Klim en bergsportmagazine 2017 5

Page 1

KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE november 2017

/een blik op... de winter VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - FEBRUARI, APRIL, JUNI, SEPTEMBER, NOVEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1


We are the kindred spirits.

Everything we make is designed by climbers, for climbers. Each piece is crafted by peak and crag to give you absolute protection, comfort and mobility when you really need it.

W W W.R AB.EQUIPMENT

2


JAARGANG 10

2017 / 5

EEN BLIK OP... DE WINTER

INHOUD 16

ACTUEEL 3 Inhoud 5 Woord vooraf 7 Up2Date 10 KBF-Kaderdag: opleidingsdag voor trainers & begeleiders MATERIAAL EN TECHNIEK 8 Nieuwe materialen SPORTKLIMMEN 14 Kletterzentrum Innsbrück

20

WINTER 16 IJsklimmen: op verkenning rond les Ecrins 20 Toerski in Kirgizië: avontuur verzekerd 24 Haute Route de la Vanoise: een skitoerparadijs 28 Going up Glockner 37 Le Grand Domaine BERGBEKLIMMEN 32 Avonturaju in de Peruviaanse Cordillera Blanca

38

ALGEMEEN 38 Golf in de bergen MEDISCH 41 Prooi van het witte gevaar CULTUUR & GESCHIEDENIS 42 De wieg van het Alpinisme

48

BERGWANDELEN 47 Opleiding Instructor Mountain Walking & Trekking ROTSKLIMMEN 48 12 uren van Durnal 53 Onbekend is onbemind, en onbeklommen: Rocher de Goffontaine ECOLOGIE 50 Neem het niet zo nauw, 't is maar de Alpenkauw WEBTIP 55 Les Etoiles de Midi

50

Foto kaft © foto's Thomas Kerckhof - ijsklimmen: op verkenning rond Les Ecrins

3


1 W 0 U 2 P W A U E H I C N S R E V MAAT LID

! ! ! . . . 8

UITGEBREIDE VERZEKERING De KBF beschikt over de beste verzekering op het gebied van de klim- en bergsport in Vlaanderen !! De dekking geldt 24u/24u en is wereldwijd en met hoge waarborgen voor helikopterredding en repatriëring

andere VOORDELEN LIDMAATSCHAP • GRATIS TOEGANG TOT DE ROTSEN • OPLEIDINGEN TOT ZELFSTANDIG BERGSPORTER EN WORKSHOPS • OPLEIDINGEN TOT SPORTKADER EN BIJSCHOLINGEN • RUIM AANBOD WEBWINKEL • KORTINGEN IN WINKELS • KORTINGEN IN HUTTEN- KLIMZALEN • VERBLIJF IN DE KBF-HUTTEN • TOEGANG TOT KLIMCOMPETITIES • UP-TO-DATE INFORMATIE


VOORWOORD KBF werkt samen met: MOUNT COACH-Academy

De finibus bonorum et malorum Beste lezer, het kan u verrassen dat we dit blad openen met een citaat van de Romeinse filosoof Marcus Tullius Cicero. Dat was vermoedelijk geen bergsporter hoewel hij opgroeide in de Centrale Appenijnen. Cicero dacht vooral na over de kwaliteit van het leven, over het genot en over het lijden dat vaak aan genot vooraf gaat.

De finibus bonorum et malorum mag je vertalen als “de grenzen van het heerlijke en het pijnlijke”. Elk levend wezen, aldus Cicero, streeft vanaf de geboorte naar genot en beschouwt dat als het hoogste goed. Tegelijk verwerpt onze diepere natuur het lijden als zijnde het grootste kwaad. Neque porro quisquam est qui dolorem ipsum quia dolor sit amet, consectetur, adipisci velit. “Er is niemand die van de pijn zelf houdt, die het zoekt en die het hebben wil, gewoon omdat het pijn is" maar wij aanvaarden het lijden wel als dat nodig is om het grote genot en het geluk te bereiken. SPORTKADERKLEDIJ

Daarmee raakt Cicero aan de essentie van iets dat ons allemaal bindt: genot vinden door de inspanning. Hoe moeilijker de omstandigheden die we overwinnen, hoe groter het genot nadien. De winter is uitgerekend de periode waarin dat het meest voelbaar is. In de zuiverheid van de winter worden veel fysieke ervaringen net iets intenser en dringen ze dieper in ons door. Om die genotsbeleving in veilige banen te leiden bieden de KBF en haar clubs weer een uitgebreide waaier aan opleidingen aan, zowel tot zelfstandig winter-bergsporter als tot begeleider of lesgever. Want klimmen, in welke vorm ook, is voor ons ontegensprekelijk een streven naar het hoogste genot. En dat wist Cicero in 45 v.Chr. blijkbaar ook al. Mark Sebille

colofon KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE KBF Dit federatietijdschrift verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie

LIDGELD 2018 (voor leden 2017) Gewoon lid (AU): 77 € Jeugdlid (JU): 48 € Seniorlid (SU): 66 € Gezin (GU): 199 € Uitbreiding mountainbike: 6 € Uitbreiding ski/snowboard op piste: 12 € Rekeningnummer: BE55 0682 2479 9244 Mededeling: OGM-nr (zie herinneringsbrief) of het lidnummer

VERSCHIJNINGSDATA 2018 Begin februari, begin april, half juni, begin september en begin november. Special Edition januari. REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Pleun van Looij, Celien Souvagie, Lisa Viane Mark Sebille, Arne Monstrey, Luc Vandenbosch, Louis De Geest VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel Afsluitdatum inzendingen uitgave februari: 20/11/2017 uitgave april: 14/02/2018 uitgave juni: 19/04/2018 VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Tuur Ceuleers - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

5


/DEEP WATER SOLO Celine Cuypers en Simon Lorenzi winnen eerste Deep Water Solo wedstrijd Op 16 en 17 september vond de allereerste Belgische Deep Water Solo wedstrijd plaats aan de voet van het gloednieuwe Havenhuis in Antwerpen. Meer dan 100 klimmers probeerden zonder beveiliging de top van de acht meter hoge muur te halen. Het water van het Kattendijkdok – zo’n frisse 18 graden – was hun vangnet. De atleten die de kwalificaties overleefden, gingen op zondag de strijd aan in een spannende nek-aan-nek race. Bij de dames was wedstrijdklimster Celine Cuypers de snelste, tevens de énige Vlaamse atlete die het schopte tot het podium. Bij de heren mocht Simon Lorenzi de champagnefles ontkurken.

Wil jij ook eens proberen? Op 27 en 28 januari 2018 organiseert Rocks in Town vzw een nieuwe editie van deze wedstrijd. Dit keer in het olympisch zwembad Wezenberg in Antwerpen, met een watertemperatuur van 26 graden. Inschrijven kan vanaf 15 december. Meer informatie vind je op www.rocksintown.be.

6


UP2DATE Overlijden Norma Venneman Met droefheid melden wij het overlijden van Norma Venneman. Norma was jarenlang actief als Wirt in de Chaveehut en gaf haar enthousiasme door aan vele andere vrijwilligers. We zullen haar herinneren als een levenslustige vrouw met veel energie en een groot hart voor de Chaveehut.

Nieuwe KBF-hut krijgt een naam: Vennhütte De nieuwe KBF-hut in de Belgische Oostkantons heeft voortaan ook een naam. Met trots ontvangen we je binnenkort in de Vennhütte! Deze naam is ontleend aan de nabijgelegen Vennbahn: een oude spoorweg tussen de kolengebieden rond Aken en de smelterijen in Lotharingen en Luxemburg. In de jaren '80 geraakte de spoorweg in onbruik en werd getransformeerd tot een populaire fietsroute. De route is 125 kilometer lang, doorkruist 3 landen en is verdeeld in 6 etappes. De officiële opening van de Vennhütte op 4 en 5 november wordt verplaatst naar het voorjaar van 2018 wanneer de hut volledig operationeel is. Ieder weekend wordt er hard gewerkt om de hut instapklaar te maken. Wie interesse heeft om de handen uit de mouwen te steken, is meer dan welkom! Voor meer informatie, contacteer Tuur Ceuleers op het nummer 0472 69 89 23.

JUBILEUM 40 jaar Bergsport Vlaams-Brabant KBF-club Bergsport Vlaams-Brabant (BVLB) viert dit jaar haar 40-jarig bestaan. Op zaterdag 21 oktober verzamelden 125 clubleden en sympathisanten zich in OC Berkenhof in Kortenberg voor de feestelijke jubileumviering. Van harte gefeliciteerd aan BVLB! Gouden jubileum voor De Natuurvrienden - Bergstijgers Maar nog meer gelukwensen gaan naar de NatuurvriendenBergstijgers die aan een gouden jubileum toe waren. In 1967, op het hoogtepunt van de Flower Power, richtte Jan Flips met enkele kameraden een klimmersgroep op binnen de grote organisatie van de “ATB–Natuurvrienden”. De Bergstijgers hebben al sinds 1974 hun “thuis” op de rotsen van Goyet en men kon dan ook geen betere locatie kiezen om dat op 24 september feestelijk te vieren. Het weer zat helemaal mee en een gedenkplaat voor Jan Flips werd ingehuldigd in aanwezigheid van de burgemeester van Gèsves. De Bergstijgers is geen KBF-club maar is niettemin een bevriende organisatie waar wij een warme band mee hebben. Wij wensen jullie nog veel succes in de toekomst !

7


MATERIAAL EN TECHNIEK BERGBEKLIMMEN RAB - Alpha Direct Jacket 'wie niet waagt...' Misschien ben je deze jas al elders in het magazine tegengekomen. Hij zit immers ook in het nieuwste sportkaderpakket*. Bij RAB noemen ze dit hun meest veelzijdige en meest ademende isolatiejas. Gezien hun grote assortiment wil dit dus wel wat zeggen. Het isolatiemateriaal bestaat uit Polartec Alpha terwijl de buitenlaag gemaakt is van Pertex Microlight. Dit geheel is niet waterdicht, maar wel superlicht, heel compact en geeft in verhouding zeer veel warmte, zelfs als het nat is. Bovendien is de droogtijd van Polartec Alpha ongelooflijk kort. Het kost RAB wat moeite om hiermee in de lage landen binnen te dringen, maar in het Verenigd Koninkrijk zijn ze al lang gevallen voor dit systeem. Aangezien het deze winter in het sportkaderpakket opgenomen is, hopen ze eindelijk vele toonaangevende buitensporters te overtuigen en zo anderen aan te zetten. Aan jullie de eer! Gewicht: 480 gr Adviesverkoopprijs: 249.95 € (*KBF-leden krijgen in K2, de Berghut en Mounteqshop 20% korting op dit kledingstuk, KBF-sportkaders zelfs 50%.)

WOOLPOWER - Felt Insoles 'wandelen op wol-kjes' Heb ook jij elke winter opnieuw last van koude voeten of wintertenen? Helpen dikke sokken je maar niet om dit te overkomen? Probeer dan misschien eens deze vilten inlegzooltjes. Woolpower staat al lang bekend voor zijn hoogkwalitatief en superwarm thermisch ondergoed, maar wat weinigen weten is dat ze ook deze extra warme inlegzooltjes maken. De oude eruit, deze erin en je stapt lekker warm de winter door. Adviesverkoopprijs: 12.95 €

PRIMUS - Winter Gas 'het warme winterwonder' Iedereen die al eens in de winter gekookt heeft, weet wat dit betekent: sneeuw smelten duurt lang en is een gedoe. Niet alleen verbruik je veel tijd, ook je brandstof vliegt er in een razendsnel tempo door. Als je in de winter een gasvuur plant te gebruiken, zorg er dan zeker voor dat je cartouche niet enkel een butaan/propaan mengeling heeft, maar dat er ook isobutaan bij zit. Dit geeft veel betere resultaten bij koude temperaturen. Primus gaat echter nog een stapje verder. Binnenin de cartouche hebben ze een 'vapour mesh' aangebracht. De technische uitleg is ongeveer als volgt: 'Dat het vliesnet in de binnenkant van je cartouche het oppervlak voor evaporatie vergroot...' Of simpelweg gezegd: dat het vermogen van je brander even krachtig blijft bij tien graden boven of tien graden onder het vriespunt. Het verschil met andere gascartouches is enorm en Primus garandeert deze meerwaarde tot -22°C. Laat koken je alvast niet meer afschrikken om op winteravontuur te vertrekken en geniet! Adviesverkoopprijs: 9.95 € voor 230 gr of 14.95 € voor 450 gr

8


Tekst Reginald Roels Tekst Arne Monstrey (verkoper K2)

THE NORTH FACE SUMMIT SERIES - Ventrix Jacket 'een winter(s)topper' Met de vernieuwde Summit Series staat The North Face terug aan de top in het 'wauw'segment qua functionele outdoorkledij. En ook in deze derde editie zit er weer een pareltje. De Ventrix Jacket. Eenvoudige ideeën zijn vaak de beste: in de synthetische voering van deze isolatiejas zijn kleine sneetjes gemaakt. Zolang je stil zit, zijn deze gesloten en zullen jouw lichaamswarmte zo goed mogelijk bijhouden. Word je actief, dan zullen deze spleetjes zich bij iedere beweging even openplooien en zodoende een teveel aan warmte naar buiten laten. Voor zijn prijs, gewicht en efficiëntie, wordt deze stoere jas een terechte winter(s)topper! Gewicht: 440 gr Adviesverkoopprijs: 299.95 €

SNO SEAL 'winterwonderwax' Elk merk brengt zijn eigen varianten op de markt om op de juiste manier zijn schoenen te onderhouden. Uiteraard werken deze allemaal, maar in de winter is het toch vooral Sno Seal die er met kop en schouders bovenuit steekt. Iedereen die al eens op wintertrekking is geweest met leren schoenen, weet hoe hard deze afzien. Zeker als de temperatuur rond het vriespunt schommelt en de sneeuw pap wordt die je schoenen kletsnat maakt. Zowel voor als tijdens je tocht, is Sno Seal de beste bescherming die je je schoenen kunt geven en de beste garantie op droge sokken en blije voeten. Gewicht: 100 gr Adviesverkoopprijs: 6.95 €

MAMMUT - Alpine Rider 'twee vliegen onder één klep' Een skihelm die tegelijkertijd ook als klimhelm kan dienen. Slim gezien van Mammut. De voering langs de binnenkant, maakt het een aangenaam isolerende helm die zelfs je oren bedekt. In de zomer kan je deze er uit halen en je helm gebruiken als gewone alpine klimhelm. Ideaal als je naast (toer)skiën hoofdzakelijk aan winteractiviteiten doet. Ook bij het ijswatervalklimmen zal je blij zijn met deze extra voering. Verder vind je nog goede ventilatiemogelijkheden voor moest het toch te warm worden en is hij met één hand gemakkelijk aanpasbaar. Ook de vier clips om een frontaallamp onder te bevestigen zijn aanwezig. Kortom, een heel volledige en multifunctionele helm. Gewicht: 334 gr (maat S) en 359 gr (maat L) Adviesverkoopprijs: 99.95 €

9


ACTUEEL

/KBF-KADERDAG:

opleidingsdag voor trainers & begeleiders Op zaterdag 16 december 2017 lanceert de Klim- en Bergsportfederatie de KBF-kaderdag: een opleidingsdag voor alle trainers, begeleiders en lesgevers actief in de klim- en bergsport. Op het programma staat een boeiende mix van workshops en bijscholingen over onderwerpen zoals trainingsmethodiek, risicomanagement, weerkunde, voeding, EHBO, G-sport en veel meer. Je stelt zelf je programma samen à la carte. Deze opleidingsdag is toegankelijk voor gediplomeerde KBF-sportkaders, maar ook voor niet-gediplomeerde begeleiders die actief zijn in de werking van een KBF-club.

CPR, reanimatie en defibrillatie Lesgever: Rode Kruis Tijdens deze opleiding leer je reanimeren en een automatische externe defibrillator (AED) gebruiken. Wist je dat directe reanimatie met een AED-toestel de overlevingskansen van het slachtoffer verdubbelt? Stop-or-go: inleiding tot winters risicomanagement Lesgever: Stefan Huylebroeck Tijdens deze workshop geven we een inleiding op de complexe materie van het winterse risicomanagement. Als leidraad hiervoor gebruiken we de Stop-or-Go methode van AÖ, die tevens de standaardmethode is binnen KBF. Naast het theoretisch gedeelte, bekijken we ook het hanteren van een LSZA (Lawine-SlachtofferZoek-Apparaat) tijdens een korte praktijksessie. Wegwijs in de jungle van de buitensportkledij Lesgever: Bas Ursem

KBF-KADERDAG PRAKTISCH Zaterdag 16 december 2017 van 10.00u tot 16.30u Locatie: Odisee hogeschool Campus Waas, Hospitaalstraat 23 in Sint-Niklaas Kostprijs: 35 euro, inclusief broodjeslunch Online inschrijven: www.klimenbergsportfederatie.be/ KBF-kaderdag

Iedere activiteit in de bergen vergt een aangepaste outfit. Tijdens deze workshop bekijken we het huidige aanbod van functionele buitensportkledij. Aan de hand van voorbeelden verduidelijken we de verschillende categorieën en onderlinge verschillen. Ten slotte komen ook verschillende kledingsystemen aan bod. Verzekering en aansprakelijkheid / Inhoud polisdekking Lesgevers: Frank Stevens / Reginald Roels Frank Stevens zal ingaan op de "aansprakelijkheid van begeleiders" en de verzekeringestechnische aspecten, terwijl Reginald Roels meer specifiek de inhoud van de KBF-verzekering zal doorlopen, in uitleg en vragenronde. Sportvoeding: de zin en onzin van sportdrank Lesgever: Rudi Frankinouille Wat zijn de beste strategieën om voor, tijdens en na het sporten te drinken? Met andere woorden: de zin en onzin van sportdranken. Bijscholing tot KVB-evaluator Lesgever: Brenda de Fré Wil je graag KVB-pasjes uitreiken in jouw club? Dan is deelname aan de KVB-evaluatorbijscholing verplicht. Daarna kun je een KVBevaluatie afnemen en dus een klimvaardigheidsbewijs uitreiken.

