LAD-magazine nummer 8, december 2014

Page 1

Magazine LAD en de nieuwe Federatie

Cao voor apothekers?

Gezondheidscentra bedreigd

Dokters zijn nooit ziek?

Nummer 8 - December 2014 Kwartaalmagazine van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD)


Werk/privé

Veranderend verbeteren Veranderen en verandering. Ik vind het riskante woorden, die slechts aanduiden dat iets ‘anders’ wordt. Terwijl iedereen natuurlijk wil dat het, door dat andere, dan ook beter wordt. In de gezondheidszorg zijn deze begrippen heel populair. Zoals bij de transities in onze sector, die naar mijn mening gevaar opleveren voor de kwaliteit en continuïteit van dienstverlening. Niét beter, wél anders.

8 Minder ruimte voor gezeur Oscar van Waes (43) is traumachirurg. Hij werkt in het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, als MMT-arts op de Lifeliner 2 en als reservist militair chirurg (luitenant-kolonel) bij Defensie.

Onze vereniging wil met een nieuwe struc­ tuur de betrokkenheid van leden bij de doelen en activiteiten vergroten. Vandaar de moge­lijkheid om vanuit diverse kies­ groepen een afgevaardigde naar voren te schuiven. Dat is in elk geval beter! Dit is ook ons pers­pectief in de samen­wer­king met bijvoor­beeld Federatie Medisch Specialisten en KAMG. En over een maand als ik namens de LAD gastheer ben van de EJD-collega’s van ‘het Europese aios-bestuur’. Voor meer cohesie binnen Europa. Bij dezen wens ik u alvast, thuis en op ’t werk, een jaar 2015 met een positief saldo van ‘veranderend verbeteren.’ Onszelf wens ik toe dat cao-onderhandelingen dan beslist constructiever zijn en korter duren. En ook graag minder riskante woorden…. Christiaan Keijzer, voorzitter LAD

lad magazine | 2

14 Een cao voor de apothekers Rob Koster (LAD) en Madelinde Vaane-Boot (VJA, Vereniging van Jonge Apothekers) hebben de afgelopen tijd intensief samengewerkt. Dat deden ze in het kader van een traject dat moest leiden tot een cao voor de apo­ thekers.


Wist u dat...

4 LAD en de nieuwe Federatie

Christiaan Keijzer (voorzitter LAD) en Frank de Grave (voorzitter Orde van Medisch Specialisten en nieuwe federatie) staan allebei voor de belangen van hun organisatie maar ook voor gezamenlijk optrekken. Podium

6 De psychische belasting van (extra) euthanasie(ver­ zoeken) wordt onderschat Wat doet euthanasie met artsen? Zeker binnen teams waarin gewetensbezwaarden zijn en er dus meer verzoeken op iemand afkomen.

10 Gezondheidscentra bedreigd in hun bestaan Al een paar jaar is er discussie over de AHG (Arbeidsvoorwaardenregeling Huisartsen in Gezondheidscentra). De huisartsen vinden dat ze recht hebben op een betere betaling. De werk­ gevers zeggen dat er gewoon niet meer geld is. Reconstructie

12 Opzegging arbeids­over­ eenkomst tijdens ziekte Een LAD-lid wordt ziek en moet tijdelijk zijn werk stoppen. In overleg met de bedrijfsarts hervat hij stapje voor stapje zijn werk. Dat valt hem zwaar en hij functioneert nog niet meteen als vroeger. Zijn werkgever geeft na ongeveer een jaar ziekte aan dat hij de arbeidsovereenkomst wil opzeggen uit ontevredenheid over het functioneren van de werk­nemer. Column

13 Productieneutraliteit 16 Dokters zijn nooit ziek? De vragenlijst ‘Gezond werken in de zorg’ werd ingevuld door meer dan 10.000 zorgprofessionals. Aanleiding voor het onderzoek was dat mensen uit de zorg bijna twee keer zo veel fysiotherapie nodig hebben. Maar ook meer dan gemiddeld psychische zorg.

18 Het bureau in beeld

1991 Acties assistent-geneeskundigen Ziekenhuis Leyenburg Den Haag.

Van ‘hulpgeneesheren’ en werktijden die voorbijgaan Den Haag, 11 maart 1991. De artsen in opleiding (agio’s) die werken in het toenmalige Leyenburg, een gemeentelijk ziekenhuis, demonstreren voor het Haagse stadhuis. Een agio noemen we bijna 25 jaar later aios en het ziekenhuis is een van de partners die ruim tien jaar geleden fuseer­ den tot het Haga Ziekenhuis. LAD en assistenten-vereniging VAGZL voeren eendrachtig actie. Waarom? Het zijn de jaren van pittige inspanningen om tot normale(re) werktijden voor artsen in opleiding te komen. Nu niet meer voor te stellen, maar er was nog geen wettelijke regeling voor de werk- en rusttijden van deze collega’s. Voor het Leyenburg lag de situatie wat anders, vanwege de gemeentelijke rechtspositieregeling. Tot en met de Hoge Raad bleef de eis van de assistenten fier overeind - ook voor ons geldt de 38-urige werkweek. Toch drukt B&W door: de werkweken van de Haagse ‘hulp­ geneesheren’ worden opgerekt tot 50 uur.

Lukt prima De wethouder van ’s Gravenhage (tevens voorzitter van de raad van toezicht van het ziekenhuis!) stelt ‘niet voorop te willen lopen bij het oplos­sen van de problematiek van extreem lange werkweken’. Nou, dat lukt hem prima. In het LAD-Bulletin van maart 1991 wordt geschreven: ‘Deze ambtsdrager is geen voorloper en staat ook niet stil; hij loopt ge­ woon achteruit’. Najaar 2014. De arbeidstijdenwetgeving heeft meer duidelijk gebracht in de regulering van werktijden. Een aios mag niet meer werkend dan 48 uur per week. De meeste aandacht gaat nu uit naar roostering, correcte toepassing en naleving van de op zich heldere regels. Dat is niet altijd even simpel. Dus blijft het goed om alert te blijven. Want ook op EU-niveau zijn er geluiden over het morrelen aan verworvenheden. Zoals laatst in Parijs naar voren kwam tijdens een bijeenkomst van Europese artsen in dienst­ verband. Evenals in 1991, én in de tussenliggende tijd, zitten de mensen van de LAD op het vinkentouw. Zoals de achterban dat mag verwachten. Van echte belangenbehartigers, door de jaren heen…. December 2014 | 3


Tekst Sonja Huising Fotografie Maarten Laupman

LAD trekt gezamenlijk op met nieuwe Federatie Medisch Specialisten Christiaan Keijzer (voorzitter LAD) en Frank de Grave (voorzitter Orde van Medisch Specialisten en nieuwe federatie) staan allebei voor de belangen van hun organisatie maar ook voor gezamenlijk optrekken. Zeker nu de nieuwe Federatie Medisch Specialisten per 1 januari 2015 een feit is. Het waarom lichten ze toe...

W

aarom komt er een federatie? Frank de Grave kan goed uit de voeten met die vraag. “Soms zijn er invloeden van buitenaf nodig om een beweging in gang te zetten. In mijn begintijd als voorzitter van de OMS kreeg ik vaak te horen dat het beeld van de medisch specialisten diffuus is. Naast de Orde bestaat de LAD en dan zijn er ook nog 32 wetenschappelijke verenigingen. Daardoor waren er verschillende geluiden te horen. Dat kunnen we ons als medisch specialisten, zeker in deze tijd van grote ver­anderingen, niet (meer) veroorloven. De overheid, de politiek, de zorgverzekeraars, de zieken­huizen en de patiënten willen zaken kunnen doen met dé specialist.

Er waren teveel geluiden rond de medisch specialist; en die waren tegenstrijdig en soms nog onder­ ling vijandig ook Om die reden zijn er veranderingen door­ gevoerd. We hebben een synergietraject doorlopen met de wetenschappelijke vereni­gingen. Het was nodig meer gezamen­ lijk te gaan optrekken, maar ook de ver­ houdingen te verhelderen. Meer dan de helft van de leden van de Raad Kwaliteit bijvoorbeeld is geen lid van de Orde. Dat komt omdat ze benoemd zijn door de wetenschappelijke verenigingen. Zo’n situatie kan in het nieuwe model niet meer voorkomen, wat van­uit het perspectief van governance een goede zaak is.

Effectiever

Maar de vorming van de nieuwe federatie maakt vooral dat we effectiever kunnen zijn, dat de belangenbehartiging meer gestroom­ lijnd is. Natuurlijk blijven er verschillen. Het maakt uit of je als specialist wel of niet in loon­dienst werkt, of je in een umc actief bent of in een algemeen ziekenhuis. En ook op het gebied van opleidingen en kwaliteit kun je voor een deel uiteenlopende lad magazine | 4

opvattingen heb­ben. Ik hoef, geloof ik, niet toe te lichten dat de ruim 18.000 medisch specialisten in dit land allemaal een mening hebben. Maar binnen de nieuwe federatie gaan we gezamenlijk tot standpunten komen. Alleen op die manier pakken we de kans om (nog beter) positie in te nemen.”

Nu is het zoals het hoort: één geluid naar buiten, discussie binnenshuis; compromissen sluiten is the name of the game Rol LAD

Christiaan Keijzer: “De LAD is altijd al in gesprek geweest met de OMS, rechtstreeks en via het federatiebestuur van de KNMG. Van oudsher behartigt de LAD de arbeids­ voorwaardelijke belangen van de beroeps­ groep en was er ‘concurrentie’ met de Orde. Er is de nodige strijd gevoerd, tot kort ge­ dingen aan toe. Die kun je als LAD dan wel winnen, maar goed voor de ver­hou­dingen is het niet. We bereiken meer met ge­zamenlijk optrekken. Een goed voor­­­beeld daarvan is de nieuwe Arbeids­voor­waarden­regeling Medisch Specialisten (AMS).


Federatie Medisch Specialisten/LAD • • •

de wetenschappelijke verenigingen zijn de leden van de Federatie de individuele artsen zijn lid van hun vereniging en daarmee aangesloten bij de Federatie de individuele artsen die in dienst­verband werken worden automatisch ook lid van de LAD

Christiaan Keijzer en Frank de Grave.

De LAD doet belangrijk werk aan de cao-onderhandelingstafels en in instellingen; de Federatie houdt zich bezig met vraagstukken die elders -onder meer in het gesprek met de overheid- aandacht vragen, zoals kwaliteit en wetgeving De LAD heeft van het begin af aan mee­ gewerkt aan de vorming van de nieuwe fede­ratie. We zijn er natuurlijk voor de be­langen van alle artsen die in loondienst werken maar de medisch specialisten zijn onze grootste ledengroep. Om iedereen recht te doen is een heldere constructie nodig. De wetenschappelijke verenigingen worden lid van de Federatie Medisch Specia­listen. De individuele artsen zijn lid van hun vereniging en daarmee aangesloten bij de Federatie. De collega’s die in dienst­ verband werken worden automatisch ook lid van de LAD. De uniforme uitstraling naar buiten komt van de Federatie. De LAD gaat voor de beroepsbelangen aan de onder­ hande­lingstafel. En het nieuwe Kennis - en Dienstverleningscentrum (KDC), van LAD en Federatie gezamenlijk, is er voor alle dokters.

Kennis- en Dienstverleningscentrum

Het ontstaan van het KDC is volgens de voor­­zitters niet meer dan logisch. De dienst­­ verlening werd tot nu toe voor een deel dub­bel gedaan en daarbij zijn over en weer beelden ontstaan die niet constructief waren. Samenwerken maakt het mogelijk de kwali­ teit van de individuele dienstverlening te verhogen en efficiënter te werken. De ju­risten van beide organisaties hebben ver­schil­lende expertises die nu allemaal in te zetten zijn.

Verantwoordelijkheid nemen in de praktijk

“De landelijke ontwikkelingen sluiten inder­­daad aan bij de praktijk en kun je zien als een soort codificatie. De medische staf van een ziekenhuis is samengesteld uit vrijgevestigde specialisten en specialisten die in loondienst werken. Maar in het gesprek met de raad van bestuur is er één geluid, doet ‘de signatuur’ er niet toe. De integrale tarieven hebben daaraan bijge­ dragen, maar ook de veranderende fiscali­ teit voor de vrijgevestigde artsen. Je ziet, in de aanloop naar 1 januari 2015, ook samen­werkingsmodellen ontstaan waarin alle artsen van een ziekenhuis mee gaan investeren in het medisch bedrijf”, aldus de voorzitter van de OMS.

Artsen moeten meedenken en -werken aan de ontwikkelingen in de organisatie waar ze werken; dat hoort bij hun positie als medisch eindverantwoordelijke én bij hun salaris Christiaan Keijzer: “Met de nieuwe AMS hebben we ook bewust gestuurd op een bredere verantwoordelijkheid van artsen binnen de organisatie waar zij werken. Soms is daar kritiek op, maar het is van deze tijd. Artsen denken en werken mee als het gaat om beleidsvorming en bepaling van randvoorwaarden. Dat voorkomt ook dat medische professionals straks alleen uitvoerend bezig zijn. Artsen zijn over het algemeen niet van nature bezig met managementinformatie en bestuurlijke processen. Vandaar ook dat we daar vanuit de LAD en de OMS ondersteuning bij aanbieden.”

December 2014 | 5


Podium

De psychische belasting van (extra) euthanasie (-verzoeken) wordt onderschat

Wat doet euthanasie met artsen? Zeker binnen teams waarin gewetensbezwaarden zijn en er dus meer verzoeken op iemand afkomen. Dat vroeg een van de redactieleden zich af. Drie meningen…

46% Poll

46% eens 29% oneens 25% geen mening

De LAD wil graag weten wat haar leden vinden. Voor elke stelling die we in de rubriek ‘Podium’ poneren, zetten we vanaf nu een poll op de homepage van de LAD-website. Geef uw mening!

lad magazine | 6


Tekst Sonja Huising Illustratie Ronald Slabbers

Frans Bollen SCEN-arts en oud-huisarts

“Die psychische belasting is er, ontegen­ zeggelijk. Als huisarts en als SCEN-arts heb ik dat ervaren. In situaties waarin er collega’s zijn die geen euthanasie willen uitvoeren is dat niet alleen bezwarend voor collega’s maar ook voor de patiënt. Zeker als alternatieve mogelijkheden niet geregeld zijn, zoals het inschakelen van een andere huisarts. En een collega benaderen vindt men toch lastig. Het lijkt wel of artsen daar niet zo goed mee om kunnen gaan. Vaak denken ze ook dat dan de zorg helemaal overgedragen moet worden maar dat hoeft niet: het is ook mogelijk om alleen het euthanasieverzoek over te nemen. Niet alleen huisartsen zijn zoekende. Ik heb meegemaakt dat artsen in het zieken­huis patiënten aanmoedigen naar huis te gaan naar aanleiding van een euthanasieverzoek dat ze zelf niet kun­nen of willen honoreren. Wettelijk is het mogelijk dat de eigen huisarts de euthanasie van zijn of haar patiënt uit­ voert in het ziekenhuis. Uiteindelijk gaat het om heldere afspraken en open met elkaar als artsen communiceren. Ook bijvoorbeeld als een nieuwe collega de huisartsenpraktijk of maatschap binnen­ komt. Bespreek vooraf met elkaar hoe iedereen erin staat. Dat soort zaken zouden in de opleiding meer ruimte moeten krijgen.”

Judith Ruchti specialist ouderengeneeskunde

“Ja, ik denk dat het effect van die (extra) verzoeken op artsen niet op waarde wordt geschat door de samenleving. Ik vind dat mensen soms wel heel gemakkelijk over euthanasie denken: het is een recht! Dat is natuurlijk niet zo. Het is de arts die moet afwegen of de euthanasie wel of niet kan worden uitgevoerd. Collega’s spreken daar onderling goed over en weten ook waar ze het over hebben. Je bent tenslotte toch opgeleid om te genezen en het lijden te verzachten. Dat maakt euthanasie een groot thema en een zware verant­woorde­ lijkheid. Soms is het ook niet mogelijk om op een verzoek in te gaan, bijvoorbeeld als bij een wilsonbekwaam geworden patiënt de schriftelijke wilsverklaring ontbreekt. Ik herken de situatie waarin artsen aan­ geven niet op euthanasieverzoeken in te willen gaan, vanwege emotionele of principiële redenen. Dat maakt het voor collega’s zwaarder. Die kunnen dat vaak dan ook niet delen. Terwijl dat wel helpt. Bijvoor­beeld sparren met iemand over de aanpak van het traject of met een arts die het zelf heeft meegemaakt. Doe ik er goed aan, ben ik zorgvuldig genoeg geweest? Dat zijn vragen die leven. Bij voorkeur be­ spreek je die onderling. Daarmee stel je je ook toetsbaar op.”

Pieter Tamminga neonatoloog

“Over levensbeëindiging bij pasge­bore­nen is veel te doen geweest. Het kan eigen­ lijk alleen aan de orde zijn als er sprake is van ondraaglijk en uit­zicht­loos lijden. De patiëntjes in de kinder­geneeskunde zijn wilsonbekwaam, in elk geval tot hun twaalfde. Voor wat betreft het al dan niet doorgaan met een behandeling moeten we als artsen een inschatting maken van de levens­verwachting en afwegen of er sprake is van kansloos of zinloos medisch han­delen. Bij dat laatste gaat het om de vraag of de kwaliteit van leven in de toe­ komst acceptabel zal zijn en het belang van het kind gediend is met verder door­ behandelen. Als het gaat om de psychische belasting is het voor mij heel belangrijk dat ik werk in een multidisciplinair team. Alle betrok­ ken specialisten zitten dan bij elkaar; we kunnen overleggen en samen afwegingen maken. Vrijwel altijd komen we op een gezamenlijke lijn uit. Soms vraagt dat even tijd of halen we nog een second opinion op. Dat geldt ook voor het ‘meenemen’ van de ouders. Ook met hen bereiken we in de meeste gevallen over­eenstemming. Daarbij roepen we nog weleens de hulp in van een dominee of een imam. Het is zwaar om te besluiten niet te han­ delen, om een kind dood te zien gaan en de pijn van ouders, broertjes en zusjes waar te nemen. Ik hou ’t regelmatig ook niet droog. Maar het feit dat je als col­ lega’s samen optrekt maakt dat je kunt delen. Dat maakt het hanteerbaar.” December 2014 | 7


Werk/privĂŠ

Tekst Linda Zoon/Sonja Huising Fotografie Corneel de Wilde

Chirurgie is ontstaan op het slagveld, traumachirurgie is een deelspecialisme binnen het vak. Wij doen dit werk elke dag en de patiĂŤnt heeft daar baat bij. Trauma is niet planbaar, in tegenstelling tot andere specialismen. Maar het is ook een ziekte van de toekomst. Als je straks minder makkelijk doodgaat aan kanker, kun je nog wel een dodelijk ongeluk krijgen. lad magazine | 8


De situatie: Oscar van Waes (43) is traumachirurg. Hij werkt in het Erasmus Medisch Centrum Rotterdam, als MMT-arts op de Lifeliner 2 en als reservist militair chirurg (luitenant-kolonel) bij Defensie.

Minder ruimte voor gezeur Tien jaar geleden was trauma nog doodsoorzaak nummer 9. Nu is dat -wereldwijd- nummer 3. En toch is het heel moeilijk om voor het vak­gebied geld los te krijgen voor onderzoek. Tijdens zijn studie geneeskunde in Utrecht raakte Oscar geïnteresseerd in de trauma­ chirurgie. Hij liep coschappen en deed onder­­zoek op allerlei plekken in de wereld. In het Harbourview Medical Center in Seattle bijvoorbeeld (onderzoek bekkenfracturen en vaatletsel). En in Innsbruck en Boedapest liep hij co-schappen. Een fellowship in Kaapstad was gericht op steek- en schot­ wonden.

Situatie snel inschatten en handelen

“Wat mij trekt in de traumachirurgie is dat je, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de oncologische chirurgie, snel een plan moet maken en moet handelen. Zeker bij een ernstig gewonde patiënt. Je ziet ook meteen resultaat. Als het goed gaat, kan een groot deel van de patiënten toch min of meer terug naar de situatie waar ze uitkwamen. Dat maakt het dankbaar werk.” Het Erasmus Universitair Medisch Centrum Rotterdam is een level 1-traumacentrum dat 24 uur per dag zware traumapatiënten kan opvangen. Oscar maakt ook deel uit van het (H)MTT (Heli Mobiel Medisch Team). “Het werk op de heli heeft weinig met opereren te maken, maar zoals een oncologisch chirurg kennis nodig heeft van de histopathologie is het voor de traumachirurg belangrijk de situatie op straat te zien. Dat is in feite ons laboratorium. Ik neem waar hoe mensen het

in de pre-hospitale fase maken. Dat geeft veel beter inzicht dan wanneer je patiënten krijgt aangereikt. Daarnaast fungeren we vaak ook als ‘ongevalsmanager’. Dat kan betekenen dat je de brandweer adviseert over hoe iemand uit een auto te knippen.”

Situaties met dode of verwaar­ loos­de kinderen vind ik lastiger dan situaties met volwassen patiënten; als er kinderen in het spel zijn komt dat dichtbij mijn eigen gezinssituatie Fysieke en psychische belasting

In vergelijking met andere deelspecialismen binnen de chirurgie is de nachtbelasting van de traumachirurg groot. Daarnaast moet een MMT-arts zich op ongevalslocaties soms letterlijk in rare bochten wringen om patiënten te helpen. Toch valt de licha­ me­lijke belasting volgens Oscar mee. “Als je basisconditie goed is, je een normaal postuur hebt en twee handen en ogen moet het lukken. Psychische belas­ting is een glijden­de schaal, het wordt langzamerhand deel van je werk. Net als het debriefen dat we als team (arts, verpleeg­kundige, piloot) heel consequent doen, bij voorkeur samen met de andere hulp­diensten.”

Defensie

Oscar is in dienst bij het umc in Rotterdam en is van daaruit per anderhalf jaar vier maand­en beschikbaar voor Defensie. Hij ging zes keer naar Afghanistan. “Je tekent voor een ‘calculated risk’. Maar ik heb tijdens het opereren weleens dekking moeten zoeken. Het werk zelf is niet zo heel anders dan in Rotterdam. Je kunt, zeker in een oorlog die al een tijdje gaande is, als het ware werkzaam zijn in een goed geoutil­ leerd internationaal ziekenhuis. Maar soms opereer je ook -als enige chirurg en met 45 graden in de schaduw- in een kleiner veldhospitaal. Dat vraagt fysiek het nodige. Wat ik moeilijk vind, zijn de (on)mogelijk­ heden om de lokale bevolking te helpen. Je kunt wel opereren, maar er is geen nazorg en dan is het soms beter het niet te doen. Maar ook het feit dat je afwegingen maakt over de kwaliteit van leven. Wat is die voor een Amerikaanse soldaat zonder armen, benen en scrotum die naar huis gevlogen wordt?”

Bewuster

De 43-jarige traumachirurg vindt zichzelf in het dagelijks leven niet oplettender dan anderen. “Maar ik leef, denk ik, wel bewuster. Ik merk dat ik, bijvoorbeeld op een feestje, weinig zin heb in gezeur.”

December 2014 | 9


Gezondheidscentra bedreigd in hun bestaan Carine den Boer maakt zich grote zorgen. Het gezondheidscentrum waar ze werkt ver­keert in zwaar weer. Dat wordt onder meer duidelijk door het feit dat alleen waar­ ne­mers of collega’s die aan het begin of het eind van hun loopbaan staan zich aan het centrum willen verbinden. De belangrijkste reden daarvoor lijkt de combinatie van de zware patiëntengroep en het salarisniveau te zijn. Die situatie heeft gevolgen voor de continuïteit en kwaliteit van zorg. “Som­mige gezondheidscentra hebben het mak­kelijker doordat de verzekeraar in hun regio bereid is bij te springen met zogenaamde GEZgelden (Geïntegreerde Eerstelijnszorg). Maar bij ons is VGZ in beeld en die is niet royaal.

Het lukte ons heel lang niet hier een vaste collega te krijgen; we werken hard, hebben te maken met een moeilijke populatie uit een achterstandswijk en krijgen te weinig betaald Van oudsher werden de gezondheidscentra gesubsidieerd. Als huisarts wilde je daar graag werken. Je trok op met andere zorg­ profes­sionals en verbond je met de wijk. Dat was nieuw, je bouwde mee aan de zorg van de toekomst. Dit plaatje lijkt overigens heel erg op wat we nu met de transities beogen.

Een roepende in de woestijn

Ik moet constateren dat dat nu wel anders is. We worden als losers gezien. Onze lad magazine | 10

ar­beids­­­­voorwaarden dateren van 11 jaar geleden. Sinds die tijd is er veel veranderd. De prak­tijk­­grootte is -conform landelijke af­spraken- van 2.350 naar 2.186 patiënten ge­gaan en het inkomen van de huisarts ging om­hoog. Maar niet voor ons.

Het is wrang te merken dat in een tijd van stimulering van multi­ disciplinaire samenwerking, de zorgverzekeraars goed lopende gezondheidscentra afknijpen Ik heb brieven geschreven aan tal van or­ga­ ni­­­saties en gepubliceerd in Medisch Contact, maar dat heeft niets geholpen. Sinds een paar jaar draai ik mee in het LAD-team dat gesprekken voert met de werk­ge­vers, die overigens per 1 januari 2015 de Cao Ge­zond­­ heidscentra hebben opgezegd. Maar ook die inspanningen lijken niet veel op te leveren.” Volgens Carine den Boer moeten de werk­ gevers en hun koepelorganisatie (InEen)

Carine den Boer Huisarts in Gezondheids­­ centrum Kersenboogerd in Hoorn

zich sterker voor de gezondheids­centra inzet­ten en proberen bij de zorgverzekeraars extra gelden los te krijgen. Ook zijn zij de aan­­gewezen partij om de problemen hoger bij de overheid op de agenda te krijgen.

Cijfers - een huisarts die in een gezondheidcentrum werkt: • verdient bruto 40 euro per maand meer dan een huisarts in dienst van een huisarts (hidha) terwijl er een groot verschil is in verantwoordelijkheden • verdient 88.000 euro bruto per jaar en een gemiddelde praktijkhouder rond de 150.000 euro; de praktijkhouder moet nog wel kosten maken voor pensioen en arbeidsongeschiktheid maar heeft daarbij de fiscale voordelen van een ondernemer


Tekst Sonja Huising Fotografie Corneel de Wilde

Al een paar jaar is er discussie over de AHG (Arbeidsvoorwaardenregeling Huisartsen in Gezondheidscentra). De huisartsen vinden dat ze recht hebben op een betere betaling, zeker als je hun werk vergelijkt met dat van collega-huisartsen. De werkgevers zeggen dat er gewoon niet meer geld is. Een gesprek met Carine den Boer (huisarts in Gezondheidscentrum Kersenboogerd in Hoorn) en Cees Pel (raad van bestuur van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra (SAG) en voor een dag in de week werkzaam als huisarts in een gezondheidscentrum).

Anders is de toekomst van de gezond­heids­ centra volgens haar niet veilig te stellen.

Het perspectief van de werkgevers

Cees Pel: “De discussie is hoog opgelopen, dat klopt. De werkgevers willen iets anders dan de huidige AHG. Er is een aantal zaken die je daarbij in ogenschouw moet nemen. Bijvoorbeeld het feit dat er tegengestelde belangen zijn. Zo is er discussie over de hoe­­veelheid uren die bij een bepaalde aan­ stelling horen, zowel bij een fulltime als een parttime dienstverband.

De NZa hanteert een norm­ inkomen voor huisartsen van 126.000 euro; binnen de SAG rekenen we met 124.850 euro voor een fulltime werkende huisarts; daarbij gaat het om salaris én werkgeverslasten die een vrijgevestigd huisarts overigens ook heeft En natuurlijk is er de kwestie van het salaris. Het inkomen van een huisarts die werkt in een gezondheidscentrum moet goed zijn. Dat geldt overigens voor alle zorgprofessionals die er werken. Het norm­­­inkomen, zoals de Nederlandse Zorg­autori­teit (NZa) dat heeft vastgesteld, moet het uitgangspunt zijn. Er wordt conform de Cao Gezondheidscentra betaald, maar daar­bij is het uitgangspunt de combi­natie van bruto­salaris en werk­ gevers­lasten. En bovendien moet er dan ook

een pas­sen­de productie worden geleverd. Die ligt in ge­zond­heidscentra beduidend lager dan bij vrij­gevestigde huisartsen. Daar zit het grote knel­punt. Zolang de zorgverzekeraars niet bereid zijn te betalen voor een beter product en onder­kennen dat de gezondheidscentra een andere populatie bedienen, blijft het lastig.

Natuurlijk zijn we continu in overleg met de zorgverzekeraar; maar iedere zorgaanbieder herkent het mechanisme van ‘tekenen bij het kruisje’ als het op onder­handelen aankomt dus de 2,5% ruimte die er zou zijn, komt voor ons niet in beeld

Cees Pel Raad van Bestuur van de Stichting Amsterdamse Gezondheidscentra [SAG]

Toekomst voor de gezondheidscentra

De financiering van de gezondheidscentra staat inderdaad onder druk. Ons gezond­ heids­centrum Slotermeer bijvoorbeeld staat in een achterstandswijk. Dat betekent dat ik voor 3.500 van de 4.000 patiënten extra geld krijg. 6,52 euro per persoon, om precies te zijn. Met de 23.000 euro die dat oplevert, kan ik nog niet eens een extra dokters­assistente inzetten. We praten hier over een patiëntenpopulatie waar­­­­in veel fysieke, psychische en maat­schap­­­pe­lijke problematiek voorkomt. En dan pro­ble­ma­ tiseer ik nog maar niet dat die extra gelden van de verzekeraars per 1 januari 2016 niet meer binnen komen. Want als ik me dat realiseer, zie ik faillisse­menten voor me.”

De wensen van de huisartsen

• • •

een marktconform salaris het mee laten tellen van alle inkomsten die de huisartsen genereren voor hun productie meer medisch inhoudelijke invloed van de huisartsen op het beleid en de randvoor­waarden van het gezondheids-­ centrum

December 2014 | 11


Reconstructie

Tekst Ingrid van Kinschot-Kleinschmidt

Opzegging arbeids­over­ eenkomst tijdens ziekte

Tips 1

Oordeelt de bedrijfsarts dat u uw werkzaamheden geheel of gedeeltelijk kunt hervatten en bent u het hier niet mee eens? Vraag een deskundigenoordeel aan bij het UWV.

2

Werk goed mee aan uw reintegratie. Doet u dit niet, of weigert u passende arbeid dan kan de werkgever de gehele loondoorbetaling stopzetten

3

Niet alleen u moet meewerken aan uw integratie, ook uw werkgever heeft hierin verplichtingen.

2

is het aantal jaar ziekte waarbinnen de werkgever uw arbeidsovereenkomst niet kan beëindigen.

lad magazine | 12

Een LAD-lid wordt ziek en moet tijdelijk zijn werk stoppen. In overleg met de bedrijfsarts hervat hij stapje voor stapje zijn werk. Dat valt hem zwaar en hij functioneert nog niet meteen als vroeger. Zijn werkgever geeft na ongeveer een jaar ziekte aan dat hij de arbeidsovereenkomst wil opzeggen uit ontevredenheid over het functioneren van de werk­ nemer. Volgens de werkgever gaat het om disfunctioneren dat al speelde voor de ziekte. Kan dit? Een arts werkt al geruime tijd bij zijn huidige werkgever. Zijn functioneren heeft nooit ter discussie gestaan. De werk­nemer wordt ziek en krijgt medicijnen voor­geschreven die zware bijwerkingen geven. Hij is hier­door ge­noodzaakt zijn werk tijdelijk te stop­pen. In overleg met de bedrijfs­arts hervat hij ge­deel­ telijk zijn werk. Na onge­veer een jaar ziekte wil de werkgever de arbeids­over­een­komst beëindigen. Hij zegt al tijden on­te­vre­den te zijn over het functioneren van de arts. Die meldt zich bij de juristen van de LAD.

Re-integratieproces

Werkgever en werknemer moeten zich beiden inzetten voor de re-integratie van de werknemer. Het uiteindelijke doel is terug­keer in de eigen functie. Als een werk­ nemer zijn eigen werkzaamheden (nog) niet kan doen, moet gekeken worden of de werknemer andere passende werk­zaam­ heden binnen de organisatie kan verrichten. Is terugkeer in de eigen functie niet mogelijk, dan richt de re-integratie zich op het vinden van passend werk bij de eigen of een andere werkgever.

Opzegverbod

De werknemer is op het moment dat hij contact zoekt met de LAD weer gedeeltelijk aan het werk en ongeveer één jaar ziek. Opzeggen van de arbeidsovereenkomst mag de werkgever echter niet. De jurist legt uit dat dit niet kan tijdens de eerste twee jaren van ziekte. Wil de werkgever de arbeidsovereenkomst toch beëindigen dan zal hij een ont­bindings­­­ verzoek bij de kantonrechter moeten indienen. De kantonrechter zal de over­­een­ komst van een zieke werknemer in zo’n situatie echter niet snel ontbinden. Een beroep op disfunctioneren tijdens ziekte, zonder dat de werknemer voorafgaand aan de ziekte­periode op zijn functioneren is aan­­gesproken, wordt vrijwel nooit gehono­ reerd.

Advies

De jurist van de LAD stelt de arts voor om namens hem in contact te treden met de werkgever en duidelijk te maken dat deze de overeenkomst nog niet kan opzeggen, de arts de ruimte en de kans moet krijgen te onderzoeken hoever hij kan komen in het re-integratieproces en te benadrukken dat hij van de werkgever alle medewerking verwacht bij zijn re-integratie. Er volgt een gesprek met de werkgever. Aan het eind van het gesprek is het ontslag van de baan en spreken partijen uit dat zij zich zullen inzetten voor de re-integratie van de werknemer. > LAD.NL/PUBLICATIES Vragen over ziekte en re-integratie? Neem contact op met onze juristen Individuele Rechtshulp of bekijk de twee nieuwe folders over ziekte en re-integratie op de website onder de button ‘Publicaties’.


Productie­ neutraliteit

Column

U heeft vast weleens de term ‘productieneutraal’ horen vallen. En dan ging het waarschijnlijk om arts-assistenten in de periferie. Volgens mij heeft iedereen daarbij iets anders in gedachten. Ik zie bij dat woord een fabriek voor me met een lopende band. En aan die band staat productiemedewerker A liesbreuken te breien, glucoses en schildklierhormonen op te schrijven, cataracten te knallen, heupen te rammen, carpale tunnels te pluggen, gas te geven of foto’s te schuiven. Marten de Weyde is ervarings­deskundig als student, coassistent, agnio en aios. Hij heeft de academie verkend en zich diep in de periferie bevonden. Hij is geprezen, afgezeken, uitgebuit, herrezen, aangemoedigd en in staat gebleken tot het draaien van ongekende productie. Onder zijn collegae bevonden en bevinden zich nobele dokters, jeugdige idealisten, klaplopers, lafaards, slaven­drijvers, leermeesters, autistische machines en warme, liefdevolle mensen. Wat dat allemaal met hem als mens en als dokter doet, lees je in zijn columns.

Vervolgens komt het productieneutrale knaapje van medewerker A langs. Hij vraag nederig of hij ook eens mag. Na een heel poosje instrueren, oreren en onderwijs geven is het zo ver. Medewerker A geeft aan dat het nu de beurt is aan het knaapje. Hij stapt opzij en maakt ruimte aan de lopende band. Als hij ziet dat de productie in het gedrang komt, duwt hij het knaapje opzij en neemt het weer over. Een enkele keer laat hij de lopende band langzamer draaien en legt het knaapje uit wat hij moet doen. Maar dat heeft dan tot gevolg dat hij de laatste twee uur van de dag zelf weer aan de band staat die in verhoogd tempo draait.

Bij productieneutraal denk ik aan een fabriek en een lopende band

Productieneutraal is een lucratieve leugen; en gaat het er trouwens niet om gezamenlijk productie te leveren waarbij iemand ook nog iets leert? Ik ben ook een knaapje en draai dagen, weken en maanden achter elkaar poli. In februari is er nog een keer een baas mee komen kijken naar een patiënt op de poli. Bij een consult heb ik dat persoonlijk nog nooit meegemaakt en op de CSO dit jaar ook nog niet. Ik heb niet het gevoel dat ik productieneutraal ben. Ik denk dat productieneutraliteit een lucratieve leugen is. Wat moet ik daar nu mee? Zal ik het mijn bazen vertellen? Ik weet niet of dat wel zinnig is, volgens mij weten ze het al. En met de situatie op de arbeidsmarkt...

Soms doen het knaapje en A het hele proces samen. Aan het einde van de dag heeft het voor de productie niets uitgemaakt of het knaapje wel of niet aanwezig was. Hij is productieneutraal geweest. En als het goed is, heeft hij veel geleerd. Als hij echt mazzel had, was het ook nog een leuke dag en hebben ze samen uitstekende producten afgeleverd.

December | 13


Tekst Sonja Huising Fotografie Corneel de Wilde

Een cao voor de apothekers? De werkgeverspartijen hebben de voorzitter van het cao-overleg aan de kant gezet en noemen het conceptakkoord dat er lag ‘overeenstemming op persoon­lijke titel’; dat is een rare kwalifi­catie als je als partijen samen een lang traject gelopen hebt.

Rob Koster (LAD) en Madelinde Vaane-Boot (VJA, Vereniging van Jonge Apothekers) hebben de afgelopen tijd intensief samengewerkt. Dat deden ze in het kader van een traject dat moest leiden tot een cao voor de apothekers. Die is er (nog) niet en de kans daarop is kleiner dan ze in eerste instantie dachten. Wat is er aan de hand?

lad magazine | 14

We schrijven eind oktober 2014. In augus­­­­ tus lag er een conceptakkoord voor een cao. De werkgevers hebben dat niet ondertekend en stelden pas kort geleden voor een bemiddelaar in te schakelen: Ronald Belzer, hoogleraar arbeids- en ondernemingsrecht. De kosten daar­voor zouden gedeeld moeten worden. Daar­ mee zijn LAD en VJA niet akkoord ge­gaan. Rob Koster: “Het laat zien hoe hoog het con­flict is opgelopen. We wilden dat er met de mediator snel gestart en gewerkt zou worden. Dat is nu al niet meer het geval.


Het conceptakkoord voor de cao is in feite een raamovereenkomst. We hebben te maken met een situatie waarin er tal van bestaande regelingen zijn, bijvoorbeeld rond pensioenen. Daarom is afgesproken gezamen­lijk een jaar te werken aan de verdere invulling van het akkoord dat er nu ligt. Dan spreek je vertrouwen uit in elkaar, geef je aan dat je wensen echt wilt horen en waar mogelijk honoreren. Maar aan dat traject komen we dus niet toe.

Als je elkaar echt als partners ziet en er over en weer vertrouwen is, leg je geen belminuten vast in een regeling maar een budget voor de werkelijk gemaakte kosten in het kader van de functie-uitoefening Professionele autonomie

Een cruciaal punt in de discussie is de pro­fessionele autonomie. De ASKA ziet dat als achterhaald en als een indivi­duele verantwoordelijkheid van de apotheker. Bovendien wil men niet dat het profes­sio­ neel statuut op iedere arbeidsverhouding van toepassing is. Maar onze leden moeten zich eventueel voor de tuchtrechter ver­ant­ woorden als ze zich er niet aan houden. De ASKA wil wel ‘actualiseren’. Dat is for­meel niet aan hen, maar aan de beroeps­or­ ga­nisatie. Bovendien denken wij dat de beweeg­reden samenhangt met de finan­ ciële consequenties van het statuut en dat men een uitholling daarvan wil. Een be­herend apotheker moet aanwezig zijn. Het is belangrijk dat hij of zij elke dag be­schikbaar is en dat kan dus niet part­ time. Ook niet als je bedenkt dat hij of zij eindverantwoordelijk is. Of er moet een goede waarneming geregeld zijn.”

Mediq werft jonge apothekers -onder het motto ‘do the job’voor 32 uur met als argument dat er dan een juiste balans kan zijn tussen werk en privé; maar de verantwoordelijkheid heb je niet parttime en de overuren worden niet uitbetaald Aantrekkelijke werkgever?

Madelinde Vaane-Boot: “Ik denk dat veel

van mijn collega’s die in loondienst werken geen vergelijkingsmateriaal hebben. Ze starten na hun studie met werken bij een apotheek en weten niet welke arbeids­ voor­waarden andere apotheken -passend bij niveau en functie- bieden. Ze baseren zich op de bedrijfseigen regelingen van bijvoorbeeld de keten waarbinnen zij werken. Voor hen is dat de werkelijkheid; ze gaan ervan uit dat een groot concern goede voor­ waarden heeft. Er zijn ook apothekers die denken dat de KNMP het wel regelt. Maar die is, als het om arbeidsvoorwaarden gaat, geen partij. Net als bij andere profes­sionals zie je dat arbeidsvoorwaarden en caokwesties niet onze core business zijn. Wij willen bezig zijn met ons vak.

En het gevaar is dat als we niet blijven werken vanuit het profes­ sioneel statuut de apotheker een filiaalhouder wordt. Wat ik een belangrijk signaal vind is dat de loonontwikkeling vanaf 2013 niet is doorgevoerd. Dat was altijd wel zo. We lopen nu dus 1,5% over de afgelopen jaren mis. Dat maakt de toonzetting nega­tief. Sommige werkgevers betalen de loons­ verhoging wel. Die werkgevers zijn voor star­ters dan ook aantrekkelijk. Wij willen dat deze situatie in de cao wordt gerepareerd.”

Inhoudelijke bespreekpunten

De beide onderhandelaars geven aan een moderne dialoog met de werkgevers te heb­ ben gezocht. Het past volgens hen in deze tijd om samen op te trekken, te co-creëren. Inhoudelijk wilden zij bij­voorbeeld ook met de werkgevers praten over het functie-/ loon­gebouw. Nu ben je beherend apotheker of tweede apotheker. Het is interessant te bekijken hoe je kunt verbreden en verlengen zodat meer mogelijkheden voor functie­ differentiatie ontstaan. Dat maakt ook ver­ schil in beloning mogelijk. Daarnaast is het pensioendossier van belang. Doel is het maken van een betere, toekomstbestendige regeling. “De basis­ aanname dat alle apothekers in dienst­ verband uiteindelijk zelf een apotheek kopen, is niet kloppend meer. De regeling die nodig is, is inderdaad duurder maar onderdeel van de brede overeenkomst die je met elkaar aangaat. Doordat de werkgevers van de zomer het conceptakkoord niet

Relevante partijen ASKA - Associatie van Ketenapotheken VZA - Vereniging van Zelfstandig Apothekers KNMP - beroepsorganisatie/voert secretariaat van het cao-overleg

heb­ben ondertekend, is ook het plan voor een gezamenlijk bedrijfstakpensioenfonds van de baan. Het idee was om daarin zelf­standige apothekers, apothekers die in loon­dienst werken en uiteindelijk ook apo­thekersassistenten in mee te nemen. Op basis daarvan kun je onderlinge solidariteit vorm geven. Met jong en oud, maar ook met zelfstandig of in dienstverband werkend is dan rekening te houden. Voorlopig is door de algemene leden­ver­ga­dering van de BPOA (Beroeps­pen­sioen­vereniging van apothekers) vrijwel unaniem gekozen voor een pensioenregeling die vol­doet aan de huidige kaders en die pas­sender en meer toekomstbestendig is. Deze regeling wordt in 2015 van kracht.

De huidige pensioenregeling is gebaseerd op de situatie waarin een apotheker 10 jaar in loon­ dienst werkt en dan een apo­ theek koopt; maar 70% van de apothekers van nu wil in dienst­verband blijven werken Hoe nu?

We hebben intensief contact met de leden. Live in de klankbordgroep, maar ook via Twitter en Yammer. De leden bevestigen de keuzes die we gemaakt hebben. Wij vinden het conceptakkoord en de regelingen die daarvoor gemaakt zijn reëel. De verdere invulling van de raamovereenkomst, samen met de werkgeversorganisaties, is nu een afgesneden route. Dus werken we aan een campagneplan. Hoe meer leden er zijn hoe krachtiger we ons kunnen laten horen. En we gaan praten met kleinere collectieven van werkgevers of andere stakeholders, zoals inkooporganisaties. Een andere optie is apothekers die ergens in dienst willen treden informeren over de regelingen die wij voor ons zagen. Dan is er in elk geval een ijkpunt”, aldus Rob Koster. December 2014 | 15


Tekst Sonja Huising Fotografie Corneel de Wilde

Wie ervaart fysieke belasting?

59% 9%

Dokters

van de artsen;

daarvan geeft aan ‘vaak of altijd’ Wordt uw privéleven bemoeilijkt door het werk? Ja, zegt

76%

van de mensen die in de zorg werken;

14%

geeft aan ‘vaak of altijd’

Babette Bronkhorst is promovendus aan de Erasmus Universiteit. Ze is verbonden aan de vakgroep Bestuurskunde en de onderzoeks­groep Public Human Resources & Change (PHRC). Haar onderzoek gaat over de fysieke en psychosociale arbeids­belasting van zorg­professionals. Stichting IZZ, maar ook de LAD, spelen daarbij een rol. lad magazine | 16


zijn nooit ziek? In de periode mei tot en met juli van dit jaar is -als onderdeel van het promotie­ onder­zoek- de vragenlijst ‘Gezond werken in de zorg’ uitgezet. Die lijst werd ingevuld door meer dan 10.000 zorgprofessionals, waarvan zo’n 180 artsen. Aanleiding voor het onderzoek waren opvallende zaken die voort­kwamen uit een analyse van de ge­gevens rond het zorggebruik van de on­ ge­veer 200.000 IZZ-verzekerden. Daaruit bleek bijvoorbeeld dat mensen uit de zorg bijna twee keer zo veel fysiotherapie nodig hebben. Maar ook meer dan gemiddeld psychische zorg. “We zagen vooral verschillen tussen groe­ pen medewerkers werkzaam bij verge­ lijk­bare zorg­instel­lingen. Dan dringt de vraag zich op hoe die ver­schillen ontstaan. Om een eerste beeld te krijgen, hebben we mede­werkers van vier zieken­huizen geïnterviewd. Twee met mede­werkers met een relatief hoog zorggebruik en twee met medewerkers met een naar ver­­houding laag zorggebruik. Het blijkt dat de mate waarin een organisatie waarde toe­kent en prioriteit geeft aan gezondheid van mede­werkers een cruciale factor is.

Rol van de organisatie/rol van de professional

In de vragenlijst zijn we daarop doorgegaan. We hebben onderzocht in welke mate mensen bekend zijn met het beleid van de or­ga­ni­satie rond arbeidsbelasting. Weten medewerkers wat de organisatie daarin doet? Zijn afspraken en procedures

IZZ Stichting IZZ is een collectief van werkgevers en werknemers in de zorg. Vanuit de stichting geeft men vorm en inhoud aan de IZZ Zorgverzekering op basis van behoefte. Daarnaast wordt regelmatig onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor verbetering van de gezondheid en inzetbaarheid van zorgmedewerkers. De verkregen inzichten deelt men met de zorgsector.

bekend? Dat blijkt maar ten dele het geval te zijn. 14% van het zorgpersoneel is niet op de hoogte van het beleid rond fysieke belasting. Als het gaat om psychosociale arbeidsbelasting blijkt dat 19% te zijn. Daarnaast speelt nog dat een deel van de mede­werkers de afspraken niet altijd naleeft (41% bij fysieke belasting, 44% bij psycho­sociale arbeidsbelasting). Dat betekent concreet dat mensen onvoldoende gebruikmaken van tilhulpmiddelen, geen goede houding hebben achter de pc, geen alarmprocedure starten naar aanleiding van een incident en de mogelijkheden om werk en privé beter te combineren niet benutten. Vaak hangt dat samen met de tijd die het kost. Of met het feit dat patiënten toch voor gaan. Zelfs mensen die al klachten heb­ben, kennen of benutten niet altijd de moge­lijk­ heden”, aldus Babette Bronkhorst.

Meer dan alleen kennis

Uit het onderzoek komt duidelijk naar voren dat kennis van wat een organi­sa­tie haar mede­werkers biedt om een te grote belasting te voorkomen een basis­uit­gangs­­punt is. Maar er is meer nodig. Het perso­neel van een zorg­instel­ling moet de perceptie hebben dat de organisatie waarde hecht aan gezonde en vitale medewerkers en dat een belang­rijke prioriteit vindt. In de literatuur wordt daaraan gerefereerd met de term veilig­heidsklimaat. Medewerkers gaan zich veiliger gedragen als het veilig­heidsklimaat positief is.

Het management moet uitstralen en concreet laten zien dat veilig­ heid belangrijk is; niet alleen die van patiënten, maar ook die van de medewerkers Babette Bronkhorst: “Werkgevers willen na­ tuur­lijk vitale werknemers. Mensen die duur­ zaam inzetbaar zijn en weinig verzuimen. Een positief klimaat rond veiligheid is daar­ bij dus van belang. Maar hoe realiseer je dat als organisatie? Wij denken dat in gesprek gaan met medewerkers een goede route is. En het inventariseren en slechten van bar­rières. Als het gaat om bekendheid met af­spraken en procedures is dat een kwestie van infor­matie geven. Maar het is ook nodig om na te gaan of die wordt opgepikt en passend is.” De onderzoeksresultaten geven een indi­ catie van de knoppen waaraan je moet draaien om klachten te verminderen. Om meer helderheid te krijgen over de vraag welke interventies concreet aan de orde zijn, worden in het tweede deel van het onder­zoek activiteiten getoetst. Er wordt nog nage­ dacht over de in te zetten middelen, zoals een training, een app of een serious game. “Die gaan we dan bijvoorbeeld op de ene af­deling uitproberen en op de andere niet. We hopen daarmee concrete aanwijzingen te krijgen voor wat werkt en wat niet”, aldus de promovendus.

Medewerkers die de door de organisatie gemaakte afspraken niet nakomen of mogelijkheden voor ondersteuning en verlichting onbenut laten

Afspraken/mogelijkheden Afspraken/mogelijkheden niet bekend niet altijd nageleefd of benut

Fysieke belasting

14%

41%

Psychosociale arbeidsbelasting

19%

44% December 2014 | 17


Bureau in beeld Samenwerkingsovereen­ komst DJS, LAD en FMS

Op 30 oktober 2014 koos de ledenvergadering voor een nieuwe structuur. De leden krijgen daarmee een prominentere plek. Dat past in deze tijd en brengt de werknemersorganisatie meer in balans. De veranderingen die hun beslag gaan krijgen, brengen meer betrokkenheid van de leden. Natuurlijk wordt het ge­luid van de leden ook nu gehoord. In klank­bordgroepen bijvoorbeeld, waar gesproken wordt over de inzet en onderhandelingsresultaten in het kader van de cao’s. Maar ook in com­ missies geformeerd rond inhoude­lijke thema’s. In de nieuwe opzet komen er extra routes bij. De leden kunnen recht­streeks collega’s kiezen in de leden­­ver­gadering. De kandidaten staan voor de verschillende beroeps­groepen waarin de LAD-leden werk­zaam zijn. Daarover gesproken, in de leden­ vergadering van eind oktober is ook positief gereageerd op het aanschuiven van weer nieuwe professionals die in dienstverband werken. De technisch geneeskundigen, de klinisch chemici en de klinisch fysici vallen met ingang van 2015 ook onder de LAD.

Gezond en veilig werken

Op 25 november werd de rapportage gepresenteerd van een vragenlijst die in opdracht van Stichting IZZ, in het kader van een breed onderzoek, is uit­ gezet. Hoe ervaren medewerkers van zorginstellingen de fysieke en psycho­ sociale arbeidsbelasting? lad magazine | 18

En wat weten ze van de mogelijkheden die er binnen een organisatie zijn om daar iets aan te doen? Ruim 10.000 mensen hebben de vragen beant­woord. Helaas waren daar weinig artsen bij, wat het moeilijk maakt om gerichte in­ter­ven­ ties te plegen voor onze leden. Voor de LAD is deze rapportage een basis. Maar het is noodzakelijk dat de belasting verder in kaart wordt gebracht. Daar­mee krijgen we concrete hand­vatten voor het gesprek over thema’s als arbeids­tijden, fysieke belas­ting, veilig­heid op de werkvloer en mede­zeggen­­schap.

Op 26 november hebben De Jonge Specialist (DJS), LAD en Orde van Medisch Specialisten (OMS: vanaf 1 januari 2015 Federatie Medisch Specialisten) een nieuwe samenwerkingsovereenkomst getekend. Met deze overeenkomst zetten DJS, LAD en OMS hun samenwerking voort voor alle aios die lid zijn van De Jonge Specialist. Gabie de Jong, voorzitter DJS: “Wij zijn trots dat we zulke goede afspraken hebben kunnen maken voor onze achterban en hebben veel ver­trouw­ en dat we op deze manier de belangen van alle aios in Nederland het beste kunnen vertegenwoordigen!” Lees meer op www.lad.nl

V.l.n.r. Directeur OMS Bart Heesen, voorzitter DJS Gabie de Jong en directeur LAD Caroline van den Brekel

Twitter LAD @LADactueel · 5 november

KDC

Voor het bureau is de ontwikkeling van het Kennis- en Dienstverlenings­ centrum, in samenwerking met de nieuwe Federatie Medisch Spe­cia­ listen, een belangrijk traject. Leden zijn van ons een bepaald niveau van dienstverlening gewend. Dat gaan we door de verbinding met de Federatie op een nog hoger plan brengen en verder doorontwikkelen. Alle leden kun­ nen, net als nu, bij het KDC van de LAD en de Federatie terecht voor juridisch advies; zij profiteren mee van de ver­ beterslag. Caroline van den Brekel, directeur

Kandidaatstelling #ledenraad #LAD geopend! Laat uw stem horen en stel u kandidaat! Mogelijk tot 4 december 2014 LAD @LADactueel · 28 oktober

Meer weten over een #VMSD? Brochure en #ModelStatuten #LAD & @OMSmedspec beschikbaar! LAD @LADactueel · 17 oktober

Werknemersorganisaties teleur­ gesteld: na nacht onderhandelen #Cao #Ziekenhuizen schorten werkgevers overleg op.


De LAD onderhandelt al enige tijd met de SBOH (werkgever van huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde in opleiding) over de cao’s voor aios ouderengeneeskunde voor 2013 en 2014. Inmiddels ligt er echter iets nieuws op tafel: één vol­le­dige Cao SBOH voor de aios ouderen­ge­nees­kunde én huis­arts­ ge­nees­kunde ge­zamen­lijk.

Waarom één cao?

De wens om tot één cao te komen, was zowel inhoudelijk als procesmatig ingegeven. Zo leiden verschillen rond vergelijkbare leidden tot onvrede. Maar ook het feit dat de onderhandelingen over de ene cao soms op die van de andere moesten wachten.

Vervolg

Op het moment van schrijven van dit artikel is er een akkoord bereikt over de samenvoeging. Het bestuur heeft zich daarover positief uitgesproken. Nu volgt een ledenraadpleging waarvan de uitslag rond 8 december 2014 bekend is. Voor actuele informatie over de stand van zaken verwijzen we naar de website.

Lezersonderzoek LAD-magazine In de zomer van dit jaar is onder alle leden een enquête uitgezet. De respons hierop was goed; 996 leden hebben gereageerd. Overall gezien zijn de lezers positief over het magazine. De artikelen zijn goed leesbaar en de vormgeving wordt hoog gewaardeerd. De uitkomsten van de enquête zijn, in combinatie met de output van een bijeenkomst met een klankbordgroep, de basis voor het

doorvoeren van enkele wijzigingen in het magazine. Zo zijn enkele rubrieken komen te vervallen, waardoor er meer ruimte is voor thema-artikelen. Andere rubrieken zijn aangevuld, bijvoorbeeld tips voor de leden. Qua vormgeving zijn onder andere meer grafische elementen toegevoegd. Het onderzoeksrapport is via ‘publicaties’ te vinden op onze website.

Ledenvoordeel Individuele rechtshulp

Een team van deskundige juristen staat klaar voor beoordeling van (arbeids)contracten, bemiddeling bij arbeids- en opleidingsconflicten, geschillen rond uitkeringen, functie­ waardering en voeren van procedures. In elk nummer van het magazine bespreekt één van de juristen een casus die bij de afdeling binnenkomt en waarvoor ook u contact op kunt nemen met de LAD.

U kunt onze juristen van de afdeling Individuele Rechtshulp bereiken van maandag t/m vrijdag van 9.30 uur tot 12.30 uur via (030) 670 27 01. Of maak gebruik van het formulier individuele rechtshulp op de website. WWW.LAD.NL/LID WORDEN

Problemen op het werk? Wij bieden gratis rechtshulp!

Cao

Stand van zaken

GGZ

Sinds januari 2013 is de Cao GGZ niet vernieuwd. De onderhandelingen zijn door GGZ Nederland stopgezet. De werkgevers stellen de onmogelijke eis nu al akkoord te gaan met grote verslechteringen op het punt van wachtgeld. Daarnaast willen ze geen salarisverbetering voor 2013 en 2014 toezeggen. De LAD/FBZ kunnen hier onmogelijk in mee gaan.

Ziekenhuizen

Na tien rondes onderhandelen voor de Cao Ziekenhuizen is, op dinsdag 25 november 2014, een eindbod uitgebracht door de NVZ. Met dit bod van de werkgevers kan de gewenste toename van zekerheid voor werknemers over werk en inkomen niet worden bereikt. De werknemersorganisaties beraden zich op het bod en de nader te ondernemen stappen en houden hun achterban op de hoogte. Met het uitblijven van de Cao Ziekenhuizen is er ook nog geen helderheid over de formele status van de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten (AMS) per 1 januari 2015.

Kwartaalblad van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) met nieuws, opinie en achtergrondinformatie. (oplage 16.000) Redactieadres Janssoniuslaan 34-36, Postbus 20058, 3502 LB Utrecht, Telefoon (030) 670 27 19, E-mail: redactie@lad.nl Redactie: Caroline van den Brekel (hoofdredacteur), Therèse van’t Westende (eindredacteur), Linda Zoon (communicatieadviseur LAD), Charlotte Kaemingk - de Bruin (LAD-lid en aios interne geneeskunde, nefrologie) Anneke van Strien (LAD-lid en specialist ouderengeneeskunde), Marten de Weyde (LAD-lid en aios orthopedie), Sonja Huising (extern communicatieadviseur) Fotografie Kogelvis Fotografie/Corneel de Wilde, Echt mooij fotografie/Arnaud Mooij, Maarten Laupman Illustraties Ronald Slabbers Vormgeving Member Since Druk Centrum Drukwerk ISSN-nummer 2213-9923

Naar één cao voor alle aios in dienst bij de SBOH

December 2014 | 19


De praktijk digitaliseert

Patiënt neemt zelf de regie

Kabinet zet in op m-health

VAN EEN HUISARTS

Nu de allernieuwste iPhone. Omdat u uw basisuitrusting op orde wilt brengen.

De iPhone 6 (16 GB) met onbeperkt bellen en supersnel 4G • • • • • • • •

Zonder bijbetaling voor de iPhone 6 (t.w.v. € 699,-) Onbeperkt bellen en 2GB databundel Met supersnel 4G van KPN Datategoed 2 maanden houdbaar De eerste 6 mnd. voor € 28,25 (50% korting) Daarna slechts voor € 56,50 per maand I.c.m. 2-jarig abonnement Eenmalige aansluitkosten € 30,-

Wat doet VvAA Mobiel voor u? Gratis vervangservice binnen 4 uur Altijd de bundel die bij u past Gratis Arts en Apps Gids

Kijk op VvAAMobiel.nl/LAD voor de aanbieding

L.M. Schoots-Verkleij,

Voor m-healthnieuws: volg @VvAAMobiel

Waarnemend huisarts

op Twitter. Facebook.com/VvAAMobiel


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.