november 2013
37
magazine van De Haagse Hogeschool
Crisis,
wĂŠlke crisis? Alaeddine Touhami: van DWDD tot dromenjager Deze studiemethoden werken (niet)
Voor €10,- naar het theater!
Scriptie schrijven? Gebruik de digitale bibliotheek!
Te boeken via 070 88 00 333 of bij de kassa aan het Spuiplein 14 november
Upload Klassiek De sterren van youtube 21 november
Introdans Oorlog en Vrede 21 november
Erwin Nyhoff In the Footprints of Springsteen 23 november
Nederlands Blazers Ensemble De Ring
Doe 20.000 ideeën op
8 december
Flamencogrootheid Eva Yerbabuena ¡Ai! 26 december
duik in de HBO Kennisbank! HBO K-bank
The New York Gospel Singers Show
Er is meer dan Google
VERDER: 12 november
Pilobolus Dans, spektakel en een vleugje humor
ontdek de digitale bibliotheek! DigiBieb
Gebruik de handige literatuurlijst tool
19 & 20 november
Flashdance De hitmusical met o.a. Jim Bakkum www.ldt.nl 070 88 00 333 @TheaterDenHaag aanhetspuiplein
2
LINK • 37
RefWorks! RefWorks
De bibliotheek. Waar anders? hhs.nl/bibliotheek
Redactioneel
Inhoud 6 Zó leren werkt Ben jij fan van je gele marker bij het leren of doe je altijd de oefenvragen uit je boek? Ontdek nu welke leermethoden werken en welke niet.
84% 58% 43% 38%
5%
10 Uitslag crisisenquête Vier studenten, van jaar één tot vier, vertellen over hun studiejaar. Persoonlijke portretten van alle studiefases.
9%
14 ‘Jaag je dromen na’ Alaeddine Touhami was drie keer te gast bij De Wereld Draait Door, omdat hij chansonnier Charles Aznavour bewondert. ‘Je moet je afvragen: Wat zijn míjn kwaliteiten?’ 8 Bestuurder Jan Lintsen: ‘We moeten nu leiderschap tonen.’ 18 Het Rode Dorp: van bierviltje tot bouwplan Rubrieken 4 In beeld: post-its 5 Column Jacco 8 Onder de hamer 14 Passie: Tang Soo do 16 Column Cheryl 20 Scriptieprijs: voetbaltrainers 22 Juweeltjes: win een beginnerscursus klimmen
over link
Link wordt uitgegeven en geproduceerd door de dienst Communicatie & Marketing van De Haagse Hogeschool.
Redactieadres Ovaal 0.82/ Poseidon 6 Postadres Postbus 13336, 2501 EH Den Haag e: link@hhs.nl f: 070 445 7554 i: http://link.hhs.nl Redactie Dieuwke de Boer (070 445 8851), Laura Muis (stagiaire), René Rector (070 445 8813, hoofdredacteur), Martine Seijffert (070 445 8814), Youri van Vliet (070 445 8796) Studentredacteuren Mariska van Andel, Yvonne Bal, Anjani Bhairosingh, Ilse van Beest, Esther Bliek, Martin Cok, Patty Elbersen, Kerttu Henriksson, Tim de Jong, Burçin Kaygin, Stefan van Klink, Martina Koleva, Iris Krijger, Danielle Peterson, Darren Power, Yvonne Rijff Strip Margreet de Heer • Beeld Mieke Barendse, Quintin van der Blonk, Thirjeet Gurwara, Bas Kijzers, Michel Mees, Barbara Mulderink, Mireille Schaap Vormgeving Mustafa Özbek, Josean de Pie • Druk OBT bv, Den Haag Advertenties Bureau Nassau, Achterom 100c, Hoorn Postbus 4130, 1620 HC Hoorn e: info@bureaunassau.nl t: 020 623 0905 f: 020 639 0846 i: www.bureaunassau.nl ISSN 2210-7983 Copyright Het is verboden zonder toestemming van de redactie artikelen geheel of gedeeltelijk over te nemen. Aan de inhoud van deze uitgave kunnen geen rechten ontleend worden. Het volgende nummer komt uit op 12 december.
Medaille
‘Is dat niet veel werk , al die reacties bijhouden?’, was de vraag in de wandelgangen. Op Link Online kun je reageren, en als redactie moet je dat allemaal maar weer netjes verwijderen (of niet). Zonder spoiler: nee, het is niet veel werk. Reacties horen bij online media, en wie liever geen reactie heeft, drukt beter een flyer. Da’s wel zo veilig: dan lijkt het of je iets prachtigs hebt verzonnen. Dream on. Reacties laten we bijna altijd staan. Er is een medewerker die vrijwel altijd reageert met de mededeling dat we er journalistiek een potje van hebben gemaakt. So be it. Er zijn tenenkrommende reacties en domme reacties. Soit. Ik moet zelf vaak grinniken om reacties online. Een aantal studenten en medewerkers tapt er zo nu en dan een hele discussie uit. Zoals afgelopen maand. Herre Faber, die bloggend dikwijls de gevoelige snaar weet te raken (en dat lijkt me de ultieme functie van een blogger, dus chapeau, Herre), blogde 10 oktober over de zin en onzin van het bestaan van God. Alsof het ging om de Champions league bestookten de ‘rekkelijken’ en de ‘preciezen’ elkaar vervolgens met argumenten. Daar kwamen ze dus niet uit. Het werd eerder, in december 2011, ook oeverloos op Link Online, en dat ging toen over homoseksualiteit. Die discussie kreeg in reactie nummer zes een religieus tintje, en duurde weken voort. Nu heb ik ooit bijna mijn propedeuse Culturele antropologie gehaald. Wat moest ik deze maand vaak denken aan mijn docent van toen, Miklós Rácz. Die gaf in één aforisme samengebald waarom zulke discussies nooit uitdoven. Natuurlijk: er is geen wetenschappelijke methode te verzinnen waarmee je iets zinnigs over het bestaan van een niet-zintuiglijk waarneembare hogere macht zou kunnen zeggen, en precies zo is alle bewijs dat gelovigen aanvoeren voor het bestaan van een god wetenschappelijk gezien Ockhams scheermes of onzin. Maar het wordt pas echt heilloos als je de standpunten van de tegenstander uit principe niet wilt begrijpen. Rácz zei daarover: ‘Een moralistische visie verdraagt het niet twee zijden van dezelfde medaille te zien.’ Op naar de volgende discussie! René Rector Hoofdredacteur Link r.rector@hhs.nl
37 • LINK
3
In beeld Briefjes om in te lijsten
[1]
Ze worden opgehangen door huisgenoten, collega’s en door lieve mama’s. Wat je op zo’n kleine Post-it al niet kan zeggen. Studieloopbaanbegeleider Eric Tabben van Voeding & Diëtetiek vroeg zijn eerstejaarsklas hun feedback op een jubel- en een klaagmuur te plakken. De laatste variant is hier te zien [1]. Bij de opleiding Informatica moest docent Vincent Broeren zijn Post-it [2] eerst ontcijferen: zijn collega Frank bleek koffie te willen hebben in zijn klaslokaal. Ook decaan Joop Kamer zet zijn Post-its nuttig in [4]. ‘Hoef ik niet steeds een nieuwe op m’n deur te doen als ik afwezig ben,’ licht hij toe. Je hebt niet veel ruimte op zo’n briefje, dus je kan maar beter duidelijk zijn, moeten Linda de Rijcke van Voeding & Diëtetiek en haar vriendin Emma gedacht hebben. Hun oproep [5] was helaas zonder resultaat. Dan komen we bij de lieve mama’s. De Rolo-foto [6] is van SPH-studente Ginger Westen. ‘Mijn moeder zorgde ervoor dat ik tijdens mijn stageperiode de motivatie had om door te gaan,’ laat ze weten. Iets strenger is de moeder van Werktuigbouwkundestudent Luuk de Jong [7]. Het zal namelijk niet de eerste keer zijn dat haar zoon alle speculaasjes opeet. Studente Facility Management Zahra werd tijdens haar stage opgevrolijkt door medestudent Ruben, die aan het einde van de periode een lief briefje voor haar achterliet [8]. Het beste briefje deze maand is afkomstig van een student met een niet zo heldhaftige moeder. ‘Mama durft de muis die ‘s nachts is overleden niet op te rapen!’ verklaart Management in de Zorg-student Hasna Polak [3]. Zij wint de VVV-bon van 50 euro.
•
Ook 50 euro? December komt eraan, de maand van tradities, vaak met familie. De opdracht van deze maand luidt: zet een traditie die jij hebt met familie, naasten of huisgenoten op de foto. Of duik in je archief. Samen voor de tv eten of een familievoetbaltoernooi, alles kan. Stuur je foto voor dinsdag 3 december naar link@hhs.nl. Zet je naam en studie of dienst in je mail en vertel waarom/wanneer/waar je de foto maakte. De winnaar krijgt een tegoedbon van 50 euro.
4
LINK • 37
[3]
[4]
[6]
[7]
Jacco Weerstand voor verandering
Een tip voor studenten die geen letter te veel willen lezen, zelfs niet als het om managementboeken gaat: sla de eerste twintig pagina’s over, hier komt de samenvatting:
[2] [5]
We leven in een wereld waarin verandering de enige constante is. In onze mondiale economie kan een zeventienjarige scholier uit Bangladesh de grootste bedreiging vormen voor de toekomst van gerespecteerde multinationals. Concurrentievoordelen van vandaag zijn de achterhaalde verdienmodellen van morgen. De lat voor leiders en managers ligt dan ook hoger dan ooit. Zij moeten organisaties bouwen die boven alles snel, wendbaar en adaptief zijn. Knipper twee keer met je ogen en je bedrijf is geschiedenis. De core business van managers is dus veranderen. Omdat verandering om beweging gaat en beweging weer hand in hand gaat met weerstand (iets met Newton, zoek het maar op), zien de meeste managers zich genoodzaakt aandacht te besteden aan ‘weerstand tegen verandering’. Dat gebeurt meestal met lange tanden. Docenten grappen wel eens dat lesgeven het mooiste vak van de wereld zou zijn als het geen contact met studenten zou vergen. Managers zijn vaak bloedserieus als ze mopperen dat veranderen geweldig is – jammer alleen van die medewerkers die maar niet willen medewerken. In de managementliteratuur wordt weerstand tegen verandering inmiddels gezien als een van de belangrijke oorzaken van mislukte veranderprocessen. Opmerkelijk is dat veel auteurs tot de conclusie komen dat je weerstand daarom weg moet managen. Zien je medewerkers het nut van de verandering niet in, leg het dan nog eens rustig uit. Veranderproces niet helder? Maak het transparant. Komt de weerstand voort uit angst voor status- of baanverlies, schets een helder beeld van de consequenties van de verandering. Voor elke weerstand een oplossing. Weerstand tegen verandering wordt zelden als positief ervaren. Als een teken van vitaliteit bijvoorbeeld, of als zorg voor de organisatie. Medewerkers die zich keren tegen de officiële verandermotieven , de te varen koers of de manier van veranderen zijn niet noodzakelijk slecht geïnformeerd of bang voor hun eigen positie. Ze kunnen ook een goed punt hebben. Het probleem van veel managers is dat ze managementboeken lezen. Veel zijn er ten diepste van overtuigd geraakt dat het tempo van veranderen altijd omhoog moet en dat weerstand niet meer dan een te nemen horde is. Dat harder doorduwen niet tot meer snelheid leidt, moet buitengewoon frustrerend voor hen zijn. Weerstand serieus nemen is misschien niet cool, maar het zou zo maar eens bevrijdende ervaring kunnen zijn.
[8]
Jacco van Uden is Lector Change Management aan De Haagse Hogeschool
37 • LINK
5
Leermethoden
Zó studeren werkt (niet)
Als je gaat blokken wil je natuurlijk resultaat. Amerikaanse onderzoekers bekeken hoe effectief populaire leermethoden, zoals samenvatten, zijn. Wat blijkt: tekst markeren en herlezen heeft weinig zin, jezelf overhoren wel. Hier een overzicht van de resultaten voor effectief studeren. tekst Dieuwke de Boer • beeld Barbara Mulderink
Absolute DO’S Deze methoden geven bij uiteenlopende lesstof goede resultaten.
Overhoor jezelf Doe oefentests, maak de voorbeeldvragen die in je boek staan en/of gebruik quizkaartjes met op de ene kant de vraag en achterop het antwoord. Als je feedback krijgt op de antwoorden is het resultaat nog beter. Dus docenten: maak een proefexamen onderdeel van je vak, bespreek het in de les en je studenten halen waarschijnlijk hogere cijfers.
6
LINK • 37
Je kunt ook het Cornell-systeem toepassen op je aantekeningen: dan schrijf je in de kantlijn bij je aantekeningen vragen en trefwoorden. Die vragen probeer je vervolgens te beantwoorden of je licht de trefwoorden toe, terwijl je je aantekeningen afdekt. Google even voor uitgebreidere info. Ook als de oefentests een andere vorm hebben dan je uiteindelijke tentamen werkt deze leermethode.
Leer gespreid Stop met uitstellen en op de valreep studeren voor je tentamens. Je leert je stof echt beter als je het studeren verspreid over een langere periode. En als je iets leert met grotere tussenpozen – liever zes keer iets oefenen met een maand ertussen dan een dag of een week – dan blijft de kennis het langst hangen. Dat wordt plannen dus. Je winst? Uit een analyse van meer dan 250 studies blijkt dat studenten die gespreid leren 47 procent van de stof onthouden tegenover 37 procent als je in een korte periode intensief blokt.
De middelmaat Deze methoden krijgen het predikaat ‘middelmatig’. Ze zijn zeker bruikbaar, maar geen absolute do’s.
Blijf doorvragen Ga terug naar de waarom-fase die je als peuter had. Zoek verklaringen voor de stof die je leert. Stel vragen als: Waarom is dit steekhoudend?, Waarom is dit waar? en gewoon Waarom? Deze methode heet elaborative interrogation, letterlijk vertaald: gedetailleerde ondervraging. Dit werkt vooral goed voor feitelijke informatie en als je al iets over het onderwerp weet. Voorkennis helpt je mee bepalen of iets waar is. Toepassen kan geen kwaad, want het kost slechts iets meer tijd, dan de tekst gewoon lezen. In een experiment kreeg een groep zinnen als ‘De hongerige man stapte in de auto’ voorgelegd. Een deel van de proefpersonen moest per zin zelf de waarom-vraag beantwoorden, een deel kreeg een verklaring aangereikt (om naar een restaurant te gaan) en een deel las alleen de zin. Van de eerste groep wist later 72 procent welke man welke handeling had verricht, terwijl de andere twee groepen slechts 37 procent scoorden.
Leg zelf de stof uit Door jezelf te vragen welke nieuwe informatie je uit een alinea haalt, of wat de relatie is tussen de nieuwe stof en wat je al weet, integreer je de nieuwe stof in je al aanwezige kennis. Daarmee ligt deze leermethode, self-explanation, in het verlengde van doorvragen. De onderzoekers sommen op dat de methode het geheugen scherpt,
inzicht vergroot en het vermogen om problemen op te lossen verbetert. Kanttekeningen die de onderzoekers plaatsen: de effecten op de langere termijn moeten nog onderzocht worden. En mogelijk is de methode te tijdrovend voor het uiteindelijke effect. Verwar self-explanation overigens niet met parafraseren. Het is echt de bedoeling dat je zelf de stof uitlegt.
WTF is het Cornell systeem??
Wissel verschillende onderwerpen af Je hebt misschien de neiging om alle deelonderwerpen van een vak stuk voor stuk te bestuderen. Uit onderzoek blijkt echter dat het beter werkt om soorten informatie en opgaven af te wisselen. Bij het afwisselen, interleaved practice, oefen je namelijk welke aanpak je het beste voor een ‘probleem’ kunt kiezen en leer je verschillende (deel)onderwerpen met elkaar te vergelijken. Mits het om vergelijkbare onderwerpen gaat. Bij het oefenen haal je betere resultaten met bloksgewijs werken, maar bij een toets blijken de resultaten na interleaved practice 43 procent beter. NB. De resultaten zijn bij exacte vakken als wiskunde goed, maar bij het leren van talen blijkt hij niet effectief.
DONT’S Verrassend, maar deze veelgebruikte methodes kun je beter afschaffen of omzetten in effectievere.
Onderstrepen Veel studenten doen het: met een pen of gele marker in de hand lezen en steekwoorden of hele passages tekst onderstrepen. Uit onderzoek blijkt dat dit niet of nauwelijks leidt tot betere prestaties. Uit een van de onderzoeken komt zelfs een averechts effect naar voren: studenten konden minder goed verbanden tussen de verschillende onderwerpen aangeven en het was voor hen lastiger om logische conclusies te trekken op basis van de lesstof. Onderstrepen kan wel een eerste stap zijn voor het maken van quizkaartjes, zoals beschreven staat bij ‘overhoor jezelf’. Dan wordt onderstrepen – doe het niet te veel! – de basis voor een succesvollere leermethode.
Waarom werkt onderstrepen averechts?
Herlezen Eigenlijk is deze veel gebruikte studiemethode nog erg weinig onderzocht. Een tweede keer lezen lijkt nog wel zinvol, maar de impact van vaker herlezen is gering en het is twijfelachtig of je beter inzicht krijgt in de stof op deze manier. Kies liever voor de effectievere leermethoden die hierboven beschreven staan.
•
Op www.wku.edu/senate/documents/improving_ student_learning_dunlosky_2013.pdf vind je het hele rapport van vijf psychologen van diverse Amerikaanse universiteiten. Zij deden uitgebreid literatuuronderzoek naar tien leertechnieken, die veel gebruikt worden of die effectief leken voor studiesucces.
