit hebben hier al hun toevlucht gezocht. Met dit in het achterhoofd vertrekken we vol verwachting richting de hoofdwand van het Oudtshoorn massief dat op ongeveer een kleine tien minuten wandelen van de camping ligt.

William in de weinig geklommen lengteroutes van de Rocklands (7b).

54

“Wauw!”, met dit woord kan ik zowat alles beschrijven hier. Vijftig meter overhangende wand, voorzien van tufa’s waar de meeste klimmers geil van zouden worden, honderden fantastisch uitziende routes en gewoon in de verste verte geen klimmer te bespeuren… Waar vind je zoiets nog de dag van vandaag?


Sam klimt trad uit het dak eerste lengte tafelberg (7a)

55


“Gordel aan, klimschoenen aan en gaan!”, roep ik tegen Sam. De daaropvolgende dagen klimmen we enorm veel meters. Wat voelt dat keihard verzuren toch goed aan na al dat bouderen! De routes zien er bijna allemaal gloednieuw uit, buiten een paar pofrestjes op de ruwe kalksteen lijkt deze wand gewoon ongeschonden. Dit is nu eens genieten met een grote G! Cape Town Met pijn in het hart moeten we vaststellen dat onze laatste week in Zuid-Afrika is aangebroken. Na weggewaaid te zijn in de multipitch van Paarl en een mislukte poging om een multipitch te doen in het dorpje Montagu vanwege de aanhoudende regen, besluiten we onze laatste klimweek door te brengen in Kaapstad. Wie Kaapstad zegt, zegt natuurlijk ook Tafelberg. Deze mythische berg ligt praktisch midden in de stad en staat bij de klimmers bekend als een waar trad-klimparadijs. Dit houdt in dat er nergens haken zijn voorzien om routes af te zekeren. Alles gebeurt dus met behulp van friends en nuts wat het klimmen zoveel avontuurlijker maakt, we like it! This is nuts Nadat we ons grondig geïnformeerd hebben in de lokale klimzaal (City Rock), hebben we een drietal routes op het oog die ons het meest interessant lijken. De aanloop naar deze routes is een steile tocht van ongeveer anderhalf uur wandelen en klauteren.

William in Stalker on the Horizon 7c+ in de Rocklands

56

We kiezen bewust om dit te voet te doen aangezien we ons niet willen mengen in het massatoerisme dat om de drie minuten met de kabellift naar de top van de Tafelberg wordt gebracht. Tja, zo gaat dat de dag van vandaag… De eerste route die we klimmen is een kleine opwarmer. We moeten allebei terug even wennen aan de stijl van klimmen en het plaatsen van friends en nuts. Zonder noemenswaardige problemen werken we ons een weg naar boven en kunnen we voor het eerst genieten van het welverdiende zicht op de top van Table Mountain. De tweede route is van een heel ander kaliber. We hebben gekozen voor een uitdaging en dat voelen we meteen! We ondervinden dat de quotering recht evenredig gaat met het aantal friends dat we kunnen plaatsen en mentaal wordt het allemaal net even iets lastiger. Zeker wanneer je vier meter boven je laatste en bovendien kleinste friend hangt en je plots je armen voelt vollopen met melkzuur… Gelukkig kunnen zowel Sam als ik het hoofd koel houden en brengen we ook deze uitdaging tot een goed einde. De derde en laatste route kunnen we helaas niet afwerken vanwege een naderend regenfront. Toch was dit, als we terugblikken op de afgelopen maand, een van de mooiste en avontuurlijkste klimvakanties die we al beleefd hebben. Ik kan dan ook iedereen met zin voor avontuur aanraden eens een bezoekje te brengen aan Zuid-Afrika. Explore, Discover and Wonder Africa! ▲


reiswijzer Vervoer Een goed bereikbare vertrekplaats is Val Gardena, maar parkeren kan een probleem zijn. Alternatieven verderop zijn Kronplatz of Passo San Pelegrino. Reken dan wel op een halve dag en wat skibus om de Sellaronda te bereiken. Arabba is centraal gelegen, maar de rit er naartoe is merkelijk langer. Accommodatie Om in een uithoek van het skigebied boven te slapen moet je in de vroege namiddag de lift in het dal nemen. Op de eerste zaterdag van de krokus is dit vrijwel niet haalbaar als je ‘s ochtends vanuit België vertrekt. Een tussenstop onderweg of een overnachting in het dal is daarom aan te raden. Andere tips Liften nemen met een rugzak groter dan pakweg 25 of 30 liter is lastig. Indien je een hele week met de rugzak op pad wil zijn, moet je die beperken tot het formaat van een dagrugzak. Een ganse dag skiën met een relatief zware rugzak is ook niet bevorderlijk voor de skitechniek. Neem wel pantoffels mee voor ‘s avonds, want anders loop je daar de hele week op je binnenschoenen! Bij het kopen van de skipas moet je er op letten dat deze geldig is in het volledige gebied. Meer info vind je op de website van superski dolomiti.

De hard overhangende wand van Oudtshoorn

57


WINTER

/MOUNT COACH watervalklimmen Omdat een beetje sneeuw niet koud genoeg is voor een echte alpinist, jaagde Mount Coach Academy haar jonge snaken in februari naar het Oostenrijkse Tirol. Niet om er te leren jodelen, schnaps te drinken en alpenhoorns te laten schallen – of dat was toch niet de voornaamste reden – maar vooral om er de bevroren watervallen op te zoeken, te bestuderen en te overmeesteren.

Nür wann es eis- und eiskalt ist 58


Tekst en foto’s Roel Goris

ACADEMY in Tirol “E

en alpiene beklimming met een laagje ijs tijdens de zomerstage” en “een namiddag drytoolen bij de Bergpallieters in Buggenhout”. Die twee dingen vatten onze ervaring met ijsbijlen zowat samen, voordat we in onze geliefde Mount Coachbus stapten. Een bonte verzameling aan ‘quarks’ en ‘nomics’, van twintig jaar oud tot splinternieuw, lagen in de kofferruimte te smachten naar een temperatuur onder het vriespunt. Wij, weliswaar voorzien van genoeg lagen en handschoenen om ook de volgende Mount Coach Academy lichtingen warm te houden, smachtten mee. Een eerste telefoontje met de Oostenrijkse gids Stefan Zangerl was echter al een ruwe start. “Servus!”, schal zijn stem vrolijk door onze auto, “Ich packe noch und wird bei etwa neunzehn Uhr ankommen. Ich lebe nur einen Steinwurf von Imst also keine Sorge, wir sehen uns dort!” Of dat denken ik en Google Translate toch dat hij zei, want ons Duits was om het licht uit te drukken “roestig”. Het zou een reis met Jean-Marie-Duits, Allo-Allo-Engels en ter plekke geïmproviseerde gebarentaal worden.. Off to a rough start De eerste dag leidde Stefan ons tot aan Taschachschlucht in Pitztal. Al klinkt het alsof onze gids hier nog gauw met de natte vinger een naam voor verzon, de aangeraden topo-site www.climbers-paradise. com schrijft het exact hetzelfde. Op deze ietwat gemakkelijke - en daarom razend populaire - ijswand zetten wij onze eerste stapjes op het ijs. Een ijsvijs draaien met links en rechts, heupen naar voor, in een driehoek stappen en idem met de ijsbijlen, … Het ging tamelijk vlot. Zonder ijsbijlen daarentegen - een goede oefening om het correct stampen en staan met crampons te trainen - was andere koek. Zodra de ijswand voldoende overmeesterd of zelfs haast platgelopen was, rondden wij onze eerste dag voldaan af. Toch was dit niet voldoende training. “Ein bisschen kunnen bewiegen auf ein bevroren muurken, das ist allemaal gut und wel”, moet Stefan ongeveer gedacht hebben, “maar het gevoel met de ijsbijlen kan nog beter”. Die Oostenrijkse gedachte, gecombineerd met het feit dat het aantal voor beginners veilige ijswatervallen door het warme weer beperkt was, stuurde ons op de tweede dag naar “Kitsgarten-Schlucht”. Niet voor de ijswand die we links lieten liggen en die later op de dag nog met het warme weer naar beneden zou storten, maar voor enkele mooie drytoolroutes. Een randje van twee millimeter lijkt voldoende om de bijl op te schikken, een barstje van al even breed wordt met een juiste draai aan de bijl plots een ideale klimgreep. Onze crampons zien danig af van ons beginnersgeschuiffel, maar oefening baart kunst. Na de nodige voorstelling standenbouw op een overgebleven stukje ijs om de dag af te sluiten, smachten we al terug naar het hemelse gevoel van onderkoeling en halfbevroren vingers. Tijd voor een nieuw ijswandje, dus.

We trekken de dag erop richting Ochsengarten. Niet zozeer voor het ijsklimmen gekend, maar daar zit het grote voordeel van een lokale gids. Een stevige instijg later wagen we ons hemels afgezonderd van de ijsklimmende massa aan onze eerste multipitch op ijs. De standenbouw die er de dag ervoor werd ingedrild, komt al meteen van pas. Het gevoel van aan een grote ijspegel te hangen? Dat valt in onze eerst klimpasjes zonder twijfel nog op. Maar aangezien onze “Führer ohne Seil” ons echter als een dartele ijsbergbok voorbij huppelt, kunnen ook wij niet anders dan ten volle op onze ijsvijzen en nieuwe technieken vertrouwen. De dag erna trekken we vol goede moed naar een andere verborgen waterval in Ochsengarten. “Verborgen” mogen we zeer letterlijk nemen, want de stevige mist en sneeuw maken dat we haast geen hand voor ogen zien. Het is dan ook pas in de laatste tien meter van onze aanloop dat we zien dat de waterval al de natuurlijke habitat vormt van een zestal andere klimmers. “First come, first served”, dus wij druipen af en schaven in het hotel met een leerrijke presentatie van Stefan onze lawinekunde bij.

59


60


Hoogmoed komt voor de val Onze droevige gezichtjes, nog duf en beteuterd van een dagje thuisblijven, laten Stefan niet koud. Hij haalt op donderdag het onderste uit de kan en leidt ons de dag erna tot een van zijn geheime en koudste plekjes. Een waterval bij het dorpje Rofen, een dorp zelfs nog voorbij Sölden, in het verste uiteinde van het dal. Een prachtige rappel over de witbevroren en wondermooie waterval doet onze vingers en tenen al jeuken. Al sluipt daar stiekem ook de vrees bij: “moeten wij dit stuk straks terug omhoog?” We laten wijselijk een touw hangen om die laatste klim - die toch een gradatie W5 draagt en aldus een tikje moeilijker is dan de W3-W4’s die wat meer links liggen - veilig toprope te kunnen doen. Die prachtige mogelijkheden wat verderop worden echter als ware leadclimbers uitgetest en goedgekeurd. Standenbouw, zekertechnieken en abalakovs, alles wordt geoefend en gedrild tijdens het - niet te vergeten! - zienderogen genieten van de prachtige klim.

rechtse, maar ook het linkse hand geeft het op. Geen tijd meer om de bijl terug vast te grijpen en ik stort de ondiepe dieperik in. Dat ene plekje waar het ijs toch niet van de opperste kwaliteit was, blijkt exact die plek te zijn waar mijn laatste ijsvijs zat ingedraaid. De voorlaatste houdt gelukkig beter en met een mooie zwaai smak ik tegen het ijs op een kleine twee meter boven de grond. “Alles ok”, zeg ik terwijl ik me uit mijn ongemakkelijke positie worstel en ik zie de bleke gezichten van kompanen en gids. Ik bewonder en bedank mijn gebarsten helm, aanschouw de ijsbijlen die meters boven me in het ijs zijn achtergebleven en besluit dat de val misschien toch iets zwaarder was dan ik in die luttele seconden had gevat. Jozua werkt met glans mijn mislukte voorklim af en bouwt boven een toprope standplaats. De rest van de dag werken we in toprope nog aan onze ijsklimmeters, de ervaring die je opdoet door te klimmen, klimmen, klimmen. Maar een voorklim zit er niet meer in.

En plots is het al vrijdag, seg. We rijden weer in dezelfde voor topo’s verborgen richting en houden halt aan een waterval nabij het dorpje Vent. De laatste volledige dag klimmen voor we ‘s zaterdags aan de terugrit zullen beginnen. “Als er dus nog iets kan mislopen, dan is het vandaag he! Hahaha!”, lachen we. “Malle Mount Coachers die we zijn.” En toch leren we - of vooral ik - een wijze les: laat je niet leiden door trots. De armen, moe van een week ijsklimmen, verzuren in mijn eerste voorklim op een tiental meter boven de grond. Maar opgeven? Nooit! Jamais! Dat staat niet in het woordenboek! Tot ik merk dat ik geen vinger meer kan lossen, want dan zou dat hand en meteen ook het andere hand, het opgeven. Een ijsvijs draaien? Tja, da’s dan niet echt een optie… Nog gauw een setje in de bijl klikken om daar het touw op te laten blokkeren? De enige mogelijke redding. Op elke mogelijke manier “in rust hangend” probeer ik mijn linkse hand te lossen. Mijn rechtse hand kreunt en kraakt, dus geen optie. Ik verschuif mijn evenwicht naar mijn linkerhand en open het

