Link 14: De grote ergernissenshow

Page 1

december 2011

14

magazine van De Haagse Hogeschool

De Grote

Ergernissen Hightech snufjes in CSI The Hague Heisa om het smartboard Twist over roosteren

Show


Spotlight

‘Nooit gedacht dat ik een snorrenhoofd heb’

tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse In het kader van de internationale actie ‘Movember’ lieten docenten Memon Boukiour en Hans Feenstra van de Academie voor Gezondheid in november hun snor groeien. Hiermee vroegen ze aandacht voor de gezondheid van de man, en met name voor het onderzoek naar prostaatkanker. Hans: ‘Ik geef het vak gezondheidsvoorlichting en wil mijn studenten hiermee laten zien dat dit ook een manier is van voorlichting geven.’ Memon was de enige collega die te porren was voor de actie. ‘Veel mannen moeten het eerst aan hun vrouw vragen,’ zegt Hans, en lacht. Reacties? ‘Ik heb al gehoord dat ik een snorrenhoofd heb, dat had ik nooit gedacht. Sommige studenten roepen: “Oh my god, wat ben je aan het doen?”, mijn ouders fronsen hun wenkbrauwen en mijn vriendin zegt “Ach, het is maar een maandje”.’ Op 1 december ging inderdaad de snor eraf.

2

H/LINK • 14

Donaties aan beide heren gaan naar het NKI-AVL Fonds, partner van KWF, ten behoeve van het onderzoek naar betere behandelingen voor prostaatkanker.


Persweeën

Inhoud 10 Verdeeldheid over aanpak roosters

Lesroosters vormen een bron van irritatie. Een nieuw project moet dit verbeteren, maar niet iedereen is er happy mee.

12 De Grote Ergernissen show Uitslag van de Grote Ergernissen enquête. Met veel geklaag, maar ook oplossingen.

17 CSI The Hague

Het Nederlands Forensisch Instituut probeert met tien partners, waaronder De Haagse, fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden.

8 Heisa om het smartboard 20 Link scriptieprijs: Hoe voorkom je metaaldiefstal? 24 De beste docent is zelden een vrouw Rubrieken   4 December in beeld   5 Even bellen met dj Mark van Rijswijk   6 Borrelpraat, Post & Achter het nieuws   9 Onder de hamer 16 Was getekend… Peter Hoogenboom (pabo) 22 Juweeltjes: lector leest strips & twee keer 4 sterren 31 Sudoku & strip

Behalve verhalen schrijven en interviews houden komt er nog iets meer kijken bij de geboorte van een magazine. Waar discussieerde de redactie deze keer over?

Deugniet Een nummer over ergernissen… dat heeft een naar bijverschijnsel. Je gaat je automatisch afvragen wat je eigen ergernissen eigenlijk zijn op de hogeschool. Dit stukje telt maar 375 woorden. Dat wordt krap. Dus als ik moet kiezen: ik erger me dikwijls aan zinloze mail. Deze week nog kreeg ik een mail over iets VERSCHRIKKELIJKS dat zou kunnen gebeuren bij de invoering van Windows 7, en waarbij ik iets moest controleren om het onheil af te wenden. Tenminste, dat begreep ik. Er was geen touw aan vast te knopen. Dus geërgerd dacht ik: ‘Valt het om, dan valt het om.’ Delete. Van tijd tot tijd krijgt het personeel ook mailtjes dat je gratis of tegen een habbekrats naar een musical mag. Ook heel erg delete. Laatst heb ik de musicalmanager van de hogeschool geërgerd gevraagd of ie daarmee op wilde houden. Want… Een musical? Hallo! Uit onderzoek is gebleken dat de musical de minst gewaardeerde kunstvorm is onder hoger opgeleiden. En we zijn hier toch op een hbo? Weet je wat het is met musicals? Ze deugen niet. Zal ik even uitleggen. Net op het moment dat er een dramatische wending in het verhaal is, gaan de personages samen een liedje zingen. Stel je voor: ‘Bin Laden – de musical’, waarbij Osama op het moment suprême uit z’n schuilplek komt en samen met zijn snipers nog ‘Allways look at the bright side of life’ gaat zingen voordat ze hem liquideren. Delete! Die ondeugdelijkheid ligt niet aan Bin Laden of Mary Poppins. Het zit ingebakken in het musicalconcept. Mensen vervullen in hun dagelijks leven een rol, net als een acteur. Die rol kan wisselen. Zo ben ik hier hoofdredacteur, thuis partner en in mijn ouderlijk huis altijd (nog) een tikkeltje kind. Je gedraagt je naar die rollen. Doordat ze in musicals steevast suffe liedjes gaan zingen als het eropaan komt, krijg je automatisch dat mensen breken met hun rol, en weg is de geloofwaardigheid. En laat dat nou precies zijn wat iedereen hier op school zo ergerlijk vindt: als anderen uit hun rol vallen. Docenten die geen verstand van de lesstof hebben, studenten die niets willen leren… daar gaat het in hoofdzaak om. Het ligt genuanceerder hoor, maar daarvoor moet je doorbladeren naar pagina 12.

International pages 26 Summaries Dutch articles Schoolstraat 21 2511 AW Den Haag 070 - 3 65 73 06

www.stanley-livingstone.nl

28 Maike Stöckel wants an Olympic hockey medal 29 Melting pot: French cuisine

René Rector Hoofdredacteur H/Link r.rector@hhs.nl

14 • H/LINK

3


In beeld Hele donkere dagen

[1]

Soms lijkt een foto-opdracht op papier enorm makkelijk, en dan valt het in de praktijk een beetje tegen. Vooraf, in het uiterst zonnige novemberweer, mijmerden we op de redactie al over de eindeloze mogelijkheden van decembergezelligheid: romantische tête–à–têtes met kaarslicht, open haarden, pakjesavond. Drinkt er niemand meer warme chocolademelk met slagroom? Wat zonden we in? December associëren we met familiegezelligheid. Vindt Vincent King (CMD), die vooral moet denken aan een gezellig familietafereel. [1] ‘Gezinnen worden hechter en echte gezelligheid komt weer terug met een grapje en een lachje.’ Denice van der Bogt (Communicatie) bouwde haar deze sneeuwpop met haar zusje Kayleigh [6].

[2]

Winterlandschappen hadden we van Orinda Verboon (Accountancy) [3], Marcel Goedhart (Onderwijs&Studentzaken) [4] en Kelly Hogervorst (European Studies) [5]. ‘Wanneer de decembermaand er weer aankomt, wordt de stad op steeds meer plaatsen gezellig verlicht,’ aldus Orinda. De hoofdrol in de gezellige decemberdagen van Denise Helmes (Lectoraat Ondernemen & Innoveren) [7] en Ben Mol (Bedrijfskundige informatica) [2] is weggelegd voor… katten. Voor Gijs en Jip, om precies te zijn. Drukke werkdag. Eindelijk thuis. Gordijnen dicht, kaarsjes aan. Laat de knusheid maar komen,’ vindt Denise. En zo is het ook. De winst gaat echter naar Ben Mol. Niet vanwege de briljante kwaliteit van de foto, maar door de rijke compositie (let op de engeltjes en de kerstster). Daar red je het wel mee tot 2012.

Ook 50 euro? Volgende Link staat vanwege Valentijnsdag in het teken van liefde en seks. De opdracht: maak een foto van je geliefde of van degene hier op de hogeschool op wie je (heimelijk) verliefd bent. Foto’s worden op verzoek anoniem geplaatst (maar om in aanmerking te komen voor de 50 euro hebben we natuurlijk wel een mailadres nodig). Vertel in de mail wel even wie we zien en waarom je hart sneller van hem/ haar gaat kloppen. Stuur je foto voor 8 januari naar hlink@hhs.nl

4

H/LINK • 14

[3]


Even bellen met

Mark van Rijswijk

[4]

Dj in de dop

[6]

[5]

Mark van Rijswijk (19), tweedejaars Communication & Multimedia Design, is door dj Ferry Corsten geselecteerd als finalist in de mixwedstrijd ‘Be the dj’. Hij kan hiermee een plek winnen in het voorprogramma van de wereldberoemde dj.  tekst Eveline Wiegeraad Waarom heb je meegedaan aan deze wedstrijd? Ik volg Ferry Corsten op Twitter en hij kondigde op een gegeven moment deze wedstrijd aan. Ik dacht toen, laat ik het eens proberen, wie weet win ik wel. Hij had stukken van zijn plaat ‘ Check this out’ vrijgegeven en die moest je gebruiken in je eigen versie.

Wie heeft jou geïnspireerd of beïnvloed? Ferry Corsten, Armin van Buuren, en Tiësto. Zij hebben Nederland op de kaart gezet. Vroeger dacht ik: ‘Dat kan ik ook.’ Ik begon met uitproberen. In het begin was het allemaal namaak: ik probeerde wat en dan gooide ik het weer weg. Maar op een gegeven moment creëer je toch je eigen stijl.

[7]

Wat is je stijl? Ik probeer altijd heel innovatief te zijn. En ik denk dat mijn stijl rauw is. Het moet echt die vibe hebben. Ik probeer aspecten erin te verwerken die nooit gebruikt zijn. Bijvoorbeeld bepaalde instrumenten. Dat lukt niet altijd, maar dat is juist het leuke eraan, gewoon doen. Dat heb ik nu ook gedaan en dat viel blijkbaar goed in de smaak.

Waar hoop je over vijf jaar te staan? Ik wil mijn diploma behaald hebben. En ik hoop te toeren én natuurlijk geld te verdienen met dj’en. Vijf jaar is misschien wel heel snel, maar binnen tien jaar wil ik dat wel bereikt hebben. Dat is ook echt mijn doel. Want muziek is echt mijn passie: het past bij mij wie ik ben.

Op 6, 7 en 8 februari is de masterclass in Rotterdam. De winnaar hiervan mag optreden in het voorprogramma van Ferry Corsten.

14 • H/LINK

5


Borrelpraat Leuk, al die bijeenkomsten, debatten en lezingen? Maar waar gaat het gesprek over, bij rosé met kaassoufflé?

Borrelen en bibberen Het scheelt maar een paar voetstappen, en een deur: warmte. De voltallige hogeschoolraad kiest ervoor om na de vergadering met het College van Bestuur buiten te borrelen. Omdat het zo’n verhit debat was? Mwhoa, vooral de nicotine lonkt.  tekst Youri van Vliet• beeld Quintin van der Blonk ‘Koud? Het is toch acht graden?’, roept iemand voor de ingang van Café Xieje. Een ander wijst op zijn bovengemiddelde speklaag. Degenen die over minder isolatie beschikken staan als pinguïns hutje mutje bij elkaar, druk napratend over wat er de afgelopen drie uur in de overlegvergadering tussen hogeschoolraad en bestuur is besproken. Allereerst krijgt Mathieu Heemelaar voorzitter van de hogeschoolraad, een compliment voor zijn bondige en heldere samenvattingen. Niet makkelijk als iedereen over elkaar heen duikelt. ‘Ik vind het leuk om te

doen,’ zegt Heemelaar, ‘en het is ook belangrijk want anders blijven zaken hangen.’ De meningen over de vergadering zijn verdeeld. Vooral de relatief nieuwe studentvertegenwoordigers zijn enthousiast. Een enkeling vindt het een ‘inhoudelijk en procedureel zwakke vertoning’. ‘Als je vragen stelt die al gesteld zijn en bovendien op zaken terugkomt die al zijn afgehandeld, ja dan begin ik wat kribbig te worden.’ Ook CvB-voorzitter Rob Brons, is gezien zijn brede glimlach bij de nazit duidelijk in zijn sas, al heeft dat ook te maken met het

Rob Brons: blij met de uitkomst van de Onderwijsinspectie. ‘heet van de naald’-nieuws dat de Onderwijsinspectie haar onderzoek naar ongeregeldheden op De HHs met tevredenheid heeft afgesloten. Geen fraude dus, op De HHs. Voorzitter blij. Naarmate het kwik verder daalt en de verdovende werking van het bier intreedt, wordt het blad voor de mond ook steeds kleiner. Over een rondvraagpuntje, bijvoorbeeld. ‘Rob liegt,’ zegt een student hevig verontwaardigd. ‘Hij weet wél dat er een probleem is met de lockers. Er zijn 20.000 studenten en 50 lockers.

