Tijdschrift De Dokter april 2024

Page 1

deDokter

Juridisch advies

‘Een vraag komt nooit te vroeg’

Grenzen aangeven

‘Het klinkt vriendelijker als je die kleine woorden achterwege laat’

Hagro

‘Ik wens iedere huisarts een goede hagro’

‘Met veel plezier terug in de huisartsenzorg’
#4ZOMER2022
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
#2APRIL2024
MARJOLEIN TASCHE

Huidklacht of moedervlek?

Binnen 15 minuten advies van dermatoloog

Onlangs startte Ksyos het Snelconsult Dermatologie. De ervaringen zijn goed, vertelt dermatoloog dr. Amber Goedkoop. “Ik geef binnen 15 minuten advies. Dat is fijn voor patiënten en verlicht de druk op de huisartsenpraktijk.”

“A ls er een patiënt voor je zit met hevige jeuk of zorgen over een moedervlek, is snel behandelen of geruststellen gewenst,” vertelt dr. Amber Goedkoop. Zij is dermatoloog in het St. Antonius ziekenhuis (Utrecht) en werkt voor Ksyos. “De gevolgen van huidproblemen worden onderschat. Bezorgdheid of hevige jeuk vermindert de kwaliteit van leven flink.”

Ondersteuning huisarts

Maar snel soelaas bieden blijkt lastig: van alle specialismen kent dermatologie de meeste doorverwijzingen naar het ziekenhuis. Patiënten zitten dan lang in onzekerheid of met heftige klachten. “Regelmatig

blijkt achteraf, dat een bezoek aan het ziekenhuis onnodig was,” weet Goedkoop. “Idealiter hou je deze groep daar weg en ondersteun je huisartsen.” Om dit waar te maken, hielp Goedkoop bij de ontwikkeling van Ksyos Snelconsult Dermatologie, samen met zes andere dermatologen.

Van algemeen tot dermatoscopie

Het Ksyos Snelconsult houdt in dat huisartsen na een consultverzoek binnen 15 minuten antwoord krijgen van een dermatoloog (zie kader). Het consult kan gaan over algemene klachten zoals eczeem, acne, psoriasis of gordelroos. Maar ook over verdachte moedervlekken (dermatoscopie). Je kunt makkelijk (en veilig) foto’s meesturen.

Minder bezoek aan huisarts

Als er een consultverzoek is, krijgen Goedkoop en collega’s hiervan melding. Het consult staat in het beveiligde online Ksyos platform. “Soms is het een sport wie er het eerst bij is.” Goedkoop is ook enthousiast vanwege de voordelen van het Snelconsult: minder patiënten hoeven naar het ziekenhuis, ze krijgen sneller een diagnose en eventuele behandeling, en het leidt tot minder herhaalbezoeken bij de huisarts. Verder vindt Goedkoop het Snelconsult ook leuk. “Het is dynamisch. En leerzaam. Ik krijg een beter beeld van de huisartscasussen. Omgekeerd delen wij onze specialistische kennis met huisartsen, via de toelichting bij het advies.”

Eigen-risicovrij

Nog een voordeel is dat het Ksyos Snelconsult bij vrijwel elke zorgverzekeraar eigen-risicovrij is voor patiënten. En kosteloos voor de huisarts. Huisartsen declareren een M&I-tarief, net als bij een gewoon meekijkconsult.

Uitbreiding digitale zorg

Goedkoop voorziet uitbreiding van digitale zorg. “De hoge kosten en het tekort aan zorgpersoneel vragen daarom. En het werkt ook. De wijze waarop Ksyos digitale zorg organiseert, creëert ruimte voor noodzakelijke ziekenhuiszorg. En vermindert de druk op de huisartspraktijk door meer e iciëntie.”

Ksyos is een ziekenhuis, maar dan anders. Als landelijk opererend digitaal ziekenhuis biedt Ksyos persoonlijke zorg, afgestemd op de behoefte van de patiënt, dichtbij of gewoon thuis en zonder wachttijd. De zorggebieden waarin Ksyos actief is, zijn cardiologie, slaap, obesitas, GGZ, dermatologie, oogheelkunde en allergologie.

Ksyos Snelconsult in 3 stappen

1. Start Ksyos vanuit HIS en kies Dermatologie, Snelconsult.

2. Maak foto’s met de beveiligde Ksyos Dermatologie-app (die geüpload automatisch naar het aanvraagformulier), vul de anamnese in en stel je vraag.

3. Je krijgt binnen 15 minuten antwoord (een edifact bericht gaat naar je HIS).

Meer weten?

www.ksyos.nl/dermatologie
advertentie

Marjolein Tasche

voorzitterscolumn

Beweging

Als vertegenwoordiger van de huisartsen hebben we het verminderen van administratieve lasten al jaren hoog op de politieke agenda staan. We spreken doorlopend met Kamerleden, organiseren werkbezoeken, houden ledenpeilingen en zoeken de verbinding met ambtenaren vanuit de inhoud. Met schrapsessies en een programma Ontregel de Zorg tot gevolg. Stopte daarmee de stapeling van lasten? Nee, ieder nieuw incident leverde een nieuwe wet op. De balans was zoek en de druk is oneigenlijk toegenomen.

De afgelopen jaren werd de openbare jaarverantwoordingsplicht het symbool van die stapeling. Binnen de Eerstelijnscoalitie hebben we als LHV hard gewerkt aan een uitzondering voor de hele eerste lijn. Waarom was het toch nodig dat iedere kleinschalige zorgverlener tientallen vragen moet beantwoorden in tijd die veel beter naar patiëntenzorg kan gaan?

Begin februari organiseerden we met de Eerstelijnscoalitie een Politiek Café, om de nieuwe zorgwoordvoerders mee te nemen in de dagelijkse praktijk van kleinschalige zorgverleners. Huisartsen, tandartsen, apothekers en verloskundigen vertelden over de pijn die zij in de praktijk voelen vanwege alle formulieren en lijsten die zij moeten invullen, vaak zonder duidelijk nut en

noodzaak. Tijdens deze uitwisseling werd weer eens duidelijk dat het verminderen van lastenverlichting in de zorg een ongelooflijk lastige puzzel is. Maar er ontstond tegelijkertijd ruimte voor een nieuw gesprek over verantwoording in de zorg, met aandacht voor het belang van alle betrokkenen. De start van een beweging. Zo initieerde Tweede Kamerlid Julian Bushoff, zorgwoordvoerder voor Groenlinks/PvdA, een amendement dat de openbare jaarverantwoording voor een substantieel deel van de huisartsen minder zwaar maakt. Eind maart stemde de Tweede Kamer hier unaniem mee in. Het volledig schrappen van de jaarverantwoordingsplicht blijkt niet mogelijk vanwege de wettelijke taak van de NZa en de informatie die zij daarvoor nodig heeft. En ook de Tweede Kamer vindt dat alle zorgaanbieders die met publiek geld werken hier verantwoording over moeten afleggen. De oplossing is gevonden in het terugbrengen van tientallen vragen naar slechts drie vragen. Een flinke verlichting voor een grote groep huisartsen.*

Natuurlijk hadden we graag gezien dat alle huisartsen en andere eerstelijnszorgaanbieders werden uitgezonderd van de jaarverantwoordingsplicht. Helaas was dat echt onmogelijk. Ook

‘Een flinke verlichting voor een grote groep huisartsen’

grotere aanbieders krijgen meer vragen gesteld. We merken dat partijen oog voor elkaar hebben. Er kwam beweging in een vastgelopen traject. Ik zie het als een eerste stap in het verder verlichten van voor ons onnodige lasten. ¶

Marjolein Tasche voorzitter

*Op www.lhv.nl vind je een digitaal hulpmiddel waarmee je kunt nagaan of je onder het micro-regime valt.

De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 6 keer per jaar.

De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland.

Oplage

13.650 exemplaren

Vijftiende jaargang, nr 2 april 2024

Bladmanagement & eindredactie Nathalie Pol

Redactieraad

Heleen van Bloemendaal, Wendy van den Brink, Yvette Haasbroek, Jelly Hogendorp, Iris Jansen, Annemarie Kerstens, Margriet Niehof, Lennart Rijkers, Cora ten Tusscher, Maartje Spaargaren

Tekst & Beeld

Berber Bijma, Aad Goudappel, Ditta van Gent, Rob van Hoorn, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Sanne Swart, Paul Toolenaar, Martin Rijpstra, Yolanda Visser

Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl

Advertentieverkoop

SGNM, Oscar van den Bosch

Telefoon 06 11 59 15 22

Mail oscar@sgnm.nl

Drukwerk

Senefelder Misset, Doetinchem

Lidmaatschap LHV

Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.

Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl

Contact redactie

Postbus 20056, 3502 LB Utrecht

Mail: dedokter@lhv.nl

www.lhv.nl/dedokter

Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.

colofon foto : mirjam van der linden 3 de Dokter 1/2024

inhoud

april 2024

06

BINNENKIJKEN

Huisarts Edith

Craenmehr mocht alvast antikraak in het oude raadhuis trekken, nog voor de verkoop rond was.

17 20 12

Huisartsengroep

De reden om samen een hagro te vormen is misschien in de tijd veranderd, de opbrengst is er wat betreft drie hagroleden niet minder om. Wat stemmen de hagro's in Vught, Assen en Huizem zoal samen af?

Prioriteiten

Met welke acties moet de LHV aan de slag, binnen de prioriteiten voor de komende jaren?

18 DE TAS

Huisarts Erik Wybenga houdt ‘toevallig van ongewone ontwerpen’.

28 PRAKTIJKSTART

Huisarts Lex Kemps kreeg het eigen baas zijn met de paplepel ingegoten.

34 WISSELCOLUMN

Huisarts Rutger Verhoeff praat met de tienjarige Joep. En met zijn moeder.

quickscan van...

Adrienne van Loon, huisarts in Loon op Zand

Leuk dat we weer een voorzitter hebben die weet hoe ons vakgebied werkt. Marjolein Tasche wil inzetten op het faciliteren van het praktijkhouderschap. In augustus word ik zelf praktijkhouder in de dorpspraktijk waar ik al ruim elf jaar als waarnemend huisarts werk. Ik ga dan verder met een van de maten, de ander gaat met pensioen. We beginnen met

een coachingstraject, zo vullen we de samenwerking verder in. Goed om te lezen dat ik de maatschapsovereenkomst aan een jurist van de LHV kan voorleggen.

In mijn afweging over het praktijkhouderschap, heb ik me afgevraagd hoeveel extra tijd het gaat vragen. Hoeveel rompslomp komt er op me af? Krijg ik het weer

ingevuld als iemand uitvalt? In deze praktijk werk ik samen met een fijn team, dat zich voor elkaar inzet. De hagro ken ik nu nog vooral van de FTO’s, overleg met de gemeente en de bespreking van de zorg voor Oekraïners.

Ik ben heel betrokken bij patiëntenzorg, maar heb ook mijn grenzen als het om werk en privé

De juristen van de LHV

Sommige vragen komen wekelijks voorbij, andere wat minder. Maar voor elke vraag geldt dat ‘deze niet vroeg genoeg gesteld kan worden’.

#4ZOMER2022 LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING deDokter #2APRIL2024
veel plezier terug in de huisartsenzorg’ Juridisch advies ‘Een vraag komt nooit te vroeg’ Grenzen aangeven ‘Het klinkt vriendelijker als je die kleine woorden achterwege laat’ Hagro ‘Ik wens iedere huisarts een goede hagro’ MARJOLEIN TASCHE 4 de Dokter 2/2024 FOTO: GIJS DE KORT
‘Met
08
Marjolein Tasche, voorzitter van de LHV

24

Vriendelijk en streng

‘Alsof je de ruis uit een gesprek haalt,’ omschrijft huisarts Janneke Burggraaff het effect van het weglaten van kleine woorden met ongemerkt veel lading.

Het advies komt van Iris Posthouwer, zij schreef een boek over zacht èn duidelijk grenzen aangeven.

gaat. Zo woon ik niet in het dorp waar ik werk, in tegenstelling tot praktijkstarter Lex Kemps. In dit nummer vertelt Iris Posthouwer hoe je vriendelijk grenzen kunt stellen in het gesprek met de patiënt. Met woorden die je te gemakkelijk gebruikt, kun je het verschil maken. Het zal mij vast ook overkomen als iemand om een verwijzing vraagt: ‘Dat is echt niet nodig.’ ¶

‘Juist door het wat zachter te zeggen, blijf je beter in contact’

Huisarts Janneke Burggraaff (pagina 24)

‘En af en toe ben jij aan de beurt om in een commissie of bestuur te gaan zitten’

Huisarts Ingrid Hummelen over de hagro (pagina 12)

‘Ik denk altijd nog aan mijn vader als ik dit tasje zie’

Huisarts Erik Wybenga, rubriek De Tas (pagina 18)

‘We hebben anderhalf jaar genomen voor een warme overdracht’

Huisarts Lex Kemps, Mijn praktijkstart (pagina 28)

5 de Dokter 2/2024
quotes

binnenkijken

Huisartsenpraktijk De Dolgaard in Arcen

TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: MIRJAM VAN DER LINDEN

‘Antikraak was al een grote verbetering’

Het oude raadhuis is nu de ‘zorgkern’ van Arcen.

De traumakamer heeft een vrijstaande onderzoeksbank en een operatielamp

De nieuwe huisvesting van huisartsenpraktijk

De Dolgaard in Arcen had een lange aanloop, vertelt praktijkhouder Edith Craenmehr. Nadat ze een heel aantal jaren had gewerkt als hid in een gezondheidscentrum en daarna als waarnemend huisarts, ging ze werken bij een huisarts met praktijk aan huis in haar eigen dorp Arcen. In 2016 nam ze die praktijk over en ging ze meteen op zoek naar nieuwe huisvesting. Ze kwam in contact met een maatschappelijk vastgoedbeheerder die het oude raadhuis van Arcen wilde kopen om het aan haar te verhuren. ‘De gemeente heeft lang over die verkoop gedaan, hoewel het raadhuis toen al jaren leeg stond. In 2018 móest ik echt uit het oude pand. De gemeente heeft me toen – bij de gratie Gods – toegestaan om alvast antikraak in het raadhuis te trekken, nog voor de verkoop rond was. Zo heb ik ongeveer een jaar in het voorste gedeelte van het raadhuis gezeten. Zonder stromend water, dus met mobiele wasbakjes. Het was behelpen, maar qua ruimte al een grote verbetering met waar we vandaan kwamen.’

Toen de verkoop alsnog rond kwam, verbouwde ze in drie maanden het achterste (jongste) gedeelte van het raadhuis. Daar zit de praktijk nu bijna vijf jaar gevestigd. Craenmehr verhuurt ruimtes aan andere zorgverleners. ‘Geen enkele bank wilde de vastgoedbeheerder een lening geven voor de aankoop van het gebouw. Hij heeft daarop de aankoop betaald met leninguitgiftes aan dorpelingen, met een looptijd van tien jaar. Ontzettend fijn. Dat geeft ook extra binding met het dorp. De vastgoedbeheerder betaalde ook mee aan de verbouwing en vraagt een maatschappelijke huurprijs. Ik ben nog steeds dingen aan het opknappen en afmaken, als ik weer wat heb gespaard. Binnenkort, bij ons vijfjarig jubileum, houden we open dag. Het heeft van ver moeten komen, maar ik ben ontzettend blij met wat er nu staat.’ ¶

De hoofdkleuren van de praktijk zijn het blauw van de Maas, het groen van de bossen en het geel van de Maasduinen.

Alle kamers zijn behangen met behang dat dertig jaar meegaat.

6 de Dokter 2/2024

praktijkhouder Edith Craenmehr

‘Ik wilde een wachtkamer die er niet als een wachtkamer uitziet’ Met onder meer oude cafétafels, stoelen ‘van opa en oma’ en banners van cultuurvoorstellingen is de wachtruimte gezellig ingericht

De naam van de praktijk, De Dolgaard, is afgeleid van het oude doolhof dat in de bossen bij Arcen is ontdekt

Bij huisartsenpraktijk De Dolgaard werken 3 huisartsen, een verpleegkundig specialist in opleiding, 4 POH’s, 1 POH-GGZ en 3 assistentes van wie 1 in opleiding.

‘De verzameling dokterspoppetjes is regelmatig een aanknopingspunt voor een gesprek’

Adviesplattegrond

Wil je zeker weten dat de indeling van jouw praktijk zorgt voor een prettige werkplek? LHV Bouwadvies maakt een adviesplattegrond voor jouw ruimte (schaal 1:50). Zo weet je hoe je de ruimte optimaal kunt indelen.

Met korting voor LHV-leden.

Maak een afspraak via lhv.nl/contact-lhv-bouwadvies

7 de Dokter 2/2024
De balie van het voormalige gemeentehuis is behouden

Eerste indrukken van LHV-voorzitter Marjolein Tasche

‘Samen geven we het gaafste vak van de wereld vorm’

8 de Dokter 2/2024

Marjolein Tasche heeft haar eerste maanden als LHV-voorzitter erop zitten. Ze is blij verrast door de ‘ontzettend positieve flow’ die ze in huisartsenland ervaart en ziet tegelijk dat er werk aan de winkel is om het huisartsenvak overeind te houden. Op de agenda voor 2024 staat onder meer: minder belemmeringen voor aankomende praktijkhouders, meer huisartsen opleiden en minder regeldruk. En op z’n tijd een beetje humor.

Hoe bevalt het, terug in de huisartsenwereld?

‘Ontzettend goed. Het komt me weer heel bekend voor, de vriendelijkheid en de duidelijkheid van huisartsen. You get what you see en you see what you get. Met mijn Rotterdamse achtergrond herken ik me daar helemaal in. Veel dingen zijn anders dan toen ik in de jaren negentig huisarts was. De kwetsbaarheid van patiënten is toegenomen, het veld ingewikkelder en er is natuurlijk veel gedigitaliseerd. Maar de kern is gelijk gebleven: als huisarts ben je belangrijk voor mensen in bijzondere situaties. Door goed te luisteren kun je situaties goed inschatten en de juiste maatregelen nemen.

Ergens was ik de eerste maanden ook wel een beetje verrast. Ik had de afgelopen jaren, vanuit de ziekenhuiswereld, een wat brommerige indruk van de huisartsen gekregen. Hun nadruk op urgentiebesef bij andere partijen is soms hun identiteit geworden: dit kunnen we er niet meer bij hebben. Nu zie ik dat die indruk onterecht was. Er is een ontzettend positieve flow onder huisartsen van alle leeftijden. Ook recent, op de dag met alle LHV-ambassadeurs zag ik die sfeer: wij hebben een prachtig vak, laten we dat uitstralen. Ik ben met veel plezier terug in deze wereld.’

Na deze eerste maanden heb je vast ook ideeën over wat nodig is om het vak prachtig te houden. ‘Zeker. Eigenlijk zou je alles kunnen vatten onder de gezamenlijke noemer ‘voor iedereen een huisarts’. Om ervoor te zorgen dat iedereen in ons land een – zo veel mogelijk vaste – huisarts heeft, is een veelheid aan

dingen nodig, waaronder het faciliteren van het praktijkhouderschap, het verbeteren van het imago van de huisartsopleiding en minder regeldruk.

Het faciliteren van het praktijkhouderschap is een van de prioriteiten die we onszelf voor dit jaar hebben gesteld, en ongetwijfeld ook voor daarna. Het is belangrijk dat iedere huisarts kan dokteren op de manier die hij of zij wil: als waarnemend huisarts, in dienstverband, in een samenwerkingsverband of format als Buurtdokters of Flexdokters, als praktijkhouder. We zien dat het overgrote deel van de jonge huisartsen wel praktijkhouder willen worden, maar dat het soms jaren duurt voordat dat lukt. Dat moeten we makkelijker maken, want we hebben meer praktijkhouders nodig. De komende tijd gaan we onderzoeken hoe het komt dat jonge huisartsen – al dan niet noodgedwongen –het praktijkhouderschap uitstellen en hoe we belemmeringen kunnen wegnemen. Neem bijvoorbeeld praktijkhuisvesting: we pleiten als LHV voor een waarborgfonds waarmee huisartsen tegen een aantrekkelijke rente vastgoed kunnen verkrijgen. En natuurlijk blijven we landelijk in overleg met onder meer gemeenten en zorgverzekeraars om

ervoor te zorgen dat zij ook hun rol pakken in deze problematiek en huisartsen aan passende huisvesting helpen. Voor een constructief contact tussen huisartsen en gemeenten hebben we vorig jaar, in samenwerking met de Vereniging Nederlandse Gemeenten, al een handreiking uitgebracht.’

Hoe zit het met het verbeteren van het imago van de huisartsenopleiding?

‘Op dit moment zijn niet alle beschikbare plekken op die opleidingen bezet. Het zou dus goed zijn als meer geneeskundestudenten kiezen voor de huisartsenopleiding. We gaan de boer op om te begrijpen waarom dat nog niet gebeurt én om daar verandering in te brengen. Het werken als huisarts is nu maar een klein coschap in de geneeskundeopleiding. Wij gaan natuurlijk niet over het curriculum van die opleidingen, maar het zou mooi zijn als er meer ruimte komt om kennis te maken met de generalistische kant van de zorg, waaronder de huisartsenzorg. Ik hoop dat we daar goede gesprekken over hebben, in lijn met het Integraal Zorgakkoord (IZA). Daarin is afgesproken dat er meer aandacht naar de voorkant gaat. Liefst om te voorkomen dat iemand zorg nodig heeft en anders om ervoor te zorgen dat die zorg zoveel mogelijk in de eerste lijn, meestal bij de huisarts, kan blijven. Huisartsen doen dat trouwens al fantastisch, met 90 procent van de patiënten die in de huisartsenpraktijk wordt geholpen en niet wordt doorverwezen.’

Wat gaan huisartsen merken van de Visie eerstelijnszorg 2030, die in januari is vastgesteld?

‘De uitwerking is pas geslaagd als huisartsen in de praktijk verbetering merken’

‘In die visie hebben veel partijen samen de kaders vastgelegd voor goede samenwerking in de eerste lijn. Huisartsen, apothekers, de wijkverpleging, sociaal domein en fysiotherapeuten vormen samen de kern van de eerste lijn. We gaan nu aan de slag met de uitwerking daarvan. Als het goed is, gaan huisartsen merken dat de samenwerking in de wijk beter gaat – ik hoop al in de loop van dit jaar. Bijvoorbeeld met één aanspreekpunt bij de wijkverpleging, voor kwetsbare patiënten. Voor goede samenwerking op wijkniveau is ook goede samenwerking op

9 de Dokter 2/2024
TEKST: BERBER BIJMA / BEELD: PAUL TOLENAAR

Dokter, ik kan niet slapen!

Je zult vast met je patiënt praten over gezond leven; op tijd opstaan, naar buiten gaan, sporten, het afbouwen van de dag met avondrituelen…

Heb je al eens aan mindfulness en meditatie gedacht?

Meditatie helpt je om je los te maken van de vele gedachten die ons bezighouden voordat we gaan slapen. Je leert je verlangen om je slaap te controleren los te laten, zodat je vanzelf gemakkelijker in slaap valt. Zo kun je de anticiperende stress van slapen verlichten.

De meditatie-app Petit BamBou

• De app Petit Bambou heeft al meer dan 10 miljoen gebruikers in Europa begeleid bij meditatie- en ademhalingsoefeningen

• Alle meditaties worden ontwikkeld met artsen, psychologen en mindfulness-trainers

• Thema’s zoals slaap, stress, angst, zelfvertrouwen…

• Gratis kennismakingssessies voor kinderen en volwassenen (en onbeperkt!)

Zelf ook eens proberen? Vind de app op iOS, Android en petitbambou.com. Of download meteen hiernaast.

advertentie
ONTWERP • ARCHITECTUUR INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID
WWW.VANDERSCHOOTARCHITECTEN.NL
VAN DER SCHOOT ARCHITECTEN bv BNA SCHIJNDEL

regioniveau nodig, denk aan huisartsenorganisaties en gemeenten in een regio. Ook daarover zijn afspraken gemaakt, die we de komende tijd uitwerken. Met de ondertekenende partijen gaan we kijken waar de samenwerking in de eerste lijn vastloopt, bijvoorbeeld door regelgeving, en wat we daaraan kunnen doen. Vandaar dat ook partijen als VWS, ZN en de NZa aan tafel zitten. Neem bijvoorbeeld het verkennend gesprek, waarover onlangs afspraken zijn gemaakt. Als huisarts kun je een patiënt aanmelden voor zo’n gesprek, waarbij zowel de ggz als het sociaal domein zijn betrokken. Complicerende factor is dat het sociaal domein en de ggz vanuit verschillende wetten worden gefinancierd, dus welke betaaltitel krijgt een verkennend gesprek? Iedereen is overtuigd van de waarde en het belang van het verkennend gesprek, dus daar moeten we gewoon uitkomen met elkaar. En dan: gaan met die banaan. Het overkoepelende doel van deze visie is dat we de druk op de eerste lijn verlichten. Als dat gebeurt, hebben we ons werk goed gedaan. De uitwerking is pas geslaagd als huisartsen in de praktijk verbetering merken.’

Onlangs strandde de fusie met de VPH. Een domper?

‘We hadden er veel energie in gestopt, zowel de VPH als de LHV. Een meerderheid van de VPH-leden was ook voor, maar niet de statutair vereiste driekwart meerderheid. Jammer. Een bloedneus. Maar daarna: loslaten en gewoon doorgaan met goed samenwerken, want dat werpt vruchten af. Als je je blijft focussen op de structuur, gaat de wereld door terwijl jij met jezelf bezig bent. Wat mij betreft zijn de resultaten die we met goede samenwerking behalen, belangrijker dan wel of niet fuseren.’

Je hebt inmiddels flink wat LHVambassadeurs gesproken. Hoe kijk je naar hun rol?

‘Onze ambassadeurs hebben een best ingewikkelde opdracht: hoe zorg je ervoor dat je je – behoorlijk brede – achterban hoort en die goed vertegenwoordigt? Ik merk dat veel ambassadeurs daarvoor een manier hebben gevonden en van elkaar leren. De een maakt vlogs, de ander vergadert samen met de regio-organisatie of is daar ook bestuur-

lijk actief, weer een ander gaat persoonlijk bij de hagro’s langs. Prachtig om te zien. De komende tijd hebben we ook weer een mooie verenigingsexercitie waarbij we zoveel mogelijk leden willen betrekken: een nieuwe toekomstvisie voor de huisartsenzorg. Bij dat betrekken hebben ambassadeurs natuurlijk ook een belangrijke rol. Uiteraard maken we zo’n toekomstvisie in samenwerking met InEen, het NHG en de VPH. In de loop van dit jaar moet dit traject z’n beslag krijgen. Met de eerder vastgestelde kernwaarden en kerntaken hebben we al een heel goede basis. Voor ons als LHV zijn de toegankelijkheid en continuïteit van de huisartsenzorg, het behoud van de huisartsenpraktijk in je eigen wijk en het praktijkhouderschap cruciale elementen van zo’n toekomstvisie.’

Ondertussen werkt het LHV-bestuur aan meer representativiteit.

‘Inderdaad. Bestuurslid Guus Jaspar maakt wat eerder dan gepland plek voor een

opvolger, omdat onze vereniging een meer representatief landelijk bestuur nodig heeft. Met een – bij voorkeur vrouwelijke – nietpraktijkhouder wordt het bestuur een betere afspiegeling van de leden. Op onze oproep voor potentiële bestuursleden om zich te melden, hebben we veel reacties gekregen. Heel bemoedigend. De benoemingscommissie is nu aan de slag; ik ben benieuwd wie we de komende maanden mogen verwelkomen.’

Hoe zie je jouw rol als voorzitter van dat bestuur?

Ik wil me verbinden met onze leden én met wat er breder speelt in de zorg en de maatschappij ’

‘Enerzijds voel ik me voluit de vertegenwoordiger van de huisartsen. Tegelijk voel ik me verantwoordelijk voor de beweging die nodig is om de huisarts als spil van de zorg voor de toekomst te behouden. Die twee rollen bijten elkaar niet, integendeel. Ik wil me verbinden met onze leden én met wat er breder speelt in de zorg en de maatschappij. De komende tijd hoop ik bij nog veel meer huisartsen langs te gaan en te bouwen aan goede relaties met onze stakeholders. Daarnaast hoop ik dat we ook met elkaar kunnen lachen, ondanks alles wat op ons afkomt. Huisartsen kunnen zichzelf goed op de korrel nemen, heb ik al wel gemerkt. Gelukkig maar, want zo houden we het met elkaar vol om het gaafste vak van de wereld vorm te geven.’ ¶

11 de Dokter 2/2024

Met een hagro sta je sterker

Veel praktijkhouders vormen met andere praktijkhouders in de omgeving een hagro: huisartsengroep. Vroeger was de hagro nodig om de diensten in de spoedzorg te verdelen. ‘Nu bespreken we vaak zaken die van belang zijn voor de lokale en regionale zorg.’ Taken worden verdeeld, adviezen of meningen afgestemd, informatie gedeeld en problemen opgelost. Wat brengt de hagro huisartsen in Vught, Assen en Leeuwarden?

TEKST: CORIEN LAMBREGTSE EN BERBER BIJMA

De hagro Huizum in het zuiden van Leeuwarden bestaat uit één groepspraktijk, één duo-praktijk en drie solopraktijken. De zes praktijkhouders hebben samen 18000 patiënten.

In de hagro van solo-praktijkhouder Kees Iest werken niet alleen het ondersteunend team maar ook de huisartsen zo nu en dan in een andere praktijk dan hun eigen. ‘Als solist móet je wel veel samenwerken. Zonder hagro zou onze praktijk het een stuk moeilijker hebben. En samenwerken in hagroverband maakt het werk ook gewoon veel leuker. Onze hagro bestaat al heel lang. Mijn vader, van wie ik de praktijk heb overgenomen, zat er al in. In de huidige samenstelling bestaan we nu zo’n vijftien jaar, met hier en daar wisselingen natuurlijk.

Sinds 2015 zijn we gaandeweg intensiever gaan samenwerken. We zijn gaan werken aan gezamenlijke accreditatie, gebruiken dezelfde protocollen, hebben gezamenlijke trainingen voor de assistentes. Ook de praktijkondersteuners hebben geregeld onderling overleg. Sinds januari 2020 hebben we hetzelfde HIS. Ik was in mijn praktijk toe aan een nieuw HIS. De andere hagroleden hebben zich eraan gecommitteerd dat zij zouden overstappen op het HIS dat ik zou kiezen, met het oog op intensievere samenwerking. We hebben twee HIS’en vergeleken en zijn uiteindelijk allemaal overgegaan op een daarvan. Ons HIS heeft de mogelijkheid om onderling bij elkaar in te kijken. Die optie hadden we maar laten installeren, voor als het in de toekomst nog eens handig mocht zijn. Een maand nadat het bij iedereen perfect werkte, kwam corona en waren we er ontzettend mee geholpen. We zorgden voor één “vieze” praktijk, één schone en één waarop alle praktijkondersteuners gingen werken.

Sinds vorig jaar werken we in de zomermaanden ook op die manier. Dan zijn er twee praktijken fysiek dicht en werken we op

12 de Dokter 2/2024
‘We weten dat we elkaar keihard nodig hebben’

elkaars locaties. Vorig jaar kon een collega door autopech niet op tijd thuis zijn van vakantie. Daar hebben de patiënten niets van gemerkt. Voor het ondersteunend team is het ook leuk om zo intensief samen te werken. Je maakt de groep wat groter en kunt van elkaar leren. De jaarlijkse scholingscarroussel – vier scholingen over voorbehouden handelingen op één locatie – combineren we altijd met een gezellige activiteit. Als er door ziekte of om een andere reden in de ene praktijk een assistententekort is, kan een andere praktijk bijspringen. Eén assistente is vliegende keep; de anderen zijn gewend om zo nu en dan –vooral in de zomer en met Kerst – op een andere locatie te werken.’

◼ OPVOLGING

‘De gemiddelde leeftijd van de hagroleden is 56. Dat maakt opvolgingsproblematiek steeds

urgenter. We gaan daar binnenkort tijdens een heidag met elkaar over in gesprek. Eerst met alleen de praktijkhouders, in een volgende fase willen we ook onze hidha’s en waarnemend huisartsen en de rest van het team erbij betrekken. Hoe zij het voor zich zien en wat hun wensen zijn, is een belangrijk onderdeel van de oplossing. Wellicht gaan we toewerken naar nog intensievere samenwerking. Hoe die eruit zou moeten zien, moeten we met elkaar bedenken.

Wat we onze opvolgers in ieder geval kunnen bieden, is een uitstekend functionerende hagro als breder werkverband. We hebben twee gezamenlijke hagromanagers. Daarnaast hebben we de taken zo verdeeld, dat we elkaar op de hoogte houden van wat er gebeurt binnen de huisartsencoöperatie Leeuwarden en omgeving, binnen de Friese Huisartsenvereniging en op landelijk niveau.

Een paar jaar geleden hadden we als hagro een lastige tijd. Twee van onze leden, die een duo-praktijk hadden, dissocieerden. Uiteindelijk heeft een van hen zich teruggetrokken uit de hagro. Dat was voor alle leden een moeilijke tijd, maar we hebben als hagro de veerkracht getoond om eruit te komen. Er zijn intussen twee nieuwe praktijken tot de hagro toegetreden. In 2022 hebben we een vernieuwd hagrocontract getekend. We groeien nu weer naar elkaar toe en merken dat we er opener van zijn geworden. Alles is bespreekbaar, ook kritiek op elkaar. We weten dat we elkaar keihard nodig hebben.’

13 de Dokter 2/2024 FOTO: MARTIN RIJPSTRA
‘ Hagro’s zijn de basis van de overlegstructuur’

De hagro van huisarts Ingrid Hummelen valt samen met de huisartsenpraktijk in Assen waarvan zij mede-praktijkhouder is. De praktijk telt 10.500 patiënten, 5 maten, 2 huisartsen in loondienst, 1 waarnemer en 2 huisartsen-in-opleiding.

e hagro is de basis van de overlegstructuur in onze provincie. Dokter Drenthe is onze regio-organisatie. Drenthe is verdeeld in 4 regio’s. Bij de regionale huisartsencommissie Noord-/Midden-Drenthe, waarvan ik voorzitter ben, zijn negen hagro’s aangesloten. Daarnaast is er een huisartsenadviesraad (HAR) die het regiobestuur adviseert. De HAR bestaat uit afgevaardigden van elke hagro in Drenthe. Op die manier lopen er allerlei lijntjes tussen huisartsen, hagro’s, wagro, de regiocommissie, de huisartsenadviesraad, de provinciale huisartsenorganisatie en de LHV. We zijn van boven naar beneden en van beneden naar boven met elkaar verbonden. Dat is enorm belangrijk voor een goede informatie-uitwisseling.

Als regionale commissie hebben we elke twee maanden 1,5 uur overleg. Sinds corona doen we dat digitaal. Dat is wel zo efficiënt. Alle negen hagro’s zijn dan vertegenwoordigd. Het laatste half uur sluit de transmuraal coördinator van het ziekenhuis van Assen aan. Zo blijven de eerste en tweede lijn op elkaar afgestemd. Verder nodigen we geregeld iemand van een ander zorgdomein uit om iets

te komen vertellen of te overleggen zoals een consultatiebureauarts, jeugdarts of arts verstandelijk gehandicapten (AVG).

◼ BELANGRIJKE FUNCTIE

Vroeger had je een hagro nodig, met name om de diensten in de spoedzorg te verdelen. Dat is nu op een andere manier geregeld. Toch hebben hagro’s nog steeds een belangrijke functie. Er worden zaken besproken die van belang zijn voor de lokale en regionale zorg. Er worden gezamenlijk oplossingen gezocht, bijvoorbeeld als een huisarts een opvolger zoekt of als een praktijk personeel tekortkomt. Ik denk dat het voor elke huisartsenpraktijk van belang is dat de zorg in een regio goed is geregeld. Daar dragen hagro’s aan bij. Willen we de huisartsenzorg in een regio op peil houden of waar mogelijk verbeteren, dan zijn er verbanden nodig waar huisartsen te vinden zijn. Huisartsen die samen de verantwoordelijkheid willen nemen voor wat er nodig is om de zorg goed te organiseren, bijvoorbeeld op het gebied van digitalisering, spoedzorg, ouderenzorg en de samenwerking met ziekenhuizen in de regio.