The cool down ‘s Zaterdags halen we de schade van ‘s woensdags in door op die gemakkelijke waterval in Ochsengarten nog een rustige multipitch te doen. Een babbeltje met Duitse klimmers hier, een jodeltje of een olijk gilletje daar en wij ronden onze Oostenrijkse klimweek af. Toegegeven, veel hoger dan 40 of misschien 50 meter zijn onze watervallen helaas niet gegaan. We zouden dus het warme weer kunnen vervloeken of alsnog kunnen besluiten dat het een fijne en leerrijke klimstage was. “Een gekregen waterval kijk je niet in de ijspegel”. Of “we klimmen met de bijlen die we hebben”. Of “waar een waterval is, is een klim”. Volledig voldaan van deze ijsklimstage? Gho, het mag altijd langer, harder, zwaarder, kouder, spectaculairder, … Maar zijn we frostbitten by ice climbing? Reken maar van yes. ▲

61


MATERIAAL EN TECHNIEK

/ijsvijzen slijpen in 6 stappen Je staat vijf meter boven je laatste ijsvijs, het angstzweet breekt je uit, je onderarmen staan in brand en je moet nog enkele moeilijke meters overwinnen. Voor de zekerheid nog een ijsvijs indraaien, dus! Je haalt er een van je gordel, geeft er enkele stevige draaien aan, maar die verdomde, botte ijsvijs wil maar niet bijten. Kostbare krachten gaan verloren vooraleer je de vijs er inkrijgt. Je kan maar net vermijden dat je tien meter naar beneden tuimelt. “Ach, had ik mijn materiaal maar goed gevijld”, denk je bij jezelf. Maar hoe krijg je je vijzen correct scherp? Mount Coach presenteert: ijsvijzen slijpen in zes stappen!

Wat heb je nodig? • Een kleine platte zoete vijl, maar ook een rond vijltje als extra kan van pas komen. • Een bankschroef met een houten blok. Stap 1 Om een ijsvijs goed te kunnen vijlen, span je deze best stevig en stabiel op. Een ideale manier zijn twee stukken hout met hierin een inkeping (zie foto), waartussen je de ijsvijs opspant in een bankschroef. Zo voorkom je dat de schroefdraad wordt beschadigd. Stap 2 Begin met het verwijderen van oneffenheden die zich gevormd hebben aan de buiten- en binnenkant van de ijsvijs. Let hierbij op dat je de binnenzijde van de vijs niet beschadigt. Sneeuw en ijs vallen er minder makkelijk uit als de binnenkant niet perfect glad is. Stap 3 (zie foto 2) Verwijder alle beschadigingen van de schouder. Het is handig om een nieuwe ijsvijs voorhanden te hebben om de oriëntatie van het vlak te kunnen vergelijken. De schouder helt lichtjes naar de binnenzijde van de schroef. Probeer tijdens het vijlen deze hoek te volgen. Het belangrijkste bij deze stap is dat de tip terug scherp wordt. Stap 4 (foto 3) Nu kunnen we het snijvlak vijlen. Als dit vlak niet zwaar beschadigd is en de tip nog een scherpe punt heeft, zou enkele keren vijlen voldoende moeten zijn. Ook hier kan het handig zijn om te vergelijken met een nieuwe ijsvijs. Het snijvlak van de meeste ijsvijzen hebben een helling tussen de 5 à 10 graden. Om de horizontale hoek juist te vijlen, mik je je vijl naar het midden van de tegenoverliggende schouder. Stap 5 Controleer of er zich oneffenheden voordoen waar de schouder en snijvlak elkaar ontmoeten. Vijl deze weg met een ronde vijl. Stap 6 (zie foto 4) Kijk na of alle vier de punten even hoog zijn. Vijl de schouder van de hoogste punten totdat ze alle vier even hoog zijn. ▲

62


Tekst en foto’s Maarten Vanneste

foto 1

foto 2

foto 3

foto 4

63


Opendeurweekend : 22 / 23 / 24 april Kortrijkseweg 353

- 8791 Beveren - Leie

-

www.mounteqshop.be

www.berghut.be info@berghut.be

-

0496 / 904020


MEDISCH

/ONDERKOELING

vervelend of gevaarlijk?

