LHV-ledenblad De Dokter september 2024

Page 1


deDokter

LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING

Beet! Zo vonden drie praktijken hun nieuwe doktersassistent

Dokterstas

‘Toch een stuk van je identiteit’

PETITIE HUISARTSEN

De wachtkamer

‘De wachtkamer moet een fijne plek zijn voor alle patiënten, dat is onze visie. Dus daar houden we rekening mee bij de inrichting en bij ons informatieaanbod.’ Aan het woord is huisarts en praktijkhouder Aline Visser, een van De Bergense Huisartsen – een samenwerking van vijf huisartspraktijken.

De wachtkamer is met zorg ingericht: een rustige plek met prettige zitplaatsen, zachte kleuren, een mooie plant en kunst aan de wanden. ‘Hier zie je die visie al in terug’, aldus Aline. ‘De kunst mag geen angst aanjagen of confronterend zijn, daar denken we echt over na. Ook ligt er voor iedereen wat te lezen en is er een speelhoek voor kinderen. En we hebben het wachtkamerscherm, dat bijdraagt aan een positieve patiëntervaring.’

Veelzijdige informatie

‘Via het wachtkamerscherm levert IDS Media relevante informatie aan. Wij kunnen dit eenvoudig aanvullen, en delen zo gemakkelijk actuele zaken met onze patiënten: vakantiedata, veranderingen in personele bezetting, maar ook gewoon: kijkt u op onze website. IDS weet welke seizoensgebonden thema’s spelen, en biedt content over gezonde leefstijl en gezond ouder worden vanuit organisaties

als het Voedingscentrum en het Kenniscentrum Sport & Bewegen. Ook levert IDS communicatie vanuit het RIVM en VWS, b.v. over griepvaccinaties Zorgwekkend gedrag en Huiselijk geweld. Doordat deze thema’s in de wachtkamer langskomen, worden ze makkelijker bespreekbaar.’

Patiëntbetrokkenheid en -educatie

‘Wij merken dat wachtkamercommunicatie patiënten iets kan meegeven dat ze verder brengt. Daar zit ook een element van preventieve zorg in doordat het scherm extra kennis kan geven of doorverwijst naar geschikte betrouwbare patiëntinformatie, zoals thuisarts.nl en moetiknaardedokter. nl. Zo’n portal zorgt voor triage, waardoor minder onnodige afspraken plaatsvinden. Ook versterkt dit de gelijkwaardigheid tussen arts en patiënt en is het een goede voorbereiding op het consult. Door je vooraf in te lezen op

thuisarts.nl kun je in gesprek met de huisarts gerichter vragen stellen.’

Helemaal op maat

‘We hadden eerst een eigen systeem, maar het wachtkamerscherm van IDS is beter en erg gebruiksvriendelijk. IDS heeft goede suggesties en een gevarieerd aanbod, o.a. vanuit Hartstichting, Trimbos en Patiëntenfederatie. We zijn nu actueler doordat een professional zich ermee bezighoudt. En het fijne is: we kunnen het precies zo aanpassen als wij willen Als content niet past bij onze praktijk, overleggen we met IDS over de invulling. Het scherm kost weinig tijd en IDS staat altijd voor ons klaar, daar zijn we heel blij mee!’

Interesse in een wachtkamerscherm van IDS Media? Telefoon E-mail Website : : : 070 364 42 96 louise@idsmedia.nl www.idsmedia.nl

Aline Visser De Bergense Huisartsen

Marjolein Tasche

voorzitterscolumn

Positief op de kaart

Als LHV trekken we vaak aan de bel en komen zo met urgente huisartsenthema’s in het nieuws. Ontzettend belangrijk, tegelijkertijd brengt het voor de buitenwereld ook een vleug van ontevredenheid met zich mee. Met activiteiten, inzet en berichten over werkdruk, patiënten zonder huisarts en de noodzaak voor betere tarieven voor de basishuisartsenzorg, vergeet je bijna dat veel huisartsen enthousiast zijn over het vak.

Dat was ook de constatering van Sjoukje de Vries, huisarts in opleiding in de praktijk van Douwe Faber. Samen bedachten ze een fietstocht langs de landsgrenzen van Nederland, bedoeld om de huisarts positief op de kaart te zetten. Met de tandemestafette willen ze meer basisartsen enthousiast maken voor het huisartsenvak. Per toerbeurt fietsten ze van provincie naar provincie met dagelijks een vrolijk instagramverslag van hun tocht. Van Harlingen tot Lauwersoog mocht ik met ze meefietsen, mooi om dat mee te maken. Met iedere etappe groeide de media-aandacht voor de positieve boodschap: van Radio 1 tot Zeeuwse Courant, van Friesch Dagblad tot Omroep Gelderland, ze kopten allemaal over het huisartsenvak.

Huisarts Edith Bons vertelde vier jaar geleden in De Dokter positief over haar praktijkstart, waarna ze op verzoek van haar oude opleiding in Nijmegen al een paar jaar lesgeeft over het praktijkhouderschap. Binnenkort begint ze ook als coach-mentor voor coassistenten. Haar motivatie: het is goed dat coassistenten in een fase dat je nog kunt kiezen de stem horen van een huisarts voor wie het glas halfvol is. Je leest haar verhaal verderop in dit nummer. Goed om Sabine Vas Nunes terug te zien in ons ledenblad. Dit voorjaar was ik in haar praktijk op werkbezoek en vertelde ze al over haar rol als kwartiermaker voor een nieuw en innovatief gezondheidscentrum.   Ook LHV-collega’s delen waarom ze met veel plezier werken voor huisartsen. Zo legt public affairs adviseur Margriet Niehof in haar blog op de LHV-website uit hoe ze de stem van de huisarts richting politiek brengt. Of de politiek juist naar de huisartsenpraktijk, met het organiseren van werkbezoeken. Beleidsmedewerker Iris Jansen vertelt in deze editie waarom ze zich graag inzet voor de sleutelpositie van huisartsen en hoe ze dat doet.

Natuurlijk gaat het werk van de huisarts en de LHV vaak over bloedserieuze zaken, over leven en dood en

‘Je vergeet bijna dat veel huisartsen enthousiast zijn over het vak’

het overeind houden van de basishuisartsenzorg, goede tarieven, verminderen administratie, beschikbaarheid geneesmiddelen en ga zo maar door. Daarnaast is het belangrijk dat we, met of zonder tandem, van ons laten horen over de positieve kanten van het huisartsenvak. Met 14.000 leden die dat doen: dan gaat het dak eraf! ¶

Marjolein Tasche voorzitter LHV

De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 6 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.

Oplage 13.650 exemplaren

Vijftiende jaargang, nr 4 oktober 2024

Bladmanagement & eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad

Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Iris Jansen, Annemarie Kerstens, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher

Tekst & Beeld

Rob ter Bekke, Berber Bijma, Robin Britstra, Nico Brons, Rob van Hoorn, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Paul Remmelts, Roy Soetekouw

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl

Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch Telefoon 06 11 59 15 22 Mail oscar@sgnm.nl

Drukwerk Senefelder Misset, Doetinchem

Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvang je automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kun je schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vind je hierover meer informatie.

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht Mail: dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter

Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.

oktober 2024

LHV-bestuurder

Waarnemend huisarts

Mariëtte Willems wil met slimme ICT de zorg verbeteren en het huisartsenvak leuker maken. Waar maakt zij zich nog meer hard voor als nieuwe LHV-bestuurder?

Opvallen met je vacature

Hoe maak je het verschil, zodat belangstellenden op jouw vacature reageren? Drie praktijken vertellen hoe ze hun bezetting op peil houden.

deDokter

‘Maak tarieven kostendekkend’

06 BINNENKIJKEN

In ‘Kasteel Noordeinde’ werden vier grote ruimtes in drie maanden tijd een praktijk met zeven spreekkamers.

12 DE TAS

Jos Boesten wil zijn tas voorlopig nog in het zicht houden.

28 MIJN PRAKTIJKSTART

Sabine Vas Nunes is praktijkhouder èn kwartiermaker voor een nieuw gezondheidscentrum

31 NIEUWS

34 WISSELCOLUMN

Rutger Verhoeff

quickscan van...

Sjoukje de Vries, huisarts in opleiding

Mijn opleider Douwe Faber en ik hadden elkaar op nummer één gezet bij de speeddate voor een opleidingsplaats. Ik herkende de positieve vibe en zag die later terug in de praktijk. Hier zijn collega’s open en eerlijk, het contact met patiënten gelijkwaardig en er is plek voor humor.

Douwe wilde het positieve geluid over het huisartsenvak breder

Vas Nunes dat ze nooit ‘ik’ zegt, omdat ze de zorg verleent met een fantastisch team. Ik vind het mooi dat ze aandacht heeft voor het werkgeverschap en een goede plek wil creëren voor haar medewerkers. In een ander artikel deelt huisarts Robert van Kleef dat hij als militair arts leerde dat in een team de een niet minder is dan de ander. Er zijn alleen verschillende rollen. Die visie voert hij door in zijn prak16 22 14 08

Na de start ‘Dit kan ik, en nu?’ dacht huisarts Edith Bons na de verhuizing naar een nieuw pand, een paar jaar na de start van haar eigen praktijk.

delen. Samen pratend werd het idee een concreet plan: met de tandem langs de grenzen van Nederland fietsen. Wekenlang ging het in de praktijk nergens anders meer over. Het hele team leefde mee, bij de koffie kwam steeds het nieuwste instagramfilmpje van @huisartsopdekaart24 voorbij. Het zorgde voor meer verbondenheid. In deze editie vertelt Sabine de

24

Belangenbehartiger

Van huisvesting tot opleiding en praktijk dichter bij elkaar brengen: de agenda van LHV-beleidsmedewerker Iris Jansen staat vol afspraken waarbij de belangen van de huisarts centraal staan.

tijk. In hetzelfde artikel lees ik over een complimentenmuur. Heel leuk, dat ze zo bewust werken aan een positieve sfeer. Als je het onderling goed hebt, is het soms pittige werk beter behapbaar. Zelf wil ik ook een eigen praktijk, met een relatief klein team waarbij er aandacht is voor elkaar. Want als je goed voor jezelf en elkaar zorgt, dan is er veel mogelijk in de huisartsenpraktijk.¶

‘In de media hoor ik mijn eigen stem te weinig terug’

Huisarts Edith Bons over haar halfvolle glas als praktijkhouder (pagina 23)

‘Bedankt dat je even de stikstof kwam brengen toen mijn spreekuur uitliep’

Compliment op de muur bij huisarts Maartje Karelse (pagina 16)

‘Je bent er niet met een verjaardagskalender op de wc’

Huisarts Sabine val Nunes over haar praktijkstart (pagina 29)

‘Mijn achtergrond als militair arts heb ik maar niet benoemd, om niemand af te schrikken’
Huisarts Robert van Kleef (pagina 18)

Huisartspraktijk Tessa van Pelt-Roowaan in Meppel

TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN

Solopraktijk met lekker veel spreekkamers binnenkijken

Het praktijkpand heet in de volksmond ‘het kasteel’, al ziet het er niet zo uit. Het logo van de praktijk, ontworpen door een mbo-student, verwijst naar die naam

-

van

Tessa van Pelt nam in 2007 een solopraktijk over in Meppel. Die stond toen al op het punt om op te gaan in een HOED, wat binnen een jaar na de overname gebeurde. ‘Na een paar jaar bleken we toch niet goed bij elkaar te passen en hebben we besloten apart verder te gaan. Ik bleef als enige in het gebouw, terwijl de andere drie praktijken eruit gingen. In 2020 liep haar huurcontract af en moest ze op zoek naar nieuwe huisvesting. Dat werd een oud pand dat de naam ‘Kasteel Noordeinde’ draagt – al ontbreken de kantelen. ‘Er heeft hier van alles gezeten, van de sociale dienst tot en met het Sinterklaashuis. Wij zitten nu op de begane grond, boven zitten andere medische disciplines.’

‘Het gebouw was verouderd en kaal. We hadden drie maanden voor de verbouwing. Van vier grote ruimtes hebben we een praktijk met zeven spreekkamers gemaakt.’ De verbouwing viel samen met de eerste coronagolf. ‘Eigenlijk kwam dat niet slecht uit. Daardoor had ik tijd om van alles te regelen.’

Het aantal spreekkamers is een bewus-

te keuze. ‘De huisartsenzorg dijt nog steeds uit. Sinds de verhuizing hebben we meer medewerkers gekregen en zijn we uitgebreid in spreekuurtijd. Bovendien wilde ik gaan opleiden. Ik verhuur nu één van de zeven ruimtes. Verder doen we veel zelf in deze praktijk, van bloedprikken tot hartfilmpjes. In coronatijd zijn we begonnen met zelf bloed te prikken. Alle assistentes hebben er een opleiding voor gevolgd. Patiënten vinden het fijn dat dat gewoon hier kan.’

Van Pelt werkt intensief samen met de verpleegkundig specialist, die inmiddels 12,5 jaar bij haar werkt. Het solopraktijkhouderschap bevalt haar op veel punten goed. Toch kijkt ze inmiddels om zich heen voor een duocollega, vooral met het oog op de onderlinge vervanging. ‘We hebben onze patiëntenstop opgeheven, om langzamerhand toe te groeien naar een duopraktijk.’ ¶

Bij Huisartspraktijk Tessa van Pelt-Roowaan werken 1 huisarts, 1 verpleegkundig specialist, 1 aios, 2 POH’s, 1 POH-GGZ en 4 assistenten

Veel
de inrichting kon mee
verhuizen uit de oude praktijk
Tessa van Pelt koos voor een huiselijke sfeer. ‘Het moet een beetje gezellig zijn’

In

Werkt jouw praktijkindeling?

Wil je zeker weten dat de indeling van jouw praktijk zorgt voor een prettige werkplek? LHV Bouwadvies maakt een adviesplattegrond voor jouw ruimte (schaal 1:50). Zo weet je hoe je de ruimte optimaal kunt indelen. Als LHV-lid krijg je een aantrekkelijke korting.

Maak een afspraak via lhv.nl/contact-lhv-bouwadvies

Door het ontbreken van een centrale wachtkamer is er veel ruimte bij de balie –en daarmee ook privacy
Huisarts Tessa van Pelt-Roowaan
iedere spreekkamer is één muur groen
In plaats van een centrale wachtruimte staan er voor iedere spreekkamer een paar stoelen

In actie voor kostendekkende tarieven basishuisartsenzorg

Toekomstbestendige huisartsenzorg begint bij kostendekkende tarieven voor de basishuisartsenzorg. De tarieven die de NZa voor 2025 heeft vastgesteld, zijn dat niet. Daarom strijdt de LHV samen met andere huisartsorganisaties voor betere NZa-tarieven en een bekostigingssysteem gericht op de toekomst.

TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE: MIRJAM

De nieuwe tarieven voor de basishuisartsenzorg in 2025 zijn in huisartsenland met verbijstering ontvangen. Ruim 32.000 sympathisanten, waaronder meer dan 10.000 huisartsen, tekenden de petitie

‘Zorg voor de basis’ die op 12 september aan Fleur Agema, de minister van VWS, is overhandigd. Een gezamenlijke actie van de LHV, Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH), InEen en De Bevlogen Huisartsen (DBH). LHV-bestuurslid en huisarts Lammert Hoeve heeft bekostiging in zijn portefeuille. Volgens hem zijn de tarieven bedreigend voor de toekomst van de huisartsenzorg.

Hoe is het mogelijk dat de NZa deze tarieven heeft vastgesteld?

‘Het korte antwoord is: de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is een

zelfstandig bestuursorgaan met een eigen rol, bevoegdheid en verantwoordelijkheid. Zo zit het systeem in Nederland in elkaar. De NZa bepaalt de tarieven voor de zorg, maakt daarin haar eigen keuzes en neemt onafhankelijk beslissingen.

De NZa baseert de tarieven op recent uitgevoerde onderzoeken naar praktijkkosten en het norminkomen van huisarts-praktijkhouders. In verschillende overleggen hebben wij forse bezwaren gemaakt tegen keuzes die de NZa bij deze onderzoeken heeft gemaakt. Zo heeft de NZa het norminkomen van huisarts-praktijkhouders vergeleken met functies van zorgverleners in loondienst, met cao’s met een 36-urige werkweek, en is er bijvoorbeeld niet vergeleken met andere artsen, bijvoorbeeld in ziekenhuizen. En dat terwijl praktijkhouders zelfstandig ondernemers zijn en zij minimaal 49 uur per week werken, zoals uit verschillende onderzoeken

blijkt. Als de NZa toch wil vergelijken met zorgverleners in loondienst, dan was het veel logischer geweest om naar de arbeidsvoorwaardenregeling voor medisch specialisten te kijken. We hadden goede argumenten om de NZa tot andere inzichten te brengen, maar de NZa heeft haar eigen beslissingen genomen en wij kunnen haar niet dwingen de tariefbeschikkingen te herzien. We kunnen er wel bezwaar tegen maken. Als de NZa dat bezwaar niet honoreert, kunnen we in beroep gaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBb). Dat traject hebben we vorig jaar al doorlopen voor de NZa-tariefbeschikkingen voor 2023 en 2024, dat gaan we nu ook doen voor de tariefbeschikking voor 2025. Samen met VPH, en in afstemming met DBH, die net als vorig jaar ook weer een procedure tegen de NZa is begonnen. De rechter heeft ons gelijk gegeven in onze bezwaren tegen de tariefbeschikkingen voor 2023 en 2024, waardoor de NZa de tarieven 2023 en 2024 beter moet onderbouwen. We gaan er alles aan doen om nu ook ons gelijk te halen voor de tariefbeschikking 2025.’

Zo’n bezwaartraject kan toch wel een jaar duren?

‘Het vraagt inderdaad een lange adem en veel tijd, energie en geld, alleen al omdat bij het proces meerdere advocaten zijn betrokken. Maar het bezwaartraject is niet het enige spoor dat we volgen. We hebben ook een petitie georganiseerd om de minister van VWS en de politiek te laten weten dat deze tariefbeschikking grote problemen gaat geven voor de bekostiging van de basishuisartsenzorg. Het is een bedreiging voor de toekomst van de huisartsenzorg. Iedereen, ook de NZa, onderschrijft dat de huisartsenzorg versterkt moet worden om de zorg betaalbaar en toegankelijk te houden.

Maar met deze tarieven wordt juist het tegendeel bewerkt.’

◼ TARIEFBESCHIKKING

Een van de bezwaren tegen de tariefbeschikking voor 2025 is dat de NZa de basishuisartsenzorg, waar iedereen in Nederland recht op heeft, niet als vertrekpunt maar als sluitpost heeft gebruikt. Ze heeft eerst gekeken naar de extra zorg die huisartsen vrijwillig leveren. Denk aan de griepvaccinatie en zorg die wordt overgenomen van de tweede lijn, maar ook het opleiden van nieuwe huisartsen. Deels gelden hiervoor ‘vrije tarieven’ die huisartsen met onder meer zorgverzekeraars afspreken. De NZa heeft de vergoedingen voor de extra zorg afgetrokken van de praktijkkosten en de vergoeding voor de praktijkhouder en vervolgens op basis van de resterende kosten de nieuwe tarieven voor de

‘De huisartsenzorg moet versterkt worden, vindt iedereen. Met deze tarieven wordt juist het tegendeel bewerkt’

Wat is jullie boodschap aan de minister?

basishuisartsenzorg bepaald. Slechts zo’n 58% van de gemiddelde totale praktijkkosten en de inkomensvergoeding voor de praktijkeigenaar zijn verwerkt in de nieuwe inschrijf- en consulttarieven, terwijl deze basiszorgtarieven de belangrijkste tarieven zouden moeten zijn. Het gevolg is dat deze tarieven dalen en niet kostendekkend zijn.

‘Onze boodschap is dat de tarieven voor de basishuisartsenzorg volledig kostendekkend moeten zijn. Dat is ook de opdracht die de NZa bij de invoering van het 3-segmentenmodel heeft gekregen: zij moet kostendekkende tarieven voor de basishuisartsenzorg vaststellen. Wat er nu gebeurt, is de omgekeerde wereld. Huisartsen hebben de afgelopen jaren alle zeilen bijgezet om de zorg overeind te houden. De gemiddelde huisartsenpraktijk is fors gegroeid, het aantal patiënten per huisarts en het aantal consulten zijn fors gestegen. Ook hebben praktijken op verzoek van derden zorg overgenomen van andere zorgaanbieders. Huisartsenpraktijken zijn de afgelopen jaren dus harder gaan werken en hebben hiervoor vaak moeten investeren in

Dokter, neem je een adempauze?

De app Petit BamBou helpt jou en je patiënten elke dag om te ontspannen en te focussen.

• App met talrijke geleide meditaties en ademhalingsoefeningen

• Alle meditaties zijn ontwikkeld in samenwerking met artsen, psychologen en mindfulness trainers.

• Thema’s zoals slaap, stress, angst, zelfvertrouwen…

• Gratis introductiesessies voor kinderen en volwassenen (onbeperkt!)

Zelf ook eens proberen? Vind de app op iOS, Android en petitbambou.com. Of download meteen hiernaast.

VAN DER SCHOOT ARCHITECTEN bv BNA SCHIJNDEL

Gun jezelf enkele minuten rust met deze oefening:

Adem vast 4 seconden

Adem in 4 seconden

Adem uit 4 seconden uit

Adem vast 4 seconden

personeel en huisvesting. Nu krijgen wij als dank voor de extra geleverde zorg minder betaald voor de basiszorg.

De basishuisartsenzorg is verplicht, de extra zorg is iets dat huisartsen er vrijwillig bij doen. Praktijken moeten niet op extra aanbod hoeven drijven. Wij voorzien dat praktijken die hun handen vol hebben aan de basishuisartsenzorg en minder dan gemiddeld extra zorg verlenen, hierdoor mogelijk acuut in de problemen komen.’

Hoe zit het precies met de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)

In de Wet marktordening gezondheidszorg (de Wmg) is geregeld dat de NZa als zelfstandig bestuursorgaan (zbo) de bevoegdheid heeft om te bepalen hoe er voor zorg wordt betaald en welke tarieven er gelden. De NZa overlegt met betrokken partijen, weegt de verschillende belangen en reacties af en neemt dan een onafhankelijk besluit. De NZa valt hiërarchisch niet onder de minister van VWS, de minister heeft wel enige zeggenschap en kan aanwijzingen geven.

Voor huisartspraktijken is vooral de ‘Prestatie- en tariefbeschikking huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg’ belangrijk. Daarin beschrijft de NZa de prestaties (declareerbare onderdelen van de huisartsenzorg), de geldende tarieven en de voorwaarden waaronder die tarieven bij wie in rekening mogen worden gebracht. Om tarieven voor huisartsenzorg te kunnen berekenen, voert de NZa eens in de circa vijf jaar kostprijsonderzoeken uit. In de tussenliggende jaren indexeert de NZa de tarieven om deze te corrigeren voor loon- en prijsontwikkelingen. Daarnaast stelt de NZa eens in de circa tien jaar vast wat zij een passende inkomensvergoeding voor de praktijkhoudende huisarts vindt. Als partijen het oneens zijn met een besluit van de NZa kunnen zij daartegen bezwaar aantekenen. Als dat bezwaar niet wordt gehonoreerd, kunnen partijen in beroep gaan bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb), dat een bindende uitspraak doet.

◼ TOEKOMSTBESTENDIGHEID

Volgens de LHV, VPH, InEen en DBH zet de nieuwe tariefbeschikking de toekomstbestendigheid van de huisartsenzorg onder druk. Hoeve: ‘Het komt erop neer dat hoe harder we werken, hoe lager de vergoedingen zijn. Oftewel: we doen meer voor minder. Dat ondergraaft het draagvlak onder huisartsen om extra zorgtaken uit te voeren, extra patiënten aan te nemen of te investeren in extra zorg, extra personeel, ICT of huisvesting. Bij het volgende praktijkkostenonderzoek kan zich dat immers opnieuw tegen je keren. Het effect van deze bekostigingssystematiek is dat het niet aantrekkelijker wordt om praktijkhoudend huisarts te worden. Terwijl we juist meer praktijkhouders nodig hebben om de huisartsenzorg overeind te houden. Voor toekomstbestendige huisartsenzorg zijn deze tarieven funest.’

Op de hoogte blijven?

Op onze website en via de LHV-nieuwsbrief houden we je op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.

De bekostiging moet anders, maar hoe?

‘We praten er al jaren over: het bekostigingssysteem moet op de schop. De bekostiging van de basiszorg is erg versnipperd en verspreid over alle segmenten, terwijl de oorspronkelijke afspraak was dat de basiszorg in segment 1 zou worden bekostigd met door de NZa vastgestelde kostendekkende tarieven. Daar komt bij dat de nieuwe tarieven steeds worden vastgesteld op basis van praktijkkosten uit het verleden. Dat maakt de huisartsenzorg niet toekomstbestendig. Voor een toekomstbestendige bekostiging moet er naar de toekomst worden gekeken en ruimte worden gemaakt voor andere, innovatieve manieren van werken. Het begint allemaal bij kostendekkende tarieven voor de basiszorg, maar wellicht zijn er ook andere vormen van bekostiging mogelijk. Daar ligt ook voor de LHV een opgave: wij moeten zelf een duidelijke visie ontwikkelen op de toekomst van de huisartsenzorg. Daar zijn we intussen hard mee bezig. Op

welke manier willen we in de toekomst invulling geven aan ons vak? Hoe kunnen we de huisartsenzorg het best organiseren, ook om te zorgen dat het aantrekkelijker wordt om praktijkhouder te zijn?’

Hoe nemen jullie de LHVambassadeurs en -leden hierin mee?

‘We gaan hierover intensief in gesprek met de LHV-ambassadeurs en zeker ook met de leden. Niet alleen over de toekomstvisie, we hebben de afgelopen maanden veel overleg gehad. Toen we zagen aankomen dat de nieuwe tariefbeschikking van de NZa niet de goede kant opging, hebben wij de ambassadeurs daarvan op de hoogte gesteld. We hebben in meerdere bijeenkomsten met de LHVambassadeurs besproken hoe we in actie zouden komen, zowel richting de NZa als richting de nieuwe minister. De ambassadeurs hebben daarover waar mogelijk met hun achterbannen overlegd. De uitkomst was duidelijk: onze leden vinden dat we de tariefbeschikking moeten aanvechten. Je ziet het terug in de petitie: die is door 10.731 huisartsen en in totaal meer dan 32.000 keer ondertekend.’ ¶

Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Als huisarts heb je steeds meer te kiezen. Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas? Gepensioneerd huisarts Jos Boesten eindigde zijn loopbaan met een klassieke NHG-tas.

TEKST: BERBER BIJMA / FOTO: ROB VAN HOORN

‘De patiënte bekeek me van top tot teen en opende de meterkast’

Wie? Jos Boesten (65)

Hoe en waar? gepensioneerd huisarts in Elsloo (L.)

‘Op de huisartsopleiding kreeg ik een zwarte tas, veel te klein. Op vakantie op Rhodos kocht ik een nieuwe, een juchtleren schoudertas. Er zaten vakken in of die maakte ik er zelf in, dat weet ik niet meer zeker. Ik had de praktijk nog maar pas overgenomen van mijn voorganger, die altijd strak in pak met stropdas visites deed. Ik belde in overhemd en spijkerbroek – met die schoudertas – aan bij een oudere patiënte. Ze deed de deur open, bekeek me van top tot teen, zei niets, deed een stap terug en opende de meterkast. Ze dacht dat ik de meteropnemer was.’

‘Na die tas van Rhodos heb ik nog een koffer gehad, met rood leer bekleed. Die ging ook na een tijdje stuk. Ik ben mijn loopbaan geëindigd met een klassieke NHG-tas, ook weer rood trouwens. In 2022 ben ik met pensioen gegaan. Eerder dan de bedoeling was, omdat ik na een coronabesmetting in 2020 niet weer de oude ben geworden.’

‘Mijn laatste tas staat nog steeds in de gang. Ongeveer eens per halfjaar komtie van pas, als ik bijvoorbeeld een van de kleinkinderen even in de oren moet kijken. Hij staat niet in de weg en ik wil ‘m voorlopig in het zicht houden. Zo’n tas is toch een stuk van je identiteit, als je 35 jaar huisarts bent geweest.’ ¶

EEN BLIK IN JOUW TAS?

We zijn nieuwsgierig naar het verhaal van jouw dokterstas! Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.

‘Eén keer voerde ik op straat een nachtelijke mond-op-mondbeademing uit die niet al te smakelijk verliep. Sindsdien heb ik altijd een mayo tube in de tas gehad. Die is bedoeld om de tong op z’n plek te houden én om degene die hulp biedt, tegen braaksel te beschermen. Na die ene ervaring was dat een plezierig idee.’

‘Ik had altijd alle voorgeschreven ampullen wel bij me. Daarbovenop had ik akineton mee, een middel op Parkinson-achtige verschijnselen te bestrijden die kunnen optreden als bijwerking van antipsychotica. Ik heb het één keer gebruikt – het zit dus nu ook niet meer in de tas – en was toen heel blij dat ik het bij me had.’

‘Vroeger had ik van alles in m’n tas zitten, ook veel medicijnen. Toen dachten we nog dat we de wereld moesten redden. Met de ANW-diensten en de hedendaagse aanrijtijden van ambulances zijn veel spullen overbodig geworden. De inhoud van mijn tas is in de loop van de jaren fors geslonken. In hagro-verband hebben we nog een keer een opschoonactie gehouden en samen besproken wat je écht nodig hebt.’

KENNISMAKING MET NIEUW LHV-BESTUURSLID

Mariëtte Willems, huisarts in Haarlem

Met slimme ICT de zorg verbeteren en het huisartsenvak leuker maken. Dat is waar het nieuwe LHV-bestuurslid Mariëtte Willems (48) zich voor inzet. Met altijd de vraag in haar achterhoofd hoe ICT makkelijk toepasbaar kan worden gemaakt. Gewoon: ‘plug & play’.

TEKST: CORIEN LAMBREGTSE / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN

◼ WAT VOOR SOORT DOKTER BEN JIJ?

‘Een huisarts die tijd steekt in gesprekken met patiënten. Over hun gezondheid, over alles wat belangrijk is in hun leven en over wat een medische klacht met hen doet. Dat is waarvoor ik huisarts ben geworden: het persoonlijke contact met mensen, de continuïteit in zorg. Ik houd ook van de variatie in ons vak: de ene patiënt heeft een complexe klacht, de volgende komt met iets simpels. Het mooie is dat iedereen een huisarts nodig heeft. Hoogopgeleide patiënten met geweldige banen en patiënten die het niet lukt om mee te komen. Dat maakt elke dag interessant. Ik vond het geweldig om praktijkhouder te zijn. Dat heb ik tien jaar gedaan. Twee jaar geleden heb ik de keuze gemaakt om als waarnemend huisarts te gaan werken. De reden was dat ik steeds meer ging werken voor regionale en landelijke ICT-programma’s, dat viel niet goed meer te combineren met een eigen praktijk.’

◼ WAT HEB JIJ MET ICT?

‘Ik ben me in ICT gaan verdiepen, omdat ik erin geloof dat techniek de zorg kan verbete-

ren en het werk van huisartsen makkelijker en fijner kan maken. Maar dan moet die techniek wel worden ingezet op een manier die huisartsen ondersteunt. Dan heb je dus huisartsen nodig die de brug kunnen slaan tussen het zorgproces en de ICT en kunnen vertellen waar knelpunten zitten en wat er beter moet. Anders gaat de techniek niet voor maar tegen ons werken.

Ik heb een master Health Informatics gevolgd aan het AUMC en vier jaar geleden het netwerk voor CMIO Netwerk Eerste Lijn opgericht: een netwerk voor chief medical information officers. CMIO’s zijn artsen, in ons geval huisartsen, met meer kennis van ICT. Zij maken de verbinding tussen ICT en zorg. In het netwerk worden kennis en ervaringen uitgewisseld, zodat niet elke huisartsen- of eerstelijnsorganisatie het wiel opnieuw hoeft uit te vinden.’

◼ EN NU GA JE ALS LHV-BESTUURDER

MET ICT AAN DE SLAG?

‘Niet alleen met ICT natuurlijk. In mijn portefeuille zitten ook GGZ en ouderenzorg. Dat zijn belangrijke onderwerpen. Ik heb bijna

7 jaar als arts en psycholoog in de jeugd-GGZ gewerkt. Ook daar liggen uitdagingen. Op het gebied van ICT gaat er de komende jaren heel veel gebeuren. Een van de grote uitdagingen, is de verbetering van de gegevensuitwisseling, waardoor zorgverleners over die informatie beschikken die zij nodig hebben om de patiënt de juiste zorg te bieden. Die informatie moet natuurlijk ook voor de patiënt zelf inzichtelijk zijn. Het wordt wettelijk verplicht om gegevens uit te kunnen wisselen. Dat betekent dat alle zorginformatiesystemen, van huisartsen, ziekenhuizen en andere zorgverleners, met elkaar moeten kunnen communiceren. Daar wordt nu hard aan gewerkt. Ook hier staat gebruiksvriendelijkheid voorop. Een voorbeeld is het programma OPEN, waar ik vier jaar heb gewerkt. We hebben het voor huisartsen zo gemakkelijk mogelijk gemaakt om patiënten elektronische inzage in hun medisch dossier te bieden.’

◼ GAAT ICT HUISARTSEN TIJD BESPAREN?

‘Ik denk dat ICT de zorg kan verbeteren, het

werk leuker kan maken en soms ook tijd kan besparen. Er komen bijvoorbeeld artificial intelligence-programma’s die spraak omzetten in tekst en daarvan een samenvatting maken, die je direct in een medisch dossier kunt zetten. En programma’s die een samenvatting maken van belangrijke gebeurtenissen in een patiëntendossier, zodat je daar niet zelf helemaal doorheen hoeft. Dan heb je dus meer tijd om naar de patiënt te kijken, in plaats van naar je computer.’

◼ HOE

DIGITAAL MOET OF KAN DE HUISARTSENZORG VOLGENS JOU WORDEN?

‘Toen ik waarnemer werd, ben ik bewust voor meer digitaal-gerichte huisartsenpraktijken gaan werken om te ervaren hoe het is om meer digitaal contact te hebben met patiënten. Ik werkte met chats, e-consulten, telefoontjes en videobellen, soms in combinatie met fysieke contacten. Ik werkte onder meer bij Arene, een digitale huisartsenpraktijk voor mensen die geen huisarts hebben, met name Oekraïense vluchtelingen. Omdat persoonlijke continuïteit in de huisartsenzorg voor mij van grote waarde is, probeerde ik dit zo goed mogelijk te doen door vervolgafspraken bij mijzelf in te plannen, maar het was natuurlijk niet hetzelfde als patiënten ook fysiek in de spreekkamer zien. Inmiddels werk ik twee dagen in de week bij een reguliere huisartsenpraktijk in Haarlem. Ik ben blij dat ik mijn patiënten ook live kan zien, lichamelijk onderzoek en medische ingrepen kan doen.

Ik denk dat hybride zorg, een combinatie van digitaal en fysiek, voor veel patiënten én zorgverleners het beste werkt. Veel patiënten vinden het heel makkelijk dat ze geen vrij hoeven te nemen voor een doktersbezoek, maar er zijn ook mensen die liever een fysiek consult hebben.

De komende jaren gaat het spannend worden of er voldoende huisartsen zijn om iedereen zorg te kunnen bieden. Digitale zorg kan bijdragen aan een oplossing, maar we moeten er vooral alles aan doen om het huisartsenvak leuk en interessant te maken, zodat meer mensen voor dit vak kiezen. We hebben de zorg heel complex gemaakt in Nederland, met heel veel regels en admi-

nistratieve verplichtingen. Met slimme ICT kunnen we dat eenvoudiger maken, waardoor het werk weer leuker wordt.’

◼ ZIJN HUISARTSEN TE CONSERVATIEF

OP HET GEBIED VAN ICT?

‘We hebben als huisartsen juist lange tijd vooropgelopen. Nu moeten we er wel voor zorgen dat we bijblijven. Niet iedereen hoeft ICT-expert te worden. Mijn advies is: wees nieuwsgierig. Kijk wat anderen doen, stel vragen als je iets wilt weten over een ICTtoepassing. Dat helpt om bij te blijven.’

‘Je hebt zo meer tijd om naar de patiënt te kijken’

◼ WAT VIND JE BELANGRIJK IN JE BESTUURSWERK?

‘Ik heb in allerlei besturen gezeten, ook in het LHV-kringbestuur Noord-Holland Midden. Wat ik het leukst vind is om ontwikkelingen op regionaal niveau, landelijk niveau en in andere sectoren samen te brengen. Ik zie ernaar uit om overal in het land mensen te ontmoeten, te horen waar ze mee bezig zijn en de verbinding te leggen naar wat er op landelijk niveau gebeurt. De kern van besturen is voor mij: verbinden en samenwerken.’

◼ BLIJFT ER NOG TIJD OVER VOOR ANDERE DINGEN?

‘Ik houd me ook nog een beetje bezig met onderwijs voor CMIO’s, bij de Technische Universiteit Eindhoven, en ben nog zijdelings betrokken bij regionale ICT-projecten, maar de rest van mijn tijd is voor thuis. Ik heb een man en drie kinderen, van wie de oudste het huis uit is. Ik houd van hardlopen in de duinen, yoga, suppen en golfsurfen. Daarmee houd ik mezelf in balans.’ ¶

WERVEN IN EEN KRAPPE MARKT: hoe maak je het verschil?

In een krappe arbeidsmarkt tóch een goed bezet assistententeam krijgen en houden. Dat is voor veel praktijken een lastige opgave. Hoe maak je het verschil, waardoor gegadigden op jóuw vacature reageren? Drie praktijken vertellen hoe ze hun bezetting op peil houden.

HUISARTSENPRAKTIJK

SAGENHOEK

Huisartsenpraktijk Sagenhoek in de Amersfoortse wijk Schothorst leidt sinds een jaar of vier, vijf ieder jaar een assistente op. Tot nu toe zijn die aansluitend allemaal gebleven, vertellen huisarts Maartje Karelse en praktijkmanager Cheryl Veldkamp – al is eentje inmiddels ook weer weg. Die gestage stroom helpt om het team steeds weer aan te vullen, bijvoorbeeld als anderen doorgroeien, vertrekken of met zwangerschapsverlof gaan.

Ook buiten het opleiden om werft de praktijk zo nu en dan een nieuwe doktersassistent. ‘Dit voorjaar zaten we ineens omhoog, toen een assistente tijdens haar proeftijd wegging’, vertelt Karelse. ‘Ik wilde Cheryl er niet tijdens haar vakantie mee lastig vallen. Er moest bij haar terugkomst alvast iets klaarliggen dat we konden gebrui-

ken voor de werving. Toen heb ik spontaan een kort filmpje opgenomen. Ik heb een tekstje gemaakt en het filmpje daarna in één keer opgenomen, om het zo spontaan mogelijk te laten overkomen.’

In het filmpje staat ze buiten voor de praktijk, vertelt ze iets over de wijkpopulatie en de praktijk en roept ze gegadigden op om te solliciteren. Eerder al had de praktijk voor wervingsdoeleinden een filmpje van de praktijk gemaakt, waarin de kijker een kleine rondleiding krijgt door de verschillende ruimtes en langs verschillende medewerkers. Karelse maakte ook een ‘gepimpte versie’ van de laatst gebruikte vacaturetekst – ‘wat sprankelender opgemaakt in Canva’. De tekst en beide filmpjes werden ingezet om snel een nieuwe collega te vinden.

‘We kregen veel positieve reacties op mijn

FOTOGRAFIE: NICO BRONS

filmpje, maar niet meteen van gegadigden’, vertelt Karelse. ‘Het werd wel veel gedeeld. In een schaarse markt helpt het om op te vallen, dus dat delen is fijn. Op een gegeven moment hebben we de vacature verbreed tot verpleegkundige. Toen kregen we wel verscheidene reacties, overigens ook van doktersassistenten. Blijkbaar had het dus even tijd nodig.’

◼ MEELOOPDAG

Veldkamp hield een telefonische intake en maakte aan de hand daarvan een eerste selectie. ‘We hebben drie mensen een dagdeel laten meelopen’, vertelt ze. ‘Twee assistenten en één verpleegkundige. Uiteindelijk is het die laatste geworden. Een meeloopochtend geeft een beter beeld van wat voor type iemand is en je kunt van beide kanten kijken

of het klikt. We laten trouwens ook stagiaires meelopen voor we ze aannemen. Ook dat moet klikken, vinden wij.’

De praktijk zet vacatures altijd zo breed mogelijk uit. Veldkamp: ‘Via LinkedIn, waar we het als collega’s allemaal reposten, Indeed, de NVDA en onze eigen site. Maar we mailen het ook naar scholen en zetten het in de appgroep van oud-stagiaires. In dit geval kregen we via Indeed de meeste reacties; het is ook wel eens een ander kanaal.’

De praktijk kiest er bewust voor om ‘ruim’ in de assistentes te zitten, vertelt Karelse. ‘We zitten boven de LHV-norm. Dat maakt ons minder kwetsbaar en geeft wat tijd om op zoek te gaan als iemand vertrekt. Bovendien is er voor de bestaande medewerkers ruimte voor ontwikkeling en ontspanning. Dat zorgt er weer voor dat mensen langer blijven.’

Assistentes opleiden is een investering die je terugkrijgt in de vorm van een goede bezetting, ziet Veldkamp. Karelse: ‘Ze blijven bijna altijd. Daardoor zitten we soms wat ruim in de assistentes, maar ik vind dat je daar niet bang voor moet zijn. Dan kun je bijvoorbeeld tijdelijk een extra project doen. Uiteindelijk komt die bezetting altijd wel weer van pas.’

◼ COMPLIMENTENMUUR

De praktijk probeert verder bewust te werken aan een positieve sfeer, om medewerkers te werven én vast te houden.

‘We kregen veel positieve reacties op mijn filmpje’

‘We hadden eerst een complimentenbord op de wc’, vertelt Veldkamp. ‘Dat is er nog, maar we hebben nu ook één in de koffiekamer. Daar schrijven we bijvoorbeeld complimenten van patiënten of van de thuiszorg op, maar ook onderlinge complimenten aan elkaar. Er hangt nu bijvoorbeeld een briefje met: “Bedankt dat je even de stikstof kwam brengen toen mijn spreekuur uitliep”. Eens in de drie maanden halen we het bord leeg en beginnen we opnieuw. Het past bij andere zaken waar we mee bezig zijn, zoals positieve gezondheid en oplossingsgericht werken. We proberen positiviteit in de praktijk te brengen. Nieuwe medewerkers of externe partijen die langskomen, reageren daar vaak leuk op.’

Werven in een krappe markt

HUISARTSENPRAKTIJK DRUTEN CENTRUM

‘Een niet-
tekst valt wat meer op’
‘H

et lukt vrijwel altijd om assistentevacatures vervuld te krijgen’, vertelt Ingrid de Jong, praktijkmanager bij Huisartsenpraktijk Druten Centrum. ‘Ik werk hier zelf sinds oktober 2023 en merk dat de praktijk een goede reputatie heeft. Dat horen we van collega’s van andere praktijken, van patiënten, van de thuiszorg. Die reputatie helpt misschien om nieuwe collega’s aan te trekken.’ De praktijk telt vijf praktijkhouders in één HOED en werkt met –onder meer – acht doktersassistenten. ‘Voor vacatures gebruiken we verschillende kanalen’, vult assistente Laura van den Brand aan. ‘Bijvoorbeeld Facebook en laatst het lokale

krantje, om mensen uit de regio te bereiken. En verder natuurlijk onze eigen site, LinkedIn, Indeed en de site van de NVDA.’ De Jong: ‘Die laatste twee leveren vaak het meest op. Het helpt ook dat Laura de vacature altijd mooi opmaakt, met een opvallende banner en niet te veel tekst. Bij het maken van de tekst vraag ik aan de huidige assistentes wat hen zou aanspreken. Daarom hebben we de laatste keer een “unieke en vrolijke” assistente gevraagd. Dat valt ook wat meer op dan het standaard “enthousiaste”.

◼ GEEN TAAKOMSCHRIJVING

Van den Brand: ‘Aan de meeste advertenties valt niets op. Je moet dus

zorgen dat je er een beetje uitspringt. We zetten er nooit een taakomschrijving in, want iedereen weet wel wat een assistente zo ongeveer doet. We schrijven liever iets over de sfeer in het team.’

De laatste jaren leidde iedere vacature wel tot minimaal één veelbelovende brief. De Jong: ‘Ik doe een eerste selectie, en stuur de andere brieven naar de vijf praktijkhouders. Daarna nodigen we heel snel één of twee mensen uit. We wachten niet tot misschien nog meer goede kandidaten zich melden,

‘We mailen het ook naar scholen en zetten de vacature in de appgroep van oud-stagiaires’

want dan is die eerste misschien alweer weg.’

Bij het eerste gesprek zitten een huisarts, een assistente en De Jong als praktijkmanager. Van den Brand: ‘Als we een goed gevoel hebben bij dat gesprek, maar ook als we er niet helemaal uit zijn, vragen we iemand om een dag mee te lopen. Dan krijg je een beter beeld van hoe iemand echt is en of ze bij het team zou passen.’

◼ MINDER VERRASSINGEN

De Jong: ‘Tijdens een sollicitatiegesprek zet je je beste beentje voor. Als iemand een halve dag meeloopt, wordt ze wat losser en zie je meer hoe iemand echt is. Stelt ze bijvoorbeeld

vragen, is het een aanpakker of is ze meer afwachtend? Zo’n ochtend zorgt voor minder verrassingen tijdens de proeftijd. Voordeel is ook: er zijn op zo’n meeloopochtend meer collega’s die de sollicitant meemaken. Een goede match is belangrijker dan wat iemand eventueel nog moet leren. Assistentes hebben er dus ook een stem in of iemand na de meeloopochtend wordt uitgenodigd voor een tweede gesprek. Als dat gebeurt, zit een andere huisarts daarbij. Want het is natuurlijk belangrijk dat ook de huisartsen de samenwerking met deze assistente zien zitten. Het gebeurt eigenlijk nooit dat we daar verschillend over denken. De huisarts geeft nog weleens een aandachtspunt mee, bijvoorbeeld over bepaalde taken of wat iemand nog moet leren. Over de vraag of het wel of niet klikt, zijn we het vaak snel eens. We nemen nooit iemand “omdat we dan tenminste iemand hebben”. Als er geen goede match is, werken we liever nog een tijdje met een iets krappere bezetting.’

◼ ‘IK VOELDE ME WELKOM’

Doktersassistent Nathalie Weijers is de jongste ‘aanwinst’ van de Drutense praktijk. Ze werkt er sinds afgelopen mei. ‘De niet-standaard tekst van de vacature viel op en sprak me aan’, vertelt ze. ‘Of ik uniek ben is aan anderen om te beoordelen, maar ik ben wel vrolijk van aard. Zowel bij het eerste gesprek als tijdens de meeloopochtend voelde ik me heel welkom en vrij om te zeggen wat ik wilde. De meeloopochtend vond ik een fijne aanvulling op het eerste gesprek. Het geeft gewoon een beter beeld dan alleen maar een gesprek. Als ze me die meeloopochtend niet hadden aangeboden, had ik erom gevraagd. Inmiddels werk ik hier nu een paar maanden met veel plezier.’

HUISARTS

ROBERT VAN KLEEF

‘Je krijgt hier ruimte om je eigen werk mee vorm te geven’

Huisarts Robert van Kleef nam medio 2022 een praktijk over in Hasselt. Eén praktijkondersteuner ging mee met de overgang naar de nieuwe praktijkhouder. Voor het overige moest Van Kleef een nieuw team samenstellen. Een paar maanden voor de overname zette Van Kleef een advertentie uit voor een assistente. ‘Via de zorggroep, op LinkedIn en via Facebook. Dat laatste leverde de meeste reacties op. De advertentie was lichtvoetig van toon, met een frisse opmaak. Op de doelgroep gericht.’ Er reageerden tien geïnteresseerden.

‘Ik had in de advertentie gezet dat de praktijk in de steigers stond en dat ik een assistente zocht die zin had om in een klein team de praktijk mee op te bouwen, met ruimte om haar eigen werk vorm te geven. Misschien sprak vooral dat laatste de geïnteresseerden aan. Het is bekend dat ‘zinvol werk’ het belangrijkste motief is om voor een bepaalde baan te gaan. De mogelijkheid om je eigen werk vorm te geven komt op de tweede plek. Met zinvol werk zit je als doktersassistente sowieso wel goed. Dus is het belangrijk om medewerkers ruimte te bieden hun eigen werk mee vorm te geven. Een paar sollicitanten kwamen

Verkorte productinformatie Abrysvo (opgesteld: maart 2024). De volledige productinformatie (SPC) is op aanvraag verkrijgbaar. Dit geneesmiddel is onderworpen aan aanvullende monitoring. Samenstelling: Abrysvo poeder en oplosmiddel voor oplossing voor injectie bevat RSV-subgroep A gestabiliseerd prefusie F-antigeen en RSV-subgroep B gestabiliseerd prefusie F-antigeen. Eén dosis (0,5 ml) bevat na reconstitutie 60 microgram RSVsubgroep A gestabiliseerd prefusie F-antigeen en 60 microgram RSV-subgroep B gestabiliseerd prefusie F-antigeen (RSV antigenen). Indicaties: ●Passieve bescherming tegen onderste-luchtwegaandoeningen die worden veroorzaakt door het respiratoir syncytieel virus (RSV) bij zuigelingen vanaf de geboorte tot en met 6 maanden oud na immunisatie van de moeder tijdens de zwangerschap. ● Actieve immunisatie van personen van 60 jaar en ouder voor de preventie van onderste luchtwegaandoeningen die worden veroorzaakt door RSV. Het gebruik van dit vaccin dient in overeenstemming met de officiële aanbevelingen te zijn. Farmacotherapeutische categorie: Vaccins, andere virale vaccins; ATC-code: J07BX05. Dosering: Zwangere personen: Een enkelvoudige dosis van 0,5 ml dient te worden toegediend tussen week 24 en 36 van de zwangerschap. Personen van 60 jaar en ouder: Een enkelvoudige dosis van 0,5 ml dient te worden toegediend. Pediatrische patiënten: De veiligheid en werkzaamheid van Abrysvo bij kinderen (vanaf de geboorte tot jonger dan 18 jaar) zijn nog niet vastgesteld. Beperkte gegevens zijn beschikbaar bij zwangere adolescenten en hun zuigelingen. Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame stoffen of voor een van de hulpstoffen. Waarschuwingen en voorzorgen: Terugvinden herkomst: Om het terugvinden van de herkomst van biologicals te verbeteren, moeten de naam en het batchnummer van het toegediende product goed geregistreerd worden. Overgevoeligheid en anafylaxie: Passende medische behandeling en toezicht dienen altijd voorhanden te zijn in het geval van een anafylactisch voorval na de toediening van het vaccin. Angstgerelateerde reacties: Angstgerelateerde reacties, waaronder vasovagale syncope, hyperventilatie of stressgerelateerde reacties kunnen optreden na vaccinatie als psychogene reactie op de injectie met een naald. Het is belangrijk dat er maatregelen zijn ingesteld om letsel door flauwvallen te voorkomen. Gelijktijdige ziekte: Bij personen die een acute ziekte met koorts hebben, dient de vaccinatie te worden uitgesteld. De aanwezigheid van een lichte infectie, zoals een verkoudheid, dient echter niet te leiden tot uitstel van vaccinatie. Trombocytopenie en stollingsstoornissen: Voorzichtigheid is geboden bij toediening van Abrysvo aan personen met thrombocytopenie of een stollingsstoornis, omdat na intramusculaire toediening bij deze personen een bloeding of blauwe plekken kunnen optreden. Immuungecompromitteerde personen: Bij immuungecompromitteerde personen kan de werkzaamheid van Abrysvo lager zijn. Personen die korter dan 24 weken zwanger zijn: Omdat de bescherming van de zuigeling tegen RSV afhankelijk is van de overdracht van maternale antilichamen door de placenta, dient Abrysvo te worden toegediend tussen week 24 en 36 van de zwangerschap. Beperkingen van de effectiviteit van het vaccin: Zoals met elk vaccin is het mogelijk dat na de vaccinatie geen beschermende immuunreactie wordt opgewekt. Hulpstof: Dit geneesmiddel bevat minder dan 1 mmol natrium (23 mg) per dosis, dat wil zeggen dat het in wezen ‘natriumvrij’ is. Interacties: Abrysvo kan gelijktijdig worden toegediend met het seizoensgebonden quadrivalente influenzavaccin. Een minimum interval van twee weken wordt aanbevolen tussen de toediening van Abrysvo en de toediening van een vaccin tegen tetanus, difterie en acellulaire pertussis (Tdap). Bijwerkingen: Zwangere personen ≤ 49 jaar: Zeer vaak (≥1/10): hoofdpijn, myalgie, vaccinatieplaatspijn. Vaak (≥1/100,<1/10): roodheid op de vaccinatieplaats, zwelling op de vaccinatieplaats. Personen ≥ 60 jaar: Zeer vaak (≥1/10): vaccinatieplaatspijn. Vaak (≥1/100,<1/10): roodheid op de vaccinatieplaat, zwelling op de vaccinatieplaats. Zelden (≥1/10.000, <1/1.000): Guillain-Barrésyndroom. Zeer zelden (<1/10.000): overgevoeligheid. Afleverstatus: UR. Verpakking: Abryvo is verkrijgbaar als verpakking met 1 injectieflacon met poeder (antigenen), 1 voorgevulde spuit met oplosmiddel, 1 injectieflaconadapter met 1 naald. Registratienummer: EU/1/23/1752/001. Vergoeding en prijzen: zie de G-standaard. Voor medische informatie over dit product belt u met 0800- MEDINFO (6334636). Registratiehouder: Pfizer Europe MA EEIG, Boulevard de la Plaine 17, 1050 Brussel, België. Neem voor correspondentie en inlichtingen contact op met Pfizer bv, Postbus 37, 2900 AA Capelle a/d IJssel.

PP-A1G-NLD-0067

Lees meer over Abrysvo op Pfizerpro.nl

‘De advertentie was lichtvoetig van toon, met een frisse opmaak’

uit een grotere praktijk en zochten juist een kleinschaliger praktijk om meer invloed op hun werk te hebben.’

◼ ENTHOUSIAST OVER PALLIATIEVE

ZORG

‘Je eigen werk mee vormgeven, daar geloof ik ook echt in. Dat kan zijn letterlijk je eigen werkplek inrichten. Als we volgend jaar naar een nieuwbouwpand verhuizen, mag iedereen de eigen werkplek inrichten met spullen die ze graag om zich heen hebben. Het geldt ook breder. Ik stelde voor samen een training te doen in het omgaan met agressie in de praktijk, maar daar was weinig animo voor. Voor palliatieve zorg en levensloopgesprekken is iedereen daarentegen wél enthousiast. Dus zijn we samen naar een congres daarover geweest en hebben we er samen drie voorlichtingsavonden over georganiseerd. Ook dat is: je eigen werk vormgeven.

Natuurlijk geef ik richting aan waar we mee bezig zijn, maar ik wil ook ruimte geven voor een onderwerp dat leeft. De bedoeling is dat de assistentes in de toekomst bij ouderen thuis gesprekken gaan voeren over zorg in de laatste fase – over zinvol werk gesproken.

◼ EÉN TEAM, VERSCHILLENDE ROLLEN

Misschien speelt mijn achtergrond als militair arts een rol. Die heb ik trouwens maar niet in de advertentie benoemd, om niemand af te schrikken. In de militaire wereld heb ik geleerd: in een team is de een niet minder dan de ander. Je hebt alleen verschillende rollen. En als je de ruimte krijgt om je eigen rol mee in te vullen, geeft dat werkplezier. Die gedachte was blijkbaar tussen de regels door toch uit die advertentie te halen.’ ¶

LHV-checklist

Welkom in de praktijk

Heb je een nieuwe medewerker gevonden? Een warm welkom helpt daarna bij een goede start. We hebben de belangrijkste acties en aandachtspunten voor je op een rij gezet, in de vorm van een handige checklist.

‘Praktijkhouderschap

kán en is leuk, dat wil ik uitdragen’

Edith Bons vertelde in het najaar van 2020 enthousiast over haar praktijkstart in het Brabantse Mill. Ze keek toen al uit naar het nieuwe pand waarin haar praktijk zou komen, samen met de tandartspraktijk van haar man. Hoe staat het er inmiddels voor?

TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: ROY SOETEKOUW

‘Het lijkt ontzettend lang geleden, februari 2020. Ik nam de praktijk aan huis van mijn voorganger over en een maand later hadden we corona. In de eerste twee jaar van mijn praktijkhouderschap, speelde corona zo’n beetje bij álles een rol. Ondertussen waren we bezig met nieuwe huisvesting. Dat is een lang proces geworden. Je moet soms veel hengels uitgooien om één vis te vangen. We zijn met drie panden bezig geweest voordat het lukte.’ Dat het gíng lukken, daar twijfelde ze niet aan. ‘We gingen alvast toewerken naar de verhuizing, met nieuwe computers en een nieuw telefoonsysteem. Wel fijn om dat alvast te doen, zodat niet alles in één keer hoefde, tegelijk met de verhuizing.’

‘In die eerste jaren groeide ik ook als werkgever. Je maakt alles een keer

mee: een nieuwe assistente aannemen, een zwangerschapsverlof regelen. Werkgever zijn vind ik het moeilijkste aan het praktijkhouderschap, misschien omdat het ’t meest dichtbij komt. Ik wil goed dokteren, maar óók een goede werkgever zijn. Het was ontzettend leuk dat de medewerkers op een gegeven moment voor mijn man en mij een kerstpakket hadden gekocht en dat ze een fototaart hadden geregeld bij de opening van het nieuwe pand. Uit die gebaren op onverwachte momenten spreekt vertrouwen, dat weer goed was voor mijn zelfvertrouwen als werkgever. Nog steeds vind ik het soms zoeken: hoe verhoud je je tot medische vragen van assistentes, bijvoorbeeld over hun kinderen? Mijn eigen assistentes wonen buiten Mill, maar een aantal assistentes van mijn man is patiënt

Edith Bons (l) overlegt met doktersassistent

Patricia van Beuningen

bij mij. Ik vind het toch nét iets relaxter als ze naar het spreekuur van een collega gaan.’

◼ NIEUWE PRAKTIJK: FRIS MAAR

NIET KIL

Het nieuwe pand kwam er, zij het wat later dan verwacht. Hoog tijd, want de praktijk aan huis voldeed niet meer aan de huidige eisen. Er kon bijvoorbeeld geen brancard naar binnen. ‘En we hebben nog een keer iemand gereanimeerd op de vloerbedekking –ook niet wat je wilt.’

De huisartsenpraktijk en tandartspraktijk zitten nu ruim een jaar op hun nieuwe plek, in een compleet verbouwd pand. ‘De bouwwereld was voor mij een nieuwe wereld. Vergunningen, welstand, ontwerp, keuring – alles moet over zoveel schijven. Je hebt met zoveel partijen

na de start

In november 2020 vertelde Edith Bons over haar praktijkstart. Hoe gaat het nu met haar praktijk?

te maken, ook weer bij de inrichting.’

Maar het resultaat mag er zijn: ze werken naar volle tevredenheid op de nieuwe plek. ‘Het is wat wikken en wegen geweest hoeveel kamers we lieten maken. We hebben nu best veel ruimte. Er is bijvoorbeeld plek voor een huisarts in opleiding, maar als er ook een coassistent zou zijn, kunnen ze niet elk een eigen kamer krijgen. Maar wel: een kantine met dakterras, geluiddichte deuren, een fijn pand om in te werken. Fris, maar niet kil. Zo omschrijf ik de sfeer het liefst.’

‘DIT KAN IK – EN NU?’

En toen begon het toch een beetje te kriebelen. ‘Toen het pand eenmaal gelukt was en we verhuisd waren, kwam er een soort stabiliteit: dit kan ik - en nu? Naar aanleiding van het verhaal over mijn praktijkstart in De Dokter in 2020, was ik gevraagd om op mijn oude opleiding in Nijmegen les te geven over het praktijkhouderschap. Dat doe ik nu al een aantal jaren, vier keer per jaar op een themadag over praktijkstart. Ontzettend leuk. Binnenkort start ik als coach-mentor voor coassistenten. Ik begeleid ze gedurende de drie jaren van hun coschappen. Als coassistent kun je nog kiezen welke kant je op wilt. Daar heb ik zelf destijds ook over getwijfeld. Ik denk dat het goed is dat coassistenten in die fase de stem horen van een huisarts voor wie het glas halfvol is. Ja, je kunt huisarts zijn én moeder én ondernemer. En nee, dan hoef je je kinderen niet te verwaarlozen en kun je, als je het goed regelt, nog steeds vrijwel iedere avond om zes uur met je gezin aan tafel zitten. Ik probeer uit te dragen dat het kan en dat het leuk is.’ Bons is daarnaast ook trainer van telefoonartsen op de huisartsenpost. ‘Ik was zelf al een tijdje telefoonarts en train inmiddels anderen. Dat is drie keer per jaar een serie van drie avonden. Ontzettend leuk om jezelf zo te ontwikkelen. Zo lukte het in mijn eerste jaren bijvoorbeeld ook om een dermatoscopiecursus te doen. Als

de praktijk goed loopt, hou je ruimte over om nieuwe dingen te doen. Dat heb ik ook nodig. Ik kan me niet voorstellen géén huisarts te zijn, maar ik wil ook dingen buiten de praktijk doen. Ik ben drie dagen per week op de praktijk – het minimum voor een praktijkhouder, vind ik – en heb drie hidha’s. Ik heb er overigens bewust voor gekozen om te werken met hidha’s in plaats van vaste waarnemers. Ik wil mensen de kans geven zich duurzaam aan de praktijk te verbinden. En een vast gezicht is ook goed voor de patiënten.’

◼ GEEN MEDELIJDEN

En dan kan er binnenkort nóg iets bij op haar bord: lesgeven op een weekendschool voor kinderen die van huis uit minder dan gemiddelde kansen

‘Goed dat coassistenten de stem horen van een huisarts voor wie het glas halfvol is’

krijgen. ‘Ik voel de behoefte iets te doen voor de maatschappij. En ook voor de huisartsenzorg. Ik moet er nu nog niet aan denken om ambassadeur te zijn. Het lijkt me ingewikkeld om met alle verschillende partijen contact te houden en het is wel veel vergaderen. Ik voel me nu beter met concrete projecten en één-op-één contact: bijvoorbeeld een Kamerlid laten zien hoe wij in onze praktijk werken. Als het in de media gaat over het praktijkhouderschap, hoor ik mijn eigen stem daarin te weinig terug. Zeker, er kunnen dingen verbeterd worden, maar je hoeft geen medelijden met mij te hebben. Niet iedere praktijkhouder krijgt een burn-out. Als je je best doet, kan het prima lukken én leuk zijn om een eigen praktijk te hebben. En dat ook nog zonder dat je huwelijk eraan gaat, haha!' ¶

Wie maken

zich hard voor de huisartsenzorg?

DE AGENDA VAN IRIS JANSEN, BELEIDSMEDEWERKER EN BELANGENBEHARTIGER

Iris Jansen bijt zich graag vast in taaie projecten en wil tegelijk van betekenis zijn in de dagelijkse praktijk van huisartsen. In haar werk als beleidsmedewerker en belangenbehartiger van de LHV komen die twee mooi samen. ‘Huisartsen zijn een hele fijne groep om mee te werken. Lekker direct.’

TEKST: BERBER BIJMA / BEELD: ROB TER BEKKE

Haar promotieonderzoek heeft haar geleerd zich ergens in vast te bijten, vertelt Iris Jansen (31). ‘Ik geef niet snel op en vind het heerlijk om onderzoek te doen.’ Toch was ze, goed en wel na haar promotie, op zoek naar iets dat wat dichter bij de praktijk staat. ‘Ik ben bij het Amsterdam UMC gepromoveerd op onderzoek naar de manier waarop arts-assistenten leren. Ze leren natuurlijk van hun opleiders en collega’s, maar ook van patiënten en verpleegkundigen. Ik heb in beeld gebracht wat die verschillende perspectieven samen bijdragen aan het leerproces van een aios. Dat was een heel interessant onderzoek, maar promoveren is ook wel een beetje een eenzame activiteit. Ik was op zoek naar een baan waarin ik meer impact kon hebben binnen de zorgsector.’

Een open sollicitatie naar de LHV viel begin 2023 in goede aarde. ‘Ik wilde graag voor een belangenvereniging werken. De huisarts heeft zo’n cruciale rol in het Nederlandse zorgsysteem, dat ik bij de LHV uitkwam. Ik vind het heel mooi om een bijdrage te leveren aan de sleutelpositie die huisartsen hebben.’

◼ ‘GEBRUIK MIJ’

Haar werk bestaat voor het grootste deel uit het bijdragen aan landelijke beleidsdossiers. Daarnaast ondersteunt en adviseert ze ambassadeurs. Tot deze zomer deed ze dat in NoordHolland Noord. Dit interview vindt plaats vlak voordat ze ‘verhuist’ naar Midden-Nederland.

‘Binnen de LHV zet iedereen enthousiast de schouders onder het werk. Ik werk met veel plezier samen met

mijn LHV-collega’s. En huisartsen zijn ook een hele fijne groep om mee te werken. Eerlijk, en soms lekker direct: “Waarom regelen jullie dit niet? Kan dit niet wat sneller?”. Dan leg ik uit waarom iets een zaak van lange adem is. Soms lukt het niet om linksaf te gaan, maar wel om drie keer rechtsaf te gaan. En dan ben je er ook.’ Naast het beleidswerk spreekt ze ook regelmatig ambassadeurs. ‘Het is mooi als het perspectief van het beleid en de praktijk samen komen. Ik zeg altijd tegen huisartsen: gebruik mij, bijvoorbeeld als je in gesprek gaat met de gemeente of de regionale huisartsenorganisatie. Soms help ik bij de voorbereiding en andere keren kan ik een onderwerp of een vraag naar landelijk niveau brengen.’

‘Gemeentes namen daarna contact op om te horen hoe ze huisartsen kunnen ondersteunen’

Een lange adem hebben loont, heeft ze inmiddels gezien. ‘Een onderwerp als huisvesting blijft taai, maar vorig jaar hebben we wel met onder meer gemeenten en zorgverzekeraars een gezamenlijke handreiking uitgebracht om huisartsen te helpen met andere partijen in gesprek te gaan over huisvesting. Na de publicatie namen gemeentes zelfs contact op met ons om te horen hoe ze huisartsen kunnen ondersteunen. Een ander actueel onderwerp waarmee ik me bezighoud, zijn de commerciële toetreders. Ook daarin zit op landelijk niveau inmiddels gelukkig beweging.’

MAANDAG 10.30 UUR

Hoe waarderen onze leden de LHV?

Met het projectteam nemen we de vragenlijst door van het ledentevredenheidsonderzoek.

Dit onderzoek doen we iedere drie jaar. We bevragen leden op: wat doen we als LHV goed, wat kan beter, heb je het afgelopen jaar contact gehad met een medewerker, hoe beviel dat, lees je De Dokter, ben je tevreden met de nieuwe verenigingsstructuur, hoe vind je onze communicatie? Dit onderzoek gaat dus over hoe onze leden onze dienstverlening, onze belangenbehartiging en onze

MAANDAG 14.30 UUR

communicatie ervaren.

Uit zo’n onderzoek komen altijd verbeterpunten, die we intern bespreken en natuurlijk ook terugkoppelen naar de leden. Uit het vorige ledentevredenheidsonderzoek kwam bijvoorbeeld de vraag om meer procesinformatie te geven over onze belangenbehartiging. Dat hebben we in onze communicatie aangepast. Zo hebben we een tijdlijn gepubliceerd over onze acties in het kader van de huisvestingsproblematiek.

Ambassadeurs steunen in hun rol

Een bespreking met de projectgroep bestuurlijk kader. Klinkt formeel, maar is eigenlijk heel praktisch. Deze projectgroep valt onder het grotere programma verenigingsontwikkeling en houdt zich onder meer bezig met het toerusten van de ambassadeurs. Ambassadeurs hebben best een uitdagende taak in hun eigen werkgebied. We vinden het belangrijk ze goed te ondersteunen, onder meer met een scholingsaanbod. Er is bijvoorbeeld een cursus bestuurlijke vaardigheden, maar ook een mediatraining.

Met de projectgroep bereiden we vandaag de volgende landelijke ambassadeursbijeen-

DINSDAG 15.30 UUR

Eens in de zes weken spreek ik de LHV-ambassadeurs uit mijn regio. In Noord-Holland Noord zijn dat drie ervaren huisartsen, die mij bij mijn komst naar deze regio heel goed hebben meegenomen in alles wat er gebeurt. We bespreken de actualiteiten uit de regio. De afgelopen maanden kwamen bijvoorbeeld de beide Co-Med-praktijken uit de kop van Noord-Holland regelmatig ter sprake. Ik hield de vinger aan de pols: hoe is de sfeer, is er

komst voor. Die bijeenkomst is bij de publicatie van dit artikel trouwens alweer achter de rug. Het onderwerp van de bijeenkomst is: hoe realiseren we nog meer impact voor onze leden? Dat vertalen we zo concreet mogelijk. Een ambassadeursbijeenkomst is naast dat inhoudelijke gedeelte ook altijd bedoeld voor het onderlinge netwerken. En voor nieuwe ambassadeurs is er een introductie.

Op zo’n bijeenkomst merk je als ambassadeur weer even dat je het niet alleen doet. Zoals wij regelmatig zeggen: alleen ga je sneller, samen kom je verder. En is het leuker, voeg ik daar graag aan toe.

Vinger aan de pols in de regio

een noodplan, moet ik iets escaleren naar het landelijke niveau? Ook huisvesting is een terugkerend gespreksonderwerp. We blikken ook nog even terug op de nascholing ‘Ontspannen grenzen stellen’ die onlangs in deze regio plaatsvond. Die is in zeer goede aarde gevallen. Voor mij is zo’n nascholing ook altijd een mooi moment om even wat meer huisartsen uit de regio te spreken.

“Ik voelde me in elke ruimte teveel”

Anne viel ruim 50 kilo af na een maagverkleining

Krijgt u als (huis)arts in deze tijd meer vragen van patiënten die bezorgd zijn over hun gewicht? Wij bieden verschillende behandelingen aan voor (ernstig) overgewicht, met en zonder operatie. Verwijzen is eenvoudig via Zorgdomein.

Kijk voor onze behandelingen zonder operatie op nokclinics.nl

www.obesitaskliniek.nl

Privacy en gegevensbescherming in de zorg

Veilig omgaan met patiëntgegevens

Eendaagse cursus op 12 november

Psychiatrie en zwangerschap

Als de roze wolk schuilgaat achter donkere wolken

Congres op 5 februari

Beoordelen van beslisvaardigheid & wilsbekwaamheid

Ouderenzorg in de praktijk

Eendaagse cursus op 12 december

Coachend leidinggeven

Speciaal voor leidinggevenden in de zorg

Vierdaagse cursus start in oktober of in 2025!

Vroegtijdig signalering en behandeling van eetstoornissen

Hoe kunnen zorgprofessionals ouders en naas- ten daarbij betrekken?

Congres op 10 december

Ziekte in het gezin

Begeleiden van kinderen en jongeren met een ernstig zieke ouder

Congres op3 december

WOENSDAG 11.00 UUR

Ledenbetrokkenheid onder de loep

Dit is een onderwerp waarbij mijn onderzoeksachtergrond goed van pas komt: samen met de Universiteit Leiden doen we onderzoek naar de betrokkenheid van leden. Als projectleider vanuit de LHV zit ik regelmatig met het projectteam van de universiteit om tafel. Het gaat hier om de vragen: hoe kunnen we als vereniging meer impact hebben in verbinding met onze leden, en: voelen onze leden zich goed vertegenwoordigd door de LHV?

De uitkomsten van de kwantitatieve vragenlijst is inmiddels binnen. Huisartsen blijken vooral lid te worden van de LHV vanwege de belangenbehartiging. Het scholingsaanbod en de netwerkmogelijkheden komen op de tweede en derde plaats. Verder voelt 61 procent zich voldoende betrokken en wil 18 procent juist meer betrokken zijn.

De komende tijd gaat het onderzoek

verder met interviews met leden en LHVmedewerkers, die deze cijfers verder inkleuring geven. In de derde en laatste fase van het interview gaan we bepaalde resultaten concreet maken in werkateliers: wat gaan we doen om de groep leden die meer betrokken willen zijn, ook beter te betrekken?

Het heeft meerwaarde als een externe partij zo’n onderzoek doet. Het projectteam van de Universiteit Leiden heeft uit vergelijkbare onderzoeken kennis van andere verenigingen en belangenorganisaties. Het team kijkt vanuit een onafhankelijke positie mee in onze vereniging. Je krijgt altijd nieuwe inzichten als experts zich met jouw organisatie bezighouden. Daar kunnen we zeker baat bij hebben, want we moeten als vereniging goed functioneren om ons inhoudelijke werk goed te kunnen doen.

WOENSDAG 14.00 UUR

Huisvesting: blijvende aandacht

Huisvesting blijft een belangrijk onderwerp op de LHV-agenda. We bespreken het regelmatig met de landelijke werkgroep vanuit LHV, NHG, Ineen, ZN, de NZa en de ministeries van VWS en BZK. De oprichting van deze werkgroep, die vorig jaar de Handreiking Huisvesting huisartsen en gezondheidscentra uitbracht, is een stap vooruit. Toch blijft het een uitdaging om met name het financiële gedeelte van de huisvesting goed te organiseren.

Vandaag spreken we in de werkgroep

DONDERDAG 9.30 UUR

over het onderzoek dat een adviesbureau momenteel doet naar diverse huisvestingscasussen waarbij financiële problemen spelen. We hopen dat daar aanknopingspunten uitkomen om deze problematiek verder vlot te trekken. Daarnaast bespreken we de mogelijkheden die het Waarborgfonds Zorg biedt om garant te staan voor de financiering van huisvesting.. Dit is echt zo’n onderwerp dat om volharding vraagt en waar ik graag mijn tanden in zet. Ik weet zeker: we gaan ergens komen.

Snel en grondig een interview voorbereiden

Morgen wordt onze voorzitter Marjolein Tasche geïnterviewd door de NOS. Mijn communicatiecollega’s gaan dit met haar voorbereiden en vragen mij om inhoudelijke input. Onderwerp van gesprek is de overdracht van patiëntendossiers, met als aanleiding de CoMed-problematiek. De NOS wil weten hoe die overdracht

normaal in z’n werk gaat en of het weleens gebeurt dat een huisarts daar niet aan meewerkt. Leuk om zo’n klus met een snelle deadline tussendoor te doen. Al de volgende dag hoor ik Marjolein haar verhaal doen in de media. Bijkomend voordeel: ik weet door mijn voorwerk zelf ook weer meer.

DONDERDAG

14.30 UUR

Opleiding en praktijk dichter bij elkaar

We willen graag in gesprek met de huisartsenopleiding van Amsterdam. Samen met een ambassadeur uit de regio en een collega die zich met de arbeidsmarkt bezighoudt, zit ik bij dit verkennende gesprek. De vraag is hoe we als LHV-afdeling en opleiding elkaar kunnen versterken, om de werelden van opleiding en werk dichter bij elkaar te brengen. We horen van huisartsen soms dat ze zich, op het moment dat ze hun opleiding afronden, onvoldoende klaargestoomd voelen voor het werk buiten de spreekkamer. Deze samenwerking is van beide kanten dus welkom. De komende tijd gaan we verder bespreken hoe de LHV-afdeling een rol kan spelen in de opleiding.

NIEUWSGIERIG NAAR MEER?

Op de LHV-website lees je hoe we opkomen voor jouw belangen, met nog meer verhalen van LHV-belangenbehartigers.

mijn praktijkstart

Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisarts Sabine Vas Nunes over haar praktijkstart.

TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: JOHN DIJKGRAAF

‘Het moet ontzettend leuk zijn om in deze praktijk te werken’

Hoe ben je in Zoetermeer beland?

‘Ik was gelukkig in Den Haag, waar ik vaste waarnemer was in een leuke praktijk en waar ik een mooie bestuursfunctie had bij de regionale huisartsenorganisatie Hadoks. Ik kreeg een functie in Zoetermeer aangeboden, een combinatie van praktijkhouder en kwartiermaker voor een nieuw gezondheidscentrum, beide in dienst van de regio-organisatie Eerstlijnszorg Zoetermeer, EZZ. In eerste instantie zei ik nee, maar de vraag bleef bij me terugkomen. Toen besloot ik me toch eens te verdiepen in waar ik dan “nee” tegen zei. Uiteindelijk heb ik besloten het wél te doen, met name omdat ik heel graag wil werken in EZZ-verband. EZZ bestaat al vijftig jaar en is inmiddels een mega-volwassen eerstelijns organisatie met meerdere disciplines. Het voelt voor mij als een warm bad. Als het érgens lukt een state-of-the-art innovatief gezondheidscentrum neer te zetten, dan wel hier.’

En daar kreeg je het praktijkhouderschap dus bij.

‘Klopt. Ik wil iets moois neerzetten in Zoetermeer en kreeg deze praktijk erbij, als basis voor het nieuwe centrum. De praktijk is drie jaar geleden als nulpraktijk opgericht in een wijk met een lage sociaaleconomische status, omdat daar dringend behoefte was aan uitbreiding van de huisartsenzorg. Inmiddels zitten we in de naastgelegen nieuwbouwwijk tussen nog leegstaande kantoorpanden. We zitten op loopafstand van de oude locatie en alle patiënten uit de bestaande wijk zijn meegekomen.

Toen ik kwam, had de praktijk 1800 patiënten. De eerste praktijkhouder heeft na mijn komst afscheid genomen. Inmiddels hebben we 3000 patiënten. Of eigenlijk: ik, want ik ben solo-praktijkhouder. Maar ik zeg nooit “ik”, want we verlenen de zorg met een fantastisch team. De verwachting is dat uiteindelijk zo’n 15.000 mensen onder het nieuwe gezondheidscentrum gaan vallen.’

Hoe vind je het om praktijkhouder in loondienst te zijn?

‘In de dagelijkse praktijk ben ik voor vrijwel alles verantwoordelijk, waaronder het personeelsbeleid. En de patiënten staan natuurlijk op mijn naam. Ik voel me dus voluit praktijkhouder, al draag ik niet het financiële risico. Ik zou de praktijk op termijn kunnen kopen. Dat sluit ik niet uit, maar EZZ is zo’n goede werkgever dat ik daarvan voorlopig de meerwaarde niet zie.’

Hoe verdeel je je tijd tussen dokteren en kwartiermaken?

‘Ik heb de vrijheid om zelf mijn tijd tussen mijn

beide functies te verdelen, waarbij gemiddeld zeker drie dagen naar het praktijkhouderschap gaan. Ik ben huisarts in hart en nieren, maar kan me tegelijk niet voorstellen dat ik daar niet iets anders náást zou doen.

Mijn beide functies vullen elkaar mooi aan. Als ik niet in de praktijk zou werken, zou ik niet weten waar ik het als kwartiermaker over heb. En andersom: ik neem het kwartiermakerschap mee in de consulten. Ik heb gedeeltelijk een master in Population Health Management gevolgd, die mij helpt om de héle patiënt te zien en uiteindelijk het geheel van alle patiënten. Van onze praktijkpopulatie heeft op dit moment maar liefst 40 procent een vastgestelde psychische aandoening; daar moeten we natuurlijk bij de invulling van het nieuwe gezondheidscentrum rekening mee houden, ook als samenstelling van de nieuwe inwoners heel anders is.

We werken voor de ontwikkeling van het nieuwe centrum overigens samen met de Health Campus van het Leids Universitair Medisch Centrum. Zij zijn gespecialiseerd in het combineren van CBS-gegevens met gezondheidsstatistieken. Simpel gezegd: als je weet wat voor huishoudens met wat voor inkomen hier komen wonen, kun je vrij goed voorspellen wat de grootste gezondheidsrisico’s zijn en welke voorzieningen je dus nodig hebt voor de nieuwe wijk.’

Hoe ervaar je het werkgeverschap?

‘Dat vind ik het meest uitdagende aan het praktijkhouderschap. Personeelsmanagement was voor mij de belangrijkste verandering toen ik praktijkhouder werd, niet zozeer dat ik patiënten op naam kreeg. In mijn vorige praktijk had ik als waarnemer ook al een vaste patiëntengroep.

Ik heb veel aandacht gegeven aan de inrichting van de praktijk: strak, maar wel huiselijk. We werken hier hard, dan moeten we ons hier ook ontzettend prettig voelen. Als nieuwe medewerkers komen solliciteren, helpt die fijne uitstraling ook mee. Het moet ontzettend leuk zijn om in deze praktijk te werken, maar ik vind dat tegelijk het moeilijkste om te realiseren. Je bent er niet met alleen een verjaardagskalender op de wc. Ik probeer aandacht te hebben voor hoe het met iedereen gaat, regelmatig te vragen hoe het thuis is, een bloemetje te geven aan een assistente die afstudeert, iemand naar huis te sturen die zich niet lekker voelt. Maar dat moet wel allemaal van mij komen, terwijl ik er twee dagen per week niet ben. Soms denk ik: ik zou wel iemand willen hebben die de zachte kant van het werk regelt. Iemand die voor ons zorgt. Dat lijkt me heerlijk.’ ¶

WIE

Sabine Vas Nunes (39) werkt sinds augustus 2022 bij Huisartsenpraktijk Entree in Zoetermeer, waarvan ze sinds 1 januari 2024 solo-praktijkhouder is. De praktijk heeft nu 3000 patiënten en gaat deel uitmaken van een groot nieuw ’Gezondheidsforum’ dat in 2028 klaar moet zijn. Vas Nunes is ook kwartiermaker van het nieuwe centrum.

JONG GEZIN

Sabine is getrouwd met acteur Bas Muijs (bekend van onder andere Goede Tijden Slechte Tijden). Samen hebben ze drie kinderen van 4, 7 en 9 jaar. ‘We hebben een druk leven, met gelukkig een fijn oppassysteem.’

PRIVÉTIJD

‘Naast mijn werk heb ik zéker een privéleven – ik vind dat dat moet. Ik tennis veel, spreek af met vriendinnen en familie en stap regelmatig op de racefiets.’

VOOR HET GOEDE DOEL

‘Ik fiets een paar keer per jaar mee als teamarts met het ‘sterrenfietsteam’. Daarin zitten bekende sporters en acteurs die samen voor het goede doel fietsen. Mijn man fietst ook mee en is ambassadeur van de Hartstichting. Daar fietsen we binnenkort voor.’

OP ZOEK

Sabine zoekt meerdere dokters die een eigen praktijk in de nieuwe wijk willen starten, of samen met haar de praktijk willen voortzetten. Mail naar vasnunes@huisartsenpraktijkentree.nl

LHV-PRAKTIJKMATCH

Op Praktijkmatch.nl vind je meer praktijken die op zoek zijn naar een huisarts of opvolger. Als LHV-lid heb je toegang tot het hele aanbod.

LHV Nieuws

Webinar Mentale

Gezondheidsnetwerken (MGN)

Vanaf 1 januari 2025 gaan in veel regio’s de mentale gezondheidsnetwerken (MGN) van start. Om je te helpen bij de voorbereiding, organiseert het landelijk programma MGN een reeks inspirerende webinars.

Tijdens het webinar van 7 november staat de rol van de huisarts in een MGN centraal.

In een mentaal gezondheidsnetwerk werken ggz, sociaal

domein en huisartsen samen zodat patiënten met complexe psychische of sociale problematiek eerder op de juiste plek zorg kunnen krijgen. Hiervoor is een werkwijze ontwikkeld die betrokken partijen in de regio kunnen gebruiken om een MGN te ontwikkelen. Op de LHVwebsite lees je meer over de werkwijze in deze netwerken, het verkennende gesprek en de leidraad voor contractering.

STAAN DE HUISARTSENDAGEN 2025 AL IN JOUW AGENDA?

Reserveer vrijdag 4 april alvast in je agenda voor de Huisartsendagen. Een nieuw evenement waarvoor LHV, Lovah en NHG de krachten bundelen met een inspirerend programma voor huisartsen. Ben je huisarts in opleiding? Houd dan ook donderdag 3 april vrij voor een aanvullend programma. Voor

dit programma zijn een beperkt aantal plekken. De Huisartsendagen2025 vinden plaats in 1931 Congrescentrum in ’s-Hertogenbosch, op 10 minuten loopafstand van het centraal station. We houden je via website en nieuwsbrief op de hoogte van het programma en de start van de kaartverkoop.

Handleiding FWHZ aangevuld met Doktersassistent C

Defunctie Doktersassistent is geactualiseerd in de Handleiding FWHZ (Functiewaardering Huisartsenzorg) en deze is per 1 september 2024 van kracht. Naast de huidige functies Doktersassistent A (schaal 4) en Doktersassistent B (schaal 5), is de functie Doktersassistent C (schaal 6) toegevoegd aan de Handleiding FWHZ.

Kort samengevat is in de handleiding de tekst van de functie Doktersassistent B verduidelijkt en is de functie Doktersassistent C toegevoegd. Voor het indelen van een doktersassistent als Doktersassistent C (schaal 6) dient de doktersassistent te voldoen aan het takenpakket en de eisen die gesteld worden bij Doktersassistent B, naast het vervullen van een seniorrol, waarbij de taken en functie-eisen voldoen aan verschillende criteria.

Download de handleiding op onze website.

LHV ACADEMIE

Het verbindende platform voor effectieve netwerkzorg

• Multidisciplinair samenwerken met zorgprofessionals, patiënt en mantelzorger

• Themagerichte boards voor maximaal overzicht

• Eenvoudige communicatie via chat of videobellen

Voor meer informatie ga naar ZorgDomein.com

Webinar huisarts & pensioen

In een gratis webinar op 5 november leer je alles over pensioen in het algemeen en de (nieuwe) pensioenregeling voor huisartsen. SPH neemt je mee in verschillende voorbeelden, zodat je op de hoogte bent van alle opties rondom je pensioen. In samenwerking met Medische Scholing.

Datum: 5 november, 20.00-21.00 uur (online)

Accreditatie: 1 punt

Starten als apotheekhoudend huisarts

Bij het opstarten van een apotheekhoudende huisartsenpraktijk komen veel nieuwe en andere aspecten om de hoek kijken, die niet tijdens de huisartsenopleiding aan bod zijn gekomen. Maak een vliegende start met deze geaccrediteerde bijeenkomst van de Apotheekhoudende Afdeling LHV.

Datum: 7 november, 9.00-17.30 uur (Utrecht)

Accreditatie: 6 punten

Lijkschouw en de rol van de huisarts

Met deze interactieve nascholing krijg je inzicht in de verschillende postmortale verschijnselen en de wijze waarop je een structurele lijkschouw kunt uitvoeren. De nadruk ligt op de veilige manier van vaststellen van overlijden, de lijkschouw en de overlappende technieken ter bepaling van de tijdzone- en het tijdstip van overlijden.

Datum: 12 november, 16.00-20.00 uur (Utrecht)

Accreditatie: 4 punten

Bij de LHV Academie kies je uit meer dan 100 geaccrediteerde nascholingen. Voor huisartsen en voor jouw team. Als LHV-lid krijg je een aantrekkelijke korting.

Convenant zorgt voor gezamenlijke verantwoordelijkheid Wlz-patiënt

Het Conventant Medisch Generalistische Zorg (MGZ) geeft huisartsen meer mogelijkheden om zorgaanbieders aan hun verantwoordelijkheid te houden voor de zorg voor mensen met een Wlz-indicatie.

Mariëtte Willems, bestuurslid LHV: “Veel huisartsen leveren zorg aan patiënten met een wlz-indicatie. Door de gezamenlijke verantwoordelijkheid willen we voorkomen dat zorgverleners zich alleen voelen staan in de zorg voor deze kwetsbare patiënten.”

De betrokken partijen zullen, indien nodig, landelijke partijen aanspreken op het realiseren van noodzakelijke randvoorwaarden. Zoals passende bekosti-

ging, ICT en gegevensuitwisseling en de positionering van niet gecontracteerde zorg. Daarnaast werken zij aan een handreiking die het convenant en de beoogde werkwijze in de regio nader introduceert.

Betrokken partijen

Het convenant is op 2 september ondertekend door de volgende partijen: ActiZ, InEen, LHV, NVAVG, Verenso, VGN en Zorgverzekeraars Nederland.

Meer informatie over het convenant en de rol van de huisarts bij de zorg aan patiënten met een Wlzindicatie vind je op de themapagina Ouderenzorg op onze website.

LHV Nieuws

LHV PLEIT VOOR FLEXIBELE SCHIL VOOR ZIEK, PIEK EN UNIEK

Vanaf 1 januari 2025 gaat de Belastingdienst mogelijk handhaven op schijnzelfstandigheid. Vanaf die datum wordt het handhavingsmoratorium op de wet DBA opgeheven. Op 5 september vond hierover een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer plaats.

Om duidelijk te maken dat het opheffen van dit moratorium ook de huisarts raakt, hebben we een position paper ingediend, waarin we pleiten voor behoud van een flexibele schil voor ziek, piek en uniek. Daarnaast zetten we in op een groter aantal huisartsen die een vaste verbinding met een patiëntenpopulatie aangaan, als praktijkhouder of in dienstverband.

Lees het position paper op www.lhv.nl

Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht

Voelsprieten wisselcolumn

De woonkamer van het echtpaar De Klein (tachtigers) doet klein aan. Het tafelkleed en de vloerbedekking brengen me terug naar mijn kindertijd. Het kleine, fragiele vrouwtje tegenover me zit boos met de armen over elkaar. Er zit een meter tussen ons. Waarom ik voor haar gekomen ben? Zij is niet het probleem, dat is haar man. Die zit op gepaste afstand in een hoek. Wandelstok en zoon naast hem. Ik benoem de olifant in de kamer. ‘Is het waar dat u uw man wilde neersteken met een broodmes?’

Ze kijkt me recht in de ogen. ‘Ja, ik was het zat. Hij heeft me jarenlang gekleineerd.’

‘Met meer vragen dan antwoorden blijf ik achter’

Voor mij komt eigenlijk nu pas de hamvraag. ‘Zou u mij ook iets aan willen doen?’

Haar armen uit elkaar. Een wegwerpgebaar. ‘Nee joh. U niet.’

Ze windt er geen doekjes om, maar zo ken ik haar ook. Lekker duidelijk. Dat moordlustige is nieuw. Ik twijfel tussen somatisch en psychiatrisch. Als een mak lammetje volgt ze mijn advies op: beoordeling op de eerste hulp.

Op de terugweg in de auto overdenk ik de hele situatie. Bizar eigenlijk. De huisarts is een kameleon. We passen onszelf pijlsnel aan. Onze voelsprieten blijven groeien. En dat is hard

nodig. Meer dan ooit. In een samenleving waarin elk woord afgewogen moet worden is duidelijkheid een must.

Op de praktijk wacht mevrouw Blaauw (vijftiger, blond haar met grijze uitgroei). Ze komt terug op ons vorig contact van een paar maanden geleden. ‘Dit – haar rechterwijsvinger onder mijn neus – noemde u een trigger finger. Een spuitje zou helpen.’

Er valt een overweldigende stilte. Dan probeert ze haar vinger te buigen. Een van pijn getrokken gezicht. ‘Ziet u, het gaat slechter.’

Dat zie ik. Wat wil ze hiermee zeggen? Eerder wilde ze afwachten. ‘Wat zou u eraan willen doen?’

Zichtbaar geïrriteerd geeft ze mij de rol van helderziende. ‘Wat denkt u zelf?’

Nogmaals doorloop ik de verschillende opties. Ze slaat een andere weg in. ‘U weet zeker dat het geen reuma is? Dat had mijn oma namelijk.’

Dat weet ik zeker. ‘Bent u bang dat u dat heeft?’

Ze trekt boos haar vinger terug. ‘Bang, bang, bang? Ik ben niet bang.’ Direct erna: ‘Moet er geen bloedonderzoek naar reuma?’

Mijns inziens niet nodig. ‘Maar als ik uw zorgen daarmee kan weghalen…’

Volgens haar draai ik de rollen om. ‘Dat zeg ik niet. U bent de expert.’

Een andere insteek – ‘Hoe kan u nu het beste helpen?’ – leidt tot haar vertrek. Met meer vragen dan antwoorden blijf ik achter. Met verlangen denk ik terug aan mevrouw De Klein. Die was tenminste duidelijk. ¶

Hét e-health platform voor in de huisartsenpraktijk.

Hét e-health platform voor in de huisartsenpraktijk.

Hét e-health platform voor in de huisartsenpraktijk.

Meer persoonlijke zorg in minder tijd? Liv is dé oplossing Ons ehealth platform is speciaal voor de huisartsenpraktijk Dankzij Liv beschik je over digitale hulp bij de zorg voor je patiënten Dit betekent meer zorg in minder tijd. Breed inzetbaar voor de POH en POH-S

Meer persoonlijke zorg in minder tijd? Liv is dé oplossing Ons ehealth platform is speciaal voor de huisartsenpraktijk Dankzij Liv beschik je over digitale hulp bij de zorg voor je patiënten Dit betekent meer zorg in minder tijd. Breed inzetbaar voor de POH en POH-S

Meer persoonlijke zorg in minder tijd? Liv is dé oplossing Ons ehealth platform is speciaal voor de huisartsenpraktijk Dankzij Liv beschik je over digitale hulp bij de zorg voor je patiënten Dit betekent meer zorg in minder tijd Breed inzetbaar voor de POH en POH-S

Zelfzorg is belangrijker dan ooit.

Zelfzorg is belangrijker dan ooit.

Zelfzorg is belangrijker dan ooit.

Minder tijd voor de behandeling en begeleiding, maar toch goede ondersteuning en zorg willen bieden? Liv voor zelfzorg legt de regie in handen van de patiënt De patiënt kiest zelf waar hij mee aan de slag gaat, zonder tussenkomst van een behandelaar De vraag naar zorg stijgt en ook Gen-Z wordt steeds groter Om deze reden is zelfzorg belangrijker dan ooit

Minder tijd voor de behandeling en begeleiding, maar toch goede ondersteuning en zorg willen bieden? Liv voor zelfzorg legt de regie in handen van de patiënt De patiënt kiest zelf waar hij mee aan de slag gaat, zonder tussenkomst van een behandelaar De vraag naar zorg stijgt en ook Gen-Z wordt steeds groter Om deze reden is zelfzorg belangrijker dan ooit

Minder tijd voor de behandeling en begeleiding, maar toch goede ondersteuning en zorg willen bieden? Liv voor zelfzorg legt de regi in handen van de patiënt De patiënt kiest zelf waar hij mee aan de slag gaat, zonder tussenkomst van een behandelaar De vraag naa zorg stijgt en ook Gen-Z wordt steeds groter Om deze reden is zelf b l ijk d it

Wist zijn in het

Enge r iedereen!

Wist je dat onze modules ook beschikbaar zijn in het Engels? Zo maken we Liv beschikbaar voor iedereen!

W kbaar zijn in het E ar voor iedereen!

Meer tijd voor betere zorg.

Meer tijd voor betere zorg.

Meer tijd voor betere zorg.

www mijnliv nl

www mijnliv nl

www mijnliv nl

hallo@mijnliv.nl

hallo@mijnliv.nl

hallo@mijnliv nl

Retouradres LHV

Liv is jouw digitale hulp voor ondersteuning op psychisch vlak en een gezondere leefstijl Gebaseerd op uiteenlopende therapievormen, waaronder positieve psychologie en cognitieve gedragstherapie Dankzij Liv buig je klachten om naar krachten Bewezen e-health interventies voor blijvende, positieve verandering

Bekijk hier wat huisarts Ellen van Liv vindt.

Landelijke Huisartsen Vereniging

T.a.v. Afdeling Ledenadministratie

Postbus 20056

3502 LB Utrecht

Liv is jouw digitale hulp voor ondersteuning op psychisch vlak en een gezondere leefstijl Gebaseerd op uiteenlopende therapievormen, waaronder positieve psychologie en cognitieve gedragstherapie Dankzij Liv buig je klachten om oor blijvende, n demo e website.

Liv is jouw digitale hulp voor ondersteuning op psychisch vlak en een gezondere leefstijl Gebaseerd op uiteenlopende therapievormen, waaronder positieve psychologie en cognitieve gedragstherapie Dankzij Liv buig je klachten om ties voor blijvende,

Vraag vrijblijvend een demo aan op onze website.

een demo nze website.

En ontvang een gratis boek naar keuze.

En ontvang een gratis boek naar keuze.

ontvang een gratis boek naar keuze.

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.