Wat is het verschil tussen selfexplanation en overhoren?
37 • LINK
7
Enquête
8
LINK • 37
Crisis,
wélke crisis? Bankencrisis, huizencrisis, kredietcrisis. Als het maar crisis is, dan is het hot. Sinds de val van de Lehman Brothers in 2008 is het ook in Nederland raak. Iedereen zou er inmiddels depressief van zijn, bang voor baanverlies of koopkrachtdaling. Maar is dat wel zo? tekst Laura Muis • beeld Mieke Barendse /Lex Linsen
H
et Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrolijkt ons eind oktober op met de nieuwste zelfmoordcijfers in Nederland: een toename van dertig procent sinds aanvang van de crisis. Het CBS benadrukt dat het verband met de crisis niet bestaat. En al haalt ze de handen af van al te haastige conclusies… ze neemt de Lehman Brothers, de eerste bank die ‘omviel’ deze crisis, wel als ijkpunt. Vast staat dat de Nederlandse gezinsbestedingen weer zijn afgenomen, en de werkloosheid al tot ruim acht procent is gestegen. Een baggertijd om (af) te studeren, zou je zeggen. Link zond een crisisenquête uit onder studenten van De Haagse om de zorgen te peilen. Het blijkt dat studenten aan De Haagse niet zo negatief zijn.
‘crisisdenken’ is vooral het gevolg van gebeurtenissen in de directe omgeving. De media voeren de lijst aan met hun onheilsberichten; met 77 procent van de antwoorden is dat de meest gemerkte crisisfactor. Maar de crisis is vaak ook het gesprek van de dag: 57 procent van de ondervraagden dat de crisis veel ter sprake komt in gesprek met familie en vrienden. Alle oorzaken die direct merkbaar zijn voor studenten, dragen bij aan de zorgen die zij hebben om de crisis. Wie in zijn omgeving baanverlies meemaakt, is veel zorgelijker over de crisis: 89 procent is zorgelijk, tegenover 38 procent bij respondenten die geen baanverlies meemaken. En soms ben je echt een pechvogel: een van de respondenten zegt zelf al drie keer te zijn wegbezuinigd sinds 2009.
Zorgen over nu
Toch is ruim eenderde zelfs nu zorgeloos. ‘Je moet zelf je kansen creëren,’ meent een vierdejaars Civiele Techniek. Niet klagen maar werken, dat is de alge-
Van de respondenten geeft 64 procent desgevraagd aan zich wel zorgen te maken om de crisis. Dat
‘Mijn vader moet het doen met minder personeel’ ‘Dat het crisis is, merk ik aan wat ik uit kan geven. Een groot deel van mijn salaris gaat naar mijn zorgverzekering. Het is dat ik zorgtoeslag krijg, anders had ik er niets aan over gehouden. Ik werk in een sportwinkel, maar ga waarschijnlijk vanaf december drie middagen in de week op de kinderen van mijn oude buren passen. Ik woon nog thuis en mijn ouders betalen mijn collegegeld. Wel moet ik mijn stu-
diefinanciering naar hen overmaken en zelf mijn schoolspullen kopen. Voor leuke dingen moet ik echt geld apart zetten en sparen. Ik heb voor de opleiding Bedrijfskunde MER gekozen omdat ik denk dat er veel werk is na deze studie. Je wordt breed opgeleid en daarnaast kunnen mijn familie en kennissen me ook helpen om aan een baan te komen door me in contact te brengen met de juiste personen.
We hebben het thuis best goed: mijn vader is leidinggevende in de keuken van een restaurant. Wel moet hij sinds kort minder mensen inroosteren en daardoor heeft hij het zelf drukker. We wonen in een twee-onder-een-kaphuis en kunnen één keer per jaar op vakantie. Ik heb er vertrouwen in dat ik het later ongeveer net zo goed krijg. Hopelijk kan ik dan zelfs twee keer per jaar op vakantie.’
Covermodel en eerstejaars Bedrijfskunde-MERstudente Sanne Wentink (18) voelt de crisis vooral aan haar portemonnee. Ze houdt niet veel van haar salaris over voor leuke dingen. Later wordt het beter.
37 • LINK
9
Hoe snel denk je een baan te vinden na afstuderen? Kans nihil
Meteen
In 3 mnd
In 6 mnd
In 1 jaar
Moeilijk
31%
12%
14%
18%
22%
2%
24%
15%
15%
12%
32%
3%
19%
21%
6%
25%
27%
2%
Bestuur en financiën
18%
10%
16%
18%
36%
Internationaal en Recht
0%
23%
15%
28%
33%
Techniek Cultuur en Communicatie Gezondheid
mene strekking van de zorgelozen. Ook daar zien we het (ontbreken van) effect van de directe omgeving: die zorgeloosheid gaat griezelig nauwkeurig samen met het uitgavepatroon van de studenten: wie nu nog net zoveel te besteden heeft als voor de crisis, maakt zich niet zo druk.
De oplossing Dat maar veertien procent van de ondervraagden vindt dat de regering adequate maatregelen neemt om de crisis aan te pakken, maakt de vraag ‘Hoe zou jij de crisis oplossen?’ extra relevant. Veel reacties zijn kort maar krachtig: ‘Geen geld meer naar Griekenland’, of ‘Verbreek alle banden met de EU’, al staat er dan weer niet bij hoe dat de panacé tegen alle kwalen zou moeten zijn. In een aanzienlijk deel van de antwoorden kwam aandacht voor
1% 3%
onderwijs naar voren. Veel studenten zien graag investeringen in het (hoger) onderwijs. Een enkeling vindt het aanscherpen van de toelatingseisen een goed idee, om het aantal afgestudeerden af te stemmen op de vraag op de arbeidsmarkt. Opvallend genoeg suggereren de meeste studenten als oplossing: ‘gewoon uitzieken’. Zij schetsen de crisis puur als een vertrouwensprobleem van consumenten. Misschien zien we alles wel te ingewikkeld. Een pragmatisch student stelde: het probleem ligt duidelijk bij het geld, dus moeten we niet gewoon terug naar ruilhandel?
Maar dan de toekomst Hoewel ze investeringen in het hoger onderwijs wensen, zijn veel studenten uitgesproken bang voor bezuinigingen. En de ruime meerderheid van
‘Extra kleding en junkfood kan ik me niet meer veroorloven’ Mitchell Horsford (24) is tweedejaars International Public Management en komt uit Sint Maarten. Sinds hij hier is komen wonen, gaat hij zorgvuldig met zijn geld om. De huidige bezuinigingsmaatregelen van de overheid vindt hij te kortzichtig.
10
LINK • 37
‘Doordat ik in Nederland ben gaan studeren, ben ik financieel volwassen geworden. Omdat ik van Sint Maarten kom, heb ik recht op de gewone studiefinanciering. Daarmee ga ik zorgvuldig om, zeker gezien de huidige financiële crisis. Ik kan het me gewoon niet meer veroorloven om geld uit te geven aan extra kleding en junkfood, zoals ik vroeger wel deed.
De huidige bezuinigingsmaatregelen vind ik te kortzichtig. Het bezuinigen gaat om het terugbrengen van de uitgaven, maar het gaat totaal voorbij aan de langetermijneffecten. We zijn zo druk bezig een zinkend schip te repareren, dat we niet zien waar we heengaan. Over mijn toekomstige carrièreperspectieven ben ik sceptisch. Ik heb geen idee hoe de arbeidsmarkt eruit zal zien als ik ben afgestudeerd.
De werkloosheidscijfers hier en op Sint Maarten vind ik schrikbarend als je ze vergelijkt met het begin van de crisis. Bovenop de bezuinigingsmaatregelen kennen we op Sint Maarten ook een oud ingebakken systeem waarbij oudere mensen hoger gewaardeerd worden dan jongere. Als ik dus terugga na mijn studie, dan moet ik daarmee concurreren.’