Als je het koud hebt dan is dat vervelend, maar meestal niet schadelijk. Je kunt veel ongemak voorkomen als je bij de planning van je tocht al hebt nagedacht over wat je kunt doen om warm te blijven. Voldoende eten bijvoorbeeld, extra kleding aantrekken en beschutting zoeken vóórdat je het koud krijgt of erger, onderkoeld raakt.

O

nze omgeving is vaak kouder dan de temperatuur waarbij ons lichaam optimaal functioneert (37 °C). Het temperatuurregelcentrum in onze hersenen zorgt ervoor dat de belangrijkste organen (hersenen, hart, longen en nieren) toch warm genoeg blijven. Eerst wordt de bloedtoevoer naar de huid, armen en benen verminderd. Zo wordt het temperatuurverschiltussen ons lichaamsoppervlak en de omgeving kleiner, waardoor er minder warmte verloren gaat. Dit hee_ wel tot gevolg dat uitstekende lichaamsdelen zoals onze neus, oren, tenen en vingerssneller bevriezen.

Verschillende stadia Wanneer onze kerntemperatuur onder de 36 °C zakt, spreken we van onderkoeling. Hoe je dan moet handelen, is a_ ankelijk van het stadium van onderkoeling. Bij iemand die nog een helder bewustzijn hee_ en rilt en/of klappertandt (stadium 1, kerntemperatuur 35-36 °C), zijn een droge, windvrije omgeving, extra kleding en warme voeding en dranken vaak voldoende om weer op te warmen. In dit stadium is bewegen niet schadelijk en de warmte die hierbij wordt geproduceerd, draagt bij aan het opwarmen.

Beperk warmteverlies Zodra een onderkoeld persoon niet meer rilt en klappertandt, of een gedaald bewustzijn heeft, spreken we van stadium 2 tot 4 (kerntemperatuur 34 °C of lager). Omdat hierbij levensbedreigende hartritmestoornissen kunnen optreden, moet je zo snel mogelijk professionele hulp (112 of de bergredding) inschakelen. Beweeg het slachto_ er zo min mogelijk; beweging kan er namelijk voor zorgen dat het koude bloed vanuit de armen en benen naar de kern wordt verspreid. Dit leidt tot verdere afkoeling van het hart en daarmee hartritmestoornissen. Probeer verder warmteverlies te beperken door met name de romp en het hoofd te isoleren met kleding en dekens. Plaats warmtebronnen op de romp, altijd met een laagje kleding tussen de huid en de warmtebron om brandplekken te voorkomen. Plaats de warmtebron niet op armen en benen, omdat de bloedvaten door de warmte verwijden en daardoor het koude bloed uit de ledematen terugstroomt naar het hart. ▲

Bron: Hoogtelijn - NKBV

65


ECOLOGIE BERGBEKLIMMEN

/Bombarie in de Brenta Dolomiti S

Onderstaande tekst brengt het relaas van een Limburgse natuurgids bij zijn eerste huttentocht in de Brenta Dolomiti. Deze ontmoeting met het berglandschap blies hem, die tot dan toe enkel de Midden-Limburgse hooilanden en wijers bewandeld had, van de sokken. „Paden zijn niet alleen maar middelen om een ruimte te doorkruisen, maar zijn tevens manieren van voelen, zijn en weten.“ Robert Mac Farlane uit „De oude wegen“, p. 37

Brenta Sentiero Ettore Castiglioni

66

amen met drie kompanen rijd ik weg uit de tredmolen van de haastige werkelijkheid. We mijden het Raststättedonker van de Autobahn. Vlakke snelwegen en beduimelde tuindorpjes lichten amper op in het ijskastschijnsel. Uren later kijkt een Rode wouw (Milvus milvus L.) neerbuigend op ons neer en wuift de Moerasspirea (Filipendula ulmaria L. Maxim.) ons koninklijk toe. De eerste welvingen die op me afkomen, imponeren mij. Ik neurie ‚Going up the country‘, de vrolijke Woodstocksong van Canned Heat: „I’m going to some place where I’ve never been before.” Het stille oppervlak van het Lago di Molveno rimpelt: een voorzichtige bries kamt het water. Maandag, 24 juli 2006: voeten in de aarde Diepe, donkere beken doorkruisen de Val d’Algone. In het Parco Adamello Brenta is de lucht heet en droog. Het glanzend gele Valkruid (Arnica Montana L.) holt schrijlings langs mij heen. In de alp wappert het warrige kapsel van het Wildemanskruid (Pulsatilla vulgaris Mill.). Harige Alpenroosjes (Rhododendron hirsutum L.) borstelen genereus het Sentiero Ettore Castiglione. De modderkleur van de Alpensalamander (Salamandra atra Laurenti) blikkert op het dolomiet.


TekstNoëlla Reginald Roels Tekst Luc Vandenbosch / foto’s Heyman

Mijn ogen zijn diepliggende, kille splinters steen. Nerveuze energie stapelt zich op. Mijn spieren spannen op als de pees van een boog. Ik besef dat ik mezelf overal meeneem in dit landschap van de eenzaamheid. De schaduwvleugels van de Alpenkauw (Phyrrhocorax graculus L.) klimmen voor naar de top van de Bocchetta dei due Denti. Zijn top bereiken is als in een heilig schrijn binnentreden. Logische gedachten tuimelen uit mijn hoofd. Het voelt aan alsof ik voor het eerst een blik werp op de wereld buiten mezelf. Op het zonneterras van de Rifugio Silvio Agostini lijkt de Alpenkauw nu een verstilde speelvogel. De zon schijnt bijna horizontaal over het bergland. Daarna klampt het laatste sprankje daglicht zich nog vast aan de meest westelijk gelegen bergkam. De avondlucht komt opzetten en verrast mij door zijn frisheid, koel en luchtig, als na een bui. Ik verkleum in de schemering en sta ineengedoken over mijn ellebogen. De dag erna: waarvoor je op deze planeet geworpen bent Ik leef op het ritme van het daglicht. Op het Sentiero Livio Brentari passeren mannen en vrouwen mij met het gestage, gelijkmatige ritme van zij die hun hele leven al dezelfde bewegingen maken. De Ambiez-gletsjer ligt in een zadeldal te spetteren van zon en licht. Bij de beklimming word ik deel van de rots, een breukmoment. Op een grijze richel huist de Gekuifde rapunzel (Physoplexis comosa Schur) in zijn kluizenaarsholte. De Cima Tosa staat te piekeren. De stilte zakt als een kaasstolp over mij heen. Als ik sta waar miljoenen jaren van geologische krachten enorme rotsen als bakens op elkaar gestapeld hebben, krijg ik een perspectief op mijn plek in het heelal; als mijn blik zich terugtrekt, weg van de aarde, het zonnestelsel, de melkweg, ben ik klein, nietig, onzichtbaar, maar bereik ik het hoogste bestaansniveau.

Brenta - Via delle Boccette

Ik dender naar beneden, één groot dal van frustratie tegemoet. Schaduwen spreiden zich als donkere vleugels over de Rifugio Tommasso Pedrotti. Het roze van de Stengeloze silene (Silene acaulis L.) oogt schuchter. De Roze ganzerik (Potentilla nitida L.) schoolt rijendik samen. Over de helft: wie opgeeft, wint nooit Net voor het aanvangen van het Sentiero Sosat zwiept een stevige bui recht in mijn gezicht, wordt bijna persoonlijk, wil naar mij uithalen, doorweekt mij tot mijn ziel. De valwind is een bijtgrage hond. Er is geen zichtwaarneming op het Galleria Bogani. Ik verdiep me in de innerlijke kracht van de Europese lork (Larix Decidua Mill.). Op de Passo della Gaiarda, op de zuidelijke flank van de Turion basso, worden we vriendelijk uitgewuifd door een op wacht staande Alpenmarmot (Marmota marmota L.). Ik neuzel Bob Dylan achterna: „How many years must a mountain exist before it was washed tot he sea?“ Anno nu: je draagt je steentje bij Tien jaar later ben ik Erik, Jos en Noëlla nog altijd dankbaar voor het spreekwoordelijke duwtje in de rug. In België leek de natuur exploreren eerder een vingeroefening. De intensiteit waarmee ik nu de natuur beleef, is als het afpellen van oude verflagen. Een oefening ook tussen dromerij en meditatie. Negen bergtochten volgden elkaar op. Ik steek de loftrompet voor de verbetenheid van Erik en de rustige vastheid van Jos. Leve Noëlla als de atlete op de sociale renbaan. ▲

Brenta Sentiero delle Bochette Centrale

67


Profshop

Wij zijn verhuisd naar: Cleydaellaan 10, unit 8 - 2630 Aartselaar webshop op www.k2profshop.be tel: +32 (0)3 303 14 53 mail: info@k2profshop.be


HUTTEN REFUGE JEF DE ROECK (oVIFAT - hOGE vENEN)

chaveehut (maillen - ardennen)

Rue Abbé Toussaint 19, OVIFAT - 080 44 67 17

Rue de la Chavée 7, 5330 MAILLEN - 083 65 52 39

Voor activiteiten als wandelingen, langlauftochten, mountainbike of een gezellig treffen in een prachtige omgeving. Voor groepsreservaties en toegangscode: zie onderstaande telefoonnummers. Ieder niet-lid mag op uitnodiging en in het bijzijn van een lid, ten hoogste tweemaal overnachten in de refuge. Bij een eventuele derde overnachting zal het niet-lid lid moeten worden van de KBF. Reservatieprocedure 1. reservatie via het KBF-secretariaat 2. betaling (vooraf) uit te voeren 3. secretariaat stuurt bevestiging + toegangscode 4. na verblijf het drankverbruik doorgeven aan secretariaat Om de bereikbaarheid van de refuge te garanderen, moet het codenummer van de hut aangevraagd worden op het secretariaat: 03 830 75 06 of Paul Verzele 0478 25 67 84 Hutverantwoordelijke Paul Verzele TARIEVEN “all-in” (per bezoeker per dag) (verblijf, gebruik trekkerskeuken, gas, electriciteit, douche) : Lid: € 7,00 Niet-lid: € 14,00 Lid < 13 jaar: € 4,00 Niet-lid < 13 jaar: € 8,00

RESERVATIES Alle reservaties gebeuren via het KBF-secretariaat Tel. 03 830 75 00 Fax 03 830 36 24 info@klimenbergsportfederatie.be OPENINGSTIJDEN Van 1 maart tot 30 juni en van 1 september tot 30 oktober is de hut elk weekend open (tijdens de week vanaf minimum 20 personen). Van 1 juli tot 31 augustus: alle dagen met enkel trekkerskeuken formule en ontbijt en lunchpakket.

Tot en met 5 jaar: gratis De hut is dagelijks gesloten van 10.00u tot 17.00u.

REFUGE JEAN DUCHESNE (fREYR - ARDENNEN) Chaussée des Alpinistes 1, 5500 ANSEREMME (Dinant) Gelegen op het plateau van Freyr, boven het meest indrukwekkende rotsmassief van België, Freyr ... Hier heeft de CMBel een hut beschikbaar voor o.a. KBF-leden. Deze hut biedt slaapgelegenheid aan 32 personen. Indien het te veel regent, is dit de ideale oplossing om droog te blijven tijdens de weekends, na een zware klimdag. Overnachting is ook mogelijk op de bivakweide en dit in een (kleine) tent of bivakzak. Omdat het hier niet gaat om een officiële camping, maar om een bivakplaats zijn grote tenten – model bungalow – verboden. TARIEVEN 2016 Refuge: Lid van bergsportfederatie: € 4,00 Niet-leden: € 8,00 Bivakweide: Lid van bergsportfederatie: € 2,00 Niet-leden: € 4,00

Er zijn verbouwingen voorzien in het voorjaar van 2016. De hut zal dan beperkt toegankelijk zijn. Hutverantwoordelijke Bart en Gonda Vercruyssen - Martens Tel. 09 374 12 50 (na 19.00u) TARIEVEN 2016 waarborgsom € 75 (10-29 pers) / € 125 (vanaf 30 pers) verblijf lid van bergsportfederatie niet-lid kind (<13jaar) lid kind (<13jaar) niet-lid