10


G-Sport: Frederik Leys / Foto Michaêl Timmermans

Weerkunde: algemeen Lesgever: Paul Leysen

Blessurepreventie voor bergsporters Lesgever: Frank Mattens

In deze sessie bespreken we de belangrijkste ‘weermakers’, de 5 oorsprongsgebieden en de gevolgen bij het veranderen van een luchtsoort. Daarna gaan we in op hoge- en lagedrukgebieden, fronten en wolken. We bekijken hoe onze hoogtemeter hiermee omgaat en welke conclusies we daaruit trekken. We bekijken ook de observaties van de dag met de beschikbare weerkaarten en maken een voorspelling voor de komende dagen. Ten slotte bekijken we een zeer betrouwbare weer app.

Hoe reageert het menselijk lichaam op trainingsprikkels? Wat zijn de gevaren voor blessures, zowel voor als tijdens het sporten? We bekijken de fysiologie van het menselijk lichaam, toegepast voor bergsporters.

Weerkunde: winter Lesgever: Paul Leysen In deze sessie bespreken we een aantal belangrijke en specifieke winterse aspecten van het weer, relevant voor winterbergsportactiviteiten zoals sneeuwschoenwandelen, rotsklimmen en ijsklimmen. We bekijken fenomenen zoals ‘drizzle’, ‘blizzard’ en sneeuwjacht, plotse temperatuursomslag, winterföhn, vochtigheidsveranderingen en sneeuwkwaliteit, ‘wind chill’, verandering van luchtsoort en fronten, inversies… Wedstrijdsysteem Lesgever: Dave Seutens Tijdens deze sessie bekijken we (een verkorte versie van) het wedstrijdreglement in de verschillende disciplines: lead, boulder en speed.

Trainingsmethodiek & sportfysiologie: bergwandelen Lesgever: Wendy Saerens We leren hoe we ons zo optimaal mogelijk voorbereiden op een bergwandeltocht (trainingsmethodiek) en waarom we dat op die manier doen (fysiologie). Eerst proberen we inzicht te krijgen in fysiologische processen in ons lichaam, en meer bepaald tijdens sportieve prestaties. We bekijken welke aanpassingsmogelijkheden we bekomen door trainingsarbeid. Daardoor krijgen we inzicht in de factoren die het prestatieniveau verbeteren, en hoe dit evolueert. Blessurepreventie voor bergwandelaars Lesgever: Wendy Saerens Sporten is leuk en gezond, maar kan helaas ook tot sportletsels leiden. Get fit 2 sport is een project van de Vlaamse Overheid en de Universiteit Gent en zet in op blessurepreventie. In dit project wordt er gewerkt aan het voorkomen van sportletsels per sporttak. In deze workshop geven we de inzichten van het Get fit 2 sport project door aan de begeleiders en lesgevers in het bergwandelen.

11


Relax de bergen in! Yoga voor bergwandelaars. Lesgever: Roosje Ooms Wandelen in de bergen is een fysieke en mentale uitdaging. Een zware rugzak, uiterste concentratie bij het afdalen,… Een momentje van rust kan wonderen doen om te bekomen van de dag en de stramme spieren te ontspannen! In deze workshop bekijken we hoe je dit kan realiseren tijdens je tocht. We baseren ons op eenvoudige yoga-oefeningen. De nadruk ligt op de eenvoud, iedereen kan de oefeningen uitvoeren. Toekomst van het sportklimmen: invloed van de Olympische Spelen 2020 Lesgever: Robby Tóth Sportklimmen evolueert aan een razend tempo. We bekijken de evolutie tot nu toe, de verwachtingen voor de toekomst en welke invloed de Olympische Spelen hierop zullen hebben. We eindigen met een open discussie over de stappen die gezet moeten worden om vanuit Vlaanderen (België) blijvend deel uit te maken van de internationale top. G-sport in sportklimmen en bergsport Lesgever: Elien Moerman G-sport is de dag van vandaag alom tegenwoordig, en de vraag naar G-sport-werkingen neemt steeds toe! Maar wat is G-sport eigenlijk? En hoe kunnen we de klimwereld openstellen tot deze doelgroep? Ronde tafel gesprek sportklimmen: i.s.m. UGent Lesgever: Joris Aerts Kritische vragen , opgesteld door Hans van Boven worden voorgelegd aan de deelnemers van het gesprek. Deel jouw mening en ervaringen over verschillende topics binnen het sportklimmen en word wijzer uit die van anderen. Aan gespreksstof geen gebrek... Ontwikkelingslijn sportklimmen Lesgever: Robby Tóth Een overzicht van de visie van KBF op de ontwikkelingslijn sportklimmen. Van waar de noodzaak, wat is het doel en hoe willen we hiermee verder? Wetenschappelijke onderbouw, uitwerking ontwikkelingslijn en toepassing. Halfautomaten versus tubers Lesgevers: Marc Van den Berghe en Steffie Demeester, Koen Hauchecorne en Brenda De Fré Naar aanleiding van het gebruiksadvies geformuleerd door een aantal grote bergsportverenigingeng organiseert KBF de bijscholing halfautomaten versus tubers (theoretisch en een praktisch gedeelte). Knopen aanleren en zen Lesgever: Jef Van Hove Deze bijscholing wil lesgevers inzicht bieden in het aanleren van knopen en de progressieve opbouw hiervan in de context van een opleiding sportklimmen, rotsklimmen en bergbeklimmen.

12


Programma waar-wat-wanneer 10.00 - 11.15 LOKAAL A

11.30 - 12.45

ALG

ALG

Stop-or-Go: inleiding tot winters risicomanagement

ALG

Wegwijs in de jungle van de buitensportkledij

ALG

Verzekering & aansprakelijkheid

SK ,

LOKAAL C

Sportvoeding: de zin en onzin van sportdrank

RK

ALG

Bijscholing tot KVB-evaluator

LOKAAL D

SK ,

SK Wedstrijdsysteem

LOKAAL E

KLIMMUUR

SK ,

RK

Blessurepreventie voor bergsporters

BW

SK Toekomst van sportklimmen: invloed Olympische Spelen 2020

ALG G-sport in sportklimmen en bergsport

RK

Halfautomaten versus tubers (praktijk) W Weerkunde: winteraspecten

BW

Blessurepreventie bij Relax de bergen in! bergwandelen (praktijk) (praktijk) SK

SK

Jurering op nationale competitie SK ,

Ontwikkelingslijn sportklimmen

RK

Halfautomaten versus tubers (praktijk) SK ,

REFTER

ALG: Algemeen

BB

Ronde tafel gesprek: sportklimmen

BW

SK ,

Weerkunde algemeen

RK

Trainingsmethodiek & sportfysiologie

LOKAAL F

15.15 - 16.30

W

CPR reanimatie & defibrillatie

LOKAAL B

13.45 - 15.00

RK ,

BB

Knopen aanleren en zen (praktijk)

SK ,

RK ,

BB

Knopen aanleren en zen (praktijk)

BW: Bergwandelen

SK: Sportklimmen

W: Winterbergsport

BB: Bergbeklimmen

RK: Rotsklimmen

C: Canyoning

13


SPORTKLIMMEN

/KLETTERZENTRUM INNSBRUCK

14


Reginald TekstTekst en foto’s MarkRoels Sebille

Klimhallen zijn al lang geen exclusiviteit meer van de lage landen. Iedere stad in de Alpen heeft vandaag zijn klimzaal, de ene wat groter dan de andere. En toch heeft het iets tegennatuurlijk als in het mekka van de Oostalpen de grootste, en ongetwijfeld ook de mooiste, klimhal van Europa wordt gebouwd. In Innsbruck opende enkele maanden geleden het Kletterzentrum Innsbruck, kortweg KI, met in haar hoofding de subtiele woordspeling “Bergsport findet Stadt”.

Vijfhonderd maagdelijke routes Dit nieuwe centrum vervangt de vroegere stedelijke klimhal in Tivoli, waar zich nog steeds de springschans en de ijspiste bevinden. Hier in Sillside, net buiten de oude stad, was er meer ruimte voor een nieuw concept. Naast de klimhal ligt er ook nog een hal voor skating en BMX. Het is nog opvallend rustig als ik op een gewone werkdag in de namiddag het KI binnenstap. Buiten is het zomers warm. Er zijn hooguit een twintigtal klimmers aan het werk, maar in een hal van deze omvang oogt dat leeg. Ik vraag de manager van dienst of het hier altijd zo rustig is. Die vraag doet hem grijnzen. Kijk eens buiten, zegt hij, terwijl hij met zijn arm in drie verschillende richtingen wijst. “Da sind Kletterfelsen, da sind Kletterfelsen und da drüben sind noch mehr Kletterfelsen”. Eigenlijk logisch, wie hier vrij heeft gaat bij mooi weer eerder naar de echte rotsen. “Kom hier vanavond nog maar eens kijken, of wanneer het regent” . En inderdaad, naarmate de klok naar 18 uur tikt begint het er al helemaal anders uit te zien. De stad Innsbruck is eigenaar van het KI, dat ongeveer twaalf miljoen euro heeft gekost. Voor de financiering legden de stad en het Land Tirol elk 4,6 miljoen euro op tafel, het Alpenverein paste het aanvullende bedrag bij. Het beheer werd toevertrouwd aan een beheersvennootschap van het ŒAV. In cijfers overtreft het KI alles: 5700 vierkante meter klimwand waarvan 1025m2 boulderwanden indoor en 3000m2 voor het touwklimmen met wandhoogten tot 17 meter. Er zijn een vijfhonderdtal klimroutes en nog eens tweehonderd voor het boulderen. Geen wens blijft hier onvervuld. Voor het ŒAV was deze nieuwbouw noodzakelijk om de aansluiting van haar klimmers met de absolute topsport niet te verliezen. Aan het aantal ruimten en wanden schijnt geen einde te komen. En de witte Walltopiawanden ogen ongelooflijk clean. Je zou haast denken dat ze hier pas vanmorgen zijn geplaatst. Het buitengedeelte is al even netjes, drie betonnen muren die telkens aan beide zijden uitgebouwd zijn, met een enorme overhang. De outside-boulders zijn helemaal overdekt. Alle buitenwanden zijn ’s avonds verlicht. Het KI is elke dag open van 9 tot 23u. Er zijn aangepaste boulderzones voor kinderen, een klettershop, een ruime parking, event- en seminarieruimten en een bistro met terras. De wijnkaart kan beter, maar de koffie (Innsbrucker Rösterei) is uitstekend en zo is ook het gebak. Maar daarvoor kan je best eerst enkele uren geklommen hebben. ▲

Alpenverein Kletterzentrum Innsbruck GmbH

Sillside Innsbruck Matthias-Schmid-Straße 12c 6020 Innsbruck, Austria Tel: +43 512 39 73 40 0 E-Mail: info@kletterzentrum-innsbruck.at www.kletterzentrum-insbruck.at

15


WINTER

/IJSKLIMMEN

1616


Tekst Reginald Roels Tekst en foto's Thomas Kerckhof

Op verkenning rond Les Ecrins Het is ondertussen 15 uur, het eerste melkzuur wordt weg geschud uit de onderarmen. We hangen in de derde lengte van ‘Capitaine Courageux’, onzeker over de conditie van de laatste lengte. De route zou een 4+ moeten zijn, maar daar bestaan nog twijfels over.

Nachtje door

Regel 1: niet vallen

Eergisteren, dinsdag 24 januari, verzamelden we om 17 uur in Gent en Hasselt. Team Gent bestaat uit Nicolas en Thomas. Team Hasselt bestaat uit Johan en Benoit. Benoit geniet van een nageslacht ter grootte van een halve voetbalploeg, wat ons het voordeel geeft met een ruim busje tot aan Les Ecrins te kunnen rijden.

Terug naar vandaag. De route ‘Capitaine Courageux’ is 200 meter lang en de eerste 150 meter konden we op deze brede waterval in twee lijnen naast elkaar klimmen met een klein verschil in moeilijkheid. De echte moeilijkheid van deze route wordt pas bepaald door de laatste lengte waar alles op 1 lijn uitkomt. Johan start van het relais onderaan

Het eerste gemeenschappelijke punt van de wegen Gent - Les Ecrins en Hasselt – Les Ecrins bevindt zich in Aarlen. Daar laat Team Gent een kleine auto met zomerbanden achter op de Ikea carpoolparking. Een kleine verkeerde inschatting van reistijd en route laat ons via de Fréjustunnel nog eens een stukje Italië zien, en uiteindelijk ons bed om 6:30 uur. We rolden na 3 uur slaap uit bed, in ons appartement in Argentière-laBessée, om voor het eerst in lange tijd weer watervallen te beklimmen. Dat heeft goed opgebracht want tegen het schemeren kwamen we boven aan ‘Formes de Chaos’, WI 4, 300 meter in Ceillac. De afdaling deden we te voet in het donker met 0,75 hoofdlampen per persoon. We zijn met 4 en splitsen ons op in 2 cordées, uit gemakzucht klimmen we allen dezelfde watervallen. Objectief gezien niet slim maar wel praktisch. Het zal ons nog voordelen geven in moeilijke stukken en het levert mooie foto’s op.

de lengte waar hij vanop comfortabele plateautjes verschillende goede ijsvijzen steekt. Dan begint een 20 meter lange passage van 90 graden met veel structuren. In deze condities lijkt het niveau dichter bij een 5 te liggen. Na een paar passen mooi haakwerk in de wand, breekt een stuk ijs met ijsbijl uit en een fractie van een seconde later hangt Johan in de touwen op zijn twee laatste ijsvijzen. De val is kort en zacht, en hij komt er met de schrik vanaf. Hij laat echter met plezier ‘the Sharp end’ aan een volgende. Voor ons is het de eerste keer dat we iemand een voorklimmersval zien maken op ijs. Er is gezondigd tegen regel 1 van het ijsklimmen. Thomas herneemt en klimt een dertigtal meter tot waar de meeste moeilijkheden gepasseerd zijn, de verzuring erger wordt en er wat twijfel komt: halen we het bovenliggend relais met onze 50 meter touwen? Het ijs is niet overal even goed, maar Thomas kan er toch twee goede ijsvijzen in kwijt en het hangrelais is een feit. Nicolas komt achter met de rugzak en klimt door tot op de top van de waterval. Door het hangrelais werd het onpraktisch om de twee andere klimmers ook tot boven te krijgen en er wordt wijselijk beslist om op de bestaande abalakov onderaan de crux te rappellen. Niet veel later komen Thomas en Nicolas achter.

17


Fournel

Ceillac

Vrijdag klimmen we nog een dag in Fournel. Voor de tweede dag op rij is de slagboom voorbij de eerste parking open en kunnen we nog 20 minuten verder rijden tot het eind van de weg. Deze weg wordt niet sneeuwvrij gehouden en het is er spannend rijden. Op de parking is er plaats voor een twintigtal wagens en het staat er al twee dagen vrij vol. Het verschil met gisteren is voornamelijk de 3 centimeter verse sneeuw die gevallen is. Het zal de vlakkere delen van de watervallen wat moeilijker te lezen maken.

Zaterdag gaan we nog een dag naar Ceillac met specifiek ‘Sombre Héros’ (WI 5) op het plan. De route is 70 meter lang, maar alles draait rond de 30 meter lange sigaar met een groot stuk 90°. De aanlopen in Ceillac zijn zeer kort en het is ondertussen weekend. Voeg daar aan toe dat we geen helden zijn om vroeg aan een waterval te staan, dus hadden we verwacht te moeten aanschuiven voor de route. Maar niets daarvan! We waren alleen en konden rustig de tijd nemen om ons voor te bereiden. Om vlot door de crux te raken beslissen we onderaan al om de touwgroepen anders in te richten. Benoit klimt met Thomas en Johan met Nicolas.

We lopen een klein uurtje aan tot ‘Monde de Glace’, WI 5, 200 meter. Dé klassieker van Fournel en de dag ervoor hadden we er een zeer goed zicht op vanuit ‘Capitaine Courageux’ aan de overkant van de vallei. We klimmen weer in onze standaard-cordées net na een derde touwgroep van drie Fransmannen. Vanop de grond zien we hen artificieel door de tweede lengte raken, waar de voorklimmer gemakkelijk een half uur over 7 meter 90° doet. Dat voorspelt niet veel goeds… Om tot het relais van de Fransmannen te raken, moeten we half ongepland wat simultaan klimmen. De 7 meter 90° gaan er gestaag maar vrij aan. Wat volgt is weer eenvoudig tot we aan de laatste touwlengte komen. Door rechtsom de wand te draaien, kan er een eenvoudigere lijn geklommen worden.

18

Het is 13 uur wanneer we weer aan de voet van de waterval staan. Veel te vroeg om de dag al af te sluiten! Benoit en Johan trekken vastberaden in ‘Y de gauche’ (WI3+). Nicolas en Thomas lopen verder op zoek naar een 5. Maar de rest van de sector lijkt te weinig gevormd en ze kiezen uiteindelijk ook voor nog wat extra klimmeters in ‘Y de gauche’. Aan het voorlaatste relais komt iedereen samen en kunnen we gezellig samen terugwandelen.


La Grave Zondagavond moeten we om 22 uur in België zijn, maar op de terugweg zouden we toch graag nog een waterval meepikken. Als we via Col du Lautaret rijden passeren we La Grave en de tientallen watervallen daarrond. Na veel discussie fixeren we ons op een korte 5+ (1 touwlengte) met een half uur aanloop. Gedurende het hele verblijf schommelden de temperaturen rond de –5 °C en + 5°C. Voorafgaand aan onze aankomst waren de temperaturen aanzienlijk lager (rond -11°C en lager) waardoor het ijs fragieler was en er veel uitbrak. Er was weinig tot geen sneeuwval, waardoor er quasi geen lawinegevaar was en aanlooppaadjes makkelijk te vinden waren. Hierdoor waren ook veel structuren zichtbaar, wat de klim makkelijker maakte. Fournel lag in zeer goede conditie met veel gevormde watervallen van alle soorten niveau. Ceillac bereikte het einde van beklimbaarheid in sommige gevallen (‘Forme de Chaos’ had dun ijs) en de meest rechtse watervallen waren niet gevormd. Enkel de watervallen in een goulotte konden van hun microklimaat profiteren om te overleven. La Grave zag er goed gevormd uit langs alle kanten, helaas hebben we niets kunnen klimmen wegens tijdgebrek. ▲

Reiswijzer Periode Tijdens onze periode waren de watervallen matig gevormd. Wij klommen eind januari, afhankelijk van jaar tot jaar ligt het ijsklimseizoen van januari tot maart. Vervoer Er zijn een drietal wegen om met de auto tot in Argentière-laBessée te raken. Ofwel via col de Lautaret, de Fréjus tunnel of via Gap. De laatste is het langst, maar heeft waarschijnlijk meer kans bij erg veel sneeuw. De tunnel voorbij La Grave is hersteld en daarom kan je best via col de Lautaret rijden. Ongeveer 11 uur rijden. Accommodatie Wij bleven slapen in een appartementje in Argentière, 50 euro per nacht voor 4 personen. Ideaal als uitvalsbasis voor ijsklimmen in het zuidoostelijk deel van Les Ecrins. De omgeving van Argentière ligt vol met verschillende ijsklimgebieden en is daarom een goede uitvalsbasis. Er is op elk niveau voldoende te klimmen. Topo’s • “Glace et mixte en cascade … Briançonnais – Argentiérois – Embrunais” : deze topo is ideaal voor de zones rond Argentière: Fournel, Ceillac, Fressinieres,… • “Cascades Oisans aux 6 vallées” Tome I en II: Deze topo’s beschrijven het noorden van Les Ecrins (La Grave en wijde omgeving) • “The 600 best ice falls in the alps’’ • Websites: Ice-fall.com, camptocamp.org, …

Foto's pagina 16: Benoit in Capitaine Courageux Foto pagina 17: Links: Johan onderaan Capitaine Courageux Rechts: Thomas in de laatste lengte van Monde de Glace Foto pagina 18: Johan net na "het voorval" Foto pagina 19: Nicolas op de sigaar van Sombre Héros

19


WINTER

/TOERSKI IN KIRGIZIË: Onze bestemming is Kirgizië waar we twee weken een toerskistage volgen, georganiseerd door VBW. Een land met een nomadencultuur doordrenkt van Russische en Chinese invloeden. Vijftig procent van het land bevindt zich boven de 3000 meter en 94% is bedekt met bergen. Deze bestaat voornamelijk uit de Tien Shan bergketen dat letterlijk wordt vertaald als ‘de hemelse bergen’. Onze uitvalsbasis is het stadje Karakol dat gelegen is aan de oostelijke oevers van het indrukwekkende Issyk-Kul meer. Avontuur lijkt verzekerd, de prachtige natuur nemen we er met plezier bij.

O

nze achtkoppige groep kan men best omschrijven als een allegaartje van bergsporters: twee professionele brandweermannen, een bergwandelgids in spe, een dame die deze bergen al met de fiets heeft doorkruist en nog een leeftijdsgenoot die net als mij de bergen verkent met een snowboard onder de voeten. Niet te vergeten zijn natuurlijk onze twee doorwinterde stageleiders: Dirk en Rik. Opwarmen in Karakol Doe-het-zelf sauna In het midden van de nacht arriveren we op de luchthaven van Bishek waarna er ons nog een lange rit staat te wachten. Na twee dagen doorreizen komen we ‘s morgensvroeg aan in het stadje Karakol. Er wordt eerst wat bijgeslapen om daarna het stadje te verkennen. Talloze Lada’s en wollen mutsen kleuren het straatbeeld. Het lokale marktje is een wirwar van containers waar men winkeltjes in heeft geïnstalleerd. De sfeer in de groep zit goed en iedereen kijkt uit naar wat komen zal. De eerste dag gaan we ons warm skiën in het skigebied van Karakol, ooit een van de luxeresorts van de Sovjet-Unie. Twee 4x4 busjes van Aziatische makelij maken zich meester van al de hobbelingen op de weg die ons gestaag naar het hoger gelegen skigebied brengt. Er is geen significante sneeuw gevallen in de laatste 4 tot 6 weken maar er ligt een goeie basis op hogere hoogte. Het blijft hier doorgaans vrij koud en de sneeuw blijft dus goed gepreserveerd. Na de omgeving afgespeurd te hebben, zijn het vooral de noordhellingen die er nog lekker zacht lijken bij te liggen. Een tweedehands lift uit de Alpen, het logo van ‘Les Menuires’ staat er zelfs nog op, brengt ons naar 2800 meter hoogte. Je hebt er een fantastisch uitzicht op het grijze geroezemoes van Karakol met daarachter het immense Issyk-Kul meer, volledig omringd door witte bergtoppen. We begeven ons verder weg van de skipistes waar er enkele freeride routes vertrekken die er hard en verspoord bijliggen. Dit deert ons echter niet en al vlotjes cruisen we doorheen de bossen terug richting het skigebied. Andermaal op de top beginnen we deze keer aan het echte werk, namelijk een 450-tal meter hogerop toeren. Eens op de top maken we ons klaar voor de afdaling die via een lange geul steil naar beneden gaat. Er ligt een dik pak sneeuw op deze noordhelling en het is toch direct even wennen voor iedereen.

20

Om 5 uur in de ochtend begeven we ons op weg naar het begin van de Aksuu vallei waar een drietal sneeuwscooters ons opwachten, die ons zullen meenemen voor een 14 kilometer lange tocht. De skiërs worden op sleeptouw genomen achter de sneeuwscooters en de boarders gaan achterop. Dit verloopt in het begin wat stuntelig, maar al vrij snel glijden ze als een stel volleerde waterskiërs doorheen de vallei. De zon is nog maar net op als we in het Aksuu Yurt Camp aankomen. Hier zullen we 6 nachten verblijven. De site is alvast tiptop in orde en de omgeving rondom ons heen is prachtig. Wat een setting!

" We zijn op ongeveer 150 meter van de top, maar het potentiële lawinegevaar liet ons geen andere keuze dan rechtsomkeer te maken.."

Naast onze yurt’s is er ook een doe-het-zelf sauna geïnstalleerd met aanpalend zelfs een ‘hot tub’ die lekker warm worden gestookt met sprokkelhout. De spieren ontspannen in het hete water, met een traditionele puntmuts op het hoofd tegen de koude en met een prachtig zicht op de omgeving en een fantastische sterrenhemel. Enkel de ‘locals’ en Filip was ijsbeer genoeg om na de sauna in het nabijgelegen riviertje te duiken. Later zou blijken dat dit ons dagelijks ritueel zou worden na een zware dag van inspanningen. Veel beter dan dit wordt het alvast niet!


Tekst Jelle Christiaens / foto's Rik De Clercq

avontuur verzekerd

Onmiddellijk rechtsomkeer Voor het ochtendgloren staan we startensklaar. Na een intensieve biepercheck begeven we ons op weg richting een top van +/- 3700 meter. De Yurt ligt op 2600 meter hoogte dus dit houdt in dat we vandaag een 1100 hoogtemeters voor de boeg hebben. Het eerste deel is er een stijgspoor beschikbaar maar eens halfweg moeten we zelf een voor een het spoor trekken en de route bepalen die we zelf voorbereid hebben. In de dikke poedersneeuw is dit echt wel zeer intensief. Zwoegen en zweten en de ijle lucht speelt me ook wel parten. Uiteindelijk krijgen we de richel met de top in het vizier. De ridge richting de top ziet er vrij rotsachtig uit dus besluiten we om nog even verder door te steken en achterin via een steile couloir de top te bereiken. Wanneer er halfweg het couloir een breuklijn ontstaat naast ons stijgspoor, maakt Rik snel een sneeuwprofiel en direct wordt er beslist om rechtsomkeer te maken. Ik heb nog nooit zo snel mijn splitboard omgebouwd. We zijn op ongeveer 150 meter van de top aanbelandt maar het potentiĂŤle lawinegevaar liet ons geen andere keuze dan rechtsomkeer te maken. Terug in iets vlakker terrein krijgen we meer uitleg over sneeuwprofielen , roetsj- en compressie-tests en leren we dit zelf doen. Het pak is alvast dik en stevig maar onderaan is er toch een dunne laag kristalsneeuw terug te vinden. Oppassen is de boodschap. We dalen verder naar beneden via ons stijgspoor vooraleer we de bossen induiken richting de yurt.

21


22


Afdalen met een glimlach

Top zonder naam

De volgende ochtend nemen we de sneeuwscooter die ons 6 km verder in de vallei brengt. De vallei is hier weider en je hebt een magnifiek zicht op de iets verder gelegen gletsjer, die prachtig oplicht bij de zonsopgang. Ik skin als eerste om zo mijn eigen tempo te onderhouden en zo fysiek niet in de problemen te komen. Al snel komen we boven de bomen uit en begaan we een bergrug die verder gestaag naar boven loopt. Al bij al een vrij relaxte helling waarbij we ten volle kunnen genieten van de vergezichten op de omliggende gletsjer en bergen.

Voor het tweede luik van de trip brengt een taxi ons naar Jyrgalan, een oud slapend mijndorpje waar we zullen overnachten in een guesthouse. We zijn de allereerste gasten sinds de opening. We verkennen de omgeving en bepalen welke tocht we de dag erna zullen doen. Ik loop op kop via een geul en het is terug hard werken om het spoor te maken en ik laat na een tijdje de eer aan de anderen. De geul loopt nog verder gestaag naar boven tot we ons in steiler terrein begeven. Na een hele hoop spitzenkehren komen we boven aan de col en hebben we een fantastisch uitzicht over verschillende valleien en de vele toppen rondom ons heen. We toeren verder op de bergkam naar boven om uiteindelijk te voet over de rotsen naar de bergtop te klimmen. Na 1000 hoogtemeters stijgen sta ik eindelijk op een bergtop. Een Kyrgizische top zonder naam, 3350 meter. De euforie overheerst. Er volgt nog een technische afdaling waar vooral het begin leuk boarden is in de diepsneeuw. Eens terug aan ons stijgspoor dalen we de laatste meters af van onze stage richting Jyrgalan. De toerski mogelijkheden lijken hier eindeloos te zijn en ik zou met plezier deze streek nog enkele dagen meer willen verkennen.

Het laatste stukje is ietsje rotsiger waar we te voet de beklimming verderzetten. We bootpacken een klein stukje terug vooraleer we aan ons daalspoor beginnen. Dit is een zeer mooie geleidelijke helling die bijna helemaal doorloopt tot beneden. De sneeuwkwaliteit is zoals de voorbije dagen: een dik pak suikersneeuw dat poederig aanvoelt. Zulke afdalingen doe je met de grote glimlach. Rond 14.00 uur staan we terug aan het beginpunt om op onze sneeuwscootertaxi te wachten. Een mooie tocht van ongever 600 hoogtemeters. De sporen zijn toch wel bij iederen zichtbaar na de tocht van gisteren. 's avonds doen we nog een uitgebreide lawineslachtoffer zoek- en evacuatieoefening en is er nog een feestelijke BBQ gepland voor onze laatste nacht in de Aksuu yurt.

Kirgizische cultuur Terug in Karakol gaan we cultuur opsnuiven en begeven we ons richting de wekelijkse dierenmarkt die een van de grootste van Centraal-Azië blijkt te zijn. Van her en ver lijkt iedereen zich hier te verzamelen, een komen en gaan van busjes volgepropt met schapen, koeien maar vooral paarden. Het is er een drukte van jewelste en er blijkt geen einde te komen aan de markt. Het begint dan ook nog te sneeuwen wanneer we terug richting het centrum wandelen, wat de verlaten straten van het dorpen Siberisch doet aanvoelen. Als laatste bezoeken we de hoofdstad Bishek waar de statige en kille gebouwen het communisme van weleer alle eer aandoen. Als onze twee stageleiders het stadplannetje moeten analyseren, loopt het echter fout en wordt het een stevige zoektocht om het gekozen restaurantje terug te vinden. De bergen hebben geen geheimen voor Rik en Dirk maar een urban stadsplan analyseren is een hele ander karwei. De negen dagen toeren hebben bij de meesten wel zijn spoor nagelaten want zelfs voor de supersportievelingen is het toch vrij intensief geweest. Ik heb mijn grenzen verlegd, heel veel bijgeleerd en heb volop kunnen genieten van de afdalingen. Mijn doelstellingen zijn alvast bereikt en het smaakt alleen maar naar meer. Dit alles doorgoten met de Kirgizische cultuur en het gezelschap van een leuke groep hebben van deze twee weken een onvergetelijke ervaring gemaakt. ▲

Foto’s pagina 20-21: Boven: bergen boven Jyrgalan zonder één skispoor Midden: Aksuu Yurt Camp / Onder: genieten in de hot tub Foto’s pagina 22: Boven: Rik die zijn spoor zet boven Jyrgalan Midden: skitour in de Aksuu vallei Foto’s pagina 23: Boven: de laatst meters voor de top in de Aksuu vallei Onder: Wim in de afdaling Locaties Aksuu vallei (2650m 44T 307472E - 4700470N) Yurt Camp: www.travel-kyrgyzstan.com Jyrgalan vallei (2300m 44T 337027E – 4718872N) Info bij Rik.De.Clercq1@pandora.be of Dirk.vanda@gmail.com

23


WINTER

/HAUTE ROUTE DE LA VANOISE: een skitoerparadijs

24


Tekst Reginald Roels Tekst Lus Van den Bossche / Foto's Patrick Van Daele

Het Franse nationaal park van de Vanoise wordt omgeven door ‘s werelds grootste, met elkaar verbonden skigebieden: ‘Les Trois vallées’ (Courchevel, Meribel en Val Thorens), en Val d'Isère, La Plagne, Tignes en Les Arcs. Naast deze drukke, commerciële stations vind je een uitgestrekt skitoerparadijs, gaande van de Gebroulaz gletsjer tot het wijdse plateau van de Glacier de la Vanoise. Het landschap is zo immens dat je zelfs na dagen toerskiën nog maagdelijk terrein tegen komt.

E r zijn twee mogelijkheden om de haute route de la Vanoise te starten. Eén is vanuit Brides-les-Bains of een ander skistation met de lift, deze brengt je tot de Col de Thorens op 3095 meter, stijgen naar de col de Gebroulaz (3417 meter) en skiën naar de hut. Voordeel: de eerste dag een afdaling van, afhankelijk van de hut, 1000 à 1500 meter. Nadeel: de kost van de liften en de eerste dag al naar 3500 meter. Wij kozen voor de tweede optie, de eerste dag enkel stappen. Afspraak zondagavond in Champagny-en Vanoise (1240m meter) in hotel les Glières, een klein charmant hotel. Na het avondeten wordt de materiaallijst overlopen en alle overbodige zaken - deze zorgen enkel voor een te zware rugzak - worden achter gelaten. Maandagochtend vertrekken we vanuit Pralognan-la-Vanoise, er ligt sneeuw op weg naar de refuge de Peclet Polset (2480m meter). We stappen langs de GR55, het pad volgt lange tijd de rivier Doron de Chavière. Ook al stijgen we langzaam, we doen vandaag 1100 hoogtemeters over 11 kilometer. Aan refuge du Roc de la Pêche steken we de rivier over en gaan verder zuidwaarts. De vallei is mooi, de weg lang en warm, we zijn blij wanneer we uiteindelijk rechts de hut zien liggen. Er is nog een Belg aanwezig, Karel die met ons de kamer en tafel deelt. Op 22 maart 2016 was hij ook in de hut, als herinnering heeft hij voor de gardien (die er vandaag niet is) eigen cider meegebracht. Nu kunnen wij er samen van proeven, genieten en goed bevinden.

Met twee Franse groepen de hele week op tocht In de hut zijn twee Franse groepen die dezelfde route volgen, we laten hen elke morgen voorgaan zodat wij rustig en met meer ruimte ons kunnen klaarmaken. We hoeven ook niet te vroeg te vertrekken, het is koud en ijzig ‘s morgens. Daar we ons elke dag in gletsjergebied bevinden, vertrekken we standaard met de gordel aan. Vanuit de hut dalen we een 150 meter, leggen de vellen op en stijgen langzaam noordoost, rechts de rotswand waar we een goede doorgang moeten zoeken, en voor ons zicht op het Mont-Blanc massief. We moeten de Pointe de l’Observatoir voorbij vooraleer we een doorsteek vinden. Het spoor tot de Col d’Aussois (2914 meter) is goed maar steil, een perfecte spitzenkehr-techniek is nodig. De afdaling van de col start zacht met goede sneeuw, dan even steil tot we de vallei bereiken. We proberen zo hoog mogelijk de refuge du Fond de l’Aussois te traverseren. Terug de vellen aan voor de laatste 200 hoogtemeters, tot de Refuge de la Dent Parachée (2520 meter). Het is een kleine oude hut, iedereen eet en slaapt dicht op elkaar. Het toilet is buiten, oppassen want de weg ernaartoe is blank ijs. De gardien steelt ’s avonds de show met een verhaal over een champagne reclameploeg. Een ontbijtuur wordt niet meegedeeld, ’s morgens roept hij iedereen op en direct aan tafel is de boodschap!

25


Met of zonder ski’s, “that’s the question” Dag drie vertrekken we met de vellen onder de ski’s. We klimmen noordwaarts naar de glacier en col de Labby (3324 meter). De eerste Franse groep stijgt links op de ski’s tussen rots en ijs. Ze vorderen langzaam en de gids moet vaak helpen. De tweede groep gaat rechts, bijna loodrecht omhoog, met de ski’s op de rug in een diep sneeuwspoor. Lorenzo stelt ons de vraag, wat is de meest veilige manier, waar loopt men het minste risico? Wij kiezen het rechtse spoor, bij een val kan men maximum een meter schuiven. Op de col du Moine (3330 meter) een prachtig zicht op de Meije. De eerste 50 hoogtemeters bij de afdaling zijn steil, Lorenzo zekert ons aan het touw tot we een goede standplaats hebben om de ski’s aan te doen. Een super afdaling op de Glacier de la Mahure tot ongeveer 2600 meter, op de kaart lijkt het of we tot de Lac d’ l’Arpont kunnen skiën maar door het afsmelten van de gletsjer moeten de vellen aan voor een lange noordoost traversé naar de schouder. Op vijfhonderd meter boven de hut kunnen we terug skiën, de eerste bochten goede diepsneeuw, daarna korst en vervolgens firn. Prachtige sterrenhemel De Refuge de l’Arpont (2310 meter) werd in 2014 vernieuwd, de eetzaal is halfrond en biedt een wijds panoramisch uitzicht. Hier is er een skilokaal en ook een grote droogruimte voor schoenen, kledij en vellen. Wij slapen in het bijgebouw in een ruim lager, de hut is pas open, men voelt de koude nog door de matras. Twee dekbedden zijn nodig om het echt warm te krijgen. De vegetariërs worden goed bediend, wij krijgen steeds typische Savoie gerechten zonder groenten, men zou vegetariër worden! Enkel het toilet in het hoofdgebouw is operationeel, de prachtige sterrenhemel tijdens het nachtplasje, doet dit ongemak vergeten. En niet alleen brood en jam als ontbijt maar ook havermoutpap, eindelijk krachtvoer, nodig om een lange dag onderweg te zijn.

26


Refuge du Col de la Vanoise, een lange dag Dag vier brengt ons van de Refuge de l’Arpont naar de Refuge du Col de la Vanoise (2515 meter), een lange klimdag. We vertrekken met de harseisen onder de ski’s noordwaarts, het is koud en ijzig tot de zon doorbreekt. Na nog geen kilometer wordt het steil, we binden de ski’s op de rugzak en doen de volgende 250 hoogtemeters op stijgijzers. De groep voor ons probeert het eerst op ski’s maar moet dan, op de steile helling, ook de stijgijzers aanbinden. Dan volgt een glooiend landschap met links de Dôme de Chasseforêt (3586 meter). Op de glacier du Pelve wordt het steiler, dus vele spitzenkehren tot de Col du Pelve. Even pauzeren want er volgt een lange klim naar de Col du Dard (3130 meter). Sommigen hebben nog genoeg energie om links de Pointe du Dard (3204 meter) even mee te nemen. Het zicht is weer adembenemend, nu de Italiaanse kant van de MontBlanc. De afdaling begint zachtjes, de gletsjer is vlak tot de Rochers du Génepy, de laatste 500 meter naar de hut zijn steil, voor sommigen weer enkele valpartijen vooraleer de hut te bereiken. De hut is volzet, morgen de laatste dag mooi weer, dus vele toerskiërs komen naar boven. Ook deze hut is pas open, niet alle sanitair is operationeel. Er is een toilet voor de kleine boodschap en één voor de grote, niet eenvoudig met 80 personen. Traverseren onder de Grande Casse De laatste dag wordt spectaculair, we traverseren onder de noordwand van de Grande Casse en skiën langs de ijsval en séracs. Een korte afdaling brengt ons naar de instijg van de Col de la Grande Casse, de eerste 150 meters zijn steil en verijsd, ski’s op de rugzak en stijgijzers aan. Links de Aiguille de la Vanoise, meer dan 20 jaar geleden deed ik de overschrijding tijdens een zomerkamp van KleinBrabant, mooie herinneringen. Op de morenen wordt het vlak tot een 50 meter onder col, terug ski’s op de rug en stijgijzers aan. Er waait een koude wind maar op de Col de la Grande Casse op 3091 meter schijnt de zon en kunnen we picknicken uit de wind. We zijn nietige wezens onder deze immense noordwand. En dan onze laatste afdaling, werkelijk fantastisch. We traverseren onder de wand, hoog boven een grote ijsval, daarna volgen verschillende noordhellingen elkaar op tot ongeveer op 2000 meter. Dan volgen we het besneeuwde pad naar Champagny-le-Haut. Hier heeft de zon ook haar werk gedaan en af en toe moeten we de ski’s uitdoen omdat de sneeuw gesmolten is. Vanuit Champagny-le-Haut vertrekt elk uur een navette die ons een half uurtje later tot bijna voor het hotel afzet. ▲

Reiswijzer Periode Laatste week maart tot begin mei. Wij deden de haute route van 26 maart tot 1 april 2017 Vervoer TGV of met de auto Antwerpen – Champagny-en-Vanoise, 1000 km Accommodatie Als je de rit in twee dagen wil doen is overnachten in Lôgis Hotel le Val Moret, langs de autostrade te Magnat een goede optie: www.le-val-moret.com • Hotel Le Glières in Champagny-en-Vanoise accueil@hotelglieres.com • Refuge de Peclet Polset http://refugepecletpolset.ffcam.fr • Refuge de la Dent Parachée http://refugeladentparrachee. ffcam.fr/ • Refuge de l’Arpont refuge.arpont@orange.fr • Refuge du Col de la Vanoise http://refugecoldelavanoise. ffcam.fr/ Kaart IGN Parc National de la Vanoise 3534 OT + 3633ET Moeilijkheidsgraad: Voor deze tocht heb je een goede conditie nodig en moet je skitechnisch onderlegd zijn. Verschillende dagen moet je meer dan 1000 hoogtemeters overbruggen, met een goede conditie blijft er voldoende energie om ook van de afdaling te genieten. De nodige skitechniek bezitten is niet zozeer omdat het te steil is, er zijn inderdaad steile stukken, maar eerder om in alle soorten sneeuw vlot bochten te maken en geen energie te verliezen zodat je op het einde van de dag nog fit bent en geen kwetsuren riskeert. Dus comfortabel kunnen draaien in de vallijn in alle soorten sneeuw; parallel bochten uitvoeren op 35° firn; roetsjen en kanten, zowel voorwaarts als achterwaarts op 40° hellingen; langlaufen op platte stukken.

Foto pagina 24: Col d’Aussois Foto pagina 25: Eerste deel afdaling Col du Moine Foto pagina 26: Boven: Begin afdaling Col de la Grande Casse Midden: Glacier de l’Epéna Onder: Traverser naar de Col du Pelve Foto pagina 27: Zowel rode als groene korstmossen op één rots

27


WINTER

/GOING UP GLOCKNER Het startpunt is de parkeerplaats van Lucknerhaus op 1920 meter hoogte. Op een paar auto’s na ligt het er verlaten bij. Het is 10 uur in de ochtend, 18 februari 2017. De Grossglockner is Oostenrijks hoogste berg met 3798 meter en imposant vanuit elke hoek.

W e hebben er een rit van bijna twee uur erop zitten. We zijn begonnen in Kaprun, waar we elkaar hebben leren kennen. Ons gezelschap bestaat uit een Belg, een Engelsman en drie Nederlanders. Op één na zijn we allemaal uitgerust met splitboards. Rens en Stephan zijn beiden in Oostenrijk opgeleid tot snowboardgids en zijn al jaren ‘partners-in-crime’. Roy is vaak met de jongens op pad om te filmen of om foto’s te maken. Phil verhuurt appartementen in Kaprun, eigenlijk als excuus om in de bergen te kunnen zijn. Tim is ook met zijn camera mee, na een aantal dagen shooten voor een film van Poederbaas ziet ook hij zijn kans schoon en maakt het team van vijf compleet. Eerste tussenstop: de Stüdlhütte

Knus in het ‘Winterraum’

Via de Felbertauerntunnel belanden we in Oost-Tirol. Eerst passeer je Matrei, dan door naar het dorpje Kals am Grossglockner waar de bergweg naar Lucknerhaus begint. Bij lawinegevaar is deze weg gesloten. Gelukkig is het inmiddels lente en kunnen we ons startpunt bereiken. De groep van vijf is ontspannen wanneer iedereen bezig is om zijn materiaal vertrekklaar te maken. We hebben er voor gekozen om de beklimming en de afdaling in twee dagen te doen, met een overnachting in het “Winterraum” van de Stüdlhütte, gelegen op 2802 meter hoogte aan de zuidwestkant van de Grossglockner.

Eenmaal aangekomen bij de hut is er nog volop zonlicht en gebruiken we de tijd om nog wat leuke korte afdalingen te maken op onze snowboards. Vanuit de Stüdlehütte dalen we een stuk westelijk af, om vervolgens weer omhoog te hiken. Daarna wordt er hout gehakt, vuur gemaakt en de kachel opgestookt. Een grote pan vol geschept met sneeuw staat op het vuur. Water maken is een continue proces, uitdroging is een gevaar dat altijd op de loer ligt dus er moet veel gedronken worden. Ook hebben we pasta meegebracht, zakjes thee en oploskoffie. Kleding en ‘gear’ hangt te drogen aan haakjes, sokken hangen naast de binnenschoenen van snowboardboots aan een rek boven de kachel.

De weg naar onze beoogde slaapplaats begint op de parkeerplaats en gaat via een zomerweg langs Lücknerhütte (2241 meter). Hierna blijven we een noordelijke koers volgen. De bijna 800 hoogtemeters over relatief geleidelijk stijgend terrein zijn ontspannen af te leggen, mits er een laag lawinegevaar is. De flanken van de “Blaue Wand” zijn stijl en het uitloopbereik van een lawine op die helling is groot. We kiezen onze route zo dat we hier op ruime afstand van blijven, deels gebruik makend van zomerwandelroutes. Slechts de eerste halve kilometer was er onvoldoende sneeuw om al te ‘skinnen’, daarna kunnen we rustig glijdend op onze splitboards en ski’s de weg omhoog vervolgen. Onderweg houden we korte pauzes van maximaal tien minuten per uur, met een ‘normale’ snelheid van zo’n 300 hoogtemeters per uur zullen we binnen vier uur onze bestemming zeker halen, ondanks wat extra stilstaan om onze fotograaf en videograaf de kans te geven om wat mooie beelden te verzamelen.

28

We willen de volgende ochtend vroeg weg. Om 4 uur zullen we opstaan, zodat we om 5 uur zeker kunnen vertrekken. We bereiden onze spullen zoveel mogelijk voor, zodat we geen tijd verliezen. De kou op zolder valt mee, de dekens zullen ons zeker warm houden. We hebben pasta gegeten en iedereen deelt wat hij verder nog heeft meegebracht. Waterflessen worden gevuld voor de volgende dag. Een ontspannen sfeer na een middelmatige inspanning, we weten dat we de volgende dag een veel grotere inspanning zullen moeten leveren. Dus na voldoende eten en drinken, op tijd naar bed! Het enige geluid dat je hoort is de wind door de bergen, het huisje kraakt en wiegt een beetje mee in de wind, onbeweeglijk niettemin. Het duurt niet lang voordat iedereen ligt te slapen, de nacht is helder en het licht van de sterren schijnt door het kleine venster naar binnen.


Reginald Roels Tekst Rens de Wild / Foto’sTekst Tim Vanhoutteghem

Arendsnest Het is vijf uur in de ochtend en we beginnen aan het tweede deel van de route. Een traverse onder de Salzkopf door brengt ons naar de rand van de Ködnitzkees. We hebben gebruikt gemaakt van een oud en solide spoor, met dank aan onze voorgangers. Omdat dit spoor wel behoorlijk ijzig was, hebben we stijgijzers bevestigd aan onze ski’s voor extra grip. De zon maakt aanstalten om te verschijnen en donker gaat over in een lichte schemer. Scherpe contouren tekenen zich af terwijl we onszelf klaar maken om de gletsjer op te gaan. In één touwgroep van vijf trekken we tijdens zonsopkomst de gletsjer op. Er is een heldere hemel en het beloofd een zonovergoten dag te worden. In het dal zien we lampjes van toerders die deze klassieker in één dag zullen proberen te volbrengen. We zetten het eerste spoor en vorderen gestaag over de besneeuwde gletsjer richting Adlersruhe. Aan onze rechterhand begeeft zich een graat waarop een Klettersteig loopt. Er is nieuwe sneeuw gevallen dus het kost vooral Stephan, die onze touwgroep leidt, extra energie om te ploegen. Toch gaat hij, onvermoeibaar als altijd, in één en hetzelfde ritme door omhoog. We bevinden ons boven de 3000 meter en het lichaam krijgt meer te voorduren. We kiezen ervoor om zover mogelijk omhoog te skinnen, voordat we naar de graat rechts van ons afbuigen en te voet verder gaan omdat dit minder energie kost dan klauteren met je splitboard op je rug. We zijn al voorbij de “Kampl”, een klein topje op de graat, wanneer we afbuigen op een hoogte van 3300 meter. Daar bouwen we om naar een beklimming te voet. Snowboard aan de rugzak en naar eigen keuze met stok of ijsbijl in de hand.

We nemen onze tijd op de klettersteig maar worden inmiddels ingehaald door mensen die vroeg in de ochtend op de parkeerplaats zijn begonnen. Aan het einde van de klettersteig komen we bij de Adlersruhe op 3451 meter hoogte. Dit is een klein plateau waarop de Erzherzog Johan Hütte gebouwd is. Deze is in de winter gesloten, maar het terras is wel toegankelijk.

29


Tijd voor het echte werk Ons team splitst zich op. Stephan en Tim gaan verder omhoog, de rest besluit bij de hut te wachten. Nu komt het echte alpinisme om de hoek kijken. Het is druk op de weg omhoog. Het is een geweldige dag om in de bergen te zijn, zowel toeristen alsook veel lokale toerfanaten maken gebruik van de zonnige dag om een toppoging te wagen. Na het verlaten van Adlersruhe wacht het oversteken van de Glocknerleitl, de vergletsjerde oostflank van de Kleinglockner. De twee passeren de 3500 meter grens terwijl de flank steeds steiler wordt, tot uiteindelijk zo’n 40°. Vervolgens is ervaring vereist om je via rots en ijs op te werken naar het topje van de Kleinglockner, welke met 3770 meter hoogte slechts 28 meter lager ligt dan zijn grote broer. Na het bereiken van deze top, wacht een afdaling naar het laagste punt van de graat die de twee toppen verbind. Er zijn momenten waarop nazekeren gebruikt wordt, maar op een enkele keer na zijn de mannen zelfverzekerd genoeg om vrij te bewegen. De top wordt gehaald rond het middaguur. Ondertussen wachten de anderen in een windvrije hoek van het terras van de hut. Eenmaal herenigd met elkaar maken we ons op voor de afdaling.

