Eigen-zinnig

Page 1

Doorgeven van het vuur Ontdekken door verhalen We lijken op elkaar! Campusidee in de Bijlmer

Ga basat na issc ar a hol lle en

TOOLS DUO’S IN BEELD CULTUURUITJES


Advertentie

De Besturenraad helpt christelijke scholen hun verhaal te vertellen. Heel concreet door een cursus Bijbelverhalen vertellen bijvoorbeeld – daarmee heb je meer te vertellen in de klas! Maar we verzorgen graag ook voor jouw school een mooie studiedag. Op zo’n dag vol gesprek, inspiratie en creativiteit werk je met je team aan het verhaal van je school. Het resultaat: een frisse blik op wat jullie samen delen en leerlingen willen meegeven, en nieuwe inspiratie om dat concreet vorm te geven.

Vertel verder...

Boek een cursus of studiedag. Neem contact op met verhalenverteller en adviseur Identiteit Guido de Bruin en laat je inspireren. Hij is bereikbaar via 06 15 90 44 26 of gdebruin@besturenraad.nl. “ Ik merk dat het veel meer gaat leven voor de kinderen, en ik hoop dat het daardoor ook beter blijft hangen.” Thea van der Woude, leerkracht basisschool De Omnibus in Almere, deelnemer aan de cursus Bijbelverhalen vertellen.

Advertentie

levensbeschouwing.indd 1

28-09-2012 17:27:40


n Eigen-Zinnig staat het belang van levensbeschouwelijke ontwikkeling voor alle kinderen centraal. Hoe meer een kind wordt uitgedaagd tot nadenken en een eigen mening vormen en verwoorden, hoe stabieler het in het leven staat. Voor Kwintessens maakt levensbeschouwing naast sociaal-emotionele ontwikkeling een belangrijk deel uit van het werk. We komen dagelijks in aanraking met initiatieven, onderzoeken, knelpunten en creatieve oplossingen die onderwijs en levensbeschouwing raken. We hopen met deze glossy mensen en organisaties over elkaar te informeren en met elkaar te verbinden en zo te inspireren! Want ieder kind mag zijn of haar eigen zin in het leven onderzoeken en ontdekken, maar ook de eigen zin van anderen.

Het kind en de grote verhalen

Duo in beeld Koepelorganisaties Tools: zes methoden levo en/of godsdienst

Geloof

in de buurt

Doorgeven van het vuur Water tot aan de lippen... Overeenkomsten en verschillen ontdekken Ik leer je liedjes van verlangen Mijn hart maakt een sprongetje Jezelf, de ander en de wereld ontdekken door verhalen

Levensbeschouwing als ‘wezenlijk aspect van je identiteit’

Campusidee in de Bijlmer We lijken op elkaar! Boekentips Cultuuruitjes

Katern: Filosoferen met kinderen

Dit is een uitgave van: Kwintessens Postbus 1492 3800 BL Amersfoort T 033 460 60 11 E info@kwintessens.nl I www.kwintessens.nl

Eigen-Zinnig is gemaakt voor het primair en speciaal onderwijs. Het blad verschijnt eenmalig in januari 2013. © Kwintessens, Amersfoort, 2013 Sem elyesa Aktaran, Dick den Bakker, Bas van den Berg, Nanda van Bodegraven, Jan Bot, Helena Brouwer, Asma Claassen, Ineke Clijnk, Joost van Esch, Eline Filius, Arthur den Harder, Manuela Kalsky, Tamar Kopmels, Amal Matil, Maaike Merckens Bekkers, Alexander van der Molen, Diane van der Neut, Marita Nijenhuis, Leendert-Jan Parlevliet, Ton Roumen, Coriene Rouvoet, Ineke Struijk, Hans Teegelbeckers, Lennie Tijmstra, Sabine Wassenberg, Bette Westera Gerbrig Filius Marita Nijenhuis Jan Bot, Betty van de Bunt, Ruben Schipper, Thinkstock, Ria van Voorst Richard Feld Jeroen Hoogerwerf en Cora Vlaming Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.


Doorgeven van het vuur

In het levensbeschouwelijke landschap van Nederland heeft een aardverschuiving plaatsgevonden. Aan het begin van de twintigste eeuw was 98 procent van de Nederlanders lid van een kerk. Anno 2012 is dat nog hooguit 40 procent. De kerken lopen gestaag leeg - een verschijnsel dat in alle West-Europese landen te zien is. etekent dit dat mensen in onze geseculariseerde samenleving areligieus zijn geworden? Niet per se. Velen zoeken op een onconventionele manier naar wat waarde en richting aan hun leven kan geven. De mondig geworden burger neemt het heft in eigen hand en beslist zelf wat in de verschillende levensbeschouwelijke tradities voor het dagelijkse leven oriëntatie biedt. Uit het onderzoek God in Nederland (2007) blijkt dat 60% van de ondervraagde Nederlanders zich weliswaar gelovig noemt, maar dat daarvan slechts vier van de tien personen met ‘gelovig’ nog het traditionele geloof bedoelen. De andere zes stellen hun levensvisie samen uit de wijsheden van verschillende levensbeschouwelijke tradities. Maar liefst driekwart van alle ondervraagden meent dat deze ‘ongebonden spirituelen’ gelijk krijgen: De toekomst van religie is de weg van de levensbeschouwelijke patchworkidentiteit.

De spirituele Nederlander past niet meer in de bestaande categorieën van de traditionele gelovige. Ze zijn het erover eens: Wat waardevol is in je leven kan niet door een of andere instantie van buitenaf worden opgelegd, maar moet op innerlijke ervaring berusten. De daarvoor benodigde

voeding haalt deze spirituele enkeling niet langer uit één bepaalde levensbeschouwelijke traditie, maar vaak uit meerdere tegelijk. Je leven is onderhevig aan continue veranderingen en keuzemomenten. Dat wat gisteren nog als overtuiging vaststond is vandaag al weer aan twijfel onderhevig; je leven blijkt een puzzel die gaandeweg vorm en inhoud krijgt door wat je tegenkomt. Zingeving wordt in deze levenshouding als open en dynamisch opgevat. Ze krijgt een persoonlijke tint, is niet institutioneel verankerd maar pragmatisch veranderlijk.

De toekomst van religie is de weg van de levensbeschouwelijke patchworkidentiteit. Niet alleen secularisering en individualisering hebben Nederland in levensbeschouwelijk opzicht pluriform gemaakt, maar ook de globalisering en de daarmee verbonden migratie. Inmiddels wonen in Nederland zo’n 800.000 moslims, 800.000 migrantenchristenen, 250.000 boeddhisten, 120.000 hindoestanen en 45.000 joden. De ander, de vreemde, die je vijftig jaar geleden alleen op verre reizen tegenkwam, is door migratie onze buurman


of buurvrouw geworden. Amsterdam telt inmiddels 175 verschillende nationaliteiten en van de Rotterdamse bevolking is ongeveer de helft van buitenlandse afkomst. In alle grotere West-Europese steden heeft ongeveer een derde van de bevolking een migratieachtergrond. Zij bouwen een identiteit in hun nieuwe thuisland op én houden met behulp van de nieuwe media ook contact met hun land van herkomst. Met andere woorden: transculturele identiteiten zijn in een dynamisch geworden wereld een feit en het is dan ook een illusie te denken dat deze ontwikkeling nog te stoppen is.

Geen wonder dat gezien deze ontwikkelingen het Nederlandse onderwijssysteem onder vuur ligt. Tijdens bijeenkomsten over de levensbeschouwelijke identiteit van hun school zag ik menig identiteitsbegeleider, schooldirecteur en leerkracht worstelen met de vraag: ‘Waar sta ik eigenlijk zelf in dit levensbeschouwelijk debat? Hoe kan ik de traditie van mijn school recht doen als ik mezelf allang als ongelovig beschouw?’ Veel christelijke scholen in de Randstad zijn inmiddels ‘zwarte’ scholen met een multiculturele en multilevensbeschouwelijke samenstelling. Wordt het niet tijd de van de verzuiling doordrenkte labels ‘christelijk, protestants, katholiek, openbaar’ achterwege te laten en toe te werken naar een nieuw schoolsysteem op basis van cultureel en levensbeschouwelijk gedeelde waarden? We zijn er nog lang niet uit. Maar bovengenoemde vragen maken wel duidelijk dat de tijdgeest op de deur van een van de laatste nog verzuilde bolwerken in Nederland klopt. Ook het Nederlandse onderwijs zal niet ontkomen aan een eigentijdse transformatie.

Vaak moest ik tijdens bijeenkomsten op scholen denken aan de uitspraak van de componist Gustav Mahler: ‘Traditie is niet de aanbidding van de as, maar het doorgeven van het vuur.’ Ook binnen het onderwijs is het belangrijk te beseffen dat het om toekomst en niet om afkomst moet gaan. De kinderen van de nieuwe Nederlanders zullen mede onze toekomst bepalen. De familietherapeute ElseMarie van den Eerenbeemt deed in dit verband een uitspraak die mij altijd is bijgebleven: ‘Niemand is de vijand van zijn eigen wortels! Als een kleine Ali of Fatima bij de buren geboren wordt, kun je maar beter met beschuit met muisjes ernaartoe gaan en ze feliciteren, want dit kind zal misschien later als arts of verpleger aan je bed staan.’ Of het nu wel of niet vanuit eigenbelang is, duidelijk lijkt mij dat de school voor álle kinderen een plaats moet zijn, waar zij hun talenten kunnen ontwikkelen zonder hun

wortels te moeten verloochenen. Waar zij vaardigheden leren die hen helpen hun weg in de huidige samenleving te vinden. Ook het onderwijs, bijzonder of openbaar, zal zich in een levensbeschouwelijk en cultureel divers geworden Nederland opnieuw moeten uitvinden. Het zal kinderen op een inspirerende, deskundige en verantwoorde manier moeten voorbereiden op hun leven te midden van de culturele en levensbeschouwelijke diversiteit van de 21ste eeuw. Ik zou zeggen: ga met compassie op zoek naar interlevensbeschouwelijke verbondenheid en creëer ook in het onderwijs een nieuw wij. Een ‘nieuw wij’ waarin alle kinderen (en leerkrachten) zich thuis kunnen voelen, omdat er onderling de kunst van compassie wordt beoefend, die in alle levensbeschouwingen sterke papieren heeft (zie kader). Levensbeschouwelijk onderwijs dat op deze manier de tekenen van de tijd onder ogen durft te zien, weet het vuur van tradities op een eigentijdse manier door te geven.

Handvest voor compassie

Vanuit de behoefte nieuwe interlevensbeschouwelijke verbondenheid te creëren heeft de Britse schrijfster Karen Armstrong ertoe opgeroepen compassie tot de kern van moreel handelen en van religie te maken. Compassie is als kernwaarde in alle levensbeschouwingen aanwezig. In de joodse traditie is er een regel die de hele Thora in één zin samenvat, de zogenaamde Gulden Regel: ‘Wat jij niet wilt dat jou geschiedt, doe dat ook een ander niet.’ Het is deze ethiek die aan de Bergrede van Jezus ten grondslag ligt. Maar deze regel is niet alleen maar in de Bijbel te vinden. Ze is ook in andere religies en levensbeschouwelijke stromingen aanwezig. Zo luidt ze in de islam: ‘Niemand van u is een gelovige voordat hij zijn broeder (en zuster) toewenst wat hij voor zichzelf wenst.’ En de hindoes en boeddhisten zeggen: ‘Men moet zich tegenover anderen niet gedragen op een manier die ons onaangenaam zou zijn. Dit is het wezen van plicht (dharma). Al het overige komt voort uit zelfzuchtige verlangens.’ En bij de indianen klinkt de Gulden Regel zo: ‘Grote Geest, geef dat ik mijn buurman niet beoordeel vóór ik een mijl in zijn mocassins heb gelopen.’

Manuela Kalsky is directeur van het Dominicaans Studiecentrum (DSTS) en van project W!J. Tevens bekleedt zij aan de Vrije Universiteit de Edward Schillebeeckx-leerstoel voor Theologie en Samenleving. Meer info? Zie: www.manuelakalsky.nl en www.nieuwwij.nl


ijn werkdag begint vandaag in groep 6 op De Fontein. Op elke tafel staat een glas water. Meteen vraagt een leerling waarom. ‘Tsja, wat is de betekenis van een glaasje water?’ vraagt juf. ‘Wat is het glas water dat voor je staat waard?’ ‘Water uit de kraan is niet duur juf, het kost misschien één eurocent of zo.’ ‘En voor iemand die vreselijke dorst heeft? Of voor iemand met een enorme hoestbui?’ ‘Ja, dan is het natuurlijk meer waard.’ ‘En in gebieden op deze wereld waar enorme droogte heerst?’ ‘Dan kan een beker water het verschil maken tussen leven en dood.’ ‘En wat betekent het als je iemand een beker water geeft? Je hoort dat iemand een enorme hoestbui heeft, je ziet dat iemand erge dorst heeft. Je zegt dan zonder het te zeggen: Ik zie dat je een probleem hebt, laat mij je even helpen.’ Zo kan een glas water, aangeboden op dat ene moment, veel voor iemand betekenen. Aan het eind van het gesprek is er antwoord op de vraag ‘wat is water waard’: van bijna niets tot een mensenleven! Wanneer de kinderen het glas water ten slotte opdrinken smaakt het naar meer.

Op een aantal basisscholen staat het water tot aan de lippen. Deze middag woon ik een besturenoverleg bij tussen ‘de zuilen’ over de krimp in de regio. Op een aantal basisscholen staat het water tot aan de lippen. We kunnen niet allemaal en overal alle scholen overeind houden. De bevolkingskrimp zet door. Scholen hebben moeite om het hoofd boven water te houden. Hoe kom je aan leerlingen? Hoe houd je met minder collega’s toch kwalitatief goed onderwijs overeind? Hoe bewaar je de eigen identiteit? Onze scholen en onze organisaties staan op de tocht, de krimp geeft kramp. We maken ons grote zorgen omdat

het straks niet meer zo gaat zoals we al tientallen jaren gewend zijn. Wie durft te bewegen?

Waarom denken we zo vaak in tegenstellingen? Mensen, ook bestuurders, maken vaak de simpelste dingen ingewikkeld. Ik zie dit als de koudwatervrees het dreigt te winnen van de oplossingen. Jezus maakte ergens heel mooi duidelijk hoe dat in zijn werk gaat. Zijn leerlingen hebben gezien dat iemand in naam van Jezus ernstig verwarde mensen geneest. Ze proberen dit te verbieden. De man hoort immers niet bij hen. Jezus wijst hen terecht: ‘Belet het hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam, kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons.’ Volgens deze visie is eigenlijk de hele wereld vóór ons, tenzij ze verklaard tegenstander zijn! Deze spreuk is in omgekeerde vorm in onze taal gekomen: ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons’. Blijkbaar zien we in de ander eerder een tegenstander dan een vriend. We maken zaken daardoor nodeloos ingewikkeld. Waarom zouden we hulp afwijzen van iemand die niet helemaal in ons straatje past? Waarom denken we zo vaak in tegenstellingen? Waarom kunnen we er zo slecht tegen als iets niet gaat zoals we het onszelf hadden voorgesteld? Er staat een kan water op tafel. Ik denk onwillekeurig aan de klas van vanochtend. Als we elkaar eerst maar eens een glas water durven geven. Wat zouden er dan veel samenwerkingsscholen kunnen ontstaan.

Jan Bot, bestuursvoorzitter Kopwerk scholengroep Kopwerk stuurt in Noord-Holland 25 basisscholen aan en geeft ze de ruimte


Hoe vertalen leerkrachten levensbeschouwing naar hun dagelijkse onderwijspraktijk? Hoe blijven ze zelf geïnspireerd? En hoe ervaart de leerling dit? In DUO in beeld laten we vier duo’s aan het woord, steeds met een andere levensbeschouwelijke achtergrond: katholiek, islamitisch, protestants-christelijk en openbaar. Lennie Tijmstra, 37, leerkracht in groep 6 van de School op de Berg, een katholieke basisschool in Amersfoort en Alexander, 9 jaar, groep 6 en leerling van juf Lennie

Op welke manier zijn jullie bezig met levensbeschouwing op jullie school? Juf Lennie: Wij vinden het belangrijk naar de kinderen en ouders uit te dragen dat we een katholieke school zijn. Dit doen wij door elke week aandacht te besteden aan levensbeschouwelijk onderwijs door de methode Hemel en Aarde te volgen. We voelen ons prettig bij deze methode, omdat deze vanuit een thema werkt. Hierin komen Bijbelverhalen aan de orde, maar ook levensbeschouwelijke thema’s. Vooral het filosoferen met kinderen is leuk en interessant. We volgen vaak ook de viering voor Pasen en kerst die in Hemel en Aarde staat.

Wat wil je leerlingen meegeven / laten ontdekken? Juf Lennie: Ik vind het superbelangrijk dat iedereen mag zijn wie hij is. En dat kinderen ontdekken dat er meer geloven en culturen zijn dan zij meekrijgen.

Vieren jullie feesten op school? Welke dan? Alexander: Kerst, Pasen, Carnaval, Sinterklaas.

Weet je wat filosoferen is? Filosoferen jullie weleens in de klas? Waarover? Hoe vind je dat? Alexander: Ja, dat is diep nadenken. Vandaag hebben we het gehad over vrijheid en verantwoordelijkheid. Wie geeft je vrijheid, wat is vrijheid? Dat is leerzaam.

Wat is jouw lievelingsfeest? Waarom? Alexander: Kerst want dan is er een kerstdiner. Omdat je daarbij allemaal lekkere hapjes krijgt. De kerstboom staat er. Er ligt vaak sneeuw. Het is een gezellig feest, er branden kaarsjes. Hoor je wel eens een verhaal uit de Bijbel, Koran of een ander boek? Alexander: Ja. Bij de lessen van Hemel en Aarde. Wat vind jij het mooiste verhaal dat je kent? Waarom juist dat verhaal? Alexander: David en Goliath. Ik vind het mooi omdat iedereen zegt dat David hem niet aankan, maar hij wint wel van Goliath. Hij heeft de kracht van God en die heb je altijd nodig. Waar denk jij aan bij stilte, aandacht? Juf Lennie: Stilte in jezelf, het gevoel opzoeken wat dat teweegbrengt. In de klas laat ik kinderen ook regelmatig even hun ogen dichtdoen en gewoon stil zijn. Bij aandacht denk ik ook vooral aan aandacht voor elkaar hebben. Oefenen jullie op school weleens met stil zijn? Hoe gaat dat dan? Alexander: Dat je een minuut stil moet zijn en aan dingen denken. Je moet bijvoorbeeld aan je huis denken: daar moest je in je hoofd naar binnen stappen en vertellen wat je voelde.

Besteed je aandacht aan diversiteit in de samenleving? Zo ja hoe? Of nee: is dat een bewuste keuze? Juf Lennie: Toch te weinig. Het komt zeker aan bod, ook in Hemel en Aarde. Ik merk dat ‘onze’ kinderen vaak verrast reageren op zaken die voor hen niet gewoon zijn. Tijdens de lessen van Hemel en Aarde kun je hier dieper op ingaan.

Hoe blijf jij als leerkracht geïnspireerd? Hoe houd jij je inspiratie in stand? Juf Lennie: Ik word vooral geïnspireerd door cursussen die ik volg. En door mijn collega’s. Welk belang hecht jij aan levensbeschouwing in het basisonderwijs en waarom? Juf Lennie: Toch veel, ik vind het ook leuk om met Hemel en Aarde aan de slag te gaan. Je gaat soms zo diep met de kinderen. Dan zitten we er helemaal in en kijk ik ineens naar de klok en blijkt het al veel later te zijn dan gepland. Het allermooiste is natuurlijk als kinderen echt met elkaar in gesprek gaan en elkaar goed duidelijk kunnen maken waarom ze iets vinden. Met elkaar in gesprek gaan: daar draait het toch uiteindelijk om? Als je al deze dingen niet meer deed, zou je dit dan jammer vinden? Waarom wel of niet? Alexander: Dat zou ik jammer vinden omdat al die dingen leuk zijn. En die mogen niet afgeschaft worden, want het zijn belangrijke feesten die in de Bijbel staan.


Jezelf, de ander en de wereld Levensbeschouwing is te omschrijven als het ontwikkelen van een eigen kijk op het leven, een eigen levensstijl en een persoonlijke grondhouding. Deze drie zaken geven handen en voeten aan de kunst om het leven, jouw leven zin te geven. e eigen levensbeschouwing ontwikkelen begint niet pas als je volwassen wordt, maar vangt aan op het moment dat je gaat reageren op signalen van buitenaf: van je moeder en vader, je broertjes en zusjes, van andere kinderen in de buurt en andere volwassenen die jouw pad kruisen. In die talloze ontmoetingen en interacties met je omgeving ontwikkel je als kind een eigen besef hoe je het leven ervaart, hoe je zou kunnen handelen in concrete situaties en hoe jij graag wilt dat anderen met jou omgaan en jij met hen. Het mooiste voertuig om een dergelijk levensbesef te laten rijpen zijn verhalen. Want verhalen stellen jou als jong mensenkind in staat je voorstellingen te maken van wat een goed leven zou kunnen zijn. Ze stellen je ook in staat om je te identificeren met andere levende mensenkinderen in je buurt, maar ook met kinderen en volwassenen uit tekenfilms, prentenboeken en sterke verhalen uit religieuze tradities.

De mens is een namengever, een meaning-maker, een wezen dat in allerhande situaties probeert zin te ontdekken te midden van heel veel onzin, orde te scheppen in het vaak chaotische dagelijks gebeuren waarin ieder mensenkind opgroeit.

Namen geven

De mens is volgens meerdere levensbeschouwelijke tradities een wezen dat in onderscheid tot andere primaten in staat is afstand te nemen van het leven zoals zich dat aan hem of haar voordoet en betekenis te geven aan alles wat er om hem heen gebeurt. De mens is een namengever, een meaning-maker, een wezen dat in allerhande situaties probeert zin te ontdekken te midden van heel veel onzin, orde te scheppen in het vaak chaotische dagelijks gebeuren waarin ieder mensenkind opgroeit. Verhalen bestaan uit taal. En taal is het symbolisch materiaal waardoor en waarmee mensen zichzelf, hun medemens en de wereld om zich heen leren ontdekken. Taal vat ik daarbij heel breed op. Het gaat om lichaamstaal, beeldtaal, gesproken taal, geschreven taal, de taal van muziek en beweging. Via deze symbooltalen, die ieder kind in iedere generatie zich opnieuw eigen moet maken, kan een mens ook pas zichzelf, andere mensen, andere wezens (engelen, goden, geesten) en de grotere buitenwereld leren kennen en verstaan. Symbooltaal helpt om het eigen levensverhaal langzaam te voorschijn te laten komen. Dezelfde symbooltaal in de vorm van overgeleverde verhalen stelt mensen in staat zich de werkelijkheid voor te stellen, zich met elementen daaruit te identificeren en nieuwe verbindingen te creĂŤren tussen wat hij al kent en nog niet.

Denkbeelden over het begin

De leerlingen van een combinatiegroep 5/6 van de openbare basisschool ’t Holthuus in Huissen lezen elkaar aan het einde van een project Denkbeelden over het begin 1 hun eigen scheppingsverhaal in dichtvorm voor.2 De


ontdekken door verhalen gedichten zijn diepzinnig en brengen verschillende ideeën van de kinderen over ‘het begin’ tot uitdrukking. De klas is rijk versierd met tekeningen en kijkdozen waarin leerlingen een voorstelling maken van hoe de wereld er in de ogen van de schrijvers van scheppingsverhalen uit vroegere culturen uit zag.’

Zin ontdekken

In alle tijden en culturen vertellen mensen elkaar verhalen die antwoord geven op zinvragen als: ‘Waar kom ik vandaan?’ en ‘Hoe is de aarde ontstaan?’. De leerlingen van basisschool ’t Holthuus leerden allereerst hoe ze een verhaal uit een andere tijd en cultuur konden onderzoeken. Ze oefenden gezamenlijk met het scheppingsverhaal in Genesis 1 in de Bijbel. Ze lazen de tekst langzaam en nauwkeurig en markeerden met verschillende kleuren de tekstfragmenten die te maken hadden met de volgende vragen: 1. Hoe zagen de schrijvers de wereld? 2. Hoe is de situatie als het verhaal begint? 3. Welke personen en dieren komen in het verhaal voor? Wat doen ze en wat zeggen ze? 4. Welke woorden worden gebruikt om de schepping te omschrijven?

In alle tijden en culturen vertellen mensen elkaar verhalen die antwoord geven op zinvragen als: ‘Waar kom ik vandaan?’ en ‘Hoe is de aarde ontstaan?’. Door zo gedetailleerd de tekst te analyseren, leerden de leerlingen zich in te leven in de denkbeelden die de schrijvers in hun hoofd hadden bij het vertellen van verhalen. Ze

verdiepten zich ook in vier andere scheppingsverhalen uit Japan, Scandinavië, Zuid-Afrika en Noord-Amerika. De kinderen waren geboeid door de verhalen. Opnieuw lazen de leerlingen het verhaal uit Genesis 1 heel precies en markeerden ze de tekstfragmenten die te maken hadden met de eerste drie vragen over het wereldbeeld van de schrijver, het startpunt van het verhaal en de rol van mens en dier. Aan de hand van deze analyse probeerden ze met de leerlingen uit hun groepje een voorstelling te maken van hoe de wereld er in de ogen van de schrijvers uit zag. Daarna maakten ze in tweetallen een kijkdoos en een tekening van deze voorstelling. Tot slot creëerden de leerlingen een eigen scheppingsverhaal in dichtvorm.

Horizon

Door existentiële vragen te onderzoeken via een dialoog met medeleerlingen en overgeleverde verhalen verruimen leerlingen hun horizon, ontwikkelen ze hun levensvisie en ontdekken zij zin.

Bas van den Berg Lector dynamische identiteitsontwikkeling aan de Marnix Academie in Utrecht. Eindredacteur van Geloof je het zelf!?, levensbeschouwelijke vorming in het primair onderwijs (2007), Bussum: Coutinho. Eén van de ontwerpers van het concept onder de methode Kleur (2009), Amersfoort: Kwintessens. W etenschappelijke doorbraken de klas in! Angst, Grafeen en Denkbeelden over het begin van Marieke Peeters, Winnie Meijker en Roald Verhoeff (red.). 2 Vgl. Elizabeth Rigg ‘Je eigen verhaal creëren, hfst. 9 in B. van den Berg e.a. (2013) Geloof je het zelf!?, levensbeschouwelijke vorming in het basisonderwijs. Bussum: Coutinho. 2e herziene druk. 1


We lijken op elkaar! Uit het leven van een identiteitsbegeleider in de Randstad

n Amsterdam, gedeeltelijk verscholen achter een hek aan een plein met stille bomen, ligt een lokaal. Een heel gewoon lokaal. Niemand zou dan ook kunnen bedenken dat in dat gewone lokaal een ongewone organisatie woont. Hier werken 16 identiteitsbegeleiders gedreven bedreven aan de fundamenten van basisscholen. Zij zetten zich in om levensbeschouwing in talrijke vormen aan de orde te stellen door middel van werkvormen als identiteitsdagen met het team, verhalen vertellen uit allerlei tradities, begeleiding van methodes, opzetten van projecten, ouderochtenden organiseren, et cetera. Ik ben een van die identiteitsbegeleiders, werkzaam op katholieke scholen. Iedere identiteitsbegeleider ontwikkelt

een eigen stijl van werken, aangepast aan de context en de vragen van de school. Op de meeste van mijn scholen is de populatie kinderen zeer gemengd. Humanisten, moslims, christenen, hindoes, boeddhisten e.a. De multiculturele samenleving vindt daar haar kleurrijke weerspiegeling. Essentieel is dat kinderen in aanraking komen met elkaars levensbeschouwingen, erover weten. Niet alleen cognitief maar liefst ook in het wonder van de ontmoeting. Daarbij loop je tegen allerlei zaken op: Een meisje, Vivian, vertelde aan de klas dat haar lievelingsgod Krishna was. Na een nauwkeurige speurtocht nodigden we leden van Hare Krishna uit om, samen met Vivian, te vertellen over Krishna. Later hoorden we dat diverse ouders heel boos waren omdat Hare Krishna niet


thuishoort op een christelijke school. Heel vaak zijn het de volwassenen die het moeilijk vinden om andersgelovigen te ontmoeten. Kinderen staan van nature open voor de geheime bron van een ander. Kranten staan er bol van: geweld tussen verschillende religieuze groeperingen. Ook op school vinden die berichten hun weerslag. Ik ben bezig met een groot project over bevrijding, ook bevrijding van vooroordelen. Na zorgvuldig zoeken hebben we een joodse jongen uitgenodigd die wil vertellen over het verhaal van de bevrijding uit Egypte. Hoe het Mozesverhaal ieder jaar weer wordt verteld totdat alle mensen op de wereld vrij zijn. Chaïm arriveert. Spijkerbroek, blonde krullen, keppel. Onder uit zijn trui komen, duidelijk zichtbaar, de gebedskwastjes. Als hij de klassen binnenstapt verschijnen verraste blikken op de gezichten van kinderen. Ziet een joods iemand er zo uit? Naarmate de les vordert wordt de sfeer geanimeerder, de kinderen vragen honderduit. Spanning maakt plaats voor belangstelling. Als ten slotte Chaïm vraagt of hij de naam van de kinderen in het Hebreeuws zal opschrijven, houdt de klas het niet meer uit en roept: ‘Chaïm, Chaïm!’ Opgetogen laten ze aan elkaar hun in het Hebreeuws geschreven naam zien. Als een popster wordt Chaïm even later door de klas naar de deur gebracht.

Het is Ramadan. Op veel scholen zijn er kinderen die thuis familie zien vasten en soms zelf ook meedoen. Op onze katholieke school vertellen kinderen over hun moeder die vast omdat ze vindt dat ze te dik is, over een pastoor die vertelde over vasten… De vraag ontstaat of er mensen zijn die veel vasten? Ik nodig zuster Anna uit om op de school te komen vertellen over haar leven van vasten. Gekleed in een wit habijt komt ze de klas binnen. Jamila van groep 7 zegt: ‘Een christelijke mevrouw met een djellaba aan.’ Verrast kijkt zuster Anna Jamila aan en vraagt: ‘Vind je hem mooi?’ Ja, nou en of, knikken Jamila en kinderen die erbij zijn komen staan. Als even later zuster Anna aan de doodstille klas vertelt waarom ze koos voor een leven van vasten, soberheid, kun je een speld horen vallen. Een vinger gaat omhoog. Het is weer Jamila: ‘Zuster Anna,’ haar stem klinkt gedecideerd, ‘u lijkt op mij. Ik ben moslima en heb een hoofddoek op, u bent een christen en u hebt ook een hoofddoek op. We lijken op elkaar!’ ‘Ja, we lijken op elkaar,’ beaamt zuster Anna. Een zachte glimlach verlicht haar gelaat. Jamila straalt. Helena Brouwer is identiteitsbegeleider bij Arkade-Cilon


Geef kinderen inspiratie mee voor het leven Wij ondersteunen u graag!

Op zoek naar inspiratie? De identiteit van de school vertalen in onderwijs, een goed leerklimaat en levensbeschouwelijke ontwikkeling van leerlingen?

Samen met Kwintessens. Midden in het onderwijs www.kwintessens.nl/levensbeschouwing www.kwintessens.nl


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.