KAMER 8,50 € 17,00 € 6,00 € 12,00 €

LAGER 7,00 € 14,00 € 4,50 € 9,00 €

TENT 7,00 € 12,00 € 4,50 € 7,00 €

eten Ontbijt 5€ Lunch 5 € Avondmaal 10 € Trekkers keuken 2€

69


CONTACT

clubs AlpUA www.alpua.be BAC ANTWERPEN www.bacantwerpen.be

algemeen Secretariaat : Statiestraat 64 - 2070 Zwijndrecht Openingsuren: maandag - vrijdag (09.00u - 17.00u) info@kbfvzw.be - 03 830 75 00 Meer info op: www.kbfvzw.be IN HET WEEKEND DOET HET TELEFOONNUMMER DIENST ALS SOS-NUMMER: dwz. enkel voor melding ongevallen!

administratief lidmaatschap@kbfvzw.be - 03 830 75 01 bestellingen@kbfvzw.be - 03 830 75 01 (bijv. KVB’s , topo’s, ...) klimtoelating@kbfvzw.be - 03 830 75 08 facturatie@kbfvzw.be - 03 830 75 08 verzekering@kbfvzw.be - 03 830 75 06 chaveehut@kbfvzw - 03 830 75 09 refugeovifat@kbfvzw.be - 03 830 75 06 advertentie@kbfvzw.be - 03 830 75 06

sporttechnisch stage@kbfvzw.be - 03 830 75 09 bergbeklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 03 bergwandelen@kbfvzw.be - 03 830 75 09 sportklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 02 rotsklimmen@kbfvzw.be - 03 830 75 04 winter@kbfvzw.be - 03 830 75 00 jeugd@kbfvzw.be - 03 830 75 04 canyoning@kbfvzw.be - 03 830 75 03

BAC LIMBURG www.bac-limburg.be balance bouldering team www.klimzaalbalance.be Bergsportclub Alpigo www.alpigo.be BERGSPORTVERENIGING KLEIN BRABANT www.bvkb.be BERGSPORT OOST VLAANDEREN www.bovl.be BERGSPORTVERENIGING PROVINCIE ANTWERPEN www.bpa.be BERGSPORT VLAAMS BRABANT www.bvlb.be BLEAU CLIMBING TEAM www.bleau.be BLOK CLIMBING CLUB www.klimzaalblok.be BLUEBERRY CLUB www.blueberry-hill.be BOULDER KLIMCLUB HERENT www.boulder.one CANYON TEAM VLAANDEREN http://wordpress.canyonteamvlaanderen.be/

ombudspersoon@kbfvzw.be

CLIMBING TEAM DE DAM www.dedam.be

BIBLIOTHEEK

CRUX CLIMBING TEAM www.cruxbouldergym.be

Ombudspersoon

Open tijdens kantooruren

BEHEER KLIMGEBIEDEN BELGIAN REBOLTING TEAM CONTACTPERSOON: Kobe Bellinkx - Schrijversweg 4, 3660 Opglabbeek 0486 12 37 86

DE BERGPALLIETERS www.bergpallieters.be HIKING ADVISOR www.hikingadvisor.be KAJOE www.kajoe.be KLIMCLUB HUNGARIA www.klimzaalhungaria.be LIMBURGSE BERGSPORTVERENIGING www.klimburger.be VLAAMSE BERGSPORT WAASLAND www.bergsportwaasland.be WESTVLAAMSE BERGSPORTVERENIGING www.westvlaamsebergsportvereniging.be VERTICAL THINKINg www.verticalthinking.be westcoast lizards climbing team www.westcoastlizardsbe x-academY www.x-academy.be

70


ELIA ELIA

Photo Š www.kalice.fr

Special hairstyle tutorial for the crag: just pull back your hair, adjust, and climb.

The ELIA helmet was designed and developed specifically for women. The innovative OMEGA headband system (Petzl patent) allows the climber to easily put on and take off the helmet, even with their hair in a ponytail, while offering maximum comfort. www.petzl.com

71


AANPASSEN AAN JE OMGEVING

10:02AM

TREKKING KUNGSLEDEN, ZWEDEN Dankzij de geavanceerde aanpassingstechnologie zit Axiom je als gegoten. Het ongekende draagcomfort verlicht je last, of je nu een wereldreis maakt of door de wildernis trekt. Welk pad je ook kiest, je kunt je aan je omgeving aanpassen met Axiom. www.lowealpine.co.uk/axiom


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.