◼ NIEUWE PRAKTIJKHOUDERS

Daarom hoop ik dat nieuwe praktijkhouders die een praktijk overnemen of een nulpraktijk starten zich meteen bij een hagro aansluiten. Natuurlijk wordt er een bijdrage van je verwacht, maar je krijgt er ook veel voor terug. Als lid van een hagro word je betrokken en weet je wat er speelt. Je krijgt informatie vanuit allerlei overleggen, je leert van projecten die in andere praktijken worden uitgevoerd, zoals een project voor het opleiden van praktijkassistentes. En af en toe ben jij aan de beurt om in een commissie of bestuur te gaan zitten, om een project uit te voeren of mee te denken over visie of beleid. Je kunt natuurlijk ook huisarts zijn zonder je aan te sluiten bij een hagro. Ik snap het als huisartsen zeggen dat ze te druk zijn om er taken bij te doen. Maar als je je stem niet laat horen, heb je geen invloed op de kwaliteit van zorg. Bovendien krijg je onvermijdelijk met andere zorgverleners in de buurt te maken. We hebben elkaar nodig om vorm te geven aan goede, toekomstbestendige huisartsenzorg.’

14 de Dokter 2/2024
‘D
FOTO: YOLANDA VISSER
‘Ik wens iedere huisarts een goede hagro’

De tien huisartspraktijken en zeventien praktijkhouders in Vught zitten samen in één hagro. Ze hebben samen de zorg voor zo’n 25.000 patiënten. Huisarts Rob van Lier is voorzitter van de hagro.

‘Wij doen als huisartsen heel veel samen. Ik denk dat een hagro noodzakelijk is om goede zorg te blijven leveren. Als een huisarts een middag vrij wil of onverwachts uitvalt, vangen de andere praktijken in Vught dat op. Als een huisarts wil stoppen met zijn praktijk, denken de andere praktijkhouders mee over de opvolging. Als nergens praktijkondersteunend personeel te vinden is, bedenken we samen wat we daaraan kunnen doen. De coronatijd heeft ons nog dichter bij elkaar gebracht. Toen moesten we de zorg samen overeind houden en hebben we ook samen coronaspreekuren gehouden.

We komen als hagro zes keer per jaar bij elkaar. Eerst is er ruimte om persoonlijke dingen of vragen te bespreken. Daarna volgen de terugkoppelingen van overleggen of activiteiten waar collega’s namens de hagro bij aanwezig zijn geweest: het farmacotherapeutsich overleg, het ouderenoverleg met de verpleegtehuizen, de overleggen met de huisartsenpost in Den Bosch, de specialisten van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, de zorggroep waar de chronische zorg wordt georganiseerd,

de jeugdzorg en de geneeskundige hulpverleningsdiensten in de regio (GHOR). Elk van die collega’s spreekt in die overleggen namens de hele hagro. Ik heb zelf jarenlang het overleg met de tweede lijn gedaan. Als er bijvoorbeeld een probleem was met de bereikbaarheid van de poli of als de samenwerking met een specialist moeilijk liep, kaartte ik dat punt namens de hagro aan.

Als je in je eentje werkt, kun je die overleggen onmogelijk allemaal bijwonen. Dan zit je nergens aan tafel en wordt je stem niet gehoord. En je mist de steun van collega’s. Wij hebben het in onze hagro niet alleen over het werk, we doen ook gezellige dingen samen, we hebben bijvoorbeeld jaarlijks een barbecue of diner. Daardoor zijn we met elkaar verbonden geraakt.

◼ NIEUWE PATIËNTEN

Een vast punt op onze hagro-agenda is de vraag welke praktijken open zijn voor nieuwe patiënten. Als iedereen vol zit, zoeken we samen een oplossing. Twee jaar geleden is een van de HOED’en uitgebreid met een extra huisarts, waardoor we nieuwe patiënten naar

die praktijk konden verwijzen. We zijn als huisartsen geen concurrenten van elkaar, we willen dat de zorg voor onze patiënten zo goed mogelijk wordt geregeld. Daar hebben we zelf ook plezier van.

Ik wens iedere huisarts een goede hagro. Soms zijn collega’s in het land jaloers op hoe wij hier in Vught samenwerken. Mijn advies is: zorg dat je hagro gaat werken, in het belang van de patiëntenzorg en van jezelf. Vroeg of laat krijg je toch met elkaar te maken.

Neem je een bestaande praktijk over: sluit je aan bij de hagro. Start je een nul-praktijk, praat eerst eens even met de hagro in het gebied waar je wilt starten. Vraag op welke plekken behoefte is aan een nieuwe huisartsenpraktijk en ga op zo’n plek beginnen als dat mogelijk is. Daar zal de hagro je van harte bij ondersteunen. Want dan lever je een bijdrage aan de oplossing van het huisartsentekort.’ ¶

15 de Dokter 2/2024
FOTO: NOPIOT STUDIO

Bestel nu een compacte baliedisplay voor deze specifieke producten bij jeuk en een geïrriteerde huid!

Vandaag kruipen we in de huid van de patiënt.

Voor advies op maat bij jeuk.

Verkoelende en jeukstillende gels bij: Insectenbeten

Brandharen van de eikenprocessierups

Waterpokken

Allergische reacties

Vraag uw Account Manager naar de voorwaarden.

www.ace-pharm.nl

Klantenservice Ace

• 036-547 4093

• klantenservice@ace-pharm.nl

NL_NEUTRALE_202403_214 Footnote: Processie+ gel is niet geschikt voor kinderen onder de 1 jaar. Levomenthol 1 % gel is niet geschikt voor kinderen onder de 2 jaar.
advertentie

‘Leden hebben een belangrijke stem in onze beleidsprioriteiten’

Binnenkort kunnen alle LHV-leden laten weten hoe de LHV volgens hen de komende jaren met belangrijke onderwerpen aan de slag moet. De ledenenquête is het startpunt van het eerste meerjarenprioriteitenplan van de LHV, dat drie jaren bestrijkt. ‘Met een plan voor een langere termijn kiezen we voor meer rust en focus in onze beleidsagenda’, zegt Erik Dijkstra, sinds 1 maart manager beleid en belangenbehartiging.

◼ BREDERE INPUT

In de enquête krijgen niet álle onderwerpen die voor huisartsen belangrijk zijn, een plek. ‘Ten eerste om het behapbaar te houden’, zegt Dijkstra. ‘Maar ook omdat we op sommige onderwerpen, zoals ouderenzorg en ggz, lopend beleid hebben waar we de komende jaren mee verder gaan. De enquête zal zich vooral richten op onderwerpen waarover iets te kiezen valt. Bijvoorbeeld: wat moet prioriteit hebben in het LHV-beleid omtrent praktijkhouderschap en aanpalende thema’s als zelfstandigenbeleid en huisartsentekorten.’ In de enquête komt ook een vrij invulveld voor onderwerpen die volgens de leden belangrijk zijn, maar niet in de uitvraag aan de orde komen.

Naast de ledenenquête bieden ook de Visie eerstelijnszorg 2030 (in december verschenen), de Toekomstvisie Huisartsenzorg (in de maak) en gesprekken met stakeholders als VWS en Zorgverzekeraars Nederland input voor het meerjarenprioriteitenplan.

Het meerjarenprioriteitenplan moet nog voor de zomer definitief zijn. Dijkstra: ‘Dit plan is het startschot voor onder meer de begroting en het jaarplan voor 2025, waarmee we ook voor de zomer starten. Vandaar dat we tempo maken.’ ¶

Erik Dijksta vormt samen met Chris Sonneveld de tweehoofdige leiding van de LHV-afdeling Beleid en belangenbehartiging. Tot 1 maart was hij senior beleidsmedewerker met coördinatietaken voor de regio Noord en projectleider arbeidsmarkt. In zijn nieuwe functie gaat hij aan de slag met een noviteit binnen de LHV: een meerjarenprioriteitenplan. ‘Tot en met dit jaar stelden we voor ieder jaar opnieuw de beleidsprioriteiten vast in een jaarplan. We hebben nu besloten dat het beter is het vizier op een wat langere termijn van drie jaar te richten. Een langere adem brengt rust en focus in het beleid. Veel onderwerpen hebben meer dan één jaar nodig om vooruitgang te boeken. We vertalen het meerjarenprioriteitenplan ieder jaar opnieuw in een jaarplan.’

Het eerste meerjarenprioriteitenplan is voor 2025 tot 2027. ‘De prioriteiten die we al voor 2024 hadden vastgesteld, komen daar ongetwijfeld in terug. Denk aan praktijkhouderschap, ict/digitalisering, bekostiging en arbeidsmarkt. Bovendien hebben we het manifest Met de vuist op tafel uit 2022. Er ligt dus al een basis. Juist daarop willen we onze leden bevragen met een enquête die we eind april naar alle leden sturen. De enquête zal laten zien welke acties leden belangrijk vinden bij welke onderwerpen. Het past ook goed bij onze verenigingsdemocratie. Die acties nemen wij vervolgens op in ons meerjarenprioriteitenplan. De ambassadeurs, die samenkomen op de Landelijke Ledenvergadering, hebben het laatste woord over het meerjarenplan en vervolgens ook over de jaarplannen.’

Wat moet de LHV volgens jou doen?

Wil jij meepraten over het LHV-beleid van de komende jaren? Check in ‘Mijn LHV’ bij het tabblad ‘nieuwsbrieven’ je toestemmingen om te zorgen dat je volgende week de online enquête in je mail krijgt. Doe mee en laat ons weten waar wij volgens jou de komende tijd op moeten inzetten!

17 de Dokter 2/2024
TEKST: BERBER BIJMA

Een klassieke dokterstas, of toch een hippere variant? Als huisarts heb je steeds meer te kiezen. Wat zegt de tas eigenlijk over de dokter? En wat zit er in die tas? Huisarts Erik Wybenga uit Hoorn koos voor een schoudertas vanwege zijn bijzondere fiets.

TEKST: BERBER BIJMA / FOTO: RIANNE NOORDEGRAAF

Wie? Erik Wybenga (65)

Huisarts sinds: 1992 (Ipswich, VK)

Hoe en waar? Praktijkhoudend huisarts in Hoorn

Een collega-huisarts dicht hem een aandachtstekortstoornis toe. ‘Hij kent al mijn zwaktes’, lacht Erik Wybenga. Hij heeft niet alleen een bijzondere dokterstas, maar een nog veel opvallender fiets. En dan ook nog een roei-zeilbootje met kromme masten. ‘Ik hou toevallig van ongewone ontwerpen.’

Wybenga’s tas is ‘eigenlijk veel te hip voor een dokter van 65’. De tas is gemaakt van afgedankt vrachtwagenzeil. ‘De blauwe vlakken op de tas zijn waarschijnlijk letters geweest.’ Binnenin zit een vakje ‘voor papierwerk’ en voorop zit ook nog een apart vak.

De fiets – zonder bagagedrager – was aanleiding om een schoudertas aan te schaffen. ‘Hij is in de jaren zeventig gebouwd, naar een ontwerp uit eind negentiende eeuw. Hij was van een patiënt, die een keer langs mijn huis fietste. Ik was bijna aangeslagen, zó mooi. Toen die patiënt verhuisde, mocht ik ’m kopen. Over mijn tas heb ik nog nooit één opmerking gekregen, over m’n fiets des te vaker.’

‘Ik doe alle visites op de fiets, al zolang ik huisarts ben. De keren dat ik doorweekt bij een patiënt aankwam, zijn op één hand te tellen. Koffie neem ik nooit aan, maar in zo’n geval wel een lekkere baddoek. Een enkele keer stap ik bij de huisarts in opleiding in de auto, als we naar één van de verzorgingshuizen gaan. Die ligt aan de andere kant van de provinciale weg – een mentale barrière.’

18 de Dokter 2/2024
‘Over mijn tas heb ik nog nooit één opmerking gekregen, over m’n fiets des te vaker’

EEN BLIK IN JOUW TAS?

We zijn nieuwsgierig naar het verhaal van jouw dokterstas! Meld je aan voor deze rubriek via dedokter@lhv.nl met in de titel ‘dokterstas’.

‘Ik heb de gekste ampullen in m’n tas, bijvoorbeeld ook voor als iemand met opiaten is vergiftigd. Veel ampullen heb ik nog nooit gebruikt, maar ontdekken dat je iets niet bij je hebt wat je nodig hebt, is een vreselijk gevoel. Ik heb ook altijd een hechtsetje mee.’

‘Mijn vader gebruikte dit leren tasje, ik geloof als toilettas. Er zit onder andere een stuwband in en infuusnaalden. Ik denk altijd nog aan mijn vader als ik dit tasje zie.’

‘Dit is een Engelse reflexhamer, waar flexibiliteit in zit. Veel handiger dan die we in Nederland zijn gewend. Ik heb ’m overgehouden van mijn opleiding in Engeland en inmiddels ook al aan diverse collega’s cadeau gedaan.’

19 de Dokter 2/2024

‘ Vragen om juridisch advies doe je nooit te vroeg’

Meer dan 8000 keer namen de LHV-juristen vorig jaar de telefoon op voor een vraag van een huisarts. De vragen gaan over zeer uiteenlopende onderwerpen, van maatschapscontracten tot privacy en van praktijkovernames tot kleinschalige woonvormen. ‘Zodra je je afvraagt wat je ergens mee moet – gewoon bellen’, zegt jurist Annemarie Kerstens. Naast de ledenvragen houdt ze zich, samen met haar collega’s, ook bezig met de lobby rond (nieuwe) wetgeving. TEKST: BERBER

Sommige dagen zijn bíjna helemaal gevuld met telefoontjes van huisartsen die juridisch advies willen. Op andere dagen kan Annemarie Kerstens zich vrijwel geheel wijden aan de consequenties voor huisartsen van wetgeving die in de maak is. Kerstens bemenst samen met juristen Peter de Zeeuw en Erika Zwannenburg de juridische afdeling van de LHV. ‘Als LHV maken we deel uit van de Eerstelijnscoalitie, een breed samenwerkingsverband van eerstelijns organisaties, die zich onder meer bezighoudt met administratieve lasten en de stapeling van regels. De Wet toetreding zorgaanbieders

20 de Dokter 2/2024
BIJMA

Wie is verantwoordelijk na doorverwijzing?

– Wtza – is daarvan een actueel voorbeeld van. We kunnen nieuwe wetgeving natuurlijk niet zomaar tegenhouden of aangepast krijgen, maar vanuit de Eerstelijnscoalitie proberen we er in ieder geval voor te zorgen dat zorgaanbieders hun verplichtingen zo aangenaam mogelijk kunnen nakomen. Vanuit de LHV is de lobby voor minder administratieve lasten ook bedoeld om het praktijkhouderschap en daarmee ook patiënthouderschap aantrekkelijker te maken.’

◼ WTZA

Mede door de lobby van de Eerstelijnscoalitie heeft minister Helder

de ‘pauzeknop’ ingedrukt voor de jaarverantwoording die eerstelijns zorgorganisaties volgens de Wtza moeten publiceren. Bestaande zorgaanbieders hebben daardoor meer tijd om zich voor te bereiden. De inmiddels demissionaire minister heeft daarnaast aangegeven dat ze een verkenning laat uitvoeren naar de inrichting en invulling van het intern toezicht dat in de Wtza wordt geregeld. Ze kijkt ook naar een mogelijke verhoging van de getalsgrens, die nu op 25 ligt. ‘Vanuit de Eerstelijnscoalitie hebben we daarover goed overleg met VWS’, zegt Kerstens. ‘We denken mee over alternatieve mogelijkheden

Een huisarts die een patiënt heeft doorgestuurd naar een ggz-instelling, blijft verantwoordelijk voor de patiënt zolang die op de wachtlijst staat. Een ingewikkelde situatie waarover de LHV regelmatig telefoontjes krijgt, zegt LHV-jurist

Peter de Zeeuw. ‘De huisarts kan de ggz-zorg die deze patiënt nodig heeft, niet leveren. Hoe ver rijkt dan de verantwoordelijkheid van de huisarts in de wachttijd? Daar is niet in z’n algemeenheid een antwoord op te geven. Als een huisarts ons belt, bespreken we de specifieke casus: wat speelt er, wat is precies de vraag van de huisarts, welke afspraken zijn in de betreffende regio gemaakt, kunnen we iets doen om het overnemen van de patiënt te bespoedigen?’

Op landelijk niveau is er intensief overleg over deze problematiek. De Zeeuw: ‘Wij kijken daarbij met een juridisch oog mee met de afspraken die worden gemaakt, zodat die juridisch standhouden. Dat speelt momenteel bijvoorbeeld bij de afspraken omtrent het ‘verkennend gesprek’, waarnaar een huisarts patiënten binnenkort kan doorverwijzen en waarbij zowel het sociaal domein als de ggz zijn betrokken.’

Problematiek bij doorverwijzingen speelt met name op ggz-gebied, zegt De Zeeuw. ‘In mindere mate krijgen we ook vragen over patiënten die terugverwezen worden door een specialist, waarbij die de huisarts verzoekt de medicatieverantwoordelijkheid over te nemen. In zo’n situatie kunnen we meestal wijzen op de NHGrichtlijn: de huisarts kan niet worden verplicht om specialistische zorg te leveren.’

21 de Dokter 2/2024

Maatschap in een passende jas

De jas van een vrij traditionele maatschap, waarin zowel verplichtingen als inkomsten gelijk worden verdeeld, past lang niet iedereen. En dat hoeft ook niet, want je kunt ook een ‘maatschap op maat’ oprichten, vertelt LHV-jurist Erika Zwanenburg. De LHV is een pilot gestart onder diezelfde naam. ‘Maatschap op Maat is een serie van maximaal vijf gesprekken met potentiële maten, waarbij je intensief doorspreekt wat voor soort maatschap het beste past. Met de vorm en inrichting van een maatschap is heel veel mogelijk, méér dan veel mensen zich realiseren. Je kunt bijvoorbeeld, onder bepaalde voorwaarden, een combinatie van twee maatschappen oprichten. De ene is dan een faciliterende maatschap waarin je alle organisatorische zaken regelt, zoals het pand, het personeel, het HIS, et cetera. De tweede maatschap is een zogeheten medi-maatschap,

waarin je de samenwerking op het gebied van de zorgverlening vastlegt. Een nieuwe maat kan bijvoorbeeld eerst alleen toetreden tot de medi-maatschap. Ook kun je in een contract vastleggen dat een nieuwe maat gaandeweg ingroeit in de een maatschap of wat opties zijn voor vertrek uit de maatschap.’ Het eindproduct van een Maatschap op Maat-traject is een maatschapscontract waarin de juridische zaken zijn geregeld.

De LHV is inmiddels begonnen met de tweede pilotgroep voor Maatschap op Maat.

Zwanenburg: ‘Op dit moment zijn we dit traject dus nog aan het ontwikkelen. We hopen deze dienst later dit jaar breder te kunnen aanbieden.’

Stoppen als praktijkhouder –hoe gaat dat?

Bij een praktijkstart komt heel wat kijken, maar bij een praktijkstop ook. Huisartsen die (binnenkort) willen stoppen, bellen de LHV met uiteenlopende vragen, vertelt jurist Peter de Zeeuw. ‘Een vraag die we geregeld horen, is wat je kunt doen als het niet lukt om een opvolger te vinden. Huisartsen zonder opvolger vragen zich ook af wat ze wanneer aan hun patiënten moeten vertellen, of ze collega’s uit de omgeving kunnen betrekken bij hun stop, wat ze met de medische dossiers moeten. Helaas zijn het niet altijd huisartsen van rond de pensioenleeftijd die stoppen. Soms zijn ze jonger en moeten ze vanwege spanningsklachten of ziekte hun praktijk beëindigen.’

Vragen van huisartsen die wél een opvolger hebben, zijn doorgaans meer praktisch van

aard. Het is verstandig om een jaar of twee voordat je wilt stoppen, te beginnen met de praktische voorbereidingen. En als je nog geen opvolger hebt, liefst nog eerder.’

De LHV geeft de nascholing ‘Praktijkstop’ voor huisartsen die zich willen voorbereiden op de overdracht of het beëindigen van hun praktijk. ‘In die cursus zien we gelukkig maar weinig jonge huisartsen’, zegt De Zeeuw. ‘Al komt het weleens voor dat een huisarts eerder als praktijkhouder wil stoppen om dan bijvoorbeeld de laatste vijf of tien jaar te gaan waarnemen. In de nascholing gaat het bijvoorbeeld over pensioen, juridische verplichtingen, wat je voor medewerkers kunt regelen, et cetera.’

Meer over de nascholing Praktijkstop vind je op lhv.nl/academie.

voor intern toezicht. Het ingewikkelde is wel dat de huidige verplichting geldt, ook al laat de minister een verkenning uitvoeren naar een mogelijke verruiming. Daar krijgen wij best veel vragen over, die niet altijd makkelijk te beantwoorden zijn. Soms kunnen we huisartsen adviseren om aan te geven dat ze nog bezig zijn met de inrichting van het toezicht, in afwachting van de verkenning van de minister.’

De Eerstelijnscoalitie houdt zich niet bezig met de Wet Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties – de opvolger van de wet DBA, bedoeld om schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Kerstens: ‘Daarvoor hebben we in kleiner verband een lobby, met KNMT, VvAA en de Federatie Medisch Specialisten. Ook in die lobby gaat het er in de eerste plaats om dat de nieuwe wet praktisch uitvoerbaar wordt voor huisartsen en niet te veel administratieve rompslomp veroorzaakt.’

◼ BEL SNEL

De vragen die de juridische afdeling van LHV-leden krijgt, zijn veel meer ad hoc dan de langlopende wetgevingstrajecten. Een fijne combinatie, vindt Kerstens. Sommige vragen kan ze meteen beantwoorden, voor andere is wat meer tijd nodig. ‘We trekken maximaal vier uren uit voor het beantwoorden van één vraag. Anders komen de vragen van andere leden in het geding. Is er meer uitzoekwerk nodig, dan verwijzen we door naar een specialistisch kantoor.’ Een beller heeft altijd binnen vijf werkdagen antwoord, maar vaak al veel sneller.

Kerstens raadt huisartsen aan om

22 de Dokter 2/2024
Erika Zwanenburg Peter de Zeeuw
‘Wat een huisarts ons vertelt, is uiteraard altijd vertrouwelijk en anoniem’

niet te lang te wachten met bellen als ze met een juridische vraag zitten. ‘Een vraag komt eigenlijk nooit te vroeg, soms wel laat. Zo werden we een keer gebeld door een huisarts die een euthanasie had verricht, waarvan de toetsing nog op zich liet wachten. Hij maakte zich zorgen over mogelijke strafrechtelijke vervolging, maar op basis van het verhaal konden we hem meteen geruststellen. Ondertussen had hij er al wel weken mee rondgelopen.’

Een tijdig advies, bijvoorbeeld over conflicten met medewerkers of collega’s, kan ook escalatie voorkomen. Kerstens: ‘Soms is er al stevige ruzie binnen een maatschap of hagro voor een huisarts ons belt. Zodra je je afvraagt wat je ergens mee moet – gewoon bellen. Wat een huisarts ons vertelt, is uiteraard altijd vertrouwelijk en anoniem.’ ¶

‘MAG IK MIJN PATIËNT TEN HUWELIJK VRAGEN?’

Sommige vragen komen wekelijks voorbij, andere sporadisch. Vier vragen aan de juridische afdeling, met een beknopt antwoord.

Mag ik mijn patiënt ten huwelijk vragen?

Ja, in beginsel mag dat. Maar let op: als je met een patiënt een andere relatie wilt aangaan dan een arts-patiënt-relatie –bijvoorbeeld vriendschap of een huwelijk – dan moet je de behandelrelatie (zorgvuldig) beëindigen. Daarna neem je een gepaste ‘afkoelingsperiode’. Hoe lang die duurt hangt af van het soort behandelrelatie die je nu hebt. Als je de behandelrelatie niet stopzet, bestaat het risico dat je rollen vermengt en niet genoeg professionele afstand houdt tot je patiënt. Let wel: vriendschap of een huwelijk met een patiënt moet je goed onderscheiden van (seksueel) grensoverschrijdend gedrag in een zorgrelatie. Meer informatie daarover staat op de website van de IGJ.

Het ziekenhuis vraagt mij een ambulance te regelen voor mijn patiënt. Ben ik daartoe verplicht?

Als een patiënt om medische redenen niet op eigen gelegenheid naar een afspraak in het ziekenhuis kan gaan, kun jij als huisarts het verzoek krijgen een ambulance te regelen. Ben je daartoe verplicht? Nee. Voor een afspraak in het ziekenhuis gaat het om de behandelovereenkomst tussen het ziekenhuis en de patiënt. Het ziekenhuis moet dus zelf die behandelovereenkomst nakomen en een ambulance regelen.

Mag ik een nabestaande inzage geven in het medisch dossier van een overleden patiënt?

Per 1 januari 2020 is de Wet geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO) op dit punt veranderd. Het beroepsgeheim staat ook na het overlijden van een patiënt voorop: je mag het beroepsgeheim na

overlijden in principe niet doorbreken. Dit mag alleen als de patiënt uitdrukkelijk toestemming tot inzage heeft gegeven of als er een doorbrekingsgrond van toepassing is. Er is bijvoorbeeld een doorbrekingsgrond als een nabestaande een melding heeft ontvangen van een incident op grond van de Wkkgz. Ook als iemand een zwaarwegend belang heeft bij inzage in het dossier – bijvoorbeeld een financieel belang – mag je het beroepsgeheim doorbreken.

Als je besluit inzage te geven, mag je niet méér informatie verstrekken dan strikt noodzakelijk.

Ben ik verplicht zorg te verlenen aan bewoners van een woonzorginstelling met een Wlz-indicatie?

Nee, daar ben je niet toe verplicht. Het gaat namelijk niet om zorg die onder het basisaanbod huisartszorg valt. Ook als het om organisatorische of praktische redenen niet past binnen jouw praktijk, hoef je deze zorg niet te verlenen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de basiszorg voor je bestaande patiënten in het geding komt.

Als je je voldoende bekwaam voelt om de gevraagde zorg te leveren, mág dat natuurlijk wel. Meer informatie over dit onderwerp vind je op lhv.nl. Zoek op ‘woonzorgvoorzieningen’.

Let op: iedere situatie is anders. Heb jij een vraag die lijkt op een van de vragen hierboven en wil je een nauwkeurig advies dat bij jouw specifieke situatie past? Neem dan contact op met de juridische afdeling van de LHV via 085–0480000 of jz@lhv.nl.

23 de Dokter 2/2024
JURIDISCH ADVIES
Annemarie Kerstens
24 de Dokter 2/2024

Vriendelijk streng zijn – hoe doe je dat?

‘Ik geef u die verwijzing gewoon niet.’ Is het goed om dat zo ferm te zeggen? Of juist niet heel verstandig? Grenzen stellen kun je op een vriendelijke manier doen, met behoud van de relatie, zegt schrijfster en trainer Iris Posthouwer. Huisarts Janneke Burggraaff was bij een bijeenkomst met Posthouwer.

‘Ik heb me nooit gerealiseerd hoeveel lading er in kleine woordjes kan zitten.’

TEKST: BERBER BIJMA / BEELD: AAD GOUDAPPEL

Janneke Burggraaff, huisarts in Amsterdam, is van zichzelf ‘best streng’, zegt ze. Toch bleek een lezing van haar LHV-afdeling met trainer Iris Posthouwer ‘ontzettend leerzaam’. ‘Ik ben nu, een paar maanden later, nog steeds bezig om te letten op kleine woorden die ongemerkt in een gesprek sluipen. “Dat kan gewoon echt niet” klinkt heel anders dan “Dat kan niet”. Dat laatste is fijner, het is alsof je de ruis uit een gesprek haalt. Met een woord als ‘gewoon’ geef je de patiënt het gevoel dat er een bepaalde norm is, die jij wel kent en de patiënt blijkbaar niet. Je laat de patiënt zich dom voelen. Ik heb me nooit gerealiseerd hoeveel lading er in kleine woordjes kan zitten.’ ‘Woorden als gewoon, echt, toch en wel, zijn kleine woorden die oplichten als je iemand probeert te overtuigen’, zegt Iris Posthouwer, schrijfster van Iets met grenzen stellen. ‘De specialist gaat echt niks anders zeggen. U moet het maar gewoon even uitzitten. Het klinkt vriendelijker als je die kleine woorden achterwege laat. Net als het woordje ‘dan’: Wat denkt u dan dat een mri gaat opleveren? Het begint ermee dat je jezelf ervan bewust bent dat je die woorden gebruikt. Daarna kun je proberen om ze weg te laten.’

◼ EEN ‘CLEANER’ GESPREK

Geen makkelijke opdracht, zegt Burggraaff, die zichzelf in het interview ook nog regelmatig betrapt op ‘gewoon’

of ‘echt’. ‘Nu is dat niet zo erg, want wij zijn niet bezig om elkaar te overtuigen. In gesprekken met patiënten merk ik echt – haha, echt – dat het beter is om ze weg te laten. Dat maakt meer verschil dan je zou denken. Het gesprek wordt cleaner en rustiger. Je geeft aan dat je iets niet gaat doen, maar houdt contact met de patiënt. Je wilt aan de ene kant de patiënt helpen en met de patiënt meedenken. Aan de andere kant heb je ook je eigen expertise, professionele visie en mening. Wat ik van Iris heb geleerd, is om het conflict niet uit de weg te gaan, maar het zacht te maken.’ Burggraaff werkt in een praktijk die veel patiënten heeft met een migratieachtergrond. Bij hen is het extra belangrijk om ‘ruis’ in de zinnen zoveel mogelijk te voorkomen, realiseert ze zich. ‘Deze patiënten hebben vaak al het gevoel dat ze niet helemaal meekomen in de samenleving en dat ze bepaalde normen en ongeschreven regels niet begrijpen. Dan is het ontzettend fijn als je dokter daar niet aan mee doet, door zo’n woordje als ‘gewoon’ achterwege te laten.’

◼ GROTE EN KLEINE GRENZEN

‘Huisartsen moeten de hele dag door grenzen stellen, grote en kleine’, ziet Posthouwer. ‘De ene keer noemt een patiënt een assistente sexy, dan weer moppert iemand tussen neus en lippen door op het lange wachten en weer een andere keer word je onder druk gezet omdat je een euthanasie

25 de Dokter 2/2024

weigert. “Zo zou moeder het nooit hebben gewild.” Ik heb door al mijn gesprekken met huisartsen heel veel respect voor ze gekregen. Vrijwel alle huisartsen kunnen geroutineerd én empathisch ‘nee’ zeggen, maar iedereen heeft situaties waarin je zelf moe bent en een patiënt nét op het verkeerde knopje drukt. Dan is het handig om een paar standaardzinnen in je repertoire te hebben waardoor zo’n situatie toch niet uit de hand loopt.’

En vergeet ook niet, adviseert Posthouwer, om je grenzen in je eígen gedrag te bewaken. ‘Laatst kwam een huisarts net wat te laat binnen bij een training. “Sorry, ik moest nog even een euthanasie overnemen.” In zo’n situatie heb je tijd nodig hebt om tot jezelf te komen. Die moet je meerekenen. Anders is het niet de patiënt, maar jijzelf die over jouw grens gaat.’

◼ NIET TÉ SNEL BEGRIP

De eerste stap in een gesprek met een veeleisende patiënt, adviseert Posthouwer, is ervoor zorgen dat de ander in de ontspannen modus komt. ‘Patiënten benaderen hun huisarts soms passief-agressief. Ze hebben gehoord dat je “wel even moet drammen” om een verwijzing te krijgen en gaan er soms al vanuit dat de huisarts “nee” zegt, nog voordat de huisarts een woord heeft gesproken. Iemand die zo binnenkomt, vat alles supergekleurd op. Daar moet je eerst even bij aansluiten, bijvoorbeeld door te zeggen “U klinkt heel beslist. Vertel. ” of: “U klinkt niet blij”. Daarmee draai je als het ware het ventiel open, waarmee de chemi-

‘Je draait als het ware het ventiel open, waarmee de chemische cocktail van adrenaline en cortisol een beetje normale proporties kan gaan aannemen’

sche cocktail van adrenaline en cortisol een beetje normale proporties kan gaan aannemen.’

Posthouwer adviseert om niet meteen na de eerste zin al begrip te tonen. ‘Als begrip te vroeg komt, kan de patiënt het gevoel krijgen dat de dokter hem of haar de pas afsnijdt. De patiënt heeft eerst ruimte nodig om te vertellen. Dat verhaal geef je in de eigen taal van de patiënt terug. “Dus u maakt zich zorgen” is nét geen echte taal. “U denkt: dit kan niet langer zo” of “U heeft zoiets van: straks is het nog iets ernstigs”, sluit vaak beter aan. Dat soort zinnen helpen om de patiënt een beetje tot rust te laten komen. Je zorgt er ook voor dat je bij jezelf de ontspanning terugvindt, want bij een patiënt die met gestrekt been is binnengekomen, is vaak je eigen adrenalinegehalte ook gestegen. Als de patiënt de ontspanning vindt om te luisteren en jij om je boodschap te vertellen, kun je uitleggen waarom het volgens jou bijvoorbeeld niets toevoegt om naar een specialist te gaan.’

Deel jouw verhaal en win een boek

Wanneer had jij voor het laatst een situatie waarin je het lastig vond je grens aan te geven of waarin je je achteraf realiseerde dat je dat niet hebt gedaan? Vertel ons erover en maak kans op een van de 3 exemplaren van het boek Iets met grenzen stellen van Iris Posthouwer, dat wij mogen weggeven. Mail naar dedokter@lhv.nl, onder vermelding van ‘boek grenzen’.

◼ RUIMTE VOOR ONGEVRAAGD ADVIES

Burggraaff haalt soms aan het begin van een gesprek de angel eruit door de patiënt meteen zijn of haar zin te geven en daarna een open gesprek te voeren. ‘Dan zeg ik bijvoorbeeld: “Prima, u mag uw bloed laten prikken. Laten we het nu over uw klacht hebben”. Ik merk dat mensen soms niet goed naar me kunnen luisteren zolang ze niet weten of ze hun zin krijgen. Als ik ze eerst tevreden stel, heb ik daarna de mogelijkheid om ze ongevraagd advies te geven. Maar soms wil je echt niet toezeggen. Dan is het fijn om tools te hebben waarmee je vriendelijk “nee” kunt zeggen.’ Een vriendelijk ‘nee’ komt volgens Posthouwer in zes stappen (zie kader). ‘In het begin moet je die stappen expliciet oefenen, maar op een gegeven moment internaliseer je ze’, zegt Burggraaff. ‘Het lukt mij inmiddels best vaak om hiermee een gesprek soepeler te laten gaan.’

26 de Dokter 2/2024

◼ SPINAZIETOON

Een tip van Posthouwer die voor Burggraaff helemaal nieuw én effectief is, is het gebruik van de ‘spinazietoon’, de fluistertoon waarop je tegen iemand zegt: ‘Er zit een beetje spinazie tussen je tanden’. ‘Die toon zorgt voor een samenzweerderig gevoel, alsof je met elkaar samenspant in plaats van tegenover elkaar staat’, zegt Burggraaff. ‘Ik had nooit gedacht dat ik die zou gebruiken in een gesprek met een patiënt, maar het werkt wel.’

Met de spinazietoon ga je op zoek naar verwantschap en intimiteit, vertelt Posthouwer. ‘Je zegt bijvoorbeeld: “Daar gaan we de volgende keer op door”, als een patiënt ineens met een tweede klacht komt. Of: “U moet ook nog even naar dat roken kijken”, waarmee je kort en luchtig refereert aan een eerder gesprek. Het is fascinerend dat je met een andere toon ineens veel meer dichterlijke vrijheid hebt. Tegen een patiënt die hoog in de emotie zit, kun je op de spinazietoon misschien zeggen: “Je schreeuwt best wel”. Het moet bij je passen om de patiënt op deze manier aan te spreken en het moet natuurlijk nooit betuttelend worden. Als het niet bij je past, is er gelukkig nog een palet aan andere mogelijkheden om zacht én duidelijk te zijn.’ Burggraaf gebruikt de spinazietoon om op een vriendelijke manier duidelijk te zijn. ‘Bijvoorbeeld bij een patiënte die al twintig jaar rugpijn heeft en naar een specifieke reumatoloog wil, zodat haar pijn bij wijze van spreken morgen over is en ze weer aan het werk kan. Dan zeg ik weleens min of meer fluisterend: “Ik denk niet dat we er op die manier gaan komen” of: “Ik denk niet dat dit gaat brengen wat we hopen”. Je geeft dan een nare boodschap, maar houdt de relatie. Je geeft aan: ik ben wel met je, maar dit is een slecht idee, we moeten samen verder kijken. De boodschap is even duidelijk dan wanneer je dat hardop zegt, maar juist door het wat zachter te zeggen, blijf je beter in contact.’ ¶

Wil jij leren je grenzen beter aan te geven?

Je kunt de nascholing van Iris Posthouwer over grenzen stellen aanvragen via de LHV Academie. Stuur een mail naar academie@lhv.nl of bel

085 – 04 80 000.

Via de LHV Academie kun je ook haar training ‘Overtuigen en beïnvloeden’ volgen. Daarin leer je om te doorzien wat een lastige situatie nodig heeft en hoe je anderen kunt overtuigen zonder dat het je veel energie kost. Meer informatie over deze training vind je op lhv.nl/academie (zoek op de titel van de training).

Een vriendelijk ‘nee’ in zes stappen

1

Start met iets aardigs te zeggen. Bijvoorbeeld: ‘Wat goed dat u hiermee komt’, of: ‘Wat vervelend dat u last heeft van…’

2 Koop tijd. Bijvoorbeeld: ‘Ik ga even wat vragen stellen om een beter beeld te krijgen’, of desnoods: ‘Ik wil hier even over nadenken’.

3 Zeg nee, zonder woorden als gewoon, echt, toch en wel. Bijvoorbeeld: ‘In deze situatie zegt een mri niets.’

4 Laat de boodschap landen. Dat kan door even stil te zijn. Geef de ander de tijd om de boodschap te verwerken.

5 Geef één reden. Iris Posthouwer: ‘Het stellen van een grens roept reactie op. De valkuil is dat je opnieuw veel uitlegt. Beter is om vast te houden aan één reden en dan je te richten op compassie.’

6 Toon compassie met de reactie. ‘Ik kan het niet mooier maken’ klinkt niet heel meelevend. Beter is: ‘Dit is niet wat u hoopte’ of iemand in stilte vriendelijk aankijken. Posthouwer: ‘Gun de ander even de pijn of het ongemak dat jouw “nee” teweegbrengt.’

27 de Dokter 2/2024

mijn praktijkstart

Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Huisarts Lex Kemps over zijn praktijkstart.

‘De gedachte dat ik hier voorlopig zit, geeft me rust’
28 de Dokter 2/2024
TEKST: BERBER BIJMA / FOTOGRAFIE: SANNE SWART

Je bent meteen na je opleiding praktijkhouder geworden, lekker snel. ‘Eigen baas zijn is me met de paplepel ingegoten. Mijn vader is ook huisarts en altijd praktijkhouder geweest. Ik heb eigenlijk nooit een andere manier van dokter zijn gezien of overwogen. Mijn eerste opleidingsjaar deed ik in de praktijk waar ik nu werk. Mijn voorgangers – een echtpaar –zijn gaan opleiden met het oog op opvolging en ik wilde na mijn opleiding ergens gaan werken waar ik mogelijk praktijkhouder kon worden. Ik had al vrij snel een goed gevoel over deze praktijk, maar mijn vrouw wilde aanvankelijk niet in de kop van Noord-Holland, dan wel in Barsingerhorn wonen. Tijdens het laatste jaar van de opleiding hebben we het hele land doorgereisd langs plekken waar ik mogelijk praktijkhouder kon worden en plaatsen die ons aanspraken om te wonen. Zo kwamen we uiteindelijk ook weer in Barsingerhorn terecht en vond mijn vrouw het er toch wel leuk. Het strand, de ruimte en de bossen dichtbij – dat heb je niet op veel plekken in Nederland. In januari 2023 werd onze dochter geboren, in maart was ik klaar met mijn opleiding en per 1 april namen we de praktijk in Barsingerhorn over. Ik kende de praktijk natuurlijk al omdat ik er had gewerkt. Ik zou namelijk niemand aanraden om blind een praktijk over te nemen.’

Was de praktijk van je vader geen optie?

‘Mijn broer, die nu bezig is met zijn huisartsopleiding, is van plan de praktijk van mijn vader over te nemen. Ik wilde dat liever niet. Mijn vader is een hele goede huisarts; ik wilde niet nog jarenlang met hem worden vergeleken. Ik wilde liever mijn eigen pad inslaan.’

Je moest de overname dus regelen terwijl je nog in opleiding was?

‘Dat ging prima. Het hielp enorm dat ik er alle vertrouwen in had dat we er samen uit zouden komen. Sterker nog: wij hadden al een huis gekocht op 200 meter van de praktijk nog vóór de onderhandelingen begonnen. Het is een apotheekhoudende praktijk, dat levert bij overname wat meer gedoe op, maar alles bij elkaar ging het best soepel. Het voordeel was dat ik eerst ben ingestapt bij de maatschap van mijn voorgangers. Als alles in één keer over moet, heb je het risico

dat er iets stagneert. We hebben anderhalf jaar genomen voor een warme overdracht. Eén van mijn voorgangers is inmiddels met pensioen. Per 1 januari 2025 neem ik de gehele praktijk over.’

Dan heb je dus een solopraktijk?

‘In eerste instantie wel. Ik zoek er wel iemand bij hoor, maar ik zou eerst een tijdje met diegene willen samenwerken. Dus ik zou bijvoorbeeld beginnen met een waarnemend huisarts of hidha. Zelf iemand opleiden mag nog niet, zo kort na mijn eigen opleiding. Ik zie er niet tegenop om de praktijk een tijdje in mijn eentje te leiden. Het is een goedlopende en goed georganiseerde praktijk, met een fijn team. Dat kan tijdelijk in mijn eentje. Ik heb wel besloten de komende tijd niet verder te groeien, om het behapbaar te houden.’

Hoe is het om zo dicht bij de praktijk te wonen?

‘Heerlijk. Ook dat ben ik van huis uit niet anders gewend en ik heb het altijd als positief ervaren. Het is in mijn eerste jaar hier maar twee keer voorgekomen dat ik buiten de openingstijden van de praktijk even bij een patiënt langs moest en ik vond het heel plezierig dat dat zo makkelijk ging. De mensen hier zijn gewend dat de dokter in het dorp woont en houden zich aan de etiquette die daarbij hoort. De kans dat ik een patiënt in de supermarkt tegenkom, is trouwens bijzonder klein, want er is geen supermarkt in Barsingerhorn.’

Hoe kijk je terug op het overnameproces?

‘Het is me alles meegevallen. Ik ben er heel soepel ingegleden. Het is fijn dat ik in deze begintijd nog kan sparren met mijn oudere collega’s, zowel over administratieve als over medische zaken. Het is ook fijn dat iedereen het waardeert dat je je committeert aan deze plek. De gedachte dat ik hier voorlopig zit, geeft mij rust. En het praktijkhouderschap geeft regie over wat je de hele dag doet. Ik was er niet per se op uit om een apotheekhoudende praktijk over te nemen, maar dat geeft wel een mooie meerwaarde. Je ziet het hele plaatje van een patiënt. Dat maakt de zorg sterker. De combinatie van praktijk en apotheek maakt het geheel ook meer een bedrijf, waarbij je moet nadenken over efficiëntie om er wat rendement aan over te houden. Dat spreekt me ook aan.’ ¶

WIE

Lex Kemps (31) is sinds 1 april 2023 praktijkhouder in Barsingerhorn, in de kop van Noord-Holland. In het dorp zelf wonen 1000 mensen. De praktijk heeft 4000 patiënten, ook uit vier omliggende dorpen. Lex is getrouwd met Suzanne en vader van Sophie (1).

‘NIET OPSLUITEN’

Lex wil zichzelf niet opsluiten in Barsingerhorn. ‘Als we hier niet meer gelukkig zijn, trekken we verder. Maar ik hoop dat er over 20 jaar nog steeds geen haar op mijn hoofd is die daaraan denkt.’

GEZELLIGHEID

Met een kleine dreumes schiet het tennissen er een beetje bij in. Lekker koken en zorgen voor gezelligheid in huis kan gelukkig wel nog steeds. ‘En af en toe probeer ik een boek te lezen.’

TIP

‘Mijn belangrijkste tip voor potentiële praktijkhouders: gewoon doen! Bevraag collega’s, drink koffie bij hen en zie verantwoordelijkheden niet als een last maar als een uitdaging. Mocht je zin hebben met mij koffie te drinken: leuk! Mail me op l.kemps@ezorg.nl.’

JOUW START IN DEZE RUBRIEK?

Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen, ben je maat geworden of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaringen delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.

29 de Dokter 2/2024

Hybride zorg

als oplossing voor uw praktijk of regio

Wij ondersteunen met ons medisch team en slimme IT.

Zo houden we zorg toegankelijk voor iedereen.

Meer weten? Scan de QR-code.

Juridisch advies met hart voor de huisarts

maatschappen | praktijkoverdrachten | Wtza samenwerking | zorgverzekeraars | overeenkomsten

www.eerstelijnszorgjurist.nl

Advertentie De Dokter_Medicinfo_april2024.indd 1 13-3-2024 09:21:41 advertentie
RENKEMA E ERSTELIJ N S Z O RGJURIST

Actieplannen voor meer extramurele artsen

Besteed in de geneeskundeopleiding meer aandacht aan het werken in de eerste lijn en de sociale geneeskunde, maak het vak van artsen buiten het ziekenhuis aantrekkelijker met meer doorgroeimogelijkheden en stimuleer dat artsen in de media niet altijd worden neergezet als de dokter met de witte jas. Dat zijn enkele voorbeelden van de Actieplannen Meer Extramurale artsen, die deze week verschenen.

Ruim de helft van de artsen werkt buiten het ziekenhuis, extramuraal. Naast huisartsen zijn dat bijvoorbeeld artsen verstandelijk gehandicapten, specialisten ouderengeneeskunde en bedrijfsartsen. Binnen verschillende

extramurale vakgebieden zijn nu al tekorten aan artsen en de verwachting is dat deze tekorten in de toekomst zullen toenemen, als er niets verandert.

In opdracht van de NFU en KNMG heeft de werkgroep, die bestaat uit achttien organisaties en verenigingen, het gehele traject geanalyseerd; van toelatingsselectie voor de studie geneeskunde tot het werken als geneeskundig specialist. Daarbij zijn acht problemen geselecteerd die als eerste moeten worden aangepakt, met voor elk vraagstuk een uitgewerkt actieplan. Er zijn verantwoordelijke partijen benoemd en er ligt een concrete planning voor de uitvoering in de komende twee jaar.

DOORBRAAK OPENBARE JAARVERANTWOORDINGSPLICHT

Dankzij twee amendementen van Groenlinks/PvdA wordt de verplichting tot het aanleveren van een openbare jaarverantwoording naar verwachting voor een substantieel deel van de eerstelijnszorgaanbieders teruggebracht tot maximaal drie vragen. De Eerstelijnscoalitie, waar ook de LHV deel van uitmaakt, noemt het een belangrijke stap in het verminderen van de administratieve regeldruk voor zorgaanbieders.

Op www.lhv.nl praten we je helemaal bij en blijf je ook op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen.

Ontwikkelingen valrisicobeoordeling

Onlangs heeft het Zorginstituut (ZIN) aangegeven dat afnemen van de valrisicobeoordeling alleen verzekerde zorg is als er ook een inhoudelijke interpretatie van de uitkomsten en zo nodig gerichte doorverwijzing plaatsvindt. Als LHV en InEen vinden we dit niet werkbaar.

InEen en LHV hebben afgelopen week aan ZIN, VWS en ZN aangegeven dat de nieuwe duiding leidt tot een te complexe uitvoering en grote (administratieve) last voor de huisarts/RHO als de valpreventie in alle regio’s per 1 januari 2025 op deze nieuwe wijze moet worden opgepakt. We pleiten voor meer uitvoeringsmogelijkheden in de regio.

LHV en InEen hebben aangegeven dat deze ontwikkeling niet in lijn is met de afspraken gemaakt in het IZA en de Visie op de eerstelijnszorg 2030. In deze rapporten spreken we gezamenlijk af de administratieve lasten te verlagen en pleiten we juist voor gezamenlijke werkbare eerstelijns (keten)afspraken. Momenteel overleggen wij over een passende reactie. Ook aan verzekeraars is gevraagd een ‘pas op de plaats’ te maken in de contractering en eerst nader landelijk te overleggen.

Lees het volledige bericht op www.lhv.nl

31 de Dokter 2/2024 LHV Nieuws

HÉT LANDELIJKE, GESPECIALISEERDE ZIEKENHUIS VOOR BORST(KANKER)ZORG

030 721 01 04

www.alexandermonro.nl

Bilthoven

“Ik voelde

me

in elke ruimte teveel”

Anne viel ruim 50 kilo af na een maagverkleining

Krijgt u als (huis)arts in deze tijd meer vragen van patiënten die bezorgd zijn over hun gewicht? Wij bieden verschillende behandelingen aan voor (ernstig) overgewicht, met en zonder operatie. Verwijzen is eenvoudig via Zorgdomein.

Kijk voor onze behandelingen zonder operatie op nokclinics.nl

www.obesitaskliniek.nl

GESPECIALISEERD EN EXCELLENT

Door onze focus en specialisatie zijn de experts in het Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ) uiterst bekwaam in het diagnosticeren en behandelen van borstkanker en borstaandoeningen, inclusief oncoplastische borstreconstructies.

RESULTATEN TIEN JAAR GESPECIALISEERDE

BORSTKANKERZORG

Onderzoek van de resultaten van tien jaar AMZ door het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) toont onder andere dat de zorg in het AMZ heel goed is, evenals de prognose van de patiënt ten opzichte van het landelijke gemiddelde.

OPVALLENDE RESULTATEN:

• Vaker MRI-onderzoek in het AMZ ingezet

Conform de richtlijn

• Vaker inzet neo-adjuvante chemotherapie

Conform de richtlijn

• Vaker een directe reconstructie na een borstamputatie in AMZ

Minder onnodige vervolgoperaties

Bekijk de resultaten van 10 jaar gespecialiseerde borstkankerzorg hier

advertentie

Rapport IGJ en NZa over opkomst bedrijfsketens

De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) brachten begin maart een rapport uit over de opkomst van bedrijfsketens in de huisartsenzorg. Deze huisartsenorganisaties beschikken vaak over meerdere praktijken of gaan een intensieve samenwerking aan met praktijken.

Huisarts en LHV-bestuurslid Hilly ter Veer noemt het rapport een goede eerste stap. ‘We zijn blij dat IGJ en NZA zich druk maken over de kwaliteit van zorg. Wij herkennen de signalen en meldingen van huisartsen over commerciële bedrijfsketens waar patiënten ineens voor een dichte deur staan. Onze leden zijn bezorgd over deze ontwikkeling. De opkomst van bedrijfsketens kan een kansrijke ontwikkeling zijn, maar alleen als de kernwaarden van de huisartsenzorg het uitgangspunt zijn. Huisartsenzorg is persoonsgericht, medisch generalistisch, gezamenlijk en continu. Dat betekent dat de praktijk waar je staat ingeschreven een vast team van huisartsen en ondersteunend personeel heeft en dat zij dagelijks bereikbaar en beschikbaar zijn. Juist de vaste arts-patiëntrelatie is de basis van de zorg in ons land.’

Het rapport stelt dat nu niet goed kan worden getoetst of de personele bezetting in een huisartsenpraktijk voldoende is voor het borgen van continuïteit en persoonsgerichte zorg. NZa en IGJ vragen daarom aan de beroepsgroep en patiëntvertegenwoordigers om de kernwaarden voor de huisartsenzorg te vertalen naar uitgangspunten en in normen. Hilly ter Veer: ‘Er zijn al veel kwaliteitseisen waarmee de NZa/IGJ nu al kan handhaven. We willen voorkomen dat door het verder aanscherpen van regels de druk op onze beroepsgroep nog groter wordt. Die zitten niet op nog meer regels en administratieve last te wachten.’

De LHV volgt de ontwikkelingen over dit onderwerp op de voet en we houden jullie hiervan op de hoogte. Blijf signalen aan ons doorgeven. Dit helpt ons in de verdere stappen.

Introductie Persoonlijk Levensfase Budget (PLB)

Sinds 1 januari 2024 biedt de Cao Huisartsenzorg het Persoonlijk Levensfase Budget (PLB) aan, waarmee medewerkers in de huisartsenzorg extra verlof opbouwen. Medewerkers kunnen verlofsparen voor verschillende doeleinden, zoals het opnemen van een langere periode van verlof of het verlenen van mantelzorg.

Het PLB is een urenbudget naast de gebruikelijke vakantie-uren en wettelijke verlofvormen. Het geeft flexibiliteit en draagt

bij aan een gezonde werk-privé balans, wat essentieel is voor de gezondheid, tevredenheid en een langdurige inzetbaarheid voor de huisartsenzorg. Medewerkers krijgen hiermee meer mogelijkheden om verlofuren te sparen. Zij kunnen het gespaarde verlofbudget gebruiken als zijn of haar levensfase daar aanleiding toe geeft.

Werkwijze mentale gezondheidsnetwerken

In het Integraal Zorgakkoord is afgesproken dat huisartsen, ggz en sociaal domein daarvoor regionaal gaan samenwerken in mentale gezondheidsnetwerken (MGN). De werkwijze, waarmee de regio’s aan de slag kunnen, is eind maart gepubliceerd.

Samenwerking in MGN’s zal de huisarts ontlasten doordat patiënten met complexe of sociale problematiek sneller op de juiste plek hulp krijgen. Door in een vroeg stadium gezamenlijk te verkennen wat er aan de hand is, komen patiënten minder gauw op een verkeerde wachtlijst terecht. De verwachting is dat huisartsen zo minder lang verantwoordelijk zijn voor patiënten met een complexe ggz-hulpvraag.

Regionale uitwerking

De werkwijze wordt in 2024 regio-

naal uitgewerkt door de betrokken partijen. De ggz-kerninstelling in een regio zal vaak optreden als regievoerder in het organiseren van het mentale gezondheidsnetwerk. Ook de RHO zal hier naar verwachting een rol in hebben. De LHV-afdeling kan zorgen voor goed overleg met de RHO over de gewenste insteek in de gesprekken.

De LHV is positief over de werkwijze die er nu ligt. Bestuurslid Guus Jaspar: “De gamechanger in goede samenwerking is vaak dat mensen elkaar kennen. Precies dat is wat nu wordt gefaciliteerd in alle regio’s. Met de mentale gezondheidsnetwerken komt er een format dat je overal kunt gebruiken, inclusief financiering.”

Download de werkwijze op onze website.

LHV Nieuws 33 de Dokter 2/2024
Lees hier hoe het werkt

wisselcolumn

Rutger Verhoeff, huisarts in Utrecht

Bruine strepen

De tienjarige Joep – een gordijn van lichtbruin haar over het rechteroog – kijkt met een twijfelende blik naar de twee lege stoelen voor mijn bureau. Zijn moeder Noor (41 jaar) – een vrouw met pittig kapsel – pusht hem: ‘Jij moet tegenover de dokter.’

Ik kijk toe vanuit mijn bureaustoel. ‘Zeg het eens, Joep. Wat kom je hier doen?’ richt ik me tot hem.

Meteen zijn hoofd naar Noor. ‘Ik zeg het wel,’ zegt ze tegen mij. ‘Hij is nogal verlegen, dat heeft hij niet van mij.’

Ik vraag me af van wie dan wel. ‘Strepen in zijn onderbroek,’ begint ze. ‘Bruine strepen. Poep, zeg maar.’ Joep kruipt in elkaar met zijn blik naar de grond. ‘Het zit zo, dokter,’ gaat ze verder. ‘Hij durft niet buitenshuis te poepen. Dus houdt hij het op.

‘Hij weet het niet te verwoorden dokter’

Bij inspanning lukt dat niet helemaal, zoals bij turnen. Dan ruik je het ook. Hij heeft vanwege pestgedrag al drie keer van sportclub moeten wisselen.’ Zoals geleerd verschuif ik de aandacht naar Joep. ‘Dat moet erg vervelend voor je zijn, Joep.’ Hij kijkt op. ‘Weet je wanneer het is begonnen?’

‘Hij heeft altijd al problemen met poepen,’ antwoordt Noor weer voor hem.

En zo verloopt het verdere gesprek: ik vraag iets aan Joep en zijn moeder geeft het antwoord. Zelfs als ik haar vriendelijk verzoek om hem iets te laten zeggen – ‘Hij weet het niet te verwoorden, dokter.’

Ik ken haar als een type die met stel en sprong gezien wil worden. Haar klachten moet je meestal met een korreltje zout nemen. ‘Kom je mee naar de bank, Joep?’ Hij knikt voorzichtig en staat op. Stiekem hoop ik dat Noor blijft zitten. Dat blijkt ijdele hoop. ‘Op je rug, trui omhoog en broek omlaag,’ commandeert ze hem bij de onderzoeksbank. Wanneer ik linksonder op de buik druk, geeft hij pijn aan. Noor: ‘Niet overdrijven, Joep.’

Moet jij zeggen, denk ik. ‘Gaat het wel, Joep?’

Weer dat knikje.

Terug aan het bureau neemt Noor het voortouw. ‘Wat gaan ‘we’ hieraan doen?’

Voor ik iets kan zeggen, doet zij dat met dwingende toon: ‘Ik wil met hem naar een poep-poli.’ Wil hij dat ook? ‘Vind je dat goed, Joep?’

‘Natuurlijk vindt hij dat goed,’ zegt Noor beslist. Ze is nog niet klaar: ‘En iets van assertiviteitstraining. Hij moet meer voor zichzelf leren opkomen.’

Ik verwijs hem naar de poep-poli. Voor het andere maak ik een aparte afspraak. Dan zal ik vragen met hem alleen te zitten. Bij de deur fluistert Noor me toe: ‘Hij is net zijn vader, die moet ik ook altijd achter de broek zitten.’ ¶

34 de Dokter 2/2024
FOTO: MIRJAM VAN DER LINDEN
advertentie

André Kuipers

Medische aspecten in de ruimtevaart arts en astronaut

Ruben Terlou

Gezondheidszorg over grenzen arts, documentairemaker en fotograaf

Ap Dijksterhuis

Wie (niet) reist is gek

hoogleraar psychologie, schrijver en ondernemer

Chantal Reusken

Dengue komt naar je toe deze zomer!? topexpert virologie bij het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Vincent Icke

Een schitterend stofje in het universum hoo gleraar astrofysica Universiteit Leiden en beeldend kunstenaar

Menno de Bree

Over het genot van de grens filosoof en medisch ethicus

Ingrid Mertens zur Borg

Grenzeloos dokteren in extreme situaties anesthesioloog, luitenant-kolonel reservist bij de Koninklijke Landmacht en forensisch arts

Oswald Nunes

Juridische bagage voor dokters op reis advocaa t bij KBS, gespecialiseerd in gezondheidsrecht/aansprakelijkheid en zorg

Erik Frijters

Is er een dokter aan boord? ma joor vliegerarts bij het Centrum Mens en Luchtvaart in Soesterberg

12 juni 2024 | Gooiland Hilversum | 6 ABAN-punten

Ga mee de wereld rond met deze knappe koppen die de grenzen van uw denken graag oprekken. Wat kunnen we leren van artsen buiten onze grenzen? Bent u ook altijd verplicht te dokteren als u zelf lekker op vakantie bent? Worden we van reizen eigenlijk gelukkig? Bekijk alle lezingen en schrijf u in voor de 3e editie van de Artsen1Daagse.

Retouradres LHV

Landelijke Huisartsen Vereniging

T.a.v. Afdeling

Ledenadministratie

Postbus 20056

3502 LB Utrecht

advertentie
Grenzeloos denken voor dokters
SCHRIJF U IN OP BRAINFEED.NL/ARTSEN1DAAGSE Artsen1Daagse
uw
9 sprekers maken
wereld groter

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.