Moeders in Nederland Over de leeftijd waarop moeders hun eerste kind krijgen 1970-2010
Sociaal-culturele ontwikkelingen Klas 2K Docent B. Bouhuijs
Iris Hoonakker Lisa Boonstra Wietse Pottjewijd
S1034423 S1038484 S1042702 1
Inhoudsopgave Probleemstelling Inleiding Beschrijving Analyse Conclusie Literatuurlijst Bijlagen Notulen
p. 3 p. 4 p. 5 p. 7 p. 9 p. 10 p. 11 p. 14
2
Probleemstelling We hebben gekozen voor de volgende probleemstelling: Waarom is de leeftijd waarop moeders in Nederland hun eerste kind krijgen gestegen tussen 1970 en 2010?
3
Inleiding Nederlandse moeders staan bekend om de hoge leeftijd waarop ze hun eerste baby krijgen. Deze leeftijd is wereldwijd het hoogst. Echter de trend van oudere moeders is in de hele westerse wereld zichtbaar.1 We hebben gekozen om de periode tussen 1970 en 2010 te verklaren omdat deze periode een opvallende stijging laat zien.2 Onze vraagstelling hebben we geformuleerd, nadat wij research hebben gedaan over het onderwerp. In onze bronnen zien we dat er een stijging is van de leeftijd waarop moeders hun eerste kind krijgen, ook zijn we verschillende redenen tegengekomen. Wij willen onderzoeken wat de belangrijkste redenen zijn waarom de leeftijd tussen 1970 en 2010 gestegen is. In het artikel: ‘De baby kan wachten, er is toch IVF; Vrouwen krijgen steeds later kinderen maar ze onderschatten de gevolgen’3 staat dat de leeftijd waarop moeders hun eerste kind krijgen in de afgelopen 30 jaar is toegenomen. In het artikel wordt belicht waarom de stijging van de leeftijd zowel in medische als maatschappelijk oogpunt zorgwekkend is.
1
Beets, G. e.a. (2001). De timing van het eerste kind in Nederland en Europa. Den Haag: Nederlands interdisciplinair Demografisch instituut. http://www.nidi.nl/ (23 september 2012) (p. 5) 2 CBS StatLine (22 juni 2012). Geboorte; leeftijd moeder (op 31 december). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37744ned&D1=a&D2=0,36-43&D3=0,30,40,50,60,(l-1)l&HD=120923-1454&HDR=T&STB=G1,G2 (23 september 2012) 3 Reerink, A. e.a. ‘De baby kan wachten, er is toch IVF; Vrouwen krijgen steeds later kinderen maar ze onderschatten de gevolgen’. In: NRC.next, 9 maart 2007.
4
Beschrijving Grafiek 1 laat de stijging die plaatsvond tussen 1970 en 2010 zien. Grafiek 1: Leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen.
Bron: CPB (2007). Macro Economische Verkenning 2008. Den Haag: Centraal Planbureau, p. 143.
In 1970 was de gemiddelde leeftijd waarop een moeder haar eerste kind kreeg 24,3. Dit stijgt binnen 40 jaar naar een leeftijd van 29,4 jaar. Er is geen ander land in de wereld waarbij moeders zo laat hun eerste kind krijgen als in Nederland4. In grafiek 2 is te zien hoeveel moeders er in 1970 boven de dertig zijn en hoeveel er jonger dan dertig zijn. Destijds was de meerderheid van de moeders tussen de twintig en dertig en waren er een paar moeders tussen de dertig en veertig. Tegenwoordig liggen deze aantallen veel dichter bij elkaar.