Wat merk je van de crisis? 84%
Ik hoor het om me heen
58%
Ik vind moeilijk werk/stageplaats
43%
Anderen vinden moeilijk werk
38%
Bekenden kunnen minder uitgeven Niets
5%
Anders
9%
de studenten vindt studeren juist erg belangrijk in crisistijd. Nú maken de Haagse studenten zich wel zorgen, maar ze zitten zeker niet bij de pakken neer wat hun toekomst betreft. De Haagse studenten hebben bijvoorbeeld veel vertrouwen in hun studie. Sterker nog: ruim tweederde denkt na het afstuderen binnen een jaar een baan in de eigen sector te hebben. Binnen die groep denkt twintig procent zelfs direct na afstuderen een baan te vinden. Deze laatste categorie is ook nog eens extra standvastig, want de helft ervan geeft aan de eisen aan een baan niet bij te willen stellen als dat werk oplevert. Van de hele groep studenten is 72 procent hiertoe bereid. In de sector Techniek vind je de echte optimisten (zie infographic): die denken meteen na afstuderen aan de slag te kunnen (31 procent). De meest zelfverze-
kerde respondenten studeren Werktuigbouwkunde, Technische Bedrijfskunde of Technische Informatica. Ook zelfverzekerd zijn de accountants in de dop. Een student vat samen: ‘Als je jezelf maar flexibel opstelt, en uitstijgt boven de rest, vind je heus wel een baan.’ Tegen de tijd dat de studenten van nu zijn afgestudeerd, meent de meerderheid overigens dat de problemen allang passé zijn. Want als we de Haagse studenten mogen geloven, is de crisis binnen drie jaar opgelost. Althans, zeventig procent van de ondervraagden is daarvan overtuigd. Een student stelt een bijzondere kortetermijnoplossing voor: ‘De crisis is over wanneer we vinden dat hij over is.’ Gewoon even de mindset omgooien dus en de problemen verdwijnen als sneeuw voor de zon.
•
‘De bouw is nu niet aantrekkelijk’ ‘Je hoort veel over de crisis, maar ik maak me niet zoveel zorgen. Dit jaar wil ik afstuderen, dus ik kijk wel naar de arbeidsmarkt. De bouw is nu niet aantrekkelijk: projecten liggen stil of worden uitgesteld. Mede daarom ben ik aan het kijken naar een vervolgopleiding aan de TU Delft. Real Estate Management lijkt me wel wat. Ik vind doorstuderen sowieso geen probleem, al hoop ik natuurlijk wel over een jaar of vijf
de investering die ik met mijn studie heb gedaan terug te verdienen. In mijn directe omgeving merk ik niet veel van de crisis. Thuis heb ik het altijd goed gehad, en daar is niets in veranderd. Ik woon ook nog gewoon thuis, waardoor de druk om een baan te vinden lager ligt. Je kunt altijd op het thuisfront terugvallen. Verder heb ik zelf gewoon de inkomsten van mijn bijbaan. Ik weet dat er sectoren zijn die nu niet lekker lopen, zoals de
kinderopvang. Toevallig heeft mijn vriendin laatst juist wel een tijdelijk contract aangeboden gekregen in die sector. Of dat een vast contract wordt, is natuurlijk afwachten. Het is lastig te zeggen wanneer die crisis voorbij is. Je hoorde twee jaar geleden positieve verhalen, die zijn ook niet uitgekomen. Toch zie ik mezelf over vijf jaar wel een goede baan in de bouw hebben. En een paar kinderen, misschien.’
Vierdejaars Bouwkundestudent Yuri Guijt (22) hoopt dit jaar af te studeren. De crisis heeft weinig vat op zijn persoonlijke situatie, al ziet hij wel de lastige arbeidsmarkt. Doorstuderen in Delft is ook een optie.
37 • LINK
11
Onder de hamer
‘We m
Tentamen + mobieltje = fraude
leiders to Student H. heeft een blaasprobleem en moet vlak voor het tentamen naar de wc. Door de hectiek die daardoor ontstaat, vergeet hij voor zijn tentamen zijn mobiele telefoon met oortjes weg te doen. Dat mag niet… en blijkt grote gevolgen te hebben. tekst Mariska van Andel
De feiten Student H. maakt zijn tentamen terwijl hij oortjes en een mobieltje bij zich draagt. Wanneer het tentamen anderhalf uur bezig is, wijst de surveillant hem hierop. Een halve maand later oordeelt de examencommissie dat het gemaakte tentamen wegens fraude ongeldig is. Ook wordt H. uitgesloten van de eerstvolgende herkansing. Student H. is het hier niet mee eens en gaat direct tegen deze beslissing in beroep.
De argumenten H. had niet de intentie zijn mobiele telefoon te gebruiken; deze stond voor het tentamen al uit. Ook waren zijn oortjes bij binnenkomst duidelijk zichtbaar, maar de surveillant wees hem hier niet op. Pas toen student H. na anderhalf uur vroeg of hij naar de wc mocht gaan, werd hij op de oortjes gewezen.
De tegenargumenten Elke student dient te weten dat het niet is toegestaan om een mobieltje bij zich te dragen. Zowel in de examenregeling 2012-2013 als in de toetsregels AFM 2012-2013 blijkt dat dit onder fraude valt. Ook heeft de surveillant van tevoren omgeroepen dat mobieltjes in de tas op de gang moesten.
De uitspraak Student H. vindt dat de surveillant hem bij binnenkomst had moeten wijzen op de oortjes, maar dat heeft deze niet gedaan. Het college vindt dat niet relevant, want een student is er zelf verantwoordelijk voor de toetsregels na te leven. Een mobieltje tijdens een tentamen is verboden. Het college verklaart het beroep van H. ongegrond.
Niet eens met een beslissing van de examencommissie? Je hoeft je er niet zonder meer bij neer te leggen. Kijk voor regels en procedures op studentennet.hhs.nl/ loketrechtsbescherming.
12
LINK • 37
Hij werkte een klein leven bij de rijksoverheid en was toe aan ‘iets anders’. Sinds 1 september is Jan Lintsen het derde lid van het College van Bestuur. Hij toerde de hogeschool rond ter kennismaking. Link keek mee op de vestiging Laan van Poot. tekst Youri van Vliet • beeld Mieke Barendse
‘A
ls je iets graag wilt, dan moet je het ook tegen je omgeving vertellen. Voor hetzelfde geld ken ik iemand binnen die organisatie en dan heb je direct een ingang.’ Aan het woord is Jan Lintsen. Het kersverse collegelid is in het kader van een kennismakingtour begin oktober op bezoek bij de Sportacademie op de Laan van Poot. Drie Sportmanagementstudenten (André van Riel, Eveline Dollee en Marvin Straver) van de opleidingscommissie hebben het dagprogramma voor hun rekening genomen. Van Riel (tweedejaars) ontlokt Lintsen die uitspraak als hij tijdens de lunch vertelt dat hij stage wil lopen bij het bedrijf dat het WK hockey 2014 in Den Haag organiseert. ‘Ik zie dat je het niet gelooft, maar het werkt gewoon zo,’ benadrukt Lintsen. ‘Als je iets wil en je geeft hier ruchtbaarheid aan, dan gebeurt er iets.’ Derdejaars Marvin Straver: ‘Bent u ook zo aan uw baan gekomen?’ ‘In zekere zin wel,’ erkent Lintsen. ‘Ik ben dertig jaar lang bij verschillende ministeries ambtenaar geweest – waarvan de laatste zes jaar financieel directeur bij het Ministerie van Infrastructuur en Milieu – en op een gegeven moment wilde ik toch wel eens wat anders. Die wens heb ik uitgesproken en vervolgens ben ik benaderd door een headhunter.’
Kennismaken
moeten nu
rschap tonen’ Lintsen is binnen De Haagse verantwoordelijk voor de technische academies, de academie voor Accounting & Financial Management en de ICTopleidingen in Zoetermeer. Verder neemt hij het voortouw in de op handen zijnde reorganisatie. Naar eigen zeggen is de voormalig topambtenaar goed in het ‘lezen van organisaties’. ‘Ik zie wat er fout en goed gaat. In vier weken tijd heb ik al een aardig beeld van De Haagse gekregen en heb ik een actielijstje in mijn hoofd met verbeterpunten. Daar ga ik nu echter nog niets over zeggen.’ Ook tijdens een bezoek aan de docentenkamer komt het onderwerp van de reorganisatie ter sprake. Nu de instellingsaccreditatie is uitgesteld, kan de herinrichting van de organisatie weer opgepakt worden en Lintsen wil hier de komende maanden ‘stappen’ in zetten. Zo moeten bijvoorbeeld al in januari de directeuren benoemd worden van de nieuw te vormen academies. Lintsen: ‘Het gaat er nu om dat we als College leiderschap tonen. Dat mensen het gevoel krijgen: we zitten in zwaar weer, maar dit gaat goedkomen.’ Een belangrijke hobbel die in het proces nog genomen moet worden, is het meekrijgen van de medezeggenschap. Lintsen is hierover optimistisch: ‘Ik heb niet het gevoel dat ik mijn messen moet slijpen. In de Hogeschoolraad is er begrip voor dat er een aantal dingen moet veranderen. Wat ze zoekt is leiderschap van het College van Bestuur dat zegt: “Hier willen we naartoe, zo gaan we het doen, en we willen graag dat jullie met ons meedenken.” En door dat met overtuiging te doen, weet ik zeker dat mensen ook zullen zeggen: “Dit is eigenlijk ook wel de goede richting.”’
•
Tijdens de eerste Hogeschoolraadvergadering op 16 oktober heeft de HR aangegeven onderbouwing voor de reorganisatie te missen. Aan het College nu de taak om duidelijk te maken waarom de reorganisatie echt nodig is. Zie ook Link online 17 oktober.
