3 minute read

Bezoek bij Koninklijke De Vries Scheepsbouw in Aalsmeer

De KNMC organiseerde afgelopen mei weer de Zuiderzeewedstrijd. Deze startte vanuit de Bataviahaven in Lelystad en eindigde in Huizen. De hoofdprijs voor de winnaar is de KNMC-wisselprijs ‘Het Zilveren Schip’ voor, zoals de officiële benaming is, ‘de Internationale Zuiderzeewedstrijd’. De winnaars worden bijgeschreven op de lange lijst van winnaars met de naam van de kapitein en die van het schip. De eerste keer dat deze wedstrijd werd gevaren, was in 1928, dus als de naam van de kapitein met die van je schip op het plaatje komt te staan, is dat een hele eer! Er staan nu vanaf 1928 tot en met 2022 55 namen van winnaars op. Zo staat de naam van Tom de Vries in 2003 en 2004 op de lijst en ook die van zijn vader (C.J. de Vries) in 1994 en 1996. Elke keer met hetzelfde schip, de Wishbone. Ook nu deed Tom de Vries mee met de 12,5 meter lange Wishbone. Deze keer samen met zijn broers Sybrand, Pieter en hun zwager Peter.

De familie De Vries is een echte nautische familie. Immers, de familie De Vries is al scheepsbouwer sinds 1906. Ze zijn al zeer lang, eerst via hun vader en sinds 1995 ook via Tom, lid van de KNMC. Het bedrijf van De Vries werd een jaar eerder opgericht dan de KNMC, en wel in 1906 en bestaat dus al 116 jaar! En net als de KNMC heeft ook het bedrijf het predicaat ‘Koninklijke’ gekregen. Overgrootvader Han begon het bedrijf, eerst alleen in Aalsmeer, maar nu op meer plaatsen. Daarover straks meer. Logisch natuurlijk dat, tijdens de prijsuitreiking van de Zuiderzeewedstrijd in Huizen, de afspraak gemaakt werd voor een hernieuwde kennismaking in het clubblad. Als je tot de illustere club van prijswinnaars – zoals ondergetekende - behoort praat het ook wat makkelijker, nietwaar? Tezamen met Jack van Gent en Jacques van Ruiten bezochten we Koninklijke De Vries Scheepsbouw aan de Oosteinderweg in Aalsmeer. Overgrootvader Han begon in 1906 een scheepswerf en bouwde houten pramen, punters etc voor de bloemenkwekers. Al snel breidde dat uit tot aluminium zeil- en motorjachten. Maar het bedrijf is nu een wereldspeler voor de bouw van exclusieve superjachten. Inmiddels heeft het bedrijf ook een vestiging in Makkum, waar schepen tot 120 meter lengte kunnen worden gebouwd en ‘refits’ worden uitgevoerd. Ook Scheepswerf Slob in Papendrecht behoort tot de De Vries Groep, evenals meerdere bedrijven voor de binnenbouw, de uitrusting van het schip en alles wat te maken heeft met techniek. De schepen die gebouwd worden, zijn de zogenoemde Feadships. Daartoe bestaat een samenwerkingsverband met Royal Van Lent. Deze samenwerking dateert al vanaf 1949 – en er deden meer werven in mee – om de export van Nederlandse jachten te promoten. Op Wikipedia kom je een lijst tegen met opgeleverde Feadships vanaf circa 1920. Je ziet dat de lengte van de schepen door de tientallen jaren heen steeds groter is geworden, tot nu wel 110 meter of meer. (https://nl.wikipedia.org/wiki/Feadship).

Bij de De Vries Groep werken zo’n 1300 medewerkers, waarvan zo’n 435 in Aalsmeer. In Aalsmeer zijn drie droogdokken, waar gemiddeld per jaar een drietal schepen kunnen worden gebouwd. We hadden het voorrecht een schip in aanbouw te mogen bekijken. Een enorm project om dat voor elkaar te krijgen. Alleen al de gesprekken met (veeleisende) klanten, de wijze van bouwen, het interieur, de techniek, etc. Een enorme klus met veel logistieke uitdagingen! Zo wordt in het schip dat we zagen meer dan 80 km kabels verwerkt.

Tijdens het gesprek werden herinneringen opgehaald, aan hoe de broers met ‘pa’ de eer moesten verdedigen tijdens de Zuiderzeewedstrijden. Ook al, omdat hun schip één van de eerste ‘snellopers’ was in Nederland. Toen geen digitale check op het uitvoeren van de opdrachten. Je moest afgaan op boeien en vlaggen of kenmerken aan de wal.

Ook kwamen we te spreken over het verschil tussen de zogenoemde ‘bijlboeg’ met de verticale steven en de klassieke ‘waaiersteven’. Een bijlboeg snijdt het water als het ware doormidden. Dat doet de waaiersteven ook, maar het schip komt moeilijker uit een dal, vandaar de uitwaaiende boegvorm, die een bepaalde opwaartse lift geeft.

En natuurlijk spraken we ook over de KNMC. Ledenwerving is belangrijk. Toertochten, wedstrijden, clubblad, winteractiviteiten, allemaal erg belangrijk om de club aantrekkelijk te maken en te houden!

De broers vinden de traditie van de Zuiderzeewedstrijd erg goed. Zij zullen zeker weer meedoen en zijn trots op hun KNMC-lidmaatschap en de mooie vlag met het logo! Al met al een bijzonder interessant bezoek, waar, en passant, Jack een ledenservice-activiteit kon regelen! Een stimulans om je in 2023 in te schrijven voor deze Zuiderwedstrijd!

Peter Bezemer

This article is from: