Het
Anneke Wiltink Lucy de Graaf
geheim van de zon
Diep in het bos, voorbij de Waterval, voorbij de Viersprong, voorbij de Holle Eik
en zelfs voorbij de Open Plek, woont Attje met haar pottenbakker papa en mama. ‘Ga toch lekker tekenen,’ zegt papa. ‘Geen zin,’ zegt Attje. ‘Lekker lezen?’ ‘Geen zin.’
‘Naar buiten?’ ‘Te koud.’
‘Ben je moe?’
‘Hrmp, nee,’ zegt Attje.
‘Wat zit er in die pot?’ vraagt Attje.
‘Een geheim,’ zegt mama. ‘En jij kunt het ontdekken.’ ‘Hoezo?’
‘Eerst moet je naar buiten.’ ‘Te koud.’
‘Daar moet je de zon vangen.’
‘Wat is dat nu weer voor een stom idee,’ zegt Attje. ‘De zon is de hele winter al kwijt.’
‘Ga nu maar,’ zegt mama. Ze geeft de pot aan Attje.
‘Dan bak ik vanavond geen potten maar pannenkoeken.’
‘Stom geheim,’ moppert Attje als ze buiten is. ‘Stomme zon.’ Op het gras hopt Mees. Hij verzamelt takjes. ‘Wat doe jij?’ vraagt Attje. ‘Ik bouw een nest.’
‘De zon is kwijt,’ zegt Attje.
‘Maar dan is het te koud voor de eitjes!’ roept Mees.
Daar schrikt Attje van. Zonder zon komen er geen lieve kleine meesjes. Ze staat op. ‘Ik ga haar zoeken.’ ‘Mag ik mee?’ vraagt Mees. ‘Als je meehelpt.’
Aan het einde van de winter hangt Attje op de bank, ze heeft nergens zin in. Haar vader bedenkt van alles, maar Attje is niet in beweging te krijgen. Totdat ze van haar moeder een pot in handen krijgt met daarin een geheim. Om het geheim te ontdekken, moet ze naar buiten om de zon te vangen. Atjje aarzelt, de zon is al de hele winter ‘kwijt’. Toch gaat ze op pad. Zal de zon haar nieuwe energie geven?
Bestelnummer 5082 ISBN 978-90-5788-506-8
9 789057 885068