37 • LINK
13
Passie
‘Tang Soo Do is mijn uitlaatklep’
Krissi Silianova, eerstejaarsstudent Safety & Security Management, is pas negentien, maar ze heeft nu al de op één na hoogste graad behaald in Tang Soo Do, een eeuwenoude vechtsport. tekst Laura Muis • beeld Quintin van der Blonk ‘Mijn geboorteland is Bulgarije, maar ik heb zeventien jaar in Griekenland gewoond. Daar begon ik op mijn tiende met Tang Soo Do, een combinatie van diverse zelfverdedigingstechnieken. Mijn ouders wilden graag dat ik mezelf kon beschermen. Het begon als een hobby, maar ik ging steeds vaker en harder trainen. Momenteel train ik vier keer per week op de Dojang Chung Shin-school in Bergschenhoek. De meeste vechtsporten hebben een agressieve, competitieve aard. Tang Soo Do gaat puur over zelfverdediging in de context van een grotere betekenis in het leven. ‘Tang’ verwijst naar de Chinese Tang-dynastie, ‘Soo’ betekent ‘open hand’ of ‘kracht’, en ‘Do’ betekent: ‘levensweg’. Dit is echt mijn passie: ik word er mentaal gelukkig van en fysiek is het mijn uitlaatklep. Door hard te trainen heb ik de echte doelen achter de kunst ontdekt: broederschap, respect en eenheid. Mijn uiteindelijke doel is om een meester worden. Uiteindelijk is dat waar het om gaat: uitwisseling van kennis en technieken. Medailles zijn onbelangrijk.’
•
14
LINK • 37
Dromen
‘ Charles Aznavour had ook Elvis Presley kunnen zijn’
Misschien ken je hem omdat hij je klasgenoot is, of omdat je zijn docent bent. Maar je kunt hem ook zomaar kennen van een televisieoptreden in De Wereld Draait Door, recent nog op 9 september. Alaeddine Touhami, tweedejaarsstudent European Studies, vertelt over het najagen (en bijstellen) van dromen en over zijn geloof: ‘Als iedereen het beste in zichzelf naar boven zou halen, dan zou de wereld volmaakt zijn.’ tekst Martine Seijffert • beeld Bas Kijzers
H
et is 26 mei 2011, 19.30 uur. De Wereld Draait Door begint, en aan het woord komt Arie Boomsma, die avond tafelheer bij Matthijs van Nieuwkerk. Hij vertelt over een Marokkaanse jongen uit Almere, die hij tegenkwam in een boekwinkel en die hem verraste door zijn wijze vragen en – ‘totaal tegen de beeldvorming in’ – door zijn liefde voor de muziek van de Franse zanger Charles Aznavour. ‘Leuk hè?’, vraagt Arie aan Matthijs, een groot bewonderaar van de muziek van Aznavour. En dan blijkt dat Arie de Marokkaanse jongen heeft meegenomen.
Matthijs reageert verrast, Alaeddine staat op en stelt zich voor. Of hij niet wat wil zingen, vraagt Matthijs. Alaeddine lijkt even te twijfelen, maar dan zet hij een stukje Hier Encore in. De studio valt stil bij zijn warme stem en vloeiende Franse woorden. Na afloop krijgt hij een daverend applaus. ‘Ik wist het wel hoor,’ vertelt Alaeddine tweeënhalf jaar later in het restaurant van De Haagse Hogeschool, ‘dat ik werd gevraagd om te zingen. Arie belde mij de dag ervoor, of ik naar DWDD kon komen
37 • LINK
15
en misschien wat kon zingen. Het is een live-programma waarin ze zich improvisatie niet kunnen permitteren.’ De rest van het verhaal is waarheidsgetrouw: hij was Arie Boomsma inderdaad tegengekomen in een boekwinkel in Almere. ‘Ik was niet zozeer voor zijn boek gekomen, maar vooral voor hem,’ blikt Alaeddine terug. ‘Ik zag hem als een brug tussen religies. Ik
deed al langer mee aan interreligieuze en interculturele bijeenkomsten, omdat ik het belangrijk vind om verbroedering en gelijkheid na te streven. Als je met elkaar in dialoog gaat, dan kan je elkaars spiegel zijn.’ Hij wist dat Boomsma hem in de uitzending van mei 2011 zou aankondigen als een positief geluid over Marokkaanse jongeren in de negatieve berichtenstroom. Daar zegt hij over: ‘Ik vond het prima, maar in het algemeen ben ik geen voorstander van polariserende manieren om een beeld te creëren.’
Dat je je dromen achterna moet gaan, kreeg Alaeddine al van kleins af aan mee. Hij werd geboren op 23 juli 1994 in Al Hoceima, een stad in Marokko. ‘Er heerst een gemoedelijke dorpscultuur. Iedereen kent iedereen. Maar mijn vader was Marokko zat en streefde naar een beter leven voor zichzelf en zijn kroost.’ Het gezin kwam in 1996 naar Amsterdam en verhuisde niet veel later naar Den Bosch. Voor Alaeddine was dat het begin van zijn leven zoals hij het zich kan herinneren. ‘Ik heb veel gespeeld en gevoetbald. Ik ging met plezier naar school en had topleraren zoals meester Ruud, die mij in groep 4 en 5 al spreekbeurten liet geven. Hij gaf me een podium om mijn verhalen te vertellen en hij gaf mijn kwaliteiten de ruimte.’ Niet vanzelfsprekend, zo constateert Alaeddine nu: ‘Je ziet vaak dat onbevangen gedachten bij kinderen beperkt worden. Er lijkt geen ruimte te zijn om het uitzonderlijke te ontwikkelen.’
Met zijn eerste optreden was een droom geboren: naar Parijs gaan en een duet zingen met Charles Aznavour. Hij deed een oproep in september 2011 aan het Nederlandse publiek: ‘Ik heb je hulp nodig, omdat ik niet de middelen heb om op 23 september naar Parijs te gaan en daar te kunnen eten, drinken, slapen en reizen.’ Door zijn droom kenbaar te maken zamelde hij geld in en vertrok hij inderdaad naar Parijs, waarover hij met zijn vriend Omar Kbiri de documentaire ‘Bonjour Aznavour’ maakte. In de uitzendingen van De Wereld Draait Door op 4 oktober 2011 en later weer
Doordat hij Duits en wiskunde niet haalde, ging hij van de vijfde klas vwo naar havo, waarna hij koos voor European Studies aan De Haagse Hogeschool. Er was opnieuw een droom in zicht: ‘Europa is een prachtig woord. Het leek me interessant om internationale contacten te onderhouden, bezig te zijn met talen en mee te doen aan de globaliserende wereld.’ Inmiddels is hij daarop teruggekomen: ‘Politieke diplomatie is toch niet mijn ding. Door de vakken die ik in mijn eerste jaar volgde, kwam ik erachter dat ik de studie te oppervlakkig vind.’ Alaeddine wil nu zijn propedeuse
Ik wil mensen bewegen hun eigen droom na te jagen
16
LINK • 37
op 9 september 2013 vertelt hij hoe hij zijn Franse held de hand heeft kunnen schudden, al is het duet zingen niet gelukt. Droom in duigen? Nee, zo denkt Alaeddine niet. ‘Door Bonjour Aznavour is een groot aantal mensen geïnspireerd geraakt. Ik wil mensen bewegen hun eigen droom na te jagen.’
Cheryl ‘Hoe doe je dat toch?’
halen en aan de Universiteit van Wageningen Landschapsarchitectuur en Ruimtelijke Planning studeren. ‘Ik zou graag bijdragen aan de harmonie tussen natuur en infrastructuur in opkomende landen in Afrika en Amerika,’ legt hij zijn keuze uit. ‘Het is een nieuwe droom, en we gaan erachteraan.’ Charles Aznavour is inmiddels naar de achtergrond verdwenen. Alaeddine is dan ook niet van plan naar het optreden van de Franse zanger te gaan in de Heineken Musical Hall, op 14 december dit jaar. ‘Het is zevenhonderd dagen na Bonjour Aznavour. De weg ernaartoe was mooi, maar de droom om een duet te zingen met Aznavour heb ik niet meer.’ Al bewondert hij de muziek van de Fransman, hij wil graag uit de wereld helpen dat Aznavour een idool van hem is. ‘Ik heb geen idool. Als ik muziek mooi vind, dan luister ik het kapot en dan even niet meer. Dat heb ik niet alleen gedaan met Aznavour, maar bijvoorbeeld ook met de muziek van Elvis Presley. Als je iemand tot je idool maakt, ben je een groot deel van je leven bezig met het zijn van de ander en verwaarloos je jezelf. Je moet je juist afvragen: Wat zijn míjn kwaliteiten? Als iedereen het beste in zichzelf naar boven zou halen, dan zou de wereld volmaakt zijn.’ Momenteel luistert Alaeddine veel naar Arabische muziek. Vooral naar het nummer Rita van Marcel Khalife. ‘Het is geschreven door een Palestijnse dichter,’ vertelt hij, ‘en gaat over een liefde die door wapens onmogelijk wordt gemaakt. Arabische poëzie is prachtig.’ Hij blijft het luisteren tot hij er over een tijdje weer genoeg van heeft. ‘De realiteit is beperkt,’ besluit hij. ‘Dit is de wereld waarin Alaeddine een jonge, Marokkaanse jongen is die Charles Aznavour bewondert. Als Matthijs van Elvis had gehouden, dan was dat Elvis Presley geweest.’
•
Druk, druk, druk. Ik heb twee eigen bedrijfjes, sport, school en een sociaal leven. En ik ben niet de enige. Druk is de norm bij studenten. Toch vragen mensen aan mij vaak: ’Hoe houd je het vol?’ Dat komt zo: ik heb het EhlersDanlossyndroom type hypermobiliteit en heb hier veel last van in het dagelijks leven. Het bindweefsel en kraakbeen in mijn lichaam wordt slecht aangemaakt waardoor ik last heb van ontwrichtingen, verschuivingen van wervels en nog veel meer. Ja, en? Nou, mijn dagelijks leven ziet er net even anders uit als andere. Hoe ik mij voel verschilt echt per uur. Ik leef 24 uur, 7 dagen per week met pijn, maar de ene keer is het erger dan de andere keer. Ik draag verschillende braces en heb een speciale stoel en bureau. Door die hulpmiddelen en aanpassingen kan ik wel blijven doen wat ik leuk vind en geniet ik weer iedere dag van mijn drukke leven. En met de hulp die ik krijg, blijf ik gemotiveerd om door te gaan en de dingen te doen die ik wel kan. Blijven bewegen of sporten is voor mij ook erg belangrijk, maar ik doe wel voorzichtig want ik mag niets overbelasten. Twee avonden in de week ga ik lekker naar de dansschool bij mij in Hillegom. Ik zit daar in het demoteam en doe daarnaast nog twee verschillende dansstijlen. Dansen is voor mij zwaar maar in de loop van de tijd heb ik mijn bewegingen zodanig leren aanpassen, dat het er ongeveer hetzelfde uitziet maar ik er minder of soms geen last van hebt. Je wordt op je eigen manier ‘creatief’ met wat je wel en niet kan. Ik doe dus wat ik leuk vind, want dan gaat het allemaal een stuk makkelijker. Ik heb geleerd dat je je moet aanpassen aan je omgeving en aan jezelf. Als je iets niet kan, vanwege welke reden dan ook, kijk dan hoe je het anders kan oplossen. Doe dingen die je wel kunt in plaats van dingen die je niet kunt. Luister naar je lichaam. Iedere dag probeer ik er weer wat van te maken. Ik laat deze ziekte mijn leven niet beïnvloeden en ik ga niet bij de pakken neerzitten. Niet opgeven, maar genieten van wat je doet. Zo doe ik dat dus. Cheryl Porcelijn is tweedejaars CMD-studente
37 • LINK
17
Wonen
Van
bierviltje Het Rode Dorp, de kleine arbeiderswijk tegenover station HS, is in een paar maanden tijd omgetoverd tot studentencampus. Half november worden de eerste huizen opgeleverd. Verschillende onderwijsinstellingen werkten mee aan het project. Link bezocht het bouwterrein met een Bouwkunde- en Communicatiestudent. tekst Martine Seijffert • beeld Mieke Barendse
We stappen het bouwterrein op vanaf de Hoefkade. Voor ons ligt een lange, smalle straat met aan weerszijden de typerende arbeiderswoningen uit 1874. Donkerrode bakstenen, witte raamkozijnen, en puntdaken met oranje dakpannen. Het is een beetje Madurodam, zeker als je het wijkje vergelijkt met de grote flats in de verte. Over een paar weken wordt het straatbeeld bepaald door de nieuwe inwoners: studenten
18
LINK • 37
uit Den Haag en omstreken. Nu zien we vooral mannen in overalls, blauwe helmen op, truien met vlekken. Er wordt geboord, gezaagd, getimmerd en gefloten. ‘Hey Jan! Hoe is het?’ groet vierdejaars Bouwkundestudent Robin de Ridder (22) een man die op ons af komt lopen. Jan roept boven het geluid van een boormachine terug: ‘Goed! Het begint ergens op te lijken hè?’
Robin knikt beamend en vertelt: ‘Ik ben een half jaar niet meer hier geweest, al heb ik wel wat foto’s voorbij zien komen.’ Hij loopt inmiddels negen maanden stage bij Staedion en was vooral de eerste drie daarvan betrokken bij het Rode Dorp. Ook in zijn tweede jaar kreeg hij al met het woonproject te maken, net als veel van zijn medestudenten. Communicatiestudente Dominique Peterse (22) die voor haar eerste stage het commu-
nicatieplan van het Rode Dorp schreef, is er nog langer niet geweest. ‘Ik kwam hier twee jaar geleden,’ licht ze toe. ‘Toen waren de huizen nog oud en vervallen. Ik herken het nog wel, maar je ziet dat de gevels een stuk netter zijn.’ Woningcorporatie Staedion besloot in 2011 om de 141 vervallen arbeidswoningen van het Rode Dorp op te knappen en er een studentenwijk
tot
bouwadvies van te maken. Staedion zocht contact met de Regioregisseur, een onderdeel van zowel De Haagse Hogeschool als ROC Mondriaan waar medewerkers studenten koppelen aan het Haagse bedrijfsleven voor allerlei onderwijsopdrachten. Inmiddels werkten namens De Haagse Hogeschool studenten Bouwkunde, Bedrijfskunde MER, Integrale Veiligheidskunde en Communicatie mee in de vorm van een stage of project-, onderzoeks- of afstudeeropdracht. Midden in het smalle straatje lopen we een huis binnen dat als modelwoning is ingericht. In de woonkamer met groot schuifraam staan een bank, een tafel en een bureau. Er is ook een keukenblok geplaatst. Een smalle trap leidt naar de bovenverdieping, waar de ruimte iets
groter lijkt door het puntdak. Een tweepersoonsbed vult de kamer en onder de vide die je als opslagplaats kunt gebruiken, bevindt zich een badkamertje. Alles is aanwezig, al is het wel mini. Robin wijst naar het dakraam: ‘Dat heb ik ingetekend. Het was een van mijn opdrachten tijdens mijn stage. Ik constateerde dat er onvoldoende daglicht in de woning was en mocht ermee aan de slag. Zo moest ik rekening houden met de brandveiligheidseisen en zorgen dat de ramen niet te dicht bij elkaar kwamen te liggen. Daarnaast wilden we zo veel mogelijk zonnepanelen in het dak kwijt kunnen.’ Inmiddels is de inschrijving voor de woningen geopend. Om studenten aan te trekken, moet het project bekender worden. Dominique Peterse en twee van
haar medestudenten hielden zich daar twee jaar geleden tijdens hun stage bij Staedion al mee bezig met het schrijven van het communicatieplan. Zo weet Dominique precies te vertellen hoe het staat met de interesse van studenten voor de woningen: ‘We hebben een enquête gehouden onder meer dan honderdvijftig studenten waarin we ze onder meer vroegen waarom ze wel of niet in het Rode Dorp zouden willen wonen. Vooral meisjes bleken toch het idee te hebben dat de Stationsbuurt redelijk onveilig is. Daarom hebben we in samenwerking met studenten van de Koninklijke Academie voor Beeldende Kunsten nagedacht over de openheid van de ruimtes en goede verlichting. Zo is ook de kas verzonnen die nu als atelier gebruikt kan worden door kunststudenten.’
De meeste reacties uit de enquête waren overigens positief. Dominique: ‘Een groot pluspunt voor studenten is dat het dichtbij de hogeschool ligt én dichtbij de stad.’ Als ze uit de tram stapt bij Hollands Spoor en het Rode Dorp ziet liggen, denkt ze nog steeds terug aan haar stagetijd. ‘Wij verzonnen de slogan “Voor studenten, door studenten”. Als ik de banner zie hangen, denk ik: “Dat hebben wij bedacht.”’
•
Wil jij ook wonen in het Rode Dorp? De wijk kent verschillende typen woningen, van volledig zelfstandig (kale huur vanaf € 319,60) tot woningen met gedeelde badkamer en keuken (kale huur vanaf € 186,20). Op www.rodedorpdenhaag.nl vind je meer informatie en hoe je je in kunt schrijven.
37 • LINK
19
Scriptieprijs Wat is de beste afstudeerscriptie? Link nomineert iedere maand een afstudeerder die niet alleen uitmuntend presteerde, maar nog relevant is ook. Jaarlijks in april wint de beste 1.500 euro.
Robert van Rij Studie Docent Lichamelij ke Opvoeding (halo) Scriptie Naar een positie f ontwikkelingsgericht spo rtklimaat in Nederland Trainer-kind interactie succes- en faalfactoren bij sv CWO Cijfer 8,7
Zorgen dat kinderen blijven sporten Kinderen in Nederland sporten wel, maar niet voldoende. Om ervoor te zorgen dat de jeugd meer sport, moeten sportervaringen positief zijn en daarin speelt de trainer een cruciale rol. Halo-student Robert van Rij onderzocht hoe ‘kindvriendelijk’ trainers zijn. tekst Youri van Vliet • beeld Bas Kijzers / Anke Nobel
H
et was een schok voor voetballend Nederland: de dood van de 41-jarige grensrechter Richard Nieuwenhuizen uit Almere. De grensrechter werd in december 2012 tijdens een potje voetbal door drie jongens van vijftien en zestien mishandeld. Nieuwenhuizen overleed later in het ziekenhuis aan zijn verwondingen. Ironisch genoeg was het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport enkele maanden daarvoor begonnen met het actieplan ‘Naar een veiliger sportklimaat’. Na de dood van Nieuwenhuizen besloot de sportsector dit pakket maatregelen te ‘intensiveren’. En zo kwam het dat sportorganisatie NOC*NSF een bezoek bracht aan De
20
LINK • 37
Haagse. ‘Ze wilden studenten betrekken bij verschillende onderzoeken,’ herinnert Robert van Rij zich. ‘Ik ben zelf al sinds mijn zesde een fervent voetballer en toen ik hoorde dat ik een bijdrage kon leveren aan een veiliger sportklimaat voor voetballende jongeren, stak ik gelijk mijn vinger op.’ Dat veilige sportklimaat is niet zomaar een luxewens van het NOC. Het is volgens de organisatie essentieel om kinderen aan het sporten te krijgen en houden. Hoewel het aantal sporters in Nederland relatief groot is (bijna zeventig procent doet aan sport en 4,5 miljoen mensen – van wie 1,5 miljoen kinderen – zijn aangesloten bij een sportvereniging), voldoet slechts 28 procent van de 12 tot 16-jarigen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Die houdt in: dagelijks ten minste een uur ‘matig intensieve lichamelijke activiteit’ verrichten. ‘Sport is enorm belangrijk voor een kind,’ stelt Robert, ‘niet alleen om een goede conditie op te bouwen, maar ook om nieuwe ervaringen op te doen en voor het ontwikkelen van eigen talent, zelfvertrouwen, sociale vaardigheden, morele waarden en intelligentie. Kortom: voor je identiteit.’
Link scriptieprijs
Na een duik in de bibliotheek ontdekte Robert dat er drie actoren zijn die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van een kind tijdens het sporten: ouders, leeftijdsgenoten en de coach. ‘Sinds twee jaar train ik de E’tjes: jongens tussen de negen en elf jaar,’ vertelt Robert. ‘Toen ik las dat de coach op twaalf punten (zie infographic, red.) het verschil kan maken of een kind stopt of doorgaat met een sport, besloot ik om de trainers van mijn voetbalclub sv CWO (Combinatie Wil Overwinnen) onder de loep te nemen. We hebben als club het ambitieuze voornemen om 75 procent van de jeugd te laten doorstromen naar het eerste elftal, maar dan moeten we natuurlijk eerst zorgen dat we ze niet kwijtraken.’ Robert benaderde twee trainers van een recreatief (D2) en een prestatief (B1) team die, verrassend genoeg, blij waren met een kritische blik. Om een zo compleet mogelijk beeld te krijgen van hoe de trainers met de jeugd omgingen, interviewde Robert niet alleen de trainers, maar ook de spelers. ‘Ik wilde voorkomen dat de trainers sociaal-wenselijke antwoorden zouden geven en spelers nemen vrijwel nooit een blad voor de mond.’ Ten slotte observeerde Robert nog een aantal trainingen en wedstrijden: hoe vaak beloont of bestraft de trainer bijvoorbeeld een goede of slechte actie? Daarna kwam het moeilijkste gedeelte: uit al die data conclusies trekken. Wanneer geeft iemand bijvoorbeeld te weinig feedback? Voor een voetballer
kan weinig feedback misschien al te veel zijn… Robert: ‘Uiteindelijk heb ik alle data zo goed mogelijk met elkaar vergeleken en gefocust op bevindingen die overeenkwamen. Als spelers bijvoorbeeld vonden dat er (te) weinig geëvalueerd werd, en die waarneming werd bevestigd door de trainer zelf of mijn eigen observaties, dan kreeg de trainer op dat punt een onvoldoende én een verbetertip.’
Ben je (bijna) afgestudeerd en wil je ook kans maken op de hoofdprijs van € 1.500,-? Kijk op www.dehaagsehogeschool.nl/ linkscriptieprijs hoe je mee kunt doen. Scripties zijn terug te vinden in de hbo kennisbank. www.hbo-kennisbank.nl
Opvallend aan Roberts onderzoek is dat hoewel de trainers op diverse punten verschillend presteren, ze beiden een onvoldoende scoren op het punt ‘Gelijke eerlijke behandeling’. Een gevoelig punt, weet Robert, want in het verleden zijn er spelers geweest die de club verlieten omdat ze zich onvoldoende gewaardeerd voelden. Tijdens de presentatie van zijn bevindingen, in juni, reageerden Roberts collega’s tot zijn opluchting goed. ‘Beide trainers erkenden dat er verbeterpunten waren en op het punt van de gelijke behandeling kwamen we tot de conclusie dat het goed is om een speellijst bij te houden waarop staat hoeveel minuten iedereen heeft gespeeld. Zo komt iedereen aan speeltijd toe.’ Robert is blij dat hij met zijn scriptie een steentje heeft bijgedragen aan een veiliger sportklimaat, in ieder geval voor zijn club. En zelf deed hij ook nog een belangrijke ontdekking. ‘De groep waar ik zelf training aan geef, gaf aan winnen helemaal niet zo belangrijk te vinden. En in mijn trainerschap kan ik wel eens te fanatiek zijn, dus daar ga ik zeker op letten.’
•
Hoe staat het met de kwaliteit van de jeugdtrainers van sv CWO? De coach heeft een grote invloed op de motivatie en ontwikkeling van jeugdige voetballers. Op twaalf punten kan de trainer het verschil maken.
FEEDBACK LEIDERSCHAPSSTIJL RELATIE MET SPELERS EXPERTISE EMOTIONELE REACTIE GELIJKE BEHANDELING EEN-OP-EENCOACHING TAAKOPBOUW TRAINING SELECTIE VOORBEREIDING OP DE WEDSTRIJD GEBRUIK DEMONSTRATIE EVALUATIE onvoldoende
voldoende
goed
37 • LINK
21
Juweeltjes Lezersactie Er is geen mooiere bezigheid dan klimmen,’ zei een beroemd klimmer ooit. Daar kan je natuurlijk over twisten, maar spannend is het! Zeker als je net begint. Wil jij de verticale uitdaging aangaan? Doe dan mee met deze lezersactie en win een beginnerscursus.
Win
4x een klimcursus Tienerdrama Blackbird roept vragen op ‘Doesn’t anyone care about the truth?’ Deze vraag die hoofdpersoon Sean Randell stelt in Blackbird, staat centraal in dit tienerdrama waarin Sean onterecht gearresteerd wordt voor het beramen van een ‘school shooting’. Het antwoord wordt de kijker snel duidelijk: niet echt. Blackbird is niet de eerste film die inspiratie haalt uit Columbine, maar gaat niet over een doorgedraaide schietgrage tiener. De zestienjarige gothic Sean gooit uit frustratie een dreigement online en komt daardoor ten onrechte in jeugdinstelling Waterville terecht. Als de film begint val je binnen in een kale verhoorkamer, waar Sean geconfronteerd wordt met de illegale wapens van zijn vader, een fervent jager. Dat gaf voor de kleine gemeenschap waarin de Randells wonen de doorslag: Sean moet worden opgesloten. Regisseur Jason Buxton neemt je in flashbacks mee naar de voorgeschiedenis van de aanhouding. Die lijkt op een standaard tienerdrama: misfit Sean raakt bevriend met de populaire, maar ongelukkige Deanne. Het gezagdragende ijshockeyteam moet hier niets van hebben, en bedreigt en mishandelt Sean. De troubled teenager besluit zijn wraakgevoelens jegens de ijshockeyers op internet te posten in de vorm van een fictief aanvalsplan. De film doet denken aan het boek Vernon God Little, waarin een tiener een uitgevoerde shooting in zijn schoenen geschoven krijgt. Het plot van dit boek is minder geloofwaardig, maar je voelt wel het drama van de hoofdpersoon – iets wat Blackbird niet lukt.
22
LINK • 37
Blackbird geeft het genre tienerdrama niet veel diepte: de film roept meer vragen op dan hij beantwoordt. Deanne heeft een nare thuissituatie, maar meer dan dat zien we niet. Ook de gebeurtenissen die zich opstapelen in het al chaotische leven van Sean lijken hem niet veel te doen, maar waarom niet? Dit in combinatie met de stille, muziekloze passages maakt dat de film soms wat ‘leeg’ voelt. Binnen het genre is de insteek wel fris, maar van Blackbird lig je geen nachten wakker. • LM
lllll
Blackbird: 103 minuten Release: 14 november Gerne: Drama
THURST JORIS VOORN DOUWE BOB SEASICK STEVE VIVE LA FETE DE STAAT BABYLON CIRCUS GUUS MEEUWIS DE JEUGD VAN TEGEN WOORDIG OHOH INTRO AFTERPARTY
DEC 9 DEC
THE MUSIC VENUE OF THE HAGUE / WWW.PAARD.NL
In The Globe, naast Hollands Spoor, vind je de twintig meter hoge klimhal De Klimmuur. Hun filosofie: ‘De klant meenemen in een totaalbeleving van onze verticale wereld. Dat betekent enerzijds fun, maar anderzijds ook de totale beleving van de sport, waaronder ook bijvoorbeeld het zekeren.’ Als beginner leer je in vier lessen (een per week) de basis van het muurklimmen. Wie het goed doet, krijgt daarna een certificaat waarmee je zelfstandig kunt klimmen op elke klimmuur in Nederland. En aan het eind van de cursus krijg je nog een extraatje: een gratis maandkaart om het klimmen nog meer te oefenen. Link mag vier beginnerscursussen weggeven. Wil jij heel graag zo’n verticale beleving meemaken? Loop dan naar de klimhal (450 meter vanaf de hoofdvestiging) en tel hoeveel touwen er op de tweede verdieping hangen. Het aantal geef je voor 25 november door aan link@hhs.nl met een toelichting wie je bent, wat je doet en waarom je wil beginnen met klimmen. De winnaars worden op 26 november bekendgemaakt via onze Facebookpagina: hhslinkonline.
Welcome to O’Casey’s Irish Pub
O’Casey’s is the biggest international bar of tm The Hague Come in and enjoy a pint of and some of our traditional Irish food. We offer daily entertainment on 2 floors and in Sarah’s Garden wich used to be part of our Queen’s Royal Gardens
Noordeinde 140 The Haque Holland • www.ocaseys.nl
Mijn Den Haag
Opkomend komisch talent Het Camerettenfestival is sinds 1966 een strijdtoneel voor aanstormend cabarettalent. Na een lange voorselectie toeren de halve-finalisten met een try-out door het land. Op 19 november spot jij misschien wel toekomstige grappengrootmeesters voor een prikkie in theater Pepijn. Het jaarlijkse festival trekt vele aanmeldingen uit heel Nederland. Allemaal krijgen ze de kans op te treden, waarna de selectierondes plaatsvinden. Aan het eind van de rit blijven drie titanen overeind, die op 30 november uitmaken wie er in het nieuwe Luxor in Rotterdam met de hoofdprijs vandoor gaat. Grootheden als Theo Maassen, Brigitte Kaandorp, en meer recent Daniel Arends, werden als winnaar van het festival bekroond. Bekijk voor € 12,50 de nieuwste aanwas in een try-out voor de halve finale. Drie van de negen halvefinalisten treden 19 november elk dertig minuten op. De voorstelling begint om 20.30 in Theater Pepijn aan de Nieuwe Schoolstraat. • LM Volg de kandidaten op: http://www.cameretten.nl/ Kaarten bestellen: http://www.diligentia-pepijn.nl/
Intrigerende docu over orkadrama 24 februari 2010. Het was een show als alle andere: orkatrainster Dawn Brancheau vermaakte het publiek door haar orka Tilikum tal van trucjes te laten doen. Plotseling trok Tilikum zijn trainster onder water en hij liet haar pas weer vrij toen zowat al haar botten gebroken waren. De documentaire Blackfish zet vraagtekens bij de dood van Brancheau. De stijl waarin regisseur Gabriela Cowperthwaite dat aanpakt, doet denken aan Bowling for Columbine: insinuerend, maar met veel bewijs onderbouwd. Al snel wordt duidelijk dat het drama geen opzichzelfstaand incident is. Knap is dat Cowperthwaite geen spaan heel laat van het killerwhaleimago van orka’s, maar evenmin van
de aaibaarheidsfactor die uitgaat van de pluchen merchandise van Sea World. Het zit complexer dan die twee uitersten. Indrukwekkend. • RR
lllll
Blackfish: 102 minuten Release: 14 november Gerne: Documentaire Te zien in het Filmhuis, Den Haag
Waar moet je zijn in Den Haag? En wat kun je beter vermijden? Cicero Nooitmeer is eerstejaarsstudent Halo. Hij woont zijn hele leven al in Den Haag en heeft ‘alles al gezien’. ‘Maar als ik in de stad loop, zie ik toch iedere keer weer iets anders.’ tekst Stefan van Klink beeld Bas Kijzers / gemeente Den Haag
Je favoriete plek in Den Haag? Ik hou niet van stilzitten, dus ga ik vaak de stad in. Het centrum van Den Haag heeft een sfeer die in geen enkele stad is terug te vinden. De straten hebben iets gezelligs en op ieder tijdstip van de dag loopt het vol met mensen. Het is erg leuk om er te winkelen en om me heen te kijken. Omdat het er zo druk is, gebeurt er altijd wel wat.
Waar erger je je mateloos aan? Dat er overal en altijd gebouwd wordt. Waar je ook kijkt, ze zijn overal aan het werk. Ik hou er niet van om tegen hoge steigers aan te kijken of het geluid van machines te horen. Dat verpest de sfeer enorm.
Wat is de leukste plek op de Academie voor Sportstudies? Het atletiekveld aan de achterkant. Je hebt er alle ruimte om te sporten, maar ook is het heerlijk om gewoon lekker op het grasveld in de zon te liggen met je vrienden.
Wat is het beste restaurant? Dat is absoluut Santos, een Argentijns grillrestaurant aan het Gevers Deynootplein in Scheveningen. Het is niet erg goedkoop, maar je kan er echt heerlijk eten. Daar moet je zeker een keer naartoe gaan!
Waar kom je het beste tot rust? Ik kom zelf het beste tot rust als ik naar Madestein ga. Het is een mooi park in het zuiden van Den Haag met grote grasvelden en een meer. Ik vind het altijd erg fijn om daar te zijn, omdat je er goed kan relaxen en ook lekker kan zwemmen. Ik kom er nu niet meer zo vaak, maar ik heb er vroeger heel vaak gezwommen.
37 • LINK
23
Melting Pot
Filippijns wokken op stand Marc Franks, tweedejaarsstudent International Business & Management Studies, bereidt voor ons een typisch Filippijns gerecht, dat veel wordt gegeten onder de rijken in de Filippijnen. Het gerecht zit barstensvol met groenten. tekst Anjani Bhairosingh beeld Mieke Barendse
Wat eten we vandaag? Vandaag eten wij ‘Pancit Sotanghon’, simpel gezegd noedels gemaakt van rijst met vlees en ontzettend veel groenten. Wij maken dit gerecht vaak, vooral voor speciale gelegenheden zoals familie-etentjes. We eten dan niet alleen in de avond, maar vaak ook in de middag al
24
LINK • 37
Wat vind jij zo aangenaam aan Filippijns eten?
warm eten. Het is vrij simpel te wokken en je kan het makkelijk maken voor velen, al vergt het enige voorbereiding.
Waarom is het gerecht alleen voor de rijken? Pancit Sotanghon is een luxe gerecht, dat komt doordat er kip, varkensvlees en veel groenten in zit. De lokale bevolking in de Filippijnen eet meestal rijst met vis omdat dat goedkoop is. Vaak wordt er dan ook drie keer op een dag gegeten. Niet drie keer de porties van een grote maaltijd, maar drie kleinere porties verdeeld over een dag. Kip, varkensvlees en groenten zijn daar moeilijker te verkrijgen en een stuk duurder. Als je dit
Recept OP LINK ONLINE Bekijk het recept van het gerecht uit de Filippijnen en een filmpje over hoe het te bereiden op link.hhs.nl
gerecht maakt, laat dat dus een stukje welvaart zien.
Wat ik zo fijn vind aan Filippijns eten is dat veel gerechten, zoals Pancit Sotanghon, niet zwaar op de maag vallen. Je kan er dus makkelijk veel van eten. Dat geldt ook voor de soepen. Op warmere dagen zou ik eerder een Filippijns soepje eten, dan een snert of tomatensoep. Filippijnse soepjes zijn op bouillonbasis en daarom zo licht. Misschien ook leuk om te weten is dat wij niet vaak een mes gebruiken. Dat komt doordat het vlees al vooraf is kleingesneden.
Wil jij Link uitnodigen in jouw keuken en vertellen over je culinaire roots? Stuur dan een mailtje naar link@hhs.nl.