2 minute read
MENS ERGER JE NIET
from Klimop 2021 - 3
LEEUWENKOOIEN IN HET LANDSCHAP
Ieder kent het spel “Mens erger je niet”. Welnu, als een mens in deze coronatijden wel eens door ons landschap struint of fietst, dan ziet hij her en der zaken die net tegenovergesteld zijn aan hetgeen waar wij voor staan. Zaken die een natuurvrijwilliger mateloos frustreren. Meestal is het onwetendheid (vandaar deze rubriek), soms is het domheid, nu en dan is het misdadig. Om je dag niet te vergallen, kijk je dan snel een andere richting uit en mompel je “Mens, erger je niet”. Elke keer bespreken we kort één thema met één sprekende foto. Deze keer: de leeuwenkooien.
Advertisement
De mens vertoont territoriaal gedrag. Dieren doen het ook. Het is een uiterst normaal fenomeen in de natuur. Vooral bij mannetjes. Alleen, Homo sapiens is vaak niet op zijn territorium aanwezig. Hij zit ergens op een kantoor, op een terras of op een ander. Ondertussen kan hij het niet hebben dat andere mannetjes zijn terrein betreden. Daar heeft de mens iets op gevonden: ijzerdraad.
Sinds streekgenoot Bekaert de prikkeldraad op de markt bracht, zijn meidoornhagen overbodig geworden in ons werelddeel. Het kostte ons hier bijvoorbeeld de Grauwe klauwier als broedvogel. Met in zijn zog een leger andere planten- en diersoorten.
Her en der zijn er hoopgevende initiatieven. Natuurpunt, een vloot particulieren en hier en daar een overheid, planten weer meidoornhagen, houtkanten en houtwallen aan. Maar soms is het huilen met de pet op. Boeren verdragen soms geen half haagje meer (“boamn moe je plantn, woar da boamn moetn stoan”, niet in het boerenland dus...). En sommige eigenaars missen kansen, wellicht uit pure onwetendheid.
Neem nu de Brandemolen in Deerlijk (foto mei 2021): iemand werd hier onlangs eigenaar van een grasland. Zijn allereerste reflex is het plaatsen van een degelijke afsluiting, want het territorium dient verdedigd en er moet een pony’tje gehouden worden. Tegenwoordig is een gewone prikkeldraad onvoldoende. Wil men mee zijn met zijn tijd, dan kiest men voor een dure smalmazige draad, bovenaan voorzien van een buis, de draad tot tegen of zelfs in de grond. Geen egel die nog kan passeren. Hoe groot is toch de tegenstelling met de andere kant van de straat, waar wel nog leven wordt getolereerd ?
Vaak is het nog erger. Dan wordt onderaan nog een betonnen plaat gebruikt. Zelfs salamanders en padden passeren er niet meer. Die hoge afsluitingen doen denken aan leeuwenkooien. Ze helpen ons landschap leeg en arm te houden. Ze zijn een vloek voor al wie schoonheid omarmt. Waarom mocht hier geen simpel meidoornhaagje staan?