30


Elke bocht voelt dubbel zo goed! We vinden een doorgang iets boven de hut, waardoor we kunnen doorsteken, de gletsjer op. Het is een smalle passage en de nieuwe sneeuw maakt het moeilijk om alle stenen te ontwijken. Iedereen komt er zonder kleerscheuren doorheen, waarna het echte scheuren gaat beginnen. Een uitgestrekte gletsjer met verse poedersneeuw wacht op ons. Stephan verdwijnt in een couloir waar hij in totaal één bocht in maakt, voordat hij eruit tevoorschijn schiet. Gejoel en blije gezichten nemen het dal even over, terwijl we op tempo en met voldoende afstand onderling afdalen. Eenmaal van de gletjser is het spelen in de kommetjes en geulen die zich bevinden tussen ons en de auto. Het was geen sneeuwrijk seizoen in het zuidelijk deel van de Alpen, dus het is ook een kunst om alle stenen en obstakels te vermijden. Eenmaal bij de auto kijken we terug naar deze mooie bergpartij. We hebben genoten van het afzien, gelachen en gezweet, geslapen op bijna 3000 meter hoogte en een hele lange afdaling kunnen snowboarden. Allemaal verdiend met de eigen benen, dus elke bocht voelde dubbel zo goed! ▲

Wat is splitboarden? Splitboards zijn snowboards die demontabel zijn tot twee losse ski’s. Dit betekent dat het snowboard door de lengte gesplit kan worden en met de bindingen zo gemonteerd, dat het geheel functioneert als een toerski. De binding heeft een scharnierpunt aan de teenzijde, de hak van de voet kan tot meer dan 90° omhoog bewegen. De vellen of ‘skins’ die onder de ski’s gekleefd worden, beschikken over een tapijt van korte haartjes die in tegengestelde richting van het dal staan. Zo ontstaat er voldoende weerstand om de ski bergopwaarts stil te laten staan terwijl je je gewicht erop plaatst. Eenmaal boven bouw je de ski’s weer om tot een snowboard, dat ondanks een beetje extra gewicht nog steeds heerlijk snowboard. Belangrijk is dat je gebruik maakt van speciale splitboardbindingen. Deze zorgen ervoor dat je splitboard net zo lekker snowboardt als je eigen ‘solid’ snowboard. In vergelijking met ski’s zijn splitboards breder en bieden minder grip bij het opkanten wanneer je ze als ski gebruikt. Daarnaast is al het materiaal van snowboardschoen en snowboardbinding zachter en slapper dan bij een skiër. Dit zorgt voor een nauwgezettere omgang van het uitoefenen van druk en verplaatsen van het gewicht. Vooral ijzige traverses (het schuin oversteken van een helling) vormen een uitdaging. Met zogenaamde “crampons” of stijgijzers onder je ski’s heb je veel extra grip! Wat is een “Winterraum”? Een “Winterraum” is eigenlijk een klein houten hutje dat ruimte biedt aan mensen die willen toeren of klimmen op momenten wanneer de ernaast gelegen hut gesloten is. De Studlhütte heeft zo’n Winterraum. In de ruimte beneden staat een kachel en wat tafels en stoelen. Op zolder kunnen circa twaalf mensen slapen op matrassen voorzien van dikke dekens. Een bezoek aan het toilet is een reis van tientallen jaren terug in de tijd. Wat is via ferrata of klettersteig? De klettersteig, ook wel via ferrata genoemd, bestaat uit een stalen draad van ongeveer een centimeter dikte die met metalen pinnen bevestigd is in de rotswand. Je kunt jezelf zekeren aan deze draad, die vaak naar een top of over een graat leiden. Hiervoor kun je een “via ferrata”-set gebruiken, die speciaal hiervoor ontwikkeld is.

Foto pagina 28: Stephan op de top Foto pagina 29: Boven: Pitstop in de Erzt Johann hütte Onder: Naar de top bij zonsopkomst Foto pagina 30: Boven: Stephan aan het bootpacken Onder: Stephan "spelen" tijdens de afdaling Foto pagina 31: Rens de Wild aan het splitten Stephan Verheij – snowboardgids www.whiteadventure.com Rens de Wild – snowboardgids www.wildsports.nl

31


BERGBEKLIMMEN

/AVONTURAJU IN DE PERUVIAANSE CORDILLERA BLANCA

32


Tekst en foto's Roel Goris

Daar staan ze dan. De vijf jonge afstuderende telgen van Mount Coach 6. Gepakt, gezakt, zenuwachtig maar “as ready as we’ll ever be” in de luchthaven van Schiphol. Geen klein weekje alpenavontuur deze keer, maar vijf stevige weken in het hooggebergte van Peru. Cordillera Blanca, het hooggebergte in de Andes dat tijdens de expeditievoorbereiding al theoretisch helemaal doorgeplozen werd, gaat nu ook werkelijk in levenden lijve worden aangesneden. Wij zijn klaar voor Peru, maar is Peru wel klaar voor ons jong Belgisch geweld? ¿Dónde está mi equipaje? De reis begint al met een lichte frustratie. Aangekomen in Lima gaan we richting de “luggage claim”. Tas 1, 2, 3, tot en met 9 gaat het goed. Maar waar blijft die tiende tas? Toch niet achtergebleven op een van de luchthavens? Jawel hoor… De tiende tas blijkt verdwenen. En laat dat nu net de tas met het klimmateriaal zijn van degene die het er moeilijk mee heeft als iets niet volgens planning verloopt: ikzelf. Rustig in- en uitademen, enkele mailtjes naar British Airlines, een intense SMS-relatie met mijn ondertussen beste vriendin Alejandra in de luchthaven van Lima en ja hoor: vier dagen later komt de tas eindelijk richting Huaraz! Het avontuur kan beginnen! De eerste expeditie: Quebrada Ishinca Onze eerste uitstap wordt een tocht naar, door en rond de Ishincavallei. Op de uiteindelijke planning: Urus Este (5032 meter), Ishinca (5530 meter) en onze eerste 6000’er: Tocllaraju (6030 meter). Ter acclimatisatie trekken we eerst van basecamp (4030 meter) tot aan de gedenksteen aan de voet van Tocllaraju. Een stil moment voor ons allen, dat ons ingetogen laat stilstaan bij de gevaren die onze prachtige sport inhoudt (lees hier meer over op www.mountcoach.be). Onze eerste summit attempt wordt de toegankelijke Urus Este (5032 meter). Andreas raakt door scherpe hoofdpijn zijn slaapzak niet uit. We vangen de tocht met vier aan, aanschouwen na een niet al te moeilijke tocht het uitzicht en dalen terug af naar basecamp, waar we allen met wat draaierigheid en hoofdpijn beseffen dat de grootste uitdaging in deze eerste trip wel eens de hoogteziekte zou kunnen zijn. Misschien nogal wiedes, aangezien deze eerste berg al haast 200 meter hoger reikt dan onze Europese Mont Blanc. Onze tweede berg wordt degene waar de vallei haar naam aan te danken heeft: de Ishinca (5530 meter). En hoera! Iedereen is terug volledig in orde dus we vangen deze berg met zijn allen aan! Ik verzwijg de lichte hoofdpijn die ik bij het opstaan ervaar om geen pretbederver te zijn. Slecht idee, zo blijkt, want dat mijn hoofd enkele uren later haast ontploft, maakt de tocht toch wat minder vrolijk. Geef daarbij nog dat mijn buik meer en meer rare geluiden maakt. Een angstige flashback naar het verhaal van vervuild water, parasieten en hevige diarree dat een Amerikaan ons eerder die week vertelde, flitst voorbij. Koppig, gestaag maar iets trager zetten we de tocht voort en staan we met zijn allen op deze eerste gezamenlijke 5000piek. We genieten van het uitzicht en bestuderen ons oorspronkelijk geplande project: Ranrapalca (6162 meter), maar besluiten dat we onze pijlen toch op de normaalroute van Tocllaraju zullen richten.

De dag erop zetten we de tocht aan richting Tocclaraju (6030 meter). De Amerikaan bleek een wijs voorspeller, want sinds Ishinca krijg ik geen hap meer binnen. Dat waar ik mezelf toch toe dwing, komt er vloeibaar terug uit, maar niet te veel details daarover. Ik besluit de tocht mee aan te vangen in de hoop dat alles magischerwijs toch goed komt, maar blijf ziek in high camp in de tent achter terwijl de anderen hun eerste summit attempt doen. Slechts enkele uren later verwelkom ik de anderen terug aan de tent. Hevige wind maakte dat de kompanen zich er niet gerust bij voelden, en ook de hoogte speelde bij enkelen weer parten. Andreas, Maarten en ik besluiten daarom terug af te dalen (of druipen) naar basiskamp. Matty en Jozua blijven wel nog een nacht om hun gooi naar de 6000 te doen. Wind en seracs doen de westroute vervaarlijk ogen, dus de normaalroute wordt hun way to go. Met hun eerste 6000’er in hun zak, dalen ook zij af tot in basecamp. Een drankje in de réfuge om het te vieren en wij beginnen aan de tocht naar Huaraz. Een echte maaltijd en een echt bed, dat hebben we nu allemaal wel verdiend.

" De fysieke uitdaging, de koude en de hoogte maken dat we ons af en toe stil afvragen: “wat doen we hier toch?”.."

De tweede expeditie: Quebrada Santa Cruz Na enkele rust- en bevoorradingsdagen in Huaraz, trekken we richting Santa Cruz, zogenaamd de mooiste vallei ter wereld! Of dit een toeristisch praatje is, kunnen we niet zeggen - we hebben namelijk nog niet alle valleien in de wereld gezien - maar het is wel werkelijk een prachtige trektocht om aan het basiskamp van de Alpamayo (5947 meter) en Quitaraju (6040 meter) te geraken. Onze ezeldrijver stelt voor om aan een kleine meerprijs op onze spullen te blijven letten wanneer wij de weg van basiskamp naar high camp aanzetten. Een voorstel dat voor ons allen gunstig is: zo heeft hij een reden om de lange weg geen tweemaal aan te zetten, en zijn wij gerust dat onze tassen veilig staan. De haast 30 kilo op onze rug doet ons afvragen wat we juist wél hebben achtergelaten, maar doodop bereiken we het high camp. Het zicht op Alpamayo en Quitaraju zijn adembenemend, en aan de andere kant van de Santa Cruz vallei zien we ook de bekende Paramount Pictures berg Artesonraju tegen de hemel afsteken. We besluiten onze dag speling al meteen in te zetten als rustdag, en herbronnen een dagje “Cordillera Beach stijl” in ons ondergoed in de zon en sneeuw.

33


De ochtend erna - of zeg maar “nacht” als je over 2 uur spreekt beginnen we aan de sneeuwtop die ooit tot mooiste berg ter wereld werd uitgeroepen: de Alpamayo (5947 meter). Deze keer is het Jozua die zich door ziekte gewonnen moet geven, en in twee touwgroepen vertrekken Matty, Maarten, Andreas en ik naar de flank. Extra gewapend met ijsbijlen, ijsvijzen, sneeuwpiketten en abalakovtouw (en een extra warme trui en donsjas in de rugzak) banen we ons een weg omhoog. De touwgroep boven ons zorgt voor een constante ijsregen, maar dat haalt voor ons het plezier niet weg. De fysieke uitdaging, de koude en de hoogte maken dat we ons af en toe stil of zelfs luidop afvragen “wat doen we hier toch?”, maar het gevoel van overwinning wanneer we de top bereiken, doet die negatieve gedachte vervagen. Maar ook hier geldt: de top is nog maar de helft van de route! Veilig afdalen terwijl het zonnetje onverbiddelijk op de sneeuwflank staat, is nu prioriteit nummer 1. Sneeuwpiketten verankeren in smeltende sneeuw, het houdt je wel bij de pinken. Hier en daar graven we een piket toch net dat beetje dieper in en zorgen we voor de nodige recupereerbare back-ups. Enkele uren later vervoegen we Jozua die ons met warme thee in high camp opwacht. De fysieke uitputting van de zware klim doet ons echter besluiten dat we de Quitaraju voor een volgende expeditie houden. Een reden meer om eens terug naar Peru te komen! De derde en laatste expeditie: Huascaran Huascaran, een berg met twee gigantische pieken (Sur: 6768 meter en Norte: 6655 meter). De zuidelijke van de twee gigantische mastodonten is niet alleen de hoogste piek van het Cordillera Blancagebergte, maar ook van Peru. Aan ambitie ontbreekt het ons niet en aldus staat ook deze gigant op onze planning. Matty en Maarten nemen liever de tijd om ook de junglekant van Peru te ontdekken, dus Andreas, Jozua en ik beginnen met drie aan onze voorbereiding.

34

Om dit ambitieuze project haalbaar te maken, proberen we al onze spullen in drie rugzakken te krijgen. Dit maakt dat we deze door ezeltjes tot basiskamp kunnen laten brengen, zodat we deze eerste hoogtemeters dartel en licht kunnen doen. Daar gaan echter de tassen onze eigen rug op en begint de zoektocht naar de juiste weg. Het valt al meteen op dat deze berg minder vaak wordt overwonnen dan onze vorige projecten, want de weg is simpelweg weg. Uren later komen we toch aan de Refugio Huascaran aan, genieten we nog van een echte maaltijd, warme thee en een echt bed en maken we ons mentaal klaar voor El Escudo of “Het schild”, een haast verticale ijswand op de Huascaran Sur die deze klepper nog net dat ietsje meer uitdagend maakt. De weg van refugio naar de top en terug, wordt normaal in vier dagen gedaan. Camp 1, camp 2, summit en terug camp 2, en afdalen tot aan refugio. Wij besluiten het in twee of drie dagen te doen: in één dag tot “camp 1,5”, en dan in één dag de top én de afdaling tot aan de refugio en aldus één dag speling. Ambitieus? Reken maar! Haalbaar? Wij denken van wel! De weg naar Camp 1,5 loopt goed, al voelen vooral mijn benen dat deze vijfde week op hoogte haar fysieke tol begint te eisen. Aangekomen aan ons beoogde maar onofficiële kamp, sonderen we de veiligheid van onze bivakplaats en zetten we alles klaar. Alles: dat is een tent, een uitgeschopte sneeuwsofa, een afbakening voor de veiligheid en een sneeuw WC. Tijd voor een theetje, een soepje en welverdiende rust! Morgen wordt een grote dag! Maar ach? Sapperdepi… Je gaat vast begrijpen dat de terminologie nog iets ruwer was daar in de bergen. De multifuel die al vier weken perfect dienst doet om al ons eten en drinken te bereiden, geeft het op. Benzine genoeg, maar het wilt niet de nodige druk creëren om deze brandstof te verwasemen. Omdat we maar met drie zijn, is er geen tweede vuurtje mee en aldus proberen we met huis-tuin-en-alpinistenspullen het nodige in orde te krijgen. Het verdict is echter bikkelhard: geen vuur is geen water, geen water is geen eten, geen eten is geen klim. Teleurgesteld, hongerig en met een droge tong dalen we diezelfde avond nog terug af tot aan de refugio om daar aan de verwonderde blikken het verhaal te doen.


De post expedition blues Terwijl wij de aangeboden maaltijd beleefd nuttigen - lees: als hongerige beesten verwoesten - komt een Argentijnse gids met een voorstel: zijn groep kan wel een vuurtje missen, zodat wij alsnog onze summit attempt kunnen doen. Mijn lichaam - afgepeigerd van de zware dag - en mijn hoofd - dat ondertussen vrede had genomen met de mislukte poging - zingen in koor “nee bedankt”, maar Andreas en Jozua kijken elkaar met glinsterende oogjes aan. Een lichtgewicht summit attempt in een kleine touwgroep van twee, dat zegt hen wel wat. Zij grijpen het vuurtje en de kans en maken zich klaar voor een nog ambitieuzere piekpoging. De ochtend erop vertrek ik richting Huaraz en trekken zij richting El Escudo. Hun enthousiasme en de reeds verkende weg brengt hen vroeger tot aan de voet van deze beklimming dan verwacht, waardoor ze beslissen om diezelfde dag nog aan de klim te beginnen. Halverwege de ijsflank en midden in de nacht is echter ook hun fysieke limiet bereikt, en graven ze zich een geul in de wand om de nacht door te brengen. Met niets dan een slaapzak en noodbivakzak om zich warm te houden overleven zij de koude nacht en werken ze ‘s morgens de ambitieuze klim af. Bovenop El Escudo komt er echter nog een alpiene route van een 500-tal hoogtemeters tot aan de top. Koude, ontbering en slaaptekort doen hen beslissen om het bij de prachtige klim van El Escudo te houden, en keren ze de piek de rug toe. De warme namiddagzon maakt een gletsjeroversteek wat gevaarlijk, waardoor ze besluiten voor thee en gezelligheid bij een Peruviaans Camp 2 aan te sluiten tot de koude de ondergrond veilig maakt. Geen summit voor deze twee ijsberen dus, maar wel een prachtige klim en ervaring van ‘shiver bivy’ rijker!

