8 minute read

In gesprek met Jan en Doris Satter Mast

Jan en Doris Satter- Mast, leden met rijke historie!

Het zat al even in de pen, maar toen we Jan en Doris in de Culturele en Culinaire tocht meemaakten, was een afspraak snel gemaakt. Jan en Doris namen deel aan veel toertochten van de KNMC. Bovendien is Doris dit jaar al 40 jaar lid van de KNMC! Dus Renée en ondergetekende reisden naar Etten-Leur, waar Jan jarenlang huisarts is geweest. Samen met Doris wonen zij daar in hun riante woning, vol met boeken, foto’s van kinderen en van de watersport.

Jan is een geboren Bosschenaar. Doris is Zwitserse en komt uit Zürich in Zwitserland. We kregen natuurlijk een forse Bossche bol. Jan is van het geboortejaar 1934, Doris een paar jaar later, beiden nog volop actief varende op hun Elling E4, de Bluebell, die ze inmiddels al 14 jaar bezitten. Wel valt hen dat nu wel zwaarder, dus de C&C tocht was mogelijk hun laatste tocht.

Jan is al vanaf zijn 14e jaar actief in de watersport. Na de oorlog kwam hij in de rivier de Dommel een oude boot tegen, waar hij een bezemsteel als mast opzette. Met een laken erop was zijn eerste zeilbootje compleet. Een oom leerde hem goed zeilen in een Sharpie, een houten zeilboot. Hij volgde ondertussen op de middelbare school het gymnasium en rondde dat af met een bêta opleiding. In die tijd vond hij in het begin van zijn medische studie aan de Radboud Universiteit in Nijmegen bij een boer een ‘uitgedroogde’ BM’er, die hij minutieus helemaal opknapte. Een nieuw dek, maar ook een nieuwe mast en dat was een apart project: hoe maak je van een vierkante paal een ronde, taps toelopende mast? Een oud Bosch timmermansbaasje heeft hem daarbij geholpen. Nadat Jan in 1964 met Jeanne-Marie trouwde en hij in 1965 zijn studie geneeskunde had voltooid, leerde hij de praktijk van het huisartsenvak in Bergambacht en Ammerstol. Hij kan daar mooie verhalen over vertellen! Daarna begon hij in 1967 als huisarts in Etten-Leur. Toen er kinderen kwamen – Jeanne-Marie en Jan kregen twee dochters en een zoon - kwam er een Optima 92 zeilschip van ruim 9 meter. Ze brachten met de kinderen veel weekenden door op de Grevelingen. Na een jaar of tien werd het schip vervangen door een Hallberg-Rassy, waar ze ook 10 jaar mee zeilden. Veel vakanties in België, Frankrijk, De Kanaaleilanden, Zuid Engeland, rond the Isle of Wight en noem maar op.

