Klim-en bergsportmagazine MONTE - uitgave 2020 / 3

Page 1

KLIM- EN BERGSPORTMAGAZINE

MONTE

2020 / 3

een blik op: de balkan

An Laenen is een 'sterke vrouw' Thomas Wuyts ging winterklimmen in Schotland Arne Monstrey reisde 2 maanden samen met zijn gezin door de Balkan... Een relaas...

VERSCHIJNT VIJF KEER PER JAAR - JANUARI (SPECIAL EDITION - OPLEIDINGSBROCHURE), MAART, JUNI, OKTOBER, DECEMBER AFGIFTEKANTOOR 2300 TURNHOUT - AFZENDERADRES STATIESTRAAT 64 - ZWIJNDRECHT - ERKENNINGSNR. P309808

1


Met zijn geheel nieuwe, gepatenteerde FormKnit™ -technologie en het iconische AirZone draagsysteem biedt de Trek ventilatie en draagcomfort van wereldklasse. Of je in de hitte over stoffige paden loopt of er tempo inzet tijdens een huttentocht, de nieuwe AirZone Trek helpt je koel te blijven.

#MOVEYOURWORLD 2


JAARGANG 13

2020 / 3

EEN BLIK OP...

de Balkan 20

Inhoud

40

Actueel 5 Voorwoord 6 COVID 19 8 Boekbespreking 9 Up2Date 11 Life in Wallis Veiligheid & techniek 12 Materiaal & techniek: nieuwe producten 62 Hangsyndroom: wat een klimmer moet weten

44

bergbeklimmen 16 Praktijkoefening: wat bij een klim- of bergsportongeval? 48 Een sterke vrouw in the picture: An Laenen 52 Mount Coach: winter is coming 56 Streab Alba Geamhradh: a wee trip to Scotland sportklimmen 18 Klimzaal: Petite Ile een blik op... de balkan 20 Wandelen in de Balkan via ferrata 40 Via ferrata in de Julische Alpen BERGWANDELEN 44 Betoverd door Roemenië: een ode aan de Karpaten

48

Ecologie 67 De barst in karst En verder… 70 Shop & hutten 71 12 uren van Durnal

56 Foto kaft: © Arne Montstrey - wandelen in de Balkan (Kosovo) 3


OVER de KLIM- EN BERGSPORTFEDERATIE De Klim- en Bergsportfederatie vzw is een unisportfederatie met meer dan 12 900 leden, erkend en gesubsidieerd door Sport Vlaanderen. De KBF telt 30 aangesloten clubs. Vind een club in jouw regio op www.kbfvzw.be > clubs

KLIMGREPEN

KLIM VOLUMES

BEREIKBAARHEID Statiestraat 64, 2070 Zwijndrecht Bereikbaar van maandag tot vrijdag, tussen 9:00 en 17:00 uur T: 03 830 75 00* *Tijdens het weekend: uitsluitend voor de melding van ernstige ongevallen. Andere ongevallen meld je op maandag. E: info@kbfvzw.be W: www.kbfvzw.be Klachten: ombudspersoon@kbfvzw.be

Op de hoogte blijven?

HARDWAREN

KLIM MATERIALEN

DE BESTE PRIJZEN VIND JE OP

WWW.KLIMWANDSHOP.BE

Wij hopen dat iedereen deze periode goed doorgekomen is en klaar staat voor een mooie zomer.

Volg ons op

SHOP In de KBF-webshop kun je topo’s, allerlei boeken en cursusteksten aankopen aan democratische prijzen. Meer op www.kbfvzw.be > webshop

KBF-HUTTEN Chaveehut Rue de la Chavée 7, 5330 Maillen Van 1 maart tot 30 oktober: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Vennhütte Am Bahnhof 13, 4790 Burg-Reuland Vanaf 30 maart: ieder weekend open van vrijdag tot zondag. Reserveer je slaapplaats via www.kbfvzw.be of info@kbfvzw.be. Voor KBF-leden geldt een kortingstarief.

S P O RT

ENZE MET GR

N

ro n d t v ra g e n ra g ? Z it je m e end ged jd v e rs c h ri o s n re g l) (s e k s u e e lp li jn 17 12 e v a l: h u 5 02 • Noodg 3 830 7 w.b e o f 0 z fv b k i@ : ap • A d v ie s

T SPOR MET N ZE GREN

4


VOORWOORD Basecamp De KBF neemt een nieuwe teamlead in dienst en kijk, twee weken later mag er niet meer geklommen worden, zijn alle opleidingen geschrapt, hebben de hutten hun deuren gesloten en zit alle personeel thuis. Nee, er is – gelukkig! - geen oorzakelijk verband tussen die twee zinsdelen. De lockdown naar aanleiding van de coronacrisis kwam voor velen onverwacht. Opeens was alles nieuw, voor elk van ons.

KBF werkt samen met: MOUNT COACH-Academy

We proberen thuis te werken met een jengelende peuter op de schoot, of met kinderen die naar school gaan aan de keukentafel. Misschien zijn we voor het eerst technisch werkloos of draaien we dubbele shiften omdat onze collega’s ziek zijn. Voelen we ons veilig, of is er te weinig beschermingsmateriaal? Alles is onzeker. Stress beheerst ons leven. Op momenten zoals deze wil je gaan sporten. Klimmen om precies te zijn, want dat is toch de tweede mooiste sport in de wereld? Maar kijk: de rotsen zijn dicht en uit de klimzalen komt ook geen licht. En je wou zo graag dat er wat gebeurde. Maar dan denk ik terug aan die verhalen in de klimzaal van de échte klimmers. Over acclimatiseren in basecamp, over wachten tot het ophoudt met sneeuwen en dan tot de zieke genezen is. Wachten tot de hemel opklaart om dan eindelijk de klim naar de top aan te vatten, waar je zo lang naar uitgekeken hebt. Misschien komt die kans er wel. Of, misschien begint het te stormen en is ze verkeken. Op weg naar huis droom je alweer over de volgende poging. Er waart een virus door het land. Ons geduld wordt op de proef gesteld. Maar hey, wij zijn bergbeklimmers! We zitten in basecamp. We hebben geduld.

SPORTKADERKLEDIJ

Bruno Vermeeren Teamlead

colofon Dit federatietijdschrift verschijnt vijf maal per jaar en is een uitgave van de Klim- en Bergsportfederatie VERSCHIJNINGSDATA 2020 januari (Special Edition Opleidingen), maart, juni, oktober, december REDACTIEVERANTWOORDELIJKE Reginald Roels / reginald.roels@kbfvzw.be REDACTIEMEDEWERKERS Reginald Roels, Isabeau Vogeleer, Celien Souvagie, Lisa Viane, Hilde De Dobbeleer, Lus Van den Bossche, Mark Sebille, Arne Monstrey, Jan Cools, Michiel Boon, Ben Van Poucke VORMGEVING, PREPRESS EN DRUK Lay-out / Opmaak en beeldvorming Reginald Roels Eindredactie teksten: Isabeau Vogeleer Druk: Drukkerij EVM Print - Brussel VERANTWOORDELIJKE UITGEVer Frank Stevens - p/a Statiestraat 64 - Zwijndrecht

5


Tekst Bruno Vermeeren

Corona... en de passie die we delen 21 mei 2020. We wennen aan anderhalve meter afstand, mondmaskers en ontsmettingsmiddel. Het is de eerste dag dat er weer geklommen wordt op de rotsen. Volgende week start de tweede week van fase 2 en de elfde van de lockdown. De ‘gefaseerde afbouw’ gaat gepaard met de nodige discussie.

D e start, midden maart, was nochtans eenvoudig, met duidelijke instructies: bijeenkomen, reizen, sporten … opeens mocht het allemaal niet meer. Zoals in een theaterzaal de lichten rij naar rij gedoofd worden tot alleen de noodverlichting nog overblijft, zo zetten we onze activiteiten stil. Er was hooguit wat discussie over de termijn. Annuleren we alles tot begin mei, einde mei of meteen maar tot de zomervakantie? Niet iedereen was even optimistisch. De heropstart verloopt veel moeizamer. De nationale veiligheidsraad beslist maar op het laatste momentje wat er in een volgende fase kan of niet kan. Werkgroepen vertalen die beslissingen dan naar aanbevelingen voor de verschillende sectoren. Niet zelden blijven een aantal punten onduidelijk en moet er teruggekoppeld worden. Antwoorden laten op zich wachten. Als sportfederatie kan je niet wachten tot er volledige duidelijkheid is. Je moet aan de slag met de informatie die vooraf gelekt wordt, de speculaties, de berichten in de pers, om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op een nieuwe fase. fase 1 of fase 2? Zo was er veel onzekerheid in aanloop naar de grote exitstrategie die op 4 mei zou starten. Er zouden allicht meer outdoor sporten toegelaten worden, maar contactsporten hoorden daar niet bij. Waar hoort voorklimmen dan thuis? Contact kan niet helemaal uitgesloten worden, maar een echte contactsport is het ook niet. Spotten en tegelijkertijd anderhalve meter afstand houden, is niet mogelijk. Er bestaan ingenieuze technieken zodat spotten niet hoeft, maar niet iedereen kent die of heeft daartoe de benodigde uitrusting. Daarnaast is gebruik van gemeenschappelijk materiaal onvermijdelijk. Tennis Vlaanderen raadt haar leden aan om alleen hun eigen, gemarkeerde tennisballen aan te raken. Voor klimtouwen is dat geen werkbare strategie. Eind april bestond er ook nog veel onduidelijkheid rond het begrip essentiële verplaatsingen. Zou een rit naar de Ardennen om te gaan klimmen wel toegelaten worden? Midden mei nog probeerde Adeps, de Waalse tegenhanger van Sport Vlaanderen, nog om de verplaatsingen te beperken tot 20 km, ook al was daar geen wettelijke basis voor.

6

Alle twijfels deden KBF en CAB beslissen om fase 1 over te slaan, en voluit te gaan voor een heropstart van rotsklimmen in fase 2, in clubverband. De werkmethode daarvoor was vertrouwd. Op die manier zou er ook op elk massief toezicht zijn. De twee federaties hebben een lange traditie van samenwerking. Het was niet onbelangrijk om dezelfde strategie te hanteren. Noch naar de overheid toe, noch naar de klimmersgemeenschap toe zou een verschillende aanpak te verdedigen zijn. Niet iedereen kon die beslissing waarderen, getuige de misnoegde reacties - op Facebook. Pas laat in de avond van vrijdag 15 mei was er voldoende informatie om de knoop door te hakken. Mits een stevige spurt - met de nodige struikelblokken - kon rotsklimmen weer vanaf 21 mei. fase 3? Op dat moment was het protocol voor de heropstart van het indoor klimmen al lang klaar. Eind april al had KBF op basis van buitenlandse voorbeelden een eerste ontwerp gemaakt dat afgetoetst werd bij de Waalse collega’s van CAB en bij de klimzalen. Ondertussen liep op internet een enquête om sportklimmen weer mogelijk te maken vanaf 11 mei, het moment dat de winkels weer open zouden mogen. Heropening in Fase 3, begin juni, leek alle betrokken veel realistischer. Na wat bijsturingen konden zowel de federaties als de klimzalen zich achter het protocol scharen. Het is (was) nu alleen nog wachten op een beslissing van de overheid. Ondertussen werd wel duidelijk dat buitenklimmuren wél open konden onder de voorwaarden bepaald in het protocol. Midden mei kon er in Vlaanderen alweer op bescheiden schaal geklommen worden.


Wat hebben we geleerd? 1. Sporters verenigt in hun federaties en klimzalen kunnen efficiënt samenwerken. Het lijkt misschien een evidentie, maar dat dit al meteen tot tastbaar resultaat leidde, stemt hoopvol voor de toekomst. 2. Een uitbreiding van de kliminfrastructuur is meer dan ooit een prioriteit. Het klimmen boomt. De zalen zitten overvol. Als we nog lang moeten anderhalvemeteren, en daar ziet het voorlopig wel naar uit, wordt de nood alleen maar hoger. 3. Ook de digitale infrastructuur van KBF kan beter. In een crisissituatie botst de bric-à-brac van systemen op zijn limieten. Hier is werk aan de winkel. 4. Klimmers hebben een passie voor hun sport en uiten die ook graag. Daar zit ook een tegendraads kantje aan. Klimmen doe je met mensen die je door en door vertrouwt, bij voorkeur in de vrije natuur. De hang naar vrijheid en avontuur hoort erbij, ook al klimmen we door de week op een kluitje in een klimzaal. Als passie in het spel is, kunnen de emoties hoog oplopen. Dat is begrijpelijk, al zou het fijn zijn als die passie met het nodige respect voor elkaar geuit werd. 5. Ook de KBF-medewerkers worden gedreven door passie, ook diegenen voor wie klimmen niet meteen hun eerste liefde is. De inspanningen die geleverd worden om zoveel mogelijk leden weer aan het klimmen te krijgen, ook ‘s avonds en in het weekend, ook als de systemen niet mee willen, zijn opmerkelijk. Als kersverse teamlead, onvoldoende vertrouwd met de systemen en procedures om praktisch van nut te zijn, heb ik er met verwondering naar staan kijken. 6. En dan is er de passie van de clubs, waar vrijwilligers met evenveel enthousiasme aan de slag gaan. Zij leggen een bewonderenswaardige flexibiliteit aan de dag en passen zich zonder veel morren aan als de systemen van KBF niet opgewassen blijken tegen de stormloop van klimmers die zo snel mogelijk weer naar de rotsen willen. Corona bracht tot nu geen grote inzichten voor de klim- en bergsport, maar zette hooguit scherp wat we al wisten. Toch valt er uit de crisis veel te leren: over thuiswerk, mobiliteit, gezondheidszorg, ongelijkheid, globalisering … Laat ons hopen dat we daar de juiste lessen uit trekken.

7


BOEKBESPREKING The mountains of Romania Van mei tot september kan je uitstekend wandelen in de Karpaten in Roemenië. Tegen juni is de meeste sneeuw er weggetrokken, wat het ideaal maakt voor meerdaagse trektochten. In dit boek staan zevenendertig verschillende routes beschreven voor de eerder geoefende wandelaar. Reken op afstanden van vijftien à vijfentwintig km per dag met 1500 m hoogteverschil. Zeker voor meerdaagse tochten moet je zelfvoorzienend zijn. Op populaire routes zijn er hutten te vinden, maar dat is dus niet overal het geval. Eén ding is wel zeker: de uitzichten zijn er fenomenaal!

Walking on the Costa Blanca Wil je ooit naar Alicante, Benidorm of Calp? Dan is dit boekje een absolute aanrader om je vakantie wat actiever te maken. Er staan maar liefst vijftig wandelingen in, van korte van drie km tot dagtochten van twintig km. De Costa Blanca heeft gemiddeld driehonderd dagen per jaar zon, dus mooi wandelweer is er gegarandeerd. Het landschap, net achter de kustlijn is bovendien heel gevarieerd: bergen, kloven, pittoreske dorpjes, olijven- en amandelgaarden, rustige valleien… Er is voor elk wat wils!

Trekking in the Canary Islands Altijd al meer willen zien van de Canarische eilanden? In dit boekje wordt de volledige GR131 besproken, een GR-pad dat over alle zeven de Canarische eilanden loopt. De start ligt in Lanzarote, finishen doe je op El Hierro. De volledige route is 560 km lang en duurt ongeveer één maand om te voltooien. Blijf je niet zo lang? Dan kan je gerust een paar etappes van de route selecteren. Ze staan mooi per eiland gegroepeerd.

Hiking the Overland Track (Tasmania) Wanneer het hier wintert, zomert het in Australië. En dus ook in Tasmanië, een eiland onder Australië. Maar vergis je niet, op deze iconische Overland Track kom je zowel zomerse als winterse taferelen tegen. Van besneeuwde toppen over een stuk regenwoud en alpenvlakten tot prachtige watervallen en meren. Verwacht je dus ook aan diverse weersomstandigheden! De route is verdeeld in zeven etappes, is in totaal tachtig kilometer lang en geschikt voor de wandelaar met een gemiddelde conditie. Wie toch wat meer uitdaging wil, kan regelmatig beslissen om eventjes een zijweg te nemen naar de top van een berg. Langs de route zijn verschillende hutten met een basisuitrusting te vinden.

8


UP2DATE BRIEF AAN MINISTER WEYTS: “TOEKOMST VLAAMSE KLIMSPORT ONZEKER DOOR CORONACRISIS”

Terwijl de klimsport boomt, wordt het nijpend tekort aan kliminfrastructuur steeds voelbaarder. De coronacrisis gooit daarbij stevig wat roet in het eten. Een klimzaal uitbaten brengt sowieso grote financiële risico’s met zich mee, maar nu de voornaamste inkomsten wegvallen, krijgen vele uitbaters het moeilijk. De KBF maakt zich zorgen over de toekomst van de klimsport in Vlaanderen en schrijft daarom een brief aan minister Weyts. Juist nu de sport een opmars maakt, moeten we de klimcapaciteit zo goed mogelijk beschermen. We pleiten daarom voor een heropening van de klimzalen en economische steun.

EXITSTRATEGIE ROTSKLIMMEN De Klim- en Bergsportfederatie hoopt op een snelle heropstart van de klimsport. In samenwerking met de CAB werd een plan uitgeschreven dat op 4 mei werd voorgelegd aan de bevoegde minister van Sport. Gezien de situatie voortdurend verandert, verwijzen we u voor de meest actuele informatie door naar onze website www.klimenbergsportfederatie.be.

BLIJF FIT, IN UW KOT Zit je gezellig in je cocon? Staat de afdruk van je zitvlak al permanent in de zetel gedrukt? Blijf toch niet bij de pakken zitten: stilstaan is achteruitgaan. Sporten doet immers wonderen voor je mentale kracht. Laat dus je spieren branden en het zweet uit je lijf gutsen. Ter inspiratie kan je heel wat 'quarantrainingen' voor bergsporters terugvinden op onze website. Motiveer ook anderen en daag hen uit, zo komen we samen sterker uit deze crisis.

KBF ZET IN OP THUISWERK Naar aanleiding van de verstrengde maatregelen rond het coronavirus, zet ook de Klim- en Bergsportfederatie zoveel mogelijk in op telewerken. Dit betekent dat het KBF-secretariaat gesloten is voor bezoekers. Daarnaast vragen we om zoveel mogelijk per e-mail contact met ons op te nemen. Voor algemene vragen kun je terecht op info@klimenbergsportfederatie.be. Met vragen omtrent de verzekering kun je ons bereiken via verzekering@ klimenbergsportfederatie.be. Met sportspecifieke vragen kun je contact opnemen met de desbetreffende medewerker. Onze medewerkers beantwoorden jouw vragen zo snel mogelijk. Door de minimale bezetting op het secretariaat is het mogelijk dat enkele diensten vertraging oplopen. Wij danken je voor je begrip.

isabeau vogeleer Na 5 jaren actief binnen KBF gaat Isabeau Vogeleer (zie foto rechts) een andere uitdaging aan... De Raad van Bestuur en haar collega's willen Isabeau bedanken voor de jarenlange sterke inzet!! Collega Annelore Orije zal de functie van Verantwoordelijke Communicatie overnemen.

9


GESPECIALISEERD MATERIAAL VOOR WANDELAARS, TREKKERS EN KLIMMERS

De mooiste berg ter wereld, de Alpamayo, ligt in Peru. Het mooiste klimcentrum met dezelfde naam vind je op de be-MINE, in de voormalige elektriciteitscentrale. Individuelen, groepen en scholen zijn er welkom.

OUDE GENTBAAN 255 – 9300 AALST

053/ 705 222

INFO@TREK-KING.BE

WWW.TREK-KING.BE

Klimcentrum ALPAMAYO be-Mine 21, 3582 Beringen info@alpamayo.be facebook/alpamayo.klimcentrum 011/96.66.66

W W W. ALPAMAYO.BE

Uw volledige klim- en trekking uitrusting

voor vakantie in eigen land

Plezantstraat 11 9220 Hamme tel. 052/47.85.22 info@berghut.be https://berghut.be 10


Tekst Celien Souvagie / Foto's Wout Vandenhaute

Leven in de bergen, voor veel Vlaamse bergfanaten is het een wilde droom. Vrijwillig KBFredactielid Celien waagde de sprong en verhuisde in december 2018 met haar vriend naar Wallis. In deze column werpt ze een blik op het leven als Belg in het Zwitserse bergkanton. Over 4000ers, lokale geneugten, wonen en werken op hoogte, Zwitserse tradities en gewoonten, …

Corona Ook in Zwitserland zorgt Corona voor de nodige omwentelingen. Initieel was de situatie in Wallis vrij onrustwekkend, gezien de nabijheid van Noord-Italië. Heel wat Italiaanse ‘grensgangers’ pendelen dagelijks over de Simplonpas om als bouwarbeider, kamermeisje, poetsvrouw, pistepatrouilleur, ... te werken. In de omgekeerde richting trekken ook veel Wallisers naar Domodossola om gunstig in te kopen, van de Italiaanse keuken te genieten, een ‘Ausflug’ naar het Lago Maggiore te maken, .... Een van de eerste maatregelen, het afsluiten van de grenzen, gaf aanleiding tot scenario’s waarbij bijvoorbeeld Italianen samen op hotel verbleven, om verder in Zwitserland te kunnen blijven werken. Met de volgende maatregelen, het sluiten van ondernemingen, kwam hier vrij snel een eind aan, en werd algemeen zo goed als het volledige openbare leven stilgelegd. Binnen Zwitserland werd het kanton Ticino, dat eveneens aan Italië grenst, initieel het sterkst getroffen. In Wallis stabiliseerde de situatie, ondanks het feit dat bijvoorbeeld de bouwsector verder actief bleef, sneller dan in bepaalde andere (dichter bevolkte) kantons zoals Vaud, Zürich, Genève. Door een gedisciplineerde lockdown, vraag je je misschien af? Lockdown?

Een eerste tocht leidde naar Sierre via de Rhône fietsroute. De Rhôneroute is een fietstocht, die start aan de bron van de Rhône (Rhônegletsjer bij de Furkapas) en de Rhône volgt tot in Genève. Daar gaat het meer van Genève weer over in de Rhônerivier, die de Franse grens oversteekt en zuidwaarts verder loopt tot aan de Middellandse Zee. De tocht telt alles tesamen 350km, 3600 positieve hoogtemeters en 4600 negatieve hoogtemeters, voornamelijk over geasfalteerde wegen, en wordt voorgesteld in acht etappes. Parallel met de Rhône(route) loopt ook een treinspoor, waardoor er steeds een vluchtmogelijkheid is. De etappe Brig-Sierre (42 km) leerde ons dat de route steeds een alternatief zoekt voor de autowegen, waardoor het 95% van de tijd zeer aangenaam en rustig rijden is. Grote voorbereidingen hoeven niet, want de route is perfect bewegwijzerd. In de stroomafwaartse richting verlies je langzaam hoogte, die je in de stroomopwaartse richting dan weer te overbruggen hebt. Zo bolden wij rustig etappe 3 stroomafwaarts van Brig richting Sierre, om terug te keren stroomopwaarts met een warme föhnbries in het gezicht.

Life in Wallis

De ‘lockdown’ was in Zwitserland iets matiger dan in België. Als basis werden de maatregelen afstand houden, hygiëne beachten en thuisblijven/home office vooropgesteld. Alle verdere maatregelen waren eigenlijk steeds te herleiden tot deze drie basismaatregelen. Grote bijeenkomsten waren vanzelfsprekend niet toegestaan, maar zonder gegronde reden buiten komen kon wel. Er was een advies om thuis te blijven, maar geen verplichting. De politie was wel aanwezig, maar een strenge handhaving zoals in België was er niet. Van de natuur en de buitenlucht profiteren kon dus. Risicosporten zoals bergsport werden wel ten strengste afgeraden, om reddingsdiensten en ziekenhuizen niet extra te belasten. Het leven van de gemiddelde Walliser zag er dus tijdelijk helemaal anders uit, maar hij voelde zich niet noodzakelijk 'opgesloten'.

Dat fietsen smaakte naar meer! Twee weken later besloten we een tweede etappe te fietsen, Brig – Oberwald, over een afstand van 50km en een hoogteverschil van 1300Hm+, 620Hm-. We waren wat op onze hoede voor de hoogtemeters, gezien onze beperkte fietservaring en uitrusting, maar vertrouwden op het feit dat de grootste klim in het begin van de tocht lag. Een gemoedelijke start bracht ons na enkele km in de zuidflank van de Rhônevallei, weg van alle verkeer. Via kleine boerendorpjes en weiden slingerde onze weg verder door het authentieke Wallis. Een kleine insprong in het onberoerde Binntal testte even de robuustheid van onze overjaarse stadsfietsen. Uitgeregend worden door een onweersbui, verzuurde kuiten, ploeteren door lawinerestanten en een rivier doorwaden, werden meer dan beloond met verrassend mooie uitzichten. Wallis op zijn best!

