Link 08: Onderzoekspecial

Page 1

externe

master

competentie betrokken

wijze

instroom

zodat

vorige

daarbij

geldt

Nederlandse

hoger

vanuit Hoger Financieel nodig

bedrijven basis

eisen

gelden

vijf

inzet

mogelijkheden participatie echter

lectoraten laten regionale

ontwikkelingen resultaten gericht belangrijke

een

volgen

kwaliteit belangrijk

taken

samenleving domeinen

planperiode ten

verhogen

special

kennisinstelling

mogelijk

belang

verder

aandacht

nieuwe

opleiden

waarop

ontwikkeling vraagt

aantal

april 2011

extra

H/LINK 08

kennis diversiteit

partners

professionele

begin

geworden

Talentontwikkeling

instellingen

onze

professional

vier

studiesucces

zien

vinden

bieden

hogeschool willen grote plaats

daarmee

rol

middel

student

Europese

Hogeschool

beiden

verdere

eerste

medewerkers

stellen

propedeuse

jaren

buitenlandse

relatie

kennissamenleving

relaties

curriculum

verwerven

onderwijs

ontwikkeling programma’s

internationale

vernieuwing

opleidingen

vraagstukken beroepspraktijk

waar

samenwerking

interventies

maatschappelijke

zoeken

masteropleidingen

onze

alle

Haagse

niveau

blijven

studenten competenties

hogescholen

geven

maken

docenten

ondersteuning

beleid

komende

goede

gaan

gaat

ambities

professionals uitvoeren Opbrengsten opleiding jaar

realiseren

thema’s

onderzoek programma

zullen

periode

maximale

steeds

regio

grotere

uitbreiding

bevorderen

blijft

overheden moeten

dragen

waarin

uitvoering

hogere

daarvan


ESAA Erasmus School of Accounting & Assurance Opleiding tot Registeraccountant of Registercontroller Afgestudeerd HBO-BE of HBO-AC? U kunt via een toegespitst deeltijd schakelprogramma instromen in het Master of Science programma Accounting, Auditing & Control. Vervolgens kunt u doorstromen naar de postinitiële Masteropleiding Accountancy of de postinitiële Masteropleiding Registercontroller.* Heeft u de wetenschappelijke minor gedaan? Dan hoeft u geen schakelprogramma te volgen om in het Master of Science programma Accounting, Auditing & Control in te stromen. Voor informatie: 010-408 21 73 of esaa-acc@ese.eur.nl *Aanvullende eis voor de RC-opleiding is dat u beschikt over minimaal twee jaar relevante praktijkervaring.

Certified Management Controlling (CMC) Afgestudeerd HBO? De opleiding Certified Management Controlling is een parttime controllersopleiding. Zij leidt financieel-administratieve kenniswerkers op HBO-niveau op tot professionals die beschikken over actuele kennis op het gebied van besluitvorming en beheersing van organisaties. Kenmerken van de opleiding zijn praktische focus op het werkveld en de rollen van de moderne controller, actuele kennis en inzichten op het gebied van management control en onderwijs in advanced workshops van maximaal 25 personen. CMC is een tweejarige post-experience opleiding. Voor informatie: 010-408 14 92 of esaa-cmc@ese.eur.nl

Voorlichtingsavond: Woensdag 8 juni 2011. Bezoek onze website voor meer informatie: www.esaa.nl.

THE EXPLORDINARY TOUR

18/19 APRIL IN DEN HAAG KILROYWORLD.NL/TOUR 2

H/LINK • 08

- be explordinary


Inhoud

Persweeën

12 Sporters laten zien wat ze kunnen

Behalve verhalen schrijven en interviews houden komt er nog iets meer kijken bij de geboorte van een magazine. Waar discussieerde de redactie deze keer over?

Leeghoofdigheid 16 Willem Looije ziet Ghandi

externe

master

competentie betrokken

wijze

instroom

Nederlandse

zodat

vorige

daarbij

geldt

hoger

Financieel nodig vanuit Hoger 20 Onderzoeksspecial:

bedrijven basis

eisen

gelden

vijf

Talentontwikkeling

instellingen

11 Leren op afstand studiesucces mogelijkheden participatie echter

lectoraten laten regionale

een

taken

Rubrieken ontwikkelingen resultaten gericht verhogen belangrijke volgen domeinen samenleving  4 Kort nieuws

special

kwaliteit belangrijk  6 In beeld: uitgaan

planperiode 19 In de vitrine ten

professionele

zien

kennis diversiteit

36 extra Juweeltjes partners

begin

geworden

vier

8 Medezeggenschap en bestuur weer door één deur

onze

professional

bieden

inzet

daarmee

ol

vinden

Europese

chool

udent

middel

eerste

andse

medewerkers

stellen

niveau

hogeschool willen 10 Meedoen grote plaatsaan de taaltest?

onderwijs

jaren

verdere

riculum

verwerven

propedeuse

kkeling

ramma’s

internationale

vraagstukken beroepspraktijk

nieuwing

opleidingen

enties

maatschappelijke

ken

alle

Haagse

blijven

tudenten competenties

hogescholen

geven

maken

docenten

komende

ondersteuning

beleid

gaat

goede

waarom onderzoek niet alleen onvermijdelijk, maar ook heel leuk is

gaan

professionals Opbrengsten opleiding jaar

uitvoeren

ambities

thema’s

onderzoek programma

zullen realiseren

periode

maximale

steeds

regio

grotere

uitbreiding

bevorderen

blijft

moeten

dragen

waarin

uitvoering

overheden

hogere

daarvan

Onderaandacht de hamer kennisinstelling38mogelijk belang

We hebben een special over onderzoek, omdat 13 en 14 april de onderzoeksdagen zijn. Die special zou voor zich kunnen spreken, dacht ik. Tot 24 maart. Want toen debatteerde de Tweede Kamer over de kans op herhaalmisdaad (recidive) na taakstraffen en gevangenisstraf. Kort samengevat: onderwerp van debat was een wetenschappelijk onderzoek waaruit blijkt dat een taakstraf beter helpt tegen herhaling dan een gevangenisstraf. Zo goed zelfs dat bij een taakstraf maar liefst 47 procent minder boefjes opnieuw in de fout gaan. Hierbij hebben de onderzoekers uitputtend de moeite genomen om te zorgen dat de vergeleken groepen ook echt vergelijkbaar waren wat betreft (criminele) achtergrond en soort vergrijp.

nieuwe

39 In de lift verder

waarop aantal 40 Agenda, sudoku & strip

opleiden

ontwikkeling vraagt

En daar was Lilian Helder van de PVV. Lilian dacht er namelijk anders over. Lilian vindt ‘dit soort onderzoeken’ onzin, omdat bij de boefjes die een taakstraf hebben gehad niet is gemeten wat het effect zou zijn geweest van een gevangenisstraf. Allicht, want die hebben ze niet gehad. ‘Persoon A is niet persoon B, en dus is het weliswaar geen appels met koeien vergelijken, maar toch zeker wel appels met peren,’ vindt Lilian. Opgelet: dit is tekst uit een debat van de Tweede Kamer, niet uit de notulen van kinderdagverblijf Kiekeboe. Sharon Gersthuizen (SP) probeerde, tot het uiterste getergd, nog uit te leggen dat als je die redenering volgt, je net zo goed alle statistisch onderzoek kunt opdoeken. ‘Ik vind het treurig dat we hierover moeten debatteren.’ Wat me brengt bij, behalve deze openbare liefdesverklaring aan Sharon, onze onderzoeksspecial. De leeghoofdigheid van Lilian getuigt van een gebrek aan kritische geest. Wie de moeite neemt zich in zo’n onderzoek te verdiepen, ziet in dat methodisch goed uitgevoerde statistiek juist gebruikt wordt om met een steekproef valide uitspraken te doen over de totaalpopulatie. Onderzoek is een manier van kijken naar de wereld, waarin je niet zomaar aanneemt dat die wel zo in elkaar zal steken als op het eerste gezicht lijkt. ’t Is een manier, waarvan wordt beweerd dat die op het hbo niet genoeg aanwezig is. Daarom zetten we onderzoek in deze special in het zonnetje. Intussen zou ik ook wel iets willen onderzoeken (en geheel in lijn met Lilian hoef ik het antwoord eigenlijk niet te weten): heeft ze haar universitaire rechtenstudie eigenlijk ooit afgerond?

International pages

32 Why research is inevitable Schoolstraat 21 2511 AW Den Haag 070 - 3 65 73 06

www.stanley-livingstone.nl

34 Research student wise: turn liquid into powder 35 Unusual Dutch: ‘Queenieday’ – the ultimate orange party

René Rector Hoofdredacteur H/Link r.rector@hhs.nl Stemt niet op Lilian. Ook niet op Sharon trouwens, al is de verleiding nu wel groot.

08 • H/LINK

3


Kort nieuws Studentenbedrijf wint prijs met FlossTube

Chatten met Afghanen in VS-ambassade

Studentenbedrijf FlossTube S.C. heeft met hun innovatieve FlossTube een tweede plaats gewonnen voor standinrichting tijdens de Marktdag van Stichting Jong Ondernemen. De studenten presenteerden op 18 maart de eerste tube aan hun academiedirecteur en nog diezelfde dag kregen ze een onderscheiding. Jeffrey Braak, directeur van FlossTube S.C.: ‘Hier hebben we sinds december naartoe gewerkt. Nu kunnen we eindelijk starten met de verkoop van ons product.’

Een stem geven aan de ‘echte’ mensen in Afghanistan die soms vergeten worden in de media. Dat wil de Amerikaanse ambassade in Den Haag. Op donderdag 31 maart kon een aantal studenten van acht verschillende landen in de ambassade deelnemen aan een videoconferentie met studenten in Afghanistan.

Het idee is een twee-in-een concept van tandpasta en flos. Door de flos in de dop te integreren, is er altijd flos voorhanden en wordt de consument er ook aan herinnerd om te flossen. Het bedrijf FlossTube S.C. bestaat uit zes jonge ondernemers van de opleiding Technische Bedrijfskunde. FlossTube is het eerste bedrijf op de markt dat flos en tandpasta combineert.

‘Wij zijn er klaar voor!’ roept Julie Moyes naar het videoscherm waar deelnemers van acht landen voor de webcam zitten. Julie en Tilly de Groot, werkzaam bij de ambassade, organiseerden de bijeenkomst. De bedoeling was dat alle landen elkaar zouden zien op het scherm, maar uitgerekend de camera van de ambassade in Den Haag werkte niet. ‘Wij zijn het zwarte gat in jullie scherm… Horen jullie ons?’ vraagt Julie aan de deelnemers op de andere locaties. Dit blijkt gelukkig het geval

Inschrijftermijn Lerarenbeurs geopend De inschrijftermijn voor de Lerarenbeurs is per 1 april geopend. Docenten kunnen een Lerarenbeurs aanvragen om zich verder te scholen. Voorwaarden hiervoor zijn dat de docent een onderwijsbevoegdheid heeft en minimaal twintig procent van zijn of haar werktijd ook daadwerkelijk voor de klas staat. De beurs kan oplopen tot zevenduizend euro per jaar voor meerjarige bachelor- en masterstudies (maximaal drie jaar), met daarnaast nog een vergoeding voor studiemiddelen en reiskosten. Geinteresseerden kunnen meer informatie vinden op www. ocwduo.nl. Langslopen bij het infopunt HRM is ook een optie. De inschrijving staat nog open tot en met 13 mei 2011.

4

H/LINK • 08

Acku zoekt studenten voor introductie Na de zomervakantie is het weer zover: de centrale introductie voor alle eerstejaarsstudenten van Den Haag start op donderdag 1 september. Stichting Acku is samen met de Gemeente

Twee studenten van De Haagse Hogeschool zijn ook aanwezig: Farid Kohestanie (vierdejaars International Business and Management Studies) en Hassan Sakkizadah (vierdejaars Technische Informatica). Beiden zijn in

hun tienerjaren van Afghanistan naar Nederland verhuisd, maar blijven betrokken bij hun vaderland. Hoewel de Afghaanse studenten vanwege de matige geluidskwaliteit niet altijd even duidelijk te verstaan zijn, kunnen zij met de hulp van een tolk alle vragen beantwoorden. Kort voor het einde worden de rollen omgedraaid en is het de beurt aan de Afghaanse studenten om vragen te stellen. Maar dan is er een medewerker in Afghanistan die hoorbaar de chatsessie beëindigt: de zaal is nodig voor een andere vergadering.

Den Haag initiatiefnemer en opdrachtgever van deze centrale introductie en is druk op zoek naar vier ouderejaarsstudenten, die deel willen uitmaken van de organisatiecommissie. De commissie heeft de functies: Marketing & Communicatie,

Financiën, Facilitaire zaken en Programmering. Geïnteresseerd in één van de functies? Stuur dan je motivatiebrief, CV en je voorkeur voor functie vóór 25 april 2011 naar intro@acku.nl o.v.v. sollicitatie introductie.

te zijn en vervolgens krijgen de studenten de kans om vragen te stellen aan de Afghaanse studenten in de Amerikaanse ambassade in Kaboel. Onderwerpen als werkgelegenheid in de toekomst en de mogelijkheid voor vrouwen om te studeren, komen aan bod.

Kunst en architectuur

Every Thursday Start 20:30, max 5 persons per team (€ 2,- p.p.)

PUB QUIZNIGHT Noordeinde 140 's-Gravenhage 070 3630698

www.ocaseys.nl

zoekt de grenzen…

jij ook?! gratis entree Hogewal 1-9 2514 HA Den Haag 070-3658985 info@stroom.nl www.stroom.nl


De Haagse helpt Japan De afgelopen weken vonden er verschillende acties plaats voor Japan, georganiseerd door medewerkers en studenten van De Haagse Hogeschool. Zo is er een fototentoonstelling geopend, zijn er kraanvogels gevouwen en is er geld opgehaald met de verkoop van snacks. De fototentoonstelling ‘Shinkokyu – Respire’ – georganiseerd door een team studenten dat ook Ideas Magazine maakt – toonde op 4 april foto’s van Nikolas Konstantin. De tien foto’s zijn bedoeld om bezoekers te laten stilstaan bij de ramp die in maart in Japan plaatsvond. Het is mogelijk om de foto’s te kopen via de webshop van Acku. De opbrengst hiervan gaat geheel naar het Rode Kruis. Tijdens de tentoonstelling werd er gevouwen aan de duizend kraanvogels, als gebaar van medeleven naar de mensen in Japan. Dit initiatief komt van Marjoleine Kooper-Huigen, docent Japanse Studies. Een andere actie voor Japan kwam van twee MER-studenten. Zij regelden een frietkraam voor de hoofdingang en haalden hier vijftienhonderd euro mee op voor het Rode Kruis.

TIS Delft zoekt wiettelers (NOT) Greenport4Students – het ontwikkellab van De Haagse Hogeschool – wil samen met een proefkwekerij een onderzoeksprogramma ontwikkelen om de carbon footprint van wiet te verbeteren. ‘De Nederlandse wietteelt,’ zo leerde een poster die werd verspreid op vestiging Delft, ‘is een hoogwaardige industrie geworden. Voor zowel recreatief gebruik als medicinale toepassingen.’ Probleem is alleen dat de teelt een slecht duurzaam imago heeft vanwege de hoge energiebelasting. Voor studenten dus een nobel streven om dit probleem te

verhelpen en daarom luidde de vraag: wie o wie wil thuis vier wietplanten telen om mee te helpen met het onderzoek? Onkosten worden vergoed. Datum van het verzonden persbericht was, juist: 1 april. Astrid Jansen, lid van de TIS Delft directiestaf: ‘We hadden met de directie een uitje, waren wat balorig en dachten: hoe kunnen we nou een leuke grap uithalen. En van het een kwam het ander.’ Wij van de Link redactie vonden dat wel een beetje jammer… het leek zo’n aardig idee. Nu maar hopen dat GeenStijl ook op tijd ontdekt dat het om een grap gaat.

Jonger dan 27 jaar? Voorstellingen en concerten:

€10,-

Lucent Danstheater Dr Anton Philipszaal www.ldt.nl

41-015 Advertentie HLink2.indd 1

19-10-2010 09:24:40

THU is committed to Japan In recent weeks, several actions took place for Japan, organized by staff and students at The Hague University. A photo exhibition was opened, cranes were folded and money has been raised by selling snacks. The photo exhibition ‘Shinkokyu – Respire’ - organized by a team of students who also make Ideas Magazine – showed on 4 April pictures of Nikolas Konstantin. The ten pictures allow visitors to have a moment of commemoration for the disaster that occurred in Japan in March. It is possible to buy the photos through the webshop of Acku. The gainings will go entirely to the Red Cross. During the exhibition a thousand cranes were being folded as a gesture of sympathy to the people of Japan. This initiative comes from Marjoleine Kooper-Huigen, Professor Japanese Studies. Another action for Japan came from two MER-students. They arranged a chip shop in front of the main entrance and succeeded in collecting fifteen hundred euros for the Red Cross.

08 • H/LINK

5


In beeld Iedere H/Link valt er 50 euro te verdienen met een mooie foto. Voor deze keer was de opdracht: maak een foto van het Haagse uitgaansleven.

[1]

Uit de foto’s die we kregen bleek dat studenten vooral buiten Den Haag feesten of thuis. Of waren het de verplichte afterparties? Talitha is bijvoorbeeld niet vies van een feestje, sterker nog: ‘Het maakt niet uit waar je bent, er is altijd wel een reden voor een feestje!’ Zo staat ze op de foto [5] ‘gek’ te doen op een verjaardag van een vriendin. Uitgaan = gek doen, vindt ook Adrian [8]: ‘Fun everywhere,’ stelt hij. Mirwais heeft het met zijn studentengroep ook al zo gezellig in Den Haag, maar zoals hij zelf zegt: ‘vaak hebben we de leukste en wildste feestjes bij ons op kamers.’[9] Mirwais doet zelfs een poging om het prijzengeld in de wacht te [1] slepen: ‘Met 50 euro kunnen we het kasteel verder uitbreiden!’ De opdracht was echter: ‘Het Haagse uitgaansleven’. Ook Sanne K. valt daarom af. Een kunstzinnige foto [7] (dat wel) geschoten op een avond waar ze naar eigen zeggen ‘heel veel leuke mensen heeft ontmoet van over de hele wereld!’ Helaas vonden de ontmoetingen plaats in het Spaanse Bilbao, niet bepaald de stad van Vrede en Veiligheid. Reinier gaat op een wel een heel aparte manier uit, namelijk met een potje bboy-jammen in Antwerpen [3]. ‘Waarom ik dit doe? Iedereen behandelt elkaar respectvol en heeft liefde voor dans en dus voor elkaar!’ Volgens Anne is Café Siezo [4] niet de beste plek om een feestje te bouwen, ‘maar als je de juiste mensen om je heen hebt komt de sfeer vanzelf!’ En mensen, die heeft Sanne S. om zich heen [1]: ‘We gaan vaak op donderdagavond met zijn allen eerst uit eten bij Vapianos, en daarna naar discotheek Danzig.’ Het gezellig samenzijn is ook de thing to do van Nadia. [6] Zij gaat het liefst uit op het dak van haar woning, met wat vrienden erbij. Toch was de redactie het er direct unaniem over eens dat bij Anne (eerstejaars ICM) en vriendin [2] het hoge uitgaansgehalte letterlijk door het beeld vliegt en zij zijn daarom winnaar van deze ‘In beeld’.

[2]

Ook 50 euro? Voor volgende keer vragen we wederom alle partyanimals zich te verzamelen en foto’s op te sturen van Nederlands grootste feestdag: Koninginnedag. Sluit jij je ook aan bij de hossende zuipschuiten in Amsterdam, heb jij de meest extravagante oranje-outfit of sla jij je slag bij de Koninginnemarkt? Vertel in de mail in welk kanaal je je begeeft (of een andere guitige plek) en wat we min of meer in de foto moeten herkennen (wat zien we eigenlijk?). Stuur je foto voor 10 mei naar hlink@hhs.nl.

6

H/LINK • 08

[3]


[4]

[7]

[5]

[8]

[9]

[6]

08 • H/LINK

7


Meepraten

Medezeggenschap en bestuur weer door één deur:

Kaarten opnieuw

d geschu geschud ud Er waren een brandbrief en een congres voor nodig, maar de neuzen staan weer dezelfde kant op. Met de afspraak dat de medezeggenschap eerder betrokken wordt bij belangrijke beleidsbesluiten, verwacht voorzitter Mathieu Heemelaar ‘een spannend jaar’. tekst René Rector • beeld Bas Kijzers

De Hogeschoolraad (HR) is ongeveer wat bij bedrijven de Ondernemingsraad is: een groep betrokken mensen die over de schouder van de baas meekijkt of die wel verstandige beslissingen neemt. Er is een belangrijk verschil: bij bedrijven bestaat die groep altijd uit personeel, op de hogeschool zitten er ook studenten in. De HR leidt een redelijk onzichtbaar bestaan, maar achter de coulissen rees het afgelopen jaar hoe langer hoe meer de vraag bij welke besluiten ze over de schouder van het bestuur mocht meekijken. En ook: wanneer. De HR praat het liefst mee als plannen nog in de maak zijn. Maar daarover was Rob Brons in maart 2010 niet onmiddellijk enthousiast. Als kersverse voorzitter van het College van Bestuur (CvB) liet hij er bij de HR-vergadering toen geen mis-

Rechten en plichten De rechten en plichten van de Hogeschoolraad zijn beschreven in de Wet op het Hoger Onderwijs en in het Medezeggenschapsreglement. Samengevat heeft de HR recht op informatie over de plannen van de leiding. Op beleid dat grote gevolgen voor de hogeschool kan hebben, heeft de raad instemmingsrecht. Het beleid mag dan niet in gang gezet worden zonder instemming van de HR. Verder heeft de HR adviesrecht op minder zwaarwegende onderwerpen. Het bestuur moet dan een voorgenomen besluit wel voorleggen aan de HR, maar diens advies is dan niet bindend.

8

H/LINK • 08

verstand over bestaan: ‘Ik vind dat lastig, om in een vroeg stadium van de beleidsvorming de Hogeschoolraad te betrekken en daarvoor het goede moment te vinden. Bij het ontwikkelen van beleid houd je altijd rekening met verschillende belangen, dus ook die van de medezeggenschap.’ Hij zette toen de toon. De spreekwoordelijke druppel kwam in december, toen het CvB de begroting 2011 niet ter instemming (zie kader Rechten en plichten), maar ter advies zou voorleggen aan de HR. Uiteindelijk gaf Brons vlak voor de vergadering toe aan een bozige raad: het instemmingsrecht bleef overeind, omdat het resultaat – het bereiken van overeenstemming – voor het CvB belangrijker was.

Incident Voor Mathieu Heemelaar, voorzitter van de HR, zijn zulke acties onverteerbaar. ‘We voelden ons buitenspel gezet. Ik merkte dat de raadsleden duidelijk geïrriteerd waren. Instemming op de begroting is een essentieel recht van onze medezeggenschap.’ Rob Brons blikt peinzend terug op het begrotingsincident, dat leidde tot een brief van de HR waarin de irritaties aan bod kwamen. ‘Ja, het gaat niet altijd even gemakkelijk. Maar instemmingsrecht… op een begroting? Dat moet je niet willen. Kijk ik naar de geest van de wet, dan moet je het samen eens


zijn over de koers die je uitzet. Dat beleid staat in de kaderbrieven, die gelden als uitgangspunt voor de begroting. Die stellen we in juni op en worden dan terecht ter instemming aan de HR voorgelegd. Maar de begroting gaat over de uitvoering van dat beleid, waarop eerder is ingestemd in de kaderbrief. De HR toetst dan of het College heeft gedaan wat in de kaderbrief is afgesproken. Moet je dan nóg een keer instemming willen geven?’ ‘Mja,’ reageert Heemelaar op deze visie op medezeggenschap. ‘Dat kan Brons wel zeggen, maar in ons medezeggenschapsreglement staat dat we instemmingsrecht hebben op de begroting en dat is niet voor niets. Het College van Bestuur kan niet zomaar op eigen houtje de spelregels veranderen en al helemaal niet als de wedstrijd al gespeeld wordt.’ Brons pareert: ‘Nee, ik wil juist dat we eerst gezamenlijk vaststellen wat het doel is. Ik wil er samen uitkomen. Procedures en regelgeving heb je pas nodig als je merkt dat je er samen niet uitkomt, of als je het te nemen besluit nog eens wilt toetsen aan die regelgeving.’

Eerder aanschuiven Een onlangs gehouden congres met beide partijen over de rol van medezeggenschap op de hogeschool

moest dit vrij fundamentele verschil van inzicht doorbreken. De partijen vonden elkaar op de gemeenschappelijke wens om de HR eerder bij besluitvorming te betrekken. ‘Dat moet dan niet met het reglement onder de arm. Laten we het eerst eens over de inhoud hebben,’ oppert Brons. Dat is Heemelaar met hem eens. ‘We gaan nu een tijd proberen om eerder aan te schuiven aan de overlegtafel. Dat is voor beide partijen spannend. Voor ons omdat individuele leden weliswaar aanschuiven, maar de raad uiteindelijk een standpunt inneemt. Dan loop je het risico dat je goed hebt meegedacht, maar door je eigen raad wordt teruggefloten. Voor het College is dat spannend, omdat ze een kijkje in de keuken gunnen terwijl het gerecht nog bereid wordt. Maar ik denk wel dat die manier van samenwerken uiteindelijk voor iedereen beter uitpakt.’

Zonder direct de spelregels te willen veranderen, willen Rob Brons (klaverheer) en Mathieu Heemelaar (ruitenheer) het spel wel iets anders gaan spelen.

Ook meepraten? De HR houdt in mei verkiezingen voor de volgende zittingsperiode van twee jaar. Kandidaten kunnen zich aanmelden van 18 april tot en met 3 mei. De verkiezingen zijn in de week van 23 tot en met 30 mei.

08 • H/LINK

9


Taal

Als taal echt

jouw ding is

Er wordt heel wat geklaagd over het lage taalnivo van studenten. In een strijd om De Haagse Taalprijs kunnen de verschillende teams van studenten en docenten op dinsdag 17 mei in de aula het tegendeel bewijzen. tekst Mariska van der Palm Jouw! Het is een bezittelijk voornaamwoord.

Niveau komt uit het Frans. Bij van origine Franse woorden geldt alleen de -eau als correct.

Hoe zit het eigenlijk met jou taalgevoel? Weet je precies hoe het zit met de d’s en t’s en schudde jij het woord ‘vuvuzela’s’ tijdens het Groot Dictee zo uit je mouw?

Alle munteenheden worden met een kleine letter geschreven.

Dan kan je, door mee te doen aan De Haagse Taalprijs, kans maken op de hoofdprijs van driehonderd Euro. De Haagse Taalprijs is een initiatief van docent Nederlands Dick Pak van de opleiding Communicatie. Hij is al jaren bezig om studenten en volwassenen de regels en taalkwesties betreffende de nederlandse taal bij te brengen. ‘Om echt goed te worden in een taal moet je op een gegeven moment een aantal taalregels uit je hoofd leren. Door de taalregels en taalweetjes in de vorm

Namen van landen en afgeleiden daarvan krijgen een hoofdletter.

van een quiz te maken wordt het een uitdaging zo veel mogelijk vragen goed te beantwoorden. Door deze vorm verbeteren mensen spelenderwijs hun taalvaardigheid.’

dyslectische

Dat je geen geboren taalvirtuoos hoeft te zijn om de prijs te winnen, blijkt uit de winnende deelnemer van 2007: een zwaar dislectische studente sleepte de Taalprijs in de wacht dankzij intensieve begeleiding van haar studentendecaan. Dus zelfs als je de Nederlandse taal op dit moment nog niet uitstekend beheersd, wil dat niet zeggen dat je geen kans maakt om te winnen. Daarbij neem je deel in een team van drie personen, zodat zelfs als je minder goed scoort, je teamgenoot de

Fout met betekenisverschil. Steil is sterk hellend. Stijl is (o.a.) de wijze van zich in geschrifte uit te drukken (Van Dale).

totaalscore met weinig fouten nog behoorlijk op kan krikken.

De organisatie van De Haagse Taalprijs ligt in handen van studenten van de opleiding Communicatie. Tijdens de wedstrijd komen verschillende onderdelen van de Nederlandse taal aan de orde, zoals spelling, zinsbouw, woorden schat, grammatica, steil, spelling van werkwoordsvormen en het gebruik van voornaamwoorden. De Haagse Taalprijs wordt gepresenteerd door Tom Blom, bekend van ‘Ter land, ter zee en in de lucht’.

‘Je’ is het onderwerp en de zin staat in tegenwoordige tijd, dus stam + t. Losschrijveritis: het is een samengesteld woord, moet aan elkaar.

Inschrijven Teams van studenten en medewerkers kunnen zich tot 26 april inschrijven voor De Haagse Taalprijs 2011 door een mail te sturen aan dehaagsetaalprijs@hhs.nl. Er zijn geen kosten verbonden aan deelname. Alleen de eerste 150 aanmeldingen kunnen meedoen.