Iedereen snapt toch dat dat te weinig is!’ En dan is er nog het punt van de nieuwe studentenmailvoorziening, waar de raad graag over mee wilde beslissen. Is er nu wel of niet een keuze gemaakt? Volgens Brons staan de opties nog open, maar de uiteindelijke keuze voorleggen aan de raad… Dat ziet hij minder zitten. Mathieu heeft er nog wel vertrouwen in. ‘De mailvoorziening treft een hoop studenten dus dan is het ook belangrijk dat we inspraak krijgen. We blijven gewoon zeuren.’

Post Ook iets op het hart? Mail naar link@hhs.nl

Culturele Hoofdstad

Zuurgraad?

Waarom Den Haag de Culturele Hoofdstad van 2018 moet worden: In 2004 heb ik Lille bezocht als culturele hoofdstad. De stad leefde op, iedereen deed mee en Lille is er beter van geworden. Een groots volksfeest waarin de mooiste verlichte creaties door de straten gingen. De stad kwam in een ander daglicht te staan. De uitgaansmogelijkheden, de terrassen zijn ontdekt door Europeanen en dat leverde werk op en gaf een impuls aan de reeds bestaande evenementen. Ik kom er nog steeds graag op doorreis of om de ‘Braderie de Lille’ te bezoeken. Ja, als het zo in Den Haag ook zou kunnen gaan, dan kan niemand daar op tegen zijn. Of toch... ‘Het economische klimaat is heel anders nu. We zaten toen aan de top, nu gaan we alleen nog maar naar beneden,’ zei een rasechte Haagse collega. Misschien is dat zo, misschien is er geen geld voor grote verbouwingen, maar dat ene mooie moment waarop we heel Europa kunnen tonen hoe mooi onze stad is, hoe mooi we het hier voor elkaar hebben, dat willen we onszelf toch niet onthouden?

René Rector, hoofdredacteur van dit blad, schrijft in H/Link 13 over de in zijn ogen hoge zuurgraad van het overleg tussen Hogeschoolraad (HR) en College van Bestuur (CvB). Zijn verwijt: het zou vooral over procedures en niet over de inhoud gaan. Personeel en studenten worden tekort gedaan als hij schrijft dat ‘veel van dat zuur absoluut onbegrijpelijk is voor de gemiddelde student of medewerker.’ Dat beide verwijten niet kloppen, lezen we in dezelfde H/Link, waarin HR-commissievoorzitter Frans Joosstens begrijpelijk uitlegt wat er inhoudelijk mis is aan Inkoopnet. Blijkbaar zag de hoofdredacteur dit over het hoofd bij het schrijven van zijn “Persweeën”. Onze achterban verwacht dat we kritische geluiden bespreken met het CvB. Dat kan alleen op basis van heldere spelregels. Daarom praten HR en CvB vooraf over het instemmingsrecht bij het belangrijkste beleidsstuk van het jaar: de begroting. Misschien mogen we van een hoofdredacteur verwachten dat hij helder beschrijft wat besproken wordt in de overlegvergaderingen en de lezers meer levert dan een scherts op de vorm.

Valentijn Schulz

Mathieu Heemelaar

Coördinator van cultuurburo Acku

Voorzitter Hogeschoolraad

6

H/LINK • 14


Achter het nieuws Talenten presenteren resultaten Het Talentenplatform van De Haagse Hogeschool ging in maart dit jaar van start. De afsluiting van de pilot vond 15 november plaats in De Lindenhoeve in Delft. Na een openingswoord van collegevoorzitter Rob Brons presenteerden de talenten hun onderzoeksresultaten.  tekst Charlotte Fritschy Verschillende HHs-medewerkers werden begin dit jaar voorgedragen door hun afdelingsdirecteur om hun talent te ontplooien in een project waarbij onderzoek, onderwijs/ organisatie en persoonlijke ontwikkeling centraal stonden. Met het einde van het Talentenplatform is het tijd de onderzoeken, die in opdracht van De HHs zelf werden gedaan, te presenteren. Wat hebben de talenten geleerd

en wat levert het de school op? ‘Ik was erg zoekende naar mijn kracht. Dit project leerde mij mijn talent te benoemen en er iets mee te doen,’ aldus docent Informatiedienstverlening en -Management Klaas Jan Mollema. Hij deed onderzoek naar de do’s en don’ts voor een leeromgeving waarin docent en student zich kunnen blijven ontwikkelen. Samen met Bram Reurings (docent Communication and Multimedia

Design) en Mansoor Mubarak (talent van de academie voor Accounting & Financial Management) kwam hij tot interessante conclusies. In een notendop: geef de student een eindpunt, een off road auto, enkele aanwijzingen en hij komt er wel. Met hun afgeronde project willen Mollema, Reurings en Mubarak nu langs alle academies gaan.

gehaald. Het onderzoek naar het vinden én stimuleren van motivatie bij de student, waar vier talenten aan werkten, liep halverwege vast. Van Rooijen: ‘De input van de onderzoeksgroepen was te miniem. Wellicht waren wij te onduidelijk.’ Maar ook dat inzicht is een leerpunt. De groep laat z’n kop niet hangen. ‘We gaan verder en komen met een mooi eindproduct.’

Jaartje pauze Ingrid van Rooijen, hoofd HRM Consultancy, is trots. ‘De talenten hebben alle verwachtingen overtroffen. Het Talentenplatform is nog een pilot, maar absoluut geslaagd.’ Toch heeft niet iedereen het eindstation

Van Rooijen wil het platform zeker verder ontwikkelen. ‘Concrete plannen voor de toekomst moeten nog gemaakt worden. We nemen nu een jaartje pauze om de pilot goed te evalueren. Hopelijk komen we daarna terug.’

1.040 euro voor Glazen Huis Vijf tweedejaarsstudenten van de opleiding Commerciële Economie organiseerden op woensdag 23 november een dansevenement voor het Glazen Huis. Ruim veertien acts van verschillende dansscholen traden vrijwillig op. Opbrengst: 1.040 euro. ‘Echt, respect dat ze dit hebben georganiseerd.’  tekst Christin Zitter • beeld Bas Kijzers De volle zaal in het Nutshuis in Den Haag kon voor vijf euro genieten van een avond vol diverse dansstijlen. Hiphoppers die ‘popten’, ‘lockten’ en achterwaartse salto’s maakten vanaf een muur, een piramide van cheerleaders, tango-dansende stijldansers, Indiase dames in Bollywood-stijl, het was er allemaal. Het publiek werd bovendien getrakteerd op optredens door verschillende pianisten, zangeressen, een rapper en zelfs een voormalig Nederlands kampioen beatboxen. De charmante dj Psiertje praatte de avond aan elkaar en

hield het publiek tussen de acts bezig door toeschouwers op het podium te trekken.

Respect ´Het was een geslaagde avond,´ zegt mede-organisator Robiena

Bhoelan tevreden na afloop. Met het dansevenement wisten de vijf studenten 1.040 euro op te halen. Ook docent Arno van Dijk is tevreden met het resultaat: ‘Er was een heel goede sfeer en echt, respect dat

ze dit hebben georganiseerd.´ Ook 29 andere CE-studenten organiseren voor het Glazen Huis verschillende evenementen. Hoeveel geld ze in totaal opbrengen wordt 23 december in Leiden bekendgemaakt.

14 • H/LINK

7


Snufjes

Heisa om het slimme schoolbord Sinds de zomer heeft de Dienst IT 120 smartboards geïnstalleerd. Inmiddels worden klachten hierover besproken in de Hogeschoolraad en zijn er zelfs docenten die met een eigen whiteboard over de gang zeulen. Het Professional Development Center ontwikkelt momenteel nieuwe cursussen en vraagt hiervoor de input van docenten.  tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

I

n de zomer plaatste de Dienst IT 120 smartboards (interactieve whiteboards) door heel de hogeschool. Veel docenten werden er aan het begin van het collegejaar door verrast, zonder op de hoogte te zijn van de werking van het multifunctionele apparaat. De voornaamste klachten van de docenten die moeite hebben met het gebruik van het smartboard zijn: er is niet genoeg ruimte om te schrijven naast een powerpoint presentatie en de lijn verschijnt niet waar de pen wordt neergezet. Dit laatste is volgens de Dienst IT makkelijk te verhelpen door het bord te ‘kalibreren’ (afstellen), door middel van de twee toetsen midden onderaan het bord, al moet je dat maar net weten. Frank Termes, docent en lid van de Hogeschoolraad, heeft het onderwerp onlangs in een vergadering aangekaart. ‘Ik word in de wandelgangen veel geconfronteerd met klachten. Ik vraag mij af: waarom is er vooraf niets aan de docenten gevraagd?’ Zijn collega

8

H/LINK • 14

Heleen Pluimgraaff, docente Russisch, deelt mee: ‘Ik heb pas een week of twee geleden een mail ontvangen waarin je kon aangeven aan wat voor training je behoefte hebt.’ En daar ligt deels de oorzaak van de onvrede: tot nu toe hebben veel docenten nog geen cursus gehad. Vlak voor de zomer is er een ‘train de trainer’-cursus aangeboden voor één afgevaardigde van elke academie. Het was de bedoeling dat deze afgevaardigden vervolgens de rest van de academie inlichtten over het gebruik van de smartboards en met hun kennis zouden kunnen dienen als vraagbaak voor hun collega’s. ‘De deelnemers hieraan voelden zich niet voldoende uitgerust,’ licht Jessica Visser toe, coördinator opleiding van het Professional Development Center. In de laatste week van de zomervakantie zijn er daarom ook nog inspiratiesessies gehouden, maar ook deze oproep is niet bij iedereen terecht gekomen. ‘Nu willen we eerst in kaart brengen


Onder de hamer In Onder de hamer komen studenten aan bod die in beroep gaan tegen een beslissing van hun opleiding.

Werkervaring weegt niet op tegen praktijkstage tekst Sabrina Danker

De feiten Student A. van de Academie Bestuur, Recht en Veiligheid heeft op 4 april 2011 een verzoek ingediend om vrijstelling voor een leerarbeidsplaats (stage) en ontvangt op 20 juni 2011 hierop een afwijzing. Tegen het afgewezen verzoek tekent Student A. beroep aan. Hij vraagt om een vervangende opdracht voor de verplicht gestelde stage van twintig weken. De examencommissie geeft aan dat het Onderwijs- en Examenregelingen (OER) niet voorziet in het omzetten van een stage naar een vervangende opdracht. Het verzoek van A. wordt beschouwd als een vrijstelling voor het verplicht opdoen van werkervaring op grond van eerder verworven competenties. De examencommissie wijst het verzoek af omdat de vrijstellingsregeling in het OER slechts voorziet in het verlenen van vrijstellingen van toetsen en niet in het verlenen van vrijstellingen voor het opdoen van werkervaringen.

