deDokter
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
OPROEP WETHOUDERS
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
OPROEP WETHOUDERS
Continuïteit van zorg
'Krachtig instrument in onze dokterstas'
AI
Welke kansen biedt AI voor huisartsen?
Praktijkstart
‘Het voelt anders met mijn naam op de gevel'
Goede zorg breed bereikbaar houden. Dat is de missie van Bas van Nispen en Jarno Meijer. Van Nispen is CEO van digitaal ziekenhuis Ksyos, Meijer van online e-health platform Therapieland. Hun organisaties werken al tien jaar samen om die missie waar te maken. Onder de noemer Ksyos GGZ helpen ze huisartsen en POH’s om patiënten met psychische klachten beter te behandelen en te begeleiden.
Van Nispen: ‘We bieden alles wat je als zorgverlener nodig hebt om je patiënt snel aan de juiste behandelaar te koppelen, of om je eigen, bestaande behandeling sneller en beter aan te bieden. Je kunt bij ons terecht voor triage, begeleiding, consultatie of verwijzing – of een combinatie daarvan.’
Grote voordelen
Meijer: ‘Vaak is het de POH-GGZ die een patiënt behandelt, bijvoorbeeld als iemand last heeft van somberheid, piekeren of een burn-out. Wij zorgen dan met Therapieland
dat zij sneller de diepte in kunnen. Dat doen we met wetenschappelijk onderbouwde, makkelijk te gebruiken interventies. Ons platform kun je via Ksyos gewoon gebruiken vanuit het HIS. Je vindt er vragenlijsten, online dagboeken en heel veel onderdelen waarmee patiënten zelf aan de slag kunnen, zoals informatie, video’s en oefeningen. Patiënten zijn daardoor per saldo meer tijd bezig met hun gezondheid. En de behandelaar kan op afstand mee kijken. Daarnaast bieden we een vertrouwde omgeving om te beeldbellen. En als je als POH expertisevragen hebt, kun je
terecht bij het specialistische netwerk van Ksyos, met psychologen, psychiaters en verslavingsartsen.’
Positieve e ecten
Van Nispen: ‘Met de ondersteuning van Ksyos GGZ wordt de kwaliteit van GGZ-trajecten in de huisartsenpraktijk verhoogd. Klachten verminderen merkbaar en dat in 10% minder tijd. Rond de 1.200 huisartspraktijken zetten Ksyos GGZ in, daardoor helpen we jaarlijks al meer dan 50.000 mensen. Met relatief lichte zorg voorkomen we dat mensen nog ergere psychische klachten ontwikkelen, en het echt fout gaat. En het is óók hard nodig om de zorg überhaupt toegankelijk te houden. Hoe meer mentale veerkracht mensen ontwikkelen, hoe beter het is voor de druk op de rest van het zorgstelsel. Al is het maar omdat psychische problemen vaak ook leiden tot andere, fysieke klachten.’
Ook voor arts en POH
Meijer: ‘We zien ook dat het personeel van die praktijken het steeds zwaarder krijgt. Hun werk wordt niet makkelijker de komende jaren. Zorgvragen worden complexer, de werkdruk neemt toe en patiënten worden steeds mondiger, en soms zelfs agressief. Daarom bieden we huisartsen en POH’s ook programma’s aan om zelf steviger in hun schoenen te blijven staan. Kosteloos, want hún mentale veerkracht is echt essentieel voor de zorg in Nederland.’
Lees het volledige artikel via de qr-code.
Ksyos is een ziekenhuis, maar dan anders. Als landelijk digitaal ziekenhuis biedt Ksyos persoonlijke zorg, afgestemd op de behoefte van de patiënt, dichtbij of gewoon thuis en zonder wachttijd. De zorggebieden waarin Ksyos actief is: cardiologie, slaap, obesitas, GGZ, dermatologie, oogheelkunde, audiologie en allergologie.
Continue en persoonsgerichte zorg is een wezenlijk onderdeel van ons werk. En vaak ook een belangrijke reden om voor dit vak te kiezen, hoorde ik ook weer van een groep huisartsen in opleiding en jonge huisartsen tijdens de leergang besturen. Je patiënten kennen, hun thuissituatie en achtergrond, heeft veel waarde in het werkplezier. Bovendien is er geen medische interventie met een vergelijkbare slagkracht, vertelt Otto Maarsingh, hoogleraar huisartsgeneeskunde, in deze editie van De Dokter. Hij deed onderzoek naar het belang van continuïteit van zorg en hoe dat je in de praktijk kunt bevorderen. Zo belt hij zelf op vrijdagmiddag proactief met kwetsbare patiënten om te voorkomen dat ze in het weekend naar een andere huisarts moeten. Meer tips deelt hij in het artikel.
Ook bij de LHV hebben we nog even een vaste huisarts, in de persoon van plaatsvervangend directeur Karel Rosmalen. Eind dit jaar neemt hij na ruim twintig jaar afscheid van zijn werk voor onze vereniging. Hij combineerde het aansturen van beleid & belangenbehartiging al die tijd met zijn werk in de huisartsenpraktijk in Vught en was voor veel bestuursleden en medewerkers een vraagbaak en ankerpunt. Ik ben dankbaar voor de fijne samenwerking. In zijn laatste
De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 6 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.
Oplage
13.750 exemplaren
Vijftiende jaargang, nr 6 december 2024
Bladmanagement & eindredactie Nathalie Pol
Redactieraad
Ledenvergadering is Karel met een staand applaus uitgeroepen tot ere-lid van de vereniging. We wensen hem veel geluk.
Vanaf 1 januari verwelkomen we met veel plezier Loubna Boufrach als onze nieuwe directeur. We kennen haar al als voorvechter van het verminderen van administratieve lasten, in haar trekkersrol binnen de eerstelijns coalitie. Vanuit haar ervaring met professionals in verenigingen en de zorg en haar inzet voor de eerste lijn is ze erg gemotiveerd om als bureaudirecteur resultaten voor onze vereniging te boeken en wil ze bijdragen aan een toekomstigbestendig fundament van de huisartsenzorg. Een belangrijk fundament is een huisarts dichtbij de patiënt. Daarvoor is goede en betaalbare huisvesting nodig. Hoe mooi is het dat een aantal wethouders is opgestaan om te pleiten voor het belang van nabije huisartsenzorg. In deze editie vertelt de Haarlemse zorgwethouder Diana van Loenen waarom zij een opiniestuk in NRC initieerde. Medeondertekenaar Eelco Eerenberg, wethouder in Utrecht, noemt voldoende huisartsen – en dus huisvesting – een maatschappelijke uitdaging waar niet één partij voor verantwoordelijk is. Iets dat samenwerking en commitment van alle partijen vraagt. Als LHV zullen we ons daar blijvend hard voor maken. Zo
Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Iris Jansen, Annemarie Kerstens, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher
Tekst & Beeld
Rob ter Bekke, Berber Bijma, Erik van der Burgt, Rutger Geerling, Aad Goudappel, Jeroen Jazet, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Rogier Veldman, Ton van Vliet
‘Hoe mooi is het dat een aantal wethouders is opgestaan om te pleiten voor het belang van nabije huisartsenzorg’
ook in het actuele addendum van het integraal zorgakkoord, dat onder de noemer integraal zorg- en welzijnsakkoord zorgt voor concrete aandacht voor huisvesting en het bevorderen van praktijkhouderschap in alle vormen waarin de continuïteit voor patiënten is geborgd ¶
Marjolein Tasche voorzitter LHV
Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl
Advertentieverkoop
SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail: oscar@sgnm.nl
Drukwerk Senefelder Misset, Doetinchem
Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvang je automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kun je schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vind je hierover meer informatie.
Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl
Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht Mail: dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter
Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.
12 24 08 20
AI in de praktijk
Naast ‘Van spraak naar SOEP’ komen er in hoog tempo steeds meer toepassingen van kunstmatige intelligentie specifiek voor de huisartsenpraktijk. Wat doen ze wel en wat doen ze niet? En hoe kun je zelf met AI aan de slag?
Continuïteit van zorg
Otto Maarsingh, hoogleraar huisartsgeneeskunde, deed onderzoek naar het belang van continuïteit van zorg. LHV-bestuurslid en huisarts Hilly ter Veer vroeg hem hoe je dat in de praktijk kunt bevorderen
‘Houd huisartsenzorg dichtbij bewoners’
06 BINNENKIJKEN
Van een portacabin in de tuin naar twee verdiepingen met teamruimte.
16 DE TAS
Met meerderheid van stemmen aangenomen: de tijgerprintbies.
30 MIJN PRAKTIJKSTART
Guido Kranenburg over zijn eigen praktijk
35 NIEUWS
38
WISSELCOLUMN
Rutger Verhoeff
Achter de schermen
Het was voor Karel Rosmalen al even wennen om geen patiënten meer te zien. Nu gaat hij ook bij de LHV met pensioen. Na twintig jaar blikt hij terug en spreekt hij zich. Nu gaat hij ook bij de LHV met pensioen. ‘Mijn optimisme zit vooral in de jonge generaties.’
‘In zijn afscheidsinterview zegt Karel Rosmalen dat de grootste verandering in zijn tijd als huisarts de stap van papier naar computer was. Ik denk dat we met de komst van AI weer in zo’n grote verandering zitten. We zullen die techniek moeten omarmen. Niet vanwege de tijdsbesparing die Agema daarvan verwacht. Maar omdat AI het werk leuker en de kwaliteit beter maakt. Ook de
continuïteit is meer gewaarborgd als de soep met hulp van AI verder gaat dan “buikpijn, niet verricht, buikpijn, beleid zoals voorgaand”.
Over ANW lees ik dat nog niet voldoende waarnemers zich verbinden aan een post. Daar kunnen veel redenen voor zijn. Thuis lopen we tegen een roosterprobleem aan als we tegelijkertijd dienst zouden hebben. Daarom schrijft
mijn echtgenoot zich voor meer diensten dan zijn quotum in, die we daarna onderling verdelen. Op papier lijk ik niet gecommitteerd, maar ondertussen zit ik wel iedere week op de post. Sinds kort zit ik bovendien in de regieraad van de HAP.
Goed om te lezen dat we jaren gevochten hebben om het huisvestingsvraagstuk groter te
ANW-peiling
Het ANW-actieplan heeft gewerkt, blijkt uit recent gehouden peilingen. Waar zijn huisartsen tevreden over en wat is nog nodig voor een toekomstbestendige huisartsen-spoedzorg?
Prioriteiten 2025
Welke thema's vinden LHVleden belangrijk en zijn voor de komende drie jaren tot prioriteit gemaakt? En wat gaan huisartsen daarvan merken?
maken dan alleen ons probleem. De huisarts is vooral een ondernemer op het moment dat de overheid het uitkomt. Als je niet je eigen tarieven kunt bepalen, dan ben je een “schijnondernemer”. Omdat de LHV huisvesting op de agenda blijft zetten, is het nu een maatschappelijk partijoverstijgend probleem. Dat vind ik een enorme overwinning. ¶
‘Ik breng een patiënt nu letterlijk naar het buurtteam’
Huisarts Nanja Danhof (pagina 20)
‘Nu geldt: Als ik nee zeg, blijft het nee. Dat geeft rust’
Huisarts Guido Kranenburg, Mijn praktijkstart (pagina 30)
‘Hoe meer ervaring, hoe lichter je dokterstas’
Huisarts Linda Tenninglo over haar tas (pagina 16)
‘Wanneer we op vrijdagmiddag nog eens thuiskomen, vragen onze partners’
Huisarts Michiel Bos in Binnenkijken (pagina 6)
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN
Een mooier plekje hadden ze zich eigenlijk niet kunnen wensen: midden in de wijk, boven de apotheek. Huisartsenpraktijk Rotterdam Oost zat tot voor kort aan de rand van de wijk, in een pand dat veel te klein en te oud was. Praktijkhouders Nathalie van der Haar, Michiel Bos en Aimée Oei zijn blij met hun nieuwe stek. ‘Al lopen er wel ineens veel meer patiënten even binnen’, zegt Van der Haar. Bos: ‘We hebben onze praktijk in oktober 2023 overgenomen. Op dat moment waren we al een tijdje in gesprek met de apotheek, omdat wij graag nieuwe praktijkruimte wilden en zij ruimte leeg hadden staan in hun destijds sterk verouderde pand.’ Het idee was snel geboren. De uitwerking was iets lastiger, vanwege de financiële constructie, met een apotheekketen als eigenaar van het pand dat een grondige verbouwing moest ondergaan. De oplossing werd – na enig zoeken – gevonden in een investeerder die het pand wilde kopen en verbouwen, om het daarna aan apotheek en huisartsenpraktijk te verhuren. De huisartsenpraktijk kreeg
een derde van de benedenverdieping en de hele bovenverdieping.
De verbouwingsperiode was pittig, vertelt Van der Haar. ‘Eerst liepen we vertraging op doordat een trap die van hout leek, van beton bleek te zijn. Dat vroeg heel wat breekwerk. Vervolgens moesten we allerlei beslissingen nemen, van de kleuren tot de plek van de stopcontacten.’ Bos, lachend: ‘Ik geloof dat we echt wel 200 kleuren groen voorbij hebben zien komen. Maar het was mooi om iets zichtbaars neer te zetten. Dat zijn we met ons werk niet gewend.’
De lift is een groot pluspunt. Van der Haar: ‘In de oude praktijk was het altijd puzzelen met de bezetting van de twee spreekkamers beneden en een portacabin in de tuin.’ Misschien wel de allergrootste aanwinst is de teamruimte; in de vorige praktijk dronk het team noodgedwongen koffie in de wachtkamer. Bos: ‘Onze partners vragen inmiddels wanneer we op vrijdagmiddag nog eens thuiskomen.’ ¶
Bij huisartsenpraktijk Rotterdam Oost werken vier huisartsen, 1 basisarts, 1 POH, 1 POH-GGZ en 6 assistentes.
Praktijkhouders Nathalie van der Haar, Michiel Bos en Aimée Oei
De spreekkamers zijn ‘huiselijk maar fris’ met groene muren en pvc-vloeren in houtprint
‘Patiënten geven complimenten voor de lange bank in de wachtkamer’
Elke huisarts heeft de eigen spreekkamer ingericht met eigen (vakantie)foto’s
‘We zijn trots op onze mooie bewegwijzering’
het
Werkt jouw praktijkindeling?
Wil je zeker weten dat de indeling van jouw praktijk zorgt voor een prettige werkplek? LHV Bouwadvies maakt een adviesplattegrond voor jouw ruimte (schaal 1:50). Zo weet je hoe je de ruimte optimaal kunt indelen. Als LHV-lid krijg je een aantrekkelijke korting.
Maak een afspraak via lhv.nl/contact-lhv-bouwadvies
Face ID en Google Translate vinden we al een paar jaar gewoon. Inmiddels komen er in hoog tempo ook nieuwe toepassingen van kunstmatige intelligentie specifiek voor de huisartsenpraktijk. De ene huisarts gaat enthousiast met artificial intelligence (AI) aan de slag, de ander wacht nog even en vraagt zich af hoe het zit met de privacy. AI in de huisartsenpraktijk, hoe werkt dat?
TEKST: BERBER BIJMA / ILLUSTRATIE AAD GOUDAPPEL
n het halfjaar dat ik nu met spraakherkenning en samenvatting werk, heb ik gemerkt hoe snel AI beter wordt.’ Leon Joanknecht is huisarts in de regio Rotterdam en Chief Medical Information Officer (CMIO) bij regio-organisatie Rijnmond Dokters. Hij werkt sinds een halfjaar tijdens zijn consulten vrijwel standaard met een tool die meeluistert met het gesprek en daarvan een samenvatting maakt die hij kan invoeren in de SOEPregels van het HIS. ‘Natuurlijk kijk ik zelf altijd nog na of dit is wat ik wil opslaan en pas ik hier en daar dingen aan. De kwaliteit van de samenvatting wisselt, maar het fijne is: je kunt een AI-tool altijd dezelfde opdracht nóg eens laten uitvoeren. Wellicht is de tweede samenvatting beter.’
‘Van spraak naar SOEP’ is een van de AI-toepassingen voor huisartsen. Andere zijn tools die ondersteunen bij triage, het verwerken van binnenkomende post of het doorzoeken van medische databases (zie kader ‘Zelf aan de slag?’).
Kunstmatige intelligentie is de verzamelnaam voor geavanceerde computermodellen die getraind zijn om grote hoeveelheden tekst te analyseren en te begrijpen. Ze kunnen patronen herkennen, suggesties doen en helpen met veelvoorkomende taken, zoals tekstgeneratie of chatbotfuncties. De modellen worden ontworpen om taken uit te voeren die normaal menselijke intelligentie vereisen.
◼ ‘GAAT AI ONS VERVANGEN?’
Kelly Peters geeft workshops aan huisartsen over het werken met kunstmatige intelligentie. Ze deed dat onder meer op de LHV-Startersdag in oktober en bij een nascholing van de LHV Academie begin december. Peters is projectleider e-health bij kennis- en adviesorganisatie ROER. ‘Aan het begin van een workshop merk ik vaak dat huisartsen de snelle groei van AI bedreigend vinden. “Worden wij in de toekomst vervangen door AI?” is een vraag die ik regelmatig hoor. Er zijn huisartsen die heel nieuwsgierig zijn naar AI en huisartsen die er weinig van moeten hebben. In beide gevallen heb
je vaak te maken met weerstand in het team: medewerkers zijn bang dat er veel tijd gaat zitten in het werken met AI, terwijl ze het al heel druk hebben. Of ze zijn bang dat de kwaliteit van de opbrengsten tegenvalt, of dat de privacy in het geding komt.’
‘Ik probeer over te brengen: AI is niet bedreigend, maar ondersteunend. AI is geen denkende entiteit, en daarmee nu niet bedoeld als vervanging voor huisartsen of assistenten. AI kan wél de kwaliteit van de zorg verbeteren en je werk een stuk leuker maken, omdat je meer tijd oveRHOudt voor de patiënt. Hoeveel precies is lastig te onderzoeken. De druk in de praktijk is te hoog om huisartsen te vragen met een timer naast de computer te zitten. Uit onderzoek weten we wel dat de ervaren tijdsdruk vermindert bij het gebruik van zo’n tool.’
◼ EEN BETER GESPREK
Joanknecht is dat gedeeltelijk met Peters eens. ‘Ik heb absoluut veel baat bij de inzet van AI, maar dat zit niet zozeer in tijdwinst. Ik ben een snelle typer en ook nu ben ik na afloop van een consult altijd nog even bezig de samenvatting te finetunen. De winst zit vooral in de kwaliteit van het gesprek: ik hoef niet meer mee te typen en kan daardoor veel beter aanwezig zijn in het gesprek. Wat ook fijn is: de tool slaagt er goed in om verschillende klachten van elkaar te scheiden en zo structuur aan te brengen in het verslag. Daar zat ik voorheen zelf soms even mee te puzzelen.’
Een positief bijeffect dat Joanknecht niet had verwacht, is dat hij tijdens het gesprek beter is gaan samenvatten.
‘Ik doe dat om ervoor te zorgen dat de software de juiste informatie oppikt, maar dat goed samenvatten is voor de patiënt natuurlijk ook fijn. Daardoor komt de samenvatting bovendien meer in gewonemensentaal in het dossier, wat weer plezierig is als de patiënt het wil nalezen. Kortom: mijn werkproces en daarmee de zorg die ik lever, zijn verbeterd door de inzet van deze tool.’
◼ PRIVACY
Waar moet je op letten als je met kunst-
‘AIkan helpen om ons vak op allerlei fronten leuker én beter te maken’, zegt LHVbestuurder en huisarts Mariëtte Willems. Zij richtte ruim vier jaar geleden het CMIO-netwerk voor huisartsen op. Als LHV-bestuurder houdt ze AI op de LHV-agenda en ziet ze volop kansen. ‘AI kan nu al samenvattingen maken, in de wat verdere toekomst kan AI mogelijk een “meedenkmaatje” worden tíjdens een consult. Met een goed bezochte workshop op de LHV-Startersdag en nascholing bij de LHV Academie laten we zoveel mogelijk huisartsen kennismaken met de praktische mogelijkheden. Het aanbod breiden we het komende jaar nog verder uit.’
◼ OPLOSSINGEN VOOR LANDELIJKE VRAGEN
Als toepassing in de huisartsenpraktijk staat AI aan het begin van een nieuwe fase, zegt Willems. ‘We komen nu op het punt dat er in sneltreinvaart praktische tools beschikbaar komen. Dat vraagt niet alleen om praktische ondersteuning, maar biedt ook kansen voor complexe landelijke onderwerpen. We buigen ons als LHV bijvoorbeeld al langer met andere zorgsectoren zoals ziekenhuizen en VVT-instellingen over gegevensuitwisseling. We hebben te maken met systemen die verschillende ‘talen’ spreken, maar we zien allemaal het belang van goede en verantwoorde gegevensuitwisseling. AI zou die discussie een flinke boost kunnen geven door de gesproken taal ook om te zetten in de ‘taal’ zoals we dat nodig hebben voor gegevensuitwisseling. In de landelijke gesprekken over gegevensuitwisseling gaat het daarom nu ook over hoe AI ons daarbij kan helpen. En ook op Europees niveau is dit een gespreksonderwerp: de Europese artsenvereniging
CPME vraagt onze input op dit onderwerp.’ Ook het selecteren van tools die gebruiksvriendelijk zijn en voldoen aan belangrijke voorwaarden op het gebied van veiligheid, privacy en kwaliteit, is een landelijk gespreksonderwerp. Willems: ‘Met VWS, de zorgverzekeraars en alle zorgsectoren hebben we digizo.nu opgezet, als uitvloeisel van het Integraal Zorgakkoord. Binnen digizo.nu worden veelbelovende digitale toepassingen voor de zorg getest, waar vervolgens ook een passende bekostiging bij moet komen.’
◼ TOOLS IN HET HIS HIS-leveranciers zijn bezig AI-toepassingen in hun systemen te verwerken, zegt LHV-beleidsadviseur Desiree Sterkman. ‘We hebben het LHV-model inkoopvoorwaarden voor een HIS hierop aangepast, in samenwerking met InEen. Wij vinden het belangrijk dat de huisarts kan zien hoe AI tot de getoonde resultaten komt. In het model staat nu bijvoorbeeld dat de leverancier daar transparant over moet zijn en is aanvullende compliance met AI-gerelateerde wet- en regelgeving opgenomen.’
Een belangrijke eigenschap van AI-toepassingen is: er komen steeds meer en ze ontwik-
‘We kunnen de kern van ons vak overeind houden en aan bijzaken juist minder tijd kwijt zijn’
kelen zich razendsnel. Willems: ‘Het tempo van AI-toepassingen is een uitdaging, maar biedt ook een kans. Bijvoorbeeld op het punt van gegevensuitwisseling. Het is belangrijk dat we vanuit koepelorganisaties voorwaarden scheppen die de ontwikkeling bij anderen, zoals de HIS-leveranciers, mogelijk maken. Belangrijk is dat we werken aan integraal beleid, zodat we niet per sector, per regio of zelfs lokaal het wiel opnieuw hoeven uitvinden.’
Ook de samenwerking tussen de LHV en de regionale huisartsenorganisaties is belangrijk, zegt Willems. ‘Vergelijk het met de nascholingen: sommige zijn landelijk, andere zijn regionaal. De LHV kan onder meer om ervaringen in de koploper-RHO’s verder brengen naar andere regio’s. Daarnaast werken we landelijk nauw samen met het CMIO-netwerk, waarin ook de CMIO’s deelnemen die bij RHO’s werken.’
◼ VOORALSNOG GEEN TIJDSBESPARING
Minister Agema verwacht dat het gebruik van AI in de zorg een flinke besparing in tijd en personeel betekent. Willems verwacht niet dat AI de huisarts kan vervangen. Dat AI ons werk leuker en beter kan maken, daar ben ik wél van overtuigd. We kunnen ook veel van AI leren. We hebben tenslotte allemaal onze blinde vlekken. Wanneer AI met je mee denkt, kan die suggesties doen voor bijvoorbeeld een differentiaal diagnose. Je krijgt snel meer kennis tot je beschikking, waar je weer van leert.’ Willems werkt zelf in haar consulten met een AI-toepassing die met consulten meeluistert en samenvat in SOEP-regels. ‘Ik merk dat ik patiënten meer aankijk in plaats van aan het typen ben. Dat is precies de kern van ons vak: menselijk contact. We kunnen de techniek gebruiken om die kern overeind te houden en aan bijzaken juist minder tijd kwijt te zijn.’
matige intelligentie gaat werken? Joanknecht: ‘In het begin vroeg ik vooraf om toestemming aan mijn patiënten, maar ik merkte dat dat een relatief groot deel van het consult in beslag nam. Patiënten stemden bovendien altijd in. Onze regioorganisatie, Rijnmond Dokters, heeft uitgezocht of je als huisarts verplicht bent toestemming te vragen aan de patiënt en kwam tot de conclusie dat de opname, zoals wij die inzetten, gezien kan worden als onderdeel van de behandelrelatie, vergelijkbaar met het gebruik van het HIS. Daarover ga je ook niet met de patiënt in gesprek. De tool moet wel de juiste certificeringen hebben. Het is belangrijk dat het gesprek de kamer niet verlaat. Het moet bijvoorbeeld niet worden gebruikt om de AI-tool verder te verbeteren, maar na gebruik worden gewist. Als praktijk moet je ook wat doen, zoals het werken met spraakherkenning in de privacyverklaring op de praktijkwebsite vermelden. Ook kun je bijvoorbeeld een briefje in de wachtkamer ophangen om de patiënten te informeren. Op de huisartsenpost gebruik ik geen AI-tools, omdat we daar nog geen duidelijke afspraken hebben gemaakt.’
◼ BEVRAAG DE RHO
Joanknecht is ook lid van het CMIO Netwerk Eerste Lijn, een netwerk van huisartsen met bijzondere aandacht voor en kennis van ict in de zorg. Hij is dus bovengemiddeld ingevoerd in de materie. ‘Voor een individuele huisarts is het vrij ingewikkeld om op de juiste manier aan alle voorwaarden te voldoen. Een regioorganisatie kan helpen. Daarnaast is het belangrijk dat er landelijk beleid komt voor de inzet van AI-tools. Duidelijke kaders maken de stap naar het werken met AI laagdrempeliger.’
Ook Peters raadt aan om de regionale huisartsenorganisatie (RHO) op te zoeken. ‘Wij zien dat de ene RHO verder is dan de andere, maar dat AI-toepassingen inmiddels wel zo’n beetje bij iedere RHO op de agenda staan. Het is belangrijk om eerst te bedenken welk probleem je in jouw praktijk wilt oplossen met de inzet van AI, of op welke ontwikkeling je wilt anticiperen. Je kunt ook collega’s
naar hun ervaringen vragen. Vervolgens moet je bepalen welke AI-tools je wilt gebruiken. Daarin kan de RHO wellicht helpen, want nieuwe tools schieten als paddenstoelen uit de grond en bestaande toepassingen ontwikkelen zich snel. Ook in het organiseren van randvoorwaarden kan de RHO een rol spelen.’
◼ BEGIN EENVOUDIG
AI in de huisartsenpraktijk staat nog in de kinderschoenen. ‘Daarom raad ik aan om te beginnen met toepassingen die je vrij eenvoudig kunt installeren en die voordeel hebben op korte termijn’, zegt Peters. ‘Spraaktechnologie is een van de belangrijkste. Dat kun je in de spreekkamer gebruiken, maar bijvoorbeeld ook na een visite om een verslag in te spreken en om te zetten in een korte samenvatting. Ook grote databases doorzoeken met bijvoorbeeld richtlijnen of wetenschappelijke artikelen is een laagdrempelige optie. Tijdens een workshop vraag ik vaak of een deelnemer een actuele casus met een medisch vraagstuk wil inbrengen. We gebruiken dan ter plekke een AI-tool om bestaande databases te doorzoeken op mogelijke antwoorden of richtlijnen.’
Joanknecht gebruikt AI soms ook om medische literatuur door te zoeken naar aanleiding van een gerichte vraag. ‘Het is te verwachten dat we met dat soort toepassingen steeds slimmer ondersteund gaan worden. Verder vind ik het lastig te voorspellen wat AI de komende jaren voor de huisartsenpraktijk gaat betekenen. Ik moet nog zien of het ons tijd gaat besparen, maar in ieder geval zal het de kwaliteit van ons werk beter maken.’
Peters merkt dat meer kennis de drempel verlaagt om met AI aan de slag te gaan. ‘Aan het einde van een workshop zie ik vaak dat huisartsen de omslag hebben gemaakt van AI als bedreiging naar AI als ondersteuningsmogelijkheid. Als je allerlei bijbehorende vragen hebt besproken, kun je vervolgens het gesprek met je medewerkers ook beter aangaan, om ook hen te enthousiasmeren.’ ¶
Ben jij nieuwsgierig wat kunstmatige intelligentie kan opleveren voor jouw werk en in jouw praktijk? Er zijn verschillende opties om de stap te zetten:
Meer weten over werken met AI? Schrijf je in voor een nascholing bij de LHV Academie. De eerstvolgende nascholing is op 14 januari 2025. Meer data vind je op academie.lhv.nl.
Vraag bij jouw regionale huisartsenorganisatie na hoe zij bezig zijn met AI. Mogelijk kan jouw RHO je helpen om met AI-tools aan de slag te gaan en daarbij te voldoen aan randvoorwaarden.
Begin klein, met een AI-tool die relatief eenvoudig te implementeren is en direct impact heeft op bijvoorbeeld de zorgkwaliteit of het werkplezier.
Twijfel je nog waarvoor je AI wilt inzetten? Er zijn bijvoorbeeld tools voor:
Spraaktechnologie
Gesprekken met de patiënt worden automatisch omgezet naar tekst, in de gewenste taal. Het voegt belangrijke beroeps- en patiëntinformatie toe en maakt een samenvatting in een format dat past bij jouw XIS/EPD.
Chatbot
Een vorm van zelfhulp of triage die een patiënt kan helpen bij gezondheidsvragen en de patiënteninstroom naar de praktijk kan faciliteren.
Capaciteitsplanning
Met wetenschappelijk gevalideerde voorspelmodellen kan de huisartsenpost beter en op elk moment de vraag versus de beschikbare capaciteit reguleren.
Aanvullende bronnen
Via geanonimiseerde casuïstiek zoeken naar aanvullende informatie uit gevalideerde bronnen.
Zelfmanagement
Zelfmanagement voor de patiënt door middel van op het behandelpad afgestemde apps die helpen bij therapietrouw of oefeningen.
Facturatie en andere administratieve processen automatiseren.
Geen geneesmiddel heeft meer impact dan continuïteit van zorg, zo blijkt uit stapels onderzoeken. Waarom zijn we ons daar niet veel meer van bewust? Met die vraag ging LVHbestuurslid Hilly ter Veer in gesprek met Otto Maarsingh, hoogleraar huisartsgeneeskunde. Hij deed onderzoek naar het belang van continuïteit van zorg en hoe dat je in de praktijk kunt bevorderen.
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN
Ter Veer_ ‘Continuïteit van zorg is een kernwaarde binnen de huisartsenzorg. Die continuïteit leidt niet alleen tot een hogere kwaliteit van zorg en tevredener patiënten, maar ook tot minder zorggebruik. Daar ligt een grote kans om de zorg toegankelijk en betaalbaar te houden. Dat is een van de belangrijkste punten die wij als LHV in overleggen inbrengen, bijvoorbeeld in het kader van het Integraal Zorgakkoord (IZA). Het is ook een belangrijk punt in de toekomstvisie huisartsenzorg die we op dit moment aan het maken zijn. We moeten iedereen laten inzien wat de waarde is van continuïteit van zorg en dat dit de zorgkosten naar beneden kan brengen. Jij hebt daar jarenlang wetenschappelijk onderzoek naar gedaan en hebt daar keihard bewijs voor gevonden. Toen ik daarover las, dacht ik: waarom weet niet iedereen dat? Waarom doen we daar niet meer mee? Laten we het belang van continuïteit van zorg wereldkundig maken!’
Maarsingh_ ‘Mooi om te horen dat wetenschappelijk onderzoek nog landt. Ik houd me al jaren met dit onderzoek bezig. In 2015 kreeg ik een verzoek om mee te werken aan de Longitudinal Aging Study of Amsterdam (LASA), waarbij een groep van 1700 zestigplussers over een periode van zeventien jaar is gevolgd. Het ging om een onderzoek naar het verband tussen continuïteit van zorg en sterfte. Uit de data kwam naar voren dat de groep mensen die het vaakst wisselden van huisarts maar liefst 20 procent meer kans had om te sterven dan de groep mensen die al die tijd bij dezelfde huisarts bleef. En
dat gecorrigeerd voor alles waaraan je ook zou kunnen overlijden.
Die uitkomst was mindblowing. We hebben als huisartsen een heel krachtig instrument in onze dokterstas, helaas lijken we er steeds minder gebruik van te maken. Steeds meer huisartsen werken tijdelijk of parttime in een praktijk, patiënten wisselen vaker van huisarts. De continuïteit van zorg staat onder druk. Ik werd hierdoor zo getriggerd dat ik meer onderzoek wilde doen. Nadat de subsidieaanvraag in 2019 werd gehonoreerd, zijn we onderzoek gaan doen naar manieren om continuïteit van zorg in de huisartsenpraktijk te verbeteren. Hiervoor hebben we onder meer gebruik gemaakt van focusgroepen met huisartsen, praktijkondersteuners, assistentes en patiënten, we hebben interviews gedaan en een consensusprocedure ingezet. Ook hebben we een complexe interventiestudie gedaan met een experimentele groep en een controlegroep.’
Ter Veer_ ‘En? Wat kwam eruit?’
Maarsingh_ ‘Een gereedschapskist oftewel toolkit voor huisartsen, met 34 verbeterstrategieën om continuïteit van zorg in hun eigen praktijk te verbeteren.’
Ter Veer_ ‘Wat zijn de gunstige effecten van continuïteit van zorg?
Maarsingh_ ‘Dat zijn er een heleboel. Meer continuïteit van zorg leidt tot meer tevredenheid, meer vertrouwen, meer kwaliteit van leven en meer therapietrouw bij patiënten. Het leidt ook tot minder overdiagnostiek, beter voorschrijven en meer werkplezier voor huisartsen. En bovendien tot minder ziekenhuisopnames, minder SEHbezoek, minder zorggebruik, minder zorgkosten en last but not least: langer leven voor de patiënt. Elk van die geclaimde effecten is met tal van studies onderbouwd. Er is dus evidence in overvloed. Toch wordt er niet naar gehandeld. Het potentieel van continuïteit van zorg wordt door iedereen onderschat: door huisartsen, maar ook door patiënten, medisch specialisten, zorgverzekeraars, beroepsverenigingen en beleidsmakers. Ze zijn zich onvoldoende bewust van de enorme slagkracht die continuïteit van zorg kan hebben. Noem mij één medische interventie met vergelijkbare slagkracht. Die vind je niet.’
Ter Veer_ ‘Je hebt het over continuïteit van zorg, moet dat per se persoonlijke continuïteit zijn?’
Maarsingh_ ‘We onderscheiden in de wetenschap drie soorten continuïteit. Persoonlijke continuïteit gaat over het hebben van een vaste dokter die jou kent en volgt. Teamcontinuïteit gaat over communicatie en samenwerking tussen hulpverleners binnen
Hilly ter Veer (1982) is sinds 2020 lid (secretaris) van het LHV-bestuur. Haar portefeuilles zijn arbeidsmarkt, zelfstandigenbeleid, toekomstvisie, kwaliteit en toegankelijkheid, opleiding en nieuwe toetreders. Ze begon in 2013 als waarnemend huisarts, werkte in vele praktijken en zette zich onder meer in om van het Friese Ureterp het eerste rookvrije dorp in Nederland te maken. Haar doel is praktijkeigenaar worden in een maatschap.
één zorgsetting. Transmurale continuïteit gaat over communicatie en samenwerking tussen zorgverleners in verschillende situaties. Ik geloof zelf erg in persoonlijke continuïteit. Maar het is duidelijk dat we geleidelijk meer opschuiven naar teamcontinuïteit. Bij afwezigheid van volledige persoonlijke continuïteit nemen veel praktijken maatregelen om dit te compenseren met teamcontinuïteit. Uit onderzoeken blijkt dat teamcontinuïteit en transmurale continuïteit ook werken.’
Ter Veer _ ‘Gelukkig. De trend is immers dat steeds meer huisartsen parttime werken, meer flexibiliteit willen en dat praktijkteams steeds groter worden. Dat zie ik als LHVbestuurder, maar ik merk het als waarnemer zelf ook in de praktijk. Als je ook als team continuïteit van zorg kunt bieden, biedt dat perspectief voor de toekomst.’
Maarsingh_ ‘Zeker. We zien allemaal dat de continuïteit van zorg onder druk staat, maar laten we het daarom vooral hebben over wat continuïteit van zorg oplevert. Het is een mes dat aan meer kanten snijdt. Het draagt bij aan de vermindering van het zorggebruik en de verlaging van zorgkosten, en daarmee aan de toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg in de toekomst.’
Ter Veer_ ‘Uit onderzoek blijkt dat als huisartsen langere tijd aan een populatie verbonden zijn, ze zich steeds meer voor die populatie willen inzetten. Ze gaan gewoon van die mensen houden. Dat draagt bij aan het werkplezier en
Otto Maarsingh (1970) werd in 2003 huisarts (in de lijn van zijn vader en grootvader). Hij combineerde dit vanaf 2004 met wetenschappelijk onderzoek aan het Amsterdam Universitair Medisch Centrum. In 2010 promoveerde hij op de diagnostiek van duizeligheid bij ouderen. Sinds 2015 richtte hij zich op onderzoek naar persoonlijke continuïteit van zorg. In 2024 werd hij benoemd tot hoogleraar huisartsgeneeskunde, op 13 maart 2025 is zijn inauguratie.
welbevinden van de huisarts en het team. Veel huisartsen vinden de vertrouwensband met patiënten het mooiste van hun vak. De kernvraag is: hoe gaan we dat organiseren?’
Maarsingh_ ‘Het goede nieuws is dat steeds meer onderzoek laat zien dat er sprake is van een dosis-respons-relatie. Een beetje meer continuïteit in zorg leidt direct tot een kleine verbetering; een beetje minder ziekenhuisopnames bijvoorbeeld. Nog wat meer continuïteit van zorg leidt tot nog wat minder ziekenhuisopnames.’
Ter Veer_ ‘Elk stapje helpt dus.’
Maarsingh_ ‘Precies. Voor meer persoonlijke continuïteit zou het fantastisch zijn dat het aantal praktijkhouders toeneemt, maar het is niet zo dat elke huisarts praktijkhouder of -eigenaar moet worden. Het helpt ook als huisartsen meerdere dagen per week in een praktijk aanwezig zijn. Er zijn vele mogelijkheden om tot optimale continuïteit van zorg te komen. Wij hebben een analyse gemaakt van de data van 48 huisartsenpraktijken gedurende zes jaar en op basis daarvan per praktijk de mate van continuïteit van zorg berekend. Daaruit bleek dat praktijken met minder huisartsen een hogere mate van continuïteit van zorg kennen. Logisch. Maar verrassend genoeg bleek een praktijk met veel parttime werkende huisartsen in loondienst, ook bovengemiddelde continuïteit van zorg te leveren.’
Ter Veer_ ‘Hoe kreeg die praktijk dat voor elkaar?
Maarsingh_ ‘De dokters in die praktijk bleken er langdurig te werken; 90 procent al meer dan vijf jaar. Al zijn ze parttimer en werken ze in loondienst, ze zijn toch in staat een vaste groep van patiënten aan zich te binden.’
Ter Veer_ ‘Continuïteit in zorg is dus in elke werksituatie te verbeteren. Of je nu praktijkeigenaar bent, praktijkhouder of huisarts in loondienst.’
Maarsingh_ ‘Waar het om gaat, is dat je je als huisarts verbindt aan een vaste populatie. In de universitaire huisartsenpraktijk waar ik werk, werken de meeste huisartsen parttime en in loondienst. Daarom is continuïteit van zorg een cruciaal aandachtspunt. Onze assistentes zorgen ervoor dat patiënten die een vervolgafspraak maken, naar dezelfde huisarts gaan als bij de vorige afspraak. En wat mijzelf betreft, op dagen dat ik niet in de praktijk werk, houd ik regelmatig telefonisch spreekuur. Op vrijdag werk ik voor de wetenschap, maar tussen 13 en 14 uur zit ik aan de telefoon. Zo nodig bel ik proactief met kwetsbare patiënten om te voorkomen dat patiënten in het weekend naar een andere huisarts moeten. Het vrijdagmiddagcontact maakt dat er meer continuïteit van zorg is.’
Ter Veer_ ‘Dat lijkt mij een waardevolle tip! Nog andere tips om de continuïteit van zorg te verbeteren?’
Maarsingh_ ‘Hoe groot of klein een praktijk ook is, werk in duo’s. Maak dat zo licht of zo zwaar als je zelf wil. Wijs voor complexe, kwetsbare patiënten een tweede dokter aan en vertel hun wie dat is. Want patiënten zullen regelmatig een contactbehoefte hebben op een dag dat hun eerste dokter er niet is. En zorg dat altijd een van de twee dokters beschikbaar is.’
Ter Veer_ ‘Maak jij je zorgen over de toekomst van het huisartsenvak?
Maarsingh_ ‘Uit een enquête van de LOVAH, de organisatie voor aspirant-huisartsen, blijkt dat 83 procent van hen praktijkhouder wil worden, juist omdat zij continuïteit van zorg zo belangrijk vinden. Dat vind ik hoopgevend.’
Ter Veer_ ‘Dat is waar. Maar in de praktijk komt het er niet van. Veel huisartsen blijven na hun opleiding heel lang waarnemen. Ik zit zelf ook al elf jaar waarnemend huisarts te zijn. Waarom lukt het ons niet om de volgende stap te maken? Wat is er nodig om die continuïteit van zorg in de praktijk waar te maken? Wat zouden we hierover in de LHV-toekomstvisie 2035 kunnen zetten? Hoe kunnen we samen dit goud pakken? En welke stappen zouden huisartsen hierin zelf kunnen zetten?’
‘Noem mij één medische interventie met vergelijkbare slagkracht. Die vind je niet’
Maarsingh_ ‘Onze toolkit bevat 34 suggesties die geen rocket science zijn, maar wel handvatten voor verbetering bieden, zoals: investeer in het praktijkteam, versterk de gezamenlijkheid, verbeter de communicatie. Maak de praktijk aantrekkelijk, zodat mensen er langdurig willen blijven werken en steeds meer verantwoordelijkheid krijgen en nemen voor een vaste groep patiënten. Verminder het aandeel van tijdelijke werkkrachten en optimaliseer de duo-schappen. En leer personeel en patiënten hoe belangrijk continuïteit van zorg is. Vertel assistentes hoe ze daar handen en voeten aan moeten geven. Bijvoorbeeld door patiënten te vragen wie hun eigen huisarts is en uit te leggen waarom het beter is om een afspraak in te plannen op een dag dat die er is. Patiënten hebben vaak geen idee dat een vaste huisarts tot zoveel betere zorg leidt. Als je dat uitlegt, gaan ze daar vaak wel in mee.’
Ter Veer_ ‘Los van wat huisartsen zelf kunnen doen, moeten de randvoorwaarden daaromheen ook goed zijn. Daar maken wij ons als LHV hard voor. Huisartsen hebben bijvoorbeeld goede, betaalbare huisvesting nodig om een praktijk te kunnen starten of hun praktijkteam uit te breiden. Daarin hebben het Rijk en de gemeenten ook een taak.’
Maarsingh_ ‘Het is ontzettend belangrijk dat de overheid in de eerste lijn investeert. Juist omdat die investering zichzelf in allerlei opzichten terugverdient. Een voorbeeld: als een patiënt een consult heeft bij de eigen huisarts, duurt
het gemiddeld 18 procent langer tot die patiënt terugkomt voor een volgend consult dan na een consult met een andere huisarts. Als je kijkt wat dat op jaarbasis aan reductie van zorggebruik kan opleveren, kom je uit op een gemiddelde van 5 tot 7 procent. Dat is ruim 2 uur per week. Voeg dat nog maar toe aan die hele rij van gunstige effecten.
Wat ik me afvraag, wat kun jij hier mee? Wat betekent dit voor jou als LHV-bestuurder en als huisarts?’
Ter Veer_ ‘Als LHV-bestuurslid wil ik me er nog meer voor inzetten dat iedereen beseft hoe belangrijk continuïteit van zorg is. Dat geldt vast niet alleen voor de huisartsenzorg, maar voor de hele eerste en tweede lijn en ook het sociaal domein. Daar moeten we samen met alle betrokken partijen veel meer op inzetten. We hebben een wereld te winnen.
En wat mijzelf betreft, als waarnemend huisarts werk ik nu de ene week hier, de andere week daar. Mijn ervaring is dat het in die situatie moeilijk is om continuïteit van zorg te leveren. Het is mijn vurige wens om zo snel mogelijk een praktijk voor mezelf te vinden. Het liefst als praktijkeigenaar, bij voorkeur in een team van drie maten, ingebed in een leuke hagro, die wellicht een coöperatie kan vormen. Continuïteit van zorg wordt zeker een van mijn hoogste prioriteiten. Patiënten gebruiken minder medicijnen, nemen die trouwer in, hoeven minder vaak naar het ziekenhuis en hebben minder vaak spoedzorg nodig. Het is de meest impactvolle behandeling die je als huisarts kunt inzetten. Er is gewoon geen beter medicijn.’ ¶
Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Als huisarts heb je steeds meer te kiezen. Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas?
Huisarts Linda Tenniglo liet collega’s meestemmen over de details van haar tas.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTO: JEROEN JAZET
‘Het is alsof je met een nieuwe jas op stap gaat, maar dan al
4 jaar’
Wie? Linda Tenniglo (32)
Huisarts sinds 2024
Hoe en waar? Waarnemend huisarts in Deventer
‘Toen ik op de afdeling gynaecologie werkte, kwam de eerstelijns verloskundige regelmatig binnen met haar mooie tas. Ik wist toen al: als ik huisarts word, wil ik ook zo’n tas. Het was een tas waarvan je de kleuren en diverse details zelf kunt kiezen, van een Nederlandse ontwerpster die in Spanje woont en samenwerkt met Spaanse vrouwen.
Het is leuk als je alles zelf mag kiezen, maar ook lastig. Vooral de kleuren vond ik moeilijk. De buitenkant is klassiek geworden in twee kleuren bruin, de binnenkant geel. Dat ziet er professioneel uit en toch nét een beetje gek. Daar hou ik van. Ik heb lang getwijfeld over het panterprintje aan de bovenkant. Ik wist niet of ik het durfde. Toen ik hoorde dat ik was aangenomen op de huisartsenopleiding, werkte ik op de SEH. Daar heb ik een soort stemming gehouden onder de 15 verpleegkundigen en 10 artsen die er werkten: wel of geen panterprint? Zij stemden vóór. Ik ben er nog steeds heel blij mee. Ik vind het leuk om met deze tas op stap te gaan. Het is alsof je een nieuwe jas hebt – maar dan al 4 jaar.
Binnenin heb ik gekozen voor veel vakken en daarbinnen heb ik ook nog eens diverse tasjes. Dat werkt het best voor iemand met zo’n chaoshoofd als ik, haha! En toch heeft het alsnog iets van een damestas waarin alles door elkaar ligt. Een vriendin van mij, die heel gestructureerd is, zegt zo nu en dan: ‘Kom eens hier met die tas’. En dan ruimt ze ‘m helemaal op.’ ¶
EEN BLIK IN JOUW TAS?
Wil je vertellen over jouw dokterstas?
Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.
Hoe meer ervaring je opdoet, hoe lichter je dokterstas wordt, denk ik. Er zal de komende jaren vast wel wat uitgaan. Maar dit reanimatiemasker blijft er voorlopig in. Ik heb het al een keer moeten gebruiken bij een patiënt thuis en was heel blij dat ik het had. Het was een heftige situatie, maar als je doet wat je kunt en moet doen in zo’n situatie, hou je er geen naar gevoel aan over.
Het idee is gejat van een andere huisarts: een toverstafje om kinderen af te leiden als ik ze onderzoek. Het werkt heel goed bij kinderen tussen de 2 en 5 jaar. Vaak geef ik het stokje aan de moeder of een ouder broertje of zusje. Er zit een vloeistof in die heen en weer gaat – dat trekt echt hun aandacht wel even.
Ik heb een keer tijdens een visite een pessarium verwisseld zonder dat ik glijmiddel mee had. Dat was niet fijn. Dit potje blijft dus nog wel even in de tas zitten. Het protocollenboekje voor huisartsen hou ik er voorlopig ook in. Die van het ziekenhuis gaat er vast een keer uit, want wanneer heb ik nou een ic-protocol nodig? Het geeft me toch een soort zekerheid én het is een goede herinnering aan mijn ziekenhuistijd. Er staan ook opmerkingen van collega’s bijgeschreven, dus ik zal ‘m sowieso nooit weggooien.
MedMij is dé Nederlandse standaard voor het veilig en betrouwbaar uitwisselen van medische gegevens tussen zorggebruikers en gezondheidsprofessionals.
Door het MedMij-label weet je dat jouw patiënten hun medische gegevens veilig in hun persoonlijke gezondheidsomgeving (PGO) kunnen verzamelen.
Ontdek alles over MedMij op medmij.nl/zorgaanbieders
“Ik wil een fitte moeder zijn”
Chelsea viel 53 kilo af na een maagverkleining
Krijgt u als (huis)arts in deze tijd meer vragen van patiënten die bezorgd zijn over hun gewicht? Wij bieden verschillende behandelingen aan voor (ernstig) overgewicht, met en zonder operatie. Verwijzen is eenvoudig via Zorgdomein.
Kijk voor onze behandelingen zonder operatie op nokclinics.nl
www.obesitaskliniek.nl
Welke nascholing volg jij in het nieuwe jaar? Op de website van de LHV Academie vind je een ruim aanbod van nascholingen in 2025, zowel op locatie, online of op aanvraag bij jou in de praktijk. En helemaal mooi: als LHV-lid krijg je een flinke korting.
Aan welke regels moet je je als huisarts houden bij het declareren? En hoe pas je deze regels toe?
Deze nascholing gaat in op het belang van juist declareren, de NZa-regels en materiële controles door zorgverzekeraars. Met behulp van diverse praktijkvoorbeelden lichten we toe hoe je als huisarts jouw declareergedrag kunt verbeteren.
Deze nascholing is nu ook online beschikbaar.
Data en locaties wo 5 februari 2025, 18.00-20.00 uur, online ma 14 april 2025, 18.00-20.00 uur, Utrecht
Met de aangekondigde handhaving op schijnzelfstandigheid is het goed om na te denken over hoe je in de toekomst wil werken. Hierbij kun je als LHV-lid gebruik maken van de LHV Keuzewijzers. Om je inzicht te geven in de financiële implicaties hebben we ook drie scenario’s laten uitwerken. In de drie scenario’s kan je zien wat het verschil is in besteedbaar inkomen bij werken in loondienst versus werken als waarnemer. Hetzelfde is gedaan voor de loonkosten die de praktijkhouder heeft voor een werknemer in werkdienst versus de inhuur van een zelfstandige. Het gaat hier nadrukkelijk om scenario’s. We zijn hierbij uitgegaan van gemiddelden. In de praktijk zullen gehanteerde salarisschaal, uurtarief en aantal uren alle drie kunnen variëren. En dus ook tot andere berekeningen kunnen leiden. Voor jouw specifieke situatie adviseren we je navraag te doen bij je financieel adviseur. Bekijk hier de scenario’s
Nieuwsgierig geworden naar de mogelijkheden van AI? In deze nieuwe nascholing ontdek je de verschillende vormen van kunstmatige intelligentie en hoe deze jouw werk kunnen verrijken. Je hoort over de nieuwste trends en je leert over belangrijke overwegingen bij het inzetten van AI, zodat je goed voorbereid aan de slag kunt. En natuurlijk krijg je praktische tips en volop inspiratie.
Datum en locatie
di 14 januari 2025, 16.00-20.00 uur, Utrecht
Op lhv.academie.nl staan al meer dan 100 nascholingen voor 2025 op de agenda. Ben je op zoek naar een programma dat precies past bij jouw vraag en behoeften? De LHV Academie denkt graag met je mee om nascholingen op maat te maken en aan te passen aan jouw specifieke vraag. Onze scholingsadviseurs helpen je graag verder. Je kunt ze bereiken via academie@lhv.nl of 085 04 80 000.
Per 1 januari 2025 zal Loubna Boufrach van start gaan als algemeen directeur van de Landelijke Huisartsen Vereniging. Ze volgt daarin Karel Rosmalen op, die sinds 1 februari 2023 interim deze functie vervulde. Loubna heeft de afgelopen jaren veelvuldig samengewerkt met besturen en directeuren in de volle breedte van de zorgsector. De voornaamste focus in de functie van algemeen directeur bij de LHV ligt in het leiding geven aan het verenigingsbureau, het adviseren van het landelijk bestuur en het zorgdragen voor de verenigingsontwikkeling.
Steeds meer gemeenten zijn zich bewust van huisvestingsproblemen bij huisartsen. Waar ze een paar jaar geleden vooral wezen op de eigen verantwoordelijkheid van de huisarts als ondernemer, zien ze nu ook een rol voor zichzelf. Gemeenten kunnen niet alle problemen oplossen, maar ze kunnen zich wél actief inspannen als huisartsen dreigen vast te lopen in de vastgoedmarkt. Dat vinden wethouders Diana van Loenen (Haarlem) en Eelco Eerenberg (Utrecht), die met collega’s de publiciteit zochten.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: ROGIER VELDMAN
Als huisartsen geen praktijkruimte kunnen vinden of betalen, verdwijnt de huisarts uit de wijk. En daar zijn inwoners de dupe van, schreven vijf wethouders begin november in een opiniestuk in NRC. ‘Voor ons is het belangrijk dat er huisartsenzorg dichtbij bewoners is’, licht Diana van Loenen toe. Zij is zorgwethouder van de gemeente Haarlem en was initiatiefnemer van het opiniestuk in NRC, waar ook de namen van haar collega’s uit Haarlemmermeer, Utrecht, Groningen en Amsterdam onder staan. ‘Het is een ingewikkeld vraagstuk, want de huisarts is ondernemer en in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor huisvesting. Daarnaast ligt de zorgplicht bij de zorgverzekeraar. Toch is er ook voor gemeenten een taak, omdat wij er zijn voor onze inwoners. Nabije huisartsenzorg is voor hen heel belangrijk.’
Eelco Eerenberg, zorgwethouder in Utrecht en medeauteur van het opinieartikel, denkt er ook zo over. ‘De huisarts zelf en de zorgverzekeraar zijn eerstverantwoordelijken, maar als gemeente sta je ook aan de lat voor een evenwichtig zorgaanbod in je stad. Voldoende huisartsen – en dus huisvesting – is een maatschappelijke uitdaging waar niet één partij
voor verantwoordelijk is. Dat vraagt samenwerking en commitment van alle partijen.’
◼ ZORG INPLANNEN BIJ NIEUWBOUW
Hoe kan die rol van gemeenten eruitzien? Bij het maken van nieuwbouwplannen hoeft dat niet heel ingewikkeld te zijn, vinden zowel Eerenberg als Van Loenen. Eerenberg: ‘Wij nemen vierkante meters voor huisartsen mee in de plannen en leggen in het omgevingsplan vast welke functies zich op welke locatie mogen vestigen. Zo komen in de Merwedekanaalzone, een gebied waar zesduizend nieuwe woningen komen, twee gezondheidscentra. Eén daarvan gaat de gemeente zelf ontwikkelen.’ Ook Haarlem plant zorgvoorzieningen in bij nieuwbouw. ‘Dat is een stuk minder ingewikkeld dan achteraf te moeten repareren’, zegt Van Loenen. In bestaande woonwijken waar huisartsen (nieuwe) ruimte zoeken of willen uitbreiden, ligt het ingewikkelder. Soms geldt: waar een wil is, is een weg. Van Loenen: ‘Wij hebben sinds een jaar een klein potje gereserveerd voor huisartsen met een huisvestingsvraagstuk. Je moet de voorwaarden daarvoor goed regelen, om te voorkomen dat je op het terrein van staats-
‘ De gemeente ziet hoe belangrijk ons werk is en doet wat ze kan’
Nanja Danhof is huisarts in gezondheidscentrum Kanaleneiland in Utrecht. ‘Wij huren al meer dan 25 jaar ruimte in een winkelcentrum, maar zitten inmiddels echt te krap. Bovendien is onze huur opgezegd: per 1 juni 2026 moeten we eruit omdat de eigenaar hier appartementen wil maken.’ Gezondheidscentrum Kanaleneiland omvat vier huisartsenpraktijken, een apotheek, fysiotherapie, logopedie, caesartherapie, huidtherapie, podotherapie, diëtetiek en een priklab. Bovendien houdt het wijkteam er spreekuur. Samen werken ze volgens de integrale benadering Krachtige basiszorg. ‘Bij elkaar blijven is voor ons absoluut prioriteit’, zegt Danhof. ‘Juist de korte lijnen binnen ons gezondheidscentrum maken ons werk mogelijk. Dat kan ik niet genoeg benadrukken. Als ik tegen een patiënt zeg: “Neem maar contact op met het buurtteam”, bijvoorbeeld bij schulden, dan gebeurt dat niet. Ik breng een patiënt dus regelmatig letterlijk naar het buurtteam. Of overleg met de caesartherapeut over een patiënt met hoofdpijn.’
De nieuwe locatie moet dus flink groot zijn én midden in Kanaleneiland. ‘Veel patiënten komen lopend. Als wij aan de rand van de wijk terechtkomen, komen ze misschien helemaal niet meer.
Daarmee zou onze signalerende en preventieve functie vervallen, die heel belangrijk is in deze wijk.’
De zorgverleners van het gezondheidscentrum bedachten met welzijnspartners een ‘droomplan’, vertelt Danhof. ‘Ons ideaal is een community centrum voor zorg en welzijn, in combinatie met bijvoorbeeld een restaurant, ontmoetingsruimte, kerk of moskee. Alleen een nieuwe ruimte vinden voor het
gezondheidscentrum kan ook, maar is second best. We hebben een brief naar de gemeente gestuurd over ons urgente huisvestingsprobleem én ons droomplan. Nadat we daarmee ook de media opzochten, kreeg de gemeente door hoe urgent het was en zijn we om de tafel gegaan.’
Inmiddels is de samenwerking met de gemeente heel goed. ‘De gemeente erkent het probleem en heeft partijen om tafel gebracht. De directeur van de zorggroep was al in gesprek met de gemeente; dat is in een stroomversnelling geraakt. Er is een werkgroep van gemeente, zorgverzekeraar en zorggroep die voor heel Utrecht de problematiek bespreekt en een werkgroep die zich specifiek met Kanaleneiland bezighoudt.’
‘De gemeente ziet hoe belangrijk ons werk is en doet wat ze kan. De gemeente oefent druk uit op de eigenaar van het winkelcentrum, bijvoorbeeld om mee te werken aan een nieuwe plek voor ons. De gemeente is tenslotte ook de partij die de vergunning voor de appartementen moet verlenen. Er is inmiddels een mogelijke locatie, maar het is nog niet duidelijk of die betaalbaar is en genoeg daglicht heeft om op een verantwoorde manier ons werk te kunnen doen.’
‘Wij hebben het geluk dat we met wethouder Eelco Eerenberg iemand hebben die een stapje harder loopt. Datzelfde geldt trouwens voor meerdere raadsleden. Wat mij betreft zou de gemeente wel nóg iets proactiever mogen zijn wat betreft het community centrum. Bijna alle zorg en welzijnspartijen staan hierachter, en niet te vergeten ook onze patiënten. De manier waarop wij willen werken, bespaart de gemeente uiteindelijk geld omdat we met elkaar breder investeren in gezondheid en welzijn. Wat de gemeente investeert in goede, gezamenlijke huisvesting, betaalt zich uiteindelijk terug.’
steun terechtkomt. De subsidie is voor overbruggingsoplossingen. Een andere voorwaarde is dat de zorgverzekeraar meefinanciert. Daarmee hebben we ook meteen de check geregeld of de betreffende uitbreiding of nieuwe vestiging inderdaad nodig is qua patiëntaantal.’ Tot nu toe heeft één praktijk een beroep gedaan op het subsidiepotje. ‘Dat gaat om een huisartsenpraktijk die tijdelijk een portacabin gebruikt, in afwachting van verhuizing naar een nieuwbouwwijk.’
◼ PARTIJEN SAMENBRENGEN
Steun hoeft niet altijd in de vorm van geld, zegt Van Loenen. ‘Je kunt als gemeente ook actief meekijken wat er vrijkomt. Wij hebben een huisvestingsteam waarin gemeente, regionale huisartsenorganisatie en zorgverzekeraar samen vastzittende situaties bespreken. Praktijken met een ruimtevraagstuk kunnen zich daar melden en doen dat inmiddels ook regelmatig.’
Ook in Utrecht is er regelmatig overleg tussen gemeente, zorgverzekeraar en twee huisartsenorganisaties. ‘Daarmee brengen we de problematiek van huisartsen in beeld en koppelen we die aan de verwachte groei van de verschillende wijken. In urgente gevallen werken we ook samen’, zegt Eerenberg, verwijzend naar het huisvestingsvraagstuk van gezondheids-
Waar begin je als je wilt verbouwen, uitbreiden of een nieuwe praktijkruimte zoekt? Als er bij jou in de buurt een Hteam is, kun je daar terecht met vragen. Gebruik ook het LHV-stappenplan ‘Op zoek naar nieuwe praktijkruimte’, te vinden op lhv.nl. Dat geeft inzicht in je eigen wensen, wie wanneer wat voor je kan betekenen en welke hulpmiddelen je kunt gebruiken. Daarnaast kun je de nascholing ‘Nieuwe huisvesting’ volgen bij de LHV Academie (zie lhv.nl/academie).
centrum Kanaleneiland (zie kader). ‘Daar zitten nu alle partijen met de praktijkhoudend huisarts om tafel om samen naar een oplossing te zoeken.’
◼ OVERBODEN DOOR EEN BELEGGER
Gemeenten kunnen hun best doen voor huisartsenhuisvesting, maar hebben grenzen aan hun mogelijkheden, benadrukken beide wethouders. Van Loenen: ‘Toen een Haarlems politiebureau vrijkwam, wilden wij dat kopen voor tijdelijke huisvesting van onderwijs. Daarna zou er mogelijk een huisartsenpraktijk kunnen komen. Maar we werden zwaar overboden door een belegger. Nu komt er wellicht kinderopvang – ook een maatschappelijke bestemming, maar dan eentje die meer oplevert dan huisartsenzorg. Dit voorbeeld vind ik typerend voor hoe ingewikkeld we het met elkaar hebben gemaakt.’ ‘Gemeenten en zorgverzekeraars kunnen niet meer doen dat pleisters plakken zolang de Nederlandse Zorgautoriteit de gestegen huisvestingskosten onvoldoende meeneemt in de nieuwe tarieven’, zegt Eerenberg. ‘Vandaar onze oproep in NRC om te komen met kostendekkende tarieven. Daarnaast blijf het belangrijk dat alle lokale partijen in dit vraagstuk verantwoordelijkheid nemen en samenwerken. Een one-size-fits-all-oplossing is er niet.’
Heb je specifieke vragen over jouw huisvesting? Aarzel niet om advies te vragen. Je kunt nooit te vroeg om hulp vragen, want het zoeken naar een geschikte ruimte kan al snel 5 jaar duren. Bij alle vragen kunnen de ervaren adviseurs van LHV Bouwadvies je onafhankelijk en deskundig ondersteunen: van vragen over verbouwen tot hoeveel ruimte je eigenlijk nodig hebt. Neem contact op via bouwadvies@lhv.nl of 085 – 04 80 111.
‘ Dit is het resultaat van intensieve lobby, die van onderop begon’
Gemeenten hebben het huisvestingsvraagstuk van huisartsen op hun netvlies. Dat is het resultaat van een kleine vijf jaar inspanning van huisartsen, regionale huisartsenbestuurders en de LHV, stelt Margriet Niehof, LHV-adviseur public affairs.
‘Het begon met een brandbrief in 2020 van de LHV-afdeling Rotterdam over hun huisvestingsproblemen. Als LHV kregen we bovendien veel mailtjes en telefoontjes van leden met een huisvestingsvraag. Aanleiding voor de LHV om een landelijk, onafhankelijk onderzoek te laten doen. Daaruit bleek in het najaar van 2021 dat maar liefst 77 procent van de huisartsen een huisvestingsvraagstuk had. We schrokken er zelf van dat het er zóveel waren.’
De LHV zette een projectteam op, maakte een plan van aanpak, bepaalde een strategie en organiseerde daarbij ledenbetrokkenheid. ‘Met een tweeledig doel: het probleem op de landelijke politieke agenda krijgen en lokale oplossingen mogelijk maken. We hebben vanaf het begin duidelijk gemaakt dat niet alleen de huisarts maar ook de gemeente belang heeft bij laagdrempelige zorgvoorzieningen in de wijk. Daarmee kunnen mensen bijvoorbeeld langer thuis blijven wonen. En we wezen er steeds op dat huisartsen geen gewone ondernemers zijn, omdat ze hun tarieven niet zelf kunnen vaststellen.’
De LHV besprak het vraagstuk sindsdien regelmatig aan landelijke tafels, bijvoorbeeld bij Kamerleden, VWS, Zorgverzekeraars Nederland (ZN), de NZa en de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). Tegelijkertijd ondersteunt de LHV huisartsen in hun individuele situatie. Dat gebeurde met regionale factsheets, maar ook met voorbeeldbrieven die huisartsen naar de gemeente kunnen sturen en voorbeeldteksten om in te spreken bij een gemeenteraadsvergadering.
In het najaar van 2023 verscheen de handreiking ‘Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra’, een gezamenlijk product van LHV, InEen, Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG), ZN, NZa en de ministeries van VWS en BZK. Niehof: ‘Daarin erkenden
alle partijen de urgentie en beschreven ze welke partijen op welke manier kunnen bijdragen aan een oplossing. Een belangrijke stap vooruit, al konden we in die handreiking nog geen oplossing bieden voor de financiering van huisvesting. Maar dat is hoe lobbywerk gaat: stap voor stap.’
‘Over die financiering heeft PwC in opdracht van VWS een onderzoek uitgevoerd naar de aard van de financiële knelpunten die huisartsen kunnen ervaren bij hun zoektocht naar passende huisvesting. Dit rapport is begin november aangeboden aan de Tweede Kamer. We gaan dit rapport analyseren en bespreken binnen de landelijke werkgroep. Ons streven is begin 2025 een nieuwe versie van de handreiking op te leveren waarin ook de financiële aspecten een plek krijgen.’
Wat in relatief korte tijd – minder dan vijf jaar – in ieder geval wél is bereikt, is dat huisartsen niet altijd meer alleen staan als ze vastlopen in hun zoektocht naar meer of andere praktijkruimte. ‘Het mooie van dit onderwerp is bovendien dat het van onderop is begonnen: het startpunt van de LHV-lobby was een brandbrief van leden en de vele ledenvragen. Rotterdam is met een huisvestingsteam van gemeente, zorgverzekeraar, LHV-afdeling Rotterdam en de ROS voorloper geworden. Inmiddels hebben ook Den Haag, Amsterdam en binnenkort Utrecht zo’n gezamenlijk overleg of “H-team”. Steeds meer gemeenten realiseren zich inmiddels ook hoe belangrijk het is om zorgvoorzieningen vanaf het begin mee te nemen in nieuwbouwplannen. En bij Kamerdebatten worden regelmatig Kamervragen gesteld over de huisvesting van huisartsen. Kortom: het vraagstuk staat bij iedereen op het netvlies.’
Daarmee is het uiteraard nog niet overal opgelost. ‘Met name de financiering blijft problematisch, zeker voor jonge huisartsen. Daar blijven we dus aan werken. Een eerdergenoemde optie om het Waarborgfonds Zorg hiervoor in te zetten, is
niet realistisch gebleken. VWS heeft met het Waarborgfonds besproken of huisartsen ook bij het fonds kunnen lenen tegen een lage rente, maar dit blijkt niet mogelijk. Heel jammer. Wij hebben nu de optie ingebracht om een apart waarborgfonds voor huisvesting van huisartsen op te zetten. Het bezwaar dat dat staatssteun zou zijn, vinden wij onterecht, omdat het gaat om een laagdrempelige voorziening met een maatschappelijke functie waar alle betrokken partijen baat bij hebben.’
Eén allesomvattende oplossing voor het huisvestingsvraagstuk zal er hoe dan ook niet komen, stelt Niehof. ‘Dit is niet volgend jaar opgelost. Maar het is grote winst dat we nu gezamenlijk aan oplossingen werken, met partijen die allemaal het gemeenschappelijke belang inzien.’ ¶
KAREL ROSMALEN, INTERIM-DIRECTEUR LHV, GAAT MET PENSIOEN
Jarenlang was hij de man achter de schermen van het LHV-beleid. Nu gaat hij met pensioen: Karel Rosmalen. Hij kijkt graag even terug, maar liever nog vooruit. Met optimisme in zijn blik. ‘De grote uitdaging is om het huisartsenvak zo te organiseren dat het bij de eisen en wensen van deze tijd past en huisartsen werkplezier oplevert.’
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE:
ROB TER BEKKE
Als interim-directeur en manager Beleid & belangenbehartiging stond Karel Rosmalen liever niet in de spotlights. Behalve als hij op regiotoer was en door het land reisde om het LHV-beleid en de bekostiging toe te lichten. ‘De ledenbijeenkomsten vond ik altijd genieten, hoe kritisch de vragen soms ook waren. Vanuit het perspectief van leden en de dagelijkse praktijk, snapte ik die kritiek wel. Dat gaf ons de kans om te vertellen hoe beslissingen, plannen en acties tot stand komen en wat dat aan strategie, overleg, geduld en volharding vraagt. En natuurlijk hielp de inbreng van leden ook om het beleid aan te scherpen en te verbeteren.’ De afgelopen twintig jaar zag hij heel wat voorzitters, bestuursleden en medewerkers op het LHV-kantoor komen en gaan. Rosmalen fungeerde als vraagbaak en ankerpunt. Ontelbare keren stond hij bij iemands bureau
om een vraag of aandachtspunt te bespreken. Hij bracht beleid en praktijk bij elkaar.
Heb je het huisartsenvak de afgelopen decennia zien veranderen?
‘De vorm en organisatie van het vak zijn veranderd, de inhoud niet. De kern is en blijft het contact met patiënten. Dat maakt ons vak zo bijzonder. Zoals mijn opleider zei: ‘Je mag als huisarts in de roman van ieders leven binnenstappen’. Het is boeiend om langdurig met mensen op te trekken en het leven in moeilijke omstandigheden een beetje beter en draaglijker te maken.
Een van de grootste veranderingen die ik heb meegemaakt, is de toepassing van automatisering in de huisartsenpraktijk. Toen ik in 1991 als huisarts begon, werkten we nog met kaartenbakken en brieven op papier Dat is
nu niet meer voor te stellen. Dankzij automatisering is er een enorme stap gemaakt: administratieve processen zijn veel makkelijker geworden, de kwaliteit van de zorg is verbeterd. Tegelijk zijn de administratieve lasten en regeldruk enorm toegenomen, zowel vanuit de overheid als vanuit de eigen beroepsgroep. Het lijkt wel alsof elk incident tot een nieuwe regel leidt. Daarin zijn we compleet doorgeslagen.’
Welke events zijn je het meest bijgebleven?
‘De demonstraties in de RAI in 2011 en op het Malieveld in 2021, tegen de bezuinigingen op de huisartsenzorg en voor meer tijd voor de patiënt. Daar waren we met duizenden huisartsen en praktijkmedewerkers bijeen. Onvergetelijk is natuurlijk ook de coronatijd. We hadden als crisisteam elke ochtend, elke avond en zo nodig ook nog tussendoor overleg. In het begin van de pandemie tastten we allemaal in het duister over wat er ging gebeuren en wat we moesten doen. Er werd heel veel van huisartsen gevraagd, we moesten echt voor onze achterban gaan staan. We hebben met z’n allen in korte tijd enorm veel geleerd en heel veel bereikt. Ik denk dat het belangrijk is om die pandemische paraatheid vast te houden, maar helaas wil het kabinet daar toch op bezuinigen. Voor je het weet zijn alle kennis en kunde weer weg. Doodzonde. Bij een volgende pandemie moet iedereen weer opnieuw beginnen.’
Waar ben je trots op?
‘We hebben er als LHV samen met de beroepsgroep voor gezorgd dat we goed op de kaart staan en een cruciale rol in het Nederlandse zorgsysteem vervullen. Er wordt nu zoveel van huisartsen gevraagd, dat we haast aan ons eigen succes ten onder gaan. Ik ben er trots op dat we meer tijd voor de patiënt hebben gekregen en dat patiënten de huisartsenzorg zo waarderen. Ook hebben we als LHV een
prachtig aanbod van diensten, producten en opleidingen ontwikkeld. Tegelijkertijd moeten we ons blijven inzetten voor goede randvoorwaarden en mogelijkheden om in praktijken te investeren. Het wordt hoog tijd voor een andere manier van bekostiging, waarbij minder wordt teruggekeken naar hoe het was, maar veel meer vooruit wordt gekeken naar de zorg die nodig is en die we willen bieden. Daarmee houden we de huisartsenzorg toekomstbestendig.’
Onder jouw leiding is toch ook het aanbod huisartsgeneeskundige zorg vastgesteld?
‘Ik vond het belangrijk om voor onszelf en de buitenwacht duidelijk te maken waar wij als huisartsen wel en niet van zijn. We kunnen niet alles; ergens houdt het op. Daarom hebben we in 2004 duidelijk gedefinieerd welke zorg standaard van huisartsen verwacht kan worden en welke zorg extra of bijzonder is. Dat kwam keurig in de contracten van de verzekeraars te staan; op basis hiervan wordt ook de financiering onderbouwd. In 2014 en 2022 is het basisaanbod door de LHV geactualiseerd, ook met het oog op de samenwerking met andere partijen. Als je meer gaat samenwerken, moet je goed weten wat je van elkaar kunt verwachten en wat ieders grenzen zijn. Huisartsen zijn bij uitstek een beroepsgroep die naar anderen verwijst. Hoe beter je weet wat andere partijen doen, hoe beter de samenwerking. De kunst is om zo weinig mogelijk overlap te hebben en de zorg tijdig over te dragen.’
Wat zijn de uitdagingen voor de toekomst?
‘De toenemende vergrijzing gaat gepaard met een stijgende zorgvraag. Om goede zorg te kunnen blijven bieden, moeten we anders gaan werken. We moeten nog veel meer samenwerken met collega-huisartsen, het hele
‘ Het is waardevol om als beleidsmaker te weten wat er in de praktijk speelt’
Download nu het whitepaper ‘Hybride zorg in de Regio’ en lees over alle mogelijkheden voor uw organisatie.
Benieuwd hoe Hybride regiozorg uw zorgorganisatie kan ondersteunen?
Wij verlenen al vele jaren zorg op afstand. En geloven in een regionale aanpak.
zorgveld en het sociaal domein. Dat vraagt om juiste randvoorwaarden, ondersteuning, innovatie en overleg, maar ook de inzet en betrokkenheid van alle huisartsen. Daarom hebben we de laatste jaren hard gewerkt aan de versterking van de vereniging en de verenigingsdemocratie. Door zoveel mogelijk huisartsen te vertegenwoordigen, staan we als collectief sterk bij de verdediging van onze belangen, ook in de richting van de politiek en de zorgverzekeraars. Soms lopen de belangen van huisartsen onderling uiteen, maar 98 procent van het werk dat we als LHV doen, doen we voor alle huisartsen, ongeacht de vorm waarin ze werken. In de toekomst zullen huisartsen elkaar alleen maar harder nodig hebben. Ook om ervoor te zorgen dat er voldoende dokters zijn om de huisartsenzorg overeind te houden. De beste manier om dat te bereiken, is het werk leuker maken.
Ik geloof niet in roeping en ook niet in dwang van bovenaf om meer uren of dagen te werken. Ik geloof in de voldoening die mensen in hun vak ervaren. Als je gelukkig wordt van je werk, is het niet erg om wat meer te werken. Natuurlijk zit aan elk werk een randje, maar als je er verder genoeg uithaalt, wegen de niet zo leuke dingen minder zwaar.’
Zijn de uitdagingen van nu groter dan toen je begon?
‘Niet groter, maar anders. De maatschappij verandert, mensen veranderen. Jongere huisartsen stellen andere eisen aan hun werk en werktijden. We moeten die veranderingen niet tegen willen houden, maar de organisatie van de zorg daarop aanpassen, zoals we dat in het verleden ook hebben gedaan. Zo doet het overgrote deel van de huisartsen al lang geen bevallingen meer en zijn we de avond-, nachten weekendzorg gezamenlijk gaan organiseren.
De grootste uitdaging is om het werk zo te organiseren dat het past bij de
wensen en behoeften van de huisartsen van deze tijd. Daarom moeten we onderzoeken wat (jonge) huisartsen precies willen en wensen, in welke zaken ze ondersteund willen worden en waarin ze autonoom willen zijn. Daarop zal de LHV haar beleid moeten aanpassen. Als we achter de wensen en verlangens van de achterban durven gaan staan, zijn we al een eind op de goede weg.’
Hoe was het om je LHV-werk met je werk als huisarts te combineren?
‘Enorm belangrijk. Ik heb altijd minimaal een dag per week in de praktijk gewerkt. Dat vond ik een voorrecht. Mijn maten in de maatschap hebben me daarin altijd gesteund. Het is waardevol om als beleidsmaker te weten wat er in de praktijk speelt. Je kunt in overleggen met verzekeraars, het ministerie van VWS en andere stakeholders vanuit de praktijk van het vak spreken. In 2023 kreeg ik het verzoek om tot aan mijn pensioen de rol van interim-directeur te vervullen. Die taak was moeilijk te combineren met huisarts zijn. Daarom heb ik begin 2024 mijn huisartsentas aan de wilgen gehangen; het was wel even wennen om geen patiënten meer te zien. Gelukkig heeft de LHV meer medewerkers die het huisartsenvak combineren met beleidswerk en belangenbehartiging. En hopelijk zijn er telkens weer huisartsen die zich hiervoor bij de LHV melden.’
Ben je optimistisch over de toekomst van het vak?
‘Jazeker, ik heb er alle vertrouwen in. Mijn optimisme zit vooral in de jonge generaties. Die gaan anders met hun werk om en kijken anders naar de toekomst. Ik zie het in de huisartsenpraktijk en ook hier op het LHV-kantoor. De kernwaarden en kerntaken van de huisartsenzorg staan vast, maar de manier van werken verandert. Dat is helemaal goed. Door het vak aan te passen aan de eisen van deze tijd,
‘Je mag als huisarts in de roman van ieders leven binnenstappen’
Wie is Karel Rosmalen?
Karel Rosmalen (1957) is sinds 2023 tijdelijk directeur van de LHV en was tot 1 januari 2024 tevens praktijkhoudend huisarts in een maatschap in Vught. Hij begon in 1991 als huisarts en beleidsmedewerker Richtlijnen ontwikkeling bij het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG). In 2002 stapte hij over naar de LHV. Hij was 20 jaar hoofd/ manager Beleid & belangenbehartiging. Rosmalen gaat per 1 januari 2025 met pensioen.
zullen meer jonge mensen voor het huisartsenvak kiezen. We leven in een ongelooflijk boeiende tijd. Ik ga met pensioen, maar als het kan hoop ik nog wel ergens een steentje bij te dragen om de verandering vorm te geven. Er valt een hoop te doen. Dus kom op, durf te veranderen, durf te innoveren!’ ¶
Ben je huisarts en heb je interesse om je in deeltijd in te zetten voor beleid en belangenbehartiging? De LHV is op zoek naar nieuwe huisarts-beleidsmedewerkers. Neem contact op met Erik Dijkstra, manager Beleid & belangenbehartiging, e-mail: e.dijkstra@lhv.nl
Het ANW-actieplan heeft gewerkt. Uit recent gehouden peilingen blijkt dat de overgrote meerderheid van huisartsen tevreden is over de veranderingen die per 1 april 2023 zijn ingevoerd. Toch blijft er actie nodig om het doel te bereiken: een gelijke verdeling van diensten en een toekomstbestendige organisatie van de huisartsen-spoedzorg.
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE
De uitslag van de recente peilingen over de avond-, nacht- en weekendzorg (ANW), gehouden onder LHV- en VPH-leden en huisartsendienstenstructuren (HDS’en), is een wereld van verschil met de LHVledenpeiling in 2017. Zeven jaar geleden gaven huisartsen massaal aan dat ze stuk liepen op de ANW-diensten en dat de spoedzorg anders moest. Met het ANW-actieplan van InEen, LHV en VPH om de werkdruk in de ANW-zorg te verminderen, is dat gelukt. De recente peilingen laten zien dat de gemiddelde tevredenheidsscore van huisartsen een 7,11 is en van HDS’en zelfs een 7,8. Aan de peilingen deden 2586 huisartsen en 48 HDS’en mee. Het ANW-actieplan omvat drie actielijnen. De eerste actielijn betreft de nieuwe werkwijze en beloning voor ANW-diensten. De tweede actielijn gaat over Spoed=Spoed: alleen patiënten met de hoogste urgenties worden ’s nachts gezien. De derde actielijn is de stip op de horizon: een spoedpost/-plein waar huisartsen samenwerken met andere zorgverleners, die elk op hun kernkwaliteiten worden ingezet.
◼ SAMEN VERANTWOORDELIJK
Het doel van de eerste actielijn is dat alle huisartsen in een regio evenredig verantwoordelijkheid nemen voor de invulling van de 24-uurs zorg. In de praktijk betekent dit dat alle huisartsen zich aansluiten bij een spoedpost en zich daarmee verantwoordelijk maken voor het invullen van alle diensten én dat als een huisarts intekent voor een dienst deze daarmee ook verantwoordelijk is voor de uitvoering. Deze manier van plannen ontlast de praktijkhouders, omdat ook zij alleen verantwoordelijk zijn voor de diensten waarop zij intekenen. Huisartsen zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de diensten en hebben gelijke inspraak en zeggenschap in de spoedpost in die regio.
Dit doel wordt pas gehaald als alle huisartsen zich aansluiten bij een of meer spoedposten en daarmee verantwoordelijkheid nemen voor de uit te voeren diensten. Op die manier werkt het vrij roosteren het meest effectief: alle huisartsen hebben evenveel kans op diensten op tijdstippen die hen het best uitkomen. Voorwaarde voor de invoering van de nieuwe werkwijze was een hogere beloning voor en differentiatie tussen de diensten. Dit vereiste de samenwerking met én financiering door de zorgverzekeraars. Voor de LHV was dat een cruciale voorwaarde om het Integraal Zorgakkoord 2023-2026 te ondertekenen. De zorgverzekeraars gingen hiermee akkoord, maar stelden daar wel voorwaarden bij waaronder een evenwichtige en solidaire verdeling van de diensten onder alle huisartsen. De tarieven voor ANW-diensten werden gedifferentieerd en met ruim 30 procent verhoogd. Daarmee werd de weg vrij gemaakt voor de invoering van de nieuwe werkwijze.
◼ DRUK VAN DE KETEL Lammert Hoeve, huisarts en LHV-bestuurslid, ziet dat de eerste actielijn veel druk van de ketel heeft gehaald. ‘Uit de recente peilingen blijkt dat we op de goede weg zijn. Tegelijkertijd is ook
duidelijk geworden dat er nog heel wat te doen valt om de spoedzorg toekomstbestendig te maken.’
In eerste instantie was het de bedoeling dat alle huisartsen zich zouden aansluiten bij een spoedpost. Ook de niet-praktijkhoudend huisartsen. Die verplichting werd na protesten van waarnemend huisartsen afgezwakt, maar wel met de afspraak dat hier in de evaluatie aandacht voor zou zijn. Uit de peilingen blijkt nu toch dat een deel van de huisartsen zich niet vanaf de eerste ronde committeert bij een spoedpost en dus niet vanaf de eerste ronde meedraait en intekent voor diensten. Daardoor ligt er meer spanning op het roosteren. Ook hebben niet alle huisartsen gelijke inspraak en zeggenschap in huisartsenposten.
Hoeve: ‘Samen met VPH, NHG en InEen roepen wij alle huisartsen op om toch gezamenlijk de ANW-diensten in te vullen. Sluit je aan bij een spoedpost en doe mee in de eerste ronde van het roosteren. De spoedpost is van en voor alle huisartsen. Praat actief mee en regel gezamenlijk het vrij roosteren zodat het goed en eerlijk werkt in jouw regio. We roepen ook de HDS’en op om het met elkaar en in overleg met de huisartsen nog aantrekkelijker te maken voor alle huisartsen om zich aan te sluiten bij een spoedpost. Alleen samen zorgen we ervoor dat we de ANW toekomstbestendig kunnen invullen.’
◼ AANDACHTSPUNTEN
De projectgroep ANW van LHV, VPH en InEen heeft op basis van de peilingen de resultaten en aandachtspunten op een rij gezet, vertelt projectgroeplid en LHV-adviseur Renske Kramer. ‘Positief is dat alle huisartsen tevreden zijn over de gestegen tarieven en de mogelijkheid om vrij te roosteren. Daarnaast is het merendeel van de praktijkhouders tevreden over de gedeelde verantwoordelijkheid voor de diensten. Positief is ook dat overal in het land de tarifering gelijk is en dat de werk-/privébalans over het algemeen is verbeterd.’
Maar aandachtspunten zijn er volgens haar ook, zoals de blijvende ongelijkheid in de verantwoordelijkheidsverdeling voor diensten. ‘Dit speelt met name in regio’s waar minder niet-praktijkhoudende huisartsen zitten en het aantal niet-praktijkhoudend huisartsen dat zich vooraf committeert aan het doen van diensten achterblijft. Daar moet meer aandacht voor komen zodat ook daar de last van de ANW-zorg wordt verlicht. Dat vraagt om regionaal maatwerk en samenwerking tussen spoedposten.’ Een tweede aandachtspunt dat met de zorgverzekeraars moet worden besproken, is volgens haar de invulling van de achterwachtregeling. ‘Om de roosters gedekt te krijgen, zijn er achterwachten nodig die bij ziek en piek op de posten kunnen inspringen. Die achterwachten bieden de zekerheid dat er te allen tijde huisartsen(spoed)zorg wordt aangeboden. Daar moet landelijk een goede financiële regeling tegenover staan waarmee alle regio’s uit de voeten kunnen.’
◼ SPOED=SPOED
De eerste actielijn heeft voor verbetering gezorgd, maar om de
ANW-zorg toekomstbestendig te maken, moet er nu ook werk worden gemaakt van de andere actielijnen, zegt Hoeve. ‘De vergrijzing gaat sneller dan we denken. We zullen in de zorg met minder mensen meer werk moeten doen. We moeten dus slimmer werken én meer samenwerken.’
De actielijn ‘Spoed=spoed’ betekent dat op de huisartsenpost alleen patiënten met hoge urgentie (U1 en U2) worden gezien. Patiënten met lagere urgentie worden naar de eigen huisarts verwezen, die hiervoor speciaal een paar spoedplekken in het ochtendspreekuur openhoudt.
Kramer: ‘Het effect is dat er in de nacht, en uiteindelijk ook ’s avonds en in weekenden, minder huisartsen en zelfs minder huisartsenposten nodig zijn. Voorwaarde is dat huisartsenposten regionaal meer gaan samenwerken. Veel huisartsen zien hier tegenop, bijvoorbeeld omdat ze denken dat ze voor hun diensten verder moeten reizen. Maar dat klopt niet. Ze blijven hun diensten doen in hun ‘eigen’ huisartsenpost, maar omdat die minder vaak open is, hoeven ze er minder diensten te doen. Het is belangrijk dat we huisartsen op dat punt over hun koudwatervrees heen helpen.’
◼ STIP OP DE HORIZON
De laatste actielijn, de stip op de horizon, staat volgens Hoeve inmiddels ook hoog op de agenda. ‘Toekomstbestendige huisartsen-spoedzorg vraagt samenwerking met andere eerstelijns hulpverleners en de spoedeisende hulp van ziekenhuizen. Hoe gaan we daar vorm aan geven? We zijn nu samen met de VPH, Ineen en het NHG bezig om daar een visie voor te ontwikkelen, die vervolgens moet worden afgestemd met de andere partijen die bij de spoedzorg betrokken zijn. We houden nieuwe ontwikkelingen rond de organisatie van de eerste lijn, de zorgcoördinatie en het zelfstandigenbeleid nauwgezet in de gaten. Die ontwikkelingen hebben impact op hoe we de ANW toekomstbestendig kunnen houden.’
◼ DOE MEE, PRAAT MEE
Het afgelopen jaar is er een flinke stap gezet, maar we zijn er nog niet, concludeert Hoeve. ‘Het is nu vooral aan de huisartsen zelf om samen met de eigen spoedpost of HDS afspraken te maken om het proces van roosteren en de zeggenschap te verbeteren. De afspraken in het actieplan zijn daarbij het uitgangspunt. Daar hangt ook de financiering aan vast. Voor 2025 is het belangrijkste aandachtspunt de regionale samenwerking. Samen kijken naar de ANW-zorg in de regio biedt kansen voor huisartsen en spoedposten om de huisartsenspoedzorg toekomstbestendig te maken. Daar kan, daar móet elke huisarts een rol in spelen. Doe mee, praat mee, denk mee over de veranderingen die nodig zijn in een regio. Wat huisartsen zijn samen de baas over de huisartsenpost en ANW-zorg.’ ¶
Meer informatie over het ANW-actieplan en de uitslag van de recente ANW-peilingen vind je op www.lhv.nl.
Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisarts Guido Kranenburg over zijn praktijkstart.
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: TON VAN VLIET
‘Het voelt anders nu mijn naam op de gevel staat’
Hoe goed kende je de praktijk die je hebt overgenomen?
‘Bijna drie jaar geleden werd ik waarnemer in een praktijk waarvoor geen opvolger was, in een HOED in Ulft. De praktijk was overgenomen door de andere praktijkhouders van de HOED, die mij samen met een andere waarnemer hadden ingehuurd. Ze vroegen ons toen al of we praktijkhouder wilden worden, maar ik had op dat moment té jonge kinderen, vond ik, om daaraan te beginnen. Een van de praktijkhouders vroeg op een gegeven moment bijna dagelijks of ik zijn praktijk wilde overnemen. Na een tijdje ben ik als beoogd opvolger in zijn praktijk komen werken. De patiënten van de praktijk waar ik waarnam, zijn verdeeld over de andere praktijken. Er is nog even sprake van geweest dat ik samen met mijn collegawaarnemer praktijkhouder zou worden, maar zij voelde daar om privéredenen niet voor. Ze werkt nu bij mij als waarnemer; we vormen nog steeds een goed duo.’
Wat gaf voor jou de doorslag om praktijkhouder te worden?
‘Dat was eigenlijk altijd al mijn doel. Ik vind het leuk om met een vast team te werken en processen naar je eigen hand te kunnen zetten. Het gezamenlijke team van onze HOED is een fijn, positief team. Het lijkt allemaal vanzelf te gaan. We zitten met een groep vrij jonge praktijkhouders samen in de HOED. De oudste is 51. We hebben dus hopelijk nog best veel jaren in deze setting. Dat is een fijn perspectief: je kunt met elkaar bouwen. Ik had ooit bedacht om een jaar of vijf waarnemend huisarts te zijn en dan een praktijk over te nemen. Dat is dus maar 3,5 geworden. Ik had wat koudwatervrees, vooral voor het extra werk dat het praktijkhouderschap oplevert. Dat valt ontzettend mee.’
Hoe ging het regelen van de zakelijke kant van de overname?
‘Ik heb veel hulp gehad van onze gezamenlijke praktijkmanager, die al zes overnames had meegemaakt. Zij heeft me heel goed ontzorgd bij allerlei praktische kwesties – en overigens nog steeds bij de zakelijke kant van de praktijk. Tijdens de overnameperiode zaten we iedere week even samen om te kijken wat er moest gebeuren. Op die manier heeft het me helemaal niet veel tijd gekost. Daarnaast werken er in de HOED een paar collega’s die vrij recent praktijkhouder waren geworden. Die heb ik ook soms om advies gevraagd. Omdat we toch samen in één pand zitten, lopen
we makkelijk even bij elkaar binnen. Onze regionale huisartsenorganisatie bood ook actief hulp aan bij de overname. Doordat ik zoveel hulp en advies dichtbij had, was dat niet nodig. Maar als je dat niet hebt, is het heel fijn dat de regio-organisatie dat aanbiedt. Dat helpt twijfelaars misschien over de streep.’
Hoe bevalt het praktijkhouderschap? ‘Boven verwachting. Dit is waarvoor ik huisarts ben geworden: een vaste patiëntengroep en een vast team. Mijn werkplezier is hoger, ook omdat ik vind dat ik betere zorg kan leveren. Vanochtend had ik nog een patiënt op het spreekuur, van wie de moeder ook patiënt bij mij is. Ik wist dat het slecht gaat met zijn moeder en kan daar dan even aan refereren. Dat vind ik toegevoegde waarde hebben.
Het voelt anders nu mijn naam op de gevel staat. Voor patiënten ben ik nu echt ‘de dokter’. Als waarnemer had ik te maken met het beleid van de praktijkhouder, met wie je sommige dingen daarom afstemt. Nu geldt: als ik nee zegt, blijft het nee. Dat geeft rust.
Het scheelt dat we eerder al als twee zzp’ers samen een praktijk runden. Daardoor had ik met bijna alle aspecten van het praktijkhouderschap al kennis gemaakt. Alleen de financiën waren nieuw voor me. Daar moet ik nu ineens iets mee. Maar bij lastige besluiten zoals het inhuren van een zzp’er, kan ik daarover sparren met collega’s in de HOED.
Op vakantie nemen zit wel iets meer druk. Ik kan als praktijkhouder pas weg als ik vervanging heb geregeld. Toch is het afgelopen zomer gewoon gelukt om drie weken vrij te zijn. Op gewone dagen ben ik juist meer flexibel: als ik onverwacht eerder naar huis moet omdat een van de kinderen ziek is, regel ik spoedwaarneming.’
Heb je tips voor collega’s die twijfelen of ze praktijkhouder willen worden? ‘Eigenlijk maar één tip: doe het gewoon. Kijk hoe de voorwaarden geregeld zijn, welk werk er voor jou bij komt, hoe de ondersteuning voor de overname en het praktijkhouderschap is geregeld en ga er dan voor. Je kunt hulp krijgen, dus accepteer die. Mijn werk is inhoudelijk niet veranderd, maar door het praktijkhouderschap heb ik wel meer werkplezier gekregen. En financieel is het ook gunstiger. Ik ben eerder praktijkhouder geworden dan ik had bedacht, maar achteraf denk ik: waarom eigenlijk niet nóg eerder?’ ¶
Guido Kranenburg (34) is praktijkhouder in een HOED in Ulft. Bij zijn praktijk staan 2600 patiënten ingeschreven. Twee dagen per week werkt waarnemend huisarts Ellen Steentjes in zijn praktijk; eerder runden ze een aantal jaren samen een praktijk zonder opvolger. De HOED heeft een gezamenlijk ondersteunend team, met een vaste assistente voor elk van de 4 praktijken.
Kranenburg werkt bewust drie dagen per week. ‘Op donderdag ben ik thuis met onze kinderen van bijna 4 en bijna 2. Dat maakt de balans goed.’
HEILIG PAALTJE
De meeste tijd gaat op aan werk en gezin. ‘Daarnaast is hardlopen een heilig paaltje. Ik moet twee keer per week hardlopen, anders word ik ongezellig.’
Tijdens het hardlopen houdt Kranenburg met medische podcasts de vakliteratuur bij. Ook in de auto luistert hij podcasts of belt hij met familie. ‘Vroeger las ik 10 boeken per maand. Dat lukt nu niet meer.’
Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact.
Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. ‘mijn praktijkstart’.
Waar liggen huisartsen wakker van, wat zijn hun wensen en waar liggen de grootste uitdagingen? Op basis van de inbreng van leden heeft de LHV bepaald wat de belangrijkste thema’s zijn en die voor de komende drie jaren tot prioriteit gemaakt. Welke prioriteiten zijn dat en wat gaan huisartsen daarvan merken?
TEKST: CORIEN LAMBREGTSE
‘Wat huisartsen het allerbelangrijkst vinden voor de komende jaren, is dat iedereen in Nederland een eigen huisarts heeft en dat huisartsen met plezier hun werk kunnen doen. Dat zijn de eerste twee thema’s die we voor de komende drie jaren hebben benoemd. Om op die thema’s het verschil te kunnen maken, moet de LHV een sterke vereniging zijn, van en voor alle huisartsen. Dat is het derde thema. De focus op deze thema’s helpen ons om in de lead te blijven, focus te houden en meer voorspelbaar en proactief te handelen’, vertelt Erik Dijkstra, LHV-manager beleid & belangenbehartiging. ‘Op basis van deze drie belangrijke thema’s bepalen we waar we ons als LHV-bestuur en -medewerkers landelijk en regionaal voor inzetten. Uiteindelijk leidt dat tot een beter resultaat.’
Het landelijk bureau behartigt de belangen van huisartsen bij partijen als het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, en voert een stevige lobby richting de politiek. De negentien afdelingen zetten zich op regionaal niveau in om leden van dienst te zijn, bijvoorbeeld via de regionale overlegteams huisartsenzorg (OTH) die jaarlijks met zorgverzekeraars overleggen over de contractering. Dijkstra: ‘Ons doel is dat huisartsen en praktijkteams ook in de toekomst kwalitatief goede en toegankelijke huisartsenzorg kunnen blijven leveren.’
◼ VOOR IEDEREEN EEN HUISARTS
De drie thema’s voor de jaren 2025-2027 worden per jaar uitgewerkt in prioriteiten. ‘Voor iedereen een huisarts’ wordt in 2025 concreet gemaakt door in te zetten op bevordering van het praktijkhouderschap, een toekomstbestendige bekostiging en een sterkere positionering van huisartsen in regionale huisartsenorganisaties.
Dijkstra: ‘Wat het eerste betreft: we gaan alles doen
om het praktijkhouderschap te stimuleren en de drempel naar het praktijkhouderschap te verlagen. We weten precies wat er bij een praktijkstart komt kijken en bieden huisartsen daar ondersteuning bij. Huisartsen die een nulpraktijk starten, krijgen specifieke ondersteuning. Omdat we nog beter willen kunnen inspelen op wat huisartsen nodig hebben, doen we nader onderzoek naar wat huisartsen mogelijk tegenhoudt om de stap naar praktijkhouderschap te zetten.’
Een prioriteit is ook om de impact van huisartsen binnen de regionale huiartsenorganisaties (RHO’s) te vergroten. De verschillende RHO’s, verspreid over het land, ondersteunen huisartsen vaak op diverse terreinen van organisatie & ict en waar mogelijk ook bij de uitdagingen die op de huisartsenzorg afkomen, zoals de arbeidsmarkt- en huisvestingsproblematiek.
Dijkstra: ‘De RHO’s hebben zich de laatste jaren verder ontwikkeld. Dit draagt bij aan het versterken van de huisartsenzorg, zeker als dat in goede samenwerking en afstemming met de LHVafdelingen gebeurt. Wij vinden het cruciaal dat huisartsen binnen die organisaties een belangrijke stem hebben, zodat de RHO’s zich blijven richten op wat huisartsen willen en nodig hebben. Een RHO heeft huisartsen nodig die met een huisartsenbril kijken en kritische vragen stellen, zoals: is dit nodig voor de patiënt, past dit bij ons vak, is dit wat wij moeten doen, wie zorgt voor de afbakening? In 2025 gaan wij onze ambassadeurs en leden hiervoor toerusten, onder meer door een handreiking governance op te stellen. Wij willen dat RHO’s toegankelijk zijn voor alle huisartsen, een heldere besluitvormingsstructuur hebben en een directe lijn hebben met de LHV-afdeling en LHV-ambassadeurs.’
◼ MET PLEZIER WERKEN
‘Met plezier werken in de huisartsenzorg’ wordt in 2025 uitgewerkt in vier onderliggende prioriteiten: uitdragen van een duidelijk basisaanbod huisartsenzorg, bijdragen aan het positieve imago van huisartsen, versterken van het praktijkteam en inzetten op beschikbare en goede ICT.
‘Een RHO heeft huisartsen nodig die met een huisartsenbril kijken en kritische vragen stellen’
Dijkstra: ‘Deze prioriteiten hangen sterk met elkaar samen. Om met plezier te werken, is het van cruciaal belang dat het praktijkteam wordt versterkt. Dit betekent meer tevredenheid, autonomie en werkplezier onder de huisartsen en het hele team. Hiervoor zetten we praktische middelen, best practices en bijvoorbeeld scholing via de LHV Academie in, gericht op het versterken van de teamdynamiek, betere samenwerking en duurzaam personeelsbeleid. Gelet op de ontwikkelingen rond het zelfstandigenbeleid besteden we ook extra aandacht aan de verschillende organisatievormen waarin je als huisarts kunt werken.’
Om met plezier te werken, is het volgens hem ook
‘We geven extra aandacht aan de verschillende organisatievormen waarin je als huisarts kunt werken’
van belang om het positieve imago van huisartsen te versterken. ‘Het is goed dat er oog is voor problemen en knelpunten in de huisartsenzorg, omdat dit kansen tot verbetering geeft. Aan de andere kant moeten we veel meer laten zien dat het huisartsenvak een geweldig vak is en dat de huisartsenzorg een goede plek is om te werken, want er zijn dringend nieuwe huisartsen en praktijkteammedewerkers nodig. Veel leden gaven mee dat ze dit een heel belangrijk punt vinden. ‘Vertel vooral ook positieve verhalen over het vak. Laat zien wat wel mogelijk is en op welke manieren je huisarts kunt zijn.’ Dat gaan we zeker doen.’ Wat ICT betreft, moet er de komende jaren ook veel gebeuren. In 2025 wordt met name ingezet op het verbeteren van de gegevensuitwisseling en de databeschikbaarheid. Dijkstra: ‘Het is mooi dat Mariette Willemse, die deze zomer als bestuurslid is aangetreden, zich met dit onderwerp bezighoudt. Zij brengt veel ervaring mee op het gebied van ict in de huisartsenzorg.’
◼ STERKE VERENIGING
Het derde thema dat de komdende jaren de prioriteiten bepaalt, is ‘een sterke vereniging van en voor huisartsen’. Dijkstra: ‘Om onze doelen te bereiken, moeten we onze vereniging en verenigingsdemocratie blijven versterken. We willen dat ieder lid kan meedenken en iedere stem wordt gehoord. Daarom worden leden vaker en in een eerder stadium bij visie-, beleid- en besluitvorming betrokken. Ook blijven we op allerlei manieren meningen en input van leden ophalen. We willen de regionale afdelingen versterken, zodat die goed herkenbaar en benaderbaar zijn. We gaan de huidige indeling en capaciteit van de afdelingen evalueren en zo nodig verbeteren. We versterken de verbinding tussen wat er op regionaal niveau in de afdelingen gebeurt en waar op landelijk niveau op wordt ingezet. We zorgen ervoor dat ambassadeurs nog beter vanuit de afdelingsteams worden ondersteund en de nodige scholing krijgen aangeboden.’
Belangrijk is ook de inzet om leden te werven en te behouden. ‘Willen we voldoende invloed hebben en te houden, dan moet de LHV zoveel mogelijk huisartsen vertegenwoordigen’, zegt Dijkstra. ‘Het LHV-lidmaatschap is tegenwoordig geen vanzelfsprekendheid meer. We moeten als vereniging steeds weer aantonen hoe belangrijk het is om lid te zijn en wat je eraan hebt. Niet alleen als individu, maar ook als beroepsgroep. We moeten samen opkomen voor de toekomst van het vak.’ ¶
Geïnteresseerd in de meerjarenprioriteiten 2025-2027 en de jaarprioriteiten voor 2025? Kijk op www.lhv.nl
ONTWERP • ARCHITECTUUR
INTERIEUR • DIRECTIEVOERING
BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID
Eén op de vijf kinderen heeft atopisch eczeem1. Een veel voorkomende huidaandoening die zorgt voor een droge, schilferende en jeukende huid. Naast een therapeutische behandeling, is het belangrijk om aanvullend te smeren met neutrale dermatica en ouders van patiënten hier goed over te adviseren.
Ace helpt u daar graag bij. Scan de QR code en bekijk de mogelijkheden.
Al meer dan 30 jaar kwaliteit Dé expert in neutrale dermatica
Persoonlijk advies en ondersteuning
Geaccrediteerde workshops
Binnen de LHV brengt de Denktank cao-hidha de belangen van Praktijkhouders in Dienst (PD) en Huisartsen in Dienst (HD) onder de aandacht bij de cao-onderhandelingen. De denktank geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de onderhandelaars van de Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) en zo nodig aan het LHV-bestuur. Voor de versterking van de denktank zoeken we onder onze leden een HD.
Dat deelname aan de Denktank cao-hidha goed samengaat met het werken als huisarts bewijst Lysbert Hartholt, huisarts in Bavel bij Breda. Ze heeft jarenlange ervaring in deze denktank en inmiddels ook aan de cao-onderhandelingstafel. Zij besloot drie jaar geleden bewust te stoppen als waarnemer en te kiezen voor een vaste groep patiënten. Hiervoor ging Lysbert in loondienst bij de praktijk en vond ze naast haar werk ook tijd om bestuurs-
Watvinden huisartsen belangrijk als het gaat om de toekomst van de huisartsenzorg: wat is de kracht, wat willen ze veranderen en hoe kijken ze naar de organisatie van de huisartsenzorg? Die vragen stonden centraal in een enquête die de afgelopen maand is gehouden onder leden van LHV, NHG en InEen.
Over tien jaar willen we nog steeds goede huisartsenzorg kunnen bieden, die past bij hoe huisartsen nu en in de toekomst willen werken en wat de samenleving nodig heeft. Dat vraagt om vooruit-
kijken: waar willen we staan in 2035? De enquête onder de leden van NHG, LHV en InEen is één van de bronnen voor de uiteindelijke toekomstvisie. De afgelopen maanden is er ook informatie opgehaald via focusgroepen, expertinterviews en nuttige inzichten van andere organisaties. De komende tijd halen we ook nog input op bij verschillende stakeholders en experts. In januari leggen LHV en InEen een vergevorderde versie van de toekomstvisie regionaal voor, via de afdelingen en rho’s om de laatste input te krijgen. De definitieve tekst wordt vastgesteld
werk te doen (lees meer in De Dokter 5/2024 pag.14-15).
De Denktank cao-hidha bestaat uit vier leden: twee praktijkhouders in dienst en twee huisartsen in dienst (één vacature) met ondersteuning van een onafhankelijk arbeidsjurist.
Heb je interesse of wil je meer informatie? Neem dan contact op met Carine Westerweel, huisarts en LHV-ambassadeur en mail naar: c.westerweel@lhv.nl
in de LHV ledenvergadering, in het NHG-bestuur en Raad van Toezicht, en in de ALV van InEen .
GEBRUIK VAN DE TOEKOMSTVISIE
De Toekomstvisie huisartsenzorg 2035 bouwt voort op de herziene kernwaarden van de huisartsenzorg (uit 2019) en de uitwerking van de kerntaken van huisartsenzorg (uit 2020).
De toekomstvisie zal aansluiten bij de Visie eerstelijnszorg 2030, die in het kader van het Integraal Zorgakkoord met veel partijen uit de eerstelijnszorg is geformuleerd. Het geeft ons als LHV, NHG en InEen een gezamenlijke basis voor toekomstig beleid en onze belangenbehartiging bij de politiek, verzekeraars en andere stakeholders.
Met het nieuwe HIS van Sanday werk je slim samen voor betere zorg. Met onze slimme tools en makkelijke werkflow plan jij jouw dag helemaal zoals jij het wil. Snel en gemakkelijk!
Ook nieuwsgierig naar de mogelijkheden? Wij laten je zien hoe Sanday past in jouw situatie. Nu, én in de toekomst. Ga naar de website en boek een demo. We laten het je graag zien!
sanday.com/demo
• Multidisciplinair samenwerken met zorgprofessionals, patiënt en mantelzorger
Themagerichte boards voor maximaal overzicht
• Eenvoudige communicatie via chat of videobellen
Voor meer informatie ga naar ZorgDomein.com
Heb jij je praktijk laten (ver) bouwen en ben je trots op het resultaat? En is in het ontwerp gebruik gemaakt van creatieve en innovatieve oplossingen, die de interne cohesie en samenwerking stimuleren? Geef je dan op voor de LHV Bouwprijs 2025 en maak kans op die felbegeerde vakprijs.
TOEKOMSTBESTENDIG, CREATIEF EN WERKPLEZIER
Veel huisartsen kampen met ruimtegebrek en hoge huur- en/of bouwkosten. Dat vraagt om slimme, toekomstbestendige ontwerpen, die op een creatieve manier gebruik maken van de beschikbare ruimte. Denk daarbij niet alleen aan efficiënt ingerichte ruimtes, maar ook aan slimme oplossingen voor ruimtes, waarbij van problemen kansen zijn gemaakt. Zoals een backoffice die ook te transformeren is tot teamkamer. Of een wachtkamer die ook als buurthuiskamer wordt gebruikt. Bij dit alles moet het werkplezier van de medewerkers het uitgangspunt zijn. Stimuleert het ontwerp de samen-
werking en de interne cohesie, is de vraag die de jury zich stelt bij de beoordeling van de inzendingen.
WIE KAN MEEDOEN?
Is de bouw of verbouwing van jouw praktijk na 2018 gerealiseerd en opgeleverd? En hebben jullie daarbij ook het werkplezier en toekomstbestendigheid op een creatieve manier aandacht gegeven? Dan kun je meedoen!
HOE KAN JE MEEDOEN?
Heel simpel. Stuur de plattegrond, tekeningen en foto’s van jouw (verbouwde) praktijk naar ons op, vergezeld van een begeleidende tekst (max 1 A4) waarin je uiteenzet waarom jouw ontwerp voldoet aan de criteria. Je kan ook een filmpje (pitch) toevoegen, waarin je iets vertelt over en/of iets laat zien van je praktijk. Insturen kan tot uiterlijk zondag 2 februari 2025.
Mail naar: bouwadvies@lhv.nl, onder vermelding van ‘inzending bouwprijs’.
De nominaties maken we op 21 februari 2025 bekend op de website van de LHV. De jury stelt vervolgens een shortlist op van maximaal vijf praktijken, die zij daarna zullen bezoeken in de maanden februari en maart (geef bij je aanmelding globaal je beschikbaarheid aan).
WAT KAN JE WINNEN?
Allereerst natuurlijk eeuwige roem! Daarnaast ontvang je uit handen van de vakjury de vakprijs 2025! De nummer 1 en 2 krijgen bovendien een fotoreportage van de praktijk, een publicatie in De Dokter. De winnaar krijgt bovendien een teambuildingsuitje voor het hele praktijkteam!
De vakprijs wordt uitgereikt op 4 april 2025, tijdens de Huisartsendagen. De inzendingen van de prijswinnaars en genomineerden worden ook tentoongesteld in de stand van LHV Bouwadvies tijdens de Huisartsendagen.
Het is maandagmiddag. Ik parkeer mijn auto naast de boerderij van het echtpaar Bongers. Sinds de beroerte van mevrouw Bongers is meneer Bongers haar mantelzorger. Door een halfzijdige verlamming zit ze gekluisterd aan een rolstoel. Ik ken haar als een vrolijke dame. Bij elk bezoek praat ze honderduit, maar is ze helaas wegens dysartrie onverstaanbaar. Tenminste, voor mij. Niet voor haar man. Hoogstwaarschijnlijk doordat ze dag en nacht met elkaar doorbrengen. Ik hijs mezelf met moeite uit de auto, het resultaat van de allereerste keer meedoen aan een klasje CrossFit. Dat was twee dagen
‘Bij het opstaan voelde ik nog steeds pijn op plekken waar ik nog nooit pijn heb gevoeld’
geleden. Bij het opstaan vanochtend voelde ik nog steeds pijn op plekken waar ik nog nooit pijn heb gevoeld. Een besefmomentje: ik word ouder. Vroeger kreeg ik geen spierpijn of herstelde ik binnen een dag. Maar ja, toen dichtte ik mezelf het eeuwige leven toe. Ik was mijlenver verwijderd van alle kwaaltjes van patiënten. Waar is de tijd gebleven? Opeens wezen mensen in mijn omgeving me op grijze haren. En niet alleen dat: na twee biertjes begon ik al op mijn benen te wankelen. Ik kreeg lach -en denkrimpels, wat positief – want: lachen en denken
– in de oren klinkt, maar anders door mij ervaren wordt. Met jaloezie keek ik laatst naar een skiklasje vol kinderen. Een voor een zoefden ze me met gemak voorbij, terwijl ik in pizzapunt bochtjes probeerde te maken. De tijd dat ik jonge dokter werd genoemd ligt ver achter me. Ironisch genoeg vond ik dat niet altijd fijn om te horen. Tja, nu ben ik ouder en wijzer, ook leuk… Aan mevrouw Bongers kan ik niet zien dat ze ziek is. Wel horen. Hoesten en proestend heet ze me welkom. Haar man geeft onnodige toelichting. ‘Nou, dit dus.’
Hij vreest een verslikpneumonie. Meer weet hij me niet te vertellen, temeer omdat hij haar tussen de hoestbuien door nu niet meer kan verstaan – ‘Zou dat door de koorts komen, dokter?'
Als ze uitgehoest is, beluister ik haar longen. De vrees van meneer Bongers is gegrond; de linkerlong kraakt en piept. Ik vraag hem of ze bepaalde antibiotica niet verdraagt, maar mevrouw Bongers is hem voor. In haar eigen taal: ‘Ik kan alles verdragen.’
Kennelijk hoort meneer Bongers iets anders. ‘Lieverd, de dokter en ik verstaan je niet.’
Ik richt me tot haar. ‘Volgens mij zegt u dat u alles kan verdragen?’
Ze knikt. Haar man is stomverbaasd. En dat blijft hij, want alles wat ze hierna zegt weet ik moeiteloos te vertalen.
Weer in de auto opnieuw een besefmomentje: mijn gehoor is nog goed, zelfs beter.
Ouderdom komt dus niet alleen met gebreken. ¶
Drie keer per week sporten, tienduizend stappen per dag, eten volgens de Schijf van Vijf en een periodiek bezoekje aan de tandarts; veel Nederlanders proberen op deze manier fysiek gezond te blijven. Maar hoe zit het eigenlijk met jouw financiële gezondheid?
Net zoals mensen regelmatig hun bloeddruk, cholesterol of gebit laten checken, is het ook verstandig om regelmatig je financiële situatie onder de loep te nemen. Check periodiek:
• Je inkomsten en uitgaven: hoeveel komt er in en hoeveel gaat eruit? En blijft er genoeg geld over om te sparen? Houd je inkomsten en uitgaven bijvoorbeeld bij in een kasboekjes-app, een Excel-sheet of een papieren kasboek. Zo zie je waar je nu te veel geld aan uitgeeft en waar besparingskansen liggen.
• Je spaarbuffer: is je spaarbuffer hoog genoeg? Het Nibud adviseert om maandelijks minimaal 10% van je inkomen te sparen.
• Je spaardoelen: met concrete spaardoelen word je gemotiveerder om te sparen. Je ziet immers heel goed waar je voor spaart en hoeveel je nog nodig hebt om je doel te behalen. Tip: stel een automatische overboeking in, zodat het bedrag elke maand automatisch op je spaarrekening terechtkomt.
• Je spaarrekeningen: staat er veel geld op jouw lopende rekening? Tijd om een gedeelte op een spaarrekening te zetten, zodat je profiteert van spaarrente. Als je een deel
van jouw geld voor een langere tijd kunt missen, kun je ook overwegen om een depositorekening te openen.
• Je spaarrente: spaar je nu nog bij een Nederlandse grootbank? Dan loop je hoge spaarrentes mis. De rente is bij de drie grootste Nederlandse banken niet hoger dan 1,70% terwijl je bij andere Europese banken rentes boven de 3% per jaar kunt krijgen. Via spaarplatform Raisin kun je gratis en volledig online sparen bij 40+ partnerbanken in Europa.
Bij Raisin spaar je bij 40+ partnerbanken in Europa tegen aantrekkelijke rentes tot wel 3,55% per jaar Je spaargeld is, net als in Nederland, veilig tot € 100.000 per bank per rekeninghouder, door het nationale depositogarantiestelsel in het land waar je spaart. Een Raisin-account openen is helemaal gratis
Na het openen van je account kun je onbeperkt spaarrekeningen en depositorekeningen openen en profiteren van hoge spaarrentes
Raisin.nl/dokter
Diak Clinic is centraal gelegen in Midden-Nederland en goed bereikbaar vanuit het hele land. Het is onderdeel van het Diakonessenhuis en gevestigd in onze locatie in Zeist.
Door focus op electieve zorg, leveren wij op een efficiënte manier kwalitatief hoogwaardige zorg.
Patiënten kunnen snel, vaak binnen een week, terecht op onze poliklinieken. Na de afspraak op de polikliniek plannen we de behandeling op korte termijn in, altijd in overleg met uw patiënt.
Deze zorg bieden wij aan alle patiënten die deze zorg nodig hebben, ook voor patiënten ouder dan 70 jaar of patiënten met co-morbiditeit.
Voorbeelden van onze electieve zorg met wachttijden:
verdenking huidkanker: 2 dagen
knie-, heup- en schouderklachten: 4 dagen
nierstenen: 7 dagen
staar: 8 dagen
Bekijk onze zorg en actuele wachttijden op diakclinic.nl/onze-wachttijden
Retouradres LHV
Landelijke Huisartsen Vereniging
T.a.v. Afdeling Ledenadministratie
Postbus 20056
3502 LB Utrecht
De voordelen van Diak Clinic:
• Korte wachttijd
• Goede bereikbaarheid vanuit het hele land
• Voor alle patiënten (ASA 1-4) en alle leeftijden
• Door ervaren medisch specialisten van het Diakonessenhuis
• Hoge klanttevredenheid