10

H/LINK • 08


Open studie

Klassikaal studeren op afstand De Netwerk Open Hogeschool biedt een nieuwe, flexibelere vorm van deeltijdonderwijs. In september start de eerste opleiding: Informatica. De Haagse Hogeschool ontwikkelde deze deeltijdvariant met drie concullega-hogescholen en de Open Universiteit. ‘Vier jaar lang studeren is vaak te veel.’ tekst Dieuwke de Boer • beeld Kim Eijkelhof

D

e campagne voor NOH-i, zoals de opleiding wordt afgekort, moet bij het verschijnen van deze H/Link van start zijn gegaan. ‘We richten ons met deze opleiding op een doelgroep die de gewone deeltijdopleiding niet bereikt,’ zegt Gert de Ruiter, academiedirecteur ICT&Media en projectleider binnen De Haagse. ‘Er zijn ICT’ers die zweven tussen mbo- en hbo-niveau, al wat werkervaring hebben en behoefte hebben aan op- of bijscholing. Zij zitten vaak in een fase waarin privé veel gebeurt – samenwonen, kinderen, een nieuwe baan – en dan is vier jaar lang studeren vaak te veel.’ De volledige opleiding NOH-i duurt ook vier jaar, maar je kunt je per semester inschrijven en bij succesvol verloop sluit je ieder semester af met een deelcertificaat. Daarna kun je kiezen voor een pauze of meteen door. Heb je acht certificaten verzameld dan ontvang je een erkend hbo-diploma. Via een assessment van eerder verworven competenties (AVC) kun je vrijstellingen krijgen voor een of meer semesters en zo je studieduur verkorten. De andere troef om potentiële studenten over de streep te trekken is het blended learning, een combinatie van e-learning, zelfstudie en klassikale lessen. Dan hoef je maar eens in de twee weken naar Zoetermeer of een van de drie andere locaties te komen (tegenover twee avonden in de gewone deeltijd), de andere week zit je achter je computer met headset op in een virtueel lokaal. ‘E-learning gaat vaak slecht. Je zet niet gewoon je materiaal online en regelt een docent,’ stelt De Ruiter, die vindt dat de NOH-i dat beter doordacht heeft. ‘Wij hebben een totaalconcept. En we leren docenten hoe ze met deze nieuwe onderwijsconcepten moeten werken. Hoe je op afstand op een goede manier een leergesprek met elkaar aangaat, is nog niet zo eenvoudig.’ Voor de expertise in de elektronische leeromgeving konden de hogescholen bij de Open Universiteit terecht. ‘En van het instrumentarium dat we nu voor

de open hogeschool ontwikkeld hebben, maken we direct gebruik bij de restyling van de deeltijdopleiding in Den Haag,’ legt De Ruiter een ander voordeel van deze open constructie uit. De tools moeten nog wel getest worden. ‘Als we in september kunnen beginnen met tien tot twaalf studenten ben ik tevreden,’ zegt De Ruiter. ‘Uiteindelijk, als we over een jaar of vier volledig uitgerold zijn, dan moeten het er een paar honderd per vestiging zijn.’ Over animo maakt hij zich geen zorgen: ‘De vooruitzichten voor de komende jaren zijn heel goed. ICT herstelt zich het snelst na de crisis. De komende jaren is er nog veel achterstallig onderhoud.’

NOH Netwerk O pen Hogescho ol

NOH Netwerk Open Hogescho ol

NOH

Netwerk Open Hogeschool

08 • H/LINK

11


Hademi 2011

‘Hier hebben we zolang naar toegeleefd’ 12

H/LINK • 08


De Hademi is voor halo-studenten hét sportevenement van het jaar. Vol trots en enthousiasme presenteren derdejaars hun kunsten (turnen, dansen en jongleren) aan familie en vrienden. H/Link volgde klas L3C in aanloop naar de show op vrijdag 1 april. tekst Martine Seijffert • beeld Bas Kijzers

08 • H/LINK

13


DINSDAG 22 MAART In het gymlokaal, de oefenruimte deze middag voor L3C, druppelen de eerste studenten binnen. Iedereen sleept met kledingstukken voor de show of heeft ze al half aan. Als een jongen zijn trainingsbroek zonder schaamte uittrekt, komt er een knalroze legging tevoorschijn. ‘Jezus, Casper!,’ roept een medestudent lachend. Maar Casper lijkt het niet te deren. Sterker nog: voor zijn vrienden die hun mobieltjes tevoorschijn hebben getoverd, neemt hij uitdagende poses aan. Het is een van de laatste repetitiemiddagen voor de grote show. De Hademi – de Haagse demonstratie middag, die overigens sinds een paar jaar is doorgeschoven naar de avond – is een begrip op de Laan van Poot. Elke derdejaars halo-student is al een heel blok bezig met het voorbereiden van een dans- en een turnonderdeel. ‘Je hebt wel andere vakken en opdrachten,’ vertelt L3C-studente Ilse Corvers, ‘maar in je hoofd zit alleen maar de Hademi.’ Dit jaar valt de Hademi op

vrijdag 1 april. Locatie: de Hellashal, op het terrein van de academie. Als de muziek begint, lopen zowel jongens als meisjes naar het midden van de zaal om de eerste hiphopdans in te zetten. Fayette Kunst-Ester, mede-coördinator van de Hademi en docent Bewegen en Muziek, heeft ze erop gewezen dat ze hun kleding voor de verschillende dansen in de goede volgorde neer moeten leggen, zodat ze tijdens de wisselingen snel om kunnen

In je hoofd zit alleen maar de Hademi kleden. Niet overbodig, want als de bounce-tonen zijn weggeëbd, vliegen de kledingstukken achterin de zaal in het rond. Wat volgt is een rechte lijn mannen, die in zwart-witte outfit met een bloedserieus gezicht de Sirtaki dansen. Dat mag van Fayette wel wat vrolijker. Tijdens de bespreking tussendoor, als iedereen zich rond het bord met haar aantekeningen verzamelt, benadrukt ze terwijl ze op het bord naar het woord ‘leuk’ wijst: ‘Mannen, ik heb het maar even opgeschreven, maar dit is léuk!’ Misschien is het de spanning, die er zo vlak voor de show langzaam insluipt. Casper Sombroek – die van de roze legging – licht toe: ‘Het wordt steeds serieuzer. Nu nog een weekje en dan moet alles staan. Toch ben ik redelijk zeker van onze zaak. Ik heb vertrouwen in mijn klas en dat ontneemt wat onrust.’ Colin van Holstein, die met nog twee anderen de organisatie op zich heeft genomen, voegt daaraan toe: ‘Iedereen heeft wel wat kunnen bijdragen, we hebben geen gezeur gehad.’ Na de Sirtaki wisselen vrouwen met knalroze paraplu’s, mannen in legerpakken en heren in giletjes

14

H/LINK • 08


elkaar af op – wat de studenten noemen – voornamelijk ‘foute’ muziek’. De muziek gaat van Ejo captain Jack tot Boom boom boom, I want you in my room. Aan het eind komt de groep tot de conclusie dat de laatste zestien tellen nog niet gelijk gaan. En dus klinkt boom boom boom boom, nog zo’n zeven keer totdat de groep het wél onder de knie heeft. Fayette is tevreden. ‘Dit gaat goedkomen,’ concludeert ze. ‘Het gaat nu alleen nog om details.’

de zaal.’ Ook Ilse is tevreden. ‘De zenuwen verdwenen zodra de dans begon. Bij de aanloop in het turnonderdeel gleed ik alleen even uit, maar ik denk niet dat iemand dat is opgevallen.’ Casper noemt het zelfs hun beste optreden tot nu toe. ‘We waren heel scherp, omdat dit toch de afsluiting is. Dan maak je onbewust minder fouten.’ Naast hem zit zijn trotse vriendin. ‘Ik was verrast dat hij zo sterk was op de brug, maar dat hij soepel is in de heupen, dat wist ik al,’ grinnikt ze.

VRIJDAG 1 APRIL – vlak voor de show

Later op de avond maakt de klas aanstalten om Den Haag onveilig te maken. ‘We gaan nog even verder dansen,’ meldt Colin. Ze zijn vrolijk, maar ergens hangt ook al het teleurstellende gevoel dat het grote avontuur voorbij is. ‘Dit was de afsluiting van het boek,’ concludeert Casper. ‘We hebben laten zien wat we kunnen. Volgend jaar zal iedereen meer zijn eigen weg gaan.’ Ondanks dat ze uitgeput is van de hele dag, voegt Ilse nog toe: ‘Als ze hadden gezegd dat ik morgen nog een keer op moest, had ik het zo weer gedaan.’

Het is een uur voor de show en klas L3C zit achterin de Hellashal te wachten. Eigenlijk staat alles klaar: hawaiislingers, hoedjes en Albert Heijn-tassen vormen een grens met klas L3V, die aan de andere kant van de lijn zit te wachten, de kleding voor de eerste dans is aangetrokken en er is al gerepeteerd en gegeten. Zijn ze zenuwachtig? ‘Neuh,’ zeggen zowel Casper als Colin. Ilse daarentegen loopt wat nerveuzer rond. ‘Ik ga toch nog maar een keer naar de wc,’ mompelt ze en verdwijnt uit het zicht.

En dat terwijl de voorbereiding toch lijkt te staan als een huis. Gisteren heeft de klas de Hellashal geïnspecteerd. Waar staan de lijnen en de pionnen, hoe moet alles neergezet worden voor het turnonderdeel en hoe werkt het licht? Vanmiddag was de generale repetitie met een stel jeugdige toeschouwers: basisschoolkinderen uit de buurt. Het was een geslaagde repetitie, blikt Casper terug. ‘Kinderen reageren heel enthousiast. Dit publiek verwacht meer van ons: het moet nu in één keer goed.’

VRIJDAG 1 APRIL – vlak na de show De ontlading na het laatste optreden is groot. Het gejuich van de klassen overstemt de staande ovatie van het publiek. ‘Alles ging beter dan verwacht,’ vat Colin de avond samen. ‘Met de Sirtaki heb ik erop gelet dat ik veel moest lachen en we kregen heel leuke reacties uit

08 • H/LINK

15


Ontwikkeling

‘Ik heb afgeleiden van Ghandi gezien’

Willem Looije met een MBA-studente bij een tempel op de campus van Graet Lakes, Institute of Management in Chennai.

Drie jaar is Willem Looije nu academiedirecteur van Management & Human Resources. Belangrijkste uitdaging is het studiesucces van de academie verhogen, maar de academie moet ook internationaler worden. Daarom volgt Willem onder meer de Avicenna WorldClass, een prestigieuze masterclass waarin deelnemers kennismaken met internationaal leiderschap. Willem vertrekt 16 april naar Rome, voor de tweede van in totaal vier bijeenkomsten. tekst Youri van Vliet • beeld archief Willem Looije

16

H/LINK • 08


‘I

k doe deze masterclass om de ambities van de hogeschool, van de academie, en van mezelf te realiseren. Een confrontatie met andere culturen, andere filosofieën, andere visies op leiderschap stellen mij in staat te reflecteren op hoe ik leiding geef en hoe ik dat zou kunnen optimaliseren ten gunste van de medewerkers en studenten. Als het gaat om internationalisering, om onze studenten op te leiden tot wereldburger, dan moet je zelf ook iets van een wereldburger zijn. Dan draagt zo’n reis naar vier continenten daar zeker aan bij.’ Willem Looije vertelt bevlogen over de Avicenna WorldClass, een exclusieve masterclass van vier vijfdaagse bijeenkomsten in India, Italië, Zuid-Afrika en Amerika. De focus: internationaal leiderschap. ‘Zowel de academie als ik hebben de ambitie om ons te ontwikkelen in een internationale context. Ik heb veel literatuur over cultuur en leiderschap gelezen, maar dat is vooral literatuur die voortkomt uit de Anglo-Amerikaanse wereld. Natuurlijk verneem je wel eens iets uit het Oosten of hoe andere landen het doen, maar daar wil ik dieper in duiken.’ De deelnemers van de Avicenna WorldClass (vernoemd naar een Perzische filosoof die leefde van 980 tot 1037), nemen een duik in de cultuur en geschiedenis van dat land, de betekenis van die cultuur voor de ontwikkeling van het land en welke leiderschapsstijlen aan die ontwikkeling hebben bijgedragen. Begin januari was de eerste masterclass in de Indiase kustplaats Chennai.

lem elk afzonderlijk geen ‘baanbrekende principes’. ‘Maar het is juist de truc om de tien principes altijd, tegelijkertijd in je werk te gebruiken.’ Een van de principes is bijvoorbeeld dat je de moed moet cultiveren om mensen te overtuigen. ‘Zorg ervoor dat je op basis van onderzoek voldoende

Het is de truc om Ghandiaanse principes altijd, tegelijkertijd in je werk te gebruiken gegevens hebt om je overtuiging te onderbouwen en heb dan ook de moed om dat stevig in de organisatie neer te zetten.’ Dat principe is voor Willem direct toepasbaar. Hij wil graag een minor ontwikkelen waardoor studenten leren over opkomende economieën. ‘Vijf voor twaalf is het nog niet, maar ik wil wel aan de bel trekken. De snelheid waarmee de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China, red.) zich economisch ontwikkelen kunnen wij als De Haagse Hogeschool niet negeren.’ De Aziatische economieën groeien momenteel in een moordend tempo – die van China momenteel een factor vier harder dan die van Nederland en Amerika. En in 2010 steeg het aantal overnames door

In India stond het leiderschap van Mahatma Ghandi (1869-1948) centraal. ‘Ik heb daar afgeleiden van Ghandi gezien,’ vertelt Willem enthousiast. ‘Mensen die zich door hem hebben laten inspireren.’

Polderen gebeurt te veel binnen De Haagse Zo vertelden Raj Mohan Gandhi – kleinzoon van Ghandi – en Kiran Bedi – voormalig Directeur-Generaal van de Indiase politie – over de tien principes van Ghandiaans leiderschap. Het zijn volgens Wil-

Deelnemers van de Avicenna WorldClass, met derde van rechts Willem Looije. De man (aan de andere kant van de vlag) die links de vlag vasthoudt is Raj Mohan Gandhi – kleinzoon van Ghandi.

