Verplicht opgeleid worden tot wereldburger

Net begonnen aan een studie op De Haagse Hogeschool? Zet je dan schrap voor een internationaal getint avontuur. Want of je wilt of niet, je moet een wereldburger worden. En daarvoor moet je dertig ‘internationale’ studiepunten

halen. tekst Qushal Bansraj • beeld Bas Kijzers/Shutterstock

voormalig VN secretaris-generaal BoutrosGhali was in 1993 de eerste die Den Haag de ‘legal capital of the world’ noemde. Met het International Criminal Court, verscheidene internationale tribunalen, het Vredespaleis en talloze andere wereldwijd bekende organisaties is Den Haag een internationale stad. Met dat in het achterhoofd stelde De Haagse Hogeschool in 2011 een set doelstellingen op om zich op internationaal niveau te kunnen meten met andere onderwijsinstellingen en van HHs-studenten wereldburgers te maken.

Vanaf dit collegejaar moeten alle studenten in hun hele studie minimaal dertig studiepunten met een internationaal sausje halen. Dit blijkt uit het hogeschoolbrede beleidsplan Internationalisering dat met

ingang van dit studiejaar van kracht wordt. ‘Wij zijn al sinds 2005 bezig met internationalisering. In het nieuwe beleidsplan wordt de vertaalslag gemaakt naar de praktijk,’ vertelt Susana Menéndez, collegelid en portefeuillehouder Internationalisering. ‘Dat doen we niet uit hobbyisme, maar omdat we geloven dat je, zeker als je in het westen van Nederland woont, constant internationale confrontaties hebt. Elke student die in deze regio werkt, heeft in principe competenties nodig om te kunnen samenwerken met mensen met verschillende culturele en sociaaleconomische achtergronden. Omdat we willen dat het echt iets teweeg brengt in het onderwijs, hebben we besloten er dertig ects aan te koppelen.’

Niet iedereen is enthousiast over deze verplichting. Docent Herre Faber bijvoorbeeld verwoordde de scepsis in zijn blog op Link online: ‘Verplichte buitenlandstage voor mijn opleiding, Bewegingstechnologie? Voor studenten die dat zelf willen is dat prima en ruim dertig procent doet dat ook. Maar voor studenten die liever iets anders doen om zich vakinhoudelijk te bekwamen is het vanzelfsprekend ridicuul om ze lastig te vallen met dit onzalige plan. Het is een inbreuk op de zelfbeschikking van de student.’

Volgens Menéndez gaan die dertig internationale punten helemaal niet ten koste van vakinhoud: ‘Je integreert die dertig ects. Het is niet bij en naast je andere vakken. In plaats van dat je bijvoorbeeld Nederlandse literatuur krijgt, vragen we aan docenten om het huidige curriculum te verdiepen met internationale literatuur. En de behandeling van Nederlandse problematiek en casuïstiek zou je kunnen vergelijken met de behandeling in andere landen. Zo voeg je een internationale dimensie toe aan jouw opleiding die je helpt om een breder kader te krijgen van je basiskennis.’ En die bredere visie kenmerkt een wereldburger, die ‘overal goed kan participeren en functioneren’. Voor die opleidingen die denken hun kosmopolitische snor te kunnen drukken, is het beleidsplan onverbiddelijk: opleidingen die niet aan de dertigpuntenregel voldoen, kunnen financiële sancties verwachten. Al is Menéndez minder stellig: ‘Wij hebben dat tot nu toe nog niet uitgewerkt. En we werken bijna nooit met sancties.’ •

Essaywedstrijd Win een iPad 3 Internationalisering: noodzaak of hobby?

De afgelopen maanden hebben alle academies hard gewerkt aan plannen om het internationaliseringsbeleid van De Haagse Hogeschool uit te voeren. De Haagse Hogeschool wil wereldburgers afleveren: mensen die in de wereld van morgen kunnen werken en leven.

In een wereld die kleiner wordt is internationale samenwerking meer nodig en beter mogelijk dan ooit. Hogeronderwijsinstellingen hebben voor internationale samenwerking allerlei redenen. Internationale samenwerking zou bijdragen aan de kwaliteit van onderwijs en aan een internationaal en sociaal betrokken profiel van de instelling. Het versterkt een instelling in de competitie om de – beste – internationale studenten. En het zou tegemoet komen aan de wensen en behoeften van studenten en staf.

De noodzaak van internationalisering wordt door veel leidinggevenden, studenten en stafleden gevoeld. Toch zijn er ook die het allemaal niet nodig vinden. Misschien wel voor studenten van European Studies, maar toch niet voor bijvoorbeeld de pabo of Sociale Professies, of de halo? En het moet al helemaal niet verplicht worden.

Het debat speelt zich in de luwte af en argumenten worden zelden scherp tegenover elkaar gezet.