De argumenten Studenten A. zegt dat hij het besluit onvoldoende gemotiveerd vindt. Het OER zegt niet te voorzien in een vrijstellingsregeling, maar het OER geeft in de opleiding vrijheid om zelf afspraken te maken met A. Hij is van mening dat hij vanwege eerder gevolgde universitaire studies, werkervaring als accountmanager en zijn leeftijd niet voldoet aan het profiel van een gemiddelde hbostudent.

De tegenargumenten waar de behoeftes liggen voor we weer allerlei trainingen geven,’ vertelt Visser. ‘We hebben alle teamleiders een e-mail gestuurd met daarin een mogelijk cursusaanbod en gevraagd dit binnen hun opleiding uit te zetten. Met de feedback van docenten willen we in januari nieuwe cursussen starten.’

De examencommissie vindt dat een vrijstelling afbreuk doet aan het duale karakter van de opleiding. Een vervangende opdracht zou hiermee in strijd zijn. De examencommissie vindt de omstandigheden van A. niet zo uitzonderlijk dat zij aanleiding ziet om af te wijken van het OER.

De uitspraak Ook de Dienst IT staat open voor commentaar of vragen. Unithoofd onderwijs- en werkplekomgeving Sabrina de Baets: ‘Wij zijn al druk bezig met het oplossen van klachten, maar nemen hier even de tijd voor omdat we niet enkel brandjes willen blussen.’ Ze benadrukt dat sinds de zomer het aantal klachten bij de dienst is afgenomen en er ook veel docenten zijn die wél positief reageren. ‘Het is een gewenningsproces, maar de docenten gaan nu de vruchten plukken.’ Feedback op de smartboards kan gestuurd worden naar pdc@hhs.nl met in de onderwerpregel ‘smartboards’. Met directe vragen kan je ook terecht bij de IT Servicedesk.

Het College van Beroep oordeelt dat de examencommissie de belangen zorgvuldig heeft afgewogen en dat student A. geen omstandigheden heeft aangevoerd die een afwijking van het OER zou rechtvaardigen. Het College verklaart het beroep van de studenten ongegrond.

Niet eens met een beslissing van de Examencommissie? Je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op studentennet.hhs.nl/loketrechtsbescherming.

14 • H/LINK

9


Analyse

Verdeeldheid over

aanpak

Het is al jaren met stip op één de grootste ergernis: lesroosters. Kijk @hhsFAIL er maar op na, of lees studenttevredenheidsonderzoek de Reflector. Een integrale aanpak moet verandering brengen, maar daar is niet iedereen gelukkig mee.  tekst René Rector | beeld Kik

Z

elfs in onze eigen enquête (zie pagina 12), waarin we vroegen naar de grootste ergernissen over docenten en studenten, kwam het naar voren: die roosters zijn een doorn in het oog... Vooral doordat de roosters pas laat bekend zijn, soms veel tussenuren bevatten en er daarbovenop nog vele wijzigingen op het allerlaatste moment zijn. Begin 2011 startte de school een project dat de situatie moet verbeteren. Projectleider Harry de Bruin analyseerde wat er mis ging. Dat is nogal wat. ‘Primair komt het door de manier waarop we het onderwijs georganiseerd hebben,’ stelt De Bruin. ‘Die is gewoon slecht. Docenten laten zich slecht sturen op wat ze voor de klas doen. Ze gaan voor de inhoud, niet voor het proces waarvan ze deel uitmaken. Academiedirecteuren vrezen de controle kwijt te raken over hun hoofdtaak. En dus bemoeit iedereen zich met roosteren.’ De Bruin vindt vingerwijzen zowel onterecht als onzinnig. Er is niet één schuldige aan te wijzen. Daarom bevat het verbeterplan wijzigingen op uiteenlopende aspecten. Zo worden de tien roosterbureaus samengevoegd tot drie, omdat je dan makkelijker met schaarse onderwijsruimten kunt schuiven. Bovendien gaan volgens de nieuwe werkwijze niet langer de docenten over het rooster, maar de teamleider van een opleiding. De Bruin vindt dat logisch: ‘Er zijn academies waar op vrijdag nauwelijks lesgegeven wordt. Als je kijkt naar de drukte in het gebouw, dan zie je dat ook terug: op vrijdag heb je lokalen voor het uitzoeken. Nu kun je twee dingen doen: of je laat het zo, en je moppert dat er van maandag tot donderdag geen lokaal meer beschikbaar is, of je gaat met je mensen in gesprek over de vraag of die vrije vrijdag echt nodig is, of dat die vrije dag ook op woensdag mag zijn. Voor dat soort wijzigingen heb je echt een teamleider nodig.’ ‘Nou,’ pareert Gerard Kranenburg, lid van de Hogeschoolraad. ‘En wat nu als mensen op die vrijdag privé verplichtingen hebben?’ De Hogeschoolraad was ‘not amused’, toen ze dit najaar het implementatieplan kreeg voorgelegd. Het plan bevat voor de raad een groot aantal pijnpunten. Zo is de raad niet

10

H/LINK • 14


roosters overtuigd dat het centraliseren in drie ‘molochs van roosterbureaus’ wel zo’n goed idee is. ‘Je maakt de afstand tussen docent en roosteraar alleen maar groter. Dan kan er helemaal niks meer,’ vindt Kranenburg. Het effect van een andere manier van roosteren is bovendien nooit onderzocht, net als wat eigenlijk een goed rooster is. ‘Ja... gatenvrij. En een roostervrije dag zou fijn zijn. Veel studenten werken tegenwoordig naast hun studie,’ weet raadslid en voormalig voorzitter van de Haagse Studentenvakbond Falko Evers. ‘Over kwaliteitseisen van een rooster vind je in het hele roosterplan niets terug. Wat de school met dit plan wil bereiken, is dat studenten tevredener worden over het rooster. Maar of dit de manier is...’ Het belangrijkste euvel was echter dat de docent in het plan de schuld krijgt van alle roosterellende. Vindt de raad. ‘Eigenlijk zou de inventarisatie van de problemen over moeten, in plaats van dat je nu het plan gaat implementeren,’ luidde de eindconclusie. Met die implementatie is inmiddels echter wèl een begin gemaakt. Zonder onderzoek. Er heeft wel een pilotproject gedraaid op de Strip, dat eruit bestond om alle lokalen daar in één centraal roosterbureau onder te brengen. ‘Maar het heeft geen zin om het effect daarvan te onderzoeken,’ vindt De Bruin. ‘Het werkt niet beter en dat komt doordat je verder niks verandert. Het rooster is een van de laatste schakeltjes in de organisatie van je onderwijs. Als je eerder in het proces niets doet, helpt dat centrale roosteren ook niet.’ ‘Eerder in het proces’ betekent in deze context eigenlijk dat de mensen die verantwoordelijk zijn voor de inhoud van het onderwijs (de docenten, vooral) beter hun best moeten doen om te zorgen dat ze die inhoud op tijd in orde hebben. ‘Een beetje tijdig weten welke gastdocent je uitnodigt, lijkt me niet te veel gevraagd,’ vindt De Bruin. Dat de Hogeschoolraad in de wiek geschoten is, is dus wel begrijpelijk: docenten moeten volgens het nieuwe roosterplan hun huiswerk eerder af hebben. Dat haalt de flexibiliteit wel deels uit het onderwijs, maar die flexibiliteit was nu precies de eeuwige klacht van studenten - te veel wijzigingen op een te laat tijdstip.

De Academie voor Gezondheid loopt in het nieuwe roosteren voorop. Gevraagd naar zijn nieuwe rol als roosteraanspreekpunt van Voeding & Diëtetiek oordeelt teamleider Sander Rijksbaron: ‘Positief. Ik heb zelf meer zicht op wat er gebeurt. Het is wel meer werk, maar het geeft ook een hoop rust.’ Rijksbaron denkt het rooster voor 95 procent tijdig te kunnen maken. ‘Die overige vijf procent moet je flexibel in zijn, bijvoorbeeld omdat iemand ziek wordt. We hebben er bij het aannemen van al die mensen al jarenlang op gelet dat we iedere dag een goede bezetting hebben.’ En mocht het echt beroerd uitkomen omdat een les precies op iemands vrije dag valt, dan is er nog geen man overboord. ‘Vrij is vrij. Maar je kunt het toch vragen, of iemand kan wisselen? Je kunt altijd nog “nee” horen.’

En dan komt een projectleider van buiten vertellen wat er niet deugt

Wat meer scepsis heeft collega-teamleider Rienk van der Slikke, van Bewegingstechnologie, waar de roosters nu nog traditioneel worden gemaakt. ‘Ik snap dat er iets moet gebeuren aan het roosteren, maar ik snap ook de irritatie. We hebben de afgelopen jaren zo veel gedaan om te verbeteren. En dan komt er een projectleider van buiten en die gaat even vertellen wat er allemaal niet deugt. In het stuk van Harry lijkt het alsof de docenten niks willen en er een cultuuromslag moet komen. Mijn ervaring is dat mensen zich gedragen naar hoe je ze aanspreekt. Het zijn professionals, dus als je zegt “dat en dat kan niet, punt”, dan gaat het niet werken. Als je echter aangeeft waarom iets moeilijk is of heel ongunstig voor de student, dan werkt dat een stuk beter.’ Die dialoog staat ook voor de Hogeschoolraad bovenaan het verlanglijstje. Het grote twistpunt is wie er bij die dialoog aan de gesprekstafel zitten. Als het aan de Hogeschoolraad ligt, zouden ze de roosteraars dichter bij docenten plaatsen. De Bruin vindt dat juist teamleiders en roosteraars met elkaar om de tafel moeten. Als dat goed werkt, moet dat uiteindelijk te merken zijn aan een afname van klachten van studenten.

14 • H/LINK

11


Enquête

Een zuchtende docent: ‘Waarom zeggen ze het niet als ze de deadline niet halen.’ Een balende student: ‘Ik heb al vier keer gemaild en nog geen antwoord.’ Dit soort geklaag was de aanleiding om de (dagelijkse) ergernissen van docenten over studenten en andersom te inventariseren. Hier de uitslag van de Grote Ergernissen enquête. En mogelijke oplossingen.  tekst Dieuwke de Boer • beeld Mieke Barendse

Ergernissen top 5 studenten Studenten storen zich het meest aan

1   Docenten die niet of laat op mail reageert (93%) 2   Niet serieus genomen worden door een docent (88%) 3   Onduidelijke deadlines en verwachtingen (87%) 4   Onvoldoende vakkennis (87%) 5   Docenten die geen tijd voor hen neemt (85%) * De percentages van respondenten die het ‘helemaal eens’ en ‘eens’ zijn met de stelling, zijn bij elkaar opgeteld. Bij gelijk percentage is gekeken waarmee de meesten ‘helemaal eens’ zijn.

12

H/LINK • 14


E

en enkeling stelt zich ‘eigenlijk nooit’ te ergeren. Anderen luchten hun hart uitgebreid. De vragenlijst bleek in ieder geval verre van compleet, getuige de reacties van de ruim 800 respondenten (674 studenten en 143 docenten). Op off topic gemopper over enquêtes met suggestieve vragen, Blackboard dat op de meest cruciale momenten niet bereikbaar is, roosters die laat komen (zie pagina 10) en de slechte beschikbaarheid van computers gaat dit artikel niet in. Maar ‘ik stoor me eraan als rotzooi achteloos op de grond wordt gegooid’ is wel relevant. Daarover later meer.

blij met de mail die ze krijgen. Een docente Huidtherapie ergert zich aan studenten die ‘mij mailen zonder een duidelijke vraag en dan toch een antwoord verwachten.’ En een docente Commerciële Economie houdt er niet van als ‘een student niet aanwezig is in de les en/of niet de beschikbare informatie op Blackboard of in de studiewijzer raadpleegt, maar de vraag naar de docent mailt. Bijvoorbeeld over de tentamenstof en deadlines.’ Maar dat gaat eigenlijk over luiheid.