4
Beets, G. e.a. (2001). De timing van het eerste kind in Nederland en Europa. Den Haag: Nederlands interdisciplinair Demografisch instituut. http://www.nidi.nl/ (23 september 2012) (p. 1)
5
80.000
Aantal vrouwen eerste kind
70.000
Aantal vrouwen
60.000 50.000
Leeftijd: 20-30 jaar
40.000
30-40 jaar
30.000 20.000 10.000
0 1970
1980
1990
2000
2010
Bron: CBS StatLine (22 juni 2012). Geboorte; leeftijd moeder (op 31 december). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37744ned&D1=a&D2=0,36-43&D3=0,30,40,50,60,(l-1)l&HD=120923-1454&HDR=T&STB=G1,G2 (23 september 2012)
6
Analyse In de beschrijving hebben we aan de hand van grafieken laten zien dat de leeftijd van moeders is gestegen in periode 1970 – 2010. Er zijn verschillende redenen waarom vrouwen later aan kinderen beginnen. Deze zijn deels toe te schrijven aan tijdsgeest die in een periode van 40 jaar sterk is veranderd.5 De Tweede Feministische Golf in de jaren ‘60, ‘70 en ’80 speelt een belangrijke rol. Na deze golf konden vrouwen hoger onderwijs volgen en daarna een goed betaalde baan vinden. Hierdoor werden vrouwen zelfstandiger. Daarnaast werden de anticonceptiepil en abortus gelegaliseerd.6 Wij gaan in onze analyse de drie belangrijkste beweegredenen behandelen die verklaren waarom vrouwen in Nederland steeds later zwanger worden.7 Ten eerste is de carrière steeds belangrijker geworden. Sinds vrouwen deelnemen aan het hoger onderwijs is de leeftijd waarop, vooral hoogopgeleide, vrouwen kinderen krijgen gestegen. Als deze vrouwen klaar zijn met een studie zijn zij begin twintig. Zij beginnen pas tien jaar later aan kinderen omdat zij zich eerst op hun carrière willen richten. Één op de vijf vrouwen verwacht dat een goede carrière slecht te combineren is met de zorg voor een baby.8 Daarnaast gebeurt het bijna niet dat mensen parttime werken voordat zij fulltime werkervaring hebben.9 Als vergroting van kansen in de toekomst op het gebied van opleiding en werk automatisch gepaard gaat met uitstel van zwangerschap dan spreken we van een emancipatieparadox.10 Ten tweede geven jong volwassenen aan eerst van hun vrijheid te willen genieten en werkervaring op te willen doen voordat ze aan kinderen denken. Vrouwen willen eerst hun vrijheid benutten om leuke dingen te doen zoals reizen.11 Tenslotte is een stabiele relatie belangrijk alvorens aan kinderen te beginnen. Relaties zijn echter erg veranderd sinds de jaren ’70, er worden hogere eisen gesteld. Koppels gaan sneller uit elkaar en daardoor krijgen ze later kinderen. Daarnaast is het tegenwoordig niet sociaal wenselijk om vroeg aan kinderen te beginnen. Een stel dat begin twintig is en kinderen krijgt wordt al snel gezien als onverantwoordelijk omdat het daarmee hun kansen in de toekomst beperkt. Dit terwijl het dertig jaar geleden niet het geval was.12 5
Wouters, R. (2007). Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem? Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. http://www.rvz.net/ (23 september 2012) (p. 10-14) 6 Bouhuijs, B. Colleges Sociaal Culturele Ontwikkeling 2B. September 2012. 7 Auteur onbekend. Vrouwen beginnen steeds later aan eerste kind. In: Elsevier, 21 augustus 2006. http://www.elsevier.nl/ (23 september 2012) 8 Merens, A. e.a. (2011). Emancipatiemonitor 2010. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. http://www.scp.nl/ (23 september 2012). (p. 33-35) 9 Wouters, R. (2007). Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem? Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. http://www.rvz.net/ (23 september 2012) (p. 10-14) 10 Kraus, S. (2009). Een emancipatieparadox? Amsterdam: E-Quality, Kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. http://www.e-quality.nl/ (1 oktober 2012) (p. 7) 11
Wouters, R. (2007). Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem? Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. http://www.rvz.net/ (25 september 2012) (p. 10-11) 12 Wouters, R. (2007). Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem? Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. http://www.rvz.net/ (25 september 2012) (p.11)
7
De mogelijkheid om ouderschap te combineren met werk of studie speelt in de tweede plaats een belangrijke rol. Hierbij moet er gedacht worden aan de taakverdeling tussen partners en voorzieningen zoals kinderopvang.13 Top 3 redenen waarom vrouwen pas na hun 29e moeder worden.14 1. Genieten van je vrijheid 2. Eerst werkervaring opdoen of carrière maken 3. Had (nog) geen partner
50 % 28 % 25 %
13
Dijkstra, S. e.a. (2003). Kiezen voor ouderschap!? Den Haag: Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. http://www.szw.nl/ (25 september 2012) (p. 2-3) 14 Kraus, S. (2009). Een emancipatieparadox? Amsterdam: E-Quality, Kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. http://www.e-quality.nl/ (1 oktober 2012) (p. 4)
8
Conclusie De leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen is in de afgelopen veertig jaar gestegen. Een belangrijke medische factor is de uitvinding van de anticonceptiepil. Drie belangrijke maatschappelijke oorzaken komen voort uit de tweede feministische golf. Ten eerste is carrière maken voor een vrouw steeds beter mogelijk en belangrijker geworden. Ten tweede hecht de vrouw veel waarde aan haar vrijheid. Als laatste stelt de vrouw steeds hogere eisen aan haar partner daardoor wordt een serieuze relatie langer uitgesteld.
9
Literatuurlijst Rapporten Beets, G. e.a. (2001). De timing van het eerste kind in Nederland en Europa. Den Haag: Nederlands interdisciplinair Demografisch instituut. http://www.nidi.nl/ (23 september 2012) Kraus, S. (2009). Een emancipatieparadox? Amsterdam: E-Quality, Kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. http://www.e-quality.nl/ (1 oktober 2012) Merens, A. e.a. (2011). Emancipatiemonitor 2010. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. http://www.scp.nl/ (23 september 2012) Wouters, R. (2007). Uitstel van ouderschap: medisch of maatschappelijk probleem? Den Haag: Raad voor de Volksgezondheid & Zorg. http://www.rvz.net/ (23 september 2012) Artikelen Auteur onbekend. Vrouwen beginnen steeds later aan eerste kind. In: Elsevier, 21 augustus 2006. http://www.elsevier.nl/ (23 september 2012) Reerink, A. e.a. ‘De baby kan wachten, er is toch IVF; Vrouwen krijgen steeds later kinderen maar ze onderschatten de gevolgen’. In: NRC.next, 9 maart 2007. Internet CBS StatLine (22 juni 2012). Geboorte; leeftijd moeder (op 31 december). http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=37744ned&D1=a&D2=0,3643&D3=0,30,40,50,60,(l-1)-l&HD=120923-1454&HDR=T&STB=G1,G2 (23 september 2012)
10
Bijlagen NRC.NEXT 9 March 2007 Friday 1ste Editie De baby kan wachten, er is toch IVF; Vrouwen krijgen steeds later kinderen maar ze onderschatten de gevolgen BYLINE: Antoinette Reerink; Claudia Kammer SECTION: NEDERLAND; Blz. 10 LENGTH: 1122 words DATELINE: Den Haag SAMENVATTING Uitgesteld ouderschap leidt tot meer medische problemen tijdens de zwangerschap. FULL TEXT Als foetus heeft een meisje zeven miljoen eicellen. Aan het begin van de puberteit is dat aantal geslonken tot een paar honderdduizend, en bij de menopauze is haar voorraad helemaal op. De vrouwelijke vruchtbaarheid neemt met de jaren heel snel af. Volgens de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) realiseren jonge mensen zich dat veel te weinig en moet de overheid snel iets doen aan het uitstel van ouderschap. De afgelopen dertig jaar is de gemiddelde leeftijd waarop een vrouw haar eerste kind krijgt, gestegen van 24 naar 29. Hoog opgeleide vrouwen zijn gemiddeld 34 bij hun eerste kind. De medische en maatschappelijke gevolgen zijn zorgwekkend. Uitstel van ouderschap leidt tot meer medische complicaties tijdens de zwangerschap (zoals miskramen), meer kans op kinderen met een afwijking, meer gevallen van borstkanker. Maar ook: een dalend kindertal, waardoor de krapte op de arbeidsmarkt toeneemt en de kosten van de verzorgingsstaat op een kleinere beroepsbevolking drukken. De gedachte 'tot je veertigste is nog alles mogelijk en anders is er altijd nog IVF', is breed ingeburgerd. ,,Maar IVF is geen wondermiddel", schrijft de adviesraad van regering en parlement in een woensdag gepresenteerd rapport. Gynaecoloog Carina Hilders, mede-auteur van het rapport, ziet de onwetendheid elke dag in haar praktijk. ,,Als ik jonge mensen vertel welke risico's ze lopen met laat ouderschap, staan ze heel erg te kijken. Mensen denken te veel dat de wereld maakbaar is. Ze weten niet dat een vruchtbaarheidbehandeling vaak uitmondt in een mislukking." Vrouwen realiseren zich vaak wel dat hun biologische klok tikt, maar voordat het bij mannen zover is, is een stel gemiddeld drie jaar verder. ,,Dat is zonde van de tijd." Wat maar weinig mensen weten, is dat uitgesteld ouderschap ook leidt tot meer borstkanker. De late leeftijd waarop Nederlandse vrouwen baren, hun lage kindertal en de korte periode van borstvoeding (3 maanden) vormen ,,waarschijnlijk de belangrijkste verklaring waarom borstkanker in Nederland vaker voorkomt dan in welk Europees land ook". Medisch gezien geldt volgens de Raad: 'Als je kinderen wilt, krijg ze dan vooral v贸贸r je dertigste'. Maar maatschappelijk gezien loont het juist om laat kinderen te krijgen. Vrouwen die zich tijdens de eerste jaren van hun loopbaan volledig inzetten voor hun werk, bouwen een steviger positie op dan vrouwen die er door het kinderen krijgen 'even tussenuit' gaan. Hoogleraar openbare financi毛n Harrie Verbon, lid van de RVZ-comissie die het rapport voorbereidde, geeft werkgevers de schuld. Z铆j richten hun arbeidsproces zo in, dat vrouwen met kinderen zich niet
11
kunnen handhaven (en mannen met kinderen wel) door weinig flexibele werktijden en weinig animo om herintreedsters aan te nemen. Met name hoog opgeleide ouders krijgen daardoor minder kinderen, waardoor ,,het aandeel van hoogopgeleiden in de bevolking voortdurend zal afnemen". Om het voor ouders makkelijker te maken arbeid en zorg te combineren, zou de overheid de kinderopvang moeten verbeteren, verlofregelingen uitbreiden, of kinderopvang faciliteren in studentenhuizen. Tegelijkertijd waarschuwt een aantal auteurs van het rapport ervoor dat overheidsingrijpen niet tot een spectaculaire verlaging van de leeftijd zal leiden. In Scandinavië, een 'walhalla' voor ouders, ligt de leeftijd waarop vrouwen voor het eerst moeder worden niet heel veel lager dan in Nederland. Hoogleraar Joop Schippers, hoogleraar arbeids- en emancipatie-economie, schreef voor het RVZ-rapport een bijdrage over 'werken en moederen'. Hij verkiest een terughoudende overheid. ,,We willen toch niet terug naar de tijd waarin meneer pastoor elk jaar kwam vragen of het echtpaar nog wel zijn best deed om kinderen te krijgen?" In sommige landen, zoals in Frankrijk, doet de overheid wel aan 'bevolkingspolitiek'. Gezinnen krijgen bijvoorbeeld een premie per geboorte. Volgens Schippers zal dat maar weinigen overhalen. ,,De beslissing om al dan niet aan kinderen te beginnen, hangt af van veel meer factoren. Het opgeven van een deel van de eigen vrijheid, de aanwezigheid van een geschikte partner, het inschatten van carrièremogelijkheden, de vraag of je een goede ouder kan zijn." Oude moeder, meer risico 45 procent van de moeders die hun eerste kind krijgen is 30 jaar of ouder. De maandelijkse kans op een zwangerschap is op het 35ste jaar de helft van die van een 30-jarige vrouw, op het 38ste een kwart. Vrouwen zijn op een gemiddelde leeftijd van 41 jaar onvruchtbaar. Veertig procent van de stellen zonder kinderen is ongewenst kinderloos. Het gemiddelde kindertal per gezin is gedaald tot 1,7. Eèn op de tien vrouwen krijgt voor haar 75ste borstkanker. De kans op deze ziekte stijgt met 3 procent voor ieder jaar dat een vrouw haar eerste kind later krijgt. Het risico op een kind met het syndroom van Down is op 35-jarige leeftijd vier keer zo hoog als voor een 25-jarige vrouw, en op 40-jarige leeftijd tien keer zo hoog. Linda Peute: 25 jaar en moeder van dochter Zenna Linda Peute was 24 toen Zenna werd geboren. Ze koos er bewust voor jong moeder te worden. ,,Op mijn 34ste ben ik uit de vieze luiers." ,,Ik heb medische informatiekunde gestudeerd en ik ben nu aan het promoveren in het AMC. Ik heb altijd al vroeg kinderen willen hebben. Mijn ouders waren allebei rond de veertig toen ik werd geboren. Het is toch hartstikke leuk voor Zenna om jonge ouders te hebben? Mensen vragen me altijd of ik geen dingen mis. Onzin! Alsof het leven ophoudt, zodra de kinderen komen. Je moet het samen gewoon goed regelen. Als mijn vriend gaat voetballen, zorg ik voor Zenna en als ik een keer met mijn vriendinnen wil stappen is het andersom. Over twee, drie jaar willen we er nog wel een broertje of zusje voor Zenna bij. Kan ik over tien jaar mooi dat geklaag van vriendinnen aanhoren." Fiona van 't Hullenaar: 34 jaar en hoogzwanger Fiona van 't Hullenaar is organisatieadviseur en verwacht een tweeling. Ze heeft zich erbij neergelegd dat carrière en moederschap niet altijd samengaan. ,,Je accepteert dat er geen geschikt moment is om zwanger te worden." ,,Ik ben er zo èèn die altijd riep geen kinderen te willen; mijn carrière vond ik veel belangrijker. Maar ja, dan kom je op een dag toch die geschikte vent tegen... Het is niet zo dat mijn biologische klok ging tikken. Ook hebben we niet bewust voor dit moment gekozen; het leek ons nu gewoon een goed idee. En voor mezelf was 36 toch wel een grens; daarna lopen moeder en kind volgens mij veel meer risico. Ik ben blij dat ik me in die jaren heb kunnen ontwikkelen tot wie ik ben. Mijn werk wil ik blijven doen,
12
ook als die twee jongens er straks zijn." Interview: Ronald Olsthoorn LOAD-DATE: 9 March 2007 LANGUAGE: DUTCH; NEDERLANDS NOTES: Lees het rapport via: www.rvz.net/cgi-bin/adv.pl?advi_relID=112&stat= PUBLICATION-TYPE: Krant
13
Notulen Week 1 Na het college hebben we groepjes gevormd, we hadden aanvankelijk twee onderwerpen. We hebben uiteindelijk gekozen voor de leeftijd waarop vrouwen hun eerste kind krijgen omdat de stijging van deze leeftijd ons alle drie een interessante trend leek. We zijn toen gaan researchen en hebben hoofd en deelvragen geformuleerd. Week 2 We hebben ons onderwerp voorgelegd aan Bob en dit is goed gekeurd. Ook de hoofdvraag was prima. We hebben de taken verdeeld. Lisa deed de inleiding, Wietse de analyse en Iris de beschrijving. Week 3 Ieder apart gewerkt aan eigen deelonderwerp(en). Week 4 De eerste versie hebben we laten zien aan Bob. Die was in principe prima. Er moest nog even gekeken worden naar de voetnoten en de relevantie kon beter in de inleiding staan. Die stond nu nog in de beschrijving. We hebben de aanpassingen op aanraden van Bob gedaan. Week 5 We hebben de conclusie geschreven en de puntjes op de i gezet. De bronnenlijst heeft Lisa gemaakt, Iris heeft de notulen geschreven en Wietse heeft de laatste voetnoten aangepast.
14