De klimtechnieken, die werden gedurende drie intensieve jaren getraind in het Mount Coach traject. Met elkaar leren omgaan, dat komt daar onrechtstreeks ook bij. Want drie jaar elke reis op elkaars smoelwerk zien, dan leer je elkaars plus- en minpuntjes wel kennen. En even goed leer je die negatieve kantjes een positieve draai te geven. We kunnen dus toch echt wel zeggen dat wij klaar waren voor een expeditie als deze. Toch is er één aspect waar niets of niemand je op kan voorbereiden: de post expedition blues. Vijf weken lang deel je elkaars lief en leed. Vijf weken lang ben je in een prachtige setting, maak je fenomenale verhalen mee, leer je razend interessante mensen kennen, aanschouw je ongeziene taferelen en adembenemende uitzichten, … En dan kom je terug in ons mooie, charmante maar oh zo platte Belgenland. Niet opstaan voor een bergtop, maar voor een job. En hoe mooi voor mij “mijn stad” ook is, de Schelde kan toch niet op tegen de prachtige bergriviertjes in het Cordillera Blancagebergte. De enige remedie die helpt om zo snel mogelijk deze blues van je af te schudden? Nieuwe expedities plannen, nieuwe ambities uiten, nieuwe projecten starten! Om zo langzaam maar zeker terug te beseffen dat het hier zo slecht niet is, zelfs al is het louter als voorbereiding op avonturen in de bergen. Avonturen waar wij dankzij Mount Coach, de KBF en onze prachtige partners in dit nu afgeronde opleidingstraject, nu helemaal klaar voor zijn. ▲

Foto pagina 32: We dalen af van onze eerste 5000'er: Urus Este Foto pagina 34: Links: De weg naar Alpamayo high camp biedt een prachtig uitzicht Rechts: Met ons vijf onderweg naar de piek van Ishinca

partner for this expedition

Foto pagina 35: Links: Aangekomen in Alpamayo high camp puft Maarten even uit. Rechts: Andreas werpt een blik op ons project van de volgende dag: French Direct op Alpamayo

35


Profshop

Wij zijn verhuisd naar: Cleydaellaan 10, unit 8 - 2630 Aartselaar webshop op www.k2profshop.be tel: +32 (0)3 303 14 53 mail: info@k2profshop.be


WINTER

Tekst Lisa Viane

/LE GRAND DOMAINE Le Grand Domaine: een tamelijk onbekend maar daarom niet minder onbemind skigebied in de Franse Alpen. Dit skigebied bestaat uit twee dorpen, Saint François Longchamp en Valmorel, die verbonden zijn met de alom bekende Col de la Madeleine. Voor mensen die ook liever van een berg naar beneden skiën of snowboarden dan hem naar omhoog te fietsen: hier moet je zijn!

Saint François Longchamp Ik ga er geen doekjes om winden: Saint François Longchamp is geen typisch gezellig bergdorpje. Het is onderverdeeld in verschillende hameaus die allemaal goed met elkaar verbonden zijn. Het merendeel van de pistes zijn blauwe pistes, maar er is ook een mooi aanbod aan groene en rode pistes. Het is een heel open gebied met weinig bebossing waardoor er ook heel wat off piste mogelijkheden zijn. Wie ski- of snowboardlessen voor gevorderden neemt, gaat constant off piste. Vooral rond skiliften Soleil Rouge en La Lauzière zijn er gewaagdere stukken te vinden.

Oversteken naar Valmorel Wie echt een mooi stukje off piste wil meenemen, moet niet de normale oversteek naar Valmorel nemen. Neem de La Lauzière, volg een stukje van de piste La Colombe en daal net voor het restaurant links af. Zorg dat je aan de linkerkant van het dal blijft. Net voor je aan de skilift Rozet bent, kan je via een klein bruggetje terug op de gewone piste komen. Zorg dat je uitgerust bent met een lawinekit en een lawinepieper en geniet van de afdaling!

Valmorel Mensen die graag off piste tussen de bomen gaan, moeten in Valmorel zijn. Het dorpje ligt iets lager dan Saint François Longchamp en is ook veel gezelliger. Helaas zijn de off piste mogelijkheden hier eerder beperkt door de dichte begroeiing. Wie echt van een uitdaging houdt, neemt de skilift tot aan de Col du Mottet, daalt af naar sleeplift Riondet en vertrekt vanaf daar opnieuw off piste tot aan de Madeleine om terug te keren.

Conclusie Wie van gezelligheid houdt, moet in Valmorel zijn. Helaas is dit dorp iets minder goed bereikbaar en zijn de prijzen voor accommodatie ook iets duurder. Wie echter vooral komt om te skiën en snowboarden en minder om te après-skiën, die komt in Saint François Longchamp helemaal aan zijn trekken. Goedkoop, goed bereikbaar, aangenaam gebied… Kortom: pak die valiezen en vertrek! ▲

37


ALGEMEEN

/GOLF IN DE BERGEN Je kan er niet meer naast kijken, er worden in de Alpen alsmaar meer golfbanen aangelegd en de sport zit in de lift. Golf is al een oude sport, gerijpt langs de Engelse en Schotse kusten waar de wind en de schapen het terrein hebben gemaakt. Vanaf de jaren tachtig en negentig democratiseerde de sport en schoten de golfbanen als paddenstoelen uit de grond langs de zonnige kusten van Zuid-Spanje en de Ballearen. Later volgden de Canarische Eilanden en nu zijn duidelijk de Alpen aan de beurt. Golfen met de MontBlanc of de Dolomieten in de achtergrond is daarom nog geen bergsport en zal dat nooit worden, maar het is wel een bergbelevenis.

38

Golf als alternatief

Van Grenoble tot Ljubljana

Als klimmer was ik een liefhebber van het stevige werk, maar eenmaal vader geworden kon ik de focus niet meer leggen zoals voordien. De bergen bleven onweerstaanbaar maar ik had onbewust en ongewild mijn veiligheidsgrendels fors verschoven. Engelsen hebben daar een mooie uitdrukking voor: “it’s all between the six inches” , met andere woorden: het zit hem tussen je linker en je rechter oor. Mijn actief sporten ging zich verleggen naar golf en ski. Tot ik op 17 maart 2010 in Tignes een skiongeval had. Het ging allemaal tè goed die dag, we gingen hard en zochten vaak de diepere sneeuw op buiten de piste. Na een sprong raakte één ski een ondergesneeuwde steen, ik ging uit evenwicht en smakte met hoofd en schouder tegen een rotsblok. Het bloed spatte in alle richtingen, enkele uren later had ik tien hechtingen op het hoofd en een schouder die helemaal uit elkaar hing. Daar eindigde mijn golfcarrière en ook klimmen kon ik nu helemaal vergeten. Een jaar later stond ik weer op de latten (sindsdien met helm) en ik moet bekennen dat ik bij het skiën nooit nog een moment heb teruggedacht aan die bewuste val. Het was hard werken om de schouder weer voldoende sterk en mobiel te maken zodat ik vandaag opnieuw kan klimmen. Maar bij een golfswing hoor ik het in mijn linkerschouder nog altijd knarsen. Niet goed dus.

Lange tijd vond je de golfbanen in de bergen enkel in de buurt van exclusieve kuuroorden zoals Gstaad, Davos of Crans-Montana. Dat zijn nog altijd schitterende banen, maar duur en elitair. Bovendien hebben ze nauwelijks een bergachtig profiel. Zelfs hier in eigen land hebben er sommige, zoals de Winge Golf (Hageland), Sart-Tilman (Luik), en mijn persoonlijke favoriet: de Bercuit in Waver, meer hellingen en hoogteverschillen dan veel Alpenbanen. En om op heuvels te golfen moet je zelfs niet noodzakelijk in de Alpen zijn. Het meest uitdagende bergachtige parcours waar ik ooit speelde is de El Cortijo Golf op Gran Canaria. Het gaat er vrijwel de hele tijd bergop en bergaf in een oude caldera met indrukwekkende hoogteverschillen. Een dubbel genot voor wie ook van bergen houdt. De anderen blijven er liever weg en spelen bij de zee.

Intussen heeft elke toeristische vallei in de Alpen wel een golfbaan, van Grenoble tot in de uithoeken van de Julische Alpen. En eindelijk beginnen de golfarchitecten ook wat inventiever te worden door meer uitdagende parcours te ontwerpen. Dit is mede te danken aan de democratisering van de sport, die golf uit de salonsfeer haalde en meer sporters aantrekt die de fysieke uitdaging zoeken.


Tekst en foto's Mark Sebille

Het zou ook niet Brits zijn als er geen opdeling was tussen spelregels enerzijds en etiquetteregels anderzijds. En om op een golfterrein toegelaten te worden moet je in het bezit zijn van een “GVB”, een golfvaardigheidsbewijs. Als het hele parcours van 18 holes is afgewerkt wordt de 19de hole bezocht. Daar haalt elke golfer die zichzelf respecteert de beste scores. Je kan het al raden, die negentiende hole is de bar. Golf is een moeilijke sport. Het is precisiewerk waarbij je zowel richting en kracht juist moet doseren. De factor kracht is daarbij ondergeschikt aan soepelheid en techniek. Met een goede driver kan je gerust tweehonderd meter ver slaan, maar naarmate het impact op de bal enkele millimeter te veel naar de ene of de andere kant afwijkt zal je bal niet rechtdoor gaan maar naast de fairway terecht komen, tussen de bomen, in hoog gras of in het water. Er wordt gespeeld in alle weer, behalve bij gevaar voor bliksem.

"eindelijk beginnen de golfarchitecten ook wat inventiever te worden door meer uitdagende parcours te ontwerpen..."

“Golf is geen fysieke sport”, hoor ik wel eens zeggen. Vergeet het, je loopt vier uur lang, soms op en neer, en je plaatst een honderdtal slagen waarbij je hele lichaam telkens een snelle rotatie maakt: de swing. Om te golfen moet je fit zijn want vermoeidheid kan je veel punten kosten. Golf is duur? Neen, maar je kan het wel heel duur maken als je dat wil. Als ik hoor welke bedragen wielertoeristen uitgeven aan een fiets, daar kan je jaren mee golfen. De verschillen zijn ook groot tussen de ene of de andere club. In Frankrijk speel je goedkoper dan bijvoorbeeld in Oostenrijk of Zwitserland. In Engeland en Schotland heb je ook “Public Courses”.

Golf voor dummies Net zoals een klimmuur wordt ook een golfbaan ontworpen en minutieus gebouwd, waarbij de architect de uiteindelijke moeilijkheidsfactor bepaalt. Maar eigenlijk zijn de echte uitvinders van de golfbaan de schapen die sinds mensenheugenis met hun herders langs de gore Schotse kusten trokken. Schapen grazen selectief. Op bepaald plaatsen lusten ze het gras liever dan op andere. Sommige stroken worden zéér kort begraasd, andere worden helemaal ongemoeid gelaten. Op enkele plaatsen is het gras helemaal weg en daar zoeken ze bij stormweer dicht tegen mekaar beschutting in de zo ontstane zandkuil. De herders speelden als tijdverdrijf een spel met een houten kolf en een ronde steen waarbij het erop aan kwam om met het kleinste aantal slagen de steen tot in een putje op een kort afgegraasde plek te slaan. En zo evolueerde het primitieve kolfspel tot het huidige golf. Een volledige golfbaan bestaat nu uit achttien holes, sommige zijn wat korter dan andere. Om het niet te gemakkelijk te maken plaatst de golfarchitect er hindernissen in zoals waterpartijen, zandkuilen, hoog gras en bomen aan de zijkanten, alsook een onbeperkt aantal oneffenheden. De hole wordt gemarkeerd met een vlag zodat je van ver kan zien waar je bal op de green moet terechtkomen. Ik heb het nu allemaal wat simpel uitgelegd maar, geloof mij, er komt nogal wat meer bij kijken. De golfreglementen zijn door Britten opgesteld, dus nodeloos ingewikkeld.

Belangrijk is dat je bij golf niets anders aan je hoofd hebt. Op de golf wordt enkel over golf gepraat, niet over werk, en telefoons zijn er uit den boze. Golf is helemaal “zen”. Een rondje Dolomietengolf Ik trek mijn golfschoenen aan en mag een rondje meelopen op één van de mooiste berggolfbanen, de St.Vigil, bij Seis (Kastelruth) in de Dolomieten. Al vanaf Hole 1 valt mij op dat de helling voortdurend wijzigt zodat je voeten vrijwel nooit op dezelfde hoogte staan als je bal. De St.Vigil ligt net naast de Schlern. Die rotsen domineren de hele omgeving en prikkelen de uitdaging. Enkele holes kennen grote hoogteverschillen. Hole 3 is een erg lange Par5 en op hole 4 krijg je de eerste echte kick. Je haalt normaliter in de diepte meteen de green, maar je moet wel over de brede bedding van de beek slaan. Neemt je bal te veel hoogte en gaat hij daardoor net niet ver genoeg… dag bal! Sla je te hard, idem. De 15 zou de hole met het grootste hoogteverschil in Europa zijn, je slaat rechtstreeks naar een green die tientallen meter dieper ligt. Spectaculair! Of ik zelf niet liever een rondje gespeeld had in plaats van het te wandelen? Wees daar maar zeker van. De verleiding was groot en mijn golfclubs lagen grijpklaar in de wagen, helaas gaf mijn linkerschouder mij de raad om dat nog even uit te stellen. Een mens moet luisteren naar zijn lichaam, niet? Maar ooit kom ik hier nog spelen. Zeker weten. ▲

39


Foto: Sara Van Den Steen – Fitz Roy, Argentinië

Alles voor klimmers en trekkers

Oude Gentbaan 255 9300 AALST www.trek-king.be Trekking buitensport

053 705 222 info@trek-king.be

ALPAMAYO KLIMCENTRUM be-Mine 21 - 3582 Beringen 011 96 66 66 info@alpamayo.be www.alpamayo.be

40


MEDISCH

Bron: Hoogtelijn - NKBV Tekst Marieke Van Vessem Illustrator Toon Hezemans

/Prooi van het witte gevaar

Buiten de piste recreëren geeft een groot gevoel van vrijheid. Het is niet voor niets dat de populariteit van freeriden, toerskiën en sneeuwschoenwandelen toeneemt. In tegenstelling tot op de piste ben je off-piste zelf verantwoordelijk en heb je te maken met alpiene gevaren. Het resultaat is dat er jaarlijks ongeveer honderd lawineslachtoffers vallen in de Alpen. Gedegen voorbereiding, de juiste uitrusting en kennis over lawines zijn essentieel als je buiten de piste gaat. Maar wat doe je als ondanks alle voorzorgsmaatregelen het noodlot toeslaat?

In deze medische rubriek gaan we niet in op de details over lawinekunde. En natuurlijk is voorkomen altijd beter dan genezen. Ga daarom nooit op pad zonder de drie-eenheid lawinepieper, schep en sonde. Daarnaast is kennis over lawines, al dan niet veiliggesteld door het inhuren van een gids, onmisbaar. Het is belangrijk je te realiseren dat beheersing van reddingstechnieken bij lawines en het verlenen van eerste hulp het verschil kunnen maken tussen leven of dood. Bij volledige begraving zijn de eerste 18 minuten cruciaal: heb je binnen deze tijd je kameraad gevonden, dan is zijn overlevingskans 91%, daarna neemt de kans snel af. Aangezien reddingsdiensten vaak niet binnen 18 minuten ter plaatse zijn, is het oefenen van redding en eerste hulp zeer belangrijk. Routine in de opeenvolgende stappen biedt je houvast in stressvolle situaties. Wanneer schakel je een hulpdienst in? Moet je de reddingsdiensten dan helemaal niet inschakelen? Het antwoord hierop is natuurlijk: jawel. Alleen is het moment van inschakelen situatieafhankelijk. Schakel de reddingsdienst direct in als: • je met een grote groep bent; • het een grote lawine betreft met kans op diepe begraving; • er meerdere slachtoffers zijn of het aantal slachtoffers onbekend is; • de lawinekegel moeilijk begaanbaar is. De momenten waarop het verstandiger is om van je eigen krachten uit te gaan en de reddingsdienst later in te schakelen, zijn: • als het laatste punt voor verdwijning van het slachtoffer bekend is; • het een kleine lawine met weinig kans op een diepe begraving betreft; • het zicht slecht is.

