#RU1ARI 20
B FE
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
Dossier verkiezingen
POLITIEKE PARTIJEN OVER DE HUISARTS
LHV: PITTIGE GESPREKKEN OVER SNEL VACCINEREN
‘Minder stress na risicovisites’ Informatiebeveiliging Deze 10 stappen heeft u snel gezet
Meer tijd voor de patiënt LHV-belangenbehartiger Zo begint u zelf een pilot ‘Tijdens corona drie keer zoveel persvragen’
21
deDokter
a dv er t en t ie
- Advertorial -
Het verhaal van de beste zorg Ons verhaal, dat is eigenlijk het verhaal van de beste zorg. En de beste zorg, die begint bij de huisarts, in samenwerking met de apotheker. Dit zijn betrokken zorgverleners, die hun patiënt als geen ander kennen. Ze bieden zorg, ze maken mensen beter. Goede uitwisseling van informatie die relevant en actueel is, is voor de beste zorg natuurlijk onmisbaar. Informatie over de patiënt en over wat er aan de hand is. Informatie die dankzij betrouwbare gegevensuitwisseling bovendien precies wanneer dat echt nodig is op de point-of-care beschikbaar is, voor de zorgverlener én ook voor de patiënt. Om dat mogelijk te maken, is ICT essentieel. Intelligent ICT, die geen concessies doet op het gebied van wetgeving en kwaliteit en tegelijk de continuïteit en stabiliteit biedt, waarmee de betrokken zorgverleners binnen de huisartsenpraktijk en apotheek echt geholpen zijn, om hun werk samen op de best mogelijke manier te doen. Waarmee alle zorgactiviteiten rondom één patiënt makkelijk te organiseren zijn omdat alle gegevens van deze patiënt, op één plek beschikbaar zijn.
Zulke ICT-oplossingen op maat maak je niet zomaar. Dat doe je samen! Daarom ontwikkelen we altijd samen met onze klanten. We verbinden de ervaring uit het veld met de expertise bij PharmaPartners. Dat leidt tot de beste ICT-oplossingen. Wat gaan we doen in 2021 Eén van de belangrijkste doelstellingen van PharmaPartners is: ontwikkeling van slimme ICT die de werkdruk verlaagt zodat er meer tijd over blijft. Tijd voor zorg. Tijd voor de patiënt. Maar welke oplossingen helpen nu het meest? Dat weten zorgverleners zelf het allerbest. PharmaPartners ging in 2020 met klanten in gesprek. Deze gesprekken gaven goed zicht op wat klanten op korte termijn nodig hebben, met een duidelijke punt op de horizon. Dit heeft geresulteerd in de vernieuwde gezamenlijke productvisie van PharmaPartners, die u hieronder ziet.
Ella Kalsbeek voorzitterscolumn Steun in de rug
O
pnieuw waren en zijn het pittige weken voor huisartsen en hun team, en het houdt voorlopig nog niet op. Zo ligt tussen de vorige editie van ons ledenblad en dit moment van schrijven een wereld van nieuwe ontwikkelingen en onzekerheden rondom de vaccinaties. En tegelijkertijd gaat het vaccineren nog steeds niet al te snel. Dat leidt tot veel vragen aan huisartsen, die zij vaak ook nog niet kunnen beantwoorden. En ook tot veel vragen van huisartsen aan de LHV. Onze medewerkers op het landelijke bureau en in alle regio’s krijgen in deze maanden meer vragen dan ooit tevoren. Veel daarvan gaan natuurlijk over COVID, maar ook onze juristen, bouwadviseurs en financiële experts spreken dagelijks tientallen leden. Naast het beantwoorden van deze vragen passen we op basis van deze vragen continu de informatie aan, bijvoorbeeld op onze website. Maar we zien al uw mails en telefoontjes ook als signalen. En dat is in deze tijd van nog groter belang dan voorheen.
We spreken dus veel huisartsen, en we peilen heel regelmatig waar huisartsen mee te maken krijgen. Toch hadden we recent de sterke behoefte om van onze achterban te horen of we op de goede weg waren. Dat kwam door de confrontatie met het ministerie over de vaccinatie van huisartsen begin januari. Hadden wij het als LHV goed gezien en hechtten huisartsen ook zo aan hun vaccinatie, om de continuïteit van zorg te kunnen waarborgen? Daarom hebben we huisartsen gevraagd om hun steun. Binnen enkele dagen kregen we een kleine 10.000 reacties op die oproep. Een geweldige steun in de rug, die we goed konden gebruiken. Mede daarmee is het ons gelukt om de vaccinatie van huisartsen alsnog naar voren te halen. Als ik deze column schrijf heeft net het overgrote deel van de huisartsen de eerste prik gehad. Met een enorme inspanning van veel LHV’ers in alle regio’s en in nauwe samenwerking met HAP’s, RHO’s en ziekenhuizen. Iets om enorm trots op te zijn en waar wij veel positieve reacties op hebben
‘ Al uw mails en telefoontjes zien we ook als signalen’
gekregen. We kunnen ons alleen maar wensen dat de vaccins blijven komen. En dat zowel de vaccinatie van huisartsen, als alles wat u de komende tijd nog aan vaccinaties van patiënten te wachten staat zo snel en efficiënt mogelijk kan plaatsvinden. Wij doen ons uiterste best om daarbij een steun in de rug te bieden. ¶ Ella Kalsbeek
colofon De Dokter is het ledenblad van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en verschijnt 7 keer per jaar. De LHV is de beroepsorganisatie voor alle huisartsen in Nederland. Oplage 14.200 exemplaren Twaalfde jaargang, nr 1 februari 2021 Eindredactie Nathalie Pol
Redactieraad Heleen van Bloemendaal, Aimée de Heij, Jelly Hogendorp, Margriet Niehof, David Renkema, Lennart Rijkers, Pleunie Schalkwijk, Cora ten Tusscher, Tekst & Beeld Berber Bijma, Simone de Blouw, Franco Gori, Aad Goudappel, Jelmer de Haas, Rikkert Harink, Rob van Hoorn, Corien Lambregtse, Mirjam van der Linden, Bart van Overbeeke
Lidmaatschap LHV Als LHV-lid ontvangt u automatisch De Dokter. Het LHVlidmaatschap kunt u schriftelijk of per e-mail beëindigen, uiterlijk één maand voor het einde van het kalenderjaar. Op www.lhv.nl vindt u hierover meer informatie.
Art direction en vormgeving Curve Mags and More, Haarlem www.curve.nl Advertentieverkoop SGNM, Oscar van den Bosch T: 06 11 59 15 22 E. oscar@sgnm.nl
Adreswijziging Graag doorgeven via ledenadministratie@lhv.nl
Drukwerk Habo da Costa, Vianen
de Dokter 1/2021
3
Contact redactie Postbus 20056, 3502 LB Utrecht E. dedokter@lhv.nl www.lhv.nl/dedokter Overname van teksten is toegestaan onder bronvermelding en met toestemming van de redactie.
21 #RU1ARI 20
deDokter
B FE
inhoud februari 2021
LEDENBLAD VAN DE LANDELIJKE HUISARTSEN VERENIGING
Dossier verkiezingen
POLITIEKE PARTIJEN OVER DE HUISARTS
LHV: PITTIGE GESPREKKEN OVER SNEL VACCINEREN
‘Minder stress na risicovisites’ Informatiebeveiliging Deze 10 stappen heeft u snel gezet
08
Meer tijd voor de patiënt LHV-belangenbehartiger Zo begint u zelf een pilot ‘Tijdens corona drie keer zoveel persvragen’
DD2101_01_Cover.indd 1
17-02-2021 11:36
06
12
17
16
BINNENKIJKEN Tjeerd Bottema wilde graag een energieneutrale praktijk, met voor tientallen jaren zekerheid over de kosten van beheer en onderhoud.
VIJF VRAGEN
30
Hoe houdt u de praktijk goed bereikbaar?
MIJN PRAKTIJKSTART
Waar zit het lek?
De verkiezingen
Wat komt er kijken bij veilig omgaan met gegevens? 'Je kunt beter twee kleine stappen zetten dan alles in één keer perfect proberen te krijgen.' We zetten voor u een aantal tips op een rij.
Hoe willen jullie de (huisartsen)zorg versterken? Dat vroegen we alle politieke partijen in de aanloop naar de verkiezingen op 17 maart. De zorgwoordvoerders vertellen over hun plannen.
36 38
Mijke Pelkman over haar praktijkstart in Nijmegen.
NIEUWS WISSELCOLUMN De patiënt van Rutger Verhoeff vraagt vriendelijk doch dwingend om een recept.
quickscan van... Katrien Verstraete, huisarts in Maastricht
‘H
eel herkenbaar, dat verhaal in Mijn praktijkstart: een nieuwe maat die in een groepspraktijk instapt. Zelf zit ik aan de andere kant: ik ga van de week met pensioen. Mijn opvolger is een huisarts die ik zelf heb opgeleid. Ze begint nu als vaste waarnemer, maar ik heb er alle vertrouwen in dat ze in deze praktijk past. De patiënten zullen blij met haar zijn.
Ik ga mijn werk vast missen, maar er zijn ook consulten bij, lees de Wisselcolumn, waarvan ik blij ben dat ik ze niet meer hoef te doen. Ik hoop dat het lukt om na coronatijd vast te houden aan ‘Meer tijd voor de patiënt’ en overal in het land pilots te starten. Daar wordt in het artikel over de Handreiking Meer tijd voor de patiënt toe opgeroepen. Ik gun het mijn collega’s van
4
harte. Ik heb zelf altijd 3,5 dag per week gewerkt. En dan heb ik het alleen over patiëntenzorg, want er komt nog zoveel meer werk bij kijken. Als ik alle uren optel, kom ik zomaar op 40, 50 uur per week. We moeten echt zorgen dat ons vak, ook het praktijkhouderschap, in de toekomst te doen blijft. Fijn dat de LHV zich zo heeft ingezet voor de vaccinatie van huisartsen.
de Dokter 1/2021
26 Meer tijd voor de patiënt Een pilot Meer tijd voor de patiënt biedt de kans om te onderzoeken welke oplossing bij uw praktijk het beste werkt. Maar hoe zet je zo'n pilot op? En hoe zorg je voor betrokkenheid van de zorgverzekeraar?
quotes ‘In onze praktijk hadden we een keer per week wel een instinker’
32 ‘Drie keer zoveel persvragen’ De coronacrisis gooide de agenda van LHVcommunicatieadviseur Judith van Empel helemaal om.
Huisarts Caroline Gortemaker, als een patiënt toch COVID blijkt te hebben (pagina 10)
‘Waarom verder zoeken als ik het hier zo leuk vind’ Huisarts Mijke Pelkman over haar praktijkstart (pagina 30)
‘Ik krijg regelmatig een verfrommeld papiertje met het wachtwoord’
FOTO: ROB VAN HOORN
Waarnemend huisarts Jonathan Bouman over informatiebeveiliging (pagina 12) Goed om dat artikel te lezen. Toen zeker was dat het doorging, heb ik 1,5 uur aan de telefoon gezeten en voor onze hele huisartsengroep afspraken gemaakt. Ik ben dolblij dat ik de eerste prik heb gehad. Dat scheelt stress, ook bij het thuisfront. Hopelijk kunnen de praktijkmedewerkers de vaccinatie nu ook snel krijgen. Ik wil wel helpen prikken, al ben ik met pensioen.’¶
‘Beter dat het in de voorbereiding spannend is’ Pilot Meer tijd voor de patiënt (pagina 26)
de Dokter 1/2021
5
binnenkijken Huisartsenpraktijk Nieuw Plettenburgh, Utrecht TEKST: BERBER BIJM A // FOTOGR AFIE: SIMONE MICHELLE
Duurzame samenwerking
‘Een mooi gebouw dat rust uitstraalt’, typeert Tjeerd Bottema
E Op het dak liggen 276 zonnepanelen
Duurzaamheid in de praktijk Een vraag die we bij LHV Bouwadvies vaak horen: 'Ik wil mijn praktijk gaan verduurzamen, hoe pak ik dat aan? Gebouwen zijn verschillend en huisartsen met een eigen praktijk kiezen voor uiteenlopende methoden van verduurzamen. In een interviewserie op de LHV-website vertellen zij over hun duurzame aanpak: welke keuzes maakten zij, hoe zit het met de kosten en wat is het resultaat. Laat u zich ook inspireren? www.lhv.nl/duurzaamheidindepraktijk Bij huisartsenpraktijk Nieuw Plettenburgh werken 9 huisartsen, 11 assistentes, 1 financieel medewerker, 1 administratief medewerker, 4 POH’s somatiek en 3 POH’s-GGZ.
6
en energieneutrale praktijk, met voor tientallen jaren zekerheid over de kosten van beheer en onderhoud. Het eerste lukt waarschijnlijk nét niet – het energieverbruik was wat te rooskleurig ingeschat – maar met de voorspelbaarheid van de kosten lijkt het helemaal goed te komen. ‘We zijn van twee geschakelde eengezinswoningen verhuisd naar een nieuwbouwpand waarvan we huren als eigenaar, vertelt Tjeerd Bottema, een van de huisartsen van praktijk Nieuw Plettenburgh in Utrecht. Het financiële concept is van Stichting Maatschappelijk Vastgoed, die het concept ook veel bij schoolgebouwen toepast. De hoofdgebruikers van het pand vormen het bestuur van een stichting die het pand aan diezelfde gebruikers verhuurt, tegen een prijs die in principe voor de komende dertig jaar vastligt. Bottema: ‘Naarmate de stichting de hypotheek op het pand verder aflost, kan de huurprijs zelfs nog iets lager worden.’ Het pand heeft een warmte-koudeinstallatie, zonnepanelen en warmtepompen. Waarschijnlijk nét niet
de Dokter 1/2021
genoeg om energieneutraal te zijn, al is dat nog na twee jaar niet helemaal duidelijk. ‘Het had nogal wat voeten in de aarde om de warmte-koudeinstallatie goed in te regelen. Ons systeem is zo vernuftig dat het zelfs voor de mensen van het installatiebedrijf even duurde voor ze het tot in z’n finesses doorgrondden.’ De verbetering is evident: van een veel te krappe praktijk, waar het ‘altijd dringen was op de trap’ naar een comfortabel en ruim nieuwbouwpand, mét verscheidene andere zorgdisciplines erbij. ‘Het werkt heel anders met alle disciplines onder één dak. Het heeft wel een jaartje geduurd voor iedereen daaraan gewend was, maar nu staat er een mooie, professionele organisatie. En natuurlijk zijn we er qua comfort enorm op vooruit gegaan.’ Het nieuwe gebouw is ruim bemeten, maar loopt toch al snel weer vol. ‘Het heeft een L-vorm; we hebben ingecalculeerd dat we ooit de hoek in de L-vorm nog kunnen bebouwen. Maar voorlopig hebben we alles wat ons hartje begeert.’ ¶
Tjeerd Bottema, een van de huisartsen van praktijk Nieuw Plettenburgh in Utrecht
De vloer heeft in de hele praktijk een basistemperatuur die per ruimte bijgeregeld kan worden via luchtcirculatiesystemen in het plafond
Een akoestische plaat met een foto van de Oude Gracht, afkomstig uit de vorige praktijk, was te mooi om weg te doen
De vide van wachtkamer van de huisartsen kijkt uit op de wachtkamer van de fysiotherapeuten, met kartonnen lampenbollen
Licht, ruimte en tafels van boomstammen in alle wachtkamers bepalen de sfeer van het pand
de Dokter 1/2021
7
Pittige gesprekken over zo snel mogelijk vaccineren huisartsen Het waren weken van onrust, hectiek en pittige gesprekken. Het LHV-bestuur moest in januari alles uit de kast halen om te zorgen dat huisartsen, net als andere zorgverleners in de acute zorg, een vaccin konden krijgen. LHV-bestuurder Carin Littooij blikt met gemengde gevoelens terug op het proces. TEKST: BERBER BIJM A FOTOGR AFIE: MIR JAM VAN DER LINDEN EN BART VAN OVERBEKE
8
de Dokter 1/2021
H
oren de huisartsen wel of niet tot de acute zorg? Dat was de hamvraag die in januari bepaalde wanneer huisartsen het COVID19vaccin kregen. Voor de huisartsen zelf een uitgemaakte zaak. Huisarts en LHV-bestuurder Carin Littooij: ‘Begin januari werd op een zaterdag duidelijk dat het kabinet medewerkers in de acute zorg voorrang gaf om gevaccineerd te worden. Binnen een uur trokken wij aan de bel, toen bleek dat de huisartsen níet werden genoemd in de keten van acute zorg. Bovendien was de Britse variant net in opkomst, waardoor de druk op de huisartsenzorg toenam én het risico groter werd dat de beroepsgroep zelf geïnfecteerd raakte. Als te veel huisartsen uitvallen, loopt het hele zorgsysteem vast. Om de huisartsenspoedzorg overeind te houden, was het
MAAIKE ROOVERS, HUISARTS IN SASSENHEIM:
‘Ik stap nu met meer vertrouwen situaties in’ ‘Op de COVID-post zijn we natuurlijk volledig in beschermende kleding, maar op het spreekuur glipt er ook soms iemand tussendoor die tóch corona blijkt te hebben. Ook tijdens visites kan het gebeuren: ik werd opgeroepen bij een oudere mevrouw die was gevallen en haar heup had gebroken. Ze had geen luchtwegklachten. Ik was dan ook verrast door de lage saturatie. In het ziekenhuis bleek ze corona te hebben. Gevallen door een delier. Ze was al een paar dagen warrig, vertelde haar zoon achteraf. Ik had tijdens die visite alleen maar een mondkapje op. De visites die we rijden gaat het voor een belangrijk deel om coronapatiënten. Soms wel tien of twaalf op een dag. Beschermende kleding trek ik altijd buiten het huis aan. In de hal achter de voordeur wil ik niet – zeker niet bij bewezen COVID-19. In het ziekenhuis heb je daar een aparte ruimte voor en vaak een ‘aankleedbuddy’. Ik ben vertrouwd geraakt met dat pak, zeker sinds ik palliatieve zorg heb verleend aan een oudere coronapatiënte die niet naar het ziekenhuis wilde. Het lukte ondanks die beschermende kleding toch om laagdrempelige zorg te verlenen. Ik ben zes dagen lang minstens één keer per dag wat langer bij deze mevrouw geweest. Als je uiteindelijk zelf dan toch géén corona krijgt, ondanks de virusload waaraan je hebt blootgestaan, geeft dat vertrouwen in die beschermende kleding en lukt het toch om dit werk laagdrempelig te doen. Tijdens de eerste golf heb ik een paar weken niet gewerkt wegens luchtwegklachten. Toen was de zorg zo afgeschaald, dat dat niet al te veel problemen opleverde. Als het nu weer zou gebeuren, wordt het echt moeilijker. Je kunt niet à la minute een waarnemer vinden, dus de collega’s moeten het overnemen. We proberen nu heel zorgvuldig te kijken welke COVID-19-patiënten we wel moeten insturen en welke niet, om het ziekenhuis te ontlasten. Als er collega’s uitvallen kunnen we dat niet zo secuur blijven doen, verwacht ik. Dan stuur je misschien toch eerder iemand in.
noodzakelijk huisartsen zo snel mogelijk te vaccineren.’ Dat stelde het ministerie voor een dilemma. ‘Het ministerie heeft veel afwegingen te maken en wil zich daarbij zo veel mogelijk houden aan de vaccinatievolgorde die de Gezondheidsraad adviseert. Begin januari waren er bovendien nog maar heel weinig vaccins beschikbaar. De minister beloofde dat huisartsen het Moderna-vaccin zouden krijgen, zodra dat beschikbaar was – de verwachting was eind januari, begin februari.’
▲
◼◼ AAN HET REKENEN Half januari kwam het nieuws dat het Moderna-vaccin langer op zich zou laten wachten. Littooij: ‘Daarop zijn we opnieuw met de minister in gesprek gegaan. Het leek
Dat ik nu gevaccineerd ben, maakt geen enkel verschil voor hoe ik werk, maar ik stap wel met meer vertrouwen situaties in. Ik hoop dat het ook voor collega’s betekent dat ze wat makkelijker COVID-19-visites afleggen, want je kunt echt veel voor mensen betekenen. Ik heb er wel wat een dubbel gevoel bij dat sommige huisartsen – ook oudere – langer op een vaccin moeten wachten en dat ook onze medewerkers nog niet gevaccineerd zijn. Het is zo hard nodig voor de continuïteit van de praktijk en je gunt het die anderen ook zo.’
de Dokter 1/2021
9
CAROLINE GORTEMAKER, HUISARTS IN EINDHOVEN
‘Die prik betekent minder stress na risicovisites’ ‘Van alle patiënten die met COVID-19 op de Spoedeisende Hulp terechtkomen, is 90 procent eerst gezien door de huisarts. Ik vind het onbegrijpelijk dat wij niet eerder zijn gevaccineerd, gezien de enorme risico’s die we lopen. Afgelopen jaar hebben wij in onze praktijk ongeveer eens per week een “instinker” gehad: een patiënt met asymptomatische klachten die dan later toch corona blijkt te hebben. Ik werd bijvoorbeeld gebeld door de echtgenoot van een vrouw van 80 die al twee dagen haar bed niet uit was geweest. Ze was niet benauwd, hoestte niet en de man dacht dat ze geen koorts had – de batterijen van de thermometer waren op. In eerste instantie dacht ik aan een CVA. Ik ging er met spoed naartoe, droeg alleen een mondmasker. Toen ik er kwam, bleek ze hoog in de 39 te hebben, maar verder had ze geen luchtwegklachten en een goede saturatie. Ik heb haar ingestuurd met verdenking van urineweginfectie en mogelijk sepsis of een delier als gevolg daarvan. Ik ben toch een kwartier in een klein kamertje geweest waar het raam al dagen niet open was geweest. Ik moest me over deze mevrouw heen buigen om haar te onderzoeken. De volgende dag hoorde ik van haar echtgenoot dat het toch corona was. Van het ziekenhuis hoorde ik het pas bij haar ontslag. Ik schrok er enorm van, heb een weeklang mijn man en kinderen niet aangeraakt. Dat heb ik afgelopen jaar na een risicovolle situatie overigens vaker gedaan. Mijn man behoort tot de risicogroep. Het zal toch niet zo zijn dat ik hem besmet en dat hij daaraan doodgaat? Bovendien kan ik andere medewerkers van de praktijk besmetten. Het zou heel lastig worden om voor mij of mijn collega’s een vervanger te vinden als we uitvallen. Dat geeft overbelasting en overwerk voor de collega’s en het risico van minder spreekuurcapaciteit. er in eerste instantie op dat als de huisartsen alsnog snel gevaccineerd konden worden, andere groepen zouden moeten wachten. Dat is een lastige boodschap. Maar toen wij zelf aan het rekenen gingen, bleek dat helemaal niet het geval: het ging om zo’n 15.000 medewerkers in de acute huisartsenzorg, terwijl er toen al wekelijks zo’n 150.000 Pfizer-vaccins binnenkwamen. Met andere woorden: het inplannen van de huisartsen betekende hooguit een dagdeel uitstel voor bijvoorbeeld bewoners van verpleeghuizen. Inmiddels was ook duidelijk dat de Britse variant écht in opmars was en dat het starten met vaccineren van huisartsen niet lang moest duren. Die halve dag uitstel voor kwetsbare mensen vonden wij daarom gerechtvaardigd. Met die boodschap zijn we naar buiten getreden.’
De ANW-diensten die ik heb ingepland, doe ik, maar ik ben niet erg geneigd om veel extra diensten te draaien, zeker omdat de patiëntencontacten tijdens de diensten relatief vaak om corona gaan. Het late vaccineren van huisartsen zet de onderlinge bereidheid onder druk om voor elkaar in te vallen, zeker onder de wat oudere huisartsen. Na mijn vaccinatie zal ik uiteraard nog steeds alle beschermende maatregelen nemen, maar die prik betekent voor mij minder stress, zeker na risicovisites, minder kans om patiënten en mijn gezin te besmetten en beduidend minder kans om er zelf heel ziek van te worden.’
10
de Dokter 1/2021
‘ Om de huisartsenspoedzorg overeind te houden, was het noodzakelijk huisartsen zo snel mogelijk te vaccineren’ 6000 doses kunnen zetten. Het Landelijk Netwerk Acute Zorg heeft geholpen met de logistiek en het regelen van priklocaties.’ Door schaarste aan vaccins kon in het weekend van 23 januari nog maar de helft van de beoogde groep worden gevaccineerd. De andere helft moest twee weken wachten. ‘Die schaarste was overmacht, maar riep uiteraard frustratie op, want waarom zou een huisarts in Zwolle eerder recht hebben op een vaccin dan een collega in Amersfoort? Ook de eerdere onduidelijkheid over hoe wij ons verhouden tot de spoedzorg, was frustrerend. Nu die eerste 15.000 zijn gevaccineerd, is de rol van de huisarts in de spoedketen in evenwicht met de andere zorgverleners in die keten, die eerder al waren gevaccineerd. Over die uitkomst ben ik tevreden, maar het proces liep niet goed. Bovendien is het vervelend dat medewerkers van huisartsenpraktijken wel nog langer moeten wachten. Zij krijgen zodra dat beschikbaar is in de huisartsenpraktijken het AstraZeneca-vaccin, op basis van het principe: wie vaccineert, mag ook zelf het vaccin krijgen.’
De nodige media-aandacht en ‘een paar pittige gesprekken’ met het ministerie later lukte het om medewerkers in de spoedeisende huisartsenzorg alsnog sneller gevaccineerd te krijgen – overigens toch wel met het Moderna-vaccin. ‘Dat wisten we op maandagavond en op vrijdagavond werden de eerste prikken gezet. Tussendoor is een enorme inspanning geleverd om te zorgen dat de juiste mensen, huisartsen en bepaalde medewerkers van huisartsenposten, zouden worden uitgenodigd en dat alles was geregeld om de vaccinatie uit te voeren: de ziekenhuislocatie, de prikkers, mensen om de registratie ter plekke uit te voeren, noem maar op. Dat is gedaan door de LHV-regiobureaus, de huisartsenposten, regionale huisartsenorganisaties en de ziekenhuizen gezamenlijk. Kortom: het was een hele klus, maar in dat eerste weekend hebben we alle beschikbare
◼◼ IEDERE DAG OVERLEG De komende weken gaan huisartsen starten met het vaccineren van het praktijkpersoneel, bepaalde risicogroepen en 65-minners. Littooij: ‘We zijn iedere dag met VWS in gesprek, want er is nog steeds onduidelijkheid. Wij bepalen de vaccinatiestrategie niet, maar voeren die uit. Wel denken we natuurlijk mee over de uitvoerbaarheid van die strategie in de praktijk. De vraag is steeds: hoeveel vaccins komen binnen, wat is precies de vaccinatiestrategie, welke rol heeft de huisarts daarin, is dat haalbaar? LHV-medewerkers zijn daar voortdurend mee bezig. Iedere keer als een levering verandert, verandert ook de organisatie van de vaccinatie. De eerste weken van het jaar waren hectisch en onrustig, zeker toen we lobbyden voor een zo snel mogelijke vaccinatie van de huisartsen. Die onrust zal nog wel even blijven, want tot op vandaag weten we niet precies hoe de vaccinaties door de huisartsen gaan verlopen.’ ¶
de Dokter 1/2021
11
12
de Dokter 1/2021
Informatiebeveiliging: óók een kwestie van boerenverstand Natuurlijk moeten patiëntgegevens en andere gevoelige informatie digitaal achter slot en grendel. Maar veilig omgaan met gegevens in de huisartsenpraktijk is ‘zeker niet alleen high tech’, zegt Johan Snijders, ICTbeleidsmedewerker bij de LHV. ‘Kunnen patiënten niet meekijken op het scherm van de assistente? Laat niemand papieren met medische gegevens achter bij de printer? Informatiebeveiliging gaat voor een belangrijk deel over gedrag en is daarom ook een kwestie van boerenverstand.’ TEKST: BERBER BIJM A // ILLUSTR ATIE: A AD GOUDAPPEL
‘A
ls zorgverlener en praktijkhouder ben je hoeder van belangrijke medische en persoonlijke informatie. Je bent niet alleen verplícht daar goed mee om te gaan, maar zorgverleners wíllen er ook goed mee omgaan. Je wilt echt niet dat de gegevens van je patiënten op straat komen te liggen.’ Johan Snijders houdt zich als ICT-beleidsmedewerker bij de LHV bezig met de eisen aan en het adviseren over de informatiebeveiliging in huisartsenpraktijken. Hij ziet dat er zowel huisartsen zijn die zich er té druk om maken als huisartsen die zich er niet druk genoeg om maken. ‘Sommige huisartsen hebben het gevoel dat ze niet genoeg technologische vaardigheden hebben om het allemaal precies goed te doen. Aan de andere kant van het spectrum zie je huisartsen die denken dat ze het allemaal wel aardig goed hebben geregeld en die zich er daarom niet zo druk om maken. Die houding is risicovoller, want je moet voortdurend bewust en kritisch blijven kijken naar de processen in de praktijk. Net als met de VIM-procedure voor medische incidenten en bijnaincidenten, is het ook goed om bijna-incidenten met informatiebeveiliging onder de loep te nemen. Veilig omgaan met gegevens is geen noodzakelijk kwaad, maar een onderdeel van de praktijkvoering. Het hoort simpelweg bij het huisartsenvak om zorgvuldig met patiëntgegevens om te gaan. Dat was vroeger al het uitgangspunt; toen bewaarde de huisarts de papieren patiëntendossiers óók achter een slot.’
◼◼ STAPPENPLAN In de Praktijkwijzer Informatiebeveiliging hebben LHV, NHG, en InEen samen op een rij gezet wat er bij veilig omgaan met gegevens komt kijken. ‘In die handleiding zitten alle hulpmiddelen die wij kunnen bedenken om de zaken goed te regelen volgens de NEN-normen’ vertelt Snijders. ‘Het is daardoor een vrij uitgebreide handleiding geworden, maar het is niet nodig alles in één keer door te lezen. Ik raad huisartsen doorgaans aan om met één onderwerp te beginnen. Je kunt beter twee kleine stappen zetten dan alles in één keer perfect proberen te krijgen.’ De globale volgorde die in de handleiding staat beschreven is: breng de informatiestromen in kaart, onderzoek de risico’s daarin, regel wat je zelf kunt regelen en zoek zo nodig ondersteuning bij andere acties. De informatiestromen binnen een praktijk gaan voor een deel via computersystemen. ‘Niet voor ieder systeem is een verwerkersovereenkomst nodig’, vertelt Snijders. ‘Als het bijvoorbeeld gaat om een applicatie waarin geen persoonsgegevens worden verwerkt, hoef je niet zo’n overeenkomst te sluiten. Op de LHV-site staat een beslisboom die duidelijk maakt wanneer er wel en niet een verwerkersovereenkomst nodig is én een checklist met voorwaarden waaraan de overeenkomst moet voldoen.’ De toegang tot diverse informatiesystemen moet goed beveiligd zijn. ‘Het is aan de huisarts om te bedenken wie waarbij moet kunnen. Het technische deel van de inlogbeveiliging wordt meestal geregeld door de vaste ictondersteuner of de zorggroep in de regio.’
‘Het is aan de huisarts om te bedenken wie waarbij moet kunnen’
◼◼ BREED KIJKEN Bij het onderzoeken van risico’s in informatiestromen is het belangrijk zo breed mogelijk te kijken, adviseert Snijders, juist omdat het om veel meer gaat dan techniek. ‘Een patiënt die kan meekijken op het scherm van de assistente is een informatierisico dat je meestal vrij gemakkelijk kunt oplossen, bijvoorbeeld door de computer een kwartslag te draaien of een deel van een raam af te plakken.’ Om allerlei risico’s op te sporen, kan het handig zijn een paar medewerkers daar specifiek voor in te zetten.
de Dokter 1/2021
13
Snijders: ‘Vraag bijvoorbeeld de praktijkmanager en een assistente om een dag of een paar dagen heel bewust om zich heen te kijken: wat slingert er eventueel rond in de praktijk of wat is zichtbaar voor mensen die het niet zouden moeten zien. Informatiebeveiliging is vaak de taak van de praktijkmanager – als die er is – gemaakt, maar het is goed om ervoor te zorgen dat uiteindelijk iederéén zich ervoor verantwoordelijk voelt. En juist door meer mensen erbij te betrekken, haal je meer risico’s boven water, want iedereen ziet vanuit de eigen functie andere dingen. De assistente zou bijvoorbeeld kunnen zien dat de verschillende huisartsen van één praktijk net wat anders werken en daardoor verschillend omgaan met gevoelige informatie.’
Deze veiligheidsstappen zijn snel gezet Print zo weinig mogelijk Zorg dat patiënten niet onbedoeld op een computerscherm kunnen meekijken Vergrendel altijd uw computer bij het verlaten van uw werkplek
◼◼ INFORMATIEPROTOCOL Om risico’s te verkleinen is het uiteraard van belang de technische beveiliging van gegevens goed op orde te hebben, met toepassingen als twee-factor-authenticatie. Om ook informatielekken door risicovol gedrag zoveel mogelijk te beperken, kan een ‘informatieprotocol’ zinvol zijn. ‘Zeker als er nieuwe medewerkers in de praktijk komen, is het handig hen zo’n protocol te kunnen overhandigen. Tegelijk is natuurlijk duidelijk: met alleen het opschrijven en opslaan van hoe je met gevoelige informatie wilt omgaan, bereik je weinig. Verantwoord gedrag moet onderdeel van het dagelijks werk worden en dus een terugkerend onderwerp bij werkoverleggen. Mocht er sprake zijn van een echt datalek, dan is de huisarts in veel gevallen verplicht
Laat apparatuur met informatie (laptop, smartphone, usbstick) nooit onbeheerd achter Sluit nooit privé-apparatuur aan op praktijknetwerken, óók niet om op te laden Gebruik sterke wachtwoorden en verander uw wachtwoorden eens per halfjaar Gebruik eventueel een wachtwoordmanager, zodat u zelf maar één wachtwoord hoeft te onthouden Stuur mails alleen via beveiligde systemen Laat 1 of 2 medewerkers eens een dag ‘speuren’ naar informatielekken en onveilig gedrag in de praktijk Zet informatiebeveiliging regelmatig op de agenda van het werkoverleg Meer tips over informatiebeveiliging leest u in de Praktijkwijzer Informatiebeveiliging, een gezamenlijke uitgave van LHV, NHG en InEen, op www.lhv.nl.
INFORMATIEBEVEILIGING IN DE HUISARTSENPRAKTIJK
Duidelijke regels én voortdurende aandacht
S
andra Groot-Metz is praktijkmanager bij Gezondheidscentrum Holendrecht in Amsterdam. Samen met een van de huisartsen is ze verantwoordelijk voor de informatieveiligheid in de praktijk. ‘Dat betekent dat we continu aandacht houden voor het belang van privacybescherming.’ De technische kant daarvan is grotendeels in handen van de stichting GAZO, waar Gezondheidscentrum Holendrecht onder valt. ‘GAZO regelt bijvoorbeeld ons HIS en heeft er ook voor gezorgd dat we externe werkplekken hebben. Als er een computer wordt gestolen, staat daar geen gevoelige informatie op, want alles staat op die externe werkplek.’ Naast de techniek zijn het de praktische werkprocessen die de privacy moeten garanderen. ‘We hebben duidelijke afspraken over heel veel verschillende dingen. Bijvoorbeeld: communicatie via WhatsApp mag niet tot een
14
de Dokter 1/2021
persoon herleidbaar zijn, je vergrendelt je computer als je je werkplek verlaat, van urinepotjes haal je de naamsticker af voor je ‘m bij het afval gooit, bij het papierafval scheiden we gevoelige en niet-gevoelige informatie, niemand neemt praktijkpost mee naar huis.’ De regels gaan soms behoorlijk ver. ‘Patiënten die verhuizen, willen soms zelf hun dossier ophalen om het aan hun nieuwe huisarts over te dragen. Als ze dan hun zoon of dochter sturen, geven wij het alleen mee als die een machtigingsformulier met handtekening heeft. Daarnaast hebben we de afspraak dat aan de balie geen achternamen van patiënten worden genoemd, omdat het in onze praktijk niet helemaal te voorkomen is dat geluid van de balie de wachtkamer bereikt.’ En dan nog zijn er genoeg valkuilen. ‘Huisartsen die visites doen, nemen soms een visitekaart mee met medicatie-informatie.
dat te melden bij de Autoriteit Persoonsgegevens, die altijd zal vragen: wat heb je gedaan om dit in de toekomst te voorkomen? Ook een bijna-datalek moet daarom altijd aanleiding zijn om in gesprek te gaan. Het zou bijvoorbeeld kunnen gebeuren dat alle patiënten van de praktijk een mail krijgen en iemand op het laatste moment voor verzending ontdekt dat de mailadressen in CC staan in plaats van BCC. Dan ga je in gesprek over hoe het kon dat dat bijna fout ging en hoe je ervoor kunt zorgen dat het de volgende keer niet écht fout gaat – bijvoorbeeld door een extern mailprogramma te gaan gebruiken.’
‘ Transparantie over fouten geeft vertrouwen’
V
oor Jonathan Bouman is zorgvuldige informatiebeveiliging een belangrijk element van zijn werk als huisarts. ‘Vertrouwen in de basis van ons vak. Als de patiënt mij niet vertrouwt, kan ik die patiënt niet goed helpen. Ik tik de hele dag door dingen in systemen. Als daarin een lek ontstaat en dat lek wordt niet zorgvuldig gedicht, dan verlies ik mogelijk het vertrouwen van de patiënt.’ Bouman is waarnemend huisarts in Amsterdam en een van de bestuursleden van het CMIO-netwerk, een netwerk van chief medical information officers: huisartsen die zich naast hun medische werk ook actief bezighouden met informatisering in de zorg. Het netwerk voor de eerste lijn is vorig jaar opgericht. De leden hebben bovengemiddelde kennis van informatietechnologie én zijn thuis in de medische wereld. Dat maakt het netwerk de ideale partij om bruggen te slaan tussen die beide werelden, zegt Bouman, die ook actief is als ethisch hacker. De technologische kennis die de leden van het CMIO-netwerk hebben, heeft niet iedere huisarts nodig, benadrukt hij. ‘Een goede oplossing is een CMIO binnen de zorgroep of regio-organisatie die zorgt dat de basis op orde is. Als waarnemer kom ik overal en nergens en ik krijg nog regelmatig een wat verfrom-
◼◼ NIET GEK LATEN MAKEN Veilig omgaan met gegevens steekt nauw: een foto naar een specialist appen of een geboortekaartje in de wachtkamer hangen in plaats van in de personeelskamer, zijn zaken die niet kunnen. ‘Je moet weten waar de grens ligt, maar je tegelijk ook realiseren dat niet alles meteen een groot probleem is’, zegt Snijders. ‘Je kunt het onderwerp dus niet naast je neerleggen onder het mom “daar ben ik niet van”, maar je moet je tegelijk ook niet gek laten maken. Begin simpelweg met een paar kleine stappen uit de handleiding Informatiebeveiliging en zet het onderwerp regelmatig op de agenda, zodat er meer bewustzijn komt. Daarmee werk je toe naar de gedachte áchter de AVG – die onterecht nog vaak wordt gezien als een “moetje” – dat goed omgaan met gevoelige informatie een standaard plek in de praktijkvoering heeft.’ ¶
Wat nu als die op de terugweg uit je jaszak valt?’ Een goed privacybeleid is daarom vooral een kwestie van voortdurende aandacht, zegt Groot. ‘Na een tijdje trapt iedereen toch weer in valkuilen. Informatieveiligheid komt daarom bij ons vrijwel iedere maand ter sprake en twee keer per jaar hebben we een ‘Week van de privacy’ waarbij er dagelijks aandacht is, bijvoorbeeld door te laten zien wat er mis kan gaan.’ Privacy is een serieus onderwerp, maar in gezondheidscentrum Holendrecht benaderen ze het ook graag met humor. Wie zijn of haar computer onbeheerd achterlaat, kan bij terugkomst een bordje ‘#datalek’ op het toetsenbord vinden. ‘Dat mag iedereen bij een collega neerzetten. #datalek klinkt met opzet een beetje catchy. We willen het onderwerp ook graag een beetje luchtig en bespreekbaar houden, zonder al te veel met de vinger te wijzen.’
de Dokter 1/2021
15
meld papiertje in handen gedrukt met een algemeen account met wachtwoord, waar alle waarnemers in die praktijk gebruik van maken. Dat moet bijvoorbeeld een gepersonaliseerd account zijn.’ De meest voorkomende datalekken zijn toch nog altijd de spreekwoordelijke ‘dossiers die in de winkelwagen worden achtergelaten’. ‘Alleen al daarom is een belangrijke stelregel: print zo weinig mogelijk, het is heel vaak niet nodig. En áls er iets misgaat, bepaalt de manier waarop je daarmee omgaat, het vertrouwen van patiënten. Een recent voorbeeld is het datalek bij de GGD in het bron- en contactonderzoek – dat is echt schadelijk. Het lek was begin november al bekend en werd eind januari pas verholpen. Onze patiënten verwachten niet dat alles waterdicht is, maar wel dat de informatieveiligheid morgen beter is dan vandaag en dat wij daar als zorgverleners transparant over zijn.’ Begin juni organiseren de LHV Academie, Technische Universiteit Eindhoven en het CMIO Netwerk Eerste Lijn een tweedaagse masterclass voor huisartsen die de rol van CMIO (willen) vervullen. Heeft u belangstelling voor het netwerk of de masterclass? Dan vindt u meer informatie op www.cmionetwerk.nl.
5 5 vragen
Bereikbaarheid van de praktijk
De bereikbaarheid van huisartsenpraktijken is de afgelopen jaren steeds verder verbeterd. Waar liggen nog kansen? En welke gevolgen heeft online inzage op de gewenste beschikbaarheid en bereikbaarheid? TEKST: LHV
1
Wanneer ben ik overdag goed bereikbaar?
Met een goede bereikbaarheid wordt bedoeld dat de huisartsenpraktijk minimaal zes uur per dag telefonisch bereikbaar is voor patiënten. In ieder geval tussen 8.00 en 10.00 uur en ’s middags tussen 15.00 en 17.00 uur. In de regel is het uur tussen 17.00 en 18.00 uur door de huisartsenpost gedekt. Als huisarts bent u zelf verantwoordelijk om dit te regelen met de betreffende huisartsenpost. De ervaring leert dat een goede bereikbaarheid overdag zorgt voor minder werkdruk in de ANW-diensten.
2
Hoe kan ik mijn bereikbaarheid nog verbeteren?
Digitale oplossingen kunnen uw telefonische bereikbaarheid verder aanvullen. Denk hierbij aan een patiëntenportaal, een duidelijke website, een app en e-mail. Zorg daarbij wel dat deze voldoen aan geldende (beveiligings)richtlijnen. Ook videoconsulten en chatten binnen de praktijk zijn tijdens de coronacrisis in sneltreinvaart geaccepteerd door zowel patiënten als praktijkmedewerkers.
3
Hoe informeer ik over afwezigheid en bereikbaarheid bij spoed?
Noem spoed als eerste optie in het keuzemenu van uw telefoonbeantwoorder. Bent u afwezig tijdens praktijkuren? Dan moet voor patiënten en andere zorgverleners duidelijk zijn waar zij terecht kunnen. Buiten praktijkopeningstijden is voor uw patiënten duidelijk wat het telefoonnummer is van de huisartsenpost.
4
Zorgen flexibele openingstijden voor een betere bereikbaarheid?
Vanwege de flexibele openingstijden van allerlei voorzieningen, verwachten patiënten deze flexibiliteit ook steeds vaker van de huisarts. Overweegt u ruimere openingstijden? Ga dan eerst na wat de behoefte van uw patiënten precies is: willen ze inderdaad buiten kantoortijden naar de dokter kunnen? En hebben ze daarbij een voorkeur voor de ochtend, de avond of het weekend?
16
de Dokter 1/2021
5
Wat doet de LHV?
In het dossier Bereikbaarheid en beschikbaarheid op de LHV-website vindt u een handige checklist waarmee u kunt nagaan of er nog verbeterpunten op dit gebied zijn. De LHV Academie biedt een online workshop Gesprekstechnieken bij beeldbellen waarin u leert hoe u deze techniek optimaal inzet, zodat u veilig kunt communiceren met patiënten, medewerkers en collega’s. ¶
Het webdossier vindt u op www.lhv.nl/bereikbaarheid.
Heeft u een vraag over bereikbaarheid en beschikbaarheid? Onze frontoffice helpt u graag verder. Mail naar lhv@lhv.nl of bel 085 - 04 80 000 (8.30 - 17:00 uur).
Renske Kramer, beleidsmedewerker bij de LHV
VERKIEZINGSBOODSCHAP GEZAMENLIJKE HUISARTSENORGANISATIES:
INVESTEER FORS IN DE HUISARTSENZORG
Versterk de huisartsenzorg. Dat is de oproep van negen huisartsenorganisaties aan de politieke partijen die op 17 maart meedoen aan de Tweede Kamerverkiezingen. Corona heeft de urgentie ervan alleen maar verhoogd. De Dokter maakte een rondje langs de partijen. Centrale vraag: hoe willen jullie de (huisartsen)zorg versterken? TEKST: CORIEN L AMBREGTSE // BEELD: KOEKEPEER
Verkiezingsboodschap huisartsenorganisaties beschikbaarheid van betaalbare huisvesting ◼◼Vereenvoudig het stelsel en geef innovaties en op een toekomstbestendige inrichting de ruimte. Voer het Hoofdlijnenakkoord van de (huisartsen)spoedzorg. Huisartsenzorg zorg. Maak pre-concurrentiële afspraken tussen zorgverzekeraars ◼◼Zorg goed voor de kwetsbare patiënt. en zorgverleners over een adequate (ICT-) Regel voldoende en adequate infrastructuur en zorg voor kwetsbare thuiszorg, eerstelijns- en ggz-bedden, groepen. Kom met een regionaal budget verpleeghuizen en mogelijkheden voor voor Organisatie & Infrastructuur. consultatie van de ggz en specialist ouderengeneeskunde. Faciliteer een De boodschap is ondertekend door ◼◼Houd de huisarts in de wijk. Maak het goede organisatie van de eerstelijnszorg de LHV, InEen, IOH (hoogleraren huisartsenvak en het praktijkhouderin wijk en regio. Stimuleer gemeenten Huisartsgeneeskunde), Het Roer Moet schap aantrekkelijker. Verhoog het aantal en zorgverzekeraars om de ‘potjes bij Om, Huisartsopleiding Nederland, opleidingsplaatsen en zorg voor een goede elkaar te leggen’. LHOV (huisartsenopleiders), Lovah, spreiding over het land. Zet in op voldoende NHG en VPH. De huisartsenzorg is de basis van de gezondheidszorg in Nederland. Voor maar 15 euro per maand kunnen 17 miljoen mensen elke dag bij de huisarts terecht. Om de huisartsenzorg in de toekomst overeind te houden, zijn forse investeringen nodig. Dat is de boodschap van negen huisartsenorganisaties aan de politiek. En die boodschap is vertaald naar drie concrete speerpunten:
de Dokter 1/2021
17
‘W
il je dat je boodschap in Den Haag doorkomt, dan moet je er vroeg bij zijn’, vertelt Margriet Niehof, adviseur Public Affairs van de LHV. ‘Meer dan een jaar geleden zijn we al met een kerngroep vanuit de negen huisartsenorganisaties gaan zitten om gezamenlijk een boodschap op te stellen. Dat lijkt vroeg, maar we wilden ons verhaal op tijd bij de verkiezingsprogrammacommissies hebben, zodat zij onze boodschap konden opnemen in hun teksten over zorg. Het begint met de verkiezingsprogramma’s, die zijn de basis voor het nieuwe regeerakkoord. Het is dus heel belangrijk dat duidelijk is wat partijen met de zorg, en dus ook met de huisartsenzorg willen.’ Het is volgens Niehof ook heel belangrijk om de boodschap met meer partijen tegelijk kracht bij te zetten. ‘Het geluid van de LHV wordt sterker als we samen met andere organisaties optrekken. In dit geval alle huisartsenorganisaties, maar als het nodig is ook met alle eerstelijns organisaties. In coronatijd hebben we gezien dat er snel heel veel aandacht uitgaat naar de ziekenhuizen en de ICcapaciteit. Maar de eerstelijns zorgverleners staan wel in de frontlinie. Zij moeten ook beschermd en gesteund worden. Dat belang moeten we steeds weer onder de aandacht brengen. Eén keer een boodschap brengen is niet genoeg, de kracht zit in de herhaling. We moeten elke gelegenheid aangrijpen om ons verhaal te vertellen en onszelf te laten zien.
Daar zijn we niet alleen in de verkiezingstijd, maar ook in de jaren erna mee bezig.’ ◼◼ INVESTERINGEN De hoofdboodschap van de negen huisartsenorganisaties is dat er meer geïnvesteerd moet worden in de huisartsenzorg. ‘Alleen forse investeringen helpen nog.’ Niehof: ‘Door de vergrijzing en ouderen die langer thuis wonen neemt de zorgvraag toe. Tegelijkertijd groeit het tekort aan huisartsen, doktersassistenten, triagisten en praktijkondersteuners. Dit is niet vol te houden. Daarom zijn er investeringen nodig. We geven in onze verkiezingsboodschap aan wat huisartsen concreet nodig hebben. Denk aan meer opleidingsplaatsen, voldoende huisvestingsmogelijkheden, een toekomstbestendige inrichting van de spoedzorg, voldoende thuiszorg en structureel meer tijd voor kwetsbare patiënten.’ Zodra de nieuwe Tweede Kamerleden zijn geïnstalleerd en de portefeuilles zijn verdeeld, gaat Niehof op kennismakingstoer, al dan niet online. ‘Het lijkt erop dat er straks heel wat nieuwe zorgwoordvoerders aantreden. De belangrijkste vraag is natuurlijk welke partijen samen de regering gaan vormen. Daar hangt veel van af. Hoewel, we zien in alle verkiezingsprogramma’s dat er meer aandacht nodig is voor preventie en dat de huisartsenzorg moet worden versterkt. Onze boodschap lijkt dus wel doorgekomen.’ ¶
18
de Dokter 1/2021
Meer weten over de Tweede Kamerverkiezingen? In het online Dossier Verkiezingen & huisartsenzorg 2021 vindt u de volledige verkiezingsboodschap en het Overzicht Tweede Kamer Verkiezingsprogramma, waarin de zorgparagrafen van de verschillende partijen zijn samenvat. Op 8 maart vindt Het Grote Zorgdebat plaats, online vanaf 19.30 uur. Het debat met elf kandidaatKamerleden is mede-georganiseerd door de LHV. Aanmelden kan via de LHV-website. In februari 2021 hebben LHV en NHG in lijn van de verkiezingsboodschap een schriftelijke reactie gegeven op de VWS-discussienota Zorg voor de Toekomst, waarin een beeld van de toekomstige zorg wordt geschetst. Er is meer tijd per patiënt nodig om het huisartsenvak goed te kunnen blijven uitoefenen. U vindt alle informatie op www.lhv.nl/verkiezingen
VERA BERGKAMP, D66
‘Juiste zorg op juiste plek vraagt meer tijd voor de patiënt’
SOPHIE HERMANS, VVD
‘Slimmere zorg, meer samenwerking, betere bekostiging’
◼
◼
‘De digitalisering biedt de kans om medische zorg te leveren die niet tijd- en plaatsgebonden is. Voor veel mensen is het makkelijk dat ze met een arts kunnen bellen, e-mailen of beeldbellen. Dat scheelt tijd en gereis. Het gaat niet alleen om jongeren, er zijn ook digitale tools ontwikkeld voor mensen met dementie thuis en in het verpleeghuis, zoals beeldbellen, digitale groepsactiviteiten en het onderhouden van contact met de mantelzorgers. Natuurlijk is digitale ondersteuning niet altijd een oplossing. Maar meer innovatie, minder regels en meer samenwerking is wel de kant die we op moeten. Regionale zorgplannen kunnen daarbij helpen. Het idee is om per regio de zorgbehoeften in kaart te brengen en vervolgens met alle zorgpartijen, de gemeente en de zorgverzekeraar, te kijken hoe in die behoeften kan worden voorzien. Meer samenwerking betekent ook: meer samen
‘Een les die we in coronatijd hebben geleerd, is dat we beter moeten zijn voorbereid zijn op crises. We zijn op punten toch wel overvallen. Mondkapjes en andere persoonlijke beschermingsmiddelen bijvoorbeeld, zouden we dichter bij huis moeten maken. Tegelijk zijn er in coronatijd ook mooie dingen gebeurd. Veel zorgpartijen, ook de huisartsen, hebben flexibel en krachtig op de situatie gereageerd. Er is veel meer samengewerkt en er is een grote sprong gemaakt in de toepassing van innovatieve technieken. Dat zijn ontwikkelingen die nieuwe mogelijkheden bieden. In coronatijd hebben veel huisartsenpraktijken uit veiligheids- en gezondheidsoverwegingen langere consulten ingevoerd. Dat geeft de tijd om door te vragen en om samen met de patiënt tot beslissingen te komen. Aan de andere kant blijkt dat niet elke patiënt fysiek hoeft te worden gezien. Veel klachten en vragen kunnen telefonisch worden opgelost. Er zijn voorbeelden van praktijken waar een huisarts telefoondienst heeft en samen met de assistentes heel wat vragen afhandelt. Hetzelfde geldt voor beeldbellen. Voor de oudere generatie is het even wennen, maar voor jongeren is beeldbellen iets heel gewoons. Er zijn oplossingen nodig om de huisartsenzorg te versterken, maar wat de VVD betreft gaat dat niet alleen om extra geld. Laten we investeren in technische oplossingen: slimme zorg. En wellicht is het mogelijk de zorg anders te organiseren, spreekuren anders in te richten en de randvoorwaarden te veranderen. Er zijn nu wetten en regels die de samenwerking tussen huisartsen, wijkverpleging, ziekenhuizen en het sociaal domein bemoeilijken. Ook zou de bekostiging, nu per domein geregeld, veel meer om de patiënt zelf moeten worden georganiseerd. Daar ligt een taak voor de politiek.’ ¶
de Dokter 1/2021
19
beslissen. Het is belangrijk dat huisarts en patiënt met elkaar in gesprek gaan over de behoeften van de patiënt en de mogelijkheden, en dan samen een beslissing nemen. De huisarts is onmisbaar om te zorgen dat de patiënt de juiste zorg krijgt op de juiste plek. Voorwaarde is dat we toewerken naar een lagere normpraktijk, zodat huisartsen meer tijd hebben om in gesprek te gaan. Meer tijd voor de patiënt maakt het werk van de huisarts leuker. Daardoor zullen jonge mensen eerder voor het huisartsenvak kiezen. Dat is hard nodig, gezien het oplopende tekort. Ik heb me er persoonlijk voor ingezet dat er dit jaar 20 huisartsopleidingsplekken bijkomen, en dan vooral in krimpregio’s waar de nood het hoogst is. Daarnaast moeten we kijken hoe het praktijkhouderschap aantrekkelijker kan worden gemaakt voor nieuwe generaties huisartsen. Want die willen een goede balans tussen werk en privé.’ ¶
JOBA VAN DEN BERG, CDA
‘Aanpakken huisartsentekort’
◼
‘In coronatijd hebben we geleerd dat er in de zorg veel meer kan worden samengewerkt. En dat de digitalisering oplossingen biedt, bijvoorbeeld in de vorm van e-consulten en beeldbellen. We hebben geleerd dat de zorg reservecapaciteit nodig heeft, zowel in menskracht als bedden en middelen. Die lessen helpen ons om de zorg te verbeteren en problemen op te lossen, ook in de huisartsenzorg. Ik heb het zelf altijd over drie B’s: de zorg moet beschikbaar, betaalbaar en bereikbaar zijn, voor iedereen in Nederland. De huisartsen willen meer tijd voor de patiënt, maar dat lukt alleen als het huisartsentekort wordt aangepakt. In december vorig jaar heb ik een actieplan gemaakt waar ik me de komende periode voor blijf inzetten. In dat plan staan vier acties. Actie 1: zorg voor meer opleidingsplaatsen, met name in krimpregio’s, en maak gebruik van
ATTJE KUIKEN, PVDA
‘Structurele financiering voor langere consulten’
taakherschikking, bijvoorbeeld door meer physicians assistants en verpleegkundig specialisten in te zetten. Actie 2: ondersteun en stimuleer de digitalisering. Actie 3: maak de huisartsenpraktijk aantrekkelijk. Onderzoek hoe praktijkhouders beter kunnen worden ondersteund. En actie 4: zorg voor regelmatig overleg met de gemeente. Huisartsen besteden er veel tijd aan om patiënten wegwijs te maken in het sociaal domein. Als gemeenten huisartsen daarin ondersteunen levert dat tijd op. Elke regio vraagt andere oplossingen. Daarom is het zo belangrijk om een ‘regiobeeld’ te maken. Breng per regio de zorgbehoeften in kaart en kijk vervolgens hoe daarin kan worden voorzien. Bijvoorbeeld door innovatie en preventie, maar ook door rigide regels aan te passen die oplossingen in de weg staan.’ ¶
20
◼
‘De onzichtbare hand van de markt stuurt ons vaak de verkeerde kant op. Het credo in Nederland was: beter goedkoop importeren, dan zelf duur produceren. Daar zijn we in coronatijd flink tegen aangelopen. Basisvoorzieningen als ICcapaciteit, beschermingsmiddelen en testinfrastructuur moeten op orde zijn. Het goede nieuws is dat we ook hebben gezien dat samenwerking tot veel betere resultaten leidt. Samenwerking in de zorg bleek dé sleutel tot het opvangen van de eerste coronagolf. We zagen het niet alleen in de ziekenhuiszorg, maar veel breder. Zorgverzekeraars sturen op zoveel mogelijk gesprekken per uur bij de huisarts, maar soms is een langer gesprek noodzakelijk. Veel huisartsen zijn in coronatijd digitale consulten gaan doen, maar dat kan niet altijd en ook niet voor iedereen. Voor sommige mensen blijft een face-to-face contact nodig. Vaak gaat het om mensen die wat meer tijd nodig hebben. Daarom pleiten wij voor structurele financiering van 20-minuten consulten en als het nodig is langer dan 20 minuten. Dit doen we door in de bekostiging de rol van de verzekeraar te beperken en door extra geld voor de huisartsenzorg uit te trekken. Wij willen de regierol weghalen bij de zorgverzekeraar. Want samenwerken blijkt meer op te leveren dan concurrentie. In een nieuwe samenwerkingsvorm krijgen naast ziekenhuizen en patiënten ook huisartsen zeggenschap in de spreiding van essentiële zorg. En we willen de Mededingingswet aanpassen zodat alle zorgverleners in de eerste lijn ongehinderd kunnen samenwerken. De eerstelijnszorg in Nederland is een groot goed. Daarom willen wij dat er per wijk of dorp een eigen gezondheidscentrum komt, waar de huisarts kan samenwerken met wijkverpleging, thuiszorg en fysiotherapeuten om de beste zorg te bieden en waar de medisch specialist ook spreekuur kan komen houden.’ ¶
de Dokter 1/2021
FLEUR AGEMA, PVV
‘Meer tijd voor de patiënt levert alleen maar winst op’
◼
‘De marktwerking in de zorg heeft ertoe geleid dat er te veel acute zorg is weggesneden. Dat is de les die we in coronatijd hebben geleerd. Er zijn de afgelopen jaren vijf ziekenhuizen, zestien intensive cares en negentien spoedeisende hulpposten wegbezuinigd. Het is duidelijk geworden dat er een apart gefinancierde crisisreserve moet zijn, die niet kan worden wegbezuinigd. De coronatijd heeft ook laten zien dat er nieuwe oplossingen mogelijk zijn. Ik vond het bijzonder te zien hoe huisartsen zijn ingesprongen om het mogelijk te maken dat coronapatiënten eerder naar huis kunnen vanuit het ziekenhuis. Er is ook te veel op de huisartsenzorg beknibbeld.
MAARTEN HIJINK, SP
‘Meer huisartsen opleiden, werkdruk omlaag’
◼
De PVV wil dat huisartsen genoeg tijd hebben voor hun steeds ouder wordende patiënten. Dat vraagt om langere consulten. Huisartsen zijn de poortwachter van de zorg, de vraagbaak voor patiënten en daarmee van onschatbare waarde in ons zorgstelsel. Ook in de acute zorg spelen huisartsen een belangrijke rol. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het niet alleen beter is voor de huisarts en de patiënt als de huisarts meer tijd kan nemen voor een consult, maar dat de zorg er over het geheel genomen ook nog eens goedkoper door wordt. Met meer tijd voor de patiënt slaan we twee vliegen in één klap.’ ¶
‘In coronatijd is bevestigd wat de SP al een hele tijd zegt: in de zorg gaat het beter als er wordt samengewerkt in plaats van geconcurreerd. Wat in ons huidige stelsel steeds als onmogelijk werd gezien, bleek nu ineens tóch mogelijk: zorgverzekeraars deelden de rekening, ziekenhuizen verdeelden patiënten, onnodige bureaucratie ging overboord. Er kwam meer regie, al hebben we gezien dat de regie op veel plekken juist nog beter kan. Bovenal hebben we de cruciale rol van zorgverleners in onze samenleving gezien en hoe belangrijk het is dat we hen veel meer en beter gaan waarderen. Meer tijd voor de patiënt, daar staan wij helemaal achter. Juist in de huisartsenzorg. Er zijn al heel wat pilots geweest die hebben aangetoond dat langere consulten zorgen voor minder medicijnvoorschriften en minder doorverwijzingen naar de specialist. Het contact tussen (huis)arts en patiënt is enorm belangrijk. Je kunt wel alles willen oplossen met pillen en e-health, maar zorg is en blijft mensenwerk. Meer tijd voor een patiënt geeft de ruimte om beter te zoeken waar klachten vandaan komen, wat de onderliggende oorzaken zijn en hoe die kunnen worden aangepakt. Daarom moet het 15-minuten consult er wat ons betreft nu echt komen. Dit betekent concreet dat de omvang van de normpraktijk omlaag moet. Daarmee kan ook de werkdruk van huisartsen worden verlaagd. Die is bijzonder hoog omdat er te weinig huisartsen zijn, met name in krimpgebieden. Er zijn dus verschillende oplossingen nodig, afhankelijk van de situatie in een regio, maar er moeten in ieder geval ook meer huisartsen worden opgeleid.’ ¶
de Dokter 1/2021
21
MIRJAM BIKKER, CHRISTENUNIE
‘Aandacht is de sleutel voor goede zorg’
CORINNE ELLEMEET, GROENLINKS
‘Geen nieuwe pilots, maar een nieuwe norm’
◼
‘Alle mensen zijn kwetsbaar, maar zeker de mensen in de verpleeghuizen en de gehandicaptenzorg. Dat heeft corona nog weer scherper laten zien. We hebben ook opnieuw gezien hoe belangrijk de mensen zijn die in de zorg werken en hoe belangrijk het is om buffers te hebben, zodat de zorg in een crisis kan worden opgeschaald. Dat zijn lessen die we vast moeten houden. Goede zorg vraagt meer tijd voor de patiënt. Wat de ChristenUnie betreft: meer aandacht voor de patiënt. Aandacht is de sleutel voor goede, passende zorg. Zowel voor de huisarts als de patiënt is het fijn als er meer rust in het spreekuur zit en er tijd is voor een echt gesprek. Bijvoorbeeld over de vraag of een bepaalde behandeling wel of niet zinvol is. Het zou kunnen dat meer tijd in de eerste lijn kosten bespaart in de tweede lijn, maar dat is niet het eerste doel.
◼
Het belangrijkste is dat mensen zorg krijgen die nodig en zinvol is. Dat vraagt een goed zorgnetwerk in de wijk, veel meer aandacht voor preventie en ook veel meer aandacht voor mensen met dementie die langer thuis wonen, want dat worden er steeds meer. De huisarts heeft een belangrijke rol in het zorgnetwerk in de wijk, maar kan die rol alleen vervullen als hij meer ondersteuning krijgt, bijvoorbeeld van praktijkondersteuners voor ggz-problematiek en voor chronische zorg. Dat moet dus mogelijk worden gemaakt. Ook moet het eenvoudiger worden om samen te werken, binnen het zorgnetwerk en ook met het sociale domein. Bijvoorbeeld doordat er per wijk een plan wordt gemaakt. Het doel is dat mensen zo snel mogelijk de juiste zorg krijgen, zo dicht mogelijk bij huis.’ ¶
22
‘De zorg moet het hebben van samenwerking. Niet van efficiency-denken, marktwerking en concurrentie. Dat heeft de coronacrisis duidelijk laten zien. Het leek allemaal heel efficiënt georganiseerd, maar uiteindelijk was er geen buffer om een crisis als deze op te vangen. En dat hebben we geweten. Het ergste is dat de mensen die het meest kwetsbaar zijn er het meest onder lijden. De coronacrisis heeft duidelijk gemaakt dat het zorgstelsel beter moet. Geen op winst gerichte zorgverzekeraars, maar publieke zorgfondsen. Bekostiging op basis van de behoefte van de populatie in een regio, in plaats van bekostiging op basis van productie. En zeker ook meer tijd voor de patiënt, want dat is voor iedereen goed nieuws. Voor huisartsen: hun werkdruk gaat omlaag. Voor patiënten: zij krijgen meer aandacht en betere zorg. Voor premiebetalers: de kosten van de zorg gaan omlaag doordat klachten vaker in de eerste lijn worden opgelost, in plaats van in de tweede lijn. De zorg is een publiek goed waar iedereen recht op heeft. Daarom is het belangrijk dat de overheid de regie herneemt en de normen stelt. Er zijn al genoeg pilots geweest, nu is er een beleidsbeslissing nodig die ‘meer tijd voor de patiënt’ structureel mogelijk maakt. En er zijn publieke zorgfondsen nodig die deze beleidsbeslissing vervolgens uitvoeren, in samenwerking met de zorgpartijen in de regio. Want de situatie in Groningen is nu eenmaal anders dan in Rotterdam. De zorgprofessionals weten zelf het beste wat er in hun regio nodig is, wat de oplossingen zijn en hoe zij willen samenwerken. Dat hebben we in de coronatijd kunnen zien. Laten we die lessen benutten.’ ¶
de Dokter 1/2021
KEES VAN DER STAAIJ, SGP
‘Afspraken in de regio over eerstelijnszorg en taakverdeling’
◼
‘Liefdevolle, professionele zorg en ondersteuning zijn van onschatbare waarde en verdienen hogere waardering. Dat hebben we door de coronacrisis opnieuw ontdekt. De SGP pleit voor een structureel hoger salaris voor verpleegkundigen en verzorgenden en betere ondersteuning van mantelzorgers. In de coronacrisis ontdekten zorgaanbieders nieuwe manieren om zorg en hulp te blijven bieden. Tegelijkertijd werden ook de kwetsbaarheden in de zorg bloot gelegd: een knellend personeelstekort en ongekende druk op mantelzorgers. Cruciale voorzieningen zoals de ICcapaciteit bleken te weinig ‘vet op de botten’ te hebben. De samenwerking tussen de zorgdomeinen bleek te haperen. We waren sterk afhankelijk van het buitenland voor medicijnen en hulpmiddelen. Deze kwetsbaarheden vragen structurele antwoorden. Het aantal kwetsbare mensen neemt toe, de zorgvraag
LIANE DEN HAAN, 50PLUS
‘Preventie houdt de zorg betaalbaar’
◼
wordt intensiever. Daarom is het belangrijk dat huisartsen meer tijd krijgen voor hun patiënten. Zodat ze bijvoorbeeld een goed gesprek kunnen hebben over behandel(on)mogelijkheden en keuzes in de laatste levensfase. Juist huisartsen hebben de afgelopen jaren de consequenties ervaren van de wachtlijsten voor verpleeghuizen, ggz en jeugdzorg. Het aanpakken van de problemen in andere zorgsectoren helpt óók om de druk op de huisartsenzorg te verlichten. Daarom wil de SGP naast meer tijd voor de cliënt en patiënt dat gemeenten, zorgverzekeraars en zorgaanbieders samen afspraken maken. Over de organisatie van de eerstelijnszorg in de wijk en regio, de herverdeling van taken tussen de eerste lijn en de tweede lijn en over zorg op afstand/ e-health. Daar hoort vanzelfsprekend ook een adequate financiering van de huisartsenzorg bij.’ ¶
‘Het is nu al moeilijk om voldoende, goed opgeleide arbeidskrachten voor de zorg te vinden, in de toekomst wordt dat nog moeilijker. De arbeidsmarkt wordt steeds krapper, terwijl er steeds meer oudere mensen zullen komen die zorg nodig hebben. Daar moeten we nu op anticiperen. De coronapandemie heeft laten zien dat de druk op de zorg te groot kan worden. Tegelijkertijd hebben we gezien dat er heel veel meer mogelijk is als er in de zorg beter wordt samengewerkt. Er gebeuren dingen die voorheen nooit konden, zowel op het gebied van samenwerking als van e-health. Daar moeten we in blijven investeren. Het is van groot belang dat de huisarts meer tijd krijgt voor de patiënt, ook in het kader van preventie. De huisarts is voor veel mensen een vertrouwenspersoon. Hij of zij kan met patiënten in gesprek gaan over wat zij nodig hebben om hun gezondheid en welbevinden te verbeteren, juist ook om ziektes te voorkomen. De huisarts kan mensen helpen de juiste zorg en hulp te vinden, zo mogelijk binnen het zorgnetwerk in de wijk of buurt. Investeringen in preventie verdienen zich terug. Misschien niet direct, maar wel op de langere termijn. Inzet op preventie is de enige manier om het zorgstelsel in de toekomst betaalbaar te houden. Dat vraagt dus een visie voor de lange termijn, ook van de politiek en de zorgverzekeraars. Als de zorgverzekeraars er zelf niet mee komen, moet de politiek de opdracht geven veel meer werk te maken van preventieprogramma’s. Dat begint bij meer tijd voor de patiënt.’ ¶
de Dokter 1/2021
23
EVA VAN ESCH, PARTIJ VOOR DE DIEREN
‘Meer preventie, meer tijd en betaalbare huisvesting’
TUNAHAN KUZU, DENK
‘Tijd om te investeren in de zorg’
◼
‘Meer inzetten op preventiebeleid, dat is de les van corona. De Partij voor de Dieren was hier altijd al groot voorstander van. We zien dat coronaklachten relatief vaker heftig zijn bij mensen die bijvoorbeeld overgewicht hebben of in een omgeving met slechte luchtkwaliteit wonen. De hele leefomgeving zou ons moeten stimuleren om gezonde keuzes te maken. Ook moeten zorgsystemen meer worden ingericht op effectieve leefstijlinterventies en begeleiding. Bijvoorbeeld door hier meer aandacht aan te besteden in de opleidingen en door de vergoedingensystematiek hierop aan te passen. De afgelopen tijd is duidelijk gebleken hoe waardevol de tomeloze inzet van alle huisartsen is geweest in de bestrijding van de coronacrisis. Wij willen dat huisartsen meer zeggenschap krijgen over hun werk, zodat zij zelf beslissingen kunnen nemen
◼
over wat het beste is voor patiënten. Daar moet de prioriteit liggen in plaats van bij geld en tijd. Wij willen dat er meer tijd komt voor de patiënt. Dat geeft de huisarts en patiënt ruimte om de onderliggende problemen te begrijpen en om de patiënt te begeleiden naar een gezondere leefstijl. Concreet betekent dit dat de normpraktijk voor huisartsenpraktijken moet worden verlaagd en huisartsen de ruimte krijgen om extra personeel aan te trekken of taken te herverdelen. Een probleem dat ook moet worden aangepakt, is dat huisartsenpraktijken uit stadscentra worden verdreven, omdat de huisvesting onbetaalbaar wordt. Dat speelt zeker in de grote steden. Om de zorg voor iedereen toegankelijk te houden, maken wij ons er sterk voor dat er ook in steden huisartsenpraktijken kunnen blijven.’ ¶
24
‘Het is duidelijk dat er in de zorg geïnvesteerd moet worden. We zijn niet in staat gebleken om een crisis als deze pandemie op te vangen. Kijk naar de stille ramp in de verpleeghuizen, het tekort aan IC-bedden… De prikkels voor concurrentie hebben averechts gewerkt. Wat dat betreft, zijn er dingen die structureel anders moeten. De eerste lijn, met name de huisartsenzorg, moet worden versterkt. De huisarts heeft een belangrijke spilfunctie in de zorg. Hij is een vertrouwenspersoon, iemand waar mensen niet alleen met hun medische problemen aankloppen, maar ook met sociale en maatschappelijke problemen. Zeker in achterstandswijken. Consulten van 10 minuten zijn te veel rigide. We hebben het altijd over maatwerk in de zorg. Geef professionals vertrouwen, laat hen zelf bepalen wat nodig is. Daar moeten zorgverzekeraars in de contractering ruimte voor bieden. We hebben in coronatijd ontdekt dat er ook veel digitaal kan. Een website als Thuisarts.nl zou veel meer bekendheid moeten hebben, zodat mensen op internet betrouwbare medische informatie vinden als ze een klacht hebben. Dat zou heel veel ongerustheid en misverstanden schelen. Daar ligt nog wel een uitdaging. Investeren in de huisartsenzorg betekent wat ons betreft dat het aantal opleidingsplaatsen verder omhoog moet. Dat er voldoende en betaalbare huisvesting beschikbaar is voor huisartsenpraktijken. En dat we de prikkels voor concurrentie afschaffen en de samenwerking tussen zorgverleners bevorderen.’ ¶
de Dokter 1/2021
WYBREN VAN HAGA, FVD
‘Minder geld naar Europa, meer naar de zorg’
ESTHER VAN FENEMA, NLBETER
‘Meer tijd voor preventie en leefstijl’
◼
‘Door de bezuinigingen in de publieke sector, de laatste tien jaar, is de zorg zo ‘efficiënt’ geworden dat we bij een ramp al een capaciteitsprobleem hebben en bij een pandemie dus helemaal. De zorg heeft reservecapaciteit nodig die je kunt inzetten als het nodig is, zoals je in vredestijd een leger nodig hebt. Tegelijkertijd is er een enorme bureaucratie ontstaan. Het probleem is dat er te weinig mensen uit de praktijk in de politiek zitten. Maar hoe kun je beleid voor de gezondheidszorg maken zonder kennis en ervaring uit de praktijk? Waar blijven de artsen, verpleegkundigen, techneuten en de ondernemers in de volksvertegenwoordiging? De huisartsen hebben een belangrijke rol in de Nederlandse gezondheidszorg: als poortwachter en vertrouwenspersoon. De huisartsenzorg en de eerstelijns zorg in het algemeen worden steeds belangrijker.
◼
De eerste lijn kan veel zorg overnemen die nu in de ziekenhuizen wordt gegeven. De kracht van de huisartsenzorg is de persoonlijke relatie met de patiënt. Dat vraagt om kleinschaligheid: kleine groepspraktijken, geen grote gezondheidscentra. Die kleinschaligheid maakt het vast ook leuker voor jonge huisartsen om praktijken over te nemen. Daar hoort zeker meer tijd voor de patiënt bij. Het is sowieso onmenselijk dat er in de zorg op minuten wordt afgerekend. Laat huisartsen zelf bepalen hoeveel tijd een patiënt nodig heeft en die tijd in redelijkheid declareren. Er gaat heel veel geld naar Europa, massa-immigratie en het klimaat. Wat een enorme verspilling. Als we daarmee ophouden, is er geld genoeg voor investeringen in de zorg, het onderwijs, het leger, de politiek. Daar moet onze prioriteit liggen: in eigen land.’ ¶
‘Het publieke stelsel lijdt onder enorme bureaucratie, gebrek aan vertrouwen in en waardering voor professionals. Er is te weinig aandacht voor mensen. We zien het in de zorgsector, het onderwijs en andere publieke organisaties. Maar daar zitten dus wel de professionals die de samenleving overeind houden, ook in coronatijd. Om het systeem te veranderen, moet je in Den Haag zijn. Daarom hebben we NLBeter opgericht. Beleid en regels kunnen niet alleen door beleidsmakers aan de tekentafel worden bedacht. Je hebt er mensen voor nodig die de praktijk kennen. Meer tijd voor de patiënt is een goed idee. Maar laat professionals vooral zelf bepalen welke patiënt meer tijd nodig heeft. De ene patiënt is met een snel telefonisch of e-consult prima geholpen, de andere patiënten heeft een langer consult nodig. Het verdienmodel mag daarbij geen enkele rol spelen. Uit pilots is trouwens wel gebleken dat als een huisarts meer tijd voor een patiënt heeft, er minder vaak wordt doorverwezen naar het ziekenhuis. Wij vinden dat er veel meer aandacht en tijd nodig is voor preventie en leefstijl. De kloof tussen rijk en arm, tussen gezond en minder gezond, is schandalig groot geworden. Zie het aan de mensen die de dupe worden van corona. Huisartsen vormen het hart van de zorg. Zij kunnen ook op het gebied van preventie veel meer betekenen. Zeker als ze daarin worden ondersteund door de GGD. Wij willen dat huisartsen de verantwoordelijkheid, verplichting én het bijpassende budget krijgen om in hun praktijk preventieprogramma’s te organiseren en leefstijladvies te geven.’ ¶
de Dokter 1/2021
25
LHV-HANDREIKING MEER TIJD VOOR DE PATIËNT
Waarom het nu de tijd is om een pilot te starten Tachtig procent van de huisartsen is in coronatijd met langere consulten gaan werken. Bijna zestig procent wil niet meer terug. Maar lukt dat als na corona de drukte ín de praktijk weer toeneemt? De LHV-Handreiking Meer tijd voor de patiënt helpt huisartsen structurele oplossingen te vinden. Want juist nu is het tijd om overal in het land pilots te beginnen. TEKST: CORIEN L AMBREGTSE FOTOGR AFIE: FR ANCO GORI EN ROB TER BEKKE
D
e LHV komt juist nu met handvatten, adviezen en voorbeelden voor huisartsen die in hun praktijkvoering structureel meer tijd willen voor de patiënt, vertelt LHV-projectteamleider Lennart Rijkers. ‘In coronatijd is in veel huisartsenpraktijken de drukte afgenomen, maar het zou wel eens de stilte voor de storm kunnen zijn. We hadden al een website met voorbeelden van oplossingen die in de praktijk worden toegepast, waarmee we huisartsen wilden inspireren. Nu is er ook een handreiking met een stappenplan om een pilot op te zetten.’ ‘Meer tijd voor de patiënt’ is volgens hem altijd maatwerk. ‘Er zijn allerlei oplossingen mogelijk, maar ze passen niet allemaal in elke praktijk. Naast langere consulten kun je bijvoorbeeld denken aan verkleining van de praktijk, inzet van extra personeel, een efficiëntere praktijkvoering of begrenzing van de zorg. Het is belangrijk om uit te vinden
26
de Dokter 1/2021
welke oplossing het best bij jouw praktijk past en daar afspraken over te maken met de zorgverzekeraar. Want het moet natuurlijk wel bekostigd worden.’ ◼◼ NA HET CORONATIENTJE In 2020 was er het ‘coronatientje’ om huisartsenpraktijken te compenseren voor de teruggelopen omzet en de extra kosten in verband met corona. Dat gaf bijvoorbeeld ruimte om de consulttijden te verlengen, maar een structurele oplossing was het niet. Rijkers: ‘Daarom is het zo belangrijk om afspraken te maken met zorgverzekeraars. Zij zeggen dat ze er graag aan willen meewerken als een groep huisartsen, een hagro of een huisartsencoöperatie, een pilot wil beginnen, maar ze stellen daar wel eisen aan. Het is dus heel belangrijk om samenwerking te zoeken met collega’s en om de zorgverzekeraar vanaf het begin bij de plannen te betrekken, zodat de verwachtingen over en
‘ Als alle belangen helder zijn, kun je tot een gezamenlijk doel komen’ Huisartsencoöperatie Cohesie werkt aan pilot in Noord-Limburg
B
Sylvia Wessels, huisarts in Reuver en lid
weer helder zijn. Dat voorkomt de teleurstelling dat een pilot-aanvraag toch wordt afgewezen.’ Zolang ‘meer tijd voor de patiënt’ nog niet in de standaardbekostiging is opgenomen, blijven er pilots nodig om te laten zien dat de huisartsenzorg beter kan, zowel voor de patiënt als voor de huisarts. Rijkers: ‘Meer tijd voor de patiënt vraagt meer geld voor de huisartsenzorg. Tegelijkertijd weet iedereen dat het een investering is die zichzelf terugverdient. Alle pilots hebben aangetoond dat het aantal doorverwijzingen en het medicatiegebruik afneemt, dat patiënten tevredener zijn en de huisartsen meer werkplezier ervaren. Meer tijd voor de patiënt is ook de sleutel om problemen als het huisartsentekort en de druk in de spoedzorg aan te pakken. Als pilots in het hele land dat bevestigen, kan een structurele oplossing in de bekostiging niet uitblijven.’
van de raad van bestuur van Cohesie
de Dokter 1/2021
ij huisartsen in Noord-Limburg staat het water aan de lippen. De werkdruk is hoog; vooral door een tekort aan huisartsen en gebrek aan opvolgers. Dit leidt tot overvolle praktijken en zelfs tot patiëntenstops. Daarom heeft zorgverzekeraar VGZ de huisartsencoöperatie Cohesie en het regionale ziekenhuis VieCuri gevraagd mee te doen aan een pilot om tot oplossingen te komen. De pilot gaat 1 april van start, maar er zijn nog wel wat zaken te regelen. ‘We hebben er al heel wat overleg met VGZ op zitten’, vertellen Sylvia Wessels, huisarts in Reuver en lid van de raad van bestuur van Cohesie, en John van Nieuwenhoven, manager van Cohesie. ‘VGZ dacht aan een pilot met 25.000 patiënten, maar onze coöperatie telt 55 praktijken in 36 vestigingen met in totaal ruim 236.000 patiënten. De meeste praktijken staan te springen om mee te doen, maar dat kan volgens VGZ niet. Waarschijnlijk komen we uit op een pilot met twaalf (norm)praktijken. Maar wie mag er wel meedoen en wie niet? Het is een van de hobbels waar we in de voorbereiding tegenaanlopen.’ Wessels: ‘VGZ, het ziekenhuis en wij hebben verschillende belangen. Wij willen als coöperatie de werkdruk van huisartsen verminderen, het ziekenhuis wil zijn wachtlijsten wegwerken en VGZ wil de zorg betaalbaar houden. Het is belangrijk om alle belangen helder te krijgen, want alleen dan kun je tot een gezamenlijk doel en commitment komen.’ Van Nieuwenhoven: ‘Anders weet je zeker dat je tijdens of aan het eind van de pilot problemen krijgt. Wij willen bijvoorbeeld de zekerheid dat de pilot een structureel vervolg krijgt als de resultaten succesvol zijn, maar VGZ ziet de pilot als iets tijdelijks. Ook dat is een hobbel die we nog moeten nemen.’
27
De voorbereiding van de pilot is begonnen met het in kaart brengen van de door VGZ verplichte (must have) interventies en (bestaande) lokale initiatieven om meer tijd voor de patiënt te organiseren. ‘Het gaat om tien mogelijke interventies, waaronder flexibele consultduur, ander verwijsgedrag, invoering van e-health, meer ondersteunend personeel, training voor triagisten, intercollegiale consultatie en welzijnop-recept. De praktijken die meedoen aan de pilot gaan aan de slag met de interventies die voor hen het meest relevant zijn. Verschillende keuzes leveren verschillende ervaringen en resultaten op, waardoor praktijken van elkaar kunnen leren.’ Van Nieuwenhoven is momenteel druk bezig met het projectplan: ‘We beschrijven de verschillende interventies, de doelstellingen en de manier waarop we de prestaties gaan monitoren. De pilot moet leiden tot besparingen op diagnostiek, verwijzingen en farmacie, tot kortere wachttijden en wachtlijsten bij doorverwijzing, maar wat ons betreft ook tot hogere patiënttevredenheid en meer werkplezier bij huisartsen. Daarnaast doen wij een voorstel voor de bekostiging.
‘ Als LHV blijven we dit onderwerp op de agenda zetten’
‘De praktijken die meedoen aan de pilot gaan aan de slag met de interventies die voor hen het meest relevant zijn’
Carin Littooij, LHV-bestuurslid en huisarts:
Dat wordt een extra bedrag per ingeschreven patiënt, maar ook dat is nog een overlegpunt met VGZ.’ Voor huisartsen(organisaties) die erover denken om een pilot te starten, hebben Wessels en Van Nieuwenhoven allebei een tip. Wessels: ‘Zorg voor een goede projectorganisatie. Wij hebben als coöperatie een projectgroep ingesteld die met VGZ en het ziekenhuis aan tafel zit. Juist omdat de belangen van de betrokken partijen uiteenlopen, moet je daarover een stevig gesprek kunnen voeren. De projectgroep moet ook een projectplan maken en daarop sturen. Dat vraagt een professionele aanpak.’ Van Nieuwenhoven: ‘Leg de doelstellingen van de pilot vast en zorg dat alle betrokken partijen zich daar voor de start van de pilot aan committeren. Hoe is de bekostiging geregeld, wat zijn de doelstellingen, hoe worden de prestaties gemeten en wat wordt het vervolg? We hebben bij andere pilots gezien hoeveel gedoe je kunt krijgen als niet duidelijk is wat je met elkaar wilt bereiken en hoe je daarop stuurt. Het is beter dat het in de voorbereiding spannend is tussen de betrokken partijen, dan als de pilot eenmaal loopt.’
28
M
eer tijd voor de patiënt gaat over de juiste zorg op de juiste plek op het juiste moment, zegt Carin Littooij, LHV-bestuurslid en huisarts. Het belang daarvan is in coronatijd alleen maar duidelijker geworden, met name voor mensen met een kwetsbare gezondheid. ‘Als LHV-bestuur blijven wij dit onderwerp op de agenda zetten in alle overleggen met het ministerie van VWS, de Nederlandse Zorgautoriteit en de zorgverzekeraars. De overlegteams huisartsen (OTH’s) doen dit in hun overleggen met zorgverzekeraars. Het is ook onze boodschap aan de politiek en aan de partijen die straks een nieuw regeerakkoord gaan opstellen: Maak het mogelijk, meer tijd voor de patiënt. De pilots laten keer op keer zien dat patiënten en huisartsen er blij van worden, dat de kwaliteit van zorg omhooggaat en de zorgkosten per saldo naar beneden gaan. Het is niet voorstelbaar dat de
de Dokter 1/2021
Zo begint u zelf een pilot
D
e LHV-Handreiking Meer tijd voor de patiënt is een routekaart die huisartsen op weg helpt om een pilot op te zetten. LHV-beleidsadviseur Johanna Gröne is een van de auteurs van de handreiking. ‘Meer tijd voor de patiënt vraagt structureel om een andere manier van werken. Om langere consulten te kunnen doen, heb je meer huisartsen of meer praktijkondersteuning nodig, moet je taken anders verdelen of meer digitale middelen inzetten. Er zijn verschillende oplossingen, de vraag is welke bij jouw praktijk en regio past. Een pilot biedt de kans om te onderzoeken welke oplossing werkt.’ Zo’n pilot kun je het beste samen met een aantal andere huisartsenpraktijken doen. Gröne: ‘De ervaring vanuit eerdere pilots leert dat de kans van slagen toeneemt naarmate er meer partijen meedoen en er meer draagvlak is. Zorgverzekeraars zijn met name geïnteresseerd in pilots met grotere groepen, zoals huisartsencoöperaties, omdat het dan over een substantieel aantal praktijken en patiënten gaat.’ De handreiking bevat naast voorbeelden en tips een stappenplan om tot een plan te komen. Een van de stappen is het laten toetsen van het conceptplan. Gröne: ‘De LHVbeleidsadviseurs en LHV-regiocoördinatoren staan klaar om plannen mee te lezen. Wij geven advies op basis van onze ervaringen met andere pilots, bijvoorbeeld om te zorgen dat het plan aan de voorwaarden van de zorgverzekeraar voldoet.’ De handreiking eindigt met een checklist. Die gaat over het plan zelf, maar ook over de financiering en uitvoering. Gröne: ‘Wij hopen dat de handreiking huisartsen een duwtje geeft om met collega-huisartsen en de verzekeraar in gesprek te gaan over het starten van een pilot. Zolang de mogelijke oplossingen nog niet in de standaardbekostiging zijn opgenomen, moeten we met pilots laten zien hoeveel het voor iedereen oplevert als huisartsen meer tijd hebben voor de patiënt.’
zorgverzekeraars deze succesvolle pilots niet zullen continueren. De pilots zijn een tussenstap, het einddoel is dat er structurele bekostiging wordt geregeld, waarbij elke huisartsenpraktijk de mogelijkheid krijgt om een oplossing te kiezen die past bij zijn patiëntenpopulatie en de situatie in de regio. Mijn oproep aan alle huisartsen is: wil je betere zorg bieden, meer tijd hebben voor de patiënt en meer werkplezier krijgen, ook als na corona de drukte in de praktijk weer toeneemt? Ga dan met collega’s in de hagro of als zorggroep in gesprek en kijk of het mogelijk is om juist nu een pilot te starten. De LHV, de regiobureaus en de kringen staan klaar om mee te denken en ondersteuning te bieden. En als je denkt dat je geen tijd hebt om over mogelijke oplossingen na te denken, besef dan dat dat precies het probleem is.’
MEER WETEN OVER MEER TIJD VOOR DE PATIËNT? Lees het dossier Meer tijd voor de patiënt: www.lhv. nl/actueel/dossiers/meer-tijd-voor-de-patient. Daar vindt u ook de Handreiking Meer tijd voor de patiënt. Bekijk de voorbeelden op de speciale website: www.meertijdvoordepatient.nl
de Dokter 1/2021
29
mijn praktijkstart Hoe kijken huisartsen terug op de start van hun eigen praktijk? Welke plannen zijn er voor de toekomst? En welk advies hebben zij voor andere starters? Mijke Pelkman over haar praktijkstart in Nijmegen.
‘Kijk of er ruimte is voor jouw ideeën en creativiteit’
30
de Dokter 1/2021
Hoe bewust was je keuze voor een maatschap? ‘Het ging veel sneller dan ik dacht. Ik heb mijn opleiding in september 2017 afgerond en werkte als waarnemer in deze praktijk. Ik wist dat ze een opvolger zochten voor Lidy Janssen, die met pensioen ging, maar ik vond het voor mezelf te vroeg. Ik zei: laat mij nog maar even als waarnemer rondsnuffelen. De situatie veranderde toen de beoogde opvolger op het laatste moment bedankte. Dat was begin 2018. Mark en Annoek vroegen of ik met hen in gesprek wilde gaan over associatie. We hebben een paar gesprekken gehad en waren het al snel met elkaar eens. Ik was net zwanger en ging in de zomer met verlof, maar in het najaar van 2018 ben ik teruggekomen als vaste waarnemer en per 1 januari 2019 ben ik officieel in de maatschap gestapt.’
Hoe wist je dat het paste? ‘Tsja, ik maak mijn keuzes meestal op gevoel en het voelde goed. Ik vond mijn collega’s leuk. Het liep allemaal heel ongecompliceerd. Ik dacht: waarom zou ik verder zoeken als ik het hier zo leuk vind? We zijn heel verschillend, maar we vullen elkaar goed aan. We hebben elke week een overleg waarin we patiënten en maatschapszaken bespreken. Dat is heel waardevol. Al ben ik de jongste en een paar jaar later in de maatschap gekomen, ik heb me nooit belemmerd gevoeld om mijn mening te geven of veranderingen in te zetten.’
FOTO: ROY SOETEKOUW
Hoeveel ruimte was er voor jouw ideeën? ‘Haha, genoeg. Ik vond bijvoorbeeld dat er echt wat aan de inrichting van de praktijk moest gebeuren, want die was verouderd. Dat vonden de andere twee maten prima. Tijdens de eerste coronagolf, toen het heel rustig was in de praktijk, hebben we het pand aangepakt: wat verbouwd, alles geverfd, nieuwe vloeren gelegd en nieuw meubilair aangeschaft. We hebben heel veel zelf gedaan, met de assistentes en onze partners. Het is heel mooi en fris geworden. Daar is iedereen heel blij mee. Qua praktijkvoering is er niet veel veranderd. Sommige taken hebben we herverdeeld. Het leek mij bijvoorbeeld niet handig om meteen met personeelszaken te beginnen. Ik heb de zorg voor COPD- en astmapatiënten gekregen, een andere collega doet diabetes en CVRM. Over een
WIE paar jaar zullen we wel weer eens wisselen. We zijn met z’n drieën heel gelijkgestemd. We werken alle drie 3 à 3,5 dag in de week en hebben eigen patiënten op naam. We beginnen om half 9 en werken met consulten van een kwartier. We vinden het belangrijk dat er tijd is voor persoonlijke ontwikkeling. De praktijkmanager regelt veel financiële zaken. Werkplezier vinden we allemaal belangrijker dan meer omzet maken.’
Geen spijt dat je je zo snel hebt vastgelegd? ‘Nee, integendeel. Ik vind het heel leuk om patiëntenzorg te combineren met andere taken in de praktijk. De combinatie maakt het werk alleen maar leuker. Ik vond het nog het meest spannend om financiële verplichtingen aan te gaan, maar ook dat is prima gegaan. Veel waarnemers zien er tegenop om de stap naar het praktijkhouderschap te maken. Ik zeg vaak: doe het maar gewoon, het valt reuze mee. Het leuke van een eigen praktijk is dat je veel meer zelf kunt bepalen wat je wil en hoe je het wil.’
Wat wordt nu jouw volgende uitdaging? ‘Tsja, daar moet ik nog wel iets voor verzinnen, want associëren heb ik dus al gedaan. Ik zou wel graag opleider willen worden, net als mijn twee collega’s. Misschien dat ik me verder ga verdiepen in gynaecologie en palliatieve zorg. Maar voorlopig vind ik het prima zo. Ik heb ook nog een leven naast mijn praktijk. Ik ben opnieuw zwanger en ga in de zomer met verlof. Daarna kijken we wel weer of we dingen in de praktijk anders willen. We hebben elk jaar een teamdag waarin we samen met de assistentes bespreken waar we naar toe willen. Daar komen vast weer nieuwe ideeën uit.’
Tip voor collega’s die aan een maatschap denken? ‘Kijk of de werkwijze van de praktijk je aanspreekt. Onderzoek of het team open staat voor verandering of alles wil houden zoals het is. Als er geen ruimte is voor jouw creativiteit of ideeën, zoek dan nog maar even door.’ ¶
de Dokter 1/2021
31
Mijke Pelkman (34) was nog maar een paar maanden huisarts, toen ze besloot maat te worden in een groepspraktijk. Haar maten zijn Mark van der Hoogte en Annoek van der Gouw.
WAAR Gezondheidscentrum Bottendaal in Nijmegen, 4700 patiënten, 3 huisartsen
GEZIN Partner (fysiotherapeut), 1 zoontje (2 jaar), tweede kind op komst.
LEEFTIJD ‘Wat zegt leeftijd over of je klaar bent om te associëren of een praktijk over te nemen? De echte vraag is: voel je je bekwaam om de verantwoordelijkheid voor patiënten te hebben?’
STIJL ‘Ik ben van het figuurlijk naast de patiënt gaan zitten: samen met de patiënt bespreken wat in zijn situatie de beste keuze is. Daarnaast een no-nonsense type, niet te veel om de kern heen draaien, maar wel met oor voor het verhaal van de patiënt.’
JOUW START IN DEZE RUBRIEK? Heb je de afgelopen twee jaar een praktijk overgenomen of ben je zelf een praktijk gestart? En wil je jouw ervaring delen in De Dokter? De redactie komt graag met je in contact. Mail je gegevens naar dedokter@lhv.nl o.v.v. 'mijn praktijkstart'.
WIE MAKEN ZICH HARD VOOR DE HUISARTSENZORG?
DE AGENDA VAN JUDITH VAN EMPEL, LHV-BELANGEN BEHARTIGER De coronacrisis gooide de agenda van Judith van Empel helemaal om. Zat ze als senior communicatieadviseur en persvoorlichter vóór de coronacrisis al niet te duimendraaien, het afgelopen jaar bepaalde de dagelijkse hectiek vaak last-minute wat ze voorrang moest geven. ‘Het is heel fijn om in de enorme informatiestroom iets te kunnen betekenen voor huisartsen.’ TEKST: BERBER BIJM A || BEELD: SIMONE MICHELLE
H
et LHV-coronateam vergadert al een klein jaar minstens drie keer per week, maar op de écht gekke dagen soms drie keer op een dag. En in al die maanden zijn de zeven leden nog nooit fysiek bij elkaar in één ruimte geweest. Dat haar werk zo anders dan anders zou worden, had Judith van Empel uiteraard nooit kunnen vermoeden. Ruim zeven jaar geleden koos ze met een sollicitatie bij de LHV niet alleen bewust voor de gezondheidszorg, maar ook voor een vereniging. ‘Het communicatievak binnen een vereniging ligt mij. Enerzijds moet je nieuws, beleid en wetgeving vertalen naar de dagelijkse praktijk van de leden, anderzijds haal je bij de leden op wat de vereniging op de kaart moet zetten.’ Ze is een van de drie LHV-communicatieadviseurs, die de thema’s in de huisartsenzorg onderling hebben verdeeld. ‘Ik richt me onder andere op het huisartsentekort, ict, ggz, apotheekhoudende huisartsen, ledenwerving en de huisartsendag. Corona is ons werk gaan overheersen, zeker dat van mij, als lid van het LHV-coronateam. Ik probeer me nog steeds ook bezig te houden met de andere projecten, want die blijven ondertussen natuurlijk spelen.’ Alles bij elkaar levert dat een gevarieerde agenda op. ‘Ik hou me bezig met de communicatiestrategie van mijn vaste thema’s
32
de Dokter 1/2021
en alle corona-onderwerpen. Daar komt de persvoorlichting over corona dan doorheen. Soms is het wat té hectisch, maar op zich vind ik die mix wel prettig. Ik blijk bestand tegen de hectiek die de coronacrisis met zich meebrengt. En het is gewoon heel fijn om relevant bezig te kunnen zijn. Er komt een grote informatiestroom op huisartsen af. Wij filteren wat ze wel en niet moeten weten, wat al zeker is en wat nog niet. Ondanks dat filteren hebben we het afgelopen jaar flink meer berichten uitgestuurd naar huisartsen. We hebben een Telegram-kanaal opgezet om snel veel huisartsen te bereiken. In al ons werk – ook de niet-coronathema’s – is het ons doel om informatie zo te brengen dat huisartsen er meteen iets mee kunnen zonder er zelf in te hoeven duiken.’ De LHV heeft zich ingezet om het werk van huisartsen in de coronazorg zichtbaarder te maken, vertelt ze. ‘In het begin was bij veel mensen het beeld nog dat alle coronazorg in de ziekenhuizen plaatsvond. Door te zorgen voor verhalen vanuit de huisartsenzorg in de media, is nu veel duidelijker dat juist de huisartsen die zorg grotendeels leveren. We hebben minstens drie keer zoveel persvragen gekregen dit jaar. Dat is pittig, maar het biedt ook een prachtige kans om een beter beeld te geven van het werk en de rol van de huisarts.’
MAANDAG 15.30 UUR
Overleg over webdossier COVID-vaccinatie ‘Begin 2020 hebben we een webdossier over COVID-19 ingericht. De vaccinaties vormen daarbinnen een zo groot en specifiek thema, dat die een eigen webdossier krijgen. Collega Iddo de Ruiter, huisarts en beleidsmedewerker, houdt alles bij rond de vaccinaties van onder meer de huisartsen zelf, de bewoners van kleinschalige woonvormen en thuiswonende ouderen. We hebben een lijst met veelgestelde vragen opgesteld voor het vaccinatiedossier, die we regelmatig updaten. Soms heel intensief, want er zijn dagen geweest dat de vaccinatiestrategie bij wijze van spreken per uur veranderde. We doen er alles aan om de informatie zo snel mogelijk aan te passen. Gelukkig zijn er meerdere communicatieadviseurs die zich daarmee bezighouden en zijn onze webredacteuren altijd beschikbaar om de website snel aan de nieuwe actualiteit aan te passen.’
‘We willen informatie zo brengen dat huisartsen er meteen iets mee kunnen’
MAANDAG 14.00 UUR
Op zoek naar een huisarts Soms leidt alle inspanning helaas niet tot het gewenste resultaat. Dat maak ik regelmatig mee met talkshows. Sowieso starten die vaak met een flinke conceptlijst aan het begin van de dag en vallen er gaandeweg onderwerpen van de lijst af en daarmee soms ook onze aanwezigheid. Bij talkshows is het ook vaak zo dat redacties liever kiezen voor een ‘losse’ huisarts aan tafel dan een bestuurder. Vaak kan ik dan een redactie wel in contact brengen met zo’n huisarts, maar dan zitten we dus niet herkenbaar als LHV aan tafel.’
DINSDAG 10.30 UUR
Perslijn
‘In de tweede helft van de ochtend bellen meerdere journalisten. Sommigen willen onze voorzitter Ella Kalsbeek interviewen over de vaccinatievolgorde, anderen zoeken via ons een huisarts die met de voeten in de klei staat en kan vertellen voor welke risicovolle situaties een huisarts in deze tijd komt te staan. Ik heb inmiddels een heel netwerk van huisartsen die we hiervoor kunnen bellen en daarnaast zijn de regio-collega’s een fijne bron om dat soort huisartsen te vinden. Het praktische verhaal van huisartsen ondersteunt ons pleidooi voor een snelle vaccinatie van huisartsen. Ze vertellen bijvoorbeeld over een patiënt die voor z’n knie komt en dan ineens ‘een hoestje’ blijkt te hebben, of over de tijd die het kost om een patiënt voor de zekerheid in volle bescherming te zien. De telefoontjes leiden onder meer tot reportages bij 1Vandaag en Hart van Nederland. We zien de huisartsenthema’s vaak terug in NOS-programma’s, maar naar Hart van Nederland kijken ontzettend veel mensen, dus het is heel mooi dat we ook dáár ons verhaal kunnen doen.’
DINSDAG 17.00 UUR
Overleg met het LHVcoronateam
‘Zeven mensen vanuit bestuur, beleid en communicatie spreken elkaar minstens drie keer per week in het coronateam. Meestal rond vijf uur ’s middags, soms later en soms ook in de avonden en weekenden. We brengen elkaar op de hoogte van wat er is gebeurd en geregeld en van wat er inmiddels bekend is. Vanuit bestuur, beleid en communicatie hebben we bijvoorbeeld allemaal eigen lijntjes naar VWS, dus het is belangrijk om elkaar goed te informeren. En soms om even stoom af te blazen, zoals deze keer, nu we volop met de minister in discussie zijn over het moment waarop huisartsen gevaccineerd kunnen worden. We moeten hard ons best doen om de minister te houden aan zijn eerdere toezegging. Voor mij bieden de bijeenkomsten van het coronateam altijd belangrijke informatie: wat kunnen we de leden al vertellen, wat is nog te onzeker, waarover moeten we de publiciteit zoeken? We vergaderen al bijna een jaar met dit team, maar hebben nog nooit bij elkaar in één ruimte gezeten. Het LHV-kantoor is praktisch leeg, want thuiswerken is het devies.’
de Dokter 1/2021
33
a dv er t en t ie
VAN DER SCHOOT
ARCHITECTEN
bv BNA SCHIJNDEL
‘Het praktische verhaal van huisartsen ondersteunt ons pleidooi voor een snelle vaccinatie’ ONTWERP • A R C H ITE C TU U R INTERIEUR • DIRECTIEVOERING BOUWMANAGEMENT • HAALBAARHEID W W W. VA N D E R S C H O O TA R C H I T E C T E N . N L
MCFERMOIR WOUT DOKTERSRUGTAS 753017
DE EERSTE DEGELIJKE
DOKTERSRUGTAS SPECIAAL VOOR HUISARTSEN
WOENSDAG 10.15 UUR
Mini-mediatraining ‘Telefoon van een kringvoorzitter, die door de regionale omroep gevraagd is iets te vertellen over hoe huisartsen de zorg in deze tijd overeind houden. We spreken door wat de actuele cijfers zijn over uitval in de huisartsenpraktijk, welke vragen hij kan verwachten en hoe hij zijn boodschap kan verwoorden. Met kringbestuurders hebben we afgesproken dat zij altijd rechtstreeks naar de LHV-persvoorlichters kunnen bellen om te sparren over een media-optreden. We organiseren overigens altijd al door het jaar heen verschillende mediatrainingen voor hen. Een specifiek regionaal verhaal over bijvoorbeeld het huisartsentekort, kan voor media een mooie aanvulling zijn op het algemene, landelijke verhaal.’
DONDERDAG 9.00 UUR
Overleg met NHG
ACTIE VOOR LEZERS: Gratis beademingsmasker met kortingscode DD2021A
‘LHV en NHG doen veel samen. Normaal is de scheiding vrij helder: NHG gaat over medisch-inhoudelijke zaken, LHV over beleid en organisatie. Bij de coronacrisis – en zeker nu bij het vaccineren – zit dat vaak dicht tegen elkaar aan. NHG maakt bijvoorbeeld een handleiding voor het vaccinatieproces; wij geven informatie over financiering, de juridische kant en de ICT. Juist vanwege de raakvlakken en omdat de leden van LHV en NHG niet 100 procent overlappen, praten we als communicatieadviseurs regelmatig met elkaar om de communicatie naar onze achterbannen op elkaar af te stemmen.’
TERUGKIJKEN OF LEZEN? In welke media komt de LHV aan het woord? Op de LHV-website vindt u een selectie van mediaoptredens. Een greep uit de maand januari:
VRIJDAG 11.00 UUR
Nieuwe vragen voor de coronapeiling ‘Overleg met webredacteur Liesbeth Rook over nieuwe vragen in de coronapeiling. Sinds oktober vorig jaar bevragen we duizend huisartsen regelmatig over de impact van corona op hun werk en hun patiënten. Zo zien wij snel waar de problemen zitten. De peiling hielp ons bijvoorbeeld om te knokken voor voorrang bij het vaccineren, doordat we cijfers hadden over uitval in de praktijk en de manier waarop ze dat oplossen. De coronapeiling helpt ons om trends te zien, omdat dezelfde onderwerpen regelmatig terugkomen. Dat geeft goede informatie om persvragen te beantwoorden en om in overleggen met anderen in te brengen. Daarnaast voegen we soms nieuwe vragen toe, bijvoorbeeld laatst over agressie in de praktijk. Liesbeth programmeert die nieuwe vragen in de peiling.’
Forse kritiek van huisartsen op vaccinbeleid (27 januari, Algemeen Dagblad)
Onduidelijkheid over rol huisartsen bij vaccineren in verpleeghuizen (26 januari, NOS)
Eerste huisarts gevaccineerd: blij dat we nu aan de beurt zijn (22 januari, NOS)
Huisartsen krijgen toch vaccinatievoorrang na ruzie met VWS (19 januari, Volkskrant)
Huisartsen woedend op De Jonge om uitblijven vaccins (14 januari, Trouw)
LHV tegen minister De Jonge: kom afspraken na (RTL Nieuws, 14 januari)
Huisartsen nog altijd boos op minister: “Hij spreekt niet de waarheid.” (Radio 1, 14 januari)
Huisartsen woedend om uitstellen coronavaccinatie: ‘Dit was niet de afspraak’ (Hart van Nederland, 13 januari)
Huisarts zonder prik in de frontlinie
VRIJDAG 15.00 UUR
Afstemming met andere woordvoerders
(Telegraaf, 13 januari)
‘De woordvoerders van LHV, VWS, GGD en RIVM brengen elkaar in deze tijd regelmatig op de hoogte. Zo horen wij bijvoorbeeld dat de goedkeuring van een vaccin eraan zit te komen, of dat VWS een brief naar de Tweede Kamer uitdoet die relevant is voor huisartsen. VWS bepaalt de vaccinatiestrategie en het RIVM heeft overzicht over de logistiek, dus zij zijn belangrijke gesprekspartners. Wij hebben natuurlijk liever dat onze leden nieuws van ons horen dan dat ze het op nos.nl lezen. Deze keer stemmen we af hoe de persmomenten rond de huisartsenvaccinatie eruitzien. We spreken een vaccinatiemoment af waar zowel Hugo de Jonge als Ella Kalsbeek bij zijn.’
de Dokter 1/2021
35
Huisartsen onder zware druk door corona: lange werkdagen, uitval en zelfs sluiting (RTL Nieuws, 10 januari)
Ook huisartsen met voorrang gevaccineerd (Radio 1, 3 januari) www.lhv.nl/artikelen/lhv-de-media
PRINCIPEAKKOORD CAO HUISARTSENZORG
E
r is een principeakkoord bereikt voor een nieuwe Cao Huisartsenzorg. Daarin is een salarisverhoging afgesproken, een stijging van de eindejaarsuitkering en een thuiswerkregeling. Het is een kortlopende cao tot het einde van dit jaar. Cao-partijen zijn de onderhandelingen in december 2020 gestart met de vaststelling dat een cao afsluiten in een tijd waarin iedereen gericht is op het bestrijden en doorkomen van de coronapandemie een praktische benadering vergt. Werknemerspartijen NVDA, FNV Zorg & Welzijn, CNV Zorg & Welzijn en NVvPO en werkgeverspartijen LHV en InEen zijn tevreden met het bereikte resultaat en hebben er vertrouwen in dat zij hiermee een goed akkoord voorleggen aan hun leden.
december 2021 en zijn de volgende afspraken gemaakt: ◼◼ Per 1 juni 2021 is een structurele salarisverhoging afgesproken van 2 procent ◼◼ De eindejaarsuitkering wordt in 2021 met 1 procent verhoogd (waarvan 0,5% structureel) ◼◼ Een thuiswerkregeling passend bij de huidige ontwikkelingen ◼◼ Een eenmalige korting van de SSFH-premie in 2021 ◼◼ In het akkoord is ook afgesproken welke thema’s cao-partijen ter voorbereiding op een volgende cao gezamenlijk met elkaar gaan verkennen en uitwerken. Op www.lhv.nl vindt u de bordmemo Principeakkoord Cao Huisartsenzorg 2021 waarin alle afspraken en een toelichting op de uitgangspunten staat.
In dit principeakkoord krijgt de nieuwe cao een looptijd van 1 jaar, van 1 januari tot en met 31
WaarneemApp: Nu toegang met HAweb-inlog
I
nloggen bij de WaarneemApp gaat nu nog makkelijker. U kunt namelijk voortaan uw HAweb-account gebruiken als toegang tot de app. Alle waarnemingen op 1 overzichtelijke plek: daarvoor werken wij als LHV samen met WaarneemApp. Ruim 7000 huisartsen gebruiken deze handige app intussen al. Bij het openen van de app staat sinds kort een groene knop: Inloggen met HAweb. Als u daarop klikt, kunt u uw Haweb-inloggegevens invullen en bent u ingelogd in uw bestaande account. Voor de Waarneemapp heeft u nu geen aparte inloggegevens meer nodig.
NIEUWE GEBRUIKER? Gebruikt u de WaarneemApp voor het eerst, download dan de app voor Android of iOS, of ga naar www.waarneem.app. Als LHV-lid kunt u direct inloggen met uw HAweb-account, u heeft geen uitnodigingscode nodig. Op die manier kunnen alle startende huisartsen zonder uitnodiging van een collega de app gebruiken en direct op zoek naar passende waarnemingen. Dit is een groot voordeel voor alle startende huisartsen die lid zijn van de LHV. Zij hoeven niet eerst via een collega uitgenodigd te worden om de app te kunnen gebruiken, maar kunnen direct aan de slag met het zoeken naar waarnemingen.
36
de Dokter 1/2021
LHV Nieuws Reactie op VWS-discussienota: investeer in huisartsenzorg
I
nvesteren in de huisartsenzorg ondersteunt de doelen van de overheid om zorg te bieden aan ‘heel de mens’, de zorg betaalbaar te houden en patiënten tijdig op de juiste plek te krijgen. Dat staat in de reactie van LHV en NHG op de VWS Discussienota Zorg voor de Toekomst. Volgens de huisartsenorganisaties is het takenpakket van de huisarts te veel uitgebreid. Meer tijd per patiënt is nodig om het vak goed te kunnen blijven uitoefenen en de kernwaarden van de huisartsenzorg moeten het uitgangspunt blijven. In de discussienota Zorg voor de Toekomst schetst het ministerie van VWS een beeld van de toekomstige zorg en stelt daarbij vragen aan alle
betrokken partijen. De uitkomsten van de consultatie worden uitgewerkt in een contourennota die aan de Tweede Kamer wordt aangeboden. De LHV heeft samen met het NHG uitgebreid gereageerd op de genoemde thema’s en bijbehorende knelpunten. In onze reactie geven we de beleidsopties die volgens ons de beste oplossingen bieden voor de aanpak van de knelpunten en hoe de huisartsenzorg daar vanuit haar kracht, rol en taak het beste aan kan bijdragen. In het nieuwsbericht op www.lhv.nl kunt u de thema’s en de reactie van LHV en NHG teruglezen.
HET GROTE ZORGDEBAT OP 8 MAART: SCHRIJF U IN!
O
p maandagavond 8 maart 2021 debatteren kandidaat-Kamerleden van elf politieke partijen over hun plannen voor de zorg, dit in aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen op 17 maart 2021. U kunt het Grote Zorgdebat online bijwonen. De kandidaat-Kamerleden debatteren over vier thema’s. Op het programma staan de verschuiving van ziekte naar gezondheid, de vernieuwing van zorg en welzijn, het preventiebeleid en de arbeidsmarkt. Vragen die daarbij centraal staan: hoe zorgen we voor meer tijd voor de patiënt en cliënt, wat is er nodig om meer samenhang te krijgen in zorg en welzijn, hoe kunnen we veranderen van een ziektestelsel naar een
de Dokter 1/2021
37
gezondheidsstelsel en hoe zorgen we voor meer werkplezier van zorgmedewerkers? Het Grote Zorgdebat is online te volgen voor iedereen die zich betrokken voelt bij de gezondheidszorg in Nederland. U kunt zich kosteloos aanmelden voor dit verkiezingsdebat. We verwachten meer dan 50.000 deelnemers.
AANMELDEN Het debat vindt plaats op maandag 8 maart van 19.30 tot 21.00 uur. Een week voor het debat wordt de link naar het platform verspreid om het debat te kunnen volgen. Houd hiervoor de LHVwebsite in de gaten of meldt u alvast aan op www.lhv.nl en ontvang de link in uw mailbox.
wisselcolumn Rutger Verhoeff, huisarts in Amsterdam
‘R
ot op met je wetenschap!’ Ik bestudeer de eenenvijftigjarige meneer Balvers. Hij kookt van woede: fronsende wenkbrauwen, samengeknepen lippen en rode vlekken in de nek. ‘Gaat u weer rustig zitten. Dat praat makkelijker.’ ‘U luistert toch niet!’ Ik wil uitleggen dat hij het niet luisteren naar hem verwart met het niet eens zijn met hem, maar ik vermoed dat hij deze uitleg op dit moment niet wil horen. ‘Gaat u alsjeblieft zitten.’ Hij mompelt iets onverstaanbaars en gaat met de armen over elkaar heen zitten. ‘Waarom bent u zo boos?’ ‘U wilt me niet helpen.’ ‘Natuurlijk wil ik u helpen.’ ‘Ik wil gewoon die medicijnen tegen corona.’ Meneer Balvers is helaas niet de enige patiënt die mij vriendelijk doch dwingend verzoekt een
‘ Alleen deze twee heb ik van u nodig. De zink koop ik zelf wel’ uitgesteld recept met medicijnen tegen corona te geven. Al tijdens de eerste golf kwamen de eerste telefoontjes, brieven en mailtjes met hetzelfde verzoek binnen. Het ging meestal om een combinatie van het malariamiddel hydroxychloroquine, zink en het antibioticum azitromycine, net zoals nu, en vaak eindigde het contact met de patiënt in kwestie op een vervelende manier. ‘Alleen deze twee heb ik van u nodig. De zink koop ik zelf wel’,
38
de Dokter 1/2021
zegt hij en wijst naar het A4’tje dat voor hem ligt op het bureau met daarop de namen van twee medicijnen. ‘Er zijn huisartsen die wel het goede willen doen en willen helpen.’ Eigenlijk kan ik hem zijn boze gedrag niet kwalijk nemen. Aan het begin van ons gesprek vertelde hij mij dat hij wegens zijn overgewicht en hoge bloeddruk bang is om ernstig ziek te worden van corona. Ik moet de schuld niet bij hem leggen, maar bij mijn collega’s die op een onorthodoxe manier de wetenschap beoefenen en de resultaten daarvan op verschillende mediaplatforms plaatsen. Ik heb me meerdere malen afgevraagd of deze huisartsen vergeten zijn wat goed onderbouwd onderzoek doen inhoudt, omdat ze op zoek zijn naar aandacht of dat ze zo graag hun patiënten hulp willen bieden. In ieder geval moeten ze zich realiseren dat hun zienswijze zich als een (corona)virus verspreidt over heel Nederland waardoor hun collega’s in een vervelende positie kunnen belanden. ‘Als ik dan ernstig ziek word, dan is het uw schuld.’ Ik kijk hem vriendelijk aan. ‘Stel dat ik u die medicijnen voorschrijf en u ernstig ziek wordt van die medicijnen. Hoe kan ik dat als arts verantwoorden als de werking van de medicijnen bij corona niet wetenschappelijk bewezen is?’ ‘Begint u nu weer over wetenschap! Laat dan maar zitten! En die vaccinatie kunt u in uw reet steken.’ Ik onderdruk een glimlach. ‘Nou, dát gaat hopelijk binnenkort gebeuren.’ ¶
FOTO: MIR JA M VAN DER LINDEN
Wetenschap
a dv er t en t ie
a dv er t en t ie
OVER DE VERBINDING TUSSEN HET WARME AMBACHT EN DE DIGITALE TECHNOLOGIE Even een paar clichés en beelden. Mensen houden niet verandering. Dokters evenmin. Maar onder druk wordt alles vloeibaar, zeker in tijden van corona. Huisartsen zijn allereerst toegewijde hoeders van hun praktijk. Zij hebben hun handen dagelijks vol aan de persoonlijke zorg voor hun patiënten, in de praktijk of bij hen thuis, in elk geval dichtbij. Daarmee helpen zij hen om gezond en zelfstandig te blijven en niet onnodig of voortijdig naar het ziekenhuis of het verpleeghuis te hoeven. Daar zijn mooie woorden voor bedacht: poortwachter, eerstelijnszorg, zelfredzaamheid. Huisartsen doen hun werk graag op hun eigen manier. Het zijn echte ambachtslieden. Zij lopen, uitzonderingen daargelaten, niet voorop bij technologische vernieuwingen en digitalisering. Zij zijn, deftig uitgedrukt, geen early adaptors, geen sneezers. Zo blijkt uit onderzoek. De meest genoemde redenen voor hun terughoudendheid zijn: geen tijd, te duur en onvoldoende overtuigend als toegevoegde waarde voor de kwaliteit van de zorg.
NOOD BREEKT WET! Sinds de komst van COVID-19 is alles anders. De beperkende maatregelen, nodig om de verspreiding van het coronavirus in te dammen, heeft de fysieke nabijheid van de huisarts bij de patiënt in de praktijk en thuis sterk beperkt en bemoeilijkt. Noodgedwongen zoeken huisartsen op grote schaal hun toevlucht in zorg op afstand, zoals beeldbellen, telemonitoring en vormen van eHealth. Ook veel dokters die voorheen sceptisch waren over digitalisering. Nood breekt wet. Ook onder patiënten neemt de belangstelling voor nieuwe, digitale en virtuele zorgtoepassingen zoals zelfafname en doctor on demand toe. De verwachting is dat de pandemie de verdere digitalisering van de zorg zal versnellen en verbreden.
DIAGNOSTIEK DICHTBIJ Het behouden van het ambacht van de huisarts is daarbij één van de belangrijke uitdagingen. Unilabs Nederland draagt daarin bij door het ambacht van huisarts te vertalen naar nieuwe technologie en een breed scala van hoogwaardige (digitale) diagnostiek, die aansluiten bij de behoeften van alle zorgvragers, van huisarts en specialist tot patiënt en consument. Altijd dichtbij en voorzien van duiding en advies op maat. Homelab en Directlab zijn aansprekende voorbeelden. Dankzij deze verbinding tussen het ‘warme’ ambacht en de digitale technologie kan de huisarts zijn mooie vak als poortwachter van de zorg blijven uitoefenen.
MEER WETEN? Wim Knol, corporate communicatie Unilabs Nederland E-mail
wknol@unilabs.com
Mobiel
06 151 79 285