Mail-malheur

Deadlinegedonder

Eerst de grootste ergernissen belichten. Op nummer één bij studenten: docenten die niet of laat reageren op hun mail (61 procent vinkte ‘helemaal mee eens’ aan en 32 procent ‘eens’). Docenten storen zich naar verhouding minder aan studenten die niet op mails reageren (een kwart koos ‘helemaal eens’ bij de stelling, 40 procent ‘eens’). Slordig opgestelde mailtjes worden niet gewaardeerd door zo’n driekwart van de docenten. En inhoudelijk zijn docenten ook niet altijd

Het begrip ‘deadline’ staat ook garant voor ontevreden gezichten. Bijna negen op de tien studenten ergert zich aan onduidelijke deadlines en daarmee staat deze ergernis op nummer drie. Zes op de tien docenten ergert zich aan studenten die de deadline overschrijden en negen op de tien vindt het erg als een student gemaakte afspraken niet nakomt (docentenergernis nummer twee).

Ergernissen top 5 docenten Docenten storen zich het meest aan

1   Studenten die onbeleefd zijn (92%) 2   Studenten die de gemaakte afspraken niet nakomen (89%) 3   Taal-/spelfouten in ingeleverde stukken (85%) 4   Studenten die kletsen tijdens colleges (84%) 5   Studenten die met hun telefoon ‘spelen’ in de les (78%)

14 • H/LINK

13


Een studente Bewegingstechnologie kan er niet tegen als ‘studenten zich netjes houden aan de strikte deadline en de docent dan weken later – een paar uur voor dat hij de cijfers in moet voeren – iets niet kan openen of denkt te hebben en de studenten daardoor in eerste instantie een onvoldoende krijgen.’ En een derdejaars Voeding en Diëtetiek vindt het vervelend als docenten te makkelijk zijn met deadlines: ‘Als iemand iets mist zitten er vaak amper consequenties aan vast. Dit gaat ten koste van de studenten die wel alles netjes op tijd afmaken.’ En misschien valt dit wel onder de noemer ‘niet serieus genomen worden’, de ergernis die van studenten de zilveren plak krijgt.

Collegegeklets De nette student heeft vaker last van zijn medestudent. ‘Veruit mijn grootste ergernis is dat klasgenoten niet stil kunnen zijn tijdens een college,’ zegt Jan, eerstejaars Bestuurskunde/Overheidsmanagement. En hij is niet de enige die liever ziet dat medestudenten netjes luisteren. Ook docenten vinden het vervelend als er door hun verhaal heen gekletst wordt: het staat op nummer vier (41 procent vinkte ‘mee eens’ aan, 43 procent ‘helemaal eens’). Menig student roept docenten op daadkrachtig in te grijpen. ‘Direct de les uit sturen,’ propageert een eerstejaars Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Anderen pleiten voor een of twee waarschuwingen en dan wegwezen. Docenten zijn vaak milder. Al zegt een docent Voeding en Diëtetiek, die vindt dat hij strenger is geworden in de les: ‘Ik merk dat studenten die duidelijkheid ook wel fijn vinden.’

Onbeleefde taal Voordat het oplossingenorakel losbarst, eerst aandacht voor de grootste ergernissen van docenten. Op de derde plek staan taal- en spelfouten in ingeleverde stukken. ‘Als Word al een rood kringeltje geeft, is het een slordigheid die je zelf kunt oplossen,’ benoemt Frans Joosstens, docent bij Facility Management. Onbeleefde studenten vormen echter ergernis nummer één bij docenten. Negen van de tien ging bij deze stelling voor ‘helemaal eens’ (55 procent) of ‘eens’ (37 procent). En het meest opvallend: niemand was het oneens met deze stelling. Al vinden de docenten waarbij Link navraag deed de studentenpopulatie best netjes. Een medewerker klaagde over ‘studenten die troep achterlaten en dat zelf niet eens door hebben. En die dan vreemd of onbeleefd reageren als je ze daar in zo’n geval op aanspreekt.’

14

H/LINK • 14

Troepterreur En zo zijn we terug bij de rommel-klacht. Die leeft bij docenten. ‘Ik vind die onverschilligheid voor de omgeving heel erg,’ zegt Willy Bervoets, docente Communicatie bij de opleiding Bedrijfskundige Informatica. ‘In de klas spreek ik studenten daar op aan met een grap. “Oh, mag ik het allemaal doen?” Maar het gebouw is te groot voor mij. Soms raap ik een verdwaald koffiebekertje op. Ik erger me er meer aan als het er ligt, dan wanneer ik het opruim.’ Handig, zo’n doe-het-zelf-oplossing. En meer respondenten zoeken de oplossing bij zichzelf. ‘Bedenk ook eens hoeveel dingen je zelf niet goed doet waar anderen, zoals je docenten, zich aan kunnen ergeren,’ adviseert een student Technische Natuurkunde. Ingrid Boerma, docente Civiele Techniek, doet het zo: ‘Ik probeer altijd te bedenken hoe het komt dat een student bepaald gedrag vertoont. Het zou zomaar kunnen betekenen dat ook ik daar een aandeel in heb.’ Zelfreflectie als remedie voor je ergernissen dus. Maar er zijn meer opties.

De covermodellen Ook Frans Joosstens (docent Facility Management) en Melany Themen (derdejaars Small Business & Retail Management) vulden de enquête in én ze wilden poseren voor de cover. Maar waar ergeren zij zich nu allemaal aan? Frans heeft vooral een broertje dood aan taalen spelfouten in ingeleverde stukken. Maar hij probeert de ergernis ook op te lossen door studenten conceptrapporten te laten schrijven en daar dan feedback op te geven. En voor goede tussenrapporten krijgen studenten een puntje extra op het eindcijfer. Melany kan behoorlijk balen als ze hulp nodig heeft en dat de docent dan geen begrip toont. Ook het lang moeten wachten op cijfers valt bij Melany slecht. ‘Er zijn altijd wel redenen te verzinnen, maar als wij strikte deadlines hebben, dan de docenten ook.’


Oplossingen Gebruik humor Gebruik humor, zeggen verschillende docenten. Het is een helend middel tegen allerhande ergernissen. Zo zegt Mieke Ridder, docente hbo-V, tegen een etende student in de collegezaal: ‘Stel nou dat jij de meeste briljante ingeving van je leven hebt… Dan heb je je mond vol en is het moment voorbij.’

Zie het als je taak ‘Je ergeren is vaak geen motivator voor de ander om het gedrag te veranderen,’ stelt Oda Kok, teamleider Climate & Management. ‘De meeste dingen die me negatief opvallen pak ik op als de opvoedkundige taak die je als docent hebt.’ Ook een docente Sociaal Pedagogische Hulpverlening noemt het ‘ergernissen die bij het vak horen en waar je als docent meestal een rol in speelt’. Ook Joosstens relativeert ongewenst gedrag van studenten: ‘Iemand die niet weet wie ik ben of bij welke les hij is, is eigenlijk best zielig. Misschien weet hij nog niet wat hij wil of heeft hij een verkeerde studiekeuze gemaakt. Ik ga met studenten waarvan ik mentor ben het gesprek daarover aan. Wat me bij anderen opvalt, speel ik door aan mijn collega’s.’

Maak het bespreekbaar ‘Een praatje na de les kan wonderen doen,’ schrijft Dennis, student Communication & multimedia design. ’Laat de docent op een vriendelijke en professionele manier weten wat je vindt dat anders zou moeten. Maar sta ook open voor zijn mening. Mocht je ruzie krijgen, stap dan naar je slb’er.’ Ook docenten tippen: spreek studenten aan op hun gedrag. In de klas of individueel. ‘Studenten zijn net mensen. Als je het gesprek met ze aangaat dan komt het negen van de tien keer wel goed,’ aldus Rachel Kuijlenburg, docente Facility management.

Duidelijkheid Docenten: stel kaders. Overleg de regels in les 1. Berg bijvoorbeeld aan het begin van de les gezamenlijk de telefoons op. Wees vanaf het begin duidelijk over wat je verwacht van studenten en laat weten wat de consequenties zijn. Voor studenten: lees de studiewijzer meteen aan het begin van je blok. Mist er informatie of heb je nog vragen, stel die dan. Het onbeantwoorde-mail-probleem oplossen? Pols bij je docent hoe en wanneer je het beste je vragen kunt stellen. Zoek eerst zelf het antwoord. Niet gevonden? Zorg dan dat je je vraag duidelijk formuleert. En kijk eerst of de info in je studiewijzer staat. Bel de betreffende docent als je geen reactie krijgt. Sommige studenten stellen hun vraag aan een docent die wel altijd reageert, maar die krijgt het dan wel erg druk.

Aandacht voor taal Bij vijf fouten of meer een onvoldoende krijgen kan een oplossing zijn voor matige schrijftaal, maar niet iedereen ziet daar wat in. Aandacht voor taal door de opleiding heen helpt. ‘Wat er niet in gaat, komt er ook niet uit,’ stelt Frans Joosstens. Hij laat studenten conceptrapporten schrijven en geeft daar feedback op. Voor goede tussenrapporten krijgen studenten een puntje extra op het eindcijfer. Belonen dus.

14 • H/LINK

15


Was getekend Iedere maand maakt een Academiedocent van het Jaar een portret van zichzelf. Hoe weerspiegelt deze tekening zijn docentschap?

‘Laat studenten eerst kennis maken met hun kracht’ tekst Dieuwke de Boer • beeld Peter Hoogenboom

Wat gebeurt er in je hoofd? Ik maakte dit portret voor mijn masteropleiding Coaching. Ik wilde een metafoor bedenken voor gedachten. Ik koos voor de gyroscoop. Die is stabiel als er beweging is. Als ik me niet zou ontwikkelen, zou ik uit balans raken. Het vliegwiel heb ik vervangen door een lemniscaat. Die staat voor keuzes maken en balans. Schilderen en pottenbakken zijn hobby’s van me waarmee ik mijn gedachten, ideeën en verbazing weer kan geven.

Gebruik je dat ook in je lessen?

Peter Hoogenboom

Academiedocent van het Jaar bij de Pabo Leeftijd 59 Docent o.a. Ontwikkelingspsychologie, Pedagogiek en Didactiek Sinds 2002 Ook slb’er, scriptiebegeleider, internationalisering In steekwoorden deskundig, t bereikbaar, eerlijk, inspirerend, zoek t naar talen

Sir Ken Robinson (internationaal bekende onderwijsontwikkelaar en TEDx spreker, die pleit voor het stimuleren van creativiteit, red.) omschrijft creativiteit als originele gedachten die ertoe doen. Zo ben ik er ook mee bezig met mijn studenten. Waar vind je inspiratie? Het is een uitdaging om studenten dat te laten ontdekken. Een andere parallel die ik tussen pottenbakken en mijn vak zie is dat je je moet verdiepen in de theorie. Bij pottenbakken gaat het om de materie en de chemische reacties. Voor de klas staan is niet alleen leuk met kinderen werken. Je moet weten hoe iets werkt en waarom. Alleen dan kun je verder komen.

Hoe verleid je studenten om in die theorie te duiken? Als docent heb je een publiek dat je moet bespelen. Het is theater. Ik wil die informatie kwijt, maar ik wil ook dat ze na

16

H/LINK • 14

de les nog met de stof willen werken. Kennis moet zinvol zijn. Als studenten het nut niet zien, dan gaat het niet werken. Verbazing is een volgende stap. Dat een student denkt: ‘Ik wil er iets mee.’ Die stap van moeten naar willen probeer ik voor elkaar te krijgen. Ik ben me erg bewust van de verschillende methoden waarop je lesstof aan kunt bieden, zoals visueel, auditief en kinesthetisch. Dat geeft dynamiek.