Prioriteiten stellen Omdat lawineslachtoffers als eerste te maken krijgen met zuurstoftekort, dat vervolgens kan leiden tot verstikking, is het belangrijk allereerst de zuurstofvoorziening te herstellen. Dit begint al tijdens het uitgraven van het slachtoffer, waarbij het uitgraven van het hoofd prioriteit heeft. Leg de mond en neus vrij en verwijder sneeuw of braaksel uit de luchtwegen. Controleer vervolgens of het slachtoffer ademt; controleer dit door te luisteren, te voelen of kijk of je goggles beslaan door de uitgeademde lucht. Minstens even belangrijk naast het vrijleggen van de luchtwegen, is het vrijleggen van de borstkas. Als er sneeuw op de borstkas drukt, kan het slachtoffer nog steeds niet ademhalen. Als het slachtoffer niet ademt en niet aanspreekbaar is, dan moet je al in een vroeg stadium beginnen met beademen, bij voorkeur voordat het slachtoffer compleet is uitgegraven. Het helpt om hiervoor een beademingsmasker te gebruiken, vanwege de goede seal waardoor de beademing maximaal effect heeft. Aangezien zuurstoftekort leidt tot bewustzijnsverlies, is het mogelijk dat het slachtoffer middels beademing het bewustzijn weer terugkrijgt. Volgt er geen reactie op de beademing, dan moet je zo snel mogelijk starten met borstcompressies naast de beademing. Ga hiermee door tot de reddingsdiensten arriveren of totdat het slachtoffer aanspreekbaar is. Nadat het slachtoffer is uitgegraven, moet je voorkomen dat hij onderkoeld raakt. Zorg daarom voor een beschutte omgeving en leg het slachtoffer bijvoorbeeld op een aantal rugzakken, zodat er geen direct contact is met de sneeuw. Wikkel hem daarnaast in isolerend materiaal zoals een survivaldeken. Als het slachtoffer bij bewustzijn is, is het geven van warme drank zeer efficiënt. Stabiliseer hem en voorkom manoeuvreren en verplaatsen om eventueel letsel niet te verergeren. ▲

41


CULTUUR & GESCHIEDENIS Bergen en mensen hebben iets gemeenschappelijk: ze zijn beide vergankelijk. Bergen slijten af door erosie, maar er zullen over miljoenen jaren ook weer nieuwe bergen ontstaan. Bij de mensen gaat het allemaal wat sneller, waardoor het lijkt of de bergen daar voor eeuwig staan. Misschien verklaart dat waarom de mens de illusie koestert ze te kunnen bedwingen. Bergbeklimmen is geen instinctieve daad zoals lopen, gooien, springen of vechten. Het betekent meer dan louter een opwaartse of neerwaartse verplaatsing op een helling. Een mens klimt niet zomaar naar een top of een pas, er gaat telkens een intentie aan vooraf. Een goed overwogen beslissing van de klimmer zelf, of van iemand die er de opdracht toe gaf.

/DE WIEG VAN HET ALPINISME 42


Tekst/ Reginald Roels Tekst en foto's Mark Sebille WikiCommons

I n zekere zin was Ötzi, de man van Similaun, meer dan vijfduizend jaar geleden al een bergbeklimmer, want we weten dat hij in zijn laatste levensdagen meermaals een bergpas overschreed die voor ons vandaag nog steeds een stevige bergtocht is. Maar de bergtoppen op zich waren waarschijnlijk niet zijn doel. Hannibal was in 214 v.C. succesvol in zijn militaire tocht over de Pyreneeën en vervolgens over de Alpen. Ook hij had een duidelijk doel, maar dat waren niet de bergen. De Romeinen hadden zeker een doel, wanneer ze in 57 v.C. probeerden een weg over de huidige Col du Grand Saint Bernard aan te leggen. Maar een top bereiken was toen enkel nuttig voor observatie als onderdeel van een militaire strategie. In elke religie zijn er bergen met een sacrale betekenis. Maar ze werden daarom nog niet betreden, vaak integendeel. De Olympus was getuige van het ontstaan van de wedstrijdsport, maar de berg was nooit het doel van die sporters. Mozes ontving de tafelen met de basisregels van het Christendom op de top van de berg Sinaï, maar noch Mozes, noch Ötzi, Hannibal of zijn Romeinse tegenstanders, zouden we vandaag alpinisten noemen. Uit de Middeleeuwen kennen we enkele sporadische beklimmingen van een top zoals in 1280 door Pere III el Gran, Koning van Aragon, die helemaal alleen tot de top van de Pic du Canigou (2784 meter) in de Oostelijke Pyreneeën zou gewandeld zijn. Hij vertelde de bevolking dat hij boven op de top een draak had gewekt door een steen in het meer te gooien. Intussen weten wij wel dat er helemaal geen meer op die top ligt, laat staan een draak, maar zijn verhaal maakte ongetwijfeld grote indruk op zijn onderdanen. In een heel andere tijdsgeest, die van de ontluikende Renaissance, vatte Francesco Petrarca op 26 april 1336 zijn tocht aan naar de top van de Mont Ventoux. Uiteraard ging hij op zoek naar God. Maar wanneer hij nadien in een brief aan Dionigi di Borgo San Sepolcro uitgebreid zijn ervaringen beschreef, bekende hij dat hij eigenlijk naar de hoogste bergtop wilde enkel om er van de hoogte en het mooie uitzicht te kunnen genieten, dus uit loutere begeerte. Petrarca was een begenadigd dichter, en we mogen zijn tocht gerust beschouwen als de geboorte van het bergtoerisme, maar dat maakte van hem nog geen bergbeklimmer.

43


Het veroveringsjaar 1492

De verovering van “l’inaccessible”

Een heel ander verhaal is de beklimming van de Mont Aiguille in de Haut-Vercors. Deze berg sprak al in de Middeleeuwen tot de verbeelding van prinsen en koningen en werd toen “Le Mont Inaccessible” genoemd. Latijnse teksten spreken zelfs van een Supereminet Invius, wat zoiets als statig en ontoegankelijk betekent. Om dat nog meer kracht bij te zetten werd hij op oude illustraties zelfs voorgesteld als een omgekeerde kegel.

De jonge officier die hij voor die symbolische opdracht had aangesteld was een militair strateeg, gespecialiseerd in het bestormen van bolwerken. Hij kreeg uitgebreide middelen ter beschikking en in het anders zo vredige dorpje Chichiliane werd een heuse expeditie op poten gezet. Yves Lévy, notaris van het hof, moest alle gebeurtenissen officieel optekenen in een akte en aan de koning rapporteren. Toch verkoos hij zelf aan de voet van de berg te blijven, bang om bij slechte afloop de toorn van God te zullen ondergaan.

De geschiedenis van zijn verovering begon eind vijftiende eeuw als de jonge Charles de Valois, de latere Koning Karel VIII van Frankrijk, een deel van zijn kinderjaren in de streek doorbracht en totaal gefascineerd raakte door de Mont Inaccessible. Charles, enige zoon van Louis XI, werd na de dood van zijn vader in 1483 op dertienjarige leeftijd koning. In 1492 gaf hij aan Kapitein Antoine de Ville de Dompjulien, een Lorreinse edelman en artillerieofficier, opdracht om in zijn naam de berg te gaan beklimmen. Een dergelijke onderneming was helemaal het kind van zijn tijd: de Renaissance. Het was hetzelfde jaar waarin Christoffel Colombus Amerika ontdekte, maar dat wisten ze in de Vercors toen nog niet. Koning Charles VIII was nochtans niet bepaald fijnbesnaard. Hij voerde graag oorlog (de Italiëoorlogen), hield een diplomatieke krachtmeting met de Borgias in het Vaticaan, en hij eigende zich onder meer het Koninkrijk Napels toe.

Antoine de Ville nam zijn persoonlijke bedienden mee en enkele soldaten (sommige bronnen zeggen huurlingen). Verder werd de Ville geassisteerd door Jean de Beaupré, de kamerheer van de Koning, een zekere Reynaud, de laddermaker van het hof, Cathelin Servet, meester-steenkapper van de kerk van Sainte-Croix de Montélimar, Pierre Arnaud, meester dakbouwer van Montélimar, Sébastien de Carrecte, een apostolisch predikant, Guillaume Sauvage, lakei, en François de Bosco als aalmoezenier. Tenslotte nog enkele uitgekozen smeden en timmerlui, en vooral hopen materiaal: ladders, loopplanken, touwen, kettingen, stormhaken, kampeermateriaal en genoeg proviand voor een belegering van meerdere weken. Je zal het met mij eens zijn dat er vandaag geen enkele expeditie nog in slaagt om zo veel expertise bijeen te brengen.

“De eerste beklimming van de Mont Aiguille bracht nog lang geen stormloop teweeg op de Alpentoppen, daarop was het nog driehonderdvijftig jaar wachten..."

44


een driehonderd meter hoge getuigenheuvel Op 26 juni 1492 begon men aan de beklimming en de volgende dag bereikten de Ville, de Beaupré en zes anderen de top. Ze troffen er een lange oplopende weide aan met een kleurrijke flora. De superlatieven waarmee ze de plek beschreven konden enkel nog door het Aards Paradijs worden overtroffen. De beklimmers bleven meerdere dagen boven. De top werd ingezegend, er werden missen opgedragen en op drie hoekpunten van het plateau werd een groot houten kruis geplaatst. De beklimming werd vanuit de omliggende dorpen met argusogen gevolgd en de teruggekeerde beklimmers verwierven een heldenstatus. De Mont Inaccessible daarentegen was zijn heldenstatus kwijt en veranderde zijn naam in Mont Aiguille. Omdat dit de eerste geplande en gedocumenteerde onderneming was met als enig doel de top te bereiken, wordt deze beklimming gezien als de echte geboorte van het alpinisme. De eerste beklimming van de Mont Aiguille bracht nog lang geen stormloop teweeg op de Alpentoppen, daarop was het nog driehonderdvijftig jaar wachten. Pas in 1834 werd hij een tweede keer beklommen, dit keer door Jean Liotard, een schaapherder uit Trésanne die als enige van een groepje van zes boven raakte. Daarmee was de mythe van zijn ontoegankelijkheid definitief doorbroken. In 1877 kwam de eerste “toerist” op de top. De Parijzenaar E. Rochat van de in 1874 opgerichte Club Alpin Français huurde twee lokale “gidsen” in om hem naar de top te brengen.

De Mont Aiguille is vooral vanuit het noorden heel herkenbaar als een smalle naaldberg. De driehonderd meter hoge verticale wanden staan op een brede en zachtere piramidale sokkel die deels bebost is. Wat meer naar het zuiden krijgt hij de vorm van een brede monoliet. Het plateau op de top is een langgerekte driehoekige weide van ruim 750 meter lang en met een breedte van 90 tot 150 meter. Het hoogste punt ligt op 2087 meter en het helt elf meter af. Mont Aiguille is een getuigenheuvel. Hij maakt deel uit van de Haut Plateau du Vercors. Op haar beurt is de Vercors een onderdeel van de Franse Vooralpen (les Préalpes). De Vercors wordt gedomineerd door de Grand Veymont, een massief dat zich noord-zuid uitstrekt en dat in geologische termen een “plooi” genoemd wordt. Een breuklijn loopt dwars over de plaats die de Mont Aiguille los maakte van de rest van het plateau. Het meest gebruikte aanlooppad vertrekt vanuit Chichiliane (anderhalf uur). Er zijn doorheen de jaren tientallen routes geopend op alle flanken van de berg, in alle moeilijkheidsgraden. De meeste vind je in de zuidoost- en zuidwestwanden waar ook de historische route liep, zowel als de “voie normale” van Liotard. Op sommige plaatsen bevinden zich nog staalkabels die niet meer overal in goede staat zijn. In 1957 landde Henri Giraud met een kleine Piper J3 op de top. Giraud was een virtuoos piloot die drie jaar later ook nog op de top van de Mont Blanc zou landen. Opgepast, Henri Giraud is ook een wijnhuis van de “betere” Champagnes, maar dat is een ander verhaal. Daarvoor moet je eerst de Mont Aiguille beklommen hebben. ▲

45


Voor alle gezinnen die graag eens actief op vakantie gaan! In groep of individueel Op avontuur met leeftijdsgenoten Vanaf 6 jaar maar ook voor tieners!

Spaanse Pyreneeën Italiaanse Alpen JULI, AUGUSTUS BUS, EIGEN WAGEN, FLY & DRIVE RAFTING, CANYONING, VIA FERRATA, ROTSKLIMMEN, PARAPENTE, … VERBLIJF OP CAMPING, HOTEL OF CASA RURA L NEDERLANDSTALIGE BEGELEIDING

WWW.FAMILY-ADVENTURE.BE | T.+32 (0) 3 288 25 52 46

WELKOM OP ONZE INFOAVONDEN


BERGWANDELEN

Tekst Wendy Reginald Roels Tekst en foto’s Saerens

/OPLEIDING INSTRUCTOR MOUNTAIN WALKING & TREKKING Vrijdagavond kwam er een groepje binnen in de jeugdherberg in Bouillon, nog stil en zichtbaar gestresseerd. Niet goed wetend wat hen de komende twee dagen zou te wachten staan, maar het zou wel een grote impact hebben op hun activiteiten het komende jaar. De examinatoren van de toelatingsproef voor de opleiding tot Instructor Mountain Walking & Trekking waren dan al een aantal uren druk in de weer om de laatste voorbereidingen te treffen. De toelatingsproef om aan de opleiding tot Instructor te mogen starten is zwaar. Zowel fysiek als mentaal is het een grote uitdaging want altijd speelt tijdsdruk een grote rol bij de opdrachten die je dient uit te voeren. Een tocht met volle bepakking over een afstand van 32 km en 1200Hm moest binnen de 7u30min individueel afgelegd worden. Onderweg kwamen de deelnemers verschillende hindernissen tegen. Juiste keuzes maken om een tochtplanning op te stellen en tonen dat je op oriëntatievlak geen meerdere kende waren de opdrachten op zondag. We zijn enorm fier op de stralende gezichten die we op zondagavond zagen. Zij zijn klaar om binnenkort met veel plezier hun passie met jullie te delen. Hun opleiding vindt zowel plaats in België als in Zwitserland. Je zal ze het komende jaar zeker al aan het werk zien tijdens verschillende bergwandelactiviteiten van onze clubs. Proficiat en welkom: Dieter Dehaes, Ellen Maes, Jan Maas, Jurgen Leyten, Katleen Van Roy, Koen Ledegen, Luc Fontyn, Olivier Courtens, Pascal Habluetzel en Wim Acke. ▲

47


ROTSKLIMMEN

/DE 12 UREN VAN Begin dit jaar had ik een vriend, Jonas, beloofd om samen een lange rotsroute te klimmen die uitkwam op een echte top. Maar hoe gaat dat met dromen en realiteit... Dus boden de 12 uur van Durnal een uitdagend (en haalbaar?) alternatief. Even navragen leerde ons dat het de bedoeling was om op 12 uur tijd minstens duizend hoogtemeters bijeen te klimmen. Zij die er helemaal voor wilden gaan – wij dus – proberen alle 66 routes aan elkaar te rijgen en zo op 1562 klimmeters uit te komen. Challenge accepted!

DURNAL Eind juni trokken we 's avonds na het werk naar Durnal om er een testcase te houden. Op één uur tijd klommen we acht routes, hoofdzakelijk vijfdegraads. We deden samen zo'n 7 minuten over één touwlengte. Aan zo'n tempo zouden we er acht à negen uur over doen. Met wat pauzes en trager klimmen door de vermoeidheid, bleek het een haalbare kaart én een serieuze fysieke uitdaging. Inschrijven en gaan dus! Weer, of geen weer! Een (weliswaar geplande) verhuis strooide in augustus wat roet in mijn klimvoorbereiding, zodat ik in de vijf weken voorafgaand aan deze uitdaging slechts éénmaal geklommen had. Jeugdige overmoed, het bestaat nog op 34-jarige leeftijd... Zodoende vertrokken we zaterdag 9 september om 6 uur 's ochtends richting Durnal, terwijl boven ons de hemelsluizen nog maar eens open gingen. Ik vreesde vooral dat de organisatie deze challenge niet meer zou laten doorgaan. Weer of geen weer, ik keek hier echt naar uit. Dit jaarlijks evenement gaat uit van de KBF (Nederlandstalig België), de CAB (Franstalig België) en de NKBV (Nederlandse Koninklijke Bergsport Vereniging). Zodoende gebeurt de briefing in twee talen, terwijl iedereen gemoedelijk geniet van een croissant en een glaasje fruitsap. Elke klimmer krijgt een elektronische 'vinger' die hij boven aan elk relais in een baken moet steken. Een route telt pas als beide klimmers gepind hebben. Valsspelen kan niet, want er moet minstens vier minuten tussen twee verschillende routes zitten. Op voorhand is van elke route berekend hoe hoog die is en iedereen krijgt een blad mee met daarop alle routes en hoogtes, kwestie van zelf het overzicht te kunnen bewaren. “Je hebt geen klimschoentjes aan!” Om 7:45 uur trekt elke touwgroep zijn beginroute en geraakt zo verdeeld over het massief. Om 8 uur stipt wordt het startsignaal gegeven. We beginnen in de route Kriek, een vlotte 4b. Ik vlieg omhoog, maar nog voor ik het tweede setje bereik, hoor ik van het cordee rechts van mij de verontrustende woorden: “wacht eens even, wacht es even, ben je niets vergeten?” “Huh? Was ik nog niet gezekerd? Had ik mij in mijn haast vergeten in te binden? Had ik geen setjes mee?” Stress en verwarring... Tot iemand zei: “Je hebt geen klimschoentjes aan man!” Dat klopte inderdaad. Maar ik had geen zin om 12 uur lang klimschoentjes aan te hebben, zodoende had ik op voorhand reeds beslist alles onder de 5b op approach schoenen te klimmen. Mijn Scarpa Mojito's hadden in het verleden al bewezen over een uitstekende grip te beschikken, zelfs op natte rots. En dat was hier zeker het geval. Jonas was wel van plan om alles op klimschoenen te doen en had een technischer paar mee voor de moeilijke routes, en een super comfy paar voor de gemakkelijke routes. Door hem na de zevende route echter iets te snel te laten zakken, zorgde ik er helaas voor dat hij zijn teennagel zelfs ín zijn klimschoen kon omslaan. Gevolg: een pijnlijke blauwe teen en geen technische schoentjes meer, wegens te pijnlijk. Zelfs de comfy shoes moesten er op den duur aan geloven, zodat ook hij op het einde van de dag bijna alles op gewone schoenen aan het klimmen was. Tot ongeloof van velen om ons heen...