Maar wat vind jij? Doe mee aan de essaywedstrijd van het lectoraat Internationale Samenwerking. Beschrijf in een essay van maximaal duizend woorden wat jij vindt van internationalisering. Onderbouw je argumenten met voorbeelden, wetenschappelijke referenties of je eigen ervaring. En: het is een essay. Wees dus overtuigend en prikkelend.

Stuur je essay voor 24 november naar Dr. Jos Walenkamp (j.h.c.walenkamp@hhs.nl). De essays worden beoordeeld door een jury bestaande uit Jos Walenkamp (lector internationalisering), René Rector (hoofdredacteur Link), Susana Menéndez (bestuurslid Haagse Hogeschool) en Ineke van der Meule (directeur Centrum voor Lectoraten en Onderzoek)

Het beste essay wordt gepubliceerd in Link en beloond met een iPad 3. De jury overweegt de beste essays te bundelen. Alle deelnemers worden uitgenodigd voor een symposium over internationalisering.

Je Engels opkrikken Internationalisering vereist een bepaald niveau Engels. Een deel van de studenten ziet hierin een obstakel, bleek uit navraag bij thuisblijvers. De Haagse hanteert geen taaltoets, maar is wel bereid om een taalcursus of extra ondersteuning aan te bieden. ‘Laten we eerlijk wezen, Engels praten is een verrijking voor iedereen,’ vindt Menéndez. ‘Het biedt zo veel mogelijkheden voor later: studie of werk. Het is goed om Engelstalige wetenschappelijke stukken te kunnen lezen.’

FaQ’s over internationaliSering

Wanneer krijg ik hiermee te maken? ‘Op dit moment zijn alle opleidingen bezig om de plannen uit te werken,’ vertelt Menéndez. De academies zijn vrij om te bepalen hoe ze het internationaliseringsbeleid vormgeven. Hoe je het terugziet binnen Huidtherapie kan dus sterk verschillen van de invulling bij Bedrijfskunde MER. Wel geldt voor iedereen dat studenten die in 2012 ingestroomd zijn aan de dertig-punteneis moeten voldoen. Over het algemeen vinden stages en minoren plaats na het propedeusejaar, dus merken de huidige eerstejaars het pas vanaf het tweede studiejaar. Wil je naar het buitenland, dan kun je natuurlijk zelf het initiatief nemen om je alvast te oriënteren (zie ‘Wil-Weg-dag’). Wil je de punten in Nederland halen dan moet je afwachten wat je opleiding aanbiedt. Het CvB zette al een aantal (algemene) opties op een rij (zie ‘Niet naar het buitenland’). Wil-Weg-Dag Voor studenten die naar het buitenland willen organiseert het International Office jaarlijks de Wil-Weg-Dag in het Atrium van de hoofdvestiging. Op 1 oktober staan er van 11.30 tot 13.30 uur verschillende stands die informatie geven over alles wat met studeren of stage lopen in het buitenland te maken heeft. Je vindt er informatie over beurzen (zie ook ‘Met een beurs naar het buitenland’), verzekeringen en voorbereidingen op een buitenlandervaring. En studenten die al een internationaal avontuur achter de rug hebben, staan klaar om je over hun ervaring te vertellen en je vragen te beantwoorden. Meer informatie over de Wil-WegDag vind je op Studentennet.

Meer buitenlandse studenten aantrekken De hogeschool krijgt zogenoemde international classrooms: vakken waarbij meer dan een derde van de studenten uit het buitenland komt. In zo’n international classroom leren Hagenaars en Hagenezen omgaan met verschillende culturen en kunnen ze hun Engels oefenen. Maar verschillende culturen in een klas zetten leidt niet automatisch tot internationaal competente studenten. Docenten moeten daarbij voorkomen dat er bubbles ontstaan – clusters van studenten met dezelfde achtergrond – en de lessen zo inrichten er dialoog en interactie ontstaat tussen Nederlandse en internationale studenten. Een kanttekening bij de international classroom is dat er wel ‘genoeg’ internationale studenten moeten zijn. In 2011 telde de hogeschool 1.100 internationale studenten. In 2015 hoopt De HHs 4.000 buitenlandse studenten te hebben. Om die aan te trekken is het handig dat de huidige buitenlandse studenten op De Haagse tevreden zijn en studeren hier aanraden (zie ‘Buitenlandse studenten ontevreden’). Niet naar het buitenland Hoewel (minimaal drie maanden!) stage lopen of studeren in het buitenland een voor de hand liggende manier is om aan je kosmopolitische competenties te werken, kiezen momenteel minder dan een op de vijf studenten hiervoor. De grootste groep thuisblijvers zegt dat het financieel niet haalbaar is. Voor anderen is het een struikelblok dat ze dan hun vrienden en familie moeten missen. De Haagse biedt studenten die in Nederland blijven twee alternatieven. Je kunt deelnemen aan een Engelstalige minor of semester, waarbij de groep deelnemers voor tenminste 35 procent uit internationale studenten bestaat: de international classroom (zie ook ‘Meer buitenlandse studenten aantrekken’). Tweede optie is het volgen van een reeks Engelstalige gastcolleges.

Met een beurs naar het buitenland Aan studeren of stage lopen in het buitenland hangt een prijskaartje. Maar met een beurs of fonds kun je de extra kosten wel drukken. Menéndez: ‘Wij hebben een aantal fondsen binnen de hogeschool beschikbaar die waarschijnlijk niet heel bekend zijn bij de studenten. Dus wij moeten iets ondernemen om die beurzen kenbaar te maken.’ Op de portal van De Haagse Hogeschool (onder International Office) en bij het International Office is meer informatie te vinden over de beurzen en fondsen. Voor studeren binnen en buiten de EU kun je bijvoorbeeld terecht bij het Hogeschoolfonds, dat jaarlijks 100.000 euro te verdelen heeft. De Europese Unie biedt ook het Leven Lang Leren Programma Erasmus voor studenten die binnen de EU een buitenlandse studie of stage doen. Voor beide fondsen zijn jaarlijks twee aanvraagrondes. De deadlines zijn op 15 september en 15 februari.

Samenwerking met buitenlandse instellingen Internationaliseren doe je niet alleen. Daarom zoekt De Haagse ‘samenwerking op hoog niveau’ met buitenlandse instellingen. Binnen Europa werkt De HHs nu samen met ongeveer honderdvijftig universiteiten en hogescholen. Het doel is om in het jaar 2012-2013 het netwerk sterk uit te breiden. Er start onder meer een samenwerking met de University of Jaén in Spanje. Buiten Europa worden in ieder geval samenwerkingen aangegaan op ieder continent. In totaal zijn ongeveer dertig universiteiten buiten Europa aangesloten bij De Haagse Hogeschool. Bij het International Office kun je terecht voor meer informatie over de mogelijkheden voor jouw opleiding.

Buitenlandse studenten ontevreden Uit het onderzoeksrapport “Internationaliseringsbeleid HHs” blijkt dat de internationale studenten op De HHs heel positief zijn over de community van De Haagse: de mensen, diversiteit, cultuur en sfeer. Maar over het onderwijsniveau, de kwaliteit van de docenten en de inhoud van de curricula zijn ze heel kritisch. Van de 59 Europese onderwijsinstellingen die werden vergeleken (10 andere in Nederland), stond De Haagse Hogeschool op plaats 58. Niet vreemd dus dat de hogeschool zich tot doel stelt de tevredenheid van buitenlandse studenten te verhogen. Op het gebied van huisvesting – lange tijd een doorn in het oog van de internationale student – zijn al goede stappen gezet. Ook is in juli een ‘strategisch overleg’ gestart, waarin een aantal HHs-directeuren met Menéndez gaan werken aan de kwaliteit van internationalisering.

Hoe internationaal ben jij?

Test je internationale bewustzijn

Ben jij een talentvol wereldburger of een internationale nitwit? Beantwoord deze vragen en ontdek het. Bij drie fouten of meer kom je waarschijnlijk in de problemen in een internationale omgeving. 1. Hoeveel van onze communicatie bestaat uit non-verbale communicatie?

a. tussen 30 en 40 procent b. tussen de 55 en 70 procent c. tussen 20 en 30 procent

2. In welke cultuur is het uit den boze om iets met je linkerhand te geven aan iemand?

a. Russische cultuur b. Chinese cultuur c. Arabische cultuur

3. In Nederland is het niet gebruikelijk om iemand vragen over zijn / haar inkomen.

Welke vraag kun je beter niet stellen wanneer je in een islamitisch land bent?

a. vragen over de politiek b. vragen over seksualiteit c. vragen over eetgewoonten

4. In veel landen van Azië (en deels in Afrika) contact met de ogen wordt gezien als...

a. een teken van respect en vertrouwen b. een teken dat je verliefd bent op iemand c. een teken van gebrek aan respect en brutaliteit

5. Waarom zeggen mensen in de meeste Aziatische culturen ‘wij’ waar je in het Nederlands ‘ik’ zou zeggen?

a. ‘ik’ bestaat niet in hun woordenschat b. omdat ze vaak de neiging om te overdrijven c. als gevolg van de collectivistische cultuur waarin ze leven

6. In veel landen van de wereld is de zwarte kleur een zingen van verdriet en rouw. In welk land heeft wit dezelfde betekenis?

a. China b. Brazilië c. Noorwegen

7. Nederland is in de wereld het meest bekend om:

a. tulpen, klompen en windmolens b. rosse buurten (De Wallen in Amsterdam) c. coffeeshops voor softdrugs

Kijk voor de antwoorden op pagina 22.