How helpful is the International Office
september 2010
Lesgeefcursus onder vuur
H/LINK 01
Iedereen een taaltoets?
Studystore. De snuggere studieboekenwinkel. Simpel besteld, snel geleverd en scherp geprijsd. Daar staat studystore voor. Ga naar studystore.nl of stap binnen in het filiaal bij jou in de buurt. Tot snel.
EEN VLIEGENDE START BIJ FRAMES In een wereld waar de energievoorziening cruciaal is en waarin de vraag naar olie en gas blijft stijgen, heeft FRAMES een sterke positie en goede naam opgebouwd. Sinds 1984 ontwerpen we in ons hoofdkantoor in Zoeterwoude installaties die wereldwijd worden geproduceerd en geleverd. Met FRAMES-vestigingen in Nederland, het Midden-Oosten, India, Maleisië, USA, Brazilië en Duitsland bedienen we de internationale markt met onder andere orders in Europa, Noord-Amerika, Zuid-Amerika, Afrika, Rusland, Kazachstan, India, Oman en Abu Dhabi.
2
H/LINK • 01
Projectrealisatie vindt plaats op de meest economische locatie, met een focus op klantentevredenheid en veiligheid. We zijn een groeiende middelgrote organisatie met een lage gemiddelde leeftijd, waarin wordt gewerkt volgens een modern bedrijfsmodel met korte communicatielijnen en een sterke internationale uitstraling. De werkzaamheden vereisen hoog opgeleide medewerkers die pragmatisch en pro-actief inspelen op de strenge eisen uit de internationale olie- en gasproducerende markt. Ben jij op zoek naar een uitdagende en verantwoordelijke baan, surf dan naar onze website www.werkenbijframes.nl
Inhoud
persweeën 8
Navelstaren
Taalstrijd
‘M
oeten we er nou eigenlijk nog veel woorden aan vuilmaken dat Atrium en Focus gestopt zijn en we vanaf nu als H/Link verdergaan?’, vraagt iemand. Het valt even stil tijdens de redactievergadering.
Greenport: De missing link met het Westland?
12
16
Studeren met functiebeperking
Lesgeefcursus onder vuur
29
4 11
Kort Halo barst uit haar voegen
23 Wethouder Ingrid van Engelshoven over hoger onderwijs 26 De kunst van het samenwerken 32
Oude en nieuwe recensies
34 Nieuw: Loket rechtsbescherming
Er is wat voor te zeggen. Menig publieksblad vliegt een of andere hotemetoot in als gasthoofdredacteur en besteedt vervolgens een half blad aan hoe gezellig het wel was om samen met deze bn’er het eigen blaadje te maken. En wie zijn wij dan om niet eens lekker uit te pakken met een kijkje in de keuken? Wij mogen toch zeker ook wel navelstaren! Eindelijk eens wat foto’s en tekst en uitleg over discussies met de drukker over precies de juiste papiersoort, een bloedstollend verslag van de redactievergadering waar we onderwerpen als ‘studeren met anorexia’ en ‘gameverslaving’ de nek omdraaien. Een kijkje in de werkplaats bij de IPO-studenten die hun zomervakantie opofferden aan het ontwerpen en creëren van de nieuwe verspreidingsbakken! (dank, Niels en anderen) In gedachten ontkomen zelfs de vormgevers niet aan een plekje in de spotlight. Dat zal ze leren! Altijd maar achter de schermen willen zwoegen. Aan de andere kant: willen onze lezers het eigenlijk wel weten? Ik draag zo’n geinig horloge waarvan ik bij benadering niet weet hoe het werkt, ik rijd een Toyota en hoop dat die Japanners echt niet jokken over mijn remsysteem en uiteraard heb ik op 6 juni braaf gestemd om de dames en heren op het Binnenhof in staat te stellen om coalitieonderhandelingen te voeren. Van die blackboxdingen wil ik ook niet weten hoe ze werken, of waarom ze gemaakt worden zoals ze gemaakt worden. Ik wil gewoon dat ze doen wat ze horen te doen: de tijd aangeven, op tijd remmen en het land besturen. ‘Welnee joh’, klinkt het eenstemmig. ‘We gaan gewoon een mooi eerste nummer maken.’ Enjoy!
36 How helpful is the International Office Schoolstraat 21 2511 AW Den Haag 070 - 3 65 73 06
www.stanley-livingstone.nl
37
Unusual Dutch
40
Het saaie college
René Rector Hoofdredacteur H/LINK r.rector@hhs.nl
01 • H/LINK
3
kort nieuws
Inschrijven? Geen probleem! Een nieuw schooljaar betekent nieuwe studenten. Studenten die zich inschrijven, collegegeld betalen, persoonsgegevens opsturen. De systemen Studielink en Osiris draaien overuren om die gegevens te verwerken. Twee jaar geleden kampte De Haagse Hogeschool nog met grote inschrijfproblemen. Hoe gaat het dit jaar? Staan er straks weer lange rijen voor de informatiebalie? In 2008 kampte De Haagse Hogeschool met een recordaantal onvolledige inschrijvingen. Gevolg: lange rijen in het Atrium met wachttijden die op hun hoogtepunt wel vier uur telden. Database Studielink had net zijn intrede gedaan en al snel werd duidelijk dat het technisch niet helemaal in orde was. ‘Studielink was twee jaar geleden nog nieuw en bij alle nieuwe systemen horen kinderziektes’, aldus
4
H/LINK • 01
Monique van der Geest, hoofd unit Inschrijving & Informatie aan De Haagse. Dit jaar maakt Van der Geest zich geen zorgen over de inschrijfprocedure. Studielink is vertrouwd geworden en na de benodigde aanpassingen ‘onmisbaar’. Ook de communicatie tussen de hogeschool, Studielink en studenten verloopt veel beter. ‘Dit jaar loopt alles naar behoren. Wij doen ons best om de studenten op tijd te laten inschrijven en proberen het hen zo gemakkelijk mogelijk te maken’, aldus Van der Geest. ‘Bijna de gehele inschrijving kan de student digitaal afhandelen. Ouderejaars studenten hoeven alleen een machtigingsformulier voor het collegegeld in te sturen en dat geldt ook voor veel nieuwe studenten. Alleen als bepaalde gegevens niet digitaal geverifieerd kunnen worden, moeten nieuwe studenten ook nog andere documenten insturen.’ Dit jaar wordt er een testproject gestart, waar-
bij de februari-instroom van studenten een digitale machtiging collegegeld kan insturen. Dit project moet aantonen of een overgang naar een geheel digitale inschrijfprocedure mogelijk is. Digitaal of niet, het blijft van belang dat studenten tijdig actie ondernemen. Metten Knuppe, coördinator Centrale Studenten Inschrijving (CSI) aan De Haagse Hogeschool: ‘Studenten weten vaak niet dat wij met wettelijke deadlines. Per 30 september moeten alle
documenten binnen zijn. Studenten kunnen hun inschrijving daarom niet zomaar uitstellen.’
•
Twintig extra beamers beschikbaar Zowel docenten als studenten kennen het euvel: er is geen beamer beschikbaar, terwijl er net een belangrijke presentatie moet worden gehouden. Of de beamer in het lokaal is kapot en het lukt niet op stel en sprong een ander apparaat te regelen. Het tekort aan leslokalen met
een beamer is al langer bekend. Het probleem wordt nu opgelost door tijdelijk twintig mobiele beamerkarren te huren. Deze beamerkarren staan tot eind december 2010 in een vast lokaal en mogen niet verplaatst worden. Vanaf januari 2011 heeft De HHs eigen nieuwe beamers en – moderner – active boarden, een soort digitaal schoolbord waarop je met een speciale pen ook kunt schrijven. Omdat nog onderzocht wordt wat het beste aangeschaft kan worden, is gekozen tot die tijd met de beamerkarren te werken. In samenwerking met het roosterbureau is gekeken waar de beamers het beste kunnen staan. Hier een overzicht van lokalen met gehuurde beamers: • Academie ESCM krijgt twee beamerkarren, beschikbaar via de administratie. • Academie PABO krijgt twee beamerkarren in Ov.5.35 en Ov.5.41. • Academie FM krijgt twee beamerkarren in St.1.30 en St.1.32. • Academies M&C, MHR en AFM krijgen vijf beamerkarren in St.1.58, St.1.86, St.2.24, Sl.2.04 en Sl.3.44. • Academies GZH, BRV en SP krijgen vijf beamerkarren in Sl.3.90, Sl.3.92, Ov.3.77, Ov.3.79 en Rz.3.87. • Academie TIS krijgt twee beamerkarren in Sl.7.60 en Sl.8.83. De laatste twee beamerkarren worden geplaatst in Sl.3.56 en Sl.3.76.
•
Opening Hogeschooljaar:
Brons schetst lijnen
Slinger wordt opnieuw gevoegd De gehele Rugzakkant en een groot deel van de pleinkant van de Slinger moet opnieuw worden gevoegd. Sommige stukken muur zijn er namelijk zo slecht aan toe, dat ze er anders mogelijk uit zouden kunnen vallen. De renovatiewerkzaamheden duren van september 2010 tot april volgend jaar en zijn geraamd op ‘een paar ton’. Het voegcement dat vijftien jaar geleden gebruikt is, blijkt van slechte kwaliteit. Een groot gedeelte van het voegwerk vertoont zwakke plekken. Inmiddels is Huisvesting begonnen met de bouw van de steigers en zijn de eerste voegen uitgeslepen aan de kant van Hollands Spoor. De werkzaamheden gaan langzaam: ieder stuk wordt uitgeslepen en meteen opnieuw gevoegd. Zo hoeven de
werkers maar één keer op een plek te zijn en hoeven ze niet terug te komen. Deze werkwijze beperkt de overlast. Huisvesting probeert de hinder nog verder te beperken. Zo worden de voegen niet uitgehakt maar uitgeslepen. Dit scheelt aanzienlijk in het geluid. Dat de bouwvakkers voor de ramen aan het werk zijn is onvermijdelijk. In principe duren de werkzaamheden voor elke ruimte in de Slinger aan de Rugzakzijde (de kant waar de zonwering zit) één dag. In overleg met de academies die in de Slinger huisvesten, mijden de werkmannen college- en vooral tentamenruimtes zoveel mogelijk als die in gebruik zijn. Er wordt zoveel mogelijk geprobeerd om colleges te verplaatsen naar andere lokalen. Daarnaast kunnen medewerkers tijdelijk een andere werkplek zoeken, omdat men overal kan inloggen.
Rob Brons, voorzitter van het College van Bestuur, opende in bijzijn van burgemeester Jozias van Aartsen het hogeschooljaar. Hij zette de lijnen uit waarlangs De Haagse Hogeschool zich de komende jaren zou moeten gaan bewegen. Van Aartsen maakte van de gelegenheid gebruik om de aanwezigen erop te attenderen dat Den Haag blij mocht zijn met zo’n hogeschool. In navolging van oud-minister Cees Veerman vond Brons dat De HHs zich best wat bewuster kon worden van haar positie als school in de politieke hoofdstad van Nederland. De Commissie Veerman publiceerde eerder dit jaar een rapport waarin de nadruk ligt op een duidelijke profilering van onderwijsinstellingen. Nu doen alle hbo-instellingen min of meer hetzelfde. Een eigen gezicht zou veel beter zijn, aldus de commissie. En daar voelt Brons wel wat voor: met Den Haag als juridisch en politiek centrum van Nederland moest het naar zijn idee makkelijk zijn om een duidelijk profiel te kiezen. Verder benadrukte Brons het belang van onderzoek voor de hogeschool en stond hij even stil bij, zoals hij zelf noemde, ‘een stevig zorgdossier… en dat heet studiesucces!’ Brons vond dat als uit studenttevredenheidsonderzoeken keer op keer komt dat studenten zich weinig geïnspireerd voelen, je ze kunt uitdagen door de lat gewoon hoger te leggen. Jozias van Aartsen gaf tijdens de plechtigheden aan vooral erg blij te zijn met De Haagse Hogeschool aan boord te hebben binnen ‘de enige stad die ertoe doet, zoals u weet’. Het ontbrak Van Aartsen echter aan een echte boodschap voor de school, hoewel hij wel zei te hopen nog lang en veel met De Haagse Hogeschool samen te werken.
•
•
01 • H/LINK
5
post/opinie Beste toekomstige minister van onderwijs, Eind augustus zat ik als scheidend voorzitter van de Haagse Studentenvakbond met mijn opvolgers te vergaderen. Ik luisterde naar hun plannen over bevordering van onderwijskwaliteit, mobiliteit en studentenhuisvesting. Later zat ik in de tram van De HHs naar huis, gebruikmakend van mijn OV-kaart. Ooit geĂŻntroduceerd om studenten te compenseren voor de bezuinigingen op de studiebeurs, maar alweer flink ingeperkt. Met een rilling besefte ik dat door de aangekondigde bezuinigingen op het onderwijs een grote groep toekomstige studenten nooit zou gaan studeren. Beste minister, ik hoop dat u over vier jaar niet de minister
van laagopgeleide en werkloze jeugd bent. Daartoe zult u moeten strijden voor de studiefinanciering. Zo blijft studeren ook toegankelijk voor de niet-elite van dit land. Verder moeten onderwijsinstellingen zich weer bezig houden met de ontwikkeling van het individu en niet met de marktwaarde van de student. Ik ben echt bezorgd. Ik hoop dat u samen met mij gaat voor een toekomst met goed opgeleide Nederlanders, zonder torenhoge studieschuld en voor Nederland als kenniseconomie die zich tot de wereldtop mag rekenen. Jasper Beelaard Oud-voorzitter Haagse Studentenvakbond
Heb je een mening over De Haagse Hogeschool of ontwikkelingen binnen het hoger onderwijs in het algemeen?Of wil je reageren op een artikel in H/Link? Mail dan naar hlink@hhs.nl onder vermelding van Opinie.
Op kamers in Den Haag /Delft? Kom naar DUWO! DUWO is de oudste en grootste studentenhuisvester van Nederland en heeft 17.000 studentenwoningen in Den Haag, Delft, Leiden en Amsterdam. Schrijf je in voor een kamer bij ons kantoor in Den Haag: Stamkartplein 98 (naast de Haagse Hogeschool). Kosten 15 euro. Openingstijden: ma t/m vrij van 8.30 tot 17.00 uur. Kijk ook op www.duwo.nl Stamkartplein 98 2521 ER Den Haag T 070 3051400 E denhaag@duwo.nl
6
H/LINK • 01
in beeld
Intro 2010 Bij IPO kon je
zwartgeblakerd aan je studie beginnen. Deze eerstejaars doorstond zijn blaastest glansrijk. Floor Korbijn van IntroIPO wint met deze foto vijftig euro. Ze benadrukt nog even dat de test niet schadelijk is voor de blazer.
Milou Kruijswijk, derdejaars SBRM, verzekert op haar beurt dat hun introductiekip niet is mishandeld. Hij is later nog vrijwillig op de foto gegaan als
Lucky Luke.
De feestfoto’s bleven op één na uit. Een eerstejaars Communicatie keek tijdens de thema-avond Beauty and the Nerd stiekem onder het rokje van inzender
Martijn (alias Martine?) Jochemsen. Een ander onderdeel van de Communicatie-intro was de vos-
senjacht. Lara Lindeman kiekte de ‘vossen’. De ingetogen zwartwit foto van Eveline Oudshoorn
laat zien dat de introductie net een gewone dag is. Bij de halo pakten ze het wat knusser aan. Anne Lorsheijd vertelt dat ze zo’n vijf keer per dag met 320 man moesten ‘indikken’. ‘Zat niet echt lekker’, zo luidt haar commentaar.
Ook € 50,–?
Stuur dan een foto van je (gezamenlijke) studentenmaal naar hlink@hhs.nl. Leg ook even uit wat je eet en met wie. Recepten zijn welkom.
01 • H/LINK
7
beleid
Taaltoets voor iedereen?
tekst Dieuwke de Boer beeld Dolinda Toepoel
De HHs onderzoekt momenteel of een verplichte taaltoets ingevoerd moet worden in de propedeuse. Haal je hem niet, dan geen propedeuse. Het plan kan rekenen op voor-, maar zeker ook tegenstanders.
Slechte beheersing van de Nederlandse taal is voor een groot aantal studenten een belemmerende factor om succesvol te studeren. Dat constateerden teamleiders en academiedirecteuren van De Haagse Hogeschool twee jaar terug unaniem op een conferentie over studiesucces. Met het College van Bestuur
8
H/LINK • 01
(CvB) is toen afgesproken dat taal een prominente plek krijgt in het beleid. Deze maand wordt een pilot opgetuigd voor een taaltoets. Bij succes wordt de toets volgend collegejaar hogeschoolbreed ingevoerd in de propedeuse.
De instaptoets moet vaststellen welke studenten op taalgebied tekortschieten, zodat hun taalvaardigheid bijgespijkerd kan worden tot hbo-startniveau. Uit landelijk onderzoek blijkt namelijk dat het taalniveau van gediplomeerde havisten en mbo’ers te laag is. Dit wordt aangepakt, maar het duurt vermoedelijk nog een aantal jaren voordat het hbo daar de vruchten van kan plukken. Berry Minkman, academiedirecteur European Studies and Communication Management, kreeg daarom van het CvB de opdracht om te kijken hoe de hogeschool om moet gaan met taal. ‘Wij moeten ervoor zorgen dat studenten die niet aan de startcompetenties voldoen, deze aan het einde van de propedeuse wel beheersen.’ Waar is de kink in de taalkabel eigenlijk het grootst? ‘De luisteren spreekvaardigheid zijn doorgaans niet het probleem’, stelt Minkman. ‘Wij concentreren ons daarom vooral op de schrijfvaar-
digheid. Slecht spellen is makkelijk vast te stellen en te verhelpen. Het is vaak slordigheid. Een heel ander punt is dat mensen niet goed kunnen formuleren… hun gedachten niet op papier kunnen zetten. Om studenten dit aan te leren is een lange adem nodig, maar het is wel essentieel in het hbo voor opdrachten, scripties en stageverslagen.’
toets belemmert de toegankelijkheid van ‘hetEenonderwijs. ’ De vraag is natuurlijk hoe je die schrijfvaardigheid opkrikt. En of een taaltoets daar wel het goede middel toe is. ‘Mijn motto is: je moet altijd beginnen met taal leren, niet met controleren’, zegt Wilma van der Westen, senior adviseur taalbeleid aan De HHs en voorzitter van het Nederlands/Vlaams Platform Taalbeleid Hoger Onderwijs. ‘Het startpunt zou moeten zijn dat iedere opleiding in zijn curriculum gaat kijken welke taalvaardigheid nodig is voor het beroep. Vervolgens moet je ervoor zorgen dat die taal aangereikt wordt in de studie. Nu zie je bijvoorbeeld dat er allochtone studenten zijn, die wel hun diploma halen, maar door ontoereikend taalgebruik onder hun niveau op de
Spookdiscussie? De Hogeschoolraad (HR) is ontstemd over het plan voor een hogeschoolbrede taaltoets, dat voor de zomer door het CvB ter informatie aan hen is voorgelegd. Inhoudelijk zijn ze verdeeld, maar de principiële discussie over meer rechten overheerst. De HR vindt het namelijk te vrijblijvend om wel haar visie te mogen geven, maar geen bevoegdheden te hebben. ‘Het is inderdaad principieel’, erkent Jerry Snellink, studentlid en vicevoorzitter van de HR. ‘Dit is zo top-down. Docenten hebben het gevoel dat het College van Bestuur hen komt vertellen wat ze met taal moeten doen. Omdat het invoeren van zo’n
toets ingrijpend is, moet voor draagvlak gezorgd worden. Dat kan via de Hogeschoolraad.’ De raad stelt een brief op aan het CvB waarin zij toelicht waarom ze vindt dat ze instemmingsrecht heeft. Naar verwachting is deze brief inmiddels verstuurd. ‘Ik vind het een spookdiscussie. Je kan toch niet instemmen met iets dat nog uitgezocht wordt?’, reageert collegelid Els Verhoef. Zij stelt dat van instemmingsrecht pas sprake kan zijn als de plannen definitief zijn. ‘We hebben een vraagstuk dat opgelost moet worden: taal is een belemmerende factor voor studiesucces. Ik mag dan binnen de hogeschool toch vragen om een toets en
lesaanbod te ontwikkelen, zodat we studenten die niet aan de startcompetenties voldoen afdoende kansen kunnen geven?’ Verhoef betreurt het dat de discussie met de HR een technocratische is geworden. ‘Laten we nou over de inhoud praten. En als we eruit zijn wat we gaan doen en hoe, dan komt het moment dat de Hogeschoolraad instemmingsrecht krijgt. Ik heb al toegezegd dat dit voorafgaand aan de OER is.’ De raad wil echter eerder in het proces meebeslissen. ‘Ik begrijp dat je hogeschoolbrede kaders opstelt’, zegt Snellink. ‘Maar ik ben ervoor om de invulling zo dicht mogelijk bij de academies te houden. Sommige raadsleden
gaan daar verder in. Die accepteren niet dat het College ingrijpt in het onderwijs. Ook betekent een centrale toets, dat er decentraal bezuinigd wordt.’ Verhoef benadrukt dat de wens om het centraal op te pakken juist van de academiedirecteuren komt. ‘We hebben het jaren decentraal gedaan. Het resultaat is belabberd en het kost een boel geld. Vanuit het oogpunt van efficiency en kwaliteit is het zinnig om de kennis van academies te bundelen. Kennis delen en gezamenlijk ontwikkelen is van een andere orde dan topdown beleid maken.’ HR en CvB constateren wèl eensgezind dat de experts op taalgebied verdeeld zijn over de taaltoets. ‘Neerlandici zijn
bang dat het eenheidsworst wordt en dat het niveau te laag wordt’, aldus Snellink. Verhoef legt uit dat ze juist daarom zoveel mogelijk docenten heeft uitgenodigd om mee te denken over de inhoudelijke invulling van het beleid. ‘Uiteindelijk moeten voldoende experts het plan beoordeeld hebben. Dat ga ik niet zelf doen. Maar optimaal zal het niet worden.’ En wanneer moet die toets een feit zijn? ‘Impliciet was het mooi geweest als we voor de zomer overeenstemming hadden bereikt’, erkent Verhoef. ‘Maar zorgvuldigheid is belangrijker dan snelheid. Laten we hopen dat het volgend jaar september rond is.’
01 • H/LINK
9
in de lift arbeidsmarkt terecht komen. Als je tijdens de studie feedback geeft op dat taalgebruik, kun je dat voorkomen.’
Kleine visjes in een te grote kom
A
ltijd is het weer eventjes meten: hoe groot moesten mijn stappen ook alweer zijn om makkelijk over de slootjes te lopen voor De Haagse? Nadat ik een semester in Glasgow gestudeerd heb, is het weer extra moeilijk. Binnen is het een drukte van belang. Ik struikel over de eerstejaars die niet weten waar ze moeten zijn. Ze zijn overal en je pikt ze er zo uit. Op de nog steeds foeilelijke geelgroene stoeltjes voor de cafetaria zitten ze klassenlijsten door te nemen, voor de lift praten ze over slaapgebrek tijdens het introductiekamp en op de trappen zitten ze voornamelijk gewoon in de weg. Je kan het ze moeilijk kwalijk nemen. Ik weet nog dat toen ik voor het eerst het Atrium binnenstapte ik ook even overdonderd was. Ik voelde me een kleine vis in een veel te grote kom. Je kent niemand, je weet niet waar je heen moet en het is vooral enorm groot allemaal. Ik loop naar de lift waar het erg druk is. Opgewonden gegiechel van meisjes wordt afgewisseld met een monotoon gebrom over voetbal. ‘Ding-dong.’ De mensen komen in beweging om naar de lift te gaan. Een seconde later lopen ze weer net zo hard achteruit om andere mensen uit de lift te laten. Leuk entertainment zo op de vroege morgen. Eenmaal in de lift sta ik naast een jongen. Fragiel, met zwarte krulletjes en een wat gespannen gezicht. Hij leunt wat ongemakkelijk tegen de wand, de papieren in zijn hand zijn opgerold en tikken zenuwachtig tegen zijn been. Zonder twijfel zijn eerste dag. De lift stopt, en net hard genoeg klinkt het ‘sorry’ uit zijn mond om de weg vrij te krijgen. Toevallig is het ook mijn verdieping, dus ik loop achter hem aan. Buiten de lift stopt hij en speurt de bordjes af. Ik vraag hem of ik hem misschien kan helpen. Nadat ik hem het lokaal heb gewezen, raken we nog even aan de praat. ‘Ik ken nog helemaal niemand. Er is niet echt een introductie voor mijn opleiding, dus het is allemaal nogal nieuw.’ Ik herken zijn problemen. Toen ik begon was er een speurtocht door de binnenstad en dat was het. Niet de beste manier om je klasgenootjes te leren kennen. Zeer clichématig en bijna schaamtevol, maar wel vol overtuiging komt het standaard ‘het komt allemaal vanzelf goed’ uit mijn mond en onze wegen scheiden. Want wie had gedacht dat die kleine vis van toen een volledig nieuw introductiekamp zou mede-organiseren? Een semester in Glasgow zou studeren? Laat staan columnist zou worden?
•
tekst Rindert Reitsma beeld Mieke Barendse
10
H/LINK • 01
In het verlengde van Van der Westens motto kun je Minkmans opmerking zetten dat je ‘taalbeleid niet alleen moet overlaten aan docenten Nederlands.’ Hij pleit ervoor dat iedere docent moet kunnen beoordelen of het Nederlands van een student aan de maat is. ‘Als je taal belangrijk vindt, moet je daar met zijn allen wat aan doen. Je zou eigenlijk een opdracht niet moeten beoordelen als het Nederlands niet goed is. Als niemand er wat van zegt, doet een student er niets aan.’ Maar vooralsnog ligt de nadruk op de taaltoets. Minkman gelooft dat het een probaat middel is. Hij heeft al ervaring met een instaptoets die spelling en algemene taalvaardigheid test. Dat laatste met een zogenoemde ‘c-toets’, een soort gatenkaastekst waarbij je op basis van de context op de open plekken woorden moet aanvullen. De uitslagen van de bestaande toets bevestigen de noodzaak van effectief taalbeleid: zeventig procent van de deelnemers haalt een onvoldoende voor het spellinggedeelte, veertig procent zakt voor de c-toets. Voor het formuleren zou hier nog een schrijfopdracht bij moeten komen. ‘Zeker geen “one size fits all”-document’, vertelt Minkman. ‘Het zou gek zijn als wij alle academies zouden gaan vertellen hoe ze het moeten doen.’ Van der Westen waarschuwt: ‘Het risico van taalbeleid opzetten vanuit een toets is dat het “teaching the test” wordt. Maar het gaat niet om het halen van de toets, maar om het op niveau brengen van de taalvaardigheid. Want daarmee verhoog je het studiesucces en de kwaliteit van afstudeerders.’ Ook stelt ze dat het taalprobleem als een gegeven beschouwd moet worden. ‘De instroom is veranderd, dus het onderwijs moet veranderen. Je moet er niet meer vanzelfsprekend van uitgaan dat studenten de taal beheersen. Als je een toets gebruikt als selectiemiddel, en verder niets verandert in het onderwijs, belemmert dat de toegankelijkheid van het onderwijs. Ook vallen de studenten die moeite hebben met luister-, spreek- en leesvaardigheid buiten de boot. Je kunt natuurlijk wel een instaptoets gebruiken om snel in kaart te brengen welke studenten extra ondersteuning bij het schrijven nodig hebben. Maar je hoeft ze er niet op af te rekenen.’ Het opzetten van taalbeleid op basis van een taaltoets is een gebruikelijke valkuil, stelt Van der Westen. ‘Laten we het eerst hebben over het leren en dan pas over een toets.’
•
Hutje mutje
halo
beleid
College in de kantine, slb-gesprekken in de soos, volgens de directie van de Academie voor Sportstudies is het duidelijk: het gebouw zit met 1.100 studenten vol. Het plan om door te groeien naar 1.400 studenten lijkt daarmee onhaalbaar. tekst Martine Seijffert • beeld Bas Kijzers
‘Acht jaar geleden hadden we tussen de vijf- en zeshonderd halostudenten’, blikt academiedirecteur John van den Berg terug. ‘Met de nieuwe opleiding Sportmanagement erbij kwamen we al snel aan 1.100. Daarmee is een grens bereikt.’ De oplossing is de nieuwbouw in het Zuiderpark, maar de oplevering daarvan verwacht Van den Berg pas in 2014. Academiesecretaris Leonie Osse vertelt: ‘Het studentenaantal is gegroeid, maar het aantal theorie- en praktijkruimtes is hetzelfde gebleven.’ Dit is vooral lastig voor de roosteraars van Sportstudies. In De Reflector geven de sportstudenten het rooster al jarenlang slechte cijfers, al steeg de beoordeling het laatste jaar wel. Als één van de oorzaken noemt roosteraar Marie-Noële Bour het ruimtegebrek, maar ook het op tijd aanleveren van de lesgegevens liet voorheen te wensen over. ‘Sinds vorig jaar is de strengheid in aanleverdata structureel veranderd’, meldt Bour. ‘Docenten en teamleiders hebben harde deadlines gekregen en ze beseffen nu dat het rooster maar op één moment gewijzigd kan worden.’ Binnenkort komt een roosterhandboek uit waarin studenten en docenten de roosterregels precies na kunnen lezen. Ook mogen klassenvertegenwoordigers reageren op het conceptrooster via een speciaal mailadres. In de vergadering van het managementteam staat ‘roosteren’ elke twee weken op de agenda. Osse: ‘De klachten over het rooster gaan ook om de beleving. Daarom hebben we besloten studenten uit te leggen waarom ze soms zoveel tussenuren hebben.’ De roosteraars aan de Laan van Poot moeten creatief denken. ‘Ik houd rekening met de beperkte tijden dat wij het zwembad tot onze beschikking hebben, het maximum van drie praktijklessen per dag in ver-
Academiedirecteur John van den Berg: De grens van het gebouw is bereikt.
‘
’
band met blessures en het gegeven dat studenten moeten douchen en omkleden: ze kunnen niet in hun judopak gaan hockeyen.’ Daarnaast laat de beschikking over theorielokalen volgens Bour te wensen over. ‘We hebben nu twee theorielokalen in het hoofdgebouw voor drie klassen Sportmanagement. Een derde lokaal hebben we aangevraagd, maar dat krijgen we niet.’ Henri van de Brug, directeur van het Facilitair Bedrijf, licht deze afwijzing toe: ‘Als we van de vastgestelde normen uitgaan die hogeschoolbreed gelden, heeft de academie echt geen extra lokaal nodig. Uiteraard willen we dit best nog eens met de academie doornemen.’ Als oplossing gebruikt de Sportacademie nu de soos voor slb-gesprekken en een inspanningsfysiologielokaal voor werkcolleges. Van den Berg vindt het jammer dat het ruimtegebrek groei in de weg zit. ‘Ons uitgangspunt is een geleidelijke opbouw. Zoals het er nu naar uitziet gaat dat niet. Als we willen groeien, hebben we eigenlijk een extra sporthal nodig, zes theorielokalen en extra docentenkamers. Maar dat is niet realistisch.’
•
01 • H/LINK
11
studie
Greenport: De missing link
12
H/LINK • 01
met het Westland?
Greenport had de tuinbouwschakel moeten worden tussen het bedrijfsleven, technische hbo-studenten, havisten en mbo’ers. Dat is niet helemaal gelukt: was het project in het begin nog vooral tuinbouw, door de economische crisis zijn de accenten verschoven naar andere sectoren. En laten de studenten van TIS Delft dat nu helemaal niet erg vinden. tekst Martine Seijffert • beeld Bas Kijzers & Martine Seijffert
01 • H/LINK
13
TOMATENPLUKROBOT
Roel van de Mark (23), vijfdejaars werktuigbouwkunde. Werkte samen met vier studenten elektrotechniek.
Een tomatenplukrobot, transportbanden voor plantjes, roedes voor het dak van de kas en rondrijdende mandjes: Greenport begon als een project voor de tuinbouw. Bedrijven uit het Westland zouden met opdrachten komen waar zowel studenten van TIS Delft, mbo-studenten als havo-scholieren mee aan de slag zouden kunnen. Om de bedrijven actief te betrekken kreeg TIS Delft in maart 2009 subsidie van de provincie Zuid-Holland.
Vaginale douche
‘De robot herkent alleen de tomaat nog niet’ ‘Officieel is het Expertisecentrum onze opdrachtgever. Met de subsidie die Greenport kreeg, zijn er onder andere drie robotten aangeschaft die in de hal van TIS Delft zijn neergezet. Nico kwam met het idee om een oogstrobot te ontwerpen. Nu gebeurt het oogsten vaak nog door Polen, maar die zijn duur. We hadden twee doelstellingen: de robot moest de tomaten kunnen selecteren op rijpheid en formaat en de plaats kunnen lokaliseren waar de tomaat hangt. De eerste doelstelling viel al snel af omdat we erachter kwamen dat onze software alleen in zwartwit kan kijken. Omdat je voor de rijpheid van een tomaat moet kunnen zien of hij rood of groen is, werkte dat niet. Dus focusten we ons op het bepalen van de plaats van de tomaat in een 3D ruimte. We hebben
geëxperimenteerd met twee kijkposities. Uiteindelijk zijn we op een 2D-camera uitgekomen die bepaalt waar de tomaat hangt in combinatie met een laserafstandsmeter. De robot kan nu een object vinden in 3D en dat hoeft niet per se een tomaat te zijn. De volgende studenten kunnen met nieuwe software aan de gang gaan zodat de robot wel kan herkennen. Bladeren voor de tomaat kunnen de vrucht onherkenbaar maken voor de software, dus een ander idee is om een blazer op de robot te monteren. Ook is er nog een knippertje nodig om de tomaten af te knippen zonder dat die meteen op de grond vallen. Deze opdracht hadden we aan een paar mbo-studenten gegeven, maar daar hebben we nooit meer iets van gehoord.’
WALKING PLANT ‘Geen leegte na een cijfer’
14
H/LINK • 01
Alexander van Gorkum (27), derdejaars werktuigbouwkunde. Werkte samen met drie andere studenten werktuigbouwkunde.
Projectleider Nico Persoon verzamelde destijds dertig bedrijven voor een bijeenkomst. Persoon: ‘Vijf van de bedrijven tekenden een contract en beloofden zich actief in te zetten voor het project.’ Inmiddels zijn er van de vijf bedrijven twee failliet. ‘Het is afgelopen jaar niet goed gegaan met de economische situatie in de tuinbouw’, verklaart Persoon. ‘Je merkt dat de meeste bedrijven een pas op de plaats maken en hun geld direct in plantjes steken in plaats van te willen innoveren.’ Toch vormde de terugloop aan opdrachten van tuinbouwbedrijven geen belemmering voor het project Greenport. Persoon: ‘Greenport is een vehikel dat helpt onderwijs te verzorgen. Studenten die niet uit het Westland kwamen, vroegen: “Heb je niet wat anders voor ons?” Tuurlijk had ik ook wat anders. Waar het om gaat is dat studenten het niet leuk vinden om voor de zeventiende keer een verzonnen projectje door te rekenen. Je wilt studenten opleiden voor het beroepenveld. Het maakt mij dan niet zoveel uit voor welke sector.’ Dat het in de kassen niet zo goed ging, kwam voor Greenport dus wel aardig uit. Een van de bedrijven die nu meedoet aan Greenport is Lo Minck. De gelijknamige eigenaar vertelt grinnikend hoe gevarieerd zijn bedrijf is: ‘Wij gaan van vaginale douche tot fietsenkluis.’
‘Het Walking Plant System is een systeem waarbij bloemensoorten op een transportband staan en hier al hun verzorging krijgen. Ze zijn gelabeld en krijgen automatisch de juiste hoeveelheid water en licht toegediend. Ook kunnen ze aangeleverd worden op gewenste soort en aantal. Die transportband wordt ondersteund door paaltjes. Onze opdracht was om de paaltjes lichter te maken. Normaal wegen ze dertig kilo en zijn er twee mensen nodig om het paaltje te tillen, bijvoorbeeld om het te plaatsen of te
De werktuigbouwkundestudenten die een paar maanden geleden ineens voor zijn deur stonden, gingen aan de slag met het laatste. Minck: ‘We gaven hen de opdracht de fietsenkluis te herontwerpen. Veel bedrijven staren zich blind op een oplossing, maar met studenten krijg je juist een frisse blik. Hierna gaat een afstudeerder van de TU Delft verder werken aan het project, maar ik ben nu al heel enthousiast over het resultaat.’ Niet alleen studenten werktuigbouwkunde kunnen aan Greenport deelnemen. Inmiddels zette Persoon ook al opdrachten uit bij studenten elektrotechniek en technische bedrijfskunde. In de toekomst kunnen wat hem betreft ook andere studies aansluiten. ‘De keuzemodules waarmee je Greenport kunt volgen draai ik het hele jaar door. Studenten beginnen in een groepje van vijf met het schrijven van een plan van aanpak. In lesweek 7 en 8 sluiten ze het project af. Tussendoor zijn er gesprekken met mij of de begeleider en de opdrachtgevers.’ Daarnaast betrekt Persoon havo-scholieren en mbo’ers bij de opdrachten. ‘We willen havisten op deze manier vast kennis laten maken met ons projectonderwijs.’ Toch blijkt dat in de praktijk lastig. ‘Havo en hbo zijn moeilijk te combineren’, legt Persoon uit. ‘Eerst lieten we ze samenwerken, maar nu hebben we besloten dat we havo-scholieren opdrachten geven die door de hbo-studenten al zijn voorbereid.’ Uiteindelijk is het doel van Greenport dat het netwerk met andere hogescholen, het bedrijfsleven, ROC’s en Mondriaan zich steeds verder uitbreidt. Persoon: ‘Het streven is dat Greenport aan het eind van de rit gemeengoed is in ons onderwijs. De subsidie geeft ons nu wat meer slagkracht, maar in de toekomst moet het ook kunnen voortbestaan zonder extra geld. Het gaat erom dat de student kennis kan maken met de sector die hij of zij interessant vindt en zich serieus genomen voelt.’
verzetten. De paaltjes zijn van staal en de prijs van staal is de laatste tijd ook nog eens erg gestegen. Wij kwamen uiteindelijk uit op het idee om composiet te gaan gebruiken – een soort houtsnippers met lijm ertussen – en nu weegt een paaltje nog maar acht kilo. Per kas zijn er duizenden paaltjes die de transportbanden ondersteunen, dus dat scheelt een hoop. Onze berekening hebben we gebaseerd op de stijfheid van het materiaal en het maximale gewicht. WPS Horti Systems gaat het zelf nog wel helemaal
LO MINCK VELOSAFE
Wouter Steigenga (20), derdejaars werktuigbouwkunde. Werkte samen met vier andere studenten werktuigbouwkunde.
‘Onze fietsenkluis is hufterproof’
‘Nico had een lijst met projecten. De opdrachten uit de tuinbouw vonden we minder uitdagend omdat je dan meestal iets kleins ontwerpt. Vorig jaar zijn we ook al een beetje de richting van die sector opgeduwd met projecten, maar de tuinbouw ligt je of het ligt je niet. Wij werken liever met iets groots. Ik ben meer onder de indruk van een hijskraan dan van een robot.Het herontwerpen van de fietsenkluis was een pittige opdracht en veel concreter dan normaal. Iedereen heeft wel eens van zo’n fietsenkluis gehoord. Daarnaast sprak het ons aan dat de kluis daadwerkelijk verwezenlijkt kon worden. De kluizen zoals ze er nu zijn, zijn in beheer van Prorail en die mag Lo Minck niet verkopen. Maar in Antwerpen en Gent hebben ze ook belangstelling en door de kluis aan te passen en te verbeteren is
het wel verkoopbaar. Een van de doelen was daarom de kluis concurrerend te maken, de ander om de kluis duurzamer te ontwerpen en toch een aantrekkelijk uiterlijk te geven. Na weken overleggen en bedrijven bezoeken besloten we te kiezen voor het materiaal composiet. Dat is duurzaam en heeft alle goede eigenschappen bij elkaar. Verder hebben we schuifdeuren ontworpen, want de huidige deuren willen nog wel eens dichtslaan met de gebruiker ertussen. Ook is de kluis hufterproof en zorgen zonnepanelen op het dak voor de stroom die nodig is om de deuren open en dicht te doen. Zowel wij als de opdrachtgever zijn tevreden met het eindresultaat. Lo Minck had veel eisen gesteld, maar hoe we het deden maakte niet uit. Het is fijn om die vrijheid te krijgen.’
doorrekenen, want in de acht weken die wij hadden heb je daar de tijd niet voor. Ons voordeel is dat we zonder achtergrond binnenkomen, helemaal bij nul beginnen. We laten principes los. Eindelijk staan we een keer echt dicht bij de praktijk. Er wordt bovendien ook iets mee gedaan. Het is geen tekst die in een la komt te liggen, er is geen leegte na een cijfer. Een project als Greenport geeft je extra stimulans om beter je best te doen.’
01 • H/LINK
15
onderwijs
Kritiek Feedback
op cursus lesgeven tekst Dieuwke de Boer beeld Bas Kijzers
Iedere nieuwe docent zonder lesbevoegdheid moet binnen drie jaar na indiensttreding de cursus Pedagogisch Didactische Vorming (PDV) volgen. Cursusleider Jan Oosting doet regelmatig een oproep voor deze halfjaarlijkse cursus. Tim van Tongeren, academiedirecteur Bestuur, Recht en Veiligheid, reageerde onlangs resoluut: ‘Ik stuur geen mensen meer, voordat de PDV beter is.’ Zijn ‘reply to all’ bracht de discussie op gang.
‘Het is geen prutsprogramma, maar er is weinig aandacht voor de ambacht van het onderwijs, licht Tim van Tongeren toe. Hij krabbelt meteen een beetje terug: hij voert niet echt een PDV-stop in, maar wil met zijn standpunt een reactie uitlokken. ‘Docenten hebben vaak behoefte aan praktische handvatten. Goed lesgeven is iets dat je moet leren, maar bij PDV worden mensen niet voorbereid op het geven van hoorcolleges. Een klein voorbeeld: ik maak nog
16
H/LINK • 01
steeds mee dat docenten tijdens een college een vraag meteen gaan beantwoorden in plaats van hem eerst te herhalen. Dan raken studenten de draad kwijt. Niet iedereen heeft de vraag gehoord en het gaat dan opeens ergens anders over.’ Jan Oosting beaamt dat het ‘didactisch handwerk’ belangrijk is en verwijst naar de literatuurlijst van de cursus. ‘Die is doorspekt met pedagogiek en didactische handreikingen. Die
Ruben Kranendonk
Belinda van der Gaag
Docent MWD sinds februari 2010
Docent ESCMsinds september 2008
‘
Omdat ik zonder ervaring in lesgeven aan de cursus begon, kon ik weinig voorbeelden inbrengen. Ik kon wel leren van fouten en ervaringen van anderen, al is het mij een beetje tegengevallen. Als je een oefening Nederlands hebt bedacht, kan een docent Frans daar wel wat mee, maar een SPH’er niet. Ik zie mezelf niet als de gemiddelde PDV-student. Voor mij is het al snel getheoretiseer. Als ik niet zie wat ik er praktisch mee kan, dan haak ik snel af. Ik vind de PDV-docenten van hoog niveau, maar het komt niet altijd over. De structuur ontbreekt soms, waardoor ze discussies die voor mijn gevoel nergens heen gaan, lang laten doorgaan. De coaching vond ik erg leuk, omdat je dan met jezelf aan de slag gaat. Doordat je medecursisten vragen stellen over jouw casus, kom je tot je eigen oplossing. Die blijft beter hangen dan een oplossing die aangereikt wordt. Ik moest tijdens PDV een hoorcollege geven, waarin mijn obstinate houding werd gespiegeld. Ik reageerde vrij dominant met “eruit!”. Dat heeft wortels in mijn vorige baan als groepsleider in een jeugdinrichting. Nu ben ik me daar bewuster van en kan ik leren daarmee om te gaan.
’
kennis kun je lezen. In de cursus leggen wij liever de nadruk op het doen.’ Kort gezegd: de PDV-studenten krijgen het ambacht wel aangeboden – het bespreken van de literatuur is zelfs een vast onderdeel van de lesdag – maar verzuimen het blijkbaar tot zich te nemen. ‘Ik reken mezelf dat aan als docent’, reageert Oosting. ‘We weten dat iedereen die in de klas zit, studentengedrag vertoont – ook docenten en managers. Dat moet je tackelen. In de PDV
‘
PDV is geen kant en klare LOI-cursus. De PDV-docenten werken volgens het nieuwe leren, een onderwijsvisie waarbij de input vanuit de groep moet komen: “Waar ben je tegenaan gelopen?”. Door praktijkvoorbeelden te bespreken en visies uit te wisselen krijg je meer bewustwording. Het opent je blik dat het ook anders kan: er is niet één oplossing. Het hangt van je persoon af welke aanpak bij je past. Gebruik maken van de handreikingen die je krijgt bij PDV, lukt het beste als je daar ruimte voor hebt. Dat vond ik lastig. De werkdruk in het onderwijs is ontzettend hoog, het is hectisch en dat botst met PDV. Ik heb er wel extra uren voor gekregen, maar ik heb niet altijd de rust in mijn hoofd om me leeg voor PDV in te zetten. Het is belangrijk dat je leservaring hebt als je aan PDV begint. Iedere les heeft een thema, bijvoorbeeld tentamens, waarvoor je uit je eigen praktijk moet putten. Er komt veel naar boven in de gesprekken. Soms blijft een discussie hangen en dan wil ik graag de visie van de docenten horen of zelfs de visie van de hogeschool. Dat miste ik af en toe.
’
gaan we het gesprek daarover aan. We proberen de motivatie voor hun gedrag te achterhalen en vragen cursisten hoe zij er als docent mee omgaan als studenten hetzelfde doen.’ Die spiegel illustreert meteen het nieuwe leren, de werkvorm van de PDV-cursus waarin zelfontdekkend leren centraal staat. Dat vraagt veel eigen inbreng en reflectie van de deelnemers. In de woorden van Oosting:
01 • H/LINK
17
in de vitrine Overal binnen De HHs staan vitrinekasten vol intrigerende spullen, loop je tegen kunstwerken, kitsch of antiek aan. Wat het is, waar het vandaan komt of van wie die verzameling is, blijft vaak gissen.H/Link zoekt het voor je uit en maakt je toerist op de hogeschool.
tekst Dieuwke de Boer • beeld Mieke Barendse Een kast met een schroef en een stapel planken, waar dient die nou voor? Navraag leert dat het meubelstuk van Akademie De Laan, de oude Haagsche kookschool, komt. Dat geldt ook voor de andere houten kasten en de mini GERO bestekmusea aan de muur op de gang richting Dok75. Wat het schroefding is, kan de medewerker in de kamer ernaast helaas niet vertellen. Internet weet met de juiste zoekwoorden raad: het blijkt een linnenpers te zijn, in gebruik geraakt in de zeventiende eeuw, toen tafellinnen en ander textiel als statussymbool golden.
‘De cursist zoekt naar zijn kansen in het docentschap. Je moet van jezelf willen leren. Als je weet waar je goed in bent, weet je ook waar je steken laat vallen.’ Van Tongeren zet kanttekeningen bij deze vorm: ‘Je leert over jezelf na te denken en dat is goed. Maar er zijn vele vormen en leerstijlen.’ Hij voorziet dat docenten na de PDV met maar één truc uit de trukendoos op zak voor de klas gaan staan: ‘If you only have a hammer, every problem becomes a nail.’ Intervisie en coaching zijn wat hem betreft niet de enige opties. Maar Oosting ziet dat anders. Coaching is in zijn optiek juist ‘for every nail a different hammer’. ‘Het hart van coachen is kijken wat de ander nodig heeft.’ Van Tongeren heeft echter meer problemen met de PDV. Het is namelijk zo Hollands. ‘We hebben veel internationale docenten die ook behoefte hebben aan scholing, maar de cursus wordt nog steeds niet in het Engels gegeven.’ Oosting begrijpt dat ongenoegen volkomen. Hij heeft de Engelstalige variant op de plank liggen, maar betwijfelt of deze al rendabel is. ‘Je hebt zeker twaalf deelnemers nodig om de cursus kostenneutraal aan te bieden. Het aantal native speakers groeit, dus wellicht is het over niet al te lange tijd haalbaar. Dan moet ik alleen nog iemand vinden die de cursus in het Engels kan geven.’ Voor dit internationale deel van de kritiek van Van Tongeren ligt dus een oplossing klaar. Maar wat gebeurt er met de rest van zijn feedback? Naar aanleiding van zijn mail heeft hij voor de zomer al samen met collega Balder Schumacher, academiedirecteur Marketing & Commerce, met Jan Oosting gesproken. ‘Jan heeft ons gevraagd voor een soort Raad van Toezicht. Dat willen we wel. Niet als excuus, maar om mee te beslissen.’
‘Vroeger moest natuurlijk alles keurig. De kast was het toonbeeld van netheid’, vertelt Ria van Kuijeren. Ze is al bijna dertig jaar docente Voeding en Diëtetiek en kent de linnenpers en andere ‘relikwieën’ nog van de tijd dat ze lesgaf op locatie Morsestraat. ‘Ik heb uren was- en reinigingstechniek gehad en gegeven, maar ik ben al van een jongere generatie en heb de linnenpers nooit gebruikt. Voor mij is het een leuke geschiedenis dat wij zo intensief hebben leren wassen en strijken.’ Wanneer de pers voor het laatst gebruikt is binnen het onderwijs en wanneer hij gemaakt is, heeft Van Kuijeren niet kunnen achterhalen. H/Link nam contact op met het Venduehuis der Notarissen in Den Haag, het oudste veilinghuis van Nederland. Edel van Utenhove, expert op het gebied van meubelen, denkt dat de linnenpers dateert uit het einde van de achttiende eeuw, ‘gezien de strenge opbouw met cannelures op de poten en de timpaanvormige bekroning’. En wat kost zoiets? ‘Linnenpersen doen gemiddeld vier- tot vijfhonderd euro in veiling.’
18
H/LINK • 01
Oosting is blij met de academiedirecteuren. Hij wil al jaren een Raad van Toezicht, maar het is bij gebrek aan belangstelling van opdrachtgevers niet eerder van de grond gekomen. Nu heeft hij nog vacatures om de RvT te voltooien. ‘Ik wil dat zowel opdrachtgevers als cursisten vertegenwoordigd zijn. PDV is politiek heel kwetsbaar hier op school. Je hebt veel mensen die daar wat van vinden. Van de toezichthouders verwacht ik zo vrij en breed mogelijk feedback. Praat mee, denk mee, doe mee. Tijden veranderen, mensen veranderen en PDV verandert mee.’ En hij verzekert: ‘De leden van de Raad van Toezicht zitten er niet als hulp-Sinterklaas. Ik zal naar ze luisteren.’
•
onderzoek Onderzoek alleen op universiteiten? Welnee. H/Link zet iedere maand excellent Haagse onderzoek in de spotlight.
Zeg me waar u vandaan komt, en ik vertel u
hoe u winkelt Paspoort
Monique Peeters Leeftijd: 34 Studie: Communicatie & Mediadesign Afgestudeerd: Summa Cum Lauda (10) Titel: Consumers’ information needs on e-commerce websites – A cross-cultural eye tracking study’
Design, kleurgebruik of een uitgekiende navigatie. Als je het marketeers vraagt, bepalen die dingen het succes in een webwinkel. Maar is dat ook zo? Monique Peeters deed een stapje terug en deed onderzoek in zes landen naar de informatiebehoefte van webshoppers. tekst René Rector • beeld Mieke Barendse
I
n Nederland opent dit jaar de 20.000ste webwinkel haar virtuele deuren. Die digitale koopgoot zet per jaar gezamenlijk meer dan 7 miljard euro om. Webwinkelen is big business. Voor wie internationaal klanten wil werven is het belangrijk dat klanten elders op de wereld het prettig vinden om je site te bezoeken, anders verkoop je niets. In de marketing worden grootschalige studies gemaakt van de beste plek in het schap in de supermarkt, de aantrekkelijkste verpakking en ga zo maar door. Soms zit het verschil tussen een succes of een flop in iets schijnbaar onbeduidends.
De usability van websites in het algemeen en webwinkels in het bijzonder is dan ook veelvuldig onderzocht. Een hele harddisk (of boekenkast) vol over kleurgebruik, tekstlengte, vormgeving en navigatie. Maar Monique vond tussen al die onderzoeken opvallend weinig terug over de inhoud van teksten. Toch is er best veel variatie wat betreft de inhoud. Als webkruidenier kun je uitputtende productbeschrijvingen maken, je kunt je energie steken in prachtige foto’s of in uitgebreide specificaties, of klanten uitnodigen een review te schrijven.
01 • H/LINK
19
gekeken. Aansluitend kregen de proefpersonen een enquête met vragen als ‘Hoe aantrekkelijk was de informatie?’ en ‘Welk onderdeel vind je het belangrijkst?’ Met behulp van het de internationale partners was Monique in staat om dit kijkonderzoek in vijf landen te herhalen, met dertig proefpersonen per land. Daardoor kon ze vaststellen of Nederlanders anders surfen dan Colombianen of Zuid-Afrikanen. Peeters koos haar testlanden niet echt zelf. ‘Daarvoor was ik afhankelijk van de contacten die al bestonden met de onderzoekspartners van Concept7. Maar uit die lijst met landen pikte ik er in totaal zes waartussen grote culturele verschillen bestaan.’
Hoe werkt eye tracking Eye tracking is een methode om vast te leggen waar iemand naar kijkt. Het principe is eenvoudig: je zet iemand achter een computer, bouwt infraroodcamera’s in naast het beeldscherm die de oogbewegingen registreren. Speciale software koppelt oogbeweging en positie van het hoofd aan wat er op het scherm te zien is. De eyetracking registreert de oogbewegingen van de proefpersoon en houdt bij waarnaar, in welke volgorde en hoe lang iemand naar het scherm kijkt. De methode wordt in heel veel usability-onderzoek gebruikt.
Voor een internationaal werkende website als Amazon is het een knagende vraag: wil iemand uit Nederland iets anders weten over onze boeken dan een Amerikaan? Als dat zo is, zou het lonen om in alle landen waar je wilt verkopen een aparte website te lanceren. Maar als het niet zo is, kun je je die moeite beter besparen, want je moet dan ook verschillende websites onderhouden. Monique wilde graag een onderzoek doen waarin ze haar interesse voor communicatie, usability en cultuur kon combineren. Ze kwam terecht bij Concept7 in Paterswolde, een webbouwer die toen net wilde gaan samenwerken binnen een internationaal netwerk van tachtig collega-bedrijven over de hele wereld. Daardoor werd haar onderzoek ineens wel erg groot. Als eerste maakte Monique de site van Booking.com, een internationaal opererende webwinkel waar je hotelovernachtingen kunt boeken, geschikt voor het onderzoek. Vervolgens vroeg ze testpersonen om te doen of ze een hotelovernachting in Parijs wilden boeken en daarvoor de informatie op te zoeken die ze relevant vonden. Het idee achter Moniques onderzoek was simpel: als iemand geïnteresseerd is in bepaalde informatie, kijkt hij langer naar die informatie, al is het maar omdat hij die informatie aan het lezen is. Terwijl de testpersonen achter de computer plaatsnamen, registreerde een webcam boven het beeldscherm waar de proefpersonen naar keken. Die methode wordt eye tracking genoemd (zie kader). Achteraf is tot op de millimeter nauwkeurig vast te stellen hoe lang proefpersonen naar wel deel van de site hebben
20
H/LINK • 01
Met 180 eye trackkaarten vond Peeters opmerkelijke verschillen tussen landen. Zo blijken Fransen en Britten nauwelijks oog te hebben voor de productbeschrijving. Fransen zijn in twaalf seconden wel uitgekeken op ‘De kamer is schitterend gelegen aan een levendig punt’, terwijl de Britten het na zeven seconden al voor gezien houden. Nederlanders doen het kortst over een kamerboeking (twee minuten), Zuid-Afrikanen het langst (vier minuten). Colombianen kijken het meest naar de foto’s, Duitsers het liefst naar de specificaties. Uit de enquête kwamen net iets andere cijfers: bijna overal geven toch de foto’s de doorslag, maar ook hier waren de onderlinge verschillen groot. En wat bleek? De Britten, die maar zeven seconden nodig hadden voor de beschrijving van de kamer, vonden die informatie wel ‘heel belangrijk.’ ‘Wat maar aangeeft dat je niet alleen een enquête moet houden’, stelt Peeters. Maar wat betekent dat nu eigenlijk? Monique: ‘Er zijn culturele verschillen en ze zijn groot genoeg om de informatievoorziening in je webwinkel op aan te passen.’ Maar voor Booking.com, Amazon en eBay is er ook goed nieuws: het is niet nodig in elk land een aangepaste website te lanceren. Ze zouden met wat slimme aanpassingen meer kunnen verkopen aan internationale klandizie. ‘Op sommige sites ontbreekt bepaalde informatie. Neem bijvoorbeeld productspecificaties. Nederlanders en Duitsers vinden die erg belangrijk. Als je die niet vermeldt, zullen klanten uit deze landen vaker aarzelen bij hun aankoop.’ De oplossing is eenvoudig, ontdekte Monique: vermeld dit soort informatie gewoon óók. ‘Surfende mensen scannen een website voor informatie die ze nodig
H/Link afstudeerprijs
Fransen zijn in twaalf ‘seconden uitgekeken op ‘De
Ben jij de meest nieuwswaardige afstudeerder van dit collegejaar? Dan maak je kans op een prijs van
kamer is schitterend gelegen aan een levendig punt’
1500 of 500 euro
’
H/Link is namelijk op zoek naar spraakmakend studentenonderzoek.
hebben om een beslissing te kunnen nemen. De rest negeren ze gewoon. Wat extra informatie opnemen omdat je weet dat in bepaalde landen die informatie belangrijk gevonden wordt, kan dus helemaal geen kwaad.’ Exemplarisch in dat opzicht zijn klantrecensies: de verschillen in aandacht die de 180 proefpersonen gaven, waren enorm. Sommige proefpersonen negeerden ze volkomen, anderen bestudeerden ze uitvoerig. ‘Het is niet zozeer cultureel bepaald, maar hangt erg af van je persoonlijkheid. Stel nu dat je als webwinkeleigenaar zelf die klantrecensies onbelangrijk vindt... dan mis je misschien een hoop klanten. Je kunt dus beter zo volledig mogelijk zijn.’
•
Hoe werkt het? • Je bent recent afgestudeerd aan De Haagse Hogeschool • Je afstudeeronderzoek staat op de hbo kennisbank • Je eindcijfer was gemiddeld een acht of hoger • en je hebt een nieuwswaardig afstudeeronderzoek verricht waar een mooi journalistiek verhaal in zit. Stuur dan een samenvatting van je onderzoek op naar hlink@hhs.nl Per maand pikken we één onderzoek uit waaraan we een artikel wijden. Als jij die onderzoeker bent, ben je automatisch finalist. Aan het eind van het schooljaar kiest een vakjury (bestaande uit zowel onderzoekers als journalisten) uit de finalisten de jaarwinnaar. Die wordt bekend gemaakt tijdens de onderzoeksdagen in april. Docenten, afstudeerbegeleiders, coördinatoren, decanen en medestudenten mogen ook afstudeeronderzoeken voordragen, mits die onderzoeken aan de voorwaarden voldoen.
Ben je nog een beetje bij de tijd? Gelukkig heeft de Haagse een aansluiting op LexisNexis® en daarmee op duizenden nieuwsmedia wereldwijd. Ga naar LexisNexis via Studenten/Medewerkersnetwerk of Blackboard.
bibliotheek
Deze advertentie wordt aangeboden door de Hogeschoolbibliotheek van De Haagse.
01 • H/LINK
21
de vraag van... Lector Baukje Prins:
Focus op diversiteit in dagelijks leven
Veertig jaar ‘in file’
Lector Baukje Prins wil met haar kenniskring onderzoeken hoe mensen in het dagelijks leven omgaan met diversiteit. ‘Een beetje tegengas is in dit politieke klimaat nodig.’
Onlangs gebeurd. Een oud-voltijdstudent besluit na een aantal jaar een deeltijdopleiding te volgen aan de hbo-instelling waar hij eerder afstudeerde. Tot zijn verbazing worden de cijfers die hij voor zijn huidige tentamens behaalt, toegevoegd aan zijn oude cijferlijst. En krijgt hij een collegekaart met een pasfoto van tien jaar geleden erop. Dat maakt nieuwsgierig hoe lang De Haagse de gegevens van zijn studenten bewaard. tekst Maarten Vromans
D
e hogeschool doet een aantal van zijn taken namens de overheid, zoals het verlenen van bachelorgraden aan studenten. De Haagse moet zich daarom houden aan strikte regels rondom archiefbeheer: alle gegevens van studenten aan wie een getuigschrift is uitgereikt, moeten tot veertig jaar na het afstuderen bewaard worden. De data van studenten die de hogeschool verlaten zonder diploma, blijven tot vijf jaar na uitschrijving ‘in file’. Denk bij ‘gegevens’ aan inschrijfformulieren, diploma’s en cijferlijsten van vooropleidingen, digitale pasfoto’s en kopieën van het paspoort die studenten inleveren voor ze met hun opleiding starten. Daarnaast worden de resultatenlijsten en getuigschriften gearchiveerd die de hogeschool zelf uitgeeft. De gegevens van afgestudeerde of uitgeschreven studenten liggen veilig in het centrale statisch archief. Niemand mag daar naar binnen zonder toestemming van het Bestuursbureau. Ook de elektronische gegevens zijn goed beveiligd: die zijn alleen te bereiken vanuit de hogeschool zelf, door personen die beschikken over de juiste toegangspermissies.
•
Ook een prangende vraag over De Haagse Hogeschool, het beleid, het studentenleven of je salarisstrook? Mail die vraag dan naar hlink@hhs.nl. De redactie zoekt iedere maand een vraag uit.
22
H/LINK • 01
tekst René Rector • beeld Mieke Barendse
H
oe gaan we eigenlijk met elkaar om? Zijn we tolerant of resoluut? Moeten ‘we’ ons aanpassen. En waaraan dan? En wie is ‘we’ eigenlijk in die vraag? Het Binnenhof raakt er niet over uit, coalities lopen erop stuk en de media vallen bij beleidskwesties over elkaar om linkse en rechtse politici te laten uitleggen waar het heen moet met Nederland. Afgezet tegen die achtergrond is de intreerede van lector Baukje Prins verfrissend bescheiden. ‘Ik ontkom er niet aan een politiek standpunt in te nemen, dus… ja, ik was wel opgelucht dat Geert Wilders de stekker uit de rechtse coalitie trok. Maar ik wil me eigenlijk niet zo mengen in de beleidsdiscussie. Ik vind het veel interessanter om te kijken hoe mensen zelf met diversiteit omgaan.’ Volgens Prins is juist de manier waarop mensen in het dagelijks leven levenswijsheid opbouwen om met culturele diversiteit om te gaan meer studie waard. Zo start de kenniskring een onderzoek naar de schoonmaakbranche. In de praktijk komt het erop neer dat managers in de branche vrijwel zonder uitzondering autochtoon zijn, terwijl het uitvoerend personeel allochtoon is en erg divers. ‘Die situatie blijft ook zo, want een opleiding als Facilitair Management, die de managers voor deze branche opleidt, trekt maar weinig allochtone studenten.’ Toch is er geen intolerante volksopstand uitgebroken bij schoonmakers. Zij hebben blijkbaar een manier gevonden om met hun verschillende culturele ach-
tergronden om te gaan. Prins wil weten hoe ze dat doen. ‘Hoe weerbaar zijn mensen als ze geconfronteerd worden met iets dat ze niet leuk vinden? Worden er grappen gemaakt? En kan iedereen daar dan om lachen? En waar lopen ze tegen grenzen aan?’ Andere onderzoeken van de kenniskring gaan over interculturele vriendschappen bij de SPH-opleiding op De Haagse Hogeschool en de invloed van de culturele wortels van Surinaamse maatschappelijke werkers in Nederland op de manier waarop ze in hun werk staan. Het is vooral dit soort onderzoek dat waardevol is, vindt Prins. Het legt bloot welke betekenis mensen zelf aan hun leven geven en hoe ze het echt leven. Het algemene beeld over diversiteitsvraagstukken is dat de samenleving verbrokkelt en dat we elkaar niet meer kennen. Dat mag misschien waar zijn, erkent Prins, want zo homogeen als vroeger, toen iedereen in het dorp iedereen kende, is de samenleving niet meer. ‘Soms zie je nog een flauwe poging, zoals de gemeente die met ‘I Amsterdam’ probeert weer een Amsterdams gevoel op te wekken. En al is de politieke tendens om naar dat soort gezelligheid te willen teruggrijpen, het is onrealistisch. Je kunt beter erkennen dat er verschillen zijn en daar goed mee leren omgaan.’ Baukje Prins houdt haar intreerede woensdag 22 september, 15.00 uur, in de aula.
landelijk
Wethoudercheck:
onderwijsplannen tot 2014
Ingrid van Engelshoven (D66) is sinds mei wethouder van Onderwijs en Dienstverlening voor de gemeente Den Haag. In collegeakkoord Aan de slag staat dat het college incidenteel 22 miljoen en structureel 5 miljoen uittrekt voor onderwijs. Klinkt mooi, maar over het hoger onderwijs wordt nauwelijks gerept in het akkoord. Tijd om de nieuwe wethouder aan de tand te voelen over haar plannen voor studenten en het hbo. tekst Dieuwke de Boer • beeld Mieke Barendse
Studentenhuisvesting Contact met studenten ‘Ik ben op kroegentocht geweest met studentenverenigingen’, vertelt Van Engelshoven. ‘Dat contact met studenten zal ik blijven opzoeken. Het levert interessante signalen op. Zo is de looproute van de hogeschool naar het centrum niet aantrekkelijk. We gaan kijken hoe we dat kunnen verbeteren. Natuurlijk krijg ik ook allerlei opmerkingen over andere beleidsterreinen, zoals over de sluitingstijden van de horeca. Dat is studenten eigen. Benut me als aanspreekpunt, dan informeer ik collega-wethouders. De studentenverenigingen hebben aangekaart dat er behoefte is aan een verenigingsgebouw. Daarin zou ook ruimte moeten zijn voor een studentenkroeg. Dit klinkt aantrekkelijk en zou moeten kunnen. Maar hoe financier je dat? En hebben de verenigingen voldoende body om het initiatief te kunnen dragen? De studenten zijn nu aan zet en ik ben natuurlijk bereid om mee te denken.’
Het hoort bij de portefeuille Ruimtelijke Ordening van haar collega Marnix Norder, maar het is niet los te zien van het faciliteren van hoger onderwijs: het woningaanbod voor studenten. ‘In het coalitieakkoord hebben we de ambitie opgenomen om in de komende vier jaar 1.500 kamers voor studenten erbij te realiseren’, zegt Van Engelshoven gedreven. ‘Opvallend is dat er veel behoefte bestaat aan huizen waarin studenten voorzieningen delen. Vooral bij eerste- en tweedejaarsstudenten is dat sociale aspect belangrijk. Wij bouwen voornamelijk zelfstandige units, maar kunnen op basis van dit signaal plannen aanpassen.’
01 • H/LINK
23
Van voorschool tot universiteit In het coalitieakkoord grote naCVligt Ingrid van Engelshoven
Internationaal
druk op talentontwikkeling. ‘We moeten ‘In Den Haag is een keur aan 1966 Geboren in Delfzijl iedereen maximaal stimuleren een internationale instellingen waar 1988 Stage bijleven de D66-fractie in Tweede Kamer lang het beste uit zichzelf te halen. Dat begint interessante stageplaatsen te creëren 1989 Studie Politicologie afgerond aan Katholieke Universiteit Nijmegen bij de tweejarige op de voorschool. doorlozijn. Zofractievoorzitter kun je talent ontwikkelen en Kamer 1989-1996Een Beleidsmedewerker en later secretaris D66, Tweede pende leerlijn – om mensen stapje verder studenten stimuleren de vleugels 1995een Studie Nederlands recht afgerond aan Rijksuniversiteit Leiden te krijgen – vraagt dat instellingen met elkaar voor bedrijven, overheden uit teen slaan. Ik vind het eeninstellingen interes1997-2001 Consultant maatschappelijke gaan samenwerken, zodat bijvoorbeeld mbo sante gedachte om de instellingen en 2004-2009 Directeur Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (Stiva) en hbo op elkaar aansluiten. Mijn rol kan zijn Kamerlid de hogeschool op dat vlak bij elkaar te 2006 Kandidaat-Tweede om die aansluiting optimaal te bevorderen. krijgen. Niet alleen voor stages, we moeten 2007-heden Voorzitter van D66 Het kunnen aanbieden van het Consultant hele spec- en partner bij adviesbureau ook kijken dieDrimmelen internationale instellingen 2008-2010 Drögewaar en Van trum van onderwijs2010 is van groot belang. behoefte aan hebben of de opleidingen hierop Wethouder van Onderwijs en Dienstverlening Gemeente Denen Haag Daarom zijn we ook blij met de komst van aansluiten. het University College. Het ligt voor De HaagOok de circa vierduizend internationale studenten se Hogeschool gevoelig dat het nu universiteit versterken het internationale karakter van de voor en na is. Dat is de wet van de remmende stad. Dat mag wat mij betreft een groeiende voorsprong. De Haagse Hogeschool was er groep zijn. Waar ter wereld zij uiteinal en blijft de grootste. We zijn blij met delijk ook neerstrijken, zij zijn een de nieuwkomer, maar dat betekent visitekaartje voor Den Haag. De stad niet dat het oudste kind moet die studenten een goed introducwordt verwaarloosd.’ tieprogramma bieden. Ook is de Haagse studentenpas nu voor alle studenten beschikbaar, ook internationale. Met die pas willen we studenten verleiden gebruik te maken van de voorzieningen in de stad. Hij moet zichtbaar maken wat voor leuks er allemaal te doen is.’
Eén introductieweek ‘We zijn net weer begonnen aan vijf weken introductie in Den Haag. Mijn wens is om dat terug te schroeven tot één herkenbare introductieweek voor alle studenten. Daarin kan alles wat er voor studenten in de stad is zich presenteren. Dat is toch moeilijk om vijf weken achter elkaar te realiseren.’
24
H/LINK • 01
Lerarenopleiding ‘Den Haag kent een dreigend lerarentekort in het middelbaar onderwijs, zowel kwantitatief als kwalitatief, en heeft geen lerarenopleiding. Veel studenten die elders een lerarenopleiding doen, lopen stage in hun eigen stad en blijven daar hangen. Een eigen lerarenopleiding is dus geen statussymbool, maar een noodzaak als ik iedereen goed onderwijs wil bieden. Ik kan daar niet zelf over beslissen, maar ik zal me er hard voor maken dat die lerarenopleiding er binnen vier jaar komt. Nu zijn er wel allemaal kleinere initiatieven, zoals het traject Ingenieur en Leraar op De Haagse Hogeschool, en daar gaan we ook mee door.’
even bellen met Falko Evers De kersverse voorzitter Falko Evers van de Haagse Studentenvakbond ziet het als een van zijn meest belangrijke taken de huisvesting voor Haagse studenten te verbeteren. Nu ook landelijk onderzoek van de LSVb uitwijst dat 20.000 studenten zonder kamer zitten, willen wij wel eens weten hoe hoog de nood nu eigenlijk is in Den Haag. tekst & beeld Martine Seijffert
Is het echt zo moeilijk om in Den Haag een kamer te vinden? ‘Uit het onderzoek van de LSVb blijkt dat er in Den Haag een tekort is van drieduizend studentenwoningen. Vestia gaf onlangs 73 studentenwoningen vrij voor verhuur in het voormalige HTO-gebouw in Laakkwartier. Er waren drie open dagen gepland, maar op de eerste dag was alles binnen een kwartier weg. Kan je nagaan hoe groot die vraag is.’
Wat zijn jullie ideeën om woningruimte te creëren?
1989-1996 Beleidsmedewerker en later secretaris fractievoorzitter D66, Tweede Kamer
‘In het gemeenteakkoord staat dat het plan er is om komende vier jaar vijftienhonderd studentenwoningen te realiseren. Daar zijn we sowieso al heel blij mee. Er moet echter niet alleen ingezet worden op nieuwbouw, maar ook op de gebouwen die er al zijn. Zo mag je in diverse kwetsbare gebieden, waaronder Laakkwartier, je niet met meer dan twee personen inschrijven op één etage. Zo’n etage is veel te duur voor twee studenten. Wij vinden dat deze regeling moet worden afgeschaft. Studenten kunnen de status van een wijk juist opkrikken.’
1995 Studie Nederlands recht afgerond aan Rijksuniversiteit Leiden
Hoe heb jij een woning gevonden?
CV Ingrid van Engelshoven 1966
Geboren in Delfzijl
1988 Stage bij de D66-fractie in Tweede Kamer 1989 Studie Politicologie afgerond aan Katholieke Universiteit Nijmegen
1997-2001 Consultant voor bedrijven, overheden en maatschappelijke instellingen 2004-2009 Directeur Stichting Verantwoord Alcoholgebruik (Stiva) 2006 Kandidaat-Tweede Kamerlid 2007-heden Voorzitter van D66 2008-2010 Consultant en partner bij adviesbureau Dröge en Van Drimmelen 2010 Wethouder van Onderwijs en Dienstverlening Gemeente Den Haag
‘Ik ben eerst naar DUWO gegaan en zij werken met een postcodesysteem. Ik moest anderhalf uur reizen van huis naar school, maar viel toch net binnen het gebied dat DUWO bereisbaar vond. Ze vertelden mij dat ik twee jaar moest wachten op een kamer. Inmiddels heb ik zelf via via een kamer in Den Haag weten te vinden. Ik adviseer andere studenten om diverse woningsites te bezoeken, zich in te schrijven bij Woonnet Haaglanden en te netwerken. Je aansluiten bij de Haagse Studentenvakbond is natuurlijk ook een goed idee. Maar ook als een student geen lid is, mag hij of zij met problemen over huisvesting bij ons aankloppen.’
•
01 • H/LINK
25
studie
De kunst van het samenwerken Bijna elke student heeft wel een voorbeeld waarom samenwerken de hel op aarde is. Louis van Gaal zou zeggen: ‘Wat doe ik toch altijd goed en de rest toch altijd verkeerd?’ De grote spelbreker: de meelifter. Daarom proberen diverse opleidingen deze irritatiefactor aan te pakken.
tekst Martine Seijffert beeld Sabrina Robles de Medina
Rosaline Barendrecht (24) heeft net haar studie Communication & Multimedia Design (CMD) afgerond en heeft een duidelijke mening gevormd na vier jaar samenwerken: ‘Wat een hel.’ De voorbeelden zijn talrijk. ‘Zo kwam ik in mijn tweede jaar in een groepje met iemand van het mbo die het niet goed begreep, iemand van zeventien die nog veel sturing nodig had en iemand die geen ene ruk deed. Nou, dan zit je al.’ Iemand die er openlijk voor uit durft te komen dat ze niet alles uit de kast haalt voor een groepsproject, is vierdejaars student Voeding & Diëtetiek Yvette Kooiman (20). ‘Ik doe wat nodig is voor een zes of een zeven. Je hebt mensen die zeggen dat ze altijd de kar trekken, maar ik doe gewoon wat ik moet doen en ga er geen extra werk voor mezelf bij bedenken. Het kost veel tijd hoor, zo’n project, en we hebben vaak ook nog andere vakken waar we aan moeten werken.’ Dat samenwerken ook goed uit kan pakken, blijkt voor de studenten Jeroen Stikkolorum (19) en Claudia Derksen (19) van Bedrijfseconomie. Claudia: ‘Wij zijn meestal de initiatiefnemers. Eén keer hebben we bijna alles moeten doen. Degene die echt niets had gedaan, hebben we opgegeven bij de docent. Hij heeft geen cijfer gekregen en is uiteindelijk gestopt met de opleiding.’ Toch zijn ze redelijk positief als het op de competentie samenwerken aankomt. ‘Je leert om met moeilijke situaties om te gaan en je leert mensen kennen.’ Deze voorbeelden illustreren irritatiefactor nummer één: de meelifter. Vooral in het eerste en tweede jaar is dit type nog volop aanwezig. Niet handig voor de meelifter zelf die pas laat in zijn studie door de mand valt, maar ook niet voor teamgenoten die al het werk moeten doen. Bij Bouwkunde was dit probleem dusdanig groot, dat
26
H/LINK • 01
de opleiding maatregelen nam. Noodgedwongen, want meelifters halen uiteindelijk meestal de eindstreep niet. Dat is niet alleen voor studenten vervelend, maar ook voor een opleiding een kostbare zaak. Docent Nasser Mohamedhoesein legt de aanpak uit: ‘Ten eerste worden de projectgroepen goed begeleid. We maken gebruik van een zogenoemde dot-community - twintig excellente tweedejaarsstudenten - die we als toegevoegd projectleider op een groep kunnen zetten. De echte leider van de groep moet zelf het initiatief nemen, maar de dot-student houdt het in de gaten.’ Daarnaast bekijkt de opleiding wie de potentiële uitvallers zijn. Mohamedhoesein: ‘Een deel van de studenten zit na een half jaar maar op vier studiepunten. Vanaf dit jaar zetten we die groep in de tweede helft van het collegejaar bij elkaar. Ik voorspel dat ze niet op komen dagen, want ze kunnen zo van niemand profiteren.’
+++ DE test +++ DE test +++ DE test Samenwerken begint bij zelfkennis. Ben jij haantje de voorste of een zachtgekookt ei? Doe de test en ontdek wat voor type jij bent.
1
Het eerste overleg. De zelfbenoemde voorzitter pent in haar net aangeschafte kladblokje driftig neer wie welke taken op zich neemt. Dan komt ze op het uitzoekwerk. Pfoe, een zware klus.
2
Teamgenote X heeft weer haar werk niet af op de afgesproken datum. Reden: haar oma ligt in het ziekenhuis. Maar vorige week was haar hamster ziek en die week daarvoor had ze een ‘zwaar’ ongeluk gehad.
3 Bij diverse opleidingen moeten studenten voor de samenwerking van start gaat samenwerkingscontracten ondertekenen. Lianne Knook, docent Facility Management, geeft aan dat het werkt: ‘Meelifters zijn bij ons niet aan de orde van de dag. In het samenwerkingscontract staan duidelijke afspraken wat betreft de taakomschrijving.’ Toch bieden ook samenwerkingscontracten geen garantie. Zo vertelt Yvette: ‘Dan staat er in het contract “na twee keer niet op komen dagen, moet iemand uit de groep worden gezet.” Maar als het zover is, voelt niemand zich verantwoordelijk de medestudent erop aan te spreken.’ Rosaline herkent dit probleem: ‘Op school blijven het je medestudenten: je hebt geen hogere status of meer invloed. Je verklikt iemand niet snel, want meestal ben je dan zelf de Sjaak. Je moet wel heel sterk in je schoenen staan, wil je tegen je medestudenten in durven gaan.’
•
Op de dag van de presentatie word je wakker met het gevoel dat je iets belangrijks bent vergeten. Op de fiets naar school schiet het je te binnen: je zou de beamer bestellen.
4
De presentatie is afgerond, het verslag is af. Nu vraagt de docent jullie nog voor de eindbeoordeling 40 punten met z’n vijven te verdelen, voorzien van commentaar.
A. Je roept meteen: ‘laat mij maar’ en denkt: de rest bakt er toch niks van.
B. Je bent toevallig net even druk met je I-phone in de weer.
C. Je merkt op dat iedereen je aan zit te staren en zegt uiteindelijk: zal ik dat dan maar doen?
D. Je knijpt het stille meisje (Anja heette ze toch?) naast je even in haar arm en zegt dan luid en duidelijk: ‘Anja, dat lijkt me nu echt iets voor jou.’ E. Je vraagt aan je buur: zullen wij dat gezellig sámen doen?
A. Je zegt waar het op staat. ‘Je kan kiezen: de opdracht of je oma.’
B. Je kan je er niet druk om maken. We wachten wel tot oma beter is. Dan informeer je nog even: ‘Dan geeft het zeker niet als ik mijn opdracht ook een weekje later inlever?’ C. Je roept verschrikt: ‘Ach, wat vreselijk! Ik heb ook zo’n geweldige band met m’n oma en m’n hamster, ik maak je opdracht wel.’ D. Je zegt: ‘Goh, da’s ook toevallig. Misschien liggen onze oma’s wel in hetzelfde ziekenhuis.’ E. Je stelt voor om met z’n allen op ziekenbezoek te gaan of op z’n minst een bos bloemen te sturen.
A. Je racet naar school en sprint naar de dichtstbijzijnde conciërge om te kijken of je nog wat kunt regelen.
B. Je hebt het grootste vertrouwen dat er een wereldwonder geschiedt zodra je het lokaal binnen komt en daar ineens de beamer zal staan. C. Je raakt in paniek en fietst net zo hard weer terug naar huis. Denkt: ‘Ik verpest ook altijd alles.’ D. Je belt Anja en vraagt: ‘Goh, jij zou toch die beamer regelen? Is dat eigenlijk nog gelukt?’ E. Je trommelt heel je vriendenkring op om te kijken of iemand nog zo’n ding in huis heeft staan.
A. Jij was degene die alles regelde, driekwart van het verslag schreef en de presentatie hield. Een 10 heb je wel verdiend. En dan krijgt de rest – even rekenen – een 7,5. Prima toch? B. Je ziet wel wat er na al dat gekakel voor je overblijft. Zolang het cijfer niet onder de 6 zakt, kan je je er niet druk om maken. C. Je denkt: ‘Please, laat ik geen onvoldoende krijgen.’ Als iemand roept ‘Allemaal een 8?’ stem jij opgelucht jaknikkend in. D. Je hebt je pruillip al uithangen en voor de zekerheid een extra verbandje om je vinger gewikkeld. E. Je roept: ‘Allemaal een 8?’
01 • H/LINK
27
+++ DE UITSLAG +++ DE UITSLAG +++ DE UITSLAG +++ MEESTE KEER A
Vier tips voor beter samenwerken
Topper Tina
Een samenwerkings-
Jij bent de topper, de hardloper, van de groep. Zodra het fluitsignaal klinkt ga jij met volle kracht vooruit. Je verdeelt de taken, schrijft alles druk in een enorm kladblok en weet het vaak beter. Omdat je vooral vindt dat je het zo druk hebt, bedeel je jezelf meestal niet de moeilijkste taken toe. Je roept altijd heel hard: ‘Ik zou het het liefste allemaal zelf doen’, maar op een of andere manier komt het daar in de praktijk niet helemaal op neer. Motiverende leider Doodloper
MEESTE KEER B Relax Max Je noemt jezelf graag de stabiele factor van de groep, maar het docententeam houdt je in de smiezen. Op de achtergrond en vaak totaal onzichtbaar manoeuvreer je je op slinkse wijze door opdrachten en groepjes heen. Dat jij geen twee cijfers met elkaar kan vermenigvuldigen weet niemand van je opleiding Elektrotechniek. Voordeel voor de groep is dat jij zelden moeilijk doet en zelfs tegen de deadline de rust weet te bewaren. Stressbestendig Doet weinig
MEESTE KEER C
contract Houd het niet bij mondelinge afspraken, maar zet het samen op papier, bijvoorbeeld door middel van een samenwerkingsovereenkomst.
Je medestudenten aanspreken Zodra je constateert dat een medestudent zich er makkelijk van afmaakt, moet je actie ondernemen. Spreek de betreffende persoon er op aan, maar maak het niet persoonlijk. Informeer bij je docent van tevoren welke steun je kunt verwachten en hoe wordt omgegaan met klachten over meelifters.
Arme Anja Jij bent het ideale teamlid voor de rest van je groep. Ze kunnen je alles wijsmaken, veel opdrachten toeschuiven en op het laatste moment de schuld geven van een compleet mislukt verslag. Je team heeft meestal het idee dat ze te ver zijn gegaan als ze hun zakdoekjes uit hun tassen moeten opduiken omdat jij in tranen bent uitgebarsten. Uiteindelijk word je wel gewaardeerd door de bergen werk die je verzet. Harde werker Emotioneel onstabiel
MEESTE KEER D Blessure Barry Jij hebt een enorme familie en waarschijnlijk ook een grote huisdierenschare. Natuurlijk heeft een van hen altijd wel iets aan een teen, een oorlel of een nagelrandje, iets wat jij als perfect excuus weet uit te buiten tegenover de rest van je groep. Dit zegt iets over jouw creatief denkend vermogen. De keren dat je dat niet gebruikt als excuus of om iemand anders voor je karretje te spannen, zijn je ideeën eigenlijk heel inspirerend en weet je goed werk te verzetten. Creatief Zelden aanwezig
MEESTE KEER E
Verander je rol De kunst is om wel je kwaliteiten te benutten, maar niet de uitslag van een test voor lief te nemen. Daag jezelf juist uit om de volgende keer dat je in projectverband werkt eens niet de voorzitter te zijn, maar kies eens voor de positie van de samenbinder of de meer relaxte teamgenoot.
Bevorder de creativiteit Neem de tijd om elkaar al in het begin wat beter te leren kennen. Vaak gebeurt dit pas bij een afsluitende borrel als het project al is afgelopen.
Maïzena Manon Voor jou is samenwerken niet de hel, maar de hemel op aarde. Jij bent het type dat maar één antwoord kent: ‘Gezellig!’. En zo zorg je dat er bij de eerste vergadering een grote koektrommel op tafel verschijnt en aan het eind van het project een afsluitende borrel wordt geregeld. Je hebt een luisterend oor voor iedereen en ligt goed in de groep. Het enige nadeel is dat je door al je sociale activiteiten vaak moet racen voor de deadline. Maargoed, jouw motto is dan ook: gezelligheid kent geen tijd. Sociaal Moeite met deadlines
28
H/LINK • 01
Vrij naar tips van Clara van Zinnicq Bergmann, docent van de training Samenwerken bij Management in de Zorg en naar het boek ‘Samenwerken in projectgroepen’ van Gertine Fornerod en Lucienne Kleisen.
studie
‘Pluk de bloemen waar je bij kunt’
Paul, Kelly en Marleen studeren succesvol op De Haagse Hogeschool. Elk op een andere opleiding, maar ze hebben iets gemeen. Ze volgen een studieprogramma met aanpassingen vanwege een functiebeperking. Ofwel: een handicap (zoals dat vroeger genoemd werd). H/Link wilde weten hoe het is om in dat hokje geplaatst te worden. tekst René Rector • foto’s Bas Kijzers
S
tuderen als je gehandicapt bent. Hoe is dat? Een antwoord vinden op die vraag lijkt makkelijker dan het is. Ik kom na enige omzwerving terecht bij Studeren Op Maat, een soort studievereniging die opkomt voor de belangen van studenten met een functiebeperking. Scheidend voorzitter Kelly Haak is meteen enthousiast over mijn vraag en stuurt hem door naar de leden van SOM. Maar de mailbox blijft dagenlang leeg. Een handicap hebben is een ding. Maar ermee geïdentificeerd worden, is iets heel anders. Toch zijn er studenten die hun verhaal willen doen. Marleen Wagner (24) wil wel praten over studeren aan De Haagse, maar is wat huiverig om over zichzelf
te vertellen. Ze startte haar studie SPH vol goede moed, maar na een half jaar keek ze tegen een half jaar achterstand aan. Marleen kreeg zoveel informatie over zich heen, dat de hogeschool wel een bord spaghetti leek. Medestudenten vonden het aanvankelijk gek. ‘Als ik een opdracht uitgelegd krijg, dan vraag ik aan mijn klasgenoten: “Wat moeten we doen?” Dan is het antwoord: “Heb je dat niet gehoord dan?” Maar ik begrijp opdrachten vaak niet. Ik neem dingen vaak veel te letterlijk.’ Toen ze acht was, werden bij Marleen ADHD en Gilles de la Tourette vastgesteld. Van de ADHD heeft ze vooral concentratieproblemen, Gilles de la Tourette
01 • H/LINK
29
staat bekend als ‘die ziekte waarbij je voortdurend gaat schelden.’ Ze vond het handig om te weten wat ze had, nu was duidelijk waar de concentratieproblemen vandaan kwamen. ‘Wat ik heb, bepaalt ook wie ik ben. Mijn humor wordt mede gevormd door de aandoeningen die zijn gediagnosticeerd, want twee symptomen van Gilles de la Tourette zijn dat je humor hebt en een grote fantasie bezit. Maar als je er het stempeltje ‘beperking’ op zet, lijkt het of je dat op mij zet, alsof dat stukje van mijn persoonlijkheid ineens niet meer bij me hoort. Voeg daarbij dat mensen soms de wildste ideeën hebben over Gilles… denken dat ik de hele dag scheldend rondloop. Bij mij uit zich dat heel anders. Ik heb te maken met tics, die ik goed kan onderdrukken.’
‘ Als ik het benoem, dan lijkt het of ik gek ben’ Marleen heeft op zich geen moeite met ADHD of Gilles de la Tourette. Maar ermee in H/Link komen... daar moet ze over denken. ‘Als ik het benoem, dan lijkt het of ik gek ben. Het staat dan ineens op de voorgrond.’ Toch zet ze het interview door. Marleen denkt dat mensen met een beperking het soms opgeven en dat trekt haar over de streep. ‘Je moet volhouden! Dat wil ik meegeven. Je moet er met je slb’er over praten, anders kan die niks voor je doen.’ Uiteindelijk volgt ze met succes een aangepast programma. Ze mag tussen lessen door naar een rustruimte om even alle indrukken te verwerken, ze heeft meer tentamentijd en krijgt via het FOS (Financiële Ondersteuning bij Studievertraging) een jaar extra studiefinanciering. Nu, als derdejaars SPH-student, is Marleen blij dat ze om hulp heeft gevraagd. ‘Ik had al drie keer kunnen stoppen. Vooral de grote hoeveelheid informatie tegelijkertijd verwerken valt zwaar. Alles lijkt even belangrijk en daardoor ben ik snel afgeleid. Ik liep zo vaak tegen de muur op, maakte opdrachten verkeerd of was de inleverdatum vergeten op te schrijven, dat ik dacht: “Ik kan dit niet.” Maar ik haal het gewoon. Als je het qua I.Q. kunt, laat je dan niet door je beperking in de weg staan. Pluk de bloemen waar je bij kunt.’
Je kunt plannen maken tot je erbij ‘neervalt, maar uiteindelijk is niet alles te voorzien ’ Met Paul Willms (24) spreek ik af op zijn leer-arbeidsplaats. De derdejaars bestuurskundestudent is laat aan zijn lap begonnen. Midden zomer is hij een van de
30
H/LINK • 01
weinige aanwezigen bij Handicap + studie, een landelijke organisatie die de belangen van gehandicapte studenten behartigt. Is hij erg gefocust op zijn beperking? ‘Nee. Ik ben wel via Studeren Op Maat in contact gekomen met de mensen hier, maar ik doe hier gewoon een project rond internationale samenwerking.’ Na vijf minuten puzzelen geef ik het op: ik zou niet weten waarom Paul op mijn oproep heeft gereageerd. ‘Ja, wat mankeer ik eigenlijk?’, grinnikt hij. ‘Ik ben geboren met congenitaal cataract: aangeboren staar. Daarbij vertroebelen je lenzen. Mijn lenzen zijn eruit gehaald. Sindsdien draag ik contactlenzen, maar ik zie nog steeds niet goed. Voor het lezen heb ik een bril nodig.’ Er was meer mis. Samen met de staar werd bij Paul ook nystagmus geconstateerd – een ongecontroleerde oogbeweging. Lezen kost veel concentratie en nog meer sinds vijf jaar geleden zijn netvlies plotseling losliet. Drie jaar geleden ten slotte raakte Pauls gehoor aan één kant beschadigd. ‘Na een kuur met zware medicijnen is mijn gehoor deels teruggekomen, maar de hoge tonen mis ik nog.’ Paul beschouwt zijn beperkingen sindsdien als dingen die onlosmakelijk met hem verbonden zijn, maar waar hij liever niet te veel rekening mee wil houden. ‘Politieagent zal ik nooit worden. Maar zeker sinds de netvliesloslating probeer ik te doen waar ik warm voor loop. Je kunt plannen maken tot je erbij neervalt, maar uiteindelijk is niet alles te voorzien.’ Paul kent z’n valkuilen. Wat voor ‘gewone’ studenten vanzelfsprekend is, is voor hem vaak een extra belasting. Hij verwachtte van De Haagse Hogeschool verschillende aanpassingen en die kreeg hij ook. Hij mag langer doen over tentamens, mag ze op de computer maken, krijgt alle informatie in grootletterdruk en mag sinds zijn gehoorbeschadiging in een apart lokaal tentamens doen. Om die aanpassingen heeft hij zelf gevraagd. ‘Je kunt niet verwachten dat die automatisch geregeld worden. Het is handig om zo snel mogelijk met je slb’er of met de decaan te gaan praten. Het moet allemaal officieel, dus het kost tijd om dingen voor elkaar te krijgen.’ Toen Paul switchte van studie – van HEBO naar Bestuurskunde en Overheidsmanagement – kwamen er moeilijkheden: ‘Binnen de examencommissie is er twijfel uitgesproken of ik al die aanpassingen wel nodig had. De decaan heeft de twijfelaars toen duidelijk gemaakt dat de examencommissie niet gaat over een medische beoordeling, alleen over de haalbaarheid van een aanpassing.’ En dan Kelly Haak (26). Ze gaat haar derde jaar European Studies in en volgt als dit magazine verschijnt colleges in Örebro, Zweden. Kelly is dit voorjaar als
onder de hamer de aanpassingen dacht ‘ik:Door het is erger dan ik me realiseerde ’ voorzitter van Studeren Op Maat uitgeroepen tot ‘student van het jaar’. Met SOM probeert ze studeren met een functiebeperking op de kaart te zetten.
Maak je situatie tijdig kenbaar De feiten
Over haar eigen beperking is ze ongecompliceerd open: ‘Ik heb een spastische dikke darm. Dat betekent dat ik regelmatig òf een verstopping heb, òf diarree. Er is geen remedie tegen. Ik heb het zoals de meeste mensen met die aandoening gekregen rond m’n twintigste.’ Een spastische dikke darm is, zo vertelt Kelly, vervelend door z’n onvoorspelbaarheid, vermoeidheid en de pijn. Ze kan beginnende klachten goed negeren – en dat doet ze ook vaak – maar vroeg of laat brengt ze lang op het toilet door. Kelly vertelt het allemaal broodnuchter. Over de eerste keer dat ze klachten kreeg. Over de diagnose. Over ontkennen: ‘Ik negeerde mijn lijf volkomen en ging onverminderd door met waar ik mee bezig was. Dat doe ik soms nog, alleen raak ik vanzelf een keer uitgeput.’ En over haar intake bij De HHs: ‘Ik dacht: zo voelt het dus als je een handicap hebt.’ Na een mislukte universitaire studie koos Kelly bewust voor De Haagse Hogeschool. ‘Ik had dit nu eenmaal. Als de school niets kon regelen, dan kon ik er beter niet aan beginnen. Aanwezigheidsplicht kan een groot probleem zijn. Gaat de school daar niet soepel mee om, dan kan ik het wel vergeten.’ Zoals iedereen die een aangepast programma wil, kreeg Kelly een intakegesprek met haar decaan. Die spiegelde haar voor wat de school kon doen en dat pakket maatregelen was voor Kelly voldoende. Het was wel nog even slikken: ‘Door de aanpassingen dacht ik: het is erger dan ik me realiseerde.’ Tegelijkertijd voelde een studie aan De Haagse goed: de wil was er om rekening te houden met haar onvoorspelbare stoelgang. ‘ De Haagse Hogeschool is wel goed bezig als het gaat om aanpassingen’, vindt Kelly. De schoen wringt volgens haar op een lastig punt: je moet er namelijk wel zelf voor aankloppen. ‘Maar niet iedereen is zich bewust van zijn beperking. Er zijn studenten die pas hier op school struikelen over bijvoorbeeld dyslexie. Ze wisten niet eens dat ze dyslectisch waren. De school helpt wel, maar signaleert nog te weinig.’
•
In Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding. Student P. van de opleiding Technische Informatica stelt dat hij onterecht een onvoldoende voor zijn afstudeeropdracht heeft gekregen.
Student P. aan de opleiding Technische Informatica, die lijdt aan dyslexie (woordblindheid), heeft een onvoldoende voor zijn afstudeeropdracht gekregen. De student beoogde af te studeren in juni 2009 en kreeg, volgens het vaste reglement, vijf weken extra om zijn werk te verbeteren. Hij maakte echter geen gebruik van deze regel en maakte bezwaar tegen de beoordeling van zijn werk. Als reactie hierop heeft de examencommissie besloten om de afstudeertermijn nog eens te verlengen tot 8 januari 2010. Daarnaast ontving de student extra feedback en begeleiding van een commissielid. Ook zijn er twee nieuwe begeleiders aan de beoordeling van zijn werk toegevoegd. Hier heeft de student wederom geen gebruik van gemaakt en diende opnieuw bezwaar in.
De argumenten Student P. vindt dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn dyslexie tijdens de beoordeling van zijn werk. Hij vindt dat de examencommissie onvoldoende initiatief heeft getoond en ter plekke moest anticiperen op zijn problemen. Ook had de examencommissie tijdig een aangepaste regeling aan de student moeten bieden, waardoor hij meer tijd zou hebben gehad om zijn werk goed af te maken.
De tegenargumenten De examencommissie vindt dat de student juist onvoldoende initiatief heeft getoond. De student heeft geen gebruik
gemaakt van de evaluatiemogelijkheden en heeft hiermee belangrijke feedback gemist. Daarnaast heeft de student tot twee keer toe een tegemoetkoming afgewezen. De examencommissie stelt daarnaast dat de student nooit zijn problemen kenbaar heeft gemaakt en alleen een mondelinge overeenkomst met zijn opleiding had getroffen. Hierdoor was de examencommissie niet op de hoogte van zijn dyslexie.
De uitspraak Het College van Beroep geeft de examencommissie gelijk. Het college stelt dat student P. inderdaad onvoldoende stappen heeft ondernomen om zijn problemen kenbaar te maken aan de examencommissie. Daarnaast heeft de student er bewust voor gekozen om geen gebruik te maken van de aangeboden evaluatiemogelijkheid en van de aangeboden verlenging van zijn afstuderen. Het college verklaart het beroep om deze redenen ongegrond. JJ
•
Een onterecht negatief bindend studieadvies of een te laag cijfer: je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. De Haagse Hogeschool kent een beroepsprocedure. Daar kun je proberen alsnog je gelijk te halen, als je er met de opleiding zelf niet uitkomt. Je klacht kan je kenbaar maken bij het Loket Rechtsbescherming. Je moet dat wel binnen zes weken nadat de beslissing die je wilt aanvechten is genomen, doen. Zie hiervoor studentennet.hhs.nl /loketrechtsbescherming
01 • H/LINK
31
recensies Waanzin van wetenschap
de smaak van Over smaak valt niet te twisten? Dat valt nog maar te bezien. In Link elke maand een docent en een student tegenover elkaar. Dit keer bespreken ze niet de lesstof, maar hun favoriete cd, film en
Slimme mannen
tekst Dieuwke de Boer
FILMS Slimme mannen, de debuutroman van Manu Joseph, draait om macht en ongelijkheid, de zoektocht naar en het spelen met de waarheid. Op het Instituut van Theorie en Onderzoek in Mumbai dient antiheld Ayyan Mani directeur en meesterwetenschapper Arvind Acharya. Beiden zijn slim op hun eigen manier: Acharya’s intelligentie is erkend, Mani’s heldere geest lees je af aan zijn daden. De twee mannen belichamen de uitersten binnen de Indiase kastenmaatschappij: Arvind is brahmaan en behoort daarmee tot de hoogste groep waarbinnen je geboren kunt worden. Luistervink Ayyan is een kasteloze dalit en hangt als onaanraakbare onder het systeem. Joseph goochelt in zijn roman met deze sociale verschillen en legt onomwonden, maar met een knipoog de – in westerse ogen – pijnlijke nonsens van deze realiteit bloot. Ayyans dagelijkse werkelijkheid is: wakker worden in de chawl, een betonnen hok in een sloppenflat waar hij met vrouw Oja en zijn slechthorende zoon Adi woont. Dan afreizen naar het instituut om daar met afgrijzen en vermaak te luisteren naar die zogenaamd wijze mannen die naar de waarheid zoeken. Ayyan lijkt zijn wereld te willen jennen door eigen waarheden te creëren. De mythe rondom zijn ‘geniale’ zoontje – ‘Ik ben elf en elf is en priemgetal. Ik hou van priemgetallen omdat ze onvoorspelbaar zijn’ – boetseren is daarbij zijn hoofdproject. Het is zijn manier van dromen.
32
H/LINK • 01
Zo ontsnapt zijn gezin even aan het systeem waarin ze nou eenmaal als dubbeltje of zelfs cent geboren zijn en nooit een kwartje zullen worden. Arvind Acharya verliest zich in het ballonproject, zijn wetenschappelijke droom. Door met een luchtballon op kilometers hoogte de lucht daar te laten vangen in plastic kokers, wil hij aantonen dat er buitenaards leven is. Dit prestigieuze project lijkt zijn ondergang te worden. Samen met wat weeë liefdesperikelen veroorzaakt dit een machtstrijd binnen het instituut. Zowel bij deze machtsverschuiving bij de wetenschappers als in Ayyans sloppenwijk, waar verlegen genie Adi flink in de schijnwerpers staat, schuren bewondering en afgunst dicht langs elkaar. Ayyan speelt een sleutelrol in deze climax, waarin de macht van traditie het moet opnemen tegen een gewiekste, loyale dalit die de kracht van de massa achter zich weet te scharen. Manu Joseph heeft met Slimme mannen een volwassen, actueel sprookje geschreven dat een schimpende blik op het hedendaagse India geeft.
•
M: Mijn favoriete film is The Godfather. F: De films uit die serie zijn superieur gemaakt. Daar zitten zoveel lagen in. In het eerste deel is het hoofdpersonage nog een nette jongen, maar dan wordt hij langzaam meegesleept in een donkere wereld. Het heeft een schitterend scenario. M: En geniale acteurs. F: Over de hele linie zijn die films van topniveau. Alles klopt. M: The Godfather vertelt wat de wereld met je kan doen als je je niet kunt beheersen. Zelf hecht ik ook een groot belang aan loyaliteit naar familie en vrienden. F: De filmcollectie die ik heb meegenomen is van de Marx Brothers. De serie gaat over een aantal broers met hele absurde humor. M: Daar zou ik toch niet zo snel naar kijken. Ik ben meer een serie als Friends gewend, hoewel ik best geloof dat zoiets als dit daarvan de basis is. F: Er zitten zoveel taalgrappen in deze films dat het een ramp is voor vertalers. In een scène vraagt een man een gehuwde vrouw of ze met hem wil trouwen. Waarop zij zegt: ‘But that’s bigamy!’ en hij antwoordt: ‘Yeah, and that’s big of me too!’. Het is de volslagen anarchie en de surrealistische humor die mij zo aanspreken.
MUZIEK M: Ik houd van droevige klanken. In het Midden-Oosten zijn mensen op zoek naar dat soort liedjes. Het is een uitlaatklep voor hun dagelijks leven. Een van mijn favoriete zangeressen is daarom Fairuz. Daar ben ik mee opgegroeid. Als ik wakker werd, dan hoorde ik Fairuz en als ik ’s avonds ging slapen luisterden mijn ouders naar Umm Kulthum.
F: Dit lééft in de Arabische wereld. Ook ik ben gek op de muziek van Fairuz. Het meest houd ik echter van Sezen Aksu. Deze Turkse zangeres heeft een stem die ik uit duizenden herken. M: Naast muziek uit het Midden-
boek.Deze maand: MER-student Mohanned El Rubaiy en teamleider Frank de Poorter. Opmerkelijk: hun liefde voor… Kuifje. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse
Lekker snijden in Tirza
Tirza
tekst Dieuwke de Boer F: Ik kan hier wel naar luisteren, maar het doet me weinig. Daarbij staat deze problematiek erg van mij af. M: Dat kan ik me voorstellen. De meeste jongens die nu veertien of vijftien zijn, vinden het ook niks. Die hebben liever een mooie beat, zoals van 50 Cent. Ze luisteren niet meer naar de boodschap van deze iconen, en dat vind ik jammer.
BOEKEN
Oosten, houd ik ook van hiphop en rap. Van Tupac heb ik veel cd’s. Ik vind het vooral belangrijk dat de tekst een boodschap heeft. Tupac heeft het in zijn liedjes over oorlog en dat heb ik in Irak ook meegemaakt.
F: Mohanned zat bij mij in het propedeusejaar. Een van de eerste opdrachten die ik de klas gaf, was om hun levensverhaal op te schrijven. Die van hem heb ik onthouden. Tachtig procent schrijft dat ze houden van sport en uitgaan, zijn passie was het schrijven van gedichten. M: Gedichten maken is mijn hobby. Op mijn achttiende werd ik tweede bij de El Hizrja Literatuurprijs. Ik groeide op in Irak, maar mijn moeder komt uit Syrië. F: Dat land betekent veel voor hem. Hij heeft zelfs pogingen gedaan om een stageplek in Syrië te vinden, maar dat is niet gelukt. Het boek dat ik mij me heb, is De lotgevallen van de brave soldaat Svejk van de Tsjechische schrijver Jaroslav Hasek. Het gaat over een boerenzoon die in het leger terechtkomt ten tijde van WO I. Hij is tegen alles wat autoriteit uitstraalt. Ik heb er tranen om gelachen. Ik houd van absurdisme. M: Ik heb nooit geprobeerd om een komedieboek te lezen. Nou ja, toen ik klein was las ik wel Kuifje. F: O, daar ben ik een enorme fan van! De tekeningen zijn heel mooi en het is enorm grappig. Je kunt het lezen als kind, maar ook als volwassene.
•
Regisseur Rudolf van den Berg waagde zich aan de boekverfilming van Arnon Grunbergs bestseller, waarin Jörgen Hofmeester (gespeeld door Gijs Scholten van Aschat) naar Namibië gaat om zijn verdwenen tienerdochter Tirza (Sylvia Hoeks) te zoeken. Van den Berg weet de beklemmende sfeer van het boek te benaderen. Hofmeester lijkt op schrift lange tijd een redelijk normale man met wat eigenaardigheden, maar de verfilming is minder subtiel. Een enkele keer zie je hem in zijn ijverige, licht onhandige huisvaderrol, maar vaak zie je een verwarde man in Afrika. Onheilspellende flashbackfragmenten – die overigens op verrassend fraaie wijze met het Namibiaanse nu versneden worden – laten je vroeg in de film weten dat er stront aan de knikker is. Degenen die het boek niet gelezen hebben, mogen gelukkig tot het einde gissen wat er niet deugt. Van den Berg heeft de roman aardig uitgedund. De verbitterde dialogen tussen vader en moeder bijvoorbeeld zijn teruggesnoeid tot rake oneliners. Daardoor zit er meer humor in de film, maar is het geheel minder snijdend. Een ander effect van dat afpellen van het verhaal is dat de context van sommige scènes ontbreekt. Zo wordt de film een samenraapsel van losse flarden verleden – Jörgens ontslag, een hardhandige ruzie met oudste dochter Ibi, seks op een feestje – die allemaal wat vertellen over Hofmeester, maar beduidend minder inzicht geven in de persoonlijkheid van Hofmeester dan het boek doet.
Tirza opent op 22 september het Nederlands Filmfestival. Vanaf 30 september draait hij in de bioscoop.
Een andere accentverschuiving is dat Hofmeester in de film vrij snel naar Afrika vertrekt. Daarmee krijgt de negenjarige Kaisa (gespeeld door Keitumetse Matlabo) die zich aan Jörgen opdringt een grotere rol. Haar zwijgzame gezelschap heeft een therapeutische werking op hem. Ook brengt hun samenzijn onder de waterlijn de moeilijkheden van twee verschillende culturen knap in beeld: zij moet fysiek overleven, zijn ‘strijd’ is meer psychologisch. Dat het landschap heel fotogeniek is, verklaart de keuze voor Namibië boven Amsterdam. Het eindeloze zand verandert van kil wit in de brandende zon tot rood als de gloeiende bal ondergaat. De aanblik is indrukwekkend, maar wordt een beetje uitgemolken. Samen met de muziek vol strijkers creëert Van den Berg de beklemmende sfeer van het boek, maar het is meer effectbejag dan dat het door het spel of verhaal komt. De acteerprestaties zijn overigens prima. Maar waar het in het boek steeds meer begint te knagen en het verontrustende venijn in de staart zit, is de film grover opgezet en daarmee minder overweldigend.
•
01 • H/LINK
33
beleid
HHs opent klaagloket voor studenten De Haagse Hogeschool heeft de klachtenprocedure gewijzigd. Ben je het niet eens met de uitslag van een tentamen, voel je je gediscrimineerd of heb je een andere klacht of geschil, dan kun je daarmee sinds 1 september terecht bij het zogenoemde Loket Rechtsbescherming. tekst Dieuwke de Boer • beeld Irina Grabarnik
V
oorheen moest je eerst uitzoeken waar je met je ongenoegen moest zijn. Nu stuurt dit loket je klacht door naar de juiste plek binnen de hogeschool, bijvoorbeeld de Klachtencommissie ongewenst gedrag, de Geschillenadviescommissie of het College van Beroep. Wel dien je goed rekening te houden met de wettelijke termijnen. Protesteren tegen een beslissing over bijvoorbeeld een niet verleende vrijstelling of een negatief bindend studieadvies kan tot uiterlijk zes weken nadat het besluit bekend is gemaakt. Klagen over een behandeling – denk aan nalatigheid van een opleiding, discriminatie of seksuele intimidatie – moet binnen een jaar gebeuren. Overschrijd je de termijn dan wordt je bezwaar-, beroep- of klaagschrift in de regel niet in behandeling genomen. De hogeschool heeft twee instanties die geschillen behandelen. Het College van Beroep voor de examens buigt zich over conflicten rondom besluiten van examencommissies of examinatoren, zoals het cijfer voor een opdracht of verdenking van fraude bij een tentamen. Geschillen over besluiten van anderen worden behandeld door de Geschillenadviescommissie. Klachten worden behandeld door de academiedirecteur, behalve klachten over ongewenst gedrag zoals discriminatie. Die behandelt de Commissie ongewenst gedrag. Alle commissies hebben een externe jurist als voorzitter.
In de standaardprocedure wordt binnen drie weken onderzocht of het geschil gezamenlijk opgelost kan worden. Komt het niet tot een schikking dan mag de ‘tegenpartij’ een verweerschrift indienen. Bij een klacht is de eerste stap dat de aangeklaagde de mogelijkheid krijgt gehoord te worden, dat kan eventueel middels een verweerschrift. Tijdens de zitting die op het verweer volgt, mogen beide partijen hun standpunten toelichten en worden eventueel aanvullende vragen gesteld. Het College van Beroep doet gewoonlijk binnen veertien dagen na de zitting een uitspraak. De Geschillenadviescommissie stuurt na de behandeling een advies aan het College van Bestuur, dat op basis van dit advies een beslissing neemt. Een formele procedure starten is in de regel niet de eerste stap als je ontevreden bent. Een gesprek met degene die de beslissing heeft
34
H/LINK • 01
genomen of tegen wie de klacht gericht is, kan de zaak al ophelderen. Ook een studieloopbaanbegeleider of decaan kan een rol spelen bij het oplossen van het geschil. Om de termijn veilig te stellen kun je wel een voorlopig bezwaar- of beroepschrift indienen als je nog met elkaar in gesprek bent. Kom je er samen niet uit, dan licht je dit verder toe. Ben je wel tot een oplossing gekomen, dan trek je het bezwaar-, klaag- of beroepschrift gewoon weer in. De hogeschool volgt met het klaagloket de vernieuwde wet op hoger onderwijs (WHW). Die verplicht hogescholen per september om voor klagers één faciliteit te hebben. Er verandert nog meer in deze wet: studenten kunnen tegen een uitspraak van het College van Beroep en een beslissing van het College van Bestuur over een geschil binnen zes weken in hoger beroep gaan bij het landelijke College van Beroep voor het hoger onderwijs.. ‘De nieuwe wet heeft voor- en nadelen’, vindt Cornelie Tiel, adviseur juridische en bestuurlijke zaken aan De Haagse. ‘Voor studenten is zo’n loket heel makkelijk.’ Een hoger beroep is een extra kans om je gelijk te halen. ‘Of het iets aan de uitspraak verandert, is maar de vraag’, aldus Tiel. ‘En ik denk niet dat een student erbij gebaat is als een zaak nog langer duurt.’
Informatie over bereikbaarheid van Loket Rechtsbescherming en procedures vind je op studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.
policy
THU opens desk for complaints The Hague University has amended the procedure for complaints. If you disagree with the results of an exam, you feel discriminated against or you have another complaint or dispute, you can turn to the so called Legal Protection Desk.
P
reviously you first had to figure out on your own where to go with your grievances. This Desk will now send your complaint to the appropriate place, such as the Examination Appeals Board, the Mediation Advisory Council or the Complaints Committee for Anti-Social Behaviour. However, you do need to take the statutory deadlines into account. Protests against a decision about a test result or an exemption should be submitted within six weeks of the decision being announced. Complaints about poor treatment - for example, negligence of the institute, discrimination or sexual harassment – must be within one year, but preferably within one month. If you exceed the deadline your objection, appeal or complaint will, except in the most exceptional circumstances, not be processed.
The university has two bodies that handle disputes. The Examination Appeals Board deals with conflicts about decisions of the Examining Board or examiners, such as a negative binding study advice or suspicion of fraud. Disputes over decisions by other parties are dealt with by the Mediation Advisory Council. Complaints are handled by the academy director with the exception of complaints about harassment such as bullying and discrimination. Those are handled by the Complaints Committee for Anti-Social Behaviour. All committees have an external legal advisor as chairperson. In the standard procedure there will be an investigation within three weeks to see if the dispute can be resolved by the parties concerned. If this attempt is unsuccessful then the ‘opponent’ is asked to write a defence. When a complaint (which in legal terms is different from a dispute) is considered the accused gets the first opportunity to be heard. This is also possible through a written defence. During the session that follows both parties present their cases and answer any additional questions. The Examination Appeals Board normally announces its decision within fourteen days after the session. The Mediation Advisory Council will advise the Executive Board, who will take this into account whilst making their decision. Starting a formal procedure is not usually the first step if you are unhappy. Discussing matters with the person who took the decision or whom the complaint involves could clarify the case. Also a mentor or counsellor can assist in resolving the dispute. You can secure your appeal period by using a preliminary notice of objection or appeal even if you are still having discussions with the people involved. If you can not collectively resolve the matter then you can provide further detail. If you did resolve the matter then you can withdraw your complaint or appeal.
Complaining step by step 1. You have a complaint 2. Head for the desk 3. The desk forwards your complaint to the right department
4. Can the dispute be
resolved? If not,step 5
By using this Complaints procedure The Hague University is complying with the renewed Higher Education Act (WHW) that requires universities to have a point where complaints can be lodged from September 2010.
Information on accessing the Legal Protection Desk and procedures can be found on studentportal.hhs.nl/ legalprotectiondesk.
5. Defence 6. Session 7. Decision
01 • H/LINK
35
study How helpful is the
international office to you?
So eventually, you have settled on joining The Hague University of Applied Sciences. You were probably filled with excitement or apprehension from thoughts of what the big move to a new culture, country or continent would bring. For most international students, that marks the start of what can be a very exhausting process. It is at this point, that you probably got in touch with the university’s International Office. text David Suswa. • photos Bas Kijzers Charged up by the excitement, and armed with a barrage of inquiries, you may have understandably bombarded them with every conceivable request that you considered to be of importance to your acceptance and integration into the university. The International Office on the other hand, whenever possible, played its part and engaged you. That was the beginning of a relationship that will last or is expected to, all the way through to your graduation. As the excitement settled, like in most relationships, you might have started noticing some red flags, and began to feel like you are sort of getting the short end of the deal. You realise that your persistent inquiries are sometimes not sufficiently or promptly addressed by the International Office. Then frustrations start creeping in. These are sentiments expressed by some international students on their experiences with the International Office. According to Lieke Steijger, head of the International Office, it all lies with the students’ levels of expectations. On what the office should do for them and the actual services that the office is supposed to of-
fer; which generally revolve around the facilitation of non-academic issues like visa, insurance and accommodation for the students. The students’ expectations, she says, always vary depending on the students’ cultural background. ‘Some students expect that we take them by the hand and lead them through it all. Though we always strive to help out even beyond our official duties, it is not consistently possible simply due to the number of students we deal with.’ She also affirms that they enjoy working with international students and encourage them to first seek out solutions on their own. That brings out a new aspect: culture. In the Dutch academic culture, students are practically thrown into the deep end of the pool and expected to swim out on their own. This might be new or strange to some international students, though obviously there are many individual exceptions. In light of that, key questions linger unanswered; how can that be resolved? Should the two meet halfway, and would that be practical? We asked these questions to four international students. The result: act like a Dutchman and everything settles… in a while. Here is what they had to say:
Arvid Yap > MICM:
Diana Jiepa > Law 2nd year: They have been very helpful, especially during my first year. It was hard for me to find an apartment and they printed all the information for me. This year we also had problems with enrollment and the International Office helped a lot. The only issue I have is that most of the time, the office is closed.
36
H/LINK • 01
I contacted them a lot even before I got my acceptance, to get updates on my application, but they were taking too long to get back to me. This was not easy, because I had to sort out my accommodation and finances. Even after my interview and acceptance, it took some time to get the official papers. For people overseas, it can be quite stressful and nerve-racking. Eventually everything worked out, so I have no real complaints. I would grade my experience with the International Office as good. It would be nice if they communicated more often though.
Kate Wachira > IPM 2nd year:
Chunli Li > IBMS 1st year: Last year, I was a pre-school student, and had some problems with the International Office. I did not always get the information that I requested from them on time. Especially on how I could enroll into my programme or take my IELTS (International English Language Testing System) exam. I think the difference in culture between China and the Netherlands is big, and that affected the interaction between myself and the International Office. I would advice other Chinese students to be strong and try to adjust to the culture here.
I think they are very friendly, helpful and act fast. If you go there for the wrong reason, then you will be sent to another place and some people find that wrong. I also started my application process very early, I am sure that helped a lot. I had already been living in Holland for a year, so I did not need that much help from the International Office as other international students would.
to get a 3 ways Dutch date
unusual Dutch Ever wondered how weird, funny or just how unusual things work in the Netherlands? Why the Dutch; eat bread for Lunch, can be very blunt, almost never use their curtains or simply why Holland and the Netherlands are not synonymous? H/Link introduces this monthly column that will discuss these so called ‘strange’ Dutch customs.
Hook ups, brief or long-term are not only NOT shunned in college, they’re expected. College as many students would put it is a get-by-free pass for having fun and making out. Whether you have just arrived in the Netherlands or have been around much longer and just cannot wait to get your groove on with the locals, here are a couple of gems that should help you out. Be warned though, they work better at attracting Mr/ Miss Right NOW rather than Mr/Miss Right. text David Suswa
1
Simply step-up: Boy, do we complicate things, sometimes things are so easy, almost simple, and we somehow make them harder than they really are. It is time to shelve that treasured 500 page seduction manual. Dutch culture appreciates directness and openness, and to a certain point this holds true in the dating scene. There is however a thin line between directness and just being plain rude.
2
Expect to ‘go Dutch’ Ladies, in the Netherlands, if you ask a man out be prepared to either pay the bill or to split it. Expecting the men to always make the first move, sweep you off your feet and pay for everything, might condemn you to many long lonely nights. It is time to loosen those purse strings and just have a great time. Gentlemen, gone are the days when you literally had live on noodles for a week while trying to save up enough money for your weekend date. Like stated earlier, the Dutch are an emancipated
Ladies, it’s the 21st century. What do you have to lose? Its time to get off that high horse and get the man you want! Take advantage of this emancipated culture and initiate the interaction. Dutch guys like a confident girl who can break convention and ask someone out. It is that simple. Do not mistake this though for a licence to literally throw your self at him. Ever heard of the saying ‘chasing a man until he catches you’?
society, and most women here take pride in being able to cater for their own expenses. So do not be surprised or offended if your date offers to chip in on the bill. As black and white as that sounds, there is also a gray area. No matter where they are from, women still may have a weakness for some level of chivalry, and no exception for Dutch women too. As said by Rammone a communications student: ‘When he asks me out, I like it that he takes the check.’ Thus once in a while, confidently and politely, try to take care of the bill.
3
Do Not ‘bitch’ about the Dutch;
‘All foreign guys always have the same story; it starts with the study that they are taking, what country they are from, how cold it is the Netherlands and then they whine about how Dutch people are not friendly at all’, says Janet, a Dutch law student. This should go without saying that when you are trying to get on the good side of someone you just met, the last thing you need to do is insult their heritage. Keep your focus simply on trying to secure a date and not changing the world.
Ever been surprised by the Dutch way of doing things? Send us your questions or remarks and H/Link will try to enlighten you in the next issue. Please feel free to send us an e-mail to link@hhs.nl
01 • H/LINK
37
student life
Agora: serious brokers An international student association that takes care of social events already exists. However, one that handles serious matters international student deal with is yet to come. Eight students from International Public Management decided to fill that gap and founded Agora. H/Link asks Treasurer Qushal Bansraj about the goals of this new club. text Martine Seijffert • photo Mieke Barendse
What does Agora mean? An agora was a marketplace in Greek ancient times where people gathered to debate. This is the place where politics came into existence. As a student association we’d also like to bring people together and let them discuss with each other. Our main goal though, is to help international students to find their way in the Dutch education system. We have started within our own study International Public Management, but after that, we would like to involve international students from all over Holland.
How did you come up with the idea of founding Agora? Our study IPM is fairly new. There are, especially for first year students, lots of obscurities. Last May, I searched for days to find my counsellor to get an approval for my resit. Eventually my teacher was able to help me, but otherwise I would have never found the counsellor myself. I can imagine that international students from other studies have the same kind of problems. What is the hierarchy like in The Hague University? How do I arrange my internship? You should view us as brokers: We want to connect the student with the right person or facility.
How official is Agora? Before the summer holiday we wrote a charter which was signed by all eight members of the board. With the charter we went to the office of student affairs and they gave us the advice to ask for funding from our study IPM. Unfortunately IPM told us that they do not yet have money available for things like
this. That is why we would like to approach officials of the city of The Hague and explore the possibility of Agora becoming an NGO. We hope to get some funding that way.
What if that doesn’t work out? Then we still continue with Agora and try to keep our costs low. Before the summer we had a meeting at someone’s house and we cooked ourselves. I have got no idea if we shall get any credits by founding a student association. Luckily we don’t worry that much about money, and certainly not about credit points. We do this because we feel good about helping other students.
How can students get in contact with Agora? We already have a Facebook page: agorathu. We are also busy making our own website. At the beginning of this college year we will distribute flyers and registration forms. To become a member of Agora is free of charge, by the way.
•
Toms: ‘We would like to organise seminars and homeworkclubs. At he moment we give this more priority than organising party’s.’
Nicola: ‘The communication between the board and the students is really important. We have to know what kind of problems they are experiencing. We use channels like Facebook to be really close to the students.’
38
H/LINK • 01
Ruben: ‘If youth is the engine of the world, then Agora is its wheels.’
Qushal: ‘Luckily we don’t worry that much about money, and certainly not about getting credit points for our project.’
gras van de buren tekst Lara Lindeman
Colofon H/Link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst Communicatie & Marketing van De Haagse Hogeschool.
•
Redactieadres Locatie: Ovaal 1.06/1.08
•
Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag e: hlink@hhs.nl f: 070 445 7554 i: http://link.hhs.nl
•
Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851) René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur) Martine Seijffert (070 445 8814) David Suswa (070 445 8814) Maarten Vromans (070 445 7527) Stagiair (vacant)
•
Studentredacteuren Ilse van Beest, Sabrina Danker, Paul Eg, Paul van Leeuwen, Lara Lindeman, Renée Meulman, Rindert Reitsma, Anke Viersma, Christin Zitter
•
Strips Sam Peeters, Margreet de Heer
•
Beeld Mieke Barendse, Kim Eijkelhof, Irina Grabarink, Bas Kijzers, Sabrina Robles de Medina, Dolinda Toepoel
• Vormgeving
Mustafa Özbek, Josean de Pie
• Druk
Opmeer bv, Den Haag
•
Advertenties Bureau Nassau, Lijnbaansgracht 58, 1015 GS Amsterdam, Postbus 14626, 1001 LC Amsterdam, e: info@bureaunassau.nl, t: 020 – 623 0905, f: 020 – 639 0846, i: www.bureaunassau.nl
Student Fries krijgt privé-les Wil je echt origineel zijn, dan moet je Fries gaan studeren. Als je nu begint, ben je de enige die over vijf jaar afstudeert, dus heb je gegarandeerd werk. Het is namelijk niet druk bij de Groningse Universiteit. Als er tot 1 oktober zich niemand meer aanmeldt voor deze studie, zal de enige aangemelde, Grytsje Nicolaij, privé-les krijgen. Voor het vak is het extra problematisch, omdat Fries vaak wel als tweede studie werd gekozen. Fries als tweede studie kan namelijk oplopen tot zo’n 7.000 euro collegegeld per jaar. Dit jaar loopt het daar echter niet storm.
Eerstejaars geschopt tijdens intro Tijdens de KennisMakingsTijd van studentenvereniging Virgiel, uit Delft, zijn er zo’n veertig van de 376 nieuwe leden vrijwillig vertrokken. De studenten zijn vertrokken nadat ze zijn mishandeld door hun zogenaamde ‘kampbeulen’. ‘Verschillende nieuwe leden liepen een bloedneus op’, laat een betrokkene anoniem weten. Het is niet de eerste keer dat de studentenvereniging het nieuws haalt. Twee jaar geleden kwam de vereniging in het
nieuws door een moeder die in NRC Handelsblad een opinieartikel had geschreven. Volgens haar zou haar dochter (toenmalig aspirant-lid) bijna geen tijd gehad hebben om te slapen, en kreeg ze maar één minuut om te eten. Als ze het niet binnen de tijd op had, kreeg ze het eten in haar gezicht gesmeerd.
Twaalf uur vast in het toilet In China heeft een studente, genaamd Lu Lei, twaalf uur met haar arm vastgezeten in het toilet. Ze had tijdens het tikken van een sms’je haar mobieltje in de pot laten vallen. Toen ze het eruit probeerde te vissen kwam haar arm vast te zitten. In eerste instantie durfde de 21-jarige Lu Lei niet om hulp te schreeuwen. Pas na twaalf uur kwam de brandweer om haar te bevrijden. De toiletpot moest worden gedemonteerd. Lu Lei is inmiddels opgeknapt. Het mobieltje kon uiteindelijk niet worden gered.
Gids weg na erotische advertentie De Hogeschool Leiden heeft haar introductiegids compleet in de papiervernietiger gestopt. In de gids stond een advertentie voor een erotisch bijbaantje. De studentes kunnen zich hiervoor opgeven en daarvoor tot 24 euro per uur verdienen. ‘Voor een webcam kan je net zo ver gaan
als je wilt’, roept de advertentie. De reactie van de hogeschool: ‘Dit kan echt niet.’ ‘Wij waren onaangenaam verrast toen we de advertentie opmerkten’, laat een woordvoerster van de hogeschool weten. Toen de school de advertentie ontdekte is ze gestopt met het uitdelen van de gids en de hele oplage vernietigd. Ouders reageren ook geschokt: ‘Een onderwijsinstelling gaat toch geen webcamseks als bijbaan promoten?’
Voor de rechter wegens brandstichting Het Openbaar Ministerie vervolgt een studentlid van het Groningse herendispuut Albertus Magnus. Op verzoek van een mededispuutlid – in sinterklaaspak – stak de student hem in brand. De zaak komt op 30 september voor de rechter. In april 2010 liep een 21-jarige student bij een ontgroening van het herendispuut O.P.G.H.D. Caivs van Albertus in de buurt van Giethoorn brandwonden op toen hij zich in brand liet steken door een mededispuutlid. Het slachtoffer had zichzelf in een Sinterklaaspak gehesen en vroeg zijn mededispuutlid om hem in brand te steken. Veertig uur na het incident is de jongen naar een arts gegaan. Zijn ouders deden aangifte.
ISSN 2210-7983 H/Link is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP).
Kunst en architectuur
•
Copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. Copyright HOP: Hoger Onderwijs Persbureau, Leiden.
zoekt de grenzen…
H/Link verschijnt maandelijks. Het volgende nummer komt uit op 11 oktober.
jij ook?! gratis entree
Leer je stad kennen! www.haagshistorischmuseum.nl
Hogewal 1-9 2514 HA Den Haag 070-3658985 info@stroom.nl www.stroom.nl
01 • H/LINK
39
het saaie college Agenda highlights Debat: Het nieuwe werken, wonen en leren 24 september 13.00 – 17.00 uur • Aula hoofdlocatie HHs
De Academie van Facility Management bestaat dertig jaar. Om dat te vieren organiseren zij een debat. De domeinen werk, onderwijs en wonen zijn aan het veranderen. Kantoren zijn in het Nieuwe Werken meer een ontmoetingsplaats, terwijl concentratiewerk zich meer naar huis verplaatst. Ook voor onderwijs liggen er digitale mogelijkheden die het traditionele onderwijs ingrijpend kunnen veranderen. In het debat formuleren sprekers en publiek hun visie op de toekomst van deze drie domeinen.
Sudoku 4
7
1
7
23 september vanaf 18.15 uur • Restaurant Perroni, Plein 22A, Den Haag
Tijdens deze eerste Happen en Stappen van het collegejaar neemt ACKU je mee naar het dodenrijk. Met de komst van DieSpace.nl, de eerste internetcommunity voor overledenen, kun je voortleven na de dood. Met laptops, camera’s en lichtsensoren staat het performerscollectief Pips:lab garant voor freaky, muzikale en interactieve voorstellingen. Reken op oma's op stuntrollators en een dosis humor. Voor het eerst in de Koninklijke Schouwburg.
Kosten: € 7,50. Schrijf je in bij Acku.
40
H/LINK • 01
3
4
5
6
7
5
Aanmelden kan via symposium.aanmelden@gmail.com. Vol is vol.
Happen en Stappen: DieSpace
5
9
8 2
4
1
7
6 3
2
1
1
5
4