Toen Jeanne-Marie 65 werd hebben zij lang nagedacht over een motorboot. Hij besloot tot een Elling E3. Elling had een nieuw concept van bouwen en een filosofie dat een boot zoveel mogelijk moest kunnen en dat sprak Jan aan. Het was bovendien een snelle boot. Met zo’n boot konden ze naar Zuid Frankrijk! Jan werd lid van de KNMC toen zijn Elling in aanbouw was. Op de Hiswa in 1999 ontmoette hij Wout de Graaf en Cor van de Wal. Om lid te worden, moesten drie leden met een handtekening de aanvraag ondersteunen – zo ging dat toen - en dat werd daar even snel geregeld. Doris groeide op in Zürich. Ze was altijd goed in talen en verbeterde op de tolkenschool nog haar Frans, Engels, Spaans en Italiaans. Ze sprak natuurlijk al haar moedertaal, het wat zangerige ZwitserDuits. En ze was ook zeer geïnteresseerd in aardrijkskunde. Geen wonder dat zij kwam te werken bij Swissair (als secretaresse) en later ook bij Panair do Brasil (vanuit Zürich). Begin 60’er jaren woonde zij een tijdje in Italië, in Madrid en op de Canarische eilanden. Daar kon ze haar talenkennis goed in praktijk brengen. Zo raakte ze te werk bij een reisbureau. Ze begeleidde toeristen die graag een eiland wilden bezoeken, zoals op Gran Canaria. Met haar multi-talenkennis nam ze een unieke positie in, want er waren er niet veel die dat konden doen. Ook gaf ze een tijd Engelse les op Gran Canaria. Toen vroeg de eigenaar van een internationale reisorganisatie of ze een vestiging in Zwitserland kon opzetten. Daar kwam ondernemerstalent naar boven! Zoals ze zelf omschreef, werd ze toen carrièregericht. Doris werd vanwege haar talenkennis en haar organisatievermogen voor veel zaken ingeschakeld. Zo vertelt ze met enige trots over het succesvolle samengaan van een Amerikaans en een Spaans bedrijf, waar zij de tolken-functie van Engels naar Spaans en vice versa vervulde. Maar haar passie lag duidelijk bij het toerisme. Ze ontmoette de Hollandse Jaap Mast in Zürich. Jaap woonde in Suriname en werkte voor Billiton. Maar hij vestigde daar zelf een meelfabriek. Het klikte tussen hen en ze trouwden in 1975, het jaar waarin Suriname onafhankelijk werd. Met Jaap ging Doris veel op reis en woonde toen in Suriname. Ze leerde er weer een taal bij: Nederlands, de officiële taal van Suriname. Ze genoten enorm van dat prachtige land! Met hun Fjord motor-

boot waren ze regelmatig op het water. Doris woonde 7 jaar in Suriname en zij en haar man vertrokken in 1982 naar Nederland, naar Den Bommel, op GoereeOverflakkee. Jaap was daar opgegroeid te midden van de landbouwgebieden. Ze kochten een Princess van 38 ft en ruilden die later om naar één van 45 ft. Jaap kon echter niet wennen aan de koude winters In Nederland. Dus besloten ze de winters in Florida door te brengen. Daar kochten ze een schip, een Uniflite 42 ft, afgemeerd in Fort Lauderdale (bij Miami). Daar woonden ze op. Ondernemer Jaap begon ook een meelfabriek in West Indië op St. Lucia. Doris was de organisator van de vele reizen. Met hun schip voeren ze naar St Lucia voor de opening van de fabriek (kijk maar eens na op de kaart wat een afstand!).

Tijdens een diner in 1982 besloten ze – dus veertig (!) jaar geleden – lid te worden van de KNMC. Ze maakten diverse tochten mee, getuige het grote aantal ‘plaatjes’. Hun eerste tocht was de Pinkstertocht in 1984. Maar ook het grote Europese motorbotenevenement Pavillion D’Or bezochten ze met hun Princess. Ook organiseerden ze een KNMC-tocht in Amerika. De KNMC was de initiatiefnemer. Met 26 KNMC-leden reisden ze af naar Florida, waar 10 boten werden gehuurd en met de eigen boot van Doris en Jaap voeren ze rond de westkust van Florida. Een exclusieve KNMC-tocht, waar oudere leden nog steeds over spreken!

Doris heeft mooie verhalen. Zo ontmoette zij op een exclusief oord beroemde filmsterren voor de opname van een film. Ze gebruikten hun boot voor de film. Ze leidde met Jaap een heel bijzonder leven! Ze deden aan veel KNMC-tochten mee, zoals de Aqua Industriatocht (bedrijven bezoeken), Kastelentocht en naar Engeland, etc.

Nadat Jaap in 2001 was overleden en Jeanne-Marie in 2003, troffen Doris en Jan elkaar bij enige KNMC-evenementen en dat klikte. De kapitein had ook bemanning nodig. Ze trouwden in 2009.