Verandering van spijs Andere omstandigheden zetten aan tot andere activiteiten. Zo was het voor onze vrijetijdsbesteding steeds de afweging maken tussen 'is dit wel spannend genoeg?' en 'nemen we niet teveel risico?' Toerski zit daar bijvoorbeeld al wat op de grens, terwijl een gewone bergwandeling wel perfect kon. En in Wallis kan je oneindig veel mooie wandelingen maken, langs suonen (oude waterkanalen), tussen wijngaarden, naar hutten, wat lagere bergtoppen, ... Maar onze zin voor avontuur reikt helaas wat verder ;-)... Zo gooiden we het op een goeie zondag over een andere boeg, en haalden onze fietsen van onder het stof.

Alle info met betrekking tot de Rhôneroute is terug te vinden op de Schweizmobil website of app

11


MATERIAAL EN TECHNIEK RAB - Mythic Ultra 180 en 360 'astronomisch warm' De Mythic Ultra slaapzakken herdefiniëren het begrip 'ultralicht' en worden nu al opgehemeld door verschillende onafhankelijke testers als 's werelds warmste slaapzakken in verhouding tot hun eigen gewicht. Uiteraard ligt dit aan het gebruik van de hoogste kwaliteit Europese ganzendons (900+ Fill Power, RDS gecertificeerd en hydrofoob behandeld), maar ook aan de binnentijk die behandeld is met de zogenaamde 'Thermo Ionic Lining Technology'. Zoals zovele hoogtechnologische snufjes, vindt ook deze zijn oorsprong in de ruimtevaart. Aan de vezels in de binnentijk is titanium toegevoegd. Dit reflecteert dan je eigen lichaamswarmte om op die manier je slaapzak warmer te maken, zonder extra gewicht en zonder in te boeten aan ademend vermogen. Een slaapzak van 400 gram die tot aan het vriespunt gaat en eentje van 600 gram die tot -8°C gaat, dat zijn inderdaad astronomische waarden. adviesverkoopprijs: 449,95 euro (Mythic Ultra 180) en 509,95 euro (Mythic Ultra 360) gewicht: 400 gram (Mythic Ultra 180) // 606 gram (Mythic Ultra 360)

SCARPA - Instinct VS 'volg je instinct' Scarpa heeft bijna een patent op pascomfort zonder dat dit teniet doet aan de technische capaciteiten van een klimschoen. De Instinct VS is hét model waarrond hun 'Performance' reeks gebouwd is. Zoals te verwachten is deze schoen licht asymmetrisch en licht gekromd, maar zonder extra toe-down constructie. De zool zelf is iets dunner en dus iets minder slijtvast, maar daarvoor krijg je wel een verhoogde sensitiviteit én flexibiliteit. Bovenop de tenen zit een rubber met extra grip voor het betere 'toehook' boulderwerk. Bij Scarpa spreken ze zelf van een allround klimschoen die een heel scala aan klimstijlen op topniveau aankan. Wie kan daar nu geen ja tegen zeggen. Aandoen, passen en gewoon je instinct volgen. adviesverkoopprijs: 144,95 euro gewicht: 460 gram per paar (gemiddelde maat 40)

RED CHILI - Voltage LV 'helemaal opgeladen voor je volgende project' De vernieuwde Voltage is geschikt voor zowel boulderen als lengteklimmen en dit zowel binnen als buiten. Maar door zijn asymmetrische pasvorm en agressieve downturn, mikt hij toch vooral op de high-end gebruiker die meestal zwaar overhangende routes opzoekt. Wat bij de Voltage vooral opvalt is de specifieke spanning op de hielkuip, zo gemaakt om optimaal te kunnen presteren tijdens moeilijke heelhooks. Ondanks zijn strakke pasvorm is de schoen relatief breed. Bovendien is ze inwendig afgewerkt met een soort van sokstructuur waardoor ze, ondanks de agressieve pasvorm, toch redelijk zacht en comfortabel aanvoelt. adviesverkoopprijs: 139,95 euro gewicht: niet meegegeven door de leverancier

12


Tekst Arne Monstrey (verkoper bij K2)

FJÄLLRÄVEN - PFC Free Waterproofing Impregnation 'omdat alle beetjes helpen' Jassen waterdicht krijgen en ze waterdicht houden, gebeurt vandaag nog steeds met het chemische bestanddeel PFC. Het werkt perfect, maar helaas zijn er blijvende nadelige effecten voor het milieu (en dus ook voor de mens). Enkele jaren geleden schakelden de meeste merken al over van het gevaarlijkere C8 naar het iets milieuvriendelijkere C6. Onder invloed van Europa wordt er druk verder gezocht naar even kwalitatieve maar milieuvriendelijkere opties. Fjällräven heeft hier niet op gewacht en maakte eerder al volledig PFC-vrije regenkledij (de zogenaamde Ecoshell reeks). Nu bieden ze ook een PFC-vrije spray aan voor het opnieuw impregneren van regenkledij. Dit levert een zeer waterafstotende laag op en optimaliseert het ademend vermogen van je jas. Je kan het niet enkel op PFCvrije kleding te spuiten, het mag ook op alle andere regenkledij gebruikt worden. Het werkzame bestanddeel in deze spray is biologisch afbreekbaar. adviesverkoopprijs: 19,95 euro volume: 0,5 liter

BLACK DIAMOND - Camalot Z4 'de minst weerbarstige cam ooit' Bij Black Diamond blijven ze vernieuwen. Na de C4 Ultralight reeks, komt nu de volledig nieuwe Z4 reeks op de markt. Wat deze zo speciaal en handig maakt, is dat de cams stijf genoeg zijn om voor een gemakkelijke plaatsing te zorgen, maar toch flexibel worden eens je ze gestoken hebt. Op die manier combineren ze de stijfheid van de C3 reeks (die helaas uit de collectie verdwijnt) en de flexibiliteit van de X4 reeks (die mogelijks ook uit de collectie verdwijnt). Zelf spreken ze over het nieuwe ‘Rigidflex'-systeem. Het moment dat je aan de hendel trekt, spant het hele systeem zich op. Eens je terug lost, wordt alles weer soepel. Alle cams bestaan uit vier contactpunten met de rots die gezandstraald zijn voor een beter contactoppervlak. Laat die barsten nu maar komen! adviesverkoopprijs: 79,95 euro (voor alle maten hetzelfde) gewicht: van 43 gram voor maat 0 tot 93 gram voor maat 0.75

LYO FOOD - Nettle Curry 'mag het iets meer zijn' We mogen maar wat trots zijn op onze landgenoot Sean Villanueva O'Driscoll. Niet alleen is hij een legendarische bigwall klimmer, maar hij combineert dit ook met een zekere flair (sommigen noemen het 'craziness') en is bovendien een muzikaal talent. Wat weinigen echter weten, is dat hij ook een goede kok is. Speciaal voor Lyo Food is Sean de eerste van hun ambassadeurs die een eigen maaltijd heeft helpen creëren. Een zorgvuldig samengestelde combinatie van rijst, groenten (pompoen, courgette, erwten, wortels, broccoli en groene bonen) en perfect bijpassende kruiden (o.a. chili, koriander en limoengras) in een romig kokosmelksausje. Maar Sean zou Sean niet zijn, moest hij er niet nog een extra crazy ingrediëntje aan toevoegen… Jawel: een gezonde portie netels! Deze maaltijd is bovendien volledig veganistisch. Alles bij Lyo Food staat trouwens voor 0% artificiële additieven, geen extra suiker, geen palmolie en geen preservatieven. Alles is 100% puur natuur, net zoals Sean zelf. adviesverkoopprijs: 9,99 euro energie per 100 gram: 2015kJ/ 482kcal

13


eigen VOORRAAD

HĂŠt 5 sterren restaurant in jouw backpack

voor 23 uur besteld, VOLGENDE DAG bezorgd

in Nederland en BelgiĂŤ

GRATIS verzenden

vanaf 25 euro

XFood.nl service@xfood.nl

Tent- en kampeerdeals 13 - 28 juni #mounteqshop #shoplokaal #staycation

-20% op al deze merken in onze tent- en kampeerafdeling * Cumulus 10% korting

Mounteqshop.be Kortrijkseweg 353 8791 Beveren - Leie


Advertorial RAB

Rab & GORE-TEX® PACLITE® Perfecte lichtgewicht bescherming in alle weersomstandigheden

Het verhaal van Rab begon in 1981 op de zolder van een klein rijtjeshuis in Sheffield, waar Rab Carrington de eerste slaapzak maakte met zijn naam er op. Nu, bijna vier decennia later, zijn zijn eerlijke, duurzame ontwerpen overal ter wereld waar avontuurlijke individuen de elementen onder ogen zien te vinden. Van Himalayatoppen tot koude, frisse avonden rond een kampvuur. Rab zet zijn blijvende missie voort om de klimmer in iedereen wakker te maken en hen toe te rusten voor zijn avontuur.

Als Brits merk heeft Rab (https://rab.equipment) het geluk om te profiteren van een hoofdkantoor temidden van de bergen en kan de beruchte Schotse winter als proeftuin worden gebruikt. Rab heeft nauwgezet onderzoek gedaan en in samenwerking met partners zoals GORE®, geëxperimenteerd met bescherming tegen sneeuw, regen en ijs om bergbeklimmers tegen de elementen te beschermen en vocht efficiënt van het lichaam af te voeren. Dit voorjaar introduceert Rab zijn Meridian-jas met GORE-TEX® ’PACLITE® Plus-technologie.

Meridian Jacket Als je in de bergen geavanceerde bescherming tegen slecht weer nodig hebt, maar ook in het laagland dagelijks betrouwbare waterdichtheid goed kunt gebruiken, biedt het Rab Meridian Jacket een zeer veelzijdige oplossing. Deze alleskunner heeft een normale pasvorm die ruimte biedt voor meerdere flexibele laagjes en is zelfs als het weer verslechtert zeer eenvoudig en intuïtief in het gebruik, dankzij de eenvoudige verstelbare en wegrolbare capuchon, de makkelijk te openen okselritsen en de ruime, goed toegankelijke borstzakken. Voorgevormde mouwen helpen je actief en beweeglijk te zijn zonder dat je jack opkruipt of het draagcomfort vermindert; en het uitstekende ademende vermogen van de GORE-TEX PACLITE Plus-buitenstof van 40 denier nylon, gecombineerd met de prima instelbaarheid van capuchon, boord en manchetten, helpen je tijdens al je buitenavonturen genieten van dit aangenaam aansluitende en veelzijdige Meridian Jacket, een topkeuze voor een breed scala aan actieve bergsporten. De Meridian-jas is verkrijgbaar in heren- en damesstijl in elk 4 verschillende kleuren. Adviesprijs: 249,95 euro. Kijk voor meer informatie over Rab's shell-collectie op https:// rab.equipment/eu/mens/waterproof. www.facebook.com/rab.equipment/ videos/960553497681068/

15


Tekst Brenda de FrĂŠ

Praktijkoefening: wat te doen bij een klim- en bergsportongeval

Als begeleider van een groep in de bergen of op de rotsen dragen we heel wat verantwoordelijkheid. Wanneer we onze carrière als lesgever starten, staan we daar dikwijls niet bij stil. Vooral het levenslustige in onze sport, onze passie voor de natuur en de activiteit, en hoe we de waarde daarvan met anderen zullen delen, staan op de voorgrond. En maar goed ook. We doen er alles aan om onze les of tocht zo goed mogelijk voor te bereiden, en daarbij met alle omstandigheden rekening te houden. En meestal loopt alles prima. Ook al staan de sportdisciplines die we beoefenen gekend als risicosporten, het aantal ongevallen tijdens stages of klimscholen dat tot ernstig letsel leidt, is uiterst beperkt.

16


Precies die ervaring is de moeilijkheid in dit verhaal: hoeveel tijd wil je besteden om je voor te bereiden op een situatie die je als goed opgeleide en voorbereide begeleider wellicht nooit meemaakt? Die je hopelijk nooit meemaakt. Maar àls je die meemaakt, kan je voorbereiding voor die éne persoon, die éne groep wel een enorm verschil maken. Op dat moment voorkomen een goede inschatting van de situatie en juiste beslissingen een potentieel drama. Daarna voorkomt het de slepende gedachte “had ik maar...” Als federatie willen we onze sportkaders zo goed mogelijk voorbereiden op dat ene beslissende moment. Het hoofd koel houden, alle deelnemers in je vizier, juiste handelingen in een gepaste volgorde, … Deze bijscholing is echt een must voor elke opleider en begeleider. Met de hulp van simulanten en in samenwerking met de lokale hulpdiensten maken we er een zo realistisch mogelijke oefening van. Voor wie?

Begeleiding Voor deze bijscholing doen we beroep op verschillende van onze vrijwilligers én op 2 professionals met bergsportachtergrond.

Johan Hovelynck is zelfstandig trainer-consultant en deeltijds docent Outdoor- bewegingsactiviteiten in de opleiding KU Leuven. Beroepsmatig is hij o.a. actief als veiligheidsauditor voor de Beroepsfederatie van Natuursportondernemers (BFNO) en voor Wallonie Aventure Nature Tourisme (WANT), opleider van het RED-team van de brandweer in de zone BrabantOost en opleider voor Wilderness Medical Associates (WMA). Zijn vrije tijd besteedt hij o.a. aan rotsklimmen, canyoning en kanovaren.

Gediplomeerde begeleiders, lesgevers of stageleiders uit alle disciplines. We simuleren ongevallen uit het rotsklimmen en het bergwandelen, maar de vertaling naar bergbeklimmen, winter, canyoning of sportklimmen is gemakkelijk te maken: heel wat acties zijn vergelijkbaar. Wat? De focus van de bijscholing ligt op de gepaste respons bij een ongeval. We oefenen op de gedragslijn die je als begeleider bij een noodsituatie te volgen hebt: van EHBO en het alarmeren van de hulpdiensten tot groepsmanagement. Het doel is van snel en adequaat te handelen. De KBF-actiekaarten staan in deze bijscholing centraal. Ze vormen een praktische leidraad voor elke noodsituatie.

Dimitri De Fré

Volgende aspecten komen aan bod: - Inschatten van de ernst van het ongeval; - Adequaat alarmeren van de hulpdiensten; - Gepaste inzet van collega-sportkaders en van groepsleden in de opvang van het ongeval; - Optimaal gebruik van de beperkte middelen die je bij de noodsituatie ter beschikking hebt in afwachting van professionele hulp; - Effectieve communicatie met de club, eventueel de naasten van het slachtoffer en andere betrokkenen.

zette zijn eerste stappen in crisismanagement als vrijwilliger van het Rode Kruis en is de laatste 10 jaar beroepsmatig actief in noodplanning en rampenmanagement. Sinds oktober 2015 is hij verantwoordelijk voor de ziekenhuisnoodplanning van UZ Leuven, waarbij hij o.a. het ziekenhuisnoodplan coördineerde tijdens de aanslagen van 22 maart 2016. Naast zijn inzet bij binnenlandse rampen is hij ook als vrijwilliger actief in B-FAST en het Disaster Assessment and Coordination Team van de Verenigde Naties (met o.a. missies in Nepal en Turkije).

We schetsen daarnaast kort de ruimere context van jouw taak als begeleider, gaande van preventie, over voorbereiding tot follow-up bij een noodsituatie. De dag wordt een afwisseling van korte presentaties, oefenen in simulaties, debriefing en leren door observeren. Daarbij bepaal je zelf mee welke rol je in de oefeningen opneemt.

Praktisch De bijscholing vindt plaats op 24 oktober 2020. We starten om 9u in de Chaveehut en ronden daar af om 18u. De ‘noodsituaties’ spelen zich af in de ruime omgeving van de Chaveehut. Na de scenario’s sluiten we af in de Chaveehut waar we debriefen en bij een drankje op de dag terugblikken. Kostprijs: voor een hele dag: 15 € / Inschrijven: www.klimenbergsportfederatie.be/kaderopleidingen-bijscholingen Om didactische en veiligheidsredenen is het aantal deelnemers beperkt. Voor meer informatie kan je terecht bij Brenda De Fré / brenda@kbfvzw.be

17


Tekst Arne Monstrey / foto's Jonathan Vaesen

Petite Ile Zelfs in 2020 blijft Brussel voor veel Vlamingen een soort 'Terra Incognita'. Van Liefde op het eerste zicht is er slechts zelden sprake. Het is een stad die je moet léren kennen, liefst samen met iemand die er al woont of die de stad al wat onder de knie heeft. Pareltjes vallen er immers genoeg te ontdekken, waaronder ook enkele klimzalen...

Z

o is Brussel één van de groenste hoofdsteden van Europa. Uiteraard is dit vooral aan het Zoniënwoud te danken, dat voor een groot deel op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ligt. Maar er is ook de Groene Wandeling, een traject van 70 kilometer dat alle groene parken, bossen en stukjes mini-wildernis met elkaar verbindt. Binnen de ring liggen zelfs drie stukken Europees erkend Natura 2000 gebied. Als je eens zin hebt om onze hoofdstad op een andere manier te leren kennen, is dit zeker een goed begin. Aan architectuur is er uiteraard ook geen gebrek. Victor Horta heeft genoeg Art Nouveau nagelaten om je enkele dagen mee bezig te houden. Het Atomium mag dan misschien wat kitscherig aandoen, na Manneken Pis is het wel ons meest bekende symbool in het buitenland. De Basiliek van Koekelberg is de zesde grootste kerk ter wereld. En als je vanuit de volkse Marollen naar het Justitiepaleis kijkt, dan voel je letterlijk het gewicht van de Wet op je drukken, exact wat architect Poelaert in gedachten had. De Brusselse Grote Markt is wereldberoemd en onder het Koningsplein ligt zowaar een ondergronds kasteel verborgen (het Coudenbergpaleis). De triomfboog in het Jubelpark is zeer indrukwekkend. Als je in de tunnels onder de stad rijdt, is er zelfs een punt waar je heel even bovengronds komt en een fantastische blik op dit monument kunt werpen. En op de muren links en rechts ervan kan stevig geboulderd worden.

18


Brussel is ook de plaats met de eerste klimzaal van het land, geopend in 1987. Meer zelfs, Terres Neuves was de allereerste privéklimzaal ter wereld! Nadien zijn er alleen maar Brusselse klimzalen bijgekomen. New Rock in 1988, Top Roc Sippelberg in 1993 (het huidige Brussels Monkey Climbing) en Stone Age in het jaar 2000. Sinds vorig jaar mag Brussel zich ook de trotse eigenaar noemen van haar eerste boulderzaal. In 2019 zag klimzaal Petite Île het levenslicht in Anderlecht. Haar naam dankt ze aan haar locatie op de 'Rue de la Petite Île' of 'Klein-Eiland'. Alles aan deze klimzaal ademt Brussel uit. En eerlijk is eerlijk, je eerste indruk zal niet wauw zijn. Zeker niet als je hier voor het eerst komt, en al helemaal niet als het al donker is. De klimzaal ligt in een stadsontwikkelingsgebied. Dit wil zeggen dat het er de komende jaren alleen maar hipper op zal worden, maar momenteel ziet het er uit als een oude vervallen loods, naast een braakliggend terrein en een verbindingsweg van de ene kant van Anderlecht naar de andere. Je parkeert er langs de kant van de weg en als je uitstapt twijfel je toch even of je wel juist zit. Dat gevoel blijft je achtervolgen als je de deur opentrekt vanwaar je denkt dat die je naar de klimzaal zal leiden. Plots sta je in een traphal met hier en daar lege bierflesjes. Voor je bevindt zich wel een plattegrond met daarbij een lijst met alle 'organisaties' die hier ergens in dit gebouw een locatie hebben. Tip van ondergetekende: het is op het derde verdiep. Ga niet op zoek naar een lift en begin al met de trappen te beklimmen. Klimmen draait uiteindelijk toch om avontuur en dat is de reden waarom je naar hier bent gekomen.

Maar als je dan de deur(en) opendoet en effectief binnenstapt in de klimzaal, stap je letterlijk en figuurlijk een andere wereld binnen: WAUW! Door de grote ramen links valt zeer veel natuurlijk licht binnen en omdat je je reeds op het derde verdiep bevindt, heb je ineens ook een uitzicht over dit deel van de stad. De bar oogt modern en er is een ruim aanbod aan eten en drinken, zo lokaal en biologisch mogelijk. Direct rechts is er een redelijk ruime kinderruimte voorzien die heel duidelijk afgescheiden is van de rest van de klimzaal. Misschien wat jammer dat er geen enkele hellende muur is en alle routes dus op zijn minst verticaal zijn, maar dat wordt dan weer ruimschoots gecompenseerd door de glijbaan waarmee de kleine klimmers naar beneden kunnen schuiven. Daarna volgt nog een opwarm- en trainingshoek voor de volwassenen en dan is er uiteraard de klimzaal zelf. Ook al bestaat de zaal reeds een jaar, in vergelijking met andere boulderzalen zijn er voor de beschikbare oppervlakte (400 m²) relatief weinig routes gebouwd. Maar de routes die er gebouwd zijn, zijn écht écht leuk. Het is duidelijk dat dit een 'moderne' zaal is. De boulders zijn niet opgebouwd in de 'Fontainebleau'-stijl, maar zijn veel speelser en dynamischer. Heel vaak moet je bewegingen doen die je nog nooit gedaan hebt. Soms snap je zelfs helemaal niet wat de routebouwer in hemelsnaam in gedachten had toen hij de grepen in deze volgorde neerzette. Als je denkt dat je de klimstijlen in de Belgische klimzalen ondertussen zo wel wat kent, is deze zaal dus een absolute aanrader. Kom met een groepje vrienden en laat je verrassen. Net zoals de andere Brusselse klimgelegenheden is ook hier de sfeer heel relaxed. Frans, Nederlands, Engels... maakt niet uit welke taal je hier spreekt. De sfeer is heel open en heel internationaal. Het belangrijkste is dat je je amuseert.

Meer info is te vinden op https://petite-ile.be/nl/

19


Tekst en foto's Arne Monstrey

Wandelen in de Balkan De Balkan ontleent zijn naam aan het Balkangebergte in Bulgarije en betekent zoiets als 'bebost gebergte'. Een naam die uitstekend past bij deze regio in het zuidoosten van Europa. Een duidelijke definitie van welke landen er nu wel of niet toe behoren, is moeilijk te vinden. Je kunt het immers van verschillende factoren laten afhangen, zoals bijvoorbeeld geografie, religie, taal, cultuur, geschiedenis of politiek. De afbakening van deze regio is dus al bij al een eerder subjectief gegeven. Voor de wandeltochten beschreven in deze rubriek 'beperken' we ons tot de volgende acht landen: Slovenië, Kroatië, Montenegro, Bosnië en Herzegovina, Servië, Kosovo, Noord-Macedonië en Albanië.

De Julische Alpen zijn het meest oostelijke deel van de centrale alpenboog en liggen grotendeels in Slovenië. De Dinarische Alpen omhelzen het uiterste oosten van Slovenië en lopen door tot het noorden van Albanië. Het is een kalksteengebergte dat parallel naast de Adriatische Zee loopt. Hoewel Noord-Macedonië geen deel meer uitmaakt van de Dinarische Alpen, is het toch nog steeds een zeer bergrijk land. Kort door de bocht kan gesteld worden dat er, zeker in Slovenië maar ook in Kroatië en Montenegro, een zeker wandeltoerisme bestaat. Dit vertaalt zich in de aanwezigheid van berghutten, markeringen en onderhouden bergpaden. Servië en Macedonië zijn goed op weg, maar hebben toch nog duidelijk een avontuurlijker karakter. Bosnië en Herzegovina daarentegen, ligt samen met Kosovo en Albanië nog vol onontgonnen terrein. Ideaal voor de avonturier!

20

Wandelen in de Balkan is in alle opzichten anders dan wandelen in West- of Noord-Europa. Het begint al met het feit dat er zeer weinig info voorhanden is. Je vakantie reeds van thuis uit voorbereiden is dus zeer moeilijk. Eens ter plaatse zul je vaak info moeten proberen te vergaren bij je lokale camping- of hoteluitbater. Van vele gebieden bestaan geen wandelkaarten en moet je dus vertrouwen op de pijlen en infoborden, als die er al zijn. Een zekere zin voor avontuur en het nemen van wat marge qua wandeltijden is dus absoluut noodzakelijk. Maar net dat is uiteraard de charme van deze streek. Hier liggen nog zoveel honderden kilometers aan bossen en bergen, die door zo weinig wegen, laat staan wandelpaden, doorsneden worden. De natuur is hier echt nog puur. Beren, wolven en lynxen komen allemaal nog in overvloed voor. Het water is op vele plaatsen nog steeds drinkbaar, rechtstreeks uit de rivier. Rust, Natuur en Avontuur. Druk wordt het hier nooit.


Internationale Lange Afstandswandelpaden

De Via Alpina

Ook al is deze regio een kwarteeuw geleden verscheurd geweest door een afschuwelijke burgeroorlog, het is ondertussen een veilige en fascinerende bestemming geworden. De mensen hier willen vooruit. Slovenië en Kroatië zijn ondertussen lid van de Europese Unie. Andere landen hebben hierover reeds gesprekken opgestart. En om te benadrukken dat grenzen ook maar grenzen zijn, is deze streek ondertussen rijk aan meerdere lange afstandswandelpaden die allen verschillende landen aandoen.

