4 minute read

In gesprek met Aart en Toos de Smit

Aart en Toos de Smit en de lijfspreuk van Pippi Langkous

Als ik terugkijk op het gezellige gesprek met Aart en Toos in de jachthaven van Mook, aan de vooravond van hun toertocht naar Maastricht, dan schiet Pippi Langkous door mijn hoofd. Een rare gedachtenkronkel zou je in eerste instantie denken, maar zo gek is het niet, want de lijfspreuk van Pippi ‘ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan’ zou ook maar zo de lijfspreuk van Aart en Toos kunnen zijn.

Aart en Toos zijn hun werkzame leven samen gestart in Dronten. Daar hadden ze een zaak in land- en tuinbouwbenodigdheden. Toos, opgegroeid in een melkzaak, runde de winkel en Aart ging letterlijk de boer op om van alles en nog wat te verkopen, van graszaden tot tuinmachines. En niet alleen verkocht hij machines, hij deed ook het onderhoud en de reparaties. Dit bedrijf is later overgegaan in een doe-het-zelf zaak (Formido). Na vijf jaar hebben ze hun zaak in Dronten verkocht en zijn ze gestart in een groter bedrijf in Heerhugowaard en later ook nog een in Purmerend.

De vader van Aart was een kleine pachtboer in de Wieringermeer. Toen deze in 1979 overleed, kwam de boerderij te koop. Iedereen die geïnteresseerd was, kon inschrijven en, als geintje, deed Aart ook een bod. Op de verjaardag van Toos kreeg Aart een telefoontje met het bericht dat hij de hoogste bieder was en daarmee werd hij de eigenaar van de boerderij die zijn vader jarenlang had gepacht. Maar wat moest hij nu, want Toos en hun inmiddels 4 kinderen hadden het prima naar hun zin in Hoorn en wilden niet verhuizen naar de polder. Datzelfde jaar kwamen ze tijdens hun vakantie in Engeland aan de praat met een Engelsman die samen met zijn zwager een metaalbedrijfje had. Die samenwerking was niet zo best en eigenlijk wilde hij wel wat anders gaan doen. Natuurlijk was de Engelsman ook geïnteresseerd in Aart en die vertelde o.a. dat hij in het bezit was van een boerderijtje waar hij nog een bestemming voor zocht. Hoewel hij dat nog nooit had gedaan, zag hij het maken van eenvoudige houten meubeltjes als één van de mogelijkheden. Tot zijn stomme verbazing zei de Engelsman dat hij dat ook wel zou willen en nog datzelfde jaar had deze huis en haard verkocht om samen met Aart meubeltjes te gaan maken in de schuur bij de boerderij. Daarmee waren ze zo’n beetje de voorlopers van IKEA, want ze maakten simpele bouwpakketjes, zoals lattentafeltjes, plankendragers en kubussen, die thuis in elkaar moesten worden gezet door middel van tandverbindingen. Na de productie pasten die verbindingen perfect in elkaar, maar ja, hout reageert nu eenmaal anders dan metaal en zet uit of krimpt. Dus op het moment dat het pakketje thuis in elkaar moest worden gefröbeld, lukte dat vaak niet. De eerste jaren verliepen moeizaam en winst werd er niet gemaakt. Toen ook nog bleek dat niet alle transacties door de partner in de boeken werden verwerkt, heeft Aart de samenwerking beëindigd. Het was geen leuke tijd, maar wel het begin van hun bedrijf De Eekhoorn (klein, beweeglijk). Aart is alleen doorgegaan en zijn bedrijf is in de loop van de jaren verplaatst naar Zwaagdijk en uitgegroeid tot een organisatie waar 225 mensen werken. Het bestaat uit fabrieken, een mooi hoofdkantoor, een distributiecentrum en een showroom. Nieuwsgierig naar dit interessante bedrijf van Hollandse bodem met internationale allure dat exporteert naar 50 landen en nog steeds opereert onder de naam De Eekhoorn (maar dan wel met de toevoeging ‘Dutch Furniture’)?; bekijk dan de website op www.deeekhoorn.com.

Aart en Toos hebben 3 zoons en 1 dochter. De dochter heeft haar eigen pad gekozen maar de zoons zitten inmiddels alle 3 in het bedrijf. De jongste zoon Jos (commercie), zou in Groningen naar de Hoge School gaan, maar zover is het niet gekomen. Toen hij die zomer vakantiewerk deed in het bedrijf, hij was net 18 geworden, is hij gebleven. Hij is de eerste zoon die in vaste dienst is gekomen en onlangs is het 40-jarig jubileum gevierd. De middelste zoon (techniek) Winfried is de dag nadat hij uit militaire dienst kwam in het bedrijf gestapt. De oudste zoon Gerard (financiën) heeft eerst elders een carrière opgebouwd en heeft als laatste de stap gezet om in het familiebedrijf te werken.

Aart en Toos zijn 17 jaar geleden gestopt met werken, maar ze zijn pas geïnteresseerd geraakt in varen nadat ze hun grote boerderij in Noord-Holland, met 4,5 hectare siertuin, zijn gaan verhuren als zorgboerderij. Zelf zijn ze toen gaan wonen in één van hun vakantiehuizen in Nijkerk. Dagelijks maakten ze lange wandelingen met de hond en zo wandelden ze ook regelmatig naar het sluisje van Nijkerk. Daar zagen ze dan allemaal mooie boten voorbijvaren met relaxte, zongebruinde mensen aan boord. Dat leek hun ook wel wat. Aart was inmiddels 73 en had nog nooit één meter zelf gevaren, maar met

This article is from: