L
e
e
s
L
a
d d
e
Wiebelkees Liesbeth van der Jagt Illustrator Peter van Harmelen
r
Inhoud Sprookjesprinses
5
Fiets
11
Knijpkat
17
Familiegeheimpjes
23
Spekkies
28
Bal
33
Wel gemakkelijk, zo’n grote zus
41
Lilian weet genoeg
48
Weer snoep voor Kees
54
Opgesloten
61
Waar is Kees?
66
Lilians besluit
71
Sprookjesprinses Het komt door een foutje in zijn hoofd. Daardoor wiebelt Kees als hij loopt. Vaak houdt hij zijn armen wijd, alsof hij een vogel is die ieder ogenblik de lucht in kan vliegen. Deed je dat maar, denkt Lilian. Zweefde je maar weg, hoog boven de auto’s en de fietsen. Dan hoefde ik je niet meer mee te nemen. Dan vloog je gewoon alleen naar huis. Veel veiliger, veel handiger. Maar Kees kan niet vliegen. En Lilian gelooft niet in sprookjes. Ze glipt de klas uit. ‘Lilian!’ Hè, haar vader weer, natuurlijk. Of meester Sander, zoals de andere kinderen van groep zes hem noemen. Lilian mompelt zelf vaak maar wat. Sander, met iets onduidelijks ervoor. Thuis zegt ze gewoon pap. Maar er is niks, helemaal niks aan om bij je vader in de klas te zitten. Ze steekt haar hoofd om de deur. ‘Wat is er?’ ‘Heb je je rekentaak ingeleverd?’ Die heeft ze nota bene net op zijn bureau gelegd! Vlak voor zijn neus. ‘Ja,’ snauwt Lilian. Haar vader kijkt naar de stapel. ‘Sorry, ik zie het. Ga je Kees halen?’ ‘Jaha! Dag!’ Ze ziet het lachende gezicht van Else, nog net voordat ze wegrent. Die pap ook, met zijn gedoe. Als ze nog langer was blijven staan, had hij vast nog meer van die domme dingen gezegd. Groetjes aan mam, of tot straks of zoiets. Lilian grist haar jas van de kapstok. Ze aarzelt, loopt ze 5
binnendoor of buitenom? Kees zit bij de kleuters, aan de andere kant van het gebouw. Buitenom maar, dat gaat het snelst want het is druk in de gangen nu de school net uit is. De deur van de kleutergroep staat open. Kees helpt de juf. Ze zoeken letters uit van een doos die op de grond is gevallen. ‘Kees, kom. Gauw!’ wenkt Lilian. Kees schudt nee. ‘Het is nog niet klaar.’ ‘Ga nu maar,’ zegt juf Ankie. ‘Ik kan het best verder alleen.’ Zuchtend staat Kees op. Hij loopt zijn vogeltjesloop naar de deur, koppie een beetje scheef. Lief, denkt Lilian, veel te lief om te plagen. Maar sommige kinderen zijn nu eenmaal stom. Ze pakt Kees’ hand. ‘Kom maar.’ Samen steken ze het schoolplein over. Bij het hek maakt Kees zich ineens los. ‘Mijn tekening! Ik ben hem vergeten!’ Het heeft geen zin om hem tegen te houden. Lilian kijkt hem na, hoe hij wegloopt. Wankel, maar gelukkig gaat het goed. Intussen speurt ze het plein af. Zijn ze al weg? Dat kan haast nog niet, daarnet waren ze nog in de klas. Of pakken ze hun fietsen? Ze kan het hok niet zien, het is aan de andere kant van de school. Thomas komt er net vandaan. Hij steekt zijn hand op. Lilian zwaait terug en maakt een gebaar: loop je met me mee? Ze hoopt het, hij woont ook in haar straat en met hem erbij... Maar Thomas schudt nee. Lilian ziet het al, Johnny is bij hem. Hij regelt het voetballen en Thomas is een goede keeper. ‘Daar ben ik alweer. Kijk, een sprookjesprinses.’ Kees wappert met zijn tekening. Hij hijgt, voor zijn doen heeft hij hard gelopen. 6
‘Straks,’ zegt Lilian gejaagd. ‘Kom nu maar.’ Ze trekt haar broertje mee. Snel kijkt ze nog even om. Komen ze daar niet naar buiten? ‘Niet hollen, au, au ik val,’ jankt Kees. ‘Zeur niet, ik houd je toch vast?’ Lilian gluurt weer over haar schouder. Ja hoor, daar heb je ze! De twee lopen naar het fietsenhok, pratend en lachend. Ze kijken naar elkaar, niet naar haar en Kees. Boos rukt Kees zich los. ‘Ik wil alleen lopen. Ik ben geen baby meer.’ Los wiebelt hij meer. Los is hij de vogel. Het tekenpapier fladdert mee. Lilian dwingt zichzelf niet meer om te kijken. Er komen fietsers voorbij, een heel stel kinderen uit groep acht. Een auto toetert luid, ze rijden midden op straat. ‘Hoi Lilian! Dag Kees!’ ‘Nan!’ schreeuwt Kees. ‘Kom je met me spelen?’ Nan roept terug. Ze zit achterop bij haar moeder, maar die fietst zo hard dat Nans woorden wegwaaien. ‘Wat zei ze nou?’ vraagt Kees. ‘Weet ik niet. Schiet liever een beetje op,’ zegt Lilian zenuwachtig. ‘Doe ik toch ook,’ moppert Kees. Opeens pakt hij haar hand weer. ‘Ze komen er aan,’ fluistert hij. ‘Gewoon doorlopen. En niks zeggen.’ Vanuit haar ooghoeken ziet Lilian hen voorbijrijden. Else voorop, daarna Carlijn. Píép! Ze staan stil. Kees knijpt Lilians vingers blauw. Lilian knijpt terug, ze klemt haar lippen stijf op elkaar. Ze zijn afgestapt en de brede stoep opgekomen. Elses arm 7
raakt die van Lilian. ‘Wat een braaf, lief zusje heb je toch. Hè Wiebelkees?’ ‘Hoepel op,’ snauwt Lilian. Ze wil weg, opzij, maar Kees kan ook niet verder doordat Carlijn aan de andere kant loopt. Ze zitten klem, ingesloten tussen die twee snertmeiden. Schelden doet geen zeer, denkt Lilian. Waarvoor is ze dan bang? Dat ze Kees iets zullen doen? Ze hebben nog nooit een vinger naar hem uitgestoken. ‘Geef hier!’ gilt Kees ineens. Uitdagend zwaait Carlijn met zijn tekening. ‘Pak hem dan! Pak hem dan!’ Kees springt. Mis! Hij probeert het opnieuw, maar hij valt en blijft huilend op de grond liggen. Woedend rent Lilian op Carlijn af. Ze rukt de tekening uit haar handen. Intussen krabbelt Kees overeind. Zijn gezicht is nat van de tranen. In zijn hand heeft hij een stok. Lilian ziet het. Ze schrikt. Wat is hij van plan? ‘Nee, niet doen!’ roept ze. Het is al te laat. Hard beukt Kees op de spaken van de fiets, op het stuur, tegen Carlijns benen. Carlijn gilt als een varken. ‘Au! Au! Hou op!’ ‘Waarom hou je die klierkop niet tegen, dombo!’ schreeuwt Else tegen Lilian. Ze gooit haar fiets neer en wil Kees pakken, maar hij rent weg, triomfantelijk zwaaiend met zijn stok. ‘We krijgen je nog wel. Jou en dat rare broertje van je,’ zegt Carlijn, terwijl ze over haar zere been wrijft. Als Else wegfietst gaat ze erachteraan. Haar fiets maakt een raar, slepend geluid.
8
L
e
e
s
L
a
d d
e
r
-boeken bevorderen het leesplezier bij kinderen. Leuke verhalen helpen spelenderwijs het leesniveau te verbeteren. Het niveau van het boek is zichtbaar op het logo: een kind onder aan de ladder is een beginnende lezer, op M3-E3 niveau. De eerste tree is voor kinderen met leesniveau M4-M5. De volgende stap is voor niveau E5-M6 en het kind bovenin is een gevorderde lezer: niveau E6-M7 en E7-Plus.
Wiebelkees, zo noemen ze hem. Kees wiebelt als hij loopt, daarom houdt hij vaak zijn armen wijd. Net als een vogel die weg wil vliegen. Het komt door een foutje in zijn hoofd. Maar hij wordt er om gepest. Lilian, het zusje van Kees, wordt erg boos als Kees weer eens wordt uitgescholden door Else en Carlijn. Dit keer slaat Kees er met een stok op los. Carlijn eist dat de schade aan haar fiets wordt vergoed. Betalen? Lilian dĂŠnkt er niet aan! Else en Carlijn worden steeds gemener. Zelfs Kees laten ze niet met rust. De ruzie loopt steeds hoger op. Zal het uitkomen wat er echt is gebeurd? En kunnen Else en Carlijn hun straf nog ontlopen?
Bestelnummer 5118