De Via Alpina is bedacht rond de eeuwwisseling, maar werd pas vanaf het jaar 2008 als volledig beschouwd. Het is een project dat probeert om alle acht de alpenlanden met elkaar te verbinden. De rode variant doet dit ook en brengt je doorheen Italië, Slovenië, Oostenrijk, Duitsland, Liechtenstein, Zwitserland en Frankrijk naar Monaco. De groene variant voert je doorheen Liechtenstein en Zwitserland en volgt min of meer de Alpiene Pas Route, Zwitserlands belangrijkste nationale wandelpad. Het blauwe traject flirt grotendeels met onbekendere delen langs de Frans-Italiaanse grens, terwijl de gele route eerder de Oostenrijks-Italiaans grensstreek en de Dolomieten aandoet. De paarse variant tenslotte passeert door Slovenië, Oostenrijk en Duitsland en brengt je doorheen de oostelijke kalkalpen, van de Karawanken tot de Allgäu.

Zo is er de Via Alpina die de acht klassieke alpenlanden verbindt en dus ook Slovenië aandoet. De Alpe Adria voert van de hoogste berg van Oostenrijk, de Großglockner (3.789 m.) over Slovenië tot in Muggia, een Italiaanse kustplaats dicht bij de grens met Kroatië. Nog interessanter is de Via Dinarica. Een wandelroute die door elk van onze acht balkanlanden loopt. Net zoals de Via Alpina is ook de Via Dinarica onderverdeeld in verschillende routes. Er is het witte traject dat de hoofdkam van de Dinarische Alpen volgt. Het blauwe traject dat veel zuidelijker ligt en het gebergte volgt dat dichter bij de prachtige Adriatische kust ligt. En het groene traject dat, zoals zijn naam doet vermoeden, het groenere binnenland opzoekt net ten noorden van de Dinarische hoofdkam. Helemaal straf is het nieuwste project in de rij: de 'Peaks of the Balkan’-wandelroute die doorheen het schitterende en wilde grensgebied van Montenegro, Albanië en Kosovo loopt. Landen die mede dankzij dit project terug toenadering tot elkaar hebben kunnen vinden.

" Welkom in de Balkan! Of zoals ze het zelf zeggen:

in Slovenië: dobrodošli - in Kroatië: dobrodošli in Montenegro: dobrodošli in Bosnië en Herzegovina: dobrodošli in Servië: dobrodošli - in Kosovo: Mirësevini in Noord-Macedonië: dobredojde in Albanië: Mirësevini ... ”

Zowel het rode als het paarse traject doen dus Slovenië aan. Zoals gezegd is de rode variant de enigste variant die de hele Alpen doorkruist. Concreet betekent dit dat je na anderhalve dag Italië, de grens met Slovenië oversteekt om er dan een tiental dagen in te blijven. Uitwandelen doe je via het drielandenpunt van Slovenië, Italië en Oostenrijk. Het is een unieke plek in Europa waar de drie grootste Europese taal- en cultuurgroepen elkaar raken: de Slavische, de Romaanse en de Germaanse. Onderweg hiernaartoe passeer je onder andere Lipica, bekend voor zijn prachtige en elegante witte Lipizzaner paarden, de Škocjan grotten die sinds 1986 UNESCO werelderfgoed zijn en tot de mooiste druipsteengrotten ter wereld behoren, het Predjama kasteel dat ín een rotswand is gebouwd, het Franja Partisan hospitaal dat een belangrijke rol speelde tijdens WOII en tenslotte het Triglav Nationaal Park. Deze berg is met zijn 2.864 meter de hoogste van Slovenië en van de hele Julische Alpen. Ook al loopt de Via Alpina niet over de top, de route voert je wel doorheen een prachtig landschap met zicht op het schitterend gelegen meer van Bohinj en langs de zogenaamde vallei van de zeven meren. Nadien volgt nog een tocht langsheen de bron van de Soa rivier, die van een werkelijk adembenemende helder turquoise kleur is, en over de Vršic-pas, die de hoogste van het land is. De paarse variant buigt in het Triglav Nationaal park af naar het oosten en volgt in het begin de indrukwekkende Vrata-vallei die omgeven is door bergen van meer dan 2.000 meter hoog. Je passeert er onder andere de Perišnik-waterval. Een tiental wandeletappes leidden je doorheen de Karawanken en de Kamnik-Savinjabergen, steeds net ten zuiden van de Oostenrijkse grens. De route wordt gekenmerkt door uitgestrekte alpenweides vol bloemen (prachtig in het voorjaar!) afgewisseld met dichte bossen en hier en daar een spectaculaire kalksteentop. Ideaal voor iedereen die op zoek is naar een nieuw stukje Alpen dat toch bewegwijzerd en begaanbaar is, zonder dat het al te druk wordt. Je kunt de tocht uiteraard nog verderzetten eens je de grens gepasseerd bent. Alle benodigde info is terug te vinden op www.via-alpina.org

21


2. De Alpe Adria Trail

3. De ‘Peaks of the Balkan’-route

De Alpe Adria Trail is zo'n 750 kilometer lang en doorkruist Oostenrijk, Slovenië en Italië. Ze start aan de voet van de Großglockner die met zijn 3.789 meter de hoogste van Oostenrijk en ineens van de hele oostelijke Alpen is. Je doorkruist het Nationaal Park Hohe Tauern en grote stukken van Karinthië. In Slovenië steek je de Julische Alpen door. In Italië tenslotte eindigt de route aan de Adriatische kust.

De nieuwste route in dit rijtje is iets meer dan 190 kilometer lang en onderverdeeld in een tiental etappes. Ze maakt een lus doorheen de zogenaamde 'vervloekte bergen' in het grensgebied tussen Albanië, Kosovo en Montenegro. Ook al is de route volledig bewegwijzerd en kun je elke avond wel ergens binnen slapen, toch leidt ze je overdag door onbewoonde en wilde berglandschappen. Ze kan in elk van de drie landen aangevangen worden. De klassieke beginpunten zijn Theth of Valbonë in Albanië, Plav in Montenegro en Pejë in Kosovo. Omdat geen van deze drie landen lid is van de Europese Unie, is er geen vrij verkeer van mensen en goederen. Je moet dus op voorhand een vergunning aanvragen om deze grenzen al wandelend over te mogen steken. Dit kan probleemloos via de website www. peaksofthebalkans.com/Cross-Border-Procedures

Op het Sloveense grondgebied baant de wandelroute zich een weg langs Kranjska Gora, een stad bekend door de wereldbeker skiën en schansspringen en doorheen het prachtige Triglav Nationaal Park. Nadien gaat het verder door de vallei van de mooie turquoise Sočarivier. Vervolgens passeert nog het Goriška Brda-wijngebied de revue en het Lippizaner paardencentrum in Lipica, bekend van zijn prachtige witte en elegante paarden. Hoewel het traject in Slovenië min of meer gelijk loopt met het rode Via Alpina traject, zal de beleving toch anders zijn. De Via Alpina staat voor meer zelfstandigheid, meer berghutten en meer bergwandelen, terwijl de Alpe Adria iets vaker de valleien opzoekt en zo fysiek iets minder zwaar is. Bij de Via Alpina primeert de natuur, terwijl de Alpe Adria een iets meer culturele en gastronomische inslag heeft. Alle verdere info is terug te vinden op www.alpe-adria-trail.com

De route is op korte tijd 'relatief' populair geworden. Je zal er zeker nog niet over de koppen lopen, maar blijkbaar zaten veel avontuurlijke wandelaars op iets nieuws te wachten dat hen veilig door deze streken kon loodsen. Aangezien de route samen met de Duitse Alpenverein is opgericht, zijn het vooral Duitsers die je hier zult treffen. Zoals gezegd, kun je elke dag wel ergens binnen overnachten. Dit zijn dan hotels, B&B's, campings die bungalows verhuren of locals die in de bergen wonen en een kamer in hun huis afstaan waar je dan je matje en slaapzak kunt uitrollen. Van echte berghutten zoals wij ze kennen is er echter geen sprake. Maar aan accommodatie dus geen gebrek. Moeilijker echter is het om aan eten te geraken. Ontbijt en avondmaal krijg je in principe daar waar je overnacht en vaak kan je ook vragen om een lunchpakket te laten samenstellen. Enige nadeel is dat er vaak pas vanaf 8u30 ontbijt geserveerd wordt en dat dit voor de meeste wandelaars te laat is. Zeker als je weet dat het er in de zomer best wel warm kan worden. Helaas is je eigen ontbijt en/of lunch kopen hier moeilijker dan verwacht. Op zo'n momenten zie je dat toerisme hier nog steeds in zijn kinderschoenen staat, want winkeltjes zijn hier zeer moeilijk te vinden, zelfs voor basisbehoeften als brood, groenten en fruit. Je bent dus min of meer aangewezen op je overnachtingsplaatsen voor al je maaltijden. Ook al is wildkamperen toegelaten, je zult hiervoor bijna al je eten vanuit je thuisland moeten meenemen. Voordeel is dan weer wel dat alles er heel goedkoop is en het eten zeer lekker. Er zijn ondertussen meerdere reisgidsen beschikbaar (o.a. van Cicerone en Rother), maar een geoefende en avontuurlijke wandelaar heeft waarschijnlijk genoeg aan de officiële wandelkaart waar ook telkens een beschrijving per dag op vermeld staat. Ga gauw nu het er nog niet te druk is, want een route van een tiental dagen doorheen deze exotische uithoek in Zuidoost-Europa kan alleen maar snel aan populariteit winnen. Meer info is te vinden op www.peaksofthebalkans.com

22


4. de Via Dinarica In de Pyreneeën had je reeds de GR10, de GR11 en de HRP die deze bergketen van west naar oost doorkruisten. Ook de Alpen hebben hun verzameling aan lange afstandswandelroutes. Zo is er onder andere de GR5 in Frankrijk, de GTA in Italië en uiteraard de Via Alpina die de hele alpenboog omspant. Het was dus nog wachten op een route die de hele Dinarische Alpen doorkruiste. Et voilà: de Via Dinarica. Met recht en rede de belangrijkste lange afstandwandelroute doorheen de (westelijke) Balkan. Beginnen gebeurt in het oosten van Slovenië om daarna verder te gaan doorheen Kroatië, de gehele breedte van Bosnië en Herzegovina, het noorden van Montenegro en het grensgebied van Kosovo en Albanië. Daar waar de Dinarische Alpen stoppen en het Sharr-gebergte begint, loopt de Via Dinarica toch nog even door om vanuit het grensgebied van Kosovo en Albanië af te dalen naar de oevers van het prachtige Ohrid-meer. Een waardig einde van deze epische tocht. Net zoals de Via Alpina is ook de Via Dinarica onderverdeeld in verschillende varianten. Tot op heden is enkel de centrale variant, de 'witte' route, de enige die min of meer uitgewerkt, bewegwijzerd en onderhouden is. Er bestaat ook een blauwe route die veel dichter tegen de azuurblauwe kust van de Adriatische Zee loopt. De bergen zijn hier misschien minder hoog, maar je komt er wel langs verlaten stranden en een verkoelende zeebries is er nooit veraf. Iets wat in de hete zomermaanden niet te onderschatten is. Tenslotte is er ook nog een noordelijke 'groene' variant. Deze route gaat vooral op zoek naar de groene beboste heuvels in plaats van de woeste en steile kalkstenen toppen die de Dinarische Alpen zo typeren. Ook al kan de groene route perfect bewandeld worden, ze is meer ontworpen voor de avontuurlijke fietser, mountainbiker of bikepacker. Helaas zijn zowel de blauwe als de groene route nog niet helemaal klaar. Hier en daar kunnen zeker al stukken afgelegd worden, maar voor zij die echt op zoek zijn naar een avontuur over lange afstand is er dus voorlopig enkel de witte variant. Wat de (witte) Via Dinarica zo interessant maakt, is uiteraard dat hij je uitnodigt om deze vergeten uithoek van Europa te komen ontdekken. Natuur schrijf je hier nog met een grote N. Kilometers en kilometers bos, honderden beren en wolven die hier nog steeds ongestoord

kunnen leven, kilometerslange rivieren die nog steeds helder genoeg zijn om zo van te kunnen drinken, goedkoop, lekker eten en een ongelooflijke gastvrijheid. Ga er echter niet van uit dat het 'a walk in the park' wordt. Markeringen zijn niet altijd even efficiënt, (wandel)kaarten vaak onbestaande of verouderd, vermeldde tijden en afstanden kloppen vaak niet, afwijken van de bestaande paden is niet overal aan te raden omdat er hier en daar toch nog steeds mijnenvelden zouden kunnen liggen en in de zomer wordt het er vaak brutaal heet. Temperaturen van rond de 40 graden zijn hier geen uitzondering, maar gelukkig is er veel water te vinden onderweg. Berghutten zijn zo goed als onbestaande en je zult dus vaak moeten wildkamperen en je eigen potje koken. Ook al ligt de hoofdfocus op wandelen, de tocht passeert door zo'n spectaculaire natuur dat je onderweg ook naar hartelust zult kunnen kajakken, raften, fietsen, paragliden en vissen. De mogelijkheden zijn hier eindeloos, de mensen ongelooflijk vriendelijk en gastvrij en de prijzen zeer goedkoop. De Via Dinarica is dus een zeer veelbelovend project! Enig probleem momenteel is... de grensovergangen. Op papier loopt de route gewoon van het ene land over in het andere, in de praktijk zul je toch langs een officiële grensovergang moeten passeren. Aan een identiteitskaart heb je in principe genoeg, maar van een doorgaande tocht is voorlopig nog niet echt sprake. De tocht van 2.000 kilometer lang wordt dus meestal nog opgesplitst in kleinere tochten die zich beperken tot één land. In theorie zou het mogelijk moeten zijn om, net zoals bij de Peaks of the Balkan route, aan de zogenaamde 'cross border permits' te geraken. Maar vooralsnog is er geen overkoepelend orgaan beschikbaar om dit gemakkelijk voor jou te regelen. Eventueel kun je per land proberen om een lokaal reisbureau in te schakelen om dit voor jou te regelen. De Via Dinarica is dus een route voor de échte avonturiers die op zoek zijn naar iets nieuws. In de Balkan ligt werkelijk nog een schat aan nauwelijks ontdekte natuur en avontuurlijke ervaringen op je te wachten. En dat in onze eigen achtertuin. Info: www.via-dinarica.org en op en www.evadinaricaproject.com

Het beste (en enige) boek dat momenteel op de markt is, is een Bradt Guide genaamd 'Via Dinarica, Hiking the White Trail in Bosnia and Herzegovina'. Dit boek behandelt dus enkel het gedeelte in Bosnië en Herzegovina. Maar dat is dan wel ineens het grootste deel van de hele route doorheen een ongelooflijk fascinerend land.

© Pixabay

23


BOSNIË EN HERZEGOVINA Bosnië en Herzegovina is een van Europa's best bewaarde geheimen. Meer dan 35% van dit land bestaat uit bos, waarvan sommige nog oerbossen zijn. Het land wordt doorsneden door prachtige heldere rivieren, waarvan het water zo helder en onvervuild is dat je er gewoon van kunt drinken. Dit vind je in de rest van het continent enkel nog in de Scandinavische landen. Vóór de oorlog had Bosnië de grootste berenpopulatie in Europa. Ondertussen is hun aantal niet bekend, maar ze zijn nog steeds met zeer veel. Net zoals de wolven, herten, everzwijnen en lynxen die hier nog in overvloed leven. De rivieren zitten vol vis, de bergen vol leven. Bosnië en Herzegovina is een waar natuurparadijs, waar er voor elke wandelaar fantastische mogelijkheden weggelegd liggen. Una Nationaal Park bijvoorbeeld, op de grens met Kroatië, is vooral bekend omwille van de smaragdgroene Una-rivier die er doorheen stroomt. Niet alleen heeft ze een prachtige kleur, ze passeert op haar weg stroomafwaarts ook twee prachtige watervallen. Met name die van Martin Brod en de prachtige Štrbacki Buk. Misschien niet zo spectaculair als het Plitvice Nationaal Park in Kroatië, dat hier in vogelvlucht helemaal niet zo ver vandaan ligt, maar beslist een pak rustiger. Ook al bevind je je hier in een Nationaal Park, er is weinig dat doet vermoeden dat het zo is. Er wonen gewoon mensen in de dorpen en er wordt aan akkerbouw en veeteelt gedaan. Af en toe kom je eens een poort tegen waar je entree moet betalen (bijvoorbeeld als je de watervallen bezoekt), maar verder is er zeer weinig dat er op wijst dat je je in beschermd natuurgebied bevindt. Behalve dan de natuur zelf natuurlijk, want het is hier werkelijk prachtig. Kulen Vakuf is een beetje het centrum van het park. Een camping, enkele café's en restaurantjes en vooral veel rust en rustiek. Van hieruit zijn meerdere wandelingen in de heuvels rondom mogelijk, waaronder ook één naar een vervallen kasteel op een heuveltop die de hele vallei overziet. Eens daar toegekomen kun je gewoon via een gat in de kasteelmuur de ruïne binnenstappen. Ook cultuurbeleving is hier iets avontuurlijker dan bij ons.

24

De watervallen van Štrbacki Buk zijn iets toeristischer uitgebaat en hier zijn ook enkele wandelingen in de omringende bergen uitgezet, inclusief bewegwijzering. Info is enkel ter plekke te vinden, maar de wandelingen zijn zeer de moeite waard en je zult hier hoogstwaarschijnlijk helemaal alleen rondstappen in een prachtig bosrijk gebied. Op de zomerdagen dat het toch te warm zou zijn, is er nog altijd de Unarivier zelf, waarin je kunt zwemmen of vissen en die vooral bekend is voor zijn uitstekende raftmogelijkheden. Over raften gesproken, in het oosten, aan de grens met Montenegro, ligt de Tarakloof, de diepste kloof van Europa en na de Grand Canyon, zelfs de tweede diepste ter wereld. De Tara-rivier start in de bergen van het Durmitor Nationaal park in Montenegro en vloeit na 140 kilometer samen met de Piva om dan de Drina te worden. Over zijn gehele lengte is de Tara-rivier drinkbaar. Waar elders in Europa vind je een rivier van die lengte die van bron tot monding drinkbaar water heeft? Dit alleen al geeft weer hoe natuurlijk en puur deze regio in de Balkan zelfs in het begin van de 21ste eeuw nog steeds is. De rivier is vooral bekend omwille van zijn raftmogelijkheden. Zowel tochten van enkele uren als enkele dagen zijn mogelijk. Wandelen behoort theoretisch ook tot de opties, maar in de praktijk is hier nog niets aangelegd. Alle aandacht gaat dus naar de prachtige Tara. Waar het wel subliem wandelen is, is in het Sutjeska Nationaal Park. De rit ernaartoe is al prachtig, zowel komende vanuit het noorden als het zuiden. Het enige dorp van betekenis in het park zelf is Tjentište. En dan nog, je vindt er vooral een camping en een hotelrestaurant, maar van een winkel is niet eens sprake. Wel fungeert de lobby van het hotel ook als toeristisch informatiecentrum. Ze verkopen er wandelgidsen en uitstekende wandelkaarten van het park. Bovendien kunnen ze helpen om je vragen te beantwoorden. Eventueel kunnen ze ook een berggids voor je helpen zoeken. Alles draait hier om wandelen. Het is werkelijk een van de wildste plekken in Zuidoost-Europa. Bijna alle Balkanlanden dienen met superlatieven beschreven te worden.


De kern van het Sutjeska Nationaal Park is het Perucica oerwoud, dat trouwens echt nog een regenwoud genoemd mag worden ook. De bergen trekken immers vochtige lucht en wolken aan die vaak hun lading lossen in dit rotsig amfitheater. Iets wat onder andere resulteert in de prachtige en hoge Skakavac-waterval. Officieel dien je op voorhand een vergunning en een gids aan te vragen om in dit bos te mogen rondwandelen, maar die info staat nergens aangeduid. Wij zijn het zelf ook pas nadien te weten gekomen. Als je toch met een gids gaat, kan die je wel op plaatsen brengen waar je anders niet heen zou durven gaan, wegens geen wegmarkeringen of schrik om te verdwalen. Eén van die routes brengt je bijvoorbeeld tot onder en achter de waterval. Een, zo hebben we vernomen, zeer spectaculaire ervaring. De tocht dwars door het Perucica-bos zelf, is op zich ook al een prachtige trip. Na een schitterend panorama vanop het uitzichtspunt, daal je af door het bos dat altijd maar dichter en dichter begroeid wordt. En de bomen hoger en hoger. Op het hoogtepunt van je tocht, reiken deze tot meer dan 60 meter hoog. Met een grote glimlach loop je enkele uren doorheen één van de laatste oerwouden van Europa. Het is oprecht een unieke ervaring. Bijna niemand weet van dit bos, toeristen komen hier nauwelijks, het voelt als een voorrecht om dit te mogen delen met moeder natuur en je tochtgenoten... Andere tochten gaan tot boven de boomgrens. Ook al ligt het Trnovacka-meer net over de grens in Montenegro, je kunt er probleemloos naartoe wandelen en het zicht op de omringende bergen is er prachtig. De echt sterke stappers kunnen vanaf hier terugkeren over de hoogste top van Bosnië en Herzegovina, zijnde de Maglic van 2.386 meter hoog.

Verder liggen er net ten zuiden van Sarajevo enkele bergdorpen waar het leven precies lijkt stil te staan. Het meest bekende is Lukomir, maar het handigste om je te installeren en wandelingen te maken in de wijde omgeving, is Umoljani. Een beetje verder, in Bobovica, vertrekt een wandeling doorheen een smalle kloof. De natuur is hier prachtig, maar helaas liggen er her en der nog mijnenvelden uit die verwoestende oorlog van meer dan twintig jaar geleden. De locaties zijn bekend, maar toch doe je er beter aan om in deze streken met een gids te gaan wandelen. Een reisbureau met een uitstekende staat van dienst is 'Green Visions'. Deze eco-touroperator uit Sarajevo biedt tochten aan doorheen heel het land en kan indien gewenst reisprogramma's op maat voorstellen. Dit alles vanuit een ecologisch en sociaal verantwoord perspectief. Meer info vind je op www.greenvisions.ba Ten westen van Sarajevo bevinden zich de Vránica-bergen. De topper hier is het Prokoško-meer. Ongeveer 1 uur rijden over een bergweg vanuit Fojnica brengt je naar dit prachtige hooggelegen meer, vanwaar je zeer veel wandelingen in de omliggende bergen kunt ondernemen. Slapen doe je er voornamelijk in Katuni's, oude herdershutten die ondertussen omgebouwd zijn tot rustieke gastenverblijven en B&B's. Halverwege tussen Fojnica en het meer ligt de Jezernice-berghut. Een telefoonnummer of een adres is er niet, maar het is de enige lodge op je weg naar boven. Je kunt het niet missen en de locatie is subliem. Zoals alle bestemmingen in de Balkan vraagt het een beetje durf om er te geraken, maar eens je er bent, wordt je veelvuldig terugbetaald in natu(u)r(a). Zowel Locika (2.108 meter) als Vranica (2.112 meter) zijn haalbare toppen, vanwaar je een schitterend zicht hebt op de rest van het Bosnische (niet zo platte) land.

Ook ten noorden van de Sutjeska-rivier die het park doormidden snijdt, liggen schitterende wandelmogelijkheden. Hier ligt zelfs de Donje Bare-bivakhut (onbemand) waar je met de auto over een grindweg heen kunt rijden. Daarna kun je deze gebruiken als uitgangspunt voor vele tochten hier in de bergen, waar je zo goed als zeker geen andere wandelaars zult tegenkomen. De droomcombinatie van raften op de Tara-rivier en wandelen in Sutjeska Nationaal park en Perucica is er één om nooit te vergeten.

© Pixabay

25


SERVIË Alhoewel Servië overduidelijk een Balkanland is, behoort slechts een klein deeltje ervan tot de Dinarische Alpen. Het noorden van Servië is zelfs helemaal vlak. Deze geografie verklaart dan ook waarom het land, in tegenstelling tot Bosnië en Herzegovina, zoveel autosnelwegen heeft. Reizen is hier relatief gemakkelijk en, zoals steeds, goedkoop. Het land is rijk aan culturele steden en is tegelijkertijd gezegend met een schitterende natuur. In het noordoosten ligt Derdap Nationaal Park, één van de langste en diepste kloven van Europa. In het noordwesten liggen de beboste heuvels van Fruska Gora Nationaal Park. En in het zuidoosten ligt Kopaonik Nationaal Park. Dit hoogplateau is één van de meest biodiverse plaatsen in de hele Balkan. Er kan op veel pekken in Servië geskied worden, maar die ontwikkeling is hier gelukkig tijdig een halt toe geroepen. Verder zijn er nog de beboste duinen van Deliblatska Pešcara, waar nog een grote populatie wolven leeft, het Ludaš-meer en Carska Bara, Obedska Bara en Zasavica, allemaal beschermde vogelreservaten. Voor de ornitholoog is Servië een waar paradijs. Voor de bergliefhebber is het Tara Nationaal Park in het zuidwesten, op de grens met Bosnië en Herzegovina, de enige echt interessante regio. Dit gebied van 20.000 hectare ligt grofweg tussen de 250 en 1.500 hoogtemeter.