La Bonheur: Drie maanden lang voeren KNMC-ers onder leiding van Ad en Ina Smaal met de Kaaiman, de Almira, de Bluebell en de Waltzing Matilda een tocht naar de Middellandse Zee. Daar is een indrukwekkend boekwerk van gemaakt met een nauwkeurige beschrijving van de tocht en de wederwaardigheden. De tocht was goed voorbereid. Zo werden ze het eens over een goed reisschema met een strakke planning. Ze planden voor de heen en terugreis 334 sluizen en 3 tunnels. Het werden 3 sluizen en ook 3 tunnels meer. In totaal 3066 km en 373 motoruren. De tocht ging over de Maas, via het rivieren- en kanalenstelsel naar de Rhône en enige tochten langs de Middellande Zee kust. De terugreis via de Rhône ging over de Rijn. De verhalen beschrijven de regelmatig optredende storingen en hoe deze werden opgelost, al dan niet met monteurs en nieuwe onderdelen. Tussendoor wordt het landschap beschreven met de eigenschappen van de waterwegen. Qua varen was het zoals Ad Smaal samenvatte: alle waterelementen hebben gehad: varen in binnen- en buitenland, op zee, tegen en voor de stroom, honderden sluizen! Een zeldzaam mooie beschrijving van een 3 maanden lange tocht! Met hun Elling maakten Jan en Doris in 2006 een bijzondere tocht. Met 4 KNMCschepen, de Kaaiman (Ad en Ina Smaal), de Almira (Albèrt en Ria van der Kwaak) de Bluebell (Doris en Jan Satter) en de Walzing Matilda (Erica en Ab Oskam) maakten ze een drie maanden lange tocht door Frankrijk naar de Middellandse Zee en via Duitsland weer terug. Iets over deze tocht – genoemd ‘a la Bonheur’ – is in een apart kader bij dit artikel opgenomen. In 2008 ruilden zij de Elling E3 om voor een Elling E4. Die was groter. En net onder de 15 meter, je had dus geen Rijnpatent nodig. Met dit schip maakten ze vanaf de werf direct een tocht naar Berlijn! Samen hebben ze veel gevaren, vaak lange tochten samen met de Almira van Albert en Ria van der Kwaak. Een paar keer naar Parijs, de Belgische kust. Dit onder het motto: ‘zeilen is sportief en met de Elling ga je toeren’.

Daarnaast hebben Jan en Doris veel hobby’s: Jan zit op Schipperskoor, speelt saxofoon, skiet en danst graag. Doris, ook lid van het Madammenkoor, is een – hoe kan het ook anders als Zwitserse – actief skiester en ze brengen jaarlijks in de winter veel tijd door in Zwitserland.

Jan en Doris zijn een bijzonder stel. Op bijzondere wijze bij elkaar gekomen. Op hun leeftijd heel actief. Op hun prachtige Elling schip, voorzien van alle gemak hebben ze heel wat weken en maanden doorgebracht. En, aan discussie geen gebrek. Jan kan over veel onderwerpen meepraten en weet het helder te verwoorden. Heel bijzonder. Doris lijkt Jan goed te kunnen balanceren… Als je hun verhaal en bijbehorende delen van hun levensgeschiedenis hoort kom je onder de indruk.

De KNMC was in die tijd misschien nog veel meer een club met veel saamhorigheid. Er werd veel onderling georganiseerd. Zo’n tocht naar Frankrijk bijvoorbeeld met ‘vaarondernemers’, zoals Ad Smaal. Een tocht in Florida, ingewikkeld om te organiseren. Maar tijden veranderen, de cultuur verandert. De uitdaging voor de KNMC is om haar weg daarin te vinden. Het zou aardig zijn om via de KNMC dit soort tochten weer van de grond te krijgen. Uiteindelijk is de KNMC een bijzondere club van leden met mooie boten, die de tijd hebben en er voor willen gaan! Het gaat er in de KNMC immers om de leden en het clubgevoel van saamhorigheid hoog te houden.

Peter Bezemer

This article is from: