“Het museum was een anachronisme geworden”

Page 1

03.2015

P912013 / MAART-APRIL-MEI 2015 / VERSCHIJNT VIER KEER PER JAAR / AFGIFTEKANTOOR GENT X

www.davidsfonds.be . 3 euro

“Na een week voelde ik me al thuis in Peking” Journalist Stefan Blommaert over zijn passie voor het Oosten 24

32

40

DE BOER OP

KONINGIN VAN DE KROKETJES

De Nacht van de Geschiedenis over landbouw

De beste krokettenrecepten van Daphné Aers

KONINKLIJK MUSEUM VOOR MIDDEN-AFRIKA Cursusdag achter de schermen


TEKST

Lieselotte De Snijder

Directeur Guido Gryseels

BEELD

Wouter Van Vooren

“Het museum was een anachronisme geworden” Cursusdag achter de schermen van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Sinds eind 2013 is het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren gesloten. Als het in 2017 weer opent, zal het grondig vernieuwd zijn. Op donderdag 19 maart neemt Davidsfonds Academie u mee achter de schermen van het museum en komt u te weten waarom die renovatie nodig was. Directeur Guido Gryseels licht alvast een tipje van de sluier op.

V

oor veel mensen was het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren de eerste kennismaking met Afrika. Het museum is dan ook de perfecte bestemming voor een schoolreis of een zondagse gezinsuitstap. De grandeur van het gebouw en de Franse tuin eromheen dragen daar natuurlijk aan bij. Maar dat gebouw is meteen ook de zwakke schakel, vertelt directeur Guido Gryseels. “Het museumgebouw dateert van 1910 en is een beschermd monument. Dat betekent dat je niet zomaar kunt renoveren. De laatste ingrijpende aanpassingen gaan terug tot de Expo van 1958. De permanente tentoonstelling was niet meer van deze tijd. Hoog tijd dus voor een grondige vernieuwing.” Tijdens de renovatie, die geleid wordt door de Regie der Gebouwen, wordt het

museum uitgebreid met een nieuw ontvangstpaviljoen van de hand van Stéphane Beel, die onder andere ook M – Museum Leuven ontwierp. Dat paviljoen bevat een museumwinkel en een cafetaria en wordt met het bestaande museum verbonden via een ondergrondse galerij met extra tentoonstellingszalen en een auditorium. De kostprijs? Ruwweg 75 miljoen euro. Gelukkig lag het budget al vast voor de besparingen en komen Toerisme Vlaanderen, de Nationale Bank en de Nationale Loterij met geld over de brug. Want het museum is een grote toeristische trekpleister.

Omstreden verleden Waarom heeft de renovatie dan toch zo lang op zich laten wachten? Gryseels: “Na de dekolonisatie in 1960 wist België niet 41


cursussen Het museum bezit een grote collectie mineralen, etnografische objecten en zoölo­ gische specimina waar nog steeds onderzoek op wordt gedaan, zoals deze zoetwaterslakken.

hoe het moest omgaan met het koloniale verleden. Het museum verschoof door de jaren heen van de ene naar de andere ministerpost, de subsidies daalden en de focus kwam op het wetenschappelijk werk te liggen. Aan de top stonden ook altijd wetenschappers.” Gryseels, die in 2001 aangesteld werd, was de eerste voltijdse manager en zag het als zijn taak om het instituut te vernieuwen. “Het museum was een anachronisme geworden,” vertelt hij. “Veel mensen vonden dat we er een stolp overheen moesten zetten om het te bewaren zoals het was. En er dan

Koninklijk Museum voor Midden-Afrika Het gerenoveerde museum opent in 2017. In de tussentijd blijven er verschillende activiteiten en tentoonstellingen plaatsvinden op andere plekken. Ook het wetenschappelijk onderzoek gaat gewoon door. Wie de werkzaamheden wil volgen, kan vanaf zondag 29 maart terecht in de zogenaamde werfkeet, die elke zondagnamiddag toegankelijk is. INFO www.africamuseum.be

42

Veel mensen vonden dat we een stolp over het museum heen moesten zetten een nieuw museum naast zetten. Maar dat was niet realistisch, dat krijg je niet verkocht.” Dat is anders met de renovatie die nu gepland staat. “De hele wereld kijkt ernaar uit hoe we dat gaan aanpakken,” zegt Gryseels. “Aan het eind van de 19de en het begin van de 20ste eeuw werden er overal in Europa koloniale musea gebouwd – om het koloniale avontuur te promoten en het wetenschappelijk te ondersteunen. Ons museum werd door Leopold II opgericht na de Wereldtentoonstelling in 1897 om Congo in beeld te brengen. En dat mag je best let-

terlijk nemen: er stonden hier zelfs hutten met Congolezen.” Maar terwijl musea in andere landen de deuren sloten of opgeslorpt werden in andere musea, bleef dat van Tervuren open. Het werd het allerlaatste koloniale museum. Gryseels: “De permanente expo gaf nog steeds blijk van een koloniale ideologie. Dat stuitte veel mensen tegen de borst. Afrikanen die hier op bezoek kwamen, waren vaak gechoqueerd. Zeker de jongeren. Ouderen waren soms ook wel wat nostalgisch. Wij willen dat omstreden verleden niet verhullen, maar er kritisch mee omgaan.”

Kolossale collectie De renovatie heeft dus niet alleen een infrastructurele, maar vooral een inhoudelijke reden. Gryseels: “We willen de confrontatie met het koloniale verleden aangaan door dat verleden te duiden en uit te groeien tot een plaats van herinnering.” Concreet betekent dat bijvoorbeeld dat enkele zalen, zoals de krokodillenzaal, onveranderd zullen blijven. Op die manier kunnen bezoekers zien hoe de kolonies voorgesteld werden in 1910 of 1950. “We kiezen ook voor een multidisciplinaire aanpak,” legt Gryseels uit. “Dat houdt in dat we een expo benaderen vanuit verschillende wetenschappelijke invalshoeken. Er komen bijvoorbeeld zalen over natuurlijke rijkdommen en over biodiversiteit. Dat kan doordat de publieksoppervlakte van het museum 50 procent groter wordt. Ook hedendaagse kunst of politiek en economie komen aan bod.”


In het nieuwe museum wordt de publieksoppervlakte 50 procent groter Toch is 99 procent van de collectie niet in het museum te zien – al zijn alle stukken wel beschikbaar voor bruiklenen. Het was een hele uitdaging om tijdens de renovatie voor alle stukken uit de tentoonstelling een plekje te vinden. Want wat doe je met een levensgrote opgezette olifant of giraf? Gryseels: “Het heeft twee maanden geduurd om alle tentoongestelde objecten op te ruimen. Gelukkig vonden enkele van onze topstukken elders een tijdelijk onderkomen.” Het koloniale beeld van de luipaardman staat in het MAS in Antwerpen, de grote Afrikaanse olifant is te bewonderen in Technopolis in Mechelen en de 23 meter lange prauw staat in het Legermuseum in Brussel.

Wetenschap van wereldniveau Wat weinig mensen weten, is dat de museumcollectie samenhangt met een wetenschappelijk instituut met wereldfaam: 90 wetenschappers en 130 doctorandi en stagiaires voeren op de collectie uiteenlopend antropologisch, historisch, biologisch en geologisch onderzoek uit. Het instituut heeft bijvoorbeeld 15.000 mineralen, 150.000 etnografische objecten en

10.000.000 zoölogische specimina in haar bezit. Daarnaast gaan de wetenschappers ook geregeld op expeditie naar Afrika om nieuwe stalen te verzamelen. Een van de wetenschappers die in 2010 op expeditie ging langs de Kongostroom, is Els Cornelissen. Het diensthoofd erfgoedstudies raakt niet uitgepraat over haar onderzoek. “We verzamelen zowel oud als nieuw aardewerk. Dat laatste klinkt misschien vreemd, maar de technieken die mensen nu gebruiken en die ze van hun ouders hebben geleerd, vertellen ons iets over de identiteit en de rituelen van een bevolkingsgroep. Etnografisch onderzoek helpt om meer te weten te komen over archeologische objec-

Els Cornelissen, diensthoofd erfgoedstudies, vond waardevol prehistorisch aardewerk tijdens de expeditie langs de Kongostroom in 2010.

43


cursussen

ten.” Cornelissen is gespecialiseerd in prehistorisch materiaal en tijdens de expeditie van 2010 vond ze heel wat archeologisch aardewerk. Dat mee naar België nemen was geen sinecure. “We waren op doorreis en het moest snel gaan, we hadden geen inpakmateriaal en moesten dus praktisch denken. Waarmee pak je kwetsbare vondsten in als je geen materiaal hebt? Met heel veel wc-papier.”

Waarmee pak je kwetsbare vondsten in als je geen materiaal hebt? Met heel veel wc-papier! Kleine diertjes, grote gevolgen Ook biologe Tine Huyse vertelt enthousiast over haar onderzoek. Zij bestudeert parasitaire platwormen van zoetwatervissen en mensen. “Je vraagt je allicht af waarom het belangrijk is om parasieten van kleiner dan één millimeter te bestuderen,” zegt Huyse. “Wel, jaarlijks sterven er 180.000 mensen aan bilharzia omdat ze in contact komen met water dat besmet is door parasieten. Dat zijn vooral kinderen. Bij oudere mensen zorgen ze voor chronische ziekten zoals leverfibrose of blaaskanker.” De ziekte is dan ook direct verbonden met armoede en een gebrek aan proper drinkwater. Maar ook ondoordacht menselijk ingrijpen in de natuur zorgt voor problemen. Huyse: “De parasieten worden overgedragen door zoetwaterslakken die erg gevoelig zijn voor milieuveranderingen zoals boskap en dammenbouw. In Senegal is er bijvoorbeeld een slakkenepidemie uitgebroken toen daar een nieuwe dam werd gebouwd om de instroom van zeewater tegen te gaan. Het lagere zout44

Biologe Tine Huyse bestudeert parasieten, zowel aan de hand van de oude collectie als van stalen die ze verzamelt tijdens veldwerk aan het Tanganyikameer.

gehalte van het water bevorderde de verspreiding van de slakken en een tijdje later dus ook van de parasiet.” Tine, Els of hun collega’s geven tijdens de cursusdag van Davidsfonds Academie uitleg over hun onderzoek. Het is een echte openbaring om rond te lopen tussen de archiefkasten die barstensvol zitten met de specimina die sinds de expedities in de 19de eeuw werden bijeengesprokkeld. Wist u bijvoorbeeld dat in het museum ook de archieven van Stanley worden bewaard? Bereid u voor op een heuse ontdekkingstocht. ¶

Het dagevenement Het dagevenement van Davidsfonds Academie achter de schermen van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika en in het Koloniënpaleis vindt plaats op donderdag 19 maart. Met uw Davidsfonds Cultuurkaart krijgt u 6 euro korting op het dagevenement. INFO www.davidsfonds.be/academie


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.