Hoe motiveer je studenten? Studenten moeten vaak reflecteren. Veel hebben de neiging te focussen op wat ze niet kunnen. Ze ervaren hun belemmeringen bijna dagelijks. Ik vind het belangrijk dat ze eerst kennis maken met hun kracht… wat ze wel kunnen. Dan loopt de ontwikkeling veel makkelijker. Het zoeken naar talenten levert vaak eyeopeners op.

Wat opent jouw ogen nog? Ik ben coördinator van studenten die naar het buitenland gaan. Ik leer erg veel van wat die studenten mee terug nemen. Wij denken maar dat Nederland de maatstaf is: zoals het onderwijs hier georganiseerd is, hoort het te zijn. Maar Nederland is eerder uitzondering dan regel op onderwijsgebied. Ik begrijp goed dat internationalisering zo hoog op de agenda staat. Het levert mensen op die vanuit verschillende perspectieven en daardoor veel genuanceerder naar de Nederlandse situatie kunnen kijken.


Speurneuzen

CSI: The Hague

HHs speurt mee op hoog niveau Op televisie hebben we het allemaal al een keer gezien: hightech snufjes die misdaden moeten helpen oplossen. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) probeert met tien andere partners, waaronder De Haagse Hogeschool, de fancy onderzoeksmethoden werkelijkheid te laten worden.  tekst René Rector • beeld NFI

H

alf oktober werd Amanda Knox in hoger beroep vrijgesproken. De Amerikaanse uitwisselingsstudente werd vier jaar eerder gearresteerd op verdenking van de moord op haar huisgenote in het Italiaanse Perugia. Er was een hele berg bewijsmateriaal tegen Knox, maar daar bleef in de rechtszaal niets van over. Een belastende vingerafdruk op de beha-sluiting van het slachtoffer bleek in de beroepszaak niet meer te verifiëren, omdat het bewijsstuk inmiddels was verroest. Ook het moordwapen - een mes met bloed van het slachtoffer op het lemmet en vingerafdrukken van Knox op het heft raakte in het ongerede. Opmerkelijk: de juryvoorzitter zei na de uitspraak dat hij niet wist of Knox het had gedaan of niet, maar dat de jury op basis van het nog bestaande bewijs niet anders kon dan vrijspreken.

Fancy camera’s De rechtszaak tegen Knox benadrukt hoe belangrijk een goede verzameling van sporen op de plaats delict is. Alle sporen moeten minutieus worden vastgelegd.

‘Je wilt eigenlijk zo snel en zo veel mogelijk vastleggen, maar tot nu toe zijn de opsporingsmethoden conventioneel,’ aldus Tjark Tjin-A-Tsoi, NFI-directeur. Is er een moord gepleegd, dan transformeert een onderzoeksteam de plaats delict zo goed mogelijk tot een stapel papier: foto’s van alles (met nummertjes en linialen erbij), plaatjes van gevonden vingerafdrukken, enzovoort. In de rechtszaal moeten de aanklager en de verdediging van de verdachte dan vaak bediscussiëren of het bewijsmateriaal wel solide in elkaar steekt. Bij Knox werd het mes uiteindelijk als bewijsmateriaal uitgesloten, omdat het niet op de plaats delict gevonden was. Het NFI startte in 2009 met een groep hightech bedrijven de ontwikkeling van een nieuwe manier van bewijsvoering. Het principe is eenvoudig: leg zoveel mogelijk van de plaats delict vast en leen daarvoor technologie uit andere expertises. Leer forensisch onderzoekers daarna hoe ze met die technieken moeten omgaan in een laboratorium.

14 • H/LINK

17


Eerst maar eens bewijzen

Met een camerahelm kan een expertteam over je schouder meekijken.

Het lijkt appeltje-eitje, maar een camera die on the spot een driedimensionaal beeld kan vastleggen, is nieuw. Het geeft rechters en advocaten de mogelijkheid met een speciale bril op de plaats delict straks virtueel te doorlopen.

Het resultaat is indrukwekkend. Zo beschikt het lab nu bijvoorbeeld over een bril, die vastlegt wat de forensisch onderzoeker die ‘m draagt, ziet. Tegelijkertijd geven experts die even verderop op een scherm met de onderzoeker meekijken via een oormicrofoontje aanwijzingen aan de onderzoeker. Ook is een warmtecamera ontwikkeld die nauwkeurig kan registreren of er nog warmtesporen op de plaats delict aanwezig zijn. Heeft iemand op een stoel gezeten? De stoel blijft nog uren meetbaar warm. En ook al zo fancy: een camera die eruitziet als een gewone handycam. Het verschil is dat een gewone videocamera altijd maar drie kleuren licht registreert: blauw, groen en rood. Deze spectrocamera registreert een paar honderd tinten. De camera kan door z’n fijnzinnigheid zelfs op een rood sprei niet alleen bloedsporen ontdekken, maar ook vaststellen hoe lang het bloed er al ligt. Een andere nieuwe tool is een camera die 3Dopnamen kan maken van een plaats delict.

Het lab is ingericht als een oer-Hollandse straat met dito burgerlijke huisjes. Wie er binnengaat, treft bijvoorbeeld in de woonkamer een met bloed besmeurde paspop, en na enig zoeken een mes in de slaapkamer. Buiten de huisjes kan met grote schermen een ‘straat’ worden nagebootst inclusief dienders die het verkeer regelen en toegestroomd publiek. Dat het lab er ‘net echt’ uitziet heeft twee redenen. Ten eerste zijn al die hightech snufjes indrukwekkend, maar voor ze echt als bewijs kunnen dienen in een rechtszaal, moeten rechters en advocaten overtuigd zijn van de geldigheid van zulk bewijs. Dat is niet voor niets: in de meeste rechtsstaten geldt dat iemand onschuldig is, tenzij het tegendeel overtuigend bewezen is. Een van de eerste rechtszaken waar DNA-sporen als bewijsmateriaal dienden, was die van de moord op Nicole Brown Simpson en haar minnaar Ronald Goldman, waarbij O.J. Simpson met zijn advocaten de betrouwbaarheid van zulk bewijsmateriaal vele malen aanvocht. Niemand zit erop te wachten dat een moordenaar vrijuit gaat omdat de spectrocamera ondeugdelijk blijkt. ‘Maar het Openbaar Ministerie vraagt steeds meer naar objectief bewijs,’ stelt projectleider Andro Vos van CSI The Hague. Het lab laat zien wat er mogelijk is, maar ‘het is niet aan ons om te bepalen wat deugdelijk is,’ zegt Vos. Ten tweede moeten forensisch onderzoekers leren omgaan met nieuwe technieken. Het lab is een trainingsmogelijkheid voor rechercheurs. Zo kan een rechercheteam ‘ter plaatse’ recherchewerk verrichten. Simulatiesoftware bepaalt welk misdrijf er is gepleegd en welke rekwisieten het NFI vooraf moet plaatsen. De oefening begint bij de aankomst in de virtuele ‘straat’, waarna de recherche de woning in real life kan doorzoeken. Camera’s in het lab leggen dan nauwkeurig vast waar iedereen is en welke technieken ze gebruiken. Uit die camerabeelden blijkt gauw genoeg of rechercheurs het onderzoek goed uitvoeren. Daarmee is het lab zowel een onderzoeksfaciliteit om nieuwe onderzoekstechnieken te ontwikkelen en te verfijnen, als een trainingsfaciliteit voor (nieuwe) forensisch onderzoekers.

18

H/LINK • 14


Op ‘straat’ komt een rechercheur vaak in een verwarrende situatie terecht. Dit lijkt een autobrand, maar het blijkt te gaan om een afrekening in het drugscircuit. In het huis plaatst de computersimulator ook een pistool (niet ondenkbeeldig in dat milieu), maar het moordwapen blijkt in deze simulatie een mes.

Nieuwe technieken aanleren Training is bij forensische onderzoekstechnieken essentieel. ‘Forensisch onderzoeker is zo’n beroep waarin je pas na een paar jaar goed wordt. Het is eigenlijk heel ambachtelijk werk,’ vertelt Herman de Bruine. ‘De beste forensisch onderzoekers zijn om die reden meestal de oude rotten in het vak: zij hebben er al heel wat oefening op zitten.’ De Bruine doceert aan de opleiding Integrale Veiligheidskunde en vormt de linking pin met De Haagse in het CSI The Hague-project. Hij doet onderzoek naar leren in organisatieculturen. Bij het introduceren van nieuwe forensische technieken zou dat nog weleens een probleem kunnen worden, want als je een nieuwe techniek introduceert, is iedereen weer beginner. En als het hightech is, hebben de jonkies het meestal sneller door dan die oude rotten. ‘De verhouding op de werkvloer verandert. Dat zie je vaak met het invoeren van nieuwe technieken. Nu denken we vaak dat als mensen problemen ondervinden bij de introductie van nieuwe werkmethoden, dat individuele problemen zijn. Dat is niet zo. Het is een probleem dat besloten ligt in de organisatiecultuur.’

In sommige organisaties bestaat van nature respect voor elkaars kwaliteiten. In andere organisaties moeten alle individuele leden voldoen aan een (hoge) standaard. In die groep verwacht De Bruine veel meer problemen wanneer zo’n groep moet omgaan met een nieuwe techniek. ‘Het was het NFI ook opgevallen als er rechercheurs komen oefenen in het CSI-lab: de ene groep heeft het als groep veel sneller onder de knie dan de andere groep. In de ene groep leren mensen van elkaar, en is er weinig schroom om hulp te vragen. In andere groepen liep dat veel stroever. Dus nu trainen we groepen tijdens het leren omgaan met nieuwe technieken, ook op de sociale aspecten die daarbij komen kijken.’ Tegelijkertijd is de training een manier om ook de betrouwbaarheid van in de veiligheidssector werkende groepen te vergroten. Hoe beter een groep in staat is met fouten om te gaan en ervan te leren, hoe betrouwbaarder zo’n groep wordt. ‘Dat is dus niet alleen een kwestie van hightech apparatuur, maar ook van een team dat er adequaat mee om weet te gaan,’ aldus De Bruine.

Zelf ook een kijkje nemen in het lab? Op de site van Link vind je een filmpje dat een aardig idee geeft.

14 • H/LINK

19


Scriptieprijs Wat is de beste afstudeerscriptie? H/Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in april wint de beste 1.500 euro.

op

de agenda

Martijn Langendoen Metaaldiefstal in de Rotterdamse haven vormt een serieus veiligheidsprobleem. Toch gebeurde er niet veel aan. Oorzaak: metaaldiefstal stond van nature niet hoog op de agenda bij politie en politiek. Tot voor kort tenminste.  tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers en Anke Nobel

‘K

ijk, daar zie je ze staan, wat onguur lijkende mannen. Ze openen de kofferbak en ja hoor, daar komt weer een paar kilo metaal tevoorschijn. Gestolen? Ik kan het je niet zeggen, maar ik mag die mannen niet zomaar controleren.’ Nog voor we goed en wel op weg zijn, uit Martijn Langendoen zijn frustratie. Terwijl Link samen met de inmiddels afgestudeerde Integraal Veiligheidskundige door de haven van Rotterdam rijdt, passeren we Spijkers & Zonen, een metaalopkoper in het gebied van de Stadshavens. Martijn kent ze goed, net als de hele buurt trouwens. Hij werkt er inmiddels zes jaar. ‘Vanuit mijn functie als Coördinator Opsporing houd ik me bezig met haven-gerelateerde criminaliteit. Met mijn scriptie wilde ik aandacht krijgen voor een serieus probleem, namelijk metaaldiefstal. En dat is gelukt,’ vertelt Martijn, terwijl hij verder het havengebied in rijdt. Wat is er precies aan de hand? Als coördinator viel Martijn het grote aantal metaaldiefstallen op. Hij voerde tijdens zijn scriptieonderzoek die diefstallen terug op de hoogte van de metaalprijs. Dat werkt zo: door

20

H/LINK • 14

Leeftijd: 32 nde e Veiligheidsku Studie: Integral euwe goud Scriptie: Het ni Cijfer: 8

opkomende economieën zoals China, India en Brazilië neemt de vraag naar metaal toe. Die toenemende vraag drijft de prijs op, en dat maakt metalen – koper vooral – tot een aantrekkelijk object voor criminelen. Vroeger stalen ze je televisie, nu de bovenleiding van het spoor. Toen Martijn in begin dit jaar aan zijn scriptie begon, waren de metaalprijzen inmiddels gestegen tot recordhoogte. Voor een kilo koper bijvoorbeeld – ook wel het nieuwe goud genoemd – betaalde je zo’n zes euro. Intussen steeg, zo inventariseerde Martijn, het aantal gepleegde metaaldiefstallen in de haven van 26 in 2009 naar 61 geregistreerde diefstallen in 2010: meer dan een verdubbeling. Een toename in diefstal is een ding, maar Martijn ontdekte ook dat het percentage van de diefstallen dat opgelost werd in diezelfde periode daalde van 31 procent in 2009 naar een kleine 10 procent in 2010. Bovendien waren de opgelegde straffen allerminst hoog te noemen. Diefstal kan bestraft worden met maximaal zes jaar gevangenisstraf, maar in de prak-


Hoe los je metaaldiefstal op? Metaalprijzen stijgen en daardoor ook de metaaldiefstallen in de Rotterdamse haven

tijk komen de daders veelal weg met een geldboete. Een zorgelijke situatie, vindt Martijn, temeer ook omdat de prijs van metaal waarschijnlijk blijft stijgen, en dus ook het aantal metaaldiefstallen.

Metaaldiefstal kost miljoenen!

Er worden te lage straffen gegeven

Slechts 10% van de diefstallen wordt opgelost

In zijn scriptie focust Martijn op de (mogelijke) gevolgen van metaaldiefstal. Zo is er niet alleen economische en materiële schade die in de miljoenen euro’s kan lopen, maar ook de veiligheid is in het geding. Martijn: ‘Herinner je nog het ongeluk in Zevenaar, een klein jaar geleden? Toen botste een goederentrein op een internationale passagierstrein. Dat was een gevolg van koperdiefstal. Moet je voorstellen als er een wagon met giftige stoffen in de haven van Rotterdam ontspoort.’ Na z’n inventariserende onderzoek was het voor Martijn duidelijk: metaaldiefstal heeft grote economische gevolgen, en geregeld is de veiligheid in het geding. Maar waarom gebeurde er dan zo weinig om het probleem aan te pakken? Hij zocht de oplossing in de tweede helft van zijn scriptie in een integrale aanpak, maar kwam er toen achter dat er überhaupt nauwelijks aandacht voor was. ‘Metaaldiefstal is geen onderwerp dat van nature bovenaan de agenda staat, het wordt vaak onder één noemer geschaard met vandalisme of stroperij.’ Met het gevaar om zijn suggesties in de onderste la te zien belanden, besloot Martijn eerst een sense of urgency te creëren.

Weinig mensen doen aangifte!

Door samen te werken heb je de meeste kans dat het probleem op de beleidsagenda komt Wij kunnen hogere straffen eisen Ik moet aandacht besteden aan het probleem

Ik kan zorgen dat er vaker aangifte wordt gedaan door naar de mensen toe te gaan

Ik kan het aankaarten bij de minister

We moeten een gezamenlijke stem laten horen! Wij moeten vragen stellen aan de burgemeester

Martijn voerde diverse interviews met de betrokken hoofdrolspelers. Zo zat hij om de tafel bij Deltalinqs, de belangenbehartiger van de bedrijven in de Rotterdamse haven, het Havenbedrijf Rotterdam dat de haven beheert en ontwikkelt, het Openbaar Ministerie, met zijn eigen leidinggevenden en ten slotte de lokale politiek. Politieke kopstukken waren soms echter huiverig. Niet gek, volgens Martijn: ‘Als ik aandacht ga vragen voor een onbekend, maar ook gevoelig onderwerp, dan kan je terughoudendheid verwachten.’ Uiteindelijk slaagde Martijn erin om bij alle hoofdrolspelers een gevoel van noodzaak op te wekken. ‘Ik ben trots dat deze scriptie er mede voor heeft gezorgd dat metaaldiefstal een hogere prioriteit heeft gekregen. De exacte cijfers over 2011 heb ik nog niet, maar ik zie wel dat er meer aanhoudingen zijn, dat er meer aangifte wordt gedaan, en dat er hogere straffen worden geëist. Nu is het een kwestie van doorpakken, maar vooral samenwerken (zie infographic). Als je van meerdere kanten een zelfde geluid laat horen dan is het voor de politiek moeilijker om hieraan voorbij te gaan.’

Waar zijn de media?

H/Link scriptiepr ijs

Na een uur door de haven te hebben rondgereden, komen we weer langs de metaalopkoper Spijkers & Zonen. ‘Over goede samenwerking gesproken,’ zegt Martijn. ‘Google maar eens op “De geitjes van Bergen op Zoom”. Dat waren koperen beelden die bij deze metaalopkoper werden verkocht. Hij noteerde hun identificatie en tipte ons. Hierdoor hebben we de daders kunnen oppakken.’

Ben je (bijna) afges tudeerd en wil je ook kans ma ken op de hoofdprijs van € 1.5 00,-? Kijk op www.dehaagseho geschool. nl/linkscriptieprijs hoe je mee kunt doen. Scriptie s zijn terug te vinden in de hbo kennisbank. www.hbo-kennisb ank.nl

Op verzoek is de naam van de metaalopkoper gefingeerd.

14 • H/LINK

21


Juweeltjes Wat is nieuw en de moeite waard? En welk juweeltje heb je tot nu toe gemist? Voor ‘nieuwe juweeltjes’ kijk je rechts. De verborgen schatten zijn deze maand van Rianne Valkenburg, lector Kennistransfer in Productinnovatie.

‘Ik laat me graag verrassen’ Rianne Valkenburg is lector Kennistransfer in Productinnovatie. Naast het opzetten van diverse projecten binnen de hogeschool, blijft er gelukkig tijd over voor het lezen van… stripverhalen.

Ik laat me niet snel verrassen, maar dit kun je gewoon niet zelf bedenken. Deze strip heeft echt een extra dimensie waar je je helemaal in kunt verliezen. Strips als deze zijn meestal niet verkrijgbaar in een gewone boekhandel, daarvoor zijn speciale stripwinkels. Dat is een heel eigen wereldje.’

tekst Riska Veldhoven • beeld Mieke Barendse

Amélie toont andere manier van denken

Kunst in een stripverhaal ‘Mijn stripverzameling bestaat uit zo’n drie- tot vierhonderd albums, waarvan De Ruwe Gids van Hanco Kolk zeker een hoogtepunt is. Hanco Kolk is beter bekend van S1ngle en Gilles de Geus. De Ruwe Gids is een grote-mensenstrip die qua vorm ontzettend veel toevoegt aan de tekst. De plaatjes alleen al zijn geweldig om naar te kijken. Het verhaal speelt zich af in de stad Meccano, waar de mensen er een puinhoop van maken. Er komen bizarre passages in voor. Zo is er een situatie waarin een jonge vrouw een kind krijgt, waar ze zo verknocht aan is, dat ze het kind altijd bij haar wil hebben en tot haar achttiende jaar de navelstreng niet wil doorknippen. Het zijn drie losse verhalen, die toch vloeiend in elkaar verweven zijn en op een geweldige manier zijn vormgegeven. Kleur is gebruikt als sfeerimpressie en er wordt minimaal gebruik gemaakt van lijnen. Bovendien geeft het verhaal je ook nog een boodschap mee. Het boek is bijna kunst.

22

H/LINK • 14

‘Amélie Poulain is een stil en naïef meisje dat alles van een afstandje observeert. Ze zit op haar eigen roze wolk. Het verhaal loopt geloof ik zo, dat ze een fotoboek vindt dat ze wil teruggeven aan de eigenaar. Vanaf het moment dat ze in haar eigen leven actie gaat ondernemen, besluit ze ook in te grijpen in het leven van de mensen om haar heen. Amélie heeft een heel andere manier van denken. Dat fascineert me. Ze haalt subtiele grapjes uit met mensen in haar omgeving, die me echt aan het lachen maken. Het begint met kleine pesterijtjes, waarmee ze hoopt het gedrag van mensen te veranderen. Ze verwisselt de sloffen van een knorrige man om voor net iets kleinere en zet zijn klok terug in de tijd. Dat vind ik grappig. Verder onderhoudt haar vader al een tijdje een soort gedenkplaats voor haar overleden moeder. Een tuinkabouter doet dienst als gedenksteen. Amélie geeft de kabouter mee aan een bevriende stewardess, die haar vader foto’s bezorgt van de kabouter bij de Eiffeltoren en andere leuke plekken op de wereld. Na een jaar is de kabouter terug, waarop de vader van Amélie besluit om zelf een wereldreis te maken (met de kabouter onder zijn arm). In de film wordt weinig uitgesproken of uitgelegd, maar het toont een hele andere manier van denken. Dat verrassende vind ik leuk. Bovendien herken ik mezelf erin, omdat ik in mijn werk ook veranderingen probeer door te voeren en daarmee een verschil hoop te maken.’


Recensies Darth Vader en de digitale revolutie Het was alsof ie erop had gewacht: op het moment dat zijn biografie was voltooid, hield Steve Jobs het voor gezien. Je kunt z’n biografie lezen als een persoonlijk document, maar net als de Star Wars saga het levensverhaal van Darth Vader vertelt, vertelt deze biografie eigenlijk het verhaal van de digitale revolutie, samengebald in één leven.

nis van Apple. Het boek is ook een schets van een afschuwelijke man, die maar twee oordelen kende: ‘Total shit’ of ‘Absolutely amazing’. Het laat bovenal zien hoe de ontwikkeling van digitale revolutie soms van toevalligheden aan elkaar hangt en de concurrentiestrijd tussen Apple en Microsoft tot een soort heldenepos verwordt.

Steve Jobs kreeg de elektronica met de paplepel ingegoten. Zijn vader was elektrotechnicus bij een van de grote bedrijven in wat nu Silicon Valley heet. Een computer was in die tijd nog een apparaat waar je data invoerde met ponskaarten en waarbij je de resultaten de volgende dag kon ophalen. Hobbymatig computeren kon ook, maar dat wilde zeggen dat je er zelf een moest bouwen. Toen Jobs met zijn vriend de Apple 1 demonstreerde (de eerste computer die een letter op een beeldscherm liet zien als je die aansloeg op een toetsenbord) op een hobbyclub, kreeg het duo een order van vijftig stuks - 25.000 dollar. De biografie is een verzameling hilarische, interessante en leerzame anekdotes over ondernemersgeest, technologieontwikkeling en de geschiede-

Een tikje storend is dat Jobs onbescheiden veel aan zichzelf toedicht. Zo pocht hij dat zonder hem er nooit zoveel fantastische lettertypes op de computer beschikbaar zouden zijn gekomen, omdat hij toevallig op Reed College een klasje kalligraferen bijwoonde. Dat is flauwekul: zonder Jobs was er wel iemand anders geweest die het vreemd had gevonden om blokkerige groene letters op een scherm te zien in plaats van de Lucida sans waarin je dit leest. Jobs was wel vaak de eerste, maar zijn voorsprong was meestal maar een paar maanden.

Maar schijn bedriegt. Michaels leven is namelijk niet zo makkelijk ‘zonnig’ te houden, hoewel de klassieker van Boney M. (Sunny, uit 1976) een fijnzinnig motief in de film vormt. Wanneer de rolluiken van Michaels huis omlaag zakken, blijkt dat Michael een geheim heeft: in zijn kelder gijzelt hij een klein jongetje, Wolfgang, en die maakt het leven van zijn kwelgeest vreugdevol. Het mannetje is voor Michael bedoeld om seksueel aan zijn trekken te komen, maar vooral ook om de eenzaamheid tegen te gaan. De seks, die nergens expliciet wordt noch in beeld komt, is echter niet eens waardoor dit regiedebuut

Steve Jobs de biografie Walter Isaacson

 Meer weten?

Steve Jobs de biografie leest als een verslag van de digitale revolutie. Jobs leefde die revolutie, en er zijn niet veel mensen die hem dat na kunnen doen. Aanrader.

Michael is ondraaglijk normaal Michael is een soort kruising van de irritante filiaalchef uit de Albert Heijn-reclames en Dr. Green uit E.R. Qua uiterlijk. Maar zelfs bij de filiaalchef steekt zijn leven nog saai af. Hij woont in een huisje in een niet al te grote Duitse gemeente, hij eet gebakken Smac als avondeten en verkoopt verzekeringen voor zijn beroep. Je zou de eerste paar minuten van de film het idee kunnen krijgen naar een Duitse remake van Happiness of Magnolia te kijken.

tekst René Rector

tekst René Rector

van Markus Schleinzer akelig wordt. Het is de volstrekte vanzelfsprekendheid van het leven van Michael en Wolfgang, waardoor de film shockeert. Schleinzer laat het oordeel over Michael geheel aan de kijker. Sterk - daardoor wordt de film niet moraliserend. Je moet natuurlijk wel op een andere planeet geleefd hebben om de parallel met Mark Dutroux, Josef F. (die zijn dochter 24 jaar in een kelder gevangen hield) of Wolfgang Priklopil (de kwelgeest van Natascha Kampusch) te missen. Soms zijn gebeurtenissen uit die ontvoeringen in de film overgenomen. Schleinzer kiest daarbij wel voor een verrassend perspectief: hij volgt de denkwereld van de dader, niet van het slachtoffer. En dat maakt deze film interessant. Je stapt de wereld binnen van iemand met wie je je niet wilt identificeren. Eng.

Michael Genre: drama Duur: 96 minuten Regie: Markus Sleinzer

 Meer weten?

Uiteraard start het verhaal op het moment waarop de gijzeling van Wolfgang flink uit de hand begint te lopen, en het zonnige, weerzinwekkende pedoseksuele leven van Michael steeds meer verregent. Tot uiteindelijk het noodweer losbarst en de gebeurtenissen elkaar als een dominorally opvolgen.

14 • H/LINK

23


Reflectie

Vrouwen zijn bij verkiezingen voor beste docent van het jaar een stuk minder populair dan hun mannelijke collega’s. Is de meester beter dan de juf? Een lector, docent, student en HRM-consultant denken mee over mogelijke verklaringen.  tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse

D

e afgelopen vijf jaar werd de prijs voor beste docent van het jaar, de H/Olive Award, één keer gewonnen door een vrouw. Dit jaar was er een voorselectie per academie: twaalf van de dertien genomineerde docenten waren man. Ook bij de organisatie is het opgevallen. HRM-consultant Petra Zanders: ‘Wij waren ook zeer verrast door deze uitslag.’ Voor de H/Olive Award dragen studenten de beste docent van hun academie voor. In principe is de docent met de meeste stemmen genomineerd, al maakt de academiedirecteur uiteindelijk de definitieve beslissing. Aan de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke docenten kan het volgens Zanders niet liggen: die is ongeveer 55/45 procent. Ze moet bekennen: ‘Wat er nu voor heeft gezorgd dat er vooral mannen zijn genomineerd, daar heb ik geen verklaring voor.’ Gemeten langs andere latten doet de hogeschool het juist goed als het gaat om

24

H/LINK • 14

‘vrouwen aan de top’. Veertig procent van het personeel in de top van het HHs-bestuur is vrouw en voor de subtop is dit aantal zelfs vijftig procent. De doelstellingen voor het in 2009 getekende charter ‘Talent naar de top’ – een code met afspraken voor het realiseren van m/v diversiteit in de (sub)top – is daarmee ruimschoots behaald. ‘Het gaat er nu om deze aantallen te behouden,’ licht Zanders toe. ‘De hogeschool vindt het belangrijk dat er een divers team is; uit onderzoek is gebleken dat dit beter is voor de creativiteit en de bedrijfsresultaten.’ Zouden studenten hier anders over denken? Hebben zij het liefst alleen een man voor de klas? En als dat zo is, waar ligt dit dan aan? Tweedejaarsstudent Personeel en Arbeid Marleen Poot gelooft wel dat mannen meer rust en zekerheid uitstralen tijdens het lesgeven: ‘Ze komen in het algemeen betrouwbaarder over.’


Al haast ze zich te zeggen dat dit niet geldt voor de docenten van haar opleiding, maar dat dit meer haar verklaring is voor al die mannelijke H/Olive awardwinnaars. ‘Mijn beste docent is een man, maar de tweede plaats wordt ingenomen door een vrouw. Ze is een fantastische docent die mij erg inspireert en me ontzettend aan het lachen kan maken.’

Minder zichtbaar Een vrouwelijke docent die inspireerde en daar ook voor werd beloond, is Barbara Heezen-Gerritsen van de Academie voor Bestuur, Recht en Veiligheid. In 2008 won zij de H/Olive Award. De verklaring die volgens haar het meest voor de hand ligt: ‘Ik denk dat de verkiezing vooral te maken heeft met welk gezicht eruit springt, niet zozeer met de expertise van de docent. In ons team werken met name de vrouwen parttime en de mannen fulltime. En als je minder zichtbaar bent, dan val je minder op.’

Ook lector Pedagogiek van de Beroepsvorming Frans Meijers heeft wel wat aan te merken op de verkiezing voor beste docent van het jaar: ‘De beoordeling gebeurt op basis van een onderbuikgevoel. Het gaat niet om wat op lange termijn het beste is voor de student.’ Dit onderbuikgevoel neigt volgens Meijers om de volgende reden naar de keuze voor een mannelijke docent: ‘Ik denk dat de gemiddelde student niet gemotiveerd is voor het onderwijs dat hij volgt. Dat betekent dat als er eisen worden gesteld met betrekking tot reflectie, dit bij de student leidt tot verzet. Vrouwen communiceren op een heel andere manier dan mannen. Mannen proberen problemen meteen op te lossen, een vrouw wil erover praten. Dat is heel goed vanuit onderwijsperspectief, maar de gemiddelde student heeft een zusje dood aan praten. Je wilt niet

iemand die je diep in de ogen kijkt, je wilt een oplossing.’ Bij de verkiezingen in 2012 is er wellicht meer duidelijkheid over het stemgedrag van de studenten. Zanders: ‘Het lijkt me een goed plan om volgend jaar te analyseren wie er stemt. Stemmen vrouwen eerder op mannen en stemmen er meer vrouwen? Stel dat dat zo is, dan kan je het al wat beter verklaren. Ook kunnen we volgend jaar beter bijhouden wat de invloed is van academiedirecteuren.’ Daarnaast is het interessant om uit te zoeken waarop studenten hun docent beoordelen. ‘Als het vooral gaat om bereikbaarheid, dan kan het feit dat vrouwen vaker parttime werken meespelen. Of vinden studenten de manier van lesgeven belangrijker? We gaan ook kijken naar onze eigen vraagstelling, misschien is die ook niet geheel waardevrij. Pas als we de oorzaak weten, kunnen we er iets mee doen.’

14 • H/LINK

25


Summaries

The Big Annoyances Show Link magazine recently conducted a survey about the major annoyances students have about their lecturers and vice versa. We have also collected possible solutions.

Top 3 Annoyances for students

Top 3 Annoyances for lecturers

1. A lecturer that doesn’t respond to his mail (93%) Possible solution: Ask your lecturer what the best time and place is to ask your questions. Don’t be lazy: first search an answer yourself. If you can’t find it, formulate your question clearly.

1. Impolite students (92%) Possible solution: Point out the unwanted behaviour to your students. Make it a subject of discussion.

2. Not being taken seriously by a lecturer (88%) Possible solution: ‘A chat after class can do miracles,’ says Dennis, a Communication and Multimedia Design student. ‘Tell the lecturer what you think should change in a friendly and professional way. Be receptive to his opinion.’ 3. Unclear deadlines (87%) and unclear expectations Possible solution: Read the study guide at the beginning of the quarter. If some information is missing or you have questions: Ask your lecturer sooner rather than later.

2. Students who don’t hold up their end of the bargain (89%) Possible solution: Be clear about your expectations from the start, and tell students the consequences. 3. A lot of language and spelling errors in the work that is handed in (85%) Possible solution: Giving an unsatisfactory mark when someone makes five mistakes or more can be a solution. However, ‘What you don’t put in, doesn’t come out,’ claims Frans Joosstens, lecturer of Facility Management. He asks students to write draft reports and gives feedback. Good interim reports are rewarded with an extra point on the final mark.

1,040 euro for Glass House From 18 to 24 December, three disk jockeys from radio station 3FM will spend a week broadcasting from a ‘Glass House’ in Leiden. They will go without food for the entire week and work round the clock as part of their annual ‘Serious Request’ event, in which listeners are encouraged to request songs in exchange for charitable donations. In order to support this annual charity drive, which will be held this year in support of mothers affected by war, five second-year Marketing students from The Hague University organized a dance event on 23 November. Their proceeds, 1040 euro, will be donated to Serious Request and 29 other Marketing students are also raising money with different events. The total amount of funds raised will be announced on 23 December in Leiden.

26

H/LINK • 14

Disagreement over schedule approaches For years, schedules have been a major cause of irritation. They are not ready on time and even when they are available, one can still expect all kinds of changes. A new mode of operation is supposed to solve the problems, but not everyone is at ease with the implementation of this new method. The University Council even thinks that the plan needs a complete re-write. The present plan suggests that the main cause of the problem can be linked to lecturers, according to the council. The plan is meant to force study programmes to finish their curriculum sooner. A pilot for this new system is now running at the Health Academy, and so far it is doing well.


Male lecturers seem more popular For the last five years, only one woman has won the price for best lecturer of the year: the H/ Olive Award. This year, for the first time, there was a pre-selection, in which one teacher was nominated per academy. Students nominate their teachers, but the Department Manager gives the final call. In total, thirteen lecturers were nominated this year and only one of them was a woman. Barbara Heezen-Gerritsen, the only female lecturer to have won the Olive Award in recent years, suggests it has do with the balance of teachers working part-time and full-time. She says: ‘In my team, women more often work part-time, which means they are less visible.’ Lector Frans Meijers explains how the popularity of male lecturers could have something to do with the different ways of communicating of men and women. ‘A man tries to fix problems right away, while a woman likes to talk about it. This is a very good thing for teaching, but the average student doesn’t like to talk.’

CSI The Hague The Netherlands Forensic Institute has just opened an ultramodern lab, in which forensic investigators are able to practice techniques on a staged crime scene. What is unique about the situation is that a few of the techniques that will be practiced are completely new. Just one example is a new camera that detects blood stains and is able to determine how old those stains are. Another camera, which is really sophisticated, registers everything the investigator does, and gives them feedback from colleagues who are able to watch what’s going on through the camera in real time. The Hague University is participating with a teaching method to pass these new techniques on to groups of forensic investigators.

What to do about theft of copper

To get a possible answer, HRMconsultant Petra Zanders will study student’s voting behaviour next year.

For all curious international THU students and employees, Link offers a translated summary of the most important, interesting and fun Dutch stories of this issue on these pages. If you want more news and information, visit Link Online in English on the student portal.

Copper theft around the Port of Rotterdam is harmful for the economy as well as the safety of the area. Martijn Langendoen, this month’s nominee for the Link graduation price, has examined why so little is done about it and has concluded that there is no sign of urgency. Subsequently, Martijn succeeded in bringing the different players – like law enforcement, the municipality and the dock

industry – together and made them put the issue higher on the agenda. Every month H/Link nominates an outstanding graduate who has not only performed excellently academically, but also has a relevant thesis. Every year in April, the best one wins 1.500 euro.

Fuss about the smart boards Since this summer, the Information Technology Department has installed 120 smart boards (interactive whiteboards). Meanwhile, complaints about the smart boards are being discussed within the University Council and some teachers have even been dragging the ‘old’ whiteboard with them through the hallways. The main complaints about the smart boards are that there is not enough space to write next to a PowerPoint presentation and that the ‘ink’ that shows up on the board does not always line up with the pen when teachers try to write something down. It seems that courses can be a part of the solution. The Professional Development Centre, which takes care of the courses, likes to receive feedback on the smart boards by e-mail (pdc@hhs.nl). They will use the feedback as input to new courses in January.

14 • H/LINK

27


Juggling

‘I still want an

Olympic

Not only is she busy with a full-time study, a double-degree research project and sorting out her internship, Maike Stöckel still trains twice a day in order to keep up with playing professional hockey and aims to be in full form for the London Olympics next summer. ‘It’s definitely a challenge in organisation for me.’  story Leena Laitinen • photo Bas Kijzers

Maike Stöckel (in black and white) passes her opponents during a match.

M

aike Stöckel, 27, has been playing hockey since she was only 4 years old. Her mum took her to a ‘miniday’, an introduction to hockey aimed at little kids, and it clearly paid off. Now, 23 years later, Maike plays for Haagsche Delftsche Mixed Hockey club (HDM) in the main Dutch hockey league and is also a member of the German national hockey team. In 2007, she received an award for Best Female Talent by the International Hockey Federation,

28

H/LINK • 14

which she names as one of her biggest achievements next to succeeding in tournaments and championships. ‘Winning the award was great, but it did mean that people expected a lot from me, especially because the Olympics took place the following year.’ In the end they were fourth.

Going Dutch In 2009, Maike was offered a place in HDM, which meant moving to The Hague. Besides having to get used to a new

team, she also had to learn an important skill. ‘In the past, I always played for a team that was able to compete and possibly win the league, but HDM isn’t really one of those teams. In the beginning, I got very angry when we lost, but I learned to deal with it.’ That experience has also taught her that it is not all about winning. ‘At HDM, we have a great team spirit and we are all friends. In the national team it’s a bit different and people aren’t as friendly with each other.’

Despite still being passionate about her hockey career, Maike knows she also needs to think about life after hockey. At the moment, she is studying European Studies and has taken up the opportunity to top up her degree with a BA as part of a double degree programme with Sheffield Hallam University in the UK. That, of course, means she needs to leave more time for studying, noting that: ‘both the university and my team are very supportive about combining hockey with studying. It seems


Melting pot

medal’

Like every culture, every kitchen has its very own flavors. The Hague University houses more than 135 nationalities, so that must provide enough ingredients to get a taste of great recipes from all over the world.

French recipes for cold winter nights Emilie Franzo (20) and Christopher Tussy (21), exchange students from France, invited Link to their kitchen where almost-professional cook Emilie revealed the secrets of French cooking traditions in the heart of The Hague. story Enitsa Gabrovska • photo Mieke Barendse

What are you cooking tonight? I will be making Tartiflette – a meal with potatoes, bacon, onions and special French cheese called Reblochon. For dessert, I will make an apple pie. The Tartiflette is a dish we normally eat in the winter. It is a traditional meal that comes from the Savoy region in the East of France. I was really looking forward to preparing it because I love it! The pastry for the apple pie is very French. It is completely different from the pastry for American or Dutch apple pie, for example.

What is food like in your region? We live in Ile-de-France, not so far from Paris, and we don’t have our own regional cuisine. However, the Tartiflette is very popular everywhere in France. In Savoy, they eat it once to twice a week. In Bretagne, for example, you have salty crepes with ham and cheese or with fish. In the Southwest, there are typical products like Foie Gras.

to be a Dutch thing – at least, it was not like that in Germany.’ She had to learn that the hard way and after four years of studying medicine in a German university, she had to give it up because, in the end, it was impossible to juggle both. ‘Hockey is definitely my main priority, but about two months in total per year I tend to prioritise studying over hockey, just to make sure I pass all my exams.’

Thinking ahead

Argentina to train with the German national team. They are aiming for a medal in the Olympics next year. She seems to be sure she will only play for another two years after that, but admits that once she gets to that point, it might be tempting to continue. She is also determined to study for a Masters degree after finishing her current study. ‘I’m not exactly sure what I will be doing after I’m done with hockey, but at least I’m working hard to be

In December, Maike is off to

ready for it.’

Also, when you have guests for RECIPE ON LINK ONLINE dinner in France, traditionally Check out the recipe of the you have to prepare the food Tartiflette and apple pie, and a the day before or in the mornmovie on Link Online ing and you cook the whole (http://link-en.hhs.nl) morning. Then the taste is better because, if you cook meat, there is normally a sauce that needs time to soak in and so on.

What do you think about Dutch eating habits? When we came here we were very surprised that Dutch people have dinner very early, around 18h. In France we eat later, around 20h. As for food, we tasted the kroket. I liked it but I don’t think I can eat it every day. We tasted the cheese and we liked it, too. There is one thing, in particular, I will miss when I go back to France: the stroopwafels! I think I am addicted!

Would you like to invite H/Link into your kitchen and give us a taste of your home country? Send an e-mail to hlink@hhs.nl.

14 • H/LINK

29


In de vitrine Overal binnen De Haagse Hogeschool staan vitrinekasten vol spullen, loop je tegen kunst (of kitsch) aan. Wat het is, waar het vandaan komt of van wie die verzameling is, blijft vaak gissen.

‘Het lijkt wel een martelvoorwerp uit de film Saw’ Wouter Staallekker, tweedejaarsstudent Safety & Security Management Studies: ‘Ik denk dat die stoel hier staat omdat de studie Bewegingstechnologie hier is en misschien ook zodat mensen kunnen ervaren hoe het is om in een rolstoel te zitten.’ Het verlossende antwoord komt van Bert Broeren, docent aan de

In de buurt van Rugzak 4.61 staat een mysterieus voorwerp. Het verstoft een beetje, is vergeten lijkt wel, zo alleen op een tafel in een hoekje. Het is een rolstoel, natuurlijk. Dat ziet iedereen. Maar wat doe ie daar? De rolstoel dateert uit de jaren vijftig: bruin leer, grote wielen voor, kleine wielen achter en een loopkrukje aan de voorkant – het is een aparte constructie.

tekst Marijana Filipovic • beeld Mieke Barendse

opleiding Bewegingstechnologie. ‘De stoel is naar de Haagse Hogeschool gebracht door mijn voorganger, Kees Stassart, om een contrast te tonen tussen de hedendaagse rolstoelen en de rolstoelen van de jaren vijftig.’ Op de vraag waarom de stoel op een ietwat verlaten plek staat, hoog op een tafeltje in de hoek heeft Bert een simpel antwoord: ‘Er komen hier zoveel studenten langs... die zouden er als de rolstoel laag en in het zicht zou staan in gaan zitten en er misschien wel mee gaan rijden. Dat kan deze antieke rolstoel niet aan. Hoog staat de stoel veiliger.’

Tweedejaarsstudent Integrale veiligheidskunde Tim Rouw bekijkt de stoel en concludeert: ‘Het lijkt op een martelvoorwerp

Nieuwsgierig geworden naar hoe deze stoel eruit ziet? Kom dan naar Rugzak 4.61, waar je zelf een blik kunt werpen op dit antieke voorwerp.

‘Hoog staat-ie veilig, anders zouden studenten er misschien in gaan zitten en mee gaan rijden.’ Wat is toch dit mysterieuze voorwerp dat beschermd moet worden? Het is een antieke rolstoel in een vergeten hoekje van de Rugzak.

uit de film Saw. Ik heb ook werkelijk geen flauw idee waarom dat ding hier staat.’ Een meer plausibele verklaring komt van

Colofon

H/Link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst Communicatie & Marketing van De Haagse Hogeschool. • Redactieadres Locatie: Ovaal 1.06/1.08 • Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag  •  e: hlink@hhs.nl  •  f: 070 445 7554  •  i: http://link.hhs.nl • Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814), Youri van Vliet (070 445 8796), stagiair (vacant) • Studentredacteuren Ilse van Beest, Sabrina Danker, Ani Dineva, Patty Elbersen, Marijana Filipovic, Enitsa Gabrovska, Leena Laitinen, Paul van Leeuwen, Lara Lindeman, Anita Otchere, Riska Veldhoven, Eveline Wiegeraad • Medewerker Charlotte Fritschy, Dave van Ginhoven, Christin Zitter • Strips Margreet de Heer • Beeld Mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Kim Eijkelhof, Bas Kijzers, Kik, Anke Nobel • Vormgeving Mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk OBT bv, Den Haag • Advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn  •  Postbus 4130, 1620 HC Hoorn  •  e: info@bureaunassau.nl  •  t: 020 – 623 0905  •  f: 020 – 639 0846  •  i: www.bureaunassau.nl  ISSN 2210-7983  H/Link is aangesloten bij het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) • Copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. Copyright HOP: Hoger Onderwijs Persbureau, Leiden.  H/Link verschijnt maandelijks. Het volgende nummer komt uit op 26 januari.

30

H/LINK • 14


Het saaie college

Kunst en architectuur

zoekt de grenzen…

Sudoku 4

jij ook?! gratis entree Hogewal 1-9 2514 HA Den Haag 070-3658985 info@stroom.nl www.stroom.nl

3

2

6

8 9

5

6 6

4 1

7

3 Every Thursday Start 20:30, max 5 persons per team (€ 2,- p.p.)

1 9

PUB QUIZNIGHT

7 5

9

3 2

Noordeinde 140 's-Gravenhage 070 3630698

www.ocaseys.nl

5

6

2

4

9

14 • H/LINK

31


Zoek ’t uit!

Kun jij de 6 dekkingen vinden uit de Interpolis StudentenZorgverzekering?

bril/contactlenzen vergoeding

buitenland zorgdekking

alternatieve geneeswijzen vergoeding

psychologische zorgdekking

zorgbemiddeling

fysiotherapie zorgdekking

Alle dekkingen die je als studentt di nodig hebt in één zorgverzekering. Handig. De Interpolis StudentenZorgverzekering. Die sluit je af zonder iets uit te hoeven zoeken. Regel het binnen 10 minuten op rabobank.nl/studentenzorgverzekering 32

H/LINK • 14

Interpolis. Glashelder Verkrijgbaar bij de Rabobank.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.