Op verschillende plaatsen in het park zijn wandelroutes aangelegd. Zoals steeds zul je de info hierover pas ter plekke kunnen raadplegen. Er staan infoborden op de meest logische plaatsen, zoals bijvoorbeeld in de toeristische infopunten in de dorpen rondom (Bajina Bašta, Mitrovac, Pred Krst en Perucac) of de restaurants en hotels in het park zelf, vanwaar vele wandelroutes vertrekken. Toch even meegeven dat het voor een Serviër blijkbaar niet veel uitmaakt of hij op een smal bospad in de natuur wandelt, of op een asfaltweg waar ook auto's mogen rijden. Op het eerste zicht liggen hier zeer veel wandelmogelijkheden, maar na een tweede inspectie voldoet de helft niet aan wat wij verwachten van een natuurwandeling. Op de tochten die wel nog overblijven, zul je het bos en de bergen waarschijnlijk voor jou alleen hebben. Zoals reeds gezegd blijven de meeste wandelaars dicht in de buurt van een grote weg. Na 15 minuutjes stappen, geniet je hier dus van de heerlijk rustige natuur. De paden zijn gemarkeerd, maar er zijn telkens zoveel niet gemarkeerde zijwegen dat je goed moet blijven opletten. Het bos is donker en dichtbegroeid, de hoogteverschillen groot én hier leven nog beren. Je wilt hier niet verdwalen... Maar de uitzichten zijn fantastisch en het water dat je kan drinken bij de orthodoxe kloosters die hier en daar opduiken, is lekker fris. Alle wandelaars die zich in deze uithoek van Servië wagen, zullen niet bedrogen uitkomen. In het noorden grenst het park aan de machtige Drina-rivier. In Bajina Bašta, een klein stadje, ligt in het midden van deze rivier een groot rotsblok met daarop een klein huisje gebouwd. Ook al voelt het initieel wat kitscherig aan, het resultaat is werkelijk zeer fotogeniek. Als je echt geluk hebt, is de eigenaar in de zomermaanden bereid om je voor een kleine duit over te zetten. Ten zuiden van het park vind je Mokra Gora terug. In dit grensdorp ligt 'Timber Town', een houten dorp, nagebouwd zoals het vroeger was. Het deed dienst voor één van Emir Kusturica's films en is nu beslist een bezoekje waard. Voor treinliefhebbers ligt er de 'Sargan Eight Railway'. Over een afstand van 3,5 km worden hier 300 hoogtemeters overbrugd, met behulp van 22 tunnels en 10 viaducten. Het hele traject slingert zich in een soort achtvorm de berg op en is best spectaculair, zowel voor kinderen als volwassenen. De beste uitvalsbasis voor dit alles is Kremna. Een klein dorpje met twee campings, één hotel en enkele winkeltjes. De zomerdagen zijn er lekker warm en de avonden heerlijk koel. Een aanrader is Kamp Viljamovka.

26


KOSOVO Het reisadvies voor Kosovo staat door de meeste Ministeries van Buitenlandse Zaken nog steeds als 'niet gunstig' aangeduid. En dat is jammer, want Kosovo is een prachtige bestemming. Ben je wel wat gewoon op vlak van het zelfstandig reizen op avontuurlijke bestemmingen, dan moet je je zeker niet laten afschrikken. Zelf trok ik er in de zomer van 2019 heen met onze eigen auto vanuit België, samen met mijn vrouw en onze twee kindjes van 1,5 en 3,5 jaar oud. Doorheen onze twee maanden durende Balkanreis waren de Kosovaren het meest vriendelijk, meest behulpzaam en het meest oprecht geïnteresseerd. Kosovo krijgt nauwelijks toeristen over de vloer, terwijl het zeer veel potentieel heeft. Zowel op vlak van cultuur (Prizren, Pejë en Gjakovë zijn alledrie toppers) als op vlak van natuur (zowel het Gazivoda-meer en de Mokra Gora-bergen in het noorden als de Rugova-vallei in het westen zijn avontuurlijke pareltjes). Op 17 februari 2008 verklaarde Kosovo zichzelf onafhankelijk van Servië. Het 'moederland' aanvaardt deze onafhankelijkheid echter niet. Hoewel er ondertussen zo'n 115 landen zijn die Kosovo wel als een onafhankelijke natie zien (waaronder ook België en Nederland), zijn er toch nog steeds vijf landen uit de EU die dit niet doen. Slovakije, Griekenland, Cyprus, Roemenië en Spanje doen dit bewust niet uit schrik om een precedent te scheppen voor regio's in hun eigen landen die zich (misschien ooit) zouden willen afscheuren.

Gewoon aan denken om Servisch te praten in plaats van Albanees (de taal van de rest van Kosovo) of Engels natuurlijk. De hoogste berg hier is de Blerim Peak. Een berg van slechts 2.039 meter hoog, maar van een ongelooflijke wildheid en woestheid. In het meest westelijke puntje van Kosovo vind je de Rugovavallei. Een goede, maar zeer spectaculaire weg brengt je vanuit het hectische Pejë naar het zeer rustieke Bogë. Er kan overal in de vallei gewandeld worden, maar Bogë is toch zowat het epicentrum van waaruit de meest spectaculaire wandelingen mogelijk zijn. Het is ook de plaats waar je de meeste accommodatiemogelijkheden zult vinden en er zijn genoeg restaurantjes en cafés en zelfs twee winkels om in je dagelijkse behoeften te voorzien. Aan het einde van de vallei, waar het asfalt stopt, is een kleine parking met een infobord en enkele pijlen die je de weg kunnen wijzen. De eigenaars van het huisje of de bungalow waar je verblijft, zullen je ook altijd op weg kunnen helpen. In ons geval ging onze gastheer zelfs mee naar de bergpas waar hij al jaren niet meer was geweest, terwijl hij ondertussen verhalen vertelde over hoe hij medicijnen smokkelde toen hij nog in het Kosovo Liberation Army zat. Dit is een streek vol verrassingen. Maar iedereen die de moeite neemt om tot hier te komen, zal versteld staan van de gastvrijheid, de vriendelijkheid en de gastronomie. Ook de Peaks of the Balkans trektocht passeert door deze bergen.

In het noorden van Kosovo echter, wonen nog vooral Serviërs. Ze spreken Servisch en geen Albanees, ze betalen in Servische dinars en niet in (Kosovaarse) euro's en voelen zich allesbehalve Kosovaar. Het moet ook raar zijn om van de ene dag op de andere wakker te worden in een ander land. Waarschijnlijk zal in de nabije toekomst nog wel een oplossing gevonden worden voor de vier 'opstandige' gemeenten in het noorden, maar voorlopig blijft de situatie er gespannen. Vooral voor de lokale inwoners dan. Als toerist merk je enkel dat er veel politie en militairen rondwandelen en dat ook de internationale KFOR er nog steeds patrouilleert. Die potentiële spanningen echter, keren zich nooit tegen toeristen, dus al bij al kun je er met een gerust gemoed op reis gaan. In het noorden bevindt zich het Gazivoda-stuwmeer. Prachtig groen en omgeven door bergen. Bebouwing vind je hier nauwelijks. Hier en daar staat er een hotel en aan de zuidoever van het meer bevindt zich in de zomer 'Kamp Rezala'. Een lap grond in het bos naast het meer waar je heerlijk en spotgoedkoop kunt eten en drinken. In tegenstelling tot wat zijn naam doet vermoeden is het geen echte camping, maar worden er wel eenvoudige blokhutten verhuurd. Om er te geraken moet je bijna een uur over een hobbelige grindweg rijden (zonder enige pijl ernaartoe, gewoon af en toe eens aan een local vragen of je wel op de juiste weg bent). Een andere optie is om je per boot te laten overzetten vanaf het hotel aan de overkant. De locatie is perfect gelegen om aan allerlei soorten buitensport te doen. Kajaks zijn gratis beschikbaar, vissen kan je er in alle rust. Er zijn een viertal mountainbikeroutes en zo'n zeven wandelroutes gemarkeerd. Verder kan je er paragliden en heeft de lokale buitensportorganisatie ook enkele rotsklimroutes geëquipeerd en een lange Via Ferrata geïnstalleerd. Voor iedereen die op zoek is naar iets anders, contacteer 'Outdoor In' via office@ibarski-kolasin.org of op www.ibarski-kolasin.org © Pixabay

27


NOORD-MACEDONIË Slovenië en Kroatië staan al langer op het toeristische circuit. Ook Montenegro wint dankzij zijn spectaculaire kustlijn snel aan populariteit. De andere landen uit voormalig Joegoslavië liggen allemaal meer landinwaarts en oefenen dus minder aantrekkingskracht uit. Aan Servië, Kosovo en Bosnië en Herzegovina kleeft nog steeds een negatieve connotatie omwille van de oorlog, wat overigens absoluut niet meer nodig is. Albanië wordt in de lage landen ook meestal gelinkt aan dubieuze maffiapraktijken, maar heeft vooral zijn naam tegen. Eens ter plekke is het net zoals alle landen in het zuidoosten van Europa een heerlijke avontuurlijke plaats om heen te gaan. Wat dus met Macedonië? Een land dat sinds 2019 officieel NoordMacedonië heet en daarvoor FYROM (the Former Yugoslav Republic of Macedonia). Of ze het nu willen horen of niet, het is een land dat verdacht veel wegheeft van Griekenland. Dat zie je aan de vegetatie en aan de gastronomie. Ook zijn de wegen hier veel beter dan in het omringende Kosovo en Albanië. Niet alleen als wandelaar maar ook als fietsreiziger liggen hier fantastische tochten op je te wachten. De meesten mensen die naar Noord-Macedonië komen, verblijven zich in Ohrid of toch ergens aan het Ohrid-meer. De hoofdstad Skopje in het noorden wordt ingesloten door bergen en in de zomer is het er vaak ellendig warm. Ohrid in het zuiden ligt iets hoger maar ligt vooral aan één van de grootste, diepste en oudste meren van Europa. Het is er in de zomer vaak iets koeler en op die dagen dat het toch te warm is, is het meer altijd vlakbij voor een verfrissende duik. Rondomrond liggen meerdere campings en andere overnachtingsen eetmogelijkheden. Het centrum van Ohrid is autovrij en er zijn veel lokale inwoners die kamers verhuren. Het is een zeer klein en gezellig stadje. Een ideale uitvalsbasis voor trips in de streek. Zo is er het prachtige Sveti Naum-klooster in het zuiden aan de grens met Albanië. Het voelt toeristisch aan, en dat is het ook, maar dit is tevens de plaats waar de bronnen van het meer uit de grond opborrelen. Het water is van het helderste en zuiverste ter wereld. Het is afkomstig van het 150 meter hoger gelegen Prespa-meer. Daar verdwijnt het water in de grond om dan meerdere kilometers verder, gefilterd door de minerale ondergrond, terug boven te komen. Een uniek fenomeen. Je geraakt er per boot vanuit Ohrid, maar als je met je eigen auto komt, loont het de moeite om nadien niet rechtstreeks terug naar Ohrid te rijden, maar een omweg te maken rondom het hele meer. De Albanese kant staat vol bunkers en levert je een directe inkijk in een andere cultuur op. Of hoe een grens toch meer kan zijn dan een fictieve lijn doorheen het landschap. Langsheen de hele noordkant van het meer vind je de zogenaamde grotkerken terug. Kleine orthodoxe kerkjes die hoog in de rotswanden gebouwd zijn. Een van de meest spectaculaire is het kerkje in Radožda. Voor een kleine bijdrage (of het nuttigen van een drankje of maaltijd) is het mogelijk om in restaurant Dva Bisera de sleutel te bekomen. Hiermee kun je, na het bestijgen van de trappen, de kerkdeur opendoen en treedt je binnen in een kleine, maar unieke wereld. Een zeer aparte en dankbare ervaring.

28

En om te wandelen. Vlakbij lig het Galicica Nationaal Park. Zoals gewoonlijk lenen deze bergen zich perfect tot het maken van prachtige bergtochten, maar ontbreekt de infrastructuur. Geen berghutten, geen bewegwijzering en zelfs geen echte wandelpaden. Zij die meerdaagse trektochten willen maken, gaan dus best op zoek naar een gids met behulp van een lokale buitensportorganisatie. Zij die dagtochten willen doen en genoeg ervaring en durf hebben, kunnen op dagen van goed weer wel vaak een eigen tocht boven de boomgrens uitstippelen. Als je vanuit Ohrid de bergpas richting Prespa oprijdt, kom je op het hoogste punt op een brede col tussen twee hoge toppen. Beide kunnen vanaf hier te voet beklommen worden. Naar het noorden doe je er ongeveer anderhalf uur over om via een oud jeepspoor de Galicica zelf te bereiken. Vanaf hier heb je een schitterend zicht op zowel het Ohrid- als het Prespa-meer. Op de top bevinden zich enkele verlaten militaire gebouwen en gangen die in het gebergte zijn uitgegraven. Oppassen dat je hier niet in een verluchtingstunnel verdwijnt...


Als je vanaf de col naar het zuiden trekt, bereik je na twee uur de Magaro-top (2.254 meter). De kans is zeer klein dat je op deze laatste tocht andere wandelaars zult tegenkomen. Beide routes staan beschreven in de Bradt Guide van Macedonië. Verder oostwaarts is er nog het Prespa-meer. Op vlak van natuurschoon hoeft het absoluut niet onder te doen voor Ohrid. Er is alleen veel minder toeristische infrastructuur aanwezig, wat ineens ook de grootste troef is. Hier nog eens ten oosten van ligt het Pelister Nationaal Park, het eerste van Noord-Macedonië. Het dorp Brjacino is het eerste ecotoeristisch dorp van het land. Je geraakt er zowel met de auto als het openbaar vervoer en verblijven doe je er uitsluitend bij de locals. Alle maaltijden zijn ook zo bio als maar zijn kan. Een uitzondering in vergelijking met vele Balkanregio's, is het feit dat hier wel duidelijke wandelpaden en markeringen zijn aangebracht en dat alles goed onderhouden blijft. Op 5 à 6 uur sta je bijvoorbeeld aan de Goleme Ezero-berghut. Vanaf hier is het nog eens een drietal uur verder naar de top van Pelister, met 2.601 meter

Ook het derde Nationaal Park, Mavrovo, is een echte topper en vooral bekend voor het winterskiën. In de zomer betekent dit uiteraard dat je er naar hartelust kunt wandelen. Helaas zijn niet alle wandelingen even goed aangeduid en ontbreekt het aan goede kaarten. Kleinere dagtochten behoren zeker tot de mogelijkheid, maar voor langere trips contacteer je best de lokale alpenclub die zeer actief is. Gelukkig staan er in de Bradt Guide van Macedonië drie wandelroutes in dit gebied beschreven. Eentje van 5km vanuit het rustieke Rostuše naar de Duf-waterval en weer terug, eentje van 4,5km van Jance naar Galicnik, en een derde van 8km, vanuit Tresonce naar de Biljanawatervallen en de Dolna Alilica Cave. Deze drie wandelingen vertrekken vanuit dorpjes die gelegen zijn langs de weg van Mavrovo naar Debar en zo verder naar Ohrid. Deze weg is één van de meest scenische en fotogenieke van de hele Balkan, en dat wil wat zeggen. De dorpjes, de zogenaamde Mijak-dorpen, zijn genaamd naar het Mijakvolk dat al eeuwenlang deze bergregio bevolkt, terwijl de andere inwoners eerder de vruchtbare valleien en meren opzochten.

de hoogste berg in het park.

Moest je hier halverwege juli passeren, loont het zeer de moeite om naar het trouwfeest in Galicnik te gaan kijken. Tot 40 koppels geven elkaar hier tegenwoordig het ja-woord op Sint-Petersdag. Het feest duurt dagenlang en er gaan vele festiviteiten aan vooraf, waaronder een wedstrijd schapen melken en een wedstrijd worstelen, waarbij de mannelijke deelnemers ingesmeerd zijn met zonnebloemolie om een en ander te bemoeilijken. Op de trouwdag zelf moet de bruid per paard op de bruidegom komen afgestormd. Het moge duidelijk zijn dat in deze streken de combinatie natuur en cultuur hand in hand gaan.

© Pixabay

29


ALBANIË Albanië is een schitterend land voor iedereen die op zoek is naar wilde en afgelegen plaatsen. Zowel voor wandelaars als toerskiërs en sneeuwschoenwandelaars liggen hier prachtige mogelijkheden. Maar, zoals met zovele plaatsen in de Balkan, is er ook hier qua infrastructuur bijna niets uitgebouwd. De enige plek waar dit wel min of meer het geval is, zijn de bergen in het noorden. Door deze Bjeshkët e Nemuna (de Vervloekte Bergen) of Alpet Shqiptare (Albanese Alpen) lopen zowel het 'Peaks of the Balkans' als het 'Via Dinarica' lange afstandswandelpad. Hier liggen de hoogste bergen van Albanië en van de hele Balkan. Met 2.694 meter is de Maja e Jezercës de hoogste top. In het noordwesten ligt het Nationaal Park Theth en in het noordoosten ligt het Nationaal Park Valbonë. Beide grenzen aan elkaar en vormen eigenlijk één groot wandelgebied. Wat beide ook gemeen hebben, is dat het niet zo gemakkelijk is om er te geraken. De laatste 17 kilometer om tot in Theth te geraken, verlopen over een onverharde weg waar je eigenijk een 4x4 voor nodig hebt. Als je er dus met je eigen vervoer wilt geraken heb je een auto met vierwielaandrijving nodig. Dit geldt ook zo als je ter plaatse een auto wilt huren. In de zomermaanden geraak je er echter ook met het openbaar vervoer. Een 4x4 minibusje vertrekt elke ochtend rond 7 uur in de noordelijke wijken van Shkodër en rijdt elke middag tussen 12 en 14 uur terug naar de vallei. Het gemakkelijkste is telkens om de eigenaar van het huis of ho(s)tel waar je verblijft, te vragen om een zitje voor jou te reserveren. Eens in Theth aangekomen zijn de wandelmogelijkheden eindeloos. Bankautomaten zijn er echter niet, dus neem al je cash geld reeds mee uit Shkodër. Men betaalt hier in euro's dus je neemt beter teveel dan te weinig mee. Je moet je geld nadien toch niet meer wisselen en alles is hier naar onze normen zeer goedkoop. Ook winkeltjes zijn hier nauwelijks, maar accommodatie- en eetgelegenheden zijn er wel genoeg. De populairste wandeltocht hier, is de tocht over de bergpas naar Valbonë. Deze is volledig bewegwijzerd en kan zonder hulp van een gids gedaan worden. Je doet er ongeveer 4 à 5 uur over tot op de 1.800 meter hoge pas en dan nog eens een 2 à 3 uur om af te dalen aan de andere kant tot Rragami. De dag nadien doe je dan dezelfde tocht in de andere richting. Zowel in Theth als in Valbona kunnen eventueel paarden of ezels gehuurd worden om je bagage te helpen dragen. In beide dorpen is het mogelijk om lokale gidsen te vinden die je naar alpenweides of bergpassen kunnen meenemen, waar je anders nooit zou geraken. Er zijn ter plaatse redelijk goede kaarten te koop. Een gemiddeld geoefende wandelaar kan hiermee aan de slag op de wandelroutes die boven de boomgrens liggen. De paden die in de bossen liggen echter, zijn vaak zo smal en dichtbegroeid, dat je vaak de juiste afslag niet vindt. Het feit dat hier in deze bossen ook beren leven, verhoogt de stressfactor aanzienlijk. Ook al is de kans zeer klein dat je ze effectief zult tegenkomen, het is wel mogelijk om hun uitwerpselen op het wandelpad te zien liggen, een pootafdruk in de modder te zien staan of hun krab- en schuursporen op enkele bomen te zien. Voor alle tochten in de bossen is het dus aan te raden om met een lokale gids te gaan.

30


Voor meer info over wandelingen in en uit de vallei, kun je je altijd tot je lokale gastheer wenden. Zij kennen de streek, verkopen de wandelkaarten en kunnen je altijd op weg helpen. Het is zeer moeilijk om je reis reeds op voorhand van thuis uit te plannen. Het is en blijft hier avontuurlijk en daar hoort het spannende en het onverwachte nu eenmaal ook bij. Valbonë dan. Ook al loopt er een deftige asfaltweg tot helemaal boven in deze vallei, toch is dit dorp zo mogelijk nog moeilijker te bereiken. Het is zelfs gemakkelijker om er te geraken vanuit buurland Kosovo dan vanuit de eigen Albanese hoofdstad. Als Valbonë echt je doel is en je wilt er zo snel mogelijk geraken, is het sneller om naar Pristina in Kosovo te vliegen en dan met je huurauto naar Valbonë te rijden over Bajram Curri. Wil je het toch aandoen als onderdeel van een Albanië-reis, dan zijn er twee opties, die allebei even spectaculair zijn.

De eerste optie is om met de auto of de bus van Tirana naar Shkodër te gaan en dan door naar Koman. Hier begint een gigantisch stuwmeer waarover je per boot in een drietal uur naar Fierzë kunt gaan. In plaats van een stuwmeer kun je hier beter van een stuwrivier spreken. Je vaart immers door een nauwe vallei met steile kliffen die aan beide kanten meerdere honderden hoogtemeters omhoog reiken. Op zijn smalst is de rivier slechts enkele tientallen meters breed. Het is een ongelooflijke ervaring. Zeker als je er met je eigen auto op wilt rijden. Er is telkens slechts plaats voor een vijftiental auto's. Ook hier geldt in het hoogseizoen dus best dat je op voorhand reserveert. Ook dit is iets dat je door de gastheren van je verblijfplaats kunt laten doen, hoewel je het tegenwoordig ook zelf online kunt regelen. Je moet wel een beetje stressbestendig zijn, want alles verloopt nogal chaotisch en ze willen uiteraard zoveel mogelijk auto's per keer meekrijgen op de boot. Er wordt dus nogal dicht op elkaar geparkeerd. Bovendien moet je achterwaarts de boot oprijden. Da's even vloeken als je koffer vol bagage steekt en je dus niets kunt zien, maar je wordt goed bijgestaan door de stuurlui van het schip. Eens je op je eindbestemming bent toegekomen, ben je uiteraard wel blij dat je er niet meer achteruit hoeft uit te rijden. En onderweg is het landschap werkelijk fenomenaal. Vanuit Fierzë sta je zo'n anderhalf uur later in Valbonë, met je eigen vervoer, per taxi of met de minibus. © Pixabay

31


Alternatieven zijn zo mogelijk nog schrikwekkender… Vanuit Kukës of Shkodër volg je eerst de SH5. Eén blik op de kaart zegt al genoeg: deze weg is bochtig, érg bochtig. Hoe meer naar het midden je gaat, hoe minder andere weggebruikers je tegenkomt. Wat best leuk is omdat je onderweg kunt genieten van één van de mooiste bergwegen van Europa. Vooral het stuk van Kukës naar Kryezi is waanzinnig spectaculair. Genieten! Hoewel: soms is het asfalt perfect, dan weer zitten er gigantische putten in de weg, een vangrail is hier niet, af en toe ligt er eens steenslag naast de weg en werkelijk om de 2 à 3 kilometer kom je een herdenkingskruis tegen van mensen die hier het leven hebben gelaten... Als chauffeur hou je dus best je aandacht bij de weg. En als het even kan, doet de copiloot dit ook. Ik ben twee keer op tijd kunnen stoppen voor een tegenligger in een blinde bocht omdat mijn vrouw die reeds in de verte had zien aankomen, terwijl ik vooral oog had voor de putten in de weg vlak voor mij. Een gewaarschuwd man... En vanaf Kryezi wordt de weg nóg smaller. Je bevindt je nu op de SH22, maar o zo mooi en waanzinnig spectaculair. Halverwege kom je hotel Alpin tegen. Een Oostenrijks aandoend hotel/restaurant, waar iedereen die hier rijdt even komt onthaasten. Het is zo één van die wegen waar je dubbel zo lang over doet als gepland. Maar ook één van die wegen waarvan je niet meer had vermoed dat ze nog bestaan in Europa. Zo'n heerlijk avontuur waarbij je je even op een ander continent waant. En de natuur is er werkelijk adembenemend en woest. Je snapt waarom hier nog zoveel beren, wolven en lynxen kunnen leven. Mensen zijn hier gewoon niet. Is het er als automobilist al spectaculair, als wereldfietser waan je je hier vast in de zevende hemel.

32

Na meerdere uren autorijden, kom je tenslotte ook aan in Fierzë, vanwaar het nog een anderhalf uur aangenaam rijden is naar Valbonë, waar je eindelijk kunt nagenieten van het avontuur. Net zoals in Theth, loopt ook de Peaks of the Balkans en de Via Dinarica doorheen Valbonë. Ook hier geen bankautomaten of winkels, maar wel genoeg accommodatiemogelijkheden en restaurantjes. Wij verbleven in Rilindja, dat min of meer beschouwd wordt als het centrale infopunt van de vallei. Je kunt er gedetailleerde wandelkaarten kopen en veel info krijgen. Ook hier is de favoriete tocht de dagetappe over de bergpas in de richting van Theth. 4 à 5 uur bergop en 2 à 3 uur bergaf. Er valt genoeg te wandelen, maar ook hier geldt dat je best ter plekke bekijkt wat de beste mogelijkheden zijn.


De mooiste en avontuurlijkste combinatie, lijkt mij om per minibus van Shkodër naar Theth te gaan, daar even te verblijven, dan over de bergpas naar Valbonë te stappen, ook daar even te verblijven om dan opnieuw per minibus uit de bergen af te dalen naar Fierzë. Hier stap je dan op de ferry die je doorheen het zeer spectaculaire landschap naar Koman brengt. Van daar kun je dan opnieuw per (mini)bus naar Shkodër gaan. Een week Albanië die je nooit meer zult vergeten... Er zijn uiteraard nog meer wandelmogelijkheden in Albanië, maar enkel in het noorden is het wandelen iets of wat uitgebouwd en onderhouden. Andere opties zijn het Karaburuni-schiereiland in het zuidwesten en de bergen op de grens tussen Albanië en NoordMacedonië tussen het Ohridmeer en de grens met Kosovo. Het Karaburuni-schiereiland kan zowel te voet als per zeekajak bereikt worden. De zeekajak biedt je de optie verlaten stranden te kunnen bereiken waar je anders nooit zou geraken. Te voet over de bergkam, zul je langs honderden fossielen wandelen die gewoon aan de oppervlakte liggen en die je zo voor het oprapen hebt. Er is hier niets aangeduid en weinig georganiseerd, maar iedereen die er één à twee daagjes tussenuit wil en wat avontuurlijk is ingesteld, kan hier wel zijn plan trekken. Op de pas zijn enkele restaurantjes en éen hotel. Als je het navraagt, kun je meestal gewoon je tent in de tuin van een restaurant neerpoten. Ter plekke kun je dus zoals gezegd een dagtocht doen op het schiereiland waarbij de fossielen voor het oprapen liggen. Echte wandelpaden zijn hier niet en in de zomer grazen er schapen die beschermd worden door afschrikwekkende herdershonden. Best niet © Pixabay te ver afdwalen dus.

Aan de andere kant van de Llogoraja-bergpas, ligt het gelijknamige nationaal park in de Cika-bergen. De uitzichten over de zee zijn hier prachtig en de bomen waaronder je staat eeuwenoud en zeer hoog. De bossen zitten hier vol wild en meerdere dagtochten zijn er mogelijk. Enkele staan kort beschreven in de Bradt Guide van Albanië. Een andere goede uitvalsbasis is Peshkopi in het oosten. Deze gezellige stad grenst aan de bergen die de grens vormen met NoordMacedonië. Niet veel mensen geraken tot hier. De familie Kapxhiu heeft er een schitterende camping, ver weg van de drukte van de stad. Ze verhuren er ook kamers en op aanvraag wordt er voor je gekookt. Dit alles tegen zeer schappelijke prijzen. Er is ook een Hostel (Peshkopia Hostel) die tochten organiseert naar Lura en Mount Korab, met 2.764 meter de hoogste berg hier in de buurt. Dit Hostel is een zijtak van Outdoor Albania, de grootste outdoororganisatie in Albanië. Ze hebben een zeer duidelijke website ( www.outdooralbania.com ) en zijn de aangewezen persoon om je te helpen je eigen reis doorheen dit fascinerende land te organiseren. Heb je bijvoorbeeld zin om de tocht Shkodër-Theth-ValbonëFierzë-Koman-Shkodër te doen, maar kijk je een beetje tegen het georganiseer op, dan kunnen zij alles op voorhand voor jou boeken en regelen. Tegen betaling uiteraard, maar daar is een beetje gemoedsrust niets tegen. Ik nodig iedereen die twijfelt graag uit om naar Albanië te gaan. Het is een werkelijk uniek Europees land waar we nog veel te weinig van weten. Go, Explore and Enjoy!

33


MONTENEGRO De meeste reizigers naar Montenegro zullen hoogstwaarschijnlijk ergens in de baai van Kotor verblijven. Niet alleen ligt de low budget luchthaven van Tivat om de hoek, de locatie is werkelijk buitengewoon en de toeristische infrastructuur overweldigend. Het is heel verwarrend om hier het water in te duiken en zout op je lippen te proeven.

Hoewel Kotor zelf uiterst charmant en spectaculair is, is het als wandelaar toch vooral de tocht naar het hoogste punt van de verstevigingen die je zal interesseren. Ze ommuren en beschermen de stad al eeuwenlang. Dankzij 1.350 treden geraak je tot zo'n 260 meter boven zeeniveau en wordt je getrakteerd op een subliem zicht op de oude stad en de baai onder je.

Bergen van meer dan 1.000 meter hoog, die rondomrond zo uit het water oprijzen... Het doet je eerder aan een spectaculair bergmeer denken dan aan de Middellandse Zee. Er zijn uiteraard andere plaatsen om te verblijven in dit bergachtige kleine landje, maar de baai van Kotor gaat toch met de hoofdprijs lopen. Verder is de gehele kustlijn waanzinnig spectaculair, maar deze leent zich meer tot strandvakanties. Het hinterland wordt nauwelijks benut voor zijn wandelmogelijkheden. De enige andere plaats die geroemd is om zijn wandel- en andere bergactiviteiten zijn de bergen rond Plav. Deze regio in het noordoosten is het Montenegrijnse deel van het Peaks of the Balkans wandeltraject.

Zij die hier geen acht euro voor willen neerleggen (hoewel het zeer de moeite is om het toch te doen), kunnen de zogenaamde 'ladders van Cattaro' beklimmen. Dit smal wandelpad volgt een oude karavaanroute die begint aan de oevers van de Scurda-rivier net naast de stad en dan bergopwaarts gaat tot hij uitkomt in het 'Coastal Mountain Traversal' - wandelpad.

Maar eerst Kotor dus. Ook al kom je naar hier om van de natuur te genieten, een bezoek aan de stad die kan wedijveren met Dubrovnik, is onvermijdelijk. Het kan er in de zomer alleen heel druk (en warm!) worden, dus je komt best vroeg op de dag. Bovendien meren hier dagelijks twee tot drie cruiseschepen aan die telkens meerdere honderden, zoniet duizenden mensen de stad in 'dumpen'. Enkel op zondag wordt de toch al kleine stad gespaard van dit massatoeristisch gebeuren. De ideale dag dus om ze zelf te gaan verkennen.

Dit wandelpad, dat in het Montenegrijns PPT heet (afkorting voor Primorska Planinarska Transverzala), is één van de twee lange afstandswandelroutes die dit land rijk is. Het is een epische trektocht van zo'n 10 dagen lang doorheen het wilde kustgebergte van Montenegro. Ondanks wat zijn naam doet vermoeden zul je nooit echt op het strand wandelen, maar zie je de zee vooral vanuit de bergen. Maar ook dat is zeer spectaculair en voldoening gevend. Over een afstand van zo'n 180 kilometer, worden de drie grootste bergmassieven met elkaar verbonden: Rumija, Lovcen en Orjen. De tocht kan in twee richtingen gelopen worden. Van west naar oost krijg je alle markeringen duidelijk te zien, maar gaat je rugzak het zwaarste zijn op de moeilijkste stukken. Van oost naar west, is het dragen van je rugzak veel gemakkelijker, maar zul je meer moeten zoeken naar de juiste markeringen. Hoe dan ook moet je zelfvoorzienend zijn. Ook al kan je af en toe eten inslaan, je zult toch moeten wildkamperen en je eigen potje koken. Al bij al is het één van de wildere en meer uitdagende trektochten die je kunt doen in (Zuidoost-) Europa. Het andere lange afstandswandelpad is de CT1, de Crnogorska Transverzala, en duurt een achttal dagen voor zo'n 140 kilometer. Ze start in Durmitor Nationaal Park en brengt je naar Kucka Krajina. Ook deze tocht is zeer afgelegen en spectaculair en nauwelijks bekend in het westen. Ook al is ze gemarkeerd, boeken of kaarten zijn er nauwelijks over te vinden. Iedereen met een ruime ervaring in het zelfstandige bergwandelen kan hier nog avonturen beleven die in West-Europa steeds moeilijker te vinden zijn.

34


Om een laatste keer terug te komen op de baai van Kotor. In Lipci vind je rotsschilderingen op een overhangende rotswand. Het is best even zoeken en zelfs de locals weten niet altijd dat deze tekeningen bestaan. Ze staan dan ook verspreid over een oppervlak van zo'n 8 vierkante meter. Maar waar ter wereld kan je helemaal alleen, zonder andere mensen in de buurt, oog in oog staan met tekeningen die bijna 3.000 jaar geleden zijn aangebracht... In Stoliv kun je van aan de waterkant in Donji Stoliv (het lage dorp) naar Gornji Stoliv (het hoge dorp) wandelen. Een half uur stappen over honderden eeuwenoude trappen, brengen je doorheen een prachtig bos naar een verlaten dorp op een sublieme locatie. Vanaf hier kun je ook aansluiting vinden op de Vrmac-graat. Deze bergkam is de grens tussen de baai van Kotor en die van Tivat. Het zicht op de twee baaien, de zee in het zuiden en de bergen in het noorden, oosten en westen is schitterend. Over de hele graat doe je zo'n 4 à 5 uur en onderweg kom je onder andere de restanten van een oud Oostenrijk-Hongaars fort tegen. Ook hier blijft geschiedenis nauw verbonden met de prachtige natuur. Zo is er ook de oude weg van Kotor naar Cetinje, de oude hoofdstad. Vroeger reed men hier waarschijnlijk met paard en kar, vandaag zijn het auto's die de ene haarspeldbocht na de andere nemen. Niet per se om Cetinje te bereiken, daar zijn ondertussen snellere en veiligere wegen voor aangelegd, maar wel om te genieten van het prachtige uitzicht en om het bergdorpje Njeguši te bezoeken, bekend om zijn Sir (kaas) en Pršut (gedroogde ham), maar vooral om het Mausoleum van Njegoš te bezoeken. Ook al is het een drukbezochte toeristische trekpleister, van op de top kun je op heldere dagen zo'n 70% van het hele grondgebied van Montenegro aanschouwen. Het complex zelf is ook zeer indrukwekkend. Er zijn zelfs fietsers die de meer dan 1.700 hoogtemeters overbruggen om tot hier te geraken... Bovendien kun je dit ook als wandelaar doen. Wie goed te been is en vroeg vertrekt, kan op één dag van op zeeniveau vertrekken om dan via de ladders van Cattaro en de 'Coastal Mountain Traversal' door te stappen naar de eigenlijke top op 1.749 meter hoogte. Een sportieve uitdaging om U tegen te zeggen.

Een andrere wandeltrekpleister is onder andere Durmitor Nationaal Park in het noorden. Wandelen, raften, skiën (in de winter), canyoning, ziplining, rotsklimmen en tochten per 4x4. Dat alles behoort hier tot de mogelijkheden. Er zijn verschillende kampeerplaatsen in het park en een hostel in Zabljak. Biogradska Nationaal Park is één van de laatste overgebleven oerbossen van Europa. De grootste overlevende oerwouden in Europa die nooit zijn aangetast geweest door mensen, vind je in Polen en Wit-Rusland. Maar ook in Bosnië en Herzegovina en Montenegro zijn kleine restanten bewaard gebleven, die daarom niet minder indrukwekkend zijn. Dit is er dus eentje van, met bomen die tot 60 meter hoog reiken. Voor meer info en accommodatiemogelijkheden, dien je je te wenden tot het bureau dat het park beheert. Zie hiervoor op www.nparkovi.me Ook al heeft het weinig met bergwandelen te maken. Er zijn drie werkelijk waanzinnig spectaculaire trajecten om met de auto af te leggen doorheen dit bergachtige land. De eerste is het reeds beschreven traject tussen Kotor en Cetinje doorheen Mt. Lovcen Nationaal Park. Goed voor zo'n 17 km en 25 haarspeldbochten bergopwaarts. Het tweede is de weg tussen Plužine en Šcepan Polje. Zo'n 56 uitgehouwen tunnels en één waanzinnig spectaculaire brug, brengen je doorheen deze smalle kloof naar de grens met Bosnië en Herzegovina. Dat zo'n wegen bestaan in Europa is werkelijk een plezier voor de zelfverzekerde chauffeur (maar misschien iets minder voor de andere inzittenden). Deze weg doorheen de Piva-canyon is zo mogelijk nog wilder dan die door de Tara-canyon, toch de tweede diepste kloof ter wereld. Een derde traject is de weg tussen Kolašin en Andrijevica doorheen de Moraca-canyon. In tegenstelling tot de Piva-kloof, waar je bijna alleen zult zijn, is hier veel meer verkeer. Gelukkig zijn de omringende wanden met momenten zo'n 400 meter hoog en doen ze je vlug de stress vergeten. Als je je dan toch moet verplaatsen in dit land, kun je maar beter voor slow travel kiezen.

© Pixabay

35


KROATIË Kroatië is vooral bekend omwille van zijn prachtige kustlijn en de vele eilanden die het rijk is. Maar zelfs van aan de Middellandse Zee zie je ze al: parallel aan de kust liggen over de gehele lengte van het land de kalkstenen toppen van de Dinarische Alpen. Van Slovenië in het westen tot Montenegro in het oosten scheiden ze de Adriatische kust van het binnenland. Gemiddeld reiken de toppen tot zo'n 1.500 meter, maar er zijn ook uitschieters tot 1.700 meter. De meeste wandelroutes door deze bergen zijn goed begaanbaar en gemarkeerd. Tevens is er een mooi aanbod aan berghutten, zowel bemande (Dom) als onbemande (Sklonište). Twee gebieden verdienen een aparte vermelding: zowel Velebit als Gorski Kotar bieden niet alleen in de zomer fantastische wandelmogelijkheden. Ook in de winter kun je er terecht voor prachtige sneeuwschoentochten. Zelfs voor mensen die een citytrip naar de hoofdstad Zagreb plannen, zijn er wandelmogelijkheden genoeg. Grenzend aan de buitenwijken van de stad ligt in het noorden het Medvednica-natuurpark. Ten zuidwesten vind je het Samoborsko Gorje-natuurpark. De meeste wandelingen vertrekken vanuit Šestine of Samobor. Beide zijn perfect met het openbaar vervoer te bereiken vanuit Zagreb zelf. De heuvels halen net de 1.000 meter en zijn een golvende aaneenschakeling van groene bossen doorsneden door kilometers aan wandel- en mountainbikepaden. Gorski Kotar is de meest beboste streek in het verder redelijk dorre Kroatië. Het is dan ook de plaats waar de meeste beren leven, hoewel de kans zeer klein is dat je er één zult zien. Hetzelfde geldt trouwens voor de populatie wolven en lynxen die in de kern van dit natuurgebied voorkomen, met name Risnjak Nationaal Park. 'Ris' betekent trouwens Lynx in het Kroatisch. Ook dit gebied is doorsneden door vele wandelroutes, waarvan er vele gecombineerd

36

kunnen worden in een cirkelvormige tocht genaamd Goranski Planinarski Put (of GPP). Deze lus is ongeveer 90 kilometer lang. Delen ervan zijn trouwens opgenomen in de Via Dinarica. Uitvalsbasis voor dit gebied is Delnice, dat perfect bereikbaar is per openbaar vervoer vanuit Zagreb of Rijeka. Vanaf hier kan er dan per openbaar vervoer (of huurauto) verder gereisd worden naar de verschillende andere startpunten in dit park, zoals daar zijn Crni Lug, Bela Vodica, Skrad, Vrata en Fužine. De Cicerone wandelgids 'Walks and Treks in Croatia' is hierbij uitermate behulpzaam. Er worden over dit gebied zes dagetappes verslaan (gaande van 4 tot 21 kilometer) alsook een uitgebreide beschrijving van een driedaagse en een vierdaagse tocht waarbij telkens overnachtingen in (bivak)hutten nodig zijn. Velebit is de ster van de Kroatische bergen. Hier vind je ook ineens Kroatië's langste wandelpad. De VPP of Velebitski Planinarski Put traverseert het Velebit gebergte van noord naar zuid. Als je af en toe een klein extraatje erbij wilt nemen, zoals het bereiken van een panoramische top, een mooi meer of een indrukwekkende grot, doe je toch al vlug 10 tot 12 dagen over dit traject. Het meest wilde gedeelte van deze route is de 'Premužiceva staza'. Ze duurt 5 à 7 dagen en overbrugt zo'n 60 à 75 kilometer (afhankelijk van de gekozen route). Ook hier overnacht je hoofdzakelijk in onbemande hutten. Ook al is deze tocht bij ons absoluut niet bekend, het kan gerust de mooiste en meest spectaculaire tocht van het land genoemd worden. Ook deze route staat perfect beschreven in de Cicerone reisgids 'Walks and Treks in Croatia'.


Een andere topper in de Velebit (en bij uitbreiding ook Kroatië) is Paklenica Nationaal park. Als uitvalsbasis is Starigrad Paklenica uitermate geschikt. Je vindt er genoeg winkels, hotels, B&B's en campings. Meer nog dan wandelaars, zul je hier vooral klimmers treffen. De impressionante rotswand van Anica Kuk is zo'n 400 meter hoog en trekt al tientallen jaren lang klimmers van over heel Europa aan. Het zicht is gelukkig net zo spectaculair van beneden als van boven, dus ook als wandelaar is dit een gerechtvaardigd doel om te bezichtigen. Met een wandeling van zo'n 3u30 heen en terug, bereik je zelfs de eigenlijke top van Anica Kuk op 712 meter. Zo kun je de klimmers langs onder én langs boven bewonderen. Een andere route van zo'n drie uur brengt je naar Manita Pec, een fascinerende grot in het midden van een flank, van waar je een prachtig zicht hebt op de rest van het park. Ook een andere lange afstandswandelroute vertrekt vanuit Starigrad Paklenica. Afhankelijk van de gekozen route doe je zo'n 5 à 6 dagen over deze lus. Ook hier zul je hoofdzakelijk in onbemande berghutten moeten overnachten, maar het uitzicht over de bergen én de zee is op deze route werkelijk ongeëvenaard. Een zeer haalbare en prachtige meerdaagse tocht in een gebied waar meerdere buitensporten gemakkelijk gecombineerd kunnen worden. Zelfs de zee is niet veraf...

Hoewel het niet echt 'bergen-bergen' zijn, verdienen de natuurparken van Krka en Plitvice een speciale vermelding. Je kunt werkelijk urenlang wandelen doorheen beide parken die een aaneenschakeling van meren en watervallen zijn in alle blauw- en groentinten die water maar kan aannemen. Beide gebieden bieden ongelooflijk spectaculaire wandelingen, maar helaas zijn die in de zomer overbevolkt. De truc is om je tickets op voorhand online te bestellen en de hele wachtrij aan de inkom van het park te negeren. Dit zijn mensen die aanschuiven om nog een ticket te kopen op de dag zelf. Als jij er al eentje hebt, mag je ineens doorlopen tot aan de effectieve parkingang. Vaak zijn ze open van 8 tot 20 uur. De rustigste uren zijn in de namiddag vanaf een uur of drie, vier. Je kunt een plannetje kopen aan de ingang waarmee je telkens je eigen wandelroute kunt samenstellen in plaats van een voorgestelde en dus drukke route te volgen. Maar er is natuurlijk een reden waarom deze parken zo druk zijn, ze zijn immers adembenemend mooi... Na Dubrovnik is Split dé Kroatische stad, hoewel ook Zadar, Sibenik en Primosten niet moeten onderdoen qua architecturale schoonheid. Alleen heeft Split ook nog het unieke en historische Paleis van Diocletianus. Een eeuwenoud paleis dat in de loop der jaren langzaam ingenomen is door gewone burgers. Waar vroeger nog Romeinen moeten geleefd hebben, wonen nu Kroatische gezinnen. Een unieke kruisbestuiving tussen oude en jonge beschavingen. Juist achter Split ligt de Mosor-graat, waarover een trektocht van bijna 30 kilometer loopt, die perfect te verdelen valt in twee stapetappes. Zowel begin- als eindpunt zijn te bereiken vanuit Split met het openbaar vervoer. Halverwege kun je overnachten in de bemande berghut Umberto Girometta. In Biokovo ligt niet alleen één van de langste klimwanden van Kroatië (nog langer dan in Paklenica), maar ook een schitterende tweedaagse tocht, de BPS of Biokovska Planinarska Staza. Starten doe je in Bast, eindigen in Makarska en overnachten gebeurt in een bivakhut. Ook al duurt deze tocht slechts twee dagen, ze loopt wel door een ongelooflijk wild, ruig en afgelegen gebied. En voor iedereen die genoeg heeft van de wilde, woeste, ruige, maar prachtige bergen, is er de even fenomenale, zij het iets drukkere, Adriatische kustlijn. Kroatië is een land waar je keer op keer naar terug kunt blijven komen. Er is altijd wel een excuus voor te vinden.

© Pixabay

37


SLOVENIË Slovenië is duidelijk het meest westerse land van de regio. Het voelt bij momenten zelfs een beetje aan als het verlengde van Oostenrijk. Dat zie je aan de bouwstijl, het landschap en zelfs aan het eten. Enkel de taal is anders. En waar men in het merendeel van Europa wandelingen aanduidt met streepjes, is het hier, net zoals in de rest van voormalig Joegoslavië een witte bol met een rode cirkel rond. Buiten de Via Alpina en de Alpe Adria die doorheen meerdere landen loopt, is er nog een ander lange afstandswandelpad: De 'Transverzala' of 'Slovenska Planinska Pot'. Deze route van 550 kilometer lang voert je van Maribor in het noordoosten naar Ankaran aan de Adriatische Zee. Ze brengt je doorheen de bossen van Pohorje, onderlangs de steile kalkwanden van de Kamnik-SavinjaAlpen, over vele traditionele alpenweiden en graten vol bloemen in de Karawanken om je tenslotte te laten kennismaken met de beboste heuvels en olijfboomgaarden op het Karstplateau richting de kust. Voor meer info kun je best een kijkje nemen in de Cicerone reisgids 'The Slovene Mountain Trail'. De hoogste berg van Slovenië is de Triglav (2.864 m.) Zijn noordwand is enkel voorbehouden aan ervaren rotsklimmers en is met zijn 1.000 hoogtemeters zelfs een van de grotere wanden van de Alpen. Als wandelaar heb je verschillende opties om deze prachtige top te bereiken. Elke route vraagt echter tredzekerheid, een goede conditie en geen last van hoogtevrees. Langs gelijk welke kant je de top wilt bereiken, op een bepaald punt zul je toch gebruik moeten maken van de stalen kabels die er hangen om je voortgang te beveiligen. Je kunt zelf kiezen of je hiervoor een klimgordel en een via ferrata set meeneemt of niet, idem voor een helm. · De Tominškova Pot, vanuit het noorden, is één van de zwaardere routes. Ook al zou hij op één dag gedaan kunnen worden, toch is het interessanter om te overnachten in de Triglavski dom na Kredariciberghut. 1.900 hoogtemeters op één dag op en af, is namelijk nogal veel. En zo kun je de eigenlijke top in de ochtend beklimmen, heb je minder kans op onweer en meer kans op mooie vergezichten. Het zicht op de noordwand van de Triglav is hier werkelijk fenomenaal. De Plemenice- (of Bamberg-) route, wordt beschouwd als de moeilijkste wandelroute naar de top en vertrekt in het noordwesten. Ook hier dringt zich een overnachting op, maar dan in de Dolic-hut. Vanuit de vallei doe je er immers 2.160 hoogtemeters over om tot op de top te geraken. De dag van je instijg ben je dus gemakkelijk al acht uur bezig om nog maar tot in de hut te geraken. Ook al is Slovenië relatief toeristisch uitgebaat, op zijn hoogste berg blijft het avontuur en de zelfredzaamheid primeren. Vanuit het zuiden vertrek je best vanuit Stara Fužina om dan in één lange dag door te stoten naar de Planika-hut. De dag nadien ben je perfect geplaatst om de top te bereiken. Ook al is de beklimming via deze weg langer, ze verloopt wel veel geleidelijker. Onderweg biedt ze je een schitterend zicht op het Bohinj-meer. Het grote voordeel aan Slovenië is dat er hier berghutten zijn. Vanuit één locatie kun je dus verschillende dagtochten maken. Ook een klassieke huttentocht is hier veel gemakkelijker te ondernemen. Naast Sloveens, spreken de meeste mensen hier ook een aardig woordje Duits, Italiaans en Engels.

38


In de Sloveense Alpen zijn er dus mogelijkheden te over. Wil je toch in een dorp in de vallei verblijven, dan zijn Kransjka Gora, Bohinj, Bovec, Bled en Kobarid goede opties. Een andere topper, zei het iets korter en toeristischer, is de wandeling doorheen de Vintgar kloof. Vanuit Bled doe je ongeveer 3 à 4 uur over een retourtje, waaronder één uur doorheen deze prachtige kloof. Al sinds het einde van de 19de eeuw hebben ze hier met behulp van houten bruggetjes een wandelpad aangelegd. Het zicht en de nabijheid van de rivier, maken het een adembenemende tocht in een uitzonderlijke natuurpracht.

Tenslotte ligt er helemaal in het noorden van het land de Logarska Dolina-vallei. Als je vanuit Oostenrijk Slovenië binnenrijdt via de Pavlic- of Paulitsch-pas, staat je een werkelijk ongewoon panorama te wachten. Helaas is ook deze uithoek van Slovenië niet langer onbekend, maar dat is dan ook volledig terecht. Je vindt er de hoogste waterval van het land en de vallei wordt op het einde zo nauw dat de bergen precies tot in de hemel reiken. Ook hier kun je naar hartelust dagtochten en zelfs meerdaagse wandelingen ondernemen. Voor meer info over wandelen in Slovenië zijn er de Cicerone Reisgidsen over respectievelijk 'The Julian Alps' en 'The Karawanke'.

© Pixabay

39


Tekst Isabeau Vogeleer / foto's Bart Goris

Via ferrata in de Julische Alpen Zo’n 1100 kilometer ten zuidoosten van België ligt de natuurlijke schoonheid van Slovenië. Het is een geliefkoosde plek voor natuurliefhebbers omwille van de Julische Alpen, de meren van Bled en Bohinj, de azuurblauwe Socarivier en het Triglav nationaal park. Daarnaast vind je in de Julische Alpen ook verschillende, goed uitgeruste via ferrata’s.

De bekendste via ferrata’s in Slovenië vind je op en rond de hoogste berg van het land: de Triglav (2864 meter). De berg is hét symbool en de nationale trots van Slovenië. Naar verluid is het de plicht van iedere Sloveen om deze berg minstens één keer te beklimmen. In de zomer wordt het er dan ook behoorlijk druk. Maar wie de Triglav links laat liggen, ontdekt prachtige stukjes natuur waar je vaak (bijna) alleen bent.

40


41


Prisank: het grootste rotsvenster van de Alpen Hoogte: 2547 meter Moeilijkheidsgraad: KS5 C/D (moeilijk) Startplaats: Vrsic-pas, parkeerplaats (1611 meter) Hoogteverschil: ca. 1000 meter Topo: “Klettersteigatlas: Alpen” (2017) Rother selection De “Jeseniska”-route voert je doorheen de noordwand naar de hoofdtop van de Prisank (2547 meter): een heel luchtige route in geëxponeerd terrein met loodrechte passages en weergaloze uitzichten. We laten de auto achter op de drukbezochte Vrsic-pas en wandelen richting de berghut ‘Ticarjev Dom’. Hier vertrekt een wandelpad naar de start van de route, ongeveer 45 minuten verder. Niet veel later zien we de eerste ‘bezienswaardigheid’ van deze route: een rotsformatie die lijkt op een menselijk gezicht. Ongezekerde en bekabelde klauterpassages wisselen elkaar af. Rode verfstrepen duiden het verloop van de route aan. Het middelste deel van de route is het steilst. We wurmen ons naar boven langs metalen ladders in een smalle schoorsteen. Na ongeveer 3,5 uur klimmen, bereiken we het hoogtepunt van deze tocht: de doorsteek van het rotsvenster. Wat van onderuit een kleine opening in de rotsen lijkt, is in werkelijkheid een grot van zo’n 100 meter hoog! Wanneer je de andere kant van het venster bereikt, heb je een prachtig uitzicht over de volgende vallei. In het rotsvenster kruisen we een groepje Nederlanders. Van hieruit is het nog 1 uur extra naar de top. Via dezelfde weg daal je terug af naar het rotsvenster. Daar zie je het pad dat terugloopt naar de Vrsic-pas. In ongeveer 1,5 uur ben je weer aan de auto.

42


Mangart: via italiana & slovenska Hoogte: 2677 meter Moeilijkheidsgraad: KS4 D (moeilijk), KS3 C (gemiddeld) Startplaats: Mangartpas, parkeerplaats (2072 meter) Hoogteverschil: 300 meter + 400 meter Topo: “Klettersteigatlas: Alpen” (2017) Rother selection Alleen al de autorit naar de startplaats van deze via ferrata is behoorlijk indrukwekkend. De tolweg (5 euro) vertrekt in Bovec en klimt langzaam omhoog naar de Mangart-pas, die de grens met Slovenië en Italië markeert. Je deelt de weg hier met vele andere auto’s, motorrijders en fietsers. Eenmaal op de pas heb je een prachtig uitzicht over de Log Koritnica-vallei in Slovenië en het Lago Fusine in Italië. We laten de auto achter in een van de haarspeldbochten voor de pas. We wandelen over het zadel en dalen een stukje af langs de Italiaanse zijde naar de start van de route (circa 20 minuten). Daar starten we aan een prachtige route doorheen de noordwand naar de top van de kleine Mangart. De route is vrij luchtig en geëxponeerd, maar erg goed geëquipeerd. Rond de middag bereiken we de kleine Mangart. We horen de stemmen van wandelaars net boven ons, die even over de rotsrand gluren. Na de middagpauze is het nog 400 meter verder klimmen naar de top van de Mangart langs de via slovenska. Deze goed geëquipeerde route voert door de westwand langs barsten en scheuren naar de top. Een groot contrast met de luchtige via italiana. Via de normaalweg, een breed wandelpad, gaat het terug naar de startplaats.

43


Tekst en foto's Janneke Klop

Betoverd door Roemenië: een ode aan de Karpaten De wereld kent veel mooie landen, maar voor Janneke Klop is er maar één land dat er werkelijk toe doet: Roemenië. Een vierdaags flitsbezoek in 2005 was voldoende om haar head over heels verliefd te doen worden op dit ongekend mooie land, dat gekenmerkt wordt door de ruige Karpaten die als een hoefijzer door het land heen lopen. En door Europa’s laatste oerbossen, een grote populatie bruine beren en wolven en een zeer gastvrije bevolking: alles wat de natuurminnende vrijbuiter nodig heeft. Tien jaar lang keerde Janneke bijna iedere zomer terug. Toen werden de muren van de klaslokalen waarin ze Engels doceerde haar echt te benauwend en besloot ze dat ze er werk van moest maken. En dat lukte: dit voorjaar rolde haar bergwandelgids ‘The Mountains of Romania’ bij Cicerone Press van de persen. Drie seizoenen lang, van juni 2016 tot november 2018, struinde ze zo ongeveer alle Roemeense Karpaten af: geen bergketen ontsnapte aan haar voeten. Een ode aan Roemenië, de Karpaten en een verslag van een droomproject.

44


Hoe het allemaal begon

Eindelijk: het Făgăraş in!

Toen ik op 1 juli 2016 aan mijn beklimming van de Creasta Cocosului (‘de hanenkam’) in de betoverend mooie provincie Maramures begon, was ik nog niet bepaald een volleerd solotrekker: mijn tas was te zwaar, ik vertrok te laat en het navigeren ging me nog niet makkelijk af. Maar toch wist ik: dít is wat ik wil. Nog nooit eerder was ik zo overtuigd geweest van een keuze. Dus ging ik door en veroverde zo met steeds meer plezier en steeds minder moeite de ene bergketen na de andere: het Rodnagebergte met een pas opgeduikelde vriend en twee avontuurlijke zwerfhonden in ons kielzog, de afgelegen Muntii Maramuresului op de grens met Oekraïne waar ik overvallen werd door een pittige onweersbui én daarna opgewacht werd door een meute woeste herdershonden – om vervolgens naar het zuiden van Roemenië te trekken en wat minder afgelegen gebergtes te verkennen. Het pittoreske stadje Brasov werd mijn uitvalsbasis. Van daaruit verkende ik het Bucegigebergte en het majestueuze Piatra Craiului. Daarmee zat het eerste seizoen er op. In mei 2017 kwam ik nog beter beslagen ten ijs terug en verkende het Apusenigebergte en het Retezatgebergte en omstreken – om in 2018 eindelijk de kroon op mijn werk te kunnen zetten door het Fagarasgebergte te overwinnen. En hoewel er oneindig veel mooie gebergtes onder de Roemeense Karpaten vallen wil ik het Fagaras er toch even uitlichten. Waarom? Niet alleen is het de langste en hoogste bergketen van Roemenië, ook is een trek door het Fagaras makkelijk verlengbaar door er andere gebergtes aan te koppelen. Daarnaast is het goed bereikbaar; het oostelijke einde ligt net onder de stad Brasov; het westelijke ten zuiden van het in schoonheid wedijverende Sibiu – eveneens met een middeleeuws Saksisch centrum.

Wekenlang had ik gewacht op gunstig weer, maar de zomer van 2018 begon niet goed, in juni regende het drie weken aan een stuk en kwam er weinig van hiken terecht. Ik huilde tranen met tuiten. Toen er in juli dan toch een window of opportunity aan de hemel verscheen wist ik niet hoe gauw ik weg moest wezen. Samen met mijn in de bergen gevonden vriend Dan nam ik het boemeltreintje van Brasov naar Zarnesti, en vandaar een taxi naar Plaiul Foii, het startpunt van onze hike. Dan weet de chauffeur zo ver te krijgen dat hij ons 9 km verder afzet, bij boswachtershut Canton Rudarjta. Dat scheelt ons morgen veel saaie kilometers. Tevreden nestelen we in onze tentjes in het bos. Na een stevige klim door het bos belanden we de volgende ochtend al snel op de groene bergrug met uitzicht naar alle kanten. Die eerste dag stelt het wandelen niet zoveel voor: na 17 km op en neer over een goed aangeduid pad zetten we onze tentjes neer bij de refuge op Curmatura Brailei (2122m), waar een heerlijke bron is. De volgende ochtend worden we getrakteerd op een kudde schapen die bij het eerste zonlicht uit het naburige meertje komt drinken. Prachtig. We weten dat de serieuze business nu nog moet beginnen, dus vertrekken we op tijd en klimmen stug door. Het hoogste punt van vandaag gaat 2470m zijn, maar de kilometers zijn ook niet mis. Daarbij is het nagenoeg de hele dag mistig, waar we niet vrolijk van worden. Onderweg plukken we bosbessen, vergapen we ons aan de uitzichten wanneer de wolken even opzij gaan, en houden lunchpauze met een herder. De regen aan het einde van de dag maakt het niet leuker, maar onze bivakspot maakt veel goed: aan de voet van Roemenië’s hoogste berg, de Moldoveanu (2544m) levert de zon een spektakel op de rotsen waar gemzen hun kunstjes laten zien.

45


Het hoogtepunt Dat betekent dat de volgende ochtend de Moldoveanu als eerste aan de beurt is. Nou ja, na de Vistea Mare (2527m): sta je daar bovenop, dan moet je nog een halfuurtje zuidwaarts scramblen om op het dak van Roemenië te mogen staan. En weer terug, waarna een prettig lang stuk dalen volgt. Maar het Fagaras heeft altijd wel verrassingen in petto: vandaag is dat ‘Three Stephs to Death’ - een extreem steil maar ook glad stukje, waar gelukkig kabels voorzien zijn. Niks erg, we zijn beiden dol op klauteren. Wanneer we vlak voor onze eindbestemming van die dag marmotten horen roepen kunnen we ons geluk niet op. Het blijken zeer onoplettende exemplaren te zijn en ze poseren keurig voor mijn lens. Aangekomen bij Capra Lake nemen we een bad in de ondergaande zon en nemen we ons voor de volgende dag eens goed te gaan eten bij Cabana Bâlea. Bâlea Lake ligt aan de andere kant van de bergrug waar we nu net onder zitten, en is een populaire bestemming voor dagtoeristen – mede omdat het meer aan de Transfagarasan ligt, Roemenië’s beroemdste transalpiene weg. Een plek die wij liever mijden, maar we hebben honger, dus wagen we de oversteek. Na onze maagjes gevuld te hebben lopen we gillend weg bij de toeristen en klimmen gauw de main ridge weer op. Onze tentjes plaatsen we slechts een paar kilometer verderop onder Turnul Paltinului, waar we in de ondergaande zon een kopje bergthee drinken: tijm kun je hier in overvloed vinden. Een rustig dagje voordat de real deal begint.

46


Klauteren Want de volgende dag staat de Negoiu op het programma: met 2535m Roemenië’s op een-na-hoogste piek. De Negoiu zelf is zo moeilijk nog niet; het is het stuk wat erop volgt: Custura Sarati. Note to self: eet voortaan íets meer voor je daaraan begint. Custura Sarati is een kilometer lang klauterstuk wat het een en ander aan kracht en balans vergt. In de regen is deze passage al helemaal niet aan te raden, maar het begint pas te miezeren zodra wij eraan beginnen, dus zetten we door. En eigenlijk is het fantastisch. Als je genoeg gegeten hebt dus. Daarna volgt nog de Serbota (2331m), onze laatste piek voor de dag. Aangekomen bij Scara refuge besluiten we, samen met onze wandelgenoten voor de dag, dat we collectief geen zin hebben om onze tentjes op te zetten in de mist en kruipen we gezellig in de bunk beds. Helaas blijkt de refuge in het najaar van 2018 vernield te zijn – hopelijk komt er snel een nieuwe. Alles wat nu nog rest is een paar kleine klimmetjes – op Scara Peak (2306m) krijgen we een prachtige show van de zon boven en de wolken aan onze voeten. We wanen ons in het paradijs, en alhoewel we gezwind de 2300 meter naar ons eindpunt afdalen, doen we dat met enig leedwezen: we willen niet terug naar de grote boze luidruchtige wereld. ‘Rechtsomkeert!’ roept ons hart. Maar ons eten is op en onze lijven doen wat zeer, dus in Turnu Rosu aangekomen wachten we melancholisch op de trein en zweer ik dat ik spoedig terug zal zijn. Want ik geef het toe: ik ben verliefd op Roemenië, en het wordt almaar erger. Een jaar zonder Roemenië kan ik mij niet meer voorstellen. Dus hoop ik in de toekomst andere manieren te vinden om er veel tijd te besteden. Hopelijk kan ik er een klein huisje kopen om van daaruit retreats te organiseren – en wie weet wat nog meer. Want Roemenië laat mij nooit meer los, en dat wil ik ook niet: in Roemenië voel ik me goed. Mezelf. Vrij. Kan ik ademen. Mag alles rustig. Gaat alles spontaan. Word je altijd blij verrast door de zeer gastvrije bevolking. România, te iubesc!

praktisch

a

Hoe kom je er? Vanuit Boekarest neem je de trein of minibus naar Brasov (2-3 uur); vandaar neem je de trein naar Zarnesti (30 min); vandaar een taxi naar de start. Met de trein naar Roemenië kan ook prima; zeker nu de nachttrein Brussel-Wenen rijdt! Vanuit Wenen rijdt er een directe trein naar Boekarest die ook in Brasov stopt. Hoe lang en hoe moeilijk is de hike? De beschreven traverse van het Fagaras is zo’n 100 km lang. Je kunt dit in vijf dagen doen; wij namen er nog een rustdag bij. De totale stijg- en daalmeters bedragen respectievelijk 6200 en 6400m. De route is uitstekend bewegwijzerd, de kaart van Muntii Nostrii helpt je op weg. Moeilijke stukjes kun je eventueel omzeilen. Waar te overnachten? Als je niet steeds naar een berghut wilt afdalen, die zich steevast rond 1500m bevinden, neem je best je tent mee. Het Fagaras is (nog) geen nationaal park, dus je mag overal bivakkeren. Er zijn veel refuges, deze zijn vaak in de buurt van bronnen geplaatst. Aan water geen gebrek! Een overzicht van relevante berghutten vind je in mijn boek, ‘The Mountains of Romania’, zie kader. En wat als ik nu meer dan vijf dagen wil hiken? Geen probleem. Het Fagaras ligt in het verlengde van een aantal andere gebergtes, die je er zo aan vast kunt knopen. Van oost naar west zijn dat het Ciucas, het Baiului-Grohotis, het Bucegi en het Piatra Craiului. Een aanlooproute vanuit het zuidelijker gelegen Iezer-Papusa is ook zeer de moeite waard. Heb je er, net als ik, dan nog altijd geen genoeg van? Verken ook zeker het Retezatgebergte met zijn tachtig meren, het Rodnagebergte in het noordwesten en het Ceahlaugebergte in het noordoosten. En zo is er nog veel meer. Je kunt er bovendien prima met het openbaar vervoer reizen, en goedkoop is het ook nog.

In februari kwam Janneke’s bergwandelgids over Roemenië bij Cicerone Press uit: ‘The Mountains of Romania’. Wij mogen een exemplaar weggeven! [Reglement] Kopen? Je kunt het direct bij de uitgever bestellen via www.cicerone.co.uk/948 of bij je favoriete reisboekhandel. Janneke werkt bij Atlas & Zanzibar in Gent, dus overhandigt je daar met plezier persoonlijk een exemplaar! In de gids vind je, naast een omschrijving van de Fagarastraverse, nog 26 andere routes. Alle voorzien van duidelijke kaartjes, gratis te downloaden gpx files, veel info over het land, een accommodatielijst en een uitgebreide woordenlijst.

47


Tekst Annelore Orije / foto's Š Sanne Bosteels

Een sterke vrouw in the picture: An Laenen

48


Het is hartje zomer. Een groep vrouwen is op weg naar een berghut in de Oostenrijkse Alpen. Met volgeladen rugzakken gaat de groep dames in stevige vaart naar boven. Op kop, hun stageleidster An Laenen. Met haar passie voor de bergen weet ze de groep goed te motiveren. Meer nog, haar doorzettingskracht, kennis en talent maken haar een groot voorbeeld voor de deelneemsters aan de stage.

E ens

aangekomen in de hut wekt de groep vrouwen heel wat belangstelling op. Zoveel oestrogeen bij elkaar zien ze daar niet vaak. “Dit moet een vrijgezellenweekend zijn”, zie je ze denken. Maar niets is minder waar. De vrouwen staan voor een steile leercurve en zijn klaar om hun grenzen te verleggen. An loodst hen door een reeks van praktijklessen op ijs, sneeuw, rots alsook enkele theorielessen in weerkunde, oriëntatie, kaartlezen, enzoverder.

Eén jaar eerder kreeg An Laenen het idee om een project speciaal voor vrouwen op te starten. “Leading Ladies is een project waarbij vrouwen de kans krijgen zich te ontwikkelen tot zelfstandige én zelfzekere alpinisten.”, vertelt An. “Uit eigen ervaring zie ik dat er veel vrouwen sportklimmen, rotsklimmen en multipitchen. Helaas zijn er weinig vrouwen die binnen het alpinisme verder gaan, zeker als je kijkt naar het zelfstandig uitvoeren van alpiene tochten of zwaardere alpiene beklimmingen. Via Leading Ladies wil ik vrouwen tonen dat ze de kracht hebben om dergelijke beklimmingen te ondernemen en een sterk lid van een touwgroep kunnen zijn. Daarvoor wordt alles vanaf de basis aangeleerd in een exclusieve vrouwenstage. Hiermee wil ik hen ook een stuk zelfzekerheid meegeven. In een gemengde stage is het namelijk niet vanzelfsprekend om er als vrouw je “mannetje” te staan. Je voelt je al snel het zwakkere deel van de groep terwijl dat helemaal niet het geval is. Door een exclusieve stage in te richten neem je deze drempel weg en ontwikkelen vrouwen makkelijker hun volledige potentieel.”

49


De passie voor de bergen draagt An al van jongs af aan met zich mee. “Vroeger gingen we met het hele gezin jaarlijks op vakantie naar de Alpen. Mijn ouders kwamen er voornamelijk bergwandelen en mijn oudere zus deed aan rotsklimmen. Ik keek enorm naar haar op en wou net zoals zij de klimwereld gaan ontdekken. Gezien mijn jonge leeftijd was dat niet vanzelfsprekend, maar na lang zeuren mocht ik dan toch mijn kans wagen.” Als je een kind vraagt wat hij of zij later wil worden krijg je meestal antwoorden als brandweerman, politieagent en schooljuf. Maar dat was anders voor An, zij moest en zou berggids worden. De microbe had haar te pakken. De daarop volgende jaren stond An dan ook niet stil. Ze maakte deel uit van de eerste lichting van de Mount Coachopleiding, behaalde het diploma van Instructor Alpine Climbing, Instructor Ice Climbing, enz. Dit palmares geeft ongetwijfeld een mooi beeld van haar engagement in de bergen.

50

“Eén van de meest memorabele beklimmingen was die van de pilier Young op de Weisshorn, een 4506 meter hoge berg in Zwitserland. Aan het begin van de tocht passeerden we een moeilijke gletsjeroverschrijding met gigantische spalten, gevolgd door stukken ijs, rots en mixed klimmen. Het was uitdagend tot op het einde waar we nog enkele pittige lengtes moesten klimmen. Ik was heel tevreden met deze beklimming die, ondanks al haar complexiteit, vlot verlopen was. Er was geen enkel moment dat ik niet wist wat te doen. Al was het soms uitdagend, ik voelde dat ik in “de flow” zat. Op zo’n moment zit je in een soort bubbel, waarbij alles rond je verdwijnt en alles vlot verloopt. De beklimming was lang, we deden er zo’n 18 uur over. Eens aangekomen in de hut kregen we ondanks het nachtelijke uur nog een lekkere warme maaltijd voorgeschoteld.” Het totaalplaatje klopte. Alles leek vanzelf te gaan, maar dat is niet altijd het geval. Het vergaren van deze kennis en ervaring verliep namelijk, zoals bij de meesten, met vallen en opstaan.


“Het zijn soms de stommiteiten waaruit je leert. Als klimmer wil je vooruit, je wil groeien en blijven proberen. Soms moet je naar je lichaam luisteren en weten wanneer je moet stoppen”, vertelt An. “Na al een lange dag stevig geboulderd te hebben in Fontainebleau, wou ik persé nog die ene boulder klimmen. Alles ging goed, tot ik een zware val maakte tijdens de uitklim en mijn rug brak. De daaropvolgende maanden waren niet makkelijk. Na de operatie moest ik 3 maanden immobiel blijven. Daarna moest ik terug alles van in het begin leren: wandelen, lopen… en ook klimmen. Toevallig stond er een prachtige trip naar Patagonia op de planning, wat uiteindelijk de ideale drijfveer bleek te zijn om vooruitgang te blijven maken.” An maakte een opmerkelijk herstel door. Zes maanden na haar ongeval slaagde ze er in om weer beklimmingen te doen. “Het enige dat toen nog niet ging met mijn rug waren grote schokbelastingen. Voorklimmen zat er dus nog niet in. Een goede reden om terug te gaan.” Het is opmerkelijk hoe An met een positieve attitude terugblikt op deze periode. “Uit zo’n revalidatie kom je altijd sterker uit. Ik denk niet dat ik had gekund wat ik nu kan zonder dat ongeval. Ik heb toen pas beseft wat ik miste, waar ik voor leef.” Met haar palmares is An een zeldzaamheid in Vlaanderen. Ze inspireert anderen en deelt haar kennis uit alle takken van de bergsport, in de klimzalen, aan de rotsen en als stageleider voor KBF. Binnenkort gaat ze een nieuwe uitdaging aan met haar man Sanne Bosteels, eveneens een fervent bergsporter met een aanstekelijke passie. Ze nemen hun intrek in een huisje dichter bij de bergen. We wensen beiden veel succes toe in hun nieuwe avontuur.

An Laenen Leeftijd: 32 Aantal jaren ervaring: 26 Disciplines: zomeren winteralpinisme, sportklimmen, toerskiën, ijsklimmen Beroep: zorgleerkracht

rotsklimmen,

Leukste massief in België: Freyr Favoriete plek in de wereld: Ik zou hier allerlei exotische bestemmingen kunnen opgeven, maar besef maar al te goed dat we in Europa in een paradijs leven. Als ik dan toch ook een buiten-Europese bestemming mag kiezen, dan geef ik de voorkeur aan Chili en Argentinië. De combinatie van mooie weidse natuur met een zeer hartelijke bevolking en lekker eten natuurlijk. ;) Wat is jouw nummer 1 tip? Hard trainen, niet denken dat dingen vanzelf komen. Als je ergens wil geraken in de bergen is dat hard werken, technieken trainen, conditie trainen, enz. Zoek je zwakke punten op en werk daar aan. Heb geen schrik om “op uwen bek te gaan”, want ook daaruit kan je leren.