48


Roels Tekst Arne Monstrey en Jonas Boonen / foto'sTekst KoenReginald Hauchecorne

Alpiene uitdaging Om 11 uur stond er zo'n 560 meter op de teller. Niet slecht, maar eigenlijk niet goed genoeg om het volledig te kunnen halen. Volgens mij zaten we nog steeds “on the safe side” aangezien we bijna alles boven de 5b al gedaan hadden, inclusief enkele 6b's in de gietende regen. Aanvankelijk wilden we alle routes vrij klimmen, maar we realiseerden al snel dat een 6B-pas op wrijving met modder aan je klimschoentjes een quasi onmogelijke opdracht was. Setje-trek was toegelaten, stond er in het reglement. En dus begonnen wij deze uitdaging steeds meer en meer te beschouwen als een alpiene route, waarbij we ons afvroegen of we ondanks het rotweer toch nog veilig en efficiënt boven konden geraken. De kaap van 1000 meter Rond de middag namen we twintig minuten pauze om er dan meteen terug in te vliegen. Lachend vroegen we aan de organisatie of dit stiekem geen rotskuisdag was. Over heel het massief hoorde je regelmatig 'caillou' roepen en zoals steeds geldt: hoe luider het geroep, hoe groter de steen. Iedereen werd even stil toen er een halve kubieke meter rots werd losgetrokken. Gelukkig zonder erg. En dapper klommen zij verder. Het team dat vlak voor ons langs de teltent liep, werd uitgebreid gefeliciteerd om de kaap van 1000 meter te halen. De teltent werd even stil, toen bleek dat wij al aan 1070 meter zaten. Alle zesdegraads routes waren achter de rug, er wachtten ons nu enkel nog derde- en vierdegraadsroutes en redelijk wat (veel meer dan verwacht) 5a's. Selectie gebeurde nu niet langer op de moeilijkste routes eerst, maar op de langste routes eerst.

Tegen zes uur was ‘het vet van de soep’. Het regenweer had ons aanzienlijk trager gemaakt en het werd stilaan duidelijk dat het ons niet zou lukken om alle routes te klimmen. Ook al waren de duizend meter binnen, het voelde toch eerder als een troostprijs. De moraal ging even door een dal, maar ik weigerde te plooien en dus bleven we als gekken klimmen en vooral zekeren. Ons touw was kletsnat en hing vol modder. Het zekeren was bijna vermoeiender dan het klimmen! “Dit nooit meer!” Half acht, het laatste halve uur... Iedereen staat op een hoopje aan de rechterkant van het massief omdat zich daar de kortste routes bevinden. Er wordt gepuzzeld en gerekend dat het een lieve lust is, terwijl achter ons de barbecuerook al over het massief hangt. We hervinden een tweede en zelfs derde adem, want we werken nog vier routes af, met als laatste Xena, een 5a. En dan is het gedaan. Moe, maar voldaan vallen we elkaar in de armen en zeggen we zinnen als “dit nooit meer” en “dit is de zotste fysieke activiteit die ik ooit gedaan heb!”. We trekken naar de infostand en krijgen ons eindresultaat: 1361 hoogtemeters. Tweehonderd meter minder dan gehoopt, maar wat een prestatie! Tijdens de barbecue blijkt dat we slechts één route voor het tweede team zitten en twee routes voor op een Nederlands team dat ook de hele dag sterk bezig was. Ook al is het geen wedstrijd, later op de avond durven we het stiekem toch gaan vragen: “Koen, kun je eens kijken wie er het meeste aantal meters geklommen heeft?” En zowaar! Het gevoel van daarnet toen ik duizend meter nog een troostprijs vond, slaat om in volle euforie, hoewel dat ondertussen ook aan het derde pintje kan liggen... Wat een ervaring! Bij deze wil ik graag nog eens Koen Hauchecorne (KBF), Joe Dewez (CAB) en Harald Swen (NKBV) bedanken voor de organisatie van dit topevenement. En natuurlijk ook alle andere klimmers die er samen, ondanks het slechte weer, mee een topdag van gemaakt hebben, merci! En Jonas, ook al zei je van niet, we komen toch nog eens terug om ze samen àllemaal te doen. ▲

49


ECOLOGIE

/NEEM HET NIET ZO NAUW, ‘T IS MAAR DE ALPENKAUW!

Voor ieders gemoedsrust, moeten er op elke Alpentop minstens twee Alpenkauwen rondvliegen. Alzo sprak Bruno Mosbacher, onze gids in Wilder Kaiser, puttend uit het rijk Oostenrijks volksgeloof. Of hun aanwezigheid inderdaad voldoende is om alle onheil af te wenden en bovendien de gunst van de weergoden af te smeken, laat ik in deze bijdrage in het midden.

O, ik weet het niet, maar besta, wees mooi, zeg: kijk een vogel en leer me de vogel zien zeg: het leven is een brood om in te bijten en de appels zien rood van plezier, en nog, en nog, zeg iets leer me huilen, en als ik huil leer me zeggen: het is niets. Herman de Coninck De lenige liefde (1969)

50

Verspreidingskaart van de Alpenkauw


TekstWikki Reginald Roels Tekst Luc Vandenbosch / foto's Commons

A

ls rechtgeaard natuurliefhebber wil ik recht laten wedervaren aan een trouwe compagnon tijdens klimpartijen en wandeltochten, en bovendien mijn fascinatie voor het vanzelfsprekende uitdragen.

Fluiten en andere geluiden Hij staat officieel geboekstaafd als een zangvogel, ook al maakt hij geluiden die aan een flipperkast doen denken.

Een identity kit, met pit De gitzwarte Alpenkauw behoort tot de vrijpostige kraaienfamilie. Hij is klein van postuur, maar lenig in de lenden. Zijn meest kenmerkende attributen zijn een slanke, gebogen, lichtgele snavel en rozerode poten. Mannetjes en vrouwtjes zijn niet te onderscheiden. Enkel een mattere glans in het zachte ochtendlicht onderscheidt sommige vogels van hun groepsgenoten. Een vliegkunstenaar, voorwaar

Terwijl ik deze tekst redigeer aan mijn keukentafel, roep ik met gemak het vreemd ruisende ‘zirrr’, het sissende ‘tsirrisj’ en het doordringende ‘ziieeup’ op. In het boordjournaal over onze bergtocht van afgelopen zomer in Wilder Kaiser beschrijf ik zijn rauwe welkom bij aankomst in de hut als volgt: “Een handvol Alpenkauwen krassen halfhartig op het zonneterras van Stripsenjochhaus. Het is een oneindig geluid. Het zal nooit ophouden zolang de aarde rond is.”

Hij is een specialist van de grote hoogte, die optimaal gebruik weet te maken van de hellingstijgwinden. De eenvoud van zijn vlucht is betoverend mooi. Zijn vleugelslag lijkt een knipoog. Zijn grote lichte vleugels grijpen de dag meteen, stijgen op en verdwijnen als gedachten uit het gezicht. Zwart tegen zilvergrijs. Zij tollen door de lucht als strak verstrengelde gedachten, om als een net onder de hemel over een bergtop te verdwijnen.

Onze Kauw in de kou?

Zijn spijskaartje, een allegaartje

Zijn roep is al even disparaat als zijn Alpenmaatje: zo van ‘djek’, ‘khyak’ (‘tjacatjacatjac’ als hij opgewonden is) en ‘tsjie-aah’.

Hij is alleseter. Op zijn menu staan insecten in de zomer en bessen in de winter. Als cultuurvolger ontfermt hij zich over het onvermijdelijke afval van bergwandelaars en wintersporters. Ieder van ons maakte al kennis met zijn prikklaar kopje.

Wie zeilt en buitelt er rond de Belgische massieven? Jawel, de Kauw. Wat hij met zijn Alpijns neefje gemeen heeft, is zijn voorliefde voor de hoogte. Ook al zie ik hem op dit eigenste moment voorbij mijn keukenraam lopen, kop knikkend rechtop. Nek en oorstreek grijs. Hoog voorhoofd.

En evenzo staat hij op de eerste rij als het gaat om leven en gezelligheid in de brouwerij te brengen. Da’s meteen de crux van mijn verhaal. ▲

51


1

CH AL LE NG E

BOULDER 2&3 DEC 2017

zaterdag zondag samedi dimanche accueil/aanmelden blocs qualifs/boulders kwalificatie finale duvelse party/duvel fiĂŤsta

+16 12u-13u 13u-18u 20u 22u

-16 10u-11u 11u-15u 16u30

â‚Ź15 via klimax.be competition@bvkb.be

Poster:SA

.

Scandinavian week

18 - 26 november

52

Mounteqshop.be

Foto: Klaas Willems Princess


ROTSKLIMMEN

Tekst Reginald Roels Tekst en foto’s Koen Hauchecorne

/ONBEKEND IS ONBEMIND, EN ONBEKLOMMEN:

Rocher de Goffontaine

Wie ooit een klimopleiding volgde, heeft ongetwijfeld al kennisgemaakt met de rotsmassieven in Dave, Durnal, Yvoir of Mozet. Ook na afloop van de opleiding, grijp je gauw terug naar dit bekende terrein. Maar wist je dat Wallonië nog talrijke andere, weliswaar kleinere klimgebieden herbergt? In deze rubriek “Onbekend is onbemind” stellen we ieder tijdschrift een onbekend of vergeten rotsmassief aan je voor. In dit nummer presenteren we: de Rocher de Goffontaine

D e massieven die aan bod komen in deze rubriek, zijn stuk voor stuk een bezoekje waard: gelegen in een pittoresk stukje natuur en zelden overbevolkt. Maar opgelet: deze rotsmassieven zijn niet geschikt om met grote groepen te bezoeken. Initiaties, individuele uitnodigingen en daguitnodigingen zijn hier uit den boze. Bezoek deze massieven steeds op een discrete en ecologisch verantwoorde wijze. Rocher de Goffontaine Specifieke kenmerken: Kalkmassief(je) langs de Vesder van 10-tal m hoog en 20-tal m breed. Niet groot dus, maar als je bijvoorbeeld een uitstap maakt naar de Hoge Venen, is het zeker een omwegje waard. De behaking is een mix van expansie- en lijmhaken, de relais zijn correct. Enkele routes hebben géén haken, maar je kan probleemloos de relais van de ernaast gelegen route gebruiken om te topropen. Een KVB 3-conform geheel dus. Er zijn vele barsten over de totale hoogte van het massief, waardoor het prima geschikt is om met klemblokken en friends te oefenen. Je kan er ook een aantal boulders klimmen (alhoewel enig snoeiwerk aan de voet ervan dat heel wat zou veraangenamen…)

Aanbod Moeilijkheid 4 5a, 5b en 5c 6a, 6b en 6c 7a, 7b en 7c

Aantal routes 2 2 6 3

Hoe geraak je er? Vanuit Luik de E25 naar Luxemburg. Afrit 43, dan naar Beaufays, van hier naar Trooz, daar de N61 nemen tot Goffontaine. Hier niet links afslaan naar het dorpje zelf (dat mag trouwens niet, éénrichtingsstraat!), maar 25 m verder rechts afslaan (bordje ‘Gîte rural’), de spoorwegbrug onderdoor, het goed zichtbare massiefje bevindt zich 100 m verder aan de linkerkant. Er is parkeermogelijkheid vlakbij (opletten om de inrit naar het vlakbij gelegen waterzuiveringsstation niet te blokkeren!). Coördinaten Google Maps: 50.565302, 5.763525 Meer informatie Een duidelijke en volledige topo is ons niet bekend. De bovenstaande tabel is een gemiddelde van verschillende bronnen. ▲

53


WEBTIP

Tekst Mark Sebille

/Les Etoiles de Midi

Het World Wide Web bevat een overvloed aan boeiend beeldmateriaal uit de geschiedenis van de bergsport. In deze column proberen we er een parel uit te halen en deze duiden tegen een bredere achtergrond.

Les Etoiles de Midi Film van Marcel Ichac, 76min, kleur, 1958 Muziek van Maurice Jarre Grand Prix du Cinema Français 1959 Gran Prezzo de la Cita de Trento 1959

Link: https://www.youtube.com/watch?v=vChHCJN698Y Deze film neemt ons mee naar de gouden jaren van het Franse alpinisme. Centraal staat de generatie die in 1950 triomfeerde op de Annapurna, de eerste beklimming van een achtduizender onder leiding van Maurice Herzog. En het zijn voor een groot deel dezelfde namen die in deze film de hoofdrollen vertolken: Lionel Terray, omringd door René Desmaison, Michel Vaucher, Gérard Herzog, Jacques Ertaud en andere. Marcel Ichac (1906-’94) was zowel alpinist als cineast. Hij draaide al in de jaren ’30 tal van bergfilms en kon dit ook tijdens de tweede wereldoorlog blijven doen. Zijn film “Karakoram” behaalde in 1937 de Zilveren Leeuw op het Filmfestival van Venetië. Naam kreeg Ichac pas echt in 1950 met de film “Victoire sur l’Annapurna”.

De muziek van Maurice Jarre zorgt, meer dan het scenario, voor een sterke opbouw en legt bij momenten dramatische accenten. Het was Jarre’s eerste soundtrack voor een langspeelfilm en dit zou hem geen windeieren leggen. Maurice Jarre, de vader van het synthesizer fenomeen Jean Michel Jarre, trok later met de score van deze film naar Holywood waar hij via de grote poort werd binnengehaald. In de jaren die volgden kreeg hij daar drie Oscars voor de muziek van respectievelijk “Lawrence of Arabia”, “Doctor Zhivago” en “A Passage to India”.

Nadien werkte hij vaak als regisseur of als producent voor tal van films van Jacques Cousteau en dat leverde hem zowel een Gouden Palm op in Cannes als een Oscar voor “Le Monde sans Soleil” (1964). In ’66 verfilmde hij het boek “Le Conquérant de l’Inutile” van zijn goede vriend Lionel Terray.

Les Etoiles de Midi werd een klassieker en een nieuwe referentie voor de makers van bergfilms. In een heel eigen stijl, je zou het docu-fictie kunnen noemen, geeft Marcel Ichac een mooie en getrouwe getuigenis van de tijdsgeest, gekoppeld aan een uitstekende fotografie van de granietwanden en rotsnaalden rond de Grand Capucin bij Chamonix. Het is een film die vooral uitmunt in authenticiteit. Hij toont de romantiek van de bergen en de klimmers maar dan met een duidelijke Franse stempel. In Duitsland hanteerde Luis Trenker bijvoorbeeld een heel andere stijl in zijn bergfilms.

Als alpinist was Ichac geen topper maar door zijn uitzonderlijke conditie kon hij bij elke expeditie tot erg hoog meegaan. Na zijn zeventigste begon hij te lopen en nam tot zijn tachtigste meerdere keren deel aan de marathon van New York.

De versie van Les Etoiles de Midi die op Youtube staat is niet van zeer goede beeldkwaliteit maar dat mag je niet weerhouden om bijna anderhalf uur intens te genieten. Aanbevolen bij een glas Côtes-duRhone en een stuk Tomme de Savoye. ▲

Lionel Terray

54

54


Tekst Reginald Roels

GULLY Compact pick with razor-blade precision. For any difficult sections you encounter.

Extremely lightweight at only 280g, the GULLY ice axe is designed for technical mountaineering and steep skiing. Its sharp reverse-curved pick and TRIGREST pommel (adjustable without tools) ensure the performance required for climbing through any difficult or crux sections. www.petzl.com

55


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.