08 • H/LINK

17


Willem Looije

Willem Looije in het centrum van Chennai. Chinese bedrijven in het buitenland met dertig procent. ‘Weinig mensen weten bijvoorbeeld dat de Kruidvat-keten in Chinese handen is,’ vertelt Willem. ‘Kortom, China vertakt zijn wortels in de wereld steeds verder.’ De betekenis van die verschuivende verhoudingen wil Willem nu samenbrengen in een nieuwe BRICminor: een blok van tien weken waarin studenten kennismaken met diverse opkomende economieën. Willem heeft ook ambitie om een tweede (vervolg-) minor te ontwikkelen, zodat de student zich zodanig kan verdiepen dat hij hierin kan afstuderen. Een ander Ghandiaans leiderschapsprincipe is dat je niet moet ‘wachten’. Dat laatste lijkt een open deur, maar: ‘Als je niet oppast ben je het proces enorm aan het vertragen. Ik hou van consensus en iedereen meekrijgen, maar het polderen kan ook

Het is de truc om Ghandiaanse principes altijd, tegelijkertijd in je werk te gebruiken doorslaan. Dat gebeurt binnen De Haagse nog te veel en belemmert de realisering van je ambities. Je moet niet proberen iedereen te vriend te houden.’ Vier verschillende reizen op vier continenten, masterclasses, prominente docenten, verblijfkosten. Al

18

H/LINK • 08

1970 op 17 mei geboren in Den Haag 1986 diploma mavo, Groen van Prinsterercollege te Den Haag 1988 diploma havo, Groen van Prinsterercollege te Den Haag 1988 - 1990 dienstplicht vervult bij de Koninklijke Marine 1992 diploma meao - Informatica, Tinbergen College te Den Haag 1997 diploma bachelor - ICT, De Haagse Hogeschool 1997 docent Sector Informatica - De Haagse Hogeschool, opleiding Informatica en Informatiekunde 1998 Pedagogisch Didactisch getuigschrift, Universiteit van Amsterdam 2001 teammanager - De Haagse Hogeschool, opleiding Bedrijfskundige Informatica 2003 teamleider - De Haagse Hogeschool, Academie voor ICT & Media Zoetermeer 2008 diploma Master of Business Administration, Business School Nederland 2008 directeur Academie voor Management & Human Resources Willem Looije is gehuwd en heeft drie kinderen.

met al kost de masterclass een hoop geld en dat doet de vraag rijzen: is het de investering waard? ‘Dat is een terechte vraag,’ beaamt Willem direct. ‘Het is een vraag die ik mijzelf ook heb gesteld: wat is de “return on investment”? Ik heb daar rondgelopen met in mijn achterhoofd de BRIC-minor. Ik neem materiaal mee, ik neem contacten mee die ons daarmee kunnen helpen. Is allemaal niet te kwantificeren in euro’s, maar ik ben ervan overtuigd dat het bijdraagt aan onderwijs dat we jarenlang succesvol voor onze studenten kunnen verzorgen.’


In de vitrine Overal binnen De Haagse Hogeschool staan vitrinekasten vol spullen, loop je tegen kunst (of kitsch) aan. Wat het is, waar het vandaan komt of van wie die verzameling is, blijft vaak gissen.

Souvenirs uit verre oorden In de lange monotone Strip staat een vitrine met daarin een bonte verzameling van aandenkens. Op het eerste oog allemaal afkomstig uit China. Maar zoals de dichter Cees Crone (1914-1951) al schreef: ‘Niets is wat het lijkt, als je maar goed kijkt’. tekst Christin Zitter • foto’s Mieke Barendse

Studenten die bij Strip 2.62 langs de glazen vitrine met allerlei buitenlandse producten lopen, hebben geen idee waarom die vitrine er eigenlijk staat en of de uitgestalde spulletjes nog een bijzondere betekenis hebben. Reacties lopen uiteen van ‘Misschien zijn het wel souvenirs van een docent’, ‘Misschien wel een aardige Chinese student die allemaal Chinese dingen heeft neergezet’ tot ‘Het moet vast iemand zijn geweest met een culturele achtergrond.’ Op het oog lijken het allemaal Chinese souvenirs, maar wie beter kijkt ziet dat het Chinagehalte eigenlijk meevalt. Maple syrup (ahornsiroop) in een esdoornbladvormige fles – vermoedelijk uit Canada, een houtsnijwerkje uit Bulgarije, een bordje uit Thailand, een blik uit Kenia, maar inderdaad ook Chinese producten als theeservies, porseleinen poppetjes en een aandenken van de Olympische Spelen van 2008 in Beijing. Ook liggen er wat ongebruikte producten, zoals pakken koffie, een jasje en zelfs een leeg houten fotolijstje.

Verderop in de strip zit het secretariaat van International Business and Management Studies. ‘Ja, die hebben wij daar neergezet,’ vertelt administratief medewerker Sharon Zandwijken. ‘Wij krijgen soms souvenirs van buitenlandse studenten, en we hadden geen ruimte in het secretariaat. Dus hebben we ze in een vitrine op de gang neergezet.’ Vooral onder Aziatische exchange students is de etiquette om een kleinigheidje mee te nemen voor een gastheer/vrouw, en nemen soms dus ook iets mee voor een gasthogeschool. Vierdejaarsstudent IBMS Bahija Abubaker Raes kan zich goed voorstellen waarom studenten cadeautjes geven: ‘Ik ben niet naar het buitenland geweest, maar als ik was gegaan had ik zeker wat meegenomen! Mijn ervaring op De Haagse is dat docenten en Sharon van het secretariaat enorm hun best doen om je te helpen en voor je klaar te staan.’ Maar of Sharon wel eens stiekem een cadeautje mee naar huis neemt? ‘Nee hoor, ik zet het gewoon in de vitrine.’

08 • H/LINK

19


Onderzoek

externe

master

competentie betrokken

wijze

instroom

zodat

vorige

daarbij

geldt

Nederlandse

hoger

vanuit Hoger Financieel nodig

bedrijven basis

eisen

gelden

vijf

vier

inzet

Talentontwikkeling

studiesucces mogelijkheden participatie echter

lectoraten laten regionale

ontwikkelingen resultaten gericht belangrijke

een

volgen

kwaliteit belangrijk

taken

samenleving domeinen

planperiode ten

verhogen

special

kennis diversiteit

extra

begin

kennisinstelling

mogelijk

belang

verder

partners

professionele

zien

geworden

bieden

instellingen

onze

professional

niveau

hogeschool willen grote plaats

daarmee

rol

vinden

middel

student

Europese

Hogeschool

beiden

verdere

eerste

medewerkers

stellen

propedeuse

jaren

buitenlandse

relatie

kennissamenleving

relaties

curriculum

verwerven

onderwijs

ontwikkeling programma’s

internationale

vraagstukken beroepspraktijk

waar

vernieuwing

opleidingen

masteropleidingen

samenwerking

interventies

maatschappelijke

zoeken

onze

alle

Haagse

blijven

studenten competenties

hogescholen

geven

maken

docenten

ondersteuning

beleid

komende

goede

gaan

gaat

ambities

professionals uitvoeren Opbrengsten opleiding jaar

realiseren

thema’s

onderzoek programma

zullen

periode

maximale

steeds

regio

grotere

uitbreiding

bevorderen

blijft

overheden moeten

dragen

waarin

uitvoering

hogere

daarvan

aandacht

nieuwe

opleiden

waarop

ontwikkeling vraagt

aantal

Het Hoger Onderwijs Plan is het overkoepelende, centrale beleidsplan van De Haagse Hogeschool. Uiteraard gaat dat vooral over ‘hogeschool’ en ‘studenten’, maar deze word cloud schetst de prioriteiten: hoe groter het woord, hoe vaker het voorkomt.

20

H/LINK • 08


Waarom

onderzoek

onvermijdelijk is

Vraag een gemiddelde hbo-student wat hij weet van onderzoek en er volgt een pijnlijke stilte. Ook bij medewerkers is onderzoek niet erg in trek. ‘Daar zijn we niet van,’ hoor je dan. ‘Hbo is van onderwijs.’ Toch staat onderzoek wel met stip op één in de beleidsplannen van de hogeschool. Sherlock Holmes als rolmodel voor het hbo is onvermijdelijk. Ga maar na. tekst René Rector • beeld Mustafa Özbek

Z

uid-Korea heeft sinds de eeuwwisseling een duidelijke politieke lijn als het gaat om investeren in technologie: het land draait de geldkraan dicht in alle sectoren waar het land niet minstens vijf jaar voorloopt op China. De reden is eenvoudig: China ontwikkelt zo snel, dat technologieën waar Korea geen voorsprong op heeft al snel door de rode reus worden opgegeten. Het heeft voor Korea geen zin te investeren in iets, waarvan China over een paar jaar de winst gaat opstrijken. Nederland is minder rigoureus, maar ambieert volgens de regeringsplannen om bij de top-vijf van kenniseconomieën te horen. De Tweede Kamer was het in 2009 unaniem eens met die ambitie, zo bleek uit een motie. Alleen… die toppositie heeft Nederland nu niet. Nederland moet de felbegeerde toppositie steevast laten gaan naar landen als de Verenigde Staten, Zwitserland en Zweden.

‘Zoals het nu gaat… nee’ Toch heeft Nederland niet veel keus, kun je lezen in bijvoorbeeld de Kennis en Innovatie Agenda (KIA) en in de adviezen van het Adviesraad voor Wetenschaps- en Technologiebeleid. Met ‘we raken onze welvaart kwijt’ schetste Alexander Rinnooij Kan als voorzitter van de KIA-club eerder dit jaar een doemscenario. De onderliggende redenering is ongeveer dat Nederland als productieland al lang niet meer is wat het vroeger was. Produceren doen bedrijven in landen waar de lonen laag zijn: China, Brazilië of India. De dienstensector

draait prima, maar uiteindelijk is die niet self supporting. Waar geïmporteerd wordt, moet ook geëxporteerd worden. En waar kun je nou beter goed in zijn dan in innovatie en technologie? In principe zou Nederland een prima concurrentiepositie kunnen hebben op dat gebied, want het hoger onderwijs is hier op een niveau waar menig land nog een puntje aan kan zuigen. Maar de praktijk is anders. Er gaat verhoudingsgewijs steeds minder geld naar onderwijs en onderzoek, het niveau van het onderwijs gaat omlaag en Nederland zakt eerder weg op de kennisranglijst dan dat ze stijgt. Een commissie onder leiding van oud-minister Cees Veerman onderzocht vorig jaar of het hoger onder-

De Haagse Onderzoeksdagen

Verbinding

tussen onderzoek en onderwijs

13 & 14 april 2011

08 • H/LINK

21


wijs wel in staat is om de mensen af te leveren die die kenniseconomie kunnen vormen. Het oordeel: ‘Zoals het nu gaat… nee.’ Veerman kwam met een paar opmerkelijke aanbevelingen: selecteer de goede studenten, zo nodig aan de poort. Specialiseer, omdat je anders alles maar middelmatig blijft doen. En: doe onderzoek, en dan met name op het hbo. Veerman signaleert dat de groei van het aantal studenten van de laatste tien jaar niet op universiteiten heeft plaatsgevonden, maar vooral op het hbo. Tegelijker-

Ga eerst maar eens kijken welk stukje van de pudding het best is

tijd is het hbo vooral een doorstroomfabriek geworden voor havo en mbo. Het hbo is ‘uit’ bij vwo’ers en het onderwijs op het hbo is vervlakt, terwijl de veranderingen in het werkveld juist een meer kritische blik op de aangeleerde kennis vereisen.

Vergeten toe te passen Staatssecretaris Halbe Zijlstra heeft in een schriftelijke reactie laten weten het rapport ‘te omarmen’. Veerman (en Zijlstra) zien een soort tweedeling voor zich, waarbij wetenschappelijk onderzoek vooral is gericht op fundamentele theoretische vernieuwing, en onderzoek op het hbo vooral moet leiden tot toepassing van wetenschappelijke theorie. Wetenschappers komen meestal niet toe aan toepassingen (zie kader), ook al zijn er talloze pogingen ondernomen om de waarde van maatschappelijk nut bij wetenschappers tussen de oren te krijgen. Het gevolg is dat veel kennis veel minder nuttig is voor de samenleving dan zou kunnen. Het gat tussen wetenschappelijk onderzoek en maatschappelijke toepassing van kennis moet volgens Veerman en Zijlstra gedicht worden door het hbo. Omdat de voetangel niet zit in de kwaliteit van het Nederlandse onderzoek, maar in de toepassing van

Waarom wetenschappers niet van toepassingen houden Wetenschappers zijn niet of nauwelijks geïnteresseerd in toepassing van hun theorieën. De reden daarvoor is eenvoudig: daarop wordt de kwaliteit van hun onderzoek niet gemeten. Onderzoek moet nieuw en origineel zijn – dat is de maatstaf. Hoe goed een wetenschapper is, kun je opzoeken in de Science Citation Index – een ranglijst die telt hoe vaak een wetenschapper wordt aangehaald in onderzoek van anderen. Als op een universiteit een nieuwe hoogleraar wordt benoemd, kijkt de sollicitatiecommissie nog altijd vooral naar zijn wetenschappelijke prestaties en die wordt in toenemende mate afgelezen uit de SCI.

22

H/LINK • 08

kennis in de maatschappij, ligt de grootste uitdaging meteen ook bij het hbo. Dat komt volgens Veerman omdat ‘hogescholen niet kunnen bogen op een lange onderzoekstraditie.’ Dat die rol niet bij universiteiten ligt, komt omdat het probleem een typisch beroepspraktijkprobleem is. Een aardig voorbeeld is het onderzoek naar de Wii-games, door het Lectoraat Revalidatie deels uitbesteed aan studenten (zie pag. 23). Dat je door hersenbeschadiging functies kunt kwijtraken, weten we al honderd jaar. Dat je die functies door bewegingsherhaling voor een deel kunt terugkrijgen, is ook al een poosje geleden wetenschappelijk aangetoond. Maar hoe je de therapie daarvoor op een leuke en uitdagende manier vormgeeft, is zo’n vertaalslag naar de praktijk die wetenschappers niet maakten. Toepasbare kennis dus, maar tot voor kort vergeten toe te passen.

Geen smakelijk eten Het mes snijdt aan twee kanten. De meerwaarde van onderzoek zit ‘m er op deze manier namelijk ook in, dat studenten de vakkennis niet klakkeloos naar binnen laten glijden, maar deze kritisch consumeren: the proof of the pudding is in the eating, waarbij de pudding uit kennis bestaat en het eten toegepast onderzoek is. De gemiddelde hbo’er komt straks immers terecht in een beroepspraktijk waar hij/zij moet omgaan met kennis en innovatie die nog niet compleet is uitontwikkeld. Dat maakt dat behalve genoeg vakkennis de student anno 2011 ook de competenties moet hebben die kennis van alle kanten te toetsen op bruikbaarheid en validiteit. Niks geen smakelijk eten: ga eerst maar eens kijken welk stukje van de pudding het best is. Nu de politieke wind duidelijk uit de onderzoekshoek waait en de ogen hoopvol op het hbo zijn gericht als life line van de kenniseconomie, is het begrijpelijk dat de beleidsplannen niet langer focussen op diversiteit en ‘elk talent telt’. Straks gaat de subsidiekraan naar verwachting juist open op initiatieven die de missing link tussen wetenschappelijke theorie en beroepspraktijk proberen op te vullen.


Onderzoek

H/Link reikt scriptieprijs uit H/Link looft een prijs uit voor het beste, leukste en nieuwswaardigste afstudeeronderzoek. Tussen alle beleidsnota’s over onderzoek aan het hbo zouden we bijna vergeten dat studenten in hun loopbaan ook een keer succesvol een onderzoek moeten afronden. Hun publicatie: de scriptie. tekst René Rector H/Link ging op zoek naar nieuwswaardige scripties en nomineerde zeven stuks voor de eerste H/Link afstudeerprijs. Criteria waar de scriptie aan moest voldoen: nieuwswaardig, minimaal een 8, publiek toegankelijk en recent.

In Link 3 (november): Saskia Roodenburg (European Studies) groef naar de wortels van het probleem van Somalische piraterij. Haar bronstudie volgde het spoor terug naar internationale verhoudingen en Europese bemoeienis.

Genomineerd In Link 1 (september): Monique Peeters (Communication & Multimedia Design) deed internationaal onderzoek naar de informatiebehoeften op winkelwebsites. Baseert een Fransman zijn aankopen op andere criteria dan een Nederlander?

In Link 2 (oktober): Chantal van der Gulik en Antonet van Oijen (Bewegingstechnologie) losten een oud probleem op: ouderen die opstaan uit hun rolstoel, vallen daarbij vaak omdat de rolstoel wegrijdt.

In Link 4 (december): Leonieke Kruims (Bewegingstechnologie) onderzocht of kinderen computergestuurde spellen kunnen spelen en toch voldoende kunnen bewegen. Een computertrapveldje combineert elektro en teamsport.

In Link 5 (januari): Mira Sumanti (Hogere Europese Beroepen Opleiding) zette een experiment op met social media om voor een sportkledingfabrikant een heel nieuwe doelgroep aan te boren: vrouwen. Website en imago waren namelijk ongewenst masculien. In Link 6 (februari): Rick Spiering (Civiele Techniek) deed een uitputtende studie naar de mogelijkheden om een parkeergarage te realiseren op een onmogelijke locatie. Zijn les: alles kan, maar je moet niet alles willen.

In Link 7 (maart): Laura Bos (Sportmanagement) fileerde het sportbeleid bij een middelgrote gemeente. Oppervlakkig leek dat sportbeleid best succesvol, maar Bos bracht aan het licht dat de gemeente de lat ook wel erg laag legt.

De prijs wordt uitgereikt op 14 april. De jury bestaat uit Belinda van der Gaag (docent en journalist), Ruud Ligtvoet (Coördinator HBO-Kennisbank van De Haagse Hogeschool) en Bas Schrijver (persvoorlichter De Haagse Hogeschool).

08 • H/LINK

23


Onderzoek

Hoe wordt

studentenresearch kinderspel? Onderzoek doen, hoe pak je dat het beste aan? Drie studenten Bewegingstechnologie en enthousiaste gamers ondervonden het tijdens hun onderzoek ‘Wii daagt je uit’. De gouden tip: ‘Baken je onderzoek af en heb oog voor je doelgroep.’ tekst Ilse van Beest • beeld Quintin van der Blonk

‘N

ormaliter revalideren patiënten met saaie spieroefeningen. Door de Wii bij revalidatie te gebruiken worden patiënten op een uitdagende manier gemotiveerd om hun oefeningen uit te voeren,’ vertelt derdejaars Nick Kluft. Als student Bewegingstechnologie nam hij in 2009 deel aan een projectgroep. Ze kozen uit het aanbod van hun opleiding voor een opdracht van het centrum Sophia Revalidatie, uitgezet door het Lectoraat Revalidatie van lector Arend de Kloet. De Kloet wil met behulp van de Wii de revalidatie verbeteren van mensen met een niet-aangeboren hersenafwijking. Doordat die spelcomputer bewegen en sociale interactie combineert, leent die zich

Wij zijn zomaar ergens begonnen, terwijl het juist belangrijk is om je doelstellingen voor ogen te hebben uitstekend voor die taak. Het was aan de studenten om de bruikbare games van de Nintendo Wii in kaart te brengen zodat therapeuten gemakkelijk de juiste game bij hun patiënten kunnen voorschrijven. De

24

H/LINK • 08

verschillende games zijn nu door de studenten beoordeeld op het trainen van fysieke, sociale en cognitieve vaardigheden. Wytze van der Zee, ook student Bewegingstechnologie en collega van Nick in de projectgroep: ‘Vooral het sociale zet mensen ertoe aan om te bewegen. Je wint liever een computerspel van je broer dan dat je een bal overgooit met je therapeut.’ Het project was voor Nick en Wytze de eerste kennismaking met onderzoek doen. Een belangrijk punt waar je als onderzoeker op moet letten, is een goede voorbereiding. Nick: ‘Wij waren zomaar ergens begonnen, terwijl het juist belangrijk is om je doelstellingen voor ogen te hebben en je onderzoek af te bakenen.’ Hoewel de studenten voldoende begeleiding hadden, kregen zij nooit eerder les in onderzoek doen. ‘Daarnaast hebben wij niet genoeg rekening gehouden met de perceptie van gebruikers,’ vult Wytze aan. ‘Het spel Mariokart is erg kleurrijk, druk en chaotisch. Dat kan voor mensen die zelf nooit gamen, lastig te verwerken zijn.’ Voor tweedejaarsstudent Ivo van Dijk was het afbakenen van het onderzoek geen punt. Toen hij in


het begin van dit collegejaar aan het vervolgproject begon, was de opdracht een stuk duidelijker. Zijn projectgroep moest de omschrijvingen van de games

Na een tijdje kreeg ik er spierpijn van, zo veel speelde ik het aanvullen. ‘Voor mij was het onderzoek al voorgekauwd. Dat maakte het makkelijker,’ zegt Ivo. Enthousiast ging hij thuis aan de slag met de Nintendo. ‘Het was leuk om studiepunten te verdienen met de Wii. Al kreeg ik er na een tijdje spierpijn van, zo veel speelde ik het.’ Dat was voor Ivo meteen het bewijs dat het trainen van je spieren met de Wii echt werkt. ‘Ik ben ervan overtuigd dat het een goede manier is om te revalideren. Als je het regelmatig doet, boek je zeker resultaat.’ Wat Ivo vooral motiveerde, was het nauw samenwerken met zijn opdrachtgever Sophia Revalidatie. ‘Ik wilde echt iets goeds afleveren,’ licht hij toe.

Als hij en zijn projectgroep het spoor bijster waren, konden zij altijd terecht bij hun begeleidster en hogeschooldocente Monique Berger. Dat heeft ervoor gezorgd dat het project goed werd afgerond. Opgetogen vertelt Ivo: ‘We kregen aan het einde geen staande ovatie, maar het was wel duidelijk dat de opdrachtgever tevreden was.’

Ivo van Dijk (links) nam het onderzoek over van Nick Kluft (midden) en Wytze van der Zee (rechts).

Tips van de drie ervaringsdeskundigen • • • • • •

Als het mogelijk is, zorg er dan voor dat het onderzoek in het verlengde van je eigen interesses ligt. Doe van tevoren deskresearch. Weet wat er speelt bij jouw onderzoeksonderwerp. Maak duidelijke afspraken met je projectgenoten. Maak het persoonlijker: zoek je doelgroep op en ga na wat jouw onderzoek kan betekenen. Baken je onderzoek af, voorkom dat je projectgrenzen overschrijdt. Wees niet bang om terugkoppeling te vragen bij je begeleider of opdrachtgever.

08 • H/LINK

25


Onderzoek

Promoveren als docent aan een hogeschool:

Met je hoofd in de boeken, met je voeten in de praktijk Zeker vier jaar lang tientallen boeken lezen, zwoegen boven lange artikelen en het uiterste vergen van je krakende hersenen. Promoveren is niet voor iedereen weggelegd. Toch gingen docenten Henriëtta Joosten en Jaswina Bihari-Elahi de uitdaging aan. De één met ondersteuning van de hogeschool, de ander praktisch zonder. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

mijn lessen ‘Kwalitatief onderzoek’. Ik laat de studenten nadenken: Wat wil je nu eigenlijk onderzoeken? Wat is onderzoek eigenlijk? Bén je wel echt iets aan het onderzoeken? Ook de kritische ‘ja, maar’ probeer ik in de studenten naar boven te halen. Dat is voor mij de lol van lesgeven: hoe krijg ik ze zover dat ze zelf gaan nadenken? Zo was er laatst een student die zei over een boek dat ik had aanbevolen: ‘Dat heb ik toch helemaal niet nodig?’ Ik was allang blij. Zolang een student maar het gesprek aangaat. Zo kon ik deze student al pratende overtuigen dat het boek wel degelijk ook voor hem interessant was.

Naam: Henriëtta Joosten Leeftijd: 42 jaar Functie: hogeschooldocente bij Bedrijfskundige Informatica (8 uur) Promotieonderzoek gestart in: december 2010 Bij: de Erasmus Universiteit Onderwerp: Hoeveel ‘ja, maar’ kan het hbo aan? Activiteiten naast promoveren: is moeder van een dochter van vijf jaar en verbonden aan het lectoraat ‘Filosofie en Beroepspraktijk’

Mijn voornemen is om elke keer dat ik een artikel schrijf, dit te zien als een hoofdstuk van mijn proefschrift. Ik heb inmiddels heel veel respect gekregen voor mensen die artikelen schrijven. Je moet de stand van zaken weten op het gebied waar je over schrijft, je moet het goed begrijpen, het in je eigen woorden weergeven én er iets nieuws aan toevoegen, een soort ‘ja, maar’ eigenlijk. Daar gaat zoveel tijd in zitten – het is echt zwoegen.

‘I

k ben nog niet zo lang bezig met mijn promotieonderzoek en zie het echt als mijn hobby. Zo moet je promoveren ook wel zien: als je het niet leuk vindt, moet je het niet doen. Als lid van de kenniskring van het lectoraat ‘Filosofie en beroepspraktijk’ besteedde ik al voor mijn promotie één dag in de week aan onderzoek. Inmiddels krijg ik van de hogeschool drie dagen om thuis aan mijn promotieonderzoek te werken en geef ik nog één dag les. Promoveren terwijl je werkt aan een hogeschool is echt een kans. Het allermoeilijkst vond ik het opstellen van mijn onderzoeksvraag. Die ervaring kan ik nu gebruiken in

26

H/LINK • 08

Gelukkig krijg ik veel steun van mijn lector Marli Huijer, die tevens mijn promotor is. Ook de academiedirecteur stemde toe met mijn promotie, terwijl ik van collega’s wel eens hoor dat ze echt moeten leuren. Ik zit in een luxepositie. Het is héérlijk om de tijd te hebben om je intelligentie naar een hoger niveau te tillen. Je kunt bezig zijn met dingen die je inhoudelijk interessant vindt. Er is zoveel om te zien en lezen dat ik zelfs aan het eind van de dag vaak denk ‘Ik wil nog even door’. Maar dan denk ik aan Nietzsche, de schrijver van De Vrolijke Wetenschap. Hij schrijft over geleerden die het leven te serieus nemen en daardoor een gebochelde houding krijgen. Dus al werk ik in het weekend soms door, op woensdagmiddag vind je mij met mijn dochter in de speeltuin.’


‘T

oen ik in 2005 was afgestudeerd in Kunsten Cultuurwetenschappen, kon ik geen baan vinden die aansloot bij mijn opleiding. Ik werkte bij Rijkswaterstaat, maar voelde me intellectueel niet uitgedaagd. Ik besloot een voorstel voor mijn promotieonderzoek naar verschillende universiteiten toe te sturen. Wat promoveren precies inhield? Ik had geen idee. Sterker nog: als iemand mij toen goed had voorgelicht, was ik misschien wel niet begonnen.

Naam: Jaswina Bihari-Elahi Leeftijd: 31 jaar Functie: docente bij Culturele Maatschappelijke Vorming (28 uur) Promotieonderzoek gestart in: 2006 Bij: Universiteit van Tilburg Onderwerp: Cultuurvorming bij Hindoestaanse, Marokkaanse en Nederlandse jongeren via internet Activiteiten naast promoveren: is moeder van een dochter van tien maanden en runt een eigen dansschool, waar ze op zondag de klassieke Indiase dans ‘Kuchipudi’ onderwijst

De reactie kwam van de Universiteit van Tilburg, die net een traject hadden opgestart: de promotiekamer Stichting Vorming Multicultureel Kader. Hier kunnen promovendi die onderzoek doen naar de multiculturele samenleving met elkaar van gedachten wisselen. Dat is een enorme verrijking. Ik ben de eerste in mijn familie die is gaan studeren. Mijn moeder dacht bij Kunst- en Cultuurwetenschappen aan schilderen en was bang dat ik zou eindigen als een arme sloeber. Al snel na de start van mijn promotieonderzoek vond ik een baan waarbij ik met groepen mensen kon werken én mijn liefde voor kunst en cultuur kwijt kon. Voor 24 uur in de week startte ik als docente bij De Haagse Hogeschool. Voor mijn promotieonderzoek kreeg ik geen uren vrij geroosterd, al heb ik het wel aangekaart. Ik denk dat het te maken heeft met dat ik mijn onderzoek in Tilburg al was begonnen. Toen ik vorig jaar zwanger bleek te zijn, zag het ernaar uit dat ik stopte met mijn proefschrift. Van mijn toenmalige teamleider kreeg ik echter de mogelijkheid om onbetaald verlof op te nemen, zodat ik ook voor mijn zwangerschapsverlof al vrij was om nog met mijn promotieonderzoek bezig te zijn. Ik ben blij dat ik nu weer 28 uur lesgeef. Het zou geweldig zijn om fulltime aan mijn proefschrift te kunnen werken, maar dan had ik me niet zo kunnen ontwikkelen als docent. Promoveren en werken aan een hogeschool is de ideale combinatie. Ik help binnen de opleiding nieuwe vakken te ontwikkelen als ‘Kunst, Cultuur &Betekenis’ en ‘Diversiteit & Identiteit’ in het eerste jaar CMV. Ook na mijn promotie wil ik docent blijven. Kennis overdragen werkt bevrijdend en geeft energie en zin aan mijn leven. Het mooie van het hbo is dat het zo dicht bij het werkveld staat. Het is geen gebakken lucht. Iets wetenschappelijks kunnen onderbouwen is belangrijk, maar het gaat er in de realiteit soms tóch anders aan toe.’

Promoveren Wetenschappelijk promoveren kun je doen als je een mastertitel op de universiteit hebt behaald. In vier jaar verdiep je je dan binnen je vakgebied in een onderwerp dat je interesseert, soms in opdracht en soms puur op eigen kracht. Meestal kom je dan ook in dienst bij de universiteit en krijg je begeleiding van een professor, maar zo’n dienstverband is niet noodzakelijk. Begeleiding van een professor overigens wel, omdat alleen professoren mogen bepalen of het onderzoek van voldoende niveau is. Je promotie is de eerste stap richting wetenschappelijke carrière.

Zelf doen? Sinds 2007 ontvangt de hogeschool ‘promotievouchers’: geld dat de HBO-raad beschikbaar stelt voor medewerkers van hogescholen om te kunnen promoveren. Op De Haagse Hogeschool is dit potje in beheer van het Centrum voor Lectoraten en Onderzoek. Wie als docent wil promoveren, volgt een procedure. Het heeft de voorkeur dat de docent al een jaar deel uitmaakt van een kenniskring van een lectoraat. Verder moet de academiedirecteur bereid zijn te investeren in de docent door hem of haar vrij te roosteren. Het gaat hier om een traject van vier jaar, waarin de docent het grootste deel van zijn werkweek zal gaan besteden aan onderzoek. De lector begeleidt de docent inhoudelijk en zoekt samen met hem of haar naar een passende promotor.

08 • H/LINK

27


Onderzoek

Onderzoek en onderwijs verbinden De Onderzoeksdagen hebben als doel medewerkers en studenten van De Haagse meer te betrekken bij het onderzoek dat binnen en buiten de hogeschool plaatsvindt. Maar hoe integreer je als hogeschool eigenlijk onderzoek in het curriculum van een studie? tekst Youri van Vliet • beeld archief Monique Berger en Janneke Sluijs

‘I

k vind dat we als hogeschool sporttechnologie als speerpunt moet nemen,’ vertelt Monique Berger bevlogen. De onderzoekscoördinator voor de Academie voor Sportstudies en het Expertisecentrum Bewegingstechnologie (BT) legt uit: ‘We zijn heel goed in revalidatie en sport en dan heb je een unieke kans om jezelf te profileren. We zitten ook in een cruciale fase want in 2012 begint in het Zuiderpark de bouw van een groot instituut voor beweging en sport, van mbo-opleidingen tot professionele masters. De vraag is: willen we daar aan meedoen?’ Met een klap op de tafel: ‘Daar liggen enorme kansen! Maar het college van Bestuur moet daar wel uitspraken over doen want ze zijn al een tijdje bezig met de profilering van De Haagse Hogeschool.’

Synergie tussen onderzoek en onderwijs. Studenten van BT, IPO, de TU Delft, twee bedrijven en de Basketbalbond werken samen aan een rolstoel voor het Nederlandse basketbalteam, speciaal voor de Olympische Spelen in Londen. Rechts op de foto het prototype.

28

H/LINK • 08


Monique weet waarover ze praat. Al vijf jaar is ze verbonden als onderzoekscoördinator aan het Expertisecentrum BT en sinds anderhalf jaar coördineert ze ook het onderzoek voor de Academie voor Sportstudies. Haar belangrijkste taak: zorgen dat het onderzoek een prominente plek krijgt in het onderwijs. Het is een onderwerp waar Monique tijdens het gesprek soms met opgewonden stem over vertelt: ‘Een mooi voorbeeld van een succesvol onderzoeksproject is het ontwikkelen van een rolstoel voor het Nederlandse basketbalteam, speciaal voor de Olympische Spelen in Londen. Een project waaraan studenten van BT deelnemen, maar ook Industrieel Product Ontwerpen (IPO), de TU Delft, twee bedrijven en de Basketbalbond.’ Bij BT heeft Monique het relatief gemakkelijk omdat daar al een enorme onderzoeksattitude is, en het docententeam heeft een hoog wetenschappelijk gehalte. ‘Bovendien hebben we een mooi expertisecentrum waar we opdrachten kunnen uitvoeren voor het bedrijfsleven.’ Binnen de Academie voor Sportstudies ligt dat echter anders. ‘Bij Sportmanagement is al veel onderzoek verankerd in het curriculum,’ vertelt Monique, maar binnen de Haagse Academie voor Lichamelijke Opvoeding (halo) zit het nog in de beginfase. Dat zijn vooral doeners, maar ook daar moet meer onderzoek komen. Niet alleen omdat Cees (Commisie Veerman, red.) het zegt, maar vooral omdat het voor een gymnastiekleraar belangrijk is om zich af te vragen: werkt deze manier van bewegen en zoniet, waarom niet?’

medeverantwoordelijk voor de totstandkoming van het internationale programma Industrial Design Engineering (IDE). Die opleiding gaat in september van start. ‘De vraag is: leiden we studenten wel goed op voor de praktijk? Wij denken van niet, daarom is IDE ontwikkeld. IDE maakt een vertaalslag van concepten naar producten, maar kijkt ook met een brede en open blik naar wat er in de wereld gebeurt. Waar hebben mensen behoefte aan en hoe kan je als IDE’er dingen creëren om daarop in te spelen.’ Janneke noemt Apple een goed en tegelijk slecht voorbeeld van hoe zij studenten innovatie willen aanleren. ‘Ze hebben de terechte arrogantie om te

Het college moet er wel uitspraken over doen zeggen: “Dit is iets wat je nu altijd al had willen hebben.” Blijkbaar is Apple goed in het vervullen van een latente behoefte, maar wat ik frustrerend vind, is dat ze dat doen zonder gebruikersonderzoek uit te voeren.’ Janneke vindt dat het beter is om in te spelen op hoe de toekomst eruit gaat zien en wat mensen willen. ‘Wij proberen dus het proces in Steve Jobs’ hoofd te faciliteren.’

Een begin om dat bewustzijn op te wekken is onlangs gemaakt. Zo heeft Monique vijf onderzoekslijnen gedefinieerd waar studenten en docenten vanaf dit studiejaar mee aan de slag kunnen. Een voorbeeld van zo’n onderzoekslijn is ‘beweegstimulering’. Het Lectoraat Innovatieve Beweegstimulering en Sport initieert, in samenwerking met studenten, onderzoek om in de gemeente bewegen te stimuleren. Ook loopt er een promotieonderzoek van Frank Jacobs over sport als bindmiddel waarbij studenten betrokken zijn. Monique: ‘Zo proberen we onderzoek binnen het onderwijs op de kaart te zetten.’

Het mooie van IDE vindt Janneke dat de opleiding het niet achter gesloten deuren heeft bedacht, maar samen met studenten, docenten en verschillende bedrijven zoals TNO en Philips. ‘Dat is ook de setting waarin we straks werken. Samen met bedrijven proberen we erachter te komen wat hun probleem is, wat hun werkwijze is en waar de uitdagingen in de toekomst liggen. Bedrijven vinden het geweldig om een middag mee te denken.’ Janneke praat met bedrijven als DAF trucks en Siemens. ‘Het mooie is dat je in een gesprek van twee uur heel goed de werkwijze van dat bedrijf leert kennen. Met de resultaten hopen we straks te kunnen zien waar het bedrijfsleven mee bezig is, en wat er in de onderwijspraktijk gebeurt. De verschillen zijn cruciaal want die moeten vertaald worden naar lesmateriaal voor studenten.’

Dat laatste probeert ook Janneke Sluijs. Zij werkt niet alleen als junior-onderzoeker bij het Lectoraat Kennistransfer in Productinnovatie, maar is bovendien

Van schoolbank naar eindproduct. Janneke Sluijs: ‘Wij proberen het proces in Steve Jobs’ hoofd te faciliteren.’

08 • H/LINK

29


Onderzoek

Gezondheid brengt onderzoek in praktijk De Academie voor Gezondheid is hard op weg hbo-onderzoek een vaste plek te geven. Twee docenten werken sinds 2009 aan het implementeren van onderzoek in het curriculum. ‘Het streven is dat studenten goed onderbouwd en overwogen de beste interventie kunnen kiezen.’ tekst Dieuwke de Boer • beeld Loek Weijts

‘W

e moeten geen universiteitje gaan spelen’ is het veel gehoorde commentaar als het gaat over onderzoek binnen hogescholen. Toen docenten Norbert Huyer en Dorien Voskuil in 2009 de opdracht kregen het onderzoeksbeleid voor de Academie voor Gezondheid vorm te geven, zijn ze daarom eerst gaan kijken: wat is hboonderzoek? ‘Het gaat niet om het genereren van kennis op zich, de kern van hbo-onderzoek is de kwaliteit op de werkvloer verbeteren,’ vat Huyer, docent hbo-v, hun conclusie samen. De twee hoofdlijnen in hun beleid: evidence-based werken en methodologisch verantwoord onderzoek uitvoeren. Veel onderzoeksresultaat komt niet terecht op de werkvloer, constateren Huyer en Voskuil. ‘Studenten moeten daarom leren dat deze onderzoeken bestaan, ze leren lezen, kwaliteit leren herkennen en bepalen

In het eerste jaar geven we ze viereneenhalve vinger. In hogere jaren steeds minder of ze er iets mee kunnen. We hebben vanaf het begin gekozen om deze evidence-based practice aan hbo-

30

H/LINK • 08

onderzoek te koppelen. Het streven is dat studenten goed onderbouwd en overwogen de beste interventie kunnen kiezen.’ Om dit te bereiken besloten de projectleiders dat onderzoek geen apart vak moet zijn, maar geïntegreerd moet worden in het huidige onderwijs. ‘Vanaf de eerste week proberen we studenten te laten zien hoe ze de beschikbare kennis kunnen gebruiken,’ vertelt Huyer. Sinds dit studiejaar is evidence-based practice en onderzoek nadrukkelijker in het propedeusecurriculum verweven. Twee basisvaardigheden die extra aandacht krijgen zijn Engelse taalvaardigheid – de meeste (para)medische onderzoeksliteratuur is in het Engels – en kritisch denken. In de praktijk blijkt dat veel studenten moeite hebben met het lezen van de Engelstalige bronnen. Het zoeken en lezen van Engelstalige onderzoeksartikelen vinden studenten nog lastiger, aldus de docenten. In verschillende lessen wordt daar daarom extra aandacht aan besteed. Voor het kritisch denken zijn aparte lessen toegevoegd, omdat hierin volgens de docenten een spil zit voor onderzoek. Of zoals zij schrijven in hun projectvoorstel: ‘Kritisch denken is de doelgerichte, onafhankelijke analyse en beoordeling van informatie. Kritisch denken is een basisvoorwaarde voor


een onderzoekende houding. Het is een vereiste voor het uitvoeren van onderzoek en evidence-based practice, maar het helpt studenten ook om beter te leren.’ Voskuil en Huyer vroegen stichting Kritisch Denken om lesmateriaal voor te bereiden en docenten een training te geven. Inmiddels zijn 25 docenten ingewijd in de materie en zijn de eerste lessen gegeven. ‘De reacties van zowel studenten als docenten zijn positief. Al zeggen docenten ook dat de lessen Kritisch Denken wel veel voorbereidingstijd kosten,’ vertelt Voskuil, zelf docente Voeding & Diëtetiek. In de lessen werken studenten met het programma Rationale, waarmee je onder meer redeneerschema’s kunt visualiseren. ‘Het is mooie is dat de onderwijsmethodiek en software het leuk maken,’ vindt Huyer. ‘Studenten vinden het leuk om inzicht te krijgen door zelf de schema’s op te bouwen.’

Uiteindelijk koppelen docenten evidence-based practice en kritisch denken aan hele praktische opdrachten. ‘Als je vanaf het begin een behandelplan evidence-based moet onderbouwen, dan raak je daaraan gewend,’ meent Huyer, die zo een paar opdrachten uit zijn opleiding hbo-v oplepelt. ‘We proberen met aansprekende voorbeelden te werken. Wat doe je bijvoorbeeld als GGD-verpleegkundige als een man waarbij chlamydia is geconstateerd dat niet aan zijn partner wil vertellen? Studenten bekijken daar een reportage over van Netwerk, ze krijgen de uitslagen van een grootschalig onderzoek van het Expertisecentrum SOA Aids en een uitgebreide casuïstiek. Dan kom je erachter dat je eerste idee soms niet het beste idee is. Of neem pijnmeting bij kinderen. Als verpleegkundige moet je dan goed observeren, omdat kinderen nog niet goed kunnen

08 • H/LINK

31


vertellen waar zij wat voor pijn hebben. Dan krijgen studenten een casus en laat je hen verschillende meetinstrumenten zien met de vraag “Welke zou je kiezen? En wat zou je doen volgens de richtlijn Postoperatieve pijnbehandeling?”’ Vanaf komend collegejaar is onderzoek ook in het curriculum van de hoofdfase geïmplementeerd. ‘In het tweede, derde jaar gaan studenten ook met onderzoeksvaardigheden aan de slag,’ vertelt Huyer. ‘En de richtlijn blijft evidence-based werken. In het eerste jaar geef je ze daarbij viereneenhalve vinger en daarmee gaan ze aan de slag. In hogere jaren geven we ze steeds minder vingers en moeten ze meer zelf uitzoeken.’ De volgende stap is om samenwerking met de praktijk en lectoraten vorm te geven. Daar moeten de onderzoeksvragen uiteindelijk vandaan komen. ‘De lectoren staan erg open voor samenwerking, Daarmee creëer je iets gemeenschappelijks. Maar ook met Haga en MCH (Haagse ziekenhuizen, red.) kijken we wat we voor elkaar kunnen betekenen,’ vertelt Huyer. ‘We hebben een rijtje instellingen en lectoraten die het zien zitten. We moeten nu kijken hoe we het gaan

Wat doe je als een man met chlamydia dat niet aan zijn partner wil vertellen?’

Why

research is inevitable Ask the average University of Applied Sciences (Hoger Beroepsonderwijs or HBO) student what they know about research and you will likely encounter a painful silence. At the same time, research is not a popular topic with staff either. Nevertheless, It has been highlighted as top priority in The Hague University’s policy plans. Research is inevitable. story René Rector • illustration Mustafa Özbek

invullen. Je moet daarbij wel goed achter het stuur blijven zitten en weten wat je te bieden hebt. Het concreet maken: in die periode hebben we zoveel derdejaars die dit en dat kunnen.’ Voskuil vult aan: ‘Het moet niet zo zijn dat studenten alleen maar data gaan intikken. Er moet voor allebei iets in zitten. De opdrachten moeten aansluiten bij de competenties die we willen aanleren.’ Voskuil en Huyer zien uit naar het verzilveren van die samenwerking, al hebben ze nog wel wat vragen. ‘Hoe zien contracten in zo’n samenwerking eruit? En hoe gaat het formeel met subsidieaanvragen binnen de hogeschool?’ vraagt Huyer zich hardop af. Maar met die vragen lopen ze vooruit op hun initiële opdracht: een voorstel doen voor onderzoek in het onderwijscurriculum. Al zijn de bevlogen docenten duidelijk niet van plan om het hierbij te laten. ‘Mijn motivatie om hiermee bezig te zijn, is het niveau van afstuderen te verbeteren en betere beroepsprofessionals te maken,’ besluit Voskuil.

32

H/LINK • 08

I

t is not so much a question of if, but a question of when the Universities of Applied Sciences should get to work on research. The Netherlands has the ambition, according to government plans, to be one of the top 5 knowledge economies in the world. However, the country is not close enough to that goal yet. Countries like the United States, Switzerland and Sweden are doing much better. It would seem that the Netherlands does not have much of a choice, if you take a look at, for example, the Knowledge and Innovation Agenda (Kennis en Innovatie Agenda or KIA) put forward by a national coalition, or the advice given by the Advisory Council for Science and Technology Policy (AWT). The Netherlands is not what it used to be in terms of manufacturing, as companies tend to do their


Research policy

teachers

program development

years

new

business colleges plan learning

knowledge

planning

educational University

contribute

research partners

study

increase Masters

offer

quality income policy

internationalization

students number

regional many

student

higher

year

European

training

society Hague master first

major

one

academic

expertise

continue

Education College

work

groups

professional programs collegeimportant also

It is an approach with multiple rewards. The added value of research also comes from having students

high

institutions

participation

The gap between scientific research and the application of knowledge in society should, according to Veerman and Zijlstra, be bridged by the Universities of Applied Sciences. The fact that this role is not filled by the academic universities is due to a typical problem related to different professional approaches. A great example of this is a recent study of The Hague University looking into a successful Wii games based therapy, that was partially sub-contracted to students by The Hague University’s Rehabilitation Research Group. We have known from scientific research for over hundred years that brain damage causes a loss of important functions, but looking into a fun and challenging way to offer therapies for such conditions is a jump from theory to practice that scientists have never made.

level

opportunities

Last year a commission led by former Cabinet Minister Cees Veerman investigated whether or not higher education was equipped to deliver professionals capable of bringing the Dutch knowledge economy to a more competitive position. Their judgement was that ‘the way things are going, the answer is no.’ Veerman made, among other suggestions, the following recommendation: do more research, especially at the HBO level. Deputy Education Minister Halbe Zijlstra has said he ‘embraces’ the report’s conclusions. Veerman and Zijlstra envision a divide here between scientific university research that is primarily aimed at fundamental theoretical development, and HBO research that should, in general, lead to the practical application of theory.

use

period international

financial

education

production in countries where the wages are lower and the service sector is not self-sustaining. Where there are imports, there should also be exports, and what could be better to be good at than innovation and technology? The reality is, however, that the Netherlands is falling behind.

region success

way

coming

university activities

domains

professionals

want issues

act as critical consumers of knowledge. The average HBO students will soon find themself in a profession where he or she will have to deal with ideas and innovations that are not completely developed. That means that, alongside knowledge of their field, students in the year 2011 must also have the ability to evaluate information and knowledge based on utility and validity.

The Higher Education Plan is a coordinated, central policy plan for The Hague University. Naturally, it is primarily focused on the ‘University’ and ‘students’ but this word cloud provides an overview of the priorities.

Now that political forces are setting a course towards more research, and optimistic eyes are seeing the Universities of Applied Science as a lifeline for the knowledge economy, it is to be expected that funding and subsidies will open up, especially for initiatives aimed at creating that missing link between scientific theory and professional practice.

08 • H/LINK

33


Research

Students’ research helps turn liquid into powder In relation to the Research Days at The Hague University on the 13th and 14th of April, two Process and Food Technology students share their research experiences. ‘The experiments in the lab are the most challenging part.’ story Enitsa Gabrovska • photo Mieke Barendse

Making cheese and ice-cream were some of the first experiences in practical lab research for Shan Shan Zhou (23) and Qin Lu (22). Both students are in their third year Process and Food Technology and come from China. They recently embarked on a brand new research journey. NIZO (a food research center) in collaboration with The Hague University assigned a very technical task to the young

34

H/LINK • 08

analysts; turning liquids into powder, for example, milk, olive oil or caramel powder. The task is to create a digital tool, similar to Excel, which automatically makes the connection between different components of the devices used, and gives solutions for the clients. It sounds complicated but Shan Shan and Qin are very excited. In every block


Unusual Dutch they do projects which are always assigned by real companies. Shan Shan explains: ‘For example we cooperated with Heineken in their waste water purification project. We had a project with Campina as well.’ When asked how they feel about the research they are conducting, Shan Shan confesses: ‘From the very beginning of this course, you can gradually evolve your research skills, because you are involved in a hands-on research project every block. However, technical research is quite different from academic research. Business students, for example, can do some literature research. We on the other hand have to verify literature research and for that, we need to conduct some experiments, which is the most challenging thing.’ Naturally, problems with the current task are far from absent. While the girls wanted to solve the issues in purely mathematical ways, the company required them to use software. However, using these types of software is not part of their curriculum. Shan Shan says: ‘So we need to study the programme from the beginning, and that is a lot more work.’ Asked if they will be able to handle it, they both smile: ‘We shall try.’

Conducting experiments is the most challenging Both girls agree that what they are doing here will help them a lot with their future careers in China. Qin says: ‘We could become food engineers. This means handling machines in a food factory and overseeing the steps in the process of making products.’ Shan Shan is not sure what she wants to become. ‘Maybe I would like to produce milk. China is suffering from serious problems with milk powder for babies. The government has a minimum standard for the protein percentage but, probably because of the cost, milk producers add illegal ingredients which are bad for the babies.’ That explains why Shan Shan’s favourite part of the project is to analyze the data: ‘I can apply it in real life, and the programme we are using is really important. If you are job-hunting, companies often specify that they need students with knowledge of this programme.’ Qin adds: ‘With the new software we can learn a lot because we have never done that before.’ Even though sometimes they are left to their own devices, Shan Shan and Qin are eager to learn. Their study gives them the opportunities and guides them through the process but it is their personal enthusiasm that is the engine behind the research experience.

Ever wondered how weird, funny or just how unusual things work in the Netherlands? Why the Dutch: eat bread for lunch, almost never use their curtains or simply why Holland and the Netherlands are not synonymous? H/Link discusses these so called ‘strange’ Dutch customs in this column.

A birthday party in orange story Enitsa Gabrovska • photo Stijn Bokhove Put on some orange! Salute the Queen! Sell what you can! Get the party going! These are the points on the to-do list for the most popularly celebrated Dutch holiday – Queen’s Day. Every year on April 30th the country transforms into an orange heaven and goes crazy. The event attracts nearly a million people in Amsterdam alone. But how did it all start? The holiday, in Dutch called ‘Koninginnedag’, has been celebrated on Queen Juliana’s birthday, April 30th, since 1949 when she ascended the throne. When the current Queen Beatrix stepped on the throne in 1980, she decided to keep the date. Among the traditions of the day is the open-air flea market where people put out their old household things and sell them very cheap. The Queen also participates in the celebrations by visiting a certain city. Elianey Kegel (20), an International Law student from The Netherlands, thinks that it is an important day for the Dutch. ‘My favourite part of the day is the dressing up, and seeing people dressed in orange everywhere, having a great time!’ The biggest party is, of course, in Amsterdam where one of the highlights is the crowded boats along the canals with hundreds of beer-drinking, dancing people. Petar Panayotov (21), a secondyear International Law student from Bulgaria, describes the day: ‘From people dancing on the tram stops to wicked street performers on basically every corner, and finishing with the strange trading of unnecessary stuff by the ordinary citizens.’ He then adds: ‘I celebrate this day as every other Dutch person - no laws, no responsibility - even just for a day. God save the Queen!’

What to wear

þ Orange glasses þ P lastic crowns or wigs þ O range bolero’s þ D utch flag painted on your cheek

Ever been surprised by the Dutch way of doing things? Send us your observations and H/Link will try to enlighten you in a forthcoming issue. Please feel free to send an e-mail to link@hhs.nl 08 • H/LINK

35


Juweeltjes Wat is nieuw en de moeite waard? En welke juweeltjes heb je tot nu toe gemist? Voor ‘nieuwe juweeltjes’ kijk je rechts. De verborgen schatten zijn deze maand van Daniel Schaap, derdejaarsstudent Communicatie & Multimedia Design.

Daniel Schaap houdt dankzij zijn studie Communicatie & Multimedia Design weinig tijd over, maar in zijn vrije tijd speelt hij graag games. Vooral het leeraspect van games vindt hij interessant. ‘In spelletjes zit meer diepgang dan mensen denken.’ tekst Christin Zitter • beeld Mieke Barendse

Leren van role playing games

Genre: Role playing game Platform: Playstation 2, PSP, Game Boy Advance, Nintendo DS, Nintendo 3DS, mobiele telefoon

Mijn favoriete game wisselt steeds, maar over het algemeen houd ik van rpg’s, oftewel role playing games. Op dit moment ben ik helemaal fan van Kingdom Hearts, ook een rpg. Het is een combinatie van karakters en werelden van Disney en karakters uit Final Fantasy, een andere game. Je kruipt in de huid van het karakter Sora, die zijn vrienden kwijtraakt wanneer de kwaadaardige Heartless zijn wereld overnemen. Met zijn wapen ‘keyblade’ reist hij naar verschillende Disneywerelden waar hij tegen de slechteriken vecht en de harten van de werelden met zijn keyblade sluit om ze zo te beschermen tegen de Heartless. Ik vind Kingdom Hearts met name zo goed doordat de Disney-elementen en de rpg-elementen zó goed in elkaar overgaan dat dit het verhaal niet in de weg

zit. Het allerbelangrijkste waarom ik eigenlijk zo enthousiast ben over rpg’s is omdat er bepaalde leerelementen in zitten. Je ontwikkelt je analytisch vermogen en je leert strategisch denken. Met de rpg World of Warcraft leer je bijvoorbeeld hoe je met geld om moet gaan en ontwikkel je je management skills. Ik heb een keer een team van veertig man moeten leiden via teamspeak, en het is vrij moeilijk om mensen te motiveren om zich echt in te zetten voor hetzelfde doel. In het bedrijfsleven doe je daar uiteindelijk echt je voordeel mee. Ook in spelletjes als Farmville zit meer diepgang dan mensen denken. Je wordt namelijk geactiveerd om onder andere te leren onderhandelen. Games zijn tegenwoordig totaal niet meer oppervlakkig.

Creatief zijn met Dungeons and Dragons

Genre: Fantasy role playing game

36

H/LINK • 08

Wat ik ook leuk om te doen vind is Dungeons and Dragons. Dungeons and Dragons is een soort gezelschapsspel – een rpg dat alleen níet op een computer wordt gespeeld. Je hebt niet meer nodig dan een groepje mensen, regelboeken, pen en papier. Een persoon functioneert als ‘Dungeon Master’ en de rest speelt in een team samen. De Dungeon Master bedenkt een verhaal, een locatie en welke mensen en monsters je tegenkomt. Daarmee creëert hij een denkbeeldige wereld waarin het spel zich afspeelt. Hij schept scenario’s waarop spelers moeten reageren. Hun reactie kan weer verschillende scenario’s hebben als gevolg. Een simpel voorbeeld van een scenario is dat je een gang hebt met twee afslagen, maar er staat bijvoorbeeld een ork voor. Dan moet je met je team tactisch besluiten wat je gaat doen. Je

kan besluiten om met hem te praten, maar je kan ook besluiten om meteen je zwaard te trekken. De Dungeon Master bedenkt dan wat voor effect dat besluit heeft. Hoe een monster reageert, staat beschreven in regelboeken. Een verhaal kan in een avondje worden uitgespeeld, maar kan ook meerdere avonden en zelfs jaren duren. De Dungeon Master bepaalt wanneer het verhaal afgelopen is. Hoewel je wel dood kan gaan in het spel, gaat het spel niet om winnen of om de beste te zijn. Het is gewoon een heel sociaal spel en je speelt echt met je team. Er komt veel creativiteit bij kijken voor de spelers, maar ook voor de spelleider die het verhaal zonder visuele hulpmiddelen duidelijk moet kunnen maken. Eigenlijk is Dungeons and Dragons net zoals World of Warcraft, maar dan zonder de beelden.


Voor op een donkere regenachtige dag De aangrijpende, depressieve film NEDS (staat voor: Niet-Educatieve Dissidenten) situeert regisseur en schrijver Peter Mullan rond de aanslag op zijn alcoholische vader in zijn jeugd en zijn deelname aan een straatbende. De gewelddadige scènes en realistische gebeurtenissen maken het een film die je tot nadenken aanzet. De in Glasgow wonende John McGill wordt al op zijn eerste middelbareschooldag door een bendelid ingepeperd dat zijn middelbareschooltijd zuur gaat worden. Zijn achtergrond, het Engelse arbeidersmilieu, zorgt voor weinig waardering. Op hulp vanuit zijn omgeving hoeft hij ook niet te rekenen, waardoor hij zelf zijn broek maar moet ophouden. Hoewel John prima kan leren, zijn zijn alcoholistische vader en zijn broer Benny (die een hoge functie in een straatbende heeft) een moeilijk te negeren stimulans om ook zelf het slechte pad op te gaan. Doordat John ook nog eens in aanraking met de Young Car-D bende komt, doet de chemie verder haar werk en raakt hij ontspoord. Eenmaal in de verkeerde wereld beland raakt John steeds verder geïntegreerd in

tekst Paul van Leeuwen

de bende, compleet met steekpartijen en bedreigingen tegen een rivaliserende bende. Van een stil ventje verandert John in een mondig persoon die zo laag zakt, dat zelfs zijn bendeleden zijn wandaden te ver vinden gaan. Filmisch is NEDS typerend voor het misdaadin-de-buurt-genre. Geen mooie overzichtshots, maar grauwe beelden en een beperkt aantal filmlocaties… het komt benauwend over. Het verhaal speelt zich af in de jaren zeventig – de tijd waarin de regisseur zelf in de problemen kwam. De seventiessfeer van de verarmde Engelse arbeidersbuurten wordt goed ondersteund door docenten die met zwepen slaan en passende muziek. En

NEDS Genre: drama Vanaf 28 April in de bios.



hoewel John niet bepaald een lieverdje is, zorgen de ellende en het geweld ervoor dat je toch met hem meeleeft en de film je pakt. Al met al is het geen ontspannen-met-een-bak-chips-op-de-bank avondfilm voor het grote publiek, maar Engelse rauwkost waar je voor moet gaan zitten op een regenachtige dag.

Meer weten?

Vrolijke Zumba-muziek voor onder de parasol Het nieuwe album Una y otra vez van Sergent Garcia geeft een vrolijke en energieke mix van Creoolse, Spaans- en Franstalige zomerliedjes. Het is een prima album bij warme middagen in de paleistuin of op het Scheveningse strand, uiteraard aangevuld met een bijpassend drankje mét parasolletje. Aan de stijl van het album is duidelijk te horen dat Sergent Garcia vroeger heeft samengewerkt met Manu Chao, bekend van Me gustas tu. Verder heeft deze Fransoos met Spaans bloed zijn inspiratie opgedaan door Zuid-Amerika af reizen. Wat dat oplevert is een energiek maar laid back en tropisch geluid. De verschillende genres latin, salsa, reggae, ska, rock, punk en hiphop zijn alle terug te horen op dit album. Deze steeds populairder wordende mengelmoes wordt ook wel aangeduid als Mestizo. Veel van de nummers op dit album zijn energiek en bruisend genoeg om rechtstreeks opgenomen te worden in een Zumba workout. ‘Yo soy Salsamuffin’ en ‘Mi son mi friend’ bijvoorbeeld hebben opzwepende en dansbare ritmes en aanstekelijke melodieën die je met slechte Spaanse uitspraak mee doen zingen.

tekst Ilse van Beest

Aan instrumenten komt dit album niets tekort. Er wordt onder andere gebruik gemaakt van gitaar, basgitaar, percussie, trompetten, trombone, accordeon en piano. Dit rijke geluid wordt nog eens aangevuld door diverse zangers. Als kers op de taart is er in een aantal nummers ook een klarinet te horen, in ‘Visito de agua’ bijvoorbeeld. De klarinettist geeft het album iets meer melancholie dan je normaliter van Mestizo gewend bent. De sergeant slaat de plank mis bij het nummer ‘En mi mochila’ waarin een woodblock de grootste rol heeft. Het zenuwslopende ritme wordt aangevuld met a-melodieuze zang en gaat viereneenhalve minuut lang door. Helaas bieden de nummers hierna geen troost, Garcia heeft namelijk niet het beste voor het laatst bewaard. Tegen het einde van de cd begint het dan ook wat te vervelen. Toevalligerwijs wordt dit gevoel uitgedrukt in het een na laatste nummer: ‘Acho Bai Bai’. Hoewel het vast meer als politiek statement bedoeld is, wordt er voortdurend ‘I want some change’ gezongen. Precies wat je voelt na het horen van deze cd.

Una y otra vez van Sergent Garcia Genre: Mestizo (van alles wat) 13 nummers

 Meer weten?

08 • H/LINK

37


Gras van de buren Hoger onderwijs saai? Aan opmerkelijke gebeurtenissen geen gebrek. H/Link verzamelt ze voor je.

‘Dear donor, thank you so much!’ Een anonieme weldoener heeft Wageningen Universiteit 3,2 miljoen euro geschonken voor malaria-onderzoek in Afrika. Het is de grootste particuliere gift in de geschiedenis van de instelling. Collegevoorzitter Aalt Dijkhuizen twitterde: ‘Got the biggest private donation in our history: 3.2 m euros. To be spent on our malaria research in Africa. Dear donor, thank you so much!!’ Wageningen Universiteit heeft net als andere Nederlandse universiteiten verschillende

fondsen waarin donaties van particulieren – bijvoorbeeld alumni – en organisaties terechtkomen. Uit de fondsen worden onder andere buitengewoon hoogleraren gefinancierd en studiebeurzen aan getalenteerde studenten uit ontwikkelingslanden.

Tentamen moet over na spieken De Brabantse Avans Hogeschool neemt het zekere voor het onzekere. Na klachten van studenten dat er gespiekt zou zijn bij een tentamen, moeten alle deelne-

mers dit overdoen. De regels voor tussentijdse toetsen zijn aangescherpt. Studenten International Business & Management Studies hadden bij de examencommissie geklaagd dat er was afgekeken tijdens twee deeltentamens budgeting. Sommige studenten zouden zelfs met hun mobieltjes foto’s van de toets hebben doorgestuurd naar medestudenten, meldt hogeschoolblad Punt. Omdat de studenten niet op heterdaad zijn betrapt, moet iedereen de tentamens opnieuw maken.

TU-studenten raden voor een i-Pod De bibliotheek van de Technische Universiteit Delft heeft een bijzondere manier gevonden om haar erfgoedcollectie in de spotlight te zetten. Voor de ingang van de bibliotheek is een mysterieus object uit de collectie geplaatst en studenten worden opgeroepen om te raden wat het is. Het meest originele en best wetenschappelijk onderbouwde antwoord wint een i-Pod. De bibliotheek zette al eerder een voorwerp in de hal; dit object bleek een

Onder de hamer I n Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding.

Vier studenten van de Academie voor Accounting en Financial Management stellen dat zij onterecht verdacht worden van fraude tijdens een tentamen.

Laten spieken is ook fraude tekst Sabrina Danker

surveillant slechts een vermoeden van fraude heeft geuit en dat hier geen bewijs voor is. Zij zijn van mening dat de streekproef onvoldoende statistisch materiaal aanlevert om deze beschuldiging te staven.

De feiten Tijdens het maken van het tentamen Belastingrecht, eind november 2010, vermoedt een surveillant dat vier studenten naar elkaar seinen. Hij onderschept niets concreets, maar stelt vast dat de antwoordkaarten dusdanig gepositioneerd zijn dat spieken eenvoudig wordt. Hij laat hiervan een proces-verbaal opmaken.

De tegenargumenten De verweerster geeft aan dat de opleiding zorgvuldig onderzoek heeft verricht naar de vermeende fraude, en dat zij de studenten in de gelegenheid heeft gesteld zich te verweren.

De uitspraak Er volgt een steekproef, waaruit de antwoorden van de vier studenten identiek bleken, terwijl deze voor slechts 67 procent overeen kwamen met andere studenten. De studenten kregen de gelegenheid zich hiertegen te verdedigen. De opleiding concludeert: fraude. De tentamens werden ongeldig verklaard, er was geen recht op herkansing en er werd een aantekening gemaakt in het dossier van de studenten.

In artikel 1 van de Frauderegeling staat een definitie van fraude en plagiaat gedefinieerd. Het betrapt worden op afkijken of het ter beschikking stellen van het eigen werk voor een medestudent wordt hierin aangemerkt als fraude, ook als dit naderhand wordt vastgesteld. De opleiding heeft voldoende inspanning verricht om middels een onderzoek de fraude evengoed aan te tonen. Het College verklaart het beroep van de studenten hierdoor ongegrond.

De argumenten

Niet eens met een beslissing van de Examencommissie? Je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.

In hun beroepsschriften stellen de studenten dat zij zich niet aan fraude schuldig hebben gemaakt. Tevens geven zij aan dat de

38

H/LINK • 08


In de lift Rindert Reitsema is vijfdejaars student Communicatie. In de lift pikt hij op wat er leeft op De Haagse Hogeschool.

oude retroreflector van een landmeter te zijn. Het huidige object doet sommige studenten nog het meest denken aan een Kiwi-vogel.

DUO-medewerkers hebben niets te vrezen Omdat ze naar een hoger gebouw verhuizen, kregen medewerkers van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) een cursus aangeboden om hun hoogtevrees te overwinnen. Dit tot ongenoegen van de PVV, die hierover schriftelijke vragen aan OCW-minister Marja van Bijsterveldt stelde. De verhuizing behelst een hoogteverschil van welgeteld tien verdiepingen: van een pand met veertien etages, gaan de medewerkers nu naar een pand met vierentwintig verdiepingen. Daarop besloot DUO haar medewerkers een hoogtevreescursus aan te bieden. Tien van de tweeduizend medewerkers maakten gebruik van het aanbod.

Grappenmaker krijgt schrik van zijn leven

Colofon

Steven Büter, een student Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente, dacht een leuke 1-aprilgrap uit te halen met zijn vader, maar kwam bedrogen uit. Hij besloot een inbraak te

ensceneren bij zijn vader thuis, maar verkondigde dit nogal luid in de kroeg. ’s Nachts haalde hij allerlei waardevolle spullen uit huis en zette deze buiten neer. Toen hij de spullen een paar uur later echter weer binnen wilde halen, waren ze verdwenen. Pas om half vier ’s middags verscheen een Saxion-student en vriend van Steven met de buit. Terugkijkend vindt ook de vader van Steven het een geslaagde grap.

Tweet kost student stageplek Een student van het ROC Mondriaan is per direct ontslagen wegens het posten van een nogal onhandige tweet over zijn stageadres. De student twitterde dat hij blij was dat zijn stage er bijna op zat en wenste het bedrijf een ernstige ziekte toe. Een medewerker van de marketingafdeling van het bedrijf merkte de tweet op, waarna de student meteen de laan uit werd gestuurd. De student had zijn stage er bijna opzitten. Het ROC waarschuwt studenten via het eigen twitter-account: ‘Student weggestuurd van stage wegens “domme” privé-tweet over stage/bedrijf. Let op: twitter is geen sms/ping, iedereen kan meelezen!’

H/Link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst Communicatie & Marketing van De Haagse Hogeschool. • Redactieadres Locatie: Ovaal 1.06/1.08 • Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag  •  e: hlink@hhs.nl  •  f: 070 445 7554  •  i: http://link.hhs.nl • Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814), Youri van Vliet (070 445 8796), Stagiair (vacant) • Studentredacteuren Ilse van Beest, Sabrina Danker, Paul Eg, Enitsa Gabrovska, Laura van Ginkel, Paul van Leeuwen, Lara Lindeman, Renée Meulman, Mariska van der Palm, Rindert Reitsma, Anke Viersma, Christin Zitter • Medewerker Dave van Ginhoven • Strips Sam Peeters, Margreet de Heer • Beeld Mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Kim Eijkelhof, Bas Kijzers, Loek Weijts • Vormgeving Mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk OBT bv, Den Haag • Advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn  •  Postbus 4130, 1620 HC Hoorn  •  e: info@bureaunassau.nl  •  t: 020 – 623 0905  •  f: 020 – 639 0846  •  i: www. bureaunassau.nl  ISSN 2210-7983  H/Link is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) • Copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen.  Copyright HOP: Hoger Onderwijs Persbureau, Leiden.  H/Link verschijnt maandelijks. Het volgende nummer komt uit op 16 mei.

Op kamers Voor wie hem gemist had; in de vorige Link stond een erg leuke fotowedstrijd. De opdracht was om je studentenkamer te laten zien. De beste foto krijgt wat geld, wat inderdaad de enige manier is om studenten te motiveren iets te doen (weet ook Halbe Zijlstra). De foto’s waren zoals verwacht kon worden en erg beeldbevestigend. Keukens met afwas tot aan het plafond, afval overal en op de vloer losliggende tapijttegels of je complete klerenkast. Kortom, het beeld dat iedereen heeft van het ‘op kamers’ wonen. Op kamers wonen is eigenlijk een beetje zoals Apple-producten. Of je vindt het geweldig, of niet. Ergens is dit jammer, het kan je namelijk weerhouden van een geweldige ervaring. Vroeger stond ik net zo tegenover het op kamers wonen als tegenover Apple. Niks voor mij. Waarom zou ik de wc delen met vreemden? Of iTunes gebruiken om muziek op mijn mp3-speler te krijgen? Laat staan andermans troep in de keuken opruimen? Nee, bedankt. Zo hoor je ook andere studenten praten: ‘Als ik op mezelf ga wonen, wil ik niet andermans haren in het doucheputje vinden’, antwoordt ene Mark op mijn vraag waarom hij niet op kamers wil. Hij heeft natuurlijk ook gelijk. Niemand wil die verdacht krullende haren uit het putje halen, niemand wil eerst een berg borden aan de kant schuiven om zijn handen te kunnen wassen. Ook ik niet. Sinds ik noodgedwongen op kamers woon, ben ik echter van gedachten veranderd. Misschien is het de lichtelijk contactgestoorde LARPer (google maar). Misschien wel het geniaal grappige, gebrekkige Engels van mijn Italiaanse ganggenoot die banden met de maffia heeft. Of misschien is het wel de jongen die overal in de stad huizen wil beklimmen. Punt is, zonder op kamers te zijn gegaan, had ik deze mensen nooit ontmoet, en was mijn leven een stukje minder kleurrijk geweest. Wat mij bij het punt van vandaag brengt. Twijfelaars en iedereen die hetzelfde denkt als Mark; twijfel niet langer en ga lekker op kamers. Je zult ervaren hoe je het beste een pannenkoekengevecht wint, hoe je een biertje op de meest rare manieren opent (cd’s, pannen of gewoon een stuk karton), maar bovenal, je zult ervaren wat vrijheid is. De ervaring zal alle haren, afwas en rotzooi dubbel en dwars waard zijn. Ik ben zeer blij dat ik van gedachten veranderd ben. Wie weet, misschien, heel misschien, koop ik ooit nog wel eens een iPhone en blijkt het de beste aankoop uit mijn leven te zijn.

tekst Rindert Reitsma beeld Mieke Barendse

08 • H/LINK

39


Het saaie college Agenda highlights

Sudoku

Rock The Hague

2

12, 13 en 22 april, 20.00 tot 23.00 uur • Paardcafé, Prinsegracht 10, Den Haag Studentenbands uit de regio Den Haag spelen hun eigen nummers tijdens deze nieuwe bandjeswedstrijd van Acku. Per voorronde gaan twee bands of artiesten door naar de finale op de 22ste, waarin de overgebleven vier bandjes het tegen elkaar mogen opnemen. De band die door de jury en het publiek als winnaar gekozen wordt, mag tijdens de centrale introductie van Den Haag optreden. Toegang gratis.

3

1 9 9

1

H/LINK • 08

7 6 3

13 mei vanaf 13.00 uur • Aula hoofdvestiging HHs

40

4

4

Symposium Next Next stelt de vraag wat sociale media kunnen betekenen voor de verbetering van de sociale kwaliteit van wijken. Media kunnen activiteiten faciliteren en inspireren. Bewoners geven eigen passies en ideeën vorm wanneer ze media inzetten om hun sociale contacten in de buurt te verbeteren. Maar er is meer. Het professioneel inzetten van het sociale gebruik van ICT kan identiteit, empowerment en netwerken in buurten en wijken versterken. Het symposium wordt mede georganiseerd door het eSociety instituut van het Lectoraat Informatie, Technologie en Samenleving. Toegang 25 euro. Aanmelden via contact@eSocietyinstituut.nl. Meer informatie op webindewijk.nl/next.

5

4 7

8

6

8 2

5

3 7

1

5 2

9


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.