Pagina 48-49: Op de Eiger via de Mittellegigraat Pagina 48 insert: November in de Dolomieten, Tre Cime. Voorbereiding op Patagonia Pagina 49 insert links: Toerskiën in Rosenlaui (Zwitserland) insert rechts: Tijdens de begeleiding van een alpiene stage voor MC8 ©Sam Van Brempt Pagina 50: Op de noordgraat van de Zinalrothorn (Zwitserland) Pagina 50 links: Tradclimbing in Sännätuntschi, Goscheneralp (Zwitserland) Pagina 51 rechts: Aguila Guillaumet in de Fitzroy-keten, (Patagonia)

51


Tekst Tobias Speelmans/ foto's © Mount Coach

Een nieuw seizoen, een nieuw avontuur. We zijn helemaal in het begin van onze Mount Coach carriere begonnen met skiën. We weten dat de winter in de bergen zeer knap kan zijn. Maar deze winter leren we dat de bergen ook mentaal en fysiek hard kunnen zijn.

Iets anders dan de Alpen. Nelson, een Mount coacher van enkele lichtingen terug, vindt dat de winter in onze streken veel te kort is en zet daarom zijn zinnen op Noorwegen. Daar heeft hij zich gesetteld in Oppdal, een dorpje in de buurt van Trondheim. Hij vindt het daar zo fantastisch dat hij deze vreugde ook met ons wil delen en stelt zijn woning open voor zes leergierige klimmertjes. Geweldig, zo’n kans mogen we niet laten liggen. Logistiek allemaal iets moeilijker dan de Alpen maar zeker niet onmogelijk. Onze gids twijfelt eerst over deze bestemming, want hij is er nog nooit geweest. Maar hij is al snel overtuigd. Zoveel ijzige watervallen en zo weinig mensen. Ideaal lesgebied, zeker met een local die er alle goede plekjes kent. Voor ons is het, nog voor we de eerste bijl hebben geplant, al een hele beleving. De meeste onder ons hebben nog nooit zo’n soort bergen gezien. Het lijken net allemaal heuvels, alleen zijn deze heuvels dan wel 1500m hoog. Ze zien er niet super steil uit, maar er zijn wel ijswatervallen van 1000m non-stop verticale massa’s ijs. Stilte voor de storm. Het is zo’n 10°C onder nul. De eerste dag gaat van start met uitleg over hoe we onze crampons goed moeten gebruiken in het ijs. Daarna leren we hoe we met de juiste slagtechniek onze ijsbijl in het ijs kunnen hakken. Als we het op de grond wat onder de knie hebben, mogen we vertrekken in de hoogte. De eerste lengtes doen we toprope, en om duidelijk te maken hoe belangrijk voetenwerk is bij ijsklimmen, moeten we de bijlen beneden laten. Na de eerste lengte maken de meeste onder ons kennis met de “screaming barfies”. Dit is de omschrijving van pijn die je voelt als je afgekoelde handen plots terug hard beginnen op te warmen. Wat een helse, ongemakkelijke pijn! Je weet niet wat je overkomt, kan er niets aan doen en wil beginnen roepen ook al weet je dat dit niets gaat uithalen. Gelukkig is de pijn na een tweetal minuten weer verdwenen. Ook al leek de tijd op dat moment wel even stil te staan. De tweede dag gaan we over naar het leren plaatsen van ijsvijzen. Wat is een goede plaatsing voor mijn vijs en waar moet ik op letten. Op het einde van de dag klimmen we ook onze eerste routes voor. Allen op gemakkelijke stukken (WI3).

52


Mount Coach: winter is coming

53


Out of the comfort zone De temperatuur is vandaag tien graden lager dan gisteren. ’S Morgens worden er in de auto’s temperaturen van -27°C gemeten. We zijn ondertussen dag drie en hebben helaas wat minder geluk. In het gebied dat we hebben uitgekozen is zeker dertig man van het leger aan het oefenen. Gelukkig hebben de gidsen voor een plan B gezorgd. We rijden iets verder maar de aanloop naar deze locatie is toch iets verder dan verwacht. Wat op zich jammer is van de tijd, maar de prachtige natuur maakt dit al gauw weer goed. We gaan een heuvel over en zien geen wegen meer. Er ligt enkel een dikke laag sneeuw, ergens een kleine rivier en een hoop ijswatervallen. De temperatuur is in korte tijd veel gedaald. En dat zorgt voor het fenomeen “telloren”. In de theorielessen hadden we hier al van gehoord en vertelde men ons dat de buitenste laag van het ijs door de koude enorm hard wordt, terwijl de binnenkant van de ijswaterval nog warmer en zachter is. Wanneer men dan met de ijsbijl goed inhakt op het ijs, komen er grote platen van het harde ijs los. Soms zo groot als een bord, of zoals de naam insinueert, ‘de teloor waar ge ‘s ochtends je bokes met choco op smeert’. Dit maakt het allemaal mentaal wat moeilijker. Ons vertrouwen in het ijs vermindert en zorgt ervoor dat we minder secuur te werk gaan. De armen verzuren extra hard en de vijzen worden al iets rapper in het ijs gedraaid.

54


Het oog van de orkaan

Het doel

De temperaturen zijn nog steeds extreem. Gisteren hebben we allemaal mentaal flink afgezien. Een tikkeltje meer dan we vooraf in gedachten hadden. Vandaag is het hoofdmotto “meer vertrouwen kweken”. Hoewel ik gisteren hard heb afgezien en het allemaal niet meer zo leuk vond, is dit vandaag wel weer veranderd. Het massief is makkelijk. Met meerdere lengtes WI4. Enkele single pitches en twee korte multi-pitches. Het ijs was nog hard, maar het ging allemaal wat vlotter en beter dan gisteren. Na lengte twee te hebben geklommen, begon ik het echt leuk te vinden. En dat had ik na gisteren eigenlijk niet verwacht. Af en toe wat verzuring in de armen maar dat hoort er bij. Na zeventig meter klimmen zijn we boven. Een ervaren ijsklimmer doet dit in twee pitches, wij hebben het in vier pitches gedaan. Maar het maakt allemaal niet uit, het is hier rustig en mooi en dat is wat telt. Het is nog steeds koud, maar de wind is gaan liggen daardoor voelt het een pak aangenamer dan de voorbije dagen.

Het eigenlijke doel van deze stage is dat iedereen in een multipitch WI4 kan voorklimmen. Vandaag staat dit dan ook op het programma. We splitsen ons in enkele groepen. Ik zit vandaag in een cordee met Bavo en Denis. De waterval is honderdvijftig meter hoog en, denk ik, verloopt ook honderdvijftig meter horizontaal. Dit maakt dat we een achttall touwlengtes voor de boeg hebben. Ik neem de eerste helft voor mijn rekening en klim telkens voorop.

"Gisteren hebben we allemaal mentaal flink afgezien. Een tikkeltje meer dan we vooraf in gedachten hadden. Vandaag is het hoofdmotto: “meer vertrouwen kweken.”

Het begin gaat vlot, maar de moeilijkste lengte moet nog komen. Vol goede moed vertrek ik in deze lengte, na vier meter zinkt de moed me in de schoenen. Mijn armen zijn super verzuurd, ik vertrouw het ijs niet en zie nergens plaatsen om te rusten. Waar ga ik straks mijn relais bouwen? Waar moet ik die volgende ijsvijs zetten? Hoe lang kan ik hier zo blijven hangen? Al deze vragen rijzen bij me op. Maar dan hoor ik Denis zeggen: “Niet te veel nadenken over problemen die er nog niet zijn!” En de rust keert een beetje terug. Stukje voor stukje ga ik verder. Het duurt lang. Ik ben aan het klimmen en toch merk ik dat het traag vooruit gaat. Bavo en Denis zijn ondertussen denk ik vastgevroren aan het ijs. Uiteindelijk vind ik dan toch een goede plek voor een relais, uit de vallijn en met een klein platform om te staan. Oef, even rusten en zekeren. Maar veel rust is me niet gegund want, de twee naklimmers staan in enkele minuten al bij mij… Nog één lengte en het is aan Bavo om weer voor te klimmen. Het gaat weer iets beter en ik kan er terug van genieten. Eenmaal boven in deze lengte, ben ik blij dat ik Bavo voor mag laten gaan. Ook voor hem begint het makkelijk en wordt het moeilijker tegen het einde. Maar al bij al gaat dit toch redelijk vlot. Eenmaal boven worden we beloond met een mooi zicht over de bergen en een ondergaande zon. Dit wil ook zeggen dat we ons naar beneden moeten haasten voor het donker is. De orkaan? Op onze laatste klimdag is de temperatuur iets gestegen, maar ook de wind is aangewakkerd. We willen een waterval beklimmen waarvan de aanloop iets groter is. We hadden de waterval enkele dagen geleden zien liggen en ze ziet er erg knap uit. Vrolijk en met veel enthousiasme gaan we ze tegemoet. Hoe hoger we komen hoe meer wind er staat. De sneeuw blaast in ons gezicht. Alles wordt ijziger en we doen onze crampons aan. We zijn nog maar een zeshonderd meter van de waterval verwijderd wanneer Denis aanmaant te stoppen. De sneeuw wordt constant van de waterval geblazen. Maar erger, nog deze waait op de grond en creëert lawinegevaar. Op onze stappen terugkeren is de boodschap. We vinden het jammer, maar hebben iets bij kunnen leren. We hebben met eigen ogen kunnen zien wat lawinegevaar inhoudt. We “kennen” de theorie wel, maar praktijkervaring hebben we duidelijk nog niet. Beneden aan de auto’s maken we een plan B en beslissen om te gaan mixed klimmen. Dit wil zeggen ijsklimmen gemengd met rotsklimmen. Onze gids kent een mooie plek. We moeten zekeren vanop een bevroren rivier. Het gevoel is anders. Alles is wat delicater en het hakwerk is iets minder bruut. Ondanks alles is dit nog een zeer leerrijke dag geworden.

55


Tekst Thomas Wuyts / Foto's: Thomas Wuyts, Kyle Wood en Michael Hjorth

STREAB ALBA GEAMHRADH 2020 A wee trip to Scotland Scottish Winter Climbing – The act of scraping your ice tools over snowed-up rock until they catch onto something, move up and repeat. De Britten zijn al sinds het begin der tijden een dominante kracht in het alpinisme. We kennen allemaal wel klinkende namen als Edward Whymper, Chris Bonington, Alex MacIntyre, Tom Livingstone… met gedurfde “first ascents” over heel de wereld. Maar hoe kan dit? Zij bevinden zich nog verder van de Alpen dan wij… Niet evident!

H et

antwoord is net zo simpel als bovenstaande definitie: die gekke Britten trekken in de winter massaal en met al hun ijsklimmateriaal naar het Noorden van hun eilandje om er in hun eigen miniatuur-versie van de Alpen te gaan klimmen op sneeuw, ijs, rots, bevroren turf en een mengeling van dit alles. Er heerst een strikte ethiek: de afzekering gebeurt met mobiele zekeringen, het klimmen is altijd “ground-up” en “onsight”. Het wispelturige Schotse weer zorgt voor een bijkomende pikante toets en de condities zijn vaak heel vluchtig wegens de lage ligging en het maritieme klimaat. Dit maakt het “Scottish Winter Climbing” en de bergsporters die het beoefenen uniek. De Schotse bergsportvereniging “Mountaineering Scotland” viert in 2020 zijn vijftigste verjaardag en nodigde ter gelegenheid hiervan drieëntwintig landen uit op “Streab Alba Geamhradh” of, vertaald vanuit het Gaelisch, “Scottish Winter Climbing Meet”. Het doel: de promotie van “hun” vorm van bergsport. Onder de aanwezigen: Canada, Zuid-Korea, Zuid-Afrika, de VS, Zwitserland, Italië, … en België! Ik, een echte “nice weather” ijsklimmer, mocht van 22 tot en met 29 februari ons land vertegenwoordigen op dit event. Met reeds 20 dagen aan de bijlen dit seizoen voelde ik me helemaal klaar voor dit nieuwe avontuur, maar was ik dat ook?

56


22 februari – modder? Zaterdag 22 februari, de dag start vroeg, want mijn vlucht naar Edinburgh vertrekt al om 8h30 in Amsterdam. Het is een spannende, turbulente vlucht. We zitten op dat moment nog volop in de naweeën van voorjaarsstormen Chiara, Dennis, … Ons vliegtuig mist zijn eerste landingspoging en moet een extra rondje maken wegens een hevige regenbui boven Edinburgh. Maar goed, ik neem gewoon aan dat dit gunstige voortekenen zijn voor de condities “op de heuvel”? Het mag duidelijk zijn, op dat ogenblik wist ik totaal niet wat ik mocht verwachten. Dat is een raar gevoel voor iemand die altijd 100% op de hoogte probeert te zijn van de condities vooraleer hij vertrekt! Een rit van 2,5 uur brengt mij en een Deense “collega” met dezelfde vlucht naar Aviemore in het Cairngorms National Park. We verblijven de eerste nacht in de jeugdherberg daar. Bij het binnenkomen zie ik in de droogruimte 2 paar bergschoenen staan… boordevol slijk! Tja, denk ik, dat wordt het dan: een weekje rollebollen in de modder… Ook een korte wandeling door een stukje natuurgebied stemt me nog niet al te hoopvol, nu hangen mijn schoenen ook al vol en we zijn nog niet eens begonnen! Komaan, positief blijven! Gedurende de dag druppelen er steeds meer deelnemers binnen met wie ik kennis maak en ik probeer tevergeefs zo veel mogelijk namen te onthouden. Iets later krijgen we dan het opzet van “de Meet” te horen: we verblijven de komende week in verschillende hutten op verschillende locaties in Schotland. Het is een roulatiesysteem waarbij er 3 groepen van 20 man (10 guests en 10 hosts) doorschuiven van hut naar hut. Elke groep van 20 man bestaat uit kleinere groepjes van 4 personen die dan onderling teams van 2 vormen. Deze 2 teams klimmen steeds in hetzelfde gebied om een oogje in het zeil te houden op elkaar. Guests en Hosts maken kennis en de plannen voor de volgende dag worden gesmeed bij het avondmaal. Ons groepje bestaat uit Engelsman Kyle, Japanse Schot Masa, Kroaat Frano en ikzelf. Onze eerste hut ligt in Glencoe op 2,5h rijden van Aviemore. We beslissen om de volgende dag eerst in de Cairngorms te klimmen en ’s avonds verder door te rijden.

57


23 februari – sneeuw en ijs! Eerste dag en al een “'grasse matinée' ”, dat doet pijn aan mijn ijsklimmershartje. Echter, de weg naar het Ski Centre, onze parking, zou ’s avonds al volledig ondergesneeuwd zijn en deze moet nog vrijgemaakt worden (het gaat hier meer om drift-sneeuw dan verse sneeuw). We besloten daarom pas om zeven uur de wekker te zetten. De jeugdherberg, of toch iemand die minder goed overweg kan met een broodrooster, beslist daar anders over door het brandalarm te laten afgaan om 6:30! Aangekomen aan het Ski Centre licht mijn hart op: geen modder, maar sneeuw, veel sneeuw! En in de verte de “Coire’s” (uitspraak “corries”) waar we gaan klimmen. Na een uurtje wandelen, staan we in Coire an t-Sneachda. Tijdens de aanloop wordt het weer grimmiger en eenmaal ter plaatse is het uitkijken dat het materiaal niet gaat vliegen! “We don’t have good conditions today, but at least we have conditions!” Zo moet je het bekijken in Schotland. Kyle wil vandaag de “Finger's ridge” doen, een esthetische route met relatief laag niveau (IV,5). De klim is een leuke introductie tot het graven naar tussenzekeringen, maar verder niet erg spannend. Het weer maakt de zaak wat specialer, het is alsof iemand continu in je oor staat te roepen! Les 1: het maakt niet uit hoe hard je probeert, er zal op het einde van de dag een massa sneeuw in je rugzak zitten en alles is nat. De trend voor de komende week is gezet!

58

Les 2: leashes waarmee je de bijlen aan je gordel vast maakt zodat je ze niet kan laten vallen, zijn nuttig in Scottish Winter. Jawel, ik liet een bijl vallen op de Finger’s Ridge en kon hem (gelukkig) vijftien meter lager recupereren. Terug aan de auto drinken we een warme choco en rijden we vervolgens een heel eind naar de Lagangarbh hut in Glencoe. Dit witte hutje ligt aan de voet van de Buachaille Etive Mor of “The Buachaille” in de volksmond, Schotlands meest iconische berg! Normaal is deze hut onbemand, maar voor de gelegenheid is er een huttenwaard aanwezig die ons verwelkomt met een heerlijke maaltijd! Ook de rest van onze groep druppelt mondjesmaat binnen. 24 februari – WIND! Maandag 24 februari wordt al enkele dagen aangekondigd als “apocalyptisch”. Gale force winds en veel verse sneeuw. Onze hosts waren voorzichtig en kozen de weinig ambitieuze North Ridge (IV,4) op de Buachaille. De aanloop is avontuurlijk, maar het klimmen is net iets meer dan geklauter. In dit weer moet het echter ook niet meer zijn. Tijdens de klim kan ik maar aan één ding denken: dit is echt niet normaal! Eens veilig beneden, rijden we via dè beste pub van Schotland, de Clachaig Inn, terug naar de Lagangarbh hut. Franz, een Zwitser, geeft ‘s avonds een presentatie over een expeditie in Nepal en Poolse collega Wadim promoot het mixed klimmen in de Tatras. Onze groep begint steeds meer aan elkaar te hechten.


25 februari – Eeeeeen… actie!

26 februari – Scottish Ice is not Water Ice

Op 25 februari is het weer rustiger en trekken we naar Stob Coire Nan Lochan. Het is ongeveer één uur dertig aanlopen naar deze prachtige “cirque”, een klein klimmersparadijs. Tijd om uit onze schulp te komen, vind ik en ik selecteer twee mogelijkheden die vlak naast elkaar liggen: Tilt (V,7) of The Chimney Route (VI,6). De ene technischer maar minder geëngageerd dan de andere. Beide routes liggen er goed bij, maar The Chimney Route zit zo vol ijs dat deze mijn voorkeur geniet. De eerste lengte is de hardste: steil met overhangen. Door de hoeveelheid ijs zijn goede tussenzekeringen zeldzaam tot onbestaande. Echter, de Chimney Route zou zo niet heten als je jezelf niet continu als klemblok kan gebruiken, fair enough! Lengte twee is weer wat gemakkelijker en goed af te zekeren. Lengte drie is goed af te zekeren, maar ook weer behoorlijk technisch! Nog een korte uitklim en we zijn boven. Wat een prachtige route en een geslaagde dag! We eten die avond in de Clachaig Inn en rijden niet naar de voorziene hut, maar blijven vlakbij Fort William en de Ben Nevis slapen. Op deze manier hebben we een extra dag op “The Ben” en sparen we vijf uur rijden uit, een verstandige keuze. Verschillende andere teams doen hetzelfde.

Woensdag en onze eerste dag op Ben Nevis. We lopen naar de CIChut en zetten tegen elf uur aan naar onze route van de dag. Gemini (VI,6) is een absolute klassieker die quasi nooit in conditie ligt, maar tijdens de aanloop konden we de eerste lengte duidelijk zien. Let’s go! De eerste pitch bevindt zich in een overhangende dièdre gevuld met (niet al te veel) ijs. Kyle geeft deze lengte met plezier af en ik neem hem met plezier aan! Het ijs is echter moeilijk te lezen en wanneer ik met mijn bijlen uit de overhang kom, vind ik niet direct iets om ze in te plaatsen. Mijn voeten staan dan nog in de overhang. Geen idee wat er eerst weg was, maar plots stond (of eerder lag) ik weer naast Kyle… Hij kijkt me verschrikt aan. Het duurt even voor ik door heb wat er gebeurd is, mijn eerste ijsschroef heeft het niet gehouden, waardoor ik zo diep ben gevallen. Het touw zat achter mijn been waardoor ik ondersteboven ben neergekomen, met een perte-totale helm tot gevolg. Gelukkig lag er veel poedersneeuw onder de route! Je kan als eens pech/geluk hebben.

"Het wispelturige Schotse weer zorgt voor een bijkomende pikante toets en de condities zijn vaak heel vluchtig wegens de lage ligging en het maritieme klimaat." Les 3: lawines zijn een ding, ook in Schotland en hoewel het lawine advies goed was voor het gebied waar we waren, werd een cordée meer dan vijftig meter meegesleurd door een lawine. Zij kwamen twee minuten na ons en gebruikten het spoor dat ik gemaakt had… De sneeuw kwam uit een gully hogerop. Geen gekwetsten, maar toch wel even verschieten!

Ik haal de eerst geplaatste schroef nog terug en we gaan weer naar de hut. Het is nog maar half twee dus heb ik tijd genoeg om naar Fort William te lopen en terug te keren met een nieuwe helm. Les 4: Schots ijs of sneeuw ijs is niet hetzelfde als Water Ice (WI) zoals we dat in de Alpen kennen. Het bevriest allemaal in één keer en is een stuk minder betrouwbaar. Zowel mijn tools die plots vertrokken als de vijs die het niet hield, zijn hier het bewijs van. Een meer defensieve aanpak dringt zich op! Het is onze eerste avond op de Ben Nevis en het is een echt voorrecht om in de CIC-hut te mogen slapen. In dit seizoen is de hut al minstens een jaar op voorhand volgeboekt. Het is normaal een onbemande hut/bivak, maar ter gelegenheid van de Meet zijn er drie mensen aanwezig om voor ons te koken. Er wordt zelfs glühwein geserveerd. Om een Britse Host te citeren: “This never happens!!!” Dit is een echt unicum. Die avond wordt onze groep ook een hecht geheel, iedereen kent nu iedereen en de sfeer is top.

59


27 februari – Waterboarding Vandaag graven we ons een weg naar de Minus-face. Ons doel: Minus One Gully (VI,6). Er is echter een misverstand, we staan daar met twee teams op hetzelfde moment… In andere gullies kan dit nog, maar Minus One heeft een stevige eerste lengte en dit betekent wachten… Lang wachten, we beslissen uiteindelijk één gully op te schuiven en doen Minus Two Gully (V,5). We klimmen ongeveer samen met Innes en Janos (Hongarije). Naarmate we hoger komen, wordt de spindrift erger en erger. In het midden van de vierde lengte kom ik tijdelijk tot stilstand. Sneeuw komt van boven dus in die richting kijken is soms moeilijk. In Schotland komt de sneeuw echter even goed langs onder, van links en van rechts. Ik zie niets en het is op bepaalde momenten zelfs moeilijk om te ademen. Les 5: Scottish Winter Climbing is the closest you can get to drowning without being near liquid water… Eenmaal boven op de graat is het weer zo afschuwelijk geworden dat we maar één ding willen en dat is om daar weg te zijn. Innes beschrijft de situatie nadien zeer accuraat als “traumatic”. Een perfect voorbeeld van “Type 2 Fun”, want nadien kunnen we er natuurlijk smakelijk om lachen. Een efficiënte reeks rappels brengt ons snel weer naar beneden. De droogruimte van de CIC moet opnieuw zijn diensten bewijzen! Zowel Kyle als Janos hadden het na vandaag gehad met de Schotse condities en besluiten de laatste dag in de hut te blijven. Dat komt in zekere zin goed uit, want zowel ik als Innes willen nog wel iets stevig doen, het klikte ook erg goed vandaag.

60

28 februari – You don’t decide what you climb, The Ben does! We staan de volgende dag vroeg op, want we moeten ’s avonds nog terug in Aviemore geraken. Het wordt echter al snel duidelijk dat de hevige winden ’s nachts niet erg gunstig zijn geweest voor het lawinegevaar. De berg staat ons alleen maar toe om een beperkt aantal routes op de Douglas Boulder veilig te bereiken. “Iets stevig” zit er niet meer in, maar we richten onze aandacht op Gutless (V, 5). Een goede keuze, we zijn de enigen en zitten volledig uit de wind. De route is blijkbaar nogal een “sandbag” (hard voor de graad): offwidth klimmen met crampons en bijlen, yes! Objectief gezien is de route inderdaad niet hard of technisch, maar het vraagt wel om het betere wurm-werk. “The key is to not get annoyed” geeft Innes me als advies voor lengte twee en drie (ik krijg beide “sleutelpassages” cadeau). Ik geef toe, ik heb menigmaal mijn knieën gebruikt… Tijdens de afdaling worden we letterlijk van de berg geblazen. We zouden niet in Schotland geweest zijn zonder een echte plensbui, die krijgen we er ook nog eens gratis bij! ’S Avonds is er een afscheidsfeest in Aviemore. We eten “Haggis with tatties and neeps”, krijgen een overzicht van de afgelopen week en Guy Robertson, een Schotse Winter Climbing legende, geeft een presentatie. Hierna volgt nog een receptie. Een leuk einde van een prachtige week! Les 6 & “for the record”: haggis is erg lekker, maar je mag er niet te veel bij nadenken. Ik at het verschillende keren die week! De vegetarische variant is ook overal te verkrijgen.


29 februari – Home sweet home? Saturday, departure day. Iedereen keert weer huiswaarts... Iedereen…? De condities waren zeker winters de afgelopen week, maar verse sneeuwval en sterke winden zorgen daarom niet onmiddellijk voor ideale condities om te klimmen. Hier zou de komende week verandering in komen. Ik kan nog een weekje blijven en boek rap mijn vlucht om. Aan Britse klimpartners geen gebrek! Die week klim ik nog: The Salmon’s leap (VI,6) en Deer Hunter (V,6) in Torridon en The Melting Pot (V,7) in de Cairngorms met Masa. Minus One Gully (VI,6) op Ben Nevis met Emily. Gemini (VI,6) op Ben Nevis en Central Grooves (VII,7) in Stob Coire Nan Lochan met Innes. Deze laatste twee routes zijn mijn absolute hoogtepunten van de hele trip. Gemini is een prachtige lijn met alpiene allures, we gaan tot op de top van de Ben Nevis met de “direct finish” op steil Schots bloemkolen-ijs en ik val niet opnieuw uit de eerste lengte. Central Grooves is volgens de topo een van de beste moderne mixed routes die Schotland te bieden heeft. Het is hard, met oppervlakkige hooks en torques, maar mijn god, dat is pas klimmen. Het klikt ook gewoon goed met Innes. We eindigen hierna nog éénmaal in de Clachaig Inn en dan is het avontuur voorbij. Scotland, see you soon!

Voetnoot quotaties: De moeilijkheidsgraad in het Winter Climbing wordt, in tegenstelling tot het gewone rotsklimmen, niet met één, maar wel met twee cijfers weergegeven. Het Romeinse cijfer is de algemene quotatie. Hierbij wordt rekening gehouden met het engagement, de mogelijkheid tot afzekering, de totale lengte van de route, … Het Arabische cijfer geeft de zuiver technische moeilijkheidsgraad weer. Denk: “de grootte van de grepen”. Zit de route vol “bakken” of zijn het allemaal “crimpers”? Als “vastelanders” hebben wij de neiging om vooral te kijken naar dit tweede cijfer, maar eigenlijk is de algemene quotatie de belangrijkste. Zonder goede tussenzekeringen, kan je namelijk nergens heen.

Een dikke pluim voor Mountaineering Scotland voor de organisatie van het wintertreffen. Dit kon echt niet beter: de communicatie, de catering, de organisatie van hutten, jeugdherberg en eindevent. Bedankt aan de Klim- en Bergsportfederatie en de Club Alpin Belge om mij ter gelegenheid van dit wintertreffen naar Schotland te laten gaan. Het was een buitenkans om kennis te maken met deze unieke vorm van klimmen.

pagina 56-57: The Buachaille Etive Mor in volle glorie (Michael Hjorth) pagina 58: Als levend klemblokje in de eerste lengte van The Chimney Route (Kyle Wood) pagina 59: De cordée voor ons in de stevige eerste lengte van Minus One Gully pagina 60: Innes in de eerste lengte van Central Grooves: hard, harder, hardst pagina 61 links: tussen de vingers op Finger's Ridge (Kyle Wood) pagina 61 boven: Aanloop naar de Douglas Boulder (Michael Hjorth) pagina 61 onder: "genieten" van winterse condities met Kyle en Janos

61


Vertaling artikel "Hängesydrom" Berg und Steigen #108 Herfst 2019 Ben Van Poucke

HANGSYNDROOM

Wat klimmers zouden moeten weten Vooral bij stabiel zomer- en herfstweer, zoals vaak het geval is in het Alpengebied, beginnen veel klimmers aan uitdagende alpine ondernemingen. Na een lange en inspannende aanloop staat men onderaan de hoge wand en kijkt men uit naar een spannende maar uitdagende tour. Het prachtige berglandschap, in combinatie met felle zon en een aangenaam, koel briesje maken de dag perfect... en vol goeie moed worden de eerste touwlengtes beklommen en men kijkt met trots de diepte in.

Maar plotseling breekt een greep uit en de voorklimmer valt in de diepte. De zekeraar kan de val houden en informeert geschrokken direct naar zijn toestand. De voorklimmer hangt vrij in zijn gordel, zonder contact met de rots) en klaagt over hevige pijn in zijn rechterschouder. De zekeraar stuurt onmiddellijk een noodoproep, omdat er geen mogelijkheid is om samen te abseilen vanwege de hevige pijn. Na ongeveer tien minuten krijgt hij een oproep terug en er wordt uitgelegd dat een reddingsactie is geïnitieerd. De aankomst van de helikopter kan evenwel tot een uur duren. Zo'n scenario kan elke klimmer in het alpengebied overkomen. In een dergelijke situatie bestaat het gevaar dat er een zogenaamd "Hangssyndroom" ontstaat. In het volgende artikel willen we ingaan op de diverse achtergronden van dit ziektebeeld en preventie- en gedragsaanbevelingen bespreken. Het hangsyndroom beschrijft een falen van de bloeddoorstroming dat wordt veroorzaakt door bewegingsloos, bijna verticaal in een gordel hangen. De eerste symptomen zijn meestal tekenen van een dreigende bewusteloosheid zoals misselijkheid, angst, visuele waarnemingsstoornissen (bijv. lichtflitsen, "zwart worden" voor de ogen), duizeligheid, zweten en bleekheid. Bewusteloosheid kan snel optreden en in het ergste geval kan het hangsyndroom leiden tot hartstilstand en de dood. In de Duitse taalliteratuur wordt meestal de term "Hangtrauma" gebruikt, waarbij de term trauma in dit geval eerder misleidend is omdat de patiënt niet noodzakelijkerwijs een mechanisch letsel (trauma) vertoont. Daarom is de term "Hangsyndroom" correcter - vergelijkbaar met het Engelse "suspension syndrome" - en moet deze in de toekomst gebruikt worden. In 1972 werden, in het kader van de 2e Internationale Conferentie van Bergreddingsartsen in Innsbruck, verslagen naar voor gebracht van bergbeklimmers, die na een val aan het touw waren blijven hangen. Hoewel zij geen levensbedreigende verwondingen hadden opgelopen, overleden sommigen.

Simon Rauch, Katharina Grasegger, Bernhard Bliemsrieder, Raimund Lechner & Peter Paal Illustraties/tekeningen: Reginald Roels

62

Sindsdien kan men zowel in de wetenschappelijke als in vakliteratuur lezen over dergelijke gevallen, maar exacte gegevens over de frequentie ervan ontbreken. Een hangsyndroom kan voorkomen bij alle personen die touwhandelingen uitvoeren, met name (industriële) klimmers, bergbeklimmers, speleologen, paragliders en touwtechniekers.


OORZAKEN De precieze oorzaak van het hangsyndroom is al decennialang omstreden. Verschillende studies en experimenten in de afgelopen jaren hebben echter inzicht gegeven in het ontstaan ervan.

Bovendien kan bij een bewusteloos persoon die in het touw hangt het hoofd als gevolg van de zwaartekracht dermate overstrekt raken dat de luchtweg geblokkeerd wordt, met een mogelijk fatale afloop.

De doodsoorzaak is in wezen een veralgemeende verminderde doorbloeding van het lichaam, wat leidt tot falen van diverse organen. Met name twee mechanismen lijken een relevante rol te spelen bij de ontwikkeling van het hangsyndroom. Ten eerste, de zwaartekracht veroorzaakt een ophoping van bloed in de aderen van de hangende delen van het lichaam, vooral in de benen. Dit wordt versterkt door verminderde spieractiviteit, bijvoorbeeld door uitputting, onderkoeling, pijn, verwondingen, onderkoeling of bewustzijnsverlies.

Tijdens het vrij hangen in de gordel vinden verdere kritische processen plaats: • Een algemene verminderde bloedcirculatie van het weefsel leidt tot celbeschadiging en dus tot de vorming van schadelijke afbraakproducten. • De opstapeling van het bloed in de beenaders, mogelijke onderkoeling en overmatige spierbeweging door pogingen om zichzelf te redden, bevorderen celbeschadiging, met name in de spieren, en dat op zijn beurt leidt dan weer tot een falen van diverse organen. • Bovendien kan een sterke stijging van het kaliumgehalte in het bloed als gevolg van celbeschadiging leiden tot levensbedreigende hartritmestoornissen.

Dit kan op zijn beurt leiden tot een verminderde bloedcirculatie en dus schade aan verschillende organen. De huidige studies suggereren echter dat de belangrijkste oorzaak van bewusteloosheid een zogenaamde vasovagale reflexreactie kan zijn, die wordt gekenmerkt door een plotselinge daling van de hartslag en de bloeddruk. Dit leidt tot een verminderde doorbloeding en een tekort aan zuurstof in de hersenen, wat weer leidt tot bewusteloosheid. Daarnaast verslappen alle spieren, zodat bij een bewusteloze patiënt die aan het touw hangt, het aanbindpunt het hoogste punt wordt. Door deze "gebogen" positie (Afbeelding. 1) geraakt de terugloop van het bloed uit de benen beperkt en de verminderde bloedcirculatie van de hersenen kan niet worden teruggedraaid. Bij te lange periodes in deze positie kan dit leiden tot de dood van de patiënt. Hoelang het duurt voor deze vasovagale reflexreactie optreedt is afhankelijk van individuele verschillen maar het kan in extreme gevallen zelfs na een paar minuten. Ook de tijdspanne tussen het optreden van de eerste symptomen (zie hierboven) en het bewustzijnsverlies kan zeer individueel zijn, in het ergste geval minder dan een minuut.

Tekening 1

63


PREVENTIE Vanwege het potentiële levensgevaar van het vrij hangen in het touw, moet iedere persoon die dit risico loopt zich bewust zijn van de symptomen van het hangsyndroom en van de volgende passende preventieve maatregelen nemen. Als algemene regel geldt dat de tijd van het vrij hangen zo kort mogelijk moet worden gehouden. Dit vereist de snelst mogelijke redding van uzelf of uw begeleiders. Het slachtoffer moet dus over de nodige vaardigheden beschikken om zichzelf te redden en ook het noodzakelijke materiaal bij zich dragen (bandlussen, klemsysteem, touw enz...). Mocht het slachtoffer zichzelf niet kunnen redden, dan moet de ontwikkeling van een hangsyndroom zoveel mogelijk worden voorkomen, tot wanneer een redding door kameraden of reddingsdiensten mogelijk is. Om de ophoping van bloed in de beenaders te verminderen, moet de hangende persoon de benen actief bewegen, bijvoorbeeld door fietsbewegingen te maken of door zich op te duwen tegen een nabijgelegen rotswand, tegen de randen van de gletjerspleet of desgevallend tegen de muur van een gebouw. Bij het vrij hangen kan de “spierpomp” worden geactiveerd met behulp van voetlussen (tekening 3). Als de gewonde niet op het uiteinde van het touw hangt kan hij ook het resttouw dubbel om een voet wikkelen en door dat been te strekken zijn lichaam omhoog brengen. Waarbij hij eventueel het touw tussen beide voeten afklemt zoals dat bij touwklimmen gebeurt. De activiteit van de beenspieren zorgt er dan voor dat het bloed in de aderen naar het hart stroomt (vandaar de naam "spierpomp". Een verbetering van de bloeddoorstroming in de hangende delen van het lichaam kan ook bereikt worden als een redder de hangende benen manueel omhoog brengt of dat doet door deze met een bandlus in de knieholte in hoogstand te brengen. (tekening 2).

Tekening 2

64

Als het slachtoffer zichzelf niet kan redden en, hetzij door uitputting, verwonding, pijn, onderkoeling of bewusteloosheid, ook niet actief in beweging kan blijven, moet het doel van de begeleider zijn om het slachtoffer zo snel mogelijk van het touw te bevrijden en hem/haar naar een plaats te brengen waar hij/zij plat kan worden neergelegd. Net als bij een lawineongeval zijn dus ook bij het hangsyndroom het zichzelf kunnen redden en de kameradenhulp de belangrijkste schakels in de overlevingsketen... Hun invloed op het overleven moet duidelijk hoger worden ingeschat dan die van georganiseerde professionele redding. Bij de aankoop van een klimgordel moet er daarom op worden gelet dat die optimaal past rond het lichaam, en een pijnloze hangpositie mogelijk maakt. Een passende fitting van die gordel kan dan de pijn tijdens het lang hangen verminderen en de daardoor verminderde bewegingsvrijheid voorkomen. Een vasculaire compressie van de grote bloedvaten in de liesstreek komt bij correct aangetrokken en afgestelde moderne en voor bergsport bestemde heupgordels niet voor. Heupgordels met brede beenlussen hebben daarom de voorkeur boven die met smalle lussen, waarvan het hangcomfort ook aanzienlijk wordt beïnvloed door de snit en de (materiaal)constructie. Bij het langer vrij in het touw hangen moeten rugzakken van de rug worden gehaald en bijvoorbeeld aan het ophangpunt worden bevestigd, om te voorkomen dat de rompstabilisatie teveel kracht kost.


EERSTE HULP

BESLUIT

Indien het ondanks alle voorzorgsmaatregelen toch tot een val met vrij hangen in het touw is gekomen en een reddingsoperatie reeds in volle gang is, dan dienen de (professionele) reddingsdiensten rekening te houden met een aantal aspecten:

Het hangsyndroom is potentieel levensbedreigend!

• Natuurlijk bevinden patiënten met een hangsyndroom zich meestal in situaties waar het risico bestaat om te vallen. De veiligheid van de reddingsdiensten is daarom een topprioriteit. • Zolang de patiënt bij bewustzijn is, moeten de reddingswerkers ernaar streven dat die zelf de eigen spierpomp activeert, zoals hierboven beschreven. • Als de patiënt daartoe niet meer in staat is, moet de eerste persoon die hem/haar bereikt, zijn of haar benen in een zo horizontaal mogelijke positie brengen. Bovendien moeten door overstrekken van het hoofd de luchtwegen vrij gehouden worden. Als de patiënt eenmaal uit de wand is bevrijd, moet hij onmiddellijk plat worden gelegd en worden onderzocht volgens het internationaal aanvaarde ABCDE-algoritme (Ter herinnering: Airway & C Spine - Breathing Circulation - Disability - Exposure & 2nd survey). • Een EGC (ElectroCardioGram) monitoring moet zo vroeg mogelijk worden uitgevoerd vanwege het verhoogde risico op hartritmestoornissen (risico op een verhoogd kaliumgehalte in het bloed). Eventuele hartritmestoornissen moeten conform de geldende richtlijnen worden behandeld. • Een AED (Automatische Externe Defibrillator) moet zeker naar de locatie van het ongeval worden meegebracht. • Eventuele standaardreanimatiemaatregelen moeten zo snel mogelijk worden uitgevoerd. • Uitgebreidere maatregelen voor de behandeling van een verhoogde bloedkaliumwaarde moeten in overweging worden genomen • Bij langere hangtijden moeten intraveneuze infusies worden toegediend om nierfalen te voorkomen. • Als de patiënt zich meer dan twee uur in een hangpositie bevond, moet er in het doelziekenhuis nierdialyse kunnen plaatsvinden • Daarnaast is de preventie en behandeling van een mogelijke onderkoeling van zeer groot belang (zie ook Artikel Noodbivak KBF 2020/2).

Belangrijkste risico's na de redding van de patiënt: • Hartritmestoornissen • Onderkoeling • Nierbeschadiging Zelfbescherming komt altijd op de eerste plaats!

Belangrijkste risico's tijdens het hangen: • Circulatiestoring en Luchtwegblokkade

Preventie: • Voer touwhandelingen niet alleen uit. Een snelle (zelf)redding is van het grootste belang. • Activering van de spierpomp (beenbeweging, afzetten tegen weerstand). Een zo horizontaal mogelijke positie innemen, indien nodig met extra bandlussen/touwen. • Optimale aanpassing van de klimgordel. Behandeling: • Horizontale ligpositie na de redding. • Standaard is het C-ABCDE-algoritme.

Tekening 1 pg 63: Boogvormige" hangpositie, die de terugkeer van het bloed uit de benen massaal beperkt, wat betekent dat een verminderde bloedstroom naar de hersenen - bijvoorbeeld veroorzaakt door een vasovagale reflexreactie na het ophangen in de gordel - niet kan worden teruggedraaid.

Tekening 2 pg 64: Opgeheven benen verbeteren de veneuze terugkeer van bloed, wat kan worden bereikt doordat een redder de benen optilt. Getoond wordt de variant met een geïntegreerde rugzak als "rugleuning".

Tekening 3

Tekening 3 pg 65: Voetlussen ondersteunen de spierpomp bij het vrij hangen. Afhankelijk van de beginsituatie (ingebonden op het eind van het touw, bij het abseilen, ...) zijn er verschillende manieren en materialen om die te maken: "klassieke alpine" met touw of met de rugzak die afgedaan wordt, "sportklimmen" met setjes,- je kan het best zelf uitproberen.

65


12 uren van Durnal Na 5 succesvolle edities (2015-2019) lanceert de Klim- en Bergsportfederatie, samen met de Club Alpin Belge en de Nederlandse Klim- en Bergsportvereniging de ZESde editie van de klimchallenge: 12 uur van Durnal. De uitdaging? Slaag jij erin om samen met je klimpartner duizend hoogtemeters te klimmen binnen 12 uur tijd? Afgelopen edities slaagde ruim de helft van de deelnemers in deze opdracht! Mag het iets meer zijn? Hardcore rotsklimmers gaan voor de ultieme uitdaging: het klimmen van Ă lle 66 routes in het massief (goed voor 1562 meter) binnen 12 uur tijd.

12 sept 2020 Klimchallenge: 12 uur van Durnal De uitdaging? 1000 meter klimmen in 12 uur tijd! Meer info op www.kbfvzw.be

Inschrijven: www.kbfvzw.be vanaf de start van de zomervakantie

Toptijd voor alle 66 routes: iets meer dan 10 uur! Doet jouw touwgroep beter?


Tekst Jan Cools

DE BARST IN KARST Karst is een term die amper bekend is maar wel over de hele wereld voorkomt. Heel wat wereldbekende fenomenen komen enkel voor in een karstlandschap. Voorbeelden van karst zijn grotten, ondergrondse rivieren, spleten en zinkgaten. Karst zijn landvormen, bovengronds en ondergronds, die ontstaan zijn door het oplossen van kalksteen met water. Karstvorming is vergelijkbaar met het oplossen van een klontje suiker in water, al gaat dat vele malen sneller.

Foto pagina 67: karstlandschap (lapiaz) in Groot-BrittaniĂŤ Foto pagina 68 boven: voorkomen van karst in de wereld Ullrich Still, creative Commons Attribution-Share Alike 2.0 Germany Foto pagina 68 onder: Kunming, China (Pixabay) Foto pagina 69 boven: speleo-mandeure.fr Afbeelding pagina 69: Fondry des Chiens (BelgiĂŤ)

67


Wieg in Slovenië Karst is genoemd naar de landschapsfenomenen van het Kras plateau in Slovenië. In het Duits, de taal van de eerste onderzoekers, wordt dit het Karst plateau genoemd. Al snel werd duidelijk dat karst ook buiten de Karst regio voorkomt. Naar schatting zou 20% van het land wereldwijd karstlandschap zijn. De Belgische grotten zijn karst. Zonder karst zou het aanbod voor speleologie heel beperkt zijn. De Fondry des Chiens, een canyon in Viroinval met uitstekende rotsen, is een voorbeeld van karst in België. Ook in de Verenigde Staten en Zuid-Oost Azië is karst veel voorkomend. In tropisch klimaat verloopt karstvorming wel veel sneller. Voorbeelden zijn de rotseilanden en kalksteentorens van Ha Long Bay in Vietnam, het ‘stone forest’ in Kunming (China) en het vlijmscherpe karstlabyrinth van de Tsingy de Bemaraha (Madagascar). De Kras is zeker een bezoek waard, onder meer voor de vermaarde grotten Postojna en Škocjan, beide het gevolg van het oplossen van kalksteen.

Weggevreten door zuur Karstvorming is gedreven door de chemische reactie van kalksteen en zuren. Een zuur vreet zich letterlijk een weg door kalksteen. Hoe sterker het zuur, dus hoe lager de zuurtegraad (pH), hoe sneller kalksteen wordt opgelost (weggevreten). Besprenkelen van een steen met zoutzuur is een klassieke test in het labo om vast te stellen of een bepaalde steen een kalksteen is. Een kalksteen begint dan te bruisen als een bruistablet. Andere gesteentes zoals dolomiet, zandsteen of graniet bruisen niet met zoutzuur. Regen is van nature licht zuur (pH 6). De CO2 in de lucht mengt zich met waterdamp tot een sterk verdunde vorm van koolzuur. De zuurtegraad van regen is ongeveer 1 miljoen keer zwakker dan die van zoutzuur. Regen vreet zich dan ook 1 miljoen keer trager door kalksteen dan zoutzuur. Kalksteen lost in theorie ook op in citroenzuur en cola (pH 2-3), meer dan 1000 keer sneller dan in regen. Met veel geduld zou je in je eigen mini-kalksteenkosmos dus ook mini-grotten kunnen creëren met cola.

68


Een gletsjer van steen Het grootste karstfenomeen, de grotten, vind je ondergronds. Toch zijn er ook bovengronds tekenen van karst. Een duidelijk teken is het patroon van lange, diepe spleten. Je zou het kunnen vergelijken met de patronen van gletsjers, maar dan in kalksteen. Ook bij karst heb je een patroon van spleten, vaak parallel aan mekaar, in de richting van afstromend water. Het patroon kan er ook uitzien als seracs in gletsjers, torens van kalksteen, met spleten in alle richtingen. Dit patroon van spleten en seracs-achtige formaties, is wat velen bedoelen met de term karst. Dit karstfenomeen heeft echter ook een specifieke naam gekregen: het Franse ‘lapiaz’, het Duitse ‘kar’ of het Engelse ‘limestone pavement’, letterlijk vertaald als kalksteentrottoir (zie foto pg 6667). De spleten voeren water snel weg, en hebben zo een verbinding met de vaak uitgeholde ondergrond. De doline is een bovengronds karstfenomeen, en heeft de vorm van een bomkrater. Dolines zijn vaak gevormd in (kalk)grasland. Daar blijft het water makkelijker staan, waardoor het zich een weg naar beneden kan vreten. Langzaam aan wordt de omvang van de doline groter en dieper. Dolines worden dan verdwijngaten (sinkholes), die uiteindelijk leiden tot een ondergronds gangenstelsel. Dolines vind je in België in de Fondry des Chiens (zie foto rechts) en de Montagne de Sosoye. De Fondry des Chiens is wel maar maar deels natuurlijk. Tot in de 19de eeuw werd er ijzererts gedolven. De overgebleven kuil (doline) met kalkrotsen is wel ontstaan door karst. Minder spectaculair maar evenzeer dolines in karst zijn de inzinkingen op de Montagne de Sosoye, putten in grasland die evenzeer bomkraters kunnen zijn. Karstgebieden zijn vaak beschermd als geologisch fenomeen, maar ook door de bijzondere biodiversiteit van kalkgraslanden.

fsfsfsfsdfs-

rivier doline (zinkgat)

doline (zinkgat)

kalksteenlaag

grot

© Pixabay

69


SHOP HUTTEN Uitgebreid aanbod in de webshop In de KBF-webshop vind je een uitgebreide keuze aan topo’s, boeken en cursussen. Bekijk het volledige aanbod op www.kbfvzw.be > webshop

De gezelligheid van een berghut in de Ardennen of de Hoge Venen Chaveehut - Rue de la Chavee 7, 5330 Maillen Ideaal gelegen tussen de verschillende rotsmassieven

Je kan in de hut maaltijden krijgen, je dient hiervoor wel telkens op voorhand alles te reserveren. Het is ook mogelijk om zelf te koken in de trekkerskeuken of te barbecuen. Er zijn vier douches en een aparte wasgelegenheid voor dames en heren. Er kan geslapen worden op het lager (41 bedden) of op de familiekamers (3 kamers voor 6p, 1 kamer voor 4p, 1 kamer voor 2p). Uiteraard zijn alle ruimtes verwarmd. 70

Er is mogelijkheid tot kamperen op de weide aan de hut. oor Korting v de KBF, n a v n e d le andere NKBV of igingen! n Alpenvere

Vennhütte - Am Bahnhof 13, 4790 Burg Reuland Ideaal gelegen voor charmante wandelingen en fietstochten in de natuur

Er is plaats voor in totaal 32 gasten. Hiervan kunnen 20 gasten slapen op het lager (slaapzolder) in ruimtes van maximaal 8 personen. 12 gasten kunnen op kamers slapen van 2 tot maximaal 6 personen. Breng hiervoor zeker zelf je slaapzak, een 1 persoons hoeslaken en een kussensloop mee. Er is een modern sanitair, een goed uitgeruste keuken en een gezellige bar. In de hut kook je je avondmaal zelf. Ontbijt en lunchpakketten kunnen voorzien worden als je dit vooraf bestelt en betaalt. Info & reserveren: www.klimenbergsportfederatie.be/infochaveehut en www.klimenbergsportfederatie.be/Vennhütte


71

71


NINA CAPREZ // Climbing these big walls is like flying up to the sky. It requires total commitment and complete control over every move. Success often depends only on my ability to let go in order to hold on. // #helmetup

METEOR

Lightweight helmet with enhanced protection for climbing, mountaineering and ski touring. www.petzl.com

72

Š Kalice / Jan Novak

MY